NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Met elkaar beschermen wij ons pensioen.
Doelstellingen van de vereniging VvGDN. Belangenbehartiging van haar leden in de meest ruime zin, in het bijzonder het veilig stellen van huidige en toekomstige pensioenaanspraken. Ledenaantal: per januari 2012: 447 leden. Website: Onze website is te vinden op: www.vvgdn.nl
Inhoud: Voorwoord van de voorzitter Jaarverslag 2011 VvGDN Nieuws uit de Deelnemersraad van het Draka Pensioenfonds Bezoek AEGON Berichten vanuit de PME Berichten van de NVOG en CSO Uitnodiging Algemene ledenvergadering 17 april a.s. (waarin lezing over invaren bestaande pensioenrechten in nieuwe Pensioenakkoord) Voorwoord van uw VvGDN voorzitter Om succesvol te zijn als een organisatie voor ouderen, moet je een lange adem hebben. De bureaucratische molens, waarmee de gepensioneerden veel mee te maken hebben, draaien langzaam, maar de pensioenomgeving (landelijk, Europees en op wereldschaal) verandert razendsnel. Voordat je het weet zit je in ademnood. Alert reageren verdient dan de voorkeur boven perfectie. De hang naar zekerheid en volledigheid door de ouderen werkt vertragend. Deze negatieve factor heeft op dit moment invloed op het functioneren van de NVOG. Een tweede valkuil m.b.t. ouderenorganisaties is de overvloed aan informatie. Ook voor de VvGDN vormen dit hinderpalen. Des te meer ben ik verheugd, te kunnen melden, dat wij op het terrein van medezeggenschap belangrijke stappen - benoemingen van onze bestuursleden in de besturen van de Stichting Pensioenfonds Draka Holding (SPDH) en de nieuwe Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden bij PME (VOG-PME) voorwaarts hebben gemaakt. Tot zover het goede nieuws. Het slecht(st)e nieuws is voorlopig dat meer dan 100 pensioenfondsen in februari hebben aangekondigd te zullen korten (afstempelen) in 2012 of 2013 (waaronder de PME). Deze kortingen zijn nog niet definitief. Voor PME geldt o.a. dat de mate van eventueel herstel op peildatum 31 december 2012 bepalend is (PME heeft u hierover in februari geïnformeerd). Bovendien komt minister Kamp in maart/april met de verdere invulling van het Pensioenakkoord. In dit akkoord wordt een andere, hogere, rente voorgesteld voor het te verwachten beleggingsrendement. Een hogere rente verhoogt automatisch de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. Echter pensioenen worden wel onzekerder in dit
1
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
akkoord. Dit pensioenakkoord moet in 2014 zijn ingevoerd, maar het is nog niet zeker of dat gaat lukken. Op onze ALV van 17 april komt een uiterst interessante spreker, namelijk de actuaris van Towers Watson, om uitleg te geven over het invaren van bestaande pensioenrechten in het nieuwe Pensioenakkoord. Komt allen! Frans de Haan.
Bestuur: Voorzitter Secretaris Penningmeester Leden
Ledensecretariaat
Frans de Haan Nico Holtring Henny van den Broek Wim Peters Jan Cieremans Hans Visser Jeanne Oskam Jan Freijer
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Jaarverslag VvGDN 2011. Het jaar 2011 werd wederom gekenmerkt door pensioenen die achterblijven bij de loon- en prijsstijgingen. Zowel de PME als de Stichting Pensioenfonds Draka Holding (SPDH) konden op basis van te lage dekkingsgraden eind 2010 niet indexeren. Aegon, die de pensioenrechten van de Stichting Pensioenfonds NKF uitkeren, heeft deze rechten op 1 januari verhoogd met 1,6% . Negatieve ontwikkelingen op de aandeelbeurzen en de lage marktrente eind 2011 hebben een negatief effect op de dekkingsgraad eind 2011 van beide fondsen (en nagenoeg alle pensioenfondsen) waardoor ook voor 2012 geen ruimte is voor indexatie. Dit jaar is er veel te doen geweest over het Pensioenakkoord en de uitwerking daarvan (ook ons bestuurslid Jan Cieremans heeft in onze nieuwsbrief van oktober hieraan aandacht besteed). De VvGDN en andere verenigingen van gepensioneerden hebben de NVOG met succes aangemoedigd een actievere rol te spelen bij de uitwerking van het Pensioenakkoord en meer tegengeluid te laten horen nu stelselveranderingen dreigen te worden doorgevoerd die het aantasten van opgebouwde rechten en verhoging van risico’s bij deelnemers en gepensioneerden mogelijk maken. De NVOG heeft in 2011 zowel bij de vaste Kamercommissie van Sociale Zaken als in een rechtstreeks gesprek met minister Kamp haar zorgen kunnen toelichten over de bedreigingen van ons pensioenstelsel. De VvGDN heeft contact gezocht met de directie van Aegon met als doel een vorm van samenwerking/overleg te ontwikkelen teneinde voeling te houden met Aegon over zaken die onze NKF-gepensioneerden aangaan.
