Nieuwsbrief NUMMER 8 APRIL 2004
N A T I O N A A L
P A R K
Utrechtse Heuvelrug Op 11 oktober jl. werd Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug officieel geopend door minister Veerman. Sindsdien wordt er steeds meer gebeld en gemaild naar het Nationaal Park met vragen als:”Waar zijn de ingangen van het Nationaal Park?” en ”Waar is het bezoekerscentrum?”. Op dit moment hebben we op deze vragen geen antwoorden. We hebben nog geen bezoekerscentrum en geen herkenbare poorten naar het Nationaal Park. Maar hier wordt wel hard aan gewerkt. Een onderzoek naar locaties voor poorten en bezoekerscentra in het Nationaal Park is gestart en wordt deze zomer afgerond. Tevens zal dit jaar een verkeersonderzoek starten en wordt een meting van het recreatiebezoek uitgevoerd. Met de uitkomsten van deze onderzoeken hopen we weloverwogen beslissingen te nemen en antwoord op bovenstaande vragen te kunnen geven.
Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is geopend! En nu? Uiteraard hoeven we op de Utrechtse Heuvelrug het wiel niet meer opnieuw uit te vinden. Er zijn zestien Nationale Parken in Nederland ingesteld, twee zijn nog in oprichting. We kunnen leren van de ervaringen in andere Nationale Parken op het gebied van opvang van bezoekers. Hieronder volgt een overzicht van de lopende onderzoeken, overwegingen en ervaringen in andere Nationale Parken op een rijtje. Over poorten en bezoekerscentra Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug ligt in een druk deel van Nederland. Het gebied is versnipperd met wegen, die de veiligheid voor wandelaars, fietsers en dieren niet altijd ten goede komen. Vaak is in het gebied ook (auto)verkeer te horen, daar waar de bezoekers stilte verwachten. Zowel de overheid als het Nationaal Park wil deze overlast terugdringen door het nemen van diverse maatregelen. Zo is door het Overlegorgaan besloten dat 11 oktober 2003: opening Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
bezoekers aan de randen opgevangen dienen te worden
1
bij zogenaamde poorten, dat er bij voorkeur meerdere
Voorbeelden van poorten in andere Nationale Parken
bezoekerscentra ontwikkeld moeten worden en ‘groene entrees’ gecreëerd worden. Om te bepalen waar de poorten moeten komen, hoe ze ingericht moeten worden,
In Nationaal Park De Weerribben is een Natuuractiviteiten-
hoeveel bezoekerscentra ontwikkeld moeten worden en
centrum gelegen aan de rand van het Nationaal Park en vormt
op welke locaties en hoe omgegaan moet worden met
hierdoor een poort tot het gebied. Vanuit dit centrum kunnen
verkeersstromen, zijn verschillende onderzoeken gestart.
bezoekers wandelen, fietsen of varen. Bij Nationaal Park Dwingelderveld geeft men aan dat er
Mw. Van Wijngaarden, wethouder van de gemeente
een prachtig bezoekerscentrum is, maar op de verkeerde plaats;
Amerongen: “Ik vind dat poorten een belangrijke rol moeten
het is namelijk geen poort tot het gebied en levert hierdoor
spelen bij het terugdringen van verkeer in het gebied.
juist meer autoverkeer op in het gebied.
Bezoekers kunnen daar gestimuleerd worden de fiets te gebrui-
Nationaal Park Drents Friese Wold heeft twee poorten, een
ken. Er kunnen ook gespecialiseerde poorten komen voor bij-
bezoekerscentrum in Appelscha (met parkeergelegenheid) en
voorbeeld ruiters of natuurvorsers. Een bezoekerscentrum bij de
een steunpunt in Diever, gecombineerd met de VVV.
poort zal de functie daarvan versterken. In zo’n centrum valt
Aan de rand van Nationaal Park Sallandse Heuvelrug lig-
van alles te beleven. En er kunnen mooie routes starten om
gen drie poorten, die ook de hoofdingangen tot het gebied
heerlijk te wandelen en fietsen in het Nationaal Park.”
zijn. Er is een onbemenste informatieschuur, een particulier museum en een bezoekerscentrum. Bij de laatste, die goed
De komende maanden voert het Nationaal Park samen
bereikbaar is vanaf de provinciale weg, ligt een grote parkeer-
met de Provincie deze onderzoeken uit. Uiteraard worden
plaats. Voorheen lag dit bezoekerscentrum midden in het
deze onderzoeken begeleid door de grondeigenaren,
kwetsbare natuurgebied (waar het korhoen nog voorkomt)
gemeenten, recreatieondernemers en andere betrokke-
maar dit is verplaatst naar de rand.
nen.
