Van relatie, co-creatie en cooperatie naar prestatie Een handreiking voor gemeenten en woningcorporaties bij het maken van woonvisies en prestatieafspraken
Documentnummer
1
Auteur
Ronald Koopman, Erik-Jan Hopstaken
Datum
1 maart
Status
1.
Inleiding
De nieuwe Woningwet verandert de context voor het maken van een woonvisie en prestatieafspraken. Zo past onder andere de rol van huurders meer bij deze tijd. De nieuwe wet is echter slechts een aanpassing van het bestaande systeem met dezelfde spelers binnen dezelfde verhoudingen. Er verandert echter meer. Consumenten veranderen hun keuzes en willen daartoe invloed, ruimte en keuzevrijheid. Ze ontwikkelen daartoe ook zelf alternatieven. Wooncoöperaties, zorgcoöperaties en broodfondsen zijn hiervan voorbeelden. Het zijn initiatieven die zijn opgezet vanuit de samenleving zelf. Het zijn hervormingen van de systemen, soms tegen de regels in. We verwachten dat de beweging van onderop zal doorzetten. De oude orde mag daarom leren, dat ze nieuwe orde nodig heeft. De veranderingen vragen de gevestigde orde te innoveren om klanten te faciliteren en te binden. Deze tijd vraagt daarmee om het creëren van nieuwe energie, nieuwe kansen en mogelijkheden om samen te kunnen vernieuwen. In dit document geven we feitelijke informatie, duiden we onze aanbevelingen en geven we praktische tips met betrekking tot het (samen) maken van een woonvisie en prestatieafspraken. We zien meerdere stappen en aspecten als succesbepalend. In dit document schetsen we de hoofdstappen om te komen tot een woonvisie en prestatieafspraken. We realiseren ons goed dat ook Vannimwegen deel uitmaakt van een oude ordening. Ook Vannimwegen zoekt naar voortschrijdend inzicht over wat de ontwikkelingen gaan betekenen. Graag gaan wij daartoe het gesprek aan. Zie deze handreiking daarom als hulpmiddel én als uitnodiging tot samenwerken en samen zoeken.
Van relatie naar prestatie
2
2.
Van orde naar kansen
Het gaat bij veranderen niet alleen om de snelheid, maar vooral de richting van de veranderingen. In navolging van (Rotmans, 2014) signaleren we drie verandertrends in onze samenleving
De samenleving kantelt van een verticaal geordende, centraal aangestuurde, top-down samenleving naar een horizontale, decentrale, bottum-up samenleving. Bestaande instituties en organisaties maken meer en meer plaats voor gemeenschappen, co-operaties en sociale en fysieke netwerken. De nieuwe economie is decentraal en digitaal. Nieuwe technologie maakt decentraal ontwikkelen en leveren van producten en diensten mogelijk. Producten en diensten worden daarmee heel specifiek en op maat geleverd in verschillende gemeenschappen. Er tekent zich een machtswisseling af: de nieuwe orde van onderop vormt langzaam maar zeker een nieuwe macht. Dit betekent een machtsoverdracht van grote, bureaucratische organisaties naar mensen die zich van onderop organiseren in netwerken en gemeenschappen. Mensen zijn steeds meer in staat om zelf hulpbronnen (kennis, informatie en bronnen die ook materieel en financieel van aard zijn) te mobiliseren voor een bepaald doel.
De veranderingen gaan tot een nieuwe werkelijkheid leiden. Een werkelijkheid waarin instituties verdwijnen of nieuwe rollen en functies vinden. Ook op het gebied van wonen. De nieuwe Woningwet biedt een mooie aanleiding om de zoektocht naar nieuwe vormen in te slaan. De wet is een aanpassing van het bestaande systeem: verticaal geordend, centraal en top-down aangestuurd. Ze nodigt uit tot een moeizaam institutioneel veranderproces, waarin gemeenten, woningcorporaties en huurders hun rol en invloed bevechten. Dat is gezien de uitdagingen van onze veranderende samenleving een route die we niet moeten willen bewandelen. De nieuwe wet biedt een kans het creatieve samenwerkingspotentieel van bewoners en professionals vrij maken. Dat kan met nieuwe relaties en nieuwe verbindingen beschikbaar komen. Laat bewoners en professionals hun wantrouwen overwinnen en zich samen richten op datgene wat goed gaat en op het vinden van lokale oplossingen die aansluiten bij de komende werkelijkheid. In de verbinding is het verlangen naar de toekomst de sturende factor. Bewoners en professionals werken allereerst aan een positief toekomstbeeld; een uitdagend beeld dat hen raakt en dat appelleert aan hun verlangens en behoeften. Het zal ook een sterk stimulerende werking hebben op de realisatie van de woonvisie en de prestatieafspraken. De essentie is: ‘denken in kansen’ in plaats van ‘denken in kosten’. De focus ligt op de toekomst en niet op het verleden.
Van relatie naar prestatie
3
1
Nieuwe Woningwet in toekomstige context
Wat betekenen bovengenoemde veranderingen voor het wonen? Voor het opstellen van een woonvisie en het maken van prestatieafspraken? Het doel van de minister is om corporaties meer onder aansturing van de gemeente te krijgen en het tot stand brengen van een niet vrijblijvende samenwerkingsrelatie gemeente - corporatie – bewoner ten behoeve van het vrij maken van meer investeringen voor maatschappelijke resultaten. Investeringsbeslissingen in vastgoed moeten tenminste 30 tot 50 jaar mee. Het is daarmee van strategisch belang, de investeringen in een toekomstige orde te plaatsen. Als we nu al voorzien dat de exploitatie gedurende de komende decennia aan andere eisen moet voldoen, kunnen we er beter rekening mee houden. Wij delen met de minister de noodzaak van meer en betere maatschappelijke resultaten. Daartoe is ook deze handreiking geschreven. Wij delen ook met de minister het verlangen de verantwoordelijkheid hiervoor meer decentraal te organiseren: laat bewoners, corporatie en gemeente meer samenwerken. We vinden het echter ook wezenlijk dat vastgoedkeuzes van vandaag ook floreren in systemen, waarden en kaders van morgen. Wij delen daarom niet het verlangen om corporaties onder meer top-down aansturing van de gemeente te brengen. De veranderrichting van de samenleving is niet top-down, maar meer coöperatief. Vannimwegen ziet wél een enorme kans voor gemeenten: Een faciliterende sturing van de gemeente richting bewoners, woningcorporaties en zorgorganisaties. Een gemeente die meebeweegt en veranderingen omarmt. Een belangrijke rol van een faciliterende overheid is die van verbinder, van makelaar en schakelaar tussen allerhande maatschappelijke en private partijen. Met het leggen van verbindingen kan de gemeente ongedachte coalities tot stand brengen. Door niet alles zelf te organiseren, maar het mogelijk maken dat anderen zelf kunnen organiseren ontstaan nieuwe initiatieven. De genoemde bottum-up veranderingen zijn krachtig, ze sluiten aan bij het verlangen van consumenten om de eigen toekomst vorm te geven. Wet- en regelgeving daarentegen zullen slechts in geringe mate het gewenste resultaat van de nieuwe Woningwet bepalen. Het resultaat blijft afhankelijk van vooral andere factoren als: netwerken, co-creatie en co-operatie op de werkvloer faciliteren aandacht voor de mens-factor
Van relatie naar prestatie
4
3.
