bulletin NVZ NEDERLANDSE VERENIGING VAN ZANGPEDAGOGEN
NUMMER 10• MAART 2007
Van het bestuur Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd. Wie deze woorden van Prediker (hoofdstuk 3:1 om precies te zijn, maar wellicht luistert u meer naar The Byrds) een inspiratie laat zijn en meebewogen heeft op het ritme van de seizoenen, zal ongetwijfeld genoten hebben van de verstilling van de afgelopen wintermaanden. Deze noodzakelijke periode van rijping en gisting, de druivenoogst zit net in het vat, legt een basis voor de bloei en de groei van het voorjaar en je komt nog eens op een gedachte die een mens in een wat meer creatieve en bezige stroom zou zijn ontglipt. Anderen laten zich bedriegen door de schijn van stilstand en bij hen roept deze ‘seasonality’ weerstand op. Vragen als “doet het bestuur nog wat” dienen zich wellicht bij hen aan. Mogen zij bij
deze gerustgesteld zijn, want, ja, wij doen nog wat! Het is ons een genoegen hier alvast te kunnen zeggen dat er een symposium in het vat zit voor het najaar 2008. Zoals het zich nu laat aanzien zal dit gaan over ‘Didactiek, aandacht en zapp-cultuur’. Het symposium zal deze keer plaatshebben in het zuiden van het land (we denken aan Tilburg of Eindhoven - afijn, weten ze dat beneden de grote rivieren ook alvast). Eigenlijk kan het gezien worden als een vervolg op het onderwerp van de lezing van Nico Smit, gehouden op het symposium van najaar 2006. Een ander hoofdstuk in deze serie van didactische verkenningen zal worden gevormd door de aanstaande werkdag van 29 maart, waarin
www.zangpedagogen.nl
zangpedagogen uit zowel het klassieke vak als de lichte muziek zullen toelichten en demonstreren wat de winst kan zijn duolessen en andere lesvormen, die buiten het stramien van het Meester-Gezel-model stappen. Maar, let op, voorafgaand aan deze werkdag zal de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering worden gehouden en deze ALV zal om twee redenen uitzonderlijk zijn! Allereerst zal u een begroting worden voorgelegd die buiten de grenzen van het de afgelopen jaren gangbare zal gaan en, last but not least, wij kunnen u hierbij mededelen, dat er een verkiezing dan wel benoeming zal plaatsvinden van een nieuwe voorzitter! Het zittende bestuur meldt u hierbij met vreugde, dat het Elena Vink bereid heeft gevonden kandidaat te willen zijn voor het voorzitterschap van onze vereniging. Komt allen!!
Algemene
Van de redactie.. Interessante boekbesprekingen, een verslag van een boeiende conferentie, een artikel over de cross-over van verschillende muziekstijlen en andere wetenswaardige zangzaken: de redactie van het Bulletin doet haar best u op de hoogte te houden van ontwikkelingen in ons vakgebied. Zou u het ook leuk vinden eens wat te schrijven, mail ons! Hebt u een tip die u niet voor uzelf wilt houden, mail ons! Wilt u reageren op de inhoud of de vorm van dit Bulletin, mail ons! De website van de NVZ is op dit moment nog ‘under construction’. Naar verwachting half maart zal de website operatief zijn en steeds meer worden uitgebreid met handige informatie en links.
Ledenvergadering Zaterdag 29 maart a.s. vindt de Algemene Ledenvergadering plaats. Een ALV is hét moment om uw stem te laten horen met betrekking tot het NVZ-beleid. Tijdens deze ALV zal ook worden gestemd over de kandidatuur van Elena Vink voor het voorzitterschap.
UW AANWEZIGHEID WORDT ZEER OP PRIJS GESTELD! Locatie: muziekzaal ‘Parnassos’, Kruisstraat 201 te Utrecht Tijd: 10.00 uur, om ongeveer 11.00 uur gevolgd door de jaarlijkse werkdag (zie elders in dit Bulletin)
[email protected]
1
Het geheim van zingen ligt in de taal een interview met Connie de Jongh door José Lieshout Waar vroeger de ‘klassiek zanger’ zijn neus ophaalde voor ‘lichte’ muziek en de ‘pop’zanger op zijn beurt neerkeek op klassiek repertoire, is tegenwoordig een opvallende kentering waar te nemen: er zijn steeds meer zangers die zich niet meer beperken tot het repertoire waarop ze destijds zijn afgestudeerd. Was Kiri te Kanawa indertijd als ‘Maria’ in de West Side Story grensverleggend bezig en Elly Ameling gedurfd toen ze Gershwin zong, nu zou dit absoluut geen stof meer doen opwaaien. Of het zou moeten zijn vanwege de klassieke manier waarop ze dit repertoire zongen. Want dát is het bijzondere van de ontwikkeling die nu gaande is: men raakt er steeds meer van doordrongen dat elk repertoire recht heeft op zijn eigen klank. En dus geen popsongs met een verlaagd strottenhoofd om maar iets te noemen, en ook geen aria uit de Messiah met de scherpe klank en de zo karakteristieke ophaaltjes die eerder bij pop horen.
Toch was die tweedeling klassiek-pop nog overzichtelijk. In het verlengde van de globalisering en de multiculturele samenleving is daar de laatste jaren echter een ander aspect bijgekomen: de etnische muziek. Hoewel deze drempel voor veel zangers wat hoger is, zijn er gerenommeerde klassiek zangers die zich wagen aan het zingen van en het lesgeven in etnische muziek. Een van hen is Connie de Jongh. Connie de Jongh studeerde eerst aan Pedagogische Academie en deed daarna Schoolmuziek. Als tweede hoofdvak ging zij klassiek zang studeren bij Margreet Honig
aan het Rotterdams Conservatorium. Na de opleiding tot Docerend Musicus studeerde zij Uitvoerend Musicus aan de conservatoria van Amsterdam en Rotterdam, nog altijd bij Margreet Honig. Daarnaast volgde
en latin/jazz. Daarnaast kunnen studenten ook bij haar terecht voor hun master Jazz. Een flink deel van haar werk is ook het coachen van instrumentalisten in de zogenaamde ‘awarenesslessen’.¹ Tevens is zij actief binnen het Platform Gezondheid van het Conservatorium. Dit Platform organiseert studiedagen en activiteiten om studenten en collega’s bewuster te maken van ‘gezond studeren en musiceren’ om zo uitval en blessures te voorkomen en/of te verhelpen. Met betrekking tot de cross-over van de verschillende muziekstijlen: hoe vallen zoveel verschillende invalshoeken, talen en tradities met elkaar te combineren? Connie de Jongh: “Voor mij zijn het geen aparte werelden: het uitgangspunt is de manier van denken over muziek die bij al die verschillende muziek dezelfde is. Naar mijn mening ligt het geheim van zingen namelijk in de vorm: taal en de intentie. De taal bepaalt de techniek. Of je nu een stuk in het Duits, Turks of Indiaans zingt, zodra je de plaats van de taal vindt, de vorm, krijgt de klank haar specifieke karakter. Dan past de vorm bij de stijl. De stijl wordt toch mede bepaald door het taalgebied. De vorm draagt de klank. Veel vocale problemen verdwijnen dan als sneeuw voor de zon. Maar daarnaast blijft natuurlijk nog genoeg ambachtelijk werk over om onder de knie te krijgen!”
zij de Operaklas van het Sweelinck Conservatorium. Al tijdens haar opleiding werd zij een veelgevraagd solist in zowel het hedendaags- als het liedrepertoire, en gaf zij met ensembles en orkesten in diverse samenstellingen veel concerten in binnen- en buitenland (Italië, Spanje, Canada, Amerika etc.). Meteen na haar solistenexamen kreeg zij een aanstelling als docent aan het Rotterdams Conservatorium. In aanvang aan de klassieke afdeling, later kwam daar ook de Wereldmuziekacademie bij, waar zij nu als hoofdvakdocent lesgeeft aan studenten die willen afstuderen in Turkse zang, Indiase klassieke zang, Braziliaans/ latin american
Wat betekent dit voor een zanger die minder taalgevoelig is? “Dat is vaak wel een probleem. Soms wordt talenkennis per abuis aangezien voor taalgevoeligheid. Dit zijn echter twee verschillende talenten. Talenkennis is geweldig, maar taalgevoeligheid is onontbeerlijk. Want als je het
2
vermogen bezit om de karakteristieke klank van een taal te laten horen krijg je vanzelf de technische instelling die daarbij hoort. Je kunt die natuurlijk expliciet benoemen, maar dat is dan eigenlijk niet meer nodig. Als je ‘o’ uitroept op z’n Nederlands klinkt dat absoluut anders dan wanneer je dat op z’n Frans of Engels doet. Wanneer je gevoelig bent voor dat onderscheid en bereid bent dit te laten horen, maakt het eigenlijk niet uit of je Frans, Portugees of Chinees zingt. Het vraagt mentale en fysieke flexibiliteit. Het vraagt vooral ook dat je goed kunt kijken en luisteren naar lichaamsgedrag. Want klank en lichaamstaal horen bij elkaar. Kijk naar het ezeltje in de animatiefilm Schreck, of naar de mafioso haai in Shark Tale: je hoort niet enkel de stemmen van respectievelijk Eddy Murphy en Robert de Niro, je ziet ze ook echt!! Vorm en klank geven samen de intentie.”
haalt er je informatie uit over de (fysieke) akties en je intenties. En wanneer je goed voelt en weet en luistert naar je klank, begrip toont voor je instrument en voor het toondicht en weet wat je horen wilt en zeggen wilt, dan gaat je lijf zingen voor je. Begrip voor taal, vorm, beweging (is ook lucht natuurlijk) en bedoeling, is hierbij een onmisbaar onderdeel. Dan gaat ook de energie stromen door de verschillende lagen van het instrument: vanaf de bron. Het uitdelen en weer vullen. Je eigen kleine kringloop die matcht met de energiekringloop van het muziekstuk dat je speelt of zingt. En hoe kun je nu met behoud van je eigen geluid toch recht doen aan die specifieke klank van bijvoorbeeld een ‘fado’? “Het maakt niet uit wat je zingt: fado of flamenco, Mompou of Guastasvino of Schumann, Duparc, Poulenc of wat dan ook. Het blijft immers altijd jouw geluid, maar het is niet altijd hetzelfde. De stijl en de taal passen het aan. Het gaat erom dat wij ons zo trainen dat wij de muziek bedienen, niet dat wij een klank bedenken of maken die wij prima vinden en dat we daar alle muziek maar in proberen te proppen... Dan doe je de muziek toch groot onrecht aan, en jezelf eigenlijk ook wel misschien. Eigenlijk kan alles. Of je met alles affiniteit hebt is natuurlijk wat anders, er is ook nog zoiets als zelfkennis en goede smaak.”
