De
van de
vanHoorn de Open Monumentendag Zaterdag 8 september 2012
De van de
Groen van Toen
Voorwoord Vandaag 8 september 2012 al weer de 26e Open Monumentendag, een niet meer weg te denken landelijk evenement met meer dan 800.000 bezoekers. Het thema van dit jaar GROEN VAN TOEN is ook op Hoorn van toepassing, meer dan u wellicht vermoedt. Immers naast onze 395 monumentale bomen beschikken wij over stadsparken, tuinen, lanen, begraafplaatsen en niet te vergeten de Westfriese Omringdijk. Speciale aandacht zou ik willen vragen voor ons eigen 'kadetjesland' in Blokker (naast nr. 159). Peter Westenberg
Ik hoop dat u vandaag naast het bezoeken van onze 'bekende' monumenten ook de stadsparken niet zult vergeten. Het artikel in dit boekje over de aanleg van onze stadsparken biedt u daarbij vast inspiratie. Ook treft u hierin een speciaal voor deze dag uitgezette themawandeling. U zult verrast worden door de fraaie binnenstadstuinen, die vaak verstopt als prachtige juwelen in de stad aanwezig zijn. Bent u met de fiets dan is er de speciale fietsroute met daarin opgenomen het kadetjesland, de historische fruitkwekerij in Blokker en de dikste boom van Noord-Holland, een ruim 200 jaar oude beuk. Zelf houd ik ervan op zo’n dag gewoon met dit boekje in de hand wat rond te struinen en mij te laten verrassen. Kortom u merkt het al, er valt veel te genieten vandaag. U zult begrijpen dat dit niet kan zonder de inzet van de eigenaren van onze monumenten en de vele vrijwilligers, die ik hiervoor ook namens u wil bedanken. Ik hoop dat dit boekje voor u een mooie gids zal zijn op uw ontdekkingstocht. Peter Westenberg Wethouder Erfgoed
Inhoudsopgave • • • • • • • •
Voorwoord Inleiding Overzicht opengestelde panden ’Tot verfraaying der stad‘. Plantsoenaanleg in Hoorn in de 19e eeuw Wandelroute Groen van Toen Kaart fietsroute Fietsroute door Hoorn-Noord, Zwaag, Blokker en Risdam Overzicht muziekoptredens
2 3 5 24 39 44 46 52
Inleiding
Groevnan en o T
De Open Monumentendag is bedoeld om de publieke belangstelling voor monumenten en het draagvlak voor monumentenzorg te vergroten. Traditiegetrouw zijn daarom op de tweede zaterdag van september veel monumentale gebouwen gratis opengesteld. Ook in Hoorn, Blokker en Zwaag staan op verschillende plaatsen de deuren open om u te ontvangen. U herkent de deelnemende panden aan de bekende Open Monumentendag-vlag. Zonder verdere vermelding bent u tussen 11:00 uur en 17:00 uur welkom. De voormalige Engelbewaarderskerk in Hoorn-Noord is ook op zondag 9 september geopend (van 10.00 tot 16.00 uur). Dit jaar zijn naast de ‘klassiekers’ zoals de verschillende kerken ook weer enkele woonhuizen geopend. Hoorns grootste monument, de voormalige staatsgevangenis op het Oostereiland, is eveneens open voor het publiek. Het complex is recent geheel gerestaureerd. Vanwege het jaarthema ‘Groen van Toen’ is een wandelroute (circa twee kilometer lang) door de binnenstad uitgezet. Aan de hand van een historische stadskaart uit 1890 voert deze u langs een aantal belangrijke monumenten en ook door enkele plantsoenen en binnenstadstuinen. Natuurlijk kunt u ook op eigen houtje de mooie plantsoenen rond de binnenstad verkennen. Tip: vooral het gedeelte tussen het Koepoortsplein en de Oosterpoort is zeer de moeite waard. Over de totstandkoming van de Hoornse plantsoenen in de negentiende eeuw kunt u meer lezen in het thema-artikel in deze gids. Naast de monumenten in de binnenstad zijn er veel meer mooie gebouwen in onze gemeente het bekijken waard, maar niet alles is wandelend te bereiken. Daarom is in de gids een fietsroute van twaalf kilometer opgenomen die u langs het gebouwde en groene erfgoed buiten de binnenstad voert. Ook tijdens deze route door Blokker, Zwaag, Risdam en Hoorn-Noord is er speciale aandacht voor ‘Groen van Toen’: onder meer ziet u een zeldzaam perceel ‘kadetjesland’ waarvan de oorsprong teruggaat tot de late middeleeuwen en een ruim 200 jaar oude bruine beuk, met een stamomtrek van zeven meter de dikste van Noord-Holland. Ook kunt u een bezoek brengen aan enkele historische fruitkassen die nog steeds in gebruik zijn. Op een aantal locaties zijn muzikale optredens en orgelconcerten. Hiervoor verwijzen wij u naar het activiteitenoverzicht op pagina 52. Ook dit jaar is de Open Monumentendag Hoorn weer mogelijk door financiële steun van de gemeente Hoorn, de Rabobank Hoorn-Midden Westfriesland, de adverterende bedrijven, en dankzij de medewerking van een groot aantal vrijwilligers, de eigenaars van de opengestelde panden, bureau Erfgoed gemeente Hoorn en het Comité Open Monumentendag Hoorn.
Wij wensen u een monumentale dag toe.
3
K18_Adv. 135x225 NIEUW zonder v2_K18_Adv. 210x297 NIEUW zonder 14-04-11 11:04 Pagina 1
KONST & VAN POLEN Restauratie, renovatie en nieuwbouw
Konst & van Polen mag zich gerust een specialist noemen in oude en jonge monumenten. Momenteel mogen we dat laten zien op een aantal toonaangevende projecten zoals het museumgemaal De Cruquius, de Portugees-Israelietische synagoge en de Sibbelpanden op de Hoogte Kadijk Amsterdam. Want het bouwen zit in onze genen en we zijn trots op de projecten die we realiseren. Kortom:
s r e w Bou
Aannemingsmaatschappij Konst & van Polen bv Postbus 277 1620 AG Hoorn Binnenwijzend 21 1617 KT Westwoud Tel.: 0228 - 562744 Fax: 0228 - 562704
[email protected] www.konstenvanpolen.nl
4
e i s s a met p
Opengestelde panden
Activiteit
1. Achterom 15, 17
St.-Jozefhuis
2. Achterom 19
St.-Jozefschool
3. Berkhouterweg 26
Joodse begraafplaats
4. Binnenluiendijk 2
Loge Vrijmetselarij
5. Binnenluiendijk 3-4
Woon- en pakhuis
6. Breed 38
De Gekroonde Jaagschuit
7. Dal 3
Timmermansgildehuis
7a. Dal 9
St.-Pietershof
8. Van Dedemstraat 8
Museumstoomtram
9. Drieboomlaan/Holenweg
R.-k. begraafplaats
10. Gouw 7
Herenhuis
11. Grote Noord 15
St.-Cyriacus- en Franciscuskerk
12. Grote Noord 31
De Vier Jaargetijden
13. Grote Oost 2-4
Drechterlandse Huis
14. Grote Oost 28
Post- en Telegraafkantoor
15. Grote Oost 43
Foreestenhuis
16. Grote Oost 53
Kantongerecht tot 15.00 uur
17. Grote Oost 58, 60
Oosterkerk / Claes Joesthuys
18. Hoofd 2
Hoofdtoren
19. Johannes Poststraat 26
Engelbewaarderskerk
20. Kerkelaan 8
Hervormde kerk
21. Kerkplein
Toren Grote Kerk
22. Kerkplein
Admiraliteitspoortje
23. Kerkplein 39
St.-Jansgasthuis
Kunst
24. Kleine Noord 32
Noorderkerk
Muziek
25. Koewijzend 4
Historische fruittuin en kassen
26. Korte Achterstraat 2a
Mariakapel
27. Korte Achterstraat/Weeshuistuin
Mariaklooster/Burgerweeshuis
28. Munnickenveld
Claes Stapelhof
29. Nieuwstraat 23 / Nieuwsteeg
Statenlogement
30. Nieuwstraat/Wisselstraat/Kerkplein
poortjes en tuin
31. Noorderdracht 61
Molen De Krijgsman Oosterblokker
32. Onder de Boompjes 22
VOC- pakhuizen
33. Oostereiland
Admiraliteitsgebouwen/Gevangenis
34. Oostereiland westoever
Varend monument
35. Pakhuisstraat 10
Speelgoedmuseum
36. Pastoor Nuijenstraat 2
Lourdeskapel Zwaag
37. Ramen 4
Lutherse kerk
38. Ramen 31a
Doopsgezinde kerk, verdieping
39. Roode Steen 1
Westfries Museum
40. Roode Steen 8
Waag
41. Roode Steen 9
Ridderikhof
42. Roode Steen 15
Rozenkruizers
43. Westerblokker 125
Monumentale bruine beuk 5
Kunst
Muziek Muziek
Muziek
Kunst
Muziek
Muziek Muziek
1
Sint-Jozefhuis en museum Kaap Hoorn-vaarders Achterom 15, 17
lichtingsruimte van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders. Door kaarten, prenten, scheepsmodellen, scheepsgerei, navigatie-instrumenten en andere voorwerpen wordt hier een duidelijk overzicht gegeven van de historische enerverende zeevaart om Kaap Hoorn, het uiterste zuidelijke puntje van Zuid-Amerika. Oorspronkelijk heette het gebouw de ‘Barmhartigheid’. Het schoorsteenstuk in de regentessenkamer verwijst daar nog naar.
Voormalig ‘R.K. Wees- en Oudeliedenhuis St. Jozef’ uit 1773. Het gebouw bestaat uit vier vleugels rondom een rechthoekig binnenhof. De zuilengalerij van de achtervleugel is in 1884 dichtgezet. De voorgevel heeft een rijkversierde ingangspartij met lofwerk in Lodewijk XVstijl. In 1985 gerestaureerd en verbouwd tot 31 woningen. In het toegangsportaal een gedicht van Jan Bent. De regentenen regentessenkamer ter weerszijden zijn nu vaste tentoonstellings- en voor-
2
Sint-Jozefschool
Achterom 19
Voormalige katholieke lagere school voor jongens. Het ontwerp is van de Zaanse architect S. B. van Sante wat nog afleesbaar is op het tegeltableau in de gang op de begane grond. Ten behoeve van het schoolplein zijn in 1922 twee woningen gesloopt, Achterom 17 en 19. In 1951 is de school aan de westzijde uitgebreid met onder andere een gymnastieklokaal. Het interieur verkeert nog grotendeels in oorspronkelijke staat met ruime gangen met tegelvloeren en tegellambriseringen. In deze lambriseringen zijn bijzondere tegeltableaus opgenomen met Hoornse stadsgezichten en vergelijkingen tussen beroepen en leefomstandigheden in de oudheid en begin 20e eeuw. De school wordt momenteel als atelierruimte verhuurd. 6
3
Joodse begraafplaats
van de grootste van de in 1796 overleden vooraanstaande rabbijn Süssman, en middenachter een verzamelgraf. Op de grafstenen naast algemene grafsymbolen (bijv. een treurboom) ook typisch Joodse symbolen zoals een opengeslagen thora tussen een besnijdenisklem en -mes. Naast volledig Hebreeuwse opschriften ook grafstenen met zowel Hebreeuwse als Nederlandse tekst en zes met geheel Nederlands opschrift.
Berkhouterweg 26
De in 1778 officieel in gebruik genomen Joodse begraafplaats is in 1969 vanwege de aanleg van de nieuwe wijk Grote Waal verplaatst van de Westersingel naar de noordoosthoek van de nieuwe algemene begraafplaats aan de Berkhouterweg. 229 staande grafstenen, de oudste uit 1762, twee liggende grafstenen, waar-
4
Logegebouw
Binnenluiendijk 2
Voormalige Kamer van de Westindische Compagnie. De huidige voorgevel met verhoogde entree verving in 1784 de gevels van de twee oorspronkelijke panden, die zich hierachter bevonden. Deze huizen waren vermoedlijk in 1689 aangekocht door de West-Indische Compagnie (1621-1791) en ingericht tot haar “kamer” (kantoor). In het fronton het monogram GWCH (Geoctroyeerde West-Indische Compagnie Hoorn). Sinds 1872 in gebruik als loge ‘West-Friesland’ en loge ‘De Eenhoorn’. Oude vrijmetselaarsalmanakken uit 1778 en 1780 maken melding van een loge in Hoorn: L’Esprit de Corps. Dit was een militaire loge, behorende bij het in Hoorn gelegerde regiment dat nu en dan van standplaats wisselde. Sommige gebruiken die nog in de loge in zwang zijn vinden daar hun oorsprong.
5
De vestibule met 18e-eeuws stucwerk biedt toegang tot de ‘werkplaats’ of ‘tempelruimte’.
Woon- en pakhuis
lijke houtskelet en een groot deel van de oude indeling. Binnenluiendijk 4 was tot ver in de vorige eeuw een (houten) visserijloods en werd door de vorige eigenaar met veel kennis en met behulp van historische materialen uit andere huizen omgetoverd in een vroeg 18e-eeuws huis. (bron: jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 2010)
Binnenluiendijk 3-4
Binnenluiendijk 3 was een gecombineerd woon- en pakhuis. De gevel, waarvan de top verdwenen is, heeft een in de 18e eeuw gedeeltelijk gewijzigde houten pui met gesneden consoles en puibalk. In het kalf van het getoogde deurtje is in een soort cartouche het jaartal 1624 en een huismerk gesneden. Het interieur uit de bouwtijd is zeer gaaf bewaard gebleven en heeft nog het oorspronke7
6
De Gekroonde Jaagschuit
Breed 38
Winkelpand, in 1878 gebouwd in rijke neorenaissancestijl naar ontwerp van de bekende Hoornse architect A.C. Bleijs voor de Hoornse koffiebranderij en handel in koffie, thee en tabak van de familie Kaag. Thans is hier een bakkerij gevestigd. Grotendeels nog oorspronkelijke winkelinrichting. De rijk bewerkte gevelsteen toont o.m. een voorstelling van een trek- of jaagschuit. Mogelijk staat deze voorstelling hier in verband met de vertrek- en aankomstplaats van de trekschuit naar Amsterdam en Alkmaar. Deze bevond zich bij de 200 meter westelijker gelegen Westerpoort (gesloopt 1872), nabij de huidige schouwburg (2004).
7
Timmermansgildehuis
17de-eeuws schilderwerk op wanden, houtskelet en zoldering van de vergaderkamer van de gildevoogden op de eerste verdieping. Voorlichting en verkoop van boeken over de geschiedenis van Westfriesland.
Dal 3
Eenvoudig pand van baksteen, het enig overgebleven gildehuis van Hoorn, nu in gebruik bij het Westfries Genootschap.
7a
Sint-Pietershof
van burgemeesters. In het fronton op de voorgevel de eenhoorn van het Hoornse wapenschild. De westelijke en oostelijke vleugels en het klokkentorentje van de binnenhof dateren van 1617, de galerijen zijn van iets latere datum. Monumentale regentenkamer met goudleerbehang uit 1768. Tuinaanleg ten dele in 18de-eeuwse trand. Twee vroeg 19deeeuwse waterpompen. I.v.m. privacy bewoners is uitsluitend de binnenhof zelf toegankelijk, tenzij tijdens een rondleiding. Het complex is vorig jaar gerestaureerd. Er zijn regelmatig rondleidingen.