2
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Eind november heeft Aegon de handschoen opgepakt en ons uitgenodigd voor een gesprek begin 2012. Teneinde de medezeggenschap van gepensioneerden bij PME in de ruimste zin te realiseren is eind 2011 een nieuwe (soort federatie) vereniging van gepensioneerden bij PME (VOG-PME) opgericht (Nico Holtring en Jan Cieremans zijn toegetreden tot het voorlopige bestuur). Vooralsnog zijn hierbij 3 verenigingen van gepensioneerden betrokken t.w. de VvGDN, de vereniging van gepensioneerden Siemens en de vereniging van gepensioneerden Stork (de pensioenfondsen van Siemens en Stork zijn in 2011 overgegaan naar PME). Verenigingen van gepensioneerden van ondernemingspensioenfondsen die nu of in de toekomst overgaan naar PME kunnen zich bij de VOG-PME aansluiten. Tijdens onze Algemene Ledenvergadering gaf mevr. Martine van den Dool (directeur NVOG) een interessante presentatie over “Solidariteit tussen generaties”, een onderwerp dat ook centraal stond tijdens het NVOG symposium van 23 november n.a.v. het 25-jarig bestaan van de NVOG. Op 1 december heeft de verkiezing plaatsgevonden van de deelnemersraad van de SPDH. De VvGDN heeft voor de groep gepensioneerden 7 kandidaten voorgedragen. Gekozen zijn Bert Docter, Ben Geerlink en Nico Holtring. Door de nieuwe deelnemersraad zijn Ben Geerlink en Nico Holtring gekozen voor het bestuur en zijn Gerard van Hoeijen en Wim Peters alsnog in de deelnemersraad gekozen. Dick Mourits blijft namens de gepensioneerden in het verantwoordingsorgaan. Na genoemde verkiezing heeft de SPDH afscheid genomen van de onze leden Nico Baars, Ruud Jansen en Hans Visser. Het bestuur heeft in 2011 2 keer vergaderd. N.H. Holtring
Nieuws uit de deelnemersraad van de Stichting Pensioenfonds Draka Holding (SPDH). Op 1 december heeft de verkiezing plaatsgevonden van de deelnemersraad. Als gevolg van het nieuwe bestuursmodel (6 personen) en nieuwe deelnemersraadmodel (5 personen) ziet de nieuwe organisatie er als volgt uit: Type: Bestuur:
Naam:
Functie:
HH. R. de Ruijter
voorzitter
Namens de werkgever
F. Preeker
secretaris
werkgever
K. Roskam
vicevoorzitter werkgever
B. Batterman
lid
actieven
3
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Deelnemersraad:
B. T. Geerlink
lid
gepensioneerden
N.H. Holtring
lid
gepensioneerden
voorzitter
gepensioneerden
J. Ketelaars
secretaris
actieven
R. Bos
lid
actieven
G.W. van Hoeijen
lid
gepensioneerden
W.M. Peters
lid
gepensioneerden
lid
actieven
vacature
lid
werkgever
Th. W. Mourits
lid
gepensioneerden
HH .B. Docter
Verantwoordingsorgaan HH R. Bos
In een gezamenlijke vergadering van het bestuur en deelnemersraad op 19 december 2011(waarin afscheid werd genomen van onze leden Nico Baars, Ruud Jansen en Hans Visser) werd o.a besproken:
-
Financiële positie van het fonds
-
Indexatie
-
Toekomst SPDH
Ultimo december bedroeg de dekkingsgraad 99,3%. De vermogenspositie is ook in 2011 onvoldoende om indexatie per 1 januari 2012 toe te passen. In een brief van het bestuur (16 december 2011) is e.e.a. reeds aan u bericht. Cumulatief is het misgelopen percentage indexering nu 5,99%. Ultimo januari 2012 bedroeg de dekkingsgraad 101% (het fonds loopt voor op het minimale herstelpad, maar nog achter op het herstelplan). Het bestuur is in overleg met Prysmian over de toekomst van het pensioenfonds en op welke wijze nieuwe werknemers bij Prysmian Nederland worden opgenomen in de pensioenregeling. Dit overleg heeft vooralsnog niet geleid tot veranderingen of andere besluiten betreffende het pensioenfonds.
Op bezoek bij AEGON Op verzoek van het bestuur van de VvGDN vond op 1 februari 2012 een kennismakingsgesprek plaats bij Aegon. Frans de Haan, Henny van den Broek en Jan Cieremans werden ontvangen door het team dat bij Aegon ondermeer de uitvoering van de NKF pensioenen verzorgt. De uiteenzetting over de achtergrond van onze VvGDN kon kort zijn omdat het team zich reeds had georiënteerd op onze website. Te voren was overlegd welk punten wij graag zouden willen bespreken en daarbij bleek van de zijde van Aegon geen afwijzing of terughoudendheid.
4
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Na diverse fusies en overnames is de rol van NKF als werkgever vervaagd en ook Prysmian heeft in feite geen binding meer met de gepensioneerden en slapers. De VvGDN heeft zich opgesteld als de behartiger van hun belangen en Aegon wil daarmee ook rekening houden. In eerste instantie is Aegon voor de uitvoering van de pensioenaanspraken verantwoording verschuldigd aan DNB en AFM. Mocht een situatie optreden die op de uitkeringsrechten van NKF gepensioneerden/slapers betrekking zou kunnen hebben dan zal Aegon de VvGDN informeren. Ook indien de VvGDN vragen of opmerkingen heeft zijn wij altijd welkom als vervolg van dit gesprek. In het geval dat dit betrekking zou hebben op één of meer specifieke polishouders zal een volmacht worden gevraagd. Een kopie van de uitvoeringsovereenkomst tussen SPF NKF en Aegon werd overhandigd, uiteraard zonder de bijlagen met individuele gegevens. Toegelicht werden de aantallen gepensioneerden en gewezen deelnemers (slapers) en de totaal bedragen van de transactie. Ook werd gesproken over het doorgeven van berichten van verhuizing en overlijden maar dit heeft niet tot een werkbare afspraak geleid omdat op uitwisseling van persoonlijke gegevens aan beide zijden beperking is opgelegd. Aegon verklaarde zich bereid om in het jaarlijkse pensioenbericht aan alle gepensioneerden en slapers een korte alinea op te nemen waarvoor VvGDN de tekst mag aanleveren. Bovendien bood Aegon aan om een voorbericht over het indexeringsbesluit per email aan de VvGDN te sturen omdat het papieren post traject altijd veel trager is. Het gesprek werd afgesloten met wederzijdse erkentelijkheid. Aegon wil een goede verstandhouding en is altijd bereid om een vervolg aan deze bijeenkomst te geven als daar behoefte aan is. VvGDN leden die dat wensen kunnen de pdf. tekst van het complete verslag opvragen bij de secretaris N. Holtring Jan Cieremans.
