iUIITT
VAKRAAD M O D E INTERIEUR TAPIJT & TEXTIEL
INDUSTRIE
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardènwetgeving/ Afdeling CAV t.a.v. mr. M.H.M, van der Goes Postbus 90801 2509 LV Den Haag
Zeist: Onze referentie: Doorkiesnr.: E-mail:
26 juni 2013 VMITT/CH/082 030 23 20 910
[email protected]
Betreft: Jaarverslag 2012 Vakraad MITT, SF MITT, 8 0 MITT en SAVAMITT
Geachte heer Van der Goes,
./.
./.
./.
./.
Bijgaand treft u aan in drievoud: het jaarverslag 2012 van de Stichting Vakraad voor de Mode- Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (Vakraad MITT), alsmede de daarbij behorende controleverklaring van de accountant, het jaarverslag 2012 van de Stichting Sociaal Fonds voor de Mode- Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SF MITT), alsmede de daarbij behorende controleverklaring van de accountant, het jaarverslag 2012 van de Stichting Opleidingsfonds voor de Mode- Interieur-, Tapijten Textielindustrie (SO MITT), alsmede de daarbij behorende controleverklaring van de accountant, het jaarverslag 2012 van de Stichting Aanvullende Voorzieningen voor de ModeInterieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SAVAMITT), alsmede de daarbij behorende controleverklaring van de accountant. Voor zover van toepassing maken alle verantwoordingen van subsidieontvangende instellingen een geïntegreerd onderdeel uit van het jaarverslag.
./.
Wat het SF MITT betreft worden hierbij de verklaringen m.b.t. de subsidieontvangende instellingen ( FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen, De Unie en MODINT over de besteding van de subsidiegelden 2012 overgelegd. Wat betreft de Vakraad MITT projecten LeermiddelenontwikkelingTextielindustrie en RUN Dutch Identity kan ik u melden dat dit meerjarige projecten zijn met een subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2010. De subsidieverantwoording vindt plaats na afloop van het project, het project is nog niet afgerond; in het verslagjaar is derhalve nog geen verantwoording ontvangen. Het project RUN Dutch Identity is een project dat door de integratie van het OOC-fonds met de Vakraad is overgenomen door de Vakraad MITT.
Bezoekadres: Utrechtseweg 95 Telefoon: 030 23 20 910
Fax: 030 23 20 909
Postadres: Postbus 428, 3700 AK Zeist E-mail:
[email protected]
iUIITT
¥AKIAAD M O D E INTERIEUR T A P I J T & TEXTIEL
INDUSTRIE
Ik verwijs u hiervoor o.a. naar de desbetreffende voetnoot *** op pagina's 23/24 van de jaarrekening van Vakraad MITT inzake bestedingsdoelen/activiteiten. Wat betreft het Vakraad MITT project Meesteropleiding Coupeurs kan ik u melden dat dit een meerjarig project is met een subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2009 en een aanvullende toezegging ten laste van verslagjaar 2012. De subsidieverantwoording vindt plaats na afloop van het project, het project is nog niet afgerond; in het verslagjaar is derhalve nog geen verantwoording ontvangen. Ik verwijs u hiervoor o.a. naar de desbetreffende voetnoot ** op pagina's 23/24 van de jaarrekening van Vakraad MITT inzake bestedingsdoelen/activiteiten. Verder deel ik u namens CAO-partijen mee, dat het Sociaal Fonds MITT, Vakraad MITT, de Stichting Opleidingsfonds MITT (SO MITT) en SAVAMITT in 2012 (voor het overige) geen subsidietoezeggingen ten laste van het verslagjaar hebben gedaan. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben ge'i'nformeerd. Met vriendelijke groet, VAKRAAD VOOR DE MODE-, INTERIEUR-, TAPIJT- EN TEXTIELINDUSTRIE
Mr. Nicolette L. Hofman directeur
Bezoekadres: Utrechtse weg 95 Telefoon: 030 23 20 910
Fax: 030 23 20 909
Postadres: Postbus 428, 3700 AK Zeist E-mail:
[email protected]
STICHTING VAKRAAD VOOR DE MODE-, INTERIEUR-, TAPIJT- EN TEXTIELINDUSTRIE JAARREKENING 2012
Vestigingsadres: Utrechtseweg 95 3702 AA ZEIST
INHOUDSOPGAVE
Blz.
BESTUURSVERSLAG 2012
3
INLEIDING ORGANEN VAN HET FONDS, VERTEGENWOORDIGINGEN EN ONDERSTEUNING VERRICHTINGEN VAN HET BESTUUR
3 3 5
JAARREKENING 2012
17
BALANS PER 31 DECEMBER 2012 REKENING VAN BATEN EN LASTEN OVER 2012 WAARDERINGSGRONDSLAGEN EN GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN OVER 2012
18 19 20 21 22
OVERIGE GEGEVENS
25
CONTRÖLEVERKLARING
26
.S/icliiing Vdki-iiiid MIIT ./Licirrekeniiig 21)12
BESTUURSVERSLAG 2012
INLEIDING Overeenkomstig de statuten van de Stichting Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijten Textielindustrie (Vakraad MITT) wordt hierbij verslag uitgebracht over het jaar 2012. De Vakraad MITT heeft ten doel: Goede sociale verhoudingen in de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie te bevorderen, in het bijzonder door het geven van leiding aan de uitvoering en toepassing van de bepalingen van de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie. De Vakraad MITT is statutair gevestigd te Zeist. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Vakraad MITT via de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (CAO MITT) algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2016. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 11 december 2012, nr. 22509 onder UAW-nr. 11379. ORGANEN VAN DE VAKRAAD MITT, VERTEGENWOORDIGINGEN EN ONDERSTEUNING Samenstelling van het bestuur op 31 december 2012 Leden werkgevers. G.A.J. Lamers, vice-voorzitter/secretaris (1) R. Bosch (1) M. Mulder (1) Vacature (1)
Plaatsvervangende leden werkgevers H.J.A. Bekke (1) R.M. van der Gaast (1)
Leden werknemers J. Plat, fungerend voorzitter (2) Th. Katerberg (3) Mw. J.H.M. Rensen (4)
Plaatsvervangende leden werknemers
De voorzitters van werkgevers- respectievelijk van werknemerszijde rouleren per kalenderjaar. In het verslagjaar was de heer J. Plat fungerend voorzitter. De heer G.A.J. Lamers trad op als vicevoorzitter/secretaris. (1) namens MODINT, de Ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (2) namens de FNV Bondgenoten (3) namens de CNV Val<mensen (4) namens De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
Bestuurswisselingen Aan het einde van het verslagjaar 2012 is de heer Th. Katerberg als bestuurslid namens CNV Vakmensen teruggetreden. In zijn plaats is mevrouwi N; Engmann-van Eijbergen toegetreden tot het bestuur als bestuurslid. De vacature voor een bestuurslid namens MODINT is nog niet ingevuld.
