Uw veiligheidsregio in 2014 Samenvatting jaarverslag
Toelichting gebruikte begrippen
2
Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van VRBZO bestaat uit de burgemeesters van de 21 gemeenten in onze regio.
Bevolkingszorg
De gemeentelijke processen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Brandweer over Morgen
Het komen tot grotere (brand)veiligheid en een hoger maatschappelijk rendement door onder andere: »» meer nadruk te leggen op het voorkomen van branden en ongevallen; »» te streven naar versmalling van de conventionele brandweertaken door toepassing van nieuwe technologieën, nadruk op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers; »» de conventionele hulpverleningstaken te verbreden in de richting van zorgtaken en een veel grotere inzet van de burger; »» meer te investeren in activiteiten die in relatie tot de kosten voor de samenleving het hoogste rendement opleveren. Dit resulteert in minder incidenten (branden), minder slachtoffers en minder schade.
Brandveilig Leven
Een breed scala aan activiteiten om het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers te vergroten. Denk aan voorlichting op scholen, huisbezoeken, rookmelderacties, horecabezoeken en checks brandveiligheid.
Broodje Brandweer
Een lunch op de brandweerkazerne met een goed gesprek over brandveiligheid, voor iedereen van 65 jaar en ouder die zelfstandig woont.
Gemeenschappelijke Regeling
De Wet veiligheidsregio’s vereist een regionaal samenwerkingsverband tussen gemeenten voor de uitvoering van taken met betrekking tot fysieke veiligheid. Denk hierbij aan brandweer, crisisbeheersing en rampenbestrijding. VRBZO voert deze taken uit. De afspraken tussen de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant en de Veiligheidsregio zijn in een Gemeenschappelijke Regeling vastgelegd.
Toekomstvisie Brandweerzorg
Een beschrijving van de brandweerzorg in de regio Zuidoost-Brabant, met als perspectief 2018. De visie is op 26 maart 2015 vastgesteld door het Algemeen Bestuur.
Inleiding Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een organisatie waarin Brandweer, GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en RAV (Regionale Ambulancevoorziening) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen, beperken en bestrijden. Dit verslag is een samenvatting van het jaarverslag 2014 zoals aangeboden aan het Algemeen Bestuur (de 21 burgemeesters) van onze regio. Het volledige verslag, met meer gedetailleerde informatie, kunt u opvragen bij VRBZO. Dit verkorte verslag beschrijft de prestaties van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) en is bedoeld om het Algemeen Bestuur, gemeenteraadsleden uit de regio en geïnteresseerde burgers te informeren. Per 1 januari 2014 is VRBZO geregionaliseerd. Dit wil zeggen dat alle 21 gemeentelijke brandweerkorpsen uit de regio Zuidoost-Brabant zijn overgegaan naar de Veiligheidsregio en geen deel meer uitmaken van de gemeentelijke organisatie. Door de voorbereidende werkzaamheden in 2013 zijn deze brandweerkorpsen zonder problemen in 2014 geïntegreerd. Door de aanhoudende recessie en de daaruit voortvloeiende bezuinigingsdruk bij de decentrale overheid sprak het Algemeen Bestuur (de 21 burgemeesters) bij de regionalisering de wens uit te komen tot een Toekomstvisie Brandweerzorg. Doel: het realiseren van een substantiële bezuiniging in de komende jaren en richting geven aan de (nieuwe) organisatie. Het ondersteunen bij het opstellen van deze Toekomstvisie Brandweerzorg vroeg veel van de Veiligheidsregio. Tegelijkertijd is voorzichtig omgesprongen met het invullen van vacatureruimte; investeren in materiaal en materieel e.d. rekening houdend met de mogelijke gevolgen die de Toekomstvisie Brandweerzorg met zich mee zou brengen. Dit resulteert in een voordelig resultaat van ongeveer €3,5 miljoen in de jaarrekening. In deze samenvatting vindt u meer informatie over de operationele resultaten, andere activiteiten en het financiële resultaat van VRBZO in 2014. We starten met het programma Brandweerzorg, vervolgens komen de programma’s Zorg & Veiligheid en Financiering aan bod. Als laatste kijken we terug op de doelstellingen uit het jaarplan van 2014.
3
Brandweerzorg Het programma Brandweerzorg bestaat uit de producten Incident
Opschaling
Ernst
Aantal Incidenten
bestrijding en Risicobeheersing. Beide programmaproducten zijn
Opschaling Brand
Zeer groot
4
Opschaling Brand
Groot
11
Opschaling Brand
Middel
73
samen verantwoordelijk voor de Brandweerzorg in de regio.
Opschaling Hulpverlening
Groot
1
Incidentbestrijding
Opschaling Hulpverlening
Middel
8
Incidentbestrijding biedt professionele repressieve brandweerzorg, specialistische hulp en grootschalig optreden. In 2014 waren er 6.200 uitrukken. Onderstaande tabel toont de verschillende incidenttypen. Onder alarm wordt verstaan het aantal automatische brandmeldingen (ongeacht of de melding loos was of niet). De categorie brand spreekt voor zich. Denk bij ongeval aan een auto-ongeluk. Onder overig vallen diensten voor het verkeer en het leefmilieu.
Opschaling OGS
Middel
1
Aantal Incidenten
Prio 1
Overig
Totaal
Alarm
2.378
27
2.405
Brand
939
595
1.534
Ongeval
383
29
412
Overig
574
1.275
1.849
Totaal
4.274
1.926
6.200
Voor de brandweer betekent prio 1 dat het voertuig en zijn volledige bemanning zo snel mogelijk ter plaatse moet komen en zich daarbij als voorrangsvoertuig mag gedragen.
De volgende tabel toont het aantal opschalingen vanaf de kwalificatie ‘middel’. Alle andere incidenten zijn automatisch gekwalificeerd als klein.
4
Totaal
98
Een opschaling betekent alarmering van meerdere posten en/of inzet van meerdere voertuigen.
Van alle uitrukken, die gealarmeerd zijn via een automatisch alarm, is slechts 3% een terechte alarmering. Deze hoge mate van loze alarmeringen zijn niet los te zien van automatische alarmen die onterecht afgaan om uiteenlopende redenen. In 2014 is daarom aangehaakt bij het landelijke meerjarenproject (STOOM). Dit project moet het aantal loze alarmeringen terugdringen mede door strakkere monitoring. In 82% van de inzetten was de brandweer binnen de wettelijk vastgestelde normtijd op de plaats van het incident (de vastgestelde normtijd verschilt overigens, afhankelijk van het soort incident en de locatie). Het gaat dan om het tijdsbestek tussen de aanname van het incident op de meldtafel van de brandweer en het op de plaats van het incident melden van de eerste tankautospuit (TS).
Risicobeheersing
»» Aan gemeenten zijn 605 bouwplanadviezen voor aangevraagde
Risicobeheersing voorkomt en beperkt onveilige situaties en omstandigheden. Van controle op en advies over brandveiligheid (bijvoorbeeld in relatie tot bouwvoorschriften en gebruiksvoorschriften) tot het geven van voorlichting over brandveilig leven. Doelen zijn de kennis, het gedrag en het verantwoordelijkheidsbesef van burgers en instellingen op het terrein van brandveiligheid te verhogen. Een aantal kengetallen van de operationele prestaties van Risicobeheersing:
»» 1.462 objecten zijn gecontroleerd op brandveiligheid en naleving van brandveiligheidsvoorschriften. In 24 gevallen werd een onvoldoende naleving van brandveiligheidsvoorschriften geconstateerd na diverse hercontroles en waarschuwingen. Het bevoegd gezag (de gemeenten) legde in deze gevallen een dwangsombeschikking op. 905
omgevingsvergunningen gegeven.
»» Gebouwen moeten, conform het Bouwbesluit 2012, brandveilig worden gebruikt. Er zijn 139 gebruiksmeldingen getoetst op indieningsvereisten en op de veiligheidsaspecten van een aanvraag. Tevens zijn er 59 adviezen gegeven op de aanvraag bij gemeenten voor een gebruiksvergunning. »» Op het gebied van externe en industriële veiligheid zijn 98 adviezen verstrekt. 45 van deze adviezen hadden betrekking op milieugerelateerde zaken (Wet algemene bepaling omgevingsrecht). Van deze 45 adviezen waren er 22 adviezen in het kader van een vuurwerkaanvraag. Over externe veiligheid zijn 53 adviezen verstrekt, waarvan 40 in het kader van ruimtelijke ordening. »» Bij 39 (grote) evenementen in de regio is gecontroleerd op brandveiligheid. »» Er zijn 11 inspecties uitgevoerd bij bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen. Dit besluit integreert wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding in één juridisch kader.
454
14 Bij 2e controle op orde
Bij 3e controle op orde
65
24
Bij 4e controle op orde
Dwangsombeschikkingen
5
Zorg & Veiligheid Het programma Zorg & Veiligheid kent de producten Ambulance
GHOR
zorg, GMK, Bevolkingszorg, Crisisbeheersing en GHOR.
De GHOR coördineert de geneeskundige hulpverlening bij (grote) ongevallen en rampen. De GHOR brengt ook de medische risico’s van risicovolle objecten in kaart, adviseert de gemeenten hoe zij gezondheidsrisico’s bij grote evenementen kunnen beperken en werkt plannen uit voor het geval de volksgezondheid wordt bedreigd. Bijzondere aandacht is er voor zorginstellingen en hoe zijn hun verantwoordelijkheden bij calamiteiten kunnen nemen.
Ambulancezorg De Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant-Zuidoost biedt verantwoorde ambulancezorg door medewerkers met actuele professionele kennis en vaardigheden en hoogwaardige middelen. De ambulancezorg is op maat, zo spoedig mogelijk en/of op het afgesproken moment. VRBZO is de vergunninghouder voor de ambulancezorg in de regio. Zij voert deze taak uit in samenwerking met de GGD. In 2014 verzorgde de RAV 43.772 inzetten. Deze zijn onder te verdelen in drie categorieën: A1-ritten
52%
Acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt (of wanneer dit pas na beoordeling door het ambulanceteam kan worden uitgesloten).
A2-ritten
23%
Geen direct levensgevaar, maar wel risico op (ernstige) gezondheidsschade.
B-ritten
25%
Geen spoed, ambulancezorg op afspraak.
In 91,6% van de A1-inzetten was de RAV in 2014 binnen 15 minuten bij de patiënt. Hiermee voldoet de RAV niet aan de wettelijke norm (95%) maar scoren zij in vergelijking tot het landelijk gemiddelde adequaat. De overschrijding van de wettelijke norm heeft logische oorzaken. Er waren meer vereiste A1-inzetten in vergelijking tot vorige jaren die druk hebben uitgeoefend op de beschikbaarheid van materieel en personeel. Ook zijn kwaliteitsverbeteringen doorgevoerd waaronder een nieuw triagesysteem (dat helpt bij het beoordelen van de urgentie van de hulpvraag) die de responstijden in de aanloopperiode negatief beïnvloed hebben. De norm (95%) voor A2-inzetten werd met 96,6% wel gehaald. In 2015 wordt onderzocht of door het optimaliseren van het dekkingsplan de opkomsttijd voor A1-inzetten kan worden verbeterd.
De opkomsttijd van GHOR-functionarissen bij een inzet werd met 98,5% ruim gehaald (norm: 90%). Alle GHOR-functionarissen en medewerkers zijn opgeleid/beoefend en bewezen vakbekwaam. De GHOR gaf voor 523 evenementenvergunningen adviezen aan gemeenten over publieke gezondheid (meetperiode augustus 2013 - augustus 2014).
Crisisbeheersing Crisisbeheersing is verantwoordelijk voor de multidisciplinaire samenwerking bij rampen en crises.
Soort GRIP
Aantal Incidenten
GRIP 0
33
GRIP 1
2
GRIP 3
1
Totaal
36
Bij multidisciplinair optreden wordt een zogenaamde GRIP-structuur met zes niveaus gehanteerd. De twee GRIP 1-incidenten betroffen de branden in een tankstation/flatgebouw in Eindhoven aan de Lieven de Keylaan op 24 augustus en de brand in een verzorgingstehuis in Eindhoven op 29 juni 2014 aan de Herman Gorterlaan. Het enige GRIP 3-incident in 2014 betrof de brand in Wintelre op 20 mei 2014. In het kader van de voorbereiding is in 2014 het regionaal risicoprofiel geactualiseerd. Dit profiel is cruciale input voor een nieuw regionaal crisisplan. Daarnaast zijn er twee nieuwe plannen voor rampenbestrijding ontwikkeld en is een aantal bestaande plannen geactualiseerd. De grensoverschrijdende samenwerking is beschreven in een handboek en operationeel vertaald in een coördinatiekaart voor de Gemeenschappelijke Meldkamer en de opschalingsorganisatie. Bestaande convenanten met vitale crisispartners (energie, drinkwater en waterkolom) zijn in afstemming met deze sectoren vertaald in coördinatiekaarten. Ook startte de samenwerking met de telecomsector. Daarnaast zijn op het vlak van evenementenveiligheid stappen gezet en zijn adviezen uitgebracht die helpen om bij de voorbereiding op grote evenementen ook de crisisbeheersingsaspecten te borgen.
Bevolkingszorg De gemeenten vormen een belangrijke partner in de veiligheidsregio. Het gemeentelijke deel van de rampenbestrijding en crisisbeheersing noemen we Bevolkingszorg. Iedere gemeente is hiervoor zelf verantwoordelijk. De 21 gemeenten hebben besloten om de processen bevolkingszorg zoveel mogelijk gezamenlijk in te vullen. Naast de actualisatie van de planvorming is het opleiden, trainen en oefenen een tweede speerpunt.
6
Ook in 2014 zijn er voor alle functionarissen opleidingen, trainingen en oefeningen georganiseerd. Inspanningen zijn geregistreerd om de mate van vakbekwaamheid in beeld te brengen.
Gemeenschappelijke Meldkamer De Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) is de operationele spil in het netwerk van ambulancezorg en GHOR, brandweer en politie. De GMK faciliteert 24/7 de voor de hulpverlening noodzakelijke interdisciplinaire samenwerking. De ondersteuning en dienstverlening bestaat uit aanname, intake, uitgifte, begeleiding en coördinatie. De GMK verwerkte in 2014 262.831 meldingen en incidenten. De diagram toont de verdeling van de te verwerken incidenten en meldingen over de diverse disciplines.
Het percentage van de meldingen dat binnen de norm door de meldkamer is verwerkt (2014).
VRBZO legt verantwoording af over de prestaties van de meldkamers Ambulancezorg en Brandweer. De landelijke politieorganisatie legt verantwoording af over de meldkamer Politie
De meldkamer Ambulancezorg kent een bestuurlijk opgelegde norm van 120 seconden voor de verwerkingstijd van A1-ritten. In 43% van de incidenten is niet aan deze norm voldaan. Dit komt onder meer door de invoering van een nieuw triagesysteem (dat helpt bij het beoordelen van de urgentie van de hulpvraag), ingevoerd om de steeds groter wordende patiëntenstroom naar de spoedeisende hulp beter te beheersen. Echter, als we de gemiddelde verwerkingstijd van de meldkamer Ambulancezorg bij A1-ritten bekijken, dan wordt wel ruimschoots voldaan aan de opgelegde normtijd van gemiddeld 120 seconden.
De verwerkingstijd van de meldkamer Brandweer is in twee categorieën in te delen: OMS-meldingen (automatisch alarm) en reguliere meldingen. In 94% van de OMS-meldingen is voldaan aan de genormeerde verwerkingstijd. Voor de reguliere meldingen is in 63% van de gevallen voldaan aan de genormeerde verwerkingstijd. Oorzaak van de relatief lage respons van 63% ligt bij de prio 1-incident; uit de bij de melding aangeleverde informatie is niet altijd direct de locatie van het incident op te maken. Hierdoor loopt de verwerkingstijd op.
7
Financiering Het voordelig exploitatieresultaat over 2014 bedraagt € 3.507.060. Dit is 5,02% van de totale begroting van € 69.861.760. Het positieve resultaat van ruim € 3,5 miljoen zal deels terugvloeien naar de 21 gemeenten. Allereerst worden echter de algemene reserves aangevuld voor een afdoende risicoafdekking van de taakuitvoering.
Factoren waardoor het resultaat is toegenomen
»» Minder salariskosten. Vooruitlopend op de Toekomstvisie Brandweerzorg zijn vacatures bij Incidentbestrijding niet ingevuld. Bedrijfsvoering was terughoudend bij het invullen van de vacatureruimte. »» Minder kapitaallasten bij met name Incidentbestrijding. Investeringen zijn uitgesteld, rekening houdend met een verminderde behoefte aan materieel (Toekomstvisie Brandweerzorg). »» De huursom van de brandweerkazernes viel lager uit dan begroot. »» VRBZO verwachtte middelen uit de algemene reserves te moeten onttrekken om een mogelijk exploitatietekort te dekken. Deze voorziene onttrekking bleek niet nodig.
Factoren waardoor het resultaat is afgenomen
»» Bedrijfsvoering kende een terughoudend aannamebeleid. Keerzijde van deze medaille is een hogere kostenpost voor externe inhuur van tijdelijke medewerkers. »» De regionale Gemeenschappelijke Meldkamer gaat over naar de landelijke meldkamerorganisatie. Deze verhuizing zal frictiekosten met zich meebrengen. Hiervoor zijn middelen gereserveerd.
Reserves Financiering GMK Bevolkingszorg Crisisbeheersing GHOR Ambulancezorg Incidentbestrijding Risicobeheersing € -2.000.000 Het financiele resultaat van 2014 onderverdeeld per product.
8
-€ / €
€ 2.000.000
€ 4.000.000
Doelstellingen jaarplan 2014 Het jaarplan 2014 benoemt acht (organisatorische) doelstellingen. De resultaten per doel worden hierna beschreven. Het zorg dragen voor een geregionaliseerde organisatie die adequaat functioneert. In 2014 heeft VRBZO zich ‘gezet’ als geregionaliseerde organisatie. Het Algemeen Bestuur nam de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling aan. Er zijn initiatieven gestart om de interne samenwerking (bijvoorbeeld tussen incidentbestrijding en risicobeheersing) te versterken. Daarnaast werkten we aan de versterking van de relatie tussen het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de geregionaliseerde organisatie. Het implementeren van Brandweer over Morgen (minder Incidenten, minder slachtoffers en minder schades). Belangrijk onderdeel van Brandweer over Morgen is Brandveilig Leven. In 2014 is hiervoor een beleidsplan opgesteld. In 2015 wordt dit plan herschreven tot een programmaplan dat voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Toekomstvisie Brandweerzorg. Ook is een start gemaakt met de ontwikkeling van regelgericht adviseren naar risicogericht adviseren. In 2014 zijn vele concrete acties ondernomen, zoals Broodje Brandweer, voorlichting na brand en huisbezoeken. Het implementeren van personeelsbeleid zodanig dat VRBZO de bekwaamheid en het welzijn van haar medewerkers stimuleert. We werkten aan het beter meetbaar en toonbaar maken van de vakbekwaamheid van brandweermedewerkers. Hierbij zijn we aangesloten op een landelijk traject. De aandacht voor interne mobiliteit nam toe, onder meer door trainingen aan leidinggevenden. Themadagen over Ontmoeten & Ontwikkelen ondersteunden leidinggevenden in hun rol binnen de geregionaliseerde (nieuwe) organisatie. Het realiseren van synergievoordelen (efficiencywinsten en kwaliteitsverbetering) door samenwerking en schaalvergroting. De drie Brabantse veiligheidsregio’s spraken in 2014 af de taakvelden Besluit Risico’s Zware Ongevallen (Brzo), risicocommunicatie en externe veiligheid gezamenlijk op te pakken. Met Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is een intentieverklaring gesloten over het takenpakket van beide organisaties. Op repressief gebied is een samenwerking aangegaan met Veiligheidsregio Brabant-Noord. De samenwerking met collega’s in België was en is goed.
Het borgen van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Een werkgroep onderzocht de positionering van kwaliteitszorg. In 2014 zijn nagenoeg alle bedrijfskritische processen beschreven. Voor het beter aan- en bijsturen van de organisatie blijft het ontsluiten van managementinformatie een aandachtspunt. Het namens het bestuur zorg dragen voor een adequate en slagvaardige (multidisciplinaire) crisisorganisatie. Er is wederom volop getraind en geoefend om de crisisorganisatie op niveau te houden. Een aantal verplichte plannen is herschreven en geactualiseerd. Op meerdere fronten werd geïnvesteerd in de samenwerking met ketenpartners. Met ziekenhuizen, huisartsen en GGD werden de plannen voor rampenopvang besproken. Voor Bevolkingszorg werden de gemeentelijke processen versterkt. Crisisbeheersing werkte aan de samenwerking met Defensie, Prorail, de decentrale Belgische overheid en diverse andere partijen. Het realiseren van een beheerste bedrijfsvoering. In 2014 is een flexibele schil ingericht zodat de sector Bedrijfsvoering snel mee kan bewegen met de gevolgen van de bezuinigingen. Ook is een nieuwe financiële administratie ingericht. Voor Risicobeheersing zijn alle producten vastgesteld en is een bijbehorend (concept)tarief bepaald. De sector Incidentbestrijding startte met een doorontwikkeling van de organisatie met als doel een stevig fundament neer te zetten om te komen tot een uniform regionaal kwaliteitsniveau in producten en diensten van de sector. Het borgen van continu verantwoorde ambulancezorg conform de Nota Verantwoorde Ambulancezorg en de Kwaliteitswet Zorginstellingen. De aanbevelingen uit rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de audit Harmonisatie Kwaliteitszorg in de Zorgsector, de Directiebeoordeling 2013 en interne audits zijn actief opgepakt en uitgewerkt. Een commissie en veiligheidsrondes bewaken de extra focus op patiëntveiligheid. In 2016 start de aanbesteding voor de nieuwe vergunningverlening voor Ambulancezorg vanaf 2018. Onderzoek leert dat de RAV (Regionale Ambulancevoorziening) het beste volledig kan worden ondergebracht bij de GGD. Besluitvorming hierover wordt in 2015 verwacht.
9
Postbus 242 5600 AE Eindhoven Telefoon: 040-2203203 E-mail:
[email protected] Website: www.veiligheidsregiobzo.nl