Stappen van woonvisie tot prestatieafspraken
De stappen om te komen van woonvisie naar prestatieafspraken, beginnen met het creëren van een (werk-)relatie. Wij zien vier hoofdstappen om van woonvisie tot prestatieafspraken te komen. We vullen deze stappen hieronder in, in de wetenschap dat ze veelal niet lineair op elkaar volgen, maar ook door elkaar lopen. En ook omdat wij continu vragen hoe het gaat in relatie tot de essentie; niet normatief (voorschrijvend), maar reflectief (onderzoekend). Het antwoord van de gesprekspartner leidt ook vaak tot bijsturing. Het geeft ook aan dat er niet één juiste en uniforme manier van aanpak is.
1.
Opstellen of actualiseren van woonvisie
Verbinden van belanghebbenden met elkaar Delen van informatie en maken van keuzes in prioriteiten en schaalgrootte Maken van plan van aanpak Onderzoeken en analyseren Opstellen van woonvisie Besluitvorming
4.
Monitoring, evaluatie, bijsturing en verantwoording
Monitoring, evaluatie en bijsturing Verantwoording
Van relatie naar prestatie
2.
Opstellen of actualiseren van prestatieafspraken
Om de tafel komen Maken van plan van aanpak Elkaar inzicht geven in (financiële) situatie en (on)mogelijkheden Komen tot de opgave Maken van prestatieafspraken Toetsen van niet DAEB-activiteiten Maken van definitieve prestatieafspraken Besluitvorming
g
3.
Uitvoering van woonvisie: van papier naar daadwerkelijke realisatie
Borging van de uitvoering
5
Opstellen of actualiseren van woonvisie
Opstellen of actualiseren Woonvisie
Verbinden van belanghebbenden met elkaar Delen van informatie en maken van eerste keuzes Maken van plan van aanpak Onderzoeken en analyseren Woonvisie-ontwikkeling Nemen van besluit
De overheid heeft de grondwettelijke opdracht goed wonen te bevorderen. In het bijzonder betreft dat de gemeenten. Van gemeenten is van belang dat zij stimuleren, agenderen en faciliteren bij het opstellen van een woonvisie. 2 Verbinden van belanghebbenden met elkaar Een eerste stap om te komen tot een woonvisie is het bij elkaar brengen van belanghebbenden op het gebied van wonen. De gemeente kan als geen ander kleine en grote partijen bij elkaar brengen en op lokaal en regionaal niveau uitdagen om samen te werken. Elkaar kennen is van belang om elkaar te kunnen vertrouwen en met elkaar ´in zee te gaan´. Wat zegt wet- en regelgeving in relatie tot wie belanghebbenden zijn bij de woonvisie? Rol bewoners De gemeente wordt geacht bewoners en corporaties te betrekken bij het tot stand komen van de woonvisie. Rol corporatie De corporatie wordt geacht naar redelijkheid bij te dragen aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid dat geldt in de gemeenten waar zij feitelijk werkzaam is. Voorwaardelijk is een woonvisie waarvan de gemeente de bescheiden aan de corporatie heeft verstrekt. Rol gemeente De gemeente neemt verantwoordelijkheid voor een woonvisie. De gemeente is echter niet verplicht een beleid op te stellen. Omliggende gemeente De gemeente verschaft in de woonvisie op hoofdlijnen een toegelicht inzicht in hun voorgenomen volkshuisvestingsbeleid, waarover zij met betrekking tot onderwerpen waarbij andere gemeenten een rechtstreeks belang hebben, overleg hebben gevoerd met die gemeenten. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om woningmarktgebieden te vormen. De regio’s moeten een minimale omvang hebben van 100.000 huishoudens. Andere partijen die expliciet zijn genoemd in de relevante wet- en regelgeving of daarvan afgeleide invullingen, zijn: huurdersverenigingen bewonerscommissies samenwerkingsvennootschappen (met de corporatie verbonden ….).
Welke partijen met elkaar verbinden? Uitgangspunt is dat iedereen een stem krijgt die belang heeft bij de woonvisie. De belangrijkste belanghebbenden zijn bewoners en gebruikers van wijken en buurten (‘daar doe je het voor’). Hun behoeften staan centraal in de vraagstukken. Neem de partijen mee die de komende decennia van betekenis (kunnen) zijn bij bepalende ontwikkelingen in de samenleving en op het gebied van wonen. Creëer duidelijkheid over de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen en over de scope van de verantwoordelijkheid. Beperk je in eerste instantie tot lokale spelers.
Van relatie naar prestatie
6
De meeste volkshuisvestingsvragen spelen zich lokaal af en behoeven geen regionale afstemming. Begin bij beschikbaar krijgen en houden van voldoende en betaalbare woningen, nu en in de toekomst en kijk wie je daar bij nodig hebt. Daarna komen andere belanghebbenden: individuele bewoners, regionale partijen, Provincie, Rijk, dorpsraden, onderwijsinstellingen, welzijnswerk, politie, commerciële partijen (grondeigenaren, projectontwikkelaars, beleggers), makelaars, Woonbond, gehandicaptenplatvorm, zorginstellingen, inwoners. Het is een uitdagend om naast huurdersverenigingen en bewonerscommissies ook te overleggen met individuele bewoners. Zij benoemen haarfijn welke thema’s er bij hen leven. De provincie speelt vanuit wettelijk perspectief geen rol bij woonvisies en prestatieafspraken. Wel voorkomt een goed onderbouwde woonvisie, die aansluit bij de provinciale woonvisie, provinciale aanwijzingen. De genoemde partijen hebben allen een verantwoordelijkheid met betrekking tot wonen. Vanuit deze verantwoordelijkheid en vanuit de wetenschap dat opgaven op het gebied van wonen veelal complex zijn en samen met anderen gerealiseerd moeten worden, vraagt dit om leiderschap bij de partijen om zich met elkaar te verbinden. Om elkaar te inspireren en enthousiasmeren voor het ontwikkelen van een toekomstperspectief en het ontdekken van mogelijkheden daartoe. Elke belanghebbende kan proactief een stap zetten in relatie tot de woonvisie. De gemeente is echter de partij die verantwoordelijk is voor de woonvisie als resultaat vanuit wet- en regelgeving bezien en verwacht mag worden dat een gemeente hiernaar handelt en het verbinden van de belanghebbenden met elkaar faciliteert. Wanneer verbinden? Uitgangspunt is dat de belanghebbenden er vanaf het begin erbij worden betrokken. Dat zij een volledig beeld hebben van de situatie en het proces, zij inzicht hebben in de samenhang en zij zijn meegenomen in het waarom van keuzes. Zaken niet begrijpen is funest voor het ondernemen van actie. Hoe verbinden? De beschrijving van bovenstaande wet- en regelgeving gaat uit van een verticale samenwerking. Dit is echter geen samenwerking die aansluit bij de behoeften van de bewoners en de samenleving en uitgaat van co-creatie en co-productie. Zoek naar vormen om een sterke verbinding aan te gaan met de bewoners en de gebruikers, naar horizontale verbinding. Kernwaarden Het gezamenlijk formuleren van kernwaarden op basis waarvan partijen handelen, helpt het proces op gang. De waarden bieden bovendien een toetssteen waaraan partijen zichzelf en elkaar steeds kunnen toetsten met de vraag of door hun handelen het hoger gelegen doel dichterbij wordt gebracht of niet. Relevante kernwaarden zijn: lange termijn maatschappelijk rendement, samenredzaamheid, kwaliteit, vertrouwen, respect en ruimte.