,V;/i'/;/(>;cj I akniaii MITT ..kicinx'kt'iiiiii; 2012
Commissies/werkgroepen:
Commissie Aan sluitin gszaken Werkgeversvertegenwoordiging G. Lamers (MODINT)
Werknemersvertegenwoordiging Th. Katerberg (CNV Vakmensen)
Commissie Pen sioen (akkoord) Bestaande uit vertegenwoordigers van cao-partijen, Bpf MITT en externe adviseur. Leden werkgevers. ir. F. Keun (1), voorzitter G.A.J. Lamers, (1) J. Hasselman (1) mw. N.L. Hofman (1) Leden werknemers J. Plat, fungerend (2) Th. Katerberg (3) J. Spruijt (4) Mw. J.H.M. Rensen (4) Extern adviseur E. Schokker (Towers W atson) (1) namens MODINT, de Ondernemersorganisatie voor mode, interieur, tapijt en textiel (2) namens de FNV Bondgenoten (3) namens de CNV Vakmensen (4) namens De Unie, vakbond voor industrie en dienstveriening
Werkgroep Duurzame In zetbaarheid Mw. J. Schaeffer (AW VN) R. Hoogendorp (De Unie) J. Plat (FNV Bondgenoten) P. van der Eijk (CNV Vakmensen) Mw. N. Engmann-van Eijbergen (CNV Vakmensen) D. Habermehl (Lankhorst Sneek B.V.) Mw. M. Kuper - Van Dijk (MODINT Academy) Mr. B. Schmidt (MODINT) Mw. N.L. Hofman Commissie Techn ische kwesties CAO MITT G. Lamers (MODINT) J. Plat (FNV Bondgenoten) Mw. Mr. M. Veenstra (MODINT) Mw. N.L. Hofman Commissie Fun ctieclassificatie 2013 Th. Katerberg (CNV Vakmensen) N. L. Hofman (MODINT) G. Soffner (AW VN-Orba-systeemhouder) .Siidiniig Wikraaii MITT ■Jiiarrekfniiii; 21)12
Projectgroep Arbocatalogus Textiel-Tapijt K. Langenhuysen (namens vakbonden) Th. Snik ( Desso Group) M. Jegerings (Vlisco Netheriands) A. Winkes (Arbo Unie) G. Scheffer (TenCate Advanced Textiles) Mw. NL. Hofman (MODINT) Werkgroep PR- Imago-WMJE Mw. J. Rensen (De Unie) J. Plat (FNV Bondgenoten) J. van de Laar (Vlisco Netheriands BV) Z. Adda (Vlisco Netheriands BV) Mw. I. Wiegman (MODINT) Mw. J. Prince (Prince Perfect) Mw. N.L. Hofman Brugcommissie MITT-Textielgroothandel H. van Dalfsen en mevrouw N.L. Hofman (MODINT) J.E. Kelder en H. Savenije (SCTX)
Ondersteuning bestuur en commissies Bureau Vakraad Mw. Mr. N. L. Hofman, directeur Mw. Mr. M. Veenstra Mw. C. Eijsink Accountant KPMG Accountants N.V. te De Meern
VERRICHTINGEN VAN HET BESTUUR 1. Algemeen Het bestuur van de Vakraad MITT vergaderde in het verslagjaar vier maal, te weten op 28 maart, 27 juni, 26 september en 12 december 2012. 2. Aansluitings- en werkingssfeerzaken De Vakraad MITT is primair verantwoordelijk voor het vaststellen of bedrijfsactiviteiten van een bepaalde onderneming vallen onder de werkingssfeer van de CAO MITT, en daarmee ook onder de werkingssfeer van de fondsen in de bedrijfstak MITT, zoals Bedrijfstakpensioenfonds MITT, Sociaal Fonds MITT en SAVAMITT. De Vakraad MITT voert een actief aansluitingsbeleid. Met AZL, de administrateur van de sociale fondsen, zijn afspraken gemaakt over het uitvoeren van het aansluitingsbeleid. Ook zijn afspraken gemaakt over de inzet van de buitendienstmedewerker die speciaal voor dit doel op verzoek van Cao-partijen is aangetrokken door AZL. Doel van een en ander is om vroegtijdige en correcte aansluiting te realiseren. Dit mede tegen de achtergrond van een aantal problemen rond de afbakening van de werkingssfeer van Cao's. .Siicluini^ Vakraad MIJT Jciarrekeiiiitp 2012
In het verslagjaar is in de zgn. Brugcommissie verschillende keren overieg gevoerd over concrete aansluitingskwesties, die nagenoeg alle werden opgelost. Dit betreft kwesties waarin niet zonder meer duidelijk is of deze bedrijven vallen onder de werkingssfeer van de MITT of onder die van de Textielgroothandel. Een aantal zaken is in het verslagjaar niet afgehandeld. De Vakraad MITT heeft met de voorstellen van de Brugcommissie terzake ingestemd. Verder is op voorstel van de zgn. Brugcommissie besloten om de afbakeningsproblematiek lussen Textielgroothandel en MITT juridisch op le lossen op basis van optie lil B uit een terzake door AZL en Syntrus gezamenlijk opgestelde notitie. Dit is met name van belang voor de risicobeperking voor de beide bedrijfstakpensioenfondsen (geen premie, wel recht). De Brugcommissie heeft AZL en Syntrus daarop gevraagd deze optie verder uit te werken. CAO-partijen Textielgroothandel hebben echter het voorstel van de Brugcommissie naderhand geheel onverwacht niet overgenomen en stellen de Vakraad MITT een andere oplossing voor, te weten door opname in de werkingssfeer van de CAO en het Bedrijfstakpensioenfonds MITT van een zgn. hoofdzaakbeginsel, net als voorkomt bij de Textielgroolhandel. De partijen in de Vakraad MITT hebben in het verslagjaar hierover geen standpunt ingenomen, omdat men behoefte had aan nader achterbanoverieg en hebben meegedeeld vooralsnog vast te houden aan de eerder gemaakte keuze. 3. CAO MITT-zaken ln het verslagjaar werd op 23 mei 2012 door werkgevers een eindbod gedaan voor een nieuwe CAO MITT 2012-2014, dat uiteindelijk in juni tot een akkoord heeft geleid met de volgende afspraken: CAO MITT 2012-2014 1. Looptijd CAO De looptijd van de arbeidsvoorwaarden-CAO bedraagt 24 maanden, van 1-7-2012 tot 17-2014. 2. De • •
Inkomensontwikkeling verdiende salarissen en de schaallonen (min-max) worden als volgt verhoogd: P e r l juli 2012 met 1,75%; P e r l juli 2013 met 2 % ;
Het bedrag van de minimum vakantietoeslag wordt gedurende de looptijd van de CAO bevroren op€ 1730. In artikel 2 1 , lid 4 van de CAO zal verduidelijkt worden wat de normperiodiek per functiegroep is; een tabel van de periodiekpercentages zal worden opgenomen. Het verschil tussen het theoretisch maximum uurloon en het reële maximum uurioon voor mode-interieur (functiegroepen 10 en 11) resp. voor textiel-tapijt (functiegroepen 7 en 8) in de loonschalen zal gedurende deze contractsperiode, in stappen van maximaal 1%, op 1 januari 2013 en op 1 januari 2014, worden vermeerderd. In de volgende CAO-periode(s) zal deze procentuele verhoging worden voortgezet totdat het theoretisch maximum is bereikt.