PME
Actuele dekkingsgraad Verloop dekkingsgraad De dekkingsgraad van PME per 31 januari 2012 is 90,9%. In dit overzicht vindt u het verloop van de dekkingsgraad sinds 31 december 2008.
5
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Bron: PME Voorgenomen verlaging pensioenen 6%Op basis van de evaluatie van het herstelplan heeft het bestuur van PME vastgesteld dat PME op 31 december 2011 6% achterloopt op het herstelplan zoals dat in 2009 is ingediend bij toezichthouder, De Nederlandsche Bank. Het bestuur van PME heeft daarom de pijnlijke beslissing moeten nemen om bij onvoldoende herstel op 31 december 2012 de pensioenen en de pensioenaanspraken per 1 april 2013 te verlagen met 6%. Deze maatregel moet leiden tot een dekkingsgraad van 104,3% eind 2013. Betekenis voor pensioen en pensioenaanspraken Het besluit betekent dat alle mensen die van PME een pensioenuitkering ontvangen mogelijk vanaf 1 april 2013 een pensioen ontvangen dat 6% lager is. De pensioenaanspraken van mensen die nog pensioen opbouwen of van mensen die nog oude aanspraken bij PME hebben staan, worden mogelijk 6% lager. Op www.nibud.nl kunnen gepensioneerden met de Pensioenkortingsberekenaar berekenen wat het voor hun maandinkomen betekent als hun aanvullende pensioen in 2013 daadwerkelijk moet worden verlaagd. Situatie op 31 december 2012 bepalend. Of PME de verlaging daadwerkelijk uitvoert, is nog niet zeker. Dat hangt af van de situatie op 31 december 2012. Op basis daarvan wordt besloten of verlaging van de pensioenen en de pensioenaanspraken per 1 april 2013 inderdaad nodig is en zo ja, met hoeveel. Als het herstel achterblijft bij de verwachting dan is de verlaging 6% op 1 april 2013. De toezichthouder, De Nederlandsche Bank, beoordeelt volgend jaar of dit percentage toereikend is. Is PME op 31 december 2012 voldoende hersteld? Dan is verlaging van de pensioenopbouw niet nodig. Is er wel herstel, maar niet genoeg, dan blijft de verlaging beperkt. Bron: PME 20 februari 2012
6
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
NVOG/CSO-activiteiten November 2011 CSO gehoord door Tweede Kamer Op 2 november sprak Martin van Rooijen, voorzitter van de NVOG, namens de CSO in een hoorzitting over pensioenen bij de Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit deed hij samen met PCOB-voorzitter Rienk van Splunder. De hoorzitting zou al in september hebben plaatsgevonden, met werd toen vanwege een debat met minister Kamp uitgesteld. In de pers vielen uitspraken op van hoogleraar Europees Recht Rick Lawson, die denkt dat het overhevelen van bestaande pensioenrechten juridisch geen probleem hoeft te zijn. Lees bijvoorbeeld: http://www.aectueel.nl/nieuws/383/europa-ligt-niet-dwars-bij-onteigenenpensioenrechten.html December 2011 Geslaagd symposium over solidariteit Op 23 november organiseerde de NVOG ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan een boeiend symposium over solidariteit tussen generaties. De middag werd goed bezocht door eigen lidorganisaties en externe relaties. Naast meer inhoudelijke presentaties over solidariteit in pensioenen en zorg, kwamen ook jongerenorganisaties aan het woord en werd in algemene zin nog een (ludieke) blik geworpen op verschillen tussen oud en jong. Na afloop reikte de NVOG een speciale uitgave van NVOG Expliciet uit, die ook op de website van de NVOG te vinden is. Hierin zowel aandacht voor het thema van het symposium als een beeld van 25 jaar NVOG. Belangrijk winstpunt van dit soort bijeenkomsten is niet zozeer de publieke aandacht (daar zijn andere middelen voor nodig), als wel het presenteren van de eigen organisatie aan externe relaties, die de NVOG vaak tegenkomt in het maatschappelijk verkeer. Jongerenorganisaties weten nu ook wat de NVOG is en dat ouderen open staan voor debat en het zoeken van overeenkomsten. Geldgids publiceert over ABP-miljarden In het decembernummer van De Geldgids (Consumentenbond) is een artikel gepubliceerd over de zoekgeraakte ABP-miljarden. Het door wijlen Drs. Hennie Kemner (oud-voorzitter NVOG) geschreven artikel hierover in Expliciet van maart 2010 is bij deze nieuwe publicatie ook als bron gebruikt. Het gaat om een reconstructie van wat in de jaren negentig van de vorige eeuw is gebeurd rond de privatisering van het ABP en het voordeel dat de overheid daarbij heeft gehad. Donaties aan Stichting PensioenFatsoen De NVOG heeft dit voorjaar de Stichting PensioenFatsoen opgericht, als één van de acties die zijn ondernomen tegen het Pensioenakkoord en de uitwerking daarvan. De Stichting kan worden ingezet als het op termijn noodzakelijk zou zijn om juridische procedures te starten tegen aantasting van opgebouwde pensioenrechten. Hierover bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid.
