Investment Beliefs Bpf MITT ‘Missie en doelstellingen’. 1. De fondsdoelstelling en de pensioenverplichtingen vormen bij het bepalen van het beleggingsbeleid het uitgangspunt voor Bpf Mitt Bij het nemen van beleggingsbeslissingen staat de doelstelling van Bpf Mitt centraal. Bepalend bij vaststelling van het beleggingsbeleid zijn de specifieke karakteristieken van de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds. Het beleggingsbeleid moet invulling geven aan het bereiken van de fondsdoelstelling. Uitwerking: ‐ De doelstelling van het pensioenfonds is ‘het streven naar een waardevast pensioen prevaleert boven het streven naar een nominaal pensioen’. ‐ De specifieke pensioenverplichtingen van het pensioenfonds staan centraal en vormen een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Er is dus geen sprake van een asset only benadering. ‘Portefeuille samenstelling’. 2. Asset Allocatie is de belangrijkste keuze in relatie tot het uiteindelijke rendement Binnen de randvoorwaarden, zoals maximaal te lopen risico, verwacht rendement en profiel van de verplichtingen, is de strategische asset allocatie de belangrijkste component in de realisatie van rendement. Hieronder wordt verstaan de strategie op hoofdcategorieën (zakelijke waarden, vastrentende waarden) en hierbinnen de verdeling over subcategorieën alsmede de mate van afdekking van balansrisico’s (rente/valuta/aandelen). De beslissing om een bepaalde (sub)beleggingscategorie op te nemen in de beleggingsportefeuille van Bpf Mitt heeft op de lange termijn veel meer impact voor het fonds dan aan-/verkoopbeslissingen op regelnivo binnen (sub)beleggingscategorieën. Uitwerking: ‐ Bij het vaststellen van het strategisch beleggingsbeleid hanteert Bpf Mitt een topdown benadering. Allereerst worden de strategische doelstellingen van het fonds bepaald (zoals benodigd rendement, maximaal balansrisico) met behulp van een riskbudgetting, doelstellings- danwel ALM-studie. Periodiek laat het fonds een update uitvoeren van een dergelijke studie. ‐ Het totale risicobudget op balansnivo (rente-, inflatie- en valutarisico) wordt vervolgens binnen de beleggingsportefeuille toegewezen aan de verschillende onderdelen. In dit kader heeft Bpf Mitt binnen de beleggingsportefeuille gekozen voor een opsplitsing in een bepaalde verhouding naar een matching-return portefeuille. Vervolgens worden binnen de matching- en returnportefeuille keuzes gemaakt ten aanzien van (sub)beleggingscategorieën, markten, regio’s, kwaliteit en overige componenten. ‐ De specifieke verplichtingenstructuur van het fonds is een belangrijke factor bij de inrichting van de matchingportefeuille. Het geformuleerde totale risicobudget op balansniveau is vervolgens toebedeeld aan de return- en matchingportefeuille.
48 ABTN Bpf MITT 2015
3. Diversificatie van beleggingen zorgt voor een verbetering van het risico-/rendementsprofiel van het fonds, maar diversificatie is geen doel op zich Diversificatie van beleggingen over verschillende categorieën, sectoren, regio’s en mandaten zorgt voor spreiding van risico’s. Spreiding van beleggingen voorkomt dat ‘alle eieren in een mandje worden gelegd’. Gedurende de tijd bewegen de verschillende beleggingscategorieën veelal verschillend, zowel qua richting als qua nivo. Deze zgn. correlatie-effecten zorgen ervoor dat op totaal portefeuille niveau het totale risico kleiner is dan de som van de individuele risico’s. Uitwerking: ‐ Het fonds streeft naar verdeling van het vermogen over meerdere beleggingscategorieën, sectoren, regio’s en mandaten, maar spreiden is geen doel op zich ‐ Bpf Mitt is zich bewust van de beperkingen van diversificatie. In bepaalde marktomstandigheden kunnen diversificatie-voordelen verminderen. ‐ Voordat in een nieuwe categorie wordt belegd, wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van deze categorie op de totale portefeuille. Financiële markten 4. Beleggingsrisico wordt op lange termijn beloond. Om haar doelstellingen te bereiken heeft het pensioenfonds op lange termijn (> 10 jaar) een rendement nodig dat hoger is dan de risicovrije rente. De reden om in aandelen of