V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E 2010 Team Toezicht en Handhaving.
Vastgesteld door het college van Dijkgraaf en hoogheemraden op 24 mei 2011.
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
2.
Resultaten van het toezicht
4
2.1 Gepland toezicht 2.1.1 Nautisch toezicht 2.2 Ongepland toezicht
4 6 7
3.
3
Resultaten van de repressieve handhaving
10
3.1 3.2
10 11
Bestuursrechtelijke handhaving Strafrechtelijke handhaving
4.
Samenhang & samenwerking in- en extern
11
5.
Overige (beleidsmatige) activiteiten
12
6.
Organisatorische ontwikkeling
15
6.1 6.2
15 15
Verbetering productieproces Doorontwikkeling team
7.
Personele zaken
16
8.
Financiën
17
9.
Monitoring en rapportage
17
Bijlage: - Samenvatting resultaten projecten zoals verwoord in Jaarprogramma 2010.
2
1. Inleiding Deze rapportage geeft de (kwantitatieve) resultaten weer van de toezichts- en handhavingswerkzaamheden en de overige (beleidsmatige) activiteiten die (specifiek) zijn genoemd in het „Jaarprogramma 2010 team Toezicht en Handhaving‟ dat door het sectorhoofd Vergunning & Handhaving en de teamleider Toezicht en Handhaving is vastgesteld. Dit jaarprogramma 2010 is vanwege de implementatie van nieuwe taken en de doorontwikkeling van de sector V&H met name kwantitatief van opzet. Op basis hiervan wordt er grotendeels kwantitatief over de toezichts- en handhavingsinspanningen in het kader van de Waterwet evenals de inspanningen in het licht van de handhaving van overige wetten en verordeningen, waaronder “Keur Delfland 2010” gerapporteerd. Bij specifiek genoemde projecten wordt concreter en kwalitatiever verslag gedaan van de bevindingen. Bij het opstellen van het jaarprogramma 2010 was bekend dat het jaar 2010 als „overbruggingsjaar‟ werd gekwalificeerd. Immers door de veranderingen in wet- en regelgeving, waaronder het in werking treden van Waterwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, interne ontwikkelingen zoals de „doorontwikkeling‟ van de sector Vergunning en Handhaving (V&H), het Delflandbreed implementeren van „programmamanagement‟ en de bezuinigingsopdracht van het bestuur, was de verwachting dat 2010 een turbulent jaar zou worden. Hierdoor stond het vooraf niet vast dat de genoemde doelstellingen in het jaarprogramma konden worden gehaald. Uit onderhavige rapportage blijkt dat het team Toezicht & Handhaving ondanks bovengenoemde ontwikkelingen de doelstellingen grotendeels heeft gehaald. Enkele niet of deels gerealiseerde projecten zijn doorgeschoven naar 2011; ook zijn de geplande verbeteringen op het gebied van kwalitatieve en organisatorische verbeteringen binnen het team niet allemaal gerealiseerd en doorgeschoven naar 2011. Deze door het college van Delfland vastgestelde verantwoordingsrapportage over het jaar 2010 wordt om aan het Besluit omgevingsrecht te voldoen naar de provincie ZuidHolland gestuurd. Daarnaast wordt de rapportage ter informatie naar de samenwerkingsknooppunten „Rijnmond‟ te Schiedam en „Haaglanden‟ te Den Haag gestuurd. Intern is de rapportage besproken met de portefeuillehouder Vergunning en Handhaving en in het sectoroverleg Vergunning en Handhaving (V&H). Daarnaast zijn de resultaten gedeeld met het team en de sector.
3
2.
Resultaten van het toezicht
Het team Toezicht en Handhaving (team T&H) heeft in 2010 toezicht uitgevoerd bij een grote verscheidenheid aan activiteiten/bedrijven. Onderscheid kan worden gemaakt in toezicht op diverse activiteiten waarvoor Delfland bevoegd is, te weten directe lozingen van afvalwater op het watersysteem, afkomstig van o.a. de glastuinbouw, de veehouderijen, vanuit gemeentelijke rioolstelsels en verharde oppervlakken; grondwateronttrekkingen en infiltraties, zowel tijdelijke als permanente; onderhoud en/of handelingen aan waterstaatswerken of in het watersysteem op grond van Keur Delfland 2010, waaronder activiteiten op het strand; het nautisch beheer, inclusief het vaartoezicht (zie paragraaf 2.1.1) en naleving van meetbeschikkingen op grond van de verordening Zuiveringsheffing Delfland 2010. Daarnaast heeft Delfland voor de gemeenten en de provincie het toezicht uitgevoerd op de zogenaamde indirecte lozingen van afvalwater. Het betreft lozingen van afvalwater via de gemeentelijke riolering naar een afvalwaterzuiveringsinstallatie van Delfland. Deze taak is sinds de invoering van Waterwet geheel bij de gemeenten/provincie komen te liggen. Voor de periode tot 1 januari 2012 ondersteunt Delfland deze instanties bij de taakuitoefening van het toezicht; in de loop van 2011 vindt overdracht van kennis en kunde en dossiers plaats.
2.1 Gepland toezicht In tabel 1 is het aantal geplande en gerealiseerde controles van alle bovenstaande taken per soort controle vermeld. De getallen betreffen dus een optelsom van bijvoorbeeld alle reguliere controles die zijn uitgevoerd op directe lozingen, grondwateronttrekkingen en op basis van keurvergunningen en –meldingen. Onder eindcontroles “oude voorraad” worden verstaan uitgevoerde controles op keurvergunningen die zijn afgegeven voordat de Waterwet in werking trad; deze zijn om de voorgeschreven functiescheiding te realiseren, met de doorontwikkeling van de sector V&H overgekomen van het voormalige team Keurbeheer naar het team Toezicht en Handhaving. Tabel 1 : Gepland vs. gerealiseerd toezicht in 2010.