7
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Naar aanleiding van besluitvorming in de Algemene Vergadering van mei dit jaar, zijn eerder verworven giften voor de ‘Actiekas’ teruggestort dan wel terecht gekomen op bestemmingen die donateurs (meestal lidorganisaties) zelf bepaalden. Er melden zich nog steeds verenigingen (en soms particulieren) die willen bijdragen aan de Actiekas. Maar de aparte bankrekening van die Actiekas is nu de bankrekening van de Stichting PensioenFatsoen, die eveneens beheerd wordt door de NVOG. In principe hoeven lidorganisaties niet eerder geld te storten dan wanneer daadwerkelijk tot juridische stappen wordt overgegaan. Hiervoor worden de nodige interne besluitvormingsprocedures vastgelegd. Wie los daarvan toch een donatie wil doen, kan dat bedrag overmaken op banknummer 42.69.95.775 t.n.v. Stichting PensioenFatsoen te Utrecht. Voor de administratie is het belangrijk dat u daar even apart melding van maakt via
[email protected].
Januari 2012 Pensioenen Eind december en begin januari zijn er diverse artikelen in landelijke en regionale kranten verschenen over de dreigende pensioenverlagingen bij een aantal fondsen en wat de NVOG daarvan vindt. In de nieuwsbrief van december heeft de Pensioencommissie hierover al richting lidorganisaties gecommuniceerd. Het is uiteindelijk aan de gepensioneerden(verenigingen) zelf om te bepalen of het juridisch haalbaar is om eventuele pensioenverlaging bij hun eigen pensioenfonds aan te vechten. Martin van Rooijen bezocht 16 januari met een kleine delegatie De Nederlandsche Bank, waar een een goed gesprek met mevrouw Kellermann en de heer Sleijpen heeft plaatsgevonden. Hieruit werd onder meer duidelijk dat DNB niet van plan is de tijdelijke maatregel voor de vaststelling van de disconteringsrente te herhalen. DNB wacht met smart op de verdere uitwerking van het Pensioenakkoord en met name op de rapporten van de commissies die zich bezighouden met de problematieken rond het eventuele invaren van de opgebouwde pensioenrechten in nieuwe onzekere pensioencontracten. Ook de betrokken CSO-commissie, waarin twee NVOG-vertegenwoordigers, maken zich zorgen over de trage voortgang. In het vakblad Pensioen Magazine van deze maand staat een uitgebreid artikel waarin de NVOG haar visie op het pensioenakkoord geeft, naast die van het AVV. De NVOG heeft in de pers prominent haar standpunt over dreigend afstempelen van pensioenen laten horen via interviews met en citaten van onze voorzitter Martin van Rooijen in Trouw, het FD en het AD. Verder is er in alle GPD bladen een flankerend interview verschenen met Rob de Brouwer (PA-Werkgroep). En op 19 januari was Martin van Rooijen te gast in het radioprogramma Met het oog op Morgen. Onder deze link is de uitzending te beluisteren, start vanaf de 18.38e minuut met het betreffende interview. http://nos.nl/radiouitzending/8712-met-het-oog-op-morgen-2300-uur.html Gepensioneerden in de hoek waar klappen vallen (persbericht 6-1-12) De Nederlandsche Bank heeft een verstandig besluit genomen door de maximale korting op pensioenen voorlopig te maximeren op 7% en een mildere rekenrente te hanteren dan eerder aangekondigd. Deze rekenrente is echter nog altijd onrealistisch laag. Daardoor worden straks meer gepensioneerden in hun portemonnee geraakt dan echt nodig is. Dat stelt NVOG in een eerste commentaar op de pensioenmaatregelen die DNB donderdag bekend maakte.
8
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
NVOG heeft altijd gepleit voor aanpassing van de desastreus uitwerkende rentetermijnstructuur op basis van de zeer volatiele dagrente. Dat pleidooi wordt nu gehonoreerd door DNB, die de rekenrente nu baseert op een driemaandgemiddelde voorafgaande aan 31 december 2011. Een gemiddelde over een langere termijn zou logischer zijn, omdat de pensioenfondsen werken over zeer lange termijnen. Nu verlaging van pensioenen steeds dichterbij komt, pleit de NVOG nogmaals voor een realistischer aanpassing van de berekeningssystematiek. NVOG-voorzitter Martin van Rooijen: ‘Het is ontoelaatbaar om mensen in hun inkomen te korten op basis van een virtuele berekening, die weinig met de werkelijkheid te maken heeft. Vooral omdat diezelfde mensen al jaren geen indexatie meer hebben ontvangen. De meeste gepensioneerden zitten toch al in de hoek waar de klappen vallen. Ze worden tegelijk geconfronteerd met lagere inkomens en stijgende lasten, met name ook in de zorg.’ Zorg & Welzijn Gezond ouder worden levert schatkist miljarden op Gezond ouder worden is niet alleen zeer waardevol voor senioren, maar zeker ook voor de Nederlandse schatkist. Onderzoek naar gezond ouder worden, zoals binnen het project Healthy Ageing van het UMCG Groningen, kan miljarden euro's per jaar opleveren. Tot die conclusie komt economisch onderzoeker dr. Marc Pomp, stond donderdag 19 januari in het Dagblad van het Noorden. Econoom Marc Pomp heeft berekend dat de stijging van de zorgkosten een groter gevaar is voor de economie dan de huidige financiële crisis. De kosten van de zorg kunnen volgens het CPB in het jaar 2050 oplopen tot een kwart van het bruto binnenlands product, en daarmee wordt de zorg op termijn onbetaalbaar. Volgens de econoom is het van belang om fors te investeren in gezond ouder worden, zodat mensen langer gezond blijven leven, langer kunnen werken en korter gebruik maken van medische voorzieningen. Daardoor kunnen er in het jaar 2050 150.000 mensen meer blijven werken. (bron: hannn.eu) “Vergeleken met andere landen betalen wij in Nederland nog weinig voor de zorg” -door Joop BlomDat was de sub-kop van een artikel in het Financieel Dagblad van 7 januari jl. Nu steeds duidelijker wordt dat pensioenen niet zo zijn gegarandeerd blijken als gedacht, komt er nog een financiële valkuil bij: de zorg. Voor de meeste mensen zijn de kosten van een verblijf in een verpleeghuis of het installeren van een traplift iets voor de verre toekomst. Ook de meeste ouderen denken hier liever niet aan. Het is al vele malen gezegd: de kosten van de zorg en vooral de ouderenzorg stijgen veel sneller dan de inflatie. Wij zullen een steeds groter deel van ons inkomen, zowel nationaal als privé, moeten gaan besteden aan de zorg. Wij hebben een zeer solidair financieringssysteem, zo’n 85% van de zorg wordt solidair naar inkomen via premies (AWBZ en zorgverzekering) gefinancierd. En nog moet de overheid uit belastinggeld er al € 12 miljard bij leggen. Zowel minister Edith Schippers, als bijvoorbeeld Wouter Bos (KPMG) en SCP-directeur Paul Schnabel roerden zich de laatste weken hierover. Zij zijn eensgezind: de eigen bijdragen voor zorg (en vooral in de ouderenzorg) gaan onvermijdelijk drastisch omhoog. Een verpleeghuis kost bijvoorbeeld al minimaal € 60.000 per jaar. De thuiszorg kost ook al gauw tienduizenden per jaar voor een dagelijks bezoek.
9
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Er wordt wel eens verwezen naar Duitsland, waar de solidaire kosten, betaald uit belastinggeld, voor de ouderenzorg ¼ bedragen van die in Nederland. Maar dat komt wel door veel grotere eigen bijdragen uit inkomen en vermogen. Ik verwacht dat wij in Nederland daar ook mee te maken krijgen, dus steeds meer individuele betalingen als wij zorg nodig hebben. En vergeet ook niet de kosten van steeds meer technische mogelijkheden in de curatieve zorg. Ik heb zelf pas een nieuwe heup, kosten € 9.700 . Mijn pacemaker moet om de vijf jaar worden vernieuwd (ook dit jaar!), per keer € 11.000. De staaroperatie voor de beide ogen kost ongeveer € 4.500. En dat naast de kosten van medicijnen die ik nodig heb. En zo zijn er veel 70+ers die zorg nodig hebben. Uiteraard waren de kosten toen ik nog jong was veel minder. Maar de medische mogelijkheden hebben ervoor gezorgd dat wij ook steeds ouder worden, en dat kost geld! Wij betaalden ook een solidaire premie, maar er waren relatief veel minder ouderen en de medische mogelijkheden waren veel minder. Ik verwacht dat de discussies over de financiering van zowel de curatieve zorg als de ouderenzorg dit jaar steeds heviger zullen worden. Er zullen drastische keuzes gemaakt moeten worden. En als de politiek hierin onvoldoende meedenkt (en niet zoals nu nog zelfs de rollator niet uit het pakket wil halen), dan lopen wij vanzelf tegen de financiële muur op. De NVOG houdt met de andere ouderenorganisaties in de CSO uiteraard de vinger aan de pols. Februari 2012 Pensioenen Haagse berichten De afgelopen weken stonden in het teken van Kamerdebatten over onderwerpen die gepensioneerden betreffen. In de Eerste Kamer werd eindelijk het initiatief wetsontwerp Koser Kaya / Blok aangenomen. Op 30 januari vond een debat plaats in de Tweede Kamer over de kortingen op de pensioenen die onlangs door De Nederlandsche Bank werden aangekondigd. Dit debat was aangevraagd door Paul Ulenbelt (SP). Pogingen van Kamerleden om aan deze kortingen te ontkomen, bijvoorbeeld door aanpassing -al dan niet tijdelijk- van de rekenrente, waren vruchteloos. De minister meldde dat hij in februari een besluit wil nemen over het invaren van oude rechten in het nieuwe pensioenstelsel volgens het pensioenakkoord. In maart zal hij daarover overleg plegen met jongeren- en ouderenorganisaties. In april verwacht hij met een contourennota te komen, die de verdere uitwerking van het pensioenakkoord, het nieuwe toetsingskader en de richting van de nieuwe wetsvoorstellen op pensioengebied zal bevatten. Uiteindelijk werd een motie aangenomen van de ChristenUnie, waarin de minister gevraagd wordt gepensioneerden en jongeren te betrekken bij de uitwerking van het pensioenakkoord. Een tweede motie van CU en PvdA, waarin gevraagd werd na afstempelen ook ‘bijstempelen’ bij herstel mogelijk te maken, werd eveneens aangenomen. Op 31 januari en op 1 februari vonden in de Tweede Kamer debatten plaats over de verhoging van de pensioenleeftijd. In de dagen rond deze debatten was Martin van Rooijen te horen bij BNR Nieuwsradio en op radio 1 bij Goede Morgen Nederland (KRO).