andere beleggingscategorieën met een hoger risico te beleggen is dan ook een hoger verwacht rendement op lange termijn. Het fonds gaat ervan uit dat er een risicopremie bestaat voor investeringen met een hoger risico. Het fonds realiseert zich dat extra rendement gepaard gaat met extra risico. Ook heeft het fonds de overtuiging dat illiquide beleggingscategorieën over een illiquiditeitspremie beschikken waar het pensioenfonds als lange termijn belegger van kan profiteren. Uitwerking: ‐ Bpf Mitt heeft een gedeelte van het vermogen gealloceerd aan beleggingscategorieën met een hoger risico. Uitgangspunt is de verwachting dat het fonds als lange termijnbelegger in staat is de verwachte risicopremie te kunnen incasseren. Het maximum van meer risicovolle beleggingen binnen de portefeuille is strategisch bepaald. ‐ De basishouding van het pensioenfonds is dat risico’s waar geen additioneel rendement tegenover staat worden beperkt. Te denken valt daarbij aan rente-, inflatie- en valutarisico. De mate waarin deze risico’s worden beperkt worden door het fonds bepaald vanuit bestuurlijk-, rendements- en risicoperspectief. Omstandigheden zijn denkbaar dat het fonds om tactische redenen afwijkt van deze basishouding. ‐ Ook heeft het fonds een gedeelte van het vermogen gealloceerd aan illiquide beleggingscategorieën. Vanwege de lange termijn beleggingshorizon is Bpf Mitt in staat deze illiquiditeitspremie te incasseren. Er is echter een grens aan het vermogen
49 ABTN Bpf MITT 2015
‐
dat aan illiquide categorieën kan worden gealloceerd. Het fonds waakt ervoor dat de illiquiditeit van de beleggingen het beleid niet mag beinvloeden. Periodiek beoordeelt het fonds de benodigde liquiditeit. Dit resulteert in een maximum aan illiquide categorieën. Bpf Mitt gelooft dat risicopremies fluctueren in de tijd. Als gevolg hiervan is de omvang van afdekking van balansrisico’s voor het fonds geen statisch gegeven.
5. Het op consistente wijze behalen van outperformance is moeilijk en afhankelijk van financiële markten Op efficiënte markten is informatie snel in koersen verwerkt. Aangezien actief beleid daarnaast veelal leidt tot hogere transactie- en beheerkosten is het zeer lastig om op langere termijn op consistente wijze de benchmark te verslaan. Dit blijkt zowel uit academisch onderzoek als uit eigen ervaringen. Passief beleggen leidt anderzijds niet perse tot een lager risicoprofiel. Het verplicht volgen van een benchmark heeft weliswaar een beperkt relatief risico tot gevolg maar zegt daarmee niets over de met deze belegging gepaard gaande absolute risico’s. Daarnaast zijn sommige beleggingscategorieën en financiële markten juist minder geschikt om passief te beleggen. Uitwerking: ‐ een gedeelte van de portefeuille wordt op passieve wijze belegd. Actief beleid wordt gevoerd indien de argumenten daarvoor voldoende sterk zijn (bv als er geen (efficiente) beleggingsoplossingen beschikbaar zijn). ‐ in efficiënte markten worden in eerste instantie op passieve wijze belegd. ‐ Op inefficiënte markten kan actief beleid waarde toevoegen, zodat op inefficiënte markten met een actief beleid wordt belegd. In dat geval wordt een multimanagement strategie gehanteerd zodat diversificatie-effecten het relatief risico beperken. ‐ Het fonds bepaalt per beleggingscategorie of op actieve danwel passieve wijze belegd wordt. ‐ Jaarlijks wordt in het beleggingsplan opgenomen in welke categorieën het fonds wil beleggen ‐ In de beoordeling van de resultaten worden de netto-performance cijfers beoordeeld, dus na aftrek van (beheers-)kosten 6. Bpf Mitt heeft de overtuiging dat het voeren van een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid op lange termijn waarde oplevert. Het pensioenfonds wil zich graag inspannen om een positieve bijdrage te leveren aan een betere maatschappij en milieu. Bovendien gelooft het fonds dat bedrijven die milieubewust zijn en die zich positief inzetten op het gebied van ontwikkeling van de maatschappij op lange termijn een beter rendement-/risicoverhouding zullen laten zien. Dit in tegenstelling tot bedrijven die hier niet of minder bewust mee omgaan.
