Van de voorzitter Beste leden, Na een avontuurlijke, luie of drukke zomervakantie is het studiejaar alweer een tijdje onderweg en zijn de eerste tentamens ook al afgelegd. Ik hoop van harte dat jullie er allemaal zonder kleerscheuren vanaf zijn gekomen. Vooral voor alle eerstejaars is het lekker om goed te beginnen, met het bindend studieadvies in het achterhoofd houdend. Nu de dolle introductieweek erop zit en de eerste borrels en activiteiten succesvol zijn afgerond is het tijd voor de eerste Thabloid. Als voorzitter van de Thabloidcommissie was ik wel gewend teksten te schrijven, maar het valt toch niet mee zo’n voorwoord te schrijven. Ik ben zelf meer van het prikkelen van de discussie door mijn mening te geven, zonder enige vorm van nuance. En dat is nou net niet de bedoeling van dit verhaal. Daarnaast zorgt mijn dubbele positie ervoor dat ik voor elke Thabloid minstens drie teksten mag (lees moet) schrijven, wat op zich ook een uitdaging wordt. Maar genoeg over mijzelf. De echte vraag is natuurlijk: wat staat de leden van onze toffe vereniging dit jaar te wachten? Zoals ieder jaar hebben we de borrels in de Noordkantine en een paar borrels samen met docenten op de tweede verdieping. In de laatste categorie willen we als bestuur een subtiele verandering aanbrengen. Zoals ik het me zelf herinner in mijn eerste jaren als student vond ik het ongemakkelijk contact te zoeken met docenten op een docentenborrel, want waar moet je het in godsnaam over hebben? Om gesprekken en daarmee de integratie tussen student en docent te bevorderen willen wij gespreksonderwerpen introduceren. Deze moeten ervoor zorgen dat het gesprek op gang komt en de schroom er voor de rest van de borrel vanaf is. Naast de borrels zijn er de activiteiten die door de evc (evenementencommissie) worden georganiseerd. Deze zullen als vanouds gezellig zijn. De meeste worden door het jaar heen verzonnen door de evc, maar een aantal staan al vast. Onder meer het gala, het Open Thalia Feest, de paaslunch, de evc-verrassing en de ledeninvulling. Naast deze informele borrels en activiteiten zijn er ook workshops. Steeds meer sponsoren vinden het leuk om studenten iets bij te brengen en zij willen dit doen door interactief met de studenten zelf aan de slag te gaan. Ook zullen er weer een aantal lunchlezingen zijn dit jaar, met de welbekende lunch. Daarnaast introduceren we dit jaar de wat informelere workshops, namelijk workshops die gegeven worden door medestudenten. Wij hopen dit studiejaar er minimaal drie te plannen. Mocht jij ergens verstand van hebben en wil jij je kennis graag delen met je medestudenten, dan kun je je aanmelden bij de onderwijscommissie. Maar waar ik persoonlijk het meest naar uitkijk dit jaar is niet het Thaliaweekend, maar de ouderdag. De naam geeft het al een beetje weg, maar het is een dag waarbij de ouders terug in de collegebanken schuiven en de sfeer van het studentenleven kunnen proeven. Ik wens jullie allen een prettig studiejaar, met de nodige afleiding vanuit Thalia. Kusjes van jullie voorzitter,
Daniël van Loon 1
Rubrieken Van de voorzitter 1 3 Grootste baas van de mentoren
Top 11: Bazen in videogames 5 10 Baas over je eigen ruimte: op kamers
Hoe word ik een baas als Bill Gates? 12 14 Bestuursvraag
Terrasjesreview 17
Dankwoord Dit jaar ben je zo vriendelijk geweest om ons als fotograaf van dienst te zijn. Als bestuur van Thalia vonden wij het leuk om op de foto gezet te worden. Hoewel het voor de wereld beter is als sommige foto’s het daglicht nooit meer mogen aanschouwen, zijn we erg tevreden met de resultaten. Graag willen we je bedanken voor je inzet. Dus dat doen we ook! Bas Steeg, bedankt voor je inzet! Het 23e bestuur der Studievereniging Thalia
hoofdsponsor van Thalia:
Colofon
Redactie:
Thabloid 16e Jaargang, Nr 1 November 2013
Daniël van Loon Tom Evers Jeremy Timessen Asli Tokbay Martin Huyben Bas Steeg Rick Erkens
Postadres:
E-mailadres:
Thalia Postbus 9010 6500 GL Nijmegen
[email protected]
Website: www.thalia.nu/thabloid
2
Met dank aan: Bestuur Thalia FSR Print: Océ Nederland Lay-out: Alex Hlushenok Maja Vasic
Grootste baas van de mentoren Ja. Ik ben jaloers. Al die kindjes die weer een geweldige intro hebben gehad, al die mentoren die lekker mee mochten op weekend (uit die beschrijving laat ik het opblazen van hun lever, het consumeren van exorbitante hoeveelheden energy drink en het verplichte vroege opstaan iedere dag maar even weg), en al die awesome avonturen die ik als buitenstaander mooi heb mogen missen. Gelukkig, al is het een schrale troost, werk ik voor ons prachtige, populaire, alom gerespecteerde en niet te vergeten zéér goed vertegenwoordigde verenigingsblad: de Thabloid. Dat brengt wat voordelen met zich mee. Ik heb nu bijvoorbeeld het voorrecht om wat geweldige, genante en ronduit beschamende verhalen mooi op papier uit te werken. Ik hoop van harte dat de betreffende personen geen last krijgen met de zaken die ik nu beschrijf in hun verdere carrière. Mocht dat wel gebeuren, dan verontschuldig ik me hierbij alvast. Ook kan ik met genoegen melden dat ik diegenen al bij voorbaat flink hard aan het uitlachen ben. De stemming resulteerde helaas in gelijkspel tussen 11 van de mentoren: Asli, Stan, Armin, Pien, David, Thom, Dave, Patrick, Luuk, Bas en Jolein. Jammer, want we hebben helaas geen 11 prijzen. Eigenlijk is Phil de enige mentor die stemmen heeft gekregen. Er was wel één stem op de relatie tussen Phil en Armin, maar de jury heeft besloten deze niet mee te tellen. Ook de stem voor Keizer Kareltje, de rat van het gelijknamige Nijmeegse verkeersplein, werd niet meegenomen in de telling.
