Jaarcongres voor klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen vrijdag 26 april 2013, Utrecht
Van systeemdenken naar netwerkdenken: systemische blindheid en het tijdperk van de haast
Frans Boeckhorst
2
Overzicht: 1.
2.
3.
Systeemdenken: ruimtelijke metaforen: grenzen en structuren, evenwicht (stabiliteit), constantheid en continuïteit. Systemische blindheid I Eco-systemisch denken: ruimtelijke metaforen: veelvoudige samenhang en complexiteit Systemische blindheid II Netwerkdenken: temporele metaforen: ontgrenzing, versnellingen, vloeibaarheid, fragmentering en voortdurende verandering. Systemische blindheid III
3
1. Systeemdenken: een omwenteling in de psychologie.
• van individueel gedrag naar interacties, samenhang en herhalingspatronen (van binnenruimte naar buitenruimte) • van lineair-causaal verklaren naar circulair denken • geen intrapsychische krachten en energieën maar gedrag en interactie als communicatieve uitwisselingen. • de tweezijdige betekenis van gedrag: individueel en contextueel. (Bourdieu: de habitus van het individu)
4
Het gesloten systeemdenken. • grenzen, evenwicht, constantheid en continuïteit. • het systeem als een ‘gesloten circuit’ waarin de leden elkaars gedrag reguleren. • relatieregulering door (cybernetische) terugkoppelingslussen. • relatiedynamiek: posities, structuren, regels en herhaling van patronen. • de uitwisseling met de omgeving wordt genegeerd.
5
De zorginstelling/organisatie als ‘gesloten systeem’. • grenzen, structuur en hierarchische posities (organogram) • collectieve rasters (concepten en interpretatiegewoonten), gedragsroutines en handelingsrepertoires. • de tweezijdigheid van elke therapeutische handeling: de habitus van de therapeut.
6
Systemische blindheid I: De onbewuste invloed en contextuele kracht van rasters, routines en behandelregimes van de instelling op het creëren van ‘kennis’: ‘By the way we think, we create the organization we later discover’ (Srivasta,1995)
• •
Het experiment van Rosehan (1973): de context van de diagnose en behandeling. ESH-onderzoek (2005): systemische blindheid door het negeren van de context van de werkrelatie, geschiedenissen en de nadruk op de psychopathologie van de cliënt.
7
Beperkingen van het gesloten systeemdenken: • mechanisch denken (cybernetische concepten zoals feedbacklussen, homeostase, kalibratie). • eenzijdige nadruk op stabiliteit en continuiteit. • geen aandacht voor variëteit en fluctuatie in interacties. • geen aandacht voor betekenisgeving en intenties van mensen. • gevaar van machts- en controledenken. • illusie van maakbaarheid en ‘expertdenken’.
8
2. Eco-systemisch denken. • een systeem is ingebed in een grotere omgeving. • een groot en samenhangend geheel van ‘genestelde contexten’ • informatie-uitwisseling met de omgeving is wezenlijk voor de levensvatbaarheid, identiteit en het voortbestaan van een sociaal systeem. • grenzen dienen als afgrenzing èn verbinding. • dynamische stabiliteit: Door uitwisseling van informatie met zijn omgeving kan een systeem zich differentiëren en ontwikkelen. • continuïteit door voortdurende verandering.
9
Het eco-systemisch model (Bronfenbrenner,1977) Macro-systeem
exo-systeem
meso-systeem
Micro-systeem
10
Voorbeeld: geweld en ingebedde contexten Individueel: persoonlijkheidskenmerken, impulsiviteit, emotieregulering, hechtingsschemas, cognitieve schemas, socialisatie, trauma’s, geweldsgeschiedenis alcohol en drugs
Relationeel: omgang met intimiteit, invloed en macht, conflcitstijl, communicatiestijl
Omstandigheden: stress door financiële problemen, ingrijpende levensgebeurtenissen
Familie-netwerk: conflicten en loyaliteiten mbt familie, belastte familiegeschiedenissen, ziektegeschiedenissen
Problemen in leefomgeving, werk, school,
Samenleving-cultuur-media: opvattingen over aggressie en geweld
11
Eco-systemisch denken: veelvoudige samenhang Voorbeeld: geweld • Individueel: persoonlijkheidskenmerken, impulsiviteit, emotieregulering, hechtingsschemas, cognitieve schemas, socialisatie, trauma’s, geweldsgeschiedenis • Alcohol en drugs • Relationeel: omgang met intimiteit, invloed en macht, conflictstijl, communicatiestijl • Omstandigheden: stress door financiële problemen, ingrijpende levensgebeurtenissen • Familie-netwerk: conflicten en loyaliteiten mbt familie, belastte familiegeschiedenissen, ziektegeschiedenissen • Problemen in leefomgeving, werk, school, • Samenleving-cultuur-media: opvattingen over aggressie en geweld
12
Eco-systemisch denken Voorbeeld: ketensamenwerking gemeente Wooncorporatie
politie
Bureau jeugdzorg
OGGZ
kwestie
huisarts
Maatsch. werk
psychiatrie
thuiszorg verslavings zorg
13
Eco-systemische verwikkelingen tussen gezin en behandelsysteem. • • • • •
strijd over hiërarchische verantwoordelijkheden en spelregels. (verborgen)coalitiestructuren en triangulatie. verwarring door incongruente en tegenstrijdige boodschappen, vaagheid, onvolledigheid of achterhouden van informatie . conflicten over de definiëring van het probleem, behandelstrategieën en doelstellingen. • negatieve neveneffecten van intakeprocedures, behandelregimes en procedures. (Lit.: Schwartzmann 1985, Imber-Black,1988; Wynne,1986).