Zonder premiekortingen in verleden was pensioenkorting onnodig -door Ekko Smith-
10
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Hieronder wordt een raming gepresenteerd van de invloed op de huidige dekkingsgraden van de pensioenfondsen indien in de jaren 1995-2005 een kostendekkende premie zou zijn betaald en die premie tegen het gemiddelde rendement van alle pensioenfondsen zou zijn uitgezet. Het premietekort betreft zowel de premies voor de opbouw van ouderdomspensioen als de VUT. De raming is gebaseerd op drie betrouwbare bronnen en een belangrijke aanname mijnerzijds. De te lage premies zijn ontstaan onder druk van de Wet Brede Herwaardering van 1992, die onder andere tot doel had de zogenaamde ‘overwaarden’ bij de pensioenfondsen af te romen ter dekking van de tekorten op de rijksbegroting. Uiteindelijk is dit onderdeel nooit geëffectueerd. De dreiging heeft er wel toe geleid dat die zogenaamde overwaarden snel zijn weggewerkt door premieverlagingen, onvoldoende premiebetalingen voor VUT-regelingen, verbeteringen van de pensioenregelingen en terugstortingen aan de werkgevers. Dit artikel gaat dus alleen in op de gevolgen van de eerste twee factoren. Bronnen De eerste bron is het Centraal Economisch Plan 2003 van het CPB waarin wordt aangegeven dat in 2001 het tekort op de betaalde premie voor ouderdomspensioen en VUT circa vijf miljard euro bedroeg. Op basis van onder andere deze berekening van het CPB is in 2001 besloten in drie jaar tijd de premie weer kostendekkend te maken. De tweede bron zijn de Bijlagen 13 Koopkracht, wig en sociale lasten van de Centraal Economisch Plannen 2010 en 2008 van het CPB. In die bijlage 13 zijn onder andere vanaf 1995 opgenomen de totaal betaalde premies voor pensioen en VUT als percentage van het totale brutoloon en het totale brutoloon in miljarden. Het bleek niet mogelijk via internet de premiebetalingen door werknemers ook voor de periode van vóór 1995 te vinden, zodat voor die jaren geen berekening kon worden gemaakt. De derde bron is een publicatie van de Pensioenfederatie van 4 maart 2011, waarin in een grafiek de waardetoename van euro 100 in 1985 is aangegeven op basis van de jaarlijkse gemiddeld rendementen van alle pensioenfondsen in de periode 1985 t/m 2010. Eind 2010 bedroeg de waarde op die basis circa euro 650. Onze aanname is dat in de periode 1995 t/m 2005 de gemiddelde kostendekkende premie voor alle fondsen als percentage van het totale bruto loon niet veel zal hebben gevarieerd. In die gehele periode was namelijk de rekenrente van vier procent gebruikelijk en ook goed toepasbaar en was daarnaast het langlevenrisico redelijk stabiel. Berekening Het premietekort per jaar is op de volgende wijze berekend. In de onderstaande tabel zijn de cijfers opgenomen, die ik kort zal toelichten. In het jaar 2001 is 17,7 miljard euro aan premie betaald1. De kostendekkende premie is dan vijf miljard euro hoger volgens het CPB en bedraagt op die basis 14,5 procent van het totale brutoloon in dat jaar. Dat percentage wordt ook aangenomen voor de andere jaren. Op die basis is per jaar het tekort als percentage van het brutoloon bekend (regel 6) zijnde het verschil van regel 2 en die 14,5 procent. Het tekort in miljarden per jaar volgt dan in regel 7 uit de bedragen van regel 3 en het tekort-percentage. Uit regel 2 blijkt dat vanaf 2003 de premie boven 14,5 procent ligt en dus weer kostendekkend is. Dat spoort dus ook met het voornemen om vanaf 2001 dat in circa drie jaar te bereiken. Dat 14,5 procent een acceptabele schatting is voor de ondergrens van de
1
Bron: CEP 2010
11
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
kostendekkende premie, blijkt uit het feit dat de gemiddelde premie in 2003 t/m 2011 14,8 procent was. Het totale tekort-bedrag zonder rente op rente is dan ongeveer vijftig miljard. Uit de grafiek van de Pensioenfederatie is per tekort-jaar de vermenigvuldigingsfactor te bepalen, om op basis van dat gemiddelde rendement de waarde in 2010 na rentetoevoegingen te bepalen. Die factor staat in regel 8. Het bedrag van het totale tekort is op die basis in 2010 aangegroeid tot circa 97 miljard (regel 9). Som 95/0 2 1995
Jaar
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Totale pensioenpremie incl VUT % Brutoloon Brutoloon
in
8,1
8,2
8,6
9,1
9,3
9,6
11,3 13,0 14,7 15,6
117, 125, 126, 136, 146, 156, 161, 164, 166, 112,9 9 5 8 5 3 5 5 2 2
Miljarden Euro Totale pensioenpremie incl.VUT in miljarden Euro
10,8 11,5 12,7 14,0 17,7 21,0 24,1 25,9
9,1
9,7
14,5
14,5 14,5 14,5 14,5 14,5 14,5 14,5
-6,4
-6,3 -5,9 -5,4 -5,2 -4,9 -3,2 -1,5
-50,5 -7,2
-7,4 -7,4 -6,8 -7,1 -7,2 -5,0 -2,4
Kostendekkende premie. Basis=2001. Brutoloon
%
Tekort kostendekkende premie % Brutoloon Tekort kostendekkende premie Euro
in
miljarden
Rente op rente factor t/m Pens.federatie.