Van relatie naar prestatie
7
3
Delen van informatie en maken van eerste keuzes
Gelijke startsituatie Elke belanghebbende kijkt vanuit zijn eigen perspectief naar de situatie en de problematiek. Hij ziet niet vanzelfsprekend wat een andere belanghebbende ziet. Daarnaast heeft elke belanghebbende zijn eigen belang. Voor veel partijen geldt de eigen visie als vertrekpunt. Het is daarom belangrijk om een gezamenlijk vertrekpunt te creëren, een inhoudelijke basis die ieder deelt. Neem aan het begin van het proces ook de tijd om de essentie en de consequenties van de woonvisie en de prestatieafspraken te bespreken. Wat betekent het voor een belanghebbende als hij instemt met de woonvisie? Is de woonvisie dan een kader voor hem? Of een richtlijn? Een inspiratiedocument? Of iets anders? Vooral functionarissen op de werkvloer van de deelnemende partijen moeten de informatie met elkaar delen. Zij zijn immers succesbepalend voor het resultaat. Zij staan ook het dichtst bij de huurders en andere bewoners. Van belang is dat deze mensen hiervoor ambitie en energie ontwikkelen. Het vereist functionarissen die hiervoor gemotiveerd zijn. In dialoog De kunst is om belanghebbenden een dialoog met elkaar te laten aangaan en te voorkomen dat ze in een win-verlies discussie komen. Met dialoog bedoelen wij een scheppend en openend proces waarin partijen zich niet laten leiden door opinies en ingenomen stellingen. De partijen gaan na wat ten grondslag ligt aan de meningen van anderen: waarom vindt een partij iets? In de dialoog onderzoeken de partijen wat het echte probleem is voor ze het gaan oplossen. Ze kijken naar het grotere geheel en proberen te achterhalen waar het probleem deel van uitmaakt. De partijen zijn er niet op gericht om tot een eensluidend antwoord te komen. Een ieder maakt ruimte voor de context, onderzoekt de relaties en verbindingen met andere aspecten. Partijen accepteren en respecteren elkaar en elkaars verschillen. Beeld van doelen op outcome-niveau De belanghebbenden formuleren met elkaar onderwerpen die ze willen verdiepen, ontwikkelen en vormgeven. Ze benoemen de eindsituatie die ze willen bereiken: het ‘outcome’-niveau. Als kader zijn hiervoor de wettelijke prestatievelden te gebruiken. Het gebruik van deze indeling sluit aan op informatie die beschikbaar is in het CBC en visitaties. V Wat zijn de gewenste maatschappelijke effecten op het gebied van: huisvesten van primaire doelgroep huisvesten van doelgroepen met specifieke aanpassingen of voorzieningen kwaliteit van woningen kwaliteit van wijken en buurten Kwaliteit van dienstverlening (bejegening en proces) is integraal onderdeel van al deze prestatievelden.
Van relatie naar prestatie
8
Prestatieveld (outcome) Huisvesting van primaire doelgroep
Beschikbaarheid Betaalbaarheid
Outcome Tevredenheid over huisvesting
Verkoop woningen
Tevredenheid over dienstverlening
Tussenvormen
Verhouding huur / inkomen
Passend toewijzen
Slaagkans
Woonlasten
Keuzevrijheid voor doelgroep Wachttijd
Maatregelen voor doelgroepen met specifieke aanpassingen of voorzieningen
Leegstand
Tegengaan woonfraude Huurprijsbeleid
Huisvesting van doelgroepen met specifiek aanpassingen of voorzieningen
Organisatie-inspanning
Differentiatie naar woningsoort en uitrustingsniveau Kernvoorraad
Beschikbaarheid Betaalbaarheid
Bejegening Proces
Kwaliteit van woningen
Tevredenheid over kwaliteit van woningen Tevredenheid over dienstverlening
Prijs-kwaliteit verhouding Conditie en onderhoudstoestand Voldoen aan energienormen / label Beleid en uitvoering duurzaamheid Bejegening Proces
Kwaliteit van wijken en buurten
Tevredenheid over kwaliteit van wijken en buurten
Tevredenheid over dienstverlening
Aantrekkelijke inrichting directe woonomgeving
Leefbaarheid
Economische infrastructuur
Veilig
Voorzieningen in de buurt
Vitaliteit
Schoon, heel
Leefbaarheid Vitale wijken en buurten
Sociale infrastructuur
Bejegening Proces Overzicht Prestatievelden, outcome-factoren en factoren organisatie-inspanning
Eerste hoofdkeuzes Vanuit het gezamenlijke inzicht in de situatie en de gewenste outcome maken deelnemers hoofdkeuzes over de onderwerpen. Stel allereerst met elkaar vast over welke onderwerpen, thema´s en prioriteiten het je met elkaar eens bent. Dit past in de ambitie voor de langere termijn. Het gezamenlijk maken van keuzes is een resultaat van het collectief.
