dialoog! eenmalig magazine voor en door aios en opleiders
Van wie hebt u zélf het meest geleerd? Luisteren en openheid belangrijk voor veilig leerklimaat Netwerk van aios en opleiders stimuleert volwaardige arbeidsrelatie Hoe voer je een dialoog? Tips! Het heft in eigen hand Zelf aan de slag met werkdruk Onze opleiding is wel goed toch? Meet! Geachte minister, wat ik u wil vragen... IGZ pleit voor opener leerklimaat Column Anne Hermans Nieuwe app voor aios We maken veel beter inzichtelijk wat een aios kan Didactische scholing van de opleidersgroep is de achilleshiel Samen sterker met de Arts Assistenten Vereniging
Inhoud
Van wie hebt u zelf het meest geleerd?
Luisteren en openheid belangrijk voor veilig leerklimaat
Laura de Jong, directeur P&O UMC Groningen,
Hans Büller, voorzitter raad van bestuur Erasmus MC
voorzitter netwerk Arts Assistenten
en Peter Leijh, lid raad van bestuur LUMC
Netwerk van aios en opleiders stimuleert volwaardige arbeidsrelatie Lenny Jacobs-Sibelt, net afgestudeerd Dermatoloog UMC St Radboud
Hoe voer je een dialoog? Tips!
Het heft in eigen hand Wat wil ik leren om een goede specialist te worden?
Zelf aan de slag met werkdruk
Barbara Wagemakers, patholoog Isala Klinieken Zwolle
Martin Kersloot, beleidsadviseur Gezondheid en Arbo VUmc
Onze opleiding is wel goed toch? Meet!
Geachte minister, wat ik u wil vragen...
Hans Knape, opleider en anesthesioloog UMC Utrecht
dialoog! • 2
Minister Schippers van VWS beantwoordt vragen van aios
IGZ pleit voor opener leerklimaat Weet wanneer je deskundig bent om zelfstandig te werken
Dat weet ik even niet
Franske Keuter, senior inspecteur bij IGZ
column Anne Hermans
Klopt dat dienstrooster wel? FF checke met de nieuwe app voor aios
We maken veel beter inzichtelijk wat een aios kan
Pieter Kubben, aios Neurochirurgie
Bert Bos, opleider en hoogleraar Acute Kindergeneeskunde AMC
Modernisering curriculum prachtig, maar... Didactische scholing opleidersgroep is achilleshiel
Samen sterker met de Arts Assistenten Vereniging
Edith ter Braak, hoogleraar Medisch Onderwijs UMC Utrecht
Tessa van Ginhoven, aios Chirurgie, Erasmus MC
colofon uitgave 2011 SoFoKleS | idee Netwerk Arts Assistenten, onderdeel van Idealoog tekst Joop K. de Vries, Haarlem | vormgeving Wouter Wieringa BNO, Amsterdam | fotografie Stijntje de Olde, Groningen foto Anne Hermans: Leonard Fäustle, Amsterdam | illustratie Leendert Masselink, Amsterdam | druk Drukkerij Badoux, Houten
dialoog! • 3
“Veel aios en opleiders moeten nog groeien in hun nieuwe rol in het curriculum, dat vraagt training. Als netwerk Arts Assistenten zetten we ons daarom in voor de ontwikkeling van cursussen als “Hoe voer ik de regie over mijn opleiding?”. Laura de Jong, directeur P&O UMC Groningen, voorzitter netwerk Arts Assistenten. dialoog! • 4
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: je eigen verantwoordelijkheid nemen en je niet achter regels (of anderen) verschuilen.
voorwoord
Van wie hebt u zélf het meest geleerd? U leest Dialoog!, een eenmalig tijdschrift voor aios en opleiders. Geïnitieerd door een netwerk van aios en opleiders uit de acht UMC’s, bedoeld om een bijdrage te leveren aan volwaardige arbeidsrelaties. Het netwerk is ontstaan nadat in 2008 in de cao voor UMCmedewerkers afspraken zijn gemaakt om volwaardige arbeidsrelaties te bevorderen. De UMC’s lopen hierin inmiddels voorop. Geen andere sector stimuleert volwaardige arbeidsrelaties zo actief. Het doel is dat medewerkers en leidinggevenden in dialoog en met gezond verstand afspraken maken over hun werk. Volwaardige arbeidsrelaties zijn een voorwaarde om het nieuwe curriculum tot een succes te laten uitgroeien. Immers de aios heeft meer verantwoordelijkheid voor zijn opleiding en de opleider
Het doel is dat aios en opleiders in dialoog en met gezond verstand afspraken maken over hun werk.
is meer een coach. Veel aios en opleiders moeten nog groeien in hun nieuwe rol. In dit blad krijgt u tips van betrokken collega’s uit
Op de vraag ‘Van wie hebt u zelf het meest geleerd?’ heeft het
het netwerk Arts Assistenten. Ze vertellen openhartig hoe zij hun
antwoord van uw collega’s in dit blad veelal als strekking: van een
nieuwe rol oppakken en waar ze tegenaan lopen. U leest over
betrokken opleider die respectvol met patiënten omgaat en me in
de meetbaarheid van de opleiding, het belang van openheid en
een veilig leerklimaat stimuleerde een volgende stap te zetten.
didactische vaardigheden, de borging van deskundigheid en de
Herkenbaar?
veranderende balans tussen werk en privé. Laura de Jong, directeur P&O UMC Groningen, voorzitter netwerk Arts Assistenten
C Groningen, recteur P&O UM di , 0) (5 ng Jo Laura de . k Arts Assistenten voorzitter netwer Wageningen. in ie om on bouwec ren van 14, 16 Opleiding: Land Errit en drie kinde an m et m en m Woont: sa ld ‘s avonds en 17 in Onnen. en bereidt gerege ek we r pe r uu Werkt: 40 n voor. d werkzaamhede bij en in het weeken . Of langs de lijn wijn op de bank s gla n ee et de M Vrije tijd: ren of met hen op rijd van mijn kinde een voetbalwedst oningen. bij Shell Oil, hij tribune bij FC Gr ijn Texaanse baas m n: va te d er le Meest ge t over alles druk stellen en me nie te n ite ite ior pr ij leerde m h to fry”). u have bigger fis maken (“Laura, yo
“In het n nieuwe curriculum is de meester-gezelverhoud ing volledig verlaten. We beschouwen de aios als volwassenen die met opleiders in dia loog gaan over het on derwijs.” dialoog! d ia •5
Bied ruimte om te zeggen: ik weet het niet
Luisteren en openheid belangrijk voor veilig leerklimaat “Schrikbarend ouderwets”, dat is de interactie soms nog tussen opleiders en aios, vindt Hans Büller, voorzitter raad van bestuur Erasmus MC. Samen met Peter Leijh, lid raad van bestuur LUMC, is hij een grondlegger van het streven naar meer volwaardige arbeidsrelaties in de UMC’s. Aios en opleiders nemen daarin door hun afhankelijkheid een bijzondere rol plek in. Zijn ‘schrikbarende’ constatering deed Büller onlangs tijdens een
inhoudelijke bodem
bijeenkomst van aios en opleiders: “De aios zeiden: we zijn het
Het nieuwe curriculum geeft aios meer verantwoordelijkheid voor
manusje van alles en we krijgen nooit een compliment van de
de eigen opleiding, maar Büller, zelf opgeleid als kinderarts, zou
opleiders. Waarop de opleiders na enig stilzwijgen zeiden: ‘maar
nog verder willen gaan, meer resultaat gericht. “Mijn baas moest
in onze opleiding was dat niet anders’. Opleiders nemen hun
aan zijn opleider vrij vragen om te trouwen, dat mocht op zater-
eigen opleidingstijd als mal. Aios worden in het diepe gegooid,
dag. Een huwelijksreis zat er niet in. Als voorzitter van de LVAG
als je kunt zwemmen is dat mooi en als je verzuipt, dan is bewe-
heb ik in de jaren tachtig geijverd om vrij te krijgen na je dienst.
zen dat je dit vak niet moet gaan doen. Maar we leven in een compleet andere tijd. Tegen opleiders zeg ik vaak: vergelijk eens hoe jouw vader en moeder jou opvoedden en hoe jij je kinderen opvoedt. Als mijn moeder zei dat ik om twaalf uur thuis moest zijn, dan was er geen discussie. Mijn kinderen zeiden: daar ben ik het totaal mee oneens papa. En dan luisterde ik en ging in
“We moeten niet alles in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer willen regelen, maar vaststellen wat iemand moet leren om een goede specialist te worden en de weg daarheen meer overlaten aan de aios.”
gesprek. De huidige generatie aios is niet anders. Die wil een dialoog en gemotiveerd worden.” Nu zijn we van 56 naar 48 uur gegaan. Ik vertelde dat onlangs Leijh: “Voor echte gesprekken nemen opleiders te weinig tijd.
in de VS en daar rolden ze schuddebuikend van het lachen over
Begrijpelijk, er zijn zoveel verplichte gesprekken, korte beoorde-
straat, een verpleegkundige in opleiding maakt daar meer uren. Ik
lingen en het werk moet gedaan. Maar een van de speerpunten
denk dat 48 uur ongeveer de ondergrens is. Ten eerste omdat er
in de nieuwe cao is dat we jaargesprekken goed willen doen. We
een maximum is aan het aantal gezichten dat een patiënt aan het
gaan zowel medewerkers als leidinggevenden daar in scholen,
bed kan verdragen. Ten tweede omdat er een minimum aan tijd
want het zijn belangrijke momenten in je ontwikkeling.”
is waarin je het vak kunt leren. Als je een therapie opstelt, moet
dialoog! • 6
“Te weinig tijd voor echte gesprekken.” Peter Leijh
Hans Büller, voorzitter Raad van Bestuur Erasmus MC (l) en Peter Leijh, lid raad van bestuur LUMC, zijn grondleggers van het streven naar volwaardige arbeidsrelaties tussen aios en opleiders.
