v De familiearchieven Van Westreenen, Meerman en Van Damme Toegangen Samengesteld door Gert Floor en Jos van Heel
Inhoud 1
2
Inleiding Herkomst en samenstelling van de familiearchieven De archieven van de families Van Westreenen en Dierkens De archieven van de familie Meerman Het archief van Pieter van Damme Het archief van de Haagse Confrerie van St. Joris Het archief van Van Westreenen als raad en directeur van de Koninklijke Bibliotheek Het archief van Van Westreenen als thesaurier-chartermeester van de Hoge Raad van Adel De chartercollectie Latere aanvullingen Geschiedenis van de bewaring en bewerking van de familiearchieven De periode 1849-1889 De periode 1890-1910 De periode 1911-1948 De periode 1949-1999 De periode 2000-2012 Opmerkingen bij de huidige bewerking Chronologisch geordende series Foliëring Keuze Literatuurverwijzingen Van Westreenen/Van Westreenen van Tiellandt Nummering Citeerinstructie
199 199 200 202 202 202 204 205 206 207 207 207 207 208 208 208 208
Toegang tot het archief van de familie Van Westreenen, 1567-1854 Persoonlijk De familie Van Westreenen Algemeen Bijzonder
209 209 209 209 209
190
195 195 195 196 198 198 198
i ii
iii
iv v vi
`
vii
Wouter van Westreenen (1643-1714) Gerrit van Westreenen (1670-1730) en Anthonia Adriana Turnhout (1690-1754) Gerrit van Westreenen Anthonia Adriana Turnhout Gerrit van Westreenen (1708-1742) en Maria Aletta de Joncheere (1708-1785) Gerrit van Westreenen Maria Aletta de Joncheere Wouter van Westreenen (1713-1735) Gerrit Jacob van Westreenen (1739-1825) Johan Adriaan van Westreenen (1742-1820) en Maria Catharina Dierkens (1747-1826) Opleiding Persoonlijk en familieleven Financiën en eigendommen Maatschappelijke activiteiten Reizen Nalatenschappen van anderen Stukken afkomstig van Maria Catharina Dierkens (1747-1826) Willem Hendrik Jacob van Westreenen van Tiellandt (1783-1848) Opleiding Persoonlijk en familieleven Financiën Maatschappelijke activiteiten Functies Lidmaatschappen van genootschappen en andere organisaties Verheffing in de adelstand Onderscheidingen Reizen Collectievorming en -beschrijving Algemeen Handschriften en gedrukte werken Overige werken op papier en perkament Oudheden Munten, penningen, gesneden stenen en zegels Naturalia en overige verzamelingen Onderzoek en publicaties Algemeen, taalkunde en letterkunde
191
209 210 210 210 210 210 211 211 211 212 212 212 212 213 213 214 214 214 214 216 217 220 220 220 222 223 223 225 225 226 228 229 229 230 230 230
Boek- en bibliotheekwezen, in het bijzonder de geschiedenis van de boekdrukkunst Geschiedenis, kunstgeschiedenis en archeologie Numismatiek, in het bijzonder de collectie van Pieter van Damme Willem Hendrik Jacob van Westreenen als erfgenaam van Johan Meerman en als mede-executeur van diens nalatenschap Nalatenschap Aanverwante families De familie Dierkens i Johan Dierkens (1565-1636) ii Salomon Dierkens (1594-1665) iii Tobias Dierkens (1606-1665) iv Nicolaas Dierkens (1670-1745) v Salomon Dierkens (1708-1770) en Anna Elisabeth Merens (1725-1776) vi Willem Hendrik Dierkens (1711-1776) en Jacoba Amarantha de Salis (1723-1783) vii Cornelis Dierkens (1715-1761) viii Johan Dierkens (1718-1766) ix Amarantha Antonia Dierkens (1750-1839) De familie De Salis Zakelijk Stukken met betrekking tot de zorg voor het archief Documentatie 3
Toegang tot het archief van de familie Meerman, 1680-1820 Persoonlijk De familie Meerman Algemeen Bijzonder i Diederik Meerman (1610-1680) ii Johan Meerman (1643-1724) iii Gerard Meerman (1650-1710) iv Gerard Meerman (1659-1712) v Johan Meerman (1687-1746) vi Gerard Meerman (1722-1771) en Maria Catharina Buys (1731-1788) Opleiding Persoonlijk en familieleven Maatschappelijke activiteiten Functies 192
231 233 235
237 238 239 239 239 239 239 239 239 239 240 240 240 241 241 241 242 243 243 243 243 243 243 243 243 243 243 245 245 245 246 246
Lidmaatschappen Adeldom Onderscheidingen Reizen Collectievorming en ontsluiting Onderzoek en publicaties Financiën en eigendommen Nalatenschappen van anderen Nalatenschap Stukken afkomstig van Maria Catharina Buys (1731-1788) vii Pieter Meerman (1726-1754) viii Johan Meerman (1753-1815) en Anna Cornelia Mollerus (1749-1821) Persoonlijk en familieleven Maatschappelijke activiteiten Functies Onderscheidingen Reizen Onderzoek en publicaties Financiën en eigendommen Nalatenschappen van anderen Stukken afkomstig van Anna Cornelia Mollerus ix Antonetta Meerman (1759-1771) Aanverwante families De Bye i Abraham van Almonde (1533-1593) en Maria de Groot Huygensdr. (1540-1610) ii Joris de Bye (ca. 1570-1628) iii Johan de Bye († tussen 1674-1681) iv Willem de Bye (ca. 1666-1737) v Jacob de Bye (fl. 1689) Mollerus i Adriaan Nicolaas Mollerus (1740-1809) ii Johan Hendrik Mollerus (1750-1834) iii Hendrik Cornelis Mollerus (1778-1806) iv Hendrik Mello Mollerus (1780-1865) Stukken met betrekking tot de zorg voor het archief Documentatie
193
246 247 247 247 247 248 249 250 250 250 251 251 251 252 252 253 253 253 254 254 254 255 256 256 256 256 256 256 256 256 256 257 257 257 257 258
4
Toegang tot het archief van Petrus Bernardus (Pieter) van Damme, 1752-1805 (1808-1810) Persoonlijk Petrus Bernardus (Pieter) van Damme, 1727-1806 Persoonlijk en familieleven Munt- en penningkunde Lidmaatschappen van genootschappen en andere organisaties Stukken met betrekking tot de zorg voor het archief
194
259 259 259 259 259 261 261
1 Inleiding Herkomst en samenstelling van de familiearchieven Van Westreenen overleed op 22 november 1848. Afgezien van enkele legaten had hij zijn huis, collectie en vermogen nagelaten aan de Staat der Nederlanden om als Museum Meermanno-Westreenianum voort te bestaan. Het duurde echter tot 2 juli 1849 voordat het Rijk de nalatenschap aanvaardde. Op 2 september van dat jaar kon de bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek, Jan Willem Holtrop, in zijn hoedanigheid van hoofdbestuurder van het museum beginnen met het inventariseren van de collectie. Op dat ogenblik bevonden zich in het huis diverse archieven en verzamelingen archiefstukken: – – – – – – –
het archief van de familie Van Westreenen en van de familie Dierkens; (resten van) het archief van de familie Meerman; (resten van) het archief van Pieter van Damme; het archief van de Haagse Confrerie van St. Joris, dat Van Westreenen als thesaurier en secretaris in bewaring had; het archief van Van Westreenen als raad en directeur van de Koninklijke Bibliotheek; het archief van Van Westreenen als thesaurier-chartermeester van de Hoge Raad van Adel; een verzameling van charters en andere archiefstukken.
De archieven van de families Van Westreenen en Dierkens De aanwezigheid van het archief van de familie Van Westreenen mag geen verbazing wekken, die van stukken afkomstig uit de familie Dierkens is minder vanzelfsprekend. Normaliter vererfden familiearchieven, familieportretten enz. op de oudste zoon. Het had dan ook voor de hand gelegen dat Van Westreenens oom, Nicolaas Dierkens (17571815) als enige man onder de drie kinderen van Willem Hendrik Dierkens (1711-1776) en Jacoba Amarantha de Salis (1723-1783), ze na het overlijden van zijn ouders onder zich gekregen gehad. De belabberde financiële situatie van Nicolaas Dierkens en het geringe vertrouwen dat hij bij zijn verwanten genoot (niet voor niets sloot Johan Meerman hem als enige van zijn verwanten als erfgenaam uit), leidden ertoe dat zijn zus Maria Catharina in 1803 de familieportretten van hem overnam, en dat ze de papieren wijselijk in het familiehuis hield. Het archief van baron Van Westreenen is zeer omvangrijk, en men zou kunnen denken dat hij elke snipper papier bewaarde. Toch zijn er opmerkelijk lacunes in het archief. Van de moeizame onderhandelingen met de andere erfgenamen van Meerman bijvoorbeeld die tussen 1821 en 1823 plaatsvonden en waarvan elders een omvangrijke schriftelijke neerslag bewaard is gebleven,1 is hier geen spoor te bekennen. Maar ook van de 1
Zie J. van Heel, ‘Baron van Westreenen en de Meerman-collectie’, in: Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen 10 (2002), 36-99.
195
briefwisseling die Van Westreenen voerde met de Parijse bibliothecaris Van Praet, treffen we hier niet meer dan twee minuten van een antwoord aan.2 De archieven van de familie Meerman Volgens de wens van Johan Meerman (1753-1815) en zijn echtgenote Anna Cornelia Mollerus (1749-1821) zouden na hun overlijden hun archieven, samen met de Meermanbibliotheek en de familieportretten in het Huis aan de Boschkant in Den Haag bewaard moeten blijven. Met dat oogmerk lieten zij het huis en de collecties na aan de stad Den Haag, die echter in 1821 het legaat weigerde. Op dat moment vielen de archieven en de familieportretten, net als de huisraad en de meubels, toe aan de enige erfgenaam van mevrouw Meerman, haar broer Johan Hendrik Mollerus (1750-1834). Van het archief waren toen al enkele onderdelen afgedwaald: 1
2
3
4
2
Na het overlijden van Gerard Meerman (1722-1771) bood Hendrik van Wijn de weduwe Meerman aan een levensbericht van de overledene op te stellen. Hij kreeg diens briefwisseling, familiegenealogie en dossiers over de verwerving van adellijke titels te leen, die hij pas na jaren onder grote druk teruggaf, maar niet volledig. De geleende documenten die bij hem achterbleven, kwamen in het midden van de negentiende eeuw met zijn archief naar de Koninklijke Bibliotheek. In 1810 kreeg Hendrik Willem Tydeman (1778-1863) van Johan Meerman de omvangrijke briefwisseling tussen de Spaanse rechtsgeleerde Gregorio Mayans y Siscar (1699-1781) en Gerard Meerman te leen om er een editie van te verzorgen. Tydeman slaagde er niet in een uitgever te vinden die bereid was het werk uit te geven, maar maakte ook geen aanstalten om de brieven terug te sturen, ondanks dringende verzoeken van Meerman. Toen Tydeman overleden was, kwam de briefwisseling in 1865 ter veiling en werd door de Koninklijke Bibliotheek aangekocht en in het Museum Meermanno-Westreenianum geplaatst.3 Één brief van Mayans met bijlage behoorde kennelijk niet tot deze uitgeleende verzameling. Hij kwam, in strijd met de bepalingen van het codicil van Johan Meerman, in de Meermanveiling van 1824 als handschrift onder de hamer. Koper was Willem Hendrik Jacob van Westreenen.4 Johan Meerman had bepaald dat zijn briefwisselingen tot twintig jaar na zijn overlijden verzegeld bewaard moesten blijven. Door de afwijzing van het legaat door de stad Den Haag stonden de executeurs-testamentair voor de vraag hoe ze die bepaling praktisch moesten uitvoeren. Ze interpreteerden hem ruim en borgen de briefwisselingen van Gerard Meerman, Johan Meerman maar ook daarmee verwante onderzoeksdossiers in een verzegelde kist die bij de oudste van hen, Maarten Iman Pauw (1774-1846), werd bewaard. In 1835 werd het zegel verbroken en J. van Heel, J.Th. de Booy (red.), ‘En faveur de mon zèle bibliographique, je dirais presque de ma Bibliomanie ...’: Lettres inédites du baron W.H.J. van Westreenen, fondateur du Museum Meermanno-Westreenianum (La Haye), à Joseph van Praet, conservateur à la Bibliothèque Impériale
196
3
4
et Royale de France (1809-1829). ’s-Gravenhage 1997. Veilingcatalogus H.W. Tydeman (deel 5), ’s-Gravenhage, M. Nijhoff en E.J. Brill, 23-10-1865 e.v., p. 65, nr. 705. Nu mmw, fa 260/001-377. bm iv nr. 702. Nu mmw, 007 c 028.
kreeg Van Westreenen gelegenheid het materiaal te bekijken.5 Toen Pauw overleden was, droeg diens zoon de stukken in 1847 over aan Van Westreenen als enige nog levende executeur.6 Mogelijk zijn voorafgaand aan de overdracht de brieven van Pauw aan Johan Meerman verwijderd. De rest van het archief viel toe aan Johan Hendrik Mollerus, die echter minstens driemaal onderdelen ervan afstond of uitleende: 1
2
3
Van Westreenen, één van de executeurs-testamentair, had van de erven Meerman de opdracht gekregen de verwantschapsrelaties tussen de vele verre familieleden in kaart te brengen om zo de verdeelsleutel voor de opbrengst van de erfenis te kunnen vaststellen. Met dat doel werden hem door Mollerus omvangrijke delen van het Meerman-archief ter hand gesteld die hem daarbij van dienst zouden kunnen zijn. Na de afwijzing van het legaat door de stad Den Haag verzocht Van Westreenen de mede-erfgenamen of hij een bod op de hele bibliotheek zou mogen doen. Dat werd hem toegestaan. In verband daarmee kreeg hij in het voorjaar van 1822 de catalogus tot zijn beschikking die Gerard Meerman eigenhandig had bijgehouden en waarin deze de aankoopprijzen had genoteerd (toegangsnr. 324). Een derde maal verdween een stuk uit het archief, toen de regering in 1827 voorbereidingen trof om bronnen voor de Nederlandse geschiedenis te publiceren. Daartoe behoorden ook de journalen die Jean Vandenesse had bijgehouden van de reizen van keizer Karel v. Het was bekend dat Meerman vooral in zijn Parijse jaren aan een editie van die tekst met commentaar had gewerkt. Dankzij de bemiddeling van Van Westreenen stelde Mollerus in 1827 Meermans aantekeningen ter beschikking van de regering, die vervolgens professor Louis Vincent Raoul (1770-1848) te Gent met de uitgave belastte. De afscheiding van België en gevolgen daarvan voor Raoul persoonlijk zorgden ervoor dat van de uitgave niets terechtkwam. Sindsdien is het handschrift van Meerman zoek, ondanks de pogingen die in 1851 op verzoek van de Belgische regering en in 1991 door Van Heel in het werk werden gesteld om het op te sporen.
Van de stukken die bij Mollerus bleven, zijn in de familie en ook daarbuiten vrijwel geen resten teruggevonden. Ook van het archief van Mollerus is vrijwel alleen een verzameling ambtelijke en politieke stukken bewaard gebleven (Nationaal Archief, toegang 2.21.005.32). Men krijgt de indruk dat Mollerus of zijn nakomelingen van opruimen hielden. Als opmerkelijke uitzondering kan genoemd worden de oorkonde van de verheffing van Gerard Meerman tot Vrijheer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie uit 1769,
5
L. de Laborde, Débuts de l’imprimerie à Mayence et à Bamberg, ou description des lettres d’indulgence du pape Nicolas V, pro regno Cypri, imprimées en 1454. Paris 1840, 7-8.
6
Zie toegangsnr. 259.
197
die in 1950 aan het museum werd geschonken door mevr. Catharina Margaretha Sandberg (1872-1965), weduwe van Dirk Mollerus.7 Samenvattend kan gezegd worden dat Van Westreenen in 1821, 1822 en 1847 drie onderdelen van het Meermanarchief verwierf, terwijl via de collectie Van Wijn diverse stukken van Gerard Meerman in de Koninklijke Bibliotheek terecht kwamen. Één handschrift van een onuitgegeven historisch werk van Johan Meerman is zoek geraakt. De overige archiefstukken zijn vermoedelijk vernietigd. Het archief van Pieter van Damme De archivalia afkomstig van Van Damme bestaan uit brieven en verder uit stukken die betrekking hebben op zijn relatie met geleerde genootschappen. Volgens een bepaling in het codicil van de op 21 april 1805 overleden Pieter van Damme zouden de door hem reeds gesorteerde brieven tussen Van Westreenen en executeur-testamentair Jacobus Koning verdeeld moeten worden. Aangezien de meeste brieven de numismatiek betroffen, een onderwerp waarvoor Koning geen belangstelling had, viel de meerderheid aan Van Westreenen toe. De tweede groep stukken bestaat naast enkele oorkonden van het lidmaatschap van genootschappen uit twee versies van de beantwoording van een prijsvraag van Teylers Tweede Genootschap. Zij waren opgenomen in de veilingcatalogus van de bibliotheek van Pieter van Damme (1808), p. 32, als nr. 187, met de gedrukte aantekening: ‘Comme ce volume a été legué par le défunt au redacteur de ce Catalogue, il ne sera pas vendu.’ Die ‘redacteur’ was Van Westreenen. Zij maakten lange tijd onderdeel uit van de handschriftenverzameling van het museum, met de signatuur 007 b 012 (zie P.C. Boeren, Catalogus van de handschriften van het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum. ’s-Gravenhage 1979, 215-216), maar werden in 2006 overgebracht naar het archief. Het archief van de Haagse Confrerie van St. Joris Als thesaurier en secretaris van de Haagse Confrerie van St. Joris had Van Westreenen het archief van dit schuttersgilde in bewaring. Na zijn overlijden besloten de vier hoogbejaarde overgebleven leden in 1850 de confrerie te ontbinden en het archief aan één van hen, baron G.C.J. van Lynden van Sandenburg ‘in bezit en bewaring’ te geven. Via zijn kleinzoon kwam het in 1915 als bruikleen naar het huidige Haags Gemeentearchief. Het archief van Van Westreenen als raad en directeur van de Koninklijke Bibliotheek De stukken die de in 1829 benoemde raad en latere honorair-directeur van de Koninklijke Bibliotheek Van Westreenen onder zich had, bestaan vrijwel geheel uit correspondentie. Zij zijn door de eerste hoofdbestuurder van het museum en tevens bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek, Jan Willem Holtrop, naar de Koninklijke Bibliotheek overgebracht, waar zij thans deel uitmaken van het archief van die instelling.
7
Verslagen ’s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst, 72 (1950), 92. Zie toegangsnr. 321.
198
Het archief van Van Westreenen als thesaurier-chartermeester van de Hoge Raad van Adel De stukken die Van Westreenen als thesaurier-chartermeester van de Hoge Raad van Adel ambtshalve onder zich had, zijn na zijn overlijden in het museum gebleven en in de archiefinventaris van Kernkamp uit 1948 beschreven als onderdeel van zijn particulier archief.8 In 2003 werden zij, na verkregen ministeriële goedkeuring, overgedragen aan de Hoge Raad van Adel. Zij zijn inmiddels beschreven in J.C. Kort en E.J. Wolleswinkel, Het archief van de Hoge Raad van Adel (1809) 1814-1984 en de gedeponeerde archieven. ’s-Gravenhage 2006, p. 40, inv.nrs. 859-861, 863, 866-867 en p. 42, inv.nrs. 894-897. De chartercollectie Ten behoeve van zijn onderzoek op het gebied van de genealogie en de geschiedenis bracht Van Westreenen een omvangrijke verzameling charters en andere archiefstukken bijeen waarvan slechts een zeer summiere beschrijving bestaat (zie toegangsnr. 157). Een deel van dit materiaal werd als bewijsstuk gevoegd in de genealogische dossiers van het archief van Van Westreenen. Deze verzameling ging in 1893 naar het Algemeen Rijksarchief om daar door de adjunct-archivaris, mr. A Telting, te worden geïnventariseerd. Hij keerde het volgend jaar terug, vergezeld van een inventaris. Helaas is noch in het museum, noch in het Nationaal Archief een exemplaar van deze inventaris bewaard gebleven. Veel van deze stukken zijn nu niet meer aanwezig. In het verleden zijn stukken (waaronder originele charters) uit het archief verwijderd.9 Na verkregen ministeriële toestemming werd in 1946 een zestal charters afkomstig uit het Archief van de Nassause Domeinraad naar het Algemeen Rijksarchief overgebracht. In 1953 vond, eveneens na verkregen ministeriële toestemming, een operatie plaats waarbij via het Algemeen Rijksarchief een groot deel van de charters werd geretourneerd naar de archieven waaruit zij afkomstig waren, echter zonder dat aan de status van langdurig bruikleen en aan nauwkeurige registratie van de overdracht voldoende aandacht werd geschonken. Het gevolg is dat sommige van deze stukken nu niet meer te vinden zijn. In het kader van die actie werden onder meer vijf charters afkomstig uit het Karthuizerklooster St. Andries bij Amsterdam overgedragen aan het Gemeentearchief aldaar en werden 185 charters in bruikleen overgedragen aan het Kapittel van de Duitse Orde, Balije van Utrecht.10 In 1986 vond op kleinere schaal een soortgelijke actie plaats, nadat dr. J. C. Kort van het Algemeen Rijksarchief van verscheidene van de overgebleven charters had kunnen vaststellen dat zij afkomstig waren uit de archieven van de heren van
8
9
J.H. Kernkamp, Inventaris der familiepapieren Meerman, Van Westreenen, Dierkens en Van Damme aanwezig in het Museum Meermanno-Westreenianum. ’s-Gravenhage 1948, p. 70, inv.nrs. 84-88. Zo noemt Willem Hendrik Jacob van Westreenen in een nota over zijn collecties uit ca. 1844 een testament
van Gerard van Westreenen uit 1312, dat nu niet meer aanwezig is (fa 114/161-161a; afgedrukt bij J. Euwals, ‘Baron van Westreenen als verzamelaar van vroege Italiaanse schilderkunst’, in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 32 (1981), 247, noot 1).
199
Voorne, van de Ontvangers van het Geestelijk kantoor, en van het klooster van St. Anna (Rijksarchief Zuid-Holland); de archieven van de bisschoppen, en van de Dom (Rijksarchief Utrecht); het archief van de Grote Kerk (Gemeentearchief Alkmaar); de archieven van het St. Barbaraconvent, en van de armenpot (Gemeentearchief Amersfoort); de collectie Schaap (Gemeentearchief Amsterdam); het archief van heerlijkheid Borsele (Gemeentearchief Goes); het archief van het gasthuis (Gemeentearchief Haarlem); het archief van het klooster Maria Magdalena (Gemeentearchief Nijmegen); het archief van de heerlijkheid Albrandswaard (Gemeentearchief Rotterdam); de archieven van de stad, en van vermoedelijk het klooster Nazareth (Gemeentearchief Utrecht); en het Kapittel van de Duitse Orde, Balije van Utrecht.11 Latere aanvullingen In 2003 werden bij het Van Westreenenarchief stukken gevoegd die tot dan toe als onderdeel van het archief van het Fonds van het museum in een kluisje bij de abn-amro en zijn rechtsvoorgangers op de Kneuterdijk waren bewaard: – stukken betreffende de eigendom en het beheer van het pand Prinsessegracht 30 (toegangsnr. 285, fa 182/001-076); – stukken van de executeurs-testamentair van Van Westreenen (toegangsnr. 261, fa 143/001-176). Ook werden in 2012 enkele geschreven documenten van de collectie gedrukte werken overgebracht naar het archief: – –
toegangsnr. 198; fa 183/001-012 (losgemaakt uit 116 c 007) toegangsnr. 222; fa 183/013-020 (olim 115 e 075).
Het archief Van Westreenen werd tussen 1991 en 2012 verder verrijkt door schenking en aankoop.
10
Van Westreenen, die in 1807 al een werkje had gepubliceerd over de oude ridderorden in de Nederlanden [bvw 180701], werkte in overleg met landcommandeur Volkier Rudolph baron Bentinck, heer van Schoonheeten en Yrst, aan een publicatie over het verleden en heden van de Orde (zie toegangsnr. 218). In 1811 werd de Orde opgeheven. Nog in 1812 schonk Bentinck Van Westreenen een handschrift betreffende de Orde (Vande opkomst, voortgang en bevestiginge vande ordre der broeders van het Duytse Huis van Onse Lieve Vrouwe van Ierusalem. Reglement der Duitse Orde, vastgesteld door aartshertog Maximiliaan in 1606. Nu mmw 007 b 017). In de inleiding van de Inventaris van het archief van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht. Utrecht 1982, 16 suggereert de samensteller Ph.J.C.G. van Hinsbergen dat Van Westreenen de 185 charters
200
11
van de Orde op onrechtmatige wijze verkregen zou hebben. Dat is één van de mogelijkheden waaraan men zou kunnen denken, maar zeker niet de enige. De opheffing van de Orde in 1811, en de goede betrekkingen tussen (voormalig) landcommandeur Bentinck en Van Westreenen geven voldoende aanleiding om ook andere mogelijkheden in overweging te nemen. Niet voor niets schreef mr. F.J.W. Fabius, secretaris van de Orde, op 25 februari 1952 aan de hoofdbestuurder van het museum: ‘Hoewel de charters uit het archief van de Duitsche Orde afkomstig zijn, is het juridisch eigendom van deze charters door de Orde moeilijk aan te tonen.’ De rijksarchivaris in Zuid-Holland, H.M. Brokken aan de conservator van het museum, R.E.O. Ekkart, 2 augustus 1982.
