k i j k e n
Nieuwsschrift - geknipte inspiratie over en voor het sociaal domein Fris denken & dwars kijken
Van Rijn richt vizier op bemiddelingsbureaus
De eigen kracht van mensen en hun organisaties versterken, energie mobiliseren en een gezamenlijke focus ontwikkelen, dat is de missie en kwaliteit van de medewerkers van Vondel & Nassau. Werkend vanuit maatschappelijke betrokkenheid pakken zij - samen met u - organisatie- en samenlevingsvraagstukken pragmatisch en resultaatgerichte aan.
Er komt een onderzoek naar de diensten en tarieven van pbgbemiddelingsbureau's. Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn aan de Tweede Kamer. Ook onderzoekt hij of het mogelijk is een zwarte lijst aan te leggen van malafide bureau's.
Hebt u collega's die de nieuwsflits ook willen ontvangen? Mail dan even uw mailadres naar
[email protected] Wilt u de nieuwsflits niet meer ontvangen: stuur ook dan even een berichtje naar hetzelfde mailadres.
Bron: VWS 151023
Jaargang 3 | Aflevering 39
DWARS
27 oktober 2015 Om pgb-houders hiertegen te beschermen is dit jaar het principe van 'gewaarborgde hulp' in het leven geroepen. Eerder deze maand bleek echter dat dit nog niet goed werkt. Bewindvoerders die de patiënt vertegenwoordigen moeten ook de kwaliteit van zorg controleren, maar weigeren hiervoor te tekenen, zo berichtte Omroep Gelderland. Van Rijn geeft dat toe in zijn schrijven. Momenteel voert hij met Per Saldo en zorgkantoren overleg over 'de waarborgen die nodig zijn om van gewaarborgde hulp te kunnen spreken', schrijft Van Rijn de Kamer.
Van Rijn reageert daarmee op Kamervragen die SP-Kamerleden Renske Leijten en Henk van Gerven de afgelopen maand stelden. Vorige maand al zegde Van Rijn het onderzoek toe, maar uit een Kamerbrief van 20 oktober blijkt dat nog niet bekend is In de tussentijd onderzoekt de staatssecreateris ook of het mowie het onderzoek gaat uitvoeren. De precieze onderzoeksvraag gelijk is een 'zwarte lijst' van malafide bureau's aan te leggen. staat ook nog niet vast. Fraude met pgb-middelen is al langer een gevoelig onderwerp. De tarieven Eén van de aspecten die onderzocht en diensten van bemiddelingsbuwordt, is op welke schaal medewerkers reau's staan nu mede op de agenda van bemiddelingsbureau's worden aangeomdat ZZP Nederland eerder dit jaar steld als vertegenwoordiger van budgetindicatieve cijfers naar buiten bracht bouders. Een dergelijke constructie kan over de tarieven die dit soort bedrijproblemen opleveren, schrijft Van Rijn. ven vragen. ZZP Nederland stelt dat in Bijvoorbeeld omdat de medewerker van de zorg 50 tot 75 procent van de zzphet bemiddelingsbureau een direct finaners via een bemiddelingsbureau werkt. cieel belang heeft bij de geleverde zorg. De opslag die bemiddelingsbreau's Ook kan het zijn de medewerker onvolvroegen liep soms op tot 40 procent. doende tijd heeft om naast de administraOverigens werkte slechts vijftien procent van de ruim tweeduitie en financiën ook nog verantwoorlijkheid op zich te nemen zend zzp'ers die aan het onderzoek deelnamen in de zorgsector. voor de kwaliteit van zorg. Gewaarborgde hulp
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 1
Alles verandert, zelfs de manier waarop Immigratie als win-winsituatie? Blog In verschillende delen van West-Europa is demografische krimp vandaag de dag een ‘hot topic’. In Nederland is dat het geval voor de regio’s die het verst gelegen zijn van de Randstad: Limburg, Zeeland en Groningen. Ook buiten Europa zijn er regio’s die fors krimpen of evengoed fors groeien. Vanwege de betere vooruitzichten die ze bieden voor veel individuen zijn landen in West-Europa een sterke magneet voor immigratie. Zo is immigratie één van de potentiële oplossingen en tegelijkertijd één van de uitdagingen voor
Slim Zorgen - 12 keuzes verminderen onnodige zorg Bron: Vilans 151022 In dit project helpen we medewerkers in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg onnodige en tijdrovende handelingen los te laten Dit overzicht beschrijft 12 keuzes om onnodige zorg te verminderen in de langdurende zorg en is onderdeel van het project ‘Slim Zorgen'.
In dit project helpen we medewerkers in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg onnodige en tijdrovende handelingen los te laten en waar nodig te vervangen door betere, moderne en vaak goedkopere alternatieven. Zo kunnen zorgmedewerkers samen met de cliënt bepalen welke zorg het beste bij hem past. Meer informatie: Slim Zorgen
Enerzijds kunnen immigranten gezien worden in competitie met lokale arbeidskrachten. Echter, immigratie kan een winwin-situatie opleveren voor de ontvangende samenleving als we efficiënte methodes gebruiken om de kennis en vaardigheden van de migranten te matchen met de arbeidsmarktbehoeftes van het bestemmingsland. Bovendien kan het hebben van een baan positieve ‘spillovers’ hebben op andere vlakken, zoals integratie van sociale normen. Dit is een belangrijk thema: er is wetenschappelijk bewijs dat in publieke goederen, zoals onderwijs of infrastructuur, in het algemeen minder wordt geïnvesteerd in etnisch gevarieerde gemeenschappen dan in etnisch homogene gemeenschappen. Zou betere integratie op het vlak van sociale normen en arbeidsparticipatie dan tot een hoger welzijnsniveau in deze etnisch heterogene samenlevingen kunnen leiden? Over drie jaar verwacht ik een langer stuk te kunnen schrijven, dat meer inzicht biedt in deze vraagstukken.
krimp in West-Europa.
Maria Polipciuc Research Centre for Education and the Labour Market (ROA), Eén van de thema’s die veel publieke en politieke aandacht Maastricht University kreeg sinds de recente migratiestroom dit jaar, is die van (nationale) identiteit. Behalve de economische gevolgen van het verwelkomen van immigranten, blijkt er angst te bestaan voor de langetermijngevolgen van de komst van mensen met een achtergrond die sterk verschilt van de nationale of Europese identiteit. Wat zijn binnen dit thema de vragen die onderzoek vergen? Vanuit een filosofisch perspectief wijdde de NRC een bijlage aan de vraag: ‘wie is wij?’. Hoe ontstaat sociale identiteit en waar leggen we de grens als we ‘wij’ van ‘de anderen’ onderscheiden? Met mijn promotieonderzoek zou ik een pragmatischer perspectief willen nemen: hoe kan het welzijn van etnisch gemengde gemeenschappen verbeteren, zodat we optimaal gebruik maken van wat we al hebben? Mijn veronderstelling is dat sociale identiteit en de banden met verschillende groepen daarin een belangrijke rol spelen.
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 2
Alles verandert, zelfs de manier waarop Effect sluitingstijdenbeleid op alcoholgebruik jongeren beperkt Bron: STAP 151022 Gemeenten zijn redelijk tevreden met hun horecasluitingstijdenbeleid, concludeert STAP-directeur Wim van Dalen naar aanleiding van het onderzoek "Tot in de kleine uurtjes". De bijdrage van het horecasluitingstijdenbeleid van gemeenten aan het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren moeten we niet overschatten. De bijdrage van het horecasluitingstijdenbeleid van gemeenten aan het beperken van alcoholgebruik onder jongeren moeten we niet overschatten. Deze voorzichtige conclusie trekt het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP in haar rapport “Tot in de kleine uurtjes”.
