Vaardigheidsmodulen In deze bijlage kun je specifieke managementvaardigheden leren en oefenen. We hebben 22 vaardigheden opgenomen die alle vier de functies van management omvatten: plannen, organiseren, leiden en beheren. (Zie de onderstaande tabel.) Voor al deze vaardigheden geven we het volgende: (1) Een korte inleiding, met wat informatie en zo nodig een definitie. (2) Een gedeelte ‘Leren’, met daarin aangeraden handelwijzen voor het leren van die vaardigheid. Deze handelwijzen staan in genummerde lijsten, om de specifieke handelwijzen die bij die vaardigheid horen te verduidelijken. (3) Een gedeelte ‘Oefenen’, waarin je de kans krijgt de vaardigheid te oefenen. Je docent kan beslissen om een andere oefening te doen. (4) Een gedeelte ‘Bekrachtigen’, waarin je extra activiteiten vindt die je kunt gebruiken om de handelwijzen die bij de vaardigheid horen te oefenen en bekrachtigen. Managementvaardigheden en –functies Functies Plannen Organiseren Leiden Beheren Vaardigheid X X 1 Macht vergaren X X 2 Actief luisteren 3 Culturele verschillen beoordelen X 4 Budgettering X 5 Een effectieve stijl van leiderschap kiezen X 6 Coachen X X 7 Effectieve teams samenstellen X X 8 Delegeren (eigen verantwoordelijkheden geven) X X 9 Motiverend werk creëren X 10 Vertrouwen wekken X X 11 Straffen X X 12 Sollicitatiegesprekken leiden X X X 13 Weerstand tegen verandering wegnemen 14 Tijdmanagement 15 Begeleiden X X 16 Onderhandelen X X 17 Feedback geven X X 18 De bedrijfscultuur beoordelen X X 19 Productieve vergaderingen houden 20 De omgeving analyseren X X X 21 Doelstellingen formuleren X X 22 Problemen creatief oplossen
1 Macht vergaren Macht vergaren is in elke groep of organisatie een natuurlijk proces. Om hun werk effectief te kunnen doen, moeten managers weten hoe ze macht – het vermogen van een leidinggevende om werkactiviteiten en beslissingen te beïnvloeden – kunnen vergaren en gebruiken. We hebben in hoofdstuk 17 aandacht besteed aan macht en hebben daar vijf verschillende typen macht voor leiders beschreven: legitieme macht, afgedwongen macht, macht op basis van beloning, macht op basis van expertise en macht op basis van charisma. Waarom is het hebben van macht belangrijk? Macht maakt iemand minder afhankelijk van anderen. Als een manager macht heeft, is hij of zij minder afhankelijk van de hulpbronnen van anderen. Als de hulpbronnen die door de manager worden beheerd belangrijk, schaars en niet aanvulbaar zijn, zal zijn of haar macht groeien doordat anderen afhankelijker worden van de manager willen zij beschikken over die hulpbronnen.
4
5
Leren: macht vergaren Je kunt effectiever macht vergaren en gebruiken als je het volgende doet: 1 Formuleer argumenten in het licht van de bedrijfsdoelstellingen. Effectief macht vergaren betekent het camoufleren van eigenbelang. Discussie over wie welke hulpbronnen beheert, moet worden gevoerd in het licht van het bedrijfsbelang. Vermeld niet hoe je er zelf baat bij hebt. 2 Ontwikkel het juiste imago. Als je je eigen bedrijfscultuur kent, weet je wat er van je wordt verwacht wat betreft kleding, zakenrelaties, bereidheid tot het nemen van risico’s, de stijl van leiderschap die de voorkeur heeft, het belang van samenwerken met anderen enzovoort. Als je dit weet, kun je het juiste beeld van jezelf ontwikkelen. Omdat prestatiebeoordeling niet altijd een geheel objectief proces is, moet je niet alleen aandacht schenken aan inhoud, maar ook aan beeldvorming. 3 Zorg ervoor dat je de bedrijfsbronnen beheert. Het beheren van bedrijfsbronnen die schaars én
6
7
8
belangrijk zijn, is ook een bron van macht. Met name kennis en expertise zijn belangrijke bronnen. Deze bronnen zorgen ervoor dat je belangrijk voor het bedrijf wordt, zodat de kans groter wordt dat je je baan behoudt, promotie krijgt of dat je ideeën eerder worden geaccepteerd. Zorg ervoor dat je onmisbaar wordt. Omdat we het over voorkomen hebben, en niet zozeer over objectieve feiten, kun je je macht vergroten door onmisbaar te lijken. Je hoeft niet echt onmisbaar te zijn, maar het is handig als de belangrijkste organisatieleden denken dat je het wel bent. Wees zichtbaar. Als je werk hebt waarin de resultaten direct duidelijk zijn, des te beter. Heb je echter niet zulk werk, dan moet je een manier vinden om anderen te laten weten wat je doet. Je kunt dit doen door successen in rapporten te onderstrepen, tevreden klanten verslag te laten doen bij leidinggevenden, bij sociale gelegenheden aanwezig te zijn, actief met zakelijke contacten bezig te zijn en bondgenoten te zoeken die zich positief over jou kunnen uitlaten. Uiteraard moet je ook projecten zoeken die je zichtbaarheid kunnen verbeteren. Zoek machtige bondgenoten. Om macht te krijgen, kan het helpen om machtige bondgenoten te zoeken. Zoek contact met potentieel invloedrijke mensen, of deze nu hoger geplaatst zijn dan jij, op hetzelfde niveau staan of lager geplaatst zijn. Deze mensen kunnen je vaak aan informatie helpen die anders onopgemerkt zou blijven. Bovendien kunnen ze je ondersteunen, mocht je ondersteuning nodig hebben. Vermijd ‘dubieuze’ organisatieleden. In bijna elk bedrijf heb je wel mensen met een twijfelachtige reputatie. Hun prestaties en/of loyaliteit zijn verdacht. Houd je verre van deze mensen. Steun je baas. Je directe toekomst ligt in de handen van je huidige baas. Omdat hij of zij jouw prestaties beoordeelt, is het raadzaam te doen wat nodig is om je baas aan jouw zijde te krijgen. Je moet al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat je baas successen boekt, een goede reputatie krijgt en gesteund wordt. Neem ook de tijd om erachter te komen op basis van welke criteria je wordt beoordeeld. Zaag niet aan zijn
of haar stoelpoten. Laat je niet negatief over hem of haar uit. Bronnen: uit H. Mintzberg, ‘Power In and Around Organizations’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 1983), p. 24; P.L. Hunsaker, ‘Training in Management Skills’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), pp. 339‐64.
Oefenen: macht vergaren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de acht handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je was ooit de beste marketingmanager bij Hilton Electronics. Het afgelopen jaar ben je echter keer op keer overvleugeld door Conor, een nieuwe manager in de ontwerpafdeling. Conor heeft alle verwachtingen weten in te vullen, en zelfs weten te overtreffen. Ondertussen worden je inspanningen om goed werk te leveren gesaboteerd en ondermijnd door Leonila, jouw en Conors manager. Vlak voor de internationale elektronicabeurs van vorig jaar had Leonila bijvoorbeeld 30 duizend dollar van jouw budget naar dat van Conor overgeheveld. Ondanks al je inspanningen slaagde het marketingteam er niet in alle nieuwe producten op de beurs te introduceren. Sindsdien heeft Leonila stukje bij beetje gekort op je personeel en je budget. Hoewel je ook met deze beperkingen de meeste van je doelstellingen hebt weten te behalen,
is Leonila doorgegaan met het wegnemen van middelen. Afgelopen week schrapte ze nog twee leden uit je team van marketingspecialisten om middelen vrij te maken voor een nieuwe ontwerper en extra apparatuur voor Cnnor. Het is duidelijk dat Leonila jouw middelen wegneemt en Conor geeft wat hij wil, en nog meer ook. Als je niet snel iets onderneemt, houd je geen team of middelen meer over.
Bekrachtigen: macht vergaren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het vergaren van macht horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Houd een dagboek bij waarin je verslag doet van wat er gebeurde toen je anderen probeerde te beïnvloeden. Beoordeel deze gevallen door jezelf af te vragen of je pogingen succesvol waren. Waarom wel of niet? Wat had je anders kunnen doen? 2 Bekijk de laatste paar nummers van een vaktijdschrift (bijvoorbeeld Business Week, Fortune, Forbes, Fast Company, Industry Week of de Wall Street Journal). Lees artikelen over reorganisaties, promoties of het vertrek van managers. Zoek ten minste twee artikelen die volgens jou met macht te maken hebben. Leg uit hoe deze artikelen te maken hebben met de concepten die in deze module zijn behandeld.
2 Actief luisteren Actief luisteren is zeker niet iets dat iedereen vanzelf doet. Luisteren wordt vaak verward met horen. Horen is het opvangen van geluidstrillingen. Luisteren is het verwerken van wat we horen. Luisteren vereist aandacht schenken, interpreteren en onthouden. Effectief luisteren is een actieve bezigheid. Actief luisteren is niet eenvoudig. Het vereist dat je je in de gedachtewereld van de
spreker inleeft, om de boodschap vanuit zijn of haar standpunt te kunnen begrijpen.
zorgt ervoor dat deze overschakeling vloeiend verloopt.
Leren: actief luisteren We kunnen acht verschillende handelwijzen voor actieve luisteraars aangeven. Doe het volgende om actiever te kunnen luisteren naar wat wordt gezegd: 1 Maak oogcontact. Als je oogcontact met de spreker maakt, kun je je beter op de spreker concentreren, verklein je de kans dat je afgeleid wordt en moedig je de spreker aan door te praten. 2 Knik regelmatig en neem de juiste gelaatsuitdrukkingen aan. Een actieve luisteraar toont door non‐verbale signalen interesse in wat er wordt gezegd. Bevestigend knikken en gelaatsuitdrukkingen die interesse uitstralen geven (in combinatie met oogcontact) aan dat je echt naar de spreker luistert. 3 Vermijd afleidende handelingen of gebaren. De andere kant van interesse tonen is het vermijden van handelingen die aangeven dat je ergens anders met je gedachten zit. Kijk tijdens het luisteren niet naar je horloge, schuif niet met papier en speel niet met je potlood. 4 Stel vragen. De serieuze actieve luisteraar analyseert wat hij of zij hoort en stelt vragen. Dit zorgt voor verheldering, begrip en geeft wederom aan dat je echt aan het luisteren bent. 5 Parafraseer. Vat in je eigen woorden samen wat de spreken zojuist heeft gezegd. De actieve luisteraar gebruikt zinsneden als “Wat je dus eigenlijk zegt is …” of “Bedoel je dat ...?” Parafraseren is een uitstekend middel om te controleren of je het gezegde goed hebt opgevangen en begrepen. 6 Vermijd onderbreking van de spreker. Laat de spreker zijn of haar gedachten verwoorden voordat je antwoord geeft. Probeer niet te raden naar wat er gezegd gaat worden. Als de spreker klaar is, zal dit duidelijk zijn. 7 Praat niet te veel. De meeste van ons praten liever dan dat we luisteren. Hoewel praten leuker is en stiltes ongemakkelijk zijn, kun je niet tegelijkertijd praten en luisteren. Een goede luisteraar onderkent dit en zal proberen niet te veel te praten. 8 Zorg voor een goede overgang tussen praten en luisteren. In de meeste gevallen moet je voortdurend schakelen tussen de rol van spreker en de rol van luisteraar. Een actieve luisteraar
Bronnen: uit C.R Rogers en R.E. Farson, ‘Active Listening’ (Chicago, Industrial Relations Center of the University of Chicago, 1976); P.L. Hunsaker, ‘Training in Management Skills’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), pp. 61‐2.
Oefenen: actief luisteren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de acht handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Ben Lummis was altijd al een van de meest betrouwbare technici in de autoradiowinkel waarvan je de manager bent. Zelfs op die dagen dat de andere werknemers door de hoge werkdruk hun kalmte verloren, bleef Ben rustig en voltooide hij zijn werk effectief en efficiënt. Je weet niet veel over zijn privé‐leven, behalve dat hij in zijn lunchuurtje graag over modeltreintjes leest en naar jazz luistert. Omdat zijn werk altijd uitstekend is, vond je het prima dat hij zich altijd wat afzijdig hield. De afgelopen maand echter wenste je dat je Ben wat beter kende. Hij neemt nu een keer per week een vrije dag op en leest tijdens de lunch niet langer over modeltreintjes. Als hij terugkomt, van waar weet niemand, lijkt hij meer afwezig dan ooit. Je vermoedt dat er iets niet in orde is. Zelfs zijn normale, betrouwbare werk is veranderd. Diverse klanten zijn teruggekeerd met klachten over geluidssystemen die Ben verkeerd had geïnstalleerd. Je hebt deze klachten zorgvuldig met hem besproken en elke keer beloofde hij beterschap. Je bent erachter gekomen dat Ben nog voldoende dagen heeft staan om dit jaar nog een week op te nemen. Een en ander verbetert niet echt. Deze week nog nam Ben weer een vrije dag op. Bovendien is er weer een klacht over zijn werk gekomen.
Bekrachtigen: actief luisteren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij actief luisteren horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Probeer gedurende de hele dag in hoorcolleges actief te luisteren. Stel jezelf de volgende vragen.
Was dit moeilijker dan in een werkcollege? Heeft het mijn manier van aantekeningen maken beïnvloed? Heb ik meer vragen gesteld? Heeft het mijn begrip van de stof verbeterd? 2 Probeer gedurende de hele week bij telefoongesprekken actief te luisteren. Noteer of het actief luisteren moeilijk of makkelijk was, of er afleidingen waren en hoe je die afleidingen hebt opgelost. Heb je door actief te luisteren meer uit het telefoongesprek weten te halen?
3 Culturele verschillen beoordelen Divers is een kwalificatie die voor personeel in veel bedrijven geldt. Personeelsdiversiteit is dan ook een groot vraagstuk voor managers. De hedendaagse diversiteit in het personeelsbestand vereist dat managers ontvankelijk worden voor de verschillen die elke culturele groep met zich meebrengt. Hoe kunnen managers hiervoor zorgen? Een en ander begint met de mogelijkheid om culturele verschillen te beoordelen.
