Van softies, dibies en ikkies tot cybersnoezelen: ICT for specials Nico is 17 jaar. Hij loopt school in BUSO Woudlucht en volgt er opleidingsvorm 2. Elke dinsdagavond komt hij naar het computercentrum van Link In de Kabel in de Ridderstraat in Leuven. Samen met andere jongeren uit de buurt komt hij er zijn mailtjes bekijken, wat surfen op het internet. Lieve en Jan, de begeleiders van Link in de Kabel zijn steeds in de buurt. Ze helpen hem een handje wanneer hij wat vast zit op de computer. Nico leerde Link in de Kabel kennen via de speciale computerlesjes die ze vorig jaar organiseerden rond WAI-NOT. Link in de Kabel organiseert op regelmatige basis computerlesjes voor jongeren met speciale noden. Vele van hen komen uit maatschappelijk kwetsbare milieus of lopen school in het Buitengewoon onderwijs. Danny is een vijftiger met nog heel wat in zijn mars. Van een begeleidster kreeg hij ooit een aftandse laptop en daar is hij aan de slag mee gegaan. Ondanks zijn eenzijdige gedeeltelijke verlamming probeert hij de computer in te zetten bij zijn dagelijkse activiteiten. Zo verzeilde hij in enkele projecten begeleid werk, ondermeer in een school waar hij verantwoordelijk is voor het digitaliseren van de catalogus van de bibliotheek. De orthopedagoog van de voorziening waar hij verblijft schreef hiervoor een aangepaste database die hij op zijn tempo en in functie van zijn gemoedstoestand invult. Zijn droom is dan ook ingeschakeld te worden als bibliothecaris. In de voorziening is hij tevens verantwoordelijk voor de maandelijkse nieuwsbrief die hij van op zijn eigen e-mailadres verspreidt. Buiten wat aanpassingen in software en meer tijd, kan Danny voorlopig zijn plan trekken. Maar misschien kan dit voor hem nog efficiënter?
Zoals de meeste jongeren vindt ook Niels de computer een geweldig ding. En ook volwassenen als Danny ontdekten ondertussen de waarde van ICT en internet. Tot nu toe niets speciaals en een parallel verhaal bij de ‘niet-specials’. Cyberspace (als metafoor voor het nieuwe digitale wereldbeeld waarin we leven) is een realiteit. Het is duidelijk dat ICT ook belangrijke toepassingsgebieden kent voor mensen met verstandelijke beperkingen. Om dit medium ten volle te benutten is er echter (veel) ondersteuning nodig en aanpassingen op maat van de persoon. Pas dan zal hun kwaliteit van leven er werkelijk mee gediend zijn. Het is niet alleen een pedagogische maar ook een maatschappelijke opdracht om te zorgen dat de ICT-mogelijkheden op een verantwoorde manier gebruikt worden. Digitale zorg bieden op pedagogisch vlak kan door het medium niet als doel te zien (bv. “Ik zet hem even voor de computer dan is hij twee uur rustig”), maar als middel (bv. met het oog op functietraining of in het kader van een zinvolle vrijetijdsbesteding) op maat van de jongere en volwassene. Zo kan zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele ontwikkeling er baat bij hebben. Op maatschappelijk vlak kan digitale zorg geboden worden door bij elke ICT-ontwikkeling de reflex te maken: is iedereen mee? Zijn de ICT-toepassingen voor iedereen toegankelijk en betaalbaar, welke aanpassingen zijn nodig voor bevolkingsgroepen die het maatschappelijk moeilijk hebben? E-Inclusie of het internet als maatschappelijk fenomeen waarbij al vanaf de eerste html-code (een computertaal om websites te maken) rekening wordt gehouden met de vereisten van toegankelijkheid voor personen met een beperking (Nijs, 2007). De informatiesnelweg raast langs ons door. Zwakkere weggebruikers vragen echter speciale aandacht (Beke, 2001). Denk maar aan die éne (?) vrouw met een verstandelijke handicap die fan is van Will Tura. Ook zij wil chatten met andere fans en heeft zelfs ideeën voor een heuse fanpagina. Maar of dit kan, hangt veelal af van een verstandelijk toegankelijk internet, internetpagina’s op maat van mensen met een verstandelijke beperking (Nijs, 2007). In deze bijdrage zetten we een aantal ICT-toepassingen op een rijtje die een meerwaarde kunnen zijn binnen het streven naar digitale zorg op maat. Deze omvatten dan: aangepaste
software (vb. niet té kinderlijk als resultaat van de zoektocht naar materiaal op lagere verstandelijke leeftijd), toegankelijke internetsites (slechts weinig pagina's zijn echt toegankelijk voor kinderen en jongeren met een verstandelijke handicap, bijvoorbeeld omwille van de leescapaciteit) en een goede pedagogische begeleiding. We beschrijven eerst een aantal websites waarop hierover interessante informatie te rapen valt. Daarnaast gaan we in op enkele recente hard- en softwaretoepassingen. Vervolgens staan we stil bij toegankelijk internetgebruik. We presenteren daarbij ook enkele toegankelijke websites en bekijken we wat e-Inclusie kan betekenen aan de hand van het Anysurfersnetwerk. Verder bekijken we een aantal lopende onderzoeken aangaande ICT-gebruik bij mensen met een verstandelijke handicap. Aangaande pedagogische begeleiding beschrijven we enkele speciale computerclubs en initiatieven. Tot slot richten we onze pijlen op enkele knelpunten: de schermenstrijd en veiligheid. A.