Dal 9
Van oorsprong een klooster van de Kruisherenbroeders. Na de hervorming is het 'Oude Mannen- en Vrouwenhuis' geworden. Heeft ook als dolhuis en gevangenis dienst gedaan. Thans zijn hier 45 woningen voor senioren ondergebracht. Het geheel bestaat uit drie binnenhoven, waarvan de grootste toegankelijk is. Toegang via het hoofdgebouw van 1692 in laat Hollands Classicisme. Links de wapenschilden van regenten en rechts
8
8
Museumstoomtram
Van Dedemstraat 8
Noordzijde station Hoorn De 19de eeuw is een eeuw van industriële revolutie en technologische vernieuwingen, waarvan het spoor en de stoomlocomotief heel belangrijke symbolen zijn. Een van de grootste collecties op dit gebied in ons land bevindt zich bij de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik. Een museum waar de beroemde Bello en de andere locomotieven niet alleen prachtig worden onderhouden, maar bovendien nog steeds rijden op een kolenvuur om mensen te vervoeren. Op het emplacement kunnen ook een klein spoorwegmuseum, een oud seinhuis en de herstelplaats ‘de lange loods’ bezocht worden. Beleef de bijzondere sfeer van
9
dit levende museum in de museumwerkplaats te Hoorn, die dit weekend gratis toegankelijk is.
R.-k. begraafplaats
Drieboomlaan/Holenweg
Rooms-katholieke begraafplaats uit 1871 met kapel en gemetselde toegangsbrug waarop smeedijzeren hek. Het geheel is ontworpen door de bekende Hoornse architect A.C. Bleijs. De neogotische kapel heeft een dakbedekking van zeldzame Oegstgeester pannen. Grafmonumenten van 1871 tot heden. Twee monumentaal beschermde platanen en een paardekastanje.
10
Herenhuis
diepingen erboven. Het interieur bevat onder meer kamers in Lodewijk XIV- en Lodewijk XV-stijl (niet toegankelijk). De gang en het trappenhuis zijn verfraaid met Lodewijk XV stucwerk. De prachtige binnenstadstuin, bereikbaar via de gang, is opengesteld.
Gouw 7
Voornaam herenhuis uit 1753 met in de kroonlijst het alliantiewapen van de opdrachtgevers T. Velius en I. Codde van der Burgh. Rijk geornamenteerd rond de deurpartij en de vensters op beide ver9
11
St. Cyriacus- en Franciscuskerk of Koepelkerk
Grote Noord 15
Driebeukige kruisbasiliek uit 1879-1882 met twee elegante fronttorens en grote achthoekige vieringkoepel bekroond door een lantaarn. Baanbrekend ontwerp van de Hoornse architect A.C. Bleijs in een combinatie van barokke, renaissance, romaanse en zelfs oosterse vormen. Van groot belang voor het stadsbeeld. Inwendig galerijen met bovenlichten, houten tongewelven met cassetten, deels houten binnenkoepel, zijbeukgewelven en binnenmuren van kunstzandsteen, kolommen en pilasters van Nassaus marmer. Muurschilderingen van Jan Dunselman e.a., kruiswegstaties, houten biechtstoelen, glas-in-loodramen van o.a. F. Nicolas & Zonen in Roermond. Door Bleijs ontworpen orgelkas van het Maarschalkerweerdorgel (1883) met de eerste open pijpopstelling in Nederland. De 15deeeuwse houten piëta (Maria met de dode Christus) en eikenhouten preekstoel (W.F. Krayenschot, 1756) zijn afkomstig uit de gesloopte voorganger, een schuilkerk.
12
Lunchroom De Vier Jaargetijden
Grote Noord 31
Pand uit de 18de eeuw met rococo deuromlijsting. Hal en linker benedenkamer met Lodewijk XVI stucwerk. Medaillon
13
met afbeelding van Hippocrates in de schoorsteenmantel.
Drechterlandse Huis
Grote Oost 4, 6
Herenhuis gebouwd in 1728 naar aanleiding van het huwelijk tussen Cornelis van Foreest en Maria Everdina van Akerlaken. Naderhand samen met het rechter buurpand (nr. 2) gebruikt als Waterschapshuis voor het waterschap Westfriesland. Na het vertrek van de Duitse Ortskommandantur in mei 1945 is de benedenverdieping in neo-Lodewijk XVI-stijl opnieuw ingericht. Thans is hier het Nederlands Affichemuseum gevestigd. 10
14
Post- en telegraafkantoor
Het ontwerp in neorenaissance-stijl is van rijksbouwmeester Peters. Gebouwd in 1876-'77 als Rijks Post- en Telegraafkantoor en als zodanig dienst gedaan tot 2004. Nu in gebruik als kunstuitleencentrum en appartementengebouw.
Grote Oost 28, 30
Een mooi voorbeeld van een type overheidsgebouw zoals in het laatste kwart van de 19de eeuw veel gebouwd is.
15
Foreestenhuis
Grote Oost 43
Voornaam woonhuis van de patriciërsfamilie Van Foreest, in 1724 ontstaan door samenvoeging van drie bestaande huizen waarvoor een nieuwe zandstenen voorgevel met attiek werd opgetrokken. De gevel wordt bekroond door vier beelden uit de Romeinse godenwereld: v.l.n.r. Minerva, Venus, Fides en Mars. De deurpartij en twee vensters erboven worden omlijst door Lodewijk XIV beeldhouwwerk. Het door twee atlanten gedragen balkon is voorzien van een smeedijzeren hek waarin het monogram van de opdrachtgever Nanning van Foreest. In de vestibule gestucte wanden en plafond met o.a. het oordeel van Paris, een vanwege de drie schaars geklede mooie godinnen veelvuldig afgebeelde scène uit de Griekse mythologie. Gedeeltelijk oorspronkelijk smeedijzeren stoephek. Sinds 1815 in gebruik als remonstrantse
16
kerk. De achtertuin is ingericht met bijbelse planten.
Kantongerecht
Grote Oost 53
Een kenmerkend 18de-eeuws woonhuis met een sobere Lodewijk XV voorgevel. Het is een samenvoeging van twee panden. Lodewijk XV stucwerk, beschilderd behangsel met arcadische landschappen, 18de-eeuwse lichtkoepel van gebrandschilderd glas in Lodewijk XV-stijl (rococo). Lodewijk XVI schouw. Tot 15.00 uur geopend.
11
De restauratie van monumentale boerderijen, woon huizen en panden is een kostbaar en gecompliceerd proces. Daardoor wordt vaak besloten tot sloop en nieuwbouw. Niet helemaal onbegrijpelijk, maar wél jammer. Want met het verdwijnen van historische, beeldbepalende gebouwen gaat waardevol en onvervangbaar cultuurgoed verloren. IntermarisHoeksteen is een ondernemende woningcorporatie die werkt aan wonen in Hoorn, West-Friesland, Purmerend en Waterland. Wij ontwikkelen, realiseren en beheren niet alleen woningen maar restaureren ook historische, monumentale panden.
www.intermarishoeksteen.nl
Onze uitgebreide lunchkaart
Welkom in Hoorn! Kom genieten van....
De dagverse gerechten van onze dinerkaart
De lekkerste appeltaart van
Een mooie
Noord-Holland
binnenstads-
(AD-test)
tuin! Free wifi Parkeren na 18.00 gratis voor de deur m.u.v. koopzondag en koopavond
Gedempte Turfhaven 44 - Hoorn - 0229-270808 www.detuynkamer.nl
12
17
Ooster- of Sint-Anthoniskerk en Claes Joesthuys Grote Oost 58, 60
Laatgotische kruiskerk met renaissance voorgevel uit 1616 naar ontwerp van de bekende Amsterdamse architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser. Vanouds vooral een schippers- en visserskerk. Prachtig Lodewijk XV snijwerk van Bätzorgelfront, kast voor klokgewichten, gebrandschilderde ramen, wenteltrap naar klokkenzolder. Het voorhuis van het naastgelegen 17de- of mogelijk 16de-eeuwse Claes Joesthuys is vanuit de kerk toegankelijk. De ruimtelijke structuur is nog intact: een 4,50 m hoog voorhuis met daarachter
18
twee verdiepingen. Ook het houtskelet en de hangkamer zijn nog aanwezig.
Hoofdtoren en Houten Hoofd
Hoofd 2
Als verdedigingstoren in 1532 gebouwd tegen aanvallen vanuit zee. Laatgotische opzet. De bakstenen westgevel was oorspronkelijk voorzien van een trapgevel. De zeezijde is opgebouwd van lichte ledesteen. Als baken voor de scheepsvaart reeds van verre zichtbaar. Aan deze zijde is ook een z.g. lichtkooi te zien. De gevels zijn voorzien van een boogfries ter hoogte van de weergang. Het torentje met lantaarn uit 1750 is een kopie van een verbrande voorganger uit 1651. Op de walmuur links van de toren, uitkijkend
19
over zee, de beeldengroep De scheepsjongens (Rolf, Hajo en Padde) van Bontekoe. Het daarachter gelegen Houten Hoofd dateert orspronkelijk uit 1464.
Engelbewaarderskerk
heel nieuwe wegen in. De Engelbewaarderskerk in Hoorn is hiervan een duidelijk voorbeeld. Onder meer in de betonnen klokkentoren met zijn afgeronde vormen is de invloed herkenbaar van de wereldberoemde kapel Nôtre Dame du Haut (1953-1955) in Ronchamps (Fr.) van architect Le Corbusier.
Johannes Poststraat 26
Za. 11.00-17.00 uur (behoudens uitvaarten) Zo. 10.00-16.00 uur Voormalige r.-k. kerk van de H.H. Engelbewaarders uit 1960-1961. De kerk met achterliggende sacristie en pastorie is gebouwd naar ontwerp van het architectenbureau Van Oerle-Schrama-Bos in Leiden. Aanvankelijk ontwierp het bureau in de stijl van de bekende architect Kropholler, maar eind jaren ’50 sloeg het bureau onder invloed van het Functionalisme ge13
20
Hervormde kerk
drie geledingen en wordt bekroond door een achthoekige gemetselde spits. Boven de toreningang een latei en boogvulling van rode zandsteen met gotische drie- en vierpasmotieven. Inwendig houten tongewelven, eiken preekstoel uit 1659 (achterschot 18de-eeuws) met snijwerk, ebben kussenpanelen en fraaie koperen Lodewijk XIV lezenaar (tweede kwart 18de eeuw), doophek met koperen voorzangerslezenaar, kaarsenarm, beide 17de-eeuws, en fraaie koperen Lodewijk XIV doopboog uit 1748 bekroond door een pelikaan met jongen als symbool voor Christus, memoriebord uit hetzelfde jaar, twee psalmbordjes uit 1696, en een tweeklaviers Van-Damorgel (1881). Tussen kerk- en dienstruimte 18de-eeuws gemarmerd schot met vier deuren. De klok in de toren is in 1468 gegoten door de bekende Utrechtse klokkengieter Steven Butendiic.
Kerkelaan 8, Zwaag
Eenbeukige gotische kerk met een smaller en lager koor dat nog deels uitgevoerd is in tufsteen en kloostermoppen. Boven de noordelijke ingang tufstenen maaswerk. De voorgebouwde toren telt
21
Grote Kerk
tot twee winkels en 32 woningen. In 1838 is zijn gotische voorganger jammerlijk in vlammen opgegaan. Het was een bouwwerk van vergelijkbare statuur als de Grote Kerk in Haarlem en Alkmaar. Sinds de terugkeer van een carillon in 1939 waaien weer regelmatig de feestelijke klanken van de beiaard over de stad. De toren kan tijdens Open Monumentdag beklommen worden.
Kerkplein
Wonen en winkelen gaan tegenwoordig samen in deze uit 1881-1883 daterende voormalige hervormde kerk, gebouwd in neo-Hollandse renaissancestijl naar ontwerp van de Amsterdamse architect C. Muysken. Torenspits in 1939 in soberder vorm vernieuwd. Verbouwd in 1985
22
Admiraliteitspoortje Kerkplein
Rechts in de hoek van het Kerkplein het Admiraliteitspoortje, het enig overgebleven bouwdeel van het daarachter gestaan hebbende Admiraliteitsgebouw en Prinsenhof. Het poortje dateert van 1607. Het wapenschild draagt het wapen van de Westfriese Admiraliteit: het wapen van West-Friesland met twee gekruiste ankers en de letters PPP die staan voor Pugno Pro Patria (ik vecht voor het vaderland). De leeuwen- en mannenkoppen lijken afkomstig te zijn uit de
werkplaats van Hendrick de Keyser in Amsterdam. 14
23
Sint-Jansgasthuis Kerkplein 39
Dit in vroeg-renaissancestijl gebouwde gasthuis uit 1563 diende oorspronkelijk voor verzorging van zieken en onderkomen van vreemdelingen. Tot 1841 was hier het gasthuis gevestigd en daarna deed het gebouw o.a. dienst als magazijn van het Hoornse garnizoen en als botermarkt. Oorspronkelijke kleuren van de koppen en maskers op de kraagstenen onder de eerste verdiepingsvloer. Nu tentoonstellingsruimte van Kunstenaarsvereniging Hoorn en omstreken.
24
Noorder- of Vrouwekerk Kleine Noord 32
Driebeukige gotische hallenkerk uit de 15de eeuw. De westgevel aan het Kleine Noord telt drie topgevels waarvan de middelste met uithangende wijzerplaat. Het koor was na de hervorming eeuwenlang ingericht als ‘armenkerk’. Kansel (1635) en koorhek (1642) rijk voorzien van snijwerk, evenals de uit de afgebrande Grote Kerk afkomstige gotische eiken spiltrap. Beschildering balken en houten gewelven in gotisch trant. In de dakruiter hangen twee klokken uit 1606. De kerk is nog steeds in gebruik voor de eredienst, maar ook voor culturele activiteiten.
25
Historische fruitkwekerij
19de eeuw om bekend stond. Op dit bedrijf vindt u nog drie zogenaamde kniekassen (serres) uit het eind van de jaren ’20 van de vorige eeuw. In een daarvan wordt nog steeds de Alicante-druif geteeld. Een in 1943 herplaatst warenhuis afkomstig uit Oudendijk is eveneens bewaard gebleven, met een naastgelegen ketelhuis uit hetzelfde jaar. Schuin achter het in 1930 gebouwde woonhuis een bewaarschuur voor appelen uit 1938. In de voortuin staat een beschermde hoogstamboom, een blonde goudreinet ‘Boskoop’.
Koewijzend 4, Blokker
Een van de laatste fruitkwekerijen waar het gebied Bangert/Koewijzend sinds de 15
26
Mariakapel
Korte Achterstraat 2A
Kapel uit 1508, onderdeel van het voormalige Mariaklooster. Het naastgelegen complex werd na de hervorming burgerweeshuis en de kapel zelf wapenarsenaal voor de Staten van Holland en Westfriesland. De gotische voorgevel is gepleisterd en na een brand in 1877 voorzien van een neoclassicistische toegangspartij. Het gotische uiterlijk van de kapel is goed waarneembaar vanuit de vroegere weeshuistuin, via het poortje aan de kant van de Turfhaven te bereiken. De kapel is nu in gebruik als tentoonstellingsruimte van het kunstenaarsinitiatief Hotel Mariakapel en cultureel café.
27
Mariaklooster/Burgerweeshuis Korte Achterstraat/Weeshuistuin
Catharinakapel boven het maaiveld opgetrokken. Hardstenen waterpomp in Lodewijk XV-stijl. Schuin daartegenover in de hoek van de muur is nog een vroegere wandpomp aanwezig. Een regenpijp, nog uit loden delen bestaand, voert het hemelwater naar een ondergrondse waterverzamelbak, waar het water uit opgepompt wordt. De plataan en de linde zijn als monumentale bomen beschermd.