Van relatie naar prestatie
9
De te maken hoofdkeuzes geven antwoord op en richting aan wat de partijen samen willen betekenen. Het gaat om keuzes over: aanleiding en motieven doelen op de prestatievelden op hoofdlijnen – huisvesten van primaire doelgroep – Huisvesten van doelgroepen met specifiek aanpassingen of voorzieningen – kwaliteit van woningen – kwaliteit van wijken en buurten plan van aanpak op hoofdlijnen (projectstrategie) organisatie voor de vervolgstappen (projectstructuur, kerngroepen, sponsorgroepen) In eerste instantie lijkt een initiatiefgroep bestaande uit mensen van de werkvloer uit gemeente, georganiseerde bewoners en lokaal werkende woningcorporaties voor de hand te liggen. Zij nemen het initiatief, geven nadere invulling aan de hoofdkeuzes en zoeken daarna afstemming met omliggende gemeenten en andere relevante partijen.
4
Maken van plan van aanpak
Vanuit de eerste hoofdkeuzes stellen partijen een verder plan van aanpak op. Proces Kies voor een interactieve aanpak waarbij maatschappelijke organisaties en burgers in een vroeg stadium bij de ontwikkeling van de woonvisie worden betrokken. Kies ook voor een aanpak waarin de betrokkenheid van gemeenteraden gedurende het proces geborgd is. Dat levert kwaliteitswinst op in de formele vaststellingsprocedure. Laat regionale samenwerking geleidelijk aan groeien. Te veel regionaal oppakken brengt vaak complicaties met zich mee. De afzonderlijke gemeenten kunnen zich in hun autonomie bedreigd voelen. Iedere betrokken partij zal met de eigen achterban de thema’s en daarin te maken keuzes willen doorleven. Heb oog voor dat noodzakelijke ‘besmetten’ en de verschillende besluitvormingstrajecten die dat met zich meebrengt. Zorg ervoor dat de belanghebbenden onderdeel uitmaken van elkaars proces. Dat er betrokkenheid is in en leren van elkaars werkwijze. Dat er een wederkerige samenwerking ontstaat. Het hoofdproces is dienend is aan de processen van de betrokken partijen. Inhoud Een gedragen woonvisie kan gelezen worden vanuit verschillende perspectieven op woonbeleid. Het is verstandig als de partijen voorafgaand aan de vaststelling van de woonvisie intern afstemmen hoe de verschillende interne belangen en doelstellingen zich tot elkaar verhouden en in welke prioriteit. Het doel is om de woonvisie niet alleen buiten de gemeente en andere partijen leidend te maken, maar ook daarbinnen. Ieder wil zich er dus in kunnen herkennen.
Van relatie naar prestatie
10
Werken vanuit integraliteit betekent voor ons dat de volgende uitgangspunten centraal staan in de woonvisie: belanghebbenden en de effecten voor deze belanghebbenden staan centraal onderscheid tussen effecten voor belanghebbenden (outcome) en organisatieinspanningen (output en input) organisatie-inspanningen zijn afgeleid van de gewenste effecten aansluiting bij de wettelijke doelen en taakvelden van corporaties Aansluiting bij de visitatiemethodiek en het CBC (Corporatie Benchmark Centrum) versterkt de focus en de gerichtheid en vergroot de transparantie. Herkenbaarheid wordt groter als je bij laat zien dat je rekening houdt met: ontwikkelingen op het gebied van de externe omgeving (onder meer bevolkingssamenstelling); dit betekent veelal meer of minder van iets gaan doen ontwikkelingen op het gebied van de behoeften van belanghebbenden (onder meer klanten en (maatschappelijke) partners); dit betekent veelal andere dingen gaan doen. 5
Onderzoeken en analyseren
Onderzoek Breng de ontwikkelingen van de externe omgeving en de behoeften van belanghebbenden in kaart. Kies bij het behoeftenonderzoek bij voorkeur een open, één-op-één gesprek breng in kaart welke behoeften succesbepalend zijn; aan welke zaken belanghebbenden groot belang hechten. Analyse Deel de onderzoeksresultaten met elkaar en koppel geïnventariseerde behoeften aan de ontwikkelingen. De focus ligt op datgene wat succesvol is, wat goed gaat. Hier wordt betekenis aan gegeven. Van organisaties mag worden verwacht dat zij vooruit kijken en daarmee een beeld hebben van onder meer de technische mogelijkheden. Belanghebbenden kijken veelal minder ver vooruit. Vanuit wat succesbepalend is in de behoeften van belanghebbenden wordt afgeleid wat de inspanningen van de partners op het gebied van wonen zouden moeten zijn. Van belang is deze relatie transparant aan te brengen. Is nieuwbouw van huurwoningen er om de kwaliteit van de woningen te verbeteren of om meer mensen van de doelgroep te huisvesten? Worden woningen verkocht om de financiële situatie van de woningcorporatie te verbeteren of om een bepaalde doelgroep in de wijk te huisvesten? In veel plannen is niet duidelijk wat het hogere doel is van een activiteit.
6
Visieontwikkeling
Als een woonvisie inspireert, realistisch, uitlegbaar en transparant is, ligt er voor alle partijen een geldend en te aanvaarden visiedocument. Succesfactoren daarbij: Heldere, gedragen analyse en onderbouwing; Gezamenlijk penvoerderschap; Periodiek (2 á 4 jaarlijks)
Van relatie naar prestatie
11
Gebiedsgerichte benadering Proces met betrokkenheid van alle belanghebbenden Heldere prioritering, waarin belanghebbenden hun standpunten terugzien
Prioritering Keuzes maken betekent ook prioriteren. Van belang is om prioriteit aan te brengen in de belanghebbenden. De belangrijkste belanghebbenden (´daar doe je het voor´) zijn de bewoners en gebruikers van wijken en buurten. De doelen voor hen hebben de hoogste prioriteit. Binnen deze doelgroepen zijn er wellicht wel groepen waarvoor de problematiek groter is dan van andere groepen en die een grotere urgentie hebben met betrekking tot het komen tot oplossingen en het nemen van maatregelen. Ook staat er veelal spanning op het realiseren van effectiviteit voor klanten versus het realiseren van efficiëntie voor de organisatieleiding. Moet een monteur van een corporatie een klein reparatieklusje nog extra doen ten behoeve van een positief oordeel van de klant, ondanks dat hij over zijn tijd is, of moet de monteur vertrekken om geen extra tijd te besteden aan de reparatie waar de huurder om vraagt? En hoe verhouden de belangen van de gemeenten in de regio ten opzichte van elkaar? Regionale afstemming van de ontwikkeling van de lokale woningvoorraad is niet vrijblijvend. Wellicht moeten er, in het regionale belang, lokale plannen worden aangepast. Misschien moet er zelfs voor miljoenen worden afgeboekt. Van belang is om hierin keuzes te maken. Breng ook prioriteit aan in de aandachtsgebieden. Hoe verhoudt het belang van huisvesten zich ten opzichte van kwaliteit van de woning? Of ten opzichte van leefbaarheid of kwaliteit van de dienstverlening? In hoeverre ga je voor betaalbaarheid, voor beschikbaarheid of voor kwaliteit? Maak hierin keuzes. Verantwoordelijkheid naar elkaar toe Met het gaan voor een collectief doel en het gezamenlijk maken van keuzes is de vrijblijvendheid weg. Een gemeente moet zich nu realiseren, dat ze zich met het opstellen van de woonvisie medeverantwoordelijkheid is voor de gezonde toekomst van haar inwoners, van de corporatie en haar andere partners. Eenzijdig haar wil opleggen bij bijvoorbeeld huurmatiging is daarmee not done. 7
Nemen van besluiten
Vannimwegen pleit voor het zo vroeg mogelijk betrekken van deelnemende partijen. En voor het vroeg betrekken van verantwoordelijke medewerkers binnen organisaties. (Gebrek aan) interne terugkoppeling is een kritische succesfactor. Zorg dus dat ook afdelingen die meer op afstand betrokken staan, gecommitteerd zijn en niet ergens ‘dwars voor de koers gaan liggen’. Werken vanuit intrinsieke motivatie, dialoog en samenwerking geeft vleugels en draagkracht. Wat zegt wet- en regelgeving over belanghebbenden bij de woonvisie? Rol bewoners
Van relatie naar prestatie
12
De huurder heeft daarbij geen bijzonder instemmings- of voorkeurrecht bij het tot stand komen van de woonvisie.