Leren: culturele verschillen beoordelen Je kunt culturele verschillen beter beoordelen als je de volgende zes methoden gebruikt: 1 Stap af van de denkwijze dat iedereen op dezelfde wijze moet worden behandeld en onderken individuele verschillen. De eerste stap voor het beoordelen van culturele verschillen is vaak ook de moeilijkste stap: het afstappen van de denkwijze dat iedereen gelijk is en gelijk moet worden behandeld. Zodra deze stap achter de rug is, kun je beginnen met de uitdagingen en beloning van diversiteit. 2 Ga uit van verschillen totdat de gelijkheid is aangetoond. De meeste van ons hebben de neiging om aan te nemen dat anderen meer op onszelf lijken dan daadwerkelijk het geval is. Je loopt een kleinere kans op onbegrip,
3
4
5
6
miscommunicatie en verkeerde inzichten als je aanneemt dat iedereen anders is. Benadruk bij de communicatie de feiten in plaats van ze te interpreteren of evalueren. Het interpreteren of evalueren van wat iemand heeft gezegd of gedaan is meer gebaseerd op iemands cultuur en achtergrond dan op de feitelijke situatie. Concentreer je dus op beschrijven, totdat je voldoende tijd hebt gehad om de situatie vanuit de verschillende culturele perspectieven te observeren en interpreteren. Toon empathie. Plaats jezelf in de positie van de ander. Wat zijn zijn of haar waarden, ervaringen en referentiekaders? Wat weet je over zijn of haar opvoeding, opleiding of achtergrond dat je extra inzichten kan geven? Probeer de ander te bekijken zoals hij of zij daadwerkelijk is. Reageer op een manier die een gewenste handelwijze aanmoedigt. Accepteer en verdedig verschillende zienswijzen. Accepteer dat werknemers met een verschillende culturele achtergrond verschillende waarden, overtuigingen en manieren van werken hebben. Zolang deze verschillen de doelstellingen van het bedrijf niet tegenwerken, moeten ze worden aangemoedigd. Vermijd uitspraken, beslissingen of acties die als seksistisch, racistisch of beledigend voor een bepaalde groep kunnen worden beschouwd. Hoewel het belangrijk is dat niet iedereen op dezelfde wijze wordt behandeld, moet je ook weer niet discrimineren onder het mom van het aanmoedigen van onderlinge verschillen.
Bronnen: uit N.J. Adler, ‘International Dimensions of Organizational Behavior’ (3e editie, Cincinnati, Southwestern, 1997); T. Cox ‘The Multicultural Organization’ (Academy of Management Executive), mei 1991, pp. 34‐47; W. Sonnenschein, ‘The Practical Executive and Workforce Diversity’ (Lincolnwood, NTC Business Books, 1997), pp. 39‐40.
Oefenen: culturele verschillen beoordelen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de zes handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario June Chavez is de manager van een grote bank in San Diego. Ze is ervan overtuigd dat haar medewerkers klanten vriendelijk te woord staan en behulpzaam zijn. Ze vraagt zich echter af hoe het met de taalverschillen is gesteld. De helft van de werknemers spreekt Spaans, hetgeen een grote plus is gezien de vele Spaanstalige klanten van de bank. Bij de laatste wekelijkse vergadering tussen June en haar leidinggevenden zijn er echter zorgen over de taalverschillen geuit. Enkele managers hebben het punt op tafel gelegd dat de werknemers die alleen Engels spreken er niet van houden als hun collega’s in het Spaans een gesprek voeren. De managers van de baliebedienden stelde het als volgt: “Aan de ene kant heb ik mensen die zeggen dat dit Amerika is en dat mensen Engels moeten spreken, aan de andere kant heb ik mensen die vinden dat men zelf mag weten welke taal men spreekt.” Andere managers kampten met soortgelijke problemen.
June weet dat ze, als ze niet snel actie onderneemt, ook met dit probleem te maken zal krijgen.
Bekrachtigen: culturele verschillen beoordelen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het beoordelen van culturele verschillen horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Ondervraag ten minste drie mensen uit een ander land en probeer antwoorden op de volgende vragen te krijgen: (a) Uit welk land kom je? (b) Wat is je moedertaal? (c) Beschrijf de cultuur in je land, wat betreft de rol van vrouwen in de arbeidsmarkt, de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden voor werknemers, de manier waarop managers hun personeel behandelen en algemene managementpraktijken. (d) Waarmee had je bij het aanpassen aan deze cultuur de meeste problemen? (e) Welk advies zou je mij geven als ik een managementfunctie in jou land zou accepteren? (Als je geen buitenlanders kent, ga dan naar het administratiekantoor voor buitenlandse studenten en vraag om een lijst met namen.) 2 Bekijk enkele recente nummers van een vaktijdschrift (zoals Business Week, Fortune, Forbes, Fast Company, Industry Week of de Wall Street Journal). Zoek naar twee artikelen over internationaal zakendoen en beschrijf ze aan de hand van de volgende vragen. Met welke culturele verschillen kan men in deze situatie te maken krijgen? Hoe kunnen managers deze verschillen opvangen?
4 Budgettering Managers beschikken niet over een onuitputtelijke voorraad bronnen. De meeste managers moeten dan ook met een budget werken, een cijfermatig plan voor het toewijzen van bronnen aan bepaalde
activiteiten. Als hulpmiddelen voor planning geven budgetten aan welke activiteiten belangrijk zijn en hoeveel hulpbronnen er voor elke activiteit moeten worden ingezet. Budgetten worden echter niet
alleen voor planning gebruikt. Ze worden ook voor beheer gebruikt. Als hulpmiddelen voor beheer voorzien ze managers van kwantitatieve standaarden voor het meten en vergelijken van het gebruik van hulpbronnen. Doordat ze op verschillen wijzen tussen deze standaarden en daadwerkelijk gebruik, kunnen budgetten voor beheerdoeleinden worden gebruikt.
Leren: budgettering Je kunt je budgetteringsvaardigheden verbeteren als je de volgende zeven methoden toepast: 1 Bepaal welke werkactiviteiten gedurende de komende periode moeten worden uitgevoerd. De werkactiviteiten van een bedrijf zijn het resultaat van de opgestelde doelstellingen. Hoe deze activiteiten gedurende een bepaalde periode door jouw afdeling worden beheerd, is afhankelijk van het beheer dat je normaal gesproken hebt over het werk dat moet worden uitgevoerd om die doelstellingen te verwezenlijken. Dit beheer is ook afhankelijk van de functie die je in de organisatie bekleedt. 2 Beslis welke bronnen nodig zijn om de gewenste werkactiviteiten te voltooien (de werkactiviteiten die moeten worden uitgevoerd om de doelstellingen te verwezenlijken). Hoewel er voor het toewijzen van hulpbronnen verschillende typen budgetten worden gebruikt, behelzen de meeste budgetten financiële middelen. Soms moet je echter ook tijd, ruimte, apparatuur, personeel, capaciteit of productie‐eenheden budgetteren. 3 Verzamel informatie over de kosten. Je dient over accurate kostenramingen van de benodigde hulpbronnen te beschikken. Oudere budgetten kunnen handig zijn, maar praat ook met andere managers, collega’s en werknemers. Gebruik de contacten die je binnen en buiten het bedrijf hebt opgedaan. 4 Zodra je weet welke hulpbronnen beschikbaar zijn, wijs je ze toe om de gewenste werkactiviteiten te voltooien. In veel bedrijven werken managers met een maand‐, kwartaal‐ of jaarbudget. Hierin staat vermeld hoeveel hulpbronnen er gedurende die tijdsperiode beschikbaar zijn. Als manager moet je die bronnen effectief en efficiënt toewijzen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden bereikt.
5 Het is verstandig om het budget geregeld te controleren. Wacht niet tot het einde van de tijdsperiode om te kijken of je het budget heb overschreden of niet. 6 Onderneem actie als het budget dreigt te worden overschreden. Onthoud dat budgetten ook hulpmiddelen voor beheer zijn. Als bronnen sneller worden verbruikt dan verwacht, probeer dan uit te vinden waarom dit zo is en onderneem corrigerende actie. 7 Gebruik eerdere ervaringen als leidraad bij het opstellen van het budget voor de komende periode. Hoewel elke budgetperiode anders is, kun je eerdere ervaringen gebruiken om trends en potentiële problemen waar te nemen. Deze kennis kan je helpen met je voorbereiding. Bron: uit R.N. Anthony, J. Dearden en N.M Bedford, ‘Management Control Systems’ (5e editie, Homewood, Irwin, 1994), hoofdstukken 5 tot en met 7.
Oefenen: budgettering Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de zeven handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Scenario Je bent aangesteld als advertentiemanager voor een nieuw, maandelijks te verschijnen tijdschrift over gezondheid en lifestyle. Het tijdschrift heet Global Living for Life en is ontwikkeld door de tijdschriftendivisie van LifeTime Publications. Voorheen was je advertentiemanager bij een van de andere tijdschriften van het bedrijf. In deze functie moet je verantwoording afleggen aan de nieuwe hoofdredactrice van het tijdschrift, Molly Tymon. Geschat wordt dat Global Living for Life in het eerste jaar tienduizend nieuwe abonnees zal trekken. In de losse verkoop komen daar nog zo’n vijfduizend stuks per maand bij. Jij moet je bezighouden met het aantrekken van adverteerders voor het blad. Jij en Molly hebben als doel vastgesteld dat er in het eerste jaar voor zo’n 6 miljoen dollar aan advertentieruimte moet worden verkocht. Je denkt dat je dit met een team van tien
mensen kunt bewerkstelligen. Omdat het een geheel nieuw tijdschrift betreft, zijn er geen eerdere budgetten voor de advertentieafdeling voorhanden. Molly heeft je gevraagd een voorlopig budget op te stellen. Schrijf een rapport (niet langer dan twee kantjes) waarin je beschrijft hoe je het doel van zes miljoen dollar denkt te gaan halen. Welke categorieën zou je bijvoorbeeld in het budget gebruiken? Wie zou je benaderen? Schrijf je beste ideeën voor het budget voor deze afdeling op.
Bekrachtigen: budgettering Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij budgettering horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Stel een persoonlijk budget voor de komende maand op. Identificeer inkomstenbronnen en geplande uitgaven. Beantwoord aan het einde van de maand de volgende vragen: (a) Heeft het budget geholpen met de planning van wat je wel en niet in die maand kon doen? (b) Waren er onvoorziene omstandigheden waarmee je in het budget geen rekening had gehouden? (c) In welke opzichten verschilt een persoonlijk budget van een budget dat een manager voor een bepaalde afdeling moet opstellen? Wat zijn de overeenkomsten? 2 Ondervraag drie managers van drie verschillende bedrijven. Vraag naar budgetteringsverantwoordelijkheden en naar ‘lessen’ die ze van budgettering hebben geleerd.
5 Een effectieve leiderschapsstijl kiezen Effectieve leiders kunnen er voor zorgen dat de groepen die ze onder hun leiding hebben de diverse fasen van groepsontwikkeling op een succesvolle manier doorlopen. Er is geen enkele stijl van leiderschap die in alle situaties werkt. Voor het kiezen van een stijl moet men rekening houden met externe factoren, zoals de persoonskenmerken van ondergeschikten. De belangrijkste externe factoren die de effectiviteit van leiderschap bepalen, zijn de fase van groepsontwikkeling, taakstructuur, machtspositie, relaties tussen teamleden, de werkgroep, persoonskenmerken van de werknemer, bedrijfscultuur en nationale cultuur.
Leren: een effectieve leiderschapsstijl kiezen Als je het volgende doet, kun je een effectieve stijl van leiderschap kiezen. 1 Bepaal de ontwikkelingsfase waarin de groep of het team zich bevindt: formering, schikking, normering of uitvoering. Omdat elke fase verschillende vraagstukken en handelwijzen met zich meebrengt, is het belangrijk om te weten in welke fase de groep zich bevindt. Formering is de eerste fase. In deze fase wordt de groep samengesteld en worden de doelen, de structuur en het leiderschap van de groep vastgesteld. Schikking is de tweede fase. Deze fase wordt gekenmerkt door conflicten binnen de groep. De derde fase, normering, wordt gekenmerkt door
2
3
4
5
6
het aangaan van onderlinge relaties en de ontwikkeling van cohesie. De uitvoeringsfase is de fase waarin de groep volledig functioneert. Als het team zich in de fase van formering bevindt, zijn er specifieke handelingen die je als leider moet uitvoeren. Je moet iedereen aan elkaar voorstellen, vragen beantwoorden, een sfeer van openheid en vertrouwen creëren, richtlijnen opstellen voor het gedrag dat je van de teamleden verwacht en de doelstellingen, procedures en verwachtingen verduidelijken. Als het team zich in de fase van schikking bevindt, zijn er specifieke handelingen die je als leider moet uitvoeren. In deze fase moet je bronnen van conflict opsporen en als bemiddelaar optreden, een positieve manier van denken aanmoedigen, de visie, doelen en waarden van het team onderstrepen, open discussie voorstaan, teamprocessen analyseren (om te kijken wat er kan worden verbeterd), de cohesie en inzet versterken en afzonderlijke teamleden en het team als geheel complimenteren. Als het team zich in de fase van normering bevindt, zijn er specifieke handelingen die je als leider moet uitvoeren. In deze fase moet je de doelen en verwachtingen verhelderen, feedback over prestaties aan individuele teamleden en het team als geheel geven, het team aanmoedigen een visie voor de toekomst te ontwikkelen en manieren vinden om de visie van het team kenbaar te maken. Als het team zich in de fase van uitvoering bevindt, zijn er specifieke handelingen die je als leider moet uitvoeren. Het gaat hier om het geven van feedback op prestaties, het aanmoedigen van innovatie en innovatief gedrag, het laten inzetten van de sterke kanten van de teamleden, resultaten vieren (grote en kleine) en het team ondersteunen zodat het werk kan worden voortgezet. Controleer op verandering in gedrag en pas je stijl van leiderschap zo nodig aan. Omdat een groep geen statische eenheid is, kent hij betere en slechtere perioden. Pas de stijl van leiderschap aan de situatie aan. Als je denkt dat de groep meer richting nodig heeft, geef die dan. Als de groep uitstekend lijkt te functioneren, geef dan voldoende ondersteuning om ervoor te zorgen dat dit zo blijft.
Bron: uit D.A. Whetten en K.S. Cameron, ‘Developing Management Skills’ (4e editie, Upper Saddle River, Prentice Hall, 1998), hoofdstuk 9.
Oefenen: een effectieve leiderschapsstijl kiezen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de zes handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je bent als leider van een team van drie mensen aangesteld. Het team is bezig met de implementatie van een centrale registratiefunctie voor trainingen en cursussen, georganiseerd door het Fortune 500‐ bedrijf waar je voor werkt. Het project is nieuw, net zoals jouw functie. Twee teamleden, Tony en Maria, hadden vroeger ook een leidinggevende positie, maar moeten nu, na een reorganisatie in het bedrijf, verantwoording aan jou afleggen. Je denkt dat ze alleen iets zullen doen als je ze constant in de gaten houdt. Het derde teamlid, Corbett, heeft doorgaans goede ideeën, maar hij is steeds minder geneigd ze te delen, omdat Tony en Maria hem strenge blikken toewerpen als hij iets probeert te zeggen. Deze situatie lijkt een grondige test van je leiderscapaciteiten te worden. Het project moet echter over zes maanden af zijn en één maand is al voorbij. Je moet een manier vinden om het project succesvol af te ronden.
