GROEN VAN TOEN – BUITENPLAATSEN IN DE DORDTSE POLDERS Van pachthoeve tot lusthof Na de samenvoeging van verschillende kleine omkadingen tot de Oud Dubbeldamse polder in 1603, investeren de inpolderaars ook al snel in het bouwen van hofstedes of buitenplaatsen. Zij beleggen hun geld dus zowel in de nieuw ontgonnen grond als in een (pacht)hoeve daarop voor het gebruik en het beheer van die grond en soms een apart herenhuis. Er is dus sprake van een directe relatie tussen polder en buitenplaats. In de oudste polder van het eiland hebben zeker 12 buitenplaatsen gestaan. De oudste buitenplaats is waarschijnlijk het Huis te Dubbeldam geweest, gelegen aan de Dubbeldamseweg, in de nabijheid van zeker één oudere eendenkooi.
Het Eiland van Dordrecht met de polders Oud Dubbeldam (1603), Noordpolder (1616), Zuidpolder (1617), de Alloyzen-of Bovenpolder (1651-52) en Wieldrecht (1659) met daarin de 'groene' hoeves of buitenplaatsen. Kaart uit 1673 van M. van Nispen. (NB noorden is onder)
In de volgende drie polders verrijzen veel minder buitenplaatsen: in de Noordpolder (1616) slechts één, in de Zuidpolder (1617) vijf en in de Alloyzen-of Bovenpolder (165152) ook slechts één. In de grote in panden opgedeelde polder Wieldrecht worden er zeker tien gebouwd. Al deze buitenplaatsen zijn waarschijnlijk in oorsprong pachthoeves, waar minstens een 'mooie kamer' voor de eigenaar aanwezig is. Van daaruit bestiert hij op gezette tijden zijn landgoed. In de 18e eeuw groeien de pachthoeves vaak uit tot ware lusthoven met siertuinen en worden herenhuizen bijgebouwd. Ze worden uitwijkplaatsen voor 1
rentenierende stadsbewoners en een statussymbool voor vermogende kooplui en regenten. In de 17e en 18e eeuw sierden zeker 30 buitenplaatsen en een vijftiental grotere pachthoeves het eiland van Dordrecht tot aan de Zeedijk.
Amstelwijck, circa 1830
Buitenrust, 1840
Dubbeldam, 1730
Rond 1800 verdwijnen al weer veel van de buitenplaatsen van de kaart. Onder invloed van de Franse revolutie ontstaat groot geldgebrek bij de eigenaren. Onder de leus 'gelijkheid, vrijheid broederschap' gaat de regentenklasse ten onder en worden de buitenplaatsen een last in plaats van een lust. Slechts enkele weten zich letterlijk en figuurlijk langer staande te houden. Van sloop tot monument Op het Eiland van Dordrecht zijn nu nog enkele buitenplaatsen en pachthoeves aanwezig, in al dan niet verbouwde, herbouwde of bijgebouwde vorm. In de Oud Dubbeldamse polder zijn dat Dordwijk, Weizigt, Haaswijk en Zuidhoven. In de Zuidpolder betreft het Crabbehof en Middenhoeve en in de Bovenpolder de Alloyzenhoeve. In de polder Wieldrecht zijn dat Amstelwyck, Gravensteyn, Rustenburg, Berkenhof en Crabbestein. Ook nog na de grootschalige sloop rond 1800 zijn veel buitenplaatsen verdwenen. Bij de aanleg van de spoorlijn rond 1870 en onder andere de aanleg van de Rondweg N3 en de rechttrekking van de Dordtsche Kil in de 20e eeuw moesten enkele buitenplaatsen en pachthoeves alsnog ruim baan maken voor de toekomst. Voorbeelden hiervoor zijn Rusthout aan de Dubbeldamseweg, Buitenrust aan de Achterweg en Krab-en Landzicht, Wielhoven en Kilzicht langs de Dordtsche Kil.
