Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?!
Kort verslag van een OC+-initiatief rond thuiszittende leerlingen uit het primair onderwijs in de regio Eindhoven November 2012
Een publicatie van: Onderwijsconsulenten+ - Postbus 19521 - 2500 CM DEN HAAG - Tel. 070 - 3122887 www.onderwijsconsulenten.nl -
[email protected]
Inleiding In de eerste helft van 2011 krijgt een onderwijsconsulent1 in de regio Eindhoven te maken met drie kinderen uit het reguliere basisonderwijs die al een lange periode niet naar school zijn geweest en thuis zitten (zie kader). De omstandigheden bij deze drie leerlingen zijn verschillend, zowel in eigen problematiek, gezinssituatie als in onderwijsproblematiek. Dat vraagt voor iedere leerling een eigen oplossing (zie aan het eind van dit verslag). Sander, een jongen van 11 jaar gaat naar groep 7. Hij heeft de diagnose ADHD. Hij kan impulsief reageren en de leerlingen uit zijn klas schrikken soms van hem. De leerkracht en de school weten niet meer wat ze moeten doen. De ouders en de school hebben diverse gesprekken gevoerd, maar komen er niet uit. De school besluit dat hij voorlopig niet naar school terug kan komen. Er moet eerst behandeling komen. Vervolgens zit hij maanden thuis zonder invulling van een dagprogramma. De school besluit om Mark, een jongen van 11 jaar met veel gedragsproblemen, van school te verwijderen. De school heeft samen met leerplicht gezocht naar een vervangende school en heeft zich aan de inspanningsverplichting van 6 weken gehouden. Dan komt het moment dat de school verder niets meer kan doen. Mark zit dan al een aantal weken thuis. Leerplicht adviseert de ouders om een onderwijsconsulent in te schakelen. Bas, een jongen van 8 jaar, zit al tien weken thuis. Er is nog geen rugzak, er is een zorgmelding en de school zegt dat zij handelingsverlegen is. Bas kan in september niet naar het speciaal onderwijs, want er is geen indicatie en er is geen plaats voor hem. Onduidelijk is wie de regie voert. Wat opvalt in deze casuïstiek is het volgende: • Er is sprake van dusdanige gedragsproblemen dat de scholen zich gedwongen voelen om de leerlingen te schorsen dan wel te verwijderen. Het gedrag wordt gezien als oorzaak van de problemen, maar er wordt niet echt gezocht naar verklaringen voor de gedragsproblemen. • De routes die de betreffende scholen volgen zijn niet altijd eenduidig. Zo is niet in alle drie gevallen de weg naar WSNS/PCL2 bewandeld. • Er is een groot verschil te zien in de rol en expertise van de leerplichtambtenaren bij de uitvoering van de werkzaamheden. • Bij alle drie kinderen is sprake van een zorgmelding vanuit de school. Niet duidelijk is wie de regie voert en wie verantwoordelijk is voor welke acties. • De mogelijkheden van de zorg- en hulpverleningsinstanties om mee te helpen bij het vinden van een oplossing zijn beperkt. Daardoor ligt een noodzakelijk onderwijs-zorgarrangement niet voor de hand. Wetgeving speelt hierbij een rol. • De ouders benoemen veel frustraties naar onderwijs en zorg en de communicatie tussen school en ouders verloopt moeizaam. • Opvallend is dat er in de regio Eindhoven geen structurele voorziening in de vorm van 'time out' is voor kinderen die uitvallen uit het primair onderwijs. 1 2
Onderwijsconsulent Ine van de Rijt. WSNS: Weer samen naar school. PCL: Permanente Commissie Leerlingenzorg Pagina 2 van 6
Aanleiding voor dit OC+-initiatief In het kalenderjaar 2011 heeft de onderwijsconsulent uiteindelijk met zes leerlingen uit het primair onderwijs te maken gehad die al lange tijd thuis zaten. Gezien deze casusoverstijgende problematiek werd besloten via een OC+-initiatief te onderzoeken of voor thuiszittende leerlingen uit het primair onderwijs in de regio Eindhoven (en de randgemeenten Veldhoven, Best en Waalre) projectmatig een structurele voorziening gerealiseerd kon worden om deze leerlingen weer naar onderwijs te leiden. Doelstellingen • Omvang van de problematiek vaststellen door te inventariseren hoeveel leerlingen uit het primair onderwijs in de regio Eindhoven thuiszitter zijn en wat de reden daarvan is. • Het in kaart brengen van bestaande voorzieningen die betrokken zijn bij kinderen die thuiszitter zijn (of dreigen te worden). • Onderzoek doen naar de bereidheid van partijen zoals schoolbesturen, gemeente en samenwerkingsverbanden om een time out voorziening te realiseren voor kinderen uit het primair onderwijs voor deze regio. • Het ontwikkelen van bouwstenen voor een protocol dat gevolgd zou moeten worden als leerlingen thuiszitter dreigen te worden (preventie). • Het verzamelen van oplossingen elders die ook hier toegepast kunnen worden, zodat het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden. Werkwijze Om een cijfermatige onderbouwing van de thuiszitters in de regio Eindhoven te verkrijgen en na te gaan wat er al aan beleid is ontwikkeld, werden betrokken organisaties en instellingen uit de lokale structuur benaderd, waaronder Ingrado en de samenwerkingsverbanden. Er is ook gebruik gemaakt van informatie en ervaringen van bureau Onderwijsconsulenten en meer specifiek van de onderwijsconsulenten uit de regio zuid. In de voorbereidende fase heeft de onderwijsconsulent gesprekken gevoerd met de volgende functionarissen: • leerplichtambtenaren uit Eindhoven en de gemeenten in de regio; • de trajectbegeleider van REC-Chiron; • beleidsmedewerkers onderwijs van diverse gemeenten; • een adviseur van Gedragswerk; • directies van scholen voor speciaal basisonderwijs; • Steunpunt Autisme Regio Zuidoost-Brabant; • de bovenschools directeur van de gemeente Best; • de coördinator leerlingenzorg van de gemeente Eindhoven en Kempengemeenten; • de coördinator WSNS.