Het internet als hulpbron
ICTHelpt (www.icthelpt.be) is het trefpunt voor wie informatie zoekt over nieuwe aangepaste of aanpasbare software, hardware en websites voor kinderen en jongeren met bijzondere noden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende onderwerpen afhankelijk van de soort beperking. Er is een speciale rubriek voorzien met info voor personen met een verstandelijke handicap. Ondanks het feit dat niet alle info en tips relevant zijn voor de doelgroep staan er toch enkele interessante dingen op. Voor veel van deze producten kan je voor meer info terecht bij Modem (www.modemvzw.be). Van vergelijkbaar pluimage is de website Ictwijs.be (www.ictwijs.eu). Het is een website op maat, een zoekwijzer met ICT-oplossingen voor specifieke doelgroepen zoals kinderen en volwassenen met een verstandelijke, auditieve, visuele, motorische of andere handicap. Ictwijs.be verzamelt, verwerkt en verspreidt informatie over aangepaste ICT-oplossingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Op de website vind je per doelgroep artikels over ICTtoepassingen die te gebruiken zijn in het onderwijs en in arbeidssituaties. Vlibank (www.vlibank.be of www.koc.be) is de Vlaamse hulpmiddelendatabank met gegevens over meer dan 10 000 (technische) hulpmiddelen voor personen met een motorische, visuele, gehoor- of spraakbeperking en voor personen met een cognitieve beperking of leerstoornis. Je kan in de databank op zoek gaan naar hulpmiddelen uitgaande van welke activiteit er met het hulpmiddel moet uitgevoerd worden. Je kan ook zoeken via de naam van het product, via het soort hulpmiddel of via de naam van een handelaar. Per product is er een brochure of folder, een verkooppunt en indien beschikbaar, de prijs. De databank voorziet in objectieve aankoopinformatie. Klascement (www.klascement.net) is de Vlaamse educatieve portaalsite. Samen met leerkrachten wordt een bibliotheek aangelegd met waardevol lesmateriaal waaronder cursussen, lesbladen, presentaties, video’s, foto’s, oefeningen, software, sites, ... gemaakt door en voor leerkrachten. Twee zinnen omschrijven de werking van de site: ‘connecting teachers’ en ‘the user is the content’. Dit betekent dat je gratis waardevol en up-to-date materiaal kan verwachten. Nadeel is dan wel dat je er alleen kan downloaden als je zelf ook leerkracht bent.
B. Aangepaste software
Op de bovenstaande websites is een heleboel informatie te vinden rond specifieke hard- of sofware toepassingen. Het is vaak een hele zoektocht om iets op maat te vinden. Het loont zeker de moeite om op zoek te gaan en een aantal specifieke dingen uit te proberen. We kiezen er binnen dit artikel niet voor om een overzicht te geven wat al wat bestaat maar geven ter illustratie enkele voorbeelden van wat op de markt is van freeware (gratis op het net te vinden) of software te downloaden tegen betaling. Nieuwe pictogrammen vind je op www.sclera.be . Het zijn allemaal duidelijke pictogrammen die je gratis kan downloaden en gebruiken. De pictogrammen die hier aangeboden worden, dienen in de eerste plaats om duidelijkheid en structuur te bieden aan mensen met een verstandelijke beperking. Deze pictogrammen vullen duidelijk een leemte op die werd gelaten door de grote, betalende pictogrammen reeksen zoals de Amerikaanse PCS-pictogrammen, de Nederlandse Visitaal-pictogrammen en de Vlaamse BETA-pictogrammen. De Sclerapictogrammen kan men dus erg goed aanvullend gebruiken bij deze betalende systemen, voor de pictogrammen die men er niet in kan terugvinden. Daarnaast bestonden er al natuurlijk al een reeks andere pictogrammenreeksen die men gratis op internet kan vinden, maar de kwaliteit hiervan is zeer wisselend. Bij de Sclera-pictogrammen is er een grote eenvormigheid, herkenbaarheid, visuele rust, … die men bij de andere gratis pictogrammen bijna nooit kan terugvinden (Dirk Lembrechts, 2006). Point-N-Click (www.polital.com/pnc/) is een gratis programma dat automatisch muiskliks uitvoert. De muiscursor even laten stilstaan is voldoende om te klikken. Dit soort programma’s is interessant voor mensen die heel moeilijk kunnen klikken maar de muis wel goed kunnen sturen of voor gebruikers van hoofdmuizen. Een heel uitgebreid gamma van soorten muiskliks zijn uit te voeren (links, rechts, slepen, herhaaldelijk klikken, Ctrl+klik, Alt+klik, …). Het programma is heel instelbaar. Het is dus ook mogelijk om het heel eenvoudig te gebruiken. Bijzonder is ook dat het venster transparant kan worden gemaakt, waardoor je achterliggende programma’s altijd ziet staan. Men kan er voor kiezen om een eenmalige klik te geven of telkens te klikken wanneer de muiscursor stil staat. Pilotus (http://www.pilotus.nl/) is een E-mailprogramma en agenda voor mensen met een verstandelijke handicap. De Pilotus software is afgestemd op de behoefte van mensen met een verstandelijke handicap. Het programma combineert mogelijkheden zoals e-mailen, tekentools, het gebruik van bestaande symbool sets, het gebruik van foto's, een webcam en een tekst-naarspraak functionaliteit. Al deze en meer mogelijkheden zijn geïntegreerd in een gebruiksvriendelijke interface. Het is een gesloten en veilige omgeving. Pilotus kan worden aangeschaft door een vriend of familielid van iemand met een verstandelijke handicap. Deze persoon (de beheerder) voert een aantal (2-10) mensen in de Pilotus groep. Bij de installatie van het programma kiest de beheerder één van de acht geïntegreerde symboolsets die in het programma gebruikt worden. Een pakket voor vijf personen heeft nu de vaste prijs van 172€. Krowser (www.krowser.nl) is in wezen een aangepaste browser voor de allerkleinsten en is dus software. Deze browser werkt op basis van enkele voorgeselecteerde sites. Dit is een uitstekende manier om jonge kinderen hun eerste stappen in cyberspace te leren zetten, en zeker ook waardevol voor het surfen van kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap. Helemaal gratis is de software niet, na het downloaden kun je het programma maar 10 minuten achter elkaar gebruiken. Daarna moet je het opnieuw opstarten. Zo kun je kennismaken met Krowser. Wil je het echt gaan gebruiken, dan dien je eenmalig 9,95 € te betalen. Een heel laag bedrag voor dit uitgebreide programma.