In 1991 schonk drs. G.J. Keyser het museum een brief van Van Westreenen aan de firma Payne & Foss te Londen, 1824 (toegangsnr. 80; fa 169/030-031).12 In 1999 werd aangekocht een brief van Van Westreenen aan een onbekende, 1847 (toegangsnr. 80; fa 170/001-002).13 In 2000 ontving het museum, dankzij bemiddeling van de Koninklijke Bibliotheek, als geschenk van mevr. dr. L. Hellinga-Querido brieven van Van Westreenen aan A.J. van Tetroode en D. Groebe, beiden te Amsterdam, 1828-1844 (toegangsnr. 80; fa 169/005029).14 In 2006 werden aangekocht: – –
een brief van Van Westreenen aan Abraham Hendrik Verster van Wulverhorst, 1848 (toegangsnr. 80, fa 170/003-004);15 een brief van Van Westreenen aan Joseph Romain Louis de Kerckhove van der Varent, 1848 (toegangsnr. 80, fa 170/005-006).16
Verder werd het Meermanarchief tusssen 1950 en 1992 verrijkt met enkele stukken. In 1950 schonk mevr. Catharina Margaretha Sandberg (1872-1965), weduwe van Dirk Mollerus, de oorkonde van de verheffing van Gerard Meerman tot Vrijheer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie uit 1769 (toegangsnr. 321; fa 304/001-021). 17 In 1967 ontving het museum via het Nederlands consulaat te Bordeaux een schenking van François Meerman aldaar, die naast enkele oude gedrukte werken ook archivalia en documentatie omvatte: – – – –
12
13
een testament van Diederik Meerman, 1680 (toegangsnr. 291, fa 306/001-006); een beschikking van het stadsbestuur van Delft ten gunste van Johan Fransz Meerman, 1681 (toegangsnr. 292, fa 306/007); een transportakte mede ondertekend door Johan Meerman, 1721 (toegangsnr. 296, fa 306/008); een brief van Johan Meerman aan Jona Willem te Water, 1806 (toegangsnr. 359, fa 305/003-004);
Afkomstig uit een nog niet geïdentifceerde Engelstalige antiquariaatscatalogus, pp. 48-49, nr. 399. Zie Een boekenmuseum verzamelt. Aanwinsten 1987-1991 verworven tijdens het directoriaat van dr. J. Offerhaus (Den Haag 1992), p. 22 en 24, afb. 6. Antiquariaat Frits Knuf (Oss), cat. Old and rare bibliography, 1999, nr. 90.
14
15 16 17
Vermeld in de veilingcatalogus P. Labrijn e.a., Amsterdam, H.G. Bom, 23 november 1892, p. 47, nr. 1236 en 1237. Antiquariaat Fokas Holthuis, Den Haag. Veiling J.J.W.R. van Dijck, Haarlem, Bubb Kuyper, 31 mei 2006, nr. 2791. [Jaarverslag 1950], in: Verslagen ’s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst, 72 (1950), 92.
201
– –
een brief van Johan Meerman aan een onbekend persoon, 1807 (toegangsnr. 360, fa 305/005); ‘Généalogie Meerman ou Merman’ door Anthonie Abraham Vorsterman van Oyen (toegangsnr. 400, fa 307/009-028).
In 1992 schonk het Gemeentearchief Rotterdam een brief van Johan Meerman aan A.M. Jansen, 1809 (toegangsnr. 361; fa 305/001-002). Op een onbekend tijdstip, vermoedelijk tussen 1976 en 1993, verwierf het museum vier brieven van Gerard Meerman aan Pieter de la Court, twee brieven van een chevalier De Bye aan Cornelis van Citters, met een minuut van een antwoord, alle betreffende de genealogie van de familie de Bye, 1750-1751 en z.d. (toegangsnr. 305, fa. 304/022-034).18 Geschiedenis van de bewaring en bewerking van de familiearchieven De periode 1849-1889 Toen de kersverse hoofdbestuurder van het museum, J.W. Holtrop, op zondag 2 september 1849 samen met onderbibliothecaris M.F.A.G. Campbell de collecties van het museum in ogenschouw mocht nemen, was hun eerste werk de collecties te controleren tegen de door Van Westreenen aangelegde registraties. Daarin treft men dan ook diverse potloodaantekeningen van beide heren aan, van toen en later datum. Zie de toegangsnrs 146, 158 en 165 (fa 136/00I-600; 137/001-176t; 138/001-273). Afgezien van de afstoting van archieven die elders thuis hoorden, en de acquisitie van de correspondentie van Gerard Meerman en Gregorio Mayans y Siscar in de veiling Tydeman van 1865, beide reeds in het voorafgaande vermeld, zijn er geen activiteiten met betrekking tot de archieven uit deze periode bekend. De periode 1890-1910 Vrijwel de gehele periode dat Campbell hoofdbestuurder van het museum was (1869-1890), werden de middelen voor ‘opluistering van het museum’ tegen zijn uitdrukkelijke wens aangewend voor een reproductieproject van miniaturen dat op een mislukking uitliep.19 Dit project was doorgedrukt door referendaris Victor de Stuers, hoofd van de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op verzoek van de minister maakte de in 1890 nieuw aangetreden hoofdbestuurder T.C.L. Wijnmalen plannen voor de publicatie van de catalogus van de collecties van het museum. Hij stelde voor te beginnen met de catalogus van de handschriften en gedrukte werken. Er kwam een post voor het drukken van het deel met de beschrijving van de handschriften op de begroting, maar als gevolg van de werkdruk, zijn ziekte en zijn overlijden in 1895 kon hij dat niet realiseren.
18
Deze brieven werden ooit verkocht als kavel 2310 in een niet geïdentificeerde veiling.
202
19
Zie W.A. Laseur, Het Museum MeermannoWestreenianum. Een bijdrage tot de geschiedenis van het museum en zijn bewoners. ’s-Gravenhage 1998, 106-114.
Aantekeningenboekje van Holtrop met een verslag van zijn eerste verrichtingen in het museum. mmw, Oud-archief, correspondentie 1849-1876, nr. 31.
Zijn opvolger W.G.C. Byvanck wilde zich eerst vergewissen in hoeverre die catalogus werkelijk voor de druk gereed was, en stelde in 1896 voor de catalogus te beperken tot alleen de handschriften. Daartoe rekende hij ook de familiearchieven: Daar komt bij dat het Museum Meermanno Westreenianum een reeks van portefeuilles met brieven bezit uit de 17.e, 18.e en begin der 19.e eeuw. Grootendeels zijn het correspondentien met geleerden, met Kunstkoopers en Kunstenaars uit de 18.e eeuw, maar ook familiebrieven, en staatkundige correspondentien zijn daaronder, reisbeschrijvingen worden gegeven enz. Men vindt er brieven van Louis Napoleon, van Bilderdijk, van G.K. van Hogendorp, Klopstock, v. Humboldt om van de 18.e eeuwsche geleerden als Reiske, L. Valckenaer en tutti quanti te zwijgen. Een enkele inventaris met nummers van die overgroote collectie die men gerust op 20000 zoo niet meer kan schatten heeft geen zin. Een korte vermelding van 203
inhoud bij de brieven die zich daartoe leenen, met woordelijke extracten van de allervoornaamsten zou een beeld geven van het patricisch leven van een Hollander der xviii.e eeuw en men zou een catalogus verkrijgen in den zin van de catalogussen der familiepapieren, zoo als ze door de Engelsche Historical Manuscripts Commission thans gemaakt en uitgegeven worden van de Engelsche private archieven der 17.e en 18.e eeuw; en zulk een publicatie zou blijvend nut hebben, daar zij den historischen onderzoeker den juisten weg wees waar hij voor zijn detailstudie verdere nasporingen moest doen.20 In 1897 werd de neerlandicus dr. Gerard Morre (1868-1941) aangetrokken om gedurende negen maanden onder leiding van Byvanck de bestaande beschrijvingen van handschriften en archivalia te uniformeren, aan te vullen, uittreksels te maken, passages af te schrijven en het materiaal te ordenen. Hiervoor ontving hij ƒ 750. ‘De groote reeks der portefeuilles die de familiepapieren der Meermans en van den Baron van Westreenen bevatte, werd zorgvuldig doorloopen, het onbelangrijke apart gehouden, het belangrijke zoo geordend dat het gemakkelijk was te raadplegen.’ 21 De deelinventarissen waarnaar Kernkamp in zijn Inventaris der familiepapieren (1948) verwijst, zijn van Morres hand.22 In 1900 werd voor ƒ 100 een proef gedrukt van het eerste vel van de Catalogue du Museum Meermanno-Westreenianum. Manuscrits. Ière Partie. 23 Het bevat een zeer gedetailleerde beschrijving van stukken betreffende oudere generaties van de familie Meerman uit het familiearchief. De post ‘Voorbereiden en drukken van de Catalogus’ bleef tot en met 1905 op de begroting staan, verdween met de begroting van 1906, kwam terug in 1908 en bleek tenslotte te zijn gebruikt voor de Gids voor de bezoekers van het Museum Meermano-Westreenianum uit 1912. Hij was vervaardigd door Byvancks zoon, de kunsthistoricus Alexander Willem, en behandelde de familieportretten en Egyptische, Griekse en Romeinse oudheden. De archieven en handschriften leken uit het vizier verdwenen. De periode 1911-1948 Het laatste decennium van Byvancks hoofdbestuurderschap stond in het teken van de herinrichting van de achterzaal door zijn zoon en de vervaardiging van de catalogus der incunabelen door pater Bonaventura Kruitwagen o.f.m. en mej. R. Pennink. Onder zijn opvolger P.C. Molhuysen werd sinds 1921 met alle macht gewerkt aan de catalogisering van de overige gedrukte werken. Een catalogus van de gedrukte werken onder redactie van custos A.J. de Mare verscheen van 1937-1940 in drie delen. Het lag in de lijn der verwachting dat daarna de handschriften aan de beurt zouden komen. De opslag en evacuatie van de handschriften in verband met de oorlogsdreiging en de oorlogssituatie
20
21
W.G.C. Byvanck aan de Minister van Binnenlandse Zaken mr. S. van Houten, Den Haag, [29-02-1896]. Archief mmw. [Jaarverslag 1905, retrospectief deel], in:Verslagen omtrent ’s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst, 28 (1905), 142-143.
204
22
23
Zie de toegangsnrs. 287 (fa 184/028-046), 397 (fa 184/113-162) en 413 (fa 184/164-172). Een fragment van de uittreksels vindt men in toegangsnr. 397 (fa 184/173-200). Toegangsnr. 397 (fa 307/001-008).
maakten dat echter onmogelijk. De nieuwe custos J.H. Kernkamp richtte zich toen vooral op het verder ordenen en beschrijven van de ‘familiepapieren’. De inventaris van deze ‘familiepapieren’, grotendeels gereed in 1945, verscheen pas in 1948 doordat de bewerker inmiddels een nieuwe werkkring had gevonden. De archivalia zoals Kernkamp ze aantrof, waren voor een deel geordend, maar bevonden zich ‘ten dele (...) nog in een chaotische toestand’.24 Zijn werkzaamheden richtten zich vooral op die onderdelen van de familiearchieven die nog niet eerder waren bewerkt: de stukken betreffende de oudere generaties van de familie Meerman en het archief van Van Westreenen. De uitsluitend op chronologie geordende series brieven (toegangsnr. 71 (fa 088/001-092/287)25 of toegangsnr. 357 (fa 200/001-236/017)26) en kwitanties (bijvoorbeeld de toegangsnrs 46 en 90 (fa 001/001-055/009)) kwamen hoogstwaarschijnlijk door hem of onder zijn toezicht tot stand.27 Met de reeds in kaart gebrachte delen heeft hij zich niet of nauwelijks beziggehouden, en hij verwijst de gebruiker van de inventaris bij die delen naar de handgeschreven deelinventarissen van Morre. Deze aanpak enerzijds en de beperkingen van de bergruimte in het museum anderzijds leidden ertoe dat de volgorde van de nummers in zijn inventaris en die van de fysieke ordening van de stukken niet met elkaar sporen. Voor het eerst horen we over materiële zorg voor het archief. De brievenseries, voorheen staand geborgen in portefeuilles, werden nu, net als een groot deel van de overige stukken, liggend geborgen in kartonnen stapeldozen. Sommige stukken, zoals de reeks registers van aankoop van boeken, werden ingebonden (toegangsnr. 134 - fa 154/001054; 155/001-029; 156/001-056; 157/001-073). In de vakpers verschenen twee recensies van de inventaris die stevig van inhoud, maar gematigd van toon waren.28 De belangrijkste kritiekpunten waren dat de inventaris zeer summier was, tegen het herkomstbeginsel zondigde – dit werd Kernkamp als gewaardeerd bibliothecaris niet te hard aangerekend, alsof hij niet beter wist –, en zich schuldig maakte aan de ‘door de archiefoeconomie gewraakte keuze’ (hij streefde op het gekozen niveau van ontsluiting geen volledigheid na). De periode 1949-1999 Wat de tekortkomingen en beperkingen van Kernkamps werk ook mogen zijn, door zijn inventaris werden onderzoekers op deze belangrijke historische bron attent gemaakt. Ze maakten er ook ruimschoots gebruik van. Er werden enkele nieuwe deelinventarissen gemaakt, waarvan die van de chronologisch geordende brieven gericht aan Johan Meerman uit 1984 wel de belangrijkste is (toegangsnr. 399; fa 184/061-112). Nu
24 25 26
Kernkamp, Inventaris, 9-10. Gericht aan diverse leden van de familie Dierkens en Van Westreenen. Bijna alle gericht aan Johan Meerman, maar brieven die bijlagen bij brieven aan hem gericht vormden, zijn door de puur chronologische herordening daarvan losgeraakt.
27 28
Zie toegangsnr. 287 (fa 287/047). E.C.M. Prins in Het boek, 30 (1949-1950), 364-366; R. van Roijen in Museum. Maandblad voor filologie en geschiedenis 54 (1949), 77-78.
205
deze nieuwe inventaris er was, konden alle grote brievenseries uit de familiearchieven worden ingevoerd in de electronische Catalogus epistolarum neerlandicarum. De stapeldozen, gemaakt van strokarton, bleken op den duur schadelijk voor de archieven. Zij werden omstreeks 1980 door stapeldozen van kunststof vervangen. De periode 2000-2012 In de loop van 1999 werden voorbereidingen getroffen voor een nieuwe bewerking van de familiearchieven. De doelstellingen daarbij waren: 1 2
3
4
5
de berging van de archieven te verbeteren in overeenstemming met moderne normen (gebruik van zuurvrije materialen, berging in een geklimatiseerde ruimte); de bestaande fysieke ordening van de archieven zoveel mogelijk te handhaven om verwijzingen in de literatuur en in interne documentatiesystemen van het museum niet onbruikbaar te maken; een nummering in te voeren die individuele folia van elkaar onderscheidt en daarmee het verwijzen naar stukken, het lichten en terugplaatsen van stukken, en het bestellen van foto-opnamen sterk vereenvoudigt; een toegang te ontwerpen die a op archivistische leest zou zijn geschoeid; b gedetailleerd zou zijn; c uniform van diepte van ontsluiting zou zijn; d aparte indices zou bevatten van alle in de archieven aanwezige brieven, ook van de brieven die zich buiten de brievenseries bevinden; een digitale toegang te maken in een isad-format.
Met het door Gert Floor, toen student aan de Archiefschool, ontwikkelde Archiefbewerkingsplan voor het archief van W.H.J. van Westreenen van Tiellandt, mede omvattende de archieven van de families Meerman en Van Westreenen, alsmede het archief van Pieter van Damme (1999) meende het museum ook de digitale kant van het plan goed te hebben voorbereid. De zaken namen in 2000 echter een onverwachte wending toen het door de Archiefschool in het vooruitzicht gestelde computerprogramma eerst niet beschikbaar bleek te zijn en vervolgens niet naar behoren functioneerde. Een geschikt en betaalbaar alternatief was op dat moment niet voorhanden. Medio 2000 moest daarom worden besloten op een conventionele inventaris aan te koersen. Van 2000 tot en met 2006 heeft Gert Floor, inmiddels afgestudeerd aan de Archiefschool en in deeltijd bij het museum aangesteld, de archieven herverpakt en genummerd, er een plaatsingslijst van gemaakt, en de brieven, voor zover dat nog niet gedaan was, in databases geregistreerd. Als vertrekpunt voor de samenstelling van de plaatsingslijst dienden de inventaris van Kernkamp en de beschikbare deelinventarissen, waarvan vrijwilliger drs. Pauline van Moorsel, oud-werknemer van het museum, in 1996 digitale versies had vervaardigd. De plaatsingslijst is tot archieftoegangen omgewerkt door Jos van Heel die daarbij dankbaar gebruik kon maken van adviezen van dr. Marijke Bruggeman. Mart van Duijn en Ingrid Jongeneel-Bouwens hebben zich veel moeite getroost om 206
de brievenlijsten te controleren, te corrigeren, aan te vullen en voor publicatie gereed te maken. Opmerkingen bij de huidige bewerking Chronologisch geordende series In het familiearchief Van Westreenen treft men enkele series aan waarbij de chronologie het enige ordeningsprincipe lijkt te zijn. Zo zijn de kwitanties, mogelijk ter voorbereiding van de bewerking door Kernkamp, op jaar geordend en vervolgens binnen een jaar per stuk genummerd. Het gevolg is dat bij de stukken van deze serie lang niet altijd eenvoudig is uit te maken op welke persoon zij betrekking hebben. In deze toegang zijn de kwitanties tot en met het overlijdensjaar van Johan Adriaan van Westreenen (1820) bij hem ondergebracht (toegangsnr. 46), hoewel er zich bij deze groep ook kwitanties van oudere generaties bevinden en van zijn zoon Willem Hendrik Jacob. De kwitanties vanaf 1821 zijn bij Willem Hendrik Jacob geplaatst (toegangsnr. 90), ook al zullen daarbij rekeningen van zijn moeder kunnen voorkomen. Een enigszins vergelijkbare situatie doet zich voor bij de brievenserie beschreven onder toegangsnr. 71. Hier zijn brieven in een chronologisch reeks bijeengebracht die gericht zijn aan of afkomstig zijn van verschillende leden van de familie Van Westreenen en Dierkens, al heeft het overgrote deel betrekking op Willem Hendrik Jacob van Westreenen. Dit laatste was reden om die serie bij hem te plaatsen. Mede vanwege de zeer talrijke concept-brieven van zijn hand die niet vermelden wie de geadresseerde is, is ervan afgezien deze serie in de alfabetische indices op de namen van de afzenders en ontvangers (hoofdstuk vi) te verwerken. Foliëring Bij de bewerking van het archief is ervoor gekozen de bestaande fysieke ordening van de stukken zoveel mogelijk te handhaven en de stukken van een foliëring te voorzien. Aangezien het aantal folia de omvang van stukken inzichtelijk maakt, is ervan afgezien de vorm en omvang ervan nader te beschrijven. Bij sommige series waarvan de stukken op jaar waren geordend en binnen een jaar per stuk waren genummerd (toegangsnrs. 46, 90 en 357), en bij sommige documenten die van een paginering waren voorzien (toegangsnrs 146, 158 en 165) is van foliëring afgezien, vooral omdat daardoor verwijzingen in de bestaande literatuur en documentatiesystemen onbruikbaar zouden worden. Keuze Van het gangbare principe dat men bij de beschrijving van de samenstelling van een dossier geen keuze maakt, maar alle onderdelen vermeldt, is hier enkele malen bewust afgeweken (‘bevat onder meer’). Vasthouden aan dit lofwaardige beginsel zou bij dossiers van een soms zeer heterogene samenstelling, waarbij zonder uitvoerig onderzoek de aard en status van sommige onderdelen moeilijk kan worden vastgesteld, betekenen dat men zich beperkt tot een zeer algemene omschrijving van de inhoud, terwijl andere onderdelen van belang zijn zowel voor de kennis van de persoon als van de ontwikkeling 207
van de (museum)collectie. Als voorbeeld moge dienen toegangsnr. 297, een dossier dat oorspronkelijk was aangelegd vanwege de strijd om een fideicommissionaire nalatenschap, maar dat vanwege zijn sterk genealogische inslag vervolgens werd herbenut en uitgebouwd om de ouderdom en status van de familie aan te tonen. Literatuurverwijzingen Aan de beschrijvingen van dossiers die gediend hebben bij de totstandkoming van publicaties van de archiefvormers, zijn de bijbehorende nummers uit hun bibliografieën in hoofdstuk iv toegevoegd. Van Westreenen/Van Westreenen van Tiellandt Uit praktische overwegingen is ervoor gekozen Willem Hendrik Jacob van Westreenen van Tiellandt in de toegangen op de archieven slechts met ‘Willem Hendrik Jacob van Westreenen’ of ‘Van Westreenen’ aan te duiden. Nummering Net als bij de Inventaris van Kernkamp is de ordening in de toegangen geen weerspiegeling van de fysieke ordening van de stukken. De toegangen hebben een doorlopende nummering. Rechtsonder elke beschrijving is (zijn) in vet (een) aanvraagnummer(s) geplaatst. Bij het aanvragen dienen die laatste nummers altijd vermeld te worden. Citeerinstructie Volledig: Museum Meermanno | Huis van het Boek, Den Haag. Coll. Museum MeermannoWestreenianum, familiearchieven, toegangsnr. 000, aanvraagnr. 000/000 Verkort: mmw, fa, toegangsnr. 000, 000/000 of mmw, fa 000/000 Het vermelden van het toegangsnr. is vooral van belang in gevallen waarin de toegang informatie geeft die niet in de stukken te vinden is.
208
2 Toegang tot het archief van de familie Van Westreenen 1567-1854
104/001-090 161/005 Bevat: Genealogie van het geslacht Van Westreenen, samengesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [1814]. (101/101-121) Stamboom van het geslacht Van Westreenen, [1814]. (161/005) Stukken dienende als bijlagen bij de genealogie van het geslacht Van Westreenen, 1652-1783, bijeengebracht tussen 18101815. Afschriften. (103/001-089) Aanvulling op de stukken dienend als bijlagen bij de genealogie van het geslacht Van Westreenen, 1450-1806, bijeengebracht rond 1815-1816. Merendeels afschriften. (104/001-090) nb. Bij de aanvulling bevindt zich een lijst van stukken (104/002-003).29
persoonlijk de familie van westreenen algemeen Zie ook de toegangsnrs. 34, 41, 74, 97 en 98. 1
Stukken betreffende de genealogie van het geslacht Van Westreenen en aanverwante geslachten, merendeels in afschrift, 1567medio 19de eeuw. 101/001-100, 122-177
2
Genealogieën en genealogische aantekeningen betreffende de familie Van Westreenen, meest van de hand van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1806-1845 en z.d. 100/001-196, 212-286
3
Kwartierstaten en wapenkaarten van leden van de familie Van Westreenen en aanverwante geslachten, met een genealogie van het geslacht Van Westreenen, merendeels vervaardigd door resp. in opdracht van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [midden 18de eeuw-vóór 1820]. 100/197-211, 287-311
4
29
Genealogie van het geslacht Van Westreenen, samengesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met een stamboom, en bijlagen, 1810-[1816]. 101/101-121 103/001-089
5
Genealogie van de afstammelingen van Dirk, buitenechtelijke zoon van Floris V, graaf van Holland, z.d. 161/006 nb. Hier aanwezig omdat het geslacht Van Westreenen van deze Dirk zou afstammen.
bijzonder i
wouter van westreenen (1643-1714) Wouter van Westreenen, heer van Tiellandt, was een zoon van Dirck Woutersz. van Westreenen (?-1668) en Adriana Mabeuge
Niet alle daar genoemde stukken zijn nog aanwezig. Zie de inleiding.
209
van Royesteyn (?-1689). Hij trouwde met Adriana Meerman (1641-1695). Hij was kanunnik van St. Pieter te Utrecht. 6
Brief waarin Wouter van Westreenen aan Huybert van Velthuysen, burgemeester van Utrecht, verzoekt om uit de gevangenis vrijgelaten te worden, 1706 november 27. Expeditie. 141/001
ii gerrit van westreenen (1670-1730) en anthonia adriana turnhout (1690-1754) Gerrit van Westreenen, heer van Tiellandt, was een zoon van Wouter van Westreenen en Adriana Meerman. Hij trouwde (1) met Maria de Visser (1682-1703) en (2) met Anthonia Adriana Turnhout, die na zijn overlijden hertrouwde met Jacobus Canter Visscher (1692-1736). Gerrit was gouverneur van de kust van Coromandel en tevens raad extra-ordinaris van Nederlands-Indië.
11
iii gerrit van westreenen (1708-1742) en maria aletta de joncheere (1708-1785) Gerrit van Westreenen, heer van Tiellandt, was een zoon van Gerrit van Westreenen en Anthonia Adriana Turnhout. Hij trouwde met Maria Aletta de Joncheere, die na zijn overlijden hertrouwde met Jacobus Mersen (1706-1773). Gerrit was pakhuismeester van de Verenigde Oost-Indische Compagnie op de kust van Coromandel. gerrit van westreenen 12 Stukken van Gerrit van Westreenen betreffende het beheer van zijn goederen en vermogen, 1729-1737. 061/018-028 13
Rekeningen van Gerrit van Westreenen, 1731-1736. 056/008-045 nb. Zie ook bij Wouter van Westreenen (toegangsnr. 26)
14
Akte waarbij Gerrit van Westreenen verklaart dat hij zijn legitieme portie in de nalatenschap van zijn vader Gerrit van Westreenen heeft ontvangen, 1734. Authentiek afschrift. 108/001-004
15
Stukken betreffende een vordering van Johan Gerard de Joncheere en zijn echtgenote Aletta Vreem, ten bedrage van ƒ 3000, op Jan Fredrik Teekman te Amsterdam en de pogingen van hun schoonzoon Gerrit van Westreenen om via Pieter Schrick, procuratiehouder te Amsterdam, ervoor te zorgen dat deze schuld afgelost zou worden, 17351755. 180/001-032
16
Akte waarbij procureur Joan Godfried de Haen gemachtigd wordt in alle zaken
gerrit van westreenen 7 Inventaris van de nalatenschap van Gerrit van Westreenen, 1730. 056/001-007 anthonia adriana turnhout 8 Verklaring van Anthonia Adriana Turnhout, weduwe van Gerrit van Westreenen, betreffende de verdeling van diens nalatenschap ten overstaan van haar schoondochter Maria Aletta de Joncheere en de tweede echtgenoot van deze, Jacobus Mersen, 1750. 063/029-036 9
Staat van de uitgaven gedaan door Anthonia Adriana Turnhout, en na haar overlijden in haar naam, ten behoeve van haar kleinkinderen Johan Adriaan van Westreenen en Gerrit Jacob van Westreenen, 1751-1756. 140/233-248
10
Stukken betreffende de nalatenschap van Anthonia Adriana Turnhout, 1754-1756 en z.d. 063/001-022, 037-454
210
Inventaris van de nalatenschap van Anthonia Adriana Turnhout, opgemaakt te Batavia, 1754. Authentiek afschrift. 179/001-293
namens Gerrit van Westreenen op te treden, 1741. Afschrift. 056/046-047
24
Staten van de rekening courant van Maria Aletta de Joncheere, wed. Mersen, bij Richard Muilman en John Berends te Londen, 1782-1783. 109/003-006
25
Memorie van geveilde goederen uit de nalatenschap van Maria Aletta de Joncheere, 1786. 059/025-036
iv
wouter van westreenen (1713-1735) Wouter van Westreenen was een zoon van Gerrit van Westreenen en Anthonia Adriana Turnhout. Hij was raad van justitie in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
26
Rekeningen van Wouter van Westreenen, 1731-1736. 056/008-045 nb. Zie ook toegangsnr. 13.
27
Verklaring van Wouter van Westreenen dat hij, op het punt staand naar Batavia te vertrekken, van Joan Carel de Roo 100 geslagen zilveren ducatons in bewaring heeft genomen om die ten behoeve van De Roo in Batavia te gelde te maken, 1735 maart 30. 061/001
28
Inventaris van de nalatenschap van Wouter van Westreenen, door de klerk Pieter Demagen opgemaakt ten overstaan van weesmeesters te Batavia, 1735 oktober 10. Authentiek afschrift, 1736. 061/002-009
maria aletta de joncheere Zie ook toegangsnr. 55. 17
Stukken betreffende de goederen van Maria Aletta de Joncheere, 1682-1783. 057/001-070 058/001-045
18
Stukken van Maria Aletta de Joncheere betreffende het beheer van haar goederen en vermogen, 1748-1758. 061/029-032
19
Brieven, gericht aan Maria Aletta de Joncheere en haar echtgenoot Jacobus Mersen, 1748-1761. 139/001-305 140/001-232, 249-272 nb. Alfabetisch geordend op naam van de afzender.
20
Testament van Maria Aletta de Joncheere en Jacobus Mersen, 1750. Afschrift. 060/001-007
21
Overeenkomst tussen Maria Aletta de Joncheere en Jacobus Mersen enerzijds en Bartholomeus Visscher anderzijds betreffende een vordering op laatstgenoemde uit de nalatenschap van Gerrit van Westreenen, 1752. 063/023-028
22
Register met overzicht van het effectenbezit van Maria Aletta de Joncheere en Jacobus Mersen, 1758-1785. 059/037-129
29
Rekening van de nalatenschap van Wouter van Westreenen. Authentiek afschrift, 1736.30 061/010-017
23
Testament en inventaris van de nalatenschap van Maria Aletta de Joncheere en Jacobus Mersen, 1761-1774. 059/001-024
v
gerrit jacob van westreenen (1739-1825) Gerrit Jacob van Westreenen, heer van Tiellandt, was een zoon van Gerrit van Westreenen en Maria Aletta de Joncheere.
30
Door de klerk Pieter Demagen afgeschreven uit de weeskamerboeken te Batavia.
211
175/360-361 nb. Deels gedrukt.
Hij trouwde met Susanna Reinira Hooreman (1749-1815). Hij was commandeur van Weerden. 30
Stukken van Gerrit Jacob van Westreenen en zijn broer Johan Adriaan van Westreenen betreffende het beheer van hun goederen en vermogen over de periode 1749-1772. 062/001-012 nb. Betreft de periode dat hun moeder met Jacobus Mersen was gehuwd.
vi johan adriaan van westreenen (17421820) en maria catharina dierkens (1747-1826) Johan Adriaan van Westreenen was een zoon van Gerrit van Westreenen en Maria Aletta de Joncheere. Hij trouwde met Maria Catharina Dierkens. Hij was kanunnik van het kapittel van Oudmunster te Utrecht. Opleiding 31 Latijnse aantekeningen in verband met zijn studie in de rechten, [ca. 1764]. 172/001-312
36
Brieven gericht aan Johan Adriaan van Westreenen en Maria Catharina Dierkens naar aanleiding van hun voorgenomen huwelijk, 1776. 064/069-166
37
Circulaires met kennisgeving van overlijden gericht aan Johan Adriaan Van Westreenen en Maria Catharina Dierkens, 1776-1811. 064/026-035 nb. Gedrukt.
38
Circulaires van kennisgeving van voorgenomen huwelijken, gericht aan Johan Adriaan van Westreenen en Maria Catharina Dierkens, 1778-1802. 064/004-006 nb. Gedrukt.
39
Gelegenheidsgedichten van J. Broer, C.E. Hakbijl, Johannes Wetters en Willem Hendrik Jacob van Westreenen bestemd voor Johan Adriaan van Westreenen en Maria Catharina Dierkens, 1783, 1801. 105/021-024, 067-083
40
Gelegenheidsgedicht bestemd voor Johan Adriaan van Westreenen, 1789. 105/044-051
41
Aantekeningen over de genealogie van de familie Van Westreenen over de periode 1511-1733, [ca. 1800]. 174/020-043 Zie ook toegangsnr. 1
42
Gelegenheidsgedichten van de hand van Johan Adriaan van Westreenen, z.d. 175/354-359
Persoonlijk en familieleven Zie ook de toegangsnrs. 64, 70, 71, 269 en 277. 32
Aantekeningen over recepten, 1766-1803. 174/001-019
33
Verzoekschrift tot verlening van venia aetatis, gericht aan het Hof van Holland en Zeeland, door Johan Adriaan van Westreenen, met kantbeschikking, 1768. 108/007
34
35
Brieven betreffende het geslacht Van Westreenen en aanverwante geslachten, gericht aan Johan Adriaan van Westreenen, 1773-1798. 099/011-029 nb. Chronologisch geordend. Stukken met betrekking tot het huwelijk van Johan Adriaan van Westreenen en Maria Catharina Dierkens, 1776. 064/001-003
212
Financiën en eigendommen Zie ook toegangsnr. 30. 43
Register van het effectenbezit van Johan Adriaan van Westreenen, met de jaarlijkse opbrengsten, 1763-1820.
171/001-048 nb. Met aantekeningen van derden, onder wie zijn zoon Willem Hendrik Jacob van Westreenen. 44
Kasboeken van huishoudelijke uitgaven, 1775-1802. 171/049-269 1775-1779 (171/049-127) 1790-1802 (171/128-269)
45
Kasboeken van huishoudelijke uitgaven, 1817-1820. 158/001-030r 1817 (158/001-003) 1818 (158/004-013r) 1819 (158/013v-021r) 1820 (158/021v-030r)
46
Kwitanties van Johan Adriaan van Westreenen en zijn gezin, 1708-1786, 1801-1820 en z.d. 001/001-026/122 nb. 1. Bij deze kwitanties is geen foliëring aangebracht, maar de reeds aanwezige nummering per stuk binnen een jaar gehandhaafd. Zie de inleiding. nb. 2. Voor de kwitanties van Willem Hendrik Jacob van Westreenen uit later jaren zie toegangsnr. 90. Zie de inleiding. nb. 3. Van de ongedateerde en de oudste gedateerde kwitanties is niet altijd bekend van wie ze afkomstig zijn. Zie de inleiding 1708-1778 (002/001-003) 1779 (003/001-031) 1780 (004/001-048) 1781 (005/001-047) 1782-1784 (006/001-046) 1785-1786 (007/001-037) 1801 (008/001) 1802 (009/001-006) 1804 (010/001) 1805 (011/001-008) 1806 (012/001-033) 1807 (013/001-155) 1808 (014/001-147) 1809 (015/001-165) 1810 (016/001-124) 1811 (017/001-115)
1812 (018/001-149) 1813 (019/001-112) 1814 (020/001-117) 1815 (021/001-132) 1816 (022/001-131) 1817 (023/001-118) 1818 (024/001-124) 1819 (025/001-121) 1820 (026/001-122) Ongedateerd (001/001-099) 47
Kasboeken bijgehouden gedurende de reizen van Johan Adriaan van Westreenen, 18021812. 065/050-059 Reis via Leiden en Utrecht naar Arnhem, Duisburg, Düsseldorf en Keulen, en via het Kleefse land en Nijmegen terug, 1802. (065/052-059) Reis via Leiden naar Utrecht en Amersfoort, 1812. (065/050-051)
Maatschappelijke activiteiten 48 Akte van admissie tot advocaat bij het Hof van Holland en Zeeland voor Johan Adriaan van Westreenen, 1765. Expeditie. 108/005-006 Reizen Zie ook toegangsnr. 47. 49
Aantekeningen over een reis van Batavia naar Holland, 1760-1761. 171/272-273
50
Journaal van een reis naar Breda, Antwerpen, Brussel en Gent, 1776. 065/001-009
51
Journaal van een reis langs de Rijn, Spa, Luik en Den Bosch, 1777. 065/010-016
52
Verslag van een uitstapje naar slot Loevestein, 1794. 065/049
53
Paspoorten van Johan Adriaan van Westreenen, Maria Catharina Dierkens, Rozina van
213
(1747-1826). Hij trouwde in 1826 met Susanna Gerarda van Westreenen, van wie hij zich in 1830 liet scheiden. Hij was adjunct-archivaris van de Bataafsche Republiek, historiograaf van de Orde van de Unie, thesaurier-chartermeester van de Hoge Raad van Adel, Raad en Directeur van de Koninklijke Bibliotheek. Hij is de stichter van het Museum Meermanno-Westreenianum.
Draalen en Willem Hendrik Jacob van Westreenen voor een reis naar Steinfurt, met aanvraag, 1799. 065/017-022 54
Paspoort van Johan Adriaan van Westreenen voor een reis naar Parijs, 1813. 065/023
Nalatenschappen van anderen 55 Aantekeningen betreffende onkosten naar aanleiding van het overlijden van Maria Aletta de Joncheere op 11 december 1785, 1785-1786. 171/274-299 Stukken afkomstig van Maria Catharina Dierkens (1747-1826) 56 Stukken betreffende het onderwijs aan Maria Catharina Dierkens, 1772-1778. 175/001-349 Rekenonderwijs, 1772. (175/001-041) Godsdienstonderwijs, z.d. (175/042-264) Onderwijs in de Nederlandse en Franse taal, z.d. (175/265-349) 57
Gelegenheidsgedicht van Willem Hendrik Jacob van Westreenen voor zijn moeder Maria Catharina Dierkens, 1799. 105/066
58
Verklaring van Nicolaas Dierkens (17571815) dat hij aan zijn zuster Maria Catharina Dierkens acht familieportretten heeft verkocht, 1805 juli 31, met een vidimus van notaris Joannes Huygens, 1805. 108/012-013
59
Tekeningen vervaardigd door Maria Catharina Dierkens, z.d. 167/001-045
vii willem hendrik jacob van westreenen van tiellandt (1783-1848) Willem Hendrik van Westreenen (sinds 1816 Westreenen van Tiellandt) was een zoon van Johan Adriaan van Westreenen (1742-1820) en Maria Catharina Dierkens
214
Opleiding 60 Tekeningen vervaardigd door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, geordend naar genre, 1790-1799, 1811 en z.d. 162/001-163 163/001-168 164/001-171 Portretten en figuren, 1790-1799 en z.d. (162/001-163; 163/001-168) Dieren, 1791-1797. (164/001-097) Planten, 1792-1797. (164/098-135) Landschappen en plaatsen, 1792-1798, 1811. (164/136-171) 61
Tekeningen vervaardigd door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, geordend naar genre, 1791-1803, 1807, 1809, [1824], en z.d. 166/001-204, 214-216 Genrestukjes, 1791-1796, 1803, 1807, 1809 en z.d. (166/001-056) Allegorieën en symboliek, 1791-1798, en z.d. (166/098-125, 214) Militaria en voertuigen, 1791-1795. (166/143-160) Historische voorstellingen, 1795-1796, [1824], en z.d. (166/057-097, 215-216) Monumenten, 1795, 1797, 1799, 1803, 1840, en z.d. (166/126-142) Topografische voorstellingen, 17971802. (166/169-204) Interieurs, z.d. (166/161-168)
62
Schrijfoefeningen in het Nederlands en in het Frans, 1791 en 1795-1800. 144/001-391
63
(Ver)taal-en stijloefeningen in het Frans en Engels, 1794-1800 en z.d. 125/001-045 145/001-342 146/001-105 (Ver)taal-en stijloefeningen in het Frans, 1794-1800 en z.d. (145/001-342) (Ver)taal-en stijloefeningen in het Engels, [ca. 1800]. (146/001-105) Exercices de synonymes français (Franse stijloefeningen in de vorm van opstellen en brieven), door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met correcties in een andere hand,31 [ca. 1800-1803]. (125/001-045) nb. Inliggend een Abrégé de l’histoire de Troyes.
64
Stukken betreffende het godsdienstonderwijs aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, deels door hem geschreven, deels door zijn vader Johan Adriaan van Westreenen, 1795-1796. 173/001-093 nb. 173/014-040 in de hand van Willem Hendrik Jacob van Westreenen.32
65
Stukken betreffende het godsdienstonderwijs aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1797-1799, en z.d. 148/001-233 Korte geschiedenis des bijbels, 17971799. (148/001-107) Aantekeningen bij A. Hellenbroek, Kort begrip der christelyke religie (Dordrecht 1786 of later) [mmw 144 g 005], z.d. (148/108-207) Vragen tot de belijdenis, z.d. (148/208233)
66
31
Album amicorum van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met bijlagen, 1801-1808. 150/001-024
De correcties zijn vermoedelijk van Jan Hendrik de Lussanet de la Sablonière (1761-1843), Van Westreenens docent voor Frans.
Met bijdragen van J. Meerman, 1802. (150/003) J. Visser, 1802. (150/004r) H. van Wijn, 1803. (150/004v) C.D. Graham, 1803. (150/006) Barath, 1803. (150/007) P. van Damme, 1803. (150/008-010r) Ph.G. Zollikoffer d’Altenklingen, 1806. (150/010v) L. van Wijn, 1804. (150/012) N.J. Baake, 1804. (150/013)166 J.H. Hoeufft, 1808. (150/014) 67
Stukken betreffende de opleiding van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1805-1806. 085/030-033, 039 Paspoort voor Willem Hendrik Jacob van Westreenen als cadet-volontair bij het Tweede bataljon Bataafsche artilleristen, 1805 juli 22, met begeleidend schrijven aan de directeur van de artillerieschool in Den Haag, 1805 juli. (085/030-032) Verklaring van de secretaris van de senaat der Leidse universiteit, Carolus Boers, dat Willem Hendrik Jacob van Westreenen op 22 november 1805 door Adriaan Kluit als student is ingeschreven en op 15 oktober 1806 door Carolus Boers is gerecenseerd, 1806. (085/033, 039)
68
Dictaat of uittreksel over de rechtsgeschiedenis, getiteld ‘Brevissima juris historia’, [1805-1806].33 149/001-012
69
Register met rekenoefeningen, getiteld ‘Bartjes cijfferinge uitgewerkt’, z.d. 147/001-167
70
Stukken betreffende het onderwijs in het Engels, Duits, Latijn, deels door Willem Hendrik Jacob van Westreenen geschreven,
32
173/019r: ‘Korte schaakel der Goddelyke Waarheden, begonnen den 2. Ocktober 1795.’; 173/040v: ‘Einde den 13 Juny 1796.’ Geschreven door Willem Hendrik Jacob van Westreenen.
33
215
1790, 1795, 1799-1819, [1822-1826], 18291830, 1840, 1843, en z.d. (130/012-017, 022023, 033, 038-167, 169-195, 197-238, 240-247, 278-284, 291) J.A. van Westreenen, 1784 en z.d. (130/001-011, 018) M.C. Dierkens, z.d. (130/019-021, 024028) M.W. van Alphen, z.d. (130/286) H.J. Caan, 1842 (130/252-253) P. de Griendt Dreux, z.d. (130/168) J. Groeneveld, z.d. (130/251)fa C.G. Lotter, 1806 en z.d. (130/254-277) C.F. Mirandolle, 1807 (130/287-288) J. Wetters, 1822 (130/239) Niet geïdentificeerd, 1805, 1789, en z.d. (130/029-032, 034-037, 196, 248-251, 285, 289-290; 175/353)
deels door zijn vader Johan Adriaan van Westreenen, deels door derden, z.d. 134/034-176 Persoonlijk en familieleven 71 Brieven gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, deels met concepten van antwoord, 1748-1779, 1802-1858 en z.d. 088/001-092/287 nb. 1. Een klein deel van de brieven is gericht aan zijn ouders, Johan Adriaan van Westreenen en Maria Catharina Dierkens (089/026-031, 033-035, 038-039, 043-052, 056057, 075-076), en enkele andere leden van de familie Dierkens (089/004-005, 011-025). Zie de inleiding. nb. 2. Deze brieven zijn niet verwerkt in de indices op de namen van de verzenders en ontvangers (hoofdstuk vi). Zie de inleiding. 1748-1779 (089/001-025) 1802-1809 (089/026-052) 1810-1819 (089/053-203) 1820-1824 (089/204-285) 1825-1829 (090/001-103) 1830-1839 (090/104-203) 1840-1844 (091/001-245) 1845-1858 (092/001-287) Ongedateerd. (088/001-200) 72
Gelegenheidsgedichten en gelukwensen bestemd voor Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1783-1786, 1789-1798, 1801. 105/001-019, 025-043, 052-064, 086-087 nb. 1. Deels gedrukt. nb. 2. Zie ook de toegangsnrs. 39 en 57.
73
Gedichten en gelegenheidstukken van Willem Hendrik Jacob van Westreenen en gedichten van zijn ouders, vrienden en relaties, meest voor hem bestemd, 17841843, en z.d. 130/001-291 175/353 nb. Zie ook toegangsnr. 57. Willem Hendrik Jacob van Westreenen,
34
In 2006 uit handschrift 010 b 036 overgebracht naar het archief.
216
74
Brieven betreffende het geslacht Van Westreenen en aanverwante geslachten, gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met enkele concepten van antwoord, 1799-1829. 099/001-010, 030-222 nb. 1. Chronologisch geordend. nb. 2. Zie ook de toegangsnrs. 1-5.
75
Brieven gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, deels met concepten van antwoord, 1801-1848. 093/001-097/230 a-e (093/001-181) f-m (094/001-252) n-t (095/001-221) v (096/001–196) w-z (097/1–230)
76
Brieven gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met concepten van antwoord, 1802-1845.34 098/001-029
77
Brieven van Johan Meerman aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1806-1809. 266/247-261
78
Circulaires van kennisgeving van voorgenomen huwelijken gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1809, 1843-1846. 064/007-021
79
Adreslijsten voor het verzenden van brieven van kennisgeving betreffende de familie Van Westreenen, opgemaakt door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [vóór 1815], 1847-1848 en z.d. 108/025-029
80
Brieven van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1824-1848. Expedities. 169/005-031 170/001-006 nb. Verworven van 1991 tot en met 2006. Zie inleiding. Aan firma Payne & Foss te Londen, 1824 februari 15. (169/030-031) Aan de boekhandelaar A.J. van Tetroode te Amsterdam, 1828-1834. (169/005-025) Aan D. Groebe te Amsterdam, 18301844. (169/026-029) Aan een onbekende, 1847 mei 18. (170/001-002) Aan A. H. Verster van Wulverhorst, 1848 januari 15. (170/003-004) Aan J.R.L. de Kerckhove van der Varent (1789-1867), 1848 juli 15. (170/005-006)
81
Gelegenheidsgedicht door Hendrik van der Pott bij het huwelijk van Willem Hendrik Jacob van Westreenen en Susanna Gerarda van Westreenen, 1826. 105/086-087
82
Stukken betreffende de scheiding op 29 januari 1830 uitgesproken inzake het huwelijk van Willem Hendrik Jacob van Westreenen en Susanna Gerarda van Westreenen, 1827-1830. 106/001-161 nb. Het huwelijk werd op 9 februari 1830 door echtscheiding ontbonden.
83
Circulaires van kennisgeving van overlijden gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1838-1847 064/036-068
84
Uitnodiging aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen voor een soirée bij zijn buurman, de burgemeester van Den Haag, Lodewijk Constantijn Rabo Copes van Cattenburch, en diens echtgenote, 1834. 132/001
85
Programma van een soirée, 1842. 132/002 nb. Mogelijk bij Lodewijk Constantijn Rabo Copes van Cattenburch.
Financiën Zie ook de toegangsnrs. 43 en 284. 86
Kasboeken van ontvangsten en persoonlijke uitgaven van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1796-1823. 151/001-322 nb. Van 1800 tot en met 1814 zijn de uitgaven gesplitst in gewone en buitengewone (d.w.z. uitgaven voor de collectie). Met ingang van 1815 zijn de uitgaven voor de collectie opgenomen in het register van aankoop van boeken (zie toegangsnr. 134). 1796-1797 (151/001-032) 1798-1800 (151/033-047) 1800-1801 (151/048-078) 1802-1803 (151/079-113) 1804-1806 (151/114-154) 1807-1809 (151/155-195) 1810-1812 (151/196-235) 1813-1814, met bijlagen, 1807, 1809, 1811-1814. (151/236-265) 1815-1819 (151/266-297) 1820-1823 (151/298-322)
87
Kasboekjes van de ‘zakbeurs’ voor kleine uitgaven van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1815-1827. 153/001-148 1815 (153/001-012) 1816 (153/013-025) 1817 (153/026-036)
217
218
1818 (153/037-048) 1819 (153/049-060) 1820 (153/061-071) 1821 (153/072-081) 1822 (153/082-092) 1823 (153/093-104) 1824 (153/105-113) 1825 (153/114-121) 1826 (153/122-133) 1827, met enkele ongedateerde bijlagen. (153/134-148) 88
Kasboeken van huishoudelijke uitgaven van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1820 november-1821, 1826-1848, met bijlagen, 1847-1848 en z.d. 158/030r-300 1820 (158/030r-031) 1821 (158/032-039) 1826 (158/040-043) 1827 (158/044-055) 1828 (158/056-069r) 1829 (158/069r-81r) 1830 (158/081r-096v) 1831 (158/097-109v) 1832 (158/109v-122r) 1833 (158/122v-132r) 1834 (158/132r-138v) 1835 (158/138v-150v) 1836 (158/150v-161r) 1837 (158/161r-172v) 1838 (158/172v-185r) 1839 (158/186v-197v) 1840 (158/197v-208v) 1841 (158/208v-221r) 1842 (158/221r-234r) 1843 (158/234r-246v) 1844 (158/246v-259v) 1845 (158/259v-269r) 1846 (158/269r-282r) 1847 (158/282r-290r) 1848 (158/290r-293v) Bijlagen, 1847-1848 en z.d. (158/294300)
89
Grootboeken van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1817-1848. 152/001-162 1817-1820 (152/001-045) 1824-1826 (152/046-073) 1838-1843 (152/074-126) 1845-1848 (152/127-162)
90
Kwitanties van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1821-1849. 027/001-055/009 nb. 1. Bij deze kwitanties is geen foliëring aangebracht, maar de reeds aanwezige nummering per jaar gehandhaafd. Zie de inleiding. nb. 2. Voor de kwitanties uit vroeger jaren zie toegangsnr. 46. Zie de inleiding. 1821 (027/001-121) 1822 (028/001-114) 1823 (029/001-129) 1824 (030/001-139) 1825 (031/001-117) 1826 (032/001-145) 1827 (033/001-122) 1828 (034/001-130) 1829 (035/001-125) 1830 (036/001-134) 1831 (037/001-108) 1832 (038/001-132) 1833 (039/001-149) 1834 (040/001-099) 1835 (041/001-099) 1836 (042/001-117) 1837 (043/001-107) 1838 (044/001-088) 1839 (045/001-015) 1840 (046/001-004) 1841 (047/001-002) 1842 (048/001-015) 1843 (049/001-140) 1844 (050/001-133) 1845 (051/001-115) 1846 (052/001-131) 1847 (053/001-115) 1848 (054/001-073) 1849 (055/001-009)
Brief van Van Westreenen aan J.R.L. de Kerckhove van der Varent, 1848. Expeditie. mmw, fa 170/005.
219
91
’s Gravenhage, 1826-1837 en 1840-1846. (086/268-284; 087/243-249) Commandant van de Kompagnie Schutterlijke Artillerie, 1831. (087/029-030) Staatsraad in buitengewone dienst, 1836. (087/102-105) Lid van de Staten van (Zuid-) Holland, 1837-1848. (086/147-163, 173-225) Verzoek van Willem Hendrik Jacob van Westreenen aan koning Willem ii om hem de vacante functie van opperschenker te verlenen, 1841 december 16. (169/004) nb. Fotokopie van het origineel dat zich bevindt in het Nationaal Archief (Den Haag), Kabinet des Konings, (1814) 1841-1897, toegang 2.02.04, inv.nr. 4142.35 Buitengewoon kamerheer van koning Willem ii, 1842. (087/309-315)
Stukken betreffende de bezittingen en het vermogen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1826-1847, 1849 en z.d. 109/007-113
Maatschappelijke activiteiten Functies 92 Stukken betreffende de verwerving en de uitoefening van diverse maatschappelijke functies door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1807-1842. 085/040-197, 385-391 086/001-037, 094-109, 147-163, 173-225, 268-284, 317-321 087/029-030, 102-105, 243-249, 309-315 116/036-064, 130-135 134/001-016 135/001-074 169/004 Historiograaf van de Orde der Unie, 1807. (085/040-123) Adjunct-archivaris van het Koninkrijk, 1807. (085/124-197) Erefuncties aan het hof, 1807-1835. (135/001-074) Lid van de jury in een rechtzaak, 1813. (085/385-389) Adjudant-secretaris der Oranjegarde met de rang van eerste luitenant, 1813. (085/390-391) Kapitein-kwartiermeester der Haagsche Schutterij, 1814. (086/001-013, 318-321; 134/001-016) Thesaurier-chartermeester bij de Hoge Raad van Adel, 1814-1817. (086/014-037) Redacteur van de statuten van de Militaire Willemsorde, [1814-1815]. (116/036-064, 130-135) Assistent-ceremoniemeester bij de doop van Willem Alexander Frederik Nicolaas Maurits Michel prins van Oranje-Nassau (1818-1848), zoon van de latere koning Willem ii, 1818. (086/094-109, 317) Lid van het college van notabelen van de Nederduitsch Hervormde Gemeente te
Lidmaatschappen van genootschappen en andere organisaties 95 Stukken betreffende Willem Hendrik Jacob van Westreenen als lid van genootschappen en andere organisaties, 1804-1847. 085/001-029, 034-038, 198-384 086/038-093, 238-267, 285-316 087/001-013, 015-028, 031-101, 106-242, 250-308, 316-376, 384-400 Directeur van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen te Middelburg, 1804. (085/001-029)
35
36
In 1978 ontvangen van Jhr.mr. W. Baud.
220
93
Reglementen en jaarrekeningen van de Onderlinge Brandwaarborg-Maatschappij te Amsterdam, 1818-1847.36 160/001-318 nb. Deels gedrukt.
94
Brieven van J. de Jong en L.M. Schouwenburg als directieleden van de Onderlinge Brandwaarborg-Maatschappij te Amsterdam aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen als commissaris van deze maatschappij, met concepten van antwoord, 1827-1848. 159/001-408
Van Westreenen was van 1827 tot zijn overlijden in 1848 commissaris.
Lid van de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1805. (085/034-038) Correspondent van de Tweede Klasse van het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten te Amsterdam, 1809. (085/198-384) Erelid van het Genootschap ‘Kunstliefde spaart geen vlijt’, 1816. (086/038-093)37 Correspondent van de Academia Romana di Archeologia, 1823. (086/238-241) Corresponderend lid van de Société royale des antiquaires de France, 1823. (086/242-261) Lid van de Egyptian Society te Londen, 1826. (086/262-267) Lid van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 1827. (086/285-316) Lid van het Koninklijk Genootschap van de Schoone Kunsten en Letterkunde te Gent, 1828. (087/001-005) Erelid van de Mineralogische Gesellschaft te Jena, 1828. (087/006-013) Corresponderend lid van de Académie des sciences, belles-lettres et arts de Toulon, 1829. (087/015-019) Corresponderend lid van de Société d’agriculture, sciences et arts du département de l’Eure te Evreux, 1829. (087/020024) Corresponderend lid van de Société royale des sciences, de l’agriculture et des arts de Lille, 1831. (087/025-028) Lid van de Königliche Gesellschaft für Nordische Altertumskunde te Kopenhagen, 1833. (087/031-032) Corresponderend lid van de Société polytechnique te Parijs, 1834. (087/033-036) Corresponderend lid van de Académie des sciences, arts et belles-lettres de Dijon, 1834. (087/037-041) Lid van de Académie royale des sciences, belles-lettres & arts de Marseille, 1834. (087/042-046)
37
Corresponderend lid en erelid van de Société des sciences, lettres et arts d’Anvers, 1834. (087/047-052) Lid van de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, 1835, 1842-1843. (087/053-076) nb. Deels gedrukt. Erelid van het St. Jorisgilde te Noordwijk, 1835. (087/077-084) Corresponderend lid van de Société des sciences physiques, chimiques et arts agricoles et industriels de France, 1835. (087/085088) Gewoon lid van het Istituto di correspondenza archeologica te Rome, 1835. (087/089-097) Corresponderend lid van het Institut historique te Parijs, 1835. (087/098-101) Erelid van de Royal Society of Literature te Londen, 1836. (087/106-123) Corresponderend lid van de Akademie der Wissenschaften te Göttingen, 1837. (087/124-133) Erelid van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, 1837. (087/134-135) Corresponderend lid van de Thüringisch-Sächsische Verein für Erforschung des vaterländischen Alterthumes und Erhaltung seiner Denkmale te Halle en Berlijn, 1837. (087/136-138) Erelid van de Society of Antiquaries te Londen, 1838. (087/139-145) Erelid van de Verein für Geschichte und Alterthumskunde Westphalens te Münster, 1838. (087/146-150) Erelid van de Société archéologique d’Athènes, 1838. (087/151-167) Corresponderend lid van de Société d’archéologie du département de la Somme, 1838. (087/168-172) Erelid van de Deutsche Gesellschaft zur Erforschung vaterländischer Sprache und Alterthümer te Leipzig, 1838. (087/173-178) Verzoek van Van Westreenen om lid te
Het genootschap ging in 1818 op in de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen.
221
mogen worden van de Société d’archéologie te Moskou, 1838. (087/179) Lid van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, 1838. (087/180-204) Uitnodiging om lid te worden van de Gesellschaft der Bibliophilen te Stuttgart, 1839. (087/205-210) Erelid van het genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam, 1840. (087/211-236) Donateur van de Société royale pour l’encouragement des beaux-arts te Antwerpen, 1840. (087/237-238) Erelid van de Historischer Verein für Oberfranken te Bamberg, 1840. (087/239242) Buitenlid van de Antwerpsche Rederijkerskamer ‘Den Olyftak’ onder de zinspreuk: ‘Labore et constantia’, 1840. (087/250-254) Corresponderend lid van de Société libre d’émulation de Liège, 1840. (087/255279) Erelid van de Maatschappij ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, 1841. (087/280-299) Lid van de Société d’émulation de Bruges, 1841. (087/300-308) Corresponderend lid (later erelid) van de Académie d’archéologie de Belgique te Antwerpen, 1843. (087/316-331) Uitnodiging om toe te treden tot de Ordre asiatique de morale universelle te Parijs, 1843. (087/332-358) Corresponderend lid van de Society of Antiquaries of Scotland te Edinburgh, 1844. (087/359-371) Lid van het Kongelige Nordiske Oldskrift Selskab te Kopenhagen, 1845. (087/372376) Erelid van de Société pour la recherche et la conservation des monuments historiques dans le Grand-Duché de Luxembourg, 1847. (087/384-400) 96
Stukken betreffende de Tweede Klasse van het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten te Amsterdam, 1809-1833. 123/035-044 124/265
222
133/031-144 Brieven gewisseld tussen (leden van) de Tweede Klasse en Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1809-1833. (133/041-044, 100144). Daarnaast onder meer: ‘Alphabetische opgaave van eenige woorden etc. in de penningkunde gebruikelijk’, door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1810. (123/035-044; 133/033038) Lijst van te behandelen onderwerpen, opgesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 1810-1820]. (124/265) Lijst van penningen uit de periode 1436-1702 die zich in de verzameling van Willem Hendrik Jacob van Westreenen bevinden en bij Van Mieris en Van Loon niet, of in een sterk afwijkende vorm, voorkomen, 1819. (133/039-095) Lijst van penningen (1732-1787) uit de verzameling van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1822. (133/096-099) Verheffing in de adelstand 97 Stukken betreffende de pogingen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen om in de adelstand van het Franse keizerrijk te worden verheven, 1811-1813. 134/017-033 98
Stukken betreffende de verheffing van Willem Hendrik Jacob van Westreenen in de adelstand van het Koninkrijk der Nederlanden en de inzending van het geslachtswapen, 1814-1816. 102/001-030
99
Oorkonde van de verheffing van Willem Hendrik Jacob van Westreenen in de adelstand van het Koninkrijk der Nederlanden, 1815. 161/001
100 Verklaring betreffende het wapen en de voorouders van Willem Hendrik Jacob van Westreenen door Emmanuel O’Kelly de Galway, 1815. 161/004
101 Stukken betreffende de opname van Willem Hendrik Jacob van Westreenen in de ridderschap van Holland, 1817-1819. 086/110-146 102 Stukken betreffende de verlening van de titel van ridder aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1818. 086/226-234 103 Oorkonde van de verlening van de titel van ridder aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1818. 161/002 104 Stukken betreffende de verlening van de titel van baron aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1821. 086/235-237 105 Oorkonde van de verlening van de titel van baron aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1821. 161/003 106 Stukken betreffende de opname van Willem Hendrik Jacob van Westreenen in de ridderschap van Zuid-Holland, 1840. 086/164-172 107 Verklaring van Jacob Derk Burchard Anne van Heeckeren tot Enghuizen, Nederlands ambassadeur te Wenen, dat nooit een graaf Van Westreenen kamerheer van de Oostenrijkse keizer is geweest, met bijlage, 1846. 087/377-383 Onderscheidingen 108 Stukken betreffende de verwerving van onderscheidingen door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1814-1840. 084/001-182 Erepenning der Haagsche vrijwilligers van 1813, 1817. (084/004-008)
38
Aantekeningen, 1814 en z.d. (084/001003); Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw, 1815. (084/010-015) Ridder in de Orde van Saint-Michel, 1816-1825.38 (084/016-036, 184-188) Ridder in de orde van het Gulden Spoor, 1823. (084/037-044) Commandeur in de Ordre du Phoenix d’Hohenlohe, 1827. (084/045-057) Rechtsridder van de Johanniter Orde, 1831-1833. (084/058-105) Ridder derde klasse in de Orde der Guelphen, 1835. (084/106-118) Commandeur in de Orde van Sint Anna te Sint Petersburg, 1836. (084/119-141) Commandeur in de Orde van de Witte Valk, 1836. (084/142-143) Ridder in de Orde van Dannebrog, 1837. (084/144-180) Alte Adel-Ritter und Stifts-Orden der Vier Kaiser, 1840. (084/181) Verdienstorden des Limburg-oder Holstein-Limburgischen Löwen, angehörig dem Alten Adels-Ritter und Stifts-Orden der Vier Deutschen Kaiser, 1840. (084/182) 109 Tekst voor een bul ter verlening van een eredoctoraat in de letteren aan de universiteit van Leiden, z.d. Concept. 084/183 nb. Zonder tenaamstelling. Reizen Zie ook de toegangsnrs. 50-53. 110 Verslag van en stukken betreffende een reis door Holland en Utrecht, 1798. 065/024-037, 047-048 nb. Deels gedrukt. 111 Aantekeningen betreffende een bezoek aan Rotterdam, 1800. 065/038
Betreft een mislukte poging om door schenking van het huidige handschrift mmw 010 c 012 aan de Franse koning deze onderscheiding te verwerven.
223
112 Verslag van een reis door Holland en Utrecht, 1801. 065/039-046 113 Stukken betreffende de bezichtiging van boekenverzamelingen te Haarlem, en van de omgeving van die stad, 1801 en 1803. 066/233-248 nb. Deels gedrukt. 114 Verslag van en aantekeningen betreffende een reis langs de Rijn, 1802. 066/116-232, 247 115 Paspoorten van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1820 en 1838. 083/001-002 Voor een reis naar Parijs, 1820. (083/001) Voor een reis door de Noordelijke provinciën, 1838. (083/002) 116 Verslag van en stukken betreffende een reis naar België, Parijs en het noorden van Frankrijk, 1827. 067/001-272 nb. Deels gedrukt. 117 Verslag van en stukken betreffende een reis naar Aken, Spa en langs de Maasoevers, 1829. 068/001-098 nb. Deels gedrukt. 118 Verslag van en stukken betreffende een reis door het zuiden en westen van Duitsland, 1830. 069/001-107 070/001-033 nb. Deels gedrukt. 119 Verslag van en stukken betreffende een reis door Duitsland, Zwitserland en Italië, 1833. 070/034-454 nb. Deels gedrukt. 120 Verslag van en stukken betreffende een reis naar Engeland, door Frankrijk naar Italië en
224
via Zwitserland en langs de Rijn weer terug, 1834 [bvw 197201]. 071/001-663 nb. Deels gedrukt. 121 Verslag van en stukken betreffende een reis naar Engeland, 1835 [bvw 197201]. 072/001-157 nb. Deels gedrukt. 122 Verslag van en stukken betreffende een reis naar Duitsland, 1836. 073/001-385 nb. Deels gedrukt. 123 Verslag van en stukken betreffende een reis door Nederland, langs de Rijn en Moezel, door Luxemburg en de Ardennen en langs de Rijn weer terug naar Duitsland, 1837. 074/001-166 nb. Deels gedrukt. 124 Verslag van en stukken betreffende een reis door België, 1839. 075/001-076 nb. Deels gedrukt. 125 Verslag van en stukken betreffende een reis naar het westen van Duitsland, 1840. 076/001-112 nb. Deels gedrukt. 126 Verslag van en stukken betreffende een reis door België en het noorden van Frankrijk naar Parijs, langs de Loire en weer terug, 1841. 077/001-168 nb. Deels gedrukt. 127 Verslag van en stukken betreffende een reis door Utrecht, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland, 1842. 078/001-072 nb. Deels gedrukt. 128 Verslag van en stukken betreffende een reis door Engeland, Ierland en Schotland, 1843. 079/001-164 nb. Deels gedrukt.
129 Verslag van en stukken betreffende een reis door Zeeland en België; en terug langs de Maas en de Rijn, 1844. 080/001-079 nb. 1. Deels gedrukt. nb. 2. Hierbij een ontwerp van Willem Hendrik Jacob van Westreenen voor een monument dat ter ere van de incunabeldrukker Ulrich Zell te Lyskirchen bij Keulen zou moeten worden opgericht. (080/076) 130 Verslag van en stukken betreffende een reis door België, het zuiden van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije naar Praag; en door het zuiden van Duitsland en langs de Rijn terug, 1845. 081/001-395 nb. Deels gedrukt. 131 Verslag van en stukken betreffende een reis door Duitsland langs de Rijn, de Main, de Neckar en de Ahr, 1846. 082/001-104 nb. Deels gedrukt. 132 Stukken opgesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen ter voorbereiding van eigen reizen of als reisadvies ten behoeve van derden, z.d. 083/003-056 België (083/027-030) Duitsland (083/006-026) Engeland (083/031-036) Italië (083/037-053) Griekenland (083/054-056) Nederland (083/003-005) 133 Visitekaartjes van personen die Willem Hendrik Jacob van Westreenen op zijn reizen heeft ontmoet, z.d. 083/057-107 nb. Alfabetisch geordend op persoonsnaam. Collectievorming en -beschrijving nb. Tenzij anders vermeld, zijn de teksten van de hand van Willem Hendrik Jacob van Westreenen.
Algemeen 134 Register van aankoop van boeken en andere collecties, 1815-1832, met enkele meegebonden bijlagen, 1834-1847. 154/001-054 155/001-029 156/001-056 157/001-073 nb. Voor de aankopen van 1796-1814 zie toegangsnr. 86. 1815 (154/001-003) 1816 (154/004-006) 1817 (154/007-008) 1818 (154/009-011) 1819 (154/012-015) 1820 (154/016-018) 1821 (154/019-021) 1822 (154/022-025, 055-056) 1823 (154/026-030) 1824 (154/031-038) 1825 (154/039-045) 1826 (154/046-051) 1827 (154/052-054) 1828 (155/001-007) 1829 (155/008-013) 1830 (155/014-018) 1831 (155/019-022) 1832 (155/023-029) 1833 (156/001-005) 1834 (156/006-010) 1835 (156/011-018) 1836 (156/019-025r) 1837 (156/025v-031) 1838 (156/032r-037v) 1839 (157/001-008) 1840 (157/008a-011) 1841 (157/012-017) 1842 (157/018-024) 1843 (157/025-031) 1844 (157/032-037) 1845 (157/038-041) 1846 (157/042-048) 1847 (157/049-052) 1848 (157/053-055) Bijlagen, 1834-1847 (156/038-042; 157/060-073)
225
135 Lijst van voorwerpen geplaatst in de woonen werkvertrekken, [ca. 1835]. 124/212-213 136 Staat van de gelden van 1800 tot en met 1848 besteed aan de vorming van zijn collecties, opgemaakt door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met aanvullingen en aantekeningen van Jan Willem Holtrop en Marinus Fredrik Andries Gerardus Campbell, [1848] en z.d. 124/167-174 137 Aantekeningen betreffende voorwerpen uit de collectie van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, na diens overlijden gemaakt door Jan Willem Holtrop, [ca. 1848-1852]. 137/195-198 138 Stuk met de titel ‘Notice des statues et bustes moulés’, z.d. 137/193-194 Handschriften en gedrukte werken 139 ‘Catalogus der boeken van W: H: J: van Westreenen (in 1799)’, en ‘Verzaameling van Oude drukken en Handschriften’, 1799. 124/001-008 140 Catalogus van oude drukken en handschriften getiteld ‘Catalogue raisonné des anciennes éditions du cabinet de G: H: J: de Westreenen. Imprimées avant l’an 1560’ en ‘Catalogue des anciens manuscrits de G: H :J: de Westreenen’, [1801]. 124/009-033 141 Stukken betreffende (de aankoop van) handschriften en gedrukte werken uit collecties en op veilingen, 1803-1830. 127/001-114 W. van Irhoven van Dam, 1803. (127/022-025) Cl. Gros De Boze, 1806. (127/001-020) M. Röver, 1806. (127/021) G.J. de Servais, 1808. (127/026-029) J. Schonck, 1819-1820. (127/031-035) A.Th.Ph. d’Yve, 1819-1820. (127/030, 036-039, 042-042a)
226
J. de Mac-Carthy Reagh, 1819-1820. (127/040) C. de la Serna Santander, 1819-1820. (127/041) C.G. Hultman, 1821. (127/043-048) D. Wyttenbach, 1822. (127/049-050) J.C. du Tour, 1824. (127/051-054) Abdij van Tongerlo, 1825. (127/055-066) J. Koning, 1828. (127/067-111) J.P. Noiret de Bruyn, 1830. (127/112) E. Hendrikse, 1830. (127/113-114) 142 Catalogus van de collectie Jan Anthon Naber, geveild in Den Haag bij Thierry en Mensing op 10 oktober 1803, met aantekeningen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1803. 169/032-051 nb. Gedrukt. Fragment (pp. 161-199). 143 Catalogus van de blokboeken en incunabelen uit de collectie, getiteld ‘Monumenta typographica ex Museo Westreeniano’, [ca. 1813]. 124/034-066 nb. In de catalogus zijn de titels geordend naar het jaar van publicatie. 144 Stukken betreffende verscheidene handschriften en oude drukken, waarvan sommige uit de verzameling van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 18161830]. 124/067-144 nb. Hierbij onder meer een lijst van incunabelen waarvan vastgesteld kan worden dat zij in 1828 werden aangekocht. (124/118119) 145 Stukken betreffende de aankoop van handschriften en gedrukte werken bij handelaren, 1822-1833 en z.d. 127/115-145, 162-163 Wed. Cijfveer, 1822. (127/115-116) J.L. Schmidmer, 1828-1830. (127/117126) Coppenrathsche Buchhandlung, 1830. (127/127-129) In Châtillon-sur-Seine, 1831. (127/163)
J. Altheer, 1832-1833. (127/130-145) G. (of A.) Bakhuijzen, z.d. (127/162) B. Scheurleer, z.d. (127/162) 146 Catalogus van handschriften en gedrukte werken getiteld ‘Catalogue des livres du cabinet de Mess.re Guil. Henr. Jacq. de Westreenen de Tiellandt’, samengesteld door hemzelf, [ca. 1825-1847] 136/00I-600 137/001-118, 176a-t nb. 1. Deze catalogus bevat slechts een zesde van Van Westreenens bibliotheek, alleen ‘the virtue part’, aldus de inleiding (136/0IIr). nb. 2. Met potloodaantekeningen van Jan Willem Holtrop en Marinus Fredrik Andries Gerardus Campbell, [ca. 1850]. Zie de inleiding. nb. 3. Bij dit stuk is de reeds aanwezige paginering gehandhaafd. Zie de inleiding. Bevat: Een naar onderwerp ingedeelde catalogus van de handschriften en bijzondere drukken. (136/001-600) Een chronologisch geordende lijst van de handschriften. (137/005-017) Een topografisch-chronologisch geordende lijst van de incunabelen. (137/033098) Een overzicht van de aantallen incunabelen per jaar van uitgave. (137/095) Een overzicht van de aantallen incunabelen voor de verschillende plaatsen van uitgave, geordend volgens de topografische verspreiding van de boekdrukkunst in de loop van de tijd. (137/97-98) Een lijst van de in de collectie aan-
39
Bij ‘Eene verzameling van uitgelezene Politieke Tractaten, rakende de Nederlandsche en andere geschiedenissen. in de xvi en xvii Eeuw, in 29 banden’ die tijdens de Meermanveiling van 1824 voor ƒ 58-50 werd verkocht, tekende Van Westreenen in zijn exemplaar van de catalogus aan: ‘Nader voor ’t grootste gedeelte overgegaan bij W[estreenen]’ (mmw 141 b 012, dl. 3/1, p. 164, nr. 657). Hij nam ze in juli 1824 over van de boekhandelaar Laing (fa 159/032v: ‘Voor een verzameling van Politieke Nederl: Tractaaten in 83
wezige uitgaven van de drukker Aldus Manutius te Venetië. (137/099-101) Een lijst van de in de collectie aanwezige uitgaven van leden van de Nederlandse uitgeversfamilie Elzevier. (137/103-110) Een lijst van de in de collectie aanwezige, door de Elzeviers uitgegeven landbeschrijvingen (de zogenaamde ‘republieken’). (137/104a-104d) Een lijst van gedrukte werken uit de catalogus van C. de la Serna Santander van 1803. (137/1110a-110c) Een lijst van de in de collectie aanwezige werken gedrukt op perkament. (137/111) Een lijst van de in de collectie aanwezige uitgaven van de drukker Cazin uit Reims. (137/176a-176f) Lijsten van de in de collectie aanwezige letterproeven van de drukkerij van de Congregatio de propaganda fide in Rome. (176q176s) Een overzicht van de samenstelling van de collectie pamfletten, bestaande uit 2266 exemplaren, chronologische geordend van 1550 tot 1813, verdeeld over 48 portefeuilles, met opgave van de aantallen per jaar.39 (137/176t) Stukken met betrekking tot het beheer van de boekencollectie. (137/176g-1176h, 176j-176p). 147 Aantekeningen, uittreksels en stukken betreffende de opbouw, het beheer en de beschrijving van de verzameling vroege boekdrukkunst en handschriften, [ca. 1831-1841]. 128/019-255
portefeuilles en 16 banden overgenomen van den Hr Layng ƒ 40-”-.’). Een ander exemplaar van de hier genoemde lijst van 2266 pamfletten, voorzien van aantekeningen van Holtrop ligt in handschrift 010 c 034, een omstreeks 1780 opgemaakt register op een chronologisch geordende pamflettenverzameling, lopend van 1584-1760, geborgen in 18 blauwe kartonnen banden. Deze laatste verzameling is in de huidige verzameling niet meer herkenbaar.
227
129/001-287 nb. Deels gedrukt. Bevat onder meer: Uittreksels uit werken van: J.C. von Aretin (128/196-199, 246) J.B. Audiffredi (128/058-061, 065-074) J.J. Bauer (128/075-082) T.F. Dibdin (128/094-153, 247-248) W.D. Fuhrmann (129/281-282) A.H. Lackmann (128/034-037) C.T. von Murr (128/093) de Nouvelle Bibliothèque Germanique (128/038-045) W.Y. Ottley (128/160-172) G.W. Panzer (128/024-033, 057, 062-064) E.G. Peignot (128/083-092) S. Seemiller (128/046-056) Lijst van aankopen van oude drukken en handschriften, [ca. 1831-1841]. (129/153158) Lijst van aankopen van incunabelen in 1834-1835, grotendeels geordend naar jaar van verschijnen, [1835]. (129/149-152) Lijst van aankopen van incunabelen, kort na 1835. (129/145-148) Overzicht van de edities en exemplaren van Donatus, De octo partibus orationis en Alexander de Villa Dei, Doctrinale in het bezit van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 1835]. (129/196-205) Aantekeningen ter voorbereiding van de ‘Catalogue des livres du cabinet’ (zie toegangsnr. 146), z.d. (129/010-126, 145-158, 231-234) Instructies voor de boekbinder, z.d. (129/207-208, 226-228) Maatstroken en maattekeningen van incunabelen, z.d. (129/209-215) Afschrift van de brief van Gianandrea de Bussi, bibliothecaris van de Vaticaanse bibliotheek, aan paus Sixtus iv over de incunabeldrukkers Sweynheim en Pannartz, die was afgedrukt in hun uitgave van Nicolaus de Lyra, Postilla super totam bibliam, dl. 4. Rome [1472]. [idl 3359], z.d. (129/283-285)
40
In 2006 uit handschrift 010 b 036 overgebracht naar het archief.
228
Aantekeningen over beschrijvingen en afbeeldingen van lijkstaties in de Nederlanden, z.d. (129/286-287) 148 Stukken betreffende documenten van of met betrekking tot stadhouder-koning Willem iii, door Willem Hendrik Jacob van Westreenen bij de boekhandelaar Thorpe te Londen aangekocht in commissie voor koning Willem i, 1836. 127/146-158 149 Lijst van incunabelen en andere gedrukte werken verworven van ca. 1842 tot en met 1847, [1847]. 128/014-015 150 Lijst van incunabelen, andere oude drukken en handschriften verworven van 1844 tot en met 1848, [1848]. 128/016-017 151 Register van de verzameling autografen, z.d.40 124/267-270 152 Lijst van Elzevieruitgaven en aantekeningen over andere gedrukte werken, z.d. 127/159-160 153 Lijst van 24 niet-Nederlandse pamfletten, geschreven door een onbekende hand, z.d. 128/001-013 nb. Deze pamfletten zijn niet in de collectie van het museum aanwezig. Overige werken op papier en perkament 154 Verzameling van prenten en tekeningen, geordend naar genre, 1750, 1785, 1788 en z.d. 165/001-276 nb. Een deel van de tekeningen is van de hand van Willem Hendrik Jacob van Westreenen. Studies naar pleisterbeelden, 1785, 1788, en z.d. (165/117-276)
Figuren, 1750 en z.d. (165/001-074) Planten, dieren en landschappen, z.d. (165/075-109) Ingekleurde prenten en knipsels, z.d. (165/110-116) 155 Tekeningen, aquarellen en papierknipselkunst, 1778, [1783], 1790, 1842-1843. 167/046-063 156 Prenten met militaire voorstellingen, z.d. 166/205-213 157 Lijst van de verzameling charters, z.d. 137/183-192 nb. 1. Met correcties, in 1893 door mr. A. Telting (Algemeen Rijksarchief) aangebracht. nb. 2. Met een beschrijving van de verdeling over zes laden, in 1893 door dezelfde archivaris opgesteld. Oudheden 158 Inventaris van de verzameling oudheden, opgesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 1825-1834], met aantekeningen van Jan Willem Holtrop en Marinus Fredrik Andries Gerardus Campbell, [ca. 1849-1852]. Zie de inleiding. 137/119-167 nb. 1. Zie de inleiding. nb. 2. Bij dit stuk is de reeds aanwezige paginering gehandhaafd. Zie de inleiding. Antiquités égyptiennes. (137/119-131) Antiquités persipolitaines et étrusques. (137/132) Antiquités grecques. (137/133-138) Antiquités romaines. (137/139-162) Antiquités du peuples germaniques &c. (137/163-164) Antiquités des premiers tems du christianisme. (137/165) Antiquités du moyen-âge &c. (137/166) Antiquités indous (137/167) 159 Stuk papier, ter verpakking van een oudheid, met aantekeningen, z.d. 124/214
Munten, penningen, gesneden stenen en zegels Zie ook de toegangsnrs. 96, 242 en 405. 160 Catalogus van de verzameling antieke munten, met bijlagen, [ca. 1802-1805]. 119/001-080 Catalogus. (119/001-035) ‘Notitien tot leiding gebruikt by de schikking van myn penning-kabinet.’ (119/036-080) 161 Stukken betreffende de vorming van de numismatische collectie, 1804-1805. 121/008-071 nb. Deels gedrukt. (121/009-010, 012014, 023-034) Het betreft: De collectie Jacob Hendrik Hoeufft, in 1802 door Pieter van Damme gekocht en in 1804 door Van Westreenen van hem overgenomen, 1802. (121/008-014) Aan- en verkopen op 29 april 1805 tijdens een anonieme veiling bij Van Daalen Wetters in Den Haag, 1805. (121/015-022) Catalogus van de dubbelen uit de collectie van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, op 4 mei 1805 in Den Haag bij Van Daalen Wetters geveild, 1805. (121/023-071) nb. Twee exemplaren in handschrift en één in druk. 162 Lijsten van aan te kopen of gekochte kavels op de veiling van de collectie van Pieter van Damme (1808), en de kwitanties van de aankopen, 1808 en z.d. 408/019-025, 028-037 163 Stukken betreffende de aankopen op de veiling van de collectie van Pieter van Damme (1808) gedaan door Willem Hendrik Jacob van Westreenen voor zichzelf en in commissie voor Anna Cornelia Mollerus, Jan Hendrik de Lussanet de la Sablonière, François Pierre Guillaume van Schuylenburch van Bommenede, en Nicolaas Cornelis Lambrechtsen, [1808]. 122/395-438
229
164 Catalogus van de numismatische collectie, 1808. 123/057-077 165 Catalogus van de numismatische collectie, getiteld ‘Catalogue des medailles du cabinet de Mess.re Guil. Henr. Jacq. baron de Westreenen de Tiellandt’, [ca. 1825 e.v.], met aantekeningen van Jan Willem Holtrop en Marinus Fredrik Andries Gerardus Campbell, [ca. 1850-1869]. Zie de inleiding. 138/001-273 nb. Bij dit stuk is de reeds aanwezige paginering gehandhaafd. Zie de inleiding.
170 Lijst van afdrukken van gesneden stenen uit de collectie van Christian Dehn (1697-1770), z.d. 124/232-261 nb. 1. Geschreven door een onbekende, vermoedelijk Italiaanse hand. nb. 2. Met verwijzingen naar de vindplaatsen in F.M. Dolce, Descrizione istorica del museo di Cristiano Denh [sic]. Rome 1772. 3 dln. (mmw 115 c 033). 171 Catalogus van de collectie zegels getiteld ‘Catalogue de la collection de sceaux’, z.d. 137/199-209
166 Lijst van de ‘Médailles de l’histoire de l’empire de Russie’, z.d. 123/224-231 nb. In tweevoud.
Naturalia en overige verzamelingen 172 Lijst van verzameling naturalia, natuurkundige instrumenten en rariteiten, [1800]. 124/145-166
167 Stukken betreffende herkomstgegevens van Romeinse munten uit de collectie, z.d. 124/271
173 Aankondiging van de veiling van de collectie schelpen van majoor J.B.J. van Doren te Den Haag, 1841. 124/262-263 nb. Gedrukt.
168 Verpakkingen van munten, met korte opschriften, z.d. 123/232-270 en z.n. nb. 1. Van papier. nb. 2. Een deel is niet genummerd, en geborgen in de glasnegatiefdoosjes i en ii. 169 Catalogus van de afdrukken van gesneden stenen uit de collectie van Frans Hemsterhuis, die door prinses Adelaide Amalia Gallitzin, geboren Von Schmettau (1748-1806), waren geschonken aan Anna Cornelia Mollerus, met een aantekening van Anna Cornelia Mollerus over de herkomst van de afdrukken (124/126), z.d.41 124/215-231 nb. Geschreven door een onbekende hand.
41
Anna Cornelia Mollerus schonk de collectie afdrukken tussen 1815 en 1821 aan Willem Hendrik Jacob
230
Onderzoek en publicaties nb. Tenzij anders vermeld, zijn de teksten van de hand van Willem Hendrik Jacob van Westreenen. Algemeen, taalkunde en letterkunde 174 ‘Adversaria’, aantekeningen, 1802 e.v. 131/001-049 175 ‘Tableau de la littérature hollandaise’ en uittreksel over de Nederlandse letterkunde, [tussen 1821-ca. 1830]. 128/256-264 176 Stuk getiteld ‘Recherches sur la langue nationale de la majeure partie du royaume des Pays-Bas’, 1830. [bvw 183001] 125/080-110
van Westreenen. Een aanzienlijk deel van de originelen bevindt zich in het Geldmuseum te Utrecht.
Boek- en bibliotheekwezen, in het bijzonder de geschiedenis van de boekdrukkunst 177 Lijst van bestudeerde oude handschriften, 1801. 124/175-178 178 Stuk getiteld ‘Iets over de stereotypen’, 1801. [bvw 180101, bvw 180102] 112/030-081 179 Schets van het typografisch systeem van De la Serna Santander, [tussen 1801-1805]. 110/001-007b 180 Stuk getiteld ‘Bewijzen voor de ontdekking der boekdrukkunst te Haarlem’, [ca. 18011803]. 110/008-013 181 Stuk getiteld ‘Chronologische tafel der uitvinding en eerste voortgang der boekdrukkunst’, [ca. 1801-1803]. 110/014-015 182 Stuk betreffende Laurens Jansz. Koster en de erfgenamen van Laurens Thomas Pietersz. en zijn kinderen, [ca. 1801-1803]. 110/016-017 183 Stuk betreffende Jan Gensfleisch de Oude en Jan Gensfleisch de Jonge, bijgenaamd Guttenberg, [ca. 1801-1803]. 110/018-019 184 ‘Verhandeling wegens de uitvinding der drukkunst, in Holland aanvankelijk uitgevonden, te Straatsburg verbeterd, en te Mentz voltooid’, 1809 [bvw 180902], met een vertaling in het Frans [1809]. 110/131-345 169/052-053 Bevat onder meer: De ‘Verhandeling’ in het handschrift van Willem Hendrik Jacob van Westreenen. (110/171-246). Afschrift van een deel van de ‘Verhandeling’ door een onbekende hand. (110/247317) De ‘Verhandeling’ in Franse vertaling. (110/318-345)
Drukproeven van twee fragmenten van de Verhandeling (D4r-D6v (p. 55-60) en K4 (p. 151-152). (169/052-053) 185 Lofdicht op artikelen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen door Johannes le Francq van Berkheij, [ca. 1809]. 110/346-350 186 Lijst van in Nederland aanwezige blokboeken en incunabelen, [ca. 1810]. 124/179-211 187 Notitie over verzamelingen in Den Haag, [ca. 1810]. 124/266 125/145-146 nb. 1. Opgesteld voor G. Bruining in verband met diens Description succincte, mais complette, de l’état actuel de la Haye, et de ses environs, Rotterdam 1816. nb. 2. Betreft onder meer de bibliotheken van Meerman en Van Westreenen. 188 Lijst van de edities van de roman Reineke de Vos, aanwezig op de Stadsbibliotheek te Den Haag [nu Koninklijke Bibliotheek], met een opgave van de daarin aangetroffen sporen van de Renart-le-Nouvel door Jacquemart Giélée, 1813. 125/046-066 189 Stuk getiteld ‘Typographische jaarboeken der stad Utrecht, geduurende de xvde Eeuw, of geschiedenis der vestiging en eerste uitoefening van de boekdrukkunst aldaar’, [ca. 1815-1817] 110/108-130 190 Verslag van de veiling van de bibliotheek van graaf Mac-Carthy Reagh te Parijs, 1817. [bvw 181702] 125/067-073, 076 191 Verslag betreffende de uitgave van Aegidius Corboliensis, De urinis et pulsibus en Petrus Leo De urinis. Venetië 1414 (pro 1514), 1817. [bvw 181701] 125/074-075
231
192 Aantekeningen voor een herziene uitgave van J. Visser, ‘Naamlyst van boeken, die in de xvii Neederlandsche Provincien geduurende de xv. Eeuw gedrukt zyn’ uit 1767, [ca. 1817]. 111/001-135 nb. Met hierin een gedrukt exemplaar van Vissers ‘Naamlyst’, van aantekeningen voorzien door Willem Hendrik Jacob van Westreenen.42 (111/092-127) 193 Stuk getiteld ‘Essai historique sur l’introduction de l’imprimerie en France et à Paris’, [1819].43 110/020-087 nb. Deels eigenhandig, deels in afschrift. 194 Verslag van de veiling van de bibliotheek van prins Michael Gallitzin te Parijs, 1825. [bvw 182502] 125/077-079 195 Stuk getiteld ‘Essai de recherches sur l’introduction de l’imprimerie dans les anciens états du Brandebourg, et les pays voisins’, [ca. 1827]. 110/088-101 196 Stuk getiteld ‘De invoering der boekdrukkunst te ’s Gravenhage’, 1828. [bvw 182802] 112/001-005 197 Stukken betreffende de ‘Nasporingen omtrent de oorspronkelijke uitvinding en het vroegste gebruik der stereotypische drukwijze, gedaan op uitnoodiging van het gouvernement’, 1828. [bvw 183302] 112/082-366 125/129-132
42 43
Slechts één bladzijde van het handschrift, fa 111/058, verscheen in druk. Zie bvw 181901. Voor de datering van dit werk zie de brief van W.H.J. van Westreenen aan Joseph van Praet, d.d. 19-8-1819, afgedrukt in ‘En faveur de mon zèle bibliographique, je dirais presque de ma Bibliomanie ...’, 44.
232
198 Catalogus van de incunabelen uit de collectie van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, concept, met de brieven hierover gewisseld tussen Johannes Tiberius Bodel Nijenhuis en Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1828-1829. [bvw 182902] 183/001-012 nb. In 2012 uit band 116 c 007 der gedrukte werken naar de familiearchieven overgebracht. 199 Notitie getiteld ‘Vlugtig overzicht van den voortgang der boekdrukkunst, in Nederland; zoo betrekkelijk haare uitbreiding in de xvde, als haare verdere volmaaking in de xvide en xviide eeuw’, 1829. [bvw 182901] 112/006-029 200 Stukken betreffende een onderzoek van het Utrechts Psalterium, 1833.44 [bvw 183303, bvw 183304] 125/111-128, 125/133-144 201 Stukken betreffende een tentoonstelling van eerste voortbrengselen der Hollandse en Duitse drukpers, in april 1840 gehouden ten huize van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1840.45 133/007-010 Bevat: Een schema van de vitrine-indeling van de tentoonstelling. (133/007) De Avondbode, 11 april 1840, jrg. 4, nr. 748 met een artikel over de tentoonstelling. (133/009-010) Een getekende facsimile van incunabelmaculatuur. (133/008) 202 Brief van J. Brandt en Zoon over de uitgave van een luxe editie van de bijbel, 1842. 133/011-012
44 45
Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Hs. 32. Vergelijk het dossier 017 a 002 met facsimiles van incunabelen en bijschriften van Van Westreenen.
203 Stuk getiteld ‘Eerste polyglottische bijbel’, in: Algemeen Handelsblad, 2 februari 1846, 2e ed. [bvw 184601] 133/030 204 Stukken met betrekking tot de controverse over een op te richten gedenkteken voor de uitvinder(s) van de boekdrukkunst te Haarlem, 1847-1848. [bvw 184703, bvw 184704] 113/060-205 nb. Deels gedrukt. 205 Stuk getiteld ‘Over de afbeeldingen van Laurens Jansz. Koster’, 1847. [bvw 184701] 113/001-033 206 Stuk getiteld ‘Bewijzen voor de echtheid en gelijkenis der oude afbeeldingen van Coster’, 1848. [bvw 184801, bvw 184802] 113/034-059 207 Lijst van de in de Koninklijke Bibliotheek aanwezige incunabelen die aan J. Veldener te Keulen worden toegeschreven, z.d. 128/018 nb. Van een onbekende hand. 208 Alfabetische lijst van edities van klasssieke auteurs die in de achttiende eeuw te Leiden zijn uitgegeven, z.d. 128/265 209 Stuk getiteld ‘Essai d’annales typographiques mayençaises, depuis l’invention des caractères mobiles fondues jusqu’ à l’an 1470’, z.d. 110/102-107 210 Gerard Meerman, Origines typographicae (Den Haag 1765), met aantekeningen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, z.d. 169/054-081 nb. 1. Gedrukt. nb. 2. Alleen dl. 2, pp. 235-238 en 262292.
46
211 Notitie over de drukkers van de Delftse bijbel van 1477 [ilc 396, idl 867], z.d. 125/147-148 Geschiedenis, kunstgeschiedenis en archeologie 212 ‘Dagverhaal van de landing van de Engelse en Russische legers in Noord-Holland van 27 augustus tot 19 december 1799’, 1799. 118/001-005 213 ‘Stukken betrekkelijk de aloude steen met het opschrift l volvsi phasis. eertijds in de verzameling van J.A. Naber, thans in die van W:H:J: van Westreenen’, door een onbekende hand geschreven, [1803].46 114/139-149 nb. Handgeschreven kopie van twee artikelen van Naber, verschenen in de Algemeene vaderlandsche letter-oeffeningen (1797), dl. 2, nr. 9, 392-393 en (1799), dl. 2, nr. 13, 548-560, en van een bijdrage van een zekere C.J.A. in (1797), dl. 2, nr. 11, 470-471. 214 Verslag van een onderzoek van een kaart van Den Haag in de dertiende eeuw, [1804]. [bvw 180401] 114/001-100, 237-239 215 Stukken betreffende het ‘Tijdrekenkundig kort begrip der vaderlandsche geschiedenissen, zedert de overdragt der Nederlanden door Carel den 5den aan Philips den 2den, tot op de omwenteling in 1795. 1ste stuk en tijdperk, van 1555 tot 1609’, dat zou worden opgedragen aan de Zeeuwsche Maatschappij van Kunsten en Wetenschappen., 1804-1805. 117/001-430 nb. Met drukproeven van pp. 2-3 van het jaar 1572, in vier exemplaren. (117/264271). 216 Stuk betreffende de geschiedenis van de Nederlandse ridderorden, [1807]. [bvw 180701] 116/001-035
De steen heeft in de museumcollectie het inventarisnr. 324/469.
233
217 Verslag van een onderzoek naar de geschiedenis van de Confrerie van St. Joris, [ca. 18071810].47 116/065-095 218 Stukken betreffende de geschiedenis van de Duitse Orde, Balije van Utrecht, en het archief van het Duitse Huis, [ca. 1812]. 116/096-129, 136-137 219 ‘Aantekeningen wegens de heuchelijke omwenteling van november 1813, en de daarop volgende gebeurtenissen’, [1813-1818]. [bvw 186501] 118/006-234 nb. Met twee exemplaren van de in 1865 gepubliceerde versie. 220 Overzicht van de door de Fransen geroofde voorwerpen van wetenschap en kunst, [1815]. [bvw 181503] 118/235-255 221 Verslag van de verkoping te Parijs van oudheden uit het bezit van graaf Choiseul-Gouffier, [1818]. [bvw 181801] 114/101-115 222 Met inkt getekende kopieën van de platen nr. 74-78 met afbeeldingen van hiëroglyfen, behorend bij het artikel ‘Egypt’ van Thomas Young in de Encyclopaedia Brittannica. Supplement iv, 1. Edinburgh 1819, 72-74., [ca. 1819-1820]. 183/013-020 nb. In 2012 van de collectie gedrukte werken (olim 115 e 075) overgebracht naar het archief.
224 Brief van Willem Hendrik Jacob van Westreenen aan koning Willem I, vergezeld van een beschrijving van de Korte deductie ofte verklaringe, aengaende de acten en obligatien aen Pieter, Jacob, en Meindert Semein van Enchuisen, mitsgaders derselver descendenten en nakomelingen bij zijn Excell: Prince Willem in ’t jaer 1577 en de Staten–Generaal 1578 verleent (Den Haag 1703) die hij de koning aanbiedt, 1820.48 115/005-012, 117-118 225 Stukken betreffende de diefstal van kostbaarheden uit de kapel van de H. Drie Koningen in de Dom te Keulen, 1820. 133/001-006 nb. Deels gedrukt. 226 Lijst van in 1822 verworven oudheidkundige voorwerpen, afkomstig uit de nalatenschap van Johan Meerman, en uit de veilingen van de collecties van Johannes in de Betouw en J. van Eyk, [1822]. 114/162-166 227 Verslag van de veiling Thédenat-Duvent te Parijs in 1822, [1823]. [bvw 182302] 114/245 228 ‘Historische beschrijving van het kasteel van Gouda,’ [na 1823]. 114/155-160 229 Aantekeningen voor een lezing over Palestina, gehouden voor de Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen, afd. ’s Gravenhage, onder de spreuk: Kunstliefde spaart geen vlijt, 1826.49 133/145-174
223 Stuk waarin A. Saint-Martin, Mémoires historiques et géographiques sur l’Arménie (Parijs 1820) besproken wordt, [1820]. [bvw 182001] 115/001-004 47
48
Voor de datering van dit stuk zie H.E. van Gelder, ‘De broederschap der schutters van St. Joris te ’s Gravenhage’, in: Die Haghe jaarboek (1916), 95. Van deze editie, niet vermeld in de stcn, bevindt zich een exemplaar in het Noord-Hollands Archief te
234
49
Haarlem (collectie Semeijns de Vries van Doesburgh, archiefnr. 142, inv.nr. 519). Gebaseerd op F.R. de Chateaubriand, Itinéraire de Paris à Jérusalem et de Jérusalem à Paris, en allant par la Grèce et revenant par l’Égypte, la Barbarie et l’Espagne. Paris 1811.
230 Stuk getiteld ‘Recherches sur l’ancien Forum Hadriani et ses vestiges, près de la résidence de la Haye, en Hollande’, [1826]. [bvw 182601, bvw 182602] 114/116-129 231 Verslag van de veiling D. Vivant Denon te Parijs in 1826, [1826]. 114/246 232 Notitie betreffende de geschiedenis van de meibomen, [1832]. [bvw 183201] 115/013 233 Stukken betreffende diverse egyptologische onderwerpen, waaronder de Tafel van Abydos en opgravingen te Luxor, [18351844]. [bvw 183803] 114/167-231 234 Verslag van een onderzoek naar de Brittenburg, [1838]. [bvw 183801, bvw 183802] 114/130-138, 240-244 235 Stukken betreffende het ‘Précis des deux voyages de l’Empereur Pierre le Grand, en Hollande en 1697 et 1698 et en 1716 et 1717’ dat Van Westreenen in 1839 in handschrift aan Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland, prinses van Oranje, aanbood.50 115/014-116 236 Stukken betreffende Romeinse en Etruskische voorwerpen uit de collectie, [1840]. 114/232-236, 247-267 237 Overzicht van de collectie kunstvoorwerpen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 1844]. Concept. [bvw 184501-184505, bvw 198101] 114/161-161a 238 Aantekeningen over het Koninklijk Paleis te ’s Gravenhage, [1845]. 114/152-154
50
Een net afschrift van het ‘Précis’, gecorrigeerd door Van Westreenen, bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek (135 k 3). Het werd in 1973 aangekocht.
239 Stuk getiteld ‘Les foires de La Haye et les déjeuners de la Cour’, [ca. 1845].51 133/013-029 240 Verklaring van het gebruik en de herkomst van een Chinese dobbelsteen die in dit document was verpakt, z.d. 124/264 241 Stukken betreffende diverse historische onderwerpen, z.d. 116/138-175 Numismatiek, in het bijzonder de collectie van Pieter van Damme Zie ook de brieven van Van Westreenen aan Van Damme, vermeld onder nr. 405. 242 Stukken betreffende numismatische onderwerpen door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1800-1844 en z.d. 123/001-056, 078-223, 273-277 Bevat onder meer: Stukken betreffende numismatische bibliografie, numismatische verzamelingen en afzonderlijke munten, [ca. 1800]-1844. (123/078-223) Stukken betreffende de veiling van de antieke munten uit de nalatenschap van de medailleur Johann Georg Holtzhey (17291808) uit Amsterdam, te Den Haag, 28 maart 1809, 1809. (123/001-034) nb. Van Westreenen stelde de catalogus samen. ‘Catalogue de quelques médailles et pierres gravées, trouvées pour la plupart à Oud-Amelisweert (Sol de l’ancien chateau Wittenburg) remis à Mr. Taets d’Amerongen de Schalkwijk en Janvier 1811’, 1811. (123/045-056) Aantekening over een Pater-noster, met aanhangende penningen uit de zestiende eeuw, z.d. (123/272)
51
In de bibliotheek van het Koninklijk Huisarchief in Den Haag bevindt zich een tweede, eveneens door Van Westreenen geschreven exemplaar van deze tekst (j 17 b 0925).
235
Stukken met betrekking tot de Suffrenpenning van 1784 en Nederlandse erepenningen verleend van 1813-1814 en 1825-1831, z.d. (123/273-276) 243 Numismatische publicaties van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1803-1804. Concepten. 121/001-007 ‘Proeve ter ontcyffering van het woord tridt op het onlangs ontdekte muntstuk te Cuik’, 1803. [bvw 180301] (121/001-002) ‘Nadere ophelderingen, aangaande den penning van Antoninus Pius, te Cuik ontdekt’, 1804. [bvw 180402] (121/004-007) 244 Catalogi en andere stukken betreffende de verzameling antieke munten van Pieter van Damme, samengesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1803-1805. 120/001-437 Catalogus van de munten der Romeinse keizers in koper, 1802-1803. (120/001-130) Aantekeningen betreffende de zeldzaamste gouden, zilveren en koperen munten der Romeinse keizers, 1803-1804. (120/133-176) Catalogus van de Egyptische munten uit de tijd van het Romeinse keizerrijk, 1804. (120/177-281) Catalogus van de munten der koloniën uit de tijd van het Romeinse keizerrijk, 1805. (120/282-380) Aantekeningen betreffende munten der Romeinse keizers, z.d. (120/381-437) 245 Briefwisseling van de executeurs-testamentair van Pieter van Damme (Jacobus Koning, Jan Frederik Meyer en Jan Huyser) met Willem Hendrik Jacob van Westreenen betreffende de nalatenschap van Pieter van Damme, 1806-1808.52 409/001-256 nb. Hierbij een uittreksel uit het codicil van Van Damme van 1805, in de hand van J.A. van Westreenen, [1808]. (409/015).
52
Volgens de bepalingen van het codicil van Pieter van Damme d.d. 18 augustus 1805 zou zijn collectie onder leiding van Willem Hendrik Jacob van Westreenen
236
246 Stukken betreffende de bemoeienis van Willem Hendrik Jacob van Westreenen met de veiling van de numismatische verzameling en bijbehorende bibliotheek, nagelaten door Pieter van Damme, 1806-1808. 408/001-018, 026-027, 038-070 122/001-394 Betreft: Lijsten van de numismatische handschriften en gedrukte werken in de woning van Pieter van Damme te Amsterdam aangetroffen, [ca. 1806]. (122/001-052) Stukken betreffende de aankondiging van de veiling, de toegang tot de zichtdag en de verspreiding van de catalogus, 1806[1808]. (122/370-371; 408/001-018, 026-027, 067-070) nb. Deels in druk. Lijst van de zilveren en bronzen munten der Romeinse keizers, voorkomend in de veilingcatalogus Van Damme, [1807], met een brief van Van Westreenen, vermoedelijk gericht aan Johan Meerman in zijn hoedanigheid van Directeur-Generaal van Wetenschappen en Kunsten, 1807 oktober 8. (122/369-394) Stukken betreffende de samenstelling en de correctie van de veilingcatalogus, 1807 en z.d. (408/038-066) Catalogus van de veiling van 14 maart 1808 e.v. in Den Haag, samengesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [1807]. Kopij. (122/053-368) 247 Lofdicht op Willem Hendrik Jacob van Westreenen naar aanleiding van zijn inspanningen met betrekking tot de collectie Van Damme, door Johannes Le Francq van Berkheij, [ca. 1808]. 122/439-440 248 Verpakkingen van munten uit de collectie van Pieter van Damme, met notities van Van Westreenen, [1808]. 120/445-449
moeten worden gecatalogiseerd en onder toezicht van de executeurs in Den Haag moeten worden geveild. Zie p. 57.
249 Afdruk van een bronzen munt van de Romeinse keizer Otho in lak op papier, met omslag, z.d. 123/271-271a Willem Hendrik Jacob van Westreenen als erfgenaam van Johan Meerman en als medeexecuteur van diens nalatenschap Zie ook de toegangsnrs. 226, 333, 378 en 379. 250 Stukken betreffende de evacuatie door Willem Hendrik Jacob van Westreenen van werken uit de galerij van de Meermanbibliotheek tijdens een brand, 1813; betreffende de terugplaatsing ervan na het overlijden van Johan Meerman, 1815; en betreffende de schenking van werken uit die bibliotheek aan Van Westreenen door Anna Cornelia Mollerus, 1816. 126/001-013 251 Aantekeningen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen in verband met een (mislukte) poging tot onderhandse aankoop van de Meermanbibliotheek, 1821-1822. 126/014-057 252 Stukken van Willem Hendrik Jacob van Westreenen met betrekking tot de voorbereiding van de Meermanveiling, en de redactie en de verspreiding van de veilingcatalogus, 1824 en z.d. 126/058-066 253 Bewijzen van toegang tot de Meermanveiling, 1824. 126/067-069 nb. Gedrukt. 254 Stukken met betrekking tot Willem Hendrik Jacob van Westreenen als koper op de veiling Meerman, 1824. 126/070-154 Stukken betreffende eigen aankopen, 1824. (126/070-131)
53
Stukken betreffende aankopen voor derden, 1824. (126/132-154) 255 Aantekeningen en correspondentie van Willem Hendrik Jacob van Westreenen met betrekking tot de uitgave van de Prix des livres de la Bibliothèque Meermanienne, 1824 [bvw 182401] 126/155-165 256 Gedichten uit een handschrift van de ‘Chronyk van Holland’ dat in de veiling Meerman aan het Koninklijk Instituut werd verkocht,53 [1824]. 126/168-170 nb. Eigenhandig afschrift van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, met Engelse vertaling. 257 Aanwijzingen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen voor de afwerking van een diorama van de veiling Meerman, vervaardigd door Cornelis Bavelaar, [1824]. 126/167 nb. 1. Het diorama heeft in de museumcollectie het inventarisnr. 1226/U. nb. 2. Voor de ontwerptekening door Willem Hendrik Jacob van Westreenen zie fa 166/060. 258 Stukken met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van Johan Meerman, 1825. 301/002-057 Bevat: Rekening en verantwoording over de nalatenschap van Johan Meerman, opgemaakt door Joachim Jochems, 1825. (301/002-037) Kort uittreksel uit de rekening en verantwoording over de nalatenschap van Johan Meerman, opgemaakt door Joachim Jochems, 1825. (301/054-055) Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Johan Meerman, 1825. (301/038-053)
Betreft bm, dl. 4, nr. 1060, een handschrift dat nu in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag berust (ka 110).
237
259 Afschrift van het reçu waarin Willem Hendrik Jacob van Westreenen verklaart als langstlevende executeur-testamentair in de nalatenschap van Johan Meerman van M.C.H. Pauw van Wieldrecht, zoon van de overleden mede-executeur M.I. Pauw, te hebben ontvangen een kist met de briefwisseling van Johan Meerman, 1847. 126/166 Nalatenschap 260 Testamenten en codicillen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1839-1848, 1935 en 1950. 142/001-060 Bevat: Holografische testament, 1839 oktober 28. (142/001-004) Codicil, 1842 oktober 29. (142/005-007) Uittreksel uit het testament van 18 november 1848, [1849]. (142/008-013)54 Authentiek afschrift van het testament van 18 november 1848, met afschrift van de akte van opening, en akte van superscriptie, 22 en 23 november 1848, behorend bij het Koninklijk Besluit van 2 juli 1849, n° 71. (142/014-023) Authentieke afschriften van het testament van 18 november 1848, met afschrift van de akte van opening, en akte van superscriptie, 22 en 23 november 1848, behorend bij het Koninklijk Besluit van 2 juli 1849, n° 71. (142/024-045, 049-059) nb. Drie exemplaren, in getypte vorm.
54
Dit uittreksel is bijlage 1 bij een brief van 6 december 1849 van de minister van Binnenlandse Zaken aan de
238
Koninklijk Besluit, 9 november 1935, n° 23, inhoudende goedkeuring van de beschikking van de Hoge Raad der Nederlanden van 12 september 1935, waarbij de artikelen 1-4 van het testament zijn herzien, 1935. Afschrift. (142/046-048) Koninklijk Besluit, 16 augustus 1950, n° 30, inhoudende goedkeuring van de beschikking van de Hoge Raad der Nederlanden van 9 juni 1950, waarbij de artikelen 2-4 van het herziene testament nogmaals worden herzien, 1950. Afschrift. (142/048a) 261 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Willem Hendrik Jacob van Westreenen door de executeurs-testamentair, 1847-1849. 143/001-176 nb. In 2003 overgebracht uit het archief van het Fonds van het Museum. 262 Brieven van condoleantie, gericht aan de executeurs-testamentair van de nalatenschap van Willem Hendrik Jacob van Westreenen, afkomstig van leden van het huis van Oranje, 1848. 107/001-010
bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek. De brief zelf is niet in dit archief aanwezig.
aanverwante families
de familie dierkens Zie ook toegangsnr. 71. i
johan dierkens (1565-1636) Johan Dierkens was een zoon van Martin Dierkens († 1568) en Elisabeth van der Vinct († 1592). Hij trouwde (1) met Maria Boone († 1607) en (2) met Sophia Ghin († 1623).
263 Rekening en verantwoording over de nalatenschap van Johan Dierkens, opgemaakt door zijn zoon Salomon Dierkens, 1642. 176/001-025 ii
salomon dierkens (1594-1665) Salomon Dierkens was een zoon van Johan Dierkens en Maria Boone. Hij was koopman. Hij trouwde met Elisabeth Walens (16141679).
iv
nicolaas dierkens (1670-1745) Nicolaas Dierkens, heer van Buvignies en van Arendsburg, was een zoon van Salomon Salomonsz. Dierkens (1641-1703) en Catharina Parmentier (1645-1703). Hij trouwde met Maria Catharina van Schuylenburch (1677-1739). Hij was thesaurier van Den Haag, en deken en kanunnik van St. Jan in Utrecht.
268 Stukken betreffende de nalatenschap van Nicolaas Dierkens en Maria Catharina van Schuylenburch, 1751. 176/035-630 v salomon dierkens (1708-1770) en anna elisabeth merens (1725-1776) Salomon Dierkens was een zoon van Nicolaas Dierkens en Maria Catharina van Schuylenburch. Hij was heer van Buvigny en kolonel in het Staatse leger. 268a Circulaire van kennisgeving van het over-
264 Huwelijkscontract gesloten tussen Salomon Dierkens en Elisabeth Walens, 1635. 176/026-031 265 Genealogische aantekeningen betreffende de familie Walens opgesteld door Nicolaas Walens (1549-1596), [ca. 1590], met latere aanvullingen. 176/031a-032 iii
tobias dierkens (1606-1665) Tobias Dierkens was een zoon van Johan Dierkens en Maria Boone. Hij was koopman. Hij trouwde Jeanne Pieterson († 1681).
266 Genealogische aantekeningen betreffende Tobias Dierkens (1606-1665) en zijn dochters, [ca. 1680]. 176/033 267 Kwitantie van Tobias Dierkens voor zijn broer Salomon, betreffende de verkoop van het schip l’Etoile dorée te Rouen, 1664. 176/034
lijden van Anna Elisabeth Merens, 1776. 064/023 nb. Gedrukt. vi willem hendrik dierkens (1711-1776) en jacoba amarantha de salis (1723-1783) Willem Hendrik Dierkens was een zoon van Nicolaas Dierkens en Maria Catharina van Schuylenburch. Hij was pensionaris van Gorinchem en raad in de Hoge Raad van Holland en Zeeland. Hij trouwde met Jacoba Amarantha de Salis. 269 Adreslijsten voor het verzenden van kennisgevingen betreffende de familie Dierkens, [ca. 1750, 1776]. 108/014-029 Lijst van een onbekende hand, [kort vóór 1750]. (108/017/023) Lijst opgemaakt door Johan Adriaan van Westreenen, z.d. (108/014-016) nb. Mogelijk verband houdend met het overlijden van Willem Hendrik Dierkens, 1776.
239
270 Grootboek, 1755-1780 178/227-389 271 Kasboek, 1772-1776 178/001-226 272 Inventaris van de boeken, charters en familiepapieren afkomstig uit de nalatenschap van Nicolaas Dierkens (1707-1751), daarna in bewaring bij Cornelis Dierkens (1715-1761), en na diens overlijden overgedragen aan Willem Hendrik Dierkens door de kinderen en kleinkinderen van Nicolaas Dierkens (1670-1745), 1763. 178/449-462 273 Uittreksel van de eindafrekening, door de erven onderling, van de nog ongedeelde nalatenschap van Nicolaas Dierkens (16701745) en zijn echtgenote Maria Catharina van Schuylenburch, tot dan toe beheerd door Willem Hendrik Dierkens, 1766 november 29. Authentiek afschrift. 109/001-002 274 Circulaire van kennisgeving van het overlijden van Willem Hendrik Dierkens, 1776. 064/022 nb. Exemplaar geadressseerd aan mej. Van Aken te Dordrecht. 275 Gedicht van Maria Catharina Dierkens bij gelegenheid van het 25-jarig huwelijk van haar ouders, Willem Hendrik Dierkens en Jacoba Amarantha de Salis, 1771. 175/351-352
vii cornelis dierkens (1715-1761) Cornelis Dierkens was een zoon van Nicolaas Dierkens en Maria Catharina van Schuylenburch. Hij was secretaris van Den Haag. Hij trouwde met Albertina Adriana van Blair († 1770). 278 Stukken betreffende een rechtzaak tussen Abraham Buys (1699-1770) en zijn zwager Cornelis Dierkens, beiden voogd van de onmondige kinderen van Elisabeth Dierkens (1709-1796) en Willem van der Burch (17061733), over het beheer van het aandeel van deze kinderen in de nalatenschap van hun grootvader Nicolaas Dierkens, 1754-1758. 177/001-239 viii johan dierkens (1718-1766) Johan Dierkens was een zoon van Nicolaas Dierkens en Maria Catharina van Schuylenburch. Hij was schepen en raad te Dordrecht. Hij trouwde met Elisabeth Philippina van Slingelandt (1724-1787). 279 Inventaris van de effecten en gelden, ingebracht door Johan Dierkens bij zijn huwelijk met Elisabeth Philippina van Slingelandt, opgemaakt na zijn overlijden, 1769. Afschrift. 177/240-337 ix
amarantha antonia dierkens (1750-1839) Amarantha Amalia Dierkens was een dochter van Willem Hendrik Dierkens en Jacoba Amarantha de Salis.
276 Inventaris van de nalatenschap van Jacoba Amarantha de Salis, 1783. Authentiek afschrift. 178/390-448
280 Gelegenheidsgedicht van Johan Adriaan van Westreenen voor zijn schoonzus Amarantha Amalia Dierkens, 1810. 105/084-085
277 Circulaire van kennisgeving van het overlijden van Jacoba Amarantha de Salis, met een adreslijst opgemaakt door haar schoonzoon Johan Adriaan van Westreenen, 1783. 064/024 175/360-361 nb. Deels gedrukt.
281 Akte van finale scheiding en deling van de nalatenschap van Amarantha Antonia Dierkens, gepasseerd tussen haar erfgenamen Willem Hendrik Jacob van Westreenen, Jacoba Maria Dierkens ([ca. 1786]-1870) en Lodewijk Boudewijn Dierkens (1800-1867), 1839. Authentiek afschrift. 108/008-011
240
de familie de salis 282 Stamboom van het geslacht De Salis, ca. 1750. 178/463 283 Genealogie van het geslacht De Salis, ca. 1750. 161/007
zakelijk 284 Stukken betreffende een tontine van de familie Van Westreenen op de kerk van de Lutherse gemeente te Batavia, 1747-1837, 1840, 1854. 181/001-196 267/090-091 nb. Met onder meer brieven gericht aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen en diens neef Gerrit Jacob Marius van Westreenen, met concepten van antwoord, 18201821, 1824, 1826-1830, 1835, 1840, 1845. (181/036-037, 050-069, 072-100, 102, 127-128, 132-133, 158-165, 169-180, 183-185, 192; 267/090-091) 285 Stukken betreffende de eigendom en het beheer van het pand Prinsessegracht 30, 17091848. 182/001-076 nb. In 2003 overgebracht uit het archief van het Fonds van het Museum. Willem Hendrik Dierkens en Jacoba Amarantha de Salis als eigenaren, 17511786, met retroacta, 1709-1772. (182/001051) Maria Catharina Dierkens en Amarantha Antonia Dierkens als eigenaren, 17871818. (182/052-058) Willem Hendrik Jacob van Westreenen als eigenaar, 1818-1848. (182/059-076)
55
286 Technische tekeningen, merendeels van het pand Prinsessegracht 30 en het bijbehorende stalgebouw aan de Jan Evertstraat, [eind 18de eeuw], 1832-1943. 168/001-024 Tekeningen van stucplafonds, eind 18de eeuw. (168/007-009) Tekeningen voor de verbouwing van het stalgebouw, vervaardigd door A. Roodenburg, 1832. (168/011-018) Tekeningen voor de verbouwing van het woonhuis tot museum, 1849-1850. (168/001-006) Plattegrond van het Museum Meermanno-Westreenianum, [ca. 1893]. (168/019) Ontwerp voor de tuin van M. Bolten, 1937. (168/020) Ontwerpen voor een uitneembare en een vaste kast door Van Rijn, 1940. (168/021)` Tekening met maatvoering van het vooraanzicht en zijaanzicht van een schoorsteenmantel, door M. Bolten, 1943. (168/0022-024) Ontwerpen voor kandelabers, 55 z.d. (168/010)
stukken met betrekking tot de zorg voor het archief 287 Stukken betreffende de bewerking, beschrijving en aanvulling van het archief, 18972000. 184/001-060, 282, 289-290 Bevat: Lijsten van de inhoud van de brievenverzamelingen en andere dossiers, samengesteld door Gerard Morre, 1897. (184/028-046) Inhoudsopgaven van dossiers, ca. 19401980. (184/001-027) Stukken betreffende de bewerking en aanvulling van het archief, 1940-2000. (184/047-060, 282)
De kandelabers hebben in de museumcollectie de inventarisnrs. 1323/U en 1324/U.
241
Stukken betreffende de overdracht van stukken uit het archief van W.H.J. van Westreenen aan de Hoge Raad van Adel, 2003. (184/289-290) nb. Zie de inleiding.
documentatie 288 Verslag van een thee bij Baron van Westreenen in 1826, [1826]. 169/001-003 nb. Getypte transcriptie van een document waarvan de schrijver, de datum en verblijfplaats niet worden genoemd.56
56
In 1972 door de toenmalige conservator van het museum, dr. D. van Velden, van een bezoeker ontvangen en vervolgens afgedrukt in Laseur, Het Museum Meermanno-Westreenianum, 1848-1960, 42-47. Het document is onlangs geïdentificeerd als een brief van Cornelius de Jong van Rodenburgh (1762-1838) aan
242
J.W. Imbijze van Batenburg van maart 1826, waarvan het origineel zich bevindt in de Universiteitsbibliotheek te Leiden (bpl 3015, pp. 228-238). Zie ‘Weest wel met alle menschen.’ De ‘Kaapse Brieven’ van Cornelius de Jong van Rodenburgh. Ed. C. van Baalen en D. de Mildt. Hilversum 2012 (Egodocumenten, 28), 542-546.
3 Toegang tot het archief van de familie Meerman, 1680-1820
persoonlijk
iii
de familie meerman algemeen 289 Kwartierstaten, wapenkaarten enz. betreffende leden van de familie Meerman en verwante geslachten, z.d. 270/001-088 bijzonder i
diederik meerman (1610-1680) Diederik Meerman was een zoon van Gerard Meerman (1570-1615) en Adrienne Pous. Hij was heer van Molenaarsgraaf, ridder in de orde van St. Michel, burgemeester van Delft en hoogheemraad van Delfland.
290 Testament van Diederik Meerman, opgemaakt ten overstaan van notaris Gerard van Assendelft te Delft, 1680 augustus 28. Afschrift. 306/001-006 ii
johan meerman (1643-1724) Johan Meerman was een zoon van Frans Meerman (1605-1678) en Emerentia van Adrichem († 1678). Hij trouwde in 1670 met Adriana van Santen († 1729). Hij was lid van de vroedschap van Delft, burgemeester van Delft, afgevaardigde naar de Staten-Generaal en directeur van de voc, kamer Delft.
291 Beschikking waarbij het stadsbestuur van Delft aan Johan Fransz Meerman toestemming verleent om aan zijn huis aan de Oude Delft een koetshuis te bouwen, 1681 mei 30. 306/007
gerard meerman (1650-1710) Gerard Meerman was een zoon van Johan Meerman (1624-1675) en Dina van Nes (1623-1681). Hij trouwde in 1685 met Catharina Wijnina van Rijn (1650-1703). Hij was lid van de vroedschap van Leiden, schepen, burgemeester en hoofdofficier van de schutterij.
292 Resolutie van de Staten van Holland en West-Friesland waarbij Gerard Meerman tot rentmeester van de goederen van de universiteit van Leiden wordt aangesteld, 1696 maart 16. Afschrift. 273/010 iv
gerard meerman (1659-1712) Gerard Meerman was een zoon van François Meerman (1630-1672) en Theodora van Hogeveen (1630-1660). Hij was lid van de vroedschap van Leiden, schepen, burgemeester en bewindhebber van de voc.
293 Wapenkaart met de acht kwartieren van Gerard Meerman (1659-1712), z.d. 304/037 v
johan meerman (1687-1746) Johan Meerman was een zoon van Gerard Meerman (1650-1710) en Catharina Wijnina van Rijn (1650-1703). Hij trouwde in 1709 met Catharina Adriana de la Court (16901752).
294 Bul van de promotie van Johan Meerman tot doctor in de beide rechten aan de universiteit van Leiden, 1707 september 22. 273/011
243
Bevat onder meer: Stukken betreffende het proces tegen Gaspar Rudolph van Kinschot, 1741-1746, 1749. (271/305-642) Uittreksels uit oude genealogische bronnen betreffende de verbinding tussen de genealogie van de familie De Vlieger en die van de familie Meerman, 1767. (269/142147) Genealogie van de familie de Vlieger (1318-1544), samengesteld door Gerard Meerman, z.d. (269/148)58 Stukken betreffende de genealogie van de familie Meerman, van de hand van of verzameld door Gerard Meerman (1722-1771), 1741-1742, 1767 en z.d. (269/001-148) Stukken betreffende individuele leden van de familie Meerman (271/001-304): Dirk Govertsz. (Meerman) (1482 (?)1544). (271/001-008) Gerrit Dirk Govertsz. Meerman († na 1541). (271/015-074) Gerrit Fransz. Meerman (1541-1609). (271/075-133) Frans Gerritsz. Meerman († 1601). (271/134-166) Gerard Meerman (1593-1638). (271/167-196) Johan Meerman (1624-1675). (271/197-222) Johan Meerman (1655-1716). (271/223-257) Gerard Meerman (1650-1710). (271/258-273 Johan Meerman (1687-1746). (271/274-304)
295 Akte van admissie van Johan Meerman als advocaat bij het Hof van Holland en Zeeland, 1707 oktober 10. 273/012 296 Akte waarbij Maria Leeuw een voc-aandeel ter waarde van ƒ 3000 aan Lucas van Voorst overdraagt, medeondertekend door Johan Meerman als bewindhebber van de voc, met verklaring dat Lucas van Voorst het geldbedrag aan haar heeft betaald, 1721 juli 3. 306/008 297 Stukken betreffende een proces voor het Hof van Holland gevoerd door Johan Meerman en na zijn overlijden voortgezet door zijn weduwe Catharina Adriana de la Court en hun kinderen Pieter Meerman (1726-1754), Catharina Wijnina Meerman (1717-1759) en Gerard Meerman (1722-1771), tegen Gaspar Rudolph van Kinschot (1704-1748) en vervolgens diens weduwe Maria Catharina Dedel, over de met een fideicommis belaste nalatenschap van Jacob Meerman (16471712), 1738, 1741-1746, 1748-1749, 1767 en z.d.57 nb. 1. De meerderheid van de stukken is afkomstig van, gericht aan of bestemd voor Gerard Meerman (1722-1771). nb. 2. In verband met de complexe samenstelling van dit dossier zijn alleen de jaren gegeven waarin het dossier werd opgebouwd, niet de jaren van de daarin opgenomen stukken in originali of afschrift. 269/001-300 270/001-088 271/290-642 57
In het proces speelden genealogische bewijsstukken een belangrijke rol. De voor het proces verzamelde oorspronkelijke stukken en afschriften werden later door Gerard Meerman aangevuld en opnieuw gebruikt, onder meer voor zijn autobiografie met familiegeschiedenis (‘De Gerardo Meermanno’ uit ca. 1752 (272/224-247), voor de genealogie van de familie Meerman die hij opstelde voor Ferwerda, Adelyk en aanzienelyk wapen-boek van de Zeven Provincien van 1763 (zie bgm 176303), en voor de genealogieën die zijn verzoek tot verheffing tot vrijheer van het Duitse Rijk (1767) en zijn aanspraken op de vicarie van P.J. Martijnsz. in de Pieterskerk te Leiden (1771) moesten ondersteunen.