Bij Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen zijn geen poorten gecreëerd door het Nationaal Park, wel is er een
Poorten
aantal ‘natuurlijke’ ingangen, locaties aan de rand van het
Ten opzichte van het gebruikelijke verkeer van wonen en
gebied waar horeca aanwezig is. Het plan is om deze uit te
werken van en naar de omliggende dorpen, verwachten
breiden tot een informatiepunt voor het Nationaal Park.
we geen grote verkeerstoename van bezoekers naar het Nationaal Park. Lokaal en op bepaalde tijdstippen kan er echter wel overlast optreden. Dat willen we voorkomen.
centra, op welke manier deze poorten en bezoekerscen-
De gewenste locaties voor poorten zijn station
tra ingericht moeten worden (hoeveel parkeerplekken;
Driebergen-Zeist, omgeving Maarn, recreatieterrein
welke informatie verstrekken we er; wie neemt de kosten
Kwintelooijen (bij Veenendaal) en station Rhenen.
voor zijn/haar rekening) en hoe we bezoekers (die met de auto komen) er toe kunnen verleiden het park te voet,
De heer Cremer, wethouder van de gemeente Maarn:
met de fiets of het openbaar vervoer verder te gaan ont-
“Maarn heeft een centrale ligging aan de rand van de
dekken.
Heuvelrug en heeft een goede bereikbaarheid door het NS station. Door deze ligging en de prachtige natuur rondom, is het gebied al lang ontdekt door de natuurliefhebber, fietser en ruiter. De voorzieningen blijven echter nog achter: zo is er weinig horeca aanwezig, nog geen informatievoorziening voor het gebied en geen fietsverhuur bij het station. Dit wil de gemeente Maarn, als deelnemer in het Nationaal Park, stimuleren. Maarn wil een bijdrage blijven leveren aan het recreatieve en natuurlijke karakter van de groene omgeving. ” Op dit moment wordt er door Bureau Route IV een onderzoek uitgevoerd naar de poorten en bezoekerscentra. Binnen dit onderzoek wordt gekeken naar de locaties voor de poorten (zijn genoemde locaties de juiste voor
Bezoekerscentrum De Weerribben trekt 160.000 bezoekers
poorten), locaties en randvoorwaarden voor bezoekers-
per jaar
2
besteed worden aan de vraag of er één of juist meerdere
Voorbeelden van bezoekerscentra in andere Nationale Parken
bezoekerscentra ontwikkeld moeten worden, voor welke doelgroepen, welke locaties geschikt zijn en de facilitei-
In Nationaal Park De Weerribben bestaat het Natuur-
ten die geboden moeten/kunnen worden (horeca, film-
activiteitencentrum al ruim 25 jaar. Eigenaar is Staatsbosbeheer.
vertoning, activiteiten, fietsverhuur, samenwerking met
In het pand is ook de plaatselijke VVV gevestigd. De exploitatie-
horeca en/of VVV, enzovoort).
kosten zijn hoog, men wil dat het centrum over 10 jaar zelfstandig kan draaien. Het centrum trekt 160.000 bezoekers per jaar.
