ICT van Annie tot Zeeheld
Een onderzoek naar de inzet van Informatie en Communicatie Technologie op de 17 scholen van de stichting 'Amsterdam West Binnen de Ring'
Amsterdam, juni 2009
Inhoudsopgave 1. Vooraf 1.1 Inleiding.................................................................................................. 1.2 Samenvatting .................................................................................. 1.3 Methode van onderzoek ....................................................................... 1.4 Opzet van het onderzoek.......................................................................
3 3 4 4
2. Het onderzoek 2.1 Visie en beleid 2.1.1.Visie 2.1.2 Beleid
................................................................................... …...............................................................................
6 6
2.2 De praktijk 2.2.1 Kennen en kunnen van de leerkrachten ......................... 2.2.2 Behoeften ....................................................................... 2.2.3 Kennen en kunnen van de leerlingen .................................... 2.2.4 Knelpunten ....................................................................... 2.2.5 Sterke punten ........................................................... 2.2.6 Ict van de school in relatie tot de omgeving ........................ 2.2.7 De meerwaarde van Ict voor het onderwijs ........................ 2.2.8 Welke factoren bevorderen Ict ...............................................
6 7 7 7 8 10 10 11
2.3 De toekomst: wat willen de scholen over 3 – 5 jaar hebben bereikt? ..
11
2.4 Wie doet wat? 2.4.1 Wat hoort aan de school? 2.4.2 Wat hoort bovenschools? 2.4.3 Wat hoort aan het bestuur? 2.4.4 Wat hoort bovenbestuurlijk?
…............................................ …............................................ …............................................ …............................................
11 11 12 13
..............................................................................................
13
2.5 Kosten
2.6 Conclusies 2.6.1 Visie en beleid …........................................................ 2.6.2 Praktijk …........................................................ 2.6.3 School, bovenschool, bestuur, bovenbestuurlijk ….......... 2.6.4 Kosten ….................................................................... 3. Aanbevelingen 3.1 Visie en beleid …................................................................................. 3.2 Praktijk …............................................................................. …........... 3.3 Toekomst …............................................................................. …........... 3.4 Wie doet wat 3.4.1 School …................................................................................ 3.4.2 Bovenschool …..................................................................... 3.4.3 Bestuurlijk …..................................................................... 3.4.4 Bovenbestuurlijk …......................................................... 3.5 kosten …................................................................................ 4. Bijlagen Noten …............................................................................................ Gespreksonderwerpen .........................................................................
14 15 15 15 15 16 16 16 17 17 17 17 17 18
2
1. Vooraf 1.1 Inleiding Met het samengaan van 17 scholen van vier stadsdelen in één bestuur ontstond de wens naar het ontwikkelen van bovenschools ICT beleid. Onze stichting liet daartoe een bedrijf een onderzoek uitvoeren naar de stand van zaken op de 17 scholen met betrekking tot de aanwezige ICT-hardware. De ICT werkgroep vond dit onderzoek beperkt en stelde voor ook een onderzoek te doen naar wat er op de scholen op educatief gebied met ICT gebeurt. Het verslag dat voor u ligt is het resultaat van dat onderzoek. De onderzoekers hopen dat de resultaten voldoende aanknopingspunten bieden voor verdere bovenschoolse- en bovenbestuurlijke beleidsontwikkeling. Voor de aanbevelingen, voortvloeiend uit dit onderzoek, zijn alleen de auteurs verantwoordelijk. Amsterdam, juni 2009 Karin Abma, ICT coördinator OBS Rosa Boekdrukker Nico Scholten, Interim adjunct directeur AWBR Dirk Schouten, ICT vrijwilliger OBS Rosa Boekdrukker 1.2 Samenvatting Op 17 scholen van de stichting 'Amsterdam West Binnen de Ring' is de inzet van ICT in het onderwijs onderzocht door te kijken naar visie, beleid en praktijk op ICT gebied. Ook werden behoeften, zwakke - en sterke kanten van scholen onderzocht. Tenslotte werd onderzocht wat de bijdrage van school en bestuur zou kunnen zijn ter verbetering van de inzet van ICT in het onderwijs. De algemene conclusie is dat de inzet van ICT in de scholen te wensen overlaat. Er gebeurt te weining en het heeft onvoldoende kwaliteit. Oorzaken zijn op de eerste plaats de geringe ICT kennis en vaardigheden van veel leerkrachten. Daarnaast spelen inpassingproblemen, tijd en geld een rol. Het onderzoek besluit met een aantal aanbevelingen waarvan de voornaamste zijn: Het verhogen van het ICT niveau van leerkrachten en het hanteren van een ICT leerlijn voor leerlingen. Daarnaast zijn dringend nodig: betere vormen van kennis delen en transparantie en duidelijkheid van het bestuur, dat ook over eigen muren heen kijkt.