Guy V. verklaart: Ik wilde broek-uit-op-je-hoofd doen tijdens het intro-eindfeest. Ik was net bezig met m’n broek uit te doen, toen Phil zei: “Als je me nu vraagt om aan je onderbroek te likken, dan doe ik het.” Dronken als ik was (op zich maakte dat natuurlijk niet veel uit, ik had het nuchter ook gedaan) vroeg ik heel sexy aan Phil: “Phil, wil jij misschien aan mijn onderbroek likken?” Waarop Phil zich natuurlijk gewillig op zijn knieën zakte, en tot twee keer toe mijn onderbroek een voorkeursbehandeling gaf. Iedere man die waus genoeg is om zich sexueel aangetrokken te voelen tot mijn onderbroek, is een held die het verdient om verkozen te worden tot de grootste baas ooit, laat staan die van de mentoren van Thalia. Stem gaat naar: Armin Zwilling
3
Ivar D. biecht op: Het volgende geval is puur hypothetisch. Stel dat we met ons mentorgroepje op het Keijzer Karelplein lekker wat zaten te drinken. Dan zouden we, theoretisch gezien, een fles Passie bij ons gehad kunnen hebben die niemand lustte. Mocht er op zo’n moment een eend langskomen die in Passie gedrenkt brood een echte delicatesse vindt, dan zou die eend daardoor natuurlijk hilarisch dronken gaan waggelen, helemaal scheef gaan lopen en bijna vanaf de schuine kade het vijvertje in glijden. Dat zou natuurlijk nooit gebeuren, want daardoor zouden we behoorlijk in de problemen kunnen komen. Gelukkig heb ik er alle vertrouwen in dat Phil ons zulke acties op zo’n moment, als aanwezige superverantwoordelijke mentor, meteen verbiedt! In plaats van een dronken eend zouden we dan alleen nog maar kunnen lachen om onze eigen rotonde-rat “Kareltje”, een ware held die over water kan lopen. Stem gaat naar: Keizer Kareltje
Jeroen K. vertelt: Tijdens het weekend vond ik mijzelf ineens met Phil en enkele anderen in zeer benevelde staat in het pittoreske stadje Zevenaar. Op een gegeven moment ziet Phil een club. Hij kan alleen het eerste deel van de naam ervan lezen – Bio. Hij roept meteen verrukt iets uit als: “Wauw, BioShock, wat een geweldige naam voor een club!” Een paar stappen verder wordt hij helaas teleurgesteld, als hij de hele naam kan lezen. “Ah jammer. Wat een rare naam voor een club, eigenlijk. BioScoop. Wat is de scoop dan, iets nieuws ofzo?” Pas toen ik zelf een bordje zag met het opschrift ‘bioscoop’ en zei dat er ergens een bioscoop in de buurt was, besefte Phil zich dat hij behoorlijk faalde op dat moment. Stem gaat naar: David van Oorsouw
Het vermelde resultaat is natuurlijk humoristisch bedoelde onzin. Helaas hebben we te weinig stemmen binnen gekregen om een geldige baas te verklaren. Op één of twee introkinderen na kwamen ook nog eens alle stemmen uit het groepje van Phil, wat zou verklaren dat hij unaniem tot de grootste baas werd verkozen, met als uitzondering de stem op de relatie tussen hem en Armin.
Tom Evers 4
TOP 11 bazen in videogames We kennen allemaal het verschijnsel dat hij bij het einde van de meeste spellen ineens voor je staat: de baas. Sommige bazen zijn leuk en uitdagend en andere zijn weer zo vervelend dat je een hekel aan ze krijgt, omdat je ze maar niet kunt verslaan. Hier is een lijst van memorabele eindbazen.
Dark Link - Zelda Van het grote scala aan bazen in The Legend of Zelda is Dark Link één van de meest memorabele. De meeste mensen die Ocarina of Time in hun jeugd gespeeld hebben zullen zich waarschijnlijk de tenenkrommend frustrerende Water Temple herinneren. Om je nog minder hoop te geven het spel ooit uit te spelen, werd daar nog een lastige baas aan toegevoegd: Dark Link. Dit donkere spiegelbeeld van het hoofdpersonage maakt je het leven flink lastig door al je bewegingen te imiteren. Het enige wat je lieftallige hulpje Navi wist te zeggen was: “Conquer yourself”! Bedankt Navi, wat ben je toch altijd behulpzaam!
Pandemonium Warden - Final Fantasy XI Pandemonium is een tegenstander die elke keer dat hij wordt verslagen een nieuwe vorm aanneemt. Dit doet hij in totaal 10 keer en daarna verandert hij weer terug in de eerste vorm. Alsof dat niet al moeilijk genoeg is, gaat hij bij elke vorm ook nog andere vijanden oproepen die de speler ook moet verslaan. Om duidelijk te maken hoe moeilijk deze baas is, hielden 36 spelers samen een marathon om deze baas te verslaan. Na 18 uur was het nog niet gelukt en de spelers begonnen ziek te worden door zolang achter elkaar te spelen. Hierna werd Pandemonium makkelijker gemaakt zodat het met veel moeite wel mogelijk was om hem te verslaan.