Dit werkt compenserend op het alcoholgebruik. Ons advies is Gemeenten content met beleid dan ook wel schenktijden vast te leggen. Dat is effectief.’ Opvallend is dat 40 procent van de gemeenten zegt sluitingstijden in te stellen om het alcoholgebruik onder jongeren terug Vroeg op stap te dringen. Maar volgens Van Dalen moeten we de bijdrage Het STAP-onderzoek is gefinancierd door de vorig jaar opge- van het horecasluitingstijdenbeleid van gemeenten aan het doekte stichting “Vroeg op stap”. Friese moeders pleitten voor beperken van alcoholgebruik onder jongeren niet overschatvervroeging van sluitingstijden van horecagelegenheden. Vol- ten. ‘Je ziet het niet terugkomen in het beleid. Dat is toch afgegens Van Dalen wilden ze hun laatste budget zo effectief mo- stemd op het beperken van overlast en op belangen van ondernemers. Ze lijken redelijk content met hun beleid.’ Afkoeluurtje Een op de vijf gemeenten heeft toelatingstijden vastgelegd, uiteenlopend van middernacht tot 2.00 uur. Slechts vier gemeenten relateren dat aan leeftijd. Drie gemeenten op 18 jaar en één op 16 jaar. ‘Vooral in sportkantines zouden gemeenten dit meer kunnen beperken. Je kunt ook creatief zijn: om 2.00 uur de bar dicht en om 3.00 uur de tent. Het afkoeluurtje. Daar valt winst te behalen.’ Een op de zeven gemeenten hanteert gelijk besteden in de lijn van hun doelstelling. ‘Het feit dat geen sluitingstijden. Dat zou zorgen voor minder overlast, omgemeenten nu volgens de Gemeentewet toelatingstijden in de dat horecabezoekers gespreid vertrekken. ‘Dat is een veelgehoreca mogen hanteren kwam voort uit hun lobby. Ze hebben hoord argument. Toch wordt dit beleid weinig toegepast. Het meegedacht over de opzet van het onderzoek.’ Zelf wilde STAP verschilt plaatselijk behoorlijk. Bepalend is vaak de locatie van vooral exacte sluitingstijden vaststellen. ‘Interessant is het om een discotheek en hoe de omgeving erop reageert. In andere te zien dat dit behoorlijk uiteenloopt. Er zijn geen identieke gemeenten is overlast juist reden om sluitingstijden in te stelpatronen. Sluitingstijden worden vooral bepaald door plaatse- len.’ lijke afwegingen.’
Late sluitingstijden voetbalkantines Een van de verrassende uitkomsten van het onderzoek is volgens STAP-directeur Wim van Dalen de late sluitingstijden van voetbalkantines. Voor voetbalkantines gelden vroegere sluitingstijden dan voor cafés en discotheken. Een sluitingstijd van middernacht of 1.00 uur is het meest gebruikelijk, maar sluitingstijden van 2.00 of zelfs 3.00 uur komen ook voor, vooral in middelgrote gemeenten. ‘Ik had niet verwacht dat voetbalkantines zoveel ruimte kregen van gemeenten. Ik denk dat gemeenten er zelf ook wel van opkijken. Wat is precies de functie Sluitingstijden geen hot issue ervan? Is er over nagedacht? De horeca is er niet blij mee. Hun Aan het onderzoek deden 159 gemeenten mee, waarvan 24 belangen zijn niet terug te vinden.’ kleine, 86 middelgrote en 49 grote gemeenten. 86 procent van de gemeenten kent sluitingstijden voor cafés, discotheken en Ambtelijk schuldgevoel voetbalkantines. In de meeste gemeenten geldt voor zowel Wel kennen veel gemeenten aparte sluitingstijden en schenk- cafés als discotheken een sluitingstijd op werkdagen van 1.00 tijden: de kantine is dan open, maar er mag geen alcohol meer of 2.00 uur en in het weekeinde van 2.00 of 3.00 uur. Een beworden geschonken. ‘Dat gaven gemeenten zelf bij ons aan. perkt aantal horecagelegenheden en discotheken mogen tot Misschien compenseert dat het ambtelijke of politieke schuld- 4.00 uur open zijn, in sommige grote gemeenten discotheken gevoel. Vraag is natuurlijk hoe die schenktijden dan liggen: in het weekeinde zelfs tot 5.00 uur. ‘Sluitingstijden zijn geen vast of variabel? Schenktijden zijn wel belangrijk. Tijdens onze hot issue bij gemeenten’, aldus Van Dalen. ‘Er zijn weinig reeerdere mystery-bezoeken op plekken waar ze duidelijke cente evaluaties van het beleid te vinden.’ schenktijden hanteren bleek dat deze goed worden nageleefd.
Van Rijn positief Van Dalen hoopt dat hij namens VWS vervolgonderzoek mag doen naar bijvoorbeeld kosten en baten van het huidige beleid. ‘Ze waren er blij mee en nemen het mee in de evaluatie van de Drank- en Horecawet.’ Staatssecretaris Van Rijn stuurde het onderzoek deze week naar de Kamer. Hij noemt het feit dat het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren steeds vaker een rol speelt bij gemeentelijke sluitingstijdenbeleid een goede ontwikkeling. Ook het kabinet zet in op geen alcohol onder de 18. Verder vindt hij het goed dat gemeenten bewuste keuzes maken bij het bepalen van sluiting- en toelatingstijden in horeca en sportkantines.
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 3
Alles verandert, zelfs de manier waarop algemeen gebruikelijk te kwalificeren.
Voorzichtig met voorzienbaarheid In hoeverre mogen gemeenten rekening houden met voorzienbaarheid in de Wmo? mr. Cass Kamp , juridisch vakredacteur Zorg & Ondersteuning bij Schulinck. Stelt u zich de volgende situatie voor: Een meneer van 90 heeft moeite met traplopen. Hij meldt zich bij de gemeente met een aanvraag voor een traplift. Hij moet namelijk een trap op om zijn slaap- en badkamer te kunnen bereiken. Mag de gemeente deze aanvraag dan afwijzen omdat deze situatie voorzienbaar was, gezien de leeftijd van meneer? Kan er gezegd worden dat deze meneer maar alvast had moeten gaan verhuizen, of had moeten sparen voor een traplift?