Maar dit veronderstelt natuurlijk wel een goede basistechniek, want met taal alleen kom je er ook niet, lijkt me? “Ja, je isoleert elementen en werkt daaraan. Ik denk echter dat we nooit moeten vergeten ze dan weer meteen in het grote geheel moeten terugplaatsten. Het gaat om de energie van de muziek. De worsteling, om van afzonderlijke noten en ritmes en taal in ons geval, te komen tot een melodische stroom met een bedoeling, heet studeren! Bij zingen is het jammer genoeg nog vaak een geheimzinnige toestand, vooral ook omdat je het niet direkt kunt zien. Daarom ook is het zo ontzettend van belang te weten hoe het ding werkt. Hoe anders kan je je instrument leren bespelen. Het vocaal instrument heeft ook een aantal ‘basiswetten’. Als je je daar rekenschap van geeft werkt het met je mee. Veronachtzaam je die, dan krijg je op je donder van je instrument. Ik werk veel met blazers, en dan vooral koper. Dat is eigenlijk hetzelfde als zingen. Een hoorn of trompet straft je onmiddellijk af als jij jezelf opdringt aan het instrument: hij piept, fliept, kikt of doet ‘t gewoon helemaal niet! Bij zingen kunnen we dan nog wel wat duw- en trekwerk inzetten, en helemaal lekker voelt dat niet, maar er is tenminste een soort van geluid....! Maar je klank, dat waarin je laat horen wie je bent en wat je te zeggen hebt, die moet je stapje voor stapje veroveren, denk ik. Je
Hebben moderne methodes als CVT (Sadolin) en EVTS jou geholpen met het loslaten van de hokjesgeest van klassiek versus de andere stijlen? “Moderne methodes als EVTS hebben me zeker verder inzicht gegeven en de training was gelukkig ook tegelijk heel bevestigend. In muzikale hokjes heb ik nooit gewoond, en laat ik me ook niet stoppen! Ik hoor bij niks en ben een alles-eter, maar het moet wel kloppen: ambachtelijk, muzikaal, fysiek en intentioneel, omarmend, dan kom je vanzelf wel bij de essentie.”
3
¹Dit zijn lessen waarin de studenten leren zich bewust te worden van de invloed van wat je denkt en wat je doet op je performance. Fysiek, mentaal en communicatief in het hier en nu zijn en hierdoor begrijpen wat nodig is en wat niet. Het maakt de communicatie met jezelf, met de muziek en de wereld om je heen eenvoudiger, eerlijker en zonder pretenties. Wat overblijft is een minimale inspanning met een optimaal resultaat.
Pevoc7
7th Pan European Voice Conference door Ineke van Doorn Van 30 augustus t/m 1 september jl. vond in Groningen de 7e Pevoc plaats, een wetenschappelijke conferentie op het gebied van stem en adem. Jopie Kuiper (Hogeschool Utrecht) en Harm Schutte (Groningen Voice Lab), die tevens afscheid nam, waren beiden ‘Conference co-chair’. De conferentie telde een aantal ‘topics’ waaronder de kinderstem, de stem van sprekers en acteurs in het theater, en de relatie tussen stem, stress en emotie. Daarnaast waren er ‘free papers sessions’ en workshops. De bijeenkomsten waren deels plenair. Daarnaast was er zowel in de ochtend als in de middag een tijdsblok waarin je kon kiezen uit een veelheid van workshops, lezingen en discussies. Ik bezocht het congres twee dagen waarbij ik bij mijn keuze een mix probeerde te maken tussen theoretische en meer praktijkgerichte onderwerpen. Dit was door het overweldigende aanbod niet zo moeilijk! Veel van de lezingen hadden een zeer hoog tempo waardoor dit verslag een wat ‘globaal’ karakter heeft. Het verslag betreft alleen de bijeenkomsten die ik op de eerste ochtend bijwoonde. De vocale ontwikkeling van het kind De eerste plenaire bijeenkomst door Annerose Keilmann (D) gaf een algemene introductie over de vocale ontwikkeling van het kind. Deze hangt af van de genetische dispositie, de voeding, de hormoonbalans en de training van de stem. In het algemeen lijken kinderstemmen meer op elkaar dan volwassen stemmen. De stemontwikkeling begint al voor de geboorte. Het gehoor is beschikbaar vanaf de 28e week. Pasgeborenen herinneren zich hun moeders stem en kunnen deze van andere stemmen onderscheiden. Ook onderscheiden zij verschillen in taal. Muziek die ze prenataal hoorden, herkennen ze. Baby’s huilen op een frequentie rond A4 (nb. ik neem aan dat zij hiermee ‘onze’ A2 bedoelt) met een uitslag van 2 tot 3 halve tonen. Soms is er een hoge fluittoon te horen. Na 4 tot 6 weken kan een baby emoties uiten. Babylongen zijn ongeveer 50% kleiner dan die van een volwassene. De larynx is niet alleen kleiner, maar heeft ook andere verhoudingen. De larynx ligt bij een kind ook hoger.
vooral dat het bij het behandelen van de kinderstem zeer belangrijk is dat de behandelaar zich in het kind verplaatst. Het kind wil vooral ‘gezien’ worden en is helemaal niet geïnteresseerd of de behandelaar een expert is. Het kind houdt zich bezig met zaken als: krijg ik wel net zoveel als een ander? Zij beschrijft stemgedrag als een product van meerdere ‘systemen’: - er is in het lichaam geen enkel ‘systeem’ dat alleen toegesneden is op stemgeving; - daardoor zijn behandelplannen lastig te maken. Een behandelplan vereist medewerking van, en een leerproces bij het kind. Om die reden moet je op diverse terreinen goed op de hoogte zijn van zijn ontwikkelingsniveau: cognitief, sociaal, taalkundig, emotioneel, psychologisch en educatief.
Bij een kind zit de tong niet in de pharynx. Hij zakt daar pas in bij het ouder worden. De nasal pharynx wordt bij het ouder worden ook steeds groter en de vorm van de onderkaak verandert tijdens de groei. Volwassen stembanden zijn verder dikker en langer. De verschillen tussen mannen- en vrouwenstemmen nemen bij het ouder worden toe. Vanaf de babytijd wordt de stem steeds lager. Rond het zesde jaar stabiliseert de spraakhoogte zich tot ongeveer het tiende jaar, daarna verandert deze weer. De laatste jaren neemt de omvang van de kinderstem toe. Zij denkt dat dit ook aan de onderzoeksmethodes zou kunnen liggen. De formantgebieden worden steeds lager. Bij een man ligt F1 bij de klinker /a/ rond 300Hz. Bij een vrouw rond 350Hz. Bij een kind rond 420Hz.
Cognitieve ontwikkeling - Er moet een keuze gemaakt worden tussen een concrete versus een abstracte benadering; - je moet bepalen hoe lang en complex de aangeboden oefeningen kunnen zijn; - je moet je afvragen hoe goed het geheugen ontwikkeld is. De mate van cognitieve ontwikkeling bepaalt dus de manier waarop je de oefeningen aanbiedt.
Kinderen die regelmatig zingen hebben hogere formanten dan ongetrainde kinderstemmen. Tussen het vijfde en zesde levensjaar krijgen kinderen een steeds beter ritme gevoel. Tijdens hun kleutertijd zingen kinderen zuiverder dan wanneer ze op de lagere school zitten. Dit komt doordat ze dan minder training krijgen. Verder zingen jongens gemiddeld minder zuiver dan meisjes.
Sociale en emotionele ontwikkeling Spraak is een belangrijk gereedschap in het sociale en emotionele verkeer. Om te werken aan dit aspect (expressie, communicatie) kan de logopedist gebruik maken van liedjes en rijmpjes die de kinderen op de kleuterschool geleerd hebben.