5
The Four Kings - Dark Souls Wat belangrijk is om te weten over Dark Souls, is dat de game in het algemeen heel moeilijk is. Daarom was het behoorlijk lastig een baas hieruit te kiezen. The four kings zijn vijanden die je in dark souls moet verslaan als je het spel wilt uitspelen. Om bij de bazen te komen moet de speler door een plek die vol zit met geesten die je met normale wapens niet kunt raken tenzij je personage vervloekt is. Na vaak te zijn gestorven kom je eindelijk in de Abyss, een groot zwart gat waar je in moet springen. Moch je niet weten dat je hiervoor een bepaalde ring moet dragen, dan ga je dood. Wanneer je beneden bent, ben je in een grote ruimte waar alles zwart is. Er is geen plafond, er is geen vloer en er zijn geen muren. Om de zoveel tijd zal er een ‘king’ verschijnen. Als de speler de eerste king niet heeft verslagen voordat de tweede verschijnt, moet de speler tegen twee kings tegelijkertijd vechten. Dit aantal kan oplopen tot vier, wat het gevecht haast onmogelijk maakt. Mocht de speler op het idee komen om een andere speler op te roepen voor hulp, dan komt hij er snel achter dat hij in dit gebied heel snel binnen wordt gevallen door vijandelijke spelers, wat het nog erger maakt. De enige reden waarom four kings moeilijker is dan Ornstein en Smough, is omdat je onderweg naar de four kings veel vaker dood gaat vanwege binnenvallende spelers die je proberen af te maken.
Hitler - Wolvenstein 3D Wolvenstein 3D was een van de eerste first person shooter games. De speler speelt als B.J. Blazkowicz en moet het opnemen tegen nazi’s, honden, zombies en uiteindelijk tegen Adolf Hitler zelf die in een ijzeren pak de speler aanvalt met machinegeweren. Ondanks zijn zware outfit en wapens is hij nog steeds ongelofelijk snel en heel moeilijk te verslaan.
6
Mike Tyson - Punchout Je bent een grote eindbaas als zelfs een game naar je vernoemd wordt. ‘Punchout!!’, of in Amerika bekend als ‘Mike Tyson’s Punchout!!’, was in 1987 een regelrechte knaller. Alleen zal de eindbaas Mike Tyson niet vaak verslagen zijn. Om hem te kunnen verslaan moest je over een ongelooflijke reactiesnelheid beschikken. De enige echte Mike Tyson zelf heeft de eindbaas nooit bereikt. Hij speelde het spel voor het eerst in 2013(!), 26 jaar na de release. Hoe hard Mike ook zal oefenen, waarschijnlijk zal hij zichzelf nooit meer op de NES zien schitteren. Vanwege licenties mocht Nintendo zijn naam niet meer gebruiken. Hij is vervangen door Mr. Dream, die overigens precies hetzelfde is als Tyson op zijn huidskleur na.
Bowser - Mario Een klassieker als Bowser mag in deze lijst niet ontbreken. De koning van de koopa’s heeft de neiging om in elk Mario-spel de onschuldige Princess Peach te ontvoeren en mee te nemen naar zijn kasteel. Hij verscheen al als antagonist in 1985 in Super Mario Bros, waar hij in elk kasteel van het spel te vinden was. Zijn karakterdesign was oorspronkelijk gebaseerd op een os, maar hij heeft tegenwoordig meer weg van een schildpad. Toen Miyamoto de naam van zijn nieuwe creatie wilde kiezen, besloot hij te kiezen voor de benaming van een Koreaanse soep. Je moet het maar verzinnen.
Diablo - Diablo lll Diablo heeft drie delen en twee uitbreidingssets. Het doel van het spel is de wereld redden en uiteindelijk The Prime Evil, Diablo, te verslaan. In de eerste playthrough is Diablo niet moeilijk te verslaan. Daarna komt Nightmare, Hell en als laatste Inferno. Elke keer krijgt hij meer hp, wordt sterker en krijgt sterkere aanvallen. De reden waarom Diablo in deze lijst staat, is omdat hij naast een moeilijke tegenstander ook een leuke eindbaas is om tegen te vechten. Het gevecht heeft drie verschillende fases met toenemende moeilijkheidsgraad. 7
Dr Wily - Megaman Dr. Wily is de aartsvijand van Megaman sinds zijn eerste game. Deze reïncarnatie van Albert Einstein is het schoolvoorbeeld van de gekke wetenschapper. De verzinner van deze baas, de Japanse Inafune, bedacht de meeste karakters en designs in de oorspronkelijke Megaman series. Terugkijkend op zijn vroegere ontwerpen zei hij dat hij dat het ontwerp van Dr. Wily tegenwoordig waardeloos zou zijn, net zo waardeloos als het ontwerp van de verschillende covers van de meeste Megaman-games (die echt bedroevend zijn).
Paus Rodrigo Borgia - Assassin’s Creed Over heilige huisjes omverschoppen gesproken: wie zegt dat je de paus niet mag slaan? In Assassin’s Creed II mag je in de huid stappen van Ezio, die aan het eind van het spel besluit om paus Rodrigo Borgia eens hardhandig aan te pakken. In een fist-fight van een paar minuten krijg je de kans om de paus een paar rake klappen te verkopen. En dat allemaal om een appel en een babbeltje met de goden. In het vervolg op Assassin’s Creed II blijkt trouwens dat de paus het onderonsje heeft overleefd en is weggelopen, om vervolgens vermoord te worden door zijn eigen zoon. Wat een familie.
8
Nihilanth - Half-Life De eindbaas van de originele Half-Life valt onder het rijtje niet geschikt voor kinderen. Hoewel er rare wezens rondlopen in het Half-Life universum, spant de Nihilanth de kroon. Hij ziet er uit als een uit de kluiten gewassen foetus met een extra groot hoofd en zonder benen. Wat dachten de mensen van Valve toen ze dit wezen verzonnen? Terwijl je hem bestookt met al je ammunitie zweeft deze creatie vrolijk rond terwijl hij je naam scandeert. “Freeeeeeman”. Gegarandeerd nachtmerries.