14
Systemische blindheid II: geen oog voor veelvoudige samenhang door complexiteit. • een veelvoud aan actoren, die hun eigen belangen en intenties hebben, • verschillende niveaus in de relationele afstemming (micro-meso-macro). • de grote rol van organisatorische denkrasters, routines en repertoires bij het omgaan met kwesties. • de interpretatie van een kwestie verandert voortdurend doordat actoren hun perspectieven verschuiven en betekenissen toevoegen . • geen van de actoren heeft de regie, en kan de onderlinge interacties sturen en controleren. • geen continuïteit: actoren hebben in verschillende situaties en over verschillende tijdsperioden met elkaar van doen. • onoverzichtelijke dynamiek door het samenspel van een veelvoud aan communicatieve processen, op allerlei niveaus en met tegengestelde dynamieken. • temporaliteit speelt een grote rol: verschillen in het omgaan met tijd in het coördineren van een behandeling en uitzetten van een behandeltraject. Lit: Stacey e.a. 2000; Shaw,2002;Bouwen & Taillieu,2004;Hosking & McNamee,2006..
15
3. Netwerksamenleving • veranderingen in de negentiger jaren/postmodernisme. • globalisering, informatisering, rol van technologieën en media leiden tot een verhoging van het levenstempo en een permanente toestand van veranderingen en overgangen. • sociaal-economische veranderingen verlopen steeds sneller en hebben grote invloed op levensstijlen en organisaties. • sociologen gebruiken de term netwerksamenleving.
Lit. Harvey,1990; Castells,1996; Sennett, 2010; Bauman,2000; Rosa,2005; Gergen,2000; Hermans & Dimaggio,2007.
16
Sociale netwerken: Mensen situeren zich wezenlijk anders in tijd en ruimte dan in ‘gesloten sociale systemen’.
• het klassieke systemische wereldbeeld met zijn nadruk op grenzen, structuren, stabiliteit en continuïteit verdwijnt. • interacties zijn communicatieve stromen waarin kennis en informatie worden gecreëerd en doorgegeven. • communicatieve stromen zijn tijdelijke verbindingen waarin mensen hun denken en handelen afstemmen en gezamenlijke betekenissen maken, intenties delen en problemen oplossen. • technologie en de media spelen hierbij een cruciale rol. • de relationele verbindingen worden niet door geschiedenissen en relationele en structurele machtsposities bepaald. • identiteit, die door continuïteit en constantheid wordt gekenmerkt, speelt geen rol. • de ‘grenzeloosheid’van netwerken leidt tot een dynamiek van voortdurend veranderingen, aangejaagd door informatietechnologie.
17
Sociale netwerken: het tijdperk van de haast. • • • •
versnellingen en versnelde versnellingen (technologisch en sociaal). tijdelijkheid van de dingen. vloeibaarheid van relaties en identiteiten (geen vaste betekenissen). veelvoudige werkelijkheid (meerstemmigheid, multi-being, het verzadigde zelf, het dialogische zelf, het zelf als rhizoom). • complexer worden van de samenleving • voortdurende verandering en overgang.
Lit.:Byung-Chul Han, 2012;Rosa,2005; Sennett,2010.
18
Voordelen van netwerk-dynamiek. • dogma’s en strakke, inperkende ideologieën en werkelijkheidsopvattingen verdwijnen. • veelvoudigheid en meerstemmigheid verruimen onze levenshorizon • individuele ruimte en keuzevrijheid om de eigen leefwereld vorm te geven, te experimenteren en nieuwe levensvormen te ontwikkelen. • een belofte van vooruitgang en ontwikkeling • tolerantie voor diversiteit en variëteit (?)
19
Gevaar van netwerkdenken in de zorg. • fragmentering: het ontbreken van continuïteit en samenhang. • de tyrannie van de actualiteit: processen, herhaling en geschiedenissen vallen buiten het vizier. • decontextualisering van vraagstukken. Toepassing op therapeutische zorg/hulpverlening: twee voorbeelden
20
Casusvoorbeeld 1: echtpaar (14 j. getrouwd, drie kinderen) Psychosoc hulpverl.