Het maken van een woonvisie is voor geen van de partijen een vrijblijvende oefening. Met het zetten van een handtekening onder de woonvisie, verbinden partijen zich ook aan een haalbare toekomst. Gemeenten en bewoners kunnen daarmee niet zomaar onredelijke investeringseisen stellen die de toekomst van een woningcorporatie bedreigen. Andersom kunnen woningcorporaties zich niet zomaar verschuilen achter de wens om reserves aan te houden. De boeken moeten open en samen zoeken partijen naar redelijke inspanningen die leiden tot een duurzame meerjarige samenwerking.
Van relatie naar prestatie
13
4. Opstellen of actualiseren van Prestatieafspraken
2.
Opstellen of actualiseren van prestatieafspraken
Om de tafel komen Maken van plan van aanpak Elkaar inzicht geven in (financiële) situatie en (on)mogelijkheden Komen tot de opgave Maken van prestatieafspraken Toetsen van niet DAEB-activiteiten Maken van definitieve prestatieafspraken Nemen van besluit
Een woonvisie betekent pas iets voor de bewoners en gebruikers als zij een vervolg krijgt. Daartoe maken partijen prestatieafspraken. Naast bewoners en gebruikers, zijn woningcorporaties, projectontwikkelaars en aanbieders op het terrein van welzijn en zorg partij. Ook bij het opstellen of actualiseren van prestatieafspraken onderscheiden we een aantal stappen. Daarbij bouwen we voort op de werkwijzen bij het opstellen van een woonvisie. Zo ontstaat een consistent en transparante set van voornemens van beleid naar uitvoering. In dit hoofdstuk behandelen we stappen en aspecten die niet eerder aan de orde kwamen.
8
Om de tafel komen
Het ‘om de tafel komen’ is de eerste stap na het opstellen van woonvisie en de eerste stap in het opstellen van de prestatieafspraken. De gemeente is een voor de hand liggende, maar geen noodzakelijke initiatiefnemer. De ingevulde woonvisie geeft een beeld van de betrokkenen bij het opstellen van de prestatieafspraken. Ook hier geldt dat bewoners en gebruikers van de wijk en de buurt de belangrijkste belanghebbenden zijn en ook een plek hebben ‘aan tafel’. De belanghebbenden die genoemd zijn in wet- en regelgeving nemen in elk geval ook deel. Wat zegt wet- en regelgeving over ´om de tafel komen´? Rol huurdersorganisaties Indien de gemeente een volkshuisvestingsvisie (Woonvisie) heeft zijn corporaties verplicht prestatieafspraken te maken. Huurdersorganisaties zijn een volwaardige partij bij het overleg daarover. Huurdersorganisaties worden een volwaardige partij bij het maken van verplichte prestatieafspraken met gemeenten en corporaties. Rol corporatie Indien de gemeente een volkshuisvestingsvisie (woonvisie) heeft zijn corporaties verplicht prestatieafspraken te maken. Gemeenten moeten daartoe bescheiden aan de toegelaten instelling hebben verstrekt, waarin zij op hoofdlijnen een toegelicht inzicht verschaffen in hun voorgenomen volkshuisvestingsbeleid, waarover zij met betrekking tot onderwerpen waarbij andere gemeenten een rechtstreeks belang hebben overleg hebben gevoerd met die gemeenten. De corporatie draagt met haar werkzaamheden naar redelijkheid bij aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid dat geldt in de gemeenten waar zij feitelijk werkzaam is.
Van relatie naar prestatie
14
9
Maken van plan van aanpak
Het maken van prestatieafspraken is een zaak van partners met ieder hun eigen belangen, visie en agenda. Voor elke partij vormt de visie het vertrekpunt bij het maken van prestatieafspraken. Een opgestelde woonvisie zal niet geheel leidend zijn voor alle partijen. Daarom is belangrijk om het vooraf met elkaar eens te zijn over het plan van aanpak. Het plan vraagt ook van de partijen om goed na te denken over wat ze willen doen in het opstellen van prestatieafspraken, waarom en hoe. Stel het plan gezamenlijk op. De inrichting van het plan van aanpak voor de prestatieafspraken sluit aan bij de inrichting van het plan van aanpak voor de woonvisie. 10 Elkaar inzicht geven in (financiële) situatie en (on)mogelijkheden Samenwerken betekent onderdeel uitmaken van elkaars proces, staat hierboven. Het betekent ook onderdeel uitmaken van elkaars inhoud. Vanuit inzicht hierin kan constructief en duurzaam gewerkt worden aan elkaars bijdrage met betrekking tot de gewenste oplossingen voor huurders en andere inwoners en gebruikers. Wat zegt wet- en regelgeving over ´elkaar inzicht geven´? Rol huurderorganisaties en bewonerscommissies Huurders krijgen voortaan meer informatie over de financiën en investeringskracht van woningcorporaties. Zij mogen informatie opvragen bij toezichthouders. Rol corporatie De corporatie verstrekt aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten waar zij feitelijk werkzaam is, en aan de in het belang van de huurders van haar woongelegenheden werkzame huurdersorganisaties en bewonerscommissies: – gegevens over haar werkzaamheden met betrekking tot de financiering waarvan een zodanige gemeente zich borg heeft gesteld – andere gegevens, waarvan kennisneming naar het oordeel van die colleges, organisaties of commissies wenselijk is uit het oogpunt van een goede beoordeling van de wijze waarop die toegelaten instelling bijdraagt aan of voornemens is bij te dragen aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid dat in de betrokken gemeenten geldt. De corporatie moet gemeenten het inzicht bieden, als een gemeente om additionele informatie vraagt bij een corporatie om meer zicht te krijgen op met name de financiële mogelijkheden. Rol gemeente De gemeente krijgt veel meer informatie van de corporatie dan nu het geval is. Tevens krijgt de gemeente het recht om additionele informatie op te vragen bij een corporatie om meer zicht te krijgen op met name de financiële mogelijkheden. Corporaties moeten gemeenten dit inzicht bieden. Gemeenten kunnen van toezichthouder nadere informatie vragen over het investeringsvermogen van woningcorporaties. Rol minister De minister geeft jaarlijks per corporatie een indicatie van de (additionele) investeringscapaciteit. Bij (boven)regionale corporaties wordt deze per gemeente toegerekend op basis van de WOZ-waarde van het bezit in de betreffende gemeente. Deze gegevens worden openbaar. Verder geeft de minister een oordeel over solvabiliteit, liquiditeit en financiële risico’s en de investeringsruimte in relatie tot de geplande opgave. Hij stelt deze gegevens beschikbaar aan
Van relatie naar prestatie
15
gemeente en huurdersorganisaties om ze te betrekken bij de bespreking van voorgenomen activiteiten.