3
1.3 Methode van onderzoek Na enkele uitwisselingen over het opzetten van onderzoeken werd gekozen voor kwalitatief onderzoek. Deze vorm van onderzoek zou recht doen aan een aantal zaken die de projectgroep van belang vond en die de directie van AWBR apart meldde met: "Wil je daarbij ook meenemen het verslag van een vergadering van 16/6 jl [...]. We moeten natuurlijk ook voordeel zien te halen uit bestuurlijke en eventueel stedelijke ontwikkelingen en samenwerking." (email R. Peeters aan ICT werkgroep dd. 18-11-2008). In kwalitatief onderzoek ligt de nadruk op het vergaren van een zo compleet mogelijke en gedetailleerde beschrijving. Vaak is het daarbij zo dat de onderzoekers slechts ongeveer weten waar ze naar op zoek zijn; het ontwerp van het onderzoek ontstaat gedurende het onderzoek. In kwalitatief onderzoek zijn de onderzoekers meestal ook zelf het instrument dat de gegevens verzamelt en zij verzamelen meestal data in de vorm van woorden en beelden. Kwalitatief onderzoek is subjectief; de interpretatie door de betrokkenen is belangrijk, net als participerende observatie en diepte interviews. Er zitten natuurlijk ook lastige kanten aan kwalitatief onderzoek. De data zijn 'rijk', de verwerking kost tijd en is moeilijk te generaliseren. De onderzoekers neigen ertoe subjectief ondergedompeld te raken in in het onderwerp en vooringenomenheid ligt op de loer. Van de laatsten zijn we ons terdege bewust; het waren echter geen redenen om voor een andere methode te kiezen. Binnen kwalitatief onderzoek zijn vele varianten. Wij kozen voor exploratief actieonderzoek. 'Actie-onderzoek' kan gedefinieerd worden als de studie van een sociale situatie met het oogmerk de kwaliteit van de actie erin te verbeteren. Het totale proces --beoordeling, diagnose, planning, implementatie, de effecten bijhouden-- voorziet in de noodzakelijke verbinding tussen zelf-evaluatie en professionele ontwikkeling. Het exploratieve komt tot uitdrukking in de structurering en uitvoering van het onderzoek. 1.4 Opzet van het onderzoek Bij de opzet en vormgeving van het onderzoek is gebruik gemaakt van Dirks vroegere ervaringen in soortgelijk werk. We gebruikten aandachtspunten als leidraad voor gesprekken. Als een gesprek daartoe aanleiding gaf, konden zaken uitgediept worden of minder, dan wel geen aandacht krijgen. De lijst met gespreksonderwerpen werd gemaakt door Karin en Dirk. Zo kwamen we tot de volgende aandachtspunten: - kennismaking met de diverse scholen en hun ICT'ers, - voeling krijgen met wat er op de scholen op ICT gebied speelt, - niet alleen horen wat er speelt, maar ook wat er niet gedaan wordt, wat wensen zijn etc. kortom, een breed scala aan onderwerpen, - draagvlak kweken voor bovenschools ICT beleid, - bovenbestuurlijke ICT zaken. Op basis van bovenstaand lijst met aandachtspunten werd een lijst met gespreksonderwerpen opgesteld en aan de gehele werkgroep voorgelegd voor commentaar en aanvullingen. Deze werden verwerkt waarna de lijst met gespreksonderwerpen en vragen werd vastgesteld. 4
We spraken af om na één of twee gesprekken de lijst te bekijken om te zien of aanpassingen nodig waren. Er bleken slechts geringe aanpassingen nodig. Ruim van tevoren werd de lijst met gespreksonderwerpen aan de scholen gestuurd zodat zij zich op het gesprek konden voorbereiden. De gesprekken werden op de scholen gehouden, meestal met directie en ICT'ers. Ze duurden over het algemeen 1,5 tot 2 uur. Karin, Nico en Dirk voerden de gesprekken. Karin en Nico notuleerden beiden en één van hen werkte, telkens om beurten, een gesprek uit tot een leesbaar verslag dat door de twee anderen werd gecontroleerd. Daarna werden het verslag aan de betrokkene voorgelegd ter verificatie en eventueel correctie en aanvulling. Dit ter voorkoming van onwenselijke subjectiviteit en vooringenomenheid. Na goedkeuring kregen we het verslag terug. De verwerking van de gegevens ging over het algemeen als volgt. We namen één item, schreven in steekwoorden en korte zinnen op flappen op wat iedere school daarover meldde en checkten per school deze samenvatting op representativiteit. Voor één item herhaalden we dit voor de 17 scholen. Dit leverde per item één tot 4 flappen met samenvattingen. Daarna probeerde ieder voor zich de flappen van het item in hun totaliteit te 'lezen' en in een samenvatting een 'verhaal' ervan te maken dat zoveel mogelijk recht zou doen aan de gegevens. Dat leverde telkens 3 verhalen op. Deze verhalen werden bediscussieerd en getest op validiteit door ze te vergelijken met de data op de flappen van het item. Tegelijkertijd werd meegeschreven, zo dat één vertellende samenvatting ontstond. Deze samenvatting werd weer getoetst aan de aanwezige data: “Dekt de vlag de lading voldoende? Hebben we wat scholen zeggen in het item voldoende recht gedaan? Klopt het redelijk wat we weglaten?” Bij sommige onderzoeksvragen is afgeweken van deze procedure en zijn de resultaten opgenomen in een tabel. Dit om de individuele kwaliteiten van scholen beter tot uitdrukking te brengen. Soms bleek dat in de uitwerking samenhangen tussen items ontstonden waardoor ze konden worden samengevoegd. Zo ontstond langzamerhand een beeld dat leidde tot een enigszins samenhangende indeling in hoofdstukken. Voor de conclusies hebben wij geput uit het aangeleverde materiaal dat we zo objectief mogelijk gegroepeerd, samengevat en beschreven hebben. Dat wil niet zeggen dat we vrij zijn van vooringenomenheid. We hebben in twijfelgevallen over de interpretatie vaak de hele vragenlijst bekeken of we daarin aanknopingspunten voor een ‘juiste’ interpretatie konden vinden.