GGZ:Gezin
alternatieve therapieën (3)
Indiv. therapie
relatietherapie
Fysiotherapie Haptonomie
Indiv. therapie
mevrouw
huisarts
Indiv. therapie
mijnheer
Psycholoog (werk) Coaching (werk)
Coaching (privé)
21
Vervolg casusvoorbeeld 1. Mevrouw: totaal 10 therapeutische relaties. Aantal bijeenkomsten variërend van 2 tot 15 keer. Mijnheer: totaal 4 relaties. Terugkerende verwikkelingen, onvrede, onduidelijkheden, ontbreken van informatie en verschuivingen van problematiek .
Fragmentering, tyrannie van actuele problematiek en decontextualisering: • alle betrokken therapeuten/hulpverleners/coaches zijn niet of nauwelijks op de hoogte van elkaars diagnostiek, doelstelling en verloop van de behandeling. • hulpverleningsgeschiedenissen worden niet systematisch nagevraagd en geëvalueerd. • in de loop van de afgelopen 9 jaar verandert per contact de definiëring van de problematiek. Geen van de betrokkenen heeft een samenhangend beeld en overzicht over het verloop van de behandeltrajecten. • voor het ‘tijdstraject’ is geen oog.
22
Casusvoorbeeld 2: zoon van 18 jaar ernstige life-events in gezin A t/m H (poli)klinische opnames (verschillende instellingen) Krisis in gezin
ontstaan van strijd tussen gezin en instelling A
A
B C D E D F
C
G H
veel huisartscontacten
5
10
14
15
17
18 jaar
23
Casusvoorbeeld 2: •
Levenslijn: stapeling van chronische klachten, ingrijpende levensgebeurtenissen, opnames en behandelingen die resulteren in onmacht, demoralisering en toenemende afhankelijk van zorginstelling!
•
Probleemkluwen: een veelvoud aan gemengde klachten en niet eenduidige problemen, vol tegenstrijdigheden en ingewikkelde samenhangen, waarbij betekenissen steeds in de tijd verschuiven.
•
Langdurig traject van oplossingen en behandelingen waarbij: – – – –
– – – – –
een veelheid van actoren en instellingen betrokken raken. samenwerking overheerst wordt door onbegrip, geschil en conflict. krisissituaties emotionele druk creëren en de actualiteit domineert. geschiedenissen uit het vizier verdwijnen en klachten en problemen gedecontextualiseerd worden. steeds meer ‘specialistische’ diagnostiek en zorg plaatsvindt. steeds méér en zwaardere psychopathologisering plaatsvindt. niemand (over)zicht heeft over processen en ingewikkelde interdependenties. tijdsdsdruk/strijd/concurrentie leidt tot gebrekkige overdracht van kennis en ervaringen. er geen gezamenlijke reflectie plaatsvindt.
24
Systemische blindheid III. • de toengenome complexiteit van vraagstukken en samenwerkingsproblemen – die voortdurend in beweging zijn – versterkt dat men zich opsluit in het eigen perspectief. Vooral als de druk om snel te handelen toeneemt • tyrannie van de actualiteit: door versnellingen en voortdurende veranderingen domineert het korte termijn denken. • fragmentering van de sociale werkelijkheid: De deregulering van onze tijdservaring leidt tot grillige, onvoorspelbare sociale processen die als een stapeling van fragmenten worden beleefd, waarin de samenhang en continuiteit van langdurige persoonlijke en institutionele doelen ontbreken (Sennett: ontheemding) . • decontextualisering: versnelling, fragmentering en korte termijndenken vergroten het gevaar dat de context van vraagstukken wordt genegeerd. Ook wordt de neiging om kwesties en personen te ‘pathologiseren’groter.
25
Andere nadelen van netwerk-dynamiek. • korte termijn denken, versnellende veranderingen en ontbreken van continuïteit heeft gevolgen voor onze professionele identiteit en vermindert de betrokkenheid en loyaliteit van werknemers (de verwaarloosde, cynische of vermoeide organisatie). • psychologische onzekerheid neemt toe (Hermans, Sennett) • vermoeidheid, overprikkeling en burn-out als gevolg van de voortdurende veranderingen en overgangen, het ‘teveel’ aan eisen en mogelijkheden en het gebrek aan ritmes en regelmaat.
26
Systemische (contextuele) reflexie bij stagnatie en impasses. • maak een tijdslijn want ‘kwesties reizen in de tijd’. • contextualiseer elke kwestie: onderzoek de samenhangen tussen levensgebeurtenissen, nieuwe omstandigheden, aanmelding en verloop van de behandeling. • trajectdenken: houd de hulpverleningsgeschiedenis steeds in het oog (herhalingen van patronen en kwesties). • Onderzoek de ‘arena’ van betrokken hulpverleners, hun rasters, routines en behandelregimes. • Systemische reflexie en beraad: onderzoek gezamenlijk de onderlinge samenwerking, afstemming en de context die er in de loop van de tijd is ontstaan.