je een paar uur later ook zien of die werkt. Ik besef echter dat we
het meest van geleerd hebt, waren niet de mensen die me vertel-
tegelijkertijd moeten accepteren dat aios zoeken naar een andere
den wat ik moest doen, maar die me stimuleerden een volgende
balans tussen werk en privé dan vroeger. Wat mij betreft moeten
stap te nemen waar ik aan toe was en me daarbij een veilige
we niet alles in de arbeidsvoorwaardelijke sfeer willen regelen. Nu
terugvalmogelijkheid boden. Ze lieten me de ruimte om te zeggen
blijft er alsmaar de discussie: doe niet zo flauw, er kan toch nog
dat ik iets niet wist, zonder dat ik op m’n donder kreeg. Je kunt
best een uurtje af. Ik ben benieuwd waar bij aios de inhoudelijke
niet groeien als je niet je onzekerheid mag laten zien. Als afde-
bodem ligt? Wanneer vind jij, nu leer ik het vak niet meer?”
lingshoofd van de Kindergeneeskunde gaf ik stafleden geregeld de kans hun kennis te etaleren, en dan bleef het nog weleens
opleidingen prikkelen
stil. Wie het pad op gaat van de alwetendheid creëert geen veilig
Leijh: “Een aios in de cardiochirurgie geeft wellicht een ander ant-
leerklimaat, wordt levensgevaarlijk voor z’n patiënten en krijgt een
woord dan een kinderarts of een patholoog in opleiding, laten we
boel stress in z’n werk. Geneeskunde is omgaan met onzeker-
dan ook de opleiding per vakgebied anders definiëren. Ondanks
heid. Openheid heeft mij daarbij altijd geholpen.”
de gemoderniseerde opleiding wordt nog steeds iedereen geacht in dezelfde tijd klaar te zijn. Laten we de competenties nog veel
i-deals maken
inhoudelijker benoemen en de aios zelf verantwoordelijk maken
Leijh: “Als we openheid, dialoog en volwaardige arbeidsrelaties
voor de tijd waarin hij het leert. In plaats van zes weken door te
nastreven, dan zijn er ook in de formele gremia zoals de MSRC
brengen in een ziekenhuis, zou hij moeten zoeken naar het zie-
nog flinke slagen te maken. Als je ziet wat voor juridisch kader
kenhuis waar hij de vereiste competenties het best kan leren. Als
is vastgelegd voor de nieuwe opleiding; dat is volkomen tegen-
je dat spel wat opener wilt maken, geef dan de aios een rugzakje
draads met de geest van het nieuwe curriculum. Maar goed, we
met geld om de opleidingen ook te prikkelen de beste te worden.”
zien het ook bij de cao. We hebben een populaire versie gemaakt, maar de juridische versie kunnen we voorlopig nog niet afschaffen.
openheid helpt
Het belangrijkste is dat aios en opleiders in de dagelijkse praktijk in
Om als aios een grotere verantwoordelijkheid te kunnen nemen
dialoog I-deals maken: afspraken die goed zijn voor jezelf, voor de
moet er een veilig leerklimaat zijn. Büller: “De opleiders waar ik
organisatie en die uit te leggen zijn aan je collega’s.” dialoog! • 7
Netwerk van aios en opleiders stimuleert volwaardige arbeidsrelatie ‘Er is bij arts-assistenten een grote afhankelijkheid van de opleider en ontzag voor diens positie. Arts-assistenten voelen zich niet vrij om zich te uiten’, rapporteert de Arbeidsinspectie in 2009. Ook een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg uit datzelfde jaar is weinig vleiend over de arbeidsrelatie tussen aios en opleiders. Het zijn directe redenen voor de bestuurders van de UMC’s om extra aandacht te schenken aan dit onderwerp. Een netwerk Arts Assistenten met daarin aios en opleiders uit alle UMC’s buigt zich over verbetermogelijkheden, dit tijdschrift Dialoog! is een van de uitvloeisels.
Het netwerk Arts Assistenten is onderdeel van een breder levend
bespreekbaar maken
doel binnen de acht UMC’s; namelijk volwaardige arbeidsrelaties
“Het is bijzonder dat het netwerk Arts Assistenten uit alle UMC’s
en duurzame inzetbaarheid creëren. Hierover zijn voor het eerst
een opleider of een aios aan tafel heeft weten te krijgen die met
afspraken vastgelegd in de Cao UMC 2008 - 2011. Tal van pro-
elkaar in dialoog op zoek zijn gegaan naar stimulerende maatre-
jecten zijn gestart onder de naam Idealoog. In de Cao UMC 2011
gelen”, vindt Jacobs-Sibelt: “We geven onze kennis via congres-
- 2013 is het streven voortgezet met de titel Dialoog! Aandacht
sen, presentaties en artikelen door aan de UMC’s, opleidings-
voor duurzame inzetbaarheid is noodzakelijk voor de UMC’s om een aantrekkelijke werkgever te blijven op een krimpende arbeidsmarkt bij een toenemende zorgvraag.
360°-feedback is een prachtig instrument voor aios en opleiders om in dialoog te raken.
coachende opleider “Het streven naar een volwaardige arbeidsrelatie ligt in lijn met
commissies en arts-assistentverenigingen. We zetten ons ook in
de vernieuwing van het curriculum van specialistenopleidingen”,
voor de ontwikkeling van trainingen als ‘Hoe voer ik de regie over
vertelt Lenny Jacobs-Sibelt, tot voor kort aios Dermatologie
mijn opleiding?’ en zijn we blij met de training van werknemers-
in UMC St Radboud, en lid van het netwerk Arts Assistenten.
organisatie FBZ ‘Hoe voer ik een dialoog met mijn leidinggevende
“Sterker nog, het beoogde succes van het nieuwe curriculum is
annex opleider?’ We stimuleren de digitale vorm van 360°-feed-
voor een belangrijk deel mede afhankelijk van het meer volwas-
back om het gebruik ervan zo eenvoudig mogelijk te maken.
sen worden van de arbeidsrelatie. Belangrijke hoofdlijn is dat de
Samen met Medisch Contact is een verhalenwedstrijd gehouden
opleider meer begeleider en coach van de aios wordt dan beoor-
over de arbeidsverhouding tussen aios en opleider. Onze ideeën
delaar en leraar. Een andere hoofdlijn is dat de aios van afwach-
realiseren we heel bewust in samenwerking met andere partijen
tende consument van de opleiding opschuift naar een jonge arts
om dialoogvoorbeelden te geven. Ik heb niet de illusie dat we
die zelf verantwoordelijkheid neemt voor het realiseren van de
met het netwerk het gedrag van alle opleiders en aios fundamen-
gestelde opleidingsdoelen. Daar is een cultuurverandering voor
teel beïnvloeden. Het gaat om bewustwording: wat kun je er aan
nodig, dat gaat niet van de ene op de andere dag.”
doen om de arbeidsrelatie bespreekbaar te maken.”
dialoog! • 8
Dialoog is een belan grijke
succesfactor
“Het is bijzon der dat aios en opleiders geza arbeidsrelatie menlijk om ta s te bespreke fel zitten om n. Het zijn toch Lenny Jacobs volwaardige soms toch ne -Sibelt, derm t kikkers in ee atoloog UMC n kruiwagen.” St Radboud.
dialoog! • 9
Leden van het netwerk Arts Assistenten
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: elkaar op een laagdrempelige manier benaderen en openstaan voor feedback.
- prof. dr. Hans Knape, anesthesioloog, voorzitter Centrale Opleidingscommissie UMC Utrecht - Martin Kersloot, beleidsadviseur Gezondheid en Arbo en projectleider aios VUmc - dr. Monique Hochstenbag, longarts en opleider MUMC+ - dr. Tessa van Ginhoven, aios Heelkunde en bestuurslid van de arts-assistentenvereniging Erasmus MC
Lenny Jaco bs-Sibelt (32) , net afgestud en staflid UM eerd dermatol C St Radboud oog , daarvoor aios UMC St Radbo Dermatologie ud, studie ge neeskunde R teit Nijmegen adboud Unive . rsiWoont: samen met haar man Hans, medisch in opleiding, immunoloog en twee kind eren (3 en 1) in Nijmegen. Werkt: 32-36 uur per week. Vrije tijd: kind eren, hardlope n, met vriend avondjes klet en gezellige sen en uit eten . Meest gele erd van: Ren s Greebe, de Bosch Zieken rmatoloog Je roen huis Den Bos ch. Ze leerde taken op te pa me managem kken, verantw entoordelijkhede me het belang n te dragen en zien van held liet ere communic Bewonder in atie. mijn vak: Pet er van de Ker loog UMC St khof, dermatoRadboud. Hij is uitzonderlijk go zorg, onderzoe ed in zowel k als opleidin g. Ik bewonde heid en manie r zi jn gedrevenr van leidinggeven. Hij wee kers te waard t alle medewer eren en dat vo el je op de af deling.