controleactiviteiten reguliere controle gecoördineerde controle HHD gecoördineerde controle gemeenten gezamenlijke controles dieptecontroles (her-)controle Na-norm heffingscontroles hercontrole (algemeen) quick-scan controle opleveringscontrole eindcontroles "oude voorraad" TOTAAL
gepland
gerealiseerd
750 275 275 30 10 50 85 p.m. 500 35 800
849 226 241 30 6 37 89 225 604 28 612
2.810
2.947
4
Uit de tabel blijkt dat het totale aantal geplande controles ruimschoots is gehaald; er waren 2810 controles gepland en er zijn 2947 controles uitgevoerd. Wanneer bij de diverse soorten controles het aantal geplande versus het aantal gerealiseerde controles vergeleken wordt, valt op dat er duidelijk meer reguliere en quick-scan controles zijn uitgevoerd dan gepland en dat er relevant minder gecoördineerde controles en „eindcontroles oude voorraad‟ zijn gerealiseerd dan gepland. Oorzaak voor dit laatste is de vacaturerem die Delflandbreed gold in 2010; het team Toezicht en Handhaving heeft hierdoor de vacatureruimte van 6,5 fte (= 20% van de formatie) niet mogen/kunnen invullen, hetgeen mede heeft geleid tot het uitvoeren van minder controles dan was gepland. Hier was gedeeltelijk al rekening gehouden bij het opstellen van het jaarprogramma 2010. Bij de categorie „eindcontroles oude voorraad‟ wordt opgemerkt dat de waarde van 800 controles aan het begin van 2010 een schatting was; het aantal gerealiseerde controles is gezien de beperkte formatie (die is meegekomen van het team Keurbeheer) en de daadwerkelijk uitgevoerde en dus gecontroleerde werken goed te noemen. Immers het is niet automatisch zo dat op vergunde werken/activiteiten direct toezicht moet worden gehouden. Het komt vaak voor dat de realisatie van werken/activiteiten (en dus het toezicht) niet direct aanvangt nadat de vergunning is verleend. Een deel van de controles zijn uitgevoerd in projectvorm. Deze projecten zijn benoemd in het jaarprogramma 2010 van het team Toezicht en Handhaving; de resultaten hiervan zijn samengevat in de bijlage van deze rapportage. Voor twee nieuwe meerjarige projecten zijn hieronder in het kort de resultaten over 2010 beschreven. Toezicht Spoorzone Delft Delfland heeft sinds de start van dit project controles uitgevoerd op de uitvoering van de werkzaamheden; van het begin af aan is stevig ingezet op het toezicht houden en zonodig repressief optreden. Delflands aanwezigheid in het veld bij het project werkt preventief. Er spelen meerdere onderwerpen waarop toezicht moet worden gehouden; de belangrijkste daarvan die in 2010 de meeste aandacht heeft gevraagd betrof de onttrekkingen van grondwater. Sinds de Waterwet in werking is getreden, is Delfland ook verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op onttrekkingen van grondwater. Vanaf januari 2010 is binnen het werkgebied van de Spoorzone Delft het toezicht op meldingen van grondwateronttrekkingen ten behoeve van (grond-)saneringen opgepakt. Uit de verschillende controles bleek dat meerdere keren grondwater is onttrokken voor het verleggen van kabels en leidingen, zonder dat dit was gereguleerd. Hierbij werd eenmalig grondwater op oppervlaktewater geloosd. Hiertegen is bestuursrechtelijk opgetreden. Van veel geaccepteerde grondwatermeldingen is geen gebruik gemaakt, omdat het uitvoeren van rioleringswerken en het verleggen van kabels tijdens droog weer is uitgevoerd. Daarentegen werd voor veelal gemelde grondwateronttrekkingen geen startmelding gedaan en het onttrokken debiet niet gemeten. Ook hiertegen is bestuursrechtelijk opgetreden, waarna alsnog de benodigde melding werd gedaan of (water-)meters werden geplaatst. Eind 2010 zijn de vergunningen voor het onttrekken van grondwater van de spoorzone afgegeven. Vooruitlopend op het definitief worden van de vergunningen heeft de Combinatie CrommeLijn v.o.f. (CCL) verzocht eerder te beginnen met de werkzaamheden. Delfland heeft dit verzoek gehonoreerd met het afgeven van een gedoogbeschikking. Wekelijks heeft controle plaatsgevonden op alle werkzaamheden; voorafgaand aan onttrekkingen vond ten behoeve van de monitoring van de grondwaterstanden controle plaats of alle peilbuizen aanwezig waren. Alle toezichtbevindingen zijn chronologisch vastgelegd. Bij het verwijderen van verontreinigde bagger uit de Westsingel en Buitenwatersloot zijn de werkplannen meerdere keren aangepast en uiteindelijk goedgekeurd. 5
Samenvattend zijn in 2010 tussen de 400 en 450 uren besteed aan het toezicht bij de Spoorzone. Dit is veroorzaakt door relatieve onbekendheid met handhaving van grondwateraspecten, de bestuurlijke aandacht van het project en de vele vragen die zowel in- als extern (door de CCL) moesten worden beantwoord. Bestuursrechtelijk is twee keer opgetreden tegen de CCL; de overtredingen zijn in beide gevallen spoedig beëindigd. Bovenstaande bevestigt dat frequent toezicht op de werkzaamheden rond de spoorzone noodzakelijk is en ook in 2011 aandacht moet hebben; dit is in het jaarprogramma voor 2011 meegenomen. Vernieuwend Toezicht Vermeldenswaardig is de samenwerking tussen de diverse partijen bij het toezicht van glastuinbouwbedrijven in de gemeente Lansingerland. Onder de noemer van „Vernieuwend Toezicht‟ werkt Delfland samen met de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA), de DCMR Milieudienst Rijnmond (namens de gemeente Lansingerland) en het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard bij het (integraal) controleren van glastuinbouwbedrijven. Delfland nam in 2010 voor het eerste jaar deel aan dit al enkele jaren lopende project. Er is een gezamenlijke planning opgesteld en de deelnemende instanties namen tijdens hun controle tegelijkertijd aspecten mee voor hun collega handhavingspartners. In totaal zijn in het kader van het project „Vernieuwend Toezicht‟ 40 glastuinbouwbedrijven in Delflands deel van de gemeente Lansingerland, kern Berkel en Rodenrijs bezocht. Los van bovenstaande is in 2010 zoals al jaren gebruikelijk ook samengewerkt bij het toezicht van glastuinbouwbedrijven in de gemeenten Westland, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp.