Pagina 3 van 6
Bevindingen Uit gesprekken in het voorjaar van 2012 met bovengenoemde functionarissen komt de volgende informatie naar voren: 1. Voor betrokkenen is niet duidelijk wie voor wat verantwoordelijk is. 2. Eveneens is niet duidelijk wie de regie voert (moet voeren) bij thuiszittende leerlingen. 3. Bij een aantal scholen bestaat onduidelijkheid over de te volgen route rond zorgleerlingen. 4. Sommige leerplichtambtenaren weten niet hoe zij moeten handelen bij thuiszittende leerlingen. Elke gemeente voert hierin eigen beleid. 5. Anderhalf jaar geleden is een 'actietafel Thuiszittersoverleg Eindhoven en De Kempen' gestart met ondersteuning van Gedragswerk. Deelnemers zijn leerplichtambtenaren uit Eindhoven en De Kempen en vertegenwoordigers van het speciaal onderwijs, het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, REC Chiron, MEE, Jeugdpsychiatrie, Jeugdzorg en Gedragswerk. Men is begonnen met het in kaart brengen en het monitoren van thuiszitters. Opvallend is dat de nadruk ligt op de leerlingen uit het voortgezet onderwijs en dat de leerlingen uit het primair onderwijs niet of nauwelijks in beeld zijn. (Enkele van de zes leerlingen uit voornoemde casuïstiek van de onderwijsconsulenten waren niet bekend bij leerplicht.) 6. Er is naast dit Thuiszitteroverleg ook een regionaal overleg van de leerplichtambtenaren. 7. In het schooljaar 2010-2011 kreeg een SBO-school geld van de gemeenten om opvang en crisisopvang te regelen voor thuiszittende leerlingen uit het primair onderwijs. Voor de crisisopvang geldt het volgende: • De opvang is bedoeld voor leerlingen van de scholen die aangesloten zijn bij hetzelfde schoolbestuur en WSNS. • De kinderen moeten nog op de school zitten, zodat er op school een observatie kan plaats vinden, ten behoeve van de ondersteuning aan de leerling en aan de leerkracht. • Aangemelde leerlingen moeten een plek kunnen krijgen in een bestaande klas bij deze SBO-school. Indien er geen plaats is, wordt het lastiger om de leerling op te vangen. • Naast klassikale opvang bestaat ook de mogelijkheid tot individuele ondersteuning op een aantal momenten in een week. De leerlingen krijgen dan gedurende een afgesproken tijd ondersteuning bij het lesprogramma. • Het is geen pedagogische opvang met een alternatief dagprogramma. • Tegen een vergoeding kunnen de leerlingen van buiten het aangesloten gebied gebruik maken van deze voorziening. • Het gedrag van het kind moet de veiligheid van anderen niet in gevaar brengen. Helaas bleek dat de onderwijsconsulent de leerlingen uit de eerder genoemde casuïstiek niet geplaatst kon krijgen in deze crisisopvang, omdat: • de betreffende leerlingen niet van de aangesloten scholen kwamen; • er geen geld was van een school om een dergelijke oplossing te financieren; • er geen plaats meer was in de beoogde klas. 8. In het schooljaar 2011-2012 startte een SBO-school van een ander scholenbestuur en WSNS in de stad Eindhoven met een crisisopvang. Ook begon in de regio een SBO-school met een time out voorziening. 9. Door deze voorzieningen ontbreekt voor de gemeente Eindhoven de noodzaak om naar andere, aanvullende oplossingen te zoeken.