C. Naar een toegankelijk internet Surfen op het internet vraagt complexe vaardigheden. Immers, voor je het weet loop je verloren op de webpagina’s die zich razendsnel voor jou openen. Komt daarbij dat de meeste sites gericht zijn op vlotte lezers, wat surfen voor personen met een verstandelijke handicap eerder op een ‘internetchaos’ kan doen leiden. Personen met verstandelijke beperkingen hebben meer dan andere mensen nood aan structuur en duidelijkheid ook op het internet. Wanneer we kijken naar de activiteiten die jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap (willen) doen op het internet zijn dat: informatie verzamelen, zich ontspannen, maar ook communiceren met elkaar. Het is algemeen geweten dat personen met een verstandelijke handicap vaak moeite hebben met het leggen van contacten en daardoor dreigen sociaal geïsoleerd te raken. De contacten die zij hebben zijn veelal georganiseerd en in groepsverband en vinden plaats in de directe woon- en/ of dagbestedingomgeving. Dit probleem geldt ook voor de ouderen met een verstandelijke handicap. De mogelijkheid om met behulp van internet contacten te leggen zou de wereld van deze mensen enorm verbreden. Het wordt dan bijvoorbeeld mogelijk om met een aantal mensen activiteiten te ondernemen en ervaringen uit te wisselen. Veel van hen willen ook graag een relatie en zijn op zoek naar een vriend of vriendin. Via het internet zouden zij dan ook op afstand met een ‘ver’ familielid kunnen gaan emailen of chatten en zo een goede relatie onderhouden. In het verleden zijn een aantal initiatieven genomen waarbij mensen met een verstandelijke handicap met behulp van het internet met elkaar contact zochten. Deze initiatieven zijn echter gestrand omdat deze sites ook toegankelijk waren voor mensen buiten de doelgroep. De doelgroep geeft zelf aan een veilige internetomgeving zeer belangrijk te vinden. Via die veilige internetomgeving willen ze graag mailen en chatten met leeftijdgenoten en familieleden, waardoor ze hun eigen sociale netwerk kunnen bouwen en onderhouden. Voor personen met een verstandelijke handicap staat men voor een schijnbaar dilemma: een apart circuit van sites creëren (op maat) ofwel om de gewone websites aan te passen zodat ze ook voor hen toegankelijk zijn (design for all). We zouden voor de twee willen pleiten: de maatschappelijke inspanningen voor algemene toegankelijkheid en de pedagogische initiatieven voor toegankelijkheid door speciale portaalsites of omgevingen. Voor informatie over het eerste (de maatschappelijke toegankelijkheid) verwijzen we naar de paragraaf met het initiatief van het AnySurfer-Netwerk. Voor het tweede (speciale portaalsites) bespreken we hier enkele bruikbare voorbeelden. Opmerkelijk is dat het voornamelijk gaat over Nederlandse initiatieven, uitgezonderd het WAI-NOT platform. (screenshot Wainot) Wie in Vlaanderen “ICT en jongeren met een verstandelijke handicap” zegt, komt vanzelfsprekend bij WAI-NOT terecht. Deze vzw huisvest zijn zetel in Heverlee (BUSO-school Terbank). De website van WAI-NOT (www.wai-not.be) is speciaal ontworpen voor kinderen en jongeren met een verstandelijke handicap maar is ook aangenaam voor volwassenen. De pagina’s hebben een eenvoudige structuur en bevatten niet te veel informatie. De WAI-NOT website biedt spelletjes, muziek, puzzels en andere leuke dingen. Ook meer educatieve aspecten komen aan bod: de WABLIEFT-krant, cursussen over bepaalde thema’s (koken, knutselen,…) enz. De omgeving past zich aan naargelang de mogelijkheden van de gebruiker. Er wordt gebruik gemaakt van gesproken taal en/of BETA prenten om de communicatie te ondersteunen. WAI-NOT gebruikers kunnen chatten, deelnemen aan wedstrijden, het gastenboek invullen, hun ideeën geven over bepaalde onderwerpen, enz.
Naast de website voor mensen met een verstandelijke handicap biedt de website www.wainot.org informatie voor begeleiders en leerkrachten. De vzw WAI-NOT werkt actief samen met de Katholieke Hogeschool Kempen. Deze zorgt voor de technische ontwikkelingen in samenwerking met docenten en eindwerkstudenten uit ICT richtingen. Verder werkt WAI-NOT samen met vzw BETA voor het gebruik van pictogrammen (www.betavzw.be) en met de WABLIEFT-krant voor het aanbod van nieuwsberichten in klare taal (www.wablieft.be). WAI-NOT werkt ook mee aan ICThelpt, het trefpunt voor wie informatie zoekt over nieuwe aangepaste of aanpasbare software, hardware en websites voor kinderen en jongeren met bijzondere noden. Een groot gedeelte van de WAI-NOT website kan vrij bezocht worden. Wil je met WAI-NOT ook meedoen aan het interactieve luik (e-mail verzenden, chatten, wenskaarten verzenden of meedoen aan de WAI-NOT wedstrijden), dan moet je eerst geregistreerd worden als gebruiker. Een klein nadeel: sedert de nieuwste versie van de internetbrowser Internet Explorer zijn er regelmatig technische problemen op deze internetspeeltuin. Men doet er alles aan om hiervoor een structurele oplossing te vinden (raadpleeg hun helpdesk hieromtrent). WAI-NOT biedt scholen en voorzieningen de optie om de registratie van een ganse klas of groep zelf te organiseren. Een gebruikerslicentie kost momenteel per gebruiker 3,5 €/jaar. Wie meer informatie wil, kan contact opnemen met het secretariaat van WAI-NOT via