- dr. Bert Bos, kinderarts/opleider en hoofd Kinder-ic, AMC, AMC - drs. Maartje van de Wall, aios Kindergeneeskunde UMC St Radboud - drs. Lenny Jacobs-Sibelt, dermatoloog UMC St Radboud - dr. Barbara Wagemakers, patholoog en opleider Isala Klinieken Zwolle - dr. Koen Peeters, sinds kort chirurg bij het NKI-AvL, was aios Heelkunde en voorzitter van de Vereniging Artsassistenten en lid van de Centrale Opleidingscommissie LUMC - ir. Laura de Jong, directeur P&O UMC Groningen, voorzitter netwerk Arts Assistenten - drs. Dick Juffermans, SoFoKleS, secretaris netwerk Arts Assistenten - drs. Wardy Doosje, projectleider Idealoog
Meer info: idealoog.nl
voorstellen erk concrete tw ne t he in lwassener “We doen t aios zich vo da n ge ra jd bi die er toe ook toelaten.” opleiders dat gedragen en
dialoog! • 10
Hoe voer je een dialoog? Zelfbewuste aios die weten wat ze willen en kunnen en zich daarover uitspreken naar hun opleider, dat is het streven; dan is er een volwaardige arbeidsrelatie. Daarbij horen: een veilig leerklimaat, partnership, coaching en eigen verantwoordelijkheid. En aios en opleiders die een dialoog voeren. Maar wat is eigenlijk een dialoog en hoe voer je die?
In een dialoog proberen de gesprekspartners, ondanks een verschil in opvatting of overtuiging, elkaar te begrijpen en te respecteren. Een dialoog is dus geen discussie; met alleen standpunten uitwisselen komt een gezamenlijke oplossing niet dichterbij. Dialoog is actief luisteren, dat betekent openstaan voor andere meningen, misverstanden uit de weg ruimen, conflicten oplossen en vertrouwen opbouwen. Met in het voorhoofd dat goed luisteren naar iemand pas kan als je niet meteen je (voor)oordeel klaar hebt.
Zó voer je een dialoog! tip 1
tip 5
luister actief
ga na of je de boodschap (inhoud én gevoel) van de spreker begrepen hebt
tip 2
tip 6
stel je open voor de mening van de ander
geef een persoonlijk antwoord
tip 3
tip 7
stel je (voor)oordeel uit
geef juiste en volledige informatie
tip 4
tip 8
vraag door als je iets niet begrijpt
spreek kort en bondig
‘Dialoog’ betekent ‘samenspraak’, volgens Van Dale. ‘Dia’ staat voor ‘tussen’, ‘door’. ‘Logos’ betekent onder meer ‘woord’ en ‘betekenis’. dialoog! • 11
worden? te t lis ia c e p s e d e o g n e Wat wil ik leren om e
t f e h t e H d n a h n e in eig “Dit wordt ons droomhuis. De bouwvergaderingen doen we merendeels ‘s avonds en een architect begeleidt de bouw.” Barbara Wagemakers, opleider en patholoog Isala Klinieken. dialoog! • 12
“Ik kwam niet op voor mezelf.” Barbara Wagemakers
Wie zegt er ‘nee’ tegen een opleidingsplaats? Net klaar met haar coschappen kreeg Barbara Wagemakers de kans om in opleiding te komen bij Orthopedie. Ze kende niemand in het ziekenhuis, maar zei dolblij ‘ja’. Ze liet alles op zich afkomen, gaf zich volledig, maar werd steeds ongelukkiger in de machocultuur waar je altijd moest zeggen dat het goed ging. Na de geboorte van twee kinderen stapte ze over naar Pathologie. Ouder en wijzer geworden nam ze zelf de verantwoordelijkheid voor haar opleiding. Met succes. “Ik was jong en naïef”, zegt Wagemakers als ze terugkijkt op haar opleidingsplaats bij Orthopedie. “Ik deed keurig wat er van me werd gevraagd, maar kwam niet op voor mezelf. De truc om je beoordeling te halen was me al snel door andere aios verteld: altijd zeggen dat het ontzettend goed gaat, dan moet de staf maar zeggen wat er beter kan. Anders hangen ze je op. Het werkte, maar die machowereld paste totaal niet bij mij. Ik bespreek liever wat ik allemaal nog moet leren. De hele dag deed ik me anders voor dan ik was. Ik dacht steeds: volhouden, volhouden, het komt wel weer goed. Maar zes jaar was te lang. Na drie jaar ben ik gestopt. Dat had twee jaar dialoog! • 13
balans werk en privé Minder belastende diensten hoeven draaien, was voor Wagemakers een belangrijke reden om bij pathologie in opleiding te gaan. “Bij orthopedie kon ik me aanvankelijk volledig op m’n werk storten, maar mijn man en ik wilden allebei graag kinderen. Mijn man was destijds in opleiding tot neurochirurg in het UMCG. Wij vonden dat als je kinderen en werk tijdens
“Goede opleiders behandelen aios op het menselijk vlak gelijkwaardig en geven ze vakinhoudelijk de ruimte om zelf beslissingen te nemen.” de opleiding niet kunt combineren, het ook niet lukt als je een baan hebt. We werkten allebei volledig, onze kinderen gingen vijf dagen per week naar de crèche. Dat werd me te gek. We hebben de taken nu aardig verdeeld. Ik reis vier dagen per week van Groningen naar Zwolle, mijn man werkt nog volledig. Bij neurochirurgie staat werken in deeltijd niet bovenaan de agenda. Ons sociale leven hebben we op een zijspoor gezet. De tijd naast het werk besteden we aan de kinderen. We schakelen steeds makkelijker hulp in. Zo brengt een studente ‘s ochtends de kinderen naar school. Kinderen te vroeg op school, zelf te laat op het werk, dat was een enorme stressfactor.” “We worden steeds handiger in het inschakelen
huishoudelijke taken
van ondersteuning bij ons gezinsleven.”
In de loop van tientallen jaren is de balans tussen werk en privé in veel gezinnen volledig veranderd. Vroeger kwam de specialist thuis, stond het eten klaar en kon hij daarna weer
eerder gekund als ik eens rustig een weekend met mijn echt-
aan het werk. De vrouw zorgde voor het huishouden en de
genoot op de hei had doorgesproken of dit het wel waard was.
kinderen. Tegenwoordig zijn de taken gelijkwaardiger verdeeld.
Ik had nooit eerder een moment rust genomen om na te den-
Wagemakers: “Na z’n werk haalt mijn man vaak de kinderen
ken wat ik er zelf van vond.”
op en gaat hij koken. Als de kinderen eindelijk in bed liggen is bij ons de energie meestal wel op. Besef over die veranderde
grenzen stellen
rolverdeling leeft nog niet bij alle specialisten. Wel bij de opa’s
Wagemakers bemachtigde vrij snel een nieuwe opleidings-
op de afdeling, die zien hun eigen dochters worstelen.”
plaats. Bij pathologie in het UMCG. “Bij de sollicitatie heb ik open en eerlijk gezegd waarom ik de vorige opleiding niet heb afgemaakt, dat werd enorm gewaardeerd. Ik had besloten het heel anders aan te pakken dan de eerste keer. Inmiddels wist ik dondersgoed wat ik wilde. Ik was ouder en had twee kinderen, mijn prioriteiten lagen anders. Ik had me voorgenomen verantwoordelijkheid te nemen voor de opleiding en na een jaar te beslissen of ik dit vak echt in wilde. Ik had een plan gemaakt met wat ik bij welke opleider wilde leren. En ik stelde grenzen. Ik liet me niet meer onheus bejegenen. Gebeurde dat toch, dan reageerde ik direct of ik kwam er later op terug. In het UMCG ben ik volwassener omgegaan met mijn opleiders. Daardoor heb ik meer uit mijn opleiding gehaald. Dat dwing je deels zelf af, maar het is natuurlijk ook afhankelijk van je plek. Ik ben er ondertussen van overtuigd dat goede opleiders de aios op het menselijk vlak gelijkwaardig behandelen en vakinhoudelijk de ruimte geven om zelf beslissingen te nemen.” dialoog! • 14
Een volwaardige ekent arbeidsrelatie bet voor mij:respect, zich waarbij iedereen maximaal kan ontwikkelen.
Barbara Wagemakers (39), patholoog en opleider Isala Klinieken Zwolle (sinds 2010), opleiding UMC Groningen, geneeskunde VU. Woont: samen met haar man Michiel (neurochirurg UMC Groningen) en drie kinderen (10, 8 en 6) in Groningen. Werkt: 80%, 38-40 uur per week, reist 4x per week per trein van Groningen naar Zwolle. Vrije tijd: hardlopen, lezen, handwerken en met haar dochter piano meespelen. Meest geleerd van: de dingen die niet goed gaan en consequenties hebben voor de patiënt, maar die gelukkig nog door een controle worden opgevangen. Bewonder in mijn vak: de jonge Belgische patholoog David Creytens (Antwerpen universitair ziekenhuis) weet ongelofelijk veel van uiterst zeldzame tumoren in weke delen. Hij heeft zelf een niet-bestaand pad gekozen en gaat de hele wereld over om kennis te verzamelen. Ik bewonder zijn focus.
dialoog! • 15
“Het is een aanrader om de werkdrukbeleving bij aios te onderzoeken met een externe begeleider. Het gaat daarbij niet om waarheidsvinding, maar om factoren die je positief kunt beïnvloeden.” Martin Kersloot, beleidsadviseur Gezondheid en Arbo VUmc. dialoog! • 16
Wat zijn je regelmogelijkheden?