hun woonsituatie en als ze gaan verhuizen rekening te houden met hun gezondheidssituatie. Naar mijn mening doen geBovengenoemde uitspraken zijn gedaan onder de Wmo 2007. meenten er dan ook verstandig aan om in te zetten op beHet is wachten op de eerste uitspraken onder de Wmo 2015, wustwording hiervan. maar het lijkt er niet op dat de mogelijkheden met betrekking tot voorzienbaarheid nu uitgebreider zijn dan voorheen. Er kan Jongeren kopen minder alcohol immers nog steeds gezegd worden dat er te veel subjectieve Bron: Nieuwsbericht Rijksoverheid 151022 factoren een rol spelen om met zekerheid te kunnen zeggen Jongeren kopen voor zichzelf steeds minder alcohol. Uit onwelke beperkingen op welk moment voorzienbaar zouden zijn. derzoek blijkt dat dit jaar 1 procent van de 14- en 15-jarigen Van een persoon van 90 kun je zeggen dat de kans groot is wel eens alcoholhoudende drank koopt voor zichzelf of andedat hij moeite heeft met traplopen, maar dat geldt niet voor ren. Voor jongeren van 16 en 17 jaar is dit 10 procent. In 2011 iedere 90-jarige. En al zou je dat nu wel zo zijn, waar trek je lagen deze cijfers veel hoger. Toen gaf 9 procent in de leefdan de grens? Vanaf welke leeftijd mag je dan zeggen dat ie- tijdsgroep van 14 en 15 jaar aan wel eens drank te kopen, voor mand er maar rekening mee moet houden dat hij moeite zou 16- en 17-jarigen was dat 78 procent. krijgen met traplopen? Daarbij kan een ander persoon misschien al op zijn 60ste Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) vandaag in moeite krijgen met traplopen. Als je dan als gemeente aan een brief aan de Tweede Kamer. De resultaten blijken uit ondeze persoon wel een traplift verstrekt, bevoordeel je deze derzoek door bureau Intraval. persoon dan niet ten opzichte van oudere personen? Naar mijn mening is de enige situatie waarin een gemeente wel de aanvraag voor een woonvoorziening kan afwijzen als een cliënt bij het betrekken van een nieuwe woning geen rekening heeft gehouden met zijn gezondheidssituatie. Denk daarbij aan de situatie dat iemand die niet kan traplopen, verhuist naar een woning waar hij de trap op moet om zijn slaap- en badkamer te bereiken. Deze persoon is dan simpelweg naar een ongeschikte woning verhuisd. Hij had moeten weten dat hij in deze woning deze beperkingen zou ervaren. Over een dergelijk situatie is ook al jurisprudentie verschenen (zie CRvB 15-05-2013, nr. 11/713 WMO). Dat is echter wel iets heel anders dan te verlangen dat de cliënt er rekening mee houdt dat hij in de toekomst op enig moment mogelijk beperkingen gaat ervaren, bijvoorbeeld op basis van leeftijd of woon- of gezinssituatie of omdat dit in de lijn der levensverwachting ligt.
Uit verschillende recente rechtbankuitspraken blijkt dat een voorziening niet kan worden geweigerd omdat deze op basis van de leeftijd van de cliënt voorzienbaar zou zijn (zie Rechtbank Rotterdam 01-05-2015, nr. 14/3684 ROT en Rechtbank Gelderland 26-02-2015, nr. 13/8130). Dit is in lijn met eerdere uitspraken van de CRvB, waaruit volgt dat een woonvoorziening niet kan worden geweigerd omdat gelet op de leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn (zie CRvB 15-12-2010, nr. 09/1591 WMO en CRvB 09-05-2012, nr. 10/3477 WMO). De CRvB oordeelt dat bij een verhuizing te veel (individuele) factoren een rol spelen om de kosten van een verhuizing - uitslui- Kortom, de mogelijkheden met betrekking tot voorzienbaartend op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie - als heid zijn voor gemeenten erg beperkt. Maar dat staat er niet aan in de weg om aan burgers te vragen om na te denken over
Sociale normverandering Van Rijn is blij met de duidelijke verandering is in het koopgedrag van jongeren: ‘Het aanpassen van de wet was stap één, de nu veranderende sociale norm is stap twee. Maar waar het mij uiteindelijk allemaal om te doen is, is de gezondheidswinst die het oplevert voor onze jongeren’. NIX18 blijft de boodschap Uit het onderzoek komt ook naar voren dat jongeren onder de 18 jaar wel regelmatig alcohol drinken dat ze van ouders of oudere vrienden krijgen. ‘We zijn er dus nog niet', aldus Van Rijn. 'De boodschap "geen alcohol onder de 18" blijf ik dan ook uitdragen via de NIX18 campagne’, aldus Van Rijn.
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 4
Alles verandert, zelfs de manier waarop Hoe maak je een maatjesproject effectiever?
minimaal eens per maand.
Bron: nieuwsbericht 151022
Maatjesprojecten zijn de populairste en meest gebruikte inter- venties in de sociale sector in Nederland. De populariteit lijkt zelfs nog altijd toe te nemen. Maar zijn ze ook effectief? hoe maak je maatjesprojecten effectiever De leidraad maatjesinterventies geeft sociale professionals evidence based aanbevelingen die ze kunnen gebruiken om de effectiviteit van een bestaand of nieuw maatjesproject te verbeteren. Dit is een aantal belangrijke punten uit de leidraad:
Zorg dat je de probleemstelling en de behoeften van de
doelgroep in beeld hebt en stel de doelen vast die je wilt bereiken. Bepaal de zwaarte van de problematiek waar de vrijwilliger mee te maken krijgt. Maak een vrijwilligersprofiel met competenties waarmee je de vrijwilligers kan screenen. Maak de koppeling tussen een hulpvrager en vrijwilliger op basis van gelijkwaardigheid en complementariteit. Geef de vrijwilliger en de hulpvrager zeggenschap in die match. Zorg dat je de vrijwilliger richtlijnen meegeeft over de manier waarop hij ondersteuning zal gaan geven aan de hulpvrager. Maak vanaf het begin samen met hulpvrager en maatje in een open gesprek duidelijk welke rol die het maatje heeft en welke rol de hulpvrager heeft.
Huisartsen hebben vertrouwen in de positieve ontwikkeling van wijkteams, maar zien dat veel zaken nog in ontwikkeling Nodig de hulpvrager zoveel mogelijk uit om zelf op zoek te zijn. Zij vinden het te vroeg voor een oordeel over de samenwerking. Aandachtspunten hebben ze wel, zoals meer inzage gaan naar doelen die hem motiveren. Zorg voor een goede balans tussen het behalen van doelen voor huisartsen in het door gemeenten gecontracteerde aanen het werken aan de relatie; te veel nadruk op het eerste bod en de communicatie met het wijkteam. zorgt voor een starre werkwijze, te veel nadruk op het Samenwerking tweede zorgt voor richtingloos ondersteunen. Geef de vrijwilliger structuur en duidelijkheid over hoe hij De VNG en de LHV hebben in 2014 samen een boekje geondersteuning geeft; maak afspraken over het geven van maakt waarin handige tips worden gegeven over de samenwerking tussen huisartsen en gemeenten. Hier wordt ook ingehet mobiele nummer of het betalen van kosten. Vang de vrijwilliger op wanneer de situatie escaleert of de gaan op de twee benoemde knelpunten: problematiek ernstiger blijkt dan vooraf was ingeschat. Wanneer het maatje complexe problematiek signaleert, Het is voor gemeenten en huisartsen belangrijk dat huisartsen weten welke aanbieders gecontracteerd zijn, zodat zij communiceer dit dan als begeleider naar een professional hun patiënt goed kunnen verwijzen. Het is daarnaast voor uit het samenwerkingsverband. huisartsen goed om bij de gemeente te informeren hoe de Voorkom dat de ondersteuning een geïsoleerd karakter laagdrempelige ondersteuning is vormgegeven en hoe hierkrijgt; zorg dat het contact tussen maatje en de hulpvrager naar kan worden verwezen zo veel mogelijk plaatsvindt in een omgeving waar zij in Het is voor gemeenten en huisartsen waardevol te onderhun dagelijkse leven opereren. zoeken op welke manier wijkteams, jeugdhulpverleners inZorg dat een beroepskracht de voortgang en kwaliteit van gezet kunnen worden ten behoeve van huisartsenpraktijken de ondersteuning op afstand volgt en weet welke activiteien gezondheidscentra Als gemeente bent u sterk in het ten er worden ondernomen en of er vooruitgang wordt organiseren van een laagdrempelig ondersteuningsaanbod, geboekt. dit kan de huisartsenzorg aanvullen. Informeer bij de hulpvrager naar zijn tevredenheid, soms is hij niet mondig genoeg om aan de bel te trekken. Zorg voor evaluatiemomenten los van elkaar, zodat het Het is belangrijk dat gemeenten en huisartsen elkaar hier opmaatje en de hulpvrager kunnen vertellen hoe het gaat zoeken. Wilt u meer weten over de samenwerking? Bekijk dan ook het Addendum Jeugd voor huisarts en gemeenten. zonder sociaal wenselijke antwoorden te geven.