5
2. Het onderzoek Dit hoofdstuk is de kern van het onderzoek. Het besluit met de conclusies, die per onderdeel gegroepeerd zijn. 2.1 Visie en beleid Wij houden deze volgorde aan omdat naar ons idee beleid voortvloeit uit een visie. In het onderzoek liepen ze nogal eens door elkaar. 2.1.1 Visie Een duidelijke visie op ICT en onderwijs is door slechts enkele scholen geformuleerd. Een bewuste, team breed gedragen visie ontbreekt op de meeste scholen. Wel zien we bij alle scholen dat ze computers en ICT in het dagelijks lesgeven willen integreren. ICT wordt niet als een apart vak beschouwd maar als een hulpmiddel. Daarnaast ziet men ICT als gereedschap ter ondersteuning van de organisatie van de school. Er is slechts een kleine groep scholen die een uitgewerkte en beschreven visie heeft ten aanzien van ICT. Daarnaast is er een grote groep die vanuit een onbeschreven visie en wisselende ideeën richting probeert te geven aan hun beleid. 2.1.2 Beleid Er is één school die een actueel beleidsplan heeft dat jaarlijks geëvalueerd wordt. Twee scholen hebben geen beleidsplan. Van de overige scholen is het beleidsplan 'in de maak', of wèl aanwezig, maar niet actueel en niet actief in gebruik. We vonden veel 'niet beschreven beleid'. Het is van wisselende kwaliteit. 2.2 De praktijk Op alle scholen wordt getracht ICT te integreren in het onderwijs. Op vrijwel alle scholen wordt gewerkt aan adaptiviteit, zelfstandigheidsbevordering en remediëring. Daartoe wordt getracht ICT te integreren in het onderwijs. De mate waarin dat slaagt is afhankelijk van de mate waarin men in staat is ICT een plek te geven in het klassenmanagement. Een goed klassenmanagement is een voorwaarde voor de inzet van ICT. Het gebruik van ICT binnen het klassenmanagement wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ICT-interesse en -vaardigheid van de leerkracht. Bij de scholen die vanuit een duidelijk onderwijskundig concept werken, zien we dat het voor leerkrachten gemakkelijker is om ICT in te zetten binnen hun klassenmanagement. Desondanks lukt het ook hen niet om ICT structureel in te zetten. Bij scholen die geen duidelijk onderwijskundig concept hebben, wordt de methodegebonden software als steun gebruikt om ICT een plek te kunnen geven binnen het klassenmanagement. Op alle scholen wordt ICt ook ingezet voor de school organisatorische en administratieve doeleinden (daar gelden noodzaak en verplichting). 2.2.1 Kennen en kunnen van leerkrachten Hierboven werd de ICT-vaardigheid en -interesse van de leerkracht even aangestipt. Vooral de vaardigheden lijken een dominante factor te zijn bij de inzet van ICT in het onderwijs. We hebben aan dit punt vrij veel aandacht geschonken. Op iedere school is er minsten één persoon die voor wat betreft ICT kennis uitsteekt 6
boven de rest van het team. Het is echter onduidelijk om welke kennis het gaat en wat het niveau van die kennis is. Ook zijn er scholen die daarnaast expertise bij verschillende personen hebben. Bijvoorbeeld, de ib-er kent de kneepjes van hun remediërende software; een leerkracht van groep 3 weet veel van Veilig Leren Lezen en een vrijwilliger weet 'alles' van het bibliotheek programma EducatB. De aanwezige kennis wordt op verschillende, ongestructureerde manieren gedeeld: in de wandelgangen, op studiedagen, in kleine groepjes, op aanvraag, in toevallige 1:1 contacten, in bouw- en teamvergaderingen, etc. Er is één school die extern kennis deelt door middel van nieuwsbrief, website en workshops. De overige scholen delen hun kennis alleen intern. Als ondersteuning op ICT gebied niet intern gehaald kan worden, wordt die extern ingekocht. Soms wordt daarna de extern binnengehaalde kennis verder verspreid in school. 2.2.2 Behoeften Er is slechts één school waar geen behoefte is aan scholing. Alle andere scholen hebben uiteenlopende behoeften; van basisvaardigheden tot specifieke cursussen, van coaching (klassenbezoek, individuele instructie, uitleg programma's, etc) , tot workshops. 2.2.3 Kennen en kunnen van de leerlingen Op de meeste scholen werken de leerlingen met methode gebonden software. Verder wordt er gebruik gemaakt van niet-methode gebonden software. Remediërende software gebruiken de leerlingen weinig. Internet wordt voornamelijk gebruikt om informatie te zoeken voor werkstukken en spreekbeurten. Veel leerkrachten gaven aan dat ze geen methodes hebben om leerlingen goed te Ieren zoeken en vinden. Op de meeste scholen worden de basisvaardigheden zoals tekstverwerken niet volgens een leerlijn aangeboden. De leerlingen komen, volgens de leerkrachten, steeds computervaardiger de school binnen, overigens afhankelijk van het opleidingsniveau van de ouders, maar de leerkrachten hebben geen goed beeld van wat die vaardigheden feitelijk voorstellen en hoe ze daarmee zouden kunnen omgaan. Ook hebben de leerkrachten geen goed beeld wat precies basisvaardigheden op ICT gebied zijn. Incidenteel werken leerlingen met Power Point en/of een schoolcamera. Van elkaar Ieren ze voornamelijk de populaire internet toepassingen. Er zijn op alle scholen voor leerlingen regels ten aanzien van het gebruik van internet. Het loopt uiteen van het ondertekenen van internet en email protocollen, het gebruik van internetfilters en mogelijke controle van email verkeer, tot globale nauwelijks gecontroleerde afspraken. De leerlingen worden niet structureel mediawijs gemaakt. Er is een ad hoc beleid ten aanzien van cyberpesten. 2.2.4 Knelpunten bij het inzetten van ICT in het onderwijs Het kennisniveau van leerkrachten, of het gebrek aan kennis werden als grootste knelpunten ervaren. Er is een roep om scholing, training. coaching, kennis delen en vaardigheden uitwisselen. Een eind daar achteraan komen pas de andere knelpunten als hardware, klassenmanagement en financiën. Pas daarna kwam nog een grote hoeveelheid items die 7