Slenderman - Slender: The Eight Pages Iedereen die Slender heeft gespeeld kent Slender Man. De bedoeling van het spel is dat de speler acht pagina’s verzamelt in het donker. De speler heeft een zaklamp waarvan de batterij op raakt als het te lang duurt om de acht pagina’s te vinden. Slender man verschijnt op een gegeven moment en begint de speler te stalken. De reden waarom Slenderman zo eng is komt door zijn onmenselijke lengte, lange tentakels die hij voor armen heeft en het feit dat hij geen gezicht heeft. Slender is ook een afschuwelijke baas omdat hij eigenlijk geen eindbaas is maar een onverslaanbare vijand. Als het de speler lukt om 8 pagina’s te verzamelen zonder dat de slenderman hem pakt, houdt de muziek op en na een paar seconden verschijnt hij alsnog om hem te pakken.
9
Asli Tokbay Bas Steeg
Baas over je eigen ruimte - op kamers Zo laat moet je thuis zijn na een feestje. Zo laat gaan we eten. Ruim je kamer op. Laat geen spullen slingeren. Ieder die nog thuis woont kent zulke uitspraken. Logisch natuurlijk, want je leeft er niet alleen. Maar toch o zo storend voor de zelfstandige student. Gelukkig brengt het studentenleven hier een oplossing voor: je kunt op kamers! Je eigen tijden beslissen, je eigen ruimte inrichten, je eigen eten koken, gratis geld van de overheid krijgen. Op kamers gaan klinkt als het beste wat je kan gebeuren. Hier is een verhaal over welke dingen voor mij anders waren dan verwacht.
Zelf Koken “Koken is leuk! Ik kan zelf kiezen wat ik eet en ik ga elke dag lekkere dingen maken!” Dit was echt wat ik ongeveer dacht. Ik heb binnen een week een hekel aan koken gekregen. De twee grootste redenen? Ten eerste kook je maar voor een persoon. En voor maar een persoon koken is vele malen moeilijker dan voor een heel gezin koken, omdat er niks te koop is voor maar een persoon (of het is peperduur). Omdat je het nooit op krijgt kun je de volgende dag kiezen uit restjes (bleh) of het overgebleven eten in een hoekje van je kast laten staan totdat de schimmel het opeist. Ten tweede moet het elke dag. Natuurlijk kun je ook wel eens een dag een frietje of een pizza of gewoon brood eten, maar de volgende dag zit je weer met dezelfde keuze. Maar er is ook goed nieuws. Hoe langer je op kamers bent, hoe meer je eraan went, hoe minder je gerechten mislukken en hoe beter je wordt in kamergenoten over te halen ook wat voor jou te koken.
Dingen die je absoluut moet hebben Om op kamers te kunnen wonen zijn er veel meer dingen nodig dan ik dacht. Ik was er zelf wel op gekomen om meubels te kopen, maar er is een shitload aan andere dingen. Zoals bijvoorbeeld een noodvoorraad. Gegarandeerd dat er ooit een dag komt waarop ‘ineens’ al het eten op is, of waarvan het restje van gisteren er toch niet zo eetbaar meer uitziet. Een noodvoorraad is een levensbehoefte voor de beginnende uitwonende. Een van de mooiste spreuken die ik de laatste tijd gehoord heb, vergeleek een wc-ontstopper met een brandverzekering: “Bij elk van de voorwerpen weet je dat je ze nooit nodig zal hebben, maar komt ooit de dag dat je er toch een nodig hebt, en je hebt er geen, dan zit je in diepe shit!” Koop een wc-ontstopper als je er nog geen hebt. Hetzelfde geldt voor heel veel dingen, zoals bakjes, schoonmaakspullen, vuilniszakken, duct tape. Je snapt het idee.
Waar woon ik? “Ik woon in Nijmegen, behalve als ik thuis ben.” Bij het lezen van deze kromme zin zou elke neerlandicus een steek in het hart voelen. Toch beschrijft dit mijn situatie best goed. Ik woon op twee plekken. Omdat ik naar Nijmegen ben verhuisd, stopt niet plots mijn leven in mijn oude woonplaats Heesch. Nog steeds heb ik daar mijn hobby’s, mijn werk en het merendeel van mijn vrienden. Toch groeit het deel van mijn leven in Nijmegen wel. Ook hier ken ik steeds meer mensen. Niet alleen identiteit is opgesplitst. Ik heb ook een boel spullen op twee plekken nodig. Kleding is altijd een probleem, net zoals mijn scheerapparaat of bakjes. Thuis verdwijnen er steeds meer bakjes. Ze gaan allemaal naar Nijmegen met restjes van het weekend. Het komt erop neer dat ik elke treinrit vergezeld wordt door een grote gevulde tas. Dit zullen veel studenten wel herkennen.
10
Geld Ik was er van overtuigd dat geld een groot probleem zou worden. “Het eerste wat ik moet doen als ik op kamers woon is een goede baan vinden, want anders kom ik niet rond.” Ook dit was compleet anders dan verwacht. Ik krijg veel meer studiefinanciering dan ik had verwacht, meer dan genoeg om mijn kamer en mijn eten van te betalen. Verder heb ik een buffer van vakantiewerk waarop ik makkelijk een paar maanden kan teren. Ik heb werk, maar ik verdien zo weinig dat het meer op een wat vreemde hobby lijkt. Ik beschouw mijzelf dan ook als werkloze. Dus daar heb je het. Zonder baan kun je prima op jezelf wonen zonder te hoeven lenen. Natuurlijk zal ik uiteindelijk een echte baan moeten gaan zoeken en natuurlijk kan ik nu niet al te extravagante dingen doen. Zodra ik een baan heb, kan ik mijn luxe niet op. Ik ga echt ooit een baan zoeken. Misschien morgen. Of de dag daarna.