Toegankelijk via poortje aan de Weeshuistuin. Dit is de voormalige binnentuin van het Mariaklooster. Vanaf het poortje gezien links de gotische kapel uit 1508 en rechts de voormalige kloostergebouwen, die na de hervorming tot in de jaren 1960, dus bijna vier eeuwen lang, als burgerweeshuis dienst deden. De gevels van deze gebouwen dateren grotendeels uit de 18de eeuw. Achter de kapel zijn de fundamenten van de vroegere
28
Claas Stapelhofje
aanwezig. Het renaissance toegangspoortje, mogelijk uit de werkplaats van Hendrick de Keyser, heeft in de Kruisstraat gestaan als toegang tot het terrein van het voormalige Ceciliaklooster, waar de Latijnse school was gevestigd.
Munnickenveld 21
Voormalig vrouwenhofje gesticht door Claas Stapel en twee vrienden in 1682. Twee historische waterpompen zijn nog 16
29
Statenlogement en Ceciliakapel Nieuwstraat/Nieuwsteeg
kapel zouden bouwen. Deze kapel van 1453 staat er nog steeds. Na de reformatie veranderde de functie van de gebouwen: de Gecommitteerde raden van Westfriesland en het Noorderkwartier gebruikten het als logement en de kapel werd als eetzaal gebruikt. Het grote schilderij van de slag op de Zuiderzee (de Spaanse vloot van admiraal Bossu tegen de Watergeuzen en de Westfriezen) is van Jan Blanckerhoff uit 1668. De houten lijst is gemaakt door Jan Kinnema voor een bedrag van ƒ 475, maar hij kreeg nog ƒ 100 extra vanwege de buitengewone kwaliteit van het houtsnijwerk. De eetzaal kreeg de tegenwoordige inrichting in 1788 door architect Leendert Viervant en acht jaar later werd het complex aangekocht door de stad Hoorn en ingericht als stadhuis, de eetzaal werd raadzaal.
De ‘broeders van goeden wille’ hebben al in 1385 op deze plaats het Jeronymitenklooster gesticht. Een halve eeuw later gaven zij al hun bezittingen aan het nonnenklooster van St. Cecilia op voorwaarde dat de nonnen een nieuwe
Breed 33, 1621 KA Hoorn Telefoon: (0229) 21 27 17 Fax: (0229) 21 10 22 E-mail:
[email protected] Website: www.keizerskroonhoorn.nl
17
30
Kloosterpoortjes en tuin Nieuwstraat, Wisselstraat, Kerkplein
Vanaf de Nieuwstraat, tussen nrs. 18 en 20, door het poortje de Wisselstraat in. Een eenvoudige, bakstenen poortomlijsting, die van zes natuurstenen blokjes is voorzien. Let op de ongebruikelijke toepassing van de houten sleutelstukken als console voor de houten zolderingbalken. Daarna, ongeveer 50 m. rechts in de Wisselstraat, het kloosterpoortje van het in 1606 gestichte Oude Vrouwenhuis, dat weer op het terrein van het in 1602 afgebrande Geertenklooster is gesticht. Boven de doorgang een fries met jaartalcartouche en leeuwenkoppen en hoger een door geblokte pilasters geflankeerde moderne gevelsteen, die geïnspireerd is op de sterk verweerde oorspronkelijke voorstelling van twee zittende met elkaar pratende vrouwen. In het gebouw links van het poortje was van 1639 tot 1885 de bank van lening gevestigd. Het poortje geeft via een gang die gedeeltelijk overwelfd is met een kruisribgewelf en deels met een houten tongewelf toegang tot een binnentuin. Deze binnentuin van het vroegere Oude Vrouwenhuis en Geertenklooster door, volgt een poortje met omlijsting van Namense steen met op de sluitsteen van de boog het wapen van Hoorn. Vervolgens, na een houten
overwelfde gang uitkomend op het Kerkplein, weer een poortje namelijk van ‘Het Oude Vrouwen Huys’. Dit poortje uit 1610 heeft een Dorische poortomlijsting tussen Ionische halfzuilen. Een bijzondere versiering vormen o.a. de ‘scharnieren’ rond de halfzuilen. In de bovenhoeken twee putti met een zandloper en doodshoofd als symbolen van vergankelijkheid, toepasselijk voor een oude-vrouwenhuis. Het fronton wordt doorbroken door het wapen van Hoorn en geflankeerd door twee zittende vrouwenfiguren.
Molen De Krijgsman
in september 1896 door blikseminslag. Noorderdracht 61, Oosterblokker Voor de herbouw zijn delen gebruikt van een molen uit Zaandam-Oost. Omdat er in de omgeving veel fruitteelt was, werd De geschiedenis van molen De Krijgsman de molen, om genoeg wind te vangen, in Oosterblokker begint in 1602. Aan de op een vijf meter hoge onderbouw geoverkant van de Noorderdracht werd een plaatst. Hierdoor werd de nieuwe molen standerdmolen gebouwd. Toen deze in De Krijgsman, met een stellinghoogte 1862 geheel omwaaide werd een nieuvan 10.40 meter de hoogste molen van we achtkantige houten molen gebouwd, Noord-Holland. De Krijgsman. Deze molen verbrandde
31
18
32
VOC-pakhuizen
Onder de Boompjes 22/Pakhuisstraat
Twee voormalige pakhuizen van de Hoornse kamer van de Verenigde Oostindische Compagnie. Het rechter pakhuis van 1606 (verlengd tussen 1630 en 1639), het linker vermoedelijk van 1610. Eenvoudige renaissance trapgevels tegen hoog zadeldak. Boven de deur van het rechter pakhuis een cartouche met het bouwjaar 1606 en een geopende baal met Oost-Indische specerijen. In de linker voorgevel een grote gevelsteen met 17de-eeuwse driemasters. Inpandig heeft het rechter pakhuis aan de Onder de Boompjeskant een schouw uit het laatste kwart van de 18de eeuw met in reliëf een tak van de nootmuskaatboom, Mercuriusstaf en twee specerijbalen met het monogram van de Hoornse VOC. Dit gedeelte van het rechter pakhuis herbergt het onderkomen van de Vereniging Oud Hoorn met een voorlichtingsbalie over de geschiedenis van Hoorn. In het linker pakhuis is theater Het Pakhuis
33
voor amateurtoneel en toneelcursussen gevestigd.
Admiraliteitsgebouwen/gevangenis Oostereiland
genis en daarna in gebruik als verbeteringsgesticht voor bedelaars, landlopers, alcoholisten, souteneurs, enz. Vervolgens weer gevangenis, o.a. na de Tweede Wereldoorlog voor 500 collaborateurs en kortgestrafte politieke gevangenen. In de loop der eeuwen vele malen verbouwd en uitgebreid. Sinds kort zijn hier o.a. Cinema Oostereiland en het Museum van de Twintigste Eeuw gevestigd.
Het Oostereiland is rond het midden van de 17de eeuw aangelegd. Kort daarna liet koopman Cornelis Schuyt er enkele pakhuizen bouwen die het oudste deel vormen van het huidige gebouwencomplex. Vanaf 1692 was hier de Admiraliteit van Westfriesland en het Noorderkwartier gevestigd met een eigen scheepswerf en haven (de naastgelegen Grashaven). In 1814 heringericht tot militaire gevan-
19
Word lid van Oud Hoorn Al 95 jaar staat Vereniging Oud Hoorn op de bres voor het behoud van cultureel en historisch erfgoed in Hoorn. Dat gebeurt op velerlei wijze. De vereniging heeft een zeer uitgebreide website, een documentatiecentrum en een beeldbank waarin meer dan 17.000 opnames, organiseert wandelingen, lezingen en exposities in het verenigingsgebouw. Elk kwartaal komt in fullcolour het Kwartaalblad uit met een keur aan interessante artikelen. Oud Hoorn geeft ook boeken uit, zoals in november Hij komt van Hoorn, de Hoornse stadsgeschiedenis over de negentiende eeuw, geschreven door Jos Leenders, 800 pagina’s, rijk geïllustreerd. (Voorintekening tot 15 september met korting. Zie website). Nieuwe leden zijn zeer welkom. Meld u aan. U ontvangt dan de kaart van Blaeu als welkomstcadeau. Het lidmaatschap bedraagt e 22,50 per jaar. Aanmelden kan per telefoon, via de website, per e-mail of persoonlijk in het Oost-Indisch Pakhuis. Het Oost-Indisch Pakhuis, Onder de Boompjes 22, is geopend op dinsdag en donderdag van 10 tot 16 uur en op zaterdag van 10 tot 14 uur. Vereniging Oud Hoorn, Onder de Boompjes 22, 1621 GG Hoorn. Tel.: 0229 273570. E-mail:
[email protected] (algemeen) en
[email protected] (ledenadministratie, aanmelding nieuwe leden). Website: www.oudhoorn.nl
20
34
Varen met een monument Oostereiland westoever
eeuw een scheepswerf van de Admiraliteit gevestigd. Het nieuwe gebouw krijgt een museaal ingericht Bezoekerscentrum met historische documentatie en vaste en wisselende exposities over historische schepen, de Zuiderzeevisserij en de maritieme geschiedenis van Hoorn. Vanuit dit Centrum zullen verschillende activiteiten worden ondernomen. Het nieuwe onderkomen herbergt voorts opslagruimte en werkplaatsen voor onderhoud en restauratie aan historische schepen.
Aan de westoever van het Oostereiland is onlangs de nieuwe Museumhaven in gebruik genomen. Vanaf deze plek kunt u een zeiltochtje maken op het Markermeer met een Varend Monument. De vaartochtjes duren circa 40 minuten. Aan de nieuwe steiger is plaats voor onder andere authentieke botters, schouwen, een Wieringeraak en een Groninger zeetjalk. De Museumhaven is onderdeel van het Centrum Varend Erfgoed dat in het voorjaar van 2013 verrijst op de zuidpunt van het eiland. Hier was in de 18e
35
Historische speelgoedverzameling Pakhuisstraat 10
en als winkel ingerichte voorhuis. Hier bevindt zich een uitgebreide verzameling historisch speelgoed en attributen van niet meer gedane spelen en spelletjes.
Een 17de-eeuws woonhuis met grotendeels nog aanwezig houtskelet, dat gedeeltelijk is te zien in het opengestelde
36
Lourdeskapel
Masker (1828-1906) die de kapel voor eigen rekening liet bouwen. Hij had Lourdes bezocht en wilde in navolging van andere plaatsen in Zwaag een verkleinde kopie laten maken van de grot waar Bernadette Soubirous in 1858 Maria zag verschijnen. Zie ook pagina 49.
Pastoor Nuijenstraat 2, Zwaag
De zeshoekige kapel daterend uit 1882 met uitgebouwde Lourdesgrot is opgetrokken in neogotische stijl. Opdrachtgever voor de bouw was de toenmalige pastoor van Zwaag, Petrus Franciscus 21
37
Lutherse kerk Ramen 4
In sobere Lodewijk XV- of rococostijl gebouwde kerk uit 1769. Rijkelijk van rococo snijwerk voorziene mahoniehouten kansel. Dooptuin met messing doopboog. Oorspronkelijke banken. Het orgel gebouwd door Pieter Müller, zoon van de befaamde orgelbouwer Christiaan Müller, wordt regelmatig bespeeld. De middelste van de drie uitgebeelde figuren op het orgel stelt de harpspelende koning David voor. De herenbank onder het
38
orgel heeft een rijkgesneden opzetstuk in Lodewijk XV-stijl met klok.
Doopsgezinde kerk
door zeldzame kapitelen van gegoten zink, een in de 19de eeuw nieuw bouwmateriaal. Het voorste gedeelte van de kerk werd tot 1935 bekroond door een achtkantig torentje op een koepelachtige onderbouw. Tot 1965 heeft het gebouw als kerk dienst gedaan. Bij een renovatie in 1995 is een verdiepingsvloer aangebracht. Op de eerste verdieping, bereikbaar via het buitentrappenhuis rechts, kunt u de oorspronkelijke gestucte wand- en plafondafwerking bekijken.
Ramen 31 en 31a
Voormalige doopsgezinde kerk uit 18641865 gebouwd in rondboogstijl naar ontwerp van de Hoornse civiel-ingenieur H. Linse. Kenmerkend zijn de rondboogvensters en de combinatie van rode baksteen met contrasterende gepleisterde onderdelen zoals vensteromlijstingen, pilasters en lijstwerk. De ingang wordt geaccentueerd door een rondboogportaal waarin hardstenen zuilen bekroond
39
Westfries Museum
ven, en pas in 1817 werd het gebouw gebruikt voor de arondissementsrechtbank. Vanaf 1879 kreeg het pas opgerichte Westfries Museum enige ruimtes in gebruik. Zie ook www.wfm.nl
Roode Steen 1
Op de plaats van het huidige Westfries Museum was vanaf de 15e eeuw het Proostenhuis, de zetel van de afgevaardigde van de bisschop van Utrecht. Nadat Hoorn voor Willem van Oranje koos verdween de Proost uit Hoorn en in 1596 namen de Gecommitteerde Raden het gebouw in gebruik als vergaderplaats. Dit college werd ingesteld omdat de regio was afgesloten van de rest van het opstandige Nederland, Amsterdam was namelijk nog Spaans. De huidige gevel werd gebouwd in 1631/32 in opdracht van de rekenmeester van West-Friesland en het Noorderkwartier. De gevel aan de binnenplaats dateert uit de 18e eeuw; de klok werd geluid als de vergadering begon. Bij de komst van de Fransen in 1795 werd het college opgehe22
40
Waag
41
Restaurant Ridderikhoff
Het waaggebouw is in 1609 gebouwd naar ontwerp van de bekende Amsterdamse architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser. Bij de restauratie van 1912-1914 is de aangetaste buitenschil van arduinsteen vervangen door hardsteen. Thans ingericht tot café-restaurant. De weegschalen zijn op één na verwijderd, maar het mechaniek aan de zoldering dat de schalen naar buiten kon brengen, is nog aanwezig. Verder, ook de verdieping, nagenoeg authentiek. Aan de voorgevel beneden hangt nog het klokje dat de opening en sluiting van de waag aankondigde.
Roode Steen 8
Roode Steen 9 en Grote Oost 5
Beide panden van eind 16de-eeuwse oorsprong en in 2001 grondig gerestaureerd en ingericht tot café/restaurant met inzet van mensen met een arbeidshandicap. Roode Steen 9 heeft o.a. een eind 19deeeuwse voorgevel en in de voorgang een houten tweelingpoortje. In de gang een stenen renaissance poortje. Alle verdiepingen tonen delen van het houtskelet. In 1882 toen hier café Dalmeijer gevestigd was, werd achter het pand een wintertuin gebouwd naar ontwerp van de Hoornse architect A.C. Bleijs. Van 1924 tot 1995 was hier de landelijk bekende kostuumverhuurderij ‘de erven Ridderikhoff’
42
gevestigd. Grote Oost 5 herbergt een dagactiviteitencentrum voor mensen met een beperking.
Gebouw Rozenkruizers
staande huizen. Ruimtelijke structuur nog aanwezig. Op de bovenste verdieping en zolder (privé) is het houtskelet nog zichtbaar. Tuin geopend, ook toegankelijk via het Achterom
Roode Steen 15
Patriciërswoning ontstaan in de 18e eeuw na samenvoeging van drie be-
Er worden lezingen gegeven om 11.00 uur, 12.30 uur en 14.00 uur.
43
Monumentale bruine beuk Westerblokker 125, Blokker
stamomtrek van ruim zeven meter is het de dikste bruine beuk in Noord-Holland. Lopend bereikbaar via de inrit naast het huis.