minder genoemd werden zoals tijd, geld en ruimte. Ons inziens vertonen de genoemde knelpunten een samenhang met het eerder genoemde gebrek aan visie en beleid op ICT gebied. Het lijkt op het eerste gezicht of meer scholing een oplossing is voor dit probleem. Een paar zaken springen eruit: scholing van leerkrachten zou, net zoals dat voor leerlingen geldt, adaptief moeten zijn. Daarnaast wordt er gezocht naar vormen van kennis delen die schooloverstijgend zijn. Er is genoeg kennis aanwezig op de scholen maar een gebrek aan kennismanagement om de kennis op de goede plaats te krijgen. 2.2.5 Sterke punten Behalve onderzoek naar knelpunten, is er ook onderzoek gedaan naar wat wel goed gaat op de scholen. Scholen hebben sterke kanten, zowel op ICT -als op onderwijs gebied en belangrijker nog, ze zijn zeer bereid kennis te delen. Om die reden hebben we van hun antwoorden geen samenvattingen gemaakt, maar hebben per school aangegeven welke kwaliteiten ze graag willen delen. Er is op de AWBR scholen veel te halen. De sterke punten van de scholen. Schoolnaam Annie MG Schmidt
Bos en Lommer
De Corantijn
Joop Westerweel
ICT -Visie ontwikkeling -Goed beleid -Netwerk -Ict werkgroep -Digitale rapporten -Digitale nieuwsbrief -Website -Alle kopieerbladen zijn gedigitaliseerd goede server -thuiswerken kan - LVS kan thuis - KOR ook thuis Leerkrachten hebben een internetafsprakenlijst (protocol)
Onderwijs
Wat kan er gehaald -ICT werkgroep -Integratie in weektaken -invoeren klassenmanagement
Onze school doet alles om ll. op het goede niveau te krijgen
-gedigitaliseerde kopieerbladen
-kleine school. -Kaleidoscoop. -kinderkunstroute
-Taalvorming binnen Kaleidoscoop. -leer- en ontwikkelingslijnen taalvorming, die aansluiten bij passend onderwijs. -clusters 'Met Woorden in de Weer': op server -beleid maken -In het kader van passend onderwijs is de overgang van peuter naar kleuter klaar. 8
Kinkerbuurt school
– ict champions. – hele team wil op dat niveau van ict komen.
Leonardo da Vinci
-Team -cultuurcoördinatie Het zelfstandig om- zelfstandigheid gaan met eisen computers Contact leerling leerkracht
Meidoorn. Multatuli Narcis Querido
De Roos
Rosa Boekdrukker
Spaarndammer
– netwerk - techniek - thuis werken met eigen desktop - Printopdrachten thuis geven. Het netwerk is goed en er is een enthousiast team
-Kritische houding t.a.v. ICT en onderwijs -Op de hoogte blijven van ICT ontwikkelingen -niet perse voorop maar eerst onderzoeken - intranet
-sterk onderwijsconcept
een enthousiast team
-het werken met de KOR is klaar. -invoeren van leerresultaten en het maken van handelingsplannen -Klassenmanagement. -invoeren van pc in groep -elektronisch zorg dossier van peuters t/m groep 8 Het onderwijsconcept ict champions team en ict Kijken hoe je een kunst en cultuurproject opzet. Het zelfstandigheid eisen ook voor ICT Contact leerling leerkracht mn normen en waarden thuis werken
Webkwesties leerkracht assistent VLL gebruik digiborden digitale toetsen taalklas. goede taalcoördinator -veel praktische en theoretische kennis op gebied ict en onderwijs. -Toekomst gericht. Openstandaarden/open source -digitale duurzaamheid en uitwisselbaarheid. -gratis websitebeheersysteem site@school -gratis netwerksysteem ServerOpSchool -betaalbaar digibord Handleidingen voor verschillende educatieve 9
Tijl Uilenspiegel De Waterkant
Alle documenten digitaal integratie van ICT binnen je onderwijs
Westerpark Winterkoninkje Zeehelden-buurt
Hoe computers vanzelf integreren in onderwijs
Post per mail Het Dalton concept
programma’s –invoering van digitale informatiestroom -op natuurlijke manier vanuit het Dalton concept ICT inzetten in onderwijs. (verschillende instructieniveau's) -Hoe je kinderen kunt leren samenwerken. -Hoe je de zelfstandigheid van kinderen bevordert. -Hoe je kunt kijken naar de onderwijsvraag van een kind (het kind staat centraal) -Hoe we een pedagogisch veilig klimaat hebben geschapen -Hoe we een bondgenootschap met ouders hebben gesloten ICT-toets voor leerkrachten Montessori werkwijze
Zelfstandig werken Borgen van zelfstandig schoolbreed werken
2.2.6 Ict van de school in relatie tot de omgeving Wordt ICT alleen binnen de muren van het schoolgebouw gebruikt of wordt er ook nog wat gedaan voor ouders, voorschool, peuterspeelzaal, buurt of anderszins ? Het blijkt, dat alle scholen een website hebben van uiteenlopende kwaliteit, waar o.a. de nieuwsbrieven voor ouders op worden gepubliceerd. Daarnaast zijn er incidenteel cursussen voor ouders en een enkele school heeft de rapporten gedigitaliseerd. Ook zijn er scholen, waar ICT deel uit maakt van de NSA, die een lichtkrant hebben voor ouders, die een kennis centrum hebben ten behoeve van ouders en waar de voorschool toegang heeft tot het schoolnetwerk. Tevens zijn er diverse ideeën die nog in het planmatige of beginstadium verkeren. Scholen worstelen echter wel met een gebrek aan ruimte om die ideeën en plannen te kunnen realiseren. 2.2.7 Wat is de meerwaarde van ICT voor het onderwijs? Voor de leerlingen zitten de voordelen in de differentiatie en remediëring. Ze worden het meest genoemd, maar ook oefenen en visuele ondersteuning en het zelfstandig werken maken dat door ICT een veelvoud van werk- en presentatievormen 10