[email protected]. (screenshot ookjij.nl) OOKJIJ (www.ookjij.nl) is een Gronings initiatief dat zowel qua ontstaan als functionaliteiten te vergelijken is met Wai-not. Het initiatief voor de site werd destijds genomen door de ouders van een puber met een verstandelijke handicap. Zij constateerden dat er voor hem nauwelijks iets te vinden was op het internet om zich te vermaken. Ook die jongeren willen graag het internet bezoeken om spelletjes te spelen, om onderwerpen met een hoog informatief gehalte te raadplegen en om contacten te leggen met anderen. De website is bedoeld voor jongeren met een verstandelijke handicap die niet of nauwelijks kunnen lezen. OOK JIJ bevat tevens een recente contactmodule. ‘Ook jij maakt vrienden’ is een veilige omgeving voor mensen met een verstandelijke handicap waarmee ze contacten kunnen leggen en onderhouden. Het is nu mogelijk om op een veilige manier via het internet met elkaar te communiceren. Via een numerieke inlogcode kom je in het systeem. Bij het invoeren van de gegevens van de gebruikers zijn een aantal invoervelden verplicht geworden. In ieder geval moet de naam (voornaam en achternaam) worden ingesproken met behulp van een microfoon. Verder is het nu verplicht om een digitale pasfoto te 'uploaden'. Om toegang tot het platform te krijgen wordt door Stichting Ookjij.nl een persoonlijke toegangscode beschikbaar gesteld. Deze code is uniek en vormt in combinatie met de eigen pasfoto de werkelijke toegang op het communicatieplatform. Nieuw is dat gebruikers nu een tekstbericht, een e-card, een spraakbericht en een videobericht kunnen aanmaken en versturen. Een chatfunctie wordt aangekondigd. In een latere fase komt er ook nog de mogelijkheid om zelf websites te bouwen of met meerdere personen tegelijk online spelletjes te spelen. De kosten voor het abonnement worden laag gehouden. Voor € 1,95 per maand kun je nu al beginnen. Ikkies (www.ikkies.nl) is een integraal pakket (software en internet)en maakt mogelijk wat de gebruiker wil doen op zijn computer. Muziek luisteren, spelletjes spelen, sites bezoeken, films en foto's bekijken, afspraken weergeven, boodschappen versturen. Dat gebeurt allemaal vanuit één overzichtelijk programma, bestuurd met een muis of een touchscreen. IKKIES is eenvoudig aan te passen aan het communicatieniveau en aan de wensen van de gebruiker. De eerste keer dat je het gebruikt moet je na het downloaden een aantal individuele indicatoren van de
gebruiker instellen. Eenmaal geïnstalleerd komt er een snelkoppeling op het bureaublad. Indien je het programma opent kom je in een gesloten omgeving te vergelijken met een vereenvoudigde internetbrowser. Er is een verbinding met het internet nodig om het te laten werken. Vele pagina’s zijn een link naar andere pagina’s of filmpjes. Je kan niet doorklikken naar andere internetpagina’s en om af te sluiten moet je als begeleider ctrl+alt+del doen. Werken met IKKIES start met het instellen van een aantal parameters en het samen op maat maken van het systeem. Dit gebeurt met begeleiders of familie. Men bepaalt zelf de opbouw, de vormgeving en inhoud van de eigen IKKIES-omgeving. Voor individuele gebruikers wordt IKKIES gratis aangeboden, organisaties kunnen het tegen betaling gebruiken als basis voor hun cliëntencommunicatie via de computer. Hou ermee rekening dat de inhoud van het programma sterk Nederlands is getint (vb. Frans Bauer liedjes,….) en toch vrij beperkt is in vergelijking met de inhoud van WAI-NOT. Het Hondje (www.hethondje.nl) is een initiatief uit het Nederlandse Almere. De website draait om een hondje dat de surfers de weg wijst in onze complexe wereld, onder andere het internet. Dit blijft overwegend een lokaal initiatief, doch het onderdeel ‘Ik’ probeert om de persoon met een verstandelijke beperking bewust te maken van zijn eigen gevoelens via het dagboekonderdeel: ‘Ik voel me vandaag’. Een ander praktisch en ook leuk onderdeel is ‘IK ga iets kopen’, waarbij de waarde van het geld aan de hand van boodschappen doen wordt gedemonstreerd. Een nadeel is dat de communicatiekanalen (forum en prikbord) niet zijn beveiligd en dus iedereen berichten kan posten. (screenshot Steffie) Steffie (www.steffie.nl) is een Nederlands RVU (educatieve omroep)-initiatief waarop via een aangepaste site een aantal maatschappelijke thema’s worden uitgelegd op een visuele en auditieve manier. Sinds 2002 wordt Steffie beheerd door de stichting ZetNet (een platform voor iedereen die zich betrokken voelt bij mensen met een verstandelijke handicap). Er komen thema’s aan bod zoals surfen op het internet, e-mailen, een bankkaart gebruiken, naar het ziekenhuis gaan, een treinkaartje kopen,… Hoewel het vertrekt vanuit de Nederlandse situatie toch zeker ook bruikbaar bij Vlaamse personen met een verstandelijke handicap. Wie Wat Hoe (www.wiewathoe.nl) is een website voor mensen die moeilijk leren en voor mensen met een verstandelijke handicap uit Amsterdam en omgeving. Het omvat een chatfunctie, informatie en agenda, allemaal vrij toegankelijk. Het informatief gedeelte is alleen toegankelijk voor de betere lezers en uitsluitend toegankelijk met de browser Internet Explorer. Doe dat (www.doedat.nl) is een startpagina voor personen met een verstandelijke handicap en werkt ook uitsluitend binnen Internet Explorer. Kijkstad (www.kijkstad.nl) is een virtuele gemeenschap voor kinderen en jongeren die niet kunnen communiceren via geschreven taal. Er wordt gebruik gemaakt van symbooltalen zoals Bliss, Beeldlezen, Beta of PCS. Om Kijkstad te bezoeken en gebruik te maken van alle mogelijkheden die deze stad biedt, heb je een aantal programma's nodig. Het startpakket voor Kijkstad met CD- ROM en een handleiding is aan te vragen bij de BOSK en kost 8 €. IXI-je biedt een beschermd online communicatienetwerk voor mensen met een verstandelijke handicap. Via de website http://www.hebjenuevenvoormij.nl kunnen mensen beschermd chatten, contacten houden met video-chat, e-mail en online chat. De omgeving is heel
eenvoudig opgezet, de vormgeving kan aangepast worden en het profiel van de gebruiker bepaalt met wie hij contact kan maken. Ook IXI-je werkt uitsluitend binnen Internet Explorer. D.