Voor meer informatie over bezoekerscentra en poorten
Het bezoekerscentrum van Nationaal Park Drents Friese
kunt u contact opnemen met Susan Claessens (030 –
Wold is ook van Staatsbosbeheer. Het bezoekerscentrum heeft,
221 05 99 of
[email protected]) of de secretaris van
mede door de grote parkeerplaats, een aanzuigende werking
het Nationaal Park (030 – 258 20 53 of
op het publiek. De nabije natuur trekt nu meer bezoekers dan
secretaris.npuh@ provincie-utrecht.nl).
voorheen. In Nationaal Park Dwingelderveld is Natuurmonumenten
Groene entree Amerongen
eigenaar van het bezoekerscentrum. Nationaal Park Sallandse Heuvelrug heeft, naast een onbemenste informatieschuur van Natuurmonumenten en een particulier museum (met informatie over het Nationaal Park), een
Poorten spelen een belangrijke rol bij de
bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer. Dit bezoekerscentrum
opvang van bezoekers. Een deel van de bezoe-
wordt steeds drukker bezocht, van 80.000 bezoekers in 2001 tot
kers zal echter verder het gebied ingaan.
110.000 bezoekers in 2003. De bezoekers komen ook van verder
Bijvoorbeeld omdat ze voor een specifieke
weg naar de Sallandse Heuvelrug.
locatie komen, of omdat ze uit de buurt
Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen heeft geen bezoekerscentra, maar wil aansluiten met voorzieningen
komen en zich niet laten sturen door verwijs-
bij locale voorzieningen als horecaondernemers, VVV’s of een
borden. Voor deze groep bezoekers zijn de
gemeentehuis. Voorwaarde is dat deze aan de randen van het
‘groene entrees’ bedoeld. Ze liggen binnen het
gebied gesitueerd zijn.
Nationaal Park, voornamelijk langs de N225. Hierdoor zijn ze goed bereikbaar per bus. De groene entrees zijn een belangrijk instrument om de gewenste zonering te realiseren: wat drukker langs de N225 en rustig op de toppen van de Heuvelrug.
Volgens het Beheers- en Inrichtingsplan moet er een groene entree bij Amerongen komen. De combinatie van kasteel, dorp, uiterwaarden en Heuvelrug maken van Amerongen een aantrekkelijke recreatieve bestemming. Het steunpunt in Diever: combinatie van bezoekerscen-
Zowel in het dorp als bij het Berghuis leidt dit op drukke
trum en VVV
dagen tot parkeerproblemen. Een betere opvang en geleiding van bezoekers is gewenst.
Bezoekerscentra De komende maanden wordt een onderzoek uitgevoerd
Op initiatief van Het Utrechts Landschap is in 2003 een
naar mogelijke locaties voor bezoekerscentra van het
studie verricht naar de nadere uitwerking van de groene
Nationaal Park. Dit onderzoek is gekoppeld aan het
entree Amerongen. Het project is uitgevoerd door Bureau
onderzoek naar de poorten, omdat poorten en bezoekers-
Vandertuuk en volledig door het Nationaal Park betaald.
centra bij voorkeur op dezelfde locaties gesitueerd zijn.
In de begeleidingsgroep zaten vertegenwoordigers van
Na de zomer moeten de resultaten van dit onderzoek
gemeente Amerongen, Recreatieschap, terreineigenaren,
bekend zijn. Daarna volgen besluiten over de locatie,
kasteel Amerongen, het Erfgoedhuis en de secretaris van
inrichting en financiering. In dit onderzoek zal aandacht
het Nationaal Park.
3
Alle partijen zijn het eens dat sportcomplex de Burgwal
Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de projectlei-
de beste locatie is voor de groene entree. De Burgwal
der (
[email protected]).
heeft een gunstige ligging als startpunt voor wandelingen richting dorp, kasteel, Heuvelrug en uiterwaarden.
Bezoeker in beeld
Bovendien kan bij de opvang van bezoekers gebruik worden gemaakt van de bestaande parkeercapaciteit. Dit par-
Alle plannen rondom bezoekerscentra, poor-
keerterrein kan rechtstreeks ontsloten worden vanaf de N225. De Veense Weg kan dan omgevormd worden tot
ten en groene entrees zijn bedoeld voor de
een wandel- en fietsroute.
bezoekers. Maar, wie zijn de bezoekers van het Nationaal Park, wat zijn hun beweegredenen voor bezoek en om hoeveel mensen gaat het?