Noordhove, 1772
Haaswijk, 1749
2
Naamgeving De namen van de buitenplaatsen en hoeves geven vaak een duidelijke verwijzing naar de natuurlijke omgeving of de intentie van de eigenaar. De directe relatie tussen hoeve en buitenplaats of lusthof is duidelijk in de namen Groenhove, Noordhoeve, Zuidhoven, Middenhoeve, Crabbehof, Berkenhof en Wielhoven. Het wijde zicht op polders en waterlopen is herkenbaar in de namen Weizigt, Noordzicht, Kilzicht, Krab-en Landzicht, Veerzicht en Vlietzicht. Het uitwijken of ontvluchten bijvoorbeeld van de stad openbaart zich in de namen Dordwijk, Amstelwyck, Zuidwijk, Haaswijk, Kilwijk en Beerwijk. In dit kader is de naam Amstelwyck interessant omdat dit wijst op het uitwijken vanuit Amsterdam, de stad aan de Amstel waar eigenaar Trip woonde en werkte, naar diens geboortegrond in Dordrecht. Het zoeken naar rust buiten het drukke stadsleven manifesteert zich in de namen Buitenrust, Rusthout en Rustenburg. In de woonwijk Dubbeldrecht in Dubbeldam hebben de straten de namen van verdwenen Dubbeldamse buitenplaatsen gekregen.
Entree Krab- en Landzicht, 1975
Entree Amstelwyk, 2004
Verdwenen buitenplaats Groot Raij Naar aanleiding van planontwikkeling in het plangebied Belthurepark is in 2003 een archeologisch onderzoek gedaan naar de buitenplaats Groot Raij aan de Wieldrechtse Zeedijk. Het onderzoek wees uit dat Groot Raij bestond uit een omgracht huiseiland met zuidelijk daarvan een omgrachte tuin met een symmetrische tuinaanleg op het zuidelijke deel. Het huis was waarschijnlijk circa 20 bij 20 m groot en lag op een circa 35 bij 55 m grote iets verhoogde huisplaats. Rondom de huisplaats lagen grachten van circa 20 m breed en 1 m diep. De huisplaats was via een brug of dam in de oostelijke gracht toegankelijk vanaf de toegangslaan, ‘De Laan’. Ten zuiden van het huiseiland bevond zich een omgrachte tuin van circa 60 bij 80 m. De grachten rondom de tuin waren circa 5 tot 10 m breed. Na de overstromingen van 1715 en 1717, waarbij het huis zeer veel schade ondervond, werd het huis waarschijnlijk gesloopt. In 2006 werd de omgrachte buitenplaats aangewezen als monument van hoge archeologische waarde. Bij toekomstige planontwikkeling is het uitgangspunt dat het terrein niet geëgaliseerd, opgehoogd en/of bebouwd zal worden: het terrein moet de oorspronkelijke cultuurlandschappelijke kenmerken behouden.
3
Groot Ray, 1683 (nb noorden is onder)
Resultaat weerstandsonderzoek Groot Ray
Verdwenen buitenplaats Groenhove Naar aanleiding van de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Wilgenwende tussen de spoorlijn en de Smitsweg is in 2006 en in 2008 archeologisch onderzoek gedaan naar onder andere de buitenplaats Groenhove. Van deze zeer grote buitenplaats met veel landgoederen en waarschijnlijk drie bijbehorende hoeves is een uitgebreide en zeer gedetailleerde plattegrond uit 1764 bekend. Uit het onderzoek bleek dat de kunstmatige heuvel waarop onder andere het herenhuis en de tuinmanswoning hebben gestaan, al helemaal verdwenen was. Deze is waarschijnlijk geëgaliseerd met het oog op agrarisch gebruik. Van de gedempte omgrachting werden duidelijke sporen teruggevonden, van de funderingen was vrijwel niets meer over.
4
Detail plattegrond Groenhove, 1764 (nb noorden links)
Sporen van greppels in de siertuin van Groenhove
In de straatnaamgeving in de nieuwe wijk Wilgenwende vinden we directe verwijzingen naar de verdwenen buitenplaats Groenhove. De Laan van Braets verwijst naar de 18e eeuwse eigenaar, Overkerk en Molenzigt naar de twee bij de buitenplaats horende pachthoeves, en verder straten met de namen Buitenplaats, Heerenhuis, Vinkenbaan, Wildbaan Pyramide, Cascade, Oranjerie en Menagerie. In Dubbeldam ligt de wijk Dubbeldrecht met straatnamen van buitenplaatsen of hoeves op het Eiland van Dordrecht waaronder ook Groenhove.
5