Zelf aan de slag met werkdruk Uit onderzoeken van de Arbeidsinspectie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg onder aios is gebleken dat de werkdruk in alle UMC’s erg hoog is. Om gericht te kunnen verbeteren, heeft VUmc een verdiepend onderzoek onder de eigen aios gehouden. De uitkomsten daarvan zijn besproken in de vakgroepen, die vervolgens zelf een plan van aanpak hebben opgesteld en uitgevoerd. De aios beantwoordden vragen over collega’s en opleiders, herstelbehoeften, piekeren, fysieke belasting, tevredenheid, betrokkenheid, werkdruk en autonomie. De anonimiteit van de aios was gewaarborgd; een belangrijke voorwaarde voor deelname. De uitkomsten heeft P&O-beleidsadviseur Martin Kersloot samen met een externe psycholoog besproken in de vakgroepen. “Er ontstonden interessante dialogen tussen opleiders en aios, waarbij ook openlijk voorbeelden werden genoemd. Ze luisterden echt naar elkaar. De sessies duurden twee tot drie uur, maar alle deelnemers vonden het een zeer zinnige investering.”
geef KPB zelf inhoud Uit de sessies kwam naar voren dat hard werken en onverwachte taken niet voor stress zorgen bij aios, maar dat ze wel behoefte hadden aan meer regelmogelijkheden. Die zijn onder meer geredialoog! • 17
aliseerd door aios vaker aanwezig te laten zijn bij overleggen en door betere afspraken te maken over de logistiek van de patiënt in de keten. Daarnaast is ook het verder ontwikkelen van een feedbackcultuur belangrijk. Kersloot: “In het nieuwe curriculum zijn al tal van terugkoppelmomenten zoals de KPB’s en de voortgangsgesprekken. Dat zijn geen HR-speeltjes, maar hulpmiddelen. Maak ze van jezelf, geef ze inhoud.” De resultaten van het onderzoek, de conclusies en een aantal adviezen zijn onder andere aangeboden aan de Raad van Bestuur, het Stafconvent en de Centrale Onderwijscommissie. Een managementsamenvatting van het onderzoek naar werkdrukbeleving bij aios in VUmc is op te vragen bij Martin Kersloot.
“Competentiemanagement en het portfolio zijn geen structuren van buitenaf om alleen maar af te vinken. Bespreek wat je er mee wilt doen. Wat wil je bereiken?”
dialoog! • 18
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: samen werken aan een gemeenschappelijk doel waarbij openheid, duidelijkheid, respect en humor een plaats hebben.
Bij het onderzoek naar werkdrukbeleving is het ‘Demand-Control’ model van Karasek gebruikt dat een verband legt tussen taakeisen, regelmogelijk-heden en sociale ondersteuning. Het model gaat er onder meer vanuit dat hard werken minder belastend is als iemand zijn werk (deels) zelf kan bepalen.
Martin Kersloot (50), beleidsadviseur Gezondheid en Arbo VUmc,
[email protected]. Opleiding: Maatschappelijk werk aan de Hogeschool De Horst in Driebergen. Diverse post-hbo opleidingen op het gebied van maatschappelijk werk, supervisie en management. Woont: samen met partner Jan Paul in Loenen aan de Vecht. Werkt: 36 uur per week. Vrije tijd: lopen, fietsen, tuin, lezen. Bewonder in mijn vak: Ben Tiggelaar, inspirator tot veranderen, zet mensen in beweging op een ogenschijnlijk makkelijke manier. Meest geleerd van: verdiepen in mensen. Luisteren naar wat ze beweegt, waar willen ze naar toe, waar zit de potentie. Luisteren is essentieel, van goed luisteren leer je veel!
dialoog! • 19
Benoem de kritische factoren
Onze opleiding is wel goed toch? Meet! Aan het eind van het gesprek geeft anesthesioloog Hans Knape antwoord op de vraag waar hij als opleider zelf het meest van heeft geleerd. Er volgt een hartgrondig: “van mijn eigen domheid. Van de aanname dat de opleiding wel goed was. Maar nu we de kwaliteit meten blijken de scores een 2 te zijn in plaats van een 5, dan denk ik: waarom heb ik het niet eerder begrepen?” Hans Knape is voorzitter van de Centrale Opleiding Commissie
je op een volwassen manier met elkaar omgaat, werkt niet, het
UMC Utrecht en een van de architecten van het nieuwe cur-
gaat om gedrag. Door de kwaliteit te meten heb je een geweldig
riculum van anesthesiologie. “Er is over een opleiding veel meer kwantitatief vast te leggen dan we dachten. Het mooie is dat de meetgegevens een uitstekend vertrekpunt zijn om opleiders en aios in gesprek te laten gaan over verbeteringen van de opleiding. In dat verbeterproces ontstaan bijna vanzelf een dialoog en meer volwaardige arbeidsrelaties.” Hij laat een pak papier zien
“De meetgegevens zijn een uitstekend vertrekpunt om met opleiders én aios in gesprek te gaan over verbeteringen. Er ontstaan dan bijna vanzelf een dialoog en meer volwaardige arbeidsrelaties.”
propvol kleine lettertjes waarop de hele opleiding is onderverdeeld in domeinen, aspecten, normen, kwalificaties. Knape licht toe:
handvat. Ik zeg tegen collega’s: we willen natuurlijk de beste
“We hebben onder aios en opleiders een nulmeting gedaan naar
opleiding zijn, maar we scoren een 2, wist je dat? Iedereen snapt
de kwaliteit van de opleiding, waarbij we gebruik maken van de
dat we de opleiding niet beter kunnen maken als we niet op een
kwaliteitsindicatoren uit het rapport van Scherpbier*.” De spinnen-
volwassen manier met elkaar omgaan. En de kwaliteit kan ik niet
webben die Knape toont, laten zien dat aios de opleiding op bijna
alleen verbeteren, dat moet samen met de opleidingsgroep én
alle punten lager scoren dan de opleiders. En dat beide groepen
met de aios, dat snapt ook iedereen, daardoor ontstaat betrok-
veelal lager scoren dan het streefgetal. Genoeg te verbeteren dus.
kenheid. Met aios en opleiders praten we over de discrepantie van hun beoordelingen. Op basis daarvan hebben we een verbe-
betrokkenheid opleiders en aios
terplan gemaakt. We gaan de kwaliteit in een haalbaar tempo elk
Knape: “Opleiders snappen het nieuwe curriculum inmiddels wel.
jaar verbeteren. We focussen op wat we belangrijk vinden. Het
De uitdaging is, hoe ga je het implementeren. Alleen zeggen dat
is niet noodzakelijk om binnen drie jaar overal op 5 te zitten, 3 is
dialoog! • 20
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: dat niet alleen de aios maar ook de opleider zichzelf serieus neemt.
“Op onze afdeling hebben we een stevige organisatie. Patiëntenzorg, onderzoek en opleiding zitten niet in elkaars vaarwater.” Hans Knape, opleider en anesthesioloog UMC Utrecht. dialoog! • 21
entrustable professional activities. Daarbij omschrijf je een competentie in maat en getal. Bijvoorbeeld: een competentie kent zes onderdelen, als een aios ze alle zes tien keer goed uitvoert kan hij het zelfstandig doen.”
opleiden vak apart Knape ziet de laatste tien jaar een toenemend besef dat opleiden belangrijk is voor de toekomst van de gezondheidszorg. “Op een professionele manier kennis overdragen en nieuwe generaties nette specialisten opleiden, is niet iets wat je er even bij doet. Dat kan alleen maar binnen een stevige organisatie. Bij ons zitten patiëntenzorg, onderzoek en opleiding niet in elkaars vaarwater. De rollen van opleider en afdelingshoofd zijn gescheiden en dat is goed, want de belangen van het afdelingshoofd lopen niet noodzakelijk parallel met de belangen van de opleider. Opleiden is echt een vak apart en daar is gelukkig steeds meer aandacht voor.”
Hans Knape (61), anesthesioloog en voorzitter van de Centrale Opleiding Commissie UMC Utrecht. Studie voldoende. Daar laten we het bij, dat spreek je met elkaar af. We
geneeskunde en opleiding tot specialist aan de Universiteit
hebben het druk genoeg. Zo krijgen aios ook niet het gevoel dat
van Amsterdam.
ze voortdurend worden gepresst. We laten onze nulmeting ook
Woont: samen met echtgenote Marianne in Bilthoven, heeft
aan de visitatiecommissie zien, die binnenkort op bezoek komt:
drie dochters 27, 25 en 21 jaar.
kijk, het zijn niet allemaal vieren en vijven, maar we zijn er structu-
Werkt: 55 uur per week uur plus diensten en werkzaam-
reel mee bezig. Vijfjaarlijkse visitaties moeten geen momentopna-
heden in het weekend. Sinds 1 januari eens per 14 dagen
men zijn, maar een onderdeel van het interne kwaliteitsproces dat
vrijdag vrij.
van jaar tot jaar de opleiding beter maakt. Het is een continue
Vrije tijd: varen is mijn lust en mijn leven. Verder skiën,
cyclus van plan, do, check, act.”
viool en piano spelen en concerten bezoeken. Meest geleerd van (en meest teleurgesteld in): mijn eigen
interne visitaties
domheid.
Het UMC Utrecht werkt toe naar interne visitaties, waarbij de ene
Bewonder in mijn vak: degenen die zowel de structuur
afdeling de andere beoordeelt. Uitgangspunt is verbetering van
van de opleiding op orde hebben als een goede docent zijn.
de kwaliteit van de opleiding. Knape: “We zijn een vast format met elkaar overeengekomen, zodat je vooraf weet waar het over gaat en het niet zo bedreigend is. Als je interne visitaties laat
* Eindrapportage, ‘Kwaliteitszorg voor de specialistische vervolg-
doen door mensen die snappen hoe volwaardige arbeidsrelaties
opleiding’ van de Projectgroep Kwaliteitsindicatoren van het College
zijn te bevorderen, heb je een zeer krachtig interventiemiddel.
voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg o.l.v.
Opleiders die elkaar aanspreken is erg effectief.”