Ruim 200 jaar oude bruine beuk die van gemeentewege beschermd is. Met een 23
’Tot verfraaying der stad‘. Plantsoenaanleg in Hoorn in de 19e eeuw In de zeventiende en achttiende eeuw trekken de inwoners van Hoorn op mooie zondagen de vaak stinkende stad uit voor een verfrissende wandeling. Populaire bestemmingen zijn de singels, de Koepoortsweg en de daarop aansluitende lanen. De Koepoortsweg heeft ten behoeve van de wandelaars naast de rijweg zelfs een afzonderlijke wandelweg. Tussen beide weggedeelten laat het stadsbestuur in 1684 een rij palen slaan, zodat wandelaars voortaan ongestoord kunnen flaneren, niet gehinderd door uitwijkende rijtuigen. Volgens een anonieme achttiendeeeuwse dichter kunnen de Hoornse wandeldreven wedijveren met die van Haarlem, Den Haag en zelfs de hoofdstad: ’Maar wie eens Hoorens wandelweegen met een opmerkend oog beschouwt, roept weg nu Haags en Haarlems Hout. Hoe pragtig, fray of net geleegen, dees streeft het in vermaak voorby, ja zelfs het tempe [lieflijk oord] aan het Y.‘ De Hoornse dominee Westerop is zo mogelijk nog enthousiaster over de ’voorstads wandelweegen‘ en wijdt er een gedicht aan van ruim honderd bladzijden. Een eeuw later hoeft de burger de stad niet meer uit voor een aantrekkelijke wandeling. In de loop van de negentiende eeuw zijn immers alle stadswallen omgevormd tot plantsoenen. Hierdoor is een fraaie, vrijwel aaneengesloten ’wandeling‘ ontstaan waarvan nog grote delen bewaard zijn gebleven. Het omvormen van stadswallen die hun verdedigingsfunctie verloren hebben in wandelparken is een algemeen verschijnsel dat zich in Nederland voordoet vanaf het begin van de jaren twintig van de negentiende eeuw. Haarlem is in 1821-’22 de eerste met de omvorming van de noordelijke bolwerken in parken naar ontwerp van de bekende (landschaps)architect Jan David Zocher jr. Na Haarlem volgen Leeuwarden (vanaf 1825), Arnhem en Utrecht (beide vanaf 1829), Zaltbommel (vanaf 1834) en Hoorn (vanaf 1836). Hoorn behoort daarmee tot de vroege voorbeelden. Tientallen steden zouden nog volgen, vooral in de tweede helft van de eeuw (o.a. Alkmaar vanaf 1863). De veelal in Engelse landschapsstijl aangelegde walplantsoenen zijn voor de gegoede burgerij een geliefd middel geworden om zich te verpozen. Hieronder wordt in chronologische volgorde ingegaan op de aanleg van de verschillende plantsoenen in Hoorn in de negentiende eeuw.
Plantsoenen Baadland en Oude Doelenkade De eerste twee plantsoenen die het stadsbestuur laat aanleggen bevinden zich aan weerskanten van de huidige Binnenhaven, namelijk op het Baadland en langs de Oude Doelenkade, tussen Mallegomsteeg en Karperkuil. Op het Baadland waren aanvankelijk scheepswerven gevestigd en vanaf 1612 woningen en pakhuizen. Door de neergang van de stad na de zeventiende eeuw werden veel huizen gesloopt en op de kadastrale kaart van 1823 blijkt op het Baadland zelfs alle bebouwing verdwenen. Van de bebouwing tussen Mallegomsteeg en Karperkuil resteerden enkele huizen waarachter zich een gracht uitstrekte, de Lindengracht. De Hoornse kroniekschrijver C.A. Abbing, rector van de Latijnse School, schrijft over de herinrichting van beide terreinen: “1837-1842. Huizen op de Linden-gracht afgebroken, de gracht zelve grootendeels gedempt, het terrein effen gemaakt en beplant; ook het Baadland, reeds in eene weide herschapen, tot eene wandeling aangelegd.” Op de stadsplattegrond uit 1890 (zie p. 36) zien we onder het midden de huidige Binnenhaven, toen ’De Oude Doelen‘ geheten, en ter weerszijden daarvan de beide plantsoenen. Duide- Prentbriefkaart uit 1904 met rechts het plantsoen langs de Oude lijk herkenbaar is de natuurlijk Doelenkade (collectie auteur) 24
Stadsplattegrond uit 1869 waarop duidelijk herkenbaar de in Engelse landschapsstijl aangelegde walplantsoenen rond de binnenstad (collectie Westfries Museum)
ogende asymmetrische aanleg met slingerpaden, kenmerkend voor de toen populaire Engelse landschapsstijl. Een eerdere stadsplattegrond uit 1869 laat een vergelijkbare aanleg zien en doet vermoeden dat de twee plantsoenen vanaf het begin zijn aangelegd in landschapsstijl. Wie de oorspronkelijke aanleg en beplanting ontworpen heeft, is niet bekend. Uit de notulen van burgemeester en wethouders blijkt dat het Baadland, voordat het als plantsoen werd ingericht, eerst is opgehoogd. In maart 1836 wordt namelijk aanbesteed het ophogen en ’applaneren‘ (effenen) van het Baadland. Het werk wordt na provinciale goedkeuring voor ƒ 1800,- gegund aan Jan Stader. De voor de ophoging benodigde grond wordt gevonden door een gedeelte van de binnenhavens uit te diepen. Hierdoor is het project ook financieel haalbaar, want de gemeente mag de kosten in mindering brengen op het Hoornse aandeel in de totale kosten voor het uitdiepen van de havens. Onduidelijk blijft of het van meet af aan de bedoeling was het Baadland als plantsoen in te richten. Wellicht wilde de gemeente het aanvankelijk slechts als grasland verpachten. Dat het terrein eerst in een weide herschapen was, zoals Abbing schrijft, wijst in die richting. Het verfraaien van de stad door het planten van bomen en struiken is wel een idee dat al in 1836 leeft. In september dat jaar wordt namelijk door burgemeester en wethouders een voorstel ’tot het verfraayen der stad door beplantingen‘ om advies aangehouden. Het gaat hierbij om ’sommige ledige terreinen‘, maar welke staat niet vermeld. Overigens waren al eerder op leeggekomen erven bomen geplant; Kroon en Kapteyn melden in hun kroniek bij het jaar 1820: “Toen de erge koude voorbij was, begon men jonge boomen te planten op de plaatsen waar vroeger huizen gestaan hadden, tevens werden veel wegen opnieuw bestraat.” Van het plantsoen tussen de Mallegomsteeg en de Karperkuil is in 1902 een groot deel als bouwterrein verkocht aan drie particulieren met de verplichting hier binnen drie jaar zes herenhuizen te bouwen (Oude Doelenkade 27-37, nu rijksmonument). In de jaren twintig en dertig zou ook de rest van het plantsoen worden opgeofferd voor woningbouw en als bedrijfsterrein. Het Baadland is dit lot bespaard gebleven en na 175 jaar nog steeds als plantsoen in gebruik. 25
Plantsoen Westerdijk en Zuiderplantsoen Volgens Abbing zijn het plantsoen langs de Westerdijk en het inmiddels verdwenen Zuiderplantsoen – dit lag ten Oosten en Zuiden van de Karperkuil - aangelegd in de periode 1837-1842. Hij schrijft hierover: “De Westerdijk, van de Westerpoort tot voorbij de Proostensteeg, door [het ambacht van] West-Vriesland [genaamd Drechterland] in beheer en onderhoud overgenomen, aanmerkelijk opgehoogd, verbreed, door eene steenen glooijing aan den zeekant versterkt en door plantzoen aan de binnenzijde verfraaid. (…) De Karperkuil aanmerkelijk verkleind en beschoeid, de grond van het A.B.C. en den Binnenluijendijk effen gemaakt, opgehoogd en tot wandeling aangelegd (…).” Voor de overdracht van het deel van de Westerdijk gelegen binnen de stad aan het ambacht Drechterland was in 1836 een contract gesloten tussen de stad Hoorn, het ambacht Drechterland en de Hoofdingelanden van Westfriesland. Nog datzelfde jaar wordt door het dijkbestuur van Drechterland ƒ 659,81 uitgegeven “voor de beplantingen van dien dijk als voor het bepuinen van vier rijpaden.” Op grond van de bepalingen in het contract declareert Drechterland dit bedrag begin 1837 bij de stad. In november van het jaar daarHet plantsoen langs de Westerdijk omstreeks 1920 op wordt door het dijkbestuur nogmaals een met duidelijk herkenbaar de toen nog aanwezige bedrag gedeclareerd, nu ƒ 1642,- voor in de slingerpaden. Waar deze elkaar kruisen is een zitloop van dat jaar gedane betalingen “wegens bank geplaatst (bron: J. van der Gulik en G. van beplanting aan den Westerdijk en andere terder Zel, Hoorn in oude ansichten deel 1) reinen.” Welke andere terreinen wordt niet vermeld. Het voorgaande doet vermoeden dat met de aanleg van het plantsoen langs de Westerdijk reeds in 1836 een begin is gemaakt en dat de werkzaamheden in 1838 zijn voltooid. De aanleg van het Zuiderplantsoen zal afgaande op Abbing gelijktijdig of kort daarna hebben plaatsgevonden. Renckens schijft over de aanleg van dit plantsoen het volgende: “In de jaren rondom 1840 verbeterde de stad de wegen op de Binnenluiendijk en ‘t ABC (…) en verfraaide de inmiddels bijna geheel braak liggende omgeving met een plantsoen (het Zuiderplantsoen).” Op de stadsplattegrond van 1869 zien we het plantsoen langs de Westerdijk en het Zuiderplantsoen duidelijk weergegeven (zie p. 25). Uit de getekende slingerpaden op de kaart valt af te leiden dat beide oorspronkelijk zijn aangelegd in Engelse landschapsstijl. In 1888 stelt de gemeenteraad de namen van de plantsoenen officieel vast. De gehele plantsoenstrook vanaf de Hoofdtoren tot aan het Keern krijgt de naam Westerplantsoen. Zowel het plantsoen langs de Westerdijk als het plantsoen op de Hoge Vest maakt daar deel van uit. De naam Zuiderplantsoen wordt toegekend aan de plantsoenaanleg vanaf de Oosterpoort tot aan de sluis bij de Hoofdtoren, dus inclusief het plantsoen op het Baadland. Op dit laatste gedeelte na is het Zuiderplantsoen in de loop van de twintigste eeuw geleidelijk opgeofferd om uiteindelijk geheel plaats te maken voor woningbouw. Het enige wat hier nog herinnert aan dit verdwenen plantsoen is een straatnaam. Het plantsoen langs de Westerdijk is nog wel herkenbaar, maar de vele parkeerplaatsen hebben het er niet mooier op gemaakt. Plantsoen Hoge Vest In 1510 wordt vanwege de toenemende dreiging van de hertog van Gelre tussen de Noorderpoort en de Westerpoort een nieuwe vestinggracht gegraven, de Westerpoortsgracht, met daarachter een zwaardere verdedigingswal, de Hoge Vest. Oorspronkelijk lag de westelijke vestingwal met bijbehorende gracht meer oostelijk, langs het Scharloo, de noorde-
Plantsoen op de Hoge Vest met de Westerpoortsgracht en de brug over de doorvaart naar de eerste vestinggracht, 1903 (collectie Westfries Archief)) 26
Ontwerptekening van K.G. Zocher voor het plantsoen op de Hoge Vest (collectie Westfries Archief)
lijke helft van de Dubbele Buurt en de Vale Hen. De Hoge Vest wordt in 1546 versterkt met een muur. Achter deze muur is in de eerste helft van de Gouden Eeuw een rij huizen gebouwd. De Hoornse kroniekschrijver Velius meldt dat hiermee in 1618 wordt begonnen. De eerste kadastrale kaart (1823) laat nog steeds een rij huizen zien en ook de oorspronkelijke vestinggracht ter plaatse van de Vale Hen is nog aanwezig. Rond 1840 zijn er plannen om de Hoge Vest om te vormen in een fraai plantsoen. In de raadsvergadering van oktober dat jaar licht burgemeester Van de Blocquerij, mogelijk de initiatiefnemer, het “plan tot verfraaijing van de Hooge Vest bij de Westerpoort” toe. De kosten worden geraamd op ƒ 520,- à ƒ 530,-. “Zijn Edelachtbare betoogd het wenschelijke van deze verbetering, waarmede reeds voor een gedeelte zou worden uitgevoerd het grootere, door den architect Zocher vervaardigde plan, waarvan insgelijks aan de leden inzage gegeven wordt (…)” Dit grotere plan is bewaard gebleven en bevindt zich in het Westfries Archief. Het is een ingekleurde ontwerptekening in vogelvlucht voor een plantsoen ter plaatse van de Hoge Vest en de vestinggrachten ter weerszijden. Ook dit ontwerp is evenals de twee eerdergenoemde plantsoenen vormgegeven in Engelse landschapsstijl. Het laat een schijnbaar natuurlijk gevormd landschap zien met een aantrekkelijke afwisseling van groepen heesters en/of bomen en open gazons waarin solitaire bomen. De twee rechte grachten zijn omgevormd tot fraaie waterpartijen met gebogen contouren en met elkaar in verbinding gebracht. Op dit punt bevindt zich een brug waar de slingerpaden samenkomen. Door de afwisseling van open stukken en hogere groenpartijen wordt de wandelaar schilderachtige doorkijkjes geboden op de waterpartijen en de omgeving. Rechtsonder is de tekening gesigneerd ’K.G. Zocher archit. Utrecht‘. Karel George Zocher was evenals zijn bekende broer Jan David jr. tuinarchitect en architect en had al eerder walplantsoenen ontworpen, voor Tiel en Purmerend (zie kadertekst op p. 29). De opdracht om de Hoge Vest in een wandelplantsoen te herscheppen had Karel George vermoedelijk te danken aan zijn al bestaande contacten met het gemeentebestuur in verband met de herbouw van de in 1838 afgebrande Grote Kerk waarvoor Prentbriefkaart uit 1916 met het door K.G. Zocher hij het ontwerp leverde. De gemeente was als ontworpen plantsoen op de Hoge Vest gezien vaneigenaar van de toren nauw bij dit project be- af de Westerdijk (bron: www.inoudeansichten.nl). 27
trokken. Overigens wordt de in 1842-’44 herbouwde Grote Kerk (in 1878 afgebrand) met haar imposante zuilenfront vaak ten onrechte aan Jan David jr. toegeschreven. Uit de archiefstukken blijkt niet of Karel George zelf met het voorstel is gekomen om de Hoge Vest om te vormen in een wandelpark of dat dit gebeurde op uitnodiging van de burgemeester en/of de wethouders. Het zal hun niet ontgaan zijn dat de wallen van andere steden als Haarlem, Purmerend en Utrecht door de broers Zocher herschapen waren in fraaie plantsoenen. De door K.G. Zocher ontworpen Grote Kerk na de Omdat de gemeentefinanciën het niet toelabrand van 1878. Kenmerkend voor de in die tijd ten om zelfs maar een begin te maken met de populaire neoclassicistische stijl zijn de vier forse uitvoering van het plan, komt burgemeester zuilen (collectie Westfries Archief). Van de Blocquerij met het verrassende voorstel om de eerste fase te betalen uit de presentiegelden van de raadsleden over 1840. De gemeentesecretaris en de plaatselijke belastingontvanger heeft hij al bereid gevonden ook een duit in het zakje te doen. De raad kan moeilijk achterblijven en het voorstel wordt bijna unaniem aangenomen. Eén raadslid is tegen omdat hij al schade lijdt door de sloop van panden voor de plantsoenaanleg. Bij de aanleg van het plantsoen in de jaren daarop wordt de bakstenen vestingmuur op de Hoge Vest afgebroken en de aarden stadswal gedeeltelijk geslecht. Kroon en Kapteijn melden in hun kroniek dat in 1844 aan 65 behoeftige gezinshoofden als werkverschaffing wordt opgedragen het plantsoen te voltooien. Met dit en andere gemeentelijke projecten verdienen ze vijftig à zestig cent per dag. Voor de financiering is in navolging van andere steden een vereniging opgericht die geld inzamelt onder de inwoners. De foto hiernaast uit omstreeks 1930 geeft een mooi sfeerbeeld van het plantsoen op de Hoge Vest. Twee jaar later, in 1932, zou het plantsoen worden afgegraven. Het water van de eerste vestinggracht langs de Dubbele Buurt was al eerder, vanaf 1902, geleidelijk gedempt met afval, puin en grond. Wat tegenwoordig resteert van het plantsoen van Zocher is de Westerpoortsgracht en een smalle groenstrook direct ten oosten daarvan. Wie goed kijkt Door K.G. Zocher ontworpen plantsoen op de Hoge Vest geherkent nog de gebogen contour zien richting Breed, circa 1930. Kenmerkend voor de Engelse van het oostelijke talud en de plaats landschapsstijl zijn onder meer het glooiende terrein en de waar zich de doorvaart naar de eer- slingerpaden. Rechts is de Westerpoortsgracht herkenbaar ste vestinggracht bevond. (collectie Westfries Archief).