Investeringscapaciteit Wet- en regelgeving noemt het geven van inzicht in elkaars financiën en investeringscapaciteit meerdere malen. Het wordt gezien als een sleutel voor een succesvolle samenwerking. Het betekent dat de gemeente, corporatie en eventuele andere partijen de eigen meerjarenbegrotingen met elkaar delen. Wij pleiten ervoor het niet bij delen alleen te laten. Het gaat om het verkrijgen van gedeeld beeld over wat de informatie betekent en kan betekenen. Doe daarom de interpretatie van de cijfers als betrokken partijen gezamenlijk. 11 Komen tot de opgave Woonvisie en de financiële mogelijkheden zijn de opmaat om met zo veel mogelijk deelnemers te komen tot het omschrijven van de inhoudelijke opgave. Start met de dialoog en bepaal vervolgens wat de bewoners nodig hebben om fatsoenlijk en betaalbaar te kunnen wonen. Wat is de opgave op de genoemde prestatievelden met betrekking tot de doelgroepen? Op: huisvesting van primaire doelgroep huisvesting van groepen met specifieke aanpassingen of voorzieningen kwaliteit van woningen, incl. duurzaamheid kwaliteit van wijken en buurten. Stel allereerst de opgave op outcome-niveau vast. Doe dit als belanghebbenden gezamenlijk, inclusief de bewoners. Ga op zoek naar de punten waar overeenstemming over is of waarover eenvoudig overeenstemming kan worden bereikt. Omdat de opgave vaak groter is dan de beschikbare middelen, is prioriteren nodig. Willen we meer investeren in kwaliteit, ook al zijn daarvoor extra huurverhogingen nodig? Zo ja, voor wie is die kwaliteit nodig? Welke groepen of gebieden zouden we willen ontzien bij huurverhoging? Ook de link met zorg zal de komende jaren prominenter naar voren komen: onder welke condities kunnen garantieafspraken worden gemaakt over beschikbaarheid van een geschikte woning (corporaties) en de levering van zorg en ondersteuning (gemeente)? Leg hierbij de dilemma’s bloot, dwing elkaar tot het geven van argumenten en maak keuzes. Maak keuzes expliciet en belicht achterliggende keuzes en de motivatie van die keuzes. Hoofdkeuzes en prioritering leiden tot een opsomming van te ondernemen stappen. Het gaat hierbij veelal om investeren en desinvesteren. Wet- en regelgeving geeft aan dat het in elk geval betrekking heeft op: liberalisatie en verkoop op wijkniveau nieuwe en gewenste ontwikkeling van de woningvoorraad investeringen in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed. 12 Maken van prestatieafspraken Vanuit de hoofdkeuzes en bijbehorende stappen maken partijen, bij voorkeur gezamenlijk prestatieafspraken. Wie neemt welke bijdrage zijn rekening? Het helpt
Van relatie naar prestatie
16
als de partijen nadenken over prikkels voor de ander om daar te investeren waar zij dat belangrijk vinden. Als partijen samen iets willen realiseren, dan moeten ze ook actief meedenken! Voor woningcorporaties geldt dat gehouden zijn aan hun wettelijke opdracht: De vier prestatievelden voor huurders en bewoners. Een vijfde prestatieveld is financiële continuïteit. Het zesde en laatste prestatieveld voor corporaties is het betrekken van bewoners bij beleid en beheer. Een prestatieveld dat de organisatieinspanning van een woningcorporatie definieert.
Wat zegt wet- en regelgeving over ‘maken van prestatieafspraken´? Rol huurder Gemeente en woningcorporatie(s) maken jaarlijks prestatieafspraken. Ook daarbij zit de huurder ‘gelijkwaardig’ aan de gemeente aan tafel. Hij heeft ook hier echter geen bijzondere rechten. Rol corporatie De corporatie wordt geacht naar redelijkheid bij te dragen aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid. Echter, de gemeente is niet verplicht een beleid op te stellen. Indien dat ontbreekt, zijn prestatieafspraken niet verplicht en kan de desbetreffende gemeente bij een conflict, niet in beroep gaan bij de minister. De corporatie stelt een overzicht op van voorgenomen werkzaamheden, waaruit de gemeenten waar zij feitelijk werkzaam is kunnen afleiden welke werkzaamheden op hun grondgebied zijn voorzien, en welke bijdrage daarmee is beoogd aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid dat in die gemeenten geldt. Het overzicht heeft betrekking op de eerstvolgende vijf kalenderjaren en heeft mede betrekking op de met de toegelaten instelling verbonden ondernemingen. Woningcorporaties presenteren de gemeente jaarlijks vóór 1 juli een meerjarig ‘overzicht van voorgenomen werkzaamheden’. Dit overzicht mag gezien worden als het ‘volkshuisvestelijk bod’ van woningcorporaties op de woonvisie. Een corporatie moet jaarlijks voor 1 juli aan de gemeente een meerjarig overzicht aanleveren van de voorgenomen werkzaamheden met in ieder geval: – voornemens tot liberalisatie en verkoop op wijkniveau – voornemens rond nieuwbouw en gewenste ontwikkeling van de woningvoorraad (betaalbaarheid en bereikbaarheid) – huisvesting van specifieke groepen – kwaliteit en duurzaamheid van woningen; – investeringen in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed. – Gemeente en corporaties kunnen, zowel in de fase van totstandkoming van de prestatieafspraken als in de fase van uitvoering ervan, de minister geschillen voorleggen.