mogelijk is. ICT bevordert samenwerking en kan daardoor de lesstof verdiepen. Daarnaast zijn er ook voordelen voor de leerkrachten: – het gebruik van programma’s levert analyseerbare toetsresultaten, waarmee processen aangestuurd kunnen worden, – de administratieve toepassingen zijn bruikbaar als communicatie- en managementtool. – het gebruik van ICT bespaart tijd. 2.2.8 Welke factoren bevorderen het ICT gebruik? Dat was een moeilijke vraag. Veel scholen zeiden er weinig over, anderen vulden er niets bij in. Ook wij konden niet direct een lijn ontdekken in de antwoorden die de scholen gaven. Vandaar deze opsomming in volgorde van belangrijkheid: – een stimulerend bestuur, – een enthousiast team, – voldoende tijd, – goede spullen, – enige coördinatie, – aan het werk, gewoon doen. 2.3 De toekomst: wat willen de scholen over 3 – 5 jaar hebben bereikt? De meeste scholen willen dat dan hun leerkrachten ICT vaardiger zijn en dat de inzet van ICT in de klas op een hoger plan komt te staan door gebruik te maken van een leerlijn ICT met eindtermen en een protocol veilig internet. Een en ander vloeit voort uit het realiseren van visie en beleid, weliswaar onder de voorwaarden, dat er meer digiborden en pc’s in de klas aanwezig zijn. Digitale communicatie moet papieren informatie gaan vervangen zowel binnen het team als bij leerlingen. Daarbij moet ook gedacht worden aan communicatie met andere landen. Eén school ziet de behoefte van leerkrachten als maatgevend voor de toekomst. 2.4 Wie doet wat? We hebben de vraag gesteld, hoe ICT zaken geregeld moeten worden op drie niveaus: op schoolniveau, op bovenschools niveau en op bestuurlijk niveau. Met bovenschools bedoelen we: Welke zaken kunnen de scholen gezamenlijk aanpakken. Met bestuurlijk bedoelen we: Welke zaken moeten beleidsmatig door de AWBR organisatie worden geregeld mede rekening houdend met de bovenbestuurlijke en wettelijke kaders. 2.4.1 Wat hoort aan de school? Vrijwel alle scholen geven aan, dat ze de vrijheid willen behouden, om hun eigen visie, beleid en onderwijs concept te behouden. Ook willen ze de vrijheid hebben om keuzes te maken wat betreft programma’s, opslag van gegevens, netwerkbeheer, scholing en dergelijke. De scholen willen niets opgedrongen krijgen als ze ergens tevreden over zijn. Beslissingen moet gebaseerd zijn op behoefte. Één school zegt dat je groter moet denken dan je eigen school. 2.4.2 Wat hoort bovenschools? In dit deel springen twee punten in het oog nl.: geld en kennis. De scholen kunnen voordelen behalen, daar waar gezamenlijkheid bestaat en profiteren 11
van schaalgrootte op het gebied van kennis en financiën. Financieel: gezamenlijke inkoop, contracten afsluiten……., Daarbij wordt enkele malen gezegd dat men wel vrijheid wil om zaken zelf te kunnen bepalen. Velen vragen ook om financiële duidelijkheid. Kennis: Delen, zowel op technisch, organisatorisch en onderwijsinhoudelijk gebied. Er zijn ideeën over de manier waarop dat zou kunnen bijvoorbeeld via bovenschoolse ICT coördinatoren, via scholing, via een centrale kennisbank, via klankbordgroepen. Expliciet is de vraag om steun bij het ontwikkelen van leerlijnen en beleidsplannen. Incidenteel worden nog genoemd: één centrale server, één centraal ICT kantoor, één LVS, één centrale beheerspartij, glasvezel en digiborden. 2.4.3 Wat hoort aan het bestuur? Bij het uitwerken van dit item is voor een iets andere opzet gekozen. We hebben hier niet willen, samenvatten, of interpreteren, maar hebben geprobeerd de scholen zoveel mogelijk aan het woord te laten, omdat dit de enige plek in het onderzoek is waar zij zich min of meer direct tot het bestuur hebben kunnen richten. Wat hierna volgt is een op onderwerp geordende en enigszins hertaalde formulering van het in het onderzoek genoemde. Er is een behoefte aan duidelijkheid van het bestuur, die gekenmerkt wordt door het niet creëren van behoeften, maar juist het luisteren naar waar in het veld behoefte aan is, te weten: – luisteren naar de behoefte van de individuele school, – korte lijnen, – bepaal niets van bovenaf maar alleen dat waarvoor draagvlak is, – meedoen met de voorstellen van de werkgroep, – leg niet alles bovenschools op, – waar houdt bestuurlijke bemoeienis op? – geen behoeften creëren maar kijken naar waar er in het veld behoefte aan is. Tevens is er behoefte aan inzicht in de ICT financiën. – meer geld voor ICT, – het inzichtelijk maken van het ICT budget, – financiën duidelijk maken, – geef inzicht in de kosten, – BOA betalen: wat kost dat nou eigenlijk, – duidelijkheid scheppen hoe afschrijving van hardware gaat, – inzicht in financiën (3x), – is voorfinanciering mogelijk, – duidelijk maken waar de 20% ict afroming aan besteed wordt (2x), – meer geld i.p.v. het herschikken ervan, – aangeven welke kosten onder ICT vallen, – financieel faciliteren, – geld voor inhaalslag, – bestuur moet faciliteren, – bestuur gaat op zoek naar sponsors, – bij Europees aanbesteden moet het bestuur kiezen voor het beste, niet het goedkoopst, – kosten besparen door centrale inkoop net als BOA, – licenties bestuursbreed regelen.