Meer informatie De inzet van maatjes voor begeleiding van complexe sociaal- Gemeenten krijgen ruime voldoende van Rapport LHV Resultaten peiling jeugdzorg 2015 maatschappelijke problemen heeft de afgelopen jaren een huisartsen Bron: VNG 151023 hoge vlucht genomen. Dat vergt, volgens onderzoeker Michel- De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft recent een le van der Tier, ook iets van de sociale professional. Lees meer onderzoek onder haar leden gepubliceerd. Zij heeft aan huis>> artsen gevraagd hoe zij de samenwerking met gemeenten ervaren. Gemeenten krijgen gemiddeld een 6,4 van de huisartHet maatje en de hulpvrager moeten regelmatig contact heb- sen. ben om vooruitgang te boeken; streef naar ontmoetingen van Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 5
Alles verandert, zelfs de manier waarop ‘Overheid vindt burger in de bijstand berekenend’ Bron: Nieuwsbericht 151022
Bloemendal vindt dat de rijksoverheid In het domein werk en inkomen een strakke regie oppakt die tegen de leidende gedachte van de decentralisatie ingaat: dat gemeenten beter Bij de bijstandsverlening staat de corrigerende aanpak van de zouden kunnen bepalen wat de samenleving nodig heeft en burger voorop. De overheid gaat uit van een burger die liever het betrekken van de burger bij het nieuwe sociaal domein. lui is en voor het eigen belang gaat. ‘Dit beeld miskent de 'Waar in het overige sociaal domein groeiende aandacht is kwetsbaarheid en eigen kracht van de burger.’ voor dialoog met de burger, vinden we bij werk en inkomen regelvrije bijstand het tegenovergestelde', aldus Bloemendal. Wanneer de cliënt zijn gegevens voor een uitkering te laat, niet correct aanlevert en niet voldoet aan alle verplichtingen van de Participatiewet, staat hem een flinke boete te wachten. Die boetes worden voortaan wel afgestemd op de omstandigheden van de persoon en de ernst van de situatie, maar de benadering van de burger op deze manier is niet volgens de opdracht van de gemeente, zegt filosofe en adviseur Ida Bloemendal in het vakblad Sociaal Bestek. En die opdracht is: het betrekken van de burger bij het nieuwe sociaal domein. Uitkering
Volgens de makers van Sesamstraat biedt Julia kinderen een karakter dat ze herkennen en begrijpen als ze zelf lijden aan autisme of iemand kennen die autistisch is. 1 op 68 kinderen heeft autisme Julia speelt sinds gisteren een hoofdrol in een Amerikaanse educatieve campagne van Sesamstraat, gericht op kinderen met autisme. Dat is belangrijk, vinden de makers van Sesamstraat, omdat de kans dat kinderen met autisme gepest worden vijf keer groter is dan bij kinderen zonder autisme. “En met 1 op de 68 kinderen die autisme heeft, zijn dat een hoop pesterijen. Julia moet kinderen laten zien wat zij gemeenschappelijk hebben, niet hun verschillen. Ook kinderen met autisme houden van vriendschappen en groepsverbanden.”
Regelvrije bijstand 'Er is veel te winnen als de burger op eigen kracht en mogelijkheden wordt aangesproken', stelt Bloemendal . 'Bij gemeenten is er veel interesse voor experimenten met de zogenoemde regelvrije bijstand. Dit gaat om bijstandsuitkeringen waar de sancties en verplichtingen tijdelijk zijn geschrapt.' Het idee is dat burgers met minder regels en dwang beter de regie over Ouders en hun kinderen kunnen Julia leren kennen in het boek hun eigen leven kunnen nemen en dat dit zorgt voor meer ‘We’re amazing 1, 2, 3’ dat vooralsnog alleen in het Engels maatschappelijke participatie. beschikbaar is. Of en wanneer Julia naar Nederland komt, is nog niet bekend. Een grote groep kwetsbare jongeren maakt geen gebruik van voorzieningen die er juist zijn om ze te ondersteunen richting werk of terug naar school. Veel sociale diensten zien het niet als hun taak deze jongeren te volgen. Een gemiste kans, vinden MEE en de Federatie Opvang >>
Het beeld van de berekenende, luie burger ontkent dat burgers bereid zijn zich in te spannen voor idealen in de samenleving of voor mensen die hulp nodig hebben, stelt Bloemendal. Bovendien gaat de overheid ervan uit dat elke burger de complexe samenleving begrijpt. Ze veronderstelt dat de burger de regels rondom de uitkering snapt, maar voor veel burgers gaat dat niet op. 'Het beeld van de berekenende burger miskent Nieuwe bewoner Julie in Amerikaanse Sedaarmee zowel de kwetsbaarheid als de eigen kracht van de samstraat heeft autisme burger.' Bron: rtlnieuws.nl 151023 De Amerikaanse Sesamstraat heeft een bijzondere nieuwe beParticipatiewet woner verwelkomd: Julia, een meisje met autisme. De Participatiewet benoemt een hele lijst arbeidsverplichtingen. Wanneer deze niet worden opgevolgd mag de gemeente Met haar oranje haar en grote groene ogen ziet Julia er niet sanctionerend optreden. Zo moeten bijstandscliënten buiten direct opvallender uit dan de bewoners van Sesamstraat die de eigen gemeente naar werk zoeken en moeten ze bereid zijn we al kennen. En toch is ze écht anders dan vreemde vogel voor werk te verhuizen. De persoonlijke verzorging en kleding Pino, vrolijke hond Tommie of grijze muis Ieniemienie: Julia moeten in orde zijn en een bijstandscliënt moet de Nederland- kampt met autisme. se taal voldoende beheersen om aan het werk te komen. Decentralisatie
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 6
Alles verandert, zelfs de manier waarop Weer fout in verdeelmodel bijstandsbudget Bron: Gemeente Arnhem 151016
In het verdeelmodel voor de bijstandsbudgetten dat op 1 oktober door het ministerie van SZW is gepubliceerd, zit een ‘domme datafout’. Dat zegt de Arnhemse wethouder Martijn Leisink (D66, financiën) die het model opvroeg en de fout ontdekte. Het is niet de eerste keer dat er fouten in de verdeelmodellen zitten. In het verdeelmodel voor de bijstandsbudgetten dat op 1 oktober door het ministerie van SZW is gepubliceerd, zit een ‘domme datafout’. Dat zegt de Arnhemse wethouder Martijn Leisink (D66, financiën) die het model opvroeg en de fout ontdekte. Het is niet de eerste keer dat er fouten in de verdeelmodellen zitten. Bizar Leisink kan er met z’n verstand niet bij. ‘Het is bizar. Het lijkt de penningmeester van de lokale tennisvereniging wel, maar we hebben het hier over het verdelen van 5,5 miljard euro. En het is al zeker de vierde keer dat er fouten gemaakt worden. Er is al zoveel te doen over de verdeelmodellen dus het minste dat het ministerie kan doen is zorgen dat de gegevens correct zijn.’ Toppunt van knulligheid De nieuwste fout in de modellen is een domme copy-paste fout. Bij het aanpassen van het rekenmodel van 2015 naar 2016 zijn niet alle kolommen de nieuwe normbedragen van 2016 terechtgekomen. De oude bedragen staan daar nog ingevuld, wat effect heeft op de uitkomsten. ‘Het gaat om een klein verschil, waarschijnlijk van nog geen miljoen euro’, aldus de wethouder. ‘Maar daar gaat het niet om. Het roept namelijk de vraag op wat er nog meer niet deugt. Het is toch het top-
punt van knulligheid als je vergeet in 200 cellen van een Excel sheet de data aan te passen?’ Vorig jaar ontdekte Leisink in de modellen ook al fouten, bij voorbeeld het feit dat gemeenten als Haarlemmermeer en Coevorden veel meer geld kregen dat waar ze recht op hebben. Daarna bleek dat er onregelmatigheden zaten in de onderliggende CBS-data die voor de berekening van de budgetten werden gebruikt. En vorige maand kwam er weer een fout aan het licht. Per abuis waren niet de brondata gebruikt, maar data die al geijkt waren, werden voor een tweede keer geijkt. Leisink: ‘Dat heeft allemaal niet zoveel om het lijf, maar het is zo ongelofelijk knullig.’