.Siiclilin:^ Vakraud MTIT .lüam'keytiiiii 21)12
3. Pensioenen: AOW, Bpf MITT en RAM-regeling ln artikel 12, lid 1, onder A, sub i, van de CAO wordt de einddatum aangepast aan de gewijzigde ingangsdatum van de AOW. In plaats van "65-jarige leeftijd" wordt vermeld "AOW-gerechtigde leeftijd". CAO-partijen spreken af dat de leeftijden / leeftijdsgrenzen van de seniorendagen en andere ontziemaatregelen meelopen met de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd in die zin dat: per 1 januari 2017 de leeftijden / leeftijdsgrenzen opschuiven met 6 maanden; en per 1 januari 2019 de leeftijden / leeftijdsgrenzen wederom opschuiven met 6 maanden. De pensioenpremie voor Bpf MITT wordt per 1 januari 2013 structureel vastgesteld op maximaal 24% van de pensioengrondslag. Daarnaast wordt de Bpf MITT-regeling in die zin aangepast dat per 1 januari 2013 het opbouwpercentage variabel wordt en lager kan worden vastgesteld dan de huidige 2% van de pensioengrondslag. Indien mocht blijken dat per 1 januari 2013 de genoemde maximale Bpf MITTpensioenpremie ontoereikend is als kostendekkende premie, dan zal door het bestuur van Bpf MITT het opbouwpercentage worden verlaagd, teneinde een kostendekkende premie te bereiken. Indien in 2013 door het bestuur van Bpf MITT wordt besloten tot een korting op de pensioenen van Bpf MITT, dan zal de helft van deze korting plaatsvinden op de RAMuitkeringen. De toekomstbestendige pensioenregeling voor de MITT zal dit jaar verder uitgewerkt worden, door de gezamenlijke werkgroep van Bpf MITT en CAO-partijen, waarbij flexibiliteit en keuzemogelijkheden nader bezien zullen worden. 4. Vakantie / verlof Per 1 januari 2012 zal de nieuwe wettelijke vakantieregeling in artikel 34 van de CAO MITT worden geïmplementeerd op basis van de volgende uitgangspunten; voor zowel wettelijk als bovenwettelijk vakantiedagen is de opbouw van vakantie voor zieke en gezonde werknemers gelijk. De vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen wordt veriengd van een half jaar naar 1 jaar, na het kalenderjaar van opbouw. Voor bovenwettelijk dagen blijft de wettelijke verjaringstermijn van 5 jaar gelden. 5. Scholing en opleiding / Duurzame inzetbaarheid De afspraken uit de CAO MITT 2010-2012 over scholing, opleiding en loopbaan, en de op basis hiervan lopende pilots worden voorgezet. Dit betreft de voortzetting van de HRpilots van de Vakraad MITT om een aantal specifieke HR-instrumenten uit te testen, zoals een loopbaanscan, een POP / Digitale POP via Vaktalent.nl of Digitale EVC/EVP, MDI-instrument of WAI (workability scan). Afhankelijk van de uitkomst van de HR-pilots zullen de instrumenten Vaktalent en andere HR-instrumenten definitief worden uitgerold in de sector, een en ander met gebruikmaking van de inzet van (personeels) adviseurs. Het Doeboek Duurzame Inzetbaarheid van CNV Metalelektro wordt aangepast voor de MITT-sector en beschikbaar gesteld voor de bedrijfstak. Een en ander nader uit te werken door de Vakraad MITT. De kosten komen geheel voor rekening van de paritaire fondsen voor zover de middelen daartoe toereikend zijn. Daarbij zal zo mogelijk gebruik worden gemaakt van ESF- en andere subsidiemiddelen.
Siichtiiig I '(il
6. Arbeidsmarkt / Werkgelegenheid CAO-partijen vinden het van belang om te investeren in het behoud van werkgelegenheid. Hierbij is bijzondere aandacht nodig voor de groepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder Wajongers. Cao-partijen voelen zich gezamenlijk maatschappelijk veranhwoordelijk voor de plaatsing van Wajongers in de sector. Daarom zal een beleidsmedewerker van de vakbond met een vertegenwoordiger van werkgeverszijde hierover nader in gesprek gaan om hieraan richting te geven. CAO-partijen zullen voortgaan met de promotie van het werken en leren in de MlTTbranche, door vooriichflng en samenwerking met onderwijs en andere partijen. Desgewenst zal via de Vakraad MITT worden geparticipeerd in initiatieven of zal hieraan ondersteuning kunnen worden verieend, een en ander gericht op versterking van de arbeidsmarktpositie van de branche, en op de in- en doorstroom van (potentiële) werknemers. Er zal een enquête worden gehouden naar het aantal / percentage flexcontracten in de MITT-sector. 7. Duurzame inzetbaarheid in de Vakraad MITT zal nadere uitwerking worden gegeven aan een samenhangende visie en aanpak ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid van werknemers in de sector. Hierbij wordt o.a. aandacht besteed aan leeftijdsbewust personeelsbeleid, scholing, loopbaanontwikkeling, vitaliteit en de inzet daarbij van extra veriofdagen, zoals seniorendagen. Tijdens de looptijd van de CAO zal op basis van de cao a la carte-regeling (art. 46 CAO) op ondernemingsniveau kunnen worden geëxperimenteerd met de inzet van diverse "HR-instrumenten ter bevordering van duurzame inzetbaarheid. 8. Wachtdagenregeling (38, lid 2, CAO) ln artikel 38, lid 1, van de CAO wordt vastgelegd dat wanneer na 1 juli 2012 gekozen wordt voor de zgn. wachtdagenregeling, dit dient te geschieden met instemming van de OR/PVT/personeelsvergadering. 9. Internationale solidariteit CAO-partijen zullen tijdens de looptijd van de CAO € 25.000 ter beschikking stellen voor arbeidsomstandigheden-, scholings- en/of kinderopvangprojecten in het buitenland in regio's waar ondernemingen uit de bedrijfstak actief zijn. 10. Diversen Vakbondscontributie De regeling inzake medewerking van de werkgever aan de fiscale facilitering van de vakbondscontributie (artikel 6, lid 6) wordt voortgezet. Funcf/ec/ass;ïïcaf;e Er zal een onderzoek worden ingesteld naar de behoefte, aan een update van de functieclassificatie, met name gericht op de mode-sector.
Siichling Viikraiid MITT .Jtiunvkeiiiiii; 2012
Ploegendiensttoeslag Er zal onder auspiciën van de Vakraad MITT onderzoek gedaan worden naar de ploegendiensttoeslagen in relatie tot andere sectoren (marktconformiteit). Heffing Sociaal Fonds MITT De heffing wordt per 1 januari 2013 gecontinueerd op 0,2% van de relevante loonsom voor zowel textiel-tapijt, als mode-interieur. Op de premie wordt in 2013 een korting toegepast, zodanig dat de premie in dat jaar 0,1% bedraagt. Over een eventuele korting voor 2014 wordt eind 2013 besloten op basis van de begroting 2014 en de financiële positie van het fonds. 11. Technische aanpassingen Er wordt een werkgroep door de Vakraad MITT ingesteld die oplossingen ten behoeve van cao-partijen voorbereid voor een aantal technische knelpunten/onduidelijkheden in de CAO MITT o.a. art. 14 / 16 cao (overwerk / meerwerk), art. 15 / 26 cao (verschoven uren), art. 50 (cao opleidings- en scholingskosten). 12. Bijdrage collectieve belangenbehartiging De bijdrage collectieve belangenbehartiging / AWVN-bijdrage zal worden gecontinueerd. Onder auspiciën van de Vakraad MITT is dit akkoord verwerkt in de CAO MITT 20122014. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de CAO voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (CAO MITT) algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2014, en de verschillende fondsbepalingen tot en met 30 juni 2016. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 11 december 2012, nr. 22509 onder UAW-nr. 11379. In (het protocol bij) de CAO MITT 2012-2014 zijn diverse afspraken gemaakt die onder de vlag van de Vakraad MITT ter hand zijn genomen in dit verslagjaar. Periodiek werd ter vergadering over de voortgang hiervan gerapporteerd. Dit betreft de volgende zaken: 1. Onderzoek update Functieclassificatie De voorbereidingen voor dit functieclassificatie onderzoek zijn dit verslagjaar getroffen. Met AWVN en de werkgroep is het plan van aanpak besproken. Daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek vindt plaats in 2013. 2. Onderzoek marktconformiteit ploegendiensttoeslagen De CAO MITT zal op dit punt worden vergeleken met andere CAO's. Welke CAO's dit gaan worden moet nog nader worden bekeken. De kwestie wordt in 2013 opgepakt door de Vakraad. 3. Technische knelpunten CAO MITT Er is een werkgroep samengesteld die deze technische knelpunten nader heeft geïnventariseerd en besproken in een eerste overieg op 20 november 2012. In dit overieg zijn vervolgacties afgesproken. Deze zijn in het verslagjaar in gang gezet en worden in 2013 nader besproken en/of uitgewerkt. 4. Aanpak Wajong-plaatsingen In 2012 is nog geen aanvang gemaakt met de uitvoering van deze cao-afspraak, gericht op een concrete sector-aanpak. 5. Enquête naar het aantal / percentage flexcontracten in de MITT-sector. Deze enquête is in het verslagjaar door de Vakraad voorbereid en wordt door de Vakraad zelf uitgevoerd. De enquête betreft verschillende vormen van flexwerk(ers), zoals jaaruurcontractanten, werknemers met een zgn. min-max-contract of tijdelijk contract, uitzendkrachten, payroll-medewerkers, zzp-ers, gedetacheerden, oproepkrachten .Vr/c'/i(i(i!f l'akniudMITT ./lUirrckening 2012
9
en thuiswerkers. Voor de verschillende categorieën wordt geïnventariseerd in welke mate ervan gebruik wordt gemaakt, in welke situaties en voor welk soort functies. De enquête is begin 2013 in de bedrijfstak uitgezet.
Toekomstbestendige pensioenregeling MITT De werkgroep Pensioenen, waarin zowel CAO-partijen als vertegenwoordigers van Bpf MITT participeren, is in het verslagjaar drie maal bijeengekomen om met elkaar verder van gedachten te wisselen over een toekomstbestendige structuur van een nieuwe pensioenregeling en welke stappen darvoor gezet moeten worden, mede op basis van de afspraken in het kader van de CAO MITT 2012-2014. De werkgroep heeft zich ook bezig gehouden met de voorbereiding van de besluitvorming door het bestuur van BPF MITT en CAO-partijen over de korting van de pensioenen en de RAM-uitkeringen, alsmede de beperking van het opbouwpercentage van de pensioenen in 2013. De Vakraad MITT werd van deze overleggen op de hoogte gehouden. Deze activiteiten worden in 2013 voortgezet. Duurzame Inzetbaarheid en ESF-regeling Actie E Om verder handen en voeten te geven aan de CAO-afspraak over Duurzame Inzetbaarheid is in het verslagjaar onder veranhwoordelijkheid van de Vakraad MITT aan een commissie de opdracht gegeven om een sector-projectplan over duurzame inzetbaarheid voor de MITT branche voor te bereiden. Hierbij moeten alle losse HRMelementen en projecten tot een samenhangend geheel voor de sector worden verwerkt Daarbij zal op basis van een sectorvisie op duurzame inzetbaarheid het volgende aan bod moeten komen: bewustwording, implementatie, en verspreiding van maatregelen om duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Daarmee zou het projectplan zich tevens kunnen kwalificeren voor een ESF-actie E-subsidie. SO MITT zou deze subsidie vervolgens kunnen aanvragen, en uitvoering van het project zou vervolgens onder verantwoordelijkheid van SO MITT kunnen geschieden. In december heeft de Vakraad MITT ingestemd met het projectvoorstel en het daarvoor benodigde budget, en heeft vervolgens aan SO MITT de opdracht gegeven om de regie te nemen over de voorbereiding en uitvoering van dit project, en om de kosten hiervan te dragen en om terzake een ESF-subsidieaanvrage in te dienen. 4. MODINT RI&E en MODINT Arbocatalogus Eind 2009 werd de Arbocatalogus voor de Mode-, en Interieurindustrie, respectievelijk de Tapijt- en Textielindustrie erkend door de toenmalige Arbeidsinspectie (thans Inspectiedienst SZW). Deze arbocatalogi beschrijven hoe de sectoren mode-interieur respectievelijk tapijt-textiel kunnen voldoen aan de doelvoorschriften uit de Arbowet- en regelgeving. Daarnaast kent de Mode- en Interieurindustrie een branche-Risico Inventarisatie & Evaluatie (Rl&E). De sector is in het verslagjaar door het Steunpunt Rl&E benaderd om met de textiel- en tapijlsector te participeren in een pilot om het zgn. Nieuwe Generatie Rl&E-instrument te introduceren. Daarbij zouden de prioritaire risico's van de arbocatalogus uitgangspunt zijn. Voor de textiel- en tapijt bedrijven beschikt de sector nl. nog niet over een branche-RI&E. Pas begin 2013 is duidelijk geworden dat deze pilot doorgaat.
.Siiciiiing iakraad MITT Jdanvkeniiiix 2012
A. Mode- en Interieurindustrie Voor de mode- en interieurindustrie geldt een erkende branche-Rl&E, die door het Steunpunt Rl&E is voorzien van het zgn. groene icoontje. Dit impliceert dat toetsing van een bedrijfs-RI&E niet meer noodzakelijk is voor bedrijven met maximaal 25 werknemers, die gebruik maken van het door sociale partners erkende branche-RI&Einstrument voor de mode- en interieurindustrie. In het verslagjaar is gewerkt aan een aantal onvolkomenheden, die in het kader van de erkenningprocedure waren geconstateerd. Deze zijn begin 2013 daadwerkelijk verwerkt in het Rl&E-instrument. Daarnaast is er ook een erkende Arbocatalogus voor de mode en interieurindustrie. Deze erkenning liep tot juni 2012; in het verslagjaar is verlenging aangevraagd bij de Inspectiedienst SZW. Daarop is verienging verieend tot 1 januari 2016. Onder deze bedrijven is een enquête gehouden om hun ervaringen en tevredenheid met de branche-arbocatalogus te onderzoeken. De resultaten hiervan hebben niet geleid tot vervolgacties. In het verslagjaar zijn tot slot nadere afspraken gemaakt over de inrichting van een sector-vertrouwenspersoon in het kader van het PSA-risico, en is het risico "geluid en trillingen" verwerkt in de arbocatalogus. B. Textiel- en Tapijtindustrie De voor de textiel- en tapijtindustrie erkende arbocatalogus kent een looptijd tot eind 2012. Sociale partners hebben besloten om verlenging aan te vragen. Deze verienging is in het verslagjaar verieend door de Inspectiedienst SZW voor de duur van 3 jaar tot 1 januari 2016. In verband met deze veriening heeft in november ook een evaluatie van de arbocatalogus plaatsgevonden door de Projectgroep Arbo Textiel-Tapijt. Ter voorbereiding hierop is onder textiel-tapijtbedrijven een enquête gehouden om hun ervaringen en tevredenheid met de branche-arbocatalogus te onderzoeken. In deze evaluatie zijn enige onvolkomenheden geconstateerd, zowel van technische aard als door nieuwe ontwikkelingen/wetgeving, die aangepast dienen te worden. Tevens is besloten om het risico "Explosiegevaar" toe te voegen aan de arbocatalogus. Op het moment van schrijven van dit verslag zijn deze aanpassingen nog niet allemaal verwerkt. In het verslagjaar zijn de risico-onderdelen "Biologische agentia", "Magazijn & Transport", alsmede "Beeldschermwerk en kantooromgeving" aan deze Arbocatalogus Textiel-Tapijt toegevoegd, na toetsing en goedkeuring door de Inspectiedienst SZW. Op 22 maart 2012 heeft een geslaagde vooriichtingsbijeenkomst over de arbocatalogus plaatsgevonden, waarbij met name aandacht is gegeven aan deze nieuw toegevoegde risico's. Op 26 april 2012 is er vooriichting gegeven over de Stoffenmanager. 5. PR en Imagocampagne WMJE Centraal in de PR/imagocampagne staat de website www.watmaakjijervan.nl. Op deze website is alles te vinden over leren en werken in de sector mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie. Een werkgroep van de Vakraad MITT begeleidt dit project. In het verslagjaar is intensief gesproken over de lopende PR-activiteiten van WMJE.
Sdciiiliii; l'iikrciad MITT .Ji.ian-ekeniiig 2012
Verschillende brainstormsessies zijn gehouden om te kijken of de ingeslagen weg de juiste is en of er bijstelling moet plaatsvinden. Uit de evaluatie is o.a gebleken dat: - de site voor werkgevers zeer geschikt is, er is veel informatie te vinden, - de site voor jongeren wel wat aanpassingen behoeft; moet dynamischer, minder teksten, meer identificeerbaar - meer social media ingezet moeten worden om jongeren aan te trekken. De discussie heeft ertoe geleid dat de focus van de promotie via de website naar jongeren verlegd zal worden, met behoud van de waardevolle informatie voor werkgevers en werknemers in de branche. Daartoe zal een nieuwe website ontwikkeld worden en de huidige worden aangepast. Daarnaast is er in het begin van dit verslagjaar met de promotiestand van WMJE op "Skills Masters" in Rotterdam gestaan. "Skills Masters" is hét beroepskeuze-evenement van Nederiand voor vmbo'ers en mbo'ers. In samenwerking met ROC Mondriaan uit Den Haag heeft WMJE drie dagen op deze beurs gestaan. Ook heeft WMJE in september deelgenomen aan de Onderwijsbeurs in Eindhoven, in samenwerking met de opleiding textieltechniek van het ROC Ter Aa uit Helmond, Textiel United en de mode-design-opleiding van het ROC Eindhoven. De steun aan het initiatief van een aantal Brabantse Textielbedrijven onder de vlag van "Textiel United", om jongeren te werven voor opleiding en werk in de textielsector is gecontinueerd. Via Textiel United wordt ook aandacht gegeven aan de website www.watmaakjijervan.nl. Verder zijn de acties om via "Google Adwords" (zoekmachine optimalisatie) bezoekers te trekken naar de website op lager niveau voortgezet, en is mede op basis van de hiervoor genoemde evaluatie de inzet van sociale media gecontinueerd via een eigen WMJE Facebook-groep en Twitter. De panelleden die vragen van studenten en jongeren kunnen beanhwoorden, zijn ook prominenter op de website zelf gekomen, en zijn via Facebook te bevragen. 6. Activiteiten KC Handel / MODINT Academy BV Met ingang van 2009 is Kenniscentrum Handel -KCH- verantwoordelijk voor de zgn. wettelijke taken in het kader van het MBO-onderwijs voor onze sector. MODINT Academy is het opleidingsinstituut voor de branche voor commerciële maatwerk- en cursorische scholing. Medio het verslagjaar is de samenwerking met CBT Trainingen en Opleidingen beëindigd, omdat deze voor beide partijen onvoldoende succes opleverde. Vanaf dat moment opereert MODINT Academy weer zelfstandig met support van sociale partners. Hoofdaccent ligt op de uitvoering van collectieve brancheprojecten van sociale partners. Gelet hierop heeft de Vakraad in de vergadering van december 2012 de toezegging gedaan voor een garantiefinanciering voor 2013. In het verslagjaar is in verschillende bestuursvergaderingen kennisgenomen van de onhA/ikkelingen en voortgang binnen beide gremia, o.a. op basis periodiek overleg tussen Vakraad MITT, MODINT (Academy) en KCH. Op 20 maart en 25 oktober vond dit overieg plaats. Besproken werden de vervolgacties op het scholings- en loopbaanonderzoek, het aanbod, doelmatigheid en de knelpunten van het MBO-opleidingsaanbod, en de vraag terzake van de bedrijven. De uitstroomrichtingen 'Cad Stylist" en "Productiebegeleider" kennen een zorgwekkend beperkte instroom. Voor textiel blijven de BBL-trajecten op niveau 2 en 3 een punt van aandacht. Voor het overige zijn de aantallen vrij stabiel.:.
Siichiing l'akriiadMITT ./cturreki'iiiiig 2012
De Minister van OCW wil nl. opleidingen met te weinig deelnemers niet meer financieren; deze zullen dan verdwijnen, tenzij ruimte wordt gevonden voor een keuzedeel binnen een andere opleiding. In het verslagjaar heeft deze problematiek veel aandacht gevraagd. Er is intensief contact gezocht met bedrijven, het scholenveld en KCH om iedereen te mobiliseren en om opvattingen en input voor (Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) SBB, en het Ministerie van OCW te verkrijgen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een voorstel voor een nieuwe kwalificatiestructuur MITT, waarbinnen de vervallen kwalificatiedossiers zo veel mogelijk tot hun recht komen. Het wachten is op het oordeel/advies van SBB en besluitvorming van de Minister van OCW. De ingangsdatum van de nieuwe kwalificatiestructuur is met een jaar verschoven naar schooljaar 2014. De lage leeriingenaantallen vormen nog steeds een bedreiging voor het voortbestaan van de textielopleidingen in Twente en Helmond. De regionale textielbedrijven doen er alles aan om personeel te werven onder VMBO-scholen onder de vlag van Textiel United. Indien de lextielopleidingen zouden verdwijnen, is mede in het licht van de vergrijzing in de sector een groot probleem. Het is dus van groot belang om de kennis goed te borgen, hetgeen geschiedt in het kader van het door de Vakraad gesteunde Textiel-Tapijt-leermiddelenproject. Ook kwamen een aantal Internationale projecten waarin voor de sector wordt geparticipeerd aan bod, zoals het project gericht op het vormen van een internationale database met de verschillende competenties, o.a. van belang voor internationale stages. In het verslagjaar werden door de Vakraad verder de resterende BCP's textiel, te weten 'Kwaliteitscontroleur Textiel" en "Ploegleider / Productieleider Textiel" goedgekeurd en vastgesteld. Tot slot werden door KCH in het verslagjaar ook de definitieve versies van de beroepenfilms met een totaal beeld van de sector opgeleverd; "Step by step Fashion en Textiles", en "Van schaap tot schap". Zij zijn op de websites van KCH en watmaakjijervan.nl geplaatst. Geregeld werd gerapporteerd over het grootschalige leermiddelenproject voor textiel-, tapijt- en breigoedsector, uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de MODINTledengroepering VTN en MODINT Academy. Dit leermiddelenproject heeft vertraging opgelopen, omdat de ontwikkeling van het lesmateriaal tijdsintensiever is, dan werd gedacht. Verder speelt bij de dooriooptijd van het project ook de beschikbaarheid van de bedrijven een rol. Zoals de planning er nu uit ziet, zal het project in 2013 afgerond kunnen zijn voor de belangrijkste processen / machines. 7. Vervolg op onderzoek arbeidsmarkt en scholingsbehoefte MITT. In vervolg op het grootschalige arbeidsmarkt- en scholings- en loopbaanonderzoek in MlTT-branche uit 2011 is aan KCH de opdracht gegeven tot een vervolgaanpak. Daarop zijn in het verslagjaar paneldiscussiebijeenkomsten georganiseerd met de sectoren textiel-tapijt, respectievelijk mode. In deze bijeenkomsten zijn knelpunten, conclusies en aanbevelingen uit het onderzoeksrapport besproken met als doel prioriteiten te bepalen, en om tot voorstellen voor oplossingen en een plan van aanpak te komen.
Slic/itiiii; I 'aknidd MITT .liiurrvkeniiii; 2012
Een aantal zaken hiervan zal worden meegenomen in het elders in dit verslag genoemde project Duurzame Inzetbaarheid (o.a. inzet adviseur bij kleinere bedrijven om algemene scan op duurzaamheid te doen of bedrijf daarbij te begeleiden en adviseren; uittesten van het zgn WAl-instrument en bezien of dit uitgebouwd kan worden voor, in eerste instantie, de oudere werknemers in de sector tot een vitaliteits- en carrièrescan). Verder zijn verschillende acties gericht op behoud van vaktechnisch goed gekwalificeerd personeel in gang gezet, zoals het in kaart brengen van het relevante VMBO-netwerk, intensivering samenwerking met ROC's, opbouwen netwerk vaktechnische deskundigen textiel-tapijt, samenwerking met ander kennisinstituten in binnen- en buitenland. Bovendien is hierop gericht aan het eind van het verslagjaar een succesvolle bijeenkomst georganiseerd voor textiel- en tapijlbedrijven in Oost Nederiand, om te bezien of er behoefte is om met elkaar en met het ROC samen te werken. Dit naar het voorbeeld van Textiel United in de regio Helmond. Ook is besloten om de beperkte informatievoorziening over het aanbod van (vakspecifieke) trainingen / cursussen / beroepsopleidingen op te lossen. Onderzocht wordt op welke wijze al het relevante (vakspecifieke) scholingsaanbod op de website voor de gehele sector ontsloten kan worden. Voor de modesector zal concreet de behoefte aan sectorspecifieke vaktechnische kennis en vaardigheden in kaart gebracht worden, alsmede het beschikbare lesmateriaal, en de vorm waarin deze specifieke kennis/vaardigheid aangeboden moet worden (beroepsopleiding of maah/verk). Deze voorstellen worden verder uitgewerkt in samenwerking met KCH en zullen in 2013 in gang gezet worden. 8. Jean Schooi / Stichting House of Denim Stichting House of Denim wil een platform zijn voor vakkennis, ambacht, innovatie & duurzaamheid, specifiek gericht op de jeansbranche. Het concept van het House of Denim rust op 4 peilers: het Denim Netwerk - voor ieder die iets met denim heeft - , het Jean Lab - R&D and kenniscentrum, - de Jeanschool -, en het Indigo archief- museum/gallery/archief/winkel. In het schooljaar 2012 start ROC van Amsterdam met de eerste jeansschool ter wereld; een driejarige MBO-opleiding tot Denim Developer. De opleiding wordt ontwikkeld in zeer hechte samenwerking met het bedrijfsleven. In de maart-vergadering is dit initiatief gepresenteerd aan de Vakraad MITT en is met name voor de ontwikkeling van het curriculum en de promotie van de opleiding steun van de Vakraad gevraagd. Dit werd door de Vakraad positief tegemoet getreden, doch behoefde nog nadere concretisering. Dit initiatief heeft verder geen vervolg gekregen in het verslagjaar. 9. Opheffen OOC-fonds en integratie activiteiten in Vakraad MITT Per 1 januari 2012 is het OOC-fonds geliquideerd en zijn de activiteiten van het OOCfonds in de Vakraad MITT geïntegreerd. Dit betekent dat de volgende activiteiten / projecten vanaf 2012 vallen onder de Vakraad MITT: ROS-subsidieregeling mode-interieur Deze opleidingssubsidieregeling geldt alleen voor bedrijven die vallen onder de sector mode-interieur. -Stichling i'akraad MITT .huirrckeiiiiia. 2012
In de vergaderingen van het bestuur werden de door de bedrijven uitgevoerde scholings-/opleidingsprogramma's, waarvoor een beroep op de ROS werd gedaan, besproken. In totaal werden in 2012 voor 28 (2011: 31) opleidingen / cursussen ROS-aanvragen door 9 (2011: 10) verschillende bedrijven ingediend. Er werd uiteindelijk ROS-subsidie voor 24 (2011: 23) opleidingen / cursussen toegekend; O (2011: 4) aanvragen werden afgewezen en 4 aanvragen zijn nog in behandeling. In totaal werd voor opleiding en scholing aan 50 (2011: 103) werknemers ROS-subsidie toegekend. RUN onderzoek "The Construction of Dutch identity of a brand bv designers and consumer" & "The Dutch Fashion Industry in a globalised market". Dit onderzoek is nog in voile gang. Door tussentijdse presentaties van studenten van hun bevindingen worden reeds elementen van het onderzoek naar buiten gebracht. Meesteropleiding Coupeur Er is nog geen verantwoording afgelegd voor de bestede financiële bijdragen voor aanloopkosten en lesmateriaal. Het onhwikkeltraject is nog in volle gang. In 2011 werd een aanvullend budget voor de Meesteropleiding Coupeur beschikbaar gesteld voor een periode van 3 jaar, startend in 2012, voor de verdere ontwikkeling van de Meesteropleiding Coupeur. Tevens werd in juni 2012 besloten tot versoepeling van de afspraken die gemaakt zijn voor de financiële bijdrage van het OOC-fonds. Van de zijde van het OOC-fonds is de bijdrage voor ontwikkeling van leermiddelen gekoppeld aan digitalisering via N@tschool. Op termijn staat men hier niet negatief tegenover, doch eerst moet het basismateriaal in fysieke vorm ontwikkeld worden. Het bestuur ziet hiervan de noodzaak in en is bereid de voorwaarde van digitalisering te laten vervallen, zodat de toegezegde gelden nu ingezet kunnen worden voor het ontwikkelen van het basismateriaal. 10. Diversen ln de Vakraad MITT-vergadering in december 2012 werd ingestemd om informatie naar de bedrijven over het vervallen van de zgn. rentehobbel per 2013 te versturen. 11. Begroting Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient de Vakraad MITT de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een stichting ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor de Vakraad MITT het geval. 12. Jaarverslag en Financiën ln de juni-vergadering zijn het jaarverslag en het financiële verslag van de Vakraad MITT over 2011, voorzien van een controleverklaring, goedgekeurd en vastgesteld. In de december-vergadering zijn de verwachte realisatie 2012, en de begroting voor 2013, van de Vakraad MITT besproken en werd de begroting 2013 vastgesteld.
Siiciuiiiiï i'iikraad MTIT ..'(.Mi-rekfiiim; 2012
13. Slotwoord Het bestuur dankt iedereen die zich op een of andere wijze voor de Vakraad voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie heeft ingespannen.