Prof. dr. A.J.J.A. Scherpbier, december 2008. Te vinden op internet.
aantoonbare competenties Knape is voortdurend op zoek naar methodieken die de kwaliteit van de opleiding, aios en opleiders kunnen meten. “Maar eerst moet je benoemen wat je wilt verbeteren: wil je een kortere opleiding of een goedkopere, of grotere patiëntveiligheid. Vervolgens zoek je naar kritische factoren, wat draagt nou echt bij? Zijn dat hogere cijfers op examens? Het gebruik van 360°-feedback? Het percentage van de opleidingsgroep dat een teach-the-teacher cursus heeft gevolgd? Het afnemen van de set-q? Er is zo veel te meten en te verbeteren aan de kwaliteit van de opleiding. We
“Er is over een opleiding veel meer kwantitatief vast te leggen
hebben net de zelfevaluatie van de aios verbeterd en momenteel
dan we dachten. En daarmee ook veel meer te sturen.”
ben ik, samen met een kwaliteitsmedewerker, bezig met epa’s, dialoog! • 22
Minister Schippers van VWS beantwoordt vragen van aios
Vraag het de minister... Begin dit jaar kregen aios de kans om via een ansichtkaart een vraag aan minister Schippers van VWS te stellen. Onderstaande vragen zijn voorgelegd... en beantwoord. Zou de aios niet nog meer de regisseur moeten zijn van zijn eigen opleiding? Laat hem of haar zelf het opleidingsziekenhuis kiezen. Na de keuze krijgt het ziekenhuis het bijbehorende geld. Een competitieve markt die gunstig is voor de aios en die de ziekenhuizen scherp houdt. Wat vindt u hiervan?
Uiteraard steun ik de gedachte dat een aios de regie neemt over zijn of haar opleiding. Dit moet wel gebeuren binnen de regels van het College Geneeskundige Specialismen, namelijk in goed overleg tussen de aios, de opleider en het opleidingsziekenhuis. Daarnaast vind ik het van belang dat een aios kan beschikken over informatie over de kwaliteit en het opleidingsklimaat van de verschillende opleidingsziekenhuizen. Dit draagt bij aan een meer gefundeerde keuze. Om die reden steun ik het Etalageproject en het project Kwaliteitszorg klinische opleiders en medische vervolgopleidingen van AMC Medical Research bv. Het opleidingsfonds zou moeten leiden tot meer transparantie in de (on)kosten van de opleiding tot medisch specialist. Dat is nog niet gerealiseerd. Soms krijgen we geeneens geld om zelfs verplichte cursussen van de opleiding te volgen. Wat kunt u doen om de ziekenhuizen op dit punt hun verantwoordelijkheid te laten nemen?
Er is sprake van een subsidierelatie tussen het ministerie van VWS en de opleidingsinstelling. Elk jaar keert VWS per opleidingsplaats een normbedrag uit. Dit bedrag is beschikbaar voor de opleiding van een aios. VWS subsidieert dus alleen de opleidingsplaatsen die daadwerkelijk zijn ingevuld. In die zin is er sprake van ‘aios-volgende subsidie’. Zou VWS met elke aios afzonderlijk een subsidierelatie aangaan, dan zou dat leiden tot een enorme toename van de administratieve lasten. Individuele ziekenhuizen mogen zelf beslissen voor welke opleidingskosten deze vergoeding wordt gebruikt. Waarom is het aantal opleidingsplaatsen voor medisch specialisten zo beperkt? Een ruimer aanbod kan toch ook de marktwerking stimuleren?
Ja, een ruimer aanbod is ook wat dit kabinet wil. Elk jaar stel ik het aantal beschikbare opleidingsplaatsen vast op basis van ramingen van het Capaciteitsorgaan. Deze ramingen zijn gebaseerd op de behoeften aan zorg. Ik streef ernaar om zo maximaal mogelijk op te leiden, zodat de juiste zorgverlener op de juiste plaats terecht komt. Ook in het kader van de numerus fixus wordt, in overleg met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gekeken naar mogelijke groei van het aantal medisch specialisten. Waarom worden deeltijdopleidingen niet gecompenseerd? Als vier aios 80% werken, zou het voor de werkdruk goed zijn als er één bij zou kunnen komen? Of moet je, andersom, de aios in deeltijd een halt toeroepen?
Ziekenhuizen hebben de verantwoordelijkheid om opleiden en de bedrijfsvoering gescheiden te houden. Subsidie uit het Opleidingsfonds is bestemd voor opleiding, terwijl een eventuele werkdruk moet worden opgelost vanuit de bedrijfsvoering. Al bij de ramingen houdt het Capaciteitsorgaan er rekening mee dat een aantal opleidingen in deeltijd zal worden gevolgd en dat een aantal medisch specialisten na de opleiding in deeltijd zal gaan werken. Waarom moeten we als aios zelf zoveel registreren en worden we zo weinig ondersteund als het gaat om allerlei administratieve rompslomp?
Het enige dat VWS van aios vraagt in het kader van het Opleidingsfonds, is het bewaken van de registratie van het opleidingsschema bij de MSRC, iets dat aios toch al moeten doen. Deze opleidingsschema’s vormen het uitgangspunt voor de subsidiëring van opleidingsplaatsen en moeten dus tijdig zijn ingediend bij en goedgekeurd door de registratiecommissie. Voor zover mij bekend zijn de overige registraties die aios moeten doen het gevolg van regelgeving door het College Geneeskundig Specialismen, en dus niet de overheid. dialoog! • 23
Het is fantastisch om medisch specialist te worden, maar
Tot slot geeft de minister nog een tip.
het verschil in inkomen tussen de UMC’s en de perifere ziekenhuizen is wel groot. Zou het niet wenselijk zijn dat verschil kleiner te maken?
Het is moeilijk om inkomens van vrije beroepers en van de medisch specialisten bij UMC’s zondermeer te vergelijken, omdat in beide gevallen een volkomen verschillende kostenstructuur bestaat. De vrije beroepers moeten uit hun norminkomen tal van kosten dekken die bij een medisch specialist in loondienst door de werkgever worden betaald. Een zuiverder vergelijking is mogelijk wanneer naar de AMS (arbeidsvoorwaarden medisch specialisten), een onderdeel van de cao-Ziekenhuizen, wordt gekeken. Die vergelijking leert dat de impliciete aanname in uw vraag onjuist is. De verschillen zijn beperkt.
Ik zou graag - als vrouw - na mijn opleiding carrière willen maken in een universitair medisch centrum. Mijn droom is om als hoogleraar ooit aan de slag te kunnen. Maar het aantal vrouwen in die posities is erg laag. Wat kunt u doen om dat aantal te verhogen?
Het goede nieuws is dat het aantal vrouwelijke topwetenschappers in Nederland de afgelopen jaren langzaam maar zeker is gegroeid. Bestond in 2003 9% van de hoogleraren uit vrouwen, eind 2009 is dat cijfer gestegen tot 12%, zo blijkt uit de meest recente Monitor Vrouwelijke Hoogleraren. Dit betekent niet dat we tevreden achterover kunnen leunen, want natuurlijk moeten we er met elkaar alles aan doen om het enorme potentieel - dus ook van vrouwen - te benutten. Daarbij denk ik niet aan het opleggen van quota, maar aan het creëren van ruimte en het stimuleren van talent, zodat iedereen het beste uit zichzelf kan halen en kan excelleren, inclusief uzelf.
dialoog! • 24
Ik wil er graag op wijzen dat er enorm veel gebeurt rondom het Opleidingsfonds. Daarom publiceert het ministerie van VWS de Nieuwsbrief Opleidingsfonds met daarin, zeker ook voor aios, relevante informatie. Abonneren kan via https://abonneren.rijksoverheid.nl/subscriptions. Eerdere edities staan op de website van het Opleidingsfonds: www.opleidingsfondszorg.nl
Weet wanneer je deskundig bent om zelfstandig te werken
IGZ pleit voor opener leerklimaat “Elke dag ziet de Inspectie voor de Gezondheidszorg incidenten waarbij aios niet deskundig blijken te zijn. Ze zijn niet deskundig gemaakt en ze hebben er zelf niet om gevraagd. En de deskundigheid is al helemaal niet getoetst. Achterliggende problemen zijn vaak de angst om de achterwacht te bellen, de eigen onkunde niet herkennen of erkennen, en geen aanspreekcultuur.” Franske Keuter, senior inspecteur bij IGZ, maakt zonder omhaal duidelijk dat er nog een wereld te winnen valt in de arbeidsrelatie tussen aios en opleider. De bevlogen Keuter weet waar ze het over heeft als voormalig anesthesist en opleider. Ze is overgestapt naar IGZ om meer invloed te hebben op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De ziekenhuizen in de regio Noord-West Nederland zitten in haar portefeuille. “Zowel aios als opleiders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg tijdens de opleiding. Voor een aios is het heel belangrijk om te leren wat je grenzen zijn en wat je nodig hebt om zelfstandig te kunnen werken. Gebruik je opleiding daarvoor want als je eenmaal specialist bent, heb je daar geen tijd meer voor, dan sta je er helemaal alleen voor. De nieuwe lichtingen aios hebben gelukkig veel meer zelfreflectie dan vroeger, maar ik zie nog steeds aios die niet kunnen inschatten of ze er aan toe zijn alleen ANW-diensten te draaien of op een SEH te staan. Die niet goed weten wanneer ze de achterwacht moeten inschakelen, en die vooral niet kunnen inschatten of ze
“Ik ben opgegroeid in een artsengezin. We zaten met de
het eigenlijk te druk hebben met dertig doodzieke patiënten op
patiënt aan tafel. De toewijding en de zorg is me met de
een IC. Een goede specialist worden vraagt veel oefening. Een
paplepel ingegoten.”
beademingsmachine bedienen of een infuuspomp instellen moet dialoog! • 25
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: ruimte krijgen en geven voor ontwikkeling. Verantwoordelijkheden benoemen en verantwoording afleggen aan elkaar. Elkaar aanspreken met begrip en respect voor elkaars positie.