Voordelen Ik vertel hierboven veel dingen die fout kunnen gaan en misschien ontmoedigt dat je van het idee om op jezelf te gaan wonen. Toch zou ik mijn kamer niet graag op willen geven. Op kamers wonen brengt vele kleine voordelen met zich mee die ik niet zou willen missen. Mijn kamer is een ongekende bende en dat vind ik fantastisch. Ik kan alles laten slingeren en er is niemand die er iets om geeft. Ik woon zowat vlak naast de universiteit, dus ik kan uitslapen. Je hebt geen idee hoeveel dit mij wel waard is. Ken je het probleem dat je een uur college hebt en twee uur moet reizen? Weg! Als ik honger heb kan ik in de pauze naar mijn flatje lopen om eten te halen. Feesten zijn zoveel makkelijker om naar toe te gaan. Omdat ik op twee plekken woon heb ik ook twee plekken waar ik kan slapen na een feest. Nog een reden waarom uitslapen zo fijn is. Er zijn nog een boel dingen die ik moet regelen en het leven op kamers is verre van perfect. Toch is het een enorme ervaring en het is het altijd waard om te proberen.
Martin Huyben 11
Hoe word ik een baas als Bill Gates? Iedere baas moet klein beginnen. Zelfs Bill Gates: hij is nu de op één na rijkste man op aarde en de baas van Microsoft, maar hoe is hij dat geworden? Een klein inzicht op de studentenjaren van de jonge Bill, en tips om hem in zijn voetsporen te volgen (succes niet gegarandeerd).
Wees aardig tegen je moeder Als je ooit de rijkste man ter wereld wilt worden moet je je moeder niet onderschatten. Dankzij het slijmen kreeg Bill het voor elkaar om zijn moeder te laten betalen voor de kosten van de computers op zijn middelbare school. Ze organiseerde er zelfs, samen met andere moeders, een rommelmarkt voor. Met dit opgebrachte geld kon de Lakeside School de kosten voor de net aangelegde telefoonlijn financieren. Ook nam zijn moeder hem vaak mee naar haar werk en projecten. Zo kon de kleine Bill beginnen met het opbouwen van zijn netwerk. Hij vergezelde haar ook regelmatig met vrijwilligerswerk en het doen van de boodschappen. Dus als je moeder je de volgende keer vraagt mee te gaan om de boodschappen te doen, weet je wat je te doen staat.
Win met Monopoly De financiële wereld is een harde wereld. Dat kun je niet jong genoeg leren. Al op vroege leeftijd wist Bill hoe je een potje Monopoly moest spelen. Menigeen partijtje werd dus, ter frustratie van zijn familie, gewonnen door Bill. Totdat hij doorhad dat je op computers ook een leuk spelletje kon spelen, was hij regelmatig bezig met een bordspelletje Monopoly of Risk. Deze financiële spelletjes kwamen hem later in zijn loopbaan van pas. Toen hij 19 jaar oud was stuurde hij een bericht naar het bedrijf Altair, waarin stond dat hij aan een BASIC programma aan het werken was dat op de Altair 8800 kon lopen. In werkelijkheid beschikte hij helemaal niet over een Altair 8800, en had dus ook nog nooit de mogelijkheid gehad om met de code van dit apparaat te werken. De reden dat hij solliciteerde was om te kijken of het bedrijf vacatures open had staan: het antwoord was ja. Altair vroeg om een demonstratie, en dus gingen Bill Gates en zijn vriend Paul Allen twee maanden aan de slag om de klus geklaard te krijgen. Zonder de code ooit te hebben getest lieten ze het programma draaien en het werkte perfect. Doe hem dat maar eens na bij een programmeeropdracht.
Ga pokeren met ouderejaars Om zijn eerste geld bijeen te rapen op de universiteit organiseerde Bill vaak pokertoernooien in Harvard. Waar het eerst om tientallen dollars ging, liep het bedrag later op tot duizenden dollars. Hoewel het regelmatig wat voor Bill opleverde, verloor hij ook soms duizenden. Maar doordat hij met veel ouderejaars en docenten in contact kwam, kon hij al snel een netwerk aanleggen van mensen die verstand van zaken hadden. Ook verklaarde hij later dat het bluffen hem heeft geholpen in latere tijden met Microsoft.
12
Stop met wiskundecolleges Volgens Bill waren wiskundecolleges maar onzin. Menig wiskundedocent zal het hier niet mee eens zijn, maar de jonge Gates gebruikte zijn kostbare tijd liever achter de computer. Door geen wiskundecolleges te volgen kon hij zich volledig toewijden aan zijn computer op school. Toen hij eenmaal door had hoe wiskunde werkte, zei hij dat hij niet meer hoefde te leren om voldoendes te halen. En dat deed hij ook. Bijna al zijn tijd besteedde de jongeman achter de PC op zijn school. Als de tijdslimiet was overschreden, zorgde hij er wel voor dat hij zichzelf meer computertijd hackte.
Slaap zo min mogelijk Slapen is zonde van je tijd. Werk ’s nachts gewoon door tot vier uur en slaap dan een uur of twee. De slaap die je tekort komt kun je op de universiteit wel inhalen. Tenminste, dat is wat Bill zou doen. Hij stapte midden in de nacht uit z’n bed om stiekem achter de computer te werken. Om te werken dus, niet om te gamen. Waar hij onder andere aan werkte was het systeem Traf-o-Data, een systeem om de verkeersintensiteit in de stad Seattle op te meten. Het systeem behaalde redelijke successen, en de ervaring die Bill hiermee opdeed kwam zeer goed van pas in zijn latere bedrijfsleven met Microsoft.