Bekrachtigen: een effectieve leiderschapsstijl kiezen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij effectief leiderschap horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Neem een groep of team waartoe je op dit moment behoort. Welke stijl van leiderschap lijkt de leider van die groep te gebruiken? Geef
enkele specifieke voorbeelden. Beoordeel zijn of haar stijl van leiderschap. Is de stijl geschikt voor de groep? Waarom wel of niet? Wat zou jij anders doen? Waarom? 2 Neem een sportteam dat in jouw ogen succesvol is en een sportteam dat minder succesvol is. Welke stijlen van leiderschap lijken in deze teams te worden gebruikt? Geef voorbeelden van de door jou waargenomen stijl. Hoe zou jij deze stijl beoordelen? Is die geschikt voor het
team? Waarom wel of niet? In welke mate denk je dat de stijl van leiderschap de prestaties van het team beïnvloedt? 3 Ondervraag drie managers over hun stijl van leiderschap. Vraag naar specifieke voorbeelden van de manier waarop ze hun leiderschap gebruiken. Vraag hoe ze deze stijl hebben gekozen en hoe ze weten wanneer ze van stijl moeten veranderen.
6 Coachen Effectieve managers worden steeds vaker als coach en steeds minder vaak als baas beschreven. Net zoals van een coach wordt van een manager verwacht dat hij of zij instrueert, begeleidt, adviseert en aanmoedigt. Managers moeten werknemers helpen met het verbeteren van hun werkprestaties.
Leren: coaching Er zijn drie algemene methoden die managers kunnen gebruiken als ze hun werknemers willen helpen met het verbeteren van hun prestaties. Je kunt effectiever coachen als je die methoden in acht neemt en de volgende handelwijzen gebruikt. 1 Zoek naar methoden om de prestaties en capaciteiten van werknemers te verbeteren. Een coach zoekt naar mogelijkheden om de capaciteiten van werknemers uit te breiden en de werkprestaties te verbeteren. Hij of zij gebruikt hiervoor de volgende methoden. Bekijk dagelijks het gedrag van werknemers. Stel vragen aan de werknemer. Waarom doe je dit zo? Kan dit beter Welke anderen methoden kun je gebruiken? Toon interesse in de werknemer als individu. Zie hem of haar niet alleen als werknemer. Respecteer zijn of haar individualiteit. Luister. 2 Creëer een klimaat van ondersteuning. Het is de verantwoordelijkheid van de coach om obstakels voor ontwikkeling weg te nemen en om een klimaat te creëren waarin prestatieverbetering
op individueel niveau wordt aangemoedigd. De manager kan hiervoor het volgende doen: creëer een klimaat dat een ongedwongen en open uitwisseling van ideeën aanmoedigt. Biedt hulp en assistentie. Geef desgevraagd begeleiding en advies. Moedig werknemers aan. Wees positief. Gebruik geen dreigementen. Zie fouten als leermomenten. Vraag jezelf het volgende af: wat hebben we hiervan voor de toekomst geleerd? Neem obstakels weg. Maak duidelijk dat je iemands bijdrage aan de doelstellingen van de afdeling waardeert. Neem verantwoordelijkheid voor de resultaten, maar laat werknemers ook eigen verantwoordelijkheid nemen. Beloon de inspanningen van werknemers als ze successen boeken. Wijs bij falen op datgene wat mis is gegaan. Leg de schuld voor slechte resultaten niet bij werknemers. 3 Laat werknemers hun gedrag veranderen. De ultieme test voor de effectieve coach is het feit of de werkprestaties van werknemers verbeteren of niet. De coach moet zich richten op voortdurende groei en ontwikkeling. Je kunt hiervoor zorgen door de volgende dingen te doen. Moedig voortdurende verbetering aan. Onderken en beloon kleine verbeteringen en zie coaching als een manier om werknemers te helpen met het verbeteren van werkprestaties. Betrek werknemers bij het identificeren en kiezen van methoden voor verbetering. Verdeel lastige taken onder in kleinere, meer eenvoudige taken. Geef het goede voorbeeld. Als je openheid, inzet, enthousiasme en eigen
verantwoordelijkheid van je personeel verwacht, toon dan zelf ook deze eigenschappen. Bron: uit C.D. Orth, H.E. Wilkinson en R.C. Benfari, ‘The Manager’s Role as Coach and Mentor’, Organizational Dynamics, lente 1987, p. 67.
Oefenen: coaching Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de drie handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
collega’s. Elke keer dat ze om een vrije dag vroegen, werd dat verzoek ingewilligd. Dit schopte het dienstrooster volledig in de war en leidde tot personeelstekorten. Klanten die vroeger tevreden over Barbara waren, kwamen nu met klachten. Fouten met de betalingen werden ook frequenter. Ian heeft dit al enkele malen aan Barbara doorgegeven en elke keer zegt ze dat ze een gesprekje met de caissières zal voeren. De fouten blijven echter. Ian weet dat Barbara veel in haar mars heeft, maar nu weet hij niet precies wat hij met de situatie aanmoet. Er moet iets gebeuren!
Bekrachtigen: coaching Het scenario Winkelmanager Ian McCormick was uiterst tevreden over het werk van Barbara Kim. Ze was eenvoudigweg de beste assistent‐manager die hij ooit had gehad. Barbara stond direct op goede voet met iedereen die de winkel binnenkwam. Klanten gingen speciaal in haar rij staan om even een praatje te kunnen maken. Toen er een positie als afdelingsmanager vrijkwam, gaf Ian Barbara de baan. Barbara was erg blij. Ze zei het volgende tegen Ian: “Je weet niet half hoeveel dit voor mij betekent. Ik zal er alles aan doen om mijn werk goed te doen.” Als afdelingsmanager was Barbara even vriendelijk als altijd, eigenlijk iets té vriendelijk. Ze kon geen nee zeggen tegen haar voormalige
Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij coaching horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Praat met enkele docenten over de manier waarop ze met slecht presterende studenten omgaan. Welke technieken gebruiken ze? Welke van de hierboven beschreven technieken gebruiken ze? 2 De meeste van ons weten wat coaches in sportverband zijn en doen. Kijk naar diverse coaches of trainers (op televisie of in het echt) en kijk naar de manier waarop ze met hun pupillen omgaan. Welke technieken en methoden gebruiken ze? Welke techniek zou je als manager kunnen gebruiken?
7 Effectieve teams samenstellen Het verschil tussen een team en een groep is het feit dat teamleden een algemeen doel hebben, specifieke prestatiedoelen hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor de teamresultaten. Teams kunnen een productie hebben die groter is dan de som van de afzonderlijke bijdragen. Het belangrijkste element dat van een werkgroep een effectief (goed presterend) team maakt, is de nadruk op prestaties.
Leren: het samenstellen van effectieve teams Managers en teamleiders hebben veel invloed op de effectiviteit van het team. Ze moeten dus effectieve teams kunnen samenstellen. Je kunt dit beter doen als je de volgende negen suggesties in acht neemt:
1 Ontwikkel een algemeen doel. Een effectief team heeft een algemeen doel nodig, een doel waarvoor alle teamleden zich willen inzetten. Dit doel is een visie. Het omvat meer dan specifieke doelstellingen. Dit algemene doel geeft richting en impuls en zorgt voor inzet van de teamleden. 2 Beoordeel de sterke en zwakke punten van het team. Teamleden hebben verschillende sterke en zwakke punten. Als je deze sterke en zwakke punten kent, kunt je de sterke punten benutten en de zwakke punten compenseren. 3 Ontwikkel specifieke doelstellingen. Door specifieke individuele doelstellingen kunnen de teamleden hun prestaties verbeteren. Bovendien maken ze heldere communicatie mogelijk en zorgen ze ervoor dat men zich op concrete resultaten kan richten. 4 Zorg ervoor dat er overeenstemming is over de manier waarop de doelstellingen worden gerealiseerd. De doelstellingen weerspiegelen de resultaten die het team moet behalen. Het opstellen en overeenkomen van een algemene aanpak zorgt ervoor dat het team het eens is over de manier die voor het verwezenlijken van de doelstellingen wordt gebruikt. 5 Moedig het accepteren van verantwoordelijkheid aan, voor zowel individuele prestaties als teamprestaties. In succesvolle teams zijn de leden individueel én samen verantwoordelijk voor het doel, de doelstellingen en de gebruikte methoden van het team. Leden moeten begrijpen wat hun individuele en gedeelde verantwoordelijkheden zijn. 6 Zorg voor onderling vertrouwen onder teamleden. Als er vertrouwen is, geloven de teamleden in de integriteit, de aard en de vaardigheden van de andere teamleden. Als er een gebrek aan vertrouwen is, kunnen teamleden niet op elkaar bouwen. Teams zonder vertrouwen halen de eindstreep meestal niet. 7 Zorg voor de juiste mix van vaardigheden en persoonlijkheden. Teamleden brengen verschillende vaardigheden en persoonlijkheden met zich mee. Om effectief te kunnen werken, hebben teams drie typen vaardigheden nodig. In de eerste plaats zijn er mensen met technische expertise nodig. Vervolgens zijn er mensen nodig die problemen kunnen oplossen en beslissingen kunnen nemen, om problemen vast te stellen, alternatieven te geven, alternatieven te
beoordelen en gefundeerde keuzes te maken. Tot slot zijn er mensen met goede intermenselijke vaardigheden nodig. 8 Zorg voor de nodige training en hulpbronnen. Teamleiders moeten ervoor zorgen dat de teams over de benodigde training en hulpbronnen beschikken willen ze de doelstellingen kunnen realiseren. 9 Creëer mogelijkheden voor kleine, tussentijdse resultaten. Het samenstellen van een effectief team kost tijd. Teamleden moeten als team leren denken en werken. Men kan van nieuwe teams niet verwachten dat ze direct grote successen boeken. Teamleden moeten worden aangemoedigd om in het begin kleine successen proberen te boeken. Bron: uit P.L. Hunsaker, ‘Training in Management Skills’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), hoofdstuk 12.
Oefenen: effectieve teams samenstellen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de negen handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je geeft leiding aan een projectteam van vijf dat ervoor moet zorgen dat het bouwbedrijf waarvoor je werkt de overstap naar de constructie van hogesnelheidslijnen kan maken, een snelgroeiend marktsegment. Jij en de teamleden hebben het een en ander onderzocht, zakelijke mogelijkheden waargenomen, onderhandeld over allianties met leveranciers, en experts en adviseurs over de hele wereld geraadpleegd. Gedurende dit hele proces heeft Tonya, een zeer vaardige en gerespecteerde bouwdeskundige, alles wat je tijdens vergaderingen hebt geopperd tegengesproken en verworpen. Twee weken geleden nog, tijdens een vergadering, presenteerde je tien mogelijke projecten en probeerde je de kansen op het binnenhalen van die projecten in te schatten. Tonya weersprak bijna al je opmerkingen, betwijfelde je cijfers en was over het
algemeen zeer pessimistisch over het binnenhalen van de contracten. Na deze laatste vertoning namen twee andere teamleden, Liam en Ahmed, je even apart om te zeggen dat ze de bijdragen van Tonya schadelijk vonden voor de effectiviteit van het team. Je had Tonya in het team opgenomen vanwege haar unieke inzichten en expertise. Graag zou je een manier vinden om Tonya en het team weer op het juiste spoor te zetten.
Bekrachtigen: effectieve teams samenstellen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het samenstellen van effectieve teams horen te oefenen en te bekrachtigen:
1 Ondervraag drie managers van drie verschillende bedrijven. Vraag ze naar hun ervaringen met teammanagement. Welke methoden vonden zij waardevol voor het samenstellen van effectieve teams? Zijn er ook minder succesvolle methoden? 2 Nadat je een teamproject voor een van je colleges hebt afgerond, kun je de effectiviteit van het team beoordelen. Je kunt dit doen door de volgende vragen te beantwoorden. Wist iedereen in het team wat het doel van het team was? Hadden teamleden voldoende invloed op de genomen beslissingen? Was er open, eerlijke, accurate en zinvolle communicatie? Wist iedereen wat de prioriteiten van het team waren? Werkten de teamleden goed samen om remmende conflicten op te lossen? Wilde iedereen in het team hetzelfde doel bereiken? Kenden de teamleden de ongeschreven regels of wisten ze hoe ze zich in teamverband moesten gedragen?
8 Delegeren Managers krijgen via anderen dingen gedaan. Omdat managers maar een beperkte hoeveelheid tijd en kennis hebben, moeten ze weten hoe ze kunnen delegeren. Delegeren is het toekennen van verantwoordelijkheid aan anderen om specifieke taken uit te voeren. Het stelt een werknemer in staat eigen beslissingen te nemen. Delegeren moet niet worden verward met participatie. Als werknemers een stem hebben in het beslissingsproces, wordt het gezag gedeeld. Bij delegeren nemen werknemers geheel eigen beslissingen.
Leren: delegeren Er zijn enkele zaken die effectief delegeren van ineffectief delegeren onderscheiden. Voor effectief delegeren moet de manager vijf dingen doen. 1 Verhelder de opdracht. Bepaal wat aan wie er moet worden gedelegeerd. Je moet de persoon hebben die het geschiktst is om de taak uit te voeren en
vervolgens uitzoeken of die persoon voldoende tijd en motivatie heeft. Is dit het geval, dan moet je duidelijk maken wat er wordt gedelegeerd, wat de resultaten zijn die je wilt hebben en wat je verwacht wat betreft tijd en prestaties. Tenzij er een sterke noodzaak is om specifieke methoden te gebruiken, moet je alleen duidelijk maken wat de verwachte resultaten zijn. Zorg dat er duidelijkheid is over wat er moet worden gedaan, maar laat de werknemer zelf uitmaken hoe hij of zij dit gaat doen. 2 Verhelder de armslag. Elke gedelegeerde taak kent bepaalde beperkingen. Hoewel je een werknemer de verantwoordelijkheid geeft om een taak of taken uit te voeren, geef je hem of haar niet onbeperkt gezag. Je delegeert gezag om binnen bepaalde grenzen aan een bepaalde taak te werken. Je moet duidelijk maken wat deze grenzen zijn, zodat de werknemer weet wat hij of zij wel en niet kan doen. 3 Geef de werknemer een stem in het proces. Een van de beste manieren om vast te stellen hoeveel gezag er nodig is om een bepaalde taak uit te
voeren, is door de werknemer in kwestie een stem in de beslissing te geven. Houd er echter rekening mee dat dit weer eigen problemen en vraagstukken met zich meebrengt, veroorzaakt door het eigenbelang en de eigendunk van de werknemer. 4 Maak aan anderen duidelijk dat je de taak hebt gedelegeerd. Delegeren moet niet achter de schermen plaatsvinden. Niet alleen de manager en de werknemer in kwestie moeten weten wat er gedelegeerd is en hoeveel gezag de werknemer heeft gekregen, maar ook andere mensen (binnen en buiten de organisatie) die door de beslissingen en handelingen van de werknemer worden beïnvloed. Al deze mensen moeten weten wat er gedelegeerd is (de taak en het gezag) en aan wie. 5 Ontwikkel feedbackmiddelen. Delegeren zonder feedbackmiddelen is het over jezelf afroepen van problemen. Het ontwikkelen van methoden voor het controleren van de prestaties van de werknemer vergroot de kans dat problemen worden waargenomen en dat de taak op tijd en op de juiste wijze wordt afgerond. Idealiter moeten deze middelen op het moment van het delegeren zelf worden overeengekomen. Bespreek een deadline voor de taak en prik data waarop de werknemer zijn of haar vooruitgang moet rapporteren. Deze middelen kunnen worden aangevuld met periodieke controles om ervoor te zorgen dat er geen misbruik van het gezag wordt gemaakt, dat de voorschriften en procedures worden gevolgd enzovoort. Bronnen: uit P.L. Hunsaker, ‘Training in Management Skills’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), pp. 135‐6 en 430‐2; R.T. Noel, ‘What You Say to Your Employees When You Delegate’, Supervisory Management, december 1993, p.13; S. Caudron, ‘Delegate for Results’, Industry Week, 6 februari, pp. 27‐ 30.