Flinke verschillen In het verdeelmodel wordt met 6500 verschillende modelhuishoudens gewerkt. Maar in gemeenten hebben ze al die data niet, dus kan niet alles correct ingevuld worden. Leisink: ‘Bij alles wat onbekend is, wordt het Nederlands gemiddelde aangehouden. Maar gemeenten komen niet altijd over een met gemiddeld Nederland. En daardoor ontstaan enorme verschillen tussen het model en de werkelijkheid.’ Het moeilijke hierbij is dat voor 2015 en 2016 de reconstructies flink verschillen. Waren er volgens het model in 2015 4.252 huishoudens ‘eenouder-man, allochtoon met huurwoning’, in 2016 zouden dat er 15.435 zijn. ‘En in 2017 kan dat weer de andere kant opgaan’, aldus Leisink. ‘Gemeenten weten dus niet waar ze volgend jaar weer aan toe zijn.’
Zelf al ontdekt In een reactie laat het ministerie van Sociale Zaken weten de fout zelf ook al ontdekt te hebben. Arnhem zou een nog niet gecorrigeerde versie gekregen hebben. ‘Ammehoela’, reageert Leisink. ‘Ik heb hetzelfde model als dat waar ze de publicatie van 1 oktober op gebaseerd hebben. Dus de gegevens uit publicatie van 1 oktober kloppen niet. Het is mooi dat ze de fout inmiddels gevonden hebben, en als ze zeggen dat ze het zelf ontdekt hebben dan zullen we dat maar geloven. Maar feit blijft dat ze iets publiceren dat ze niet gecheckt hebben.’
Werkelijke kosten Om aan alle onduidelijkheid een einde te maken, vindt ook Leisink dat voor 2015 en 2016 teruggegrepen moet worden naar een budget op basis van daadwerkelijke kosten. ‘Dat geeft gemeenten rust en dan hebben ze tijd om met een model te komen dat klopt en dat op de steun van gemeenten kan rekenen. ‘
Kritiek Over het verdeelmodel voor 2016 is sowieso het laatste woord nog niet gezegd. Binnenkort volgen opnieuw gesprekken tussen VNG en het ministerie. Sinds staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) de budgetten presenteerde, is er een storm aan kritiek losgebarsten. Sommige gemeenten hebben forse tekorten te verhapstukken, maar een groter probleem is nog dat onduidelijk is hoe de bedragen opgebouwd zijn. ‘SZW en ook het Sociaal en Cultureel Planbureau (dat het model gemaakt heeft – red) kennen de situatie in gemeenten niet’, aldus Leisink.
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 7
Alles verandert, zelfs de manier waarop uitgekristalliseerd’, aldus CPB en SCP in hun onderzoek ‘Keuzeruimte in de langdurige zorg’. Het onderzoek is op verzoek van het ministerie van VWS uitgevoerd.
Financiële prikkels Wmo leiden tot risico’s Bron: CPB 151022 Sleutelwoord: afwenteling
De gemeentelijke beleidsvrijheid bij de Wmo 2015 kan leiden tot ongewenste uitkomsten zoals verschraling van de zorg, hoge eigen bijdragen of afwenteling van zorg naar de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw). Hiervoor waarschuwen het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een gezamenlijk onderzoek naar de stelselhervorming langdurige zorg. De gemeentelijke beleidsvrijheid bij de Wmo 2015 kan leiden tot ongewenste uitkomsten zoals hoge eigen bijdragen, verschraling van de zorg of afwenteling van zorg naar de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw). Hiervoor waarschuwen het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een gezamenlijk onderzoek naar de stelselhervorming langdurige zorg. Prikkel Gemeenten hebben binnen de wettelijke grenzen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) relatief veel ruimte om de zorg in te richten. Dat doen ze onder meer via de indicatiestelling, het heffen van eigen bijdragen en de zorginkoop. Gemeenten hebben een financiële prikkel om de ‘Wmo-middelen’ doelmatig te besteden, omdat zij de tekorten op het Wmo-budget zelf moeten aanvullen terwijl ze overschotten vrij mogen besteden. ‘De prikkel tot zuinige zorg is echter geen garantie op gewenste uitkomsten’, stellen het CPB en het SCP. Of die onbedoeld effecten inderdaad optreden, kan pas over een tijdje worden vastgesteld. Daarvoor moeten de hervormingen ‘en de daarmee gepaarde gaande keuzes zijn
Eigen bijdragen De planbureaus adviseren de rijksoverheid te onderzoeken hoe de eigen bijdragen in de Wmo, Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige zorg (Wlz) beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Sinds 1 januari is een deel van de voormalige Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) bij de Wmo 2015 ondergebracht (begeleiding). Persoonlijke verzorging en verpleging zijn grotendeels naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) en zware zorg (vaak intramuraal) naar de Wet Langdurige zorg (Wlz) overgeheveld. De eigen bijdragen zijn voor ondersteuning uit de Wmo gewijzigd, gehandhaafd voor de Wlz en afgeschaft voor de wijkverpleging. ‘Dit kan er toe leiden dat de cliënt uitwijkt naar de voor hem of haar goedkope wijkverpleging’, stellen de onderzoekers. Afwentelgedrag Zorgen zijn er over het afwentelgedrag van gemeenten en zorgverzekeraars. Zij hebben beiden een financieel belang bij afwenteling van zorg naar een ander domein. Gemeenten zullen er bij Wmo-cliënten met zware zorgbehoefte op aandringen een Wlz-indicatie aan te vragen. Zorgverzekeraars kunnen zorgaanbieders prikkelen om zuinig om te gaan met zorg, via onder meer het maximeren van de budgetten. Zorgaanbieders kunnen dan hun ‘dure’ cliënten adviseren een Wlz-indicatie aan te vragen, of nieuwe cliënten naar een andere zorgaanbieder sturen. ‘Het risico op een niet optimale verdeling van de zorg is daarom reëel. Goede samenwerking en afstemming tussen zorgpartijen kan het risico op afwentelgedrag verminderen en een doelmatige inrichting van de zorg bevorderen’, stellen de planbureaus. Hoewel het ook wat dit punt betreft te vroeg is om te beoordelen hoe groot het afwentelingsprobleem is, adviseren CPB en SCP de ontwikkelingen goed te monitoren zodat structurele problemen tijdig kunnen worden opgespoord.