12
Het bestuur kan ook nog bijdrage aan de volgende zaken: – pas samenwerken als winst duidelijk is, – stimuleren, faciliteren, investeren, – het stellen van een norm/eis voor basis competenties voor ICT, – het faciliteren in opleiding, – training en begeleiding in klassenmanagement, – delen van ICT kennis mogelijk maken, – bevorderen dat iedere school een actueel ICT beleidsplan heeft, – zorgen dat gemeenschappelijke belangen bekend worden en ook gedeeld worden, – bestuurlijke duidelijkheid, – hulp/richtlijnen bij maken van een ict beleidsplan voor een school, – eisen voor basis competenties, – faciliteer de werkgroep ICT, – bestuur initieert scholing, – ICT klankbordgroep om kennis te delen, – tijd en geld voor een ICT coördinator, – elke school heeft een onderwijsinhoudelijke ICT coördinator, – meedoen met de voorstellen van de ICT werkgroep, – geef ons ICT richtlijnen, – bevorder kennisdelen, – bovenschoolse ICT-ers, – zorg dat ICT zich kan ontwikkelen, – bestuurlijk en bovenbestuurlijk bezig zijn met: standaarden, uitwisselbaarheid, digitale duurzaamheid, vendor lock-in. 2.4.4 Wat hoort bovenbestuurlijk? De directeur van AWBR gaf al een voorzet tot breder denken toen hij ons vroeg bestuurlijke en stedelijke ontwikkelingen in het onderzoek te betrekken. Wij geven graag aan zijn oproep gehoor. ICT op 17 scholen kan niet los gezien worden van ICT ontwikkelingen die zich in groter verband voltrekken. Ook AWBR maakt deel uit van een groter verband dat op zijn beurt weer binnen bepaalde kaders opereert. Bestuurlijke kaders: Ministerie van Economische Zaken schrijft zaken voor (comply or explain beleid), Ministerie van Onderwijs gaat richting vrij lesmateriaal, de onderwijsraad adviseert 2e kamer open standaarden, open source, open lesmateriaal en open licentievormen. Maatschappelijke tendensen en ICT: richting van open standaarden, digitale duurzaamheid, interoperabiliteit, vermijden vendor lock-in, open koppelvlakken, transparantie, vrije kennis, platformonafhankelijkheid. 2.5 Kosten ICT We wilden in kaart brengen wat per school de jaarlijkse ICT kosten waren, om zo tot een vergelijking te kunnen komen hoe hoog de beheerskosten per werkplek zijn. Dit is niet gelukt, omdat niet duidelijk te krijgen is: 1. Hoe groot het ICT budget per school is. 2. Welke ICT kosten er betaald moeten worden uit het ICT budget en welke daarbuiten vallen. 3. Hoe hardware afschrijvingen berekend dienen te worden. 4. De directies willen kunnen schuiven met posten en willen ook graag duidelijke financiële richtlijnen van het bestuur. Dat is in tegenspraak met elkaar. 5. Kosten zijn niet vergelijkbaar omdat kwaliteiten niet vergelijkbaar zijn. Uitspraken met betrekking tot tevredenheid of ontevredenheid met een bepaald systeem 13
of over prijs/kwaliteit verhouding zeggen niet veel. Komt ontevredenheid voort uit gebrek aan ICT ervaring? Is tevredenheid de oorzaak van gering gebruik? We weten het niet. We hebben de indruk dat wellicht de verschillen in kosten van ICT per school wel eens groot zouden kunnen zijn. Overzicht beheerpartijen, kosten en tevredenheid Schoolnaam
beheerpartij
Annie MG Schmidt
QLICT
Bos en Lommer De Corantijn Joop Westerweel
MaxCare ServeropSchool ServeropSchool
Kinkerbuurtschool Leonardo da Vinci Meidoorn.
QLICT SchoolDesk Heutink
Multatuli Narcis Querido De Roos
MaxCare MaxCare QLICT
Rosa Boekdrukker Spaarndammer Tijl Uilenspiegel
ServeropSchool MaxCare Eigen systeem
De Waterkant
QlICT
Westerpark
Station to Station QLICT Station to Station
Winterkoninkje. Zeeheldenbuurt
Tevreden ja/nee Ja
Kosten per werkplek € 200,--
Ja (inloggen) Ja Ja
onbekend € 44,-€ 44,--
Nee (techniek) Ja Nee (regelmatig problemen) Nee (te duur) Nee (pc’s traag) Nee (onvoldoende beleid) Ja Ja Ja
onbekend € 600,-onbekend
Ja/nee Nee Duur Nog niet bekend
Opmerkingen p/wp- p/j l = beheer Alleen beheer per jaar per werk plek p/j p/wpl All-in
onbekend onbekend onbekend € 48,-onbekend 4 dagen eigen systeembe heerder vanuit de formatie onbekend Te weinig aansluitingen in de groepen € 262,-All-in € 300,--
beheer
Over één beheerpartij is men unaniem tevreden. De overige beheerpartijen worden verschillend beoordeeld. Daarnaast is er één school die een eigen systeem in eigen beheer heeft. 2.6 Conclusies 2.6.1 Visie en beleid Visie op- en beleid voor ICT zijn geen hot items op de scholen. Eigenlijk is dat niet verwonderlijk. Als je verstand hebt van onderwijs, maar op ICT gebied --vergeleken met de 14