Wethouder Koudijs van Leersum wil graag dat in Nationaal
Dit eerste jaar van het bestaan is aangegrepen
Parkverband het probleem van het vele autoverkeer op de provinciale weg van Driebergen naar Rhenen wordt verminderd.
om een grootschalig recreatieonderzoek uit te
Het verkeer op deze weg gaat dwars door de dorpen en levert
laten voeren in het Nationaal Park.
veel overlast op voor bewoners en bezoekers. Hij denkt daarbij aan maatregelen als het versterken van het openbaar vervoer
De Provincie Utrecht, opdrachtgever voor het onderzoek,
(de tram weer terug of pendelbusjes vanaf de rand van het
wil inzicht krijgen in het huidige dagrecreatief bezoek in
park). Ook een goede, nieuwe fietsverbinding tussen
het Nationaal Park. Hiervoor zal het recreatief gebruik, de
Driebergen en Rhenen vindt hij belangrijk. Daarbij moet ook
beleving en de aantallen bezoekers in kaart worden
buiten het park gekeken worden, zodat een samenwerking met
gebracht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Bureau
andere gemeenten en de Provincie noodzakelijk is om tot echte
Verten.
oplossingen te komen. Het recreatieonderzoek betreft een zogenaamde nulmeting. Dit onderzoek zal in de toekomst worden herhaald De realisering van de geschetste groene entree lukt alleen
om veranderingen in het gebied te kunnen meten en sig-
in combinatie met een herstructurering van het sportpark.
naleren.
Er moet geschoven worden met sportvelden en enkele
Op grond van de uitkomsten kan de Provincie bijvoor-
gebouwen. De Gemeente Amerongen heeft een coördi-
beeld beoordelen of zoneringsmaatregelen nodig zijn,
nerende rol bij de realisatie van de groene entree en zal
dan wel goed hebben uitgepakt. Hierbij valt te denken
worden geadviseerd door een ‘sterrenteam’ waarin alle
aan het verplaatsen van routes of parkeerplaatsen om de
betrokken partijen vertegenwoordigd zullen zijn.
recreatiedruk te reguleren.
Voor meer informatie over de Groene Entree Amerongen kunt u contact opnemen met Gemeente Amerongen,
De basis van het onderzoek vormt een veldonderzoek,
Germt Medema (0343 – 469 665 of g.medema@ameron-
met mondelinge enquêtes en tellingen. Het veldonder-
gen.nl).
zoek is gestart op zaterdag 11 oktober, de dag van de opening van het Nationaal Park, en zal plaatsvinden
Verkeersonderzoek
gedurende vier seizoenen op verschillende locaties in het
Het verkeersonderzoek heeft betrekking op de belasting
gebied, waaronder de Kaapse Bossen, Leersumse Veld,
van de wegen in relatie tot het verminderen van de over-
Amerongse Berg en Defensieweg bij Rhenen/Veenendaal.
last van het verkeer. Daartoe worden ook wegen buiten
Hier zullen dus op bepaalde dagen wandelaars, fietsers,
het parkgebied betrokken, bijvoorbeeld om te bezien of
trimmers, ruiters en mountainbikers ondervraagd en
de N226 (Leusden – Leersum) dan wel de N227
geteld worden. De resultaten van de nulmeting zullen
(Amersfoort – Doorn) verkeersluwer kunnen worden.
aan het einde van dit jaar bekend zijn.
Enkele voorbeelden van te nemen maatregelen zijn: verlaging van de snelheid op wegdelen en tegelijkertijd
Voor specifieke informatie over het recreatieonderzoek
bevorderen van de doorstroming op andere, voorkomen
kunt u zich richten tot: Joke Kleijweg (Provincie Utrecht),
van sluipverkeer op daarvoor niet geschikte wegen, ver-
030 – 2582171 of
[email protected]
beteringen van de oversteekplaatsen, bevorderen fietsen en openbaar vervoer enz. De precieze vorm van het onderzoek wordt door de Provincie nu verder uitgewerkt.