Geniet van je macht Toen Bill eenmaal doorhad hoe hij computers kon manipuleren, zorgde hij ervoor dat hij de leukste dingen op school kon meemaken. Zo zorgde hij ervoor dat hij in de klas werd ingeschreven met alle meisjes. Zoals algemeen bekend zijn de vrouwen in de ICT-gerelateerde studies vrij schaars, maar omdat Gates toegang had tot het schoolbestand wist hij zichzelf bij de leukste klassen in te plannen. Op latere leeftijd, toen Bill geld genoeg had om een mooie Porsche te kopen, besloot hij om te gaan racen in de woestijn. Hij vond het blijkbaar tijd om na al zijn harde werk eens te gaan genieten van zijn zuurverdiende geld. Ook toen hij werd gepakt door de politie voor te hard rijden en maar liefst 3 boetes kreeg, kon hij zijn lach niet verbergen op de ‘mugshot’.
Stop met studeren Toen Bill wist hoe hij zijn eigen bedrijf moest opzetten en geld kon verdienen, besloot hij tegen het advies van zijn ouders in, te stoppen met studeren. Vlak nadat hij stopte richtte hij het bedrijf Micro-Soft op. In de jaren die daarna volgden weten we hoe het is gegaan. In die tijd is hij altijd aardig geweest tegen zijn moeder, heeft hij vele potjes monopoly gewonnen (op het bord én in het echt), heeft hij nog steeds een korte nachtrust gehad en geniet hij nog steeds van zijn macht. In deze tijd is het misschien verstandiger om wél je diploma te halen, want in het verleden behaalde resultaten bieden namelijk nog steeds geen garantie voor de toekomst. Ga je desondanks deze tips alsnog uitvoeren, dan wens ik je veel succes. En mocht je de rijkste man of vrouw op aarde worden en je hebt nog wat geld over: ik kan altijd wat gebruiken.
Bas Steeg 13
Bestuursvraag Waar zou jij de baas van willen zijn en hoe zou je je macht misbruiken? Daniël Van Loon Als ik denk aan machtsmisbruik, dan denk ik toch wel aan de klassieke vormen. Als witteboordencrimineel vele steekpenningen aannemen. Of het rollebollen met vrouwelijke collega’s, die een lagere functie bekleden. Ik ben zelf dan toch meer van de flauwe sadistische humor. Gewoon van die vervelende arrogante mannetjes die een belangrijke taak in de organisatie vervullen, of denken dat ze dat doen, alleen nog maar koffie laten halen, blaadjes laten kopiëren en planten water laten geven. Alleen omdat ze eerst denken dat je een grap maakt, zich vervolgens realiseren wat dit voor ze betekent en zich er vervolgens gigantisch aan gaan lopen ergeren en irriteren. Want ze zijn toch echt belangrijker dan dat! Maar waarom zou ik fantaseren over al het machtsmisbruik dat ik in de toekomst op hoog niveau zou kunnen plegen als ik nu daartoe al in staat ben met mijn huidige posities? Ik heb in het voorwoord dan wel aangegeven dat het lastig is om zowel voorzitter van Thalia als voorzitter van de Thabloidcommissie tegelijkertijd te zijn, wegens het vele schrijfwerk. Maar het is ultiem te combineren als het gaat om machtsmisbruik. Ik kan namelijk tijdens de vergaderingen van de Thabloidcie de meest verschrikkelijke en vervelende bestuursvragen voorstellen, die mijn medebestuursleden en ik dan verplicht moeten beantwoorden. Zoals jullie je kunnen voorstellen is deze vraag daar al een voorbeeld van. Volgens mij kun je dat wel concluderen aan de hand van alle antwoorden op de bestuursvraag, die allemaal om de vraag heen draaien.
Asli Tokbay
Er zijn niet veel situaties waarin ik denk dat ik graag de baas zou willen zijn, maar als ik echt iets moet kiezen waar ik macht over zou willen hebben, dan is het de tijd. Het leven zou zo veel makkelijker zijn als ik af en toe de tijd kon stoppen of zelfs terug kon draaien. Hoe ik dit zou misbruiken? Op zoveel mogelijk manieren. Stel dat ik een keer van de trap val en mijn enkel breek. Dan kan ik de tijd gewoon terug draaien en zorgen dat het niet gebeurt. Super handig! In staat zijn om tijd te bevelen terug te gaan als ik wakker word na een avond vol foute beslissingen, zou mijn leven een stuk gemakkelijker maken. Natuurlijk zou ik als baas van de tijd in de toekomst kunnen kijken en zien wat voor leuke dingen allemaal zijn uitgevonden. Nu kan ik deze uitvindingen zelf ‘uitvinden’ en met de eer strijken. Een ander ding dat heel handig zou zijn, is tijd kunnen stoppen. Stel ik maak een tentamen en heb geen flauw idee wat het antwoord is. Dan beveel ik de tijd om te stoppen. Nu kan ik mijn boek erbij pakken en het antwoord opzoeken, of bij mijn buurman afkijken. 14
Rick Erkens Het leuke van mijn positie voor dit artikel is dat ik sinds kort zowel penningmeester van Thalia, als corrector der Nederlandsche taal voor de Thabloid ben. Dit zorgt ervoor dat ik mijn veel te serieuze stuk na de inleverdeadline kan wijzigen in een ontwijkend antwoord dat Daniël al heeft voorspeld. En dat is precies hoe ik mijn macht zou misbruiken! Omdat ik wel met deze macht om kan gaan wil ik toch netjes antwoord te geven op de vraag door enkele woorden te besteden aan de situatie bij mijn oude werkgever. Het niveau van mijn collega’s was niet zo hoog, waardoor een soort hive mind ontstond. En wie is de boosdoener als één persoon in de kudde wordt aangesproken op slecht functioneren? Juist! De baas! Natuurlijk is het de verantwoordelijkheid van de baas om mensen aan te spreken als ze iets niet goed doen. Ik vind het vreselijk als iemand die in een team werkt dit niet begrijpt en vervolgens de sfeer gaat verpesten voor iedereen. Dat is ook mijn antwoord op de vraag. Ik zou graag de baas zijn van een team waarin iedereen gezond verstand en motivatie heeft. Dit sluit alle mogelijkheden van muiterij uit. Als ik de baas zou moeten zijn van een chaotische zwerm bijen waarin er nul controle is en niemand echt weet wat er gebeurt, dan wil ik noch de verantwoordelijke, noch de boosdoener zijn. Natuurlijk moet de baas wel redelijk blijven en niet zijn of haar macht misbruiken. Deze bestuursvraag kan ik Daniël wel vergeven, want je moet elkaar in het bestuur natuurlijk af en toe het leven interessant maken. Vooral als je collega zijn of haar Facebook open laat staan.