244
58
Bij het dossier bevinden zich aantekeningen van Willem Hendrik Jacob van Westreenen die in 18211822, na het overlijden van Anna Cornelia Mollerus (1749-1821), weduwe van Johan Meerman (17531815), het gebruikte om de verwantschapsrelaties tussen de verschillende erfgenamen van Johan Meerman vast te stellen. (271/352-353, 363-366) Met weinig geruststellende opmerkingen als: ‘Verum, vel vero proximum’, ‘Kan men Simon niet maeken een soon van Jonge Jan en Cornelis een soon van Simon’, ‘Waarom Cornelis geen soon gemaakt van deese Simon’, ‘NB. Was ’t niet beeter hem [sc. Jan Jonge de Vlieger, 1358-?] een Haegsche vrouw te geeven.’
Stukken betreffende de genealogie van aan de familie Meerman verwante geslachten, van de hand van of verzameld door Gerard Meerman (1722-1771), 1743-1767. (269/149-300; 270/017-030): Van der Laan-Ruychaver-Van LoonNieupoort (269/149-160) Warmondt-De Bye (269/161-205; 270/043-087) Paets van Groenevelt (269/206-233) Muys van Holy (269/234-244) De la Court (269/245-268) Buys-De Bye (269/269-300) vi gerard meerman (1722-1771) en maria catharina buys (1731-1788) Gerard Meerman was een zoon van Johan Meerman (1687-1746) en Catharina Adriana de la Court (1690-1752). Hij trouwde in 1750 met Maria Catharina Buys. Hij was advocaat, tweede pensionaris van Rotterdam, eerste pensionaris van Rotterdam, gezant van de Staten-Generaal naar Engeland en meesterknaap van de Houtvesterij van Holland en West-Friesland. Opleiding 298 Uittreksel uit de resoluties van curatoren van de universiteit te Leiden, 25 november 1740, waarbij Gerard Meerman toestemming wordt verleend om handschriften en oude gedrukte werken van de universiteitsbibliotheek in te zien, [1740]. 272/001-002
Persoonlijk en familieleven 300 Gedichten ter ere van Gerard Meerman, 1743, 1744, 1758, 1759, 1765, 1770 en z.d.59 272/028-072 nb. Deels gedrukt. 301 Akte waarbij de Staten van Holland en WestFriesland Gerard Meerman op diens verzoek venia aetatis verlenen, 1746 mei 3. 273/016 nb. Gedrukt. 302 Brieven gewisseld tussen Gerard Meerman en Marie Gabrielle Pons-Praslin (?-1779), weduwe van Henri Anne de Fuligny-Damas, genoemd graaf de Rochechouart, 1747 en z.d. 265/013-034 303 Brieven van Gerard Meerman aan Maria Catharina van Schuylenburg (1732-1790), met een bijlage van Meerman over zijn ‘funeste vrijagie’ met haar, 1749.60 265/035-057 304 Huwelijkscontract gesloten tussen Gerard Meerman en Maria Catharina Buys, dochter van Abraham Buys en Antoinette Dierkens, 1750 oktober 8. 272/024-027 nb. In tweevoud. Het eerste exemplaar in het handschrift van Gerard Meerman (272/024-025), het tweede in het handschrift van Abraham Buys (272/026-027).
299 Bul van de promotie van Gerard Meerman tot doctor in de beide rechten aan de universteit van Leiden, 1741 juni 22. 273/013
305 Brieven over de genealogie van de familie De Bye, 1750-1751 en z.d. 304/022-034 nb. Voor de familie De Bye zie ook de toegangsnrs. 387-391.
59
60
Voor gedrukte gedichten ter ere van Gerard Meerman zie Batavus, Klinkdicht, den Weledelen Heeren Boreel, van de Poll en Meerman toegezongen. [Z.pl., 1759]. plano (127 a 020: 51) en Maas-strooms echo, op het Klinkdicht, den Weledelen Heeren Boreel, van de Poll en Meerman door Batavus toegezongen. Rotterdam enz., [1759]. plano (127 a 020: 52).
Zie W.G.C. Byvanck, ‘Sentimenteele anecdote uit de 18de eeuw. Liefdesbrieven van Gerard Meerman. (1749.)’, in: idem., Keur uit het ongebundelde werk. Ed. J.J. Versteegen. Zwolle 1956 (Zwolse drukken en herdrukken voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 16), 200-219.
245
Bevat: Vier brieven van Gerard Meerman aan Pieter de la Court Allardsz. (1722-1775), 1750-1751. (304/022-029) Twee brieven van een chevalier de Bye, brigadier in het Franse leger te Brussel, aan Cornelis van Citters te Middelburg, 1751, met een minuut van een antwoord, z.d. (304/030-034) 306 Brieven aan Gerard Meerman, chronologisch geordend, 1759-1770, met een minuut van antwoord, 1761. 264/009-027 Maatschappelijke activiteiten Functies 307 Akte van admissie van Gerard Meerman als advocaat bij het Hof van Holland en Zeeland, 1741 juni 29. 273/014 308 Akte van admissie van Gerard Meerman als advocaat bij de Hooge Raad van Holland en Zeeland, 1743 october 1. 273/015 nb. Gedrukt. 309 Resolutie van de vroedschap van Rotterdam, waarbij Gerard Meerman wordt aangesteld tot tweede pensionaris, 1748 augustus 27. Afschrift. 272/003-004 310 Verklaring van burgemeesters en regeerders van Rotterdam dat Gerard Meerman de eed als burger en poorter van deze stad heeft afgelegd, 1748 oktober 23. 272/005 nb. Gedrukt. 311 Stukken betreffende de werkzaamheden van Gerard Meerman in de Staten van Holland en West-Friesland, 1757-1762. 272/006-013 312 Stukken betreffende Gerard Meerman als lid van een buitengewoon gezantschap van
246
de Staten-Generaal naar Groot-Brittannië, 1759-1760. 272/014-023 nb. 1. Deels gedrukt. nb. 2. Hierbij een Engelse spotprent van Matthew Darly op het gezantschap, 1759. (272/023) 313 Akte van aanstelling van Gerard Meerman tot ordinaris meesterknaap van de Houtvesterij van Holland en West-Friesland, 1766 november 12. 273/018 314 Lijst van curatoren van de Leidse universiteit die pensionaris zijn geweest, lopend tot 1701, samengesteld door Gerard Meerman, z.d. 304/035 Lidmaatschappen 315 Oorkonde van het erelidmaatschap door de Societas latina te Jena aan Gerard Meerman aangeboden, 1754. 272/073 nb. Gedrukt. 316 Stukken betreffende de verkiezing van Gerard Meerman tot lid van de Royal Society te Londen, 1760, 1762. 272/075-079 nb. Gedrukt. 317. Oorkonde van de benoeming van Gerard Meerman tot buitenlid van de Königliche Gesellschaft der Wissenschaften te Göttingen, 1762 maart 29. 272/080 318. Oorkonde van de benoeming van Gerard Meerman tot lid van de Academia naturae curiosorum te Halle, 1766 maart 12. 272/081 nb. Gedrukt. 319. Oorkonde van de benoeming van Gerard Meerman tot assessor in de klasse ‘der ersten Ordnung’ van de Gelehrte Gesellschaft zum Nuzzen der Wissenschaften und
Künste in Frankfurt an der Oder, 1767 januari 24. 272/082 nb. Gedrukt. 320. Oorkonde van de benoeming van Gerard Meerman tot buitengewoon lid van de Academia Electoralis Scientiarum et Elegantiorum Litterarum TheodoroPalatina te Mannheim, 1768 mei 6. 272/083 Adeldom – Stukken betreffende de verheffing van Gerard Meerman tot ridder in de orde van St. Michel, 1765. Koninklijke Bibliotheek, 75 B 26 nb. Deels gedrukt. –
Stukken betreffende de verheffing van Gerard Meerman tot Vrijheer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, 1769. Koninklijke Bibliotheek, 75 B 26
Collectievorming en ontsluiting 324 Catalogus bibliothecae Meermannianae, samengesteld door Gerard Meerman. 5 dln., 1745-1771. 276/00I-280/180 deel 1 (rechten), 1745. (276/00I-094) Met een overzicht van de indeling van de bibliotheek (276/089), een lijst van aankopen op de veiling Carolus Major, Mechelen, 27 april 1767 e.v. (276/090-091), en een gedrukte Catalogue des Estampes du Cabinet du Roy, 1743 (276/092-093). deel 2 (godgeleerdheid, geneeskunde, filosofie, wiskunde, aardrijkskunde, tijdrekenkunde en geschiedenis), 1745 (277/00I090). deel 3 (letterkunde, dichtkunst, oudheidkunde en numismatiek, en verboden boeken), 1745. (278/00I-067). deel 4 (supplement 1), 1748. (279/00I182). deel 5 (supplement 2), 1756. (280/00I180).
321 Oorkonde van de verheffing van Gerard Meerman tot Vrijheer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, 1769 februari 4.61 304/001-021
325 Rekening van Jean (John) Rocque (ca. 17041762), cartografisch boekhandelaar en uitgever te Londen, voor aan Gerard Meerman geleverde kaarten van Engeland, 1759. 272/084
Onderscheidingen 322 Bul van het eredoctoraat door de universiteit van Oxford aan Gerard Meerman verleend, 1759 juli 3. 272/074
326 Stukken betreffende de vorming en het gebruik van de Meerman-bibliotheek en het onderzoek van Gerard Meerman, 17661767, [1769]-1771 en z.d. 264/028-059 275/001-054 nb. Deels gedrukt.
Reizen 323 Aantekeningen met aanwijzingen voor een reis door de Republiek en Engeland, voor een vorstelijk persoon uit het Duitse rijk samengesteld door Gerard Meerman, [tussen 1760 en 1771]. 264/066-070
61
In 1950 geschonken door mevr. Catharina Margaretha Sandberg (1872-1965), weduwe van Dirk Mollerus. Zie Verslagen ’s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst, 72 (1950), 92.
327 Rapport betreffende een gedrukte catalogus van de Meerman-bibliotheek, [ca. 1765]. 275/055-057 nb. Blijkens het handschrift opgesteld door Johann Rodolph von Valltravers.62
62
Johann Rodolph von Valltravers (1723-ca. 1815), een zeer bereisde Zwitser met een groot Europees netwerk in invloedrijke en geleerde kringen, die onder meer als huisleraar, kostschoolhouder, geoloog, bioloog en kunsthandelaar werkzaam was.
247
328 Aankondigingen en besprekingen van publicaties van Gerard Meerman, met stukken door hem gebruikt, (1720), 1761-1770. 275/080-163 nb. Gedrukt. 329 Rapport betreffende de verwerving of bewerking van de handschriftencollectie van het Parijse Collège Louis-le-Grand (Collège de Clermont) door Gerard Meerman, [ca. 1764-1765]. 275/058-078 nb. Blijkens het handschrift opgesteld door Johann Rodolph von Valltravers. Zie voor hem ook toegangsnr. 327 met aantekening. 330 Aantekeningen van Gerard Meerman met betrekking tot de opbouw van zijn bibliotheek, 1766, 1770-1771, en z.d., met bijlagen. 264/028-059 nb. De bijlagen zijn deels gedrukt. 331 Verklaring van de aard en de herkomst van een houten drukvorm uit Meermans bezit, die in dit document was verpakt, 1766. 304/036 nb. De drukvorm voor een pagina van een Donatus wordt nu bewaard in het Museum Meermanno-Westreenianum (inv.nr. 1333/U).63
63
64
De xylografische Donatus was gesneden naar een typografisch voorbeeld (h 6348; gw 8920; cibn d-233). Twee andere blokken van dezelfde Donatus bevinden zich in de Bibliothèque nationale de France te Parijs. Zie cibn dd-3. De omvangrijke briefwisseling tussen Gregorio Mayans y Siscar (1699-1781) enerzijds en Gerard en Johan Meerman anderzijds werd in 1810 door Johan Meerman (1753-1815) uitgeleend aan Hendrik Willem Tydeman (1778-1863) die van plan was deze brieven uit te geven. Tydeman slaagde er echter niet in een uitgever te vinden, en de brieven bleven vervolgens onder hem berusten. Na zijn overlijden kwamen zij ter veiling. De veilingcatalogus H.W. Tydeman (deel 5), ’s-Gravenhage, M. Nijhoff en E.J. Brill, 23-10-1865 e.v., p. 65, nr. 705 beschrijft ze als volgt: ‘Majansii,
248
332 Lijst van dissertaties op het gebied van de rechtswetenschap, z.d. 275/079 Onderzoek en publicaties 333 Brieven van vorsten, hooggeplaatste personen en geleerden aan Gerard Meerman, met enkele concepten van brieven van Gerard Meerman, 1739-1771. 257/001-264/008 nb. Een aantal brieven uit deze serie is kort na het overlijden van Gerard Meerman afgedwaald en berust nu in de Koninklijke Bibliotheek, als onderdeel van de collectie Van Wijn (75 b 27). Abresch-Dure (257/001-505) Eisenhart-Kemp (258/001-645) Kennicott-Maugerard (259/001-173) Mayans y Siscar (260/001-377 en handschrift 007 c 028)64 Mencke-Ritter (261/001-396) Rocchi-Swieten (262/001-564) Taylor-Zuylen (263/001-518) Lijst van de voorafgaande, alfabetisch geordende collectie brieven aan Gerard Meerman, samengesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [1847-1848], met aantekeningen van Jan Willem Holtrop (264/001-008) 334 Autobiografische aantekeningen van Gerard Meerman met een beschrijving van zijn voorgeslacht, getiteld ‘De Gerardo
Greg. (In Acad. Valent. juris antecess.) et Ger. et Joan. Meermanni Epistolae mutuae (1747-1780). En portef. 4to. Contenant les lettres originales de Majansius et les minutes des lettres de G. et J. Meerman, ensemble au nombre de 126.’ Ze werden voor ƒ 2.75 door de Koninklijke Bibliotheek aangekocht en in het Museum Meermanno-Westreenianum geplaatst. Mayans’ brief van 22 april 1758 met bijlage (Mayans’ brief aan B. Keene van 25 mei 1754) behoorde kennelijk niet tot deze uitgeleende verzameling. Hij werd, in strijd met de bepalingen van het codicil van Johan Meerman, als handschrift 702 geveild in de veiling Meerman van 1824. Koper was Willem Hendrik Jacob van Westreenen.
Facsimiles en beschrijvingen van oude drukken, z.d. (274/047-084) Stukken betreffende de verspreiding van exemplaren van de Origines typographicae, 1765 en z.d. (274/085-100) Lofdichten op de Origines typographicae, 1767 en z.d. (274/101-119) nb. Deels gedrukt. Chronologische lijst van gedateerde incunabelen uit de Nederlanden, samengesteld door Gerard Meerman, [ca. 1762-1767]. (274/120-149) Stukken betreffende het boekhistorisch onderzoek van Gerard Meerman, 1761-1762, 1766 en z.d. (274/150-256)
Meerman, Syndico Roterodamensi, et gente Meermanna’, [ca. 1752].65 272/224-247 –
Genealogie van de familie Meerman, getiteld ‘Gedetailleerde genealogie van ’t oude geslacht, voorheen De Vlieger, en nu Meerman genaemd, met alle fideliteit en zoo veel doenelyke exactitude opgesteldt door M.r Gerard Meerman, Raed & Pensionaris der stadt Rotterdam’, 1757, met bijlage. Koninklijke Bibliotheek, 75 b 26 nb. De bijlage betreft autobiografische notities van Gerard Meerman, getiteld ‘Notanda varia circa vitam Ger. Meermanni’, die zijn bijgehouden tot en met 1770.
335 Stukken betreffende het onderzoek ten behoeve van de Origines typographicae (1765) en de onvoltooid gebleven Antiquitates Moguntinae typographiae van Gerard Meerman, 1757-1767 en z.d. 274/001-256 Bevat: Een Engelse versie van de oorspronkelijk Franstalige brief van Andrew Coltee Ducarel aan Gerard Meerman over Frederick Corsellis, 1760 december 19. (274/001010) Aantekeningen van Gerard Meerman betreffende de vroegste boekddrukkunst, [ca. 1760] (274/011-029), met een fragment van een brief van Johannes Enschedé I aan Gerard Meerman, 1760 oktober 30. (274/018) ‘Additamenta ad Documenta typographica ex opere ms. Marchandi’, [ca. 17571760]. (274/030-031).66 Brieven betreffende de vermeende portretten van Laurens Jansz. Coster, 17611762. (274/032-046) 65
In een Duitse bewerking verschenen als ‘Geschichte des Hn. Gerhard Meermann, Doctors der Rechten, Raths und Pensionairs, oder Syndicus, zu Rotterdam’, in: J.Chr. Strodtmann, Das neue gelehrte Europa. Dl. 2. Wolfenbüttel, J.Chr. Meissner, 1753, 377-448.
Financiën en eigendommen Zie ook toegangsnr. 297. 336 Stukken die de rechtmatigheid van de aanspraken van Gerard Meerman en zijn nakomelingen op de vicarie van P.J. Martijnsz in de Pieterskerk te Leiden moeten aantonen, 1580, 1600, 1611, 1627, [1635-1653], 17501751, 1757-1759, 1771 en z.d. 269/301-376 nb. Zie ook toegangsnr. 297 (aanvraagnummer 270/031-041). 337 Staat van de goederen en effecten door Maria Catharina Buys bij haar huwelijk met Gerard Meerman ingebracht, en het door Meerman daarvoor getekende ontvangstbewijs, 1750, met afschriften van beide stukken. 272/167-180 338 Stukken betreffende de pogingen van Gerard Meerman een heerlijkheid te verwerven, 1770 en z.d. 264/060-065
66
Gerard Meerman werkte tussen 1757 en 1760 aan een uitgave van het handschrift dat Prosper Marchand had nagelaten voor een tweede, herziene druk van zijn Histoire de l’origine et des progrès de l’imprimerie uit 1740. Van een uitgave kwam het echter niet. Meerman besloot een zelfstandig werk over het onderwerp te publiceren, de Origines typographicae (1765).
249
Nalatenschappen van anderen 339 Beschikking van het Hof van Holland en Zeeland waarbij op verzoek van Gerard Meerman, Adriaan van der Goes c.s. en Adriaan Mouchon als voogden van de kinderen van Adriaan van der Goes Wzn. de met fideicommis bezwaarde obligaties en goederen uit de nalatenschap van Maarten Meerman en Helena Verburg worden vrijgegeven, 1760. Afschrift. 272/158-165 Nalatenschap 340 Testamenten en codicillen van Gerard Meerman en Maria Catharina Buys, 17551766. 272/085-112 Bevat: 1. Mutueel testament van Gerard Meerman en Maria Catharina Buys, opgemaakt ten overstaan van notaris Cornelis Andries Cartier te Rotterdam, 1757 april 30. Afschrift. (272/085-100) 2. Codicil van Gerard Meerman, met een aanvulling, 1761 en 1766. (272/101-102) 3. Concept-testament van Gerard Meerman, 1755. (272/103-108) 4. Concept-codicil van Gerard Meerman, 1757. (272/109-112) 341 Inventaris van de nalatenschap van Gerard Meerman, 1773. 272/115-157 Stukken afkomstig van Maria Catharina Buys (1731-1788) 342 Brieven van Gerard Meerman aan Maria Catharina Buys, 1750-1766. 265/058-086 343 Brief van Abraham Buys aan zijn dochter Maria Catharina Buys, [ca. 1767]. 265/174 344 Brieven van Johan Meerman aan Maria Catharina Buys, 1768-1787. 266/003v, 005v, 015v, 048-128
250
345 Circulaire met kennisgeving van het overlijden van Antonetta Meerman door Maria Catharina Buys, 1771. 272/113 nb. 1. Gedrukt. nb. 2. Exemplaar waarin de aanhef enz. niet zijn ingevuld. 346 Circulaire met kennisgeving van het overlijden van Gerard Meerman door Maria Catharina Buys, 1771. 272/114 nb. 1. Gedrukt. nb. 2. Exemplaar waarin de aanhef enz. niet zijn ingevuld. 347 Condoleancebrieven gericht aan Maria Catharina Buys en haar zoon Johan Meerman, naar aanleiding van het overlijden van Gerard Meerman, 1771. 255/001-273 348 Notariële akte waarbij Maria Catharina Buys verklaart dat zij Anthonie Martini, pensionaris van ’s-Hertogenbosch, aanstelt tot voogd over haar minderjarige zoon Johan Meerman en als administrateur van zijn goederen, 1772. 272/208, 211 349 Notariële akte waarbij Maria Catharina Buys verklaart dat zij Anthonie Martini, pensionaris van ’s-Hertogenbosch, aanstelt tot administrateur van de effecten in GrootBrittannië van haarzelf en van haar overleden echtgenoot, Gerard Meerman, 1772. 272/209-210 350 Inventaris van de effecten toebehorend aan Maria Catharina Buys op 15 december 1771, het tijdstip waarop haar echtgenoot Gerard Meerman overleed, 1773. 272/181-207 351 Uittreksel uit het doopboek van de Westerkerk te Amsterdam, waaruit blijkt dat Maria Catharina Buys, dochter van Abraham Buys en Antonetta Dierkens, aldaar op 8 juli 1731 is gedoopt, 1783. 272/166
352 Testament van Maria Catharina Buys, 1785, met als bijlagen aantekeningen, z.d. 272/212-219 353 Notariële akte waarbij Maria Catharina Buys haar zoon Johan Meerman aanstelt tot executeur en administrateur van haar effecten in Groot-Brittannië, 1785. 272/220-221 vii pieter meerman (1726-1754) Pieter Meerman was een zoon van Johan Meerman (1687-1746) en Catharina Adriana de la Court (1690-1752). 354 Bul van promotie van Pieter Meerman tot doctor in de beide rechten aan de universiteit van Leiden, 1749 juli 17. 273/017 viii johan meerman (1753-1815) en anna cornelia mollerus (1749-1821) Johan Meerman was een zoon van Gerard Meerman (1722-1771) en Maria Catharina Buys (1731-1788). Hij trouwde in 1785 met Anna Cornelia Mollerus. Hij was lid van de vroedschap van Leiden, schepen aldaar, lid van het Departementaal Bestuur van Holland, Directeur-Generaal van Wetenschappen en Kunsten onder koning Lodewijk Napoleon, en senator van het Franse keizerrijk. Persoonlijk en familieleven 355 Brieven van familieleden, gericht aan Johan Meerman, 1767-1812 en z.d. 265/001-012, 087-632 266/129-142, 144-166, 262-296, 298-704 267/001-089 Abraham Buys (1699-1770), 1767-1770 (265/001-012) Maria Catharina Buys (1731-1788), 1767-1788 (265/168-632) Antonetta Meerman (1759-1771), ca. 1767-1771 (266/129-142) Gerard Meerman (1722-1771), 17681771 (265/087-167) Adriaan Nicolaas Mollerus (17401809), 1786-1808 (266/262-347)
Johan Hendrik Mollerus (1750-1834), 1786-1812 (266/432-611) Hendrik Cornelis Mollerus (17781806), 1791-1806 (266/297, 369-380) Hendrik Mello Mollerus (1780-1865), 1791-1807 (266/383-427) Johan Adriaan van Westreenen (17421820), 1791-1810 (267/001-002) Florentius Verster (1747-1802), 17951802 (266/652-696) Frans Verster (1785-1811), 1796 (266/697) Florentia Catharina Verster (17821848), 1797-1802 (266/698-702) Willem Hendrik Jacob van Westreenen (1783-1848), 1797-1812 (267/009-089) nb. Bij de expedities zijn de minuten van Van Westreenens brieven aan Johan Meerman gevoegd. Of dat door Van Westreenen zelf, tussen 1847-1848, is gebeurd, of na zijn overlijden, is niet bekend. Maria Catharina Dierkens (1747-1826), 1798-1807 (267/003-008) Johanna Cornelia Mollerus (17921844), 1800-1812 (266/428-431) Willem Mollerus (1783-1855), 18001812 (266/620-637) Abraham Hendrik Verster (1796-1882), 1805-1811 (266/638-651) Theodora Johanna Wilhelmina Hebertina van Heerdt (1786-1866), weduwe van Hendrik Cornelis Mollerus, aan Johan Meerman en Anna Cornelia Mollerus, 18061812 (266/381-382) Cornelis Adriaan Mollerus (17821820), 1806-1812 (266/348-365) Nicolaas Willem Mollerus (1787-1864), 1806-1812 (266/612-619) Sabina Wilhelmina Mollerus (17521822), 1807, 1810-1812, en z.d. (266/147166) Edzard Jacob Rutger Mollerus (17841864), 1809 (266/368) Anthony van Hanswijk (1745-1834), 1811-1812, met bijlage (266/144-146) Martina Wilhelmina van Dongen (1742-1809), z.d. (266/703-704)
251
356 Brieven van Johan Meerman aan Gerard Meerman, 1768-1769. Minuten. 266/001-015, 017-047 357 Brieven ontvangen door Johan Meerman, 1770-1812 en z.d. 200/001-236/017 nb. Deze brieven zijn niet gefolieerd, maar per brief genummerd. Zie de inleiding. 1770-1776 (200/001-049) 1777-1779 (201/001-054) 1780 (202/001-033) 1781 (203/001-034) 1782 (204/001-034) 1783 (205/001-019) 1784 (206/001-036) 1785 (207/001-042) 1786 (208/001-045) 1787 (209/001-030) 1788 (210/001-118) 1789 (211/001-050) 1790 (212/001-670) 1791 (213/001-064) 1792 (214/001-044) 1793 (215/001-097) 1794 (216/001-076) 1795 (217/001-034) 1796 (218/001-048) 1797 (219/001-054) 1798 (220/001-072) 1799 (221/001-034) 1800 (222/001-068) 1801 (223/001-126) 1802 (224/001-169) 1803 (225/001-164) 1804 (226/001-220) 1805 (227/001-192) 1806 (228/001-307) 1807 (229/001-371) 1808 (230/001-390) 1809 (231/001-298) 1810 (232/001-180) 1811 (233/001-149) 1812 (234/001-117) brieven zonder (volledige) datering, geordend op naam van de afzender (235/001-347)
252
brieven zonder (volledige) datering en afzender (236/001-017) 358 Condoleance-brieven gericht aan Johan Meerman, naar aanleiding van het overlijden van zijn moeder Maria Catharina Buys, 1788. 256/001-116A 359 Brief van Johan Meerman aan de Leidse hoogleraar Jona Willem te Water, 1806 november 22. Expeditie. 305/003-004 360 Brief van Johan Meerman, aan een onbekende persoon te Leiden, 1807 januari 28. Expeditie. 305/005 361 Brief van Johan Meerman aan A.M. Jansen, 1809 oktober 30. Expeditie. 305/001-002 362 Autobiografische aantekeningen van Johan Meerman, door Hendrik van Wijn voorzien van de titel ‘Aanteekeningen van den Heer J. Meerman wegens de voorname epoques in zijn leven’, [ca. 1810-1814]. 282/001-042 363 Brief van Johan Meerman aan Abraham Hendrik Verster, z.d. Minuut. 266/246 Maatschappelijke activiteiten Functies 364 Brieven van hooggeplaatste, voorname en geleerde personen aan Johan Meerman, met enkele concepten van antwoord, 1767-1815. 237/001-252/010 Aa-Boers (237/001-768) Boettcher-Cambier (238/001-649) Camper-Dedel (239/001-651) Dedem-Flament (240/001-652) Fleury-Gael (241/001-599) Gae-Heim (242/001-617) Heinemeyer-Keller (243/001-596) Klopstock-Linschoten (244/001-576) Lith-Martini (245/001-686)
Marum-Pestel (246/001-635) Petersburg-Scheltema (247/001-556) Schenck-Stratenus (248/001-615) Stratenus-Uhr (249/001-530) Utrechtse-Wichers (250/001-558) Willmet-Zuylen (251/001-405) Minuten van Johan Meerman (252/001-010) 365 Stukken betreffende Johan Meerman als Directeur-Generaal van Wetenschappen en Kunsten ten tijde van het Koninkrijk Holland, 1806-1811 en z.d. 284/001-283 Kunsten, 1807-1808, 1810-1811 (284/001-060) Onderwijs en Wetenschappen, 18071810 en z.d. (284/061-283) 366 Brieven van Johan Meerman als DirecteurGeneraal van Wetenschappen en Kunsten, 1807-1810. Minuten en afschriften. 253/001-333 367 Stukken betreffende Johan Meerman als senator van het Franse Keizerrijk, 1811-1814 en z.d. 285/001-017 Onderscheidingen 368 Stukken betreffende onderscheidingen aan Johan Meerman verleend, 1806-1814 en z.d. 285/018-086 nb. Deels gedrukt. Bevat: Ordre royal de mérite, 1806-1807 (285/018-029) Orde van de Unie, 1807-1808. (285/030-068) Légion d’honneur, 1811, 1813 (285/069-078) Ordre impérial de réunion, 1812, en z.d. (285/079) Décoration du lys, 1814 (285/085)
67
68
Zie J. van Heel, ‘Johan Meerman op reis’, in: R. de Leeuw (red.), Herinneringen aan Italië. Kunst en toerisme in de 18de eeuw. Zwolle 1984, 55-61 en 249-251. Zie C. van der Zwaan, ‘Een reiziger in Rusland. Onder
Reizen – Journaal van een reis door Engeland, Frankrijk, Zwitserland, Italie, Oostenrijk en Zuid-Duitsland; 1774-1776. 6 dln.67 Koninklijke Bibliotheek, 133 g 13 nb. Door de Koninklijke Bibliotheek in 1897 als geschenk ontvangen van F.A. Hoefer te Amsterdam. 369 Aantekeningen betreffende de tweede reis van Johan Meerman naar Engeland, [1786]. 283/001-091 370 Stukken betreffende de tweede reis van Johan Meerman in Italië, [1792]. 283/092-104 nb. Hierbij onder meer brieven van Meerman aan Thomas Jenkins te Rome over aankopen. –
Dagboek van een verblijf in Sint Petersburg en Moskou, 1798-1799. 1 deel.68 Universiteitsbibliotheek Leiden, bpl 2790 nb. Aangekocht op een veiling bij Burgersdijk en Niermans, Leiden, d.d. 21-23 mei 1973, nr. 1258. Het was eerder op de veiling J. Kneppelhout en J.G. van der Schaaff, Den Haag, W.P. van Stockum, 22 maart 1921, p. 93, nr 830 verkocht aan [Hendrik?] Dunlop.