4
Zo’n 200 jaar geleden leefden er nog edelherten op de Heuvelrug. Door het grote areaal heide was de Heuvelrug op dat moment echter minder geschikt als leefgebied en waren de aantallen al flink afgenomen. Rond 1800 werd het laatste dier geschoten. Sindsdien steekt af en toe een Veluws hert de Gelderse Vallei over. den beperkt in hun bewegingsvrijheid. Daar staat tegeno-
Edelherten op de Heuvelrug?
ver dat er kans is op een ontmoeting met een edelhert. Voor de observatie van herten kunnen speciale voorzieningen worden gemaakt. Het rapport doet concrete voorstellen voor de bouw van enkele observatietorens. Het verwijst ook naar de situatie op de Veluwe, waar nachte-
Al enige tijd is onder natuurbeschermers een discussie
lijke excursies tijdens de bronsttijd al lang van tevoren zijn
gaande over een eventuele terugkeer van het edelhert op
volgeboekt.
de Heuvelrug. De één vindt het prachtig, de ander ziet vooral praktische bezwaren. Om deze discussie te kunnen voeren op basis van feiten, heeft Het Utrechts Landschap aan Alterra opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar de consequenties van herintroductie van herten op de Heuvelrug. Het onderzoek is medegefinancierd en begeleid door het Nationaal Park. Alterra concludeert dat het Nationaal Park een geschikt leefgebied kan vormen voor een gezonde populatie edelherten, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste voorwaarden op een rij: – Er moeten verbindingen komen met het centrale deel van de Heuvelrug en met de uiterwaarden. – Binnen het Nationaal Park moeten zes ‘kernleefgebieden’ komen van elk ± 200 ha. Wandelen is hier mogelijk, mits de dichtheid aan paden naar beneden gaat. Een zevende kernleefgebied ligt net buiten het Edelherten op de Heuvelrug? De tijd zal het leren
Nationaal Park, noordelijk van de A12 (Noordhout). – Op provinciale wegen die het leefgebied doorsnijden, moet de maximumsnelheid terug naar 60 km/uur.
Het Overlegorgaan zal naar verwachting nog dit jaar een
– Lokale wegen moeten minimaal ’s nachts worden afge-
standpunt innemen over de wenselijkheid van de terug-
sloten voor gemotoriseerd verkeer.
keer van edelherten in het Nationaal Park. Bij een positief besluit zal het Nationaal Park de komende jaren geschikt
De aanwezigheid van edelherten kan gepaard gaan met
gemaakt moeten worden als leefgebied voor edelherten.
schade aan landbouwgewassen en verminderde houtop-
Dat gaat niet van vandaag op morgen. Veel van de nood-
brengsten in de bossen. Alterra stelt dat deze problema-
zakelijke maatregelen liggen in het verlengde van het
tiek beheersbaar is bij een lage dichtheid van edelherten
Beheers- en Inrichtingsplan, maar gaan soms wel een stap
(1 à 2 dieren per 100 ha). Ook dan is lokale schade niet uit
verder. Blijft over de vraag of de herten op eigen kracht
te sluiten. Over de vergoeding daarvan moeten op voor-
zullen komen (via de robuuste verbindingszones door de
hand goede afspraken worden gemaakt. Vanwege het
Gelderse Vallei) of dat we ze een handje moeten helpen.
ontbreken van natuurlijke vijanden van het hert, is jacht
De tijd zal het leren!
noodzakelijk om de gewenste dichtheid te handhaven.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marco Glastra, Het Utrechts Landschap
Recreanten zullen met name in de kernleefgebieden wor-
(030 – 221 9991 of
[email protected])
5
Stemmen uit het bos
De rubriek “Het woord aan…” biedt ruimte aan de leden van het Overlegorgaan om iets te vertellen
Rubriek met de persoonlijke mening van mensen uit het gebied.
over zichzelf en de organisatie die zij vertegenwoordigen. Deze keer Clemens van der Burg.
