Programma symposium ‘De HBO-V van de toekomst 4.0’ woensdag 11 maart 2015, Hogeschool van Amsterdam, Nicolaes Tulphuis 12.00-13.00 uur, lunch (alleen op voorinschrijving) 12.30-13.00 uur, registratie 13.00-13.05 uur, opening Corine Latour, programmamanager en hoofddocent, HBO-V, Hogeschool van Amsterdam 13.05-13.10 uur, welkomstwoord door de voorzitter Caroline Kooijman, coördinator buitenschools leren, HBO-V, Hogeschool van Amsterdam 13.10-13.30 uur, Interprofessioneel samenwerken: een oud gebruik in een nieuwe jas Wilma Scholte op Reimer, voorzitter HvA domein Gezondheid Verpleegkundigen staan dicht bij patiënten. Binnen de gezondheidszorg hebben zij vaak het meeste contact met een patiënt. Andere disciplines, zoals medici en paramedici, varen voor een groot deel op de observaties van verpleegkundigen. Samenwerken met andere disciplines en natuurlijk met de patiënt en zijn omgeving is een kerncompetentie, in alle velden van de gezondheidszorg. Tot zover weinig nieuws. Het is een competentie die de verpleegkunde al decennia kenmerkt. Wat is er dan wel nieuw? Het is primair de toekomstige patiënt die bepaalt wat een toekomstige verpleegkundige moet kunnen. Die patiënt wordt ouder, heeft vaker multimorbiditeit, is meer thuis en mondiger. De patiënt centraal, als geheel, in een interprofessioneel goed samenwerkend team, gaat meer en meer een uitdaging voor de toekomstige verpleegkundige zijn, en daarmee ook voor de opleiding. Wat zijn onze plannen? Passen ze binnen de nieuwe beroepenstructuur? Passen ze bij de ambities van andere beroepsopleidingen? Ook in Amsterdam? En hoe helpen de CanMEDS hierbij? In de presentatie wordt bij dit soort vragen stil gestaan. 13.30-13.40 uur overhandigen jubileumboek Margriet Dijkmans van Gunst en Niek Kruijer 13.40-13.50 uur korte praktische info over workshops Caroline Kooijman 13.50-15.10 uur, keuze uit 6 workshops
Versie 2 – 2 februari 2015
Pag 1
Workshop 1 ‘Begeleidingsgesprek onder de loep’ Danny Vastenburg, psycholoog en trainer gespreksvaardigheden Een begeleidingsgesprek is vaak niet zo moeilijk als een student het goed doet op de stage. Maar wat als er dingen beter kunnen of misschien de hele stage niet zo lekker gaat? Hoe communiceer je dit naar de student? Hoe kun je er zo goed mogelijk voor zorgen dat de student zijn gedrag gaat aanpassen? In deze training ga je aan de slag met de vaardigheden van een begeleidingsgesprek. We zullen dit niet alleen met elkaar bespreken maar je gaat de vaardigheden ook oefenen, zodat je deze direct in je begeleidingsgesprekken kunt toepassen. Om voor jezelf meer uit de training te halen, nodig ik jullie uit van tevoren na te denken over één student waar je verbeterpunten aan hebt gegeven of waaraan je dat nog wilt gaan doen. Workshop 2 ‘Flipping the microcurriculum’ Egbert Neels, adviseur blended learning opleiding verpleegkunde Het hoger onderwijs verandert. Het traditionele krijtbord is al jaren uit de klas verdwenen, en grotendeels vervangen door whiteboards en digitale leermiddelen. Studenten groeien op in een digitale wereld. Ze zijn gewend aan digitale middelen en beschikken bijna allemaal over een smartphone. Ook weten we steeds meer over onderwijs. Er wordt gesproken over Blended Learning, Flipping the Classroom, en vooral over het inzetten van ICT in het onderwijs. Sommige docenten staan te springen. Het liefst gaan ze vandaag nog aan de slag met zaken als ‘Kahoot’, ‘Socrative’ en ‘Mentimeter’. Andere docenten zijn wat terughoudender. Ze hebben hun bedenkingen bij deze ontwikkeling of voelen zich alsof ze ‘de boot gemist hebben’. Gelukkig hebben we als docenten allemaal een gezamenlijk doel; Sterk onderwijs geven! ICT is daarin geen doel op zich, maar kan wel een middel zijn om dat doel te bereiken. Maar hoe doe je dat dan? Welke doelen wil je bereiken? En hoe bereik je die doelen eigenlijk? Kortom; Hoe zet je ICT in om je onderwijs te versterken? We nodigen je van harte uit om hierover mee te denken tijdens de workshop ‘Flipping the microcurriculum’. Tijdens deze interactieve workshop gaan we aan de slag met verschillende kleine curricula over alledaagse zaken om te ontdekken hoe we diverse applicaties in kunnen zetten om didactische uitgangspunten te versterken. De workshop richt zich op docenten en zorgprofessionals die zich in hun functie bezighouden met lesgeven of onderwijsontwerp.