doortimmerde visie en kennis op onderwijsgebied-- een leek bent, is het moeilijk om een consistente visie- en daaruit voortvloeiend hecht beleid te ontwikkelen. Daarnaast is het in het algemeen al moeilijk om een visie scherp te houden en het daarop gebaseerde beleid regelmatig te evalueren en aan te passen. Zeker in een wereld die, in tegenstelling tot die van het onderwijs, nogal snel verandert. Het is wellicht veel gevraagd van overbelaste directies, teams en ICT coördinatoren. 2.6.2 Praktijk Over één zaak is iedereen het eens: ICT moet geïntegreerd in het onderwijs. Maar veel verder komt het niet. Er wordt 'getracht' en er wordt 'gewerkt aan'. De praktijk is weerbarstig . Het lukt niemand ICT structureel, dat wil zeggen volgens een leerlijnen en met eindtermen, in te zetten. Kennis en vaardigheden van leerkrachten laten te wensen over. Gelukkig ziet vrijwel iedereen dat in want de behoefte aan een veelvormige scholing is groot. Veel falen van het gebruik van ICT wordt geschoven op 'klassenmanagement' of het gebrek eraan. De mate waarin klassenmanagement plaats vindt hangt weer af van de ICT interesse en vaardigheid van de leerkracht. Scholen hebben sterke kanten en willen die delen, maar ze kennen die niet van elkaar omdat er vrijwel geen uitwisseling van kennis en ervaring is. 2.6.3 School, bovenschool, bestuurlijk en bovenbestuurlijk Er zijn duidelijke opvattingen over de beleidsruimte die een school moet hebben of houden; namelijk zoveel mogelijk. Bovenschools wil men profiteren van de voordelen die schaalgrootte kan opleveren. Daarnaast wil men op vele manieren kennis organiseren en delen. Van het bestuur verwacht men: visie en beleid, financiële duidelijkheid, openheid, transparantie, normeringen en richtlijnen, het organiseren en faciliteren van bovenschoolse ICT en kennismanagement. Het bestuur moet rekening houden met de positie die het inneemt ten opzichte van bovenbestuurlijke organen en hún beleid met betrekking tot ICT. De vragen en eisen aan het bestuur wijzen ons inziens op een kritische houding jegens het bestuur. Is er een verband tussen wat scholen willen en hoe ze tegen het bestuur aankijken? Men lijkt bang te zijn om de autonomie te verliezen en in een keurslijf gedwongen te worden. Men heeft wel oog voor de financiële voordelen van schaalgrootte, maar lijkt weinig oog te hebben voor de voordelen die het lidmaatschap van een grote club biedt. 2.6.4 Kosten Er is op geen enkele manier inzicht te krijgen in de Total Costs of Ownership van ICT. Het lijkt erop dat ICT duur is en, vergeleken met de kosten, te weinig oplevert. 3. Aanbevelingen 3.1 Visie en beleid Dat er weinig visie en beleid is, wil niet zeggen dat je daarop nu maar meteen moet inzetten met allerlei instrumenten. Ze zullen nu vermoedelijk niet werken en geen noemenswaardig effect voor de praktijk opleveren. Laat, gezien de urgentie, visie en beleid op schoolniveau voorlopig zitten en concentreer je op de praktijk. Laat daaruit een door het team gedragen beleid en visie ontstaan. Praktijkontwikkeling en beleid- en visieontwikkeling kunnen hand in hand gaan. Zie ook de aanbevelingen hieronder.
15
3.2 Praktijk Zet in op het bovenschools ontwikkelen van ICT eindtermen die beschrijven wat een leerling aan het eind van de basisschool op ICT gebied moet kennen en kunnen. Alle scholen nemen deze eindtermen over en incorporeren ze in de stukken die daarvoor relevant zijn: schoolwerkplan, schoolgids, etc. Biedt de scholen een ICT leerlijn aan (op basis van de eindtermen) die beschrijft wat leerlingen per leerjaar moeten kennen en kunnen. Een leerling verlaat de school met ICT certificaat of iets dergelijks. Laat aan de scholen over hoe ze één en ander implementeren, maar reken ze op een heldere manier af. Leerlingen die de eindtermen niet halen worden bijgespijkerd zodat ze hoe dan ook met een geldig ICT certificaat de school verlaten. Scholen die eindtermen niet halen draaien zelf voor de extra kosten op, maar wie meer dan de eindtermen 'aflevert' wordt daarvoor beloond. Zelfsturende controlemechanismen moeten ontwikkeld worden. De ICT leerlijn wordt actueel gehouden door hem zoveel mogelijk af te stemmen op de ontwikkelingen in de maatschappij. Zet ICT in om passend onderwijs te faciliteren. Klassenmanagement is geen oplossing als het inhoudt dat je nog meer ballen in de lucht moet houden. ICT kan alleen goed ingevoerd worden als er ook wordt afgevoerd. Er moeten zaken uit het curriculum verdwijnen. Dat kan op veel manieren, die leiden tot verbetering van het onderwijs. Voorbeeld: delen van methoden vervangen door ICT (d.w.z. integratie van ICT in methodes). Dat sluit goed aan bij de opvatting die iedereen heeft dat ICT geïntegreerd moet worden aangeboden. Voor leerkrachten worden eindtermen ICT geformuleerd die boven het niveau liggen van die van de leerlingen van groep 8. Ze verwerven deze kennis en vaardigheden in één jaar, in eigen tijd en met eigen inspanning. Ga uit van resultaatverplichting in plaat van inspanningsverplichting. Gedurende dit jaar zal AWBR hulp bieden. Daarna toets afnemen. Wie gezakt is ondervindt daarvan de consequenties. Nieuw personeel wordt o.a. geselecteerd op basis van de ICT eindtermen. Organiseer de aanwezige kennis via: – meerdere bovenschoolse ICT coördinatoren. Om eenzijdige visie te voorkomen en elkaars kennis te completeren. – een bovenschoolse onderwijsinhoudelijke ICT helpdesk, – kennisbanken en andere vormen van kennismanagement, – praktische uitwisselingen. Gebruik voor oplossingen de mogelijkheden die Informatie en Communicatie Technologie biedt. 3.3 Toekomst Pak aangenomen aanbevelingen projectmatig aan met resultaatverplichting en tussentijdse opleverdata. Zo kunnen er afspraken gemaakt worden over tijd en budget. 3.4 Wie doet wat? 3.4.1 Wat moet een school zelf regelen – iedere school heeft een tijdelijke ICT coördinator, 16