Inspecties informeren over meldplicht geweld in jeugdzorg Bron: Inspecties 151023 Sleutelwoord: meldcode Instellingen voor jeugdzorg zijn wettelijk verplicht om geweld en calamiteiten te melden. Daarvoor is een nieuwe werkwijze.
Voor de uitvoering van de wet zijn de inspecties nauwer gaan samenwerken. Er is een gezamenlijke Commissie voor Meldingen ingesteld. De inspecties voor Gezondheidszorg (IGZ), Jeugdzorg (IJZ) en Veiligheid en Justitie (IVenJ) hebben op 20 oktober een brief gestuurd naar alle jeugdinstellingen om ze te informeren over meldplicht, leidraad en procedure. Dat meldt de IGZ op haar website. Boete De wet betreft lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld door een jeugdhulpaanbieder of –instelling tegen een jeugdige of ouder, of onverwachte gebeurtenissen met ernstige schadelijke gevolgen of de dood. Instellingen moeten een calamiteit of geweld nu binnen drie dagen melden, via een digitaal meldformulier. Het maakt niet uit bij welke inspectie. Ook andere instanties, zoals gemeenten, kunnen een melding doen of ernstige misstanden binnen de jeugdhulp doorgeven. Op het niet nakomen van de meldplicht staat een boete van maximaal 33.500 euro.
Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 8
Alles verandert, zelfs de manier waarop Want de Nederlandse kinderen scoren internationaal het hoogst op meetlatten voor somatische en geestelijke gezondheid. De belangrijkste verklaring voor het toenemend aantal verwijzingen is dat ouders hun kinderen met problemen psychopathologiseren. Ze zijn pas gerustgesteld als hun kind een Jeugdzorg blijft duur zonder overleg met etiket heeft van ADHD, PD NOS, discalculie of dislectie. Ik zeg het hier kort door de bocht. In mijn boek Zorginnovatie volhuisartsen Bron: www.guusschrijvers.nl 151023 gens het Cappuccinomodel ga ik in op andere mogelijke verDe laatste jaren stijgt het aantal kinderen dat bij de jeugdzorg klaringen en wijs die af op grond van eerder onderzoek. terecht komt met 5% tot 10% per jaar. Het aantal verwijzingen naar jeugdzorg via scholen en jeugdgezondheidszorg daalt. Stigmatiseren Het aantal verwijzingen via de huisarts stijgt. Gemeenten zouDoor etiketten te plakken op het kind stigmatiseren de ouders den hierover met regionale huisartsenverenigingen om de tafel hun kind en zoeken zij oplossingen bij het kind en niet bij zichmoeten gaan zitten. Ze kunnen dan samen nadenken over zelf. Misschien zijn zelf wel te druk, geven zij het verkeerde nieuwe beslisbomen, richtlijnen en zorgpaden die het gebruik voorbeeld of hebben zij een vechtrelatie. Dan zit het kind in de van gespecialiseerde jeugdzorg terugdringen. Op dit moment problemen en niet het probleem in het kind. overleggen scholen en jeugdgezondheidszorg enerzijds en huisartsen anderzijds niet met elkaar over kinderen met proKloof blemen. Terwijl zij elkaar zo goed zouden kunnen aanvullen. Het centrum voor Jeugd en Gezin als zorgpiramide Aldus oud-hoogleraar Guus Schrijvers Public Health en Gezondheidseconoom. Twee verwijsroutes Een kind met opgroei- of opvoedproblemen komt via twee routes terecht bij de jeugdzorg. De eerste route is via de school en/of de jeugdgezondheidszorg .De leerkracht verwijst het kind eerst naar het schoolgebonden zorg-adviesteam. Als dit team de problemen van het kind niet aan kan, sturen ze het door naar Bureau jeugdzorg. De tweede route loopt via huisartsen. Die ontmoeten een kind met psychische problemen op hun spreekuur, stellen een voorlopige diagnose en verwijzen door naar jeugdpsychiaters of gezondheidspsychologen. Sinds begin dit jaar ontvangen deze laatste professionals hun inkomsten van de gemeenten en niet meer van de zorgverzekeraars.
nen aanvullen: de huisarts kent de thuissituatie goed en de jeugdarts weet veel van het gedrag op school. Er bestaat een grote kloof tussen beide routes: de getoonde afbeelding illustreert dat en is afkomstig uit mijn boek. Huisartsen De route via de school en de jeugdgezondheidszorg leidt thans tot minder verwijzingen naar de jeugdzorg. Beiden hebben veelal goede relaties met de gemeentelijke gebiedsteams of zijn voor het deel hulpverlening daarin opgegaan. Dat geldt niet voor de huisartsen. Die werken nog steeds zoals in de afgelopen jaren. Vele gemeenten maken zich thans ongerust over de groeiend aantal verwijzingen via de huisartsen. Het lijkt erop dat het afremmen via route 1 leidt tot meer gebruik van route 2 als sluiproute. Al die ervaringen verzamelde ik op 15 oktober tijdens een ontmoeting met ambtenaren en wethouders.
Draagvlak Huisartsen hebben een goede naam in het terugdringen van gespecialiseerde zorg. Menig patiënt die zij vroeger doorverwezen naar een internist, longarts of cardioloog behandelen zij nu zelf. Of zij stimuleren patiënten om zichzelf te monitoren en zichzelf gezond te houden. Van daaruit redenerend moet er draagvlak te vinden zijn bij huisartsen om ook het verwijzen naar de jeugdpsychiatrie en gezondheidspsychologen terug te dringen.
Regionaal overleg Ik heb de gemeenten aangeraden eerst contact te zoeken met de regionale huisartsen vereniging en daarna pas met individuele huisartsen in een wijk. Op regionaal niveau kunnen ze gaan nadenken over nieuwe beslisbomen, richtlijnen en zorgpaden die het gebruik van gespecialiseerde jeugdzorg terugdringen. Op dit moment overleggen scholen en jeugdgezondheidszorg Psychopathologiseren Zonder zo’n regionaal overleg blijft de jeugdzorg duur en De laatste jaren steeg het aantal kinderen dat bij de jeugdzorg enerzijds en huisartsen anderzijds niet met elkaar over kinzwaar belast. terecht kwam met 5% tot 10% per jaar. Dat is opmerkelijk. deren met problemen. Terwijl zij elkaar zo goed zouden kunJaargang 3 | aflevering 39 | pagina 9
Alles verandert, zelfs de manier waarop Haags college wuift advies over sociale wijkteams weg Bron: Gemeente Den Haag 151021
telijke organisatie weersprak deze bevinding afgelopen zomer niet. Een nieuw kwaliteitssysteem zou vanaf de zomer van 2015 in een leerinfrastructuur moeten voorzien, maar dat heeft de De Rekenkamer Den Haag heeft kritische kanttekeningen over Rekenkamer niet kunnen beoordelen, net zo min als naderde opzet en inzet van de sociale wijkteams in de gemeente. De hand doorgevoerde verbeteringen in de leergang. ambtelijke organisatie weerlegt de bevindingen niet, maar het college wuift de kritiek weg en vraagt de Rekenkamer over een jaar nog maar eens te komen kijken. Dit bevreemdt de Rekenkamer. ‘We zijn van mening dat we wel goed bezig zijn en komt u over een jaar nog maar eens terug.’ Dat is kort samengevat hoe het college van Den Haag conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer over de opzet van de sociale wijkzorgteams wegwuift. In de ambtelijke reactie was hier niets over terug te vinden. Dit bevreemdt de voorzitter van de Rekenkamer. Geen leerinfrastructuur Het rapport van de Rekenkamer Den Haag toont aan dat de opzet en implementatie van de sociale wijkzorgteams kansen biedt voor doeltreffend en doelmatig functioneren, maar dat niet aan alle voorwaarden wordt voldaan. De gemeente wilde de wijkzorgteams door middel van een “organisch proces” ontwikkelen. Op basis van praktijkervaringen zouden de teams worden ingericht, aangepast en bijgestuurd. Maar de Rekenkamer constateert dat een belangrijke voorwaarde om te kunnen leren afwezig is: de leerinfrastructuur. Fouten en knelpunten worden daardoor niet snel zichtbaar en dus is het risico groot dat ze niet worden gecorrigeerd. Dat was juist de bedoeling van het organische proces.