Is uw website toegankelijk?
Momenteel is 12% van de websites van de Vlaamse overheid toegankelijk voor mensen met een handicap. Zij ontvingen het AnySurfer-label (www.anysurfer.be). Dat kwaliteitslabel bewaakt de webtoegankelijkheid voor slechtzienden, blinden en ouderen, maar ook voor mensen met een motorische en auditieve handicap. Nog eens 13% is goed op weg om het label binnenkort in de wacht te slepen. Dit is opvallend beter dan de ‘commerciële’ websites, waarvan amper 4% toegankelijk is In een rondzendbrief aan alle managers van de Vlaamse overheid verwoordt minister Bourgeois (Vlaams minister van Bestuurszaken) de doelstelling: alle nieuwe websites sinds 2006 moeten toegankelijk zijn volgens de basisnormen van het AnySurfer-label. Per beleidsdomein wordt een coördinator aangeduid die de entiteiten bijstaat en de webbeheerders informeert. Ook moet elke overheidsopdracht voor de creatie van een webstek voortaan minstens de AnySurferbasisnormen als technische specificatie bevatten. De Vlaamse overheid zal extra inspanningen leveren om haar websites toegankelijk te maken voor mensen met een handicap. Het bestaande AnySurfer label biedt in zijn huidige vorm echter nog onvoldoende garanties inzake inhoudelijke toegankelijkheid van websites voor specifieke doelgroepen (zoals mensen met verstandelijke beperkingen, mensen met leerproblemen,..). Die garanties kunnen met het bestaande AnySurfer label wel reeds geboden worden inzake technische toegankelijkheid van websites voor enkele doelgroepen (visuele handicap, motorische handicap). Voor sommige doelgroepen is het echter wenselijk bijkomende eisen te stellen. Daarom sloegen volgende organisaties de handen in elkaar om via het AnysurfersNetwerk een concrete oplossing te bieden aan het gestelde probleem:
Dienstverlening voor niet- en slechtziende mensen
personen met een fysieke beperking
onderzoeksgroep Digitale inclusie KHkempen
Federatie Vlaamse Doven Organisaties
VOCB: Vlaams ondersteuningscentrum voor Basiseducatie
Internet voor personen met een verstandelijke beperking
Deze organisaties zijn bezig om een richtlijnenset te ontwikkelen die zal toelaten om een dienstverlening op te zetten voor websites te screenen op hun toegankelijkheid voor mensen met beperkingen (inclusief personen met verstandelijke beperkingen). Deze dienstverlening zal waarschijnlijk operationeel zijn vanaf 2009.
Wil je nu al wat tips om uw website toegankelijk te maken voor een doelgroep van licht verstandelijk gehandicapten, dan kan je je website laten screenen via de WAI-NOT-test (zie www.wai-not.org onder nieuws en projecten). E.
Onderzoek
De laatste jaren worden er in een aantal Vlaamse Hogescholen projecten en onderzoeken opgezet met de bedoeling de kennis met betrekking tot ICT voor personen met een verstandelijke handicap te verhogen. Dibies Dibies ‘do-it-by-yourself-easy’, wil pleitbezorger zijn voor een verstandelijk toegankelijk internet. Het initiatief is een uitwas van een afstudeerproject in 2006 op de Katholieke Hogeschool Limburg departement SAW. Een betrokken student en docent varen onder deze vlag verder met als hoofddoelstelling van ‘verstandelijke toegankelijkheid’ een varend schip te maken. Dit academiejaar startte een nieuwe groep studenten Orthopedagogiek een bevraging van een groep volwassenen met een verstandelijke beperking. Zij zochten antwoord op de vraag naar wat volwassenen met een verstandelijke handicap kan boeien op het internet en in welk kleedje dat dan geëtaleerd dient te worden. Dit resulteerde in suggesties voor wat de inhoud van een zogeheten startpagina op maat dient te zijn. In de eerste plaats wat vormgeving betreft zijn zij voorstander van een gecombineerd gebruik van spraak en tekst op alle delen van de website. Verder is het belangrijk dat de website afgestemd kan worden op de wensen van de gebruiker (bijvoorbeeld door de achtergrondkleuren zelf in te stellen en door zelf te bepalen of spraak gewenst is). Om duidelijkheid te creëren is het belangrijk consequent voor hetzelfde navigatiesysteem te kiezen doorheen de gehele website. Wat inhoudelijke thema’s betreft zouden de volgende goed in de markt liggen: zelfstandigheid (in de vorm van een aparte website), computer en internet, knutselen, koken, muziek, actualiteit, media, sport, dieren, gezonde voeding, seksualiteit, spelletjes, verhalen, evenementen en verenigingen. Deze moeten zowel informatief als ontspannend aangeboden worden. Daarnaast wordt het voorstel gedaan een aangepast programma aan te bieden om te communiceren met vrienden en/of familie. Internet Inclusief Binnen de Katholieke Hogeschool Kempen richt de onderzoeksgroep Internet Inclusief zich op het toegankelijk maken van websites voor volwassen personen met een verstandelijke handicap. Na uitgebreide literatuurstudie en bevraging van de begeleiders van de doelgroep richtte het onderzoek zich ook op de personen met een verstandelijke handicap zelf. Voor het onderzoek bezochten de studenten 19 instellingen en legden ze een testsite voor aan 170 volwassen personen met een verstandelijke beperking. Literatuurstudie Naast het zoeken naar bestaande richtlijnen en initiatieven werd in de literatuur gezocht naar de minder ontwikkelde competenties bij volwassenen met een verstandelijke handicap die een remmende invloed hebben op het internetgebruik. Rowland (2004) stelt dat personen met een cognitieve beperking problemen hebben op vier domeinen: waarnemen en verwerken van informatie, geheugen, probleemoplossend vermogen en aandacht. Bohman & Anderson (2005) gaan daar nog een stap verder in. Zij splitsen heel bewust de categorie “waarnemen en verwerken van informatie” op in drie vaardigheidsgebieden: taalkundig en verbaal begrip, rekenbegrip en visueel begrip. Op deze manier wordt er gesproken over zes beperkinggebieden.