2.1.1 Nautisch toezicht Voor het nautisch toezicht was 690 uur gepland; uiteindelijk zijn in de maanden april tot en met september 880 uur besteed aan deze activiteit. Het betreft hier uren die zijn besteed aan het vaartoezicht, het regelmatig attenderen van de ingelanden in casu de vaarweggebruikers in de regionale bladen over nautische zaken en bijvoorbeeld de begeleiding van het Varend Corso. Er zijn ook uren besteed aan het opstellen van besluiten voor scheepvaartstremmingen. Tevens is de tijdbesteding aan het repressief optreden bij het vaartoezicht hierin verwerkt, zoals het opmaken van processen-verbaal en de samenwerking met de politie Haaglanden bij de acties „Waterkracht‟. In vergelijking met voorgaande jaren is, zoals blijkt uit onderstaande tabel, in 2010 meer tijd besteed aan het nautisch toezicht. Er gaat hier ongetwijfeld een preventieve werking vanuit; echter of dit direct betekent dat minder vaak te snel wordt gevaren en/of minder klachten worden ingediend, is moeilijk te concluderen. Wel is de indruk dat wanneer er niet wordt gesurveilleerd op het water het aantal klachten toeneemt en de vaaroverlast evenredig. Tabel 2 : Getalsmatige feiten vaartoezicht van 2008 t/m 2010 indicator
2008
2009
2010
Aantal bestede uren
560
670
880
Aantal meldingen/klachten bij Meldpunt
30
61
37
Aantal waarschuwingen
100
18
30
Aantal processen-verbaal
31
54
33
6
Uit de resultaten kan tevens worden geconcludeerd dat het aantal klachten van vaaroverlast in 2010 ten opzichte van 2009 is afgenomen; ten opzichte van 2008 ligt het in dezelfde orde van grootte. Er is geen sprake van een trend waaruit afgeleid zou kunnen worden dat het vaaroverlast structureel afneemt. Er zijn in het verslagjaar minder waarschuwingen en ook minder processen-verbaal opgemaakt. Ook moet hier de komende jaren blijken of de waterrecreanten zich inderdaad beter aan de voorgeschreven snelheid op het water houden. Al met al blijft ook in 2011 de noodzaak bestaan om mede in samenwerking met de politie Haaglanden, het toezicht uit te oefenen op het water. De trend is wel dat er bij het toezicht op het water een verschuiving plaats vindt naar toezichtsaspecten die de openbare orde betreffen, zoals geluidsoverlast en alcoholgebruik. Delfland gaat zich in 2011 beraden welke ambitie zij daarin wil hebben; tot nu toe vond het toezicht specifiek plaats op Delflands vaarregels, waaronder snelheid en varen zonder vaarvergunning. Vergelijking toezichtsresultaten 2010 met die van voorgaande jaren. Gezien zowel de wettelijke ontwikkelingen (invoering Waterwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en de doorontwikkeling binnen de sector V&H zijn de toezichtsresultaten over 2010 niet één op één te vergelijken met die van voorgaande jaren. Het toezicht in 2008 en 2009 was grotendeels gebaseerd op de destijds nog bestaande Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo); in 2010 is het toezicht op keurvergunningen en op grondwateraspecten erbij gekomen. Aan deze nieuwe toezichtstaken is door het team extra tijd besteed. Wanneer het totaal aantal uitgevoerde controles van de afgelopen jaren toch naast elkaar worden gezet, wordt de conclusie getrokken dat in 2010 meer controles zijn uitgevoerd dan in 2008 of 2009. Dit is positief omdat de bijbehorende uitbreiding van de formatie ten gevolge van de nieuwe toezichtstaken niet in verhouding heeft plaatsgevonden. Tabel 3 : Aantal gerealiseerde controles 2008 t/m 2010
jaargang
aantal controles
2008 2009 2010
2.351 2.056 2.947
2.2 Ongepland toezicht Naast het te plannen en het meer reguliere toezicht vindt door het team ook „ongepland‟ toezicht plaats. Hieronder vallen de volgende werkzaamheden, te weten - het be- en afhandelen van meldingen die zijn binnengekomen bij het Meldpunt; - het be- en afhandelen van en coördineren (van het toezicht) bij incidenten; - de wegsurveillance; - gezamenlijk toezicht in de duinen en - het (laten) verwijderen van wrakken uit het watersysteem.
7
Be- en afhandelen meldingen Via het Meldpunt heeft het team T&H 1.250 meldingen ontvangen. Afhankelijk van de soort melding is in samenwerking met andere teams binnen Delfland en/of externe partijen actie ondernomen. In onderstaande tabel 4 zijn enerzijds het totaal aantal binnengekomen meldingen bij het Meldpunt van de afgelopen jaren weergegeven; anderzijds is ook vermeld het aantal meldingen dat is be- en afgehandeld door het team T&H. Tabel 4 : Aantal ingekomen meldingen en door het team T&H afgehandeld
jaar
totaal aantal meldingen
door team T&H afgehandeld
2007
2.047
1.015
2008
1.903
923
2009
2.047
1.330
2010
2.671
1.250
Uit de tabel blijkt dat het totaal aantal binnengekomen meldingen schommelt rond de 2.200 per jaar; in 2010 zijn relatief veel meldingen binnen gekomen. De ingelanden weten steeds beter en gemakkelijker Delfland te vinden. De trend is dat bij grofweg de helft van de meldingen het team T&H wordt ingezet om de melding af te handelen. Soms is dat in samenspraak met andere teams binnen Delfland of met externe partners; dan nemen de medewerkers van het team de coördinerende rol op zich. Een algemeen aandachtspunt bij de afhandeling van meldingen is de consequente terugkoppeling van de bevindingen/resultaten naar de melder; dit wordt in 2011 opgepakt. Be- en afhandelen van en coördineren bij incidenten In 2010 heeft zich op het gebied van waterkwaliteit één calamiteit voorgedaan waarbij conform het „Handboek calamiteitenzorg Delfland‟ de interne organisatie moest worden opgeschaald naar fase 1 voor de bestrijding van de calamiteit. Het betrof de meerdaagse voortdurende olieverontreiniging op de Schie, afkomstig van een lekkende ondergrondse tank en riolering op een te saneren terrein langs de Schie. In samenwerking met de provincie Zuid-Holland, de Havendienst van de gemeente Delft en het Regionale Milieuteam is onder andere de scheepvaart beperkingen opgelegd (beperking vaarsnelheid) om verdere verontreiniging van het oppervlaktewater te beperken. In overleg met betrokkenen is met een zogenaamd „biodegradatiemiddel‟ de olie opgeruimd. Verder is de bron opgespoord en zijn de kosten verhaald op de veroorzaker. Daarnaast zijn er vele meldingen gedaan over een grote diversiteit aan onderwerpen. Naast de meldingen over vissterfte, zowel na de vorstperiode als in de zomerperiode en diverse kleine olie- en overige verontreinigingen van het oppervlaktewater, zijn de volgende drie opvallende (grotere) incidenten vermeldenswaardig. Dit zijn incidenten waarbij ook de publiekscommunicatie een essentiële rol speelt om het (opruim-)werk van Delfland te belichten bij dergelijke incidenten.