Luuk Scholten Ik zou best wel eens de baas willen zijn van de MIB. De MIB is een geheime overheidsorganisatie die als doel heeft om buitenaardsen die in het geheim op aarde leven in de gaten te houden. Het zou me wel top lijken om hier de baas van te zijn. De halve dag intergalactische affaires bespreken, lunchen op kosten van de overheid en ten slotte een tripje naar de dichtstbijzijnde planeet. Helemaal goed. Maar natuurlijk moeten er, zo verantwoordelijk als we zijn, ook serieuze dingen besproken worden. Heus waar. Ook zijn wij van de MIB (ik ben nu immers de baas) verantwoordelijk voor allerlei uitvindingen die stiekem afgekeken zijn van onze buitenaardse vrienden. Zo hebben wij klittenband gepatenteerd en liposuctie uitgevonden. Natuurlijk zitten wij ook achter de Neuralyzer, de electro bio-mechanical neural transmitting zero synapse repositioner, die van iedereen het geheugen kan wissen. En dat is precies de manier hoe ik mijn macht zou misbruiken. Te laat binnenkomen bij Security? *flits* maakt niet uit. Ik? Te hard gereden? Nee joh, *flits*, dat heb ik helemaal niet gedaan. Per ongeluk een liedje van Justin Bieber geluisterd of een deel de Twilight saga bekeken? *flits* Heb ik daar eventjes een kogel ontweken! Is een van onze supergeheime “ veiligheidsprogramma’s ” aan het licht gekomen door Edward Snowden? Even in het vliegtuig naar Rusland en *flits*, er is niks meer aan de hand. Zo zijn er natuurlijk talloze voorbeelden te verzinnen en ik zou ze vast en zeker allemaal uitproberen. Mijn sollicitatie is in ieder geval de deur uit, en ik kan niet wachten om aan de slag te gaan! 15
Pien Walraven Ik zou graag de baas willen zijn van het weer! Soms worden er wel eens opmerkingen gemaakt in de trant van “Had je geen beter weer kunnen bestellen?”. Het lijkt me superleuk en ook superhandig als ik echt het weer zou kunnen bepalen. Ik zou mijn macht natuurlijk misbruiken door altijd voor het weer te zorgen dat mij het beste uitkomt. Dat zal meestal gewoon een heerlijk zonnetje met 21 of 22 graden zijn, maar ook wel eens anders. Als ik ineens de onweerstaanbare behoefte krijg om een sneeuwballengevecht te houden of binnen voor het raam te gaan zitten met een kop warme chocomel, dan laat ik het gewoon even een paar uurtjes sneeuwen. Als ik de planten water wil geven of een excuus nodig heb om niet naar de sportschool te hoeven fietsen, zorg ik voor een grote plensbui en als ik een grote barbecue of een strandfeest wil organiseren, zorg ik ervoor dat het tot diep in de nacht heerlijk warm is (en droog natuurlijk!). Als het aan mij zou liggen zal het nooit meer gaan hagelen, motregenen of misten want ik kan me geen situaties voorstellen waarbij dat het beste weer is dat je kan overkomen. Mocht je suggesties hebben voor dit soort situaties, ik sta ervoor open! Ook orkanen worden van het lijstje met weermogelijkheden afgestreept, want die zijn nergens voor nodig. Tornado’s zouden nog wel eens de voorkeur kunnen hebben, omdat ik die gewoon wel eens in het echt zou willen zien. Een leuke bijkomstigheid van dit alles is dat ik het gespreksonderwerp van ontzettend veel awkward gesprekken kan beïnvloeden: “Lekker weertje, hè?” ;)
16
Terrasjesreview Daar stonden we dan, oog in oog met de politie en Mareschaussee. Het zou een avond worden die we nooit meer zouden vergeten. Langzamerhand kwamen er steeds meer leden van de Thabloidcommissie voor de HEMA staan, smachtend om het eerste terrasje uit te testen. Het was de avond van 23 mei 2013, de dag waarop Angela Merkel haar eredoctoraat uitgereken kreeg in de Sint Stevenskerk te Nijmegen. De Grote Markt stond vol met politiebussen, politiemotoren en auto’s van politici. Allen waren ze aan het wachten op het einde van de uitreiking. Langzamerhand begonnen er mensen uit de kerk te druppelen en aangezien wij nog niet compleet waren gingen ook wij maar eens polshoogte nemen bij de uitgang. Niet iedereen die naar buiten kwam was onbekend voor ons, zo zagen we een aantal medestudenten en medethalianen naar buiten komen, zoals Patrick Verleg en Michael Jansen. Ook herkenden we een aantal professoren zoals Bart Jacobs. Uiteraard kwamen ook wat minder interressante personen voorbij, politici. Na ongeveer een half uur wacht kwam dan eindelijk de hoofdact naar buiten zetten. Mark en Angela, bijna hand in hand. Naast de uitgang was er een terras en er stond een windvanger die tijdelijk ook als afzetting diende. Nu zaten er natuurlijk nog een aantal mensen dronken te wezen op het terras en kwam iemand op het terras op het idee Merkel de weg te wijzen naar de volgende locatie. Hij klom op z’n kruk, boog over de windvanger en riep: “Immer geradeaus”. Een genante vertoning, waar Mark Rutte natuurlijk weer niets mee kon en schaapachtig ging lachen. Daarnaast werd er op de Grote Markt ook geprotesteerd door een aardig grote groep Duitsers, dus natuurlijk kon de grap ‘De laatste keer dat er zoveel Duitsers in Nijmegen waren, waren we het land vijf jaar kwijt’ niet achter wegen blijven. Na dit schouwspel besloten we dat het nu toch echt tijd werd voor bier. En omdat de avond tot nu toe in het teken stond van Merkel, besloten we voornamelijk Duits bier te gaan proberen en te vergelijken. *SPOILER* Helaas had geen enkel terras dat we bezochten Bratwurst. Vermoeid van het lange wachten en om nog te kunnen koekeloeren op het hele gebeuren besloten we een terrasje uit te zoeken op de Grote Markt. Het werd de Derde Kamer. Vervolgens zijn voor een frisse duik naar de Waal gelopen, maar omdat het toch al kouder begon te worden besloten toch maar op het frisse terras van Riva te gaan zitten. Na deze hippe tent vluchten sommige naar de trein en werd door de echte Die Hards besloten ook De Mug nog te reviewen.