“Als ik kook werk ik wel met de ingrediënten van het recept, maar elke keer maak ik er wat anders van, net als bij anesthesie.” Franske Keuter, senior inspecteur bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. dialoog! • 26
je leren door het vaak te doen onder begeleiding. Voor je er zelfstandig mee aan de slag gaat, moet je zelf zeker weten dat je het
Franske Keuter (56), senior inspecteur bij de Inspectie
kunt en moet je het laten toetsten, dat gebeurt vaak niet. Bij ver-
voor de Gezondheidszorg sinds 2008, geneeskunde in
pleegkundigen is dat aanzienlijk beter geregeld. Aios worden vaak
Utrecht, anesthesiologie VUmc, opleider anesthesiologie en
uitgedaagd: ‘bel me pas als je zeven patiënten hebt waar ik naar
IC in Duitsland en Nederland.
moet kijken’, en ‘goh, kun je dat nou nog niet’. Dat werkt inci-
Woont: met partner Jan-Dirk in Zandvoort, twee uitwo-
denten in de hand. Er moet een cultuur ontstaan waarbij aios niet
nende kinderen.
bang hoeven te zijn om te zeggen dat ze iets nog niet kunnen.”
Werkt: 50 uur per week. Vrije tijd: zee en strand om hoofd weer leeg te maken,
voorbeeldgedrag onderschat
historische steden, de mediterrane keuken (Libanees en
Voor een cultuuromslag zijn de opleiders natuurlijk onontbeerlijk.
Italiaans), boeken van collega’s (Ramachandran, Doidge,
Keuter heeft ook voor hen een duidelijk boodschap. “Een van de
Swaab, Gawande).
grootste problemen is het voorbeeldgedrag van met name de
Bewonder in mijn vak: mijn ouders. Mijn vader was
oudere specialisten. Ik zeg altijd tegen de opleiders ‘de onder-
opleider Neurologie, mijn moeder Jeugdarts. Mijn vader
kant van jullie gedrag is de bovenkant van het gedrag van je
was een ongelofelijk goede specialist en opleider. Zeer
omgeving’. Niet consequent handen wassen, met oorbellen of
geliefd bij studenten, arts-assistenten en patiënten. Op zijn
eigen schoenen de OK ingaan, het effect ervan op het leerklimaat
begrafenis kwamen honderden patiënten. Zijn passie heeft
wordt zwaar onderschat. Als clinical leader moet je je uiterste
mij geïnspireerd. Het is heel gezond dat ouders laten zien
best doen om niet alleen voor je patiënten een goede specialist
ergens voor te gaan, weg met de zesjescultuur!
te zijn, maar ook voor de rest van je omgeving. Zeg tegen je aios: ‘jongens, ik heb vandaag een stomme fout gemaakt. Ik heb een dosis niet goed uitgerekend en dit is er van gekomen. We gaan het helemaal uitzoeken en daarna bespreken we het en dan gaan
“Een van de grootste problemen is het voorbeeldgedrag van met name de oudere specialisten. Ik zeg altijd tegen de opleiders ‘de onderkant van jullie gedrag is de bovenkant van het gedrag van je omgeving’.” we er allemaal van leren zodat het ons nooit meer overkomt’. Dan doe je het als opleider goed, maar die openheid is er nog niet.”
wees benaderbaar Keuter denkt dat opleiders beter rekening moeten houden met het feit dat er parttime wordt opgeleid en dat ze niet van alle assistenten hetzelfde kunnen vragen. “Er moet een systeem zijn waarbij opleiders de bekwaamheden van hun aios helder op hun netvlies hebben. De kunst is om aios aan te leren hun eigen lacunes te zien en om ondersteuning te laten vragen waar nodig. Stel geen onjuiste eisen, borg de kwaliteit, wees benaderbaar. Gelukkig leer je dat op de teach-the-teacher cursussen. Maar het betekent ook dat opleiders meer in het ziekenhuis op de werkvloer moeten zijn. Niet leuk, maar het is wel verantwoordelijkheid nemen voor je werk.”
te langzaam Keuter ziet de noodzakelijk cultuuromslag naar een volwaardige arbeidsrelatie helaas maar langzaam gebeuren. “Tien jaar schijnt niet ongebruikelijk te zijn voor dit soort processen bij professionals. Maar wat mij betreft mag het veel sneller, want er is nog zo veel winst te halen.”
dialoog! • 27
Ik speur door mijn geheugen. Ervaringen genoeg van toen ik als tropen-aios met kinderartsen, chirurgen en gynaecologen werkte. Maar elk daarvan heb ik al lang in een column gebruikt. “Geen probleem,” zegt de projectleider, als ik hem bel “Ik geef je de telefoonnummers van twee aios die zich al jaren bezig houden met arbeidsverhoudingen. Ik zal ze alvast voorbereiden op je vraag. Zij hebben anekdotes genoeg.” Een week later pak ik de telefoon en bel Judith. “Anekdotes?” Ze is een tijd stil. “Tsja…. Ik weet er niet zoveel. Ik kan eigenlijk wel goed met mijn baas opschieten.” “Nou ja, het hoeven ook geen négatieve verhalen te zijn,” probeer ik. “Maar een voorbeeld van een gesprek over de invulling van de opleiding of over de samenwerking?” “Tsja,” mompelt Judith, “zoals ik al zei: ik kan goed met mijn opleider praten, dus het is niet zo aan de orde.” “En anderen?” “Dat weet ik even niet.” Ik speur naarstig door mijn hoofd naar onderwerpen. “En wat betreft arbeidstijden en productie draaien?” “Er wordt tegenwoordig erg op de cao gelet, dus dat gaat goed…” Ze zwijgt even. Maar het voelt als een zoekend zwijgen, dus ik wacht geduldig. “…Maar bijvoorbeeld keuzestages: dat kan wel eens lastig zijn. De afdeling waar je het meeste leert, is vaak niet de afdeling waar je het meeste nodig bent. Het onderscheid tussen opleiding en productie draaien wordt wel eens vergeten en…” Haar stem lijkt zowaar een vleug van opwinding te vertonen. Mijn hoop laait op. “En dat kan leiden tot moeilijke gesprekken met je opleider, waarbij…” ze zwijgt abrupt. “Zeg, mijn naam wordt hier toch niet bij genoemd, hè?” klinkt het gealarmeerd. Ik stel haar gerust, maar een kwartier later ben ik nog niet veel wijzer. Gelukkig: ik heb nóg een nummer. Hoopvol draai ik het nummer van Roos: “Anekdotes?” herhaalt ze vermoeid. “Pfoe… Er zijn er vast genoeg, maar ik vergeet ze altijd. Of misschien vallen dingen me gewoon niet op. Even denken…” Er valt een lange stilte, tot ik besluit wat suggesties te doen. “Voortgangsgesprekken en
Dat weet ik even niet
competentielijsten? Ja, hoor, die worden wel ingevuld. Niet altijd gedetailleerd, maar het is in ieder geval een goede aanleiding om
“‘Ik (aios) kan het prima vinden met
erover te praten.” “En korte klinische beoordelingen: Zitten specialisten er op te
mijn opleider, maar er zijn veel aios
wachten om je te observeren?” “O, ze doen het netjes hoor. Al moet je er wel zelf om vragen.”
die het minder goed getroffen heb-
“Beoordelingen?” “Ja, ik denk wel dat die een goede afspiegeling geven van je functi-
ben.’ Dat is de teneur van het gesprek
oneren. Met name omdat er nu meerdere beoordelaars zijn.” “En geven die beoordelingen geen drempel om je opleider te
als je als buitenstaander met een aios
bellen ’s nachts? Uit angst voor een slechte indruk of irritatie?” “Nee,” zegt Roos. “Dat heb ik nog nooit meegemaakt.” “En ande-
spreekt,” schrijft de projectleider van
ren?” “Dat weet ik even niet.” Een moedeloos gevoel begint vanuit mijn tenen omhoog te trek-
het project Idealoog me in een mail.
ken. Hoe ga ik hier in godsnaam ooit een leuke column van maken? In de zoveelste stilte die valt flits ik vijf jaar terug in de
“Er is veel angst om openlijk te praten
tijd. Hoe we met de assistentenclub elke vrijdag in het café verhalen uitwisselden: de chirurg die je ter lering vraagt om mee
over de relatie met de opleider en min-
te kijken bij het onderzoeken van een patiënt, maar die na een
stens zoveel angst om er met de opleidialoog! • 28
column Anne Hermans
korte aanraking van armen en benen twaalf foto’s aanvraagt en de kamer uitloopt. De kinderarts die jou alles laat oplossen, maar tijdens de overdracht doet alsof ze er zelf bij was. Hoe er door sommige chirurgen áltijd een reden wordt gevonden om zelf de operatie te doen en jij voor de zoveelste keer eindeloos met twee klemmen in je handen staat te niksen. Fouten die gemaakt worden en waar nooit meer over gesproken wordt. Woedeaanvallen op de operatiekamer. Een beoordelingsgesprek van twee minuten: ‘Gaat goed toch?’. Een gesprek met je baas over parttimen, waarbij hij uitroept: “Het is hier geen consultatiebureau!” Het ‘heilige’ uurtje onderwijs, waarbij na afloop de SEH helemaal vol ligt (en de chirurg die zou waarnemen, daar een uur lang niet gesignaleerd was). En natuurlijk die 24-uursdiensten en een eeuwig assistententekort, waar niemand tegen in durft te gaan om geen ‘cao-neuker’ te worden genoemd… Is er vijf jaar later écht niets grappigs meer te beleven in het ziekenhuis? Is iedereen soms übercorrect geworden? Zijn alle verhoudingen plotseling ‘volwassen’ en ‘volwaardig’? Maar waarom is dat hele project dan nodig? Als ik Roos heb opgehangen, staar ik verward naar mijn telefoon. Of is er juist helemaal niets veranderd? Zijn er verhalen genoeg, maar is iedereen nog steeds bang om concrete voorbeelden te geven en zijn/haar carrière op het spel te zetten? Zelfs aios die zich nota bene al jaren inzetten voor betere arbeidsverhoudingen? En om toch tegen heilige huisjes aan te schoppen, wordt besloten Anne Hermans uit de kast te trekken. Ik pak een magnum uit de vriezer en zak achterover op de bank. Maar waarom doe ik dat dan wel? Vanuit eigengeilheid en exhibitionisme? Of handel ik juist altruïstisch en zet mijn carrière op het spel vanuit de missie dat meer openheid tussen opleiders en aios leidt tot een beter werkklimaat voor beiden? Peinzend eet ik mijn ijsje op. Het antwoord op deze vraag weet ík even niet.