Klinische toepassingen voor de kinderstem Moya Andrews (USA) gaf een zeer interessante lezing waarbij ze op indrukwekkende wijze haar grote kennis combineerde en illustreerde met haar enorme ervaring met het behandelen van kinderen. Haar thema was
Taalkundige ontwikkeling Vaak worden er te moeilijke termen gebruikt. Men moet dus tijdens de instructie zijn woorden zorgvuldig kiezen. Vergelijkende termen als hoog/laag worden vaak door elkaar gehaald. Aanwijzingen over wanneer
4
te beginnen en te stoppen zijn vaak onduidelijk. Leesoefeningen niet altijd aangepast aan het leesniveau van het kind en/of aan zijn belevingswereld.
omschreven. Hij laat bijvoorbeeld iets zien van het zangspectrum van een bariton, maar zegt verder niets over of deze getraind of ongetraind is, en in welke stijl etc. Dat lijkt mij voor de uitkomst van het onderzoek toch wel wezenlijk.
Het psychisch ontwikkelingsniveau bepaalt onder andere de manier waarop het kind omgaat met zijn spraakprobleem, bijvoorbeeld binnen een sociale context. Ook bepaalt het de mate waarin het kind gemotiveerd is voor de therapie. Positieve bekrachtiging door de therapeut kan het zelfvertrouwen van het kind enorm vergroten. Ook de ouders stimuleert ze om het kind positief te benaderen: “Catch him while being good and reinforce this”.
3. Zelfperceptie Anick Lamarch presenteerde de resultaten van een onderzoek waar bij het afnemen van een fonetogram ook de beleving van de zangers werd geregistreerd. Dat heeft als voordeel dat je kan registreren hoeveel moeite iemand voor een bepaalde toon moet doen. Tevens is de zelfperceptie van een stempatiënt altijd een belangrijk onderdeel van de evaluatie. In dit onderzoek, waarin met gezonde zangers werd gewerkt, drukte de zanger wanneer hij de toon instabiel vond, of oncomfortabel om te zingen, op een knop. Het bleek dat de zangers steeds op min of meer hetzelfde moment de knop indrukten, vooral bij hoge tonen. Maar toen de resultaten vergeleken werden met het willekeurig indrukken van de knop bleek er toch niet zoveel verschil te zijn. Anick Lamarch concludeerde dus: het indrukken van de knop is toevallig maar wel consistent... In een vervolg onderzoek wil ze hetzelfde gaan doen met zangers die stemproblemen hebben.
De klinische relatie tussen kind en therapeut kan zeer stimulerend werken in hoe het kind naar zichzelf kijkt, zijn taak volhoudt, met anderen omgaat en succes behaalt. Om een interactie met het kind te op gang te brengen die past bij zijn ontwikkelingsniveau, moet daarom elke sessie maatwerk zijn. Tot slot zegt Moya Andrews: “Vermijd het gebruik van dat kinderachtige stemmetje! Dat zal introverte kinderen in hun schulp doen kruipen.” Na een korte vragensessie kunnen we kiezen uit diverse presentaties en workshops. Ik kies voor Singing Voice 1 dat uit vijf presentaties van 15 minuten bestaat. In die korte tijd worden er in een zeer hoog tempo allerlei onderzoeken gepresenteerd.
4. Vocal modes herkennen Nazia Munir deed samen met Cathrine Sadolin en Henrik Kjelin een onderzoek naar de bruikbaarheid van de classificatie die door de CVT methode van Sadolin wordt gebruikt. Een groep logopedisten werd door Sadolin zelf een dag getraind in het herkennen van de vier ‘vocal modes’ die zij in haar methode gebruikt. Na die training kregen de logopedisten 96 voorbeelden te horen die ze moesten indelen in een van de vier geleerde modes. De meeste logopedisten hadden daar weinig of geen moeite mee. De conclusie was dat logopedisten met relatief weinig training de vier vocal modes kunnen herkennen en dat deze modes dus mogelijk als basis kunnen dienen voor een gemeenschappelijke taalgebruik tussen stem professionals. Ik moet hierbij wel vermelden dat bij navraag bleek dat de 96 testvoorbeelden ook specifiek in een van de vier modes waren gezongen. Dat vond ik jammer. Als je mensen de vier kleuren rood, blauw, geel en groen
1. Instinct versus wetenschap Jan Hammer deed onderzoek naar de bruikbaarheid en de toepasbaarheid van de door de zanger opgedane kennis in de leskamer. Zijn belangrijkste vraag daarbij was of zangles geven gebaseerd is op instinct of op wetenschap en hoeveel kennis een zanger nodig heeft. Zijn conclusie is dat zowel zanginstructie als ook het leren zingen gebaseerd zijn op instinct, en dat je de wetenschap nodig hebt om een duidelijk mentaal beeld hiervan te krijgen. 2. ‘Buzziness’ David M. Howard deed een onderzoek naar de perceptie van ‘buzziness’: in hoeverre ervaren luisteraars bepaalde gezongen tonen als ‘zoemend’ of ‘gonzend’. Hij legt uitgebreid zijn onderzoeksopzet uit, maar het is zo technisch dat het me niet zo boeit. Wat me opvalt is dat soms de bron zo slecht wordt
5
leert onderscheiden en dat lukt binnen een tamelijk korte tijd, dan betekent dat naar mijn idee nog niet dat je met die vier kleuren dan ook gemakkelijk bijvoorbeeld het kleurgebruik van Picasso, Rembrandt of Van Gogh kan beschrijven en analyseren. Dat is toch vele malen ingewikkelder. 5. Grunting, growling, distortion Het laatste onderzoek betrof ook een onderzoek geïnitieerd door Cathrine Sadolin en Henrik Kjelin samen met wetenschapper J. McGlasham. De vraag was of - door veel rock zangers gebruikte - effecten als distortion, grunting en growling geproduceerd kunnen worden zonder schade toe te brengen aan de stembanden. Het is een feit dat sommige zangers deze manier van zingen jaren kunnen volhouden, terwijl het ‘ongezond’ klinkt. Wil je met deze effecten gaan experimenteren dan moet de basis techniek in orde zijn, men moet met een open keel en zonder te knijpen kunnen zingen, en de ademsteun moet voldoende zijn. Voorwaarde voor deze goede basistechniek was volgens de onderzoeker dat je leerde zingen volgens de CVT methode. Op een of andere manier vond ik dat niet zo’n wetenschappelijke opmerking. Het idee van de CVT methode is, dat als je weet hoe je het doet, je het ook consistent zou moeten kunnen herhalen. De resultaten van dit voorbereidende onderzoek (er werden bij het grunten en growlen slechts drie zangers onderzocht) wijzen uit dat de genoemde effecten ontstaan door trillingen van de supraglottic structures (valse stembanden) in samenwerking met de ware stemplooien. Ook de stand van het strottenklepje is van belang. Er werd in het onderzoek geen bewijs gevonden van overmatig knijpen of schadelijke trillingen op glottis niveau. Het was mooi om de filmpjes te zien die tijdens de laryngo-stroboscopie waren gemaakt. Het is misschien wel voorbarig om te zeggen dat effecten als grunting, distortion en growling niet schadelijk voor de stem zijn. Ik zou zeggen ze hoeven niet schadelijk voor de stem te zijn. Het zingen van een Wagner opera hoeft bijvoorbeeld ook niet schadelijk voor de stem te zijn, maar er zijn toch maar relatief weinig zangers die dat repertoire aankunnen. In dat opzicht vond ik het taalgebruik van sommige onderzoekers wat erg enthousiast en te weinig genuanceerd.
boekbespreking(1)
door Cora Peeters
Discover your voice: How to develop healthy voice habits Uitgangspunt van Oren Brown is niet leren hoe geluid te maken, maar leren hoe de klank te laten ontstaan. De stem reageert op een mentaal concept. Men moet de klank dus eerst ‘denken’ en dan laten gaan in het vertrouwen dat het goed is. In het eerste hoofdstuk moet je op zoek gaan naar je oorspronkelijke geluid. Zoals dieren hun eigen oorspronkelijke geluid hebben, een kat miauwt, een hond blaft etc., dit zijn geen ‘bedachte’ geluiden. Een student moet herontdekken wat het is om als een kind te zijn en experimenteren met het eigen geluid alvorens zich in een stemvak te plaatsen. OB geeft diverse oefeningen om je eigen oorspronkelijke geluid te vinden (zuchten, gapen, glissandi). Bedoeling is om op deze manier een verbinding te krijgen tussen het onderste hersendeel, waar de emotie en expressie huizen en het hogere deel waar het denken huist. Het tweede punt in zijn methode is bevrijding van de stem. De meeste spanningen zijn gedurende het leven verworven. Je moet je bewust worden van deze spanningen en je ervan bevrijden. Zijn advies is ‘sta je stem niet in de weg’, waarvoor hij heeft een twaalftal soms best ingewikkelde oefeningen geeft. In het volgende hoofdstuk behandelt hij houding en adem. Hij geeft hier een goede uitleg over de anatomie en fysiologie van het ademapparaat, geïllustreerd door duidelijke afbeeldingen. OB zegt dat het veel tijd en geduld kost om adem en stem te coördineren en geeft daartoe veel oefeningen met een duidelijke trainingsopbouw. In hoofdstuk 4 geeft hij oefeningen om de stem vrij te maken. Nadruk ligt op het leren laten gaan van de klank, de directe controle opgeven en controle alleen via de gedachten te laten plaatsvinden. “Let it happen” is zijn veelgebruikte kreet. Omvang en registers is het volgende onderwerp wat uitgebreid aan de orde komt. Hij vertelt eerst iets over de geschiedenis van het gebruik van de menselijke stem. Als OB het heeft over registers legt hij eerst uit dat in de loop der tijden diverse termen door elkaar gebruikt zijn en dat dit tot veel verwar-
sensaties bijproducten zijn van het correct functioneren van alle onderdelen en geen doel op zich mogen zijn. Hij is absoluut geen voorstander van ‘plaatsing in het masker’. De beste resonans ontstaat wanneer alle onnodige spanning weg is. Ook moet een zanger leren vertrouwen te hebben in de eigen resonans en accepteren dat de toehoorder hem anders hoort dan hijzelf. Resonans en het toenemen van de kracht van de stem moeten geleidelijk ontwikkeld worden, nergens geforceerd. De druk vanuit de longen mag nooit groter zijn dan dat wat de stemplooien op dat moment aankunnen.
Discover your voice: How to develop healthy voice habits geschreven door Oren L.Brown (Singular Publishing Group Ltd. London, UK, 1996)
ring heeft geleid. Hij zegt dat er verschillende kwaliteiten mogelijk zijn tussen laag en hoog. Zelf gaat hij uit van vier registermogelijkheden. Het allerlaagste is het gromregister (1), nummer 2 het modale register, nummer 3 het falset en nummer 4 het fluitregister. Waarbij hij aantekent dat de nummers 2 en 3 de hoofdregisters zijn. Verder geeft hij een schema van de uitersten van deze registers bij de diverse stemvakken dat een beetje merkwaardig overkomt. Zo zou bijvoorbeeld de bovengrens van het modale register van de lage mannenstem bij a klein octaaf liggen! Ook heeft hij het in deze uitleg nergens over de registerovergang rond e’. Daar spreekt hij wel over bij de uitleg van de oefeningen, die overigens weer uitstekend zijn. Een enigszins verwarrend hoofdstuk al met al. In eerste instantie gaat hij bij beginnende leerlingen uit van het modale registergebruik met als argument dat ze daar meer aan gewend zijn omdat ze dit register al hun leven lang gebruiken bij het spreken. Overigens komt het oefenen van het lichte register ook uitgebreid aan bod. Zijn mening is dat beide registers geoefend moeten worden om de stem volledig te ontwikkelen, ook al worden ze niet altijd direct gebruikt. Dus mannen altijd hun falset oefenen en vrouwen modaal om zoveel mogelijk en zo soepel mogelijke aanpassingen te kunnen maken.
Andere hoofdstukken gaan over groei en volwassenheid, de kinderstem, articulatie, anatomie en fysiologie, neurologie en de werking van de hersenen, het gehoor, koorzang, wat is nodig voor een professionele carrière. Verder een boeiend hoofdstuk over oefenen en oefenpatronen. Zit heel gestructureerd in elkaar met een opbouw voor iedere dag. OB gaat uit van 12 onderdelen die tijdens de zangstudie aan bod moeten komen: 1) oorspronkelijk geluid, 2) bevrijding van het stemapparaat, 3) houding, 4) adem, 5) laten gaan van de klank, 6) omvang, 7) registers, 8) snelheid en soepelheid, 9) resonans, 10) opbouw van kracht, 11) articulatie, 12) interpretatie. Ook volgen hoofdstukken als de opbouw van een goed repertoire en programma, en tips voor docenten evenals wat te doen bij stemproblemen. In de appendix staan uitgeschreven oefeningen die genoemd worden in de diverse hoofdstukken, alle zeer gestructureerd en duidelijk met welk doel. Deze worden gedemonstreerd op een bijgeleverde oefen CD.
Hoofdstuk 7 is gewijd aan resonans en kracht. Je hoeft geen grote stem te hebben om draagkracht te kunnen ontwikkelen. OB ziet het onderdeel resonans als een van de laatste technische facetten die aan de orde moeten komen. Hij zegt dat resonans-
De uitgangspunten van OB zijn heel interessant, het boek is zeer compleet, met niet heel veel spectaculaire of nieuwe inzichten, maar wel de moeite waard om te lezen.
6
boekbespreking(2)
door Ineke van Doorn
Hear it and sing it!’ Exploring Modal Jazz
‘Dit Engelstalige boek, geschreven in 2004 door de Amerikaanse jazz zangeres en pedagoge Judy Niemack, richt zich op het studeren en herkennen van de kerktoonladders. Binnen jazz improvisatie spelen deze ladders een belangrijke rol. Het leuke is dat het boek (met cd) ook voor andere doeleinden geschikt is en dus ook voor niet-jazz zangers interessant kan zijn.
De opbouw van het boek is helder. Het bevat een overzicht van de cd-tracks, een warming up, een inleiding over het ontstaan van modale jazz en zijn spelers, basale theoretische uitleg, en een introductie in het gebruik van scat syllables (de klanken die je gebruikt als je zonder tekst zingt). Daarna worden alle zeven kerktoonladders uitgelegd en geoefend. Centraal in de boek staat de bijgeleverde cd. Het boek is gelukkig niet te dik (te dikke oefenboeken kunnen wel eens een demotiverende uitwerking hebben vind ik..) en betaalbaar. In de USA kost het $18,-.
Hear it and sing it!’ Exploring Modal Jazz geschreven door Judy Niemack (Uitg. Second Floor Music ISBN 0-6340-8099-7)
De eerste keer dat ik het boek vluchtig doorkeek, vond ik dat het wel erg lang duurde voordat ze tot de kern van de zaak kwam. Het is boek bestaat namelijk uit 72 bladzijden en pas op pagina 40 begint de eerste ‘modal workout’. Toen ik later het boek uitgebreider bekeek en daarbij ook de cd beluisterde, werd ik direct een stuk enthousiaster. Het boek, en dus ook de cd, begint met een aantal warm-ups die allemaal in meerdere toonsoorten uitgeschreven zijn. De oefeningen zijn op zichzelf niet geniaal, en ook niet specifiek jazz georiënteerd, maar wel zeer bruikbaar omdat - de omvang waarin ze de oefeningen zingt goed aansluit bij wat een gemiddelde zanger aankan; - er aan het eind van iedere oefening, ook als deze snel is, voldoende tijd is om rustig in te ademen; - de opbouw van de warm-up goed is; - er een hele leuke en aangename pianobegeleiding bij zit.
soms wel iets ritmischer dan de meeste traditionele inzingoefeningen. Wat me opvalt is dat Judy Niemack op deze opnamen helemaal niet als een jazz zangeres klinkt. Dat vind ik jammer omdat nu een klankvoorbeeld ontbreekt. Aan docenten geeft de schrijfster de suggestie om de cd tracks met warm-ups tijdens een zang(groeps-)les op te zetten, om zo zelf letterlijk de handen vrij te hebben om studenten te corrigeren. Ik denk inderdaad dat deze opnamen hiervoor geschikt zijn.
Mijn ervaring met bij boeken meegeleverde cd’s is dat ze vaak oefeningen bevatten die te hoog en te snel worden voorgedaan. Dat is hier dus gelukkig niet het geval, de oefeningen nodigen juist erg uit om mee te doen. De warm-ups zijn niet heel erg jazzy, maar
Het tweede deel van het boek behandelt de kerktoonladders. Dit gaat zeer gestructureerd: eerst worden de ladders langzaam stijgend en dalend gezongen, daarna volgen in een medium tempo alle intervallen vanaf
7
de grondtoon, daarna gebroken terts intervallen en drieklanken. De laatste oefening bestaat uit het voor en nazingen van korte frases, een zgn. ‘call and response’. Ofschoon deze ‘call and responses’ steeds iets moeilijker worden, denk ik dat ze vrijwel allemaal door beginnende of half gevorderde zangers uitgevoerd kunnen worden. Met de gegeven melodieën kan natuurlijk ook gevarieerd worden en van daaruit is dan een overstap naar eigen improvisaties met de gegeven ladder gemakkelijk. Voor dit laatste is voor elke modus een aparte track toegevoegd. De oefeningen worden steeds in een geschikt tempo aangeboden, en de instrumentale begeleiding, door een New Yorkse ritmesectie,
de kinderstem(5)
Dansend naar de hoogste noot door José Lieshout
In de serie ‘de kinderstem’ dit keer het woord aan Jorge Verkroost, docent ensemblezang aan de vooropleiding en docent stemtechniek aan de HBO-musicalopleiding van de Hogeschool Dansacademie Lucia Marthas in Amsterdam. Een Dansacademie waar zangles wordt gegeven?? Ja, kinderen in de basisschool- en middelbare schoolleeftijd die gegrepen zijn door het fenomeen ‘musical’ hopen na deze vooropleiding namelijk toegelaten te worden tot de mbo- of hbo-studie Dans die hen voorbereidt op een carrière in de pop-, show- en musicalwereld. Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen deelnemen? Jorge: “Kinderen komen bij ons soms al op 3-jarige leeftijd. Het gaat bij die jonge kinderen natuurlijk vooral om het plezier in dans en zang. Spelenderwijs leren ze hoe ze beter kunnen omgaan met hun stem. Als ze 11, 12 jaar zijn krijgen ze het vak ‘koorzang’ waarbij al meer aandacht is voor stemtechniek. Vanaf de derde klas middelbare school, wanneer er weer een selectie heeft plaatsgevonden en duidelijk is welke jongeren kans maken toegelaten te worden tot de mbo- of hboopleiding, staat ook het vak zang op het lesrooster.” En dit houdt in?.. “Dit is een groepszangles los van de danscomponent. Tot dan toe ging het eigenlijk alleen om dans, dus nu gaat voor het eerst de zangkwaliteit een serieuze rol spelen. In dat ene uur per week beginnen we altijd met een vocal warming-up. Daarna werken we aan de ademtechniek en oefenen we specifieke vaardigheden als crescendo/decrescendo en legato. In de tweede helft van de les combineren we dit met het repertoire.” Is er een opvallend verschil met de klassieke zangles? “Ja, zeker. Bij musical is de verstaanbaarheid enorm belangrijk. Waar het bij klassiek toch meer om de klank op zich gaat, is het bij musical zeer ongewenst als te horen zou zijn dat de zanger geen ‘native speaker’ is, of het nu Engels is of Jordanees, zoals in Ciske de Rat. Aan de dictie wordt dus in de zangles veel tijd besteed. In de klassieke zangles word je meestal wel gewezen op aperte uitspraakfouten, maar speelt de uitspraak verder een ondergeschikte rol. Een ander verschil is dat het musicalrepertoire een repertoire is met
En de combinatie van zingen en dansen, werk je daar ook specifiek aan? “In de les laat ik ze eerst wel eens twintig kniebuigingen doen om ze te laten voelen hoezeer ze hun ademsteun nodig hebben om te kunnen zingen als ze tegelijkertijd moeten dansen. En die ademsteun moeten ze vooral ook op hun rug voelen zodat ze in alle posities kunnen zingen, ook als ze bijvoorbeeld in elkaar gedoken zitten.” Leren de kinderen ook belten? “Wij zijn heel voorzichtig met belten bij kinderen. In sommige liederen, zoals ‘Tomorrow’ uit Annie Hall, kun je er niet omheen. We laten dit zeker niet door iedereen zingen. Er zijn kinderen die van nature heel makkelijk belten, zij kunnen zo’n lied dan zingen. Bij de anderen laten we dit onderwerp liever rusten tot ze iets ouder zijn. Hoewel het soms voorkomt dat je de kinderen, als ze de deur uitgaan, buiten naar elkaar hoort roepen op een manier waardoor je denkt: ben ik dáár nou zo voorzichtig mee geweest! Ik moet daar dan wel om lachen… Vanaf 14, 15 jaar wordt belten een – nog altijd voorzichtig – onderdeel van de les. Thuis mogen ze daar echter niet mee oefenen omdat het risico van stembandblessures te groot is.”
Na een jaar vooropleiding klassiek zang en vervolgens vier jaar docent/Musical is Jorge Verkroost in 2000 afgestudeerd aan het Conservatorium Alkmaar in de richting musicalperformer bij Maria Rondèl. Sinds 2001 is hij docent ensemblezang en stemtechniek aan de Hogeschool Dansacademie Lucia Marthas in Amsterdam, waar hij zowel aan kinderen als aan volwassenen lesgeeft. Daarnaast is hij actief als musicalperformer in vele musicals. Het vorig seizoen in ‘Titanic’ en ‘Beauty and the Beast’. Momenteel speelt hij in ‘Ciske de Rat’ de rol van Jan Verkerk en is hij standin voor Danny de Munk.
Komt het voor dat kinderen of jongeren vanwege het imitatie aspect bij hun toelatingsauditie al helemaal voorgeprogrammeerd zijn? “..Mmm, ja, dat is inderdaad een lastig iets.. Als kinderen zo gedreven zijn dat ze al hun vrije tijd willen besteden aan iets specifieks als musical dan komt dat meestal doordat ze thuis intensief cd’s en dvd’s beluisterd en bekeken hebben. Het is onvermijdelijk dat ze datgene wat ze zo vaak gezien en gehoord hebben, gaan imiteren. Het is onze taak om
een groot bereik. Hierin verschilt musical ook echt van pop. Popsongs kun je over het algemeen makkelijk transponeren, en ook liederen uit het klassieke repertoire bestaan vaak in meerdere liggingen. Dit gaat gewoon niet bij musical, de laagste noot wordt dan echt te laag of de hoogste te hoog. Dit betekent ook dat uitgesproken hoge of zeer lage stemmen minder makkelijk terecht kunnen in dit vak.”
8
Nog meer over ... Pilates
al deze laagjes af te pellen en de kinderen hun eigen geluid terug te geven. Dat stuit soms op weerstand, en als een kind hardnekkig blijft volharden in zijn of haar imitatie van bijvoorbeeld Justin Timberlake of Mariah Carey kan dit een probleem worden voor het vervolg van de vooropleiding. Maar meestal lukt het wel een kind zijn eigen stem te doen vinden.”
Naar aanleiding van de forumvraag in het Bulletin van maart 2007 ontvingen we van Maja Schermerhorn een fragment uit het boek ‘The Pilates Powerhouse’ van Mari Winsor. “Different disciplines require different methods of breathing. For instance, an opera singer breathes air below the diaphragm, puffing the stomach out. A musician, especially a woodwind or brass player, breathes into the stomach and proceeds to fill the entire chest cavity and then the throat with air. For Pilates exercise, you may have to retrain yourself to breathe in a new way. When most of us inhale, we expand the top of our chest. We may think that this is a deep breath, but it is truly shallow breathing. An extreme example of this is when an asthmatic has an attack. Breathing becomes very labored, and air is gasped into only the uppermostportion of the lungs in an action that more resembles swallowing than breathing. What we need to learn to do is breath into the back in the area that expands the small
Hoe gaat dat trouwens met jongens in de mutatie? “Voor jongens in de mutatie hebben we aparte klassen. Ze voelen zich daar wat veiliger, zo onder elkaar. Bovendien hebben ze meestal problemen met het overnemen van tonen van de piano als die in het - voor hen - hoge octaaf worden gespeeld. Het makkelijkst is het als de begeleiding in z’n geheel een octaaf lager wordt gespeeld, maar dat klinkt natuurlijk een beetje raar, zeker ook voor de andere kinderen. Deze aparte jongens-zangklassen worden overigens gecombineerd met aparte jongens-dansklassen, waar de jongens onder andere leren hoe ze meisjes moeten optillen (‘liften’).” Vind je het wel eens moeilijk om kinderen en jongeren les te geven? “In het algemeen zijn de kinderen ongelooflijk gemotiveerd. Dat scheelt een stuk. Doordat je groepen jaren bij je houdt leer je zo’n groep goed kennen, en andersom. Dan wordt het eigenlijk steeds leuker. Als de kinderen in de pubertijd komen wordt het soms juist weer lastiger. Andere interesses zoals uitgaan en bijbaantjes worden dan ook belangrijk, waardoor de sfeer verandert in een groep. Twee keer per jaar krijgen ze een rapport waarin alle aspecten staan beoordeeld. Dit geeft de leiding een handvat om met de betreffende jongere en zijn ouders te gaan praten. Meestal is dit voldoende. Ze beseffen goed dat het niet vanzelfsprekend is dat ze op de vooropleiding zitten, dat daar wat tegenover moet staan qua houding en discipline!”
ribs. In others words, rather than having our breath expand the front of our chest outward or puff our stomach out, we need to concentrate on filling the bottom-most portion of our lungs. We should get the sensation that we are breathing into the small of the back. This form of deep breathing allows us to bend and move without restricting the amount of oxygen that we are taking in. The oxygen intake allows nourishment to travel to the muscles being worked. As we fully exhale, all of the unused gasses and nonbeneficial chemicals stored within the body have a route of escape. When these elements are expelled, we become more clear-headed, our stamina increases, we release the lactic acids within the musculature that make us feel sore, and most important, we become more relaxed.”
REDACTIELID GEZOCHT De redactie van het Bulletin is op zoek naar een nieuw redactielid. Vind je het leuk om - je betrokkenheid bij het vak te tonen en te vergroten; - actief bezig te zijn met wat er speelt op ons vakgebied; - hierover samen met de andere redactieleden te brainstormen; - er vervolgens stukjes over te schrijven, neem dan contact met ons op:
[email protected] . De redactie komt 3x per jaar bijeen. Aangezien een groot deel van het redactiewerk via de mail gaat, is het een voorwaarde dat het nieuwe redactielid over ‘computervaardigheid’ beschikt.
Voor meer info over de Hogeschool Dansacademie Lucia Marthas zie www.luciamarthas.nl
9
mega-zangersfestival europa cantat
VOOR ÉÉN KEER DICHTBIJ HUIS
kunt kiezen hoe je wilt overnachten. Maar dat zal allemaal op de website komen te staan. Het beste kun je je opgeven voor de digitale nieuwsbrief, dan word je op de hoogte gehouden.”
ingezonden door Claar Urbanus Wie van zingen houdt kan nu al tien dagen vrijhouden voor een internationaal vocaal evenement van allure. Want van 17 t/m 26 juli 2009 zal in Utrecht het zangersfestival EUROPA CANTAT plaatsvinden. Nog nooit van gehoord? Wees maar voorzichtig, want als dit fenomeen eenmaal in je leven komt, raak je eraan verslingerd.
Hoezo? Wat is er dan zo speciaal aan? Harold Lenselink, artistiek leider van de Nederlandse editie van dit festival, vertelt erover. “Dit festival bestaat al sinds 1961. In dat jaar werd de Federatie voor Jonge Koren en Zangers ‘Europa Cantat’ opgericht. Deze naam betekent ‘Europa Zingt’. De idealistische oprichters wilden het onderlinge begrip bevorderen tussen met name jonge mensen, uit heel Europa. Het middel was zingen. Samen zingen, kennis maken met muziek uit elkaars land, van elkaar leren en plezier hebben, dat was Europa Cantat en dat is het nog steeds. Elke drie jaar is er een supergroot festival en verder organiseert de federatie allerlei ‘singing weeks’ en kleinere festivals in heel Europa. Het bijzondere aan het festival is de omvang en de internationale setting. Tien dagen lang komen 3500 mensen samen om samen te zingen, naar elkaar te luisteren en te leren van elkaar. Daar zijn al heel wat internationale uitwisselingen door ontstaan! Nederlandse zangers hebben geluk: volgend jaar is dit evenement ‘om de hoek’. Het enige wat je hoeft te doen is je vakantie even uitstellen. En je als deelnemer inschrijven natuurlijk.” Workshops “De belangrijkste pijler van het festival wordt gevormd door de workshops. Elke ochtend zijn de deelnemers daar aan het werk onder leiding van gerenommeerde dirigenten van
tijdstippen in de middag zijn er tegelijkertijd op zes locaties concerten in de stad en zullen er ook concerten in de regio zijn. Die zijn toegankelijk voor de festivaldeelnemers en het publiek. Na het diner gaat iedereen naar de speciale Festival-hal in de Jaarbeurs voor het ‘open singing’. Dan zingen we met ons vijfendertighonderden a cappella liederen uit vele landen. Daarna organiseren we elke avond een groot concert in de Jaarbeurs. Aan het eind van de avond zijn er late-night concerten met een speciale programmering, o.a. rond spiritualiteit. Overigens start het festival met een openluchtspektakel in het centrum van Utrecht.”
over de hele wereld. Je kunt kiezen uit ca. 25 meerdaagse workshops die allemaal heel verschillend zijn. Van oratoria tot latijns-amerikaanse koormuziek, van meerkorige muziek uit Italië van Gabrieli tot vocal jazz, het hele spectrum van koorzang kun je er vinden. En natuurlijk kunnen er beginners, gevorderden en vergevorderden terecht. Deze workshops worden afgesloten met een concert. ‘The 17’ wordt het festival-topkoor waarvoor zangers uit heel Europa zullen worden geselecteerd via audities. Voor degenen die niet een hele week kunnen vastleggen of voor wie allerlei genres wil proeven, komen er ook eendaagse workshops. Dan ben je ook de middag aan het werk. In deze workshops zullen we meer buiten de gebaande paden lopen: mogelijk hebben die onderwerpen als raga’s zingen uit Noord India, beatboxing, koorimprovisatie, urban music of vocale techniek in verschillende muziekstijlen, om maar een paar voorbeelden te noemen.”
Dirigenten “Je moet dit festival zien als één grote inspiratiebron voor iedereen die met zingen bezig is. Ook dirigenten krijgen de mogelijkheid om mee te doen. Er komt een speciaal dirigentenprogramma dat ’s ochtends plaatsvindt, met lezingen, ‘reading sessions’ en bezoek aan diverse workshops, met nabespreking. Een unieke kans om met collega’s uit binnenen buitenland over het vak te praten en van elkaar te leren. Er komt een muziekmarkt
Naast de workshops En is er ’s middags ook wat te doen? “Jazeker. Alle koren die meedoen krijgen dan de gelegenheid om op te treden. Op twee
Open singing tijdens het meest recente EUROPA CANTAT-festival in Mainz, zomer 2006. Foto: Wolfgang Semmelweiss
10
Jong van geest Nog één vraag: is het festival alleen voor jonge mensen? “Jonge mensen vormen wel onze focus. Er komen verschillende workshops voor kinderen en jongeren, o.a. met opera, showchoir en met theatermuziek. Maar ook 30-plussers zijn van harte welkom, als ze maar jong van geest zijn!” Meer informatie: www.ecu2009.nl Via deze site kun je je opgeven voor de digitale nieuwsbrief. Wil je het festival helpen op vrijwillige basis? Graag! Stuur dan een e-mail aan
[email protected] , liefst met je cv en met vermelding van wat je graag zou willen doen.
met stands van muziekuitgeverijen en andere organisaties die actief zijn in de vocale wereld.” Hulp nodig Een heel programma! Dat kost de nodige organisatie. Hoe gaan jullie dat doen? “Het centrale festivalteam bestaat uit zes personen. Inmiddels hebben we al een aantal vrijwilligers die ons bijstaan. In de loop van de komende tijd zullen we steeds meer gaan uitdijen. We hebben allerlei hulp nodig, van vertalers tot regeltypes, van mensen die productionele klussen willen doen tot gastheren en –vrouwen. En tijdens het festival hebben we gastgezinnen nodig die één of twee deelnemers gedurende tien dagen een bed en een dagelijks ontbijt kunnen geven. Daar staat overigens wel een vergoeding tegenover.”
tip van Maja Schermerhorn “Verschillende keren heb ik in mijn omgeving meegemaakt dat mensen tijdens een operatie door het inbrengen van een buisje in de luchtpijp schade opliepen aan hun stemplooien/banden. Begin vorig jaar moest ik tweemaal onder volledige narcose geopereerd worden. Tijdens het intakegesprek heb ik met klem gevraagd voorzichtig te zijn met intuberen aangezien ik zangeres en zangpedagoge ben, bijvoorbeeld met een dun tubetje en met veel glijmiddel. Een en ander was goed doorgekomen. Toen ik met alle toeters en bellen klaar lag op de operatietafel kwam de narcotiseur binnen. Hij vroeg mij of ik inderdaad zangeres was. Toen ik dat bevestigde, vroeg hij of ik niet even wat kon zingen. Daar stond mijn (operatie)pet niet direct naar, ik moest even omschakelen maar zong toen de eerste regel van een aria uit ‘La Bohème’. Prachtig vonden ze het. Later bleek dat ze bij mij helemaal niet geïntubeerd hadden, maar een zogenaamd larynxkapje hadden toegepast, zonder stemproblemen achteraf gelukkig. De tweede keer was deze gebeurtenis kennelijk ook door de dienstdoende narcotiseur doorgedrongen. Die bracht Schubert ter sprake, ook met het verzoek even wat te zingen. Weer zong ik in die ongewone situatie, dit keer het begin van ‘Die Forelle’. Aan iedere collega-zanger(es) daarom de tip: mocht je ooit onder narcose gebracht moeten worden, vertel van je beroep en vraag van te voren om een larynxkapje in plaats van een intubatie.”
Inschrijven Hoe moet je je inschrijven? ”In mei is het definitieve programma bekend en dan kun je beslissen aan welke workshop je wilt meedoen. Je wordt festivaldeelnemer door je in te schrijven voor een (of meer) workshop. Dat kun je doen als individu, maar misschien is het leuker om met je hele koor of ensemble mee te doen. Dan kun je namelijk ook met je koor een concert geven. Of je komt met een flink deel van je koor. Je hoeft niet met je hele koor aan dezelfde workshop mee te doen. Als festivaldeelnemer heb je toegang tot alle festivalactiviteiten en –faciliteiten zoals concerten en maaltijden. Je
In het boek De zangkunst en hare sterren van Anton Averkamp vond ik de tekst van een briefje dat de tenor Raymond von Zur Mühlen, geb. 1854, bij zijn begeleider Coenraad Bos, een Nederlander, liet bezorgen. Coenraad Bos vond het bij zijn ontbijt: “Geehrter Herr Bos, Gestern haben Sie so vorzüglich begleitet als nie zuvor. Ich habe gar nicht gespürt dass Sie da waren”. MWE
11
Werkdag van 29 maart 2008 De werkdag die volgt op de Algemene Ledenvergadering van 29 maart a.s. heeft als thema ‘Zet de lesdeur open’. Deze keer willen we een kijkje nemen in de keuken van vier docenten die er bewust voor kiezen om af en toe samen met een collega les te geven. Dat is een interessant gegeven omdat het doceren van zang van oudsher een één op één situatie is geweest. Wat beweegt onze collega’s dan om toch met zekere regelmaat samen les te geven? Wat kan de meerwaarde zijn voor de docent of voor de student? Wat kunnen de drempels zijn die we tegen komen? Deze samenwerking moet natuurlijk niet verward worden met de vraag naar groepslessen in het kader van bezuinigingen waarmee we de laatste jaren in het vakonderwijs constant geconfronteerd worden! Joep Knapen zal als didacticus deze dag inleiden en ondersteunen. De workshops worden gegeven door Gerda en Jan van Zelm wat betreft de klassieke zang en door Lydia van Dam en Gé Titulaer voor het lichte muziek onderdeel. In de laatste workshop zal met name gewerkt worden aan cross-over stukken. Van verschillende collega’s hebben we al enthousiaste reacties gehad over de mogelijkheid om te leren van elkaar en ook om eventueel iets te kunnen leren van de andere discipline (klassiek of licht). Programma We beginnen om 10.00 uur met de Algemene Ledenvergadering (komt allen!). Na een korte koffie- en theepauze gaan we om 11.00 uur verder met het workshopgedeelte dat tot ongeveer 17.00 uur duurt. Natuurlijk is er ook een lunchpauze. Deze werkdag wordt georganiseerd in de muziekzaal van ‘Parnassos’, Kruisstraat 201 te Utrecht. Tegenover Parnassos is in de Kruisstraat een parkeergarage. Bereikbaarheid ov Bereikbaarheid met openbaar vervoer, in alle gevallen vanaf Utrecht cs: • bus 11 richting Uithof/Umc WKZ vertrek: 9.50; uitstappen halte Schouwburg: 9.52 • bus 4 richting Burg.Fockema Andrealaan vertrek: 9.50; uitstappen halte Schouwburg: 9.55 • bus 8 richting Overvecht vertrek: 9.41; uitstappen halte Schouwburg: 9.46 • streekbus 50 richting Wageningen vertrek Utrecht cs:9.33; aankomst halte Schouwburg 9.47 • streekbus 47 richting Driebergen/Rijsenburg vertrek Utrecht cs; 9.43 aankomst halte Schouwb: 9.47 Vanaf de Schouwburg is het nog 2 minuten lopen.
Jan van Zelm Jan van Zelm (1959) is hoofdvakdocent klassieke zang aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en professioneel ensemblezanger in het Groot Omroepkoor, onderdeel van het Muziekcentrum van de Omroep. Bij de laatste organisatie is hij tevens coördinator van het stagekoor bestaande uit zangstudenten van verschillende Nederlandse conservatoria. Hiermee staat Van Zelm met beide benen midden in de professionele zang- en koorcultuur in Nederland. Na zijn studie piano die hij afsloot in 1983 studeerde Van Zelm compositie en zang (bij Kevin Smith aan het Sweelinck Conservatorium). Als solo- en ensemblezanger heeft hij meegewerkt aan tal van concerten waarin muziek werd uitgevoerd uit alle stijlperioden, vanaf renaissance tot hedendaags. Als zangpedagoog ligt zijn bijzondere interesse in het verbinden van zangtechniek met dramatiek. Dit past hij toe in ensceneringen van vocale muziek die hij met zijn studenten uitvoert. Ook in zijn manier van lesgeven staat dit centraal. Van Zelm verzorgt regelmatig gastlessen en workshops voor koren en individuele zangers in verschillende delen van het land.
Gé Titulaer De professionele carrière van zanger, componist en multi-instrumentalist Gé Titulaer begon in de zeventiger jaren bij popgroep “PAT COOL”. De groep verzorgde optredens door het hele land en was op vele festivals een graag geziene gast. Na een tijdje ontstond bij Gé de behoefte om als zangsolist zijn weg te zoeken. Hij wist een uitgever te winnen voor zijn songs en in 1980 verscheen zijn eerste solo-elpee genaamd ‘WHAT’s NEW” . Deze werd meteen onderscheiden met een Edison. Hij won samen met Greetje
12
Kauffeld het Nordring Festival te Helsinki en als gevolg hiervan werd hij uitgenodigd voor concerten, tv-shows en radioprogramma’s. Zijn meest recente concertreis bracht hem naar New York (2004) en samen met het Orkest van de Koninklijke Landmacht verbleef hij in juni 2005 in Canada waar hij optredens verzorgde in Hamilton, Toronto, Montreal en Fredericton.
Gerda van Zelm Studeerde in Alkmaar aan de toenmalige Muziek Pedagogische Academie, en behaalde haar UM diploma aan het Utrechts Conservatorium bij de bariton Henk Smit. Daarna zette zij haar studie voor bij Herman Woltman. Zij is jaren werkzaam geweest bij het Groot Omroepkoor. Hier was zij ook regelmatig solistisch te horen. Gerda van Zelm was tevens lid van het vocaal ensemble ‘Femmes Vocales’. Tot haar solistisch repertoire behoren onder meer de Mattheus Passion en de Johannes Passion, het Weihnachtsoratorium en cantates van J.S. Bach, het Requiem van Duruflé, Requiem en Krönungsmis van Mozart, Messe Solennelle van Rossini, de Altrhapsodie van Brahms en Ständchen van Schubert. Operarollen zong zij in ‘Dido and Aeneas’ (Sorceress) en ‘Die Zauberflöte’ (Dritte Dame). Gerda was werkzaam als docente zang aan de muziekschool te Opmeer en aan de Muziek Pedagogische Academie te Alkmaar. Zij doceerde daar tevens het vak methodiek. In oktober 1990 werd zij aangesteld als docente hoofdvak zang/methodiek/historische ontwikkeling en ensemblezang aan het conservatorium te Arnhem. Sinds 1992 doceert Gerda van Zelm dezelfde vakken aan het Koninklijk Conservatorium. Vanaf 1995 werkt zij nog uitsluitend aan dit conservatorium, waar zij ook coördinator van de zangafdeling is.
In memoriam
Lydia van Dam
Sophia van Sante 1925-2007
Lydia van Dam voltooide haar opleiding aan het Conservatorium van Hilversum, waar zij studeerde bij Marjorie Barnes, Deborah Brown, Greetje Kauffeld en Gé Titulaer. Al tijdens haar studie trad zij op met orkesten van naam, waaronder de WDR Big Band, de Skymasters en het Metropole Orkest. In 1995 kwam haar debuutalbum uit, getiteld ‘Evidence’. In 1997 kwam haar tweede album uit waarmee zij lovende kritieken oogstte. Vanaf 1999 was de Lydia van Dam Group in de theaters te zien en te horen met het programma ‘Both sides Now-Lydia van Dam sings Joni Mitchell’. In het seizoen 2001/2002 maakte Lydia van Dam veel indruk als één van de vocalisten van de muziektheater-productie Lennon&McCartney. Seizoen 2007/2008 treedt zij op in de theatertour ‘Troost’.
door Thea van der Putten, opera- en concertzangeres, koordirigente In december 2007 hebben we afscheid moeten nemen van ‘onze’ Sophia, die voor velen jarenlang een zowel strenge als liefdevolle lerares was. Met bewondering denk ik terug aan haar bevlogen manier van zingen en lesgeven. Vanaf 1969 heb ik bij Sophia, die toen nog volop in de opera- en concertzalen stond, het vak van zangeres geleerd. Zij heeft mij de liefde voor de opera bijgebracht door me wekelijks mee te nemen naar het Circustheater in Scheveningen, waar de toenmalige Nederlandse Operastichting repeteerde.
Joep Knapen Joep Knapen studeerde af als onderwijskundige aan de Radboud Universiteit Nijmegen (pedagogische en andragogische wetenschappen). Hij genoot zijn muzikale basisopleiding volgens de Wardmethodiek en werkte vele jaren als groepsleerkracht en als vakleerkracht muziek binnen het (speciaal en gewoon) basisonderwijs en (lager en hoger) beroepsonderwijs. Gedurende tientallen jaren is hij als docent algemene (muziek)pedagogiek verbonden aan het Utrechts conservatorium, aanvankelijk binnen de opleiding Bachelor of Education in Music en sinds 2001 ook binnen de Bachelor of Music-opleiding. Naast zijn werk binnen het Utrechts conservatorium is Joep Knapen werkzaam als senior trainer-adviseur binnen Interstudie-NDO, adviesbureau voor onderwijsmanagement en -ontwikkeling te Arnhem. In zijn vrije tijd leidde hij diverse koren en vanaf 2002 houdt hij zich enthousiast bezig met de organisatie van vocale projecten.
Zij zong niet alleen rollen als Maddalena in Rigoletto, maar ook de vrouw in Schönbergs
13
Erwartung - haar moeilijkste rol, die nog doorspookte in haar dromen. Als je Sophia op het podium aan het werk zag, dacht je niet meer aan die ‘lady van de leskamer’. Nee, op het toneel was ze de verleidelijke vrouw, die mannen imponeerde. Het was altijd een feest van haar les te krijgen. Zij wist als geen ander wat de eisen van de concertpraktijk zijn en speelde daar in haar lessen voortdurend op in, zowel met artistieke als zakelijke adviezen. Een van haar grote kwaliteiten was de dictie en ze doordrong al haar leerlingen van het belang van verstaanbaarheid: ‘Waarvoor staat er anders tekst bij?’ Ook toen ik allang zelf grote rollen in de operahuizen zong, kwamen we regelmatig bij elkaar om de puntjes op de i te zetten en onze ideeën over de personages in de libretti met elkaar te bespreken, altijd met kat Pimmetje als toehoorder. Sophia was een vrouw met een uitgesproken mening, die ze vaak ongevraagd ventileerde, maar ook met een oor voor andermans opvattingen en respect voor artisticiteit. Ik denk met warmte aan haar terug.
14
Dit formulier uitprinten, invullen en opsturen naar de ledenadministratie NVZ.
__________________________________
Overige relevante opleidingen__________________________________________
lichte muziek klassieke muziek Gespecialiseerd in:
Afstudeerdatum____________________Onderwijsbevoegdheid: ja nee
s.v.p. omcirkelen Afstudeerniveau
A B DM UM 1e fase 2e fase Bachelor Master
NB
_________________________
Handtekening Datum
15
Opleidingsinstituut:___________________________________________________
Heeft u een bericht waarvan u denkt dat dit in deze rubriek dient te worden opgenomen, laat het de redactie dan weten:
[email protected].
e.mail_____________________________________________________________
Oproep
Dartington International Summer School wordt voor de zestigste keer gehouden in Devon, Zuid-Engeland, van 26 juli tot 30 augustus (de locatie is prachtig!). Info: Men kan ook als vrijwilliger werken tijdens die schoolweken (kost en inwoning gratis, zonder deelname aan de cursussen. Minimum leeftijd 18 jaar, een zeer goede kennis van het Engels wordt verlangd en men moet zich minstens voor twee weken verbinden. www.dartington.org/summer-school,
tel/mob/fax_________________________________________________________
Van 6-9 augustus vindt in Tampere (Finland) de ‘6th International Conference onVoice Physiology and Biomechanics’ plaats met als onderwerpen: Acoustics, Aerodynamics, Anatomy, Bio-acoustics, Biomechanics, Modeling, Molecular & Cellular Biology, Neurophysiology, Physics, Physiology www.uta.fi/conference/ICVPB200
postcode/plaats_____________________________________________________
Internationaal Internationaal Operaconcours Polen van 2028 april (zie ook berichtje in vorige Bulletin).