Pagina 4 van 6
Uit een gesprek met de coördinator van de leerlingenzorg van de gemeente Eindhoven en een adviseur van Gedragswerk over de problematiek van thuiszittende leerlingen uit het primair onderwijs bleek het volgende: • De huidige voorzieningen moeten zorgen voor de opvang van de thuiszittende leerlingen. • De actietafel Thuiszittersoverleg is vooral gericht op de doelgroep leerlingen van 12 jaar en ouder. • De gesprekspartners herkennen de verschillen bij de leerplichtambtenaren en het feit dat er geen vastgestelde routes zijn die de leerplichtambtenaren bewandelen. • Voor de gesprekspartners is het nieuw dat de routes in het onderwijs niet voor alle betrokkenen duidelijk zijn. Er dient in het onderwijs ook een proces op gang te komen. • Partijen vinden dat voor thuiszittende leerlingen de leerplichtambtenaren de regie zouden moeten hebben. Dit leidt tot de volgende overwegingen: • Partijen willen een aantal van de door de onderwijsconsulent genoemde aandachtspunten meenemen in het traject van scholing en deskundigheidsbevordering voor leerplichtambtenaren. Zij zullen de onderwijsconsulent uitnodigen om hierbij een rol te spelen. Ook zullen zij de onderwijsconsulent betrekken bij de uitwerking van de te volgen routes voor de leerplichtambtenaren. • De onderwijsconsulent is gevraagd om tijdelijk zitting te nemen in het Thuiszitteroverleg voor verdere afstemming en samenwerking over de doelgroepen leerlingen uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Conclusie Doel van het OC+-initiatief was het onderzoeken van de mogelijkheden voor een time out voorziening voor leerlingen uit het primair onderwijs. Uit diverse gesprekken is duidelijk geworden dat het creëren van een nieuwe voorziening geen actiepunt voor de gemeente Eindhoven is; zij legt de prioriteit bij de implementatie van de bestaande voorzieningen bij de SBO-scholen. Verder ligt de nadruk op de regionale samenwerking met gemeenten, onderwijs en zorg in de vorm van de actietafel Thuiszitteroverleg Eindhoven en De Kempen. Een andere prioriteit is het traject van deskundigheidsbevordering van de leerplichtambtenaren en het toewerken naar een eenduidige werkwijze. De gesprekken van de onderwijsconsulent in het veld hebben ertoe geleid dat het thuiszitten van leerlingen uit het primair onderwijs op de agenda is gekomen van veel betrokkenen en dat er verbetertrajecten in gang gezet zijn. In overleg met de projectleider OC+ is daarom besloten het OC+-initiatief Thuiszittende leerlingen van het primair onderwijs regio Eindhoven hiermee af te sluiten.
Pagina 5 van 6
Casuïstiek Voor de op pagina 2 genoemde drie leerlingen is het de onderwijsconsulent uiteindelijk gelukt om een oplossing te vinden (zie onderstaand kader). Zij zitten niet meer thuis! Voor Sander kan na vier maanden een regeling getroffen worden. Via Bureau Jeugdzorg zijn er gelden beschikbaar gekomen voor een plaats bij de naschoolse opvang bij een jeugdzorgaanbieder. Dit is niet volgens de officiële regels en de betreffende case manager kreeg van de teamleider te horen dat dit buiten de kaders van de jeugdzorg gebeurde. Door deze persoonlijke betrokkenheid is er echter over de grenzen heen gekeken. Deze opvang is voor drie middagen in de week. Door het uitoefenen van druk op de jeugdzorginstelling is Sander vijf maanden later geplaatst in een dagprogramma. Hiermee krijgt hij een dagritme en is voor hem en het gezin het thuiszitten achter de rug. Voor Mark kon na 4,5 maand een plaats gevonden worden bij een reguliere christelijke basisschool. Er was eigenlijk geen plaats, maar de christelijke overtuiging van de intern begeleider heeft ervoor gezorgd dat Mark gedurende drie weken mee mocht draaien in een klas. De school ontdekte dat er sprake was van een enorme leerachterstand. Mark heeft in deze drie weken geen gedragsproblemen laten zien, terwijl juist die de oorzaak waren van de verwijdering van de school van herkomst. Uit nader onderzoek bij een instelling voor jeugdpsychiatrie bleek dat Mark geen gedragsproblemen heeft, maar dat vooral de leerproblemen en het pesten op de school een rol gespeeld hebben bij zijn gedrag. Bas zat al vele weken thuis toen de onderwijsconsulent - vlak voor de zomervakantie - werd ingeschakeld. Er was nog geen clusterindicatie en het speciaal onderwijs had geen plaats voor Bas. In deze periode zorgde de onderwijsconsulent er samen met anderen voor dat er met spoed een clusterindicatie aangevraagd werd. Ook werden al contacten gelegd met het speciaal onderwijs voor een plaats in het nieuwe schooljaar. Intussen kreeg Bas voor een paar dagdelen in de week een programma aangeboden via een externe organisatie. Hierdoor was er een beetje structuur en wat afleiding in zijn weekprogramma. Dit stopte bij de start van de zomervakantie. Na de zomervakantie kon Bas op twee scholen voor speciaal onderwijs terecht; uiteindelijk viel de keuze op de dichtstbijzijnde school.
Pagina 6 van 6