Oefenen: delegeren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de vijf handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Ricky Lee is de manager van een contractteam bij een grote regionale distributeur van kantoorartikelen. Zijn baas, Anne Zumwalt, heeft hem gevraagd om voor het einde van de maand een nieuwe procedure op te stellen voor het onderhandelen over contracten met de producenten die de goederen van het distributiebedrijf aanleveren. Omdat Ricky ook al met een ander groot project bezig is, heeft hij Anne gevraagd of het mogelijk was om het opstellen van de nieuwe procedure aan Bill Harmon (een werknemer die al drie jaar lid van het contractteam is) over te laten. Anne heeft gezegd dat ze dit in principe niet erg vindt, zolang Bill weet wat hij wel en niet kan doen en wat er van hem wordt verwacht. Ricky moet nu voorbereidingen treffen voor zijn afspraak morgen met Bill.
Bekrachtigen: delegeren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij delegeren horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Ondervraag een manager over zijn vaardigheden op het vlak van delegeren. Welke taken delegeert hij of zij? Waarom? 2 Onderricht iemand anders in het effectief delegeren van taken. Maak vooral duidelijk waarmee men bij delegeren zoal rekening moet houden en leg het belang van een correcte procedure uit.
9 Motiverend werk creëren Als manager zul je op een gegeven moment werkactiviteiten moeten creëren of aanpassen. Hoe kun je ervoor zorgen dat dit werk motiverend is? Wat kun je doen om de motivatie en de prestaties van het personeel te optimaliseren? Het Job Characteristics Model (JCM), waarin vijf kerndimensies voor werk worden gedefinieerd (variatie van vaardigheden, taakidentiteit, taaksignificantie, autonomie en feedback) en de relatie hiervan met motivatie onder het personeel vormen een goede basis voor het creëren van motiverend werk.
Leren: het creëren van motiverend werk De volgende vijf suggesties, die op het JCM gebaseerd zijn, specificeren de typen verandering die de grootste kans hebben om de motivatie onder het personeel te verbeteren. 1 Combineer taken. Als manager moet je bestaande gespecialiseerde en verdeelde taken combineren en zo een nieuwe, grotere werkactiviteit creëren. Hierdoor wordt de variatie groter en de taakidentiteit beter. 2 Creëer natuurlijke werkeenheden. Creëer werkactiviteiten die een duidelijk en betekenisvol geheel vormen. Zo wordt ook het gevoel van verantwoordelijkheid over het werk versterkt en worden werknemers aangemoedigd hun werk als betekenisvol en belangrijk te zien en niet als irrelevant en vervelend. 3 Creëer cliëntrelaties. De cliënt is de gebruiker van de producten of diensten die de basis van de activiteiten voor de werknemer vormen. Zorg indien mogelijk dat er een directe relatie tussen werknemers en cliënten ontstaat. Hierdoor ontstaat er meer variatie, groeit de autonomie van de werknemer en krijgen werknemers meer feedback. 4 Breid werkactiviteiten verticaal uit. Verticale uitbreiding van werkactiviteiten betekent verantwoordelijkheid geven en beheermiddelen tot de beschikking stellen die voorheen alleen aan de manager waren voorbehouden. Dit
overbrugt deels de kloof tussen de praktische en beheermatige aspecten van werkactiviteiten. Door deze stap wordt ook de autonomie van de werknemer groter. 5 Creëer kanalen voor feedback. Door meer feedback te geven weten werknemers niet alleen hoe ze hun werk goed kunnen uitvoeren, maar ook of hun prestaties verbeteren of verslechteren, dan wel op hetzelfde niveau blijven. Deze feedback moet idealiter direct tijdens het uitvoeren van het werk worden verstrekt en niet zo nu en dan. Bron: uit J.R. Hackman, ‘Work Design’, in J.R. Hackman en J.L. Suttle (red.) ‘Improving Life at Work’ (Santa Monica, Goodyear, 1977), pp. 132‐3.
Oefenen: motiverend werk creëren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de vijf handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je werkt voor Sunrise Deliveries, een transportbedrijf dat producten aan winkels bezorgd. Je hebt de leiding over zes bezorgers. Elke morgen rijden de bezorgers in hun vrachtwagen naar hun bestemming, waar ze moeten wachten totdat de vrachtwagen is uitgeladen. Het werk kent een hoog personeelsverloop. De meeste bezorgers blijven niet langer dan zes maanden bij het bedrijf werkzaam. Niet alleen is dit verloop duur, maar het is ook moeilijk om een goede klantenservice op te bouwen als je voortdurend met nieuwe mensen te maken krijgt. Je hebt de bezorgers ook horen klagen dat ‘ze alleen maar achter het stuur zitten’. Je moet iets doen om dit probleem op te lossen.
Bekrachtigen: motiverend werk creëren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het creëren van motiverend horen te oefenen en te bekrachtigen:
1 Denk aan het ergste baantje dat je ooit hebt gehad. Analyseer dit baantje op basis van de vijf dimensies die in het JCM worden gespecificeerd. Ontwerp het werk opnieuw zodat het leuker en meer motiverend wordt. 2 Ondervraag twee mensen met verschillende functies in je eigen onderwijsinstelling. Vraag ze naar hun werk. Gebruik het JCM als leidraad. Doe op basis van hun antwoorden enkele suggesties om hun werk motiverender te maken.
10 Vertrouwen wekken Vertrouwen speelt een belangrijke rol in de relatie tussen de manager en zijn of haar ondergeschikten. Het is daarom belangrijk dat moderne managers vertrouwen in hun werkgroep of afdeling actief aanmoedigen.
Leren: vertrouwen wekken Je kunt effectiever voor meer vertrouwen zorgen als je de volgende suggesties in acht neemt: 1 Wees open. Wantrouwen wordt net zozeer veroorzaakt door wat men niet weet als door wat men doet. Een open instelling leidt tot een gevoel van zekerheid en vertrouwen. Informeer mensen. Verduidelijk de criteria die je voor beslissingen gebruikt. Leg de gedachtegang achter beslissingen uit. Wees open en oprecht over problemen. Geef werknemers alle relevante informatie. 2 Wees eerlijk. Voordat je beslissingen neemt of actie onderneemt, moet je nadenken over hoe werknemers dit als objectief en eerlijk zullen ervaren. Onderken prestaties. Wees objectief en fair bij de beoordeling. Besteed aandacht aan een eerlijke en rechtvaardige verdeling van beloning. 3 Verwoord je gevoelens. Managers die het alleen over feiten hebben, komen over als kil, afstandelijk en ongevoelig. Als je je gevoelens uitspreekt, zullen anderen je als echt en menselijk gaan zien. Ze weten dan waar je voor staat en hun respect zal alleen maar groeien.
4 Vertel de waarheid. Betrouwbaar zijn betekent geloofwaardig zijn. Als eerlijkheid essentieel is voor geloofwaardigheid, is het belangrijk dat je wordt gezien als iemand die altijd de waarheid spreekt. Werknemers accepteren liever slecht nieuws dan dat ze erachter komen dat ze zijn voorgelogen. 5 Wees consistent. Mensen willen voorspelbaarheid. Wantrouwen wordt veroorzaakt door onzekerheid over wat gaat komen. Neem de tijd om over je normen en waarden na te denken en laat je bij het nemen van beslissingen leiden door die normen en waarden. Als je weet wat belangrijk voor jou is, zullen je acties dit onderstrepen. Hiermee kom je over als consistent en dit leidt tot meer vertrouwen. 6 Houd je aan je beloften. Wil je vertrouwd worden, dan moeten mensen weten dat ze op je kunnen bouwen. Houd je altijd aan je beloften. Belofte maakt schuld. 7 Zorg voor vertrouwelingen. Je vertrouwt diegene van wie je denkt dat ze discreet en betrouwbaar zijn. Als mensen zichzelf blootgeven en jou iets in vertrouwen vertellen, moeten ze erop kunnen vertrouwen dat je het niet doorvertelt of hun vertrouwen beschaamt. Als je gezien wordt als iemand die geheimen doorvertelt of onbetrouwbaar is, zal men je niet meer in vertrouwen nemen. 8 Wees competent. Zorg ervoor dat je erkend en gerespecteerd wordt door technische en professionele vaardigheden te tonen. Besteed vooral aandacht aan het ontwikkelen en het tonen van je vaardigheden op het vlak van
communicatie, onderhandeling en sociale interactie. Bronnen: uit F. Bartolome, ‘Nobody Trusts the Boss Completely—Now What?’, Harvard Business Review, maart/april 1989, pp. 135‐42; J.K. Butler Jr., ‘Toward Understanding and Measuring Conditions of Trust: Evolution of a Condition of Trust Inventory’, Journal of Management, september 1991, pp. 643‐63.
Oefenen: vertrouwen wekken Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de acht handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je bent de manager van de verzendafdeling van Tastfully Tempting, een snoepbedrijf uit Phoenix. Bestellingen komen van over de hele wereld binnen. Jouw team, dat bestaat uit zes medewerkers, moet deze bestellingen verwerken. Uiteraard zijn vooral de maanden voor kerst hectisch. Iedereen telt af tot 24 december, wanneer de telefoons eindelijk zullen zwijgen (voor een paar dagen, tenminste). Jij en je team zullen een zucht van verlichting slaken als de laatste doos met snoep de deur uit is. Toen het bedrijf vijf jaar geleden werd opgericht, ging het bedrijf na de kerstperiode nog twee weken dicht. Toen het bedrijf echter begon te groeien en ook via internet ging verkopen, werd dit te duur. De verkopen waren gewoon te goed om te laten lopen. Bovendien begint de verkoop voor Valentijnsdag al een week na kerst. Hoewel de
sluiting van twee weken formeel is geannuleerd, hebben sommige afdelingsmanagers er moeite mee om het personeel weer te enthousiasmeren. De werknemers die na kerst weer aan het werk gaan, doen doorgaans niet veel. Dit jaar moet dat echter veranderen. Je weet dat de ‘traditie’ het rustig aan te doen niet makkelijk terug te draaien zal zijn, maar de verzendafdeling moet de achterstallige bestellingen bliksemsnel wegwerken. De klanten van Tasfully Tempting verwachten immers een tijdige en juiste afhandeling van hun bestellingen.
Bekrachtigen: vertrouwen wekken Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het wekken van vertrouwen horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Houd gedurende een week een logboek bij waarin je beschrijft hoe je dagelijkse beslissingen en handelingen het vertrouwen van anderen wekken. Wat deed je waardoor men je ging vertrouwen? Wat deed je waardoor men je ging wantrouwen? Hoe kun je je gedrag aanpassen zodat dit wantrouwen in vertrouwen wordt omgezet? 2 Neem recente nummers van vaktijdschriften (zoals Business Week, Fortune, Forbes, Fast Company, Industry Week of de Wall Street Journal) en zoek naar artikelen waarin vertrouwen (of een gebrek aan vertrouwen) een onderwerp is. Zoek ten minste twee artikelen en beschrijf de situatie. Leg uit hoe de persoon of personen in kwestie de hierboven beschreven vaardigheden hadden kunnen gebruiken om de situatie af te handelen.
11 Corrigeren Als de prestaties van een werknemer onder de maat zijn of als de werknemer de regels en voorschriften van het bedrijf voortdurend overtreedt, moet de manager maatregelen nemen om dat gedrag tegen te gaan. Corrigeren omvat het opleggen van de verwachtingen, normen en voorschriften van het bedrijf. De meeste voorkomende disciplinaire problemen waarmee de manager te maken krijgt, hebben te maken met afwezigheid (te laat komen, onterechte ziekmelding), gedrag op het werk (het niet halen van doelen, niet luisteren, het niet gebruiken van veiligheidsmiddelen, alcohol‐ of drugsgebruik) en oneerlijkheid (diefstal, liegen).
4
5
6
Leren: corrigeren Je kunt werknemers effectiever tot de orde roepen als je de volgende suggesties ter harte neemt: 1 Reageer direct. Hoe sneller een ongewenste handeling door een disciplinaire maatregel wordt gevolgd, hoe groter de kans dat de werknemer die maatregel met zijn of haar handelwijze zal associëren en niet met jou als bestraffer. Het is raadzaam direct na de overtreding met disciplinerende maatregelen te komen. 2 Geef een waarschuwing. Je bent verplicht een werknemer te waarschuwen voordat je disciplinerende maatregelen neemt. De werknemer moet zich bewust zijn van de regels en voorschriften van het bedrijf aangaande gedrag en prestaties. Maatregelen worden als eerlijker beschouwd als ze door een waarschuwing zijn voorafgegaan, en als werknemers weten wat de consequenties van hun acties zijn. 3 Maak duidelijk welke handeling of welk gedrag wordt bestraft. Verduidelijk de datum, tijd, plaats, betrokkenen en verzachtende omstandigheden. Formuleer het probleem duidelijk; lepel niet alleen de voorschriften van het bedrijf op. Leg uit waarom het gedrag niet acceptabel is, door te
7
8
wijzen op de gevolgen voor prestaties van anderen, de effectiviteit van de afdeling en de collega’s van de overtreder. Laat de werknemer zijn kant van het verhaal vertellen. Het is, ongeacht de feiten waarover je beschikt, van belang dat de werknemer zijn of haar kant van het verhaal uitlegt. Wat is er volgens de overtreder gebeurd? Waarom is het gebeurd? Wat denkt de overtreder van de regels, voorschriften en omstandigheden? Houd het gesprek onpersoonlijk. Zorg ervoor dat de disciplinaire maatregel gericht is op wat de werknemer heeft gedaan (of niet heeft gedaan) en niet op de werknemer persoonlijk. Wees consistent. Voor een eerlijke behandeling is het nodig dat disciplinerende maatregelen consistent zijn. Dit betekent niet dat iedereen op dezelfde wijze moet worden behandeld. Wees bereid om maatregelen die niet consistent overkomen, uit te leggen aan het personeel. Corrigeer progressief. Kies een maatregel die past bij de overtreding. Corrigerende maatregelen moeten zwaarder worden naarmate de overtreding wordt herhaald. Begin bijvoorbeeld met een mondelinge waarschuwing, gevolgd door een schriftelijke waarschuwing en schorsing. Als het probleem zich blijft voordoen, kan het nodig zijn een werknemer te ontslaan. Onthoud echter dat er overtredingen zijn die direct tot ontslag kunnen leiden. Deze overtredingen moeten goed duidelijk worden gemaakt. Werk samen aan verandering. Corrigeren betekent ook begeleiding en het nemen van maatregelen om verdere overtredingen te voorkomen. Laat de werknemer onder woorden brengen wat hij of zij van plan is om te voorkomen dat het probleem zich niet herhaalt.