Plantsoen tussen Noorderpoort en Koepoort In de raadsvergadering van december 1842 komt aan de orde “een door heeren burgemeester en wethouderen ontworpen plan tot het verschaffen van werk aan een aantal behoeftige ingezetenen gedurende de wintermaanden, tot het verfraaijen van een gedeelte der stad, en tot verkoop van eenen steenen muur tusschen de Koepoort en Paardenmarkt met de op den wal staande boomen en een der oude torens aldaar, met welker provenu volgens daarbij gevoegde berekening de uitgaven zullen kunnen worden bestreden.” Uit de opmerking in de marge blijkt dat met het ’verfraaijen van een gedeelte der stad‘ bedoeld wordt de aanleg van een plantsoen 28
Karel George Zocher Architect Karel George Zocher (1796-1863), de ontwerper van het plantsoen op de Hoge Vest, is een telg uit een bekende Haarlemse familie van (landschaps)architecten. Zijn oudere broer Jan David jr. was zoals gezegd de eerste die in ons land een stadswal herschiep in een plantsoen (Haarlem 1821-‘22). Naderhand zou Jan, naast tientallen andere projecten waaronder de Amsterdamse Beurs (de voorganger van de Beurs van Berlage) en het Vondelpark, ook de walplantsoenen van Amersfoort, Delft, Schiedam en Utrecht aanleggen. Karel hield zich, nadat hij zich in 1837 als zelfstandig architect gevestigd had, evenals zijn broer zowel met het ontwerpen van gebouwen als tuin- en landschapsarchitectuur bezig. Immerzeel schrijft in zijn boek De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der vijftiende eeuw tot heden uit 1843 dat Karel mede door zijn vader als architect is opgeleid. “Door eigen studie zich verder bekwaamd en als bouwmeester te Utrecht zich nedergezet hebbende, werd aldaar onder zijne directie in 1840 en 1841 eene Roomsch Katholijke kerk [de Sint-Augustinuskerk] gebouwd, terwijl hij in de laatse drie jaren 4 nieuwe buitenplaatsen te Oostkappel, in de Province Zeeland, aangelegd, en de stadswallen van Middelburg, Tiel, Hoorn en Purmerende op eene smaakvolle wijze in aangename wandelingen hervormd heeft. Ook is het onder zijn opzigt dat de herbouwing der over eenige jaren afgebrande Groote kerk te Hoorn plaats heeft.” op de stadswal tussen Paardenmarkt (het terrein waar nu de Waterdrager staat) en Nieuwland, oftewel tussen de Noorderpoort en de Koepoort. Een creatief plan: met de plantsoenaanleg wordt niet alleen de stad verfraaid, maar ook een aantal behoeftige werklozen aan werk gehol pen, en dat zonder dat het de gemeentekas iets hoeft te kosten. De gemeenteraad gaat dan ook akkoord met het plan, maar wel op de uitdrukkelijke voorwaarde dat “in geen geval de uitgaven de ontvangsten te boven gaan.” Nadat ook Gedeputeerde Staten hun goedkeuring hebben verleend, worden begin 1843 de genoemde vestingmuur en kruittoren, de Gemene-Rederskruittoren, publiek voor afbraak verkocht. De opbrengst bedraagt ƒ 1305,-. De verkoop van de op de vest aanwezige bomen levert ƒ 493,65 op. Met de opbrengsten wordt in 1843 de vest tussen Noorderpoort en Koepoort herschapen in een aantrekkelijk wandelplantsoen. Dat hiervoor een historische vestingmuur en kruittoren moeten wijken, wordt in die tijd nog niet betreurd. Een tweede kruittoren, de Admiraliteitstoren in het verlengde van de Veemarkt, mag overigens wel blijven staan in het nieuwe plantsoen. Deze toren verkeert wellicht in betere staat, maar zou, na nog in 1868 verbouwd te zijn tot bergplaats voor petroleum, in 1879 alsnog het veld moeten ruimen in verband met de aansluiting van Hoorn op het spoorwegnet. Toen zou ook het walplantsoen zelf grotendeels verdwijnen, maar uiteindelijk kwam er een nieuw stadspark voor terug, het Noorderplantsoen (zie p. 33).
Oosterplantsoen Het Oosterplantsoen is het gedeelte van het walplantsoen tussen de Oosterpoort en de Veliusbrug. In de negentiende eeuw wordt ook het plantsoen op de voormalige Koepoortsvest tussen Pakhuisstraat en Koepoortsbrug tot het Oosterplantsoen gerekend, maar voor de duidelijkheid is voor dit deel de huidige naam Achter de Vest aangehouden (zie verder). In het gemeenteverslag van 1864 wordt voor het eerst gesproken van “het plantsoen bij de Oosterpoort.” In oorsprong zal het Oosterplantsoen daarom dateren van vóór dat jaar. Wanneer het is aangelegd en door wie is vooralsnog onbekend. De kaart van 1869 laat een aanleg in Engelse landschapsstijl zien met een slingerpad. Zestien jaar later gaat bijna het hele plantsoen tussen de Oosterpoort en het bastion ter hoogte van de huidige Veliusbrug op de schop. In de raadsvergadering van 9 december 1884 wordt het college gemachtigd “tot het vellen en verkoopen van eenige boomen aan het bastion en de Oosterpoorts Vest; dat terrein door afgraving en verplaatsing van aardspecie voor te bereiden voor den aanleg van plantsoen en tot het doen van een beroep op de ingezetenen der gemeente, om uit de door deze te verstrekken vrijwillige bijdragen een fonds te verkrijgen, waaruit de kosten 29
van bovenbedoelde werken zullen kunnen worden gevonden; een en ander met het doel om, op het voorbeeld van andere gemeenten, aan hen die zooals zoovelen, tijdelijk zonder werk zijn, voor zooveel en voor zoolang mogelijk eenig werk te verschaffen.” Het in 1933 aangelegde Wilhelminapark is dus niet het eerste als werkverschaffingsproject aangelegd plantsoen in Hoorn; ook in de negentiende eeuw is al sprake van de aanleg van plantsoenen om werklozen tijdelijk werk te bieden. De eerste keer dat dit gebeurde was zoals we zagen al in 1843 bij de aanleg van het plantsoen tussen Noorderpoort en Koepoort. Eind 1884 wordt begonnen met het vellen van de bomen en het grondwerk voor het Oosterplantsoen. Voor het ontwerp van het nieuwe plantsoen neemt het college contact op met tuinarchitect Dirk Wattez in Bussum die eerder het Noorderplantsoen heeft ontworpen (voor meer informatie over hem zie p. 35). In februari 1885 keurt de raad een door hem ontworpen plan goed voor de aanleg en beplanting van de Oosterpoortsvest, van het bastion tot de brug bij het Watertje (zie prentbriefkaart). Ook wordt het college gemachtigd om “de boomen, welke alsnog aan een behoorlijke uitvoering van dat plan in den weg stonden, of waarvan de wegruiming om andere redenen gewenscht werd, te doen vellen. Het werk werd toen met kracht aangevat en voortgezet, zoodat aanleg en beplanting nog vóór den aanvang van den zomer van 1885 geheel waren voltooid.” Vervolgens worden in het gemeenteverslag enkele gloedvolle woorden gericht aan het adres van de Oosterpoortsgracht met in de verte de Oosterpoort en rechts daargulle gevers: “Mogen we ons van het Oosterplantsoen waarin een brug over het nu gedempte thans weder verheugen in den Watertje dat uitmondde in de gracht (collectie Westfries Archief). aanwinst van een fraai en naar den eisch aangelegd gedeelte plantsoen, den ingezetenen, die door hunne milde bijdragen tot werkschaffing de uitvoering van het werk bevorderden, strekke dat plantsoen als een blijvend bewijs van hun betoonden weldadigheidszin.” Na aftrek van de opbrengst van de verkoop van de bomen bedroegen de totale kosten voor aanleg en beplanting van het Oosterplantsoen ƒ 5321,40. De opbrengst van de inzameling was ƒ 3529,93, zodat er ƒ 1791,46 overbleef voor rekening van de gemeente. Tuinarchitect Wattez zou ook later als adviseur betrokken blijven bij het Hoornse groen. Zo worden mede op zijn advies vanaf 1888 de bestaande bomen langs de Draaf- en Westersingel vervangen door jonge iepen.
Plantsoen Achter de Vest Omdat de stadsmuur langs de Koepoortsvest (nu Achter de Vest) in bouwvallige staat verkeert, besluit de gemeenteraad begin 1872 deze voor afbraak te verkopen. Daarna is het voornemen om “genoemde vest voor zooveel noodig te slechten, opnieuw aan te leggen, en met heesteren andere gewassen te beplanten.” Van de bestaande bomen zullen er 42 worden gerooid en verkocht omdat ze merendeels hol zijn en regelmatig tijdens stormen zwaar beschadigd raken. Een maand later, op 4 februari, wordt de oude stadsmuur die zich uitstrekt van de gesloopte Koepoort tot aan de stadsfabriek op de hoek van Achter de Vest en Pakhuisstraat, openbaar voor afbraak verkocht (voor ƒ 551,- aan P. Broekman). “Het digtmaken en vaststampen der gaten van de geroode boomen op bovengenoemde vest, alsook het afgraven, verlagen en verhoogen van den grond en het maken van zinkstukken enz. op den 6 Maart daaraanvolgend in het openbaar aanbesteed, werd aangenomen door Klaas de Hart, aannemer te Schardam, voor ƒ 395,-.” In oktober van hetzelfde jaar machtigt de raad burgemeester en wethouders “om nog in dit jaar eenige gelden te besteden aan het verder in orde brengen, aanleggen en beplanten van de Vest 30
De singelgracht met links het plantsoen Achter de Vest, 1904. Duidelijk herkenbaar is het slingerpad dat ter plaatse van de Mariatoren daalt richting gracht (collectie Westfries Archief).
naar de Stadsfabriek, waartoe volgens een door hem gevraagde opgaaf van den heer Leendertz (kweekeling van Linaeus) wonende te Medemblik, eene som van ongeveer ƒ 500,- zal gevorderd worden.” Deze Leendertz is blijkens het bevolkingsregister van Medemblik de 22-jarige Willem Leendertz, geboren op 15 juli 1850 in het Friese Woudsend als oudste zoon van de doopsgezinde predikant Pieter Leendertz en Janske Wagenaar. Het gezin vestigt zich in 1864 in Medemblik waar zijn vader tot aan zijn dood in 1880 als predikant werkzaam zal blijven. Willem heeft duidelijk een andere interesse en mag een opleiding gaan volgen aan de Tuinbouwschool Linnaeus in de Watergraafsmeer. Deze school is in 1866 opgericht door de Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw Maatschappij Linnaeus en gevestigd in Huize Frankendael. In oktober 1871 keert Willem terug uit de Watergraafsmeer en gaat wonen in het ouderlijk huis in Medemblik. Als beroep wordt bij inschrijving achter zijn naam vermeld ’Bloemist‘. Vier jaar later vertrekt hij naar Naarden. Nader onderzoek kan meer gegevens over zijn leven en werk opleveren. Zeker is dat hij in juli 1899 op 48-jarige leeftijd vermoord wordt in Johannes-
Ontwerp voor de aanleg van een plantsoen tussen de Koepoort en de Oosterpoort (collectie Westfries Museum) 31
burg. Het aanleggen en beplanten van het plantsoen op de Koepoortsvest wordt aan Leendertz opgedragen en hij ontvangt voor zijn werkzaamheden ƒ 539,15. In 1873 worden ter afscheiding van het plantsoen nieuwe palen met gegalvaniseerde draden geplaatst door de Hoornse aannemer Maarten Godvliet (voor ƒ 214,-). Een ontwerp of beplantingslijst van Leendertz Leerlingen van de Tuinbouwschool Linnaeus op is voor zover bekend niet bewaard gebleven. Frankendael, 1890 (bron: J.H. Kruizinga, 350 jaar Oude foto’s en de stadsplattegrond van 1890 Watergraafsmeer) wijzen op een aanleg in Engelse landschapsstijl. In het Westfries Museum bevindt zich een ingekleurde ontwerptekening voor een nieuw plantsoen op zowel de Koepoortsvest als het vervolg tot aan de Oosterpoort (zie p. 31). Dit ongesigneerde ontwerp zou van Leendertz kunnen zijn, maar omdat hierop nog de in 1871 gesloopte Koepoort is getekend lijkt dit minder waarschijnlijk. In de raadsvergadering van januari 1872 wordt een plan van tuinman Caspar Schut, belast met het onderhoud van de plantsoenen, voor het beplanten van de Koepoortsvest besproken en afgewezen. Mogelijk is de ontwerptekening het plan van Schut, maar gezien het professionele handschrift en de tekenstijl lijkt dit onwaarschijnlijk. Raadslid J.A. Heule doet in genoemde vergadering de suggestie om de Hoornse architect A.C. Bleijs een tekening te laten maken (Heule kende Bleijs goed: zijn herenhuis Grote Noord 20 is door hem ontworpen). Dit idee vindt instemming, maar op voorstel van de burgemeester wordt besloten vooralsnog alleen een besluit te nemen over de verkoop van de 42 bomen en niet over de aanleg. Waarom voor het ontwerp hiervan niet Bleijs maar Leendertz wordt aangetrokken, is onbekend. Architect Bleijs had zich overigens al eerder beziggehouden met de Koepoortsvest. In de collectie van het Westfries Museum bevindt zich een onuitgevoerde presentatietekening uit 1868 van zijn hand getiteld “Verfraaijing van de wandeling te Hoorn.” Hierop zijn twee varianten te zien om het gedeelte van de Koepoortsvest rond de Mariatoren om te vormen in een aantrekkelijk wandelpark in Engelse landschapsstijl. Opmerkelijk is vooral de linker variant (A) waarbij de Mariatoren veranderd is in een schilderachtige ruïne. Na de sloop van een deel van de gebouwen van de stadsfabriek in 1879 wordt met het vrijkomende terrein het bestaande plantsoen vergroot (uitgevoerd door tuinman K.C. Visser voor ƒ 80,-). In zijn openingsrede in de tweede raadsvergadering van 1880 spreekt burge- Twee ontwerpen van architect A.C. Bleijs voor een meester Van Dedem hierover zijn vreugde uit, plantsoen rond de Mariatoren, 1868 (collectie omdat dit het verlies van groen elders in de Westfries Museum) stad compenseert: “Overigens is het terrein, vroeger bij de stadsfabriek behoorende, door u bestemd om aan het wandelplantsoen te worden getrokken. Te meer reden bestaat er, geloof ik, om zich daarover te verblijden, omdat elders dat plantsoen eene inkrimping zal ondergaan. Immers, aan de eischen van het verkeer met het spoorwegstation en de behoefte aan bouwterrein in zijne nabijheid, moest het sierlijk gedeelte vest, dat aan de te dempen buitengracht belendt, worden opgeofferd.” Duidelijk is dat Van Dedem het groen in de stad een warm hart toedraagt.