Zeist, 20 juni 2013
G.A.J. Lamers Werkgeversvoorzitter
Siicluing I 'iikraad i\ fITT ./aiirrckeiiiui; 2012
J. Plat Werknemersvoorzitter
I6
JAARREKENING 2012
St ich ling I 'iikmcid A UTT ..'i.iiirn'keniii'' 2012
17
stichting Vakraad Mode Interieur Tapijt & Textielindustrie Balans per 31 december 2012 (na bestemming saldo) (bedragen in €)
2012
2011
321.130
340.178
2.047
1.675
323.177
341.853
Kortlopende schulden
323.177
341.853
Totaal
323.177
341.853
Activa Overige vorderingen Liquide middelen Totaal
Passiva
Siicliiiiig Tdkniad MITT ..'diinxkenuw 1012
18
Rekening van Baten en Lasten over 2012 (bedragen in €)
2012
2011
317.391 47.901
215.432 44.123
365.292
259.555
173.689 139.723 51.880
121.477 96.897 41.181
365.292
259.555
Baten Bijdrage Sociaal Fonds MITT Andere baten
Lasten Secretariaatsvoering Projecten en subsidies Andere Lasten
.Siicliling i 'cikraad MHT ■ lacirivkeniin' 2012
Waarderingsgróndslagen en grondslagen voor de resultaatbepaling Algemene toelichting Doel Het doel van de Stichting bestaat overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie, de statuten en het reglement uit het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het in sociaal opzicht optimaal functioneren van de Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie.
Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voor zover niet anders vermeld, ongewijzigd len opzichte van voorgaand jaar. Waardenngsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde in dit geval de nominale waarde. Vorderingen en schulden Deze posten omvatten: handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Vorderingen en schulden worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Algemeen geldt dat bij het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. De effecten hiervan worden dan in het volgende jaar veranhvoord.
.Siicliiii,'.; l i i k r a a d M I T T .hitirrekfiiint; 2012
20
ToeUchting op de Balans per 31 december 2012
2012
2011
Activa Overige vorderingen Rekening Courant Sociaal Fonds MITT Doorberekening SAVAMITT Overige vorderingen
295.009 44.123 1.046
273.229 47.901 321.130
340.178
2.047
1.675
323.177
341.853
310.642
314.595
12.535
27.258
323.177
341.853
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan êén jaar. Liguide middelen ABN AMRO bank N.V. Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bankrekeningen, die direct opeisbaar zijn.
Passiva Kortlopende schulden Projecten en subsidies Overige schulden
Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar Niet in de balans opgenomen
verplichtingen
Per jaareinde zijn er geen verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
.Siitiiiiiii; laki-acid MITT ./cKirrckeiüii'' 2012
ToeUchting op de rekening van Baten en Lasten over 2012
2012
2011
317.391
215,432
47.901
44.123
365.292
259.555
Baten Bijdragen Sociaal Fonds MITT Andere baten Doorberekening SAVAMITT
Lasten Secretariaatsvoering Vakraad MITT SAVAMITT Proiecten en subsidies WGA-hiaat SAVAMITT Uitgaven overeenkomstig statutaire bestedingsdoelen (zie bijlage) Andere Lasten Vooriichting/informatie Bestuurskosten Bestuurskosten SAVAMITT Accountantskosten Accountantskosten SAVAMITT Overige kosten Overige kosten SAVAMITT
103.828 17.649
154.866 18.823
121.477
173.689 13.205
12.525
126.518
84.372 139.723
7.124 19.273 3.864 2.783 11.662 6.827 347
96.897 14.125 2.227 1.999 11.067 11.108 655
51.880
41.181
385.292
259.555
Onder de bestuurskosten is een bedrag van € 18.095 aan vacatiegelden verantwoord (2011: € 12.320).
Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting. Zeist, 20 juni 2013
.SlicliOiig i'akraad MITT .hiiirrckeiiiiii' 2012
Bestedingsdoelen/activiteiten Vakraad MITT 2012
omschrijving lasten verslagjaar
Artikel 3, lid 2, statuten Vakraad MITT Art. 3, lid 2, onder b, statuten als uitvoerend orgaan op te treden op het terrein van de - Arbocatalogus & Rl&E arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en vakopleidingen in de bedrijfstak, alsmede de taken te verrichten die bij de voor de bedrijfstak geldende CAO aan de Vakraad zijn opgedragen en die activiteiten te verrichten die nodig zijn om een juiste naleving van de CAO in de bedrijfstak te bewerkstelligen;
lasten verslagjaar (in€)
begroting verslagjaar (in€) 5.250
4.344
Art. 3, lid 2, onder g, statuten het aanvragen van of bemiddeling verienen bij de - Arbeidsomstandigheden verkrijging van subsidies of andere financiële middelen en het verstrekken van financiële bijdragen in verband met publicitaire doeleinden voor de bedrijfstak, in relatie tot de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, om het positieve imago van de bedrijfstak te handhaven ofte verbeteren;
25.000
- Meesteropleiding coupeurs** - RUN Dutch Identity*** - Leermiddelenontwikkeling textielindustrie*** - PR Scholing - Panel Scholingsonderzoek - ROS subsidies - Crisisbijdragen scholing deeltijd WW - Loopbaanadvies, EVC, POP
30.000
Art. 3 lid 2, onder k, statuten het bevorderen, opzetten en doen organiseren van opleidingen en/of cursussen met inbegrip van projecten betrekking hebbende op de vakopleidingen, andere scholing en/of employability gericht op de arbeidsverhoudingen in de mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie ten behoeve van werknemers alsmede werkgevers in de bedrijfstak;
Art. 3 lid 2, onder 1, statuten het verstrekken van bijdragen ter bestrijding van, of tegemoetkoming, in de gemaakte kosten voor opleiding, onderwijs, vorming en her-, om- en bijscholing;
Totaal uitgaven overeenkomstig statutaire bestedingsdoelen
P.M.
P.M.
P.M. 100.000
P.M. 48.552
227.000
14.368 21.240 -27.817 10.831
332.250
126.518
*" Betreft subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2009 met een aanvullende toezegging ten laste van het verslagjaar 2012; subsidieverantwoording vindt plaats na afloop van het project, het project is nog niet afgerond: in het verslagjaar is derhalve noq geen verantwoording ontvangen. '** Betreft subsidietoezegging ten laste van verslagjaar 2010; subsidieverantwoording vindt plaats na afloop van het project, het project is nog niet afgerond; in het verslagjaar is derhalve nog geen verantwoording ontvangen.
.. -c Siicluiii}; / 'ukracid .\TITT Jaarrekening 2012
OVERIGE GEGEVENS
Siidiiirig I 'akraad MITT .liiarrekenimy 2012
CONTROLEVERKLARING
.Slic/niiig I iikrihid MITT ..'.lurrekeiiiini 2012