8
Voorbeelden van incidenten waarbij de omgeving werd geïnformeerd zijn meerdere situaties waarbij olieverontreiniging van het oppervlaktewater plaatsvond ten gevolge van lekkende vaartuigen. Om verdere verontreiniging van het oppervlaktewater te voorkomen zijn oliebooms of –dekens in het water gelegd die de olie absorberen; een geval waarbij een tractor met aanhanger te water was geraakt. Hierbij was niet zozeer de waterkwaliteit het probleem doch de kade die was beschadigd door het incident. Het talud van de boezemkade is daags na het ongeval hersteld en meldingen van zieke en/of dode waterdieren uit met name Rotterdam (NoordWest), Berkel & Rodenrijs en Vlaardingen. In de winterperiode betreft het vaak vissen die nadat de dooi is ingetreden, de vorstperiode niet hebben overleefd. In de zomerperiode komen meldingen binnen over dode eenden, meerkoeten en vissen, dit als gevolge van het warme weer. Bijzonder was de sterfte van grote aantallen karpers in Rotterdam. Uit onderzoek door het Centraal Instituut voor Dierziektecontrole (CIDC) te Lelystad is vast komen te staan dat het ging om een in Nederland niet vaak voorkomende vorm van botulisme type E. De dode vissen zijn in samenwerking met de dierenambulance Rotterdam opgeruimd. Wegsurveillance Deze vorm van surveillance is meegenomen tijdens de uitvoering van de reguliere controles in het kader van de Waterwet/keur. Opvallende geconstateerde situaties zijn gesignaleerd en op kantoor verder uitgezocht en uitgewerkt. Indien nodig is gecommuniceerd richting de betreffende initiatiefnemer om te voldoen aan Delflands eisen. Gezamenlijk toezicht in de duinen Zoals ieder jaar gebruikelijk heeft ook in 2010 gezamenlijk met andere toezichthoudende instanties toezicht in de duinen van de gemeente Westland plaatsgevonden. In meerdere weekenden zijn personen aangesproken op illegale activiteiten in de duinen. Verwijderen van wrakken uit het watersysteem Naast bovengenoemde niet geplande controleactiviteiten zijn in het verslagjaar meldingen bij Delfland gedaan over scheepvaartwrakken in de watergangen. De wrakken belemmerden de doorvaart van de scheepvaart, de doorstroming in de watergang en/of waren in dusdanige staat van „ontbinding‟ dat verwijdering ervan was gewenst. Conform de interne werkinstructie „Wrakkenwet‟ is getracht de eigenaar van een wrak te traceren; wanneer dit niet lukte heeft Delfland uiteindelijk zelf het wrak uit het water laten halen en afgevoerd. Op grond van de Wrakkenwet heeft Delfland drie wrakken uit het water verwijderd. Voor zover mogelijk zijn de kosten verhaald op de eigenaar.
9
3. Resultaten van de repressieve handhaving (2425) In 2010 heeft het team mede naar aanleiding van uitgevoerde controles acties moeten ondernemen om ongewenste situaties te beëindigen. Bij het inzetten van het instrument repressieve handhaving wordt hierbij onderscheid gemaakt in bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving. In de volgende paragrafen zijn de resultaten van beide vormen van handhaven over 2010 beschreven.
3.1 Bestuursrechtelijke handhaving In onderstaande tabel 5 is het aantal acties vermeld die het team heeft uitgevoerd om te bewerkstelligen dat ongewenste situaties werden beëindigd. Het betreft zowel handhavingsacties ten aanzien van lozingen van afvalwater, grondwateronttrekkingen en infiltraties, handelingen aan het waterstaatswerken of het watersysteem en ook het onderhoud, te weten de schouw. Tot slot is ook vermeld het aantal situaties waarbij afgezien is van handhaving ( gedogen). Tabel 5 : Repressieve bestuursrechtelijke handhaving in 2010.
soort actie
aantal
waarschuwingsbrieven
210
vooraankondigingen dwangsom opleggen last onder dwangsom inning dwangsom vooraankondiging bestuursdwang opleggen last onder bestuursdwang effectuering bestuursdwang
110 17 2 4 10 2
SCHOUW* vooraankondiging (schouwmeesters) bestuursdwang effectuering bestuursdwang **
1378 119 6
GEDOOGBESCHIKKINGEN algemeen Natriumnorm bij Glastuinbouwbedrijven
7 9
* zomer- en najaarsschouw. ** voortvloeiend uit najaarsschouw 2009. De in de tabel weergegeven acties met bijbehorende aantallen spreken voor zich. Afhankelijk van het soort overtreding wordt conform Delflands handhavingsstrategie in de meeste gevallen een waarschuwingsbrief of een vooraankondiging dwangsom verstuurd. Opvallend is dat na het versturen van een dergelijk brief (in circa 300 gevallen) in bijna alle situaties de overtreding(en) wordt(en) beëindigd; immers het aantal daadwerkelijk opgelegde lasten onder dwangsom bedraagt slechts 17. Ook zijn er overtredingen die pas zijn beëindigd na het opleggen van een last onder bestuursdwang. Het betreffen hier overtredingen die de kern van de regelgeving raken, het toezicht beletten of recidive. In 2010 ligt in vergelijking met voorgaande jaren het aantal repressieve bestuurlijke acties in dezelfde orde van grootte. Dit geldt voor alle soorten acties.
10
Wanneer door het effectueren van de bestuursdwang de gewenste situatie werd bereikt, zijn de kosten hiervoor verhaald op de veroorzaker van de overtreding. De verwachting is dat door dergelijk optreden het naleefgedrag bij de onderhoudsplicht (schouw) de komende jaren zal verbeteren.