Plantsoen in de Ramen De verfraaijng van die sombere en weinig begaanbare straat door den aanleg van een plantsoen mag als weelde beschouwd worden, en werd dan ook door vrijwillige giften bekostigd; niettemin zal die verandering zeker als een aanwinst voor onze stad algemeen op prijs worden gesteld. (gemeenteverslag 1877) 32
In 1877 klaagt een aantal bewoners van de Ramen bij de gemeente over de toestand waarin de straat verkeert en verzoekt om deze, ’met behoud van de noodige ruimte aan beide zijden voor de passage, in een wandelplantsoen te herscheppen‘. De straat hoeft immers voor het verkeer niet zo breed te zijn en bovendien levert een plantsoen ’eene belangrijke verfraaiing‘ op. Om de aanleg te financieren hebben zij zelf ƒ 449,- ingezameld onder Plantsoen in de Ramen op een ingekleurde prentbriefkaart de bewoners van de straat en enkele uit circa 1900. In het midden het monument voor baron ’notabele ingezetenen.‘ De gemeenVan Dedem (collectie Westfries Archief) teraad gaat akkoord met het plan op voorwaarde dat er aan weerszijden een doorgang van drie meter overblijft. Het plantsoen wordt aangelegd door de plaatselijke tuinman Frans Schut wiens offerte lager uitvalt dan die van de vaste stadstuinman Visser. Uit de bewaard gebleven beplantingslijst blijkt dat er twaalf verschillend beplante bloemvakken waren, daarnaast verspreid in het omringende gras 25 pioenrozen en enkele solitaire bomen: een treur-es, een hoogstamlijsterbes, twee bruine beuken, een hoge meidoorn met lijsterbesblad, een bloeiende acacia, een hoge sering en twee gouden regens. De Hoornsche Courant van 1 juli 1877 meldt dat het plantsoen is voltooid. Een week later geeft het muziekkorps van de schutterij een openluchtconcert in het nieuwe plantsoen. “De uitvoering had eene groote menigte naar de nieuwe wandelplaats gelokt […] De orde onder de menigte was voorbeeldig, zoodat uit deze eerste proefneming reeds voldoende gebleken is, dat het nieuwe aangelegde plantsoen in alle opzichten eene der meest geschikte plaatsen in onze stad is voor de openbare uitvoeringen van het verdienstelijk muziekcorps onzer schutterij.” Na afloop van het optreden worden serenades gebracht bij de vijf bewoners van de Ramen die het initiatief hebben genomen en ook het benodigde geld ingezameld. Rond de langgerekte perken waarin het plantsoen is opgedeeld laat de gemeente in 1883 eiken paaltjes plaatsen waartussen ijzerdraad. Negen jaar later gaat het plantsoen geheel op de schop. Tuinman Schut is ook nu belast met de aanleg (voor ƒ 250,-). De eiken paaltjes maken plaats voor degelijke ijzeren boogjeshekken (geplaatst door Bockmann en Hildering voor ƒ 493,50). Op de prentbriefkaart zien we de nieuwe hekken en ook de in 1897 opgerichte gedenknaald voor de twee jaar eerder in Calcutta overleden baron W.K. van Dedem, oud-burgemeester van Hoorn (1875-1891) en daarna Minister van Koloniën. Uit het gemeenteverslag van 1886 valt op te maken dat de wandelpaden in het plantsoen begrind zijn. Eind jaren dertig zijn er plannen om het plantsoen vanwege het toenemende verkeer te verwijderen. Voorlopig blijft het bij een versmalling, maar in 1972 heeft de heilige koe definitief gewonnen. Het monument voor Van Dedem verhuist naar de Van Dedemstraat en in 1991 naar het Noorderplantsoen.
Noorderplantsoen De aansluiting van Hoorn op het landelijk spoorwegnet (1884) is niet alleen in economisch opzicht van belang, maar heeft ook ingrijpende stedenbouwkundige gevolgen. Nadat eind 1877 de definitieve situering van het emplacement bekend is geworden, besluit de raad in 1878 tot de demping van een deel van de buitengracht en van de Turfhaven, vanaf de buitengracht tot aan Onder de Boompjes. Hierdoor wordt een betere ontsluiting van het station mogelijk en ontstaat ruimte voor uitbreiding van de veemarkt – de Noorderveemarkt en de Veemarkt - waaraan met het oog op het vermeerderde marktverkeer na aansluiting op het spoorwegnet dringend behoefte zal zijn. Op 9 oktober 1879 is de aanbesteding van het omvangrijke project dat naast de demping van het gedeelte van de buitengracht en de Turfhaven tot aan Onder de Boompjes ook bestaat uit de gelijktijdige aanleg van een riool. Het werk wordt gegund aan de Hoornse aan33
Noorderplantsoen op een prentbriefkaart uit circa 1900 (collectie Westfries Archief)
nemer Jb. Zeilemaker voor ƒ 123.700,-, voor die tijd een enorm bedrag waarvoor de gemeente zich diep in de schulden moet steken. Met een half jaar vertraging zijn de werkzaamheden in juni 1881 voltooid. Aanvankelijk is het de bedoeling het gedempte deel van de buitengracht als bouwterrein te benutten. Burgemeester Van Dedem zegt hierover in zijn nieuwjaarsrede van 1880 dat “geschikt bouwterrein voor woningen hoe langer zoo moeielijker is te vinden, zoo men aan onze plantsoenen geen slopende hand wil slaan. Gelukkig daarom dat er, tengevolge van de demping van onze buitengracht, nieuwe bouwgrond beschikbaar zal komen. Is het te hopen, ook voor het uiterlijk aanzien van onze gemeente, dat op dit terrein, tegenover het spoorwegstation gelegen, flinke gebouwen zullen komen te staan (…).” Een goed voorbeeld vindt hij de Groote Sociëteit, “een hecht en sierlijk gebouw” dat binnenkort op een deel van de resterende Noordervest gebouwd gaat worden. Tijdens de behandeling van de begroting voor 1884 komt raadslid Kroon met het idee om het terrein tegenover het station echter tot plantsoen in te richten. Burgemeester Van Dedem benadert vervolgens tuinarchitect Dirk Wattez in Bussum om een plantsoen te ontwerpen. Eind februari 1885 stuurt hij Van Dedem een ontwerp met daarbij “een lijstje der boomen, heesters enz. benodigd voor beplanting, getallen, vorm, hoogte en prijs waarvoor die zeeker in zeer goede exemplaaren geleverd kunnen worden.” Beide stukken heb ik helaas niet aangetroffen in het archief, wel het begeleidend schrijven. De maand daarop besluit de raad met enige moeite – in eerste instantie staken de stemmen – om het terrein inderdaad als plantsoen in te richten en het plan van Wattez uit te laten voeren. Over zijn werkzaamheden is men blijkbaar tevreden, want een jaar later krijgt Wattez ook opdracht een nieuw ontwerp te maken voor het Oosterplantsoen (zie p. 30). Het Noorderplantsoen wordt in 1885 verfraaid met een bloemperk. Het ongeveer in het midden van het plantsoen aangelegde perk is een geschenk van “de vereeniging ’Voor het Volk‘ afdeeling B ’Floralia‘.” Het jaar daarop laat het bestuur van ‘Floralia‘ weten niet meer bij machte te zijn om het bloemperk op een passende en waardige wijze te versieren en verzoekt de gemeente het voortaan te beplanten. Aldus geschiedt: er komen 125 maandrozen (rozen die meerdere keren in een jaar bloeien). Vanaf 1889 ziet ’Floralia‘ wél kans de beplanting te verzorgen van twee op haar verzoek door de gemeente aangelegde perken op het voormalige bastion in het 34
Dirk Wattez Over de ontwerper van het Noorderplantsoen en het Oosterplantsoen Dirk Wattez vermeldt Blog Noordwijk het volgende: “Dirk Wattez werd in 1833 geboren als zoon van een tuinman en hij ging ook zelf door in de branche van zijn vader. Rond 1882 gaf hij leiding aan een kwekerij in Bussum onder de naam ‘J.B. Wattez en Zoon’. Maar al in 1886 adverteerde Dirk Wattez als ‘tuinarchitect en boomkweker te Bussum’. Het bedrijf werd vanaf 1890 samen met zijn zonen Piet en Constant voortgezet als firma D. Wattez. Wattez was vermoedelijk al in 1866 begonnen met het ontwerpen van tuinen, in eerste instantie voor de grote Twentse textielbaronnen. Veel van zijn tuin- of parkontwerpen zijn uitgevoerd in een zgn. landschapsstijl, waarbij veel aandacht wordt gegeven aan detaillering en het gebruik van bloeiende heesters en perken.”
Noorderplantsoen. Tot grote tevredenheid van het college: “Die beplanting droeg in den afgeloopen zomer veel bij tot verfraaiing van dat deel van ons gemeente-plantsoen.” Een jaar later krijgt de Floraliavereniging toestemming een derde bloemperk aan te leggen en te beplanten. Naderhand zorgt stadstuinman Visser in opdracht van de gemeente voor de beplanting van de drie bloemperken. Ter herinnering aan de inhuldiging van koningin Wilhelmina op 6 september 1898 wordt in het Noorderplantsoen een lindeboom geplant. Het is een geschenk van de vereniging ’Tuinbouw‘. De gemeente zorgt voor een ijzeren hek rond de boom.
Onderhoud en toezicht Het onderhoud aan de Hoornse plantsoenen wordt in de negentiende eeuw aanvankelijk jaarlijks onderhands aanbesteed. De eerste vermelding hierover komen we tegen in de notulen van burgemeester en wethouders van 8 mei 1839, waarin wordt besloten “het onderhoud der nieuw aangelegde plantsoenen voor dit jaar aan te besteden aan Herman van Dijk, tuinman alhier voor ƒ 275,-.” Vanaf de jaren zestig gaat het onderhoudswerk traditiegetrouw naar tuinman Casper Schut die hiervoor een jaarlijkse vergoeding van ƒ 875,- ontvangt, de aanschafkosten van nieuwe bomen en heesters niet inbegrepen. Raadslid Renssen laat in de vergadering van oktober 1872 weten ontevreden te zijn over het onderhoud van de plantsoenen. Ook zijn er in de raad twijfels over de deskundigheid van Schut: “Met het bij gelegenheid van de behandeling der begrooting voor 1873 geopperd denkbeeld om het schoonhouden van paden en perken in de plantsoenen en hetgeen daartoe behoort en het inboeten en snoeijen in het vóór- en najaar van boomen en heesters, door een in dat vak meer kundig persoon te doen verrigten, zal in het begin van 1873 eene proeve worden genomen.” De ’proeve‘ bestaat hierin dat het werk niet onderhands, maar openbaar wordt aanbesteed. Financieel blijkt dit in ieder geval een succes: na de openbare aanbesteding op 8 februari worden de werkzaamheden gegund aan H. Spree en Co. te Schellinkhout voor ƒ 750,-. Ook het jaar daarop wordt gekozen voor een openbare aanbesteding en het werk gegund aan de Hoornse tuinman K.C. Visser (voor ƒ 843,-). Vervolgens krijgt Visser het onderhoud jaarlijks onderhands opgedragen. Na zijn overlijden in 1893 mag zijn zoon C. Visser het stokje overnemen. Verzoeken van andere Hoornse hoveniers om een openbare aanbesteding wijst de raad consequent af. De stukken gras in de verschillende plantsoenen worden jaarlijks per plantsoen verpacht aan een particulier. De pachters maaien het gras voor het hooi. Het onderhoud aan het plantsoen in de Ramen wordt ’met bijlevering van heesters en bloemen‘ afzonderlijk aanbesteed aan tuinman F. Schut die het plantsoen ook heeft aangelegd (voor ƒ 90,-). Raadslid Renssen pleit in de genoemde vergadering, behalve voor een beter onderhoud van de plantsoenen, ook voor “een meer streng toezigt op het vernielen en beschadigen der plantsoenen, tot het zooveel mogelijk keeren waarvan hij in overweging geeft, om behalve aanbeveling van een goed toezigt door de politie, een flink en krachtig beroep te doen op de burgerij 35
Stadsplattegrond uit 1890 waarop de vrijwel ononderbroken keten van wandelplantsoenen rond de binnenstad duidelijk zichtbaar is (collectie Westfries Archief) .
zelf (…)” Ook toen had het openbaar groen blijkbaar te lijden van vandalisme. Of dat flink en krachtig beroep op de burgerij er kwam is onduidelijk. Wel laat de gemeente drie jaar later, in 1875, zes borden plaatsen in de plantsoenen “de algemeene medewerking tot bescherming van deze inroepende.” Tegelijk worden veertien banken geplaatst en vijftig ’staketsels‘ om nieuw geplante bomen. Het gevraagde politietoezicht op de plantsoenen komt er uiteindelijk ook. Uit het gemeenteverslag van 1887 blijkt dat hiervoor speciaal een politieagent is aangesteld: “Tot bescherming der plantsoenen werd evenals vroeger een agent van politie 3e klasse door ons belast om gedurende het tijdvak van 15 mei tot ultimo september dagelijks toezicht te houden. Hij genoot hiervoor ƒ 1,25 per dag.” 36
Het onderhoud aan de plantsoenen zou tot in het begin van de vorige eeuw worden uitbesteed. In 1916 besluit de gemeenteraad het onderhoud van de plantsoenen en het overige gemeentegroen met ingang van het volgende jaar in eigen beheer te nemen.
Samenvatting In de negentiende eeuw laten veel Nederlandse steden hun stadswallen, die inmiddels geen verdedigingsfunctie meer hebben, omvormen tot aantrekkelijke wandelparken. De vaak in Engelse landschapsstijl aangelegde walplantsoenen zijn voor de burgerij een geliefd middel om zich te verpozen. In Hoorn gebeurt dit vanaf 1836 en daarmee behoort de stad tot de vroege voorbeelden. In de loop van de negentiende eeuw worden successievelijk alle Hoornse stadswallen omgevormd tot plantsoenen. Hierdoor ontstaat een fraaie, vrijwel aaneengesloten ’wandeling‘ rond de binnenstad waarvan nog grote delen bewaard zijn gebleven. Behalve de walplantsoenen worden nog plantsoenen aangelegd langs de Oude Doelenkade en in de Ramen, het laatste op initiatief en voor rekening van de bewoners van die straat. Evenals elders zijn ook de Hoornse walplantsoenen aangelegd in Engelse landschapsstijl. Voor het ontwerp worden door de gemeente externe deskundigen aangetrokken, waaronder gerenommeerde tuinarchitecten als K.G. Zocher (Utrecht) voor het plantsoen op de Hoge Vest en D. Wattez (Bussum) voor het Noorder- en Oosterplantsoen. De financiering van de aanleg noopt vanwege de soms weinig rooskleurige gemeentefinanciën tot creatieve oplossingen, zoals uitvoering als werkverschaffingsproject waarvoor onder de burgers geld ingezameld wordt en zelfs het afzien van presentiegeld door de raadsleden. Het in goede staat houden van de vele plantsoenen is een terugkerend punt van zorg. Het onderhoud wordt in de negentiende eeuw jaarlijks uitbesteed. Om de plantsoenen mooi te houden en vandalisme tegen te gaan wordt allereerst een beroep gedaan op de inwoners. Daarnaast wordt er een speciale politieagent aangesteld die tussen mei en september toezicht houdt op de plantsoenen. In de twintigste eeuw zijn enkele plantsoenen in de binnenstad opgeofferd aan woningbouw en wegverbreding, maar gelukkig kunnen we van de meeste nog dagelijks genieten. Als groene longen rond de binnenstad dragen ze in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. We mogen daarom dankbaar zijn voor wat onze voorouders met liefde voor de natuur en voor hun stad allemaal tot stand hebben gebracht. Reden ook om zuinig te zijn op het resterende groen rond de binnenstad, Hoorns gordel van smaragd (met dank aan Multatuli). Jos van der Lee, bureau Erfgoed gemeente Hoorn
Bronnen: Bureau Erfgoed gemeente Hoorn, topografische dossiers Westfries Archief, Archief Gemeentebestuur Hoorn, gemeenteverslagen 1852-1902, ingekomen stukken, notulen raad en B&W Westfries Archief, Bevolkingsregister Medemblik 1860-1890 C.A. Abbing, Geschiedenis der stad Hoorn, hoofdstad van West-Vriesland, gedurende het grootste gedeelte der XVII en XVIII eeuw, of Vervolg op Velius Chronyk, voortgezet tot op het jaar 1773, 2 delen, Hoorn 1841-1842 P. Karstkarel, D. van der Meide en E. Cremers, “Van ontmanteling tot ’wandeling‘”, in: J. Sneep, H.A. Treu en M. Tydeman (red.), Vesting. Vier eeuwen vestingbouw in Nederland, Den Haag 1982 H. Kroon Dz. En F. Kapteijn, Nieuwe Kroniek van Hoorn, Hoorn 1891 R. Westerop, Hoorns Buiten-singel, Hoorn 1728 www.hetnoordwijkblog.wordpress.com/2010/11/04/af-en-toe-317-dirk-wattez www.historischetuinen.nl/zochers.html Met dank aan mijn collega Leo Hoogeveen 37
7a
Stadskaart Hoorn anno 1890 38
Wandelroute
Groevnan Toen
Groen van Toen Deze wandeling is ongeveer twee kilometer lang.
De start van de wandeling is vanuit het park, tegenover het station. Dit park is op het terrein van de oude stadswallen aangelegd. De singel is hier in 1878 ten behoeve van de treinreizigers gedempt en de wallen zijn afgegraven toen ook het station werd gebouwd. Dat gebeurde in het kader van de werkverschaffing. De grote boom in het plantsoen is de Wilhelminaboom, een Hollandse linde geplant ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina op 6 september 1898. U gaat langs de VVV/ANWB de Veemarkt op. Bij de laatste schilderbeurt van de hekken is daarvoor de (originele?) kleur Westfries Groen gebruikt. Opmerkelijk is de Noorder- of Mariakerk, halverwege aan de rechterkant die vanaf 1426 hier gebouwd is. Verderop aan de linkerkant staat een groot bankgebouw, oorspronkelijk als pesthuis gebouwd, later gebruikt als Huiszittende Armen Weeshuis, garage en nu als bank. Op de binnenplaats ziet u een klein bakstenen huis, ooit de werkplaats en vergaderruimte van het Timmermansgilde. Hier is nu het Westfries Genootschap gevestigd. Op het plafond van de verdieping is een fraaie roos afgebeeld met als motto: ‘Al wat onder deese roos sal woorden gesprooken, dat moeter nader sijn beloocken. Anno 1635.’ Vandaag zijn zij geopend, ingang links om de hoek aan het Dal. Als u uit het Timmermansgildehuis komt, via het steegje terug naar het Dal en linksaf, dan bent u weer op het terrein van vroegere vestingwerken: daar liep tot 1508 de stadswal van Hoorn die in dat jaar tot aan de plaats van het huidige treinstation werd uitgebreid. De naam Turfhaven 39
is ontstaan na de uitbreiding van de stad in 1508, toen de gracht de functie van vestinggracht verloor en de turfschepen hier hun aanlegplaats vonden. Pas in 1878 besluit men de voormalige verdedigingsgracht te dempen, de bomen dateren van vlak na de demping. Het parkje waar u langs loopt heeft gediend als de overtuinen van de woningen. Aan het eind is ook de tuin toegankelijk van het Oud Mannen en Vrouwenhuis De Pietershof. Als u uit de Pietershof komt de straat oversteken en rechtdoor de brede straat ‘de Ramen’ in. Oorspronkelijk was dit een soort industriegebied, waar op grote rekken (= ramen) de voorbewerkte lakense stoffen werden opgehangen. De lakenindustrie kwam door o.a. zware Engelse concurrentie vóór 1565 tot zijn eind. Meteen aan het begin rechts ziet u een 19e-eeuwse kerk die nu als winkel wordt gebruikt. Tot in de zestiger jaren was in het midden van de straat een grasperkje, maar dat is ten behoeve van het autoverkeer gesneuveld. Op nummer 4 staat het gebouw van de Lutherse kerk uit 1768. Vandaag is de tuin van het pand Gouw 7 geopend: links van de Lutherse kerk kunt u de steeg in die toegang tot deze tuin geeft. Opmerkelijk: het huis van de dominee, rechts van de kerk is hoger dan de kerk zelf, maar het huis van de koster, links van de kerk is betrekkelijk klein. Meteen daarna vanuit de Ramen linksaf, de Nieuwsteeg in. In de Middeleeuwen was dit een geheel groen gebied: het gehele huizenblok aan uw rechterhand was kloostergebied met kloostertuinen. De kapel bestaat nog, gaat u aan het einde van de steeg maar aan de linkerkant lopen en kijk naar boven, dan ziet u een ui-vormig torentje. Oorspronkelijk was hier de houten kapel van het Jeronymitenklooster (ook wel genoemd Broeders van den Goeden Wille), maar toen dit opgeheven werd in 1429 gaven de broeders het gebouw met alles wat erbij hoorde aan het vrouwenklooster van St. Cecilia, maar met de verplichting de kapel in steen te herbouwen. U gaat rechtsaf, de gevel meteen rechts laat zien dat de kloostergebouwen na de reformatie een nieuwe functie hebben gekregen. Delen van de gebouwen werden gebruikt als Latijnse school, huisvesting voor de Klapperwacht (een soort nachtpolitie), logement voor de Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier en tot laat in de twintigste eeuw stadhuis van Hoorn met de kapel als vergaderplaats voor de gemeenteraad. U loopt door richting Grote Kerk (u kunt de toren al zien). Deze kerk uit 1883 is veel kleiner dan zijn middeleeuwse voorganger, maar ondanks de weinige ruimte was er voorheen toch een kerkhof omheen. Door terreinophogingen was in 1599 de kerkhofmuur zo laag geworden dat je er overheen kon klimmen, vandaar dat er een groe40
ne doornen-haag (haegdoren) omheen werd geplant. Eind negentiende eeuw werd ten noorden van de kerk de botermarkt gehouden, deze markt is later verplaatst naar het Sint Jans Gasthuis schuin tegenover de toren van de kerk. U gaat rechtdoor naar het centrale plein van de stad: de Roode Steen. Dit plein is nooit groen geweest: het werd al in 1420 door de stad bestraat. Het plein diende als vismarkt, varkensmarkt en tot in de twintigste eeuw als kaasmarkt. In de hardsteen van het plein kunt u nog zien waar het stadhuis heeft gestaan, totdat dit in 1795 werd gesloopt. De belangrijkste bestaande gebouwen zijn hier de waag, gebouwd door Hendrick de Keyser en het Westfries Museum uit 1631/32. Ook de omstreden Jan Pieterszoon Coen heeft hier zijn standbeeld uit 1893. U gaat links van het museum het West op (niet de Proostensteeg) waar op nummer 50 het huis ‘in de frahchtwage’ staat. De straat loopt aan het eind uit op het Westerplantsoen waar u linksaf gaat, de dijk op van de straat ‘Achter op ‘t Zand’. Tot het begin van de 17e eeuw bestond deze straat niet; pas op de kaart van Blaeu (1649) is hier een brede naar zee toe aflopende strook grond te zien met de naam Houtwallen. De oorspronkelijke dijk (dus iets meer stadinwaarts) werd vanaf 1647 in erven verkocht door de stad. De bewoners waren voornamelijk reders, schippers en boekhouders die handel dreven op de Levant en Italië, vandaar de naam Italiaanse zeedijk. Het raadsbesluit van toen: Eerstelijck dat de copers van de erven ende gronden streckende in 't oosten allanges de breete van de Westerdijck gehouden zullen zijn d'selve gecochte erven te betimmeren, binnen de tijt van drie jaren nae mey deses jaers 1647 met steene gevels, zoo aen de west als aen de oostzijde, steenen wanden, ende harde daecken, latende aen wederzijden leggen vijff duymen voor de huysdrop ende watergangen, ten minsten twee ende twintich voeten uyt de bovencant van de onderste deurs drempel volgende de keure deser stede. De lage dijk van Achter op ’t Zand werd verhoogd in 1777 en 1825 en als dijkversterking in 1908-09 voorzien van de eerste praktische toepassing in Hoorn van gewapend beton. Aan het einde van de dijk ziet u het gebouwencomplex op het Oostereiland in de volksmond de Krententuin genoemd. De voormalige ’s Rijks Werkinrichting, bedelaarsgesticht, gevangenis, asielzoekerscentrum is de afgelopen jaren geheel opgeknapt. Nu zijn er gevestigd Cinema Oostereiland, het Museum voor de 20e eeuw, een hotel en een horecagelegenheid. Als u rechtsaf de brug over gaat ziet u links aan de overkant het Julianapark, aangelegd in het ondiepe gedeelte van de havens. Aan de westoever van het Oostereiland bevindt zich de nieuwe aanlegsteiger van de Stichting Varend Erfgoed. Vanaf deze plek kunt u een zeiltochtje maken op het Markermeer met een varend monument. 41
Nieuw gebruik van een oude gevangenis het grootste monumentenproject van de laatste jaren in Hoorn
• overnachten in een van de voormalige cellen • wonen in de voormalige kapel van de gevangenis • van een spannende film genieten op de plaats waar de boeven sliepen • terugkijken naar de tijd van opa en oma, het kan ook in de slaapzalen van de gevangenis • genieten van een drankje, starend over de voormalige Zuiderzee Op het Oostereiland is het allemaal mogelijk. En voor wie deel wil uitmaken van deze bruisende omgeving zijn er nog woningen te koop. Elke woning is anders, heeft andere vergezichten of monumentale details.
Kom kijken en laat u verrassen...
Neem alvast een voorproefje op: www.oostereiland.nl 42
‘Vertrouwen is de basis’
Emile Kühr Notaris
Corien orien n Jonker Notaris otariss
Dienstverlening op een hoog niveau, maar met een laagdrempelig karakter; dát kenmerkt Abma Schreurs Advocaten Notarissen.
Nooit moeilijker dan het is. www.abmaschreurs.nl
A ANNEMERSBEDRIJF
W E S T- F R I E S L A N D
Tel.:0228 56 17 33
www.awfbouw.nl
[email protected]
Fax.:0228 56 37 86
Dr. Nuyensstraat 20
1617 KC Westwoud
Nieuwbouw Verbouw
Renovatie Restauratie
Utiliteitsbouw Nieuw/Verbouw stolpboerderijen
43
Kaart fietsroute Binnenstad, Hoorn-Noord, Zwaag, Blokker en Risdam
= opengesteld pand
44
45
Fietsroute door Hoorn-Noord, Zwaag, Blokker en Risdam Deze fietsroute brengt u langs interessante objecten en wetenswaardigheden. De fietsroute begint bij de Rabobank, Gedempte Turfhaven 23 en is circa 15 kilometer lang. Voormalige openbare MULO-school Draafsingel 37 Voormalige Gemeenteschool 3 ontworpen door gemeentearchitect Jakob Faber (geb. 1868 Groningen) in neorenaissancestijl. In het interieur zijn ook Berlagiaanse invloeden herkenbaar (o.a. de trap). De elf-klassige school werd gebouwd ter vervanging van de eerste burgerschool voor jongens en die voor meisjes. Truydemanshof Commandeur Ravenstraat 49 Het Truydemanshof is gebouwd in 1950 naar ontwerp van de toenmalige gemeentearchitect Cornelis Ruitenbeek. Het bevatte 45 woningen verdeeld over 4 vleugels, gebouwd om een gemeenschappelijk binnenhof. Particulieren en organisaties hielpen mee met de inrichting van het complex voor bejaarden, Truydemanshof, zoals het ging heten. In 1979 is het complex gerenoveerd. Het aantal woningen is teruggebracht naar 43 stuks. Engelbewaarderskerk Johannes Poststraat 26, Hoorn (opengesteld, zie tekst nr. 19 in de gids) Woningbouwcomplex Goed Wonen Drieboomlaan 202-208, 234-280 en Liornestraat 2-12, 13-23 In 1920-1921 in opdracht van de 'Coöperatieve Arbeiderswoningbouwvereeniging Goed Wonen' gebouwd gelijknamig woningbouwcomplex. Het door de Amsterdamse architecten Z. Gulden en M. Geldmaker ontworpen complex bestaat uit zes blokken van in totaal veertig arbeiderswoningen gesitueerd aan de zuidoostzijde van de Drieboomlaan en ter weerszijden van de Liornestraat. Het grootste blok telt twaalf woningen en is in een U-vorm rond een hof gelegen. De woningen tonen invloeden van de Amsterdamse School in onder meer de verticaal gemetselde plint en de expressief vormgegeven stijlen van de portieken. Dat ‘Goed Wonen’ voor haar eerste woningbouwcomplex koos voor twee architecten uit Amsterdam zal verband houden met hun ruime ervaring op dit terrein: Gulden en Geldmaker hadden in de hoofdstad al enkele grote woningbouwprojecten op hun naam staan. R.-k. begraafplaats Drieboomlaan/Holenweg, Hoorn (opengesteld, zie tekst nr. 9 in gids) TSH Johannes Poststraat 71, Hoorn Voormalige openbare lagere technische school, gebouwd in 1956-1959 in de stijl van het Nieuwe Bouwen naar ontwerp van Architectenbureau Kuiper, Gouwetor, De Ranitz en Bleeker uit Rotterdam. De nieuwe school bood ruimte aan 450 leerlingen en ver46