– iedere school heeft goedwerkend netwerk met 1 werkstation per 4 leerlingen (exclusief administratieve werkstations), – iedere school regelt op korte termijn zelf, met behulp van de eigen ICT coördinator dat er een scholingsplan ligt voor team, directie, OOP'ers, conciërge, etc. Iedere school zorgt dat er sluitende afspraken worden gemaakt en zorgt voor de uitvoering, – op de lange termijn werken de scholen wel aan een actueel ICT beleidsplan en zijn de eigen ICT coördinatoren niet meer nodig. 3.4.2 Wat wordt er bovenschools geregeld? – ten minste 4 (part time) ICT coördinatoren die op alle scholen inzetbaar zijn, – de eindtermen en taken van de bovenschoolse ICT coördinatoren, – de bovenschoolse ICT'ers ondersteunen de ICT'ers op de scholen bij opzetten scholingsplannen en uitvoeren van beleid, – scholen delen hun kennis door onderling die kennis beschikbaar te stellen en indien nodig te verrekenen, – de ICT werkgroep: – formuleert eindtermen voor leerkrachten en leerlingen, – maakt de ICT leerlijn, – moet als geheel tenminste een HBO werk-, denk- en ervaringsniveau op ICT gebied hebben, – krijgt een taakomschrijving, – werkt aangenomen aanbevelingen uit tot projecten met financiële middelen. – centrale inkoop. 3.4.3 Wat doet het bestuur? – heeft een actueel, door scholen gedragen, ICT beleidsplan, – faciliteert ICT werkgroep met tijd én (financiële) middelen, – zoekt op ICT gebied samenwerking met andere besturen, – positioneert zicht ten aanzien van ICT én onderwijs, rekening houdend met de volgende zaken: – financiële duidelijkheid, – open en transparante besluitvorming, – normeringen en richtlijnen, – organiseert en faciliteert bovenschools ICT en kennismanagement, – stimuleert bovenschools kennis delen, – zorgt voor goede balans tussen onderwijs en techniek. 3.4.4 Wat moet bovenbestuurlijk geregeld worden? Bestuur en ICT werkgroep volgen wat zich op regionaal, nationaal en internationaal niveau afspeelt op gebied van onderwijs en ICT. Zij laten zich daardoor mede inspireren. Ze zorgen dat hun kennis actueel blijft op die niveaus. 3.5 Kosten Het bestuur ontwikkelt een model waarmee op uniforme wijze boekingen gedaan kunnen worden. Iedere school hanteert voor ICT een meerjarenbegroting met vooraf vastgestelde posten. 4. bijlagen Noten http://wilderdom.com/research/QualitativeVersusQuantitativeResearch.html
17
Gespreksonderwerpen ICT OP DE AWBR SCHOLEN: DE GESPREKKEN De ICT werkgroep is gevraagd bovenschools ICT beleid te ontwikkelen. Hoe kunnen wij en jullie ervoor zorgen dat je je school herkent in bovenschools ICT beleid? Welke kennis kunnen we delen? Hoe zou je dat met 17 scholen moeten aanpakken? En nog veel meer onderwerpen die we willen behandelen in het gesprek. Voorstellen van werkgroepleden die langs komen. Vaste gegevens: - School: - Met wie spraken we: - FTE team: - ICT coördinator/werkgroep: - Aantal LL: - Aantal groepen/jaren: De school: - Kun je iets vertellen over jullie ICT geschiedenis? - Is er een visie op ICT en onderwijs? - Is er ICT beleid? Zo ja, wordt 't gebruikt? Hoe? Zo nee, waarom niet? - Hoe wordt ICT op dit moment ingezet t.b.v. het onderwijs? Verschil/overeenkomst met de visie en beleid? Waar ligt dat aan? - Hoe werken jullie volgens een onderwijskundig model? B.v. klassikaal, adaptief, leerlinggericht, jena, montessori, etc. - Is ICT onderdeel van klassenmanagement? - Hoe wordt het gebruik georganiseerd? Lukt het om computers in te passen in je onderwijs? - Wat zijn jullie wensen om knelpunten op te lossen? - Wat willen jullie bereiken: over 3 jaar, over 5 jaar, verder? Kennen en kunnen: de leerlingen: - Wat doen ze met de PC vanuit 't onderwijs - Wat doen ze met de PC vanuit zichzelf - Wat leren leerlingen van elkaar? - Misbruik? regels? - Hoe wordt Internet gebruikt? - Hoe mediawijs zijn de leerlingen? Kennen en kunnen: de leerkrachten - wie is de champion op ict gebied? - Wie weet 't meeste op techniek? En op inhoud? - Hoe wordt kennis gedeeld? - Onderwijskundige ondersteuning? Van binnenuit? Van buitenaf? - Waar is behoefte aan? - Wat zijn jullie sterke punten? ICT? Onderwijs? - Wat kunnen andere scholen van jullie leren? Algemeen: - Hoe tevreden is men over ICT op jullie school. Overeenkomsten/verschillen. 18
- Is ICT een vast onderdeel op teamvergaderingen? - Wat is de meerwaarde van ICT in jullie onderwijs? - Wat belemmert bij jullie het gebruik van ICT? - Wat bevordert ICT? De school en ICT in relatie tot de omgeving: - Ouders - Voorschool - Peuterspeelzaal - Buurt - Anderen Bovenschools ICT: - Welke zaken zouden jullie graag bovenschools geregeld willen hebben? - Wat hoort aan de school? - Wat hoort bovenschools? - Hoe kan het bestuur bijdragen? Kosten Dit onderdeel zou van tevoren moeten worden uitgezocht door de school: - Total Costs of Ownership van ICT op deze school. TCO is een financiële schatting die bedoeld is om de directe en indirecte kosten van iets in kaart te brengen. - Gemiddelde jaarkosten per werkplek (som van beheer, licenties, software, hardware afschrijving, bekabeling, etc, of anders gezegd, TCO gedeeld door aantal werkplekken) - Wat valt er onder ICT en wat valt er onder leermiddelen en administratie Tenslotte: - Wat zijn we vergeten?
19