Om meer zicht te krijgen op het profiel van volwassenen met een verstandelijke handicap en de obstakels die zij moeten overwinnen om internetgebruiker te worden, werden twee bevragingen georganiseerd. Bevraging ICT-verantwoordelijken Er werden 713 instellingen van de sociale kaart aangeschreven. In een eerste bevraging gericht aan de ICT-verantwoordelijken werd gepeild naar de aanwezige computerinfrastructuur en internetfaciliteiten binnen de instelling en naar het doel van het internetgebruik. Bij 80 van de 115 respondenten zijn er computers beschikbaar voor de volwassenen met een verstandelijke handicap maar bij slechts 48 instellingen waren deze computers ook voorzien van een internetverbinding. Bij 33 van de 48 instellingen kunnen de volwassenen met verstandelijke handicap onder toezicht surfen, op de andere plaatsen is er vrije toegang. Op de vraag waarvoor het internet het meest gebruikt werd door de doelgroep, waren het opzoeken van informatie, spelletjes spelen en mail versturen de meest voorkomende antwoorden. Bevraging begeleiders In een tweede fase werden in een andere bevraging 451 instellingen aangeschreven en kwam er van 80 instellingen respons. Deze bevraging werd gericht aan de begeleiders van de personen uit de doelgroep. Doel van de bevraging was nagaan of de vaardigheden die volgens gegevens uit de literatuur (Rowland, Bohman & Anderson) bij een volwassene met een verstandelijke handicap minder ontwikkeld zijn door de begeleiders aangevoeld worden als belemmerende factoren bij het werken met internet. Als globale conclusie werd gesteld dat de visie van de begeleiders van de personen met een verstandelijke handicap toch wel bevestigt wat het literatuuronderzoek aan beperkende factoren vooropstelde. Resultaat Momenteel worden de resultaten van het onderzoek geanalyseerd en gerelateerd aan de zes beperkinggebieden van Bohman & Anderson. Dit alles moet leiden tot een nauwkeurige beschrijving van de doelgroep volwassenen met een verstandelijke handicap waarvoor aanbevelingen voor websitebouwers voortkomend uit dit onderzoek nuttig zouden zijn. Op de studiedag rond Internet Inclusief van 24 april 2008 worden de resultaten verder toegelicht. F.
Speciale computerclubs en andere initiatieven
CyberSnoezelen (www.balanske.be) In het Balanske in Sint-Joris-Winge opende onlangs een “cybersnoezelruimte”. Kinderen met een beperking kunnen hier elk op eigen niveau terecht voor computerspelletjes, e-mailen, chatten, muis- en andere vaardigheidstraining, allerlei activiteiten om al spelend te leren, enz... Men maakt gebruik van touch-screenschermen en speciale muizen. Op vlak van software zoekt men naar specifieke toepassingen (bvb. Giggles en Catch Me, software om muisvaardigheden aan te leren specifiek voor verstandelijk gehandicapten). Hiermee wil het Balanske een bijdrage leveren aan de digitale inclusie van mensen met beperkingen, door op een toegankelijke manier te voorzien in computer en internetinfrastructuur, door al spelende en al doende vaardigheden aan te leren en door kansen voor zinvol computergebruik aan te reiken. De CyberSnoezel heeft verschillende functies. In de CyberSnoezel kunnen gebruikers terecht voor ontspannende activiteiten (spelletjes, chatten, cybercafé,... ) aanvullend of volgend op hun gewone vrije tijdsbesteding. Door elkaar bezig te zien en door samen te spelen, te werken, ... leren de gebruikers van elkaar. Gezinnen die thuis niet over ICT beschikken kunnen dit hier wel. Verder kunnen ouders en hun kinderen terecht voor advies en ondersteuning bij het ICT
gebruik thuis. Er is een uitgebreide mediatheek met software en aangepast beeld- en geluidsmateriaal. Zo kunnen ze de aanwezige aangepaste hardware en software samen met hun kinderen uitproberen en zelf ervaren waar hun kind geïnteresseerd in is of wat een kind nodig heeft, alvorens zelf in de soms dure hard- en software te investeren. Ten slotte leren de gebruikers al doende vaardigheden die handig/nodig zijn voor hun maatschappelijk functioneren. Gebruikers en hun ouders/begeleiders leren ook de mogelijkheden van ICT kennen. Het Balanske biedt tijdens de vrijetijdsuren begeleiding bij de computersessies. Reserveren kan net zoals voor de andere snoezelruimtes via het secretariaat (www.balanske.be). Voorlopig zijn er enkel cybersnoezelsessies mogelijk in het weekend. Link in de Kabel (www.linkindekabel.be) In 2001 sloegen onder impuls van MPC Terbank (www.mpcterbank.be) een tiental (Leuvense) jongerenorganisaties (MPI’s, instellingen bijzondere jeugdzorg, buurtwerkingen voor allochtone jongeren of kansarme kinderen,,…) met het project Link in de Kabel de handen in elkaar om hun jongeren toegang te verschaffen tot “cyberspace” en te werken rond wat zij noemen “de digitale kloof”. Elke organisatie was op zijn manier bezig om de computer te introduceren bij zijn doelgroep. Iedereen zat hierbij met dezelfde problemen: de lokale begeleiders hebben te weinig tijd en know how om de jongeren te initiëren in de ICT of om het computergebruik te begeleiden de computer loopt keer op keer vast en er is geen betaalbare oplossing om hieraan te verhelpen Momenteel faciliteert Link in de Kabel het computergebruik op een veertigtal locaties in het Leuvense (waaronder een 30-tal leefgroepen uit een MPI of de bijzondere Jeugdzorg). De vrijwilligers van Link in de Kabel zorgen voor technische ondersteuning en opleidingen. De voornaamste activiteiten van Link In de kabel zijn: het organiseren van een regionale helpdesk bemand door vrijwilligers om de computers aan de praat te houden en het opstellen van een pool van vrijwilligers die functioneren als pedagogische coaches van