der zelf over te spreken. Een volwaardige arbeidsrelatie met een volwassen
Anne Hermans
Wie is Anne Hermans? Anne Hermans (1978) studeerde geneeskunde in Amster-
terugkoppeling op elkaars functione-
dam. Als co-assistent liep zij stage in zowel Nederlandse als buitenlandse ziekenhuizen. Van 2004 tot 2007 beschreef zij
ren lijkt soms nog ver weg,” Met het
op de achterpagina van NRC Handelsblad haar ervaringen in de column ‘dokter Hermans’, gebundeld in ‘Het wittejas-
project Idealoog willen ze dit probleem
effect’. Haar semi-autobiografische roman ‘de co-assistent’ baseerde ze op deze columns. Het boek is bewerkt tot de
bespreekbaar maken. ”Graag zouden
gelijknamige tv-serie op NET5. Na haar studie specialiseerde Anne Hermans zich als tropenarts en werkte ze onder
we een column van je plaatsen in ons
meer in Curaçao en Colombia. Ook over haar ervaringen als tropenarts in Colombia schreef ze columns voor NRC
magazine, waarin je je eigen ervarin-
Handelsblad: ‘dr. Hermans in de jungle.’ Inmiddels is Anne Hermans huisarts.
gen met opleiders beschrijft,” sluit de
Meer info: annehermans.nl
projectleider zijn mail af. dialoog! • 29
Betrouwbare informatie direct beschikbaar op de werkplek. dialoog! • 30
“FF checke met de nieuwe app voor aios.” Pieter Kubben
Klopt dat dienstrooster wel?
Je staat in het ziekenhuis te kijken naar je nieuwe dienstrooster. Klopt dat wel? Je pakt je smartphone en checkt even het arbeidstijdenbesluit. Toekomstmuziek? Niet meer, want de nieuwe app voor aios biedt dergelijke praktische werkondersteunende en specialisme overstijgende informatie. Ontwikkeld door aios Pieter Kubben onder de vlag van de UMC’s. Pieter Kubben, in opleiding tot neurochirurg, legt uit wat de
beslisondersteunende apps
nieuwe app biedt. “Betrouwbare informatie direct beschikbaar
Pieter Kubben (33) heeft al een behoorlijk track-record op het
op de werkplek”. De informatie is onder te verdelen in drie soor-
gebied van mobiele applicaties. Op zijn naam staan Neuro-
ten. Ten eerste naslaginformatie in pdf-formaat over bijvoorbeeld
Mind, Safe Surgery en SLIC. NeuroMind is wereldwijd de meest
het arbeidstijdenbesluit, detachering of het digitaal portfolio.
gedownloade app in de neurochirurgie, ruim 90.000 keer. De app
Ten tweede adressen van nuttige websites zoals LVAG, PubMed,
bevat neurologische en neurochirurgische scores en anatomische
CBOG, CCMS, de Jonge Orde, Project Modernisering Medische
afbeeldingen. Kubben: “Ik vond het zonde om al die rijtjes uit mijn
Vervolgopleidingen, et cetera. En ten derde contactadressen.
hoofd leren, maar wilde de informatie wel bij me hebben. Ver-
Bij wie moet je zijn als je een vraag hebt die niet over de inhoud
volgens is de hobby uit de hand gelopen. Ik ben nu vooral bezig
van je werk gaat? Bijvoorbeeld voor registratie of voor erkenning
met beslisondersteunende apps voor het gebruik van richtlijnen.
van een buitenlands diploma. De app is gratis te downloaden via
Ik maak er interactieve flowcharts van die in elke context precies
de App Store en de Android Market. Zoek op ‘aios’.
de juiste informatie bieden.”
Zie ook www.aiosapp.nl.
Meer info: DigitalNeurosurgeon.com.
dialoog! • 31
Entreetoets met tien dienstsituaties
We maken veel beter inzichtelijk wat een aios kan De opleiding Kindergeneeskunde was een van de eerste die de afgelopen jaren is gemoderniseerd. Een van de belangrijkste veranderingen is het inzichtelijk maken en objectief toetsen van wat de aios precies kan. Bert Bos, opleider en hoogleraar Acute Kindergeneeskunde
veel objectiever wat ze kunnen. Beter voor de aios, voor de
in het AMC begint enthousiast over de nieuwste toets. “Sinds
opleidingsgroep en voor de patiënt.”
oktober hebben we een entreetoets voor aios. Een e-learning programma met tien dienstsituaties. Bijvoorbeeld: er komt een
Bert Bos (61), opleider en hoogleraar Acute Kindergenees-
baby op de eerste hulp die drie dagen heeft gespuugd. Dit zijn
kunde AMC, studie geneeskunde aan de VU, opleiding in
de bloeduitslagen, welk infuus hang je aan? Zo weten we dat
Nijmegen en onder andere afdelingshoofd van de kinderin-
aios de basiskennis hebben om ook buiten kantooruren goed te
tensive care bij het UMCG.
kunnen werken.”
Woont: samen met zijn vrouw Boudien in het Groningse Haren. Overnacht door de weeks in zijn appartement in
kenmerkende beroepssituaties
Diemen. Zijn vrouw is kinderarts in het UMCG. Zijn beide
De opleiding Kindergeneeskunde is opgedeeld in zestien thema’s
uitwonende dochters studeren Geneeskunde. “Ik heb het
zoals longziekten en MDL-ziekten. Binnen die thema’s worden
niet gestimuleerd. We praten thuis niet veel over het vak.”
ziektebeelden en competenties getoetst. Daarnaast zijn er twintig
Werkt: 60 uur per week.
zogeheten ‘kenmerkende beroepssituaties’ omschreven die naar
Vrije tijd: werken in de tuin, fietsen rond het Paterswoldse
relevantie ondergebracht zijn bij de thema’s. Bijvoorbeeld: hoe
meer en golfen. Maar vooral heel veel boeken lezen. Tip: de
vang je een benauwd kind op? Of hoe ga je om met iemand die
Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti. “Hij beschrijft prachtig
wordt verdacht van kindermishandeling? Ook zijn er natuurlijk de
het functioneren van de huidige Italiaanse samenleving.”
‘korte praktijkbeoordelingen’. Daarnaast spreekt Bos de aios vier
Meest geleerd van: twee supervisoren tijdens mijn oplei-
keer in het eerste jaar en daarna eens per jaar. Wekelijks komt bij
ding in Nijmegen. “De een wist me geweldig te motiveren
de afdelingsvergadering het functioneren van aios aan de orde.
om elke dag eerder dan hij te ontdekken wat een patiënt
Maandelijks is er een bijeenkomst met zowel aios als anios, soms
had. Ik ging altijd als een gek op onderzoek uit. We konden
over bedrijfsvoering, maar ook over hoe het in de groep gaat en
geweldig lachen om onze competitie. De ander was waan-
waar mensen tegen aanlopen. Eens in de vier weken is er een
zinnig slim en liet je nooit in de steek als je hem belde. Voor
gesprek met twee vertegenwoordigers van de aios. Bos: “We
zo iemand zorgde ik natuurlijk dat de afdeling goed liep.”
hebben de groei van aios veel inzichtelijker gemaakt en toetsen dialoog! • 32
“Een aios kan op meerdere manieren uitgroeien tot een goede specialist. Als opleider speel je in de eredivisie als je een aios kunt ondersteunen die een pad kiest dat je zelf niet zou kiezen.” Bert Bos, opleider en hoogleraar Acute Kindergeneeskunde AMC.
aardigbeetekent w l o v Een dsrelatie arbei mij: n voor ios alles tegeeggen. dat a urven te z mij d
. listen pecia kjes uit s e g i aa sgier ine t or nieuw e dag kle it wat vo p o l t u n e h h n c g or e de eve n re dat m ebbe e, deel ik en: zoek h e n w t do ënte atiën espreken ” “Pati upervisie an p a nb eer. n s j a i d z aal w zijn, Als ik elateerd m r e l l e en er et a die g lafwijking ten we h e e d W . sche uten f min in vij
dialoog! • 33
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: dialoog!
“Nieuwe opleidingstechnieken moet je oefenen, net als andere ingewikkelde vaardigheden als pianospelen, lasagne koken of bridge. Daar valt of staat het mee.” Edith ter Braak, hoogleraar Medisch Onderwijs UMC Utrecht. dialoog! • 34
Modernisering curriculum prachtig, maar...