Onderzoek en publicaties 371 Aantekeningen over, en uittreksels en afschriften van historische documenten, genomen met name uit de Registers van de Rekenkamer van Holland, 1769 en z.d. 268/001-141 372 Aantekeningen van Johan Meerman over historische onderwerpen, 1807 en z.d. 288/001-026; 289/001-047
zoek naar de herkomst van een dagboek uit 17981799’, in: H. van Koningsbrugge, E. Waegemans (red.), Van de Vierpotige Leeuw en de Tweekoppige Adelaar. Studies over Nederlands-Russische relaties. Groningen 2002 (Baltic Studies, 7), 159-173.
253
Bevat: ‘Negotiatien geduurende de Spaanse Successie Oorlog tussen de Vereenigde Nederlanden en de nabuurige Mogendheden’, z.d. (288/001-026) ‘J. Meerman, aanteekeningen nopens de Unie van Utrecht’, 1807 en z.d. (289/001047) Stukken betreffende Meermans voorgenomen uitgave van een handschrift over de reizen van keizer Karel v, 1807 en z.d. 69 (289/005-010) 373 Aantekeningen over de algemene, maar vooral de Nederlandse geschiedenis, gedurende de periode van 1477 tot en met 1575, z.d. 290/001-300/080 1477-1480 (290/001-085) 1481-1490 (291/001-185) 1491–1500 (292/001-172) 1501–1510 (293/001-118) 1511–1520 (294/001-109) 1521–1530 (295/001-118) 1531-1540 (296/001-116) 1541–1550 (297/001-118) 1551–1560 (298/001-061) 1561–1570 (299/001-011) 1571–1575(300/001-080) 374 Aantekeningen over theologische onderwerpen, z.d. 286/001-042; 287/001-148 Bevat: Aantekeningen bij het bijbelboek Genesis (286/001-042) Aantekeningen bij boeken van het Nieuwe Testament (286/043-101) ‘J. Meerman, Godsdienstige beschouwingen over Gods volmaaktheden &c.’ (287/001-148)
69 70 71
Deze uitgave kwam niet tot stand. De stamreeksen van beiden komen samen bij Gerrit Meerman (1541-1609). Voor een gedetailleerd overzicht van deze correspondentie zie P.J. Buijnsters, ‘Inventaris der in Nederland aanwezige handschriften van Frans Hemsterhuis’, in:
254
Financiën en eigendommen 375 Aantekeningen met berekeningen betreffende vorderingen en schulden door Johan Meerman, [ca. 1800]. 301/001 Nalatenschappen van anderen 376 Borderel op de rekening van de nalatenschap van Pieter Meerman (1723–1789), 1790. 303/001-091 nb: Pieter Meerman was een verre verwant van Johan Meerman.70 Stukken afkomstig van Anna Cornelia Mollerus 377 ‘Adversaria’, aantekeningen van Anna Cornelia Mollerus over diverse onderwerpen (meest citaten), alfabetisch gerangschikt op trefwoord, 29 september 1779-?, met bijlagen. 302/001-291 De bijlagen: Een gedicht van Anna Cornelia Mollerus, 1808 (302/285) Een verklaring van Anna Cornelia Mollerus dat zij dit document bij haar overlijden nalaat aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen met het verzoek het, zo mogelijk, bij de bibliotheek van Meerman te voegen, 1815 november 18. (302/289) ‘Proclamation de Bonaparte au peuple Françoise sur l’air de pas de charge’ in de hand van Johan Meerman, z.d. (302/086) 378 Brieven van Anna Cornelia Mollerus aan Frans Hemsterhuis, 1779-1790, met enkele brieven van derden aan Hemsterhuis, 1781, en met een bijlage, 1847.71 254/001-471
Documentatieblad Werkgroep 18e Eeuw, nr. 4 (augustus 1969), 10-17. De brieven van Hemsterhuis aan Anna Cornelia Mollerus worden bewaard in de Koninklijke Bibliotheek (132 F 1).
Bevat: 1779 (254/001-010) 1780 (254/011-106) 1781 (254/107-191) 1782 (254/192-246) 1783 (254/247-279) 1784 (254/280-302) 1785 (254/303-319) 1786 (254/320-402) 1787 (254/403-415) 1788 (254/416-428) 1789 (254/429-444) 1790 (254/445-454) Brief van Samuel François l’Honoré (ca. 1754-1794) aan Hemsterhuis, 1781. (254/455) Brieven Abraham Perrenot aan Hemsterhuis, 1781. (254/456-466) Brief van Hemsterhuis aan Diotima (Adelaide Amalia Gallitzin, geb. Von Schmettau) met betrekking tot Daphne (Anna Cornelia Mollerus), 1781. Afschrift. (254/467, 471) Bijlage: brief van Hendrik Willem Tydeman (1778-1863) aan Willem Hendrik Jacob van Westreenen, 1847. (254/468-470) 379 Circulaire met kennisgeving van het overlijden van Johan Meerman, met een lijst van diens gepubliceerde en nagelaten werken, op verzoek van Anna Cornelia Mollerus door Willem Hendrik Jacob van Westreenen samengesteld, en door haar ter publicatie aangeboden aan kranten en tijdschriften, 1815-1816. 281/001-026 nb. Deels gedrukt.
van Johan Meerman, 1815-1817, en z.d. 281/290-354 382 Kranten en tijdschriften waarin het overlijdensbericht, de biografische notitie of een necrologie van Johan Meerman is opgenomen, 1815-1816. 281/112-289 383 Briefwisseling van Anna Cornelia Mollerus met Jona Willem te Water, Hendrik van Wijn, Willem Hendrik Jacob van Westreenen, Joachim Jochems en Leendert van der Veen over het levensbericht van Johan Meerman dat Te Water voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde opstelde, 1816-1817 en z.d. 282/043-059 384 Brieven gericht aan Anna Cornelia Mollerus, 1819 en z.d. 282/061-066 385 Ontwerp van het opschrift van het gedenkteken voor Johan Meerman in de Pieterskerk te Leiden, op verzoek van Anna Cornelia Mollerus opgesteld door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 1820]. 282/060 ix
antonetta meerman (1759-1771) Antonetta Meerman was een dochter van Gerard Meerman (1722-1771) en Maria Catharina Buys (1731-1788).
386 Brieven van Johan Meerman aan zijn zus Antonetta Meerman, 1770. 266/016, 143
380 Biografische notitie betreffende Johan Meerman (in het Nederlands, Frans en Duits), op verzoek van Anna Cornelia Mollerus door Willem Hendrik Jacob van Westreenen samengesteld, en door haar ter publicatie aangeboden aan kranten en tijdschriften, 1815-1816, met verzendlijsten. 281/027-111 381 Stukken betreffende de verspreiding van de biografische notitie en de levensberichten
255
Outshoorn bovengenoemd). Hij overleed tussen 1674 en 1681. In 1672 was hij kolonel.
aanverwante families de bye
i abraham van almonde (1533-1593) en maria de groot huygensdr. (1540-1610) Abraham van Almonde was een zoon van Jan van Almonde en Petronella van de Werve. Als weduwnaar van Catharina Dirksdr. van Leuven hertrouwde hij in 1565 met Maria de Groot, dochter van Huych Corneliss. de Groot en Maria Wisse, en weduwe van Lucas Pietersz. Sasbout. 387 Testament van Maria de Groot Huygensdr., Leiden, 1584 oktober 8. 273/001 ii
joris de bye (ca. 1570-1628) Joris de Bye was een zoon van Dirck Joris de Bye († 1591) en Theodora Cornelisdr., alias Dirricgen Cornelisdr. Sorrighen. Hij trouwde (1) met Johanna van Outshoorn, en na haar overlijden, (2) in 1594 met Maria van Almonde, dochter van Abraham van Almonde en Maria de Groot Huygensdr. Hij was vroedschap en burgemeester van Delft, hoogheemraad van Delfland, curator van de Leidse universiteit, thesaurier-generaal van de Unie, en heer van Albrandswaard.
388 Testament van Joris de Bye en Maria van Almonde, 1613 oktober 20. 273/003-006 iii
johan de bye († tussen 1674-1681) Johan de Bye was een zoon van Jacob de Bye († 1681), die de zoon was van Joris voornoemd. Hij trouwde met zijn nicht Johanna de Hertoghe († 1716), dochter van Jan de Hertoghe en Johanna De Bye (die de dochter was van Joris de Bye en Johanna van
72
Het Album promotorum van de universiteit van Utrecht noemt hem ‘Gulielmus de Bie tot Stoutenburgh Haga-Batavus’.
256
389 Akte van aanstelling door de Staten van Holland en West-Friesland van Johan de Bye, luitenant van de compagnie van kolonel Harsholt, tot kapitein van een compagnie van een nieuw regiment voetknechten, 1665 maart 21. 273/009 iv
willem de bye (ca. 1666-1737) Willem de Bye was een zoon van Johan de Bye († tussen 1674 en 1681) en Johanna de Hertoghe († 1716).
390 Bul van de promotie van Willem de Bye tot doctor in de beide rechten aan de universiteit van Utrecht, 1689 juli 24.72 273/008 v
jacob de bye (fl. 1689)
Jacob de Bye was mogelijk een zoon van Johan de Bye († tussen 1674 en 1681) en Johanna de Hertoghe († 1716). 391 Bul van de promotie van Jacob de Bye tot doctor in de beide rechten aan de universiteit van Utrecht, 1689 juli 8.73 273/007
mollerus i
73
adriaan nicolaas mollerus (1740-1809) Adriaan Nicolaas Mollerus (1740-1809) was een zoon van Hendrik Mollerus (1709-1783) en Cornelia Mauritia Noey (1716-1793). Hij trouwde in 1777 met Martina Wilhelmina van Dongen (1742-1809). Hij was griffier van de Hoge Raad.
Het Album promotorum van de universiteit van Utrecht noemt hem ‘Jacobus de Bie, D. in Albrantsweert, Haga-Batavus’ en geeft als promotiedatum 11 juli 1689.
392 Brieven van Johan Meerman aan Adriaan Nicolaas Mollerus, 1786-[ca. 1801]. 266/167-238 393 Brief van Hendrik Cornelis Mollerus aan Adriaan Nicolaas Mollerus, 1798. 266/297 ii
johan hendrik mollerus (1750-1834) Johan Hendrik Mollerus was een zoon van Hendrik Mollerus en Cornelia Mauritia Noey. Hij trouwde in 1777 met Mellina Albarda van Nijensteyn (1756-1822). Hij was onder meer secretaris van de Raad van State, lid van de Aziatische Raad, staatsraad, minister van Binnenlandse Zaken.
394 Brieven van Cornelis Adriaan Mollerus (1782-1820) aan Johan Hendrik Mollerus, 1809. 266/366-367 iii
hendrik cornelis mollerus (1778-1806) Hendrik Cornelis Mollerus was een zoon van Adriaan Nicolaas Mollerus en Martina Wilhelmina van Dongen. Hij trouwde in 1806 met Theodora Johanna Wilhelmina Hebertina van Heerdt (1786-1866).
395 Brieven van Johan Meerman aan Hendrik Cornelis Mollerus, 1798-1800. 266/239-242 iv
hendrik mello mollerus (1780-1865) Hendrik Mello Mollerus was een zoon van Johan Hendrik Mollerus en Mellina Albarda van Nijensteyn. Hij trouwde in 1839 met Louisa Jacoba van Eck van Overbeek (18081890). Hij was lid van het Wetgevend Lichaam, van de ridderschap van Gelderland, en van de Provinciale Staten van dat gewest.
396 Brief van Johan Meerman aan Hendrik Mello Mollerus, 1806. 266/243-245 74
Dat de proef uit 1900 stamt, blijkt uit drie brieven van hoofdbestuurder W.G.C. Byvanck aan de firma Van
stukken met betrekking tot de zorg voor het archief 397 Stukken met betrekking tot de bewerking, beschrijving en aanvulling van het archief, 1897-1900. 184/113-163, 173-200 307/001-008 Bevat: Lijsten van de inhoud van de brievenverzamelingen en dossiers, (restanten van de) omslagen van dossiers met aanduiding van de inhoud, enz., samengesteld door Gerard Morre, 1897. (184/113-162) Uittreksels uit de briefwisseling van Gerard Meerman door W.G.C. Byvanck en Gerard Morre, ca. 1900. (184/173-200) ‘Catalogue du Museum MeermannoWestreenianum. Manuscrits. ière Partie.’ Proef met correcties van het eerste vel van de gedrukte catalogus van de handschriften en archieven, [1900]. 74 (307/001-008) nb. Deze catalogus is niet verder voltooid. 398 Stukken betreffende de aanvulling van het Meermanarchief, 1967-1992. 184/283-288 Bevat: Stukken betreffende de schenking door François Meerman te Bordeaux van archiefstukken en de handgeschreven ‘Généalogie Meerman ou Merman’ door Anthonie Abraham Vorsterman van Oyen, 1967. (184/286-288) nb. betreft de toegangsnrs. 291, 292, 296, 305 en 400. Stukken betreffende de schenking van een brief van Johan Meerman door het Rotterdams Gemeentearchief, 1992. (184/283284) Betreft toegangsnr. 361. 399 Lijst van de brieven ontvangen door Johan Meerman, 1770-1812 en z.d., alfabetisch geordend op de naam van de afzender.
Cleef, gedateerd 17, 22 en 29 september 1900 (mmw, archief Van Cleef, inv.nr. 107).
257
Samengesteld door N.J.P. van der Lof (19522002) ter voorbereiding van de invoer van deze brieven in de electronische Catalogus epistolarum neerlandicarum, 1984. 184/061-112 nb. 1. Getypt. nb. 2. Het betreft de brieven beschreven in toegangsnummer 357.
documentatie 400 Généalogie Meerman ou Merman [door Anthonie Abraham Vorsterman van Oyen], ca. 1895. 307/009-028 nb. Deze in het Nederlands gestelde genealogie was bestemd voor en werd in Franse vertaling gepubliceerd in Ariste Ducaunnès-Duval, Famille Merman ou de Meerman (Hollande et France). Notice généalogique et biographique, 1480-1896. Bordeaux 1897, 9-30. 401 Aantekeningen uit de brieven van Johan Meerman door E. Pelinck te Leiden, 19581960. 184/201-281 nb. 1. Getypt. nb. 2. In 1968 aan het museum geschonken.
258
4 Toegang tot het archief van Petrus Bernardus (Pieter) van Damme, 1752-1805 (1808-1810)
persoonlijk petrus bernardus (pieter) van damme (17271806) Petrus Bernardus van Damme was een zoon van Adrianus Franciscus van Damme en Maria Barbara Gerards. Hij trouwde in 1764 met Jacoba Quirina Aaltsz (ca. 1733-1805). Hij was een antiquarische boekhandelaar en genoot een grote reputatie als kenner en verzamelaar van antieke munten. Persoonlijk en familieleven 402 Brieven van Gentse familieleden aan Pieter van Damme, 1771-1805. 407/001-009 Maria Anna van Damme, 1771. (407/007-008) Anne Marie Daesschoot, 1774. (407/009) Ferdinandus Bernardus van Damme, 1789, 1805 en z.d. (407/001-006) 403 Gegraveerde portretten van Pieter van Damme, 1788, met twee lofdichten.75 407/015-020 nb. Deels gedrukt. Bevat: De prent vóór de letter. (407/019-020) De prent met bijschrift. (407/017-018) Lofdichten op het portret, in handschrift. (407/015-016) 404 Circulaire met kennisgevig van het overlijden van Jacoba Quirina Aaltsz, echtgenote van Pieter van Damme, 1805. 407/010-011 nb. Gedrukt.
75
Het portret is in 1787 naar het leven getekend door Hendrik Pothoven (1725-1807) en in 1788 gegraveerd door Cornelis Bogerts (1745-1817). De koperplaat van
Munt- en penningkunde Zie ook toegangsnr. 160 e.v. 405 Brieven van penningkundigen en anderen aan Pieter van Damme, 1752-1805, met een inventarisatie van deze briefwisseling door Willem Hendrik Jacob van Westreenen, [ca. 1808-1810]. 400/001-698; 401/001-699; 402/001-532 120/438-444 nb. 1. Alfabetisch geordend op naam van de afzender. Aken-Guse (400/001-698) Hanewinckel-Podolijn (401/001-699) Pougens-Wilcox (402/001-528; 120/438-444) Inventarisatie door Van Westreenen. (402/529-532) nb. 2. De brieven van Van Westreenen aan Van Damme zijn verdeeld tussen fa 402/425-518 en fa 120/438-444. 406 Brieven van boek- en munthandelaren aan Pieter van Damme, 1778-1805. 403/001-255 nb. Alfabetisch geordend op naam van de afzender. 407 Door een mevrouw Van den Bos gemaakte afschriften van aan Pieter van Damme gerichte brieven, z.d. 406/001-161 nb. 1. De afschriften zijn vervaardigd voor Pieter van Damme, zoals blijkt uit de aantekening op de omslag (406/161). nb. 2. Vrijwel alle brieven zijn gekopieerd naar originelen uit de serie brieven van penningkundigen, zie toegangsnr. 405.
de gravure wordt in het Museum MeermannoWestreenianum bewaard (inv.nr. 1244/U).
259
Brief van Pieter van Damme aan Petrus Burmannus jr., 1762. mmw, fa 274/035-036
260
Lidmaatschappen van genootschappen en andere organisaties 408 Oorkonde van de aanstelling van Pieter van Damme tot directeur van het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen, 1771 september 20. 407/012 409 Brieven van leden van het Zeeuws Genootschap aan Pieter van Damme, 1772-1788. 405/001-206 410 Oorkonde van de verkiezing van Pieter van Damme tot gewoon lid van het Institutum Regium Historicum Goettingense, 1772 september 15. 407/013 411 Oorkonde van het besluit van de Physicalisch-oeconomische Bienen-Gesellschaft in Oberlausitz om Pieter van Damme als lid op te nemen, 1772 oktober 4. 407/014 412 Stukken met betrekking tot Van Dammes beantwoording van een prijsvraag van Teylers Tweede genootschap over de oorsprong van de wapenschilden (1783), 1782-1791. 404/001-128 Bevat: Kranten met artikelen betreffende de prijsvraag, 1782-1786. (404/029-034) Brieven van directeuren en leden van Teylers Fondatie en Teylers Tweede Genootschap aan Pieter van Damme, 1784-1791. (404/001-028) Aantekeningen van Pieter van Damme bij de tekst van zijn verhandeling, z.d. (404/035-038) Stuk met de door Van Damme geschreven tekst van de beantwoording van de prijsvraag, [1784]. (404/077-126)
76
De beide versies van de ‘Beantwoording’ waren opgenomen in de veilingcatalogus van de bibliotheek van Pieter van Damme (1808), p. 32, als nr. 187, met de gedrukte aantekening: ‘Comme ce volume a été legué par le défunt au redacteur de ce Catalogue, il ne sera pas vendu.’ Lange tijd onderdeel van de handschriften-
Stuk getiteld ‘Beandwoording op de Vraage by Teylers tweede Genootschap uitgeschreeven in 1783 over Penningkunde: Welk is d’eerste oorsprong der Wapenschilden van Familiën, Vorsten, Landen, en wanneer zijn dezelven allereerst gebragt op d’Europeese Munten, in plaats van de kruissen, waarmede Christen Vorsten, na Konstantijn den Grooten en op deszelfs voorbeeld hunnen Munten hebben doen bestempelen. Onder de Zin-spreuk, Perseverantia rerum victrix.’ Afschrift, [1784]. (404/039-076) Contemporaine halfperkamenten boekband waarin de beide versies van de ‘Beandwoording’ werden bewaard, z.d.76 (404/127-128)
stukken met betrekking tot de zorg voor het archief 413 Lijsten van de inhoud van de brievenverzamelingen en dossiers, (restanten van de) omslagen van dossiers met aanduiding van de inhoud, enz., samengesteld door Gerard Morre, 1897. 184/164-172
verzameling van het museum, met de signatuur 007 b 012 (zie P.C. Boeren, Catalogus van de handschriften van het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum (’s-Gravenhage 1979), 215-216), maar in 2006 overgebracht naar het archief.
261