de jongeren bij de introductie van computer (Beke, 2007). Link in de Kabel zette in 2005 een nieuwe stap met het openen van een “Open Leercentrum” in buurthuis ’t Lampeke in de Riddersstraat. Het leercentrum is niet alleen toegankelijk voor jongeren uit de leefgroepen van MPC Terbank of andere deelorganisaties, maar ook voor andere jongeren. Het is een ontmoetingsplek voor jongeren met een verstandelijke handicap, allochtone jongeren en andere maatschappelijk kwetsbare jongeren. Het is een plek waar vrije tijd op inclusieve wijze wordt beleefd. Het centrum voorziet computeropleidingen op maat, zowel voor de jongeren als voor de begeleiders. Soms is er een speciaal aanbod voor kinderen en jongeren met een verstandelijke handicap. Deze lesmodules spreken jongeren aan op hun interesses. Zo leren ze eerder spelenderwijs computervaardigheden aan. De lessen worden gegeven door de vrijwilligers van Link In De Kabel. Enkele voorbeelden van computeruurtjes voor de jongeren: Computerclub WAI-NOT: Jongeren met een matige verstandelijke handicap krijgen toegang tot de speciale website van WAI-NOT (www.wai-not.be). WAI-NOT is een educatieve, creatieve, recreatieve en informatieve interface, die tekst, gesproken woord, pictogrammen en prenten combineert. De jongere kan er op maat leren werken met de pc. Basisvaardigheden PC: De jongeren zetten de eerste stapjes met de pc aan de hand van Paint en Word. Ze leren eenvoudige dingen maken (een kalender, een tekening) en leren zo
een aantal basisvaardigheden. Tux Paint: dit is een eenvoudig tekenprogramma dat gratis van het internet (www.tuxpaint.org) kan worden gehaald. Het computeruurtje rond dit thema is ook toegankelijk voor kinderen met een matige verstandelijke handicap. Er wordt dan 1 op 1 begeleiding voorzien. M&M Workshops (de multimedia-module): Deze module speelt naadloos in op de interesses van jongeren. Ze leren met een digitale camera werken, ze monteren een filmpje en ze ontwerpen zelf muziek. Aan het einde van de module maken ze van alle onderdelen een hippe muziekclip. “Vijs eens een computer open”: Uit een enquête bij onze jongeren bleek hun grote interesse voor de ‘binnenkant’ van een pc. Andere computeruurtjes: De jongeren kunnen zich elke week inschrijven voor een computeruurtje, waarbij ze kennis maken met toepassingen die hen interesseren: digitale foto’s nemen en bewerken, een presentatie maken met Powerpoint, kaartjes maken met Publisher, een website ontwerpen, …
Meer informatie op www.linkindekabel.be. Digi special for you Nog net voor het afwerken van dit artikel kwamen we uit bij Digi special 4 U. Digi special 4 U is nog maar net opgericht, zetelt in Tielt en heeft als doelstelling ICT toegankelijk maken voor jongvolwassenen en volwassenen met een verstandelijke handicap. Voor die doelgroep is er heel weinig voorhanden. We begrijpen dat het initiatief voornamelijk drijft op een enthousiaste persoon die heel wat ervaring heeft met vormingsmodules voor deze doelgroep.. Het huidige aanbod van Digi Special 4 U bestaat uit een visuele doe-cursus: leren werken met de muis en het toetsenbord, plus een cd-rom met oefeningen. Om klassikaal les te volgen is het aangewezen dat de cursisten letters en cijfers herkennen. Digi special 4 U kan ook (op maat) lessen voor leerkrachten en begeleiders aanbieden: zelf oefeningen maken in Powerpoint, interactieve demo internet, demo educatieve sites, vorming op maat, …. G.
Niet alleen voordelen…
1.
De schermenstrijd
PSP’s (draagbare Playstation), een laptop met internet en draagbare DVD spelers op de kamer,… Leve het multi-media-tijdperk! Er is echter een keerzijde aan de medaille. Overdaad schaadt. Veel begeleiders in de leefgroep zijn wanhopig op zoek om enige vorm van controle te krijgen op het schermgebruik van hun pupillen. De spanning om nog een hoger level te bereiken bij het spel, de MSN af te sluiten of om de geleende DVD toch te kunnen uitkijken is vaak zo groot dat de nachtrust eronder moet lijden. Werkgevers in de Beschutte werkplaats of leerkrachten uit het BUSO merken op dat sinds de komst van internet op de slaapkamer in de leefgroep de concentratie overdag meer problemen geeft en de productiviteit zakt bij jongeren die ’s nachts hun slaap laten voor het interactieve scherm. Recente onderzoeken rond de invloed van computergebruik net voor het slapengaan zijn niet echt geruststellend. Normaal gezien zakt de lichaamstemperatuur afgestemd op je biologische klok rond 22u00 met enkele tienden van graden. Je lichaam bereidt je voor op het slapen gaan. Onder invloed van de “zuigkracht” van de prikkels en de electro-magnetische velden van je computerscherm komen bepaalde fysiologische processen op gang waardoor de biologische klok uit evenwicht geraakt. Het scherm heeft immers een veel sterkere energetische lading dan je eigen gedachten. Iemand die voor een computerscherm zit gaat bovendien 5 keer minder knipperen met zijn ogen. Door de opwinding van nieuwe informatie, de prikkels van het scherm heb je echter een eerder “euforisch” gevoel. Dit gevoel bedekt echter een achterliggend “energieverlies” dat je sluimerend mentaal kan uitputten en je laat er kostbare slaap voor.. Zelfs de normaalbegaafde computergebruiker heeft dit niet door, je voelt in een eerste fase immers geen negatief effect. Zoiets moet je cognitief “weten”. Dus onze mensen met een verstandelijke handicap die ook cognitiever zwakker zijn, zijn dus ook hier een kwetsbare groep. Wanneer het slaappatroon chronisch wordt verstoord komen belangrijke herstelprocessen in de hersenen in het gedrang. Recent Nederlands onderzoek bij ratten (Meerlo, 2007) wees uit door slaaptekort hersenen