Bronnen: uit A. Belohlav, ‘The Art of Disciplining Your Employees’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 1985); R.H. Lussier, ‘A Discipline Model for Increasing Performance’, Supervisory Management, augustus 1990, pp. 6‐7.
Oefenen: corrigeren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de acht handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je bent teamleider van de afdeling klantenservice van Mountain View Microbrewery. Carla is het nieuwste lid van het team, dat uit tien man bestaat. Ze werd zes weken geleden met goede referenties aangenomen. (Haar vorige baan was medewerker klantenservice bij een autodealer.) Niet lang nadat ze deel is gaan uitmaken van het team, was ze te laat met het op de post doen van een belangrijke inkoopopdracht. Toen je het hierover wilde hebben, zei ze dat de opdracht ‘kwijt was geraakt’. Je ontdekte dat de opdracht echter gewoon in haar postvakje lag, waar hij moest liggen. Afgelopen week vergat ze te bellen met een boze klant, die op dat moment nog op een eenvoudige manier tevreden had kunnen worden gesteld. De klant is nu nog bozer en heeft een woedende brief geschreven aan de CEO van het bedrijf. Gisteren was het laatste incident met Carla. Als onderdeel van het doorlopende programma voor kwaliteitsverbetering moeten de teamleden
periodieke rapporten inleveren over de service die ze aan klanten verlenen. Die rapporten worden vervolgens ter evaluatie aan een managementteam doorgegeven. Carla miste de deadline voor het inleveren van de rapporten. Je kreeg een telefoontje van een van de managers, met de vraag waar haar rapport was. Omdat Carla voor het vorige incident voorwaardelijk is bestraft, is nu toch echt de tijd gekomen dat je een praatje met haar gaat maken over het voortdurend missen van werkdoelen.
Bekrachtigen: corrigeren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij corrigeren horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Praat met drie managers van verschillende bedrijven. Vraag ze naar de richtlijnen die ze gebruiken voor het corrigeren van werknemers. Laat ze specifieke disciplinaire problemen beschrijven. Hoe hebben ze deze problemen afgehandeld? 2 Ondervraag drie van je huidige of vroegere docenten. Vraag ze naar hun methoden van corrigeren. Hoe gaan ze om met te laat ingeleverde essays, spieken, absentie of andere problemen?
12 Sollicitatiegesprekken leiden Het sollicitatiegesprek wordt bijna overal als onderdeel van het selectieproces gebruikt. Slechts weinigen van ons hebben ooit een baan gekregen zonder een of meer sollicitatiegesprekken te doorlopen. Sollicitatiegesprekken kunnen goede en betrouwbare selectiehulpmiddelen zijn, maar ze moeten goed worden opgezet en georganiseerd.
Leren: sollicitatie‐ gesprekken leiden Je kunt betere sollicitatiegesprekken voeren als je de volgende methoden gebruikt: 1 Bestudeer de functiebeschrijving en ‐vereisten. Zorg ervoor dat je voor het gesprek de relevante informatie hebt doorgenomen. Alleen dan beschik je over de informatie op basis waarvan je de kandidaat kan beoordelen. Bovendien
2
3
4
5
6
7
voorkom je zo ook dat het gesprek een vertekend beeld oplevert. Stel een lijst met vragen op die je aan alle kandidaten wilt stellen. Met een lijst met van tevoren opgestelde vragen krijg je de gewenste informatie. Zo kun je ook de antwoorden van kandidaten met elkaar vergelijken. Bekijk, voordat je het gesprek begint, de sollicitatiebrief en het cv van de kandidaat. Je kunt een volledig beeld van de kandidaat vormen door een link leggen tussen wat er in zijn of haar brief en in het cv staat en wat er voor de functie wordt gevraagd. Je kunt dan ook enkele onderwerpen bepalen die tijdens het gesprek moeten worden uitgediept; onderwerpen die niet duidelijk in het cv staan, maar die essentieel voor de functie kunnen zijn. Begin het gesprek door de kandidaat op zijn of haar gemak te stellen en door een kort overzicht te geven van de onderwerpen die je gaat behandelen. Sollicitatiegesprekken zijn voor veel mensen een stressvolle aangelegenheid. De kandidaat krijgt de kans zich wat meer op zijn of haar gemak te voelen als je het gesprek opent met wat koetjes en kalfjes. Door een overzicht van de gespreksonderwerpen te geven, geef je kandidaten een soort agenda. Zo kan hij of zij al beginnen met het formuleren van antwoorden op vragen. Stel de vragen en luister goed naar de antwoorden van de kandidaat. Kies voor vragen die een logisch gevolg zijn van wat zojuist is gezegd. Concentreer je op de antwoorden van de kandidaat als deze met de functievereisten te maken hebben. Als je het nog niet zeker weet, stel dan een vervolgvraag om extra informatie te krijgen. Sluit het sollicitatiegesprek af door de kandidaat te vertellen wat er vervolgens gaat gebeuren. Kandidaten willen graag weten wat hun kansen zijn. Wees eerlijk over andere kandidaten en de volgende stappen in het selectieproces. Laat de kandidaat weten wanneer hij of zij een antwoord kan verwachten. Vertel bovendien via welk kanaal de kandidaat de uitkomst te weten zal komen. Schrijf de beoordeling van de kandidaat kort na het gesprek op. Wacht niet tot het einde van de dag, nadat je ook met andere kandidaten hebt gesproken, om je beoordeling van de kandidaat op te schrijven. Geheugen kan een mens soms in
de steek laten. Hoe sneller je je indrukken opschrijft, hoe groter de kans dat dit een accurate weergave is van wat er zich tijdens het gesprek heeft afgespeeld. Bron: uit S.P. Robbins en D.A. DeCenzo, ‘Fundamentals of Management’ (3e editie, Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), p. 214.
Oefenen: sollicitatie‐ gesprekken leiden Lees de volgende lijst door. Lees ter voorbereiding op deze oefening de bovenstaande suggesties goed door. Je docent zal vertellen wat er vervolgens moet gebeuren. 1 Maak groepjes van drie. 2 Stel in tien minuten vijf vragen op die volgens jullie relevant zijn voor het aannemen van pas afgestudeerden voor een trainingsstage in de verkoopafdeling van Kraft Foods. Iedere kandidaat zal tussen de 18 en 24 maanden als verkoopvertegenwoordiger fungeren. Klanten zijn de detailhandel en restaurants. Na deze trainingsperiode zullen geschikte kandidaten gepromoveerd worden tot districtchef voor verkoop. 3 Wissel jullie vragen uit met die van een andere groep. 4 Elke groep moet nu een van de volgende rollen aan de groepsleden geven: gespreksleider, kandidaat en waarnemer. De persoon die de kandidaat speelt, moet een kort cv met zijn of haar achtergrond en ervaring opstellen en dit aan de gespreksleider geven. 5 Het rollenspel kan nu beginnen. De gespreksleider moet in ieder geval de door de andere groep gegeven vragen stellen. 6 Na het gesprek moet de waarnemer het gedrag van de gespreksleider beoordelen op basis van de hierboven gegeven lijst met suggesties.
Bekrachtigen: sollicitatie‐ gesprekken leiden Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het leiden van sollicitatiegesprekken horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Je onderwijsinstelling heeft waarschijnlijk een carrière‐ of loopbaancentrum voor afgestudeerden. Praat met twee pas afgestudeerden die via dit centrum sollicitatiegesprekken hebben geregeld. Vraag ze
naar wat er in deze gesprekken is gebeurd. Schrijf hier vervolgens een kort verslag van en vergelijk dit met de suggesties die hierboven zijn gegeven. 2 Ondervraag een manager over de sollicitatiegesprekken die hij of zij met nieuwe kandidaten houdt. Welke informatie probeert de manager uit het gesprek te halen? (Gebruik bij dit vraaggesprek ook de hierboven beschreven suggesties! Hoewel je deze persoon natuurlijk niet hoeft ‘aan te nemen,’ ben je wel op zoek naar informatie, en dit is precies wat managers uit een sollicitatiegesprek proberen te halen.)
13 Weerstand tegen verandering wegnemen Managers spelen een belangrijke rol in organisatorische verandering; ze fungeren als veranderingsinstrumenten. Verandering kan echter door het personeel worden tegengewerkt. Het zorgt immers voor onzekerheid en het bedreigt de status quo. Hoe kan een manager weerstand wegnemen?
Leren: het wegnemen van weerstand Je kunt weerstand tegen verandering effectiever wegnemen als je de volgende methoden gebruikt: 1 Beoordeel de bereidheid tot verandering. Een belangrijke reden dat sommige veranderingen goed en andere minder goed worden doorgevoerd, is de bereidheid tot verandering. Voor het inschatten van deze bereidheid moet je diverse vragen beantwoorden. Hoe meer bevestigende antwoorden je kunt geven, hoe groter de kans dat de verandering zal lukken. • Is degene die de verandering in gang zet hoog genoeg geplaatst in de hiërarchie, zodat
• •
•
•
• •
•
•
de weerstand effectief kan worden weggenomen? Steunt het hogere management de verandering en toont het enthousiasme? Is het hogere management zich van het belang van de verandering bewust en wordt dit gevoel ook door de overige organisatieleden gedeeld? Hebben managers een duidelijk beeld van hoe de toekomst er na de verandering uit zal zien? Zijn er objectieve maatstaven waarmee de verandering kan worden beoordeeld en worden er beloningssystemen gebruikt om de verandering te bekrachtigen? Is de verandering in overeenstemming met andere veranderingen in de organisatie? Zijn managers bereid hun eigenbelang op te offeren voor het nut van de organisatie als geheel? Zijn managers bereid de veranderingen en reacties van concurrenten nauw in de gaten te houden? Worden managers en werknemers beloond voor het nemen van risico’s, innovatief denken en het ontwikkelen van nieuwe en betere oplossingen?
• Is de organisatiestructuur flexibel? • Loopt de communicatie omlaag én omhoog door de organisatie? • Heeft de organisatie de afgelopen jaren veranderingen succesvol geïntroduceerd? • Zijn de werknemers tevreden met de managers en hebben ze vertrouw in hen? • Is er veel interactie en samenwerking tussen de verschillende afdelingen? • Worden beslissingen snel genomen en wordt er met alle mogelijke suggesties rekening gehouden? 2 Kies de geschiktste methode voor het wegnemen van de weerstand. Er zijn zes methoden ontwikkeld om de weerstand tegen verandering te minimaliseren. Elke methode is voor specifieke omstandigheden bedoeld. Het gaat hier om onderricht en communicatie (als de weerstand te wijten is aan onvoldoende of verkeerde informatie), participatie (als mensen niet over alle benodigde informatie hebben of de mogelijkheid hebben om weerstand te bieden), manipulatie en coöptatie (als andere methoden niet werken of te duur zijn) en dwang (als snelheid belangrijk is en de veranderingsinstrumenten over veel macht beschikken). Welke methode geschikt is, is afhankelijk van de bron van de weerstand. 3 Maak, tijdens de introductie van de verandering en nadat de verandering is doorgevoerd, duidelijk welke ondersteuning aan het personeel kan worden geleverd. Werknemers moeten weten dat je hen tijdens en na de verandering kan steunen. Wees bereid om assistentie te bieden en werknemers te helpen met het doorvoeren van de verandering. Bronnen: uit J.P. Kotter en L.A. Schlesinger, ‘Choosing Strategies for Change’, Harvard Business Review, maart/april 1979, pp. 106‐ 14; T.A. Stewart, ‘Rate Your Readiness to Change’, Fortune, 7 februari 1994, pp. 106‐10.
Oefenen: weerstand tegen verandering wegnemen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de drie handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je bent de hoofdverpleegkundige in een ziekenhuis. Je bent verantwoordelijk voor de eerstehulp ‐ en zaalverpleegkundigen. De verpleegkundigen werken bijna altijd op dezelfde plek en met dezelfde collega’s. Je houdt je vakliteratuur bij en weet het een en ander over functieoverschrijding en variatie van verantwoordelijkheden. Je weet ook dat deze concepten de zorg voor de patiënt kunnen verbeteren en tegelijkertijd de kosten kunnen drukken. Je roept de teamleiders, Sue en Scott, bij je om uit te leggen dat je deze nieuwe aanpak wilt gaan gebruiken. Tot je verrassing zijn zowel Sue als Scott tegen het idee. Sue vindt dat zij en de andere verpleegkundigen van de eerste hulp op de eerstehulpafdeling moeten blijven, waar ze een belangrijke rol spelen. Ze werken zo nodig over, voeren al het nodige werk uit en werken vaak in stressvolle en moeilijke omstandigheden. Ze denkt dat de zaalverpleegkundigen relatief eenvoudig werk hebben voor het salaris dat ze krijgen. Scott, chef van de zaalverpleegkundigen, denkt dat de verpleegkundigen van de eerste hulp niet getraind zijn in en geen ervaring hebben met het werken op een zaal. De zaalverpleegkundigen vinden dat zijn het zwaarste en meest veeleisende werk hebben. Omdat zij te maken hebben met patiënten en familieleden, vinden ze het onverstandig om weggeroepen te kunnen worden om op de eerstehulpafdeling bij te springen.
Bekrachtigen: weerstand tegen verandering wegnemen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het wegnemen van weerstand horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Denk na over veranderingen (grote en kleine) die je het afgelopen jaar zelf hebt meegemaakt. Misschien hadden deze veranderingen met andere mensen te maken of misschien met jou persoonlijk. Hoe stond je tegenover de verandering? Hoe stonden anderen tegenover de verandering? Is jouw weerstand op een gegeven
moment minder geworden? En de weerstand van anderen? 2 Ondervraag drie managers van verschillende bedrijven over de veranderingen die zij hebben
doorgevoerd. Wat waren hun ervaringen met de verandering? Hoe hebben ze eventuele weerstand kunnen wegnemen?
14 Tijdmanagement Tijd is een unieke bron. Als het verspild wordt, kan het niet meer worden aangevuld. Managers die hun tijd effectief gebruiken, weten welke activiteiten ze willen uitvoeren, de volgorde waarin ze activiteiten het best kunnen uitvoeren en wanneer die activiteiten moeten zijn voltooid. Tijdmanagement is een persoonlijke vorm van effectief tijd indelen. De essentie van tijdmanagement is het effectief gebruiken van tijd.