Uitwerking: ‐ Het fonds heeft een maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid geformuleerd dat wordt gehanteerd. Dit beleid bestaat uit uitsluiting van bepaalde beleggingen en van
50 ABTN Bpf MITT 2015
‐
‐ ‐ ‐
actief aandeelhouderschap. Het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid dat het fonds voert is sector specifiek. Treedt het fonds actief op (danwel laat zich vertegenwoordigen) tijdens aandeelhoudersvergaderingen volgens de richtlijnen van goede corporate governance Bij selectie van vermogensbeheerders zijn criteria op het gebied van milieu-, sociale en governance factoren geïntegreerd in de gehanteerde selectie-criteria. De fiduciair manager van het fonds voert het MVB-beleid voor het fonds uit en rapporteert hier periodiek over. Om het MVB te kunnen beoordelen is een goede doorkijk in de beleggingsportefeuille noodzakelijk.
Governance 7. Het fonds sluit bij voorbaat geen enkele beleggingscategorie of –strategie uit. Risico-factoren van verschillende beleggingscategorieën zijn volledig bekend en worden onderkend. Het is van belang dat belegging in categorieën en strategieën niet leidt tot risico’s die vooraf niet volledig onderkend zijn. Het fonds hecht aan transparantie aan de beleggingen en strategieën waaraan zij vermogen alloceert, zodat alle mogelijke risico’s goed kunnen worden ingeschat en beoordeeld. Dit voorkomt dat de portefeuille een mogelijk ander risico/rendementsprofiel heeft dan vooraf aangenomen. Uitwerking: ‐ Om te komen tot een gediversificeerde en gebalanceerde portefeuille beoordeelt het fonds (de kenmerken van) iedere beleggingscategorie op zichzelf en ten opzichte van de andere categorieën binnen de portefeuille ‐ Een beleggingscategorie en –strategie moet voldoende duidelijk zijn voor het bestuur en beleggingscommissie van Bpf Mitt voordat het fonds daadwerkelijk overgaat tot belegging. Indien dit niet of onvoldoende het geval is wordt een categorie/strategie niet opgenomen in de portefeuille ‐ Het bestuur en beleggingscommissie spant zich in om de beleggingskennis op een adequaat niveau te brengen en/of te houden ‐ Een categorie of strategie dient zich al bewezen te hebben toegevoegde waarde te kunnen leveren bij het realiseren van de doelstellingen van het fonds voordat het in aanmerking komt voor belegging. 8. Een efficiënte fonds-organisatie draagt op lange termijn positief bij aan het verwachte beleggingsrendement. Met betrekking tot het beleggingsbeleid heeft het bestuur taken gedelegeerd aan de Beleggingscommissie, de fiduciair beheerder en andere externe partijen. Door het delegeren van taken (op het gebied van operationeel vermogensbeheer, selectie/monitoring/aansturing van vermogensbeheerders en risk management) is de voor deze taken benodigde continue aandacht gewaarborgd. Het bestuur blijft echter eindverantwoordelijk. Uitwerking:
51 ABTN Bpf MITT 2015
‐ ‐
‐
Het bestuur heeft in het beheer van het fondsvermogen taken uitbesteed aan externe partijen teneinde het vermogensbeheerproces op efficiënte wijze in te richten. Het fonds heeft taken uitbesteed. Het bestuur voert de regie en is eindverantwoordelijk, de beleggingscommissie managed en monitort of de fiduciair manager haar taken binnen de richtlijnen van het Beleggingsplan uitvoert De fiduciair beheerder rapporteert periodiek aan het bestuur over uitvoering, resultaten, behaald fondsrendement versus benodigd rendement, risico-ontwikkeling, ontwikkelingen financiële markten, etc. Dit gebeurt op een dusdanige wijze dat het bestuur ook daadwerkelijk eindverantwoording kan nemen over de gedelegeerde taken en bevoegdheden