3.2 Strafechtelijke handhaving Naast het bestuursrechtelijk optreden wordt conform het handhavingsbeleid van Delfland ook in specifieke gevallen strafrechtelijk opgetreden. Een aantal toezichthouders van het team is opsporingsambtenaar (BOA); zij hebben gedurende het jaar in totaal 6 processen-verbaal opgemaakt voor overtredingen op grond van de Waterwet (zie onderstaande tabel 6). Dit zijn er aanzienlijk minder dan in 2009 en 2008; in 2011 wordt duidelijk of deze trend zich doorzet. De opgemaakte processen-verbaal zijn ter afhandeling naar het functioneel parket gestuurd. Tabel 6 : Repressieve strafrechtelijke handhaving in 2010
soort actie
aantal
proces-verbaal (regulier)
6
mini proces-verbaal / lik op stuk
33
schikkingsvoorstel i.h.k.v. schouw
65
overig strafrechtelijk
2
Als toelichting op de tabel wordt vermeld dat de mini processen-verbaal opgemaakt zijn bij het vaartoezicht; relevant minder dan in 2009 (zie ook tabel 2 op blz. 6). Het aantal gedane schikkingsvoorstellen in het kader van de schouw is meer dan in 2009; echter van deze schikkingen zijn er 23 geseponeerd doordat in het merendeel van de gevallen niet de juiste persoon/instantie is aangeschreven. Dit krijgt in 2011 extra aandacht. 4. Samenhang & samenwerking in- en extern. Zoals eerder vermeld wordt de noodzaak tot externe samenwerking tussen de diverse overheidsorganen van groot belang met de invoering van de Waterwet en in de loop van het verslagjaar de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In 2010 hebben medewerkers van het team inbreng geleverd aan de volgende externe handhavingsoverleggen, te weten het ambtelijk provinciaal handhavingoverleg (APHO), de ambtelijk coördinatie commissie (ACC) Haaglanden, de lokale milieuoverleggen (LMO‟s) Hoek van Holland, Westland en PijnackerNootdorp en het gebiedsgebonden overleg (GGO) Delft. Deze overleggen worden met verschillende frequenties gehouden. Aanvullend hierop heeft regelmatig afstemmingsoverleg plaatsgevonden over het toezicht en handhaving met de DCMR Milieudienst Rijnmond en Rijkswaterstaat, district Nieuwe Waterweg alsmede de collega‟s van met name buurwaterschappen. Wat betreft de landelijke (keten-)handhavingsprioriteiten in 2010 van het LOM (Landelijk Overleg Milieuhandhaving) wordt opgemerkt dat de onderwerpen „Bodem- en grondstromen‟, „Natuurwetgeving‟ en „Bouw- en sloopafval‟ de werkzaamheden van het 11
team kunnen raken. Delflands rol is dan met name gericht op de collegiale oog- en oorfunctie. Zodra bijzonderheden worden gesignaleerd, zijn deze doorgegeven aan het betreffende bevoegde gezag. Mede in het licht van de doorontwikkeling binnen de sector V&H heeft de interne afstemming van het team met het (nieuwe) team Regulering en Planadvisering extra aandacht gekregen. Zoals in het jaarprogramma 2010 aangegeven vindt afstemming met dit nieuwe team op een groot aantal aspecten plaats. Noemenswaardig en kenmerkend in 2010 is de samenwerking op het gebied van de implementatie van de grondwatertaken en de overdracht van dossiers (na begeleiding) naar het team T&H. Ook met andere teams binnen Delfland vindt regelmatig overleg over inhoudelijke situaties plaats; denk hierbij aan het team JOVG (juristen) over bezwaar- en beroepschriften, het team Communicatie over Water & Glas en het team Crisisbeheersing over de afhandeling van incidenten. Tot slot vindt enerzijds vaak contact plaats met het team Onderhoud Waterkeringen en Watergangen over het opruimen van wrakken uit watergangen en het onderhoud aan watergangen. Anderzijds heeft overleg plaats met het team Watersysteemkwaliteit over de ontwikkelingen binnen de glastuinbouwsector en de daarmee samenhangende gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in met name het Westland en het Oostland. 5. Overige (beleidsmatige) activiteiten Naast bovengenoemde (uitvoerings-)werkzaamheden is er ook aandacht besteed aan de volgende beleidsmatige onderwerpen/activiteiten, te weten a. bijdragen aan de Kadernota 2011, het bijbehorende implementatieplan en de (inhoudelijke) programma‟s; b. afsprakenkaders of overeenkomsten met andere overheden in relatie tot Waterwet & Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); c. actualisatie Handboek Calamiteitenzorg; d. actualisatie Kwaliteitshandboek Handhaving; e. de inventarisatie van onbekende grondwateronttrekkingen en -infiltraties en f. de verkenning van het gebruik van biociden binnen de glastuinbouwsector. Ad a. Bijdrage Kadernota & Implementatieplan 2011 en (inhoudelijke) Programma‟s Naar aanleiding van de vaststelling van het Waterbeheerplan 2010-2015 en de Meerjarenraming 2010-2014 is besloten het investeringsvolume drastisch te verlagen. In de Kadernota „Delfland op weg naar de toekomst‟ is beschreven welke strategische keuzes worden gemaakt om het bezuinigings- en verandertraject van de organisatie te bewerkstelligen. In het implementatieplan Kadernota 2011 „Delfland Durft en Doet!‟ wordt uitwerking gegeven hoe het investeringsniveau wordt verlaagd en hoe de organisatie daarop wordt aangepast. De belangrijkste aanpassing betreft het invoeren van programmasturing; de zes programma‟s zijn Schoon Water, Voldoende Water, Stevige Dijken, Gezuiverd Afvalwater, Instrumenten en Organisatie. In de 2e helft van 2010 zijn deze programma‟s opgesteld, waarbij het team Toezicht en Handhaving bij al deze programma‟s qua tijd & inhoud een (flinke) bijdrage heeft moeten leveren. Ad b. Afsprakenkaders overheden in relatie tot Wtw en Wabo Naar aanleiding van de invoering van de Waterwet en per 1 oktober 2010 de Wabo is het gewenst (werk-)afspraken te maken met gemeenten, de provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland over de samenwerking bij de regulerings- en toezicht & handhavingstaken. In 2010 is hierin veel tijd en energie in gestoken.