minder gevoelig worden voor de neurotransmitter serotonine. Deze verminderde gevoeligheid voor serotonine is ook aangetoond bij depressieve mensen of mensen met stress. Bovendien werden door slaaptekort ook de hersengedeelten verantwoordelijk stemmingen en emoties beïnvloed. Schermen op tijd uit is dus de boodschap! Ook hier ligt een (ortho)pedagogische opdracht voor begeleiders. De psychologie van veel jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap maakt dat het vaak moeilijk is om zelf een stop te zetten op de aantrekkelijke visuele prikkels van de schermpjes. De begeleider van dienst moet overuren kloppen en zijn/haar eigen nachtrust opofferen om de afrondingsrituelen in te zetten of controle uit te oefenen. Een goed bedieningspaneel in de begeleiderskamer waarbij de toegang tot internet naar elke kamer apart manueel kan worden afgesloten kan al een hulpmiddel zijn (op voorwaarde dat er geen draadloze connectie is). Daarnaast bestaat er software om de computer te deactiveren na een bepaald uur. In overleg met de betrokkene kan dit hulpmiddel wel als ondersteuning worden ervaren. 2. Veiligheid Naast en allicht parallel met een toegankelijk internet, leeft ook de vraag naar een veilig internetgebruik. Dit is vanuit de persoonskenmerken van personen met een verstandelijke handicap zeker een terechte vraag: meer beïnvloedbaar, minder weerbaar tegen bepaalde voorstellen, moeilijker kunnen omgaan met sommige informatie, niet steeds alles binnen de juiste context begrijpen, … Het internet is immers een heel uitgebreid gebeuren en men kan er
allerlei dingen mee doen. Er wordt soms zelfs gesteld dat onze kinderen ons als ouder of opvoeder voorbij zijn ‘gesurft’ (Delver, 2006), ze zijn ons voorbij gestoken wat betreft het gebruik van dit medium. Echter biedt het internet niet alleen vele positieve mogelijkheden en ervaringen zoals informatie opzoeken, communiceren met elkaar en spelletjes spelen, maar ook komen kinderen (en jongeren en volwassenen) op het internet vele dingen tegen die niet voor hen zijn bestemd. Meer dan de volwassenen die alleen maar 'functioneel' surfen om de nieuwste folder van de belastingdienst te downloaden. De werkelijke gevaren ontstaan niet door het internet, maar doordat het om kinderen gaat die dingen doen op internet waar ze eigenlijk nog niet aan toe zijn. Laten we dus niet inzetten op technologische oplossingen, maar op opvoeding en onderwijs. Her en der verspreid over datzelfde internet vindt men tips om kinderen, jongeren en volwassenen veiliger te laten genieten van de mogelijkheden die het internet biedt. Zo is bijvoorbeeld de Gezinsbond (http://www.gezinsbond.be/veiligonline/) gestart met dit thema aan ouders en opvoeders aan te bieden, en ook vanuit de onderwijshoek kwam er de brochure en dvd ‘Veilig online. Tips voor veilig ICT-gebruik op school’. De belangrijkste tips samenvattend resulteert in de volgende adviezen:
Zorg voor een open klimaat om het internetgebruik bespreekbaar te houden. Maak afspraken over computergebruik. Zelfstandig op het internet kan, maar zet de computer wel in een ruimte waar toezicht en hulp bieden mogelijk is. Geef aan wat nettiquette is, de ongeschreven richtlijnen en gedragsregels voor het gebruik van internet. Maak internetgebruikers ervan bewust dat niet alle informatie even betrouwbaar is en dat een kritische kijk noodzakelijk blijft. Vergelijk steeds de cyberwereld met de echte wereld, en hanteer de normen en waarden van deze laatste.
Naast deze pedagogische tips, is er ook heel wat mogelijk met de technologie zelf. Net zoals bij een TV-toestel kan er een tijdsklok worden ingesteld die bepaald wie er hoelang op de computer of het internet kan. Ook kunnen er allerlei filters ingesteld worden die schadelijke informatie wegfilteren of blokkeren of kunnen er zelfs montoringsprogramma’s worden geïnstalleerd die tot in de kleinste details registreren wat gebeurt op de computer. Vertel de gebruikers er dan wel bij waarom deze tools gebruikt worden: om hen te beschermen tegen ongepaste en ongewenste beelden en/ of informatie. We denken te mogen besluiten dat digitale remedies alleen niet kunnen beschermen tegen de mogelijke gevaren op het internet, zij kunnen de aanwezige opvoedersrol niet vervangen. Een open dialoog maakt het gebruik en misbruik van internet een waardevolle opvoedkundige ervaring, ook voor kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking.
Beke, E., Digitale zorg op m@@t. Computergebruik bij kinderen en jongeren met verstandelijke beperkingen en hun aanverwanten. In: MPC Terbank (Red.), Ruimte geven Leuven, Garant. 2001. p. 123-144. Beke, E., Link in de Kabel ondersteunt computergebruik bij kwetsbare jongeren. In: Dirk Gombeir (red.), Jongeren met extra zorg. Stimuleren en compenseren met hulp van ICT. Wolters Plantyn. 2007. p. 237-252 Delver, B. (2006). Vet Veilig Internet. Tieners en internet. Vives Media B.V., Alkmaar. Digi Special 4 U. Mail naar:
[email protected] of telefoneer naar: 051/63.73.32 – 0478/446.745.
Lembrechts, D., Modem (www.icthelpt.be, www.modemvzw.be) 2006 Nijs, D. (2007). E-Inclusie en de digitale kloof. Sociaal, 10, p. 16-17. Nijs, D. (2007). Over de digitale kloof. Echo’s uit de gehandicaptenzorg, 3, p. 33. Meerlo, Peter (2007). Neurological and functional consequences of chronic partial sleep deprivation: the role of the serotonergic system. Niet gepubliceerd proefschrift. Rijksuniversiteit Groningen. Veilig online. Tips voor veilig ICT-gebruik op school (brochure + CD-ROM) brochure, Nederlands, 2007, 84 blz., gratis. (http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/306.pdf)
http://speciaalonderwijs.kennisnet.nl/