Risk Management 9. Het fonds is van mening dat risk management een positieve bijdrage levert aan het resultaat door het effectiever inzetten van beleggingsrisico’s en het voorkomen van onbedoelde risico’s. Het fonds heeft enkele relevante risicobeheersingmaatregelen gedefinieerd. Binnen deze kaders wordt de beleggingsportefeuille aangestuurd. Het balansrisico is de belangrijkste risico-sturingsmaatstaf. Periodiek wordt onderzocht of het gedefinieerde risicobudget in relatie tot de fondsspecifieke pensioenverplichtingen voldoende ruimte biedt om het op lange termijn benodigde fondsrendement te kunnen behalen. Daarnaast stelt Bpf Mitt de eis dat beleggingen voldoende transparant dienen te zijn. Uitwerking: ‐ het fonds heeft risicokaders gedefinieerd met betrekking tot mate van afdekking van rente- en valutarisico. ‐ De fiduciair rapporteert periodiek de ontwikkeling van de risicobeheersingsmaatregelen in relatie tot de vastgestelde kaders. ‐ Eventuele overschrijding van de kaders leidt niet tot het nemen van maatregelen maar tot het signaleren van de overschrijding aan Beleggingscommissie/Bestuur gepaard gaande met een voorstel. ‐ Het fonds maakt binnen haar portefeuille gebruik van beleggingsfondsen mits deze voldoende transparant zijn. ‐ Bpf Mitt wenst voldoende zicht op selectie en monitoring van onderliggende managers. Periodiek worden door het fonds binnen een bepaalde beleggingscategorie de onderliggende managers beoordeeld en de betreffende beleggingsportefeuilles. Daarbij worden ook selectiecriteria en monitoring-resultaten beoordeeld. ‐ Bpf Mitt heeft zicht op de beleggingsmandaten die zijn verstrekt aan de in het beleggingsfonds ingehuurde vermogensbeheerders
52 ABTN Bpf MITT 2015
Bijlage: Verantwoord beleggen 1. Ambities verantwoord beleggen Gegeven de financiële ambitie streeft Bpf MITT ernaar om verantwoord te beleggen. Bpf MITT streeft ernaar om een belangrijk percentage van de portefeuille te laten voldoen aan de eisen van ESG-integratie (Environmental, Social, Governance). Bpf MITT streeft ernaar om negatieve maatschappelijke effecten van zijn beleggingen te voorkomen en waar mogelijk ook om positieve maatschappelijke impact te realiseren. 2. Verantwoord beleggen beleid Om zijn ambities ten aanzien van verantwoord beleggen te realiseren heeft MN beleid ontwikkeld voor Bpf MITT waarin de uitgangspunten en doelstellingen voor verantwoord beleggen uiteengezet worden . MN voert dit beleid ook uit voor Bpf MITT. Bpf MITT wordt op deze wijze bijgestaan door MN bij de vormgeving van verantwoord beleggen.
3. Integrale aanpak Bpf MITT geeft middels het “MN verantwoord beleggen beleid” invulling aan verantwoord beleggen. MN neemt verantwoord beleggen - vanuit haar rol als fiduciair beheerder als mee als integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dat betekent dat verantwoord beleggen wordt meegewogen in elke investeringsbeslissing. In elk nieuw strategiedocument, productmandaat en investeringsvoorstel wordt verantwoord beleggen geadresseerd. Bij de selectie en monitoring van vermogensbeheerders wordt integratie van materiële ESG risico’s en kansen meegewogen. 4. Ondertekenaar PRI Bpf MITT is zelf en via fiduciair beheerder MN indirect ondertekenaar van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. 5. Tien leidende beginselen In lijn met de PRI heeft Bpf MITT via fiduciair beheerder MN tien leidende beginselen geformuleerd, die de leidraad vormen bij het verantwoord beleggen. Deze houden het volgende in:
Bpf MITT streeft naar een goed en verantwoord rendement. Bpf MITT belegt op basis van de zogenaamde ESG-criteria: Environment (milieu), Social (sociale omstandigheden) en Governance (goed ondernemingsbestuur).
Bpf MITT houdt rekening met de maatschappelijke gevolgen van het beleggingsbeleid. Bpf MITT wil voorkomen dat zijn beleggingen bijdragen aan het ontstaan of vergroten van maatschappelijke problemen. Liever nog draagt Bpf MITT zijn beleggingen juist bij aan het oplossen van maatschappelijke kwesties. Bedrijven moeten zich bijvoorbeeld bewust zijn van de effecten die zij hebben op milieu, natuur en biodiversiteit en op zoek gaan naar milieuvriendelijke processen en technologieën.
53 ABTN Bpf MITT 2015
Bpf MITT wil graag bijdragen aan economische stabiliteit en duurzame economische groei. Het verwacht daarom van de ondernemingen en landen waarin het belegt dat zij zich inzetten voor de creatie van economische waarde op (middel)lange termijn.
Bpf MITT gaat in gesprek met bedrijven die zich in ernstige mate schuldig maken aan omkoping, corruptie, kartelvorming, afpersing en andere vormen van marktmisbruik op welke manier dan ook en stimuleert hen nadrukkelijk om hiermee te stoppen. Dit geldt ook voor bedrijven die normen op het gebied van milieu, arbeid of mensenrechten schenden.