Leren: tijdmanagement Je kunt tijd effectiever indelen als je de volgende vijf suggesties ter harte neemt. 1 Stel je doelen vast. Welke doelen heb je voor jezelf of voor je afdeling opgesteld? Als je in een bedrijf werkt waar MBO (Management By Objectives) of een andere methode voor het opstellen van doelen wordt gebruikt, zijn deze doelen waarschijnlijk al aanwezig. 2 Stel prioriteiten aan doelen. Niet alle doelen zijn even belangrijk. Gezien het feit dat er maar een beperkte hoeveelheid tijd is, is het raadzaam de meest belangrijke doelen het eerst uit te voeren. 3 Som de activiteiten op die voor het realiseren van de doelen nodig zijn. Planning is hier zeer belangrijk. Je moet weten welke activiteiten er nodig zijn om de doelen te verwezenlijken. Schrijf deze activiteiten op, ze vormen je werklijst. De lijst moet ten minste die dingen bevatten die je de komende dagen moet doen. Bekijk het lijstje regelmatig en werk het zo nodig bij. Streep activiteiten door zodra ze zijn voltooid. 4 Stel prioriteiten aan de activiteiten op de werklijst. In deze stap moet je wederom prioriteiten stellen. Je moet het belang en de urgentie van elke activiteit noteren. Als een activiteit minder
belangrijk is, delegeer deze dan aan iemand anders. Als de activiteit niet zo belangrijk is, kan het doorgaans wel even wachten. Door deze stap wordt duidelijk welke activiteiten je absoluut moet doen, welke activiteiten je moet doen wanneer dit kan en welke activiteiten je door anderen kunt laten doen. 5 Rooster je werkdag in. Nadat je de activiteiten van een prioriteit hebt voorzien, kun je een dagrooster opstellen. Stel elke morgen (of de avond ervoor) vast wat je die dag wilt doen. Stel vervolgens vast welke activiteiten je eventueel nog die dag zou kunnen doen enzovoort. Wees eerlijk over wat je op een dag kunt bereiken. Concentreer je op de noodzakelijke activiteiten. Maak niet de fout om met de secundaire activiteiten te beginnen, omdat deze eenvoudiger zijn. Je besteedt dan tijd aan activiteiten die niet bijdragen aan je effectiviteit. Bronnen: uit R.A. Mackenzie, ‘The Time Trap’ (New York, McGraw‐Hill, 1975); R.A Webber, ‘Time Is Money’ (New York, The Free Press, 1980); M.E. Haynes, ‘Practical Time Management: How to Make the Most of Your Most Perishable Resource’ (Tulsa, Penwell Books, 1985); A. Deutschman, ‘The CEO’s Secret of Managing Time’, Fortune, 1 juni 1992, pp. 135‐46.
Oefenen: tijdmanagement Heb je ooit wel eens stilgestaan bij hoe je in een gewone week je tijd indeelt? Weet je wie of wat onnodig veel tijd kost? Voor deze oefening ga je een logboek voor de komende week bijhouden. Begin om middernacht en schrijf voor elke vijftien minuten op wat je gedaan hebt en met wie je hebt gesproken. Schrijf, voor de meest accurate informatie, na afloop van elk kwartier op wat je hebt gedaan (behalve als je slaapt, uiteraard). Wacht niet tot later, wanneer je misschien te ver moet
terugdenken. Als de week voorbij is, kun je het logboek analyseren. Beantwoord de volgende vragen: Zijn er tijden waarop jet het meest productief was? En tijden waarop je tijd aan het verspillen was? Vindt deze tijdverspilling elke dag op hetzelfde moment plaats, op dezelfde plek en met dezelfde perso(o)n(en)? Wissel je uitkomsten uit met een klasgenoot. Zoek naar overeenkomsten tussen jullie logboeken. Geef allebei suggesties aan de ander voor het beter indelen van tijd.
Bekrachtigen: tijdmanagement Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij tijdmanagement horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Ondervraag twee van je docenten over hoe zij hun tijd indelen. Zijn er overeenkomsten in hun antwoorden te ontdekken? Komen hun antwoorden overeen met de hierboven gegeven methoden? 2 Ondervraag twee kennissen; een die al een lange carrière achter de rug heeft en een die net begonnen is met zijn of haar carrière. Vraag ze naar de manier waarop zij hun tijd indelen. Schrijf vervolgens een kort verslag met een analyse van de mate waarin tijdmanagement heeft bijgedragen aan de resultaten die ze in hun carrière hebben geboekt.
15 Begeleiding Een begeleider of mentor is iemand in het bedrijf (doorgaans een ouder iemand, met meer ervaring en een hogere functie) die een andere, lager geplaatste werknemer (een protégé) begeleidt en ondersteunt. Een mentor geeft informatie, ondersteuning en aanmoediging. Sommige bedrijven werken met formele begeleidingsprogramma’s maar zelfs als dit niet zo is, kan begeleiding een nuttige vaardigheid zijn.
Leren: begeleiding Je kunt effectiever begeleiden als je de volgende methoden gebruikt: 1 Communiceer eerlijk en openlijk met je protégé. Wil de protégé iets van jou leren en iets van jouw ervaring en kennis kunnen overnemen, dan moet je eerlijk en open zijn over wat je bereikt hebt. Praat niet alleen over de successen, maar
ook over de mislukkingen. Onthoud dat begeleiding een leerproces is en dat je eerlijk moet zijn, wil de protégé iets leren. Schets het hele plaatje. 2 Moedig de protégé aan eerlijk en open te communiceren. Je moet weten wat de protégé hoopt te leren. Moedig de protégé aan om vragen te stellen en onder woorden te brengen wat hij of zij uit de ervaring hoopt te halen. 3 Zie de relatie met de protégé als een mogelijkheid tot leren. Doe niet alsof je over alle antwoorden en alle informatie beschikt, maar vertel wel wat je van je ervaringen hebt geleerd. Als je met je protégé praat, kun je ook wat van hem of haar leren. Luister dus naar wat je protégé te zeggen heeft. 4 Neem de tijd om je protégé te leren kennen. Als begeleider moet je bereid zijn om je protégé en zijn of haar interesses te leren kennen. Als je niet bereid bent hier veel tijd in te steken, is het raadzaam niet aan de onderneming te beginnen.
5 Herinner je protégé aan het feit dat er geen vervanging voor effectieve werkprestaties is. In elke baan zijn effectieve werkprestaties essentieel voor succes. Alle informatie die je als begeleider geeft, is nutteloos als de protégé niet gemotiveerd is om optimaal te presteren. 6 Weet wanneer het tijd is om de protégé uit te laten vliegen. Goede begeleiders weten wanneer de protégé op eigen benen kan staan. Als de begeleidingsrelatie effectief is geweest, zal de protégé met vertrouwen nieuwe verantwoordelijkheden aannemen. Het feit dat de begeleiding over is, betekent nog niet dat je de protégé nooit meer hoeft te zien. Het betekent alleen dat de relatie er een van gelijkheid is geworden.
Het probleem is de volstrekt verschillende manieren waarop jullie je werk benaderen. Jij bent goed in het op tijd en binnen het budget afronden van projecten. Lora wat minder, en hoewel ze zich van deze beperkingen bewust is, leiden haar creativiteit en perfectionisme vaak tot de overschrijding van deadlines. Bij haar laatste opdracht leek Lora meer dan ooit van zins een en ander op haar eigen manier te doen. Ondanks de in jouw ogen heldere richtlijnen overschreed ze een belangrijke deadline met twee weken. Hoewel haar afgeleverde werk zoals gewoonlijk van uitstekende kwaliteit was, was het product een stuk uitgebreider dat op dit moment in het project wenselijk was. Nu je haar werk bekijkt, voel je je een beetje boos worden. Een en ander moet met Lora worden besproken.
Bronnen: uit H. Rothman, ‘The Boss as Mentor’, Nation’s Business, april 1993, pp. 66‐7; J.B. Cunningham en T. Eberle, ‘Characteristics of the Mentoring Experience: A Qualitative Study’, Personnel Review, juni 1993, pp. 54‐66; S. Crandell, ‘The Joys of Mentoring’, Executive Female, maart/april 1994, pp. 38‐42; W. Heery, ‘Corporate Mentoring Can Break the Glass Ceiling’, HRFocus, mei 1994, pp. 17‐8.
Bekrachtigen: begeleiding
Oefenen: begeleiding Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de zes handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Lora Slovinsky werkt al langer dan wie dan ook op jouw afdeling, in een bedrijf dat softwaretoepassingen ontwikkelt. Je waardeert haar vaardigheden en inzet en je vraagt haar vaak om advies bij lastige problemen. Vaak zijn haar ideeën beter dan die van jou. Door middel van schouderklopjes en salarisverhogingen maak je je waardering duidelijk. De laatste tijd ben je echter vraagtekens bij de inbreng van Lora gaan zetten.
Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij begeleiding horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Als er mentors of adviseurs voor eerstejaarsstudenten op jouw onderwijsinstellingen rondlopen, maak dan met een van hen een afspraak. Deze mentors kunnen oudere studenten, docenten of stafmedewerkers zijn. Vraag ze naar hun werk als mentor en de vaardigheden die volgens hen voor een goede begeleiding nodig zijn. Hoe hebben deze vaardigheden te maken met de hierboven beschreven methoden? 2 Atletiekcoaches fungeren vaak ook als mentor voor hun jongere assistent‐coaches. Ondervraag één zo’n coach over zijn of haar rol als mentor. Wat doen ze om hun assistenten te instrueren, adviseren en aan te moedigen? Kunnen deze activiteiten ook in een bedrijfscontext worden gebruikt? Onderbouw je antwoord.
16 Onderhandelen Onderhandelen is een andere sociale vaardigheid die managers vaak gebruiken. Men moet salarisonderhandelingen voeren met nieuwe werknemers, onderhandelen over toe te wijzen bronnen en conflicten met andere managers of ondergeschikten oplossen. Onderhandelen is een proces van geven en nemen waarbij twee of meer partijen met verschillende voorkeuren samen beslissingen moeten nemen en tot overeenstemming moeten komen.
Leren: onderhandelen Je kunt effectiever onderhandelen als je de volgende zes methoden gebruikt: 1 Verricht onderzoek naar de onderhandelingspartners. Vergaar zo veel mogelijk informatie over de persoon of personen met wie je gaat onderhandelen. Wat zijn de belangen en doelen van die persoon? Als je de positie van je onderhandelingspartner snapt, kunt je zijn of haar gedrag beter begrijpen, reacties op jouw aanbod beter inschatten en oplossingen aan zijn of haar wensen aanpassen. 2 Begin positief. Onderzoek toont aan dat concessies beantwoord zullen worden en vaak tot een akkoord leiden. Begin dus positief en beantwoord concessies met eigen concessies. 3 Schenk aandacht aan problemen en niet aan persoonlijkheden. Concentreer je op de onderhandelingsvraagstukken en niet op de persoonlijke eigenschappen van de persoon die tegenover je zit. Als de onderhandelingen stroef verlopen, vermijd dan de neiging op de man te spelen. Onthoud dat je moeite hebt met het standpunt van deze persoon en niet met de persoon zelf. 4 Besteed weinig aandacht aan het eerste aanbod. Zie het eerste aanbod als een begin van de onderhandelingen. Iedereen moet op een gegeven moment met een eerste aanbod komen. Een dergelijk aanbod is vaak extreem en onrealistisch. Beschouw het ook als dusdanig. 5 Leg de nadruk op win‐winsituaties. Als de omstandigheden gunstig zijn, is het raadzaam
uit te kijken naar een omvattende oplossing. Pas de mogelijkheden aan de belangen van de andere partij aan en probeer een oplossing te vinden die voor beide partijen succes inhoudt. 6 Creëer een klimaat van vertrouwen en openheid. Ervaren onderhandelaars zijn goede luisteraars, stellen veel vragen, richten zich op de argumenten, gaan minder vaak in de verdediging en hebben geleerd woorden en zinsneden te vermijden die de onderhandelingspartner kunnen irriteren (zoals ‘een genereus aanbod’, ‘eerlijke prijs’ of ‘redelijke oplossing’). Met andere woorden, succesvolle onderhandelaars zijn beter in staat een klimaat van openheid en vertrouwen te creëren, en dat is nodig voor een omvattende oplossing. Bronnen: uit M. H Bazerman en M.A. Neale, ‘Negotiating Rationally’ (New York, The Free Press, 1992); J.A. Wall Jr. en M.W. Blum, ‘Negotiations’, Journal of Management, juni 1991, pp. 278‐82.
Oefenen: onderhandelen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de zes handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Als marketingdirecteur van het aannemingsbedrijf Done Right heb je een plan ontwikkeld dat volgens jou tot een aanzienlijke inkomstenstijging in de nabije toekomst moet leiden. Het plan omvat een dienst waar klanten informatie over milieuvriendelijke bouwmaterialen en ‐technieken kunnen opvragen. Het bedrijf kan klanten vervolgens helpen met huidige milieuonvriendelijke aspecten van hun huizen. Je bent zeer enthousiast over het potentieel van deze nieuwe dienstverlening. Je ziet kleurrijke folders voor je, toegespitst advies van milieudeskundigen en prijsvragen voor klanten met kinderen. Na enkele weken van voorbereiding moet je het plan
aan je baas presenteren, Patrick Wong. Je wijst erop dat de consument steeds milieubewuster wordt en dat de stijgende vraag naar milieuvriendelijke producten een uitstekende groeimogelijkheid voor Done Right vormt. Patrick lijkt onder de indruk te zijn, maar over een aspect heeft hij zijn twijfels. Hij meent dat je het al te druk hebt. Hij denkt niet dat je voldoende tijd hebt om dit nieuwe project te starten én nog aandacht aan de lopende marketingprojecten te kunnen besteden.
Bekrachtigen: onderhandelen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij onderhandelen horen te oefenen en te bekrachtigen:
1 Zoek drie mensen die recentelijk nieuwe of gebruikte auto’s hebben gekocht. Vraag ze naar wat ze gedaan hebben om een lagere prijs, meer accessoires enzovoort te krijgen. Schrijf een kort verslag waarin je deze methoden vergelijkt met de hierboven beschreven methoden. 2 Zoek in recente nummers van vaktijdschriften naar twee artikelen over onderhandelingen. Deze onderhandelingen kunnen CAO‐ onderhandelingen zijn of onderhandelingen over het kopen of verkopen van onroerend goed of bedrijven. Wordt er in de artikelen ook aandacht besteed aan het onderhandelingsproces zelf? Schrijf enkele specifieke vragen op die de onderhandelingspartners kunnen hebben gehad. Doe vervolgens alsof je adviseur van een van de onderhandelingspartners bent. Welke suggesties zou je geven?
17 Feedback geven Vraag een manager eens naar de feedback die zij of hij aan werknemers geeft, en je zult een uitgebreid antwoord krijgen! Als de feedback positief is, zal het direct en enthousiast worden gegeven. Negatieve feedback wordt echter anders behandeld. Net zoals de meeste mensen houden managers er niet van slechts nieuws te vertellen. Ze zijn bang dat ze de persoon in kwestie beledigen of direct allemaal smoesjes te horen zullen krijgen. Negatieve feedback wordt dan ook vaak vermeden, uitgesteld of verbloemd. Het is echter belangrijk voor managers om zowel positieve als negatieve feedback te kunnen geven.