12
Het betreft afspraken over situaties van samenloop bij de Waterwet en situaties van samenhang tussen Waterwet en Wabo; hoe de overdracht van taken en bevoegdheden gaat plaatsvinden; denk hierbij aan de “indirecte lozingen” en de grondwatertaken en de loketfunctie bij het elkaar informeren over relevante vergunnings- en handhavingszaken. Aan het eind van 2010 zijn er met de provincie Zuid-Holland en alle gemeenten binnen Haaglanden (met uitzondering van de gemeente Zoetermeer) dergelijke afspraken gemaakt en ondertekend. Met Rijkswaterstaat vindt nog overleg plaats; de verwachting is dat in de loop van 2011 de werkafspraken over de samenwerking bij het toezicht en handhaving bij samenloopsituaties kan worden afgetikt. Bij de gemeenten die liggen in het gebied van de DCMR Milieudienst Rijnmond is enige vertraging opgelopen bij het vaststellen & ondertekenen van de werkafspraken; er zijn wel (informele) afspraken voor op werkvloerniveau. Het nog niet gereed hebben van ondertekende afspraken is grotendeels veroorzaakt door de onenigheid van de taakverdeling tussen de betreffende gemeenten en de DCMR Milieudienst Rijnmond. Omdat de afspraak is dat Delfland het toezicht op de indirecte lozingen nog tot 1 januari 2012 voor de gemeenten/provincie blijft uitvoeren, wordt in 2011 alleen nog tijd geïnvesteerd in het overdragen van deze dossiers (inclusief kennis & kunde). Ad c. Actualisatie Handboek Calamiteitenzorg Begin 2010 heeft het team Crisisbeheersing de opdracht gekregen om het bestaande gedateerde calamiteitenhandboek te actualiseren. Naast de wettelijke verplichtingen heeft Delfland de calamiteitenbestrijding meer gebaseerd op basis van het risico- en scenariodenken. De insteek is om bestrijdingsplannen meer thematisch (gebeurtenisgericht) te benaderen en niet meer sectoraal (organisatiegericht). Het team heeft meerdere sessies bijgewoond om de belangen van „slechte waterkwaliteit‟ bij de diverse thema‟s, zoals extreme neerslag, menselijk handelen, technisch falen en grootschalige ongelukken te borgen. Tevens is het team T&H als trekker aangewezen voor het schrijven van het nieuwe calamiteitenbestrijdingsplan „verontreiniging watersysteem‟. De uitkomsten van de sessies geven input hiervoor. Eind 2010 is gestart met het schrijven van het betreffende calamiteitenbestrijdingsplan; in het 2e kwartaal van 2011 wordt met externe ondersteuning het bestrijdingsplan tijdig opgeleverd. Ad d. Actualisatie Kwaliteitshandboek Handhaving Zoals elk jaar zijn dit verslagjaar ook diverse documenten van het kwaliteitshandboek geactualiseerd of toegevoegd. In het handboek is de nieuwe Handhavingsstrategie 2010– 2015 en de „Probleemanalyse integrale handhaving‟ ter vervanging van bestaande gedateerde documenten opgenomen. Daarnaast zijn 2 nieuwe werkinstructies opgesteld en ook in handboek opgenomen. In 2011 is meer tijd gereserveerd om naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Waterwet, het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de bijbehorende Ministeriële regeling (Mor) en de organisatorische ontwikkelingen binnen de sector Vergunning en Handhaving meerdere protocollen en werkinstructies te actualiseren. Ook de noodzaak van nieuwe documenten wordt tegelijkertijd bepaald. Ad e. Inventarisatie onbekende grondwateronttrekkingen en –infliltraties Met de inwerkingtreding van de Waterwet per 22 december 2009 zijn de grondwatertaken overgedragen van de provincie naar de waterschappen. De provincie heeft een overzicht overlegd van de verleende ontheffingen en vergunningen.
13
Vooruitlopend op de overdracht van de grondwatertaken heeft de provincie een inhaalslag geprobeerd te maken om niet vergunde en ongemelde grondwaterlocaties op te sporen. Delfland was van mening dat een groot aantal grondwaterlocaties niet bekend is en dus geen ontheffing of vergunning hadden. In 2010 is een representatieve steekproef genomen uit het glastuinbouwbestand (325 inrichtingen). Uit deze steekproef zijn 42 grondwaterlocaties (13 %) naar voren gekomen, waarvan 11 locaties (26%) onvergund of ongemeld waren. Op basis van deze resultaten is een brief naar de provincie Zuid-Holland gestuurd met het verzoek een passende vergoeding van de extra door Delfland te maken kosten voor handhaving en regulering van de onbekende grondwateronttrekkingen en –infiltraties. Inmiddels heeft de provincie begin 2011 hierop afwijzend gereageerd. Ad f. Verkenning gebruik biociden binnen glastuinbouwsector Sinds 1 juli 2009 zijn de waterschappen aangewezen als toezichthouder voor de watergerelateerde bepalingen in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Delfland heeft in 2010 de samenwerking opgezocht met de VROM-Inspectie en de Algemene Inspectiedienst (AID) om gezamenlijk binnen de glastuinbouwsector te verkennen en inventariseren van het gebruik en mogelijke emissies van biociden naar oppervlaktewater. Bij het gebruik werd getoetst of de betreffende biociden zijn toegelaten op basis van de Wgb; bij de mogelijke emissies naar oppervlaktewater is getracht een risico-inschatting te maken van de gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Voor het project zijn tien glastuinbouwbedrijven bezocht; op deze bedrijven is uitgebreid stil gestaan bij het gebruik van biociden en is de gewasbeschermingsmiddelenkast nagelopen op de aanwezigheid van biociden. Gebleken is dat een breed pakket aan middelen wordt toegepast. Veelal worden middelen toegepast waarvan de gebruiker niet weet dat het om biociden gaat. Samenvattend kan geconcludeerd worden dat de middelen die zijn aangetroffen voornamelijk worden gebruikt voor het reinigen en/of preventief schoonhouden van de druppelleidingen, ongediertebestrijding en als voorbehandelingsmiddel van bloemen bij intern transport. Een risico inschatting voor de kwaliteit van het oppervlaktewater door het gebruik en de lozing van biociden is lastig te maken. Lozingen op het oppervlaktewater zijn tijdens de uitvoering van het project niet waargenomen, waardoor ook geen bemonstering heeft plaats gevonden. Biociden worden breed toegepast binnen de glastuinbouw, waardoor ook de bijdrage van een individuele lozing niet is te bepalen. Niet gerealiseerd in 2010 Zoals in het jaarprogramma bij de risico‟s is vermeld, bestond de kans dat niet alle geplande beleidsmatige onderwerpen in 2010 voldoende aandacht zouden krijgen. Eerlijkheidshalve wordt vermeld dat het „herijken van de probleemanalyse‟, „actualisatie Kwaliteitshandboek Handhaving‟ en de „kwaliteitsverbetering van het toezicht‟ niet zijn uitgevoerd in 2010. Enerzijds is dit te verklaren door de vacaturerem en anderzijds het daarmee samenhangende gegeven dat de vacature van juridisch medewerker pas in het laatste kwartaal van het jaar kon worden ingevuld.