ving de te klein geworden Ambachtsschool uit 1912 op de hoek van het Keern en de Provinciale weg (in 1995 gesloopt). Het hoofdgebouw, waarachter een schoolplein met vrijstaande schoorsteen en de aan de Liornestraat gelegen praktijkvleugel met zaagtanddak zijn in 2011 verbouwd tot wijkcentrum. De westvleugel met fietsenkelder en het gymnastieklokaal annex stelloods daarachter hebben plaatsgemaakt voor een appartementengebouw. In de kelder onder het hoofdgebouw bevond zich de commandopost voor West-Friesland van de Bescherming Bevolking. De Nadorst Westerblokker 171, Blokker Tot restaurant en partyboerderij verbouwde stolpboerderij van het WestFriese type daterend uit omstreeks 1880. Kenmerkend voor een West-Friese stolp is dat de darsdeuren zich aan de voorzijde bevinden. De naam De Nadorst herinnert aan de op de hoek van de Westerblokker en de Holenweg gelegen gelijknamige uitspanning die eeuwenlang het klassieke eindpunt was van de zondagmiddagwandelingen van de inwoners van Hoorn. In 1954 is deze gesloopt voor de aanleg van de Provinciale Weg. Kadetjesland tussen Westerblokker 159 en 161, Blokker Perceel weiland met een in oorsprong vermoedelijk uit de late middeleeuwen daterend profiel bestaande uit vier bolle stroken land (“kadetjes”) gescheiden door drie in de lengterichting van het perceel gegraven (voormalige) greppels. De kadetjesstructuur is ontstaan door het eeuwenlang uitbaggeren van de greppels en sloten en het met de baggerspecie ophogen van het land ter verbetering van de afwatering. Vroeger was een dergelijk microreliëf een algemeen verbreid landschapstype in NoordHolland, maar door ruilverkavelingen en oprukkende nieuwbouw is het inmiddels een zeldzaam verschijnsel geworden. Binnen de gemeente Hoorn is dit perceel voor zover bekend het laatst resterende kadetjesland. Buitenrust Westerblokker 159, Blokker Stolpboerderij genaamd Buitenrust, in zijn huidige vorm daterend uit 1862. De stolp is van het zogenaamde gekeerde West-Friese type. Kenmerkend hiervoor is dat de darsdeuren zich in de zijgevel bevinden. De voorgevel heeft twee deuren: links de daagse voordeur die toegang gaf tot de koestal, de trots van de boer, en rechts van het midden de staatsiedeur voorzien van twee rijke gietijzeren deurroosters, een bovenlicht met dito rooster en ter weerszijden pilasters. De rieten kap heeft zowel aan de voor- als rechterzijde een pannenspiegel. Rechtsvoor een bijbehorend ijzeren damhek. Westerhout Westerblokker 125, Blokker Voormalige boerderij Westerhout bestaande uit een woonhuis uit 1917 waarachter een aangebouwde stolpschuur van ouder datum. Het in Jugendstil opgetrok47
ken woonhuis verving een voorganger met klokgevel. Opdrachtgever voor de nieuwbouw waren veehouder Pieter Portegies en zijn vrouw Catharina Karsten. De stolpschuur is in 1917 verlengd. Onder de rechter helft van het woonhuis bevindt zich een grote kelder uit de 17de of 18de eeuw met een vloer van groene en gele plavuizen in schaakbordpatroon. Bijzonder zijn het zorgvuldig gedetailleerde metselwerk van de voorgevel en de rolluiken uit 1917 die nog steeds functioneren. Links van het pand staat een monumentale bruine beuk (zie hierna). Monumentale bruine beuk Westerblokker 125, Blokker Ruim 200 jaar oude bruine beuk die van gemeentewege beschermd is. Met een stamomtrek van ruim zeven meter is het de dikste bruine beuk in Noord-Holland. Lopend bereikbaar via de inrit naast het huis. Hervormde kerk Blokker Westerblokker 105, Blokker In oorsprong middeleeuwse kerk die in 1830 herbouwd is met behoud van de laatgotische toren en hergebruik van een deel van de oude bouwmaterialen waaronder de middeleeuwse kapspanten. Bij een verbouwing in 1863-1864 is achterin het schip een vergaderruimte gerealiseerd (in 1976-’78 vergroot) en het driezijdig gesloten koor, tot dan smaller dan het schip, verbreed. De gepleisterde noordgevel van de kerk wordt geleed door steunberen, de overige gevels door pilasters die in combinatie met de kroonlijst en de rondboogvensters het kerkgebouw een neoclassicistische uitstraling geven, in de 19de eeuw een populaire bouwstijl. De toren heeft een ingesnoerde spits en telt drie geledingen met in de eerste de oorspronkelijke entree gevat in een hoge spitsboog en in derde aan elke zijde twee gekoppelde galmgaten. In de toren hangt een door Goebel Zael gegoten klok uit 1537. Westerblokker 71 Westerblokker 71, Blokker Vrijstaand woonhuis daterend uit omstreeks 1910. De woning heeft een vooruitspringende middenpartij van twee bouwlagen en lagere flankerende zijdelen. In het begin van de vorige eeuw was dit een populair woningtype onder de beter gesitueerden in Blokker en Zwaag. Het dakoverstek boven de middenpartij wordt verfraaid door onder meer een makelaar en een sierspant dat de vorm volgt van de korfboog boven de balkondeuren. In het boogveld bruine en gele tegels in schaakbordpatroon. De Barmhartige Samaritaan Westerblokker 39, Blokker Stolpboerderij van het West-Friese type genaamd De Barmhartige Samaritaan, in het gesneden deurkalf gedateerd 1659. Kenmerkend voor een West-Friese stolp is dat de darsdeuren zich aan de voorzijde bevinden. Het niet uitstekende voorhuis links is 48
uitgevoerd als een trapgevel met natuurstenen waterlijsten, dekplaten en een toppilaster op kopje. In de boogvelden boven de deur en het verdiepingvenster en in de schoorsteen siermetselwerk. Centraal in het deurkalf een voorstelling van de Barmhartige Samaritaan. In 1988-1989 is de boerderij in opdracht van Stichting Stadsherstel Hoorn gerestaureerd en in 1990 overgedragen aan de Vereniging Hendrick de Keyser. Schoorsteen achter Kolenbergstraat 49, Blokker De Bangert was vroeger een belangrijk centrum van fruitteelt en glastuinbouw. Deze beeldbepalende schoorsteen is hieraan een tastbare herinnering. Samen met een kleiner exemplaar achter Bangert 16 is het zelfs de laatste van de vele fabrieksschoorstenen voor kasverwarming die in dit gebied gestaan hebben. De circa 18,5 meter hoge schoorsteen behoorde bij een aan de Bangert 60 gelegen glastuinbedrijf met elf druivenkassen en is met het naastgelegen ketelhuis gebouwd in 1929 of 1930 in opdracht van tuinder Klaas Balk. Volgens overlevering is de schoorsteen met behulp van een vliegende steiger gemetseld door een Duitse metselaar die naderhand is omgekomen bij de bouw van een schoorsteen in Waalwijk. De radiaalstenen waaruit de schoorsteen is opgetrokken zijn vervaardigd door de NV Canoy-Herfkens Steenfabrieken in Venlo. Historische fruitkwekerij Koewijzend 4, Blokker (opengesteld, zie tekst nr. 25 in gids) Molen De Krijgsman Noorderdracht 61, Oosterblokker (opengesteld, zie tekst nr. 31 in gids) Lourdeskapel Pastoor Nuijenstraat 2, Zwaag Neogotische Lourdeskapel uit 1882 en daarmee een van de oudste Lourdeskapellen in Nederland. In de zeshoekige kapel een kopie van de grot in Lourdes waar Bernadette Soubirous in 1858 Maria zag verschijnen. Gebouwd voor rekening van de toenmalige pastoor Masker die Lourdes had bezocht en de grot ter plaatse door een deskundige exact had laten natekenen. Gebrandschilderde ramen met o.a. de Heilige Familie, votiefstenen en gedenkplaat van wit marmer. Naast de kapel de nieuw aangelegde tuin op het voormalige kerkhof (opengesteld). St. Martinuskerk Zwaag Pastoor Nuijenstraat 3, Zwaag Rooms-katholieke kruiskerk met hoektoren, in 1932-1933 gebouwd in de stijl van de late Amsterdamse School naar ontwerp van de Haarlemse architect Jos. Bekkers. Links van de kerk twee beelden, een priester en een franciscaan, afkomstig uit de voorgevel van de gesloopte oude Martinuskerk die stond aan de Dorpsstraat. Raadhuis Zwaag Dorpsstraat 131, Zwaag Voormalig raadhuis van de gemeente Zwaag met onderwijzerswoning en achterliggend schoollokaal, in 1869 gebouwd naar ontwerp van de Purmerendse architect 49
P. Mager. Tot de gemeentelijke herindeling in 1979 heeft het gebouw dienst gedaan als raadhuis. Het school- en woongedeelte waren al eerder bij het raadhuis getrokken. Bovenin de voorgevel bevindt zich het wapen van Zwaag, een ooievaar met een paling in zijn bek. Opvallend zijn de overhoekse pilasters op de eerste verdieping. Hervormde kerk Kerkelaan 8, Zwaag (opengesteld, zie tekst nr. 20 in gids) Beau Regard Dorpsstraat 111, Zwaag Voormalige tuinderswoning uit 1917 gebouwd in opdracht van tuinder P. van Kampen. Vergeleken met andere tuinderswoningen in Blokker en Zwaag is dit huis rijker uitgevoerd. Zo liggen op het dak geglazuurde dakpannen en zijn de lekdorpels onder de parterrevensters niet van hout, maar van hardsteen. De voorgevel wordt verfraaid door oranje siermetselwerk, geel gefigureerd glas in de bovenlichten van de vensters, kleurig tegelwerk boven de balkondeuren, en een ruim dakoverstek met sierspant en makelaar. In de portiek links een Jugendstil paneeldeur met facetgeslepen ruitjes en een geëtst bovenlicht tonend een schaal met bloemen. Rechts van de portiek een witmarmeren eerste steen. De naam Beau Regard (mooi uitzicht) is oorspronkelijk. d’ Hofstede Swaegh Dorpsstraat 14, Zwaag Stolpboerderij van het West-Friese type daterend uit omstreeks 1840. Kenmerkend voor de bouwtijd zijn onder meer de negenruits schuifvensters in de voorgevel. De voordeur is uitgevoerd als een kussendeur verfraaid met gesneden ornament. Boven de deur een geprofileerd kalf en een gesneden bovenlicht. De houten topgevel wordt bekroond door een makelaar. Geertje-hoeve Dorpsstraat 7, Zwaag Stolpboerderij van het West-Friese type genaamd Geertje-hoeve, in 1970 na brand herbouwd met behoud van de 19deeeuwse voorgevel. Kenmerkend voor een West-Friese stolp zijn de darsdeuren aan de voorzijde. Links hiervan heeft de voorgevel een symmetrische indeling met centraal een staatsiedeur. Deze door Ionische pilasters geflankeerde tweepaneelsdeur is 50
verfraaid met een rond en puntig ovaal kussen en gesneden ornament. Boven de deur een kalf en eveneens fraai gesneden bovenlicht. De halsgevel is in 1970 aangebracht. Voormalig P.E.N.-kantoor Geldelozeweg 47-49 In 1922 gebouwd kantoor van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf met twee voormalige opzichterswoningen. Het gebouw is ontworpen door de Hoornse architect H.J. Cramer in een door de Amsterdamse School en Frank Lloyd Wright (dak) beïnvloede bouwstijl. Het kantoorgedeelte is uitgebouwd ten opzichte van de flankerende woningen en heeft een hogere eerste verdieping. Tot 1925 was de begane grond van het kantoor deels in gebruik bij het Provinciaal Waterleidingbedrijf, daarna het gehele pand. Sinds 1997 is hier een wijnhandel en distilleerderij gevestigd. Achter en rechts van het gebouw lag het waterleidingcomplex met op de hoek van het Keern de beeldbepalende watertoren (19121913), in 1970 helaas gesloopt. Wel bewaard zijn de voormalige dienstwoningen Keern 62 en 64. Koepoortsweg Veel Hoornse regentenfamilies hadden in de 17de en 18de eeuw naast hun woonhuis in de binnenstad ook een buitenhuis aan de Koepoortsweg. Hiervan zijn er slechts enkele bewaard gebleven, waaronder Koepoortsweg 29, 51 en 73. Het laatste pand, dat de toepasselijke naam Buitenvreugd droeg, is in 2009 gerestaureerd en herbestemd tot zorghotel. De overige bebouwing aan de Koepoortsweg dateert grotendeels van na 1850 en laat een grote variatie zien in woningtypen en bouwstijlen. Om deze cultuurhistorisch waardevolle panden te behouden, zijn er de afgelopen jaren ruim zestig aangewezen als gemeentelijk monument. Door het uitrijden van de Koepoortsweg komt u weer in de binnenstad dat tevens het eindpunt van de fietsroute is.
51
Overzicht van muziekoptredens op zaterdag 8 september 2012 Locaties:
Tijden:
Optreden van:
Noorderkerk
14.00-15.00
Hoorns Harmonie Orkest
Westfries Museum
14.00-14.30 15.00-15.30
Blokfluitensemble JG
13.00-13.30
Carillonconcert ism Hoornse Brassband
Oosterkerk
14.00 15.00
Martinus Cantorij (foto), Anglicaanse kathedrale muziek
Lutherse kerk
regelmatig
Orgelspel door Rieuwert Blok
Statenlogement Foreestenhuis
13.30 14.00 14.30
Mozart septet Mozart septet Mozart septet
14.30-16.00 regelmatig
Kleinkoor Camerata Liocorno
Grote Kerk
BELEEF HET GEVOEL VAN HOORN
met het VVV dagarrangement!
Hoorn moet je Voelen dagarrangement: Brochure VOC stadswandeling Koffie of thee met appelgebak Keuze uit entree Westfries Museum óf Museum van de Twintigste Eeuw Soep (diverse mogelijkheden) met stokbrood en kruidenboter
Slechts Ð 17,50 p.p. Het arrangement kunt u het hele jaar dagelijks gebruiken, m.u.v. maandag, en is verkrijgbaar bij VVV Hoorn of te bestellen via www.vvvwebshop.nl
VVV/ANWB Hoorn | Veemarkt 44, Hoorn | 0229- 218343 |
[email protected] 52
Colofon Comité Open Monumentendag Hoorn Eddy Boom, Joost Buchner, Sandra Deen-Sijm, Anna Eising, Carel de Jong, Cécile de Jong, Hans Lensink, Kees van Louvezijn, Dick van der Pijl, Harm Stumpel. De Open Monumentendag Hoorn 2012 wordt mede mogelijk gemaakt door: - Gemeente Hoorn - Rabobank Hoorn - Midden Westfriesland - alle adverteerders in dit boekje Met dank aan: - Eigenaren, bewoners en beheerders van alle opengestelde panden - Alle vrijwilligers - Bureau Erfgoed Gemeente Hoorn - Geo Informatie Gemeente Hoorn Tekstbijdragen Jos van der Lee, Harm Stumpel Illustraties Bureau Erfgoed, Ronald Plak, Harm Stumpel, Westfries Archief Vormgeving en druk Van Vliet Printing PRONK BOUWT MET MEERWAARDE Restauratie Binnenluiendijk 3 te Hoorn in 2011
P RO N K RESTAURATIE B V monumentenonderhoud instandhouding restauratie
Machinestraat 2, Postbus 20, 1749 ZG Warmenhuizen Telefoon (0226) 3913 74, fax (0226) 39 20 32
De Tuynkamer brasserie restaurant
E-mail:
[email protected], website: www.pronkbouw.nl
53
- huisg emaak t appe - specia ltaart le broo dje - brunc h- en
onze monumenten....
Hoorn - herbestemming-restauratie
Edam - onderzoek herbestemming
Hoorn - ingreep multifunctioneel gebruik
Hoorn - herbestemming - restauratie
Hoorn - restauratie
Hoorn - restauratie - herbestemming
T PA HG
T PA HG
WWW.
architecten
TPAHG architecten restaureert, herbestemt en bouwt nieuw.
www.tpahga.nl - www.herbestem.nl
Hoorn - restauratie
54
architecten
Uw bankzaken regelt u altijd en overal. Geniet u van Open Monumentendag en wilt u nog bankzaken regelen? Rabobank Hoorn-Midden Westfriesland is altijd dichtbij. U treft ons aan de Gedempte Turfhaven 23. Ook kunt u hier of bij onze automaat aan de Maelsonstraat 3 geld opnemen. Via uw telefoon kunt u ook 24/7 bankzaken regelen. Sms MOBIEL naar 7171 en ontvang een overzicht van alle mobiele diensten en download direct de apps.
Rabobank Hoorn-Midden Westfriesland altijd dichtbij, dat is het idee. Rabobank. Een bank met ideeën.
www.rabobank.nl/hmwf of bel (0229) 28 08 08.
Kaart opengestelde panden binnenstad
7a
23
= opengesteld pand