[email protected], www.opera-slaska. pl/didur
adres_____________________________________________________________
En verder Elly Ameling is dit jaar 75 jaar geworden. In de Liedvriend wordt een dvd, waarop men haar aan het werk kan zien met zangeressen uit verschillende landen, ook Nederlandse, warm aanbevolen. Ook is ze daarop te horen in een aantal opnames met onder andere Rudolf Jansen en het Koninklijk Concertgebouworkest. With Elly Ameling in Masterclass – to the heart of art song
geboortedatum______________________________________________________
Amersfoort] Op 22 maart vindt in Amersfoort een eendaags congres plaats over de adem- en ontspanningstherapie van Van Dixhoorn (AOT). www.congresaot.com
titel_______________________________________________________________
www.klassiekweb.nl Nieuw: een internet-impresariaat waar koren, orkesten, componisten en dirigenten kunnen zoeken naar beschikbare solisten, instrumentalisten, of complete koren en begeleidingsorkesten. (overgenomen uit het ZINGmagazine van jan/feb. 2008)
Ik kom graag in aanmerking voor een korting van � 5,- op mijn bijdrage en machtig hierbij tot wederopzegging de NVZ tot automatische incasso van de contributie van bank/gironummer:..............................................................
Voor de 43e Kurt Thomas Cursus kan men zich al inschrijven. Deze wordt gehouden van 3-12 juli in Utrecht. www.amateurmuziek.nl of 030 – 233 56 00 (Kunstfactor Muziek)
Voornaam__________________________________________________________
Cursus: Nasaleermethode van Pahn. Op woensdag 9 mei, vrijdag 16 mei en woensdag 4 juni. (De techniek dient eerst in de spreekstem te worden toegepast, voordat de zangstem getraind kan worden.)
Sites www.vocalisten.nl Op deze site zijn meer dan 150 docenten lichte muziek te vinden. De site biedt ook informatie over andere zaken betreffende zang.
Naam_________________________________________________________m/v
Lezing/masterclass door Cathrine Sadolin op zaterdag 15 maart en zondag 16 maart in het Conservatorium Utrecht. www.completevocaltechnique.nl
Op 24 mei organiseert de Vereniging Vrienden van het Lied (VVHL) de jaarlijkse audities voor toekomstige solisten. De audities worden gehouden in het Utrechts Conservatorium, Mariaplaats 28. Organisatie/opgeven: Eugenie Ditewig.
[email protected]
Hierbij geef ik mij op als werkend lid O gediplomeerd zangdocent € 40,5,- per jaar studentenlid O volgt opleiding tot zangdocent, € 20,5,- per jaar begunstiger vriend O steunt geen zangdocent, € 40,per � jaar NVZ met ten minste 45,- per jaar begunstiger O steunt NVZ met ten minste € 40,- per jaar
Utrecht Cursus ‘de ZangStem’ op 17 middagen in de periode februari-april (Universiteit der Letteren). De vaste docenten zijn Gerrit Bloothooft en Peter Pabon en verder dus een aantal gastdocenten: Professor de Jonckere (UMC), Marieke Snijders en Lieve Geuens. Deze cursus wordt aanbevolen door de NVZ! www.let.uu.nl/~Peter.Pabon/personal/Onderwijs/Zangstem/index.html
Cursus: Therapie bij stemstoornissen, bedoeld voor logopedisten en zangdocenten. Donderdag 22 en vrijdag 23 mei. Info: zie hierboven.
Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur, afmeldingen uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie vóór 1 december. Ledenadministratie: NVZ/ Greet Woltjes, Zwolseweg 241, 7315 GK Apeldoorn tel. 055.5336609 / e.mail:
[email protected] [email protected]
Den Haag Het Koninklijk Conservatorium organiseert masterclasses Bach obligato aria’s gedurende vier dagen. Docent voor zang is Peter Kooij. Data: woensdag 20 februari, 26 maart, 9 april en 16 april, tussen 10.00–17.00 uur. Toegang gratis, locatie nog niet bekend. Presentatie op donderdag 17 april, aanvang 17.00 uur. Toegang gratis, locatie nog niet bekend. www.kon.com.nl
IVAAP, Internationale Vereinigung für Atemrhytmische Angepasste Phonation, organiseert in Boldern (vlakbij Zürich - eveneens een schitterende locatie) dit jaar vele weeken weekendcursussen. De cursussen zijn voor iedereen die met de stem werkt of geinteresseerd is in stemvorming. www.aap-online.com, office@aap-online. com, tel: 0041–44–921 71 29
AANMELDINGSFORMULIER
Amsterdam ‘Luisteren naar toptalent – Toekomstmuziek’: zo is de titel van een folder die het Conservatorium van Amsterdam uitgeeft met daarin de Hoogtepunten van het seizoen 2007/2008. Enkele van deze hoogtepunten: J.S.Bach – Passion met solisten, koor en orkest van het CvA o.l.v. Jos Vermunt. Uitvoeringen in Roosendaal op 7 maart in St. Jan, aanvang 19.30 uur; in Buren op 8 maart in St. Lambertuskerk, aanvang 19.00 uur; in Amsterdam op 9 maart in de Oude Kerk, aanvang 15.00 uur. In juni wordt Don Giovanni van Mozart uitgevoerd door De Nieuwe Opera Academie i.s.m. met het Kon. Conservatorium in Den Haag. 020-527 75 50,
[email protected]
[email protected]
Post-hbo cursus logopedie. www.logopedie.cps.hu.nl, 030-258 52 14 of 252 51 02
Als werkend lid dient u een kopie bij te voegen van het document waaruit uw bevoegdheid blijkt.
berichten
welkom/wijzigingen Als nieuwe leden heten wij welkom Sandra van Loon Waardenburgstraat 91 5036 BN Tilburg 013 5710737
[email protected] Margriet Stok-de Ridder Brinkgreverweg 228 7415 CJ Deventer 0570 631058
[email protected] Marijke Burgs Rijtuigweg 291 4611 WT Bergen op Zoom 0164 253258 /06 25393272
[email protected] Adreswijzigingen en overige correcties NVZ leden Maja Schermerhorn Zonnestein 43 1181 LS Amstelveen 020 6401513/ 06 22402039
[email protected] Monique Boland Rijksweg 170 7011 ED Gaanderen 0315 345903 / 06 38252809
[email protected] Marianne A. Verkade Koenenstraat 104 1484 XH Amerongen 0343 453609
[email protected] Helen Botman Waalstraat 237 A 1823 EN Alkmaar / 072 5204350 06 27111395
[email protected] Matthias Ebner Riedmattstrasse 10 CH-8055 Zurich +4178/6351383 / +43664/9420898
[email protected]
Matthias Ebner Tijdelijk adres: Rottaweg 61 A-6713 Ludesch Zurich Tel:06-28962200 land nunmmer:+31
Helmi Naber Hooglandstraat 21 5046 CK Tilburg 013-5701494
[email protected] Anne Evers Conference 75, 6922 CD Duiven 0316-266258
[email protected]
colofon
lid Diane Hidding Vioolstraat 1 6922 KH Duiven
[email protected] ledenadministratie Greet Woltjes Zwolseweg 241 7315 GK Apeldoorn, 055 5336609
[email protected] ereleden Cora Canne Meijer Margreet Witsen Elias Ank Reinders Maria Rondèl Kay Jensma
Samenstelling van het bestuur: voorzitter vacant secretaris Irma ten Brinke Doetinchemseweg 233 7054 BG Westendorp, 0315 298091
[email protected] penningmeester Roland Hangelbroek Borgesiusstraat 43b 3038 TC Rotterdam, 010 4525474
[email protected] lid/eindredactie Cora Peeters Parkweg 52 3134 UP Vlaardingen, 010-4341507
[email protected] lid Lieve Geuens Willink van Collenstraat 64 3621 CN Breukelen, 0346 252957
[email protected]
samenstelling van de redactie: Cora Peeters, José Lieshout, Ineke van Doorn, Evert Jan Nagtegaal, Margreet Witsen Elias, Eugenie Ditewig.
[email protected] drukkerij Multicopy Apeldoorn vormgeving Bulletin Bi©e (Trix van Vugt), Utrecht
Contributie
Kopij voor het volgende Bulletin (eind oktober) moet uiterlijk 7 mei 2008 per email gestuurd zijn naar
[email protected]. Foto’s ter illustratie (min. 300 dpi) worden op prijs gesteld. Over plaatsing van een ingezonden bijdrage beslist de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen te corrigeren en/of te redigeren. De NVZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van in het Bulletin geplaatste artikelen.
De contributie van de Nederlandse Vereniging van Zangpedagogen bedraagt € 45,00 per jaar voor werkende leden en vrienden, en € 25,00 voor studenten. Aanmelding via de website www.zangpedagogen.nl of via de ledenadministratie. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur; afmeldingen vóór 1 december, uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie.
© 2007 auteursrechten voorbehouden, overname van artikelen slechts met toestemming van het bestuur van de NVZ.
16