14
6. Organisatorische ontwikkeling De doorontwikkeling van de sector V&H kende in 2010 een lange overgangsperiode. Enerzijds werd vanaf 1 januari al voor een groot deel gewerkt volgens een nieuwe structuur. Dit was noodzakelijk door de inwerkingtreding van de Waterwet en de daarbij horende procedures. Voor team Toezicht en Handhaving (T&H) betekende dit concreet: Een tijdelijk teamleider als “kwartiermaker” van 1 januari tot 1 juni. Bij de doorontwikkeling V&H was er oorspronkelijk een organisatorische wens om de positie van de teamleiders anders in te vullen. Vooruitlopend hierop zijn “kwartiermakers” aangesteld. Het bleek in de loop van het jaar niet mogelijk deze “ruil” definitief te maken waardoor deze op 1 juni 2010, vrij onverwacht, is teruggedraaid. De aansturing van het team is hierdoor een deel van het jaar niet optimaal geweest. Het werken met één coördinator en de introductie van de nieuwe functies senior handhaver en juridisch medewerker. Om de werkprocessen beter af te stemmen op de nieuwe taken en het programmamanagement zijn de functies van senior handhaver en juridisch medewerker geïntroduceerd, waarbij één formatieplaats coördinator is vervallen. Vanwege het organiseren van de frontofficetaken is één coördinator van het team T&H al in 2009 informeel overgestapt naar het op te richten team Regulering en Planadvisering (R&P). De functie van juridisch medewerker is pas in november 2010 ingevuld. De invulling van de senior handhavers is erg moeizaam verlopen. Hiervan is er één in december 2010 en één pas begin 2011 ingevuld. Deze moeizame plaatsing heeft vanzelfsprekend geen positief effect gehad op de sturing en organisatie van het team. Verplaatsing Meldpunt Toezicht naar frontoffice R&P. Vanwege de centralisatie van de klantcontacten is het meldpunt verplaatst naar het frontoffice van het team R&P. Dit is vanuit de klantgerichtheid een logische ontwikkeling. Met deze ontwikkeling is echter ook het logistiek centrum van het team T&H voor een groot deel verdwenen. De afspraken en wijzigingen in de organisatie om de gevolgen weg te nemen krijgen in 2011 de benodigde aandacht.
6.1 Verbetering productieproces Zoals al eerder aangegeven heeft ook 2010 in het teken gestaan van doorontwikkeling van de sector V&H. De belangrijkste items waren: De aanpassing van de wijze van werkverdeling, planning en rapportage; Dit onderwerp heeft veel aandacht gevraagd omdat er veel ontwikkelingen gelijktijdig plaatsvonden. In 2010 is vooral veel voorwerk gedaan om de plannings- en rapportage instrumenten aan te kunnen passen. De implementatie vindt in 2011 plaats. In 2010 is via een vast format maandelijks gerapporteerd over de voortgang van de productie en de PIOFAH-onderwerpen. Eind 2010 zijn met alle medewerkers de verbeterpunten op het gebied van werkverdeling, efficiency en kwaliteit verkend. Deze worden in 2011 verder uitgewerkt.
6.2 Doorontwikkeling team Het is goed om te constateren dat het team T&H op een taakvolwassen wijze is omgegaan met alle veranderingen. Nieuwe taken zijn operationeel goed opgepakt. De organisatie en borging waren/zijn zoals hiervoor gemeld wel een punt van aandacht.
15
De taakverdeling tussen teamleider en coördinator heeft verder vorm gekregen en is op hoofdlijnen vastgelegd. De taakverdeling met en tussen de senior handhaver en de juridisch medewerker wordt in 2011 opgepakt. Hierbij krijgen senior handhavers enerzijds de rol van projectleider en anderzijds een regioverantwoordelijkheid. In 2010 is de nodige inbreng geleverd ten behoeve van de kadernota, de implementatienota en de diverse programma‟s. Doordat de taken van het team T&H in vijf programma‟s zijn opgenomen, vraagt het programmamanagement (erg) veel capaciteit van een deel van de medewerkers. Desondanks is een adequate inbreng geleverd. Programmamanagement vraagt niet alleen een kwantitatieve inspanning maar vraagt ook om een andere wijze van meedenken en participeren. Hier is in 2010 ervaring mee opgedaan maar dit vraagt nog een verdere ontwikkeling het team. De geplande uitwerking van de taakverdeling tussen het team T&H en de frontoffice zijn in het bredere kader van de ontwikkeling van een frontoffice geplaatst. Dit zal in 2011 verder invulling krijgen. In 2010 is ervaring opgedaan met het werken in vier regio‟s. Dit is eind 2010 op hoofdlijnen geëvalueerd. Naast positieve ervaringen bleek ook de werklast per regio sterk te verschillen. Daarnaast was er door de onderbezetting van het team geen adequate bezetting per regio. Begin 2011 is vooralsnog overgestapt naar twee regio‟s en wordt het werken met taakaccenten verder uitgewerkt. In 2010 zijn de nieuwe taken met betrekking tot toezicht op grondwater, waterkwantiteit en waterkeringen adequaat opgepakt. Voor de grondwatertaken was weinig tijd om te “wennen”. Door de aanleg van de spoortunnel in Delft en de inventarisatie van illegale onttrekkingen in de glastuinbouw moest de in de opleidingen opgedane kennis snel in de praktijk gebracht worden. De wijze waarop dit door de organisatie is gedaan verdient een compliment. In januari 2010 zijn stapsgewijs de toezichtstaken van het voormalige team Keurbeheer overgedragen aan het team Toezicht en Handhaving. Deze taken zijn zoveel mogelijk geïntegreerd met andere taken. Zoals verwacht verdient deze overdracht nog aandacht op het gebied van afstemming tussen begeleiding (team R&P) en toezicht (team T&H); professionalisering van toezicht en inmeten en de afstemming met onderhoud en beheer. Deze zaken zijn in 2011 ingepland. 7. Personele zaken Naast de doorontwikkeling V&H en de implementatie van nieuwe taken heeft het team T&H heel 2010 te maken gehad een onderbezetting van 20–25%. In eerste instantie werd dit veroorzaakt door het plaatsingsproces naar aanleiding van de doorontwikkeling. Later werd dit gevolgd door een vacaturerem als gevolg van de bezuinigingsopdracht waarbij onder andere kritisch is gekeken of openstaande functies moeten worden opgevuld. Op grond hiervan was in 2010 weinig tot geen ruimte tot invulling van vacatureruimte; het team heeft moeten roeien met de riemen die er waren. Dit verklaart waarom sommige geplande activiteiten niet of een tandje lager zijn uitgevoerd. Met name de geplande verbeteringen op het gebied van kwalitatieve en organisatorische verbeteringen hebben hieronder geleden.