Bpf MITT belegt niet (rechtstreeks of indirect) in ondernemingen die producten maken die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen. Ook beleggen we niet in landen die in strijd handelen met de internationale verdragen of die op de sanctielijsten van de Verenigde Naties of de Europese Unie staan.
Bpf MITT houdt met de beleggingen zoveel mogelijk rekening met ESG-risico’s. Als een bedrijf zich echter niet aan de internationale verdragen houdt of aan de richtlijnen uit het verantwoord beleggen beleid, dan maakt Bpf MITT actief gebruik van zijn aandeelhoudersrechten om tot verbeteringen aan te zetten. Dat moet wel op enig moment tot resultaat leiden. Anders besluiten we alsnog om uit dat bedrijf te stappen.
Bpf MITT respecteert de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en aanverwante verdragen. Ook hanteert het de kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties. Zo zet Bpf MITT zich in voor vrijheid van vakvereniging en het recht op collectieve onderhandelingen, maar ook voor het uitbannen van elke vorm van gedwongen arbeid, kinderarbeid en arbeidsdiscriminatie. Bpf MITT houdt zich aan het Milieuverdrag dat in 1992 in Rio de Janeiro is gesloten.
Bpf MITT wil dat bedrijven zich houden aan de OESO-richtlijnen voor Multinationale ondernemingen. Die regels geven aan wat er van bedrijven wordt verwacht bij het (internationaal) zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bijvoorbeeld als het gaat om kwesties als mensenrechten, kinderarbeid en het nemen van verantwoordelijkheid in de hele keten.
Bpf MITT wil graag dat de ondernemingen waarin wordt belegd hun corporate governance op een solide wijze vormgeven. Dat betekent dat bedrijven op een goede manier omgaan met aspecten als onafhankelijk toezicht op de onderneming, een gepast beloningsbeleid, het respecteren van nationale wet- en regelgeving en aandacht voor de rechten van (minderheids)aandeelhouders.
Bpf MITT maakt conform het MN beleid voor verantwoord beleggen bewuste keuzes. Bij twijfel en/of dilemma’s maakt het een gewetensvolle, ethische keuze. Daarbij baseert Bpf MITT zich op het verantwoord beleggen beleid.
6. Uitvoering actief aandeelhouderschap Bpf MITT stelt zich conform het MN beleid voor verantwoord beleggen op als een actieve aandeelhouder. Voor de implementatie van actief aandeelhouderschap sluit Bpf MITT aan bij
54 ABTN Bpf MITT 2015
standaarden en principes van verschillende organisaties, zoals het principe rondom actief aandeelhouderschap van de PRI van de Verenigde Naties, de Eumedion Best Practices voor betrokken aandeelhouderschap, de uitgangspunten van de Global Compact van de Verenigde Naties en de Richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De invloed die Bpf MITT beoogd uit te oefenen heeft betrekking op de ESG criteria en wordt onder andere bereikt door het gebruikmaken van het stemrecht op aandelen, het aangaan van dialoog en waar nodig het aanspannen van juridische procedures om beleggingsverliezen terug te halen. 7. Verantwoorde beloningsstructuren Bpf MITT stimuleert verantwoorde beloningsstructuren bij marktpartijen waarmee zij samenwerkt. Transparantie 1. Transparantie over beleid Bpf MITT geeft inzicht in de beleidskaders die het hanteert bij het beleggen van de premie van de deelnemers, onder andere door dit strategisch beleggingskader publiekelijk beschikbaar te stellen. 2. Transparantie over uitvoering Bpf MITT geeft inzicht in de uitvoering van zijn beleggingsbeleid door te rapporteren over de bereikte resultaten. 3. Transparantie over titels in portefeuille Bpf MITT geeft waar nodig inzicht in de individuele titels die het in portefeuille heeft, voor zover er geen nadelige overwegingen zijn die hieraan in de weg staan. 4. Transparantie over kosten Bpf MITT geeft inzicht in de kosten van het vermogensbeheer door aan te sluiten bij de Aanbevelingen Uitvoeringskosten van de Pensioenfederatie. 5. Transparantie over verantwoord beleggen Bpf MITT geeft inzicht in zijn verantwoord beleggen beleid en de uitvoering daarvan via een separaat jaarverslag.
55 ABTN Bpf MITT 2015