Doelen en prestaties onvoldoende uitgewerkt Twee belangrijke pijlers van de sociale wijkzorgteams zijn “zorgen voor vroegsignalering” (zodat op tijd hulp kan worden ingezet om erger te voorkomen) en ‘uitvoering geven aan eigen kracht’ (waardoor burgers zo snel mogelijk weer regie over hun eigen leven kunnen krijgen en de aanspraak op voorzieningen verminderd). Het rekenkameronderzoek toont aan dat deze punten onvoldoende zijn uitgewerkt in hoe sociale wijkzorgteams daaraan bij moeten dragen en wat ze daarvoor nodig hebben. Ook zijn de doelen en prestaties van het (door) ontwikkelen van sociale wijkzorgteams onvoldoende uitgewerkt. Daardoor is inzicht in de prestaties en in hoeverre doelen van de teams zijn gerealiseerd niet goed mogelijk. De ReCollege spreekt gevonden feiten tegen kenkamer adviseert om die doelen en de werkwijze concreet Het college is echter van mening dat al in 2014 sprake was van uit te werken, zodat deze voor de teams en hun werk richtingeen leerinfrastructuur en dat deze in 2015 nader is ontwikkeld gevend kunnen zijn. en verbeterpunten zijn doorgevoerd. De Rekenkamer zegt in haar nawoord dat in 2015 weliswaar leerervaringen zijn ge- College weerspreekt opnieuw bruikt, maar die niet het resultaat zijn van een uniforme en Het college vindt dat vroegsignalering en eigen kracht wel zijn structurele aanpak van monitoring en evaluatie. Ook de amb- geborgd in de leergang en wijst op een handboek maatwerk
ondersteuning van augustus 2015 waarin doelen en acties per leefgebied zijn uitgewerkt. Ook hier merkt de Rekenkamer op dat de ambtelijke organisatie in juli 2015 niet heeft aangegeven dat haar bevinding onjuist is of dat de uitwerking later in het handboek zou staan. Dat laatste kon de Rekenkamer ook niet meer beoordelen. In haar reactie aan de Rekenkamer van half juli schrijft het college dat het onderzoek in een zeer vroeg stadium is uitgevoerd en de Rekenkamer over een jaar maar een tweede onderzoek moet doen. Dit alles bevreemdt Rekenkamervoorzitter Watze de Boer zeer. ‘In de ambtelijke reactie hoefden we maar één zin aan te passen en dan komt ineens die bestuurlijke reactie.’ Rapport was al lang af De Boer wijst erop dat het rapport al in juni klaar was, maar vanwege het reces nu pas verschijnt. ‘We zijn nu zoveel maanden verder en er zijn zoveel nieuwe feiten die we niet meer kunnen controleren. Het zij zo. We willen bij de raad aandragen dat het college die resultaten dan maar moet laten zien. Ja, we verwachten wel bijval uit de raad.’ De Boer lijkt het niet eenvoudig te bepalen hoe je “eigen kracht” definieert. ‘Dat kun je als wijkteamlid niet op eigen houtje bepalen en daar worstelen ze mee. Je moet daarom ervaringen vastleggen en deze terugkoppelen. Dat was toen niet aan de orde en ook niet weerlegd. Ze zeggen dat het het nu wel in orde is met het kwaliteitssysteem. Laat dat maar zien.’ Toon resultaten maar Of de Rekenkamer inderdaad over een jaar nieuw onderzoek gaat doen weet De Boer nog niet. ´Ik weet niet of het past in de planning. We doen veel onderzoek in het sociaal domein. Onlangs nog over de schuldhulpverlening en nu over de uitvoering van de Wmo. Er zit veel in om van te leren, maar je moet wel afspraken maken om te willen leren.´ De doelen blijft De Boer vaag vinden. ´Ze zeggen dat ze in 2017 willen renderen. Wat bedoel je daarmee? Wat heb je gerealiseerd? Wat zijn de concrete doelstellingen? Als raad zou ik zeggen: toon die resultaten maar.’ Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 10
Alles verandert, zelfs de manier waarop Liever geen Fatima
de resultaten van het onderzoek dat minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit jaar liet uitvoeren door Bron: onderzoek 151023 Uit onderzoeken blijkt steeds opnieuw dat vooroordelen een Panteia. Dit onderzoek laat zien dat oudere werknemers en grote rol spelen bij sollicitatieprocedures. Zo verscheen afgelo- werknemers met een migrantenachtergrond de helft zo vaak pen zomer het rapport Op afkomst afgewezen van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In opdracht van de gemeente Den Haag deed het SCP onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden. Werkgevers verkiezen een autochtone werknemer boven eentje met een kleur. Niet omdat ze willen discrimineren. Maar omdat ze nu eenmaal liever iemand aannemen die op hen lijkt. Iedereen roept: ik discrimineer niet. Dat menen mensen ook echt. Maar we discrimineren allemaal’, zegt Rik Ringers, HRadviseur bij een veiligheidsregio en lid van de Codecommissie van de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling (NVP).