Versie 2 – 2 februari 2015
Pag 2
Workshop 3 ‘Motiverende gespreksvoering binnen de GGZ-afstudeerrichting van de HBO-V’ Jos Dobber, hoofddocent opleiding verpleegkunde Doelgroep: begeleiders van GGZ-duaalstudenten en van voltijdstudenten die de GGZafstudeerrichting volgen. Het doel van de workshop is zicht te krijgen op de kennis en vaardigheden die de GGZ-studenten verwerven op het gebied van motiverende gespreksvoering. In de workshop komen de volgende vragen en onderwerpen aan de orde: • Wat is motiverende gespreksvoering? • Waarom zou motiverende gespreksvoering effectief zijn om gedragsverandering te bereiken? • Hoe kun je motiverende gespreksvoering leren? • Hoe ziet de 3-daagse training in motiverende gespreksvoering eruit die GGZ-studenten krijgen? • Welke vaardigheid in motiverende gespreksvoering kan van de studenten verwacht worden na de training? • Voorbeelden van een aantal oefeningen uit de training. Tijdens deze workshop wordt zowel inhoudelijk ingegaan op de essentie van motiverende gespreksvoering, als op het leren van motiverende gespreksvoering. Daarnaast wordt een aantal oefeningen die met de studenten wordt uitgevoerd, ook met de deelnemers van de workshop gedaan. Workshop 4 ‘Klinisch redeneren in de beroepspraktijk’ José Harmsen, docent verpleegkunde Klinisch redeneren is een belangrijke vaardigheid van de hbo-verpleegkundige. Klinisch redeneren geeft vorm aan de beslissingen die door de verpleegkundige in overleg met de patiënt worden genomen bij het vormgeven van de zorg. Het wordt binnen alle zorgsituaties en bij alle typen patiënten toegepast. Studenten leren bij het klinisch redeneren op een systematische manier gegevens te verzamelen over de patiënt en diens zorgcomplexiteit, en deze gegevens te interpreteren op basis van kennis. Je kunt van alle werksituaties leersituaties maken door te stoppen met antwoorden geven en te beginnen met vragen stellen. In deze interactieve workshop leer je hoe je in je eigen dagelijks werk het klinisch redeneren door studenten kunt stimuleren.
Versie 2 – 2 februari 2015
Pag 3
Workshop 5 ‘Beroepsbeeldvorming in werkbegeleiding’ Margriet van Iersel en Marjon van Rijn, beiden docent/ promovenda opleiding verpleegkunde In deze workshop staat centraal hoe de beeldvorming van de werkbegeleider is over het beroep van verpleegkundige, en wat de invloed is van dit beeld op de eigen werkbegeleiding. De context van de eigen werkervaring in heden en verleden is voor de beeldvorming over het beroep een belangrijke factor. Dit beeld komt in de interactie tijdens de begeleiding van de student meer of minder expliciet aan de orde. Voor studenten is er nog maar een beperkte beroepsidentiteit: deze ontwikkelt zich tijdens de opleiding door onder meer het opdoen van ervaringen in de beroepspraktijk. Daarnaast zijn onder meer beelden in de media over werkvelden in de gezondheidszorg van invloed. De workshopleiders zijn beiden betrokken bij een promotieonderzoek over dit onderwerp. In dit kader vond in het najaar van 2014 een workshop plaats met het docententeam van de opleiding verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Ook werden er in deze periode focusgroepen met eerstejaars studenten over hun beroepsbeeld georganiseerd. In deze workshop worden de resultaten van beide bijeenkomsten kort gepresenteerd. De deelnemers zullen in kleine werkgroepen stilstaan bij hun eigen beroepsbeeld, en de mate waarin dit van invloed is op de wijze waarop zij hun werkbegeleiding vormgeven. Door na te denken over het eigen beroepsbeeld kan de werkbegeleider meer bewust opereren in het begeleidingsproces, bijvoorbeeld bij het bespreken van casuïstiek. In de ontmoeting met de student is de werkbegeleider een belangrijke factor bij de vorming van een breed beroepsbeeld, zodat stereotyperingen plaats kunnen maken voor diversiteit en verscheidenheid. Workshop 6 ‘Hoe daag ik mijn student uit tot EBP in de praktijk?’ Kim Verhaegh, docent verpleegkunde en promovenda Deze workshop is geschikt voor praktijkopleiders en werkbegeleiders van HBO-V studenten met weinig tot geen ervaring met Evidence-Based Practice (EBP). In deze workshop maak je kennis met EBP en krijg je hulpmiddelen aangereikt om deze kennis te vertalen naar je eigen beroepspraktijk. EBP is een essentieel onderdeel van de opleiding HBO Verpleegkunde. Studenten leren tijdens deze opleiding hoe ze klinische vraagstukken kunnen beantwoorden door gebruik te maken van EBP. Voor begeleiders van deze studenten is het van belang dat zij weten welke rol zij kunnen spelen om studenten te motiveren in de toepassing van EBP in de dagelijkse praktijkvoering. Maar wat is EBP nu eigenlijk? En waarom zou je het willen toepassen in de dagelijkse praktijkvoering? Wat kun jij doen om studenten te motiveren gebruik te maken van kennis en deze te vertalen naar de praktijkvoering? En wat mag je van studenten verwachten? Tijdens deze workshop wordt er inhoudelijk ingegaan op de basiskenmerken van EBP. Tevens worden deelnemers tijdens de workshop door middel van oefeningen uitgedaagd om kennis te maken met EBP vaardigheden. Praktische tips worden aangereikt die kunnen worden toegepast in de praktijk om studenten te motiveren en te coachen in de toepassing van EBP in de dagelijkse praktijkvoering.
Versie 2 – 2 februari 2015
Pag 4
15.20-15.45 uur, terugkoppeling workshops (5 min per workshop) Gespreksleider Caroline Kooijman 15.35-15.55 uur, Bruggen bouwen tussen ziekenhuis en huis Bianca Buurman, beoogd bijzonder lector Transmurale Zorg voor Ouderen HvA, senior onderzoeker Ouderengeneeskunde AMC De verpleegkunde staat voor grote uitdagingen. In de komende jaren neemt het aantal ouderen toe. Maar niet alleen het aantal ouderen; ook het aantal mensen met multimorbiditeit en beperkingen in de ADL neemt toe. Deze groep cliënten maakt vaak gebruik van gezondheidszorg: door bezoeken aan huisarts, spoedeisende hulp, specialisten in het ziekenhuis, opnames in het ziekenhuis en thuiszorg. Die behandelingen op verschillende plekken vragen goede afstemming tussen verpleegkundigen en andere professionals binnen en buiten het ziekenhuis. Maar ook om cliënten goed voor te lichten over wat hen te wachten staat en ze te activeren om zelf actieve rol te nemen in het zorg-en behandelproces. Dat vraagt goed luisteren naar wat voor cliënten belangrijk is: welke doelen willen zij behalen? Een uitdaging voor beide partijen. Voor deze groep is genezing vaak geen doel van medische behandeling; maar wel behoud van zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. Niet alleen de ziekten zijn hierop van invloed, juist ook andere gezondheidsproblemen, zoals geheugen, ondervoeding, mantelzorg, sociale systeem en financiën spelen daar een rol in. De verpleegkundige van de toekomst , de verpleegkundige 4.0, is iemand die verder kijkt dan alleen de ziekte, de cliënt centraal zet, goed kan coachen en over de muren van de eigen setting heen kijkt. Een uitdaging! Maar wel een uitdaging waar zowel voor de verpleegkundige als de cliënt veel winst te halen is. Deze lezing gaat in op een aantal landelijke initiatieven waarin deze zorg 4.0 is uitgetest. Wat levert het op, hoe ervaren cliënten en verpleegkundigen het en wat betekent het voor toekomstig opleiden? 16.05-16.20 uur, afsluiting symposium Caroline Kooijman 16.20-17.00 uur, borrel
Versie 2 – 2 februari 2015
Pag 5