Leren: feedback geven Je kunt effectiever feedback geven als je de volgende methoden gebruikt: 1 Richt je op specifiek gedrag. Feedback moet specifiek zijn en niet algemeen. Vermijd uitspraken als ‘Je hebt een slechte instelling’ of
‘Ik ben onder de indruk van je prestaties’. Deze uitspraken zijn vaag en vertellen de toehoorder weinig over zijn of haar specifieke instelling of prestaties. 2 Houd de feedback onpersoonlijk. Feedback, met name negatieve feedback, moet beschrijvend zijn en niet beoordelend of evaluerend. Houd de feedback gericht op het werk, ongeacht hoe boos je bent, en bekritiseer niet de persoon zelf. 3 Houd de feedback gericht op het doel. Feedback moet niet worden gegeven omdat jij je ei kwijt wilt. Als je iets negatiefs te melden hebt, zorg er dan voor dat dit gerelateerd is aan de werkdoelen van de persoon in kwestie. Vraag jezelf af wie er met de feedback wordt geholpen. Als jij dat zelf bent, zeg dan niets. Dergelijke feedback ondermijnt je geloofwaardigheid en vermindert de betekenis en effectiviteit van toekomstige feedback. 4 Geef de feedback op het juiste moment. Feedback is het meest zinvol als er een zeer korte periode is tussen de acties en de feedback over die actie. Als je iemands gedrag echt wilt veranderen,
verkleint vertraging met het geven van feedback de kans dat de boodschap effectief overkomt. Te snel feedback geven kan echter ook nadelig werken als je over te weinig informatie beschikt of als je boos bent. In deze gevallen kan ‘het juiste moment’ iets later zijn. 5 Zorg voor begrip. Zorg ervoor dat de feedback helder en volledig is, zodat de persoon in kwestie de feedback goed kan begrijpen. Het kan helpen om de ontvanger de essentie van de feedback te laten herhalen, om te controleren of de boodschap goed is overgekomen. 6 Richt negatieve feedback op gedrag dat door de persoon in kwestie kan worden beïnvloed. Het heeft weinig zin om iemand te herinneren aan een tekortkoming die niet door die persoon kan worden verholpen. Negatieve feedback moet gericht zijn op gedrag dat door de persoon in kwestie kan worden verbeterd. Als de negatieve feedback gericht is op iets wat door de ontvanger kan worden verholpen, is het ook raadzaam om specifiek aan te geven wat er kan worden gedaan om het gedrag te verbeteren. Bron: uit P.L. Hunsaker, ‘Training in Management Skills’ (Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), pp. 60‐1.
Oefenen: feedback geven Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de zes handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Craig is een uitstekende werknemer, wiens expertise en productiviteit je verwachtingen altijd hebben overtroffen. Recentelijk bemoeilijkt hij echter het werk van zijn collega’s op de marketingafdeling. Net zoals zijn collega’s
onderzoekt en berekent Craig de kosten van publicitaire activiteiten voor de cliënten van het bedrijf. Het werk omvat het doorzoeken van dikke referentiewerken om de basisprijs en extra kosten voor radio‐ en televisiezenders op bepaalde tijdstippen te bepalen. De volledige kosten moeten vervolgens in een spreadsheet worden opgenomen. Om een en ander efficiënter en gemakkelijker te laten verlopen, heb je altijd toegestaan dat de referentieboeken naar het bureau meegenomen kunnen worden. Craig brengt de boeken de laatste tijd echter niet meer terug en gebruikt ze weken achtereen. De boeken op en naast zijn bureau zijn bijna een gevaar voor voorbijgangers en ze moeten altijd bij Craig worden opgehaald. Het wordt tijd dat je een gesprekje met Craig gaat voeren.
Bekrachtigen: feedback geven Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het geven feedback horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Probeer drie dingen te bedenken die een vriend of familielid recentelijk goed heeft gedaan. Heb je die persoon toen een complimentje gegeven? Zo nee, waarom niet? Geef de volgende keer dat een vriend of familielid iets goed doet positieve feedback. 2 Je hebt een goede vriend met een bepaald maniertje (een irritant stopwoordje, een tic, een vreemde manier van kleden of iets dergelijks) dat in jouw ogen afleidt van de indruk die men van die persoon zou moeten krijgen. Ontwikkel een plan om met die persoon te gaan praten. Wat zou je zeggen? Wanneer zou je met hem of haar gaan praten? Hoe zou zijn of haar reactie opvangen?
18 De bedrijfs‐ cultuur beoordelen Het kunnen ‘lezen’ van de bedrijfscultuur kan een waardevolle vaardigheid zijn. Als je bijvoorbeeld een baan zoekt, wil je graag werken in een bedrijf met een bedrijfscultuur die past bij jouw eigen normen en waarden en waarbij je je op je gemakt voelt. Als je een goede inschatting van de bedrijfscultuur kunt maken voordat je de beslissing neemt om in een bedrijf in dienst te treden, kun je jezelf veel stress besparen en de kans op een slechte keuze verkleinen. Bovendien zul je tijdens je carrière met veel bedrijven zakelijke transacties verrichten, zoals het verkopen van een product of dienst, onderhandelen over een contract, het coördineren van een gezamenlijk project of gewoon uitzoeken wie er in een bedrijf bepaalde beslissingen neemt. De mogelijkheid om de bedrijfscultuur van een ander bedrijf in te schatten kan erg nuttig zijn bij het uitvoeren van die activiteiten.
Leren: het beoordelen van de bedrijfscultuur Je kunt een bedrijfscultuur effectiever beoordelen als je de volgende methoden gebruikt. Om een en ander eenvoudig te houden, zullen we deze vaardigheden bekijken vanuit het standpunt van een sollicitant, hoewel ze ook in veel andere situaties toepasbaar zijn. Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om meer over de bedrijfscultuur te weten te komen. 1 Kijk naar de omgeving. Let op bordjes, posters, foto’s, kleding, haarlengte, toegankelijkheid van kantoren en meubilair en kantoorindeling. 2 Noteer wie je te woord stond. Was dit de persoon die je directe leidinggevende zou worden? Ben je aan potentiële collega’s, managers van andere afdelingen of hogere managers voorgesteld? In welke mate krijg je te maken met mensen die niet tot die specifieke afdeling of dat specifieke organisatieniveau behoren?
3 Hoe zou je de stijl van de mensen die je hebt ontmoet karakteriseren? Zijn ze formeel? Informeel? Serieus? Ontspannen? Toegankelijk? Niet bereid tot het verstrekken van veel informatie? 4 Kijk naar het human resources‐handboek van het bedrijf. Zijn hierin de regels en voorschriften van het bedrijf afgedrukt? Zo ja, hoe gedetailleerd is dit beleid? 5 Stel vragen aan de mensen die je ontmoet. De meeste betrouwbare informatie is de informatie die je krijgt door dezelfde vragen aan verschillende mensen te stellen (om te kijken of de antwoorden overeenkomen) en door te praten met mensen met functies die ze met de buitenwereld in contact brengen. Vragen die tot meer inzicht in de processen en gebruiken in het bedrijf kunnen leiden, zijn: Wat is de achtergrond van de oprichters van het bedrijf? Wat is de achtergrond van de huidige topmanagers? Wat zijn hun functionele specialiteiten? Zijn ze in het bedrijf zelf opgeklommen of komen ze van buiten? Hoe worden nieuwe werknemers in het bedrijf opgenomen? Is er een formeel oriëntatieprogramma? Hoe formuleert je baas zijn of haar successen? Is het salarissysteem rechtvaardig? Zijn er mensen die snel carrière maken? Wat hebben ze hiervoor moeten doen? Is er iemand die als buitenstaander of zonderling wordt gezien? Hoe gaat het bedrijf met deze persoon om? Kun je het een en ander te weten komen over een beslissing van iemand die goed door het bedrijf is ontvangen? Is er een beslissing die niet zo goed is ontvangen? Wat waren de gevolgen voor degene die de beslissing had genomen? Hoe reageerde het topmanagement op deze beslissing? Wat heeft men van de ervaring geleerd? Bron: uit S.P. Robbins, ‘Organizational Behavior’ (9e editie, Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), p. 513.
Oefenen: de bedrijfscultuur beoordelen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de vijf handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Nadat je na je afstuderen drie jaar als freelance ontwerper hebt gewerkt, wil je een baan als account executive bij een ontwerpbureau aannemen. Je denkt dat de ervaring die je zult opdoen met de projecten en de technische training die je krijgt onbereikbaar is als freelancer. Je wilt je vaardigheden uitbreiden en nieuwe uitdagingen aangaan. Je wilt echter wel eerste controleren of je in de bedrijfscultuur ‘past’. Je gaat er immers acht uur per dag aan de slag. Hoe kun je het best een plek vinden waar je met plezier kunt werken en waar je stijl en persoonlijkheid zullen worden geaccepteerd?
Bekrachtigen: de bedrijfscultuur beoordelen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het beoordelen van de bedrijfscultuur horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Beoordeel, als je meer dan één vak volgt, de sfeer bij de verschillende vakken die je volgt. In welk opzicht verschilt de sfeer van vak tot vak? Welke sfeer vind je het prettigst? Waarom? 2 Maak enkele vergelijkingen tussen de bedrijfsculturen van verschillende bedrijven. Vanwege de grote variatie kun je je het best beperken tot winkels, restaurants en banken. Wat voor bedrijfscultuur hebben deze bedrijven? Waarop baseer je dit precies? Welke bedrijfscultuur spreekt je het meest aan? Waarom? Vraag zo mogelijk aan werknemers in deze bedrijven hoe zij de bedrijfscultuur ervaren. Komen hun ervaringen overeen met wat jij had opgemerkt? Waarom wel of niet?
19 Productieve vergaderingen houden Als manager zul je een groot gedeelte van de dag kwijt zijn aan vergaderen. Het zal ook ongetwijfeld voorkomen dat jij op een gegeven moment een vergadering moet leiden. Goede vergaderingen gebeuren niet zomaar; ze moeten goed worden geleid. Hoe kun je ervoor zorgen dat vergaderingen productief zijn?
Leren: productieve vergaderingen houden Je kunt productieve vergaderingen houden als je het volgende in acht neemt:
1 Bereid een agenda voor en verspreid deze ruim van tevoren onder alle deelnemers. In de agenda wordt het doel van de vergadering geformuleerd en worden relevante en minder relevante onderwerpen aangegeven. De agenda dient ook als middel voor het voorbereiden van discussies met deelnemers. 2 Benader de deelnemers vóór de vergadering om ervoor te zorgen dat iedereen zich naar de vergadering toewerkt. Laat alle deelnemers weten dat hun bijdrage belangrijk is en gewaardeerd wordt. 3 Stel een specifieke begin‐ en eindtijd voor de vergadering op. Door deze stap voorkom je dat de vergadering uitloopt en kan men zich op de belangrijke onderwerpen richten. 4 Houd je gericht op het onderwerp. Onderwerpen die niet op de agenda staan, moeten niet te veel
5
6
7
8
aandacht krijgen. Als een onderwerp belangrijk is, moet het aan bod komen in een speciale vergadering, met een speciale agenda. Moedig de deelnemers aan een bijdrage te leveren. Als je de tweede stap goed hebt uitgevoerd, zou men bereid moeten zijn om een bijdrage te leveren. Soms moet men echter extra worden aangemoedigd. Vraag mensen op de man af wat ze ervan vinden. Brainstorm. Onthoud dat je zo veel mogelijk informatie over het onderwerp wilt hebben. Meningsverschillen zijn prima. Ze betekenen dat verschillende standpunten aan bod komen. Het is beter om deze meningsverschillen op te lossen dan ze door te laten sudderen. Zorg ervoor dat het gesprek niet persoonlijk wordt. Meningsverschillen kunnen het proces verbeteren, maar ze moeten wel ergens over gaan. Meningsverschillen die door persoonlijke vetes worden veroorzaakt, zijn zeer schadelijk voor de vergadering. Sluit af door de resultaten samen te vatten en door vervolgtaken uit te delen. In deze stap laat je de deelnemers weten wat er precies is bereikt en wat ze voor de volgende vergadering moeten doen. Dit valt in feite weer onder planning.
Bron: uit S.P. Robbins en D.A. DeCenzo, ‘Fundamentals of Management’ (3e editie, Upper Saddle River, Prentice Hall, 2001), pp. 136‐7); G. Imperato ‘We Have To Start Meeting Like This!’, Fast Company, april 1999, pp. 204‐10; S. Armour, ‘Meetings Inspire High Tech Survival Skills’, USA Today Online (www.usatoday.com), 22 januari 1999; J. Champy, ‘Wasteful Meetings’, Forbes, 2 november 1998, p. 173); J. Grossman, ‘We’ve Got to Start Meeting Like This’, Inc., april 1998, pp. 70‐4.
Oefenen: productieve vergaderingen houden Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de acht handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je geeft leiding aan een groep van zes ervaren technici in de afdeling radiologie van een groot
ziekenhuis. Je belegt een vergadering om het nieuwe beleid aangaande vakanties te bespreken – waar niemand echt enthousiast over is – en om het vakantierooster voor het komende jaar op te stellen. Volgens het nieuwe beleid mogen geen twee personen gelijktijdig vakantie opnemen. Anna, het nieuwste teamlid, is ziek maar woont de vergadering via de telefoon bij. Ravi en helen, twee ervaren teamleden, willen op dezelfde datum op vakantie. Stel de agenda voor de vergadering op en wijs aan elk gespreksonderwerp een specifieke tijdsduur op.
Bekrachtigen: productieve vergaderingen beleggen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het houden van productieve vergaderingen horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Waarschijnlijk werk je met andere studenten samen aan een opdracht of ben je op je werk lid van een team. Zorg ervoor dat je de volgende keer dat het team samenkomt, de vergadering leidt. (Als je dit op je werk doet, vraag dan eerst toestemming aan je manager.) Gebruik de hierboven staande methoden voor het houden van productieve vergaderingen. Analyseer na afloop wat er is gebeurd. Hield het team zich aan de agenda? Waarom wel of niet? Werd er voldoende aandacht aan de belangrijke onderwerpen geschonken? Waarom wel of niet? Deden alle deelnemers mee aan de discussie? Waarom wel of niet? Kon men vrijelijk van gedachten wisselen? Waren er duidelijke persoonlijke meningsverschillen? Zo ja, wat deed je om deze te ontmoedigen? Hoe heb je de vergadering besloten? Wat heb je van deze vergadering geleerd? 2 Ondervraag drie managers van verschillende bedrijven over de manier waarop zij vergaderingen houden. Welke suggesties kunnen ze geven voor het houden van productieve vergaderingen? Welke problemen zijn ze tegengekomen? Hoe zijn ze met deze problemen omgegaan?
20 De omgeving analyseren Het voorbereiden op veranderingen in de markt, en het anticiperen daarop, is een belangrijke managementvaardigheid. Informatie uit omgevingsanalyse kan in het beslissingsproces en voor het ondernemen van actie worden gebruikt. Managers op elk niveau van de organisatie moeten weten hoe ze de omgeving kunnen analyseren op belangrijke informatie en trends.