Sollicitatieprocedures Uit onderzoeken blijkt steeds opnieuw dat vooroordelen een grote rol spelen bij sollicitatieprocedures. Zo verscheen afgelopen zomer het rapport Op afkomst afgewezen van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In opdracht van de gemeente Den Haag deed het SCP onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden. Sollicitanten worden afgewezen vanwege hun etnische achtergrond, was de uitkomst. Werkgevers hebben meer interesse in autochtone sollicitanten dan in sollicitanten met een Marokkaanse of SurinaamsHindoestaanse achtergrond met vergelijkbare kwalificaties. Autochtone sollicitanten hadden 34 procent kans op een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek, SurinaamsHindoestaanse sollicitanten 23 procent en Marokkaanse sollicitanten 19 procent. De sollicitanten in het onderzoek waren fictief en gelijkwaardig. Ze verschilden alleen in etnische achtergrond. Dat bleek uit de naam in de brief en op het cv. Migrantenachtergrond De uitkomsten van het SCP-onderzoek zijn vergelijkbaar met
Stereotiepe ideeën Het gaat erom dat je je bewust bent van je vooroordelen, stelt Bos. Personeelsfunctionarissen zeggen vaak: bij een sollicitatie weet ik in de eerste tien seconden al of een kandidaat geschikt is. Dat is een gevaarlijke. Want dan weet je nog helemaal niets. In die tien seconden ga je op je gevoel af en dat is gebaseerd op stereotiepe ideeën. Daarom nemen mensen graag kandidaten aan die op hen lijken. Daar voelen ze zich het meest senang bij.’ Jammer, al die vooroordelen, zegt Ringers. Niet alleen omdat discriminatie verboden is, maar ook omdat je bij sollicitaties misschien wel kandidaten afschrijft die het perfect zouden doen op die plek. ‘Nu hebben werkgevers veel keuze als ze iemand aannemen. De arbeidsmarkt is ruim. Maar de vergrijzing is een feit. Er komt een moment waarop het aantal werkzoekenden terugloopt en het aantal vacatures stijgt. Ook bij gemeenten. voor een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd dan autochHet is niet erg om vooroordelen te hebben. Maar wees je ertone werknemers onder de 35 jaar. Asscher neemt diverse van bewust. Want je sluit goede kandidaten uit en straks heb maatregelen om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakje die mensen hard nodig.’ ken, variërend van het opzeggen van contracten met bedrijven die zijn veroordeeld voor racisme tot het inventariseren van Test uw eigen vooroordelen. De impliciete associatietest van cao-afspraken die bedoeld zijn om diversiteit te stimuleren. Harvard University staat op https://implicit.harvard.edu/ Ook lanceerde de rijksoverheid dit najaar een antiimplicit/netherlands/ . Onder het kopje ‘Doe een Demo Test’ discriminatiecampagne, ‘Zet een streep door discriminatie’. kun je kiezen tussen onder andere ‘ras’, ‘geslacht’ of ‘leeftijd’. Informatie over de training is te vinden op Training vooroordelen www.mensenrechten.nl of www.nvp-plaza.nl Het College voor de Rechten van de Mens heeft een training ontwikkeld die mensen inzicht geeft in hun vooroordelen. Ook de NVP biedt de training ‘Selecteren zonder vooroordelen, voor de beste match’ inmiddels aan. Het is niet erg om vooroordelen te hebben, zegt Barbara Bos van het College voor de Rechten van de Mens. Het is onvermijdelijk en het is zelfs nuttig. ‘Er komt de hele dag door zo veel informatie op je af. Het is voor je hersenen onmogelijk om ieder ding en iedere persoon te selecteren. Je moet snel beslissingen nemen, snel inschattingen maken, dus je categoriseert alles. Je denkt niet: o, dat is een houten object met een vierkant horizontaal vlak. Je denkt direct: o, een stoel.’ Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 11
Alles verandert, zelfs de manier waarop COLOFON Fris denken en dwars kijken is een digitaal nieuwsschrift voor alle mensen en organisaties die betrokken zijn bij het werken met en voor mensen. Fris denken en dwars kijken verschijnt eenmaal per week (dinsdag) als nieuwsflits en eenmaal per week (vrijdag) als achtergrondmagazine (Decor).
Transitie-esperanto nodig voor Wmo en jeugd Bron: Pluryn 151022 Er moet een gestandaardiseerde wijze van facturering en verantwoording komen in onder meer de Wmo en de jeugdzorg. Met een ‘transitie-esperanto’ kan flinke tijdwinst worden geboekt. Dat stelt Henk van den Broek, directeur bij Pluryn. Er moet een gestandaardiseerde wijze van facturering en verantwoording komen in onder meer de Wmo en de jeugdzorg. Met een ‘transitie-esperanto’ kan flinke tijdwinst worden geboekt; tot wel dertig procent van de tijd die zorginstellingen nu kwijt zijn aan administratieve rompslomp. Tijd die beter aan de – innovatie van de – zorg kan worden besteed.
Met de voor en door u geknipte informatie en inspiratie willen wij onze lezers en lezeressen inspireren en informeren. Zo dragen wij bij aan de duurzame vernieuwing van de organisatie van en de ondersteuning voor en door mensen. Het stimuleren en ondersteunen van talentontplooiing op strategisch, tactisch en uitvoerend niveau is de passie van de mensen die bij Vondel & Nassau werken. Zij leveren daaraan dagelijks met hart en ziel - een bijdrage. Wilt u een eigen bijdrage geplaatst zien? Of hebt u nieuws te melden? Stuur dan een mailbericht met uw bijdrage of persbericht naar
[email protected] Hebt u collega's die de nieuwsflits ook willen ontvangen? Mail dan even het mailadres van uw
collega naar
[email protected]
Extra administratieve krachten Gemeentekoepel VNG moet dit samen met de brancheorganisaties van zorgaanbieders oppakken. Verantwoordelijk staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) zouden de partijen hiertoe moeten aansporen. Hiervoor pleit Henk van den Broek, directeur regio Nijmegen van Pluryn. Deze regionaal en landelijke opererende zorgaanbieder (onder andere Wmo en jeugdzorg) heeft sinds de decentralisaties zes administratieve krachten moeten aannemen om alle processen rond cliëntcontracten goed te verwerken.
de ene gemeente moeten we heel gedetailleerde beschikkingen aanleveren, bij de andere hoeft dat slechts op hoofdlijnen. De verantwoording gebeurt ook weer ieder op een eigen wijze.’ Een van de 300 gemeenten waar Pluryn actief is, maakt het wel erg bont. ‘Van de ene afdeling, die voor de Wmo verantwoordelijk is, moeten we een keer in de vier weken factureren. Een andere afdeling, de jeugdzorg, wil de facturen eens in de maand ontvangen.’ Om hoorndol van te worden, vindt Van den Broek. Meer productcodes De verschillende wijzen van verantwoording zouden in zijn ogen naar één taal moeten worden omgezet. Ook al wordt er her en der aan standaardisering van (informatie)systemen gewerkt, Van den Broek merkt er weinig van. Dit geldt ook voor het terugbrengen van het aantal productcodes. ‘Die zijn juist fors vermeerderd. Zo was er een productcode H300 voor begeleiding. In de regio Nijmegen is die opgeknipt in zeven bouwstenen; dus zeven codes.’ Hij stelt dat ook andere collega’s tegen dezelfde problemen aanlopen.
Vondel & Nassau is een zelfstandig onderdeel van de Kooyenga Groep en heeft zich gespecialiseerd in Advies, Oplossingen en Interim Management. Onze dienstverlening onderscheidt zich op basis van een persoonlijke aanpak, en concrete en toepasbare adviezen van zeer hoge kwaliteit. ‘ Mocht u vragen hebben over wat Vondel & Nassau voor u kan betekenen, dan zijn dit onze contactgegevens.
Vondel & Nassau Postadres Postbus 87 | 9100 AB Dokkum T 088 - 0305000 F 0519-220052 E
[email protected]
Versimpeling Van de Broek snapt dat het voor een deel een kwestie van gewenning is. ‘Gemeenten moeten zoeken naar de meeste efficiënte werkwijze.’ Het is nu toch echter de hoogste tijd voor versimpeling en standaardisering. ‘De transitie is bedoeld om de zorg slagvaardiger en betaalHoorndol baar te maken. Om de decentralisatie effectief ‘Er zit tussen én binnen gemeenten veel verte laten verlopen, is die ene gezamenlijke taal schil in de wijze waarop zorgaanbieders gegeWebsite: www.vondel-nassau.nl hard nodig.’ vens moeten aanleveren. Het gaat daarbij om Twitter | Facebook | LinkedIn aanmeldingen, beschikkingen en facturen. Bij Jaargang 3 | aflevering 39 | pagina 12