2009 2,6
2,3
2,0
1,8
1,6
1,5
1,6
1,7
Tekorten inclusief rente op rente t/m 2009
-97,3 -18,8 -17,1 -14,8 -12,3 -11,4 -10,8 -8,0 -4,1
Voor 2011 is nog geen betrouwbaar totaal rendementscijfer bekend. Het ABP behaalde een rendement van 3,3 procent en Zorg en Welzijn 8,4 procent. Bij de aanname dat de gehele sector minimaal 3 procent rendement heeft gehaald, zou dit bedrag eind 2011 aangegroeid zijn tot zo’n honderd miljard euro. Dit zou betekenen dat, indien dat geld niet al eerder is besteed aan indexatie van de pensioenen, de gemiddelde dekkingsgraad van de gehele pensioensector nu ongeveer dertien procent hoger zou zijn geweest. Dan zouden kortingen op de pensioenen niet aan de orde zijn geweest.
12
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Realistisch? De grote vraag is natuurlijk wat de waarde van deze schatting is. Door gebrek aan gegevens zijn de jaren voor 1995 niet meegenomen in de berekeningen. Het is aannemelijk dat pensioenfondsen vanaf 1993 begonnen zijn de ‘overwaardes’ te verlagen en dat dat in stappen heeft plaats gehad. De schatting is daardoor aan de lage kant. Bij een gelijke verdeling van die stappen over 1993, 1994 en 1995 zou het tekort in 2003 2,1 procent en in 2004 4,2 procent zijn. Het totale tekort eind 2010 zou op basis van de brutoloonsom van respectievelijk 105,9 en 109,1 miljard euro daardoor toenemen met circa 20 miljard euro. De schatting is te hoog indien de basisaanname onjuist is dat voor de beschouwde periode een premie van 14,5 procent van het brutoloon als onderwaarde voor kostendekkendheid kan worden gezien. Indien die waarde een procent lager zou zijn, daalt het tekort met circa 20 procent of totaal 20 miljard euro. In de periode 2003 tot 2011 ligt alleen in 2008 de premie met 13,3 procent onder deze verlaagde waarde. Zoals eerder gemeld, bedroeg in die periode de gemiddelde premie 14,8 procent. De beide invloeden hebben dezelfde orde van grootte. De raming van een totaal premietekort eind 2011 van zo’n honderd miljard euro moet dan ook als realistische orde van grootte worden beschouwd. De terugstorting aan de werkgever is hier buiten beschouwing gelaten. Sector brede gegevens hiervan zijn niet beschikbaar. Terugstortingen aan de werkgever zijn alleen van belang bij de ondernemingspensioenfondsen. Deze hebben echter geen invloed gehad voorzover het regelingen betrof waarbij zowel terugstorten als bijstorten door de werkgever als functie van de dekkingsgraad van toepassing waren. Bij bedrijfstakpensioenfondsen zal terugstorten gezien de verdelingsproblemen waarschijnlijk niet van belang zijn geweest. Ingeschat wordt dat sectorbreed dit gebruik van de ‘overwaarde’ voor terugstortingen van veel minder belang is dan de “premiekorting”. Conclusies Alles overziend kom ik tot de volgende conclusies: 1. De financiële positie van de pensioenfondsen eind 2011 zou aanzienlijk sterker zijn geweest indien in de periode 1993 tot 2005 een kosten dekkende premie zou zijn betaald door werkgever en werknemer en dit geld belegd zou zijn. 2. De totale waarde van het premietekort zou tot eind 2011 aangegroeid zijn tot circa honderd miljard euro. 3. De gemiddelde dekkingsgraad in de sector zou daardoor nu ongeveer dertien procent hoger zijn, zodat van kortingen op de pensioenen geen sprake hoefde te zijn. 4. Het is natuurlijk heel goed mogelijk dat fondsen gezien de betere dekkingsgraad een deel van dat geld besteed zouden hebben aan hogere indexatie van de opgebouwde rechten. Voor de gepensioneerden maakt dat geen verschil, omdat daardoor hun pensioenen nu al flink hoger zouden zijn geweest en er dus nu al veel minder koopkrachtverlies zou zijn geleden. 5. Terugstortingen lijken van minder belang te zijn dan de premiekortingen. Ekko Smith is voorzitter van de werkgroep Jaarverslagen & Indexaties bij de NVOG. Er wordt nog gewerkt aan een publicatie in NRC.
CSO: belangrijke stap in de medezeggenschap van pensioengerechtigden in pensioenfondsbesturen 31 januari heeft de Eerste Kamer ingestemd met het initiatiefwetsvoorstel van de leden Koşer Kaya en Blok waarin de mogelijkheden voor medezeggenschap van pensioengerechtigden in de besturen van de pensioenfondsen worden uitgebreid.