Didactische scholing van de opleidersgroep is de achilleshiel “Van de modernisering van de medische vervolgopleiding komt weinig terecht, als opleiders zich niet bekwamen in het opleiden; het is echt de achilleshiel”, vindt hoogleraar Medisch Onderwijs Edith ter Braak al jaren. Sinds 1 januari 2011 zijn zowel de formele opleiders als alle leden van de opleidingsgroep volgens de regelgeving verplicht didactische scholing te volgen, maar alleen zo’n extrinsieke prikkel is niet voldoende, weet Ter Braak: “Veel belangrijker is de intrinsieke motivatie. We hebben opleiders nodig die er echt van overtuigd zijn dat het goed is zelfdenkende kritische professionals op te leiden en die beseffen dat dit vak een leven lang leren met zich meebrengt, ook op het gebied van opleidingstaken. Met didactische vaardigheden van twintig jaar geleden redden we het niet meer. Uit onderzoek blijkt dat wie niet didactisch is geschoold, anderen opleidt met dezelfde methoden waarmee hij of zij zelf is opgeleid. Veel verder dan meester-gezel, en see one, do one, teach one komen de meeste specialisten dan niet. Je hebt iets extra’s nodig om dat repertoire uit te breiden.”
opleider als mens Welke kenmerken heeft een goede opleider?Maar liefst 47% van de kenmerken die aios desgevraagd spontaan noemen gaan over de opleider als mens, de rest betreft de opleider als docent, arts of supervisor. Ter Braak: “Bij de opleider als mens gaat het over een basisattitude die grotendeels ook in de patiëntenzorg nodig is. De techniek van het slechtnieuwsgesprek met een patiënt is niet wezenlijk anders dan met een aios in een vastgelopen opleidingssituatie. Oprechte belangstelling voor mensen, en met elkaar in dialoog gaan, zijn basisvoorwaarden. We zien grosso modo dat studenten Geneeskunde authentieker en kritischer zijn dan aios. Het lijkt wel of er in de vervolgopleiding een soort regressie
“Je leert opleiden niet door alleen maar een boekje te
optreedt, die te maken heeft met de arbeidsverhoudingen, aios
lezen en te denken dat je het dan kunt toepassen.”
zijn immers behoorlijk afhankelijk van individuele opleiders.” dialoog! • 35
feedforward Onderzoek op medisch onderwijskundig terrein heeft de afgelopen jaren tal van nieuwe inzichten opgeleverd. Bijvoorbeeld over het nut van een portfolio, het concreet maken van andere opleidingstechnieken, zoals reflectie en microteaching (oftewel hoe leg je in vijf minuten iets uit aan een groepje mensen). En motorische vaardigheden als een lange lijn inbrengen of een nierbiopsie verrichten zijn effectiever aan te leren met een vierstappenmodel dan met het aloude see one, do one teach one. “De rode draad
“Wie niet didactisch is geschoold, leidt anderen op zoals hij zelf is opgeleid. Veel verder dan meester-gezel, en see one, do one, teach one komen de meeste specialisten daarom niet. Je hebt iets extra’s nodig om dat repertoire uit te breiden.” van het nieuwe opleiden is constructieve feedback”, zegt Ter Braak. “Dat lijkt makkelijk, maar het is niet zomaar uit een boekje te halen. Het vraagt verdieping in gespreksstructuur, woordkeus en intonatie. Vervolgens is het net als bij alle andere ingewikkelde vaardigheden zoals pianospelen, lasagne koken of bridgen: oefenen, oefenen oefenen. Overigens benadruk ik graag het ontwikkelen van feedforward; minder terugblikken, meer tips voor de toekomst.” Tegelijkertijd onderstreept Ter Braak het belang van een nieuwe manier van opleiden die meer op de persoon van de individuele aios en diens capaciteiten is toegesneden. ”We willen geen eenheidsworst produceren, dus moeten we in opleiding ook
Edith ter Braak (midden 50) is internist-endocrinoloog,
de verschillen tussen bijvoorbeeld introverte, extraverte, onzekere
vice-opleider Interne Geneeskunde in het UMC Utrecht en
en van zichzelf overtuigde mensen honoreren.”
hoogleraar Medisch Onderwijs. Opgeleid tot internist in het Elisabeth ziekenhuis Tilburg en het UMC Utrecht.
aios als opleider
Geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht.
Nog verder vooruitkijkend en passend in wat Ter Braak noemt de
Woont: samen met haar man Ful en twee dochters (15 en
onderwijs- en opleidingsloopbaan van mensen, wil ze al bij stu-
17) in Zeist.
denten kijken of het goede opleiders kunnen worden. In Utrecht
Werkt per week: 50 tot 55 uur exclusief diensten en
is al een populaire stage waar studenten een onderwijskwalifica-
minimaal een halve dag in het weekend.
tie kunnen halen en ook voor aios is er een cursus didactische
Vrije tijd: Ik ben een groot liefhebber van (barok)muziek,
vaardigheden. Ter Braak: “Dat laatste vindt nog niet zo gretig
hou van wandelen in de natuur. Kook graag en lees ook
aftrek, omdat het voor aios bijzonder moeilijk is om vrij te nemen
heel graag over koken. Ik heb behoorlijk veel kookboeken.
voor cursorisch onderwijs, dat is een aandachtspunt. Bij Interne
Meest geleerd van: Ik heb tijdens mijn opleiding tot
Geneeskunde kunnen aios een onderwijsstage kiezen waarbij ze
internist geen vrouwelijke rolmodellen gehad. Mijn oplei-
vier maanden les geven aan coassistenten. Dat is een gewilde
der in een Tilburgs ziekenhuis heeft mij geïnspireerd in het
stage. Er is een groep aios die het echt leuk vindt zich toe te leg-
overbrengen van je eigen gedrevenheid op anderen en een
gen op onderwijs en opleiding. Er komt een groep bevlogen aios
collega in Utrecht inspireerde me met zijn oprechte belang-
aan, die zegt: ik wil later opleider worden, hoe kan ik me daar-
stelling voor mensen.
voor kwalificeren? Prachtig.”
dialoog! • 36
“We zijn een serieuze gesprekspartner.” Tessa van Ginhoven
Samen sterker met de Arts Assistenten Vereniging In het nieuwe curriculum hebben aios meer verantwoordelijkheid voor hun opleiding dan voorheen. Voor sommige aios houdt die verantwoordelijkheid niet op bij de eigen opleiding. Tessa van Ginhoven, in opleiding tot chirurg, wil bijvoorbeeld breder bijdragen aan de positie van aios. Ze is bestuurslid van de Arts Assistenten Vereniging (AAV) in het Erasmus MC en merkt dat de AAV een serieuze gesprekspartner is. “We krijgen en nemen de ruimte om te professionaliseren en te onderhandelen.” Van Ginhoven: “Ik ben in het AAV-bestuur gegaan omdat aios op tal van vlakken van elkaar kunnen leren en om samen sterker te staan. Met roosters en werktijden bijvoorbeeld gaat het op de ene afdeling hartstikke goed en op de andere minder. En bij de
“We organiseren specialisme overstijgende symposia en borrels, want het is leuker als alle aios elkaar kennen. Je regelt ook makkelijker dingen als je het gezicht kent van iemand die je belt.” ORT-onderhandelingen sta je met z’n allen veel sterker als je met één stem spreekt. Met alleen klagen en niks doen ben je geen serieuze gesprekspartner in het ziekenhuis. Onze AAV is dat wel. We brengen onze standpunten in bij de Centrale Opleidings Commisie Rotterdam (COCR), de onderwijs en Opleidings Regio Zuid-West Nederland (OOR-ZWN) en bij de raad van bestuur. We leren steeds beter hoe we een probleem kunnen aankaarten, daarbij krijgen we ondersteuning dialoog! • 37
Als je niet met elkaar praat, kun je niet van elkaar leren
“Na m’n werk naar het strand om te kitesurfen met harde wind en bij ondergaande zon; ultieme ontspanning.” Tessa van Ginhoven, aios Chirurgie Erasmus MC. dialoog! • 38
van de secretaris van de COCR. Hij denkt met ons mee en heeft bijvoorbeeld ook een cursus voor ons geregeld zodat we zelf onze AAV-website kunnen bijhouden. Daarmee professionaliseren we ook intern. Net als met het jaarplan dat we, inclusief begroting voor borrels en versnaperingen op vergaderingen, hebben ingediend bij de directie.”
drukbezochte borrels De AAV heeft natuurlijk ook een sterke sociale functie. Van Ginhoven: “Het is zeker in een groot ziekenhuis leuker als aios elkaar kennen. Je regelt ook makkelijker dingen als je het gezicht kent van iemand die je belt. Samenwerken gaat gewoon beter. Daarom organiseren we specialisme overstijgende symposia en borrels. De borrels worden goed bezocht door ruim vijftig aios. Afgelopen maart hebben we een groot feest gehouden, gekoppeld aan een LVAG-symposium daar kwam honderddertig man op af, een doorslaand succes.”
Een volwaardige arbeidsrelatie betekent voor mij: wederzijds respect en serieus genomen worden.
“De AAV’s kunnen meesurfen op de veranderende verantwoordelijkheidsverdeling. Er valt voor aios steeds meer te onderhandelen.”
Tessa van Ginhoven (30), tweedejaars aios Chirurgie Erasmus MC, geneeskunde en promotie aan Erasmus MC. Woont: samen met Wilmar, in opleiding tot MDL-arts bij het Maasstad Ziekenhuis. Ze zijn op zoek naar een leuk huis in Rotterdam. Werkt: volledig, 48 uur per week. Bereidt daarnaast ’s avonds thuis de operaties van de volgende dag voor. Vrije tijd: Ik ben gek op kitesurfen. Meest geleerd van: de onlangs gepensioneerde chirurg Jan Oomen in het Erasmus MC. Onder zijn supervisie liep ik stage. Hij was toegewijd, luisterde oprecht. Mensen gingen altijd tevreden weg of hij nou een ingreep deed of niet. Hij had humor, was creatief met patiënten. Briljant.
dialoog! • 39
Zijn Als ik mezelf had mogen scheppen, zou ik minder fouten hebben gemaakt. Ik liet mij niet zo verdwalen tussen het gebrekkig zijn en het gebrekkige zijn. Ik gaf mij broodkruimels om de weg terug te vinden, al weet ik niet welke weg dat was en waar die eigenlijk naartoe ging en hoe die heette. Ik at het brood in plaats van het te strooien; honger maakt alle wegen eindeloos lang en laat geen tijd voor rust in de berm, de lucht te zien en daar een vogel thuis. Ted van Lieshout