Leren: de omgeving analyseren Je kunt de omgeving effectiever analyseren als het volgende doet: 1 Beslis welk type omgevingsanalyse belangrijk is voor je werk. Soms moet je het een en ander weten over veranderende wensen van de klant, terwijl je andere keren meer geïnteresseerd bent in acties van concurrenten. Zodra je weet wat voor informatie je wilt hebben, kun je naar de beste manier zoeken om die informatie te verzamelen. 2 Analyseer en bekijk regelmatig relevante informatie. Er is voldoende te analyseren, maar je bent vooral geïnteresseerd in relevante informatie. Informatiebronnen zijn relevant als ze informatie opleveren die je eerder als belangrijk had aangemerkt. 3 Gebruik de informatie die je van de omgevingsanalyse krijgt voor je beslissingen en activiteiten. Als je de verkregen informatie niet gebruikt, ben je alleen maar tijd aan het verspillen. Hoe vaker je de verzamelde informatie gebruikt, hoe waarschijnlijker het is dat je tijd en bronnen wilt investeren in het verzamelen van informatie. Informatie is belangrijk als het je in staat stelt efficiënt en effectief te werken. 4 Controleer regelmatig je analyseactiviteiten. Als je erachter komt dat je te veel tijd besteedt aan het verzamelen van nutteloze informatie of als je relevante informatie niet gebruikt, moet je het proces aanpassen. 5 Moedig ondergeschikten aan om alert te zijn op belangrijke informatie. Je werknemers kunnen je ogen en oren zijn. Benadruk het belang van het
verzamelen en delen van informatie die de prestaties van de afdeling kan beïnvloeden. Bronnen: uit L.M. Fuld, ‘Monitoring the Competition’ (New York, Wiley, 1988); E.H. Burack en N.J. Mathys, ‘Environmental Scanning Improves Strategic Planning’, Personnel Administrator, 1989, pp. 82‐7; R. Subramanian, N. Fernandes en E. Harper, ‘Environmental Scanning in U.S. Companies: Their Nature and Their Relationship to Performance’, Management International Review, juli 1993, pp. 271‐86.
Oefenen: de omgeving analyseren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de vijf handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je bent assistent van de faculteitsvoorzitter. Je bent gevraagd een rapport op te stellen, met daarin informatie die volgens jou voor de voorzitter van belang is. Probeer te bedenken wat voor soort informatie de voorzitter belangrijk kan vinden voor het effectief besturen van de faculteit, voor nu en de komende drie jaar. Wees zo specifiek mogelijk. Geef ook aan waar deze informatie gevonden kan worden.
Bekrachtigen: de omgeving analyseren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het analyseren van de omgeving horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Kies een bedrijf dat je kent, als werknemer of als klant. Stel jezelf voor dat je een topmanager in dit bedrijf bent. Welke informatie uit de omgevingsanalyse zou jij dan belangrijk vinden? Waar zou je deze informatie kunnen vinden?
Stel jezelf vervolgens voor dat je een lagere manager bent. Zou de informatie uit de omgevingsscan die voor jou belangrijk is dan veranderen? Beargumenteer je antwoord. 2 Stel je voor dat je de regiomanager bent voor een grote keten van boekwinkels. Zoek op internet
naar belangrijke informatie over de markt en concurrenten. Geef bij elke bron aan welke informatie je kan helpen met het beter uitvoeren van je werk.
21 Doelstellingen formuleren Werknemers moeten goed weten wat ze moeten doen. Managers moeten hiervoor zorgen, door werknemers te helpen met het formuleren van doelstellingen. Het formuleren van doelstellingen is een vaardigheid die voor iedere manager belangrijk is.
Oefenen: doelstellingen formuleren Je kunt effectiever doelstellingen formuleren als je de volgende methoden gebruikt: 1 Identificeer de kerntaken van iedere werknemer. Het formuleren van doelstellingen begint met het definiëren van wat werknemers moeten bereiken. De beste bron voor deze informatie is de taakomschrijving voor de functie van de werknemer. 2 Formuleer specifieke en uitdagende doelen voor elke kerntaak. Stel vast op welk niveau iedere werknemer moet presteren. Specificeer het doel waar de werknemer naartoe moet werken. 3 Specificeer deadlines voor elk doel. Door het specificeren van deadlines wordt onzekerheid weggenomen. Deadlines moeten echter niet zomaar worden geprikt. Ze moeten bovenal realistisch zijn. 4 Laat de werknemer actief deelnemen aan het proces. Als werknemers een stem in het proces hebben, zullen ze de doelen eerder accepteren. De participatie moet echter wel serieus zijn. De werknemers moeten inzien dat je hun inbreng echt waardeert en hen niet alleen voor de vorm laat meebeslissen.
5 Stel prioriteiten aan doelstellingen. Als je iemand diverse doelstellingen geeft, is het belangrijk dat de doelstellingen een bepaalde prioriteit krijgen. Het doel hiervan is om de werknemer aan te moedigen actie te ondernemen en inspanningen te verrichten die in overeenstemming zijn met de prioriteit van de doelstelling. 6 Rangschik doelstellingen op moeilijkheidsgraad en belang. Het formuleren van doelstellingen moet niet leiden tot het uitkiezen van eenvoudig te behalen doelen. De doelen moeten worden gerangschikt op basis van moeilijkheidsgraad en belang. Werknemers moeten beloond worden voor het accepteren van lastig te behalen doelen, zelfs als ze deze niet helemaal verwezenlijken. 7 Ontwerp feedbackmechanismen om de vooruitgang te beoordelen. Door feedback weten werknemers of hun inspanningen voldoende zijn voor het bereiken van hun doelstellingen. Feedback moet van de werknemer en de supervisor komen. In beide gevallen moet de feedback regelmatig worden gegeven. 8 Koppel beloning aan het bereiken van doelen. Het is een natuurlijke reactie van werknemers om zich af te vragen wat zij ermee kunnen verdienen. Het koppelen van beloning aan het bereiken van doelen is een mogelijk antwoord op die vraag. Bron: uit S.P. Robbins en D.A. DeCenzo, ‘Fundamentals of Management’ (2e editie, Upper Saddle River, Prentice Hall, 1998), p. 80.
Oefenen: doelstellingen formuleren Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de acht handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Je hebt het tijdens je studie weten te rooien door parttime als inpakhulpje in de supermarktketen Food Town te werken. Je vindt het werk in de branche wel leuk en na je afstuderen accepteer je dan ook een functie als manager in opleiding bij Food Town. Drie jaar later beschik je over aardig wat ervaring in het supermarktwezen en in het leidinggeven aan een grote vestiging. Ongeveer een jaar geleden ben je gepromoveerd tot filiaalmanager in een van de andere vestigingen van het bedrijf. Een van de dingen die je bevallen aan je werk is het feit dat filiaalmanagers veel vrijheid hebben bij het beheren van hun vestiging. De richtlijnen van het bedrijf zijn op dit vlak redelijk vrijblijvend. Het bedrijf is vooral geïnteresseerd in de nettowinst. Hoe de manager tot die winst komt, is zijn of haar eigen zaak. Nu je eindelijk filiaalmanager bent, wil je een MBO‐achtig programma introduceren. Je wilt dat iedereen duidelijke werkdoelen heeft en vervolgens op basis van die doelen wordt geëvalueerd. Op dit moment zijn er 90 mensen werkzaam in jouw filiaal, hoewel de meeste werknemers (met uitzondering van de managers) maar twintig tot
dertig uur per week werken. Zes mensen moeten verantwoording aan jou afleggen: een assistent‐ manager, de manager voor de weekends en de managers van de non‐food‐, groenten‐, vlees‐ en broodafdelingen. De enige werknemers die speciaal zijn opgeleid, zijn de slagers; zij werken met specifieke regels en voorschriften. Andere, minder specialistische functies zijn die van de caissières, vakkenvuller, schoonmakers en inpakhulpjes. Beschrijf hoe je in deze situatie doelstellingen voor jouw werknemers zou formuleren. Geef voorbeelden van doelstellingen voor de slagers, caissières en de manager van de broodafdeling.
Bekrachtigen: doelen formuleren Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het formuleren van doelstellingen horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Waar zie je jezelf over vijf jaar? Heb je een speciaal doel voor ogen? Noem drie doelen die je in vijf jaar wilt verwezenlijken. Zorg ervoor dat de doelen specifiek, uitdagend en meetbaar zijn. 2 Formuleer enkele persoonlijke doelstellingen en enkele doelstellingen die betrekking hebben op je opleiding en die je voor het einde van dit studiejaar wilt bereiken. Stel prioriteiten aan deze doelen en vermeld de moeilijkheidsgraad.
22 Problemen creatief oplossen In een mondiale omgeving, waar veranderingen elkaar snel opvolgen en situaties steeds veranderen, hebben bedrijven behoefte aan creatieve werknemers. De variatie van problemen waarmee managers te maken krijgen vereist een creatieve aanpak. Creativiteit is een instelling. Je moet de mentale mogelijkheden kunnen uitbreiden, met
andere woorden, je moet je openstellen voor nieuwe ideeën. Iedereen heeft de mogelijkheid om zijn of haar creativiteit te verbeteren, maar veel mensen ontwikkelen deze vaardigheid niet.
Oefenen: problemen creatief oplossen Je kunt problemen creatiever oplossen als je de volgende tien suggesties in acht neemt: 1 Zie jezelf als creatieveling. Hoewel dit eenvoudig klinkt, heeft onderzoek aangetoond dat je niet creatief kunt zijn als je niet denkt dat je creatief bent. Geloof hebben in je creatieve vermogens is de eerste stap bij het verkrijgen van een creatievere instelling. 2 Volg je intuïtie. Iedereen heeft een onderbewustzijn dat over het algemeen goed werkt. Soms krijg je antwoorden wanneer je ze niet verwacht. Luister naar dat stemmetje in jezelf. De meeste creatieve mensen bewaren een notitieblokje naast hun bed om plotselinge ingevingen op te kunnen schrijven. Zo vergeten ze deze ideeën niet. 3 Houd niet vast aan je veiligheden. Iedereen heeft een bepaalde zone van veiligheid, waarin louter zekerheden te vinden zijn. Creativiteit en de bekende weg gaan echter niet goed samen. Om creatief te zijn, moet je zekerheden durven afstoten en geheel iets geheel nieuws durven aan te gaan. 4 Bepaal wat je wilt gaan doen. Hieronder vallen zaken zoals voldoende tijd nemen om een probleem te analyseren voordat je het probeert op te lossen. Zet alle feiten op een rijtje en probeer de meest belangrijke feiten vast te stellen. 5 Zoek naar manieren om het probleem aan te pakken. Dit kun je doen door tijd te reserveren voor het volgende: het concentreren op het probleem, het opstellen van een plan om het probleem aan te pakken, het formuleren van tussentijdse doelen, het verzinnen of daadwerkelijk gebruiken van analogieën (kun je het probleem bijvoorbeeld voorstellen als een vis op het droge? Wat doet de vis om te overleven? Of stel je voor dat het mistig is en je moet proberen je weg te vinden.), verschillende strategieën voor probleemoplossing gebruiken, zoals verbale, visuele, rekenkundige, expressieve (teken bijvoorbeeld een diagram om het probleem beter te visualiseren of ga hardop met jezelf in debat over het probleem), vertrouwen op je intuïtie en spelen met verschillende ideeën en methoden (zie het probleem vanuit een ander perspectief of vraag
jezelf af wat iemand anders in jouw situatie zou doen). 6 Zoek naar manieren om zaken beter aan te pakken. Hieronder vallen zaken zoals bewust origineel bezig zijn, je geen zorgen maken over hoe je op anderen overkomt, culturele taboes wegnemen die mogelijke oplossingen kunnen beïnvloeden (zoals stereotypen), niet restrictief denken, alert zijn op onduidelijke of verwarrende informatie, nadenken over onconventionele manieren om objecten en de omgeving te gebruiken (bedenk bijvoorbeeld krantenkoppen die het probleem kort en bondig samenvatten), vastgeroeste manieren van werken elimineren en streven naar objectiviteit door net zo kritisch over je eigen ideeën te zijn als je over andermans ideeën zou zijn. 7 Probeer verschillende oplossingen te vinden. Creatief zijn betekent steeds naar andere oplossingen op zoek zijn, zelf als je denkt dat je het probleem al hebt opgelost. Er kan altijd nog een betere, creatievere oplossing zijn. 8 Heb vertrouwen in het vinden van een werkbare oplossing. Net zoals je in jezelf moet geloven, moet je ook in je ideeën geloven. Als je er niet van overtuigd bent dat je een oplossing zult vinden, zal dit waarschijnlijk ook niet gebeuren. 9 Brainstorm met anderen. Creativiteit is geen geïsoleerde activiteit. Het uitwisselen van ideeën met anderen creëert een bepaalde synergie. 10 Zet creatieve ideeën om in actie. Het verzinnen van creatieve oplossing is het halve verhaal. Zodra de oplossingen zijn gevonden, moeten ze worden geïmplementeerd. Als je ideeën voor jezelf houdt of op papiertjes opschrijft die niemand zal lezen, zullen je creatieve inspanningen geen resultaat hebben. Bronnen: uit J. Calano en J. Salzman, ‘Ten Ways to Fire Up Your Creativity’, Working Women, juli 1989, p. 94; J.V. Anderson, ‘Mind Mapping: A Tool for Creative Thinking’, Business Horizons, januari/februari 1993, pp. 42‐6; M. Loeb, ‘Ten Commandments for Managing Creative People’, Fortune, 16 januari 1995, pp. 135‐6; M. Henricks, ‘Good Thinking’, Entrepreneur, mei 1996, pp. 70‐3.
Oefenen: problemen creatief oplossen Lees het volgende scenario door. Schrijf op hoe je deze situatie zou afhandelen. Verwijs hierbij naar de
tien handelwijzen die hierboven zijn behandeld. Je docent zal je vertellen wat je daarna moet doen.
Het scenario Elke keer als de telefoon gaat, begin je te zweten. En dat is niet verwonderlijk! Als verkoopmanager bij Brinkers, een fabrikant van machineonderdelen, word je overspoeld door telefoontjes van klanten die zich boos maken over vertraagde leveringen. Je baas, Carter Herrera, fungeert als productiemanager én als productieplanner. Elke keer dat een van je verkoopmedewerkers een product heeft verkocht, moet Carter bepalen of het product wel op tijd kan worden gefabriceerd. En Carter zegt altijd: “Geen probleem!” De positieve kant van deze zaak is dat je producten altijd wel snel verkoopt. De negatieve kant is dat productie de afleverdata bijna nooit kan halen. Carter maakt zich te weinig zorgen over de gevolgen van de te late bezorging. In zijn woorden: “Onze klanten weten dat ze uitmuntende kwaliteit voor een prima prijsje krijgen. Laat ze dat ergens anders proberen te krijgen. Dat kunnen ze niet. Zelfs als ze enkele dagen of weken langer moeten wachten, krijgen ze nog steeds de beste deal.” De klanten zien dit echter anders en ze uiten hun ongenoegen aan jou. Vervolgens moet jij de gemoederen weer proberen te sussen. Dit probleem moet worden opgelost, maar hoe? Moet je echt kiezen tussen een boze manager en boze klanten?
Bekrachtigen: problemen creatief oplossen Hieronder staan enkele methoden die je kunt gebruiken om de vaardigheden die bij het creatief oplossen van problemen horen te oefenen en te bekrachtigen: 1 Pak enkele A4’tjes. Je hebt twintig minuten om zo veel mogelijk banen uit de gezondheidszorg op te schrijven. Begin met de letter R (bijvoorbeeld radioloog). Als je voor het verstrijken van de twintig minuten niets meer weet, is dat niet erg. Probeer echter zo creatief mogelijk te zijn. 2 Schrijf enkele algemene termen op die gelden voor zowel water als financiën. Hoeveel heb je er kunnen bedenken?