Gemeente en corporaties kunnen, zowel in de fase van totstandkoming van de prestatieafspraken als in de fase van uitvoering ervan, de minister geschillen voorleggen.
Leefbaarheid De leefbaarheidsactiviteiten van een corporatie worden in overleg met de gemeente vastgesteld. Door deze lokale beoordeling is maatwerk beter mogelijk. De precieze uitwerking is nog onderdeel van(politiek) gesprek. Rol gemeente De corporatie wordt geacht naar redelijkheid bij te dragen aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid. Echter, de gemeente is niet verplicht een beleid op te stellen. Indien dat ontbreekt, zijn prestatieafspraken niet verplicht en kan de desbetreffende gemeente bij een conflict, niet in beroep gaan bij de minister.
Gemeente en corporaties kunnen, zowel in de fase van totstandkoming van de prestatieafspraken als in de fase van uitvoering ervan, de minister geschillen voorleggen.
Van relatie naar prestatie
17
Rol minister De minister laat een commissie advies uitbrengen over een geschil dat is voorgelegd door gemeente of corporatie. Bij die adviescommissie spelen vertegenwoordigers van gemeente, toegelaten instelling en bewonersorganisaties een rol. …… ingrijpen minister, indien niet tot prestatieafspraken wordt gekomen.
13 Onderhandelen Het is niet direct uitgemaakt wie welke bijdrage gaat leveren. De belangen van de partijen zijn immers niet gelijk. Een wethouder heeft een politieke missie en wil resultaat laten zien, een woningcorporatie investeert in vastgoed dat 30 tot 50 jaar mee moet en wil investeringsbeslissingen goed wegen, een bewonersvertegenwoordiger zoekt snel, zichtbaar en tastbaar resultaat voor mensen die knel zitten. Dat moet je van elkaar begrijpen en elkaar succes willen gunnen. Ga allereerst op zoek naar de punten waar overeenstemming over is of jullie eenvoudig overeenstemming over bereiken. Dat schept vertrouwen in een goede afloop. Er zullen punten overblijven waarover jullie op voorhand geen overeenstemming krijgen. Laat dan een dialoog volgen om mogelijkheden te creëren. Reflecteer de pijnpunten aan de opgestelde visie en de daarbij bepaalde uitgangspunten om hiërarchie aan te brengen in de pijnpunten. Bij pijnpunten is het van belang is om met elkaar in gesprek te blijven en elkaar te blijven vasthouden. Blijf elkaar zien als bondgenoot, waardoor vanuit de intrinsieke motivatie bij de partijen mogelijk weer een opening ontstaat om tot afspraken te komen. Afspraken die wederkerig en niet vrijblijvend zijn. En dat het ook afspraken zijn waarin de behoeften van de bewoners leidend zijn. Sturen op maatschappelijke effecten in samenhang met output en input Streef ernaar afspraken te maken over de outcome en probeer die te kwantificeren. Je krijgt dan zicht op hoever jullie van een gewenst resultaat verwijderd zijn. Wellicht biedt het aanknopingspunten om genoegen te nemen met een stap in de richting. Maak afgeleid van de outcome-doelstelling, outputdoelstellingen over de productie die jullie wenselijk achten. Definieer tenslotte een inschatting van de kosten die daaraan verbonden zijn. Na het vaststellen van ieders bijdrage stellen partijen elkaar in de gelegenheid om te beoordelen of ze de gemaakte afspraken ook (financieel) kunnen nakomen. Bemiddeling Schakel bemiddeling in als het na een aantal ronden verkennen niet lukt om tot prestatieafspraken te komen. Als ook de bemiddeling niet lukt, kan de minister ervoor kiezen om in te grijpen. Wij zouden het daar niet op laten aankomen, het kan de duurzame verhoudingen tussen de partijen schaden.
Van relatie naar prestatie
18
14 Toetsen van niet DAEB-activiteiten Het kan zijn dat partijen vragen om niet-DAEB activiteiten. Daarover zegt de regelgeving het volgende.
Wat zegt wet- en regelgeving over ‘toetsen van niet DAEB-activiteiten´? Toegestane niet DAEB-activiteiten Nieuwe niet-DAEB-activiteiten mogen alleen als ze ten dienste staan van DAEBwerkzaamheden en alleen in gebieden met DAEB-bezit. Verdere voorwaarden: – Deze activiteiten moeten bijdragen aan het volkshuisvestingsbeleid van de gemeente en mogen pas na een markttoets van de gemeente waaruit blijkt dat marktpartijen de activiteiten niet kunnen of willen realiseren. – Het WSW geeft een oordeel op basis van een financiële toets. – De minister toetst de niet-DAEB-investeringen vooraf. Markttoets Stappen markttoets op hoofdlijnen: – De gemeente maakt de niet-DAEB-investering algemeen bekend. Indien er andere partijen (dan de corporatie) zich melden, kunnen deze partijen deze activiteiten, in principe, oppakken. Indien zich geen externe partijen melden dan kan de corporatie dit doen. – Vervolgens wordt bij een financiële toets door WSW ex ante beoordeeld of de DAEB en de niet- DAEB na het plegen van de investering nog voldoende liquide en solvabel zijn. – Daarna wordt bij de rendementstoets beoordeelt of het bruto aanvangsrendement (BAR) voldoende marktconform is. De BAR geeft de verhouding tussen huuropbrengsten in het eerste (volledige) jaar en de stichtingskosten, voor zover deze gemaakt worden in de niet-DAEB (zie volgende paragraaf) weer. – Ten slotte geeft de toezichthouder een oordeel. De toetsing heeft betrekking op de vraag of de markttoets door de gemeente op een juiste wijze is uitgevoerd, op een oordeel over de zienswijze van het WSW, op de uitkomst van de rendementstoets, op de financiering van het project (extern/intern), op de vraag of de activiteit binnen het werkdomein past en of het project geen risico vormt voor weglek van maatschappelijk vermogen.
Deze niet DAEB-activiteiten worden getoetst door het WSW, de minister, de markt (markttoets) en de toezichthouder. Afhankelijk van het resultaat van de toetsen kunnen de niet DAEB-activiteiten worden opgenomen in de prestatieafspraken. 15 Maken van definitieve prestatieafspraken Over de prestatieafspraken is al overeenstemming, onder de voorwaarde dat de niet DAEB-activiteiten door de genoemde toetsten komen met een positief resultaat. Zo niet, dan zal in gezamenlijk overleg gezocht worden naar een andere invulling. Wat zegt wet- en regelgeving over ´om de tafel komen´? Rol corporatie Een corporatie moet jaarlijks voor 1 juli aan de gemeente een meerjarig overzicht aanleveren van de voorgenomen werkzaamheden.