Kaart De kaart van de Derde Kamer zag er op het eerste gezicht goed uit. Er stonden namelijk 23 verschillende bieren op naast natuurlijk ook andere consumpties. Er stonden dus ook genoeg Duitse bieren op Door onze vakkundigheid kwamen wij er echter achter dat de kaart niet meer up-to-date was. Erbinger stond namelijk op de kaart, maar toen het door een van ons besteld werd, bleek dat dit bier niet meer verkocht werd wegens de belangen van de nieuwe bierleverancier. Wel heeft de Derde Kamer een vervangend biertje gevonden in de vorm van Ayinger. Voor de echte Thaliaan valt de kaart van het hippe Riva een beetje tegen. De kaart was dan wel even dik als die van de Derde Kamer, maar dat kwam door een aantal pagina’s die gevuld werden met reclames. Daarnaast staan er schraal weinig bieren op, ze focussen meer op de cocktails. Ook zijn de prijzen forser dan bij de andere twee terrasjes. De Mug heeft een goede kaart met voldoende bieren, zoals het elk café betaamt. Daarnaast bieden zij gratis zoutjes/nootjes aan, wat wij eigenlijk wel misten bij de twee andere. 17
Aankleding Op de aankleding van het terras van de Derde Kamer was weinig aan te merken. Allles wat je zou verwachten, hadden ze: stabiele tafeltjes en stoelen, banken, asbakken, terrasverwarming en parasols. De verwarming had echter wat beter mogen zijn. Een positiever punt is het uitzicht op de Grote Markt. Hoewel we tevreden waren over de aankleding van het voorgaande terras, was de aankleding luxer bij Riva. De bankjes waar je op zat waren van stof en er waren goede kussen in verwerkt. Er werd binnen vooral housemuziek gedraaid. Daarnaast hadden ze een sterkere terrasverwarming. Het uitzicht op de Waal is natuurlijk prachtig, maar helaas lag er op de dag van de review een groot schip aangemeerd. Omdat het zeer koud werd en het onverantwoord werd gevonden nog langer op een terrasje plaats te nemen, gingen de diehards binnen zitten. Binnen stonden bloempjes in colaflesjes ter versiering. Ondanks de bevriezingsverschijnselen werd er wel geconcludeerd dat het uitzicht vanaf het terras geen meerwaarde heeft.
Personeel Als de mannen die wij zijn werd er natuurlijk ook gekeken of er nog leuke serveersters rondliepen op de terrassen. Bij de Derde Kamer liepen er twee serveersters rond, wij werden door een 27 jarige meid geholpen. Zij was geen studente en niet ons type. De bediening had sneller gekund, vooral omdat wij op een gegeven moment zaten te wachten en ze besloot een rookpauze in te lassen. Bij Riva liepen er een serveerster, een serveerder rond en er stond een meid achter de bar. Over de twee meiden kan gezegd worden dat ze er beter uitzagen dan de twee bij de Derde Kamer. Daarnaast was de bediening sneller. De jongen wist te presteren om bij iedereen die zich over het terras verplaatste in de weg te staan of te lopen. Bij De Mug was het personeel kundig. Dit was onder meer af te lezen aan de schuimkraag van het bestelde tapbier. De schuimkraag was namelijk driemaal precies twee vingers dik.
Sanitaire voorzieningen Dit is natuurlijk niet een heel onbelangrijk onderdeel van een terras, aangezien na het nuttigen van een aantal consumpties iedereen er wel gebruik van wil/moet maken. Omdat we begonnen bij de Derde Kamer, waren onze blazen daar nog niet te vol en dus hebben wij deze voorzieningen niet uitgetest. Bij de Riva waren de voorzieningen schoon, maar was helaas het zeep op. Bij De Mug waren we hier ook tevreden over, maar als minpuntje moeten we meegeven dat ze een blazer hebben om de handen mee te drogen.
Feitjes In totaal werden er viertien consumpties genuttigd, waarbij ieder probeerde iets anders te bestellen. De drie oudste bestelde drankjes waren Palm uit 1747, Paulaner uit 1634 en Grolsch uit 1615. Op het flesje van Somersby (een cider) stonden beschrijvingen in zes verschillende talen. Het hoogste percentage zat in de ZeeZuiper en Hop-ruiter met beide acht procent.
Conclusie Hieruit kunnen we concluderen dat de beste plek in Nijmegen om een consumptie te nuttigen toch de Noordkantine in het Huygensgebouw is tijdens een Thaliaborrel. Waar het bier rijkelijk vloeit, het personeel het best is en de medeborrelaars het gezelligst zijn. 18
Deze Thabloid is mede mogelijk gemaakt door: