‘ T - A R S E N A A L E-Magazine
M A A N D E L I J K S E
U I T G A V E
Nummer 08 maart 2014 - Jaargang 2 Onafhankelijk digitaal informatieblad over Hedendaagse en Historische Militaire Onderwerpen met als specialiteit de Koude Oorlog.
‘ T A r s e n a a l
Zeppelins boven België Artikel: Rob Vaneker Pagina 3 Pantserinfanterie Bataljons met YP 408 Artikel: Sander Ruys Pagina 6 Engelen van Pervijze Artikel: Rob Vaneker Pagina 12 Het Engels-Japans vriendschap verdrag van 1854 Artikel; Rob Vaneker Pagina 16 Hoe een nucleaire oorlog nipt vermeden werd Artikel: Rob Vaneker Pagina 19 Boeken en Tijdschriften Pagina 22
VAN DE REDACTIE Beste Lezeressen en Lezers ,
2 0 1 4
COLOFON
Vanwege dat het nu 100 jaar geleden is dat de eerste wereldoorlog uitbrak,in dit nummer opnieuw de aandacht voor deze afschuwelijke gebeurtenis.Verder enkele verhalen uit de koude oorlog periode die nu weer al een tijdje achterons ligt,hoewel! En afsluitend een stukje geschiedenis rond 1854. Dan een nieuwtje voor uw allen binnenkort: “T ARSENAAL GOES ON INTERNET middels een informatieve site! Deze gaat u een exclusieve en interessante aanvulling geven op dit blad, met een diversiteit aan onderwerpen en nieuws.Wij houden u op de hoogte! Veel leesplezier toegewenst! Uw Hoofdredacteur , Rob Vaneker
Advertenties pagina’s Pagina 23
Redactie team: Hoofdredacteur: Rob Vaneker Redactie/layout/opmaak: Rob Vaneker Advertenties: © 2013 designbureau Neerbeek Uitgave: © 2013 designbureau Neerbeek Email adres voor de redactie en advertenties:
[email protected]
Opgericht per 1 augustus 2013
2
‘ T A r s e n a a l 2 0 1 4
ZEPPELINS BOVEN BELGIE Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had Duitsland een duidelijke voorsprong in de o n t w i k k e l i n g v a n z e p p e l i n s . Va n u i t d e luchthaven van Gontrode vertrokken de eerste jaren van de oorlog verschillende luchtschepen om bombardementen uit te voeren boven GrootBrittannië. Het luchtschip dat de grootste rol speelt in de verhalen van de stad Gent, is wel de LZ.37, die in Etterbeek gestationeerd was.
DE NACHT VAN 6-7 JUNI 1915 In die nacht werden maar liefst vier luchtschepen ingezet om Groot-Brittannië te bestoken. Het was een Marineschip, de L.9, samen met de LZ.37 uit Etterbeek, Erich Linnarz met zijn LZ.38 uit Evere en de LZ.39 die in Sint-Agatha-Berchem lag. Deze vier zeppelins hadden als missie Londen te bombarderen. Maar het zat de formatie lang niet mee. Erich Linnarz, met zijn LZ.38, moest wegens motorpech onmiddellijk naar Evere terugkeren. Net boven de Noordzee kregen de drie overblijvende luchtschepen van het Duitse hoofdkwartier het bevel de missie af te breken wegens te slechte weersomstandigheden en de steven te wenden naar Calais om daar de spoorweg-installaties te bombarderen. De LZ. 37 en LZ.39 volgden dit bevel op en koersten via de kustlijn, die goed verlicht was door de
vuurtorens, naar hun nieuw doel. De L.9 daarentegen zette zijn oorspronkelijke opdracht gewoon verder. Vermoedelijk waren ze het radiocontact kwijtgeraakt of was hun radioapparatuur defect. De Britse admiraliteit wist dat drie luchtschepen de Belgische kust kruisten. Meteen werd het plan ten uitvoer gebracht: twee Morane-jachtvliegtuigen, gestationeerd in noord Frankrijk, zouden de Zeppelins in de lucht onderscheppen.
SUB LIEUTENANT REGINALD WARNEFORD VC (VICTORIA CROSS) RNAF Reginald (geboren in India en piloot van de Royal Naval Air Service) steeg met een compagnon op van een vooruitgeschoven basis bij Veurne. Hij vloog op de Morane Saulnier Type L 3253, een eendekker die hij speciaal toebedeeld kreeg om de luchtraiders te onderscheppen. Warneford zette koers naar Diksmuide. Boven Oostende zag hij het reusachtige silhouet van de LZ.37. De Duitse bemanning, onder bevel van boord commandant van der Haegen, voelde zich relatief veilig, maar worstelde bij de nadering van Gent wel met problemen om hoogte te houden.
3
'Toen ik bijna boven het monster was, zakte ik vijftien meter en wierp zes bommen af. De zesde trof de romp in het midden en er volgde een geweldige explosie. De luchtverplaatsing rondom mij was zo groot dat ik dacht in een tornado te zijn terechtgekomen. Mijn toestel werd in de hoogte geslingerd en dan ondersteboven geworpen'
GETUIGENIS VAN ALFONS FRANSSEN 'Heel vroeg in de ochtend werden we om de een of andere reden wakker. We zagen een felle klaarte op de slaapkamer en we sprongen het bed uit. Door de ramen zagen we de Zeppelin in een vuurrode gloed opduiken. We schoten in ons broek en we renden de straat op. We hoorden verre geluiden, het knetteren van het vuur en mogelijk ook geschreeuw van mensen, maar dat was niet duidelijk. We zagen het geraamte van het luchtschip en geweldige flarden die langs alle kanten brandend rondvlogen. Er vielen kleine en grote dingen uit het vuur, misschien ook brandende mensen, maar ook dat is niet absoluut zeker, we waren te opgewonden om goed te kijken. Want we hadden maar één doel en het was het brandend luchtschip te volgen. (...) Flarden brandende dingen vielen in het dokwater. Intussen gleed de brandende reus neer, met de staart op het klooster van de Visitatie, met de
De brandende zeppelin liet van de Brugse Poort tot Sint-Amandsberg een spoor van gloeiende en smeulende wrakstukken achter. Het waren die brokken aluminium die later zeer gegeerd waren bij souvenirjagers. Intussen had de brandende zeppelin boven het Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg volgens de ene wrakstukken, volgens de andere een bom verloren. Deze sloeg door het dak van het huis van zuster Sidonie Maes, waarbij de negenjarige Odile Maes om het leven kwam. Het begijntje dat in dezelfde kamer sliep, werd slechts licht gewond aan de benen. Door de inslag waren pannen van het huis gerukt, ruiten aan scherven en op de koer was een put in de grond geslagen van ruim één meter breed en een halve meter diep. Aarde en stenen werden in het rond geslingerd.
2 0 1 4
Om 1.50 uur dook Warneford voor de eerste maal naar de Zeppelin. De luchtschip bemanning vuurde uit al haar machinegeweren naar de Britse belager. De Morane-piloot verdween in het donker en wachtte een volgend moment af. Om 2.15 uur naderde de LZ.37 Gent en begon men aan boord met de voorbereidingen tot het landen. Warneford was intussen tot bijna vierduizend meter gestegen en bevond zich op dat moment boven de Brugse vaart richting Brugge. Hij schakelde de motor uit, en zweefde gierend naar omlaag. In zijn verslag verklaarde hij:
‘ T A r s e n a a l
buik over de straat en met de kop op het kerkhof van Sint-Amandsberg.'
Enkele ogenblikken later brak het brandend tuig in twee. De voorkant sloeg te pletter op het klooster van de zusters van OLV Visitatie. Het brandende wrakstuk gleed van het gebouw en bleef naast het klooster en gedeeltelijk voor de Sint-Amanduskerk liggen. Het achterste deel miste nipt het klooster en de kerk en kwam schuin over de Gentstraat en op het kerkhof te liggen. Het brandende wrak veroorzaakte heel wat schade aan het klooster. Een motor viel door het dak. Brandende stukken en Jerrycans veroorzaakten brand in de stallingen van het Neerhof van het klooster. Ook de externe gebouwen werden door brand beschadigd. De slaapzaal van de zusters viel in birokken uit elkaar. De 32-jarige zuster Elisa (Marie Coolsen) kwam om in de vlammen. De zusters Eleonore (Esther Van Haverbeke) en Longina (Pharaïlde Van de Kerckhove) werden zwaar gewond.
.
4
‘ T A r s e n a a l 2 0 1 4 Ondanks het nachtelijk uur waren reeds zeer veel op de been. Vooral buur tbewoners waren er het eerst bi j en probeerden hier en daar te helpen.
Een massa nieuwsgierigen stroomde van overal toe. De ordedienst werd verzekerd door de politie van Sint-Amandsberg. Zodra de Duitse gendarmes en soldaten aankwamen namen zij op bevel van de officieren de ordehandhaving over en grendelden het rampgebied volledig af. Alleen dokters, verpleegkundigen, priester en ambulance personeel mochten door.
ENIGE OVERLEVENDE De enige overlevende aan boord was Steuermann Alfred Mühler. De Duitse getuige Heinrich Wandt schreef hoe dit bemanningslid aan de dood ontsnapte: 'De enige overlevende van dit luchtduel had de spraak verloren door een zenuwschok, maar tot algemene verwondering, had hij slechts oppervlakkige verwondingen opgelopen, te danken aan het feit dat hij zich in het achterste gedeelte van de gondel.
NIET KUNNEN GENIETEN VAN EEN TRIOMF Reginald Warneford zou slechts tien dagen van zijn triomf genieten. Hij kwam op 17 juni 1915 om 16.30 uur tragisch om het leven in Villacoublay ten gevolge van een ongeluk met een splinternieuwe Farman HF 27 die hij voor zijn eenheid naar Veurne moest overvliegen.
BRONNEN GEBRUIK Internet: http://www.aviationheritage.eu http://aviation-safety.net http://en.cyclopaedia.net/ http://www.fleetairarmoa.org/ http://www.dailymail.co.uk/ Boeken: Royal Naval Air Service Pilot 1914-18,Osprey Publishing 2012
5
‘ T A r s e n a a l 2 0 1 4
PANTSER INFANTERIE BATALJONS MET YP 408 INLEIDING: NULLI CEDO:"IK WIJK VOOR NIETS" Aan het einde van de jaren vijftig werd besloten tot de mechanisering en de motorisering van het eerste Legerkorps. Dat besluit hield verband met de verwachtingen omtrent de inzet van nucleaire wapens bij een eventueel conflict en de daardoor gegeven noodzaak de manoeuvre eenheden mobieler te maken. De infanterie van het 1e Legerkorps, dat toen bestond uit de 1e Divisie ‘7 december’ en de vierde Divisie, werd in dat kader voornamelijk omgevormd tot pantserinfanterie. Deze parate divisies kregen tevens de organisatievorm van de in NAVO-verband ontwikkelde LANDCENTdivisie. Het kenmerkende daarvan was de zelfstandige gemechaniseerde brigade, drie per divisie. De mobilisabele vijfde Divisie en de mobilisabele zelfstandige gevechtsgroepen, die niet tot het Legerkorps behoorden, bleven vanwege personele, materiële en (dus in feite) financiële redenen buiten deze mechanisering en motorisering en buiten de organisatiewijziging. Vanaf november 1960 werden vijf van de zes gevechtsgroepen van de beide parate divisies geleidelijk omgevormd tot twee pantserbrigades (41 en 43 Pabrig)(*1), elk met een pantserinfanterie bataljon, en drie pantserinfanterie Brigades (11, 13 en 42 Painf .brigade),
elk met drie pantserinfanterie bataljons. De zesde gevechtsgroep werd opgeheven om troepen te leveren voor Nieuw-Guinea.De ontbrekende vierde pantserinfanterie brigade (12 Painfbrig) werd pas in 1968 opgericht. Voor deze zes pantser (infanterie) brigades waren veertien pantserinfanterie bataljons nodig. Acht daarvan werden uitgerust met de YP 408: 11, 12, 13, 15, 43, 44, 45 en 48 Painfbat. Dat vond plaats tussen 1964 en 1970. De overige zes bataljons werden uitgerust met de AMX 12, een rupsvoertuig. In de tweede helft van de jaren zeventig werd ook de mobilisabele vijfde Divisie tot een LANDCENT-divisie omgevormd. Per 1 november 1979 bestond eerste Legerkorps uit drie pantserinfanterie divisies (1 Divisie ‘7 december’, vierde Divisie en vijfde Divisie) en een zelfstandige infanteriebrigade (101 Infbrig). De divisies bestonden elk uit een pantser brigade (13, 41 respectievelijk 51 pantser brig) met elk met een pantserinfanterie bataljon en twee pantserinfanterie brigades (11, 12, 42, 43, 52 en 53 Painf brig) met elk twee pantserinfanterie bataljons. Daarvoor waren vijftien pantserinfanterie bataljons nodig. Naast de acht bataljons die waren uitgerust met de YP 408, waren dat zeven bataljons die waren uitgerust met de YPR 765 die tussen 1976 en 1980 de AMX 12 verving. Tussen 1987 en 1989 werd ook de YP 408 door de YPR 765 vervangen en waren alle 15, later zelfs 17 pantserinfanterie bataljons(*2) voorzien van de YPR 765.
6
11 PAINFBAT GARDEREGIMENT GRENADIERS Als onderdeel van de op te richten 4e Divisie werd op 1 november 1952 413 Bataljon Infanterie Garde Grenadiers opgericht. Per 15 juli 1957 werd de naam gewijzigd in 11 Bataljon Infanterie Garde Grenadiers. Vanwege de aanstaande motorisering werd de naam op 1 november 1960, dus vier jaar voordat de YP 408 werd in gevoerd, gewijzigd in 11 Pantser Infanterie Bataljon. Dit was het eerste bataljon dat werd uitgerust met de YP 408. Op 31 juli 1964 kwamen de eerste voertuigen de kazerne binnenrijden. Het was ook het bataljon dat in april 1987 de laatste grotere oefening hield met de YP 408. Die oefening was toepasselijk genaamd: “Last Wheels”. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 maart 1989 gewijzigd in 11 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. Op 1 juli 1992 werd dit bataljon als onderdeel van de te vormen luchtmobiele brigade omgedoopt tot 11 Infanterie Bataljon luchtmobiel (11 Infanterie bataljon luchtmobiel). Het bataljon verhuisde in dat kader naar de Oranjekazerne in Schaarsbergen. In 1995 werd het bataljon onderdeel van het samengevoegde Garderegiment Grenadiers en Jagers. De Saksen Weimark kazerne werd in 1997 afgestoten.De Garde Grenadiers werden opgericht op 2 januari 1599 en heropgericht door koning Willem I op 7 juli 1829. Zij dienden aanvankelijk in Brussel en te 's-Gravenhage "onder het oog des Konings". Oorspronkelijk waren de grenadiers granaatwerpers en vormden zij aparte afdelingen die uitsluitend bewapend waren met handgranaten.
Als onderdeel van de op te richten vierde Divisie werd op 1 juni 1953 412 Bataljon Infanterie Garde Jagers opgericht. Per 15 juli 1957 werd de naam gewijzigd in 11 Bataljon Infanterie Garde. Vanwege de aanstaande motorisering werd de naam op 1 november 1960 gewijzigd in 12 Pantser Infanterie Bataljon. Het bataljon kreeg in de loop van 1965 de eerste YP 408. In het voorjaar van 1987 startte de vervanging van de YP 408 door YPR 765. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 maart 1989 gewijzigd in 12 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. In 1992 werd dit bataljon als onderdeel van de te vormen luchtmobiele brigade omgedoopt tot 12 Infanteriebataljon luchtmobiel (12 Infbat luchtmobiel). Het bataljon ging in 1995 over naar het Regiment Van Heutz.
2 0 1 4
(*1) Vele jaren later wisselden 43 Pabrig en 13 Painfbrig stuivertje en werden 43 Painfbrig en 13 Pabrig.(*2)Ook101Infbrig. kreeg twee pantserinfanterie bataljons YPR 765.
‘ T A r s e n a a l
12 PAINFBAT GARDEREGIMENT JAGERS
De Garde Jagers werden opgericht op 22 augustus 1665 en heropgericht door koning Willem I op 7 juli 1829. De jagers werden gekozen uit jagers uit het dagelijkse leven. Aldus kon worden aangenomen dat zij goede schutters waren.
7
2 0 1 4
Als onderdeel van de op te richten 4e Divisie werd op 1 november 1952 411 Bataljon Infanterie Garde Fuseliers ‘Prinses Irene’ opgericht. Per 15 juli 1957 werd de naam gewijzigd in 13 Bataljon Infanterie Garde Fuseliers ‘Prinses Irene’. Vanwege de aanstaande motorisering werd de naam op 1 november 1960 gewijzigd in 13 Pantser Infanterie Bataljon. De eerste YP 408 ontving het bataljon in 1965. Eind 1987 begon de vervanging van de YP 408 door de YPR 765. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 maart 1989 gewijzigd in 13 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. Op 1 november 1992 werd dit bataljon opgeheven, nadat de regimentstraditie en het vaandel op 10 juli 1992 waren overgedragen aan 17 Painfbat. Uit het opgeheven bataljon is het Schoolbataljon van de luchtmobiele brigade gevormd dat is gelegerd in de Oranjekazerne in Schaarsbergen.
Legerkorps werd op 5 oktober 1966 opgericht 15 Pantser Infanterie Bataljon. Dit bataljon behoorde tot het Garderegiment Fuseliers ‘Prinses Irene’ en was mobilisabel. Omstreeks 1970 werd dit bataljon opgeroepen voor een herhalingsoefening (een meerdaagse veldoefening in Noord-Brabant) en later in 1985 nog een keer. In de tweede helft van 1988 begon de vervanging van de YP 408 door de YPR 765. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 april 1989 gewijzigd in 15 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. Dit bataljon werd vermoedelijk opgeheven in 2004.
‘ T A r s e n a a l
13 PAINFBAT GARDEREGIMENT FUSELIERS ’PRINSES IRENE’
Het Garderegiment “Prinses Irene” werd in 1946 opgericht en zet de tradities voort van de Prinses Irene brigade, die op 11 januari 1941, aanvankelijk als Koninklijke Nederlandse Brigade, in Engeland werd gevormd. Van 8 augustus 1944 tot aan de capitulatie van Duitsland nam de brigade deel aan de geallieerde operaties in Frankrijk, België en Nederland.
Het Garderegiment ‘Prinses Irene’ werd in 1946 opgericht en zet de tradities voort van de Prinses Irene brigade, die op 11 januari 1941, aanvankelijk als Koninklijke Nederlandse Brigade, in Engeland werd gevormd. Van 8 augustus 1944 tot aan de capitulatie van Duitsland nam de brigade deel aan de geallieerde operaties in Frankrijk, België en Nederland. De Westenberg kazerne werd in 1993 afgestoten.
15 PAINFBAT GARDEREGIMENT FUSELIERS’PRINSES IRENE (OPGELEGD) Als onderdeel van de op te richten vierde Divisie werd in 1952 423 Bataljon Stoottroepen opgericht. Per 1 juni 1953 werd dit bataljon vernummerd in 433 Bataljon Stoottroepen. Vervolgens werd per 1 november 1957 de naam gewijzigd in 15 Bataljon Stoottroepen. Dit bataljon werd opgeheven op 31 mei 1960. Vanwege de motorisering van het eerste
8
2 0 1 4
Als onderdeel van de op te richten vierde Divisie werd in 1952 421 Bataljon Infanterie Chassé opgericht. Per 15 juli 1957 werd de naam gewijzigd in 43 Bataljon Infanterie Chassé. Vanwege de aanstaande motorisering werd de naam op 1 november 1960 gewijzigd in 43 Pantser Infanterie Bataljon. De eerste YP 408 ontving het bataljon in 1966. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 juli 1988 gewijzigd in 43 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. Per 16 april 1992 ging het bataljon over naar het Regiment Johan Willem Friso. Het bataljon werd in 1994 opgeheven. Uit dit bataljon is in dat jaar (13 Infbat luchtmobiel) gevormd, dat is ingedeeld bij het Regiment Stoottroepen en eveneens is gelegerd in de JWF-kazerne in Assen.
van de YP 408 door de YPR 765 begon in de eerste helft van 1987. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 juli 1988 gewijzigd in 44 Pantser Infanterie Bataljon YPR 765. Per 16 april 1992 werd het bataljon mobilisabel gesteld. De regimentstraditie en het vaandel werden toen overgedragen aan 43 Painfbat. 44 Painfbat. Werd op 1 juli 1999 weer paraat gesteld en wederom ingedeeld bij het op die datum heropgerichte Regiment Infanterie JWF. Het bataljon is uitgerust met de YPR 765 en gelegerd in de Johannes Postkazerne te Havelte.
‘ T A r s e n a a l
43 PAINFBAT REGIMENT INFANTERIE 'CHASSÉ'
Het voormalig eerste Regiment Infanterie (l RI) werd opgericht op 30 augustus 1577 en heropgericht op 28 oktober 1813 en genaamd naar Johan Willem Friso, Prins van Oranje, geboren in 1687. Hij volgde in 1696 zijn vader Hendrik Kasimir op als erfstadhouder van Groningen en Drente. Bij de parate troepen was het regiment vertegenwoordigd door 44 Painfbat en de Johan Willem Friso kapel. De Adolf van Nassau kazerne is genoemd naar de broer van Prins Willem I, de Graaf die op 23 mei 1568 sneuvelde tijdens de slag bij Heiligerlee.
44 PAINFBAT REGIMENT INFANTERIE 'JOHAN WILLEM FRISO' Als onderdeel van de op te richten vierde Divisie werd in 1952 422 Bataljon Infanterie Johan Willem Friso opgericht. Per 1 november 1957 werd de naam gewijzigd in 44 Bataljon Infanterie Johan Willem Friso en in 1966 in 44 Pantser Infanterie Bataljon. Het bataljon werd in 1966 met de YP 408 uitgerust. Het bataljon werd in dat jaar aangewezen om beschikbaar te zijn voor VN-taken. Dat gebeurde in 1979 toen het bataljon onder de naam “Dutchbatt” werd uitgezonden naar Libanon. De vervanging
9
‘ T A r s e n a a l 2 0 1 4
45 PAINFBAT REGIMENT INFANTERIE’ORANJE GELDERLAND’ Als onderdeel van de op te richten vierde Divisie werd in 1952 423 Bataljon Infanterie Oranje Gelderland opgericht. Per 15 juli 1957 werd de naam gewijzigd in 45 Bataljon Infanterie Oranje. Vanwege de motorisering werd de naam in 1965 gewijzigd in 45 Pantserinfanterie bataljon. Dit bataljon kreeg in de loop van 1965/1966 de beschikking over de YP 408. De vervanging van de YP 408 door de YPR 765 begon in 1987. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 juli 1988 gewijzigd in 45 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. Het bataljon ging per 29 oktober 1991 over naar het Regiment Van Heutz en werd vervolgens op 14 april 1994 opgeheven. 45 Painfbat is in 2005 heropgericht en weer ingedeeld bij het eveneens heropgerichte Regiment Infanterie “Oranje Gelderland”. Het bataljon is uitgerust met de YPR 765 en gelegerd in de Generaal Spoorkazerne in Ermelo.
het embleem. Ook was de naam "Boerenbataljon" in zwang. Dit laatste gold ook in mindere mate voor de twee andere in het noorden van het land gelegen bataljons, te weten. 43 en 44 Painfbat. De J. van den Bornput kazerne werd in 1997 afgestoten. Johan van den Kornput heeft in 1580 Steenwijk ontzet.
Het voormalige vijfde Regiment Infanterie werd opgericht op 7 januari 1586 en heropgericht op 9 januari 1814. Het regiment werd bij de parate troepen vertegenwoordigd door 45 Painfbat met een tamboerkorps. Het Regiment Oranje Gelderland werd wel de "Bloemkoolhap" genoemd naar de gestileerde pauwenveren in
10
‘ T A r s e n a a l 2 0 1 4
48 PAINFBAT REGIMENT VAN HEUTSZ Als onderdeel van de op te richten 12 Pantserinfanterie brigade werd op 1 augustus 1966 48 Pantser Infanterie Bataljon opgericht. Dit bataljon werd op 16 juni 1967 paraat. De eerste YP 408 kwamen in maart 1967. De legering vond aanvankelijk plaats in de legerplaats Nunspeet. Begin 1968 volgde de verhuizing naar de koning Willem I kazerne in Den Bosch. De vervanging van de YP 408 door de YPR 765 vond plaats in 1987/1988. Ter gelegenheid van de invoering van de YPR 765 werd de naam per 1 juli 1988 gewijzigd in 48 Pantser Infanterie Bataljon YPR-765. Het bataljon werd op 22 mei 1992 mobilisabel gesteld en op 30 september 1994 opgeheven. Het Regiment Van Heutsz werd opgericht op 1 juli 1950 en nam de tradities over van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) dat toen werd opgeheven. Onder de naam Nederlands Detachement Verenigde Naties nam een bataljon behorende tot dit regiment van november 1950 tot november 1954 deel aan de oorlog in Korea. Het regiment is genoemd naar de Luitenant Generaal van het KNIL, Johannes Benedictus van Heutsz. Tot het
regiment behoorden ook bewaking compagnieën, later de Infanterie Beveiliging compagnieën. De koning Willem I kazerne is genoemd naar de eerste Koning der Nederlanden van het Huis van Oranje. De kazerne is inmiddels afgestoten.
PUBLICATIES: Ons leger De onderofficier Boek: De Laatste divisie, Arthur ten Cate,2005 Internet http://www.legerplaats.nl
11
T - A r s e n a a l 2 0 1 4
DE ENGELEN VAN PERVIJZE Per vijze lag tijdens WOI vlak tegen de Belgisc he eerste linie (langs de spoor wegbedding). In de voormalige pastorie, gelegen ten westen van de in 1895 verdwenen Sint-Katharinakerk,werd tijdens WOI een obser vatietoren gebouwd. Van hieruit konden de waarnemers de vijandelijke artillerie observeren en de gegevens doorseinen aan de eigen artillerie, of volgden ze de vijandelijke troepenbewegingen, de aanleg van nieuwe versterkingen… Tijdens WOII bouwden de Duitsers een tweede observatiepost van rode baksteen op de constructie uit WOI. In WOII fungeerde de toren eveneens als mitrailleurs post.
liggen, gaan ophalen. Eerst brengt haar hondje een verzoek over naar de bevelvoerende Duitse officier. Die geeft dan meestal toestemming. Er zal niet worden gevuurd, maar ze moet wel haar hoofddeksel van verpleegster dragen en geen helm.
Twee Britse verpleegkundigen richten eind november 1914 een eerste hulppost in. Elisabeth Knocker ziet veel gewonden veel te vroeg overlijden. Dit komt omdat de afstand en het noodzakelijke vervoer kostbare tijd in beslag nemen. Ze wil daarom dicht bij de frontlijn de eerste zorgen kunnen toedienen. In Pervijze (bij Diksmuide) werkt ze samen met Mairi Chisholm in een kelder op nog geen 50 meter van de frontlijn. Verpleegkundigen nemen hun intrek in de kelders van de woning waar voor de oorlog burgemeester Constandt woonde en die nu bewoont wordt door de familie Demolder. Elisabeth krijgt van de Duitsers zelfs een ongewone gunst. Ze mag de gewonden die tussen de linies zijn blijven
12
Over de levensomstandigheden en de locatie van ‘the cellar house’ staat het volgende te lezen in ‘The cellar house of Pervyse’ :
Mrs. Knocker, die op 19 januari 1916 in het huwelijk zou treden met de Belgische piloot Harold de T’ Serclaes, heeft de oorlogsgruwel zelf van dichtbij meegemaakt. Nadat haar man kort na de wittebroodsweken stierf, keerde haar zoon Kenneth 25 jaar later niet terug van een luchtverkenning missie boven Duitsland. Persoonlijk leed heeft deze vrouw er echter nooit van kunnen weerhouden om aan het front zelf hulp te gaan verlenen.
Geweldige beschietingen In Pervijze dat door de geweldige beschietingen van een dorpje veranderd was in een vormeloze hoop stenen met dode paarden, koeien en schapen tussen het puin, werd de eerste hulppost opgericht in de kelder van een huis dat nog tamelijk intact gebleven was. Op enkele meters van de loopgraven, die van het dorp een verdedigbare stelling moesten maken, installeerde Mrs.Knocker haar infirmerie, waar zij bijgestaan door verpleegster Mairi Chisholm bijgenaamd “Gipsy”en twee soldaten die arbeid van onschatbare waarde zou verrichten.
2 0 1 4
“Gipsy was ervan overtuigd dat er geen enkel huis was waarin ze konden verblijven en ze had gelijk: maar er was een kelder – twee in feite – en in één van beide kelders werden de twee vriendinnen ondergebracht om er samen te leven en te slapen. Je bereikte de kelders langs een steile trap vanaf het vernielde gelijkvloers….
T - A r s e n a a l
.
…Om een duidelijk zicht te hebben van Pervijze is het noodzakelijk om het dorp binnen te komen vanuit Veurne waar de weg verschillende bochten maakt en waarvan het laatste stuk rechtdoor loopt tot binnen het bereik van de Duitse beschietingen…. …Ieder huis langs de kant van de weg is beschadigd door de voortdurende bommenregen… …Aan het einde van het dorp stond de kerk die oorspronkelijk een korte dikke torenspits had, maar de toren is ondertussen afgeschoten. Over die toren schreef wijlen Miss MacNaughtan : een vervallen kerk als een wachtpost met beide ogen uitgeschoten. Enkel een blind gezicht bleef over. Er waren grote gaten in de toren en het uurwerk was er afgevallen. Het kerkhof zag er uit alsof er een duivel de kruisen had omvergeworpen en de graven opgedolven…. …De twee kelders waren gelegen aan het einde van het dorp, het gevaarlijkste deel vlakbij het Duitse geschut. Water was er schaars en toen ze er de eerste keer kwamen moesten de twee water halen uit de sloot en zo is het waarschijnlijk wel waar dat ze water dronken dat kwam van het kerkhof waar de lichamen lagen van gesneuvelde Duitsers…
13
…In een rechte hoek ten opzichte van de hoofdstraat liggen de spoorweg en de straat van Nieuwpoort naar Diksmuide … en langs de spoorweg liggen de Belgische loopgraven die uitkijken over het overstroomde land erachter… …De Veurnestraat stopt niet aan het einde van de linies maar loopt verder door in de overstroomde gebieden als een wijzende vinger… De Belgische voorposten liggen een heel eind verder… De straatzijden zijn bezaaid met dode dieren. 27 koeien, 5 schapen, 8 varkens en 3 paarden konden geteld worden vooraleer de voorpost werd bereikt. Staand aan de Belgische zijde en kijkend vanaf een observatiepost (= het stationsgebouw) over het water, leek het op een zee hier en daar onderbroken door eilandjes… Hier namen de twee “Engelen van Pervijze” hun intrek. De muffe geur van het stof van oude bakstenen en mortel overheerste alles. Geen comfort, geen gezelligheid. De kelder was ongeveer 10 voet (3 meter) bij ongeveer 12 voet (3,5 meter) en zo laag dat Gipsy, die niet groter is dan gemiddeld, nog juist recht kon staan. Mairi had natuurlijk meer plaats met haar kleinere gestalte en ook voor de meeste Belgische soldaten was de ruimte hoog genoeg. … ‘De loopgraven waren slechts 50 yards (= ongeveer 45 meter) ver en de mannen die op wacht hadden gestaan of die probeerden te
2 0 1 4
Mrs. Knocker schrijft verder:
T - A r s e n a a l
slapen in hun ijzige kleine schuilplaatsen waren zeer dankbaar en begroetten de fantastische Engelse dames enthousiast terwijl ze hun kleine soeptassen uitstaken met hun stijve half bevroren vingers…’
‘Het had oponthouden geregend in de streek en alles was overstroomd. In onze kelder stond dertig centimeter water en hij was onbruikbaar. In het ander huis, dat wij ook ingericht hadden, gutste het water door het dak en we leefden in oliejekkers en rubberlaarzen bij ons werk. De mannen in de loopgraven stonden kniediep in het water en we kregen de handen vol met mensen die aan kramp, reuma en neuritis leden. Onze moeilijkste patiënten waren de grote honden, die bij de machinegeweer secties werden gebruikt. Van tijd tot tijd kwamen ze binnen met kogelwonden en als ze pijn hadden konden deze dieren echt kwaadaardig zijn. Er was een verschrikkelijke reeks hoofdwonden. Bij sommige mannen was de schedel weggeslagen en kon men de hersenen zien liggen. Dan legden we deze mannen al klaar om begraven te worden en verzamelden hun persoonlijke bezittingen om deze naar de familie te zenden. BRONNEN GEBRUIK: Internet h tt p : / / w w w. w e s t h o e k . b e / n i e u w s / 4 7 8 4 0 / e e n g e d e n k t e ke n - i n - p e r v i j z e - v o o r- e l s i e - k n o c ke r- e n mairi-chisholm-de-madonnas-va http://www.toerismewesthoek.be Boeken Elsie en Mairi - Ivan Petrus Adriaenssens Engelen van Flanders Fields,Uitgever: Lannoo Elsie
and
Mairi
go
to
War:
Tw o
Extraordinary Women on the Western Front van Diane Atkinson, uitgegeven door Random House in 2009.
14
T - A r s e n a a l 2 0 1 4 Later werd het te gevaarlijk in de kelders vlakbij de loopgraven en moesten beide verpleegsters tot tweemaal toe verder terug trekken, iets verder van de frontlinie in de Veurnestraat.In januari 1915 werden beide verpleegsters onderscheiden met de orde van Leopold II die hen door koning Albert persoonlijk werd opgespeld.
15
ADMIRAAL SIR JAMES STIRLING
KORTE VOORGESCHIEDENIS
Admiraal Sir James Stirling wordt op 28 januari 1791 geboren in Drumpellier,Lanarkshire Schotland. Omdat zijn hele familie al in de scheepvaart zat, was het dus niet meer dan normaal dat Stirling uiteindelijk in de Royal Navy terechtkwam.
Toen in 1852 bekend raakte dat de Amerikanen een expeditie op touw zetten om de isolatie van Japan te doorbreken, nam Groot-Brittannië een afwachtende houding aan. Het was er in geen geval op belust de Amerikanen voor te zijn, integendeel, de Britse regering was van mening dat als het isolement eenmaal doorbroken was, het voor hen veel makkelijker zou zijn om onderhandelingen te voeren met Japan. De enige die vond dat de Britten ook een kans moesten grijpen om een verdrag met Japan af te sluiten was Dr.John Bowring, op dat moment de Britse consul van Kanton. Hij had echter niet de toestemming om te onderhandelen met Japan en moest dus afwachten.
Al op 12-jarige leeftijd scheepte hij in om te vertrekken naar West-Indië. Daar diende hij
“Et natum laudem inermis vim, no sed omnis suavitate honestatis. Idque facilisi sensibus nam dolore sit amet. “
onder zijn oom op verschillende schepen en werd er uiteindelijk vlagluitenant. In 1812 kreeg hij voor de eerste keer het bevel over een schip tijdens de oorlog van 1812. In 1826 kreeg hij de opdracht om de kust van West-Australië te onderzoeken. Hij was er zo van onder de indruk dat hij het de moeite vond er een vestiging op te zetten. In 1829 kreeg hij daarvoor de toestemming en stichtte hij de "Swan River Colony".
2 0 1 4
te stellen, maar hij werd teruggeroepen omdat hij er niet in geslaagd was de Russische vloot te vernietigen, wat zijn eigenlijke opdracht was (zie verder in dit artikel). In 1857 werd hij gepromoveerd tot Vice Admiraal en in 1862 kreeg hij de titel van Admiraal. Stirling stierf in Surrey op 22 april 1865, hij was toen 74 jaar.
T - A r s e n a a l
HET ENGELS-JAPANS VRIENDSCHAPSVERDRAG VAN 1854 (日英和親条約)
Toen in april 1854 duidelijk werd dat de expeditie van Perry succesvol geweest was, vond Bowring dat het tijd was om iets te ondernemen. Ondertussen had hij de toestemming al gekregen om eventueel met Japan te onderhandelen als er zich een gunstig moment voordeed en hij zeker was dat zijn afwezigheid in China geen erge gevolgen zou hebben. Bowring wou echter niet vertrekken zonder eerst een zeker aantal oorlogsschepen rond zich verzameld te hebben, want dat had uiteindelijk ook de Amerikanen geholpen. Aan Admiraal Sir James Stirling, bevelhebber van de strijdmacht in China, werd de opdracht gegeven om daarvoor te zorgen.
Van 1854 tot 1856 was Stirling bevelhebber van de vloot van de Britse vestiging in China. In 1854 lukte het hem een verdrag met Japan op
16
Stirling kwam met zijn schip "Winchester" aan in de haven van Nagasaki op 7 september 1854, samen met nog 3 andere oorlogsschepen.
2 0 1 4
Om te kunnen onderhandelen had hij een tolk meegebracht, maar deze was eigenlijk niet zo geschikt, want hij beheerste alleen maar de Furigana en niet de kanji waarin de meeste officiële documenten werden opgesteld.
Japan zat nu dus met een dilemma. Het wou de Britten niet zo maar hun zin geven, want dat zou hun relatie met Rusland slechter maken. Aan de andere kant konden ze het verzoek van de Britten niet zo maar weigeren, want dan zouden ze aangevallen worden. Daarom besloten ze om de Britten toestemming te geven voor het gebruik van de havens van Nagasaki en Hakodate. Als dat niet voldoende zou blijken, zou de haven van Shimoda ook nog geopend worden.
T - A r s e n a a l
DE ONDERHANDELINGEN
Ondertussen werd Stirling nogal ongeduldig omdat hij maar niets hoorde van de Bugyô en hij zei dat als er niet snel een antwoord kwam, hij zelf aan land zou komen en naar Edo zou gaan om te horen hoe het zat. De Japanners waren evenmin goed voorzien om in het engels te kunnen communiceren. De enige Japanners die de taal een beetje machtig waren, konden het enkel spreken en antwoord geven op de brieven die Stirling stuurde was dus onmogelijk. De uiteindelijke oplossing was om de brieven eerst in het Nederlands te laten vertalen en daarna in het Japans, wat natuurlijk voor misverstanden zorgde.Toen Stirling aankwam, liet hij onmiddellijk een brief zenden naar de Bugyô (奉行)waarin stond dat gedurende de oorlog met Rusland, de Britse schepen geregeld gebruik zouden maken van de Japanse havens ten gevolge van de oorlog met Rusland. De brief vermeldde ook dat Stirling eerst wou weten wat de Japanse houding was over de oorlog tussen Rusland en Japan en beloofde daar rekening mee te houden. De admiraal stelde zich dus heel vriendelijk op tegenover Japan, maar toen de vertaalde versie de Bugyô bereikte, was de inhoud helemaal veranderd. Nu kwam het er op neer dat de Britten toegang tot de Japanse havens eisten.
Dit maakte de Japanners bang en ze vroegen hem nog even geduld te hebben. Op 3 oktober zou er een eerste ontmoeting komen tussen de Admiraal en de Bugyô. Daarna kwamen er nog enkele onderhandelingen en werd er een voorlopig verdrag opgesteld. Door het taalproblemen tussen beide partijen en de Japanners dus niet goed begrepen wat Stirling hen nu eigenlijk vroeg, werd hem een soortgelijk gedrag aangeboden als dat van Perry.
HMS Winchester
17
De Bugyô was echter nog niet helemaal tevreden over hoe alles verwoord was. Bij artikel 1 wilden ze nog de vermelding dat er een limiet stond op het inslaan van voorraden. Artikel 3 leek hen ook niet echt duidelijk genoeg, maar dat werd uiteindelijk gezien als een nuanceverschil door het gebruik van de verschillende talen. De andere artikels werden aanvaard, maar de Bugyô wou dat er nog een regel bijkwam die zou verhinderen dat er nog wijzigingen konden gebeuren met de overeenkomst.Uiteindelijk werd een artikel 7 toegevoegd waarin stond dat geen enkele officier die naar Japan kwam het verdrag kon veranderen. Dit stuitte op veel kritiek in Groot-Brittannië, men dacht immers dat dit artikel alle toekomstige onderhandelingen onmogelijk zou maken. Het woord "officier" was echter een verkeerde vertaling van de tolk voor het Japanse woord voor de "aanvoerder van een oorlogsschip" en toekomstige onderhandelingen waren dus wel nog mogelijk. Later op de dag werd het verdrag door beide partijen in hun eigen taal ondertekend.Dit verdrag werd gezien als een eerste stap om de handel tussen Groot-Brittannië en Japan mogelijk te maken. ‣
ARTIKEL 1 HIELD IN DAT GROOT-BRITTANNIË TOEGANG KREEG TOT DE HAVENS VAN HAKODATE EN NAGASAKI VOOR REPARATIES EN HET BEVOORRADEN VAN DE SCHEPEN.
‣
ARTIKEL 2 VERMELDDE DE DATA WANNEER DE HAVENS MOESTEN OPENGESTELD WORDEN EN WANNEER ER CONTROLE ZOU UITGEVOERD WORDEN OF DE BRITSE SCHEPEN ZICH HIELDEN AAN DE GEWOONTES VAN DE HAVENS.
‣
ARTIKEL 3 VERBOOD DE BRITSE SCHEPEN OM ANDERE JAPANSE HAVENS TE GEBRUIKEN, BEHALVE ALS EEN SCHIP IN NOOD WAS.
‣
ARTIKEL 4 ZEI DAT DE BRITTEN ZICH ZOUDEN AANPASSEN AAN DE JAPANSE WETTEN. ALS EEN VAN DE MATROZEN EEN WET OVERTRAD, ZOU DEZE GESTRAFT WORDEN DOOR ZIJN EIGEN KAPITEIN. (OF DIT OOK ANDERE GEVOLGEN ZOU HEBBEN (BIJVOORBEELD HET SLUITEN VAN DE HAVENS WERD NERGENS VERMELD.)
‣
ARTIKEL 5 WAS DE CLAUSULE VAN DE MEEST BEGUNSTIGDE NATIE. IN EEN BRIEF HAD STIRLING UITGELEGD AAN DE JAPANNERS DAT DEZE CL AUSULE NODIG WAS, WANT GROOT-BRITTANNIË ZOU NOOIT EEN VERDRAG GOEDKEUREN ALS DAT HEN IN EEN L AGERE POSITIE DAN DE VS OF ANDERE NATIES ZOU BRENGEN.
‣
ARTIKEL 6 TENSLOTTE ZEI DAT NA HET TEKENEN VAN HET VERDRAG HET NOG BINNEN DE 12 MAANDEN MOEST GERATIFICEERD WORDEN IN DE HAVEN VAN NAGASAKI. VOLGENS STIRLING WAS DIT EEN "EUROPESE GEWOONTE", DUS DE JAPANNERS HADDEN DAAR WEINIG TEGENIN TE BRENGEN.
2 0 1 4
Op 14 oktober 1854 kwam Stirling aan land voor de laatste onderhandeling. Het voorlopig opgestelde verdrag telde nu 6 artikels met de volgende inhoud:
T - A r s e n a a l
HET UITEINDELIJK VERDRAG
BRONNEN: BEASLEY, WILLIAM G. GREAT BRITAIN AND THE OPENING OF JAPAN 1834 - 1858. SANDGATE: JAPAN LIBRARY, 1995. CORTAZZI, HUGH. VICTORIANS IN JAPAN, IN AND AROUND THE TREATY PORTS. LONDON: THE ATHLONE PRESS, 1987. PASKE-SMITH, MONTAGUE. WESTERN BARBARIANS IN JAPAN AND FORMOSA IN TOKUGAWA DAYS 1603-1868. NEW YORK: PARAGON BOOK REPRINT CORPORATION, 1968.
18
ANTIRAKET BETOGING Tijdens de antiraket betoging van zondag 23 oktober 1983 brachten vredesorganisaties in Brussel liefst 400.000 demonstranten op de been. Een unicum in de Belgische geschiedenis. De vredesactivisten beseften echter niet dat de nucleaire winter waarvoor ze waarschuwden toen wel heel gevaarlijk dichtbij kwam. En ook de meeste geschiedenisboeken maken nauwelijks melding van een van de heetste momenten uit de Koude Oorlog. In maart 1983 lanceerde de Amerikaanse president Ronald Reagan het Strategic Defense Initiative. Dat Star Wars programma zorgde in Moskou voor heel wat zenuwachtigheid. De Sovjetgeneraals bereidden zich voor op het ergste. Op 2 november 1983 lanceerde de NAVO vanuit Brussel en Bergen bovendien de tiendaagse oefening Able Archer (‘Ervaren Boogschutter’). De NAVO wilde zijn communicatie testen in het geval een Sovjetinvasie van West-Europa zou culmineren in nucleaire vernietiging.
VERTROUWENSCRISIS Sovjetleider Joeri Andropov was in die periode beducht voor een kernaanval. Om uit te vinden wanneer de VS hun raketten zouden afschieten, lanceerde hij de geheime operatie Ryan ( R a k e t n o Ya d e r n o y e N a p a d e n i e ) , l e t t e r l i j k : ‘Nucleaire Raketaanval’). Het ging om een unieke samenwerking tussen de KGB en de militaire inlichtingendienst GRU. Russische spionnen in het westen moesten afwijkingen in het normale patroon rapporteren
2 0 1 4
Op 2 november 2013, was het precies dertig jaar geleden dat de wereld aan de rand van een nucleaire oorlog stond. De Russen dachten dat de NAVO operatie Able Archer geen oefening was maar een échte voorbereiding op de nucleaire vernietiging. De Oost-Duitse geheime dienst Stasi haalde uiteindelijk de lont uit het kruitvat.
T - A r s e n a a l
HOE EEN NUCLEAIRE OORLOG NIPT VERMEDEN WERD
zelfs details zoals aanwijzingen in het aantal geparkeerde auto’s voor regeringsgebouwen of het aantal kantoren waar na de werkuren nog licht bleef branden. Ze konden immers wijzen op voorbereidingen voor de nucleaire first strike. Op het hoogtepunt van de vertrouwenscrisis tussen oost en west stuurde Rainer Rupp, een West Duitser die namens de Stasi geïnfiltreerd was in het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, een geruststellende boodschap naar het Stasihoofdkwartier: Able Archer was géén cover voor de nucleaire destructie maar slechts een oefening. Voor zover Rupp kon taxeren, plande de NAVO helemaal geen aanval. Het bericht ging recht naar Moskou. ‘Ik bezorgde systematisch alle documenten van de Current Intelligence Group van de NAVO en ook alle documenten over actuele politieke ontwikkelingen aan de Stasi’, schrijft Rainer Rupp daarover in het boek Hauptverwaltung A. Geschichte, Aufgaben, Einsichten (Edition Ost, p. 175). ‘Zo bleven de kameraden van de Stasi op de hoogte en konden ze vervolgens een duidelijke stelling innemen tegenover de Sovjetvrienden.’ Volgens Rupp was het doel van Able Archer ‘de simulatie van een gecoördineerde vrijgave van atoomwapens en de inzet van die wapens. Dat was routine.Alarmerend waren echter de nieuwe elementen van die oefening. Zo werden nucleaire middenafstandsraketten in het toneel gebracht en werd aangedrongen op absolute radiostilte. Bovendien werd bij Able Archer voor de eerste keer een nieuw codering formaat gebruikt om inlichtingen te delen.’
19
T - A r s e n a a l
DERDE WERELDOORLOG VOORKOMEN
2 0 1 4
Op 4 mei 2012 interviewde ik in Berlijn Karl Rehbaum, de chef van Rainer Rupp die op het Stasi-hoofdkwartier alle NAVO berichten opvolgde. Toen ik Rehbaum polste naar het gevaarlijkste moment uit de Koude Oorlog, moest hij niet lang nadenken. ‘1983,Able Archer’,antwoordde Rehbaum beslist. ‘Het is destijds nooit publiek geworden. Zelfs de militairen van beide zijden wisten er niets van. We hebben lang nodig gehad om de Russen ervan te overtuigen dat Able Archer slechts een oefening was. De VS beseften niet dat de Russen de situatie zo ernstig namen. De Britten wisten wél wat er in Moskou leefde maar ze informeerden de VS daar niet over omdat ze hun KGB-bron niet wilden verbranden.’ Karl Rehbaum en Rainer Rupp claimen dat hun spionagewerk ertoe heeft bijgedragen dat in 1983 een Derde Wereldoorlog voorkomen is. ‘Zo praten ze hun eigen verleden goed’, klinkt het wel eens bij Stasi critici. Maar misschien hebben Rehbaum en Rupp wel gelijk: nieuw historisch onderzoek zet hun hypothese kracht bij.
Karl Rehbaum
Stasi hoofdkwartier
20
T - A r s e n a a l
DRUK OP DE KNOP
2 0 1 4
Het National Security Archive van de George Washington University beheert de grootste nietgouvernementele bibliotheek van gedeclassificeerde documenten. Sinds 1983 heeft de organisatie maar liefst 53.000 keer een beroep gedaan op de Amerikaanse wet op de openbaarheid van bestuur (wob) om geheime dossiers van de CIA en andere inlichtingendiensten in handen te krijgen. In mei 2013 publiceerde het National Security Archive drie volumes geheime documenten over Able Archer. ‘Het gaat om een reeks Sovjetdocumenten, de enige gedeclassificeerde `NAVO samenvatting van de oefening Able Archer, en op één na alle CIA intelligente nota’s die achteraf zijn opgesteld’, zegt directeur Tom Blanton van het National Security Archive. ‘Opmerkelijk is dat de VS destijds niet beseften hoe bang de Sovjets waren. Pas achteraf hebben ze dat ingezien en president Reagan erover ingelicht. Reagan schreef in november 1983 in zijn dagboek: “Oh my god, zou het echt kunnen dat de Sovjets dachten dat wij op de knop drukken en hen zouden opblazen? Wij zouden nooit een eerste aanval lanceren. Maar als ze zo bang waren, dan wordt het tijd dat we ons afvragen waarom, en dat we met hen beginnen praten.” Dat was een keerpunt in het Reagan tijdperk.’
Bekijk hieronder de Able Archer-documentaire The Brink of Apocalpyse die Channel 4 in 2008 uitzond en klik ook eens aan drie volumes geheime documenten in rode letters. Bronnen gebruik: http://youtu.be/7ciy5R-tLiE http://www2.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/
‘Het feit dat Rainer Rupp kon aantonen dat de NAVO zelf geen alarmfase had afgekondigd – hoewel de oefening Able Archer heel beangstigend was– heeft er waarschijnlijk toe bijgedragen dat de Sovjets zelf niet tot high alert overgingen hoewel delen van het Sovjetleger dat wel deden. Pas toen de Amerikanen later terugblikten, begrepen ze: “Wauw, dit was écht, de Sovjets waren echt bang.”’
NSAEBB426/ http://life.time.com Boeken: Hauptverwaltung A. Geschichte, Aufgaben, Einsichten (Edition Ost) D e c k n a m e To p a s : D e r S p i o n Ra i n e r Ru p p i n Selbstzeugnissen [Broschiert]
21
‘T Arsenaal en verder met redactie uw aandacht te vestigen op interessante boeken en militair gerelateerde tijdschriften voor de liefhebber
NIEUWSBRIEF EN INTERNETSITE TIP *
2 0 1 4
regelmaat probeert de
T - A r s e n a a l
Opnieuw in dit nummer van
BOEKEN TIP EN MILITAIRE TIJDSCHRIFTEN VAN DE MAAND
Titel: 1 jaar TRIS Troepenmacht in Suriname G.D. Beker was achttien, in Suriname hadden ze militairen nodig, het avontuur lokte en dat was het begin van zijn TRIStijd. In 1962 werd hij ingedeeld bij het tweede peloton, Ccompagnie 1962, tweede detachement. Zijn platte marechaussee pet werd verwisseld voor een baret en de militairen werden toegerust voor de dienst in Suriname. Op 5 november zagen ze het eerste oerwoud en de eerste Surinaamse dorpen en huizen. De TRIS-soldaten hadden nog geen idee wat hen te wachten stond en wisten niet dat ze nog vaak zouden terugverlangen naar het verre Nederland. De soldaten kregen jungletraining. Ze leerden hoe ze moesten overleven, hoe ze een bivak moesten opzetten, welke slangen gevaarlijk waren en hoe ze een aap moesten bakken. Ze maakten zich al snel een TRIS-taaltje eigen, want als je dat niet sprak, dan hoorde je er niet bij. De soldaten kapten zich een weg door het oerwoud marcheerden tot ze er bijna bij neervielen en leerden, dat infanteristen nooit opgaven. Beker kreeg drie detacheringen buiten Paramaribo en Zanderij: Albina aan de Marowijne in het oosten, Nieuw Nickerie aan de Corantijn in het weten en De Brownsweg, zo'n 130 kilometer ten zuiden van Paramaribo. Beker beschrijft zijn Suriname periode heel beeldend en informatief. Menig TRIS-soldaat zal zich in zijn belevenissen herkennen. Hij legt in dit boek een interessant en weinig beschreven stukje (militaire) Nederlandse geschiedenis vast.
http://www.triskontakten.nl
Auteur: G.D Beker Bron: http://www.bol.com/
22
ADVERTENTIE PAGINA
T - A r s e n a a l
LEZERS VAN ‘ T ARSENAAL KORTING VRAAG NAAR DE VOORWAARDEN BIJ JOPIES WEBSHOP
2 0 1 4
.
2 0 1 4
AFDELING ROERMOND
T - A r s e n a a l
ADVERTENTIE PAGINA
VOORZITTER Frits Paulissen voor actuele informatie Telefoon: 0475-350395 Via-email:
[email protected] http://www.wapenbroederszuidelijknederland.nl/roermondbestuur.htm
KOVOM - UNV
Contact informatie
INTERESSE? Voor meer actuele informatie: http://www.kovom.net/
Postadres TRIS Contacten Postbus 354 3330 AJ Zwijndrecht Internet: http://www.triskontakten.nl
Of per email:
[email protected] Per Post aan:J.M.van Dijk Van Eesterenplein 274 3315 KX Dordrecht
Email
[email protected] Telefoon 078-6125991
Nationale Vriendenkring der Veteranen van de Strijdkrachten
http://www.nvvs-anvfa.be
24