Van relatie naar prestatie
19
16 Nemen van besluiten Delen van informatie, verbinding en co-creatie zijn van groot belang zijn om tot goede prestatieafspraken te komen. Als ook communicatie en terugkoppeling. Er ontstaat draagvlak voor de keuzes. Besluitvormingstrajecten zijn op elkaar afgestemd met het gevolg dat het prestatiecontract door de betrokken partijen kan worden ondertekend.
Van relatie naar prestatie
20
5. Uitvoering van woonvisie: van papier naar realisatie
3.
Uitvoering van woonvisie: van papier naar daadwerkelijke realisatie
Borging van de uitvoering
Met het maken van prestatieafspraken is er nog niets gerealiseerd voor de bewoners en de gebruikers van buurten en wijken: prestatieafspraken moeten concrete projecten worden. De uitvoering is beter gewaarborgd projectactiviteiten SMART geformuleerd zijn en verantwoordelijkheden en budgeten benoemd zijn. Wat zegt wet- en regelgeving over ´uitvoering van woonvisie en prestatieafspraken´? Rol corporatie
Gemeente kan in de fase van uitvoering van de prestatieafspraken de minister geschillen voorleggen.
Rol woningcorporatie
Woningcorporatie kan in de fase van uitvoering van de prestatieafspraken de minister geschillen voorleggen.
Rol minister De minister laat een commissie advies uitbrengen over een geschil dat is voorgelegd door gemeente of corporatie. Bij die adviescommissie spelen vertegenwoordigers van gemeente, toegelaten instelling en bewonersorganisaties een rol.
Van relatie naar prestatie
21
4.
Monitoring, evaluatie, bijsturing en verantwoording
Monitoring, evaluatie en bijsturing Verantwoording
6. Monitoring, evaluatie, bijsturing en verantwoording Als de looptijd van woonvisie en prestatieafspraken toeneemt, groeit ook het risico op verval. De complexiteit van de problematiek neemt toe, het contact tussen partijen verandert of de complexiteit van de samenwerking neemt toe. Meerdere partijen zijn nodig om de gewenste maatschappelijke resultaten te kunnen bereiken. Het is vaak lastig te toetsen of een prestatieafspraak is behaald of niet, en of dat er een direct verband is met de inspanningen van de partijen. De relatie tussen output en outcome is niet altijd eenduidig. Wat zegt wet- en regelgeving over ´monitoring, evaluatie, bijsturing en verantwoording´? Rol corporatie Corporaties stellen jaarlijks een jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag op ten behoeve van minister, gemeenten, huurdersorganisaties en overige stakeholders. Het volkshuisvestingsverslag bevat de volkshuisvestelijke verantwoording over de geleverde prestaties en moet inzicht bieden in de gegevens die voor deze stakeholders van belang zijn. Voor gemeenten geeft dit verslag inzicht in de wijze waarop de corporatie invulling geeft aan de prestatieafspraken. Rol gemeente Gemeente beoordeelt jaarlijks in het VHV-verslag of jaarverslag van de woningcorporatie of aan de prestatieafspraken is voldaan. Rol huurder Huurder beoordeelt jaarlijks in het VHV-verslag of jaarverslag van de woningcorporatie of aan de prestatieafspraken is voldaan.
17 Monitoring, evaluatie en bijsturing Alle afspraken lopen het risico te verworden tot een afrekenmechanisme. Ook bij Woonvisie en prestatieafspraken ligt dat gevaar op de loer. Maak er een gewoonte van om vanaf het begin af aan open te verantwoorden en die verantwoording ook met partners af te stemmen. Stop de samenwerking niet na het zetten van de handtekening, maar spreek regelmatige monitoring en evaluatiemomenten met elkaar af. Betrek de partijen die betrokken waren bij de woonvisie; zo nodig ook voor het leveren van relevante informatie. Weet ook dat de werkelijkheid bestaat uit meer dan meetbare zaken! Als de praktijk uitwijst dat de beoogde resultaten niet bereikt kunnen worden, kom dan gezamenlijk allereerst tot conclusies. Het niet halen van de beoogde resultaten kan verschillende redenen hebben. Bepaal vervolgens of er aanleiding is om de koers of de voortgang van de uitvoering van de gemaakte prestatieafspraken bij te stellen. Stel zo nodig de afspraken bij. Leer ook van deze ervaringen. Ook op het gebied van samenwerken. Laat de evaluatie en bijsturing plaatsvinden op het niveau dat verantwoordelijk is voor de realisatie van de uitvoering. Waak voor zwarte pieten, de volgende prestatieafspraken moeten immers ook gemaakt!
Van relatie naar prestatie
22
7.
Samenvatting dienstverlening Vannimwegen
Procesondersteuning Procesarchitectuur: Hoe gaan we dit doen als corporaties, gemeente, welzijnsen zorginstellingen en huurders: Conferentie Woonvisie, masterclasses om kennis deelnemers op gelijk niveau te brengen. Procesbegeleider, technisch voorzitters, inhoudelijk experts. Visieontwikkeling Begeleiden bewoners bij kennisontwikkeling (cursus woonvisie, prestatieafspraken Gezamenlijke ‘klantreis’: verdiepen van de levenswereld van woonconsument, samen vaststellen van de maatschappelijke agenda Visieconferentie, met input over bevolkingssamenstelling, woningbehoefte, prognoses etc. Kans- beleids- of investeringsspel; een simulatie van de investeringsbehoefte en de mate waarin partijen in verschillende projecten willen investeren Klant- of burgerarena: burgers voeren een geleide discussie over hun wensen, professionals horen toe Scenarioplanning Onderzoek en analyse Woningmarktanalyse Bevolkingsprognoses Meerjarige investeringscapaciteit corporaties berekenen Interpretatie WSW-gegevens woningcorporaties Meerjaren investeringsraming onder woonvisie Masterclass woningmarkt Masterclass corporatie financiën Relatie tussen financiële positie en investeringskracht corporatie? Prestatieafspraken Kaarten op tafel sessie: partijen leggen hun wensen op tafel en verdelen de kansen en bedreigingen Speeddate sessie; partijen ‘pitchen’ hun wensen en gaan vervolgens al speeddatend met elkaar aan de slag Masterclass; partijen studeren onder begeleiding op de uitdagingen van hun gemeente Stellingen en dilemma’s bijeenkomst; partijen presenteren elkaar hun dilemma’s en stellingen. Ieder stelt oordelen uit tot na alle presentaties en presenteert dan zijn / haar bevindingen Investeringsgame Jaarlijkse actualisatie op basis van een format? De 1 juli lijst van voorgenomen werkzaamheden: Hoe in bedrijfsvoering?=> cyclus van OP en Jaarplannen Hoe eenduidige informatie genereren.
Van relatie naar prestatie
23