13
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
De CSO, de koepel van de ouderenorganisaties Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM, pleit al jaren voor een wettelijke vertegenwoordiging van gepensioneerden in alle besturen van de pensioenfondsen op basis van een evenredige zetelverdeling. Het initiatiefwetsvoorstel is een belangrijke stap in deze richting. De CSO heeft in het verleden met de Stichting van de Arbeid afspraken gemaakt over de medezeggenschap van pensioengerechtigden bij pensioenfondsen. Het recht van pensioengerechtigden op bestuursdeelname bij alle pensioenfondsen is echter nooit geregeld. Met het nu aangenomen wetsvoorstel krijgen pensioengerechtigden bij bedrijfstakpensioenfondsen ook recht op vertegenwoordiging in de besturen van hun fondsen. De pensioenfondsbesturen moeten de komende tijd belangrijke besluiten nemen over de afspraken uit het Pensioenakkoord en over het toekomstig bestuursmodel. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat ook de pensioengerechtigden betrokken zijn bij het nemen van deze belangrijke besluiten. De in de CSO verenigde ouderenorganisaties staan in de startblokken om, zodra het mogelijk is, deskundige pensioengerechtigden voor te dragen voor de besturen van de pensioenfondsen. De wet gaat in principe op 1 januari 2013 in, maar dat hangt ook af van het verdere verloop van het wetsvoorstel Versterking Bestuur Pensioenfondsen, waaraan minister Kamp momenteel werkt. In ieder geval staat wel vast dat in de besturen van bedrijfstakpensioenfondsen gepensioneerden zullen worden vertegenwoordigd. In Expliciet van maart volgt een kort artikel. Zie verder: www.nypels.nl
Persbericht CSO 20 februari 2012
Gepensioneerden maken zich grote zorgen: hun koopkracht zal sterk achterblijven Korting van pensioenen zou allerlaatste redmiddel moeten zijn Vandaag hebben de pensioenfondsen bekend gemaakt of ze de pensioenen moeten korten en zo ja hoe hoog deze korting is. Verwacht wordt dat dit miljoenen gepensioneerden zal treffen. Een ongekende situatie. De CSO, de koepel van de ouderenorganisaties Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM, vindt dat eerst alle andere maatregelen moeten zijn genomen voordat een pensioenfonds tot korting van de pensioenen kan overgaan. Ook pleit de CSO voor een andere berekeningsystematiek van de dekkinggraad. Het korten van de pensioenen is een ingrijpende maatregel die grote groepen gepensioneerden in hun inkomen gaan voelen. De CSO vindt dat deze maatregel pas genomen mag worden wanneer blijkt dat andere maatregelen niet meer werken. Onduidelijk is of inderdaad alles is gedaan om te voorkomen dat de pensioenen gekort gaan worden. De CSO heeft daarnaast altijd gepleit voor een aanpassing van de berekeningssystematiek van de dekkingsgraad. De rekenrente is sinds december 2011 gebaseerd op een driemaandgemiddelde. De CSO vindt dit niet voldoende. Zij vindt dat, gelet op het lange termijn perspectief van pensioenfondsen, er uitgegaan moet worden van een gemiddelde over een langere termijn.
14
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
Gepensioneerden zullen ook zonder het korten van pensioenen geconfronteerd worden met een directe koopkrachtachteruitgang als gevolg van het achterblijven van de indexatie van de pensioenen. Daarnaast heeft deze groep te maken met andere stijgende kosten, zoals de kosten van de zorg. De korting op de pensioenen, waarvan ook niet vaststaat of en hoe deze later hersteld wordt, komt daar nog eens bovenop. De CSO is de koepel van ouderenorganisaties. Ruim een half miljoen ouderen zijn lid bij haar lidverenigingen Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM. Hoofdtaak van de CSO is de collectieve belangenbehartiging van ouderen op rijks- en Europees niveau.
Lezing: “Pensioenakkoord en (invaren) bestaande pensioenrechten”. De kranten en de media staan bol van het Pensioenakkoord en de mogelijke gevolgen voor alles wat al aan pensioenaanspraken is opgebouwd. Welke keuzes zijn er te maken bij een nieuw pensioencontract dat noodzakelijk schijnt te zijn om ook de pensioenvoorziening in de toekomst betaalbaar te kunnen houden. Drs. T.J.R. Veerman, adviserend actuaris van Towers Watson zal dit actuele onderwerp tijdens onze algemene ledenvergadering nader toelichten en de laatste stand van zaken over de uitwerking van het pensioenakkoord (en de mogelijke gevolgen voor u als gepensioneerde) op een rijtje zetten (uiteraard met ruimte voor discussie). Wij nodigen u van harte uit om onze komende Algemene ledenvergadering te bezoeken.
Uitnodiging (zie onder)
Algemene Ledenvergadering VvGDN op dinsdag 17 april 2012. Plaats: KIC 3e etage bij Draka Kabel B.V. Hamerstraat 2 – 4 Amsterdam Aanvang: 13.30 uur. Zaal open vanaf 13.00 uur. Voorlopige agenda: -
opening en vaststelling agenda
-
goedkeuring notulen Algemene Ledenvergadering 14 april 2011
-
goedkeuring jaarverslag 2011
-
lezing: Pensioenakkoord en (invaren) bestaande pensioenrechten, inleiding en discussie door drs. Tom Veerman (adviserend actuaris Towers Watson)
15
NIEUWSBRIEF 6e
jaargang – nr. 1 – maart 2012
-
pauze
-
toelichting gesprek Aegon
-
ontwikkelingen PME, Stichting Pensioenfonds Draka Holding
-
oprichting VOG-PME (Vereniging van Organisaties Gepensioneerden PME)
-
bestuursverkiezing
-
financieel verslag 2011
-
verslag kascommissie
-
rondvraag
-
sluiting
Toelichting bestuursverkiezing. Volgens het aftreedrooster treden af: Hans Visser en Nico Holtring. Hans Visser stelt zich (helaas) niet meer beschikbaar voor herverkiezing. Het bestuur heeft Bert Docter bereid gevonden zich kandidaat te stellen voor invulling van de vacant komende bestuurszetel. Nico Holtring is herkiesbaar. Conform de statuten van onze vereniging kunnen andere kandidaten vóór aanvang van de Algemene Ledenvergadering worden voorgedragen. Naast een akkoordverklaring van de betrokkene dient de voordracht door tenminste tien stemgerechtigde leden te worden ondersteund. U kunt zich aanmelden via het e-mail adres:
[email protected] of telefonisch via tel. 0251 655540 of door het invullen van onderstaande invulstrook. Hieronder afknippen ……………………………………………………………………………………………..
Naam ……………………………………………………………. Meldt zich aan voor de Algemene Ledenvergadering op 17 april 2012 bij Draka Kabel B.V. Deze strook opsturen naar: Ledenadministratie VvGDN Boccherinistraat 41 1901 VC Castricum
16