16
Gelijktijdig met het opstellen van de programma‟s is gebleken dat de capaciteit van het team T&H niet overeenkomt met de gevraagde inzet. Dit is eind 2010/begin 2011 geconcretiseerd. Begin 2011 is door het managementteam van Delfland toestemming gegeven om de bezetting van het team in overeenstemming te brengen met de gevraagde inzet. In 2010 is per 1 december na een interne procedure één medewerker bevorderd van handhaver naar senior handhaver (1 fte); is per 1 november een juridisch medewerker aangesteld (0,8 fte) en heeft één controleur Delfland verlaten (1 fte). Bij het team T&H was eind 2010 de formatie en de bezetting zoals vermeld in onderstaande tabel 7. Tabel 7 : Formatie & bezetting team Toezicht en Handhaving per 31-12-2010
functie
formatief
bezetting
teamleider
1,0
1,0
teamassistent
1,0
0,8
coördinator
1,0
1,0
beleidsadviseur
1,5
0,8
adviseur (juridisch)
0,8
0,8
senior handhaver
3,0
1,0
handhaver
9,6
7,8
controleur
5,8
4,8
operationele ondersteuning
2,0
1,0
25,7
19,0
TOTAAL:
Tot slot wordt vermeld dat alle gesprekken in het kader van de PVB-cyclus conform de regeling zijn uitgevoerd. 8. Financiën De uitgaven voor het uitgevoerde werk van het team Toezicht en Handhaving zijn binnen de vastgestelde begroting gebleven. Er zijn geen budgetoverschrijdingen geweest en er zijn ook geen extra kosten geweest voor het uitvoeren van niet in de begroting opgenomen zaken. De jaarrekening over 2010 wordt (naar verwachting) op 30 juni 2011 vastgesteld door de Verenigde Vergadering van Delfland. 9. Monitoring en rapportage Dit jaar is op basis van de persoonlijke werkprogramma‟s de werkzaamheden van de handhavers en controleurs binnen het team bewaakt door één coördinator. Indien nodig heeft bijsturing plaatsgevonden. Door de teamleider is maandelijks gerapporteerd aan het management over de werkzaamheden van het team Toezicht en Handhaving. Hierbij is steeds de stand van zaken van een groot aantal werkzaamheden & projecten tegen het geplande voor 2010 gehouden. Met diverse kleuren werd de voortgang gekenmerkt.
17
Bijlage: Samenvatting resultaten projecten zoals verwoord in Jaarprogramma 2010.
Projectnaam
Beoogd resultaat
Toezicht emissieregistratie glastuinbouw
bevordering naleefgedrag in relatie met landelijke beleidsontwikkelingen - 50 bedrijven controleren
Gecoördineerd toezicht glastuinbouw
bevorderen integraal naleefgedrag en samenwerking - 560 bedrijven controleren bevordering emissiereductie meststoffen - 50 controles uitvoeren -verlenen van gedoogbeschikkingen 85 controles op voorschriften uit meetbeschikkingen van 42 bedrijven behalen gestelde doelen & uitvoeren geplande vaartoezicht
Artikel 5: controles glastuinbouw (Na-norm)
Project verontreinigingsheffing meetbedrijven Project Nautisch toezicht
Project Schouw
optimaal laten verlopen van het schouwproces
Project Toezicht Strand
100 % naleefgedrag
Project Hoogspanningsverbinding Zuidring
‘Begeleiden’ project zodat vergunning(en) worden nageleefd
Gerealiseerd 50 bedrijven zijn in navolging van controlebezoeken in 2009 opnieuw bezocht op naleving van artikel 15 uit Besluit glastuinbouw. Bij 1 bedrijf heeft dit geleid tot een handhavingstraject. - 467 bedrijven gecontroleerd. - 37 controles gerealiseerd. - 9 gedoogbeschikkingen. - 89 heffingscontroles uitgevoerd. 30 waarschuwingen uitgedeeld; 33 processen-verbaal opgemaakt voor met name te hard varen. Vaartoezicht qua uren meer ingezet dan gepland. Handhaving volwaardig ingezet bij nalatigen; 65 schikkingen op basis van processen-verbaal & 98 bestuursdwangbeschikkingen verstuurd. Op- en afbouw strandpaviljoens conform Delflands beleid & verleende vergunningen. Wel waarschuwingsbrieven gestuurd naar exploitanten die te laat vergunning hadden aangevraagd; uiteindelijk allemaal vergund. In verband met vergunningenprocedure bij Raad van State nog nauwelijks werkzaamheden in 2010 gestart. Enkele (voorbereidende) werkzaamheden conform Delflands eisen gerealiseerd.
Projectnaam
Beoogd resultaat
Project Inventarisatie onbekende grondwateronttrekkingen en infiltraties.
Overzicht onbekende onttrekkingen en infiltraties + ondernomen acties door V&H
Project Realisatie Spoortunnel Delft
- realisatie 100% naleving vergunning(en) - samenwerken met team Regulering & Planadvisering m.b.t. nieuwe grondwatertaak
Gerealiseerd Dit project in 2010 uitgevoerd. Conclusie is dat ongeveer 13% van de glastuinbouwbedrijven grondwater onttrekt of infiltreert, waarvan 26% ongemeld of onvergund bij provincie als voorheen bevoegd gezag. Brief naar provincie gestuurd met verzoek voor passende vergoeding van extra door Delfland gemaakte kosten. Naleefgedrag was hoog; echter geen 100%. Interne samenwerking heeft plaats gevonden; is voor verbetering vatbaar en verdient aandacht in 2011.