Dit keer een stem van een ATB’er op de parkeerplaats bij restaurant Sandenburg bij Doorn. Lars Rietveld
Het woord aan ... Clemens van der Burg
komt hier iedere zondagmorgen met 11 fietsvrienden uit Oudewater. De heer Rietveld: “we vormen een fietsclubje en nemen de ATB’s achterop het fietsenrek van de auto mee. Dit is een goede plek om
Leden van het Overlegorgaan aan het woord
te starten. Na afloop drinken we koffie in de schuur achter een restaurant. Je begrijpt wel dat we met onze natte kleding het restaurant niet in kunnen. Ik wandel hier trouwens ook veel met
Welke organisatie vertegenwoordigt u in het Overlegorgaan?
mijn vrouw en kinderen. Het is hier prachtig om te wandelen en te
Ik vertegenwoordig het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug,
fietsen. Op de fiets kom je wel verder en ervaar je de grote afwisse-
Vallei- en Kromme Rijngebied. In mijn dagelijks werk maak ik
ling tussen bossen en hei en andere open ruimtes. Alles bij elkaar
deel uit van het gemeentebestuur van Driebergen-
rijd ik zo’n 40 kilometer. Een enkele keer rij ik mee met een tour-
Rijsenburg, als wethouder Ruimte en Groen.
tocht van de Driebergse Tourclub.” Wat wil het Recreatieschap bereiken binnen het Nationaal Rietveld heeft in kranten en op tv veel over het Nationaal Park
Park?
gezien en gehoord. “Ik denk dat de instelling daarvan goed is voor
Het schap wil een bijdrage leveren aan de
de natuur. Wij rijden altijd ’s morgens als het nog rustig is in het
realisatie van de natuurgerichte recreatie.
bos en zien dan regelmatig reeën en andere dieren. Het is wel leuk
Dit gebeurt door zowel eigen beleid in te
dat er bij ons in de groep een aantal natuurkenners zitten die daar-
brengen, als vorm te geven aan het pro-
over ook iets kunnen vertellen.” Veel wandelaars en grondeigena-
gramma dat het Nationaal Park zelf ini-
ren klagen over het gedrag van mountainbikers. Wat vindt de heer
tieert. Het is de kunst om een goede balans
Rietveld hiervan? “Ik weet dat er veel klachten zijn, vooral over het
te krijgen en te houden tussen het bescher-
raggen door het bos. Ik ervaar het gedrag van sommigen ook als
men van natuur, landschap en cultuurhisto-
hinderlijk wanneer ik zelf aan de wandel ben.”
rie en daarnaast ruimte te bieden aan de bezoekers. Verbetering van de zonering,
Tot slot nog een vraag over het voornemen van de grondeigenaren
met name om het omvangrijke autoverkeer zo goed mogelijk
binnen het NP om een aantal gemarkeerde routes voor ATB’ers aan
te geleiden en een aansluitend stelsel van fiets- en wandelpa-
te leggen, waarbuiten dan niet meer gefietst mag worden. “Ik vind
den, is hiertoe noodzakelijk. Alleen dan kan het rijke palet
het goed als deze gemarkeerde routes door het gebied er zouden
dat de Heuvelrug biedt ook blijvend de vele honderdduizen-
komen. Ik heb er geen probleem mee als er daarbuiten dan niet
den bezoekers per jaar boeien en verrassen. Hieraan een
meer gereden mag worden. Als iedereen zich daar dan ook maar
steentje bij te mogen dragen valt niet zwaar, gezien mijn
aan houdt!”
belangstelling voor bos en natuur en vanwege mijn studie bosbouw in Wageningen. De goede sfeer in het Overlegorgaan, waar een open oor is voor elkaars argumenten en voortvarendheid de boventoon voert, werkt zeer prettig. Wat is uw favoriete plek op de Heuvelrug? Dat is een verdraaid lastige vraag! Na veel wikken en wegen kies ik voor kasteel Broekhuizen en directe omgeving. In elk seizoen een verrukkelijk schouwspel, maar vooral in het voor-
ATB routes in het Nationaal Park zijn goed aangegeven
jaar bij een zonovergoten dag starend door het loofhout – met een zweem van groen bekleed – en het oog gericht op het fraai gelegen landhuis. Paradijselijk!
6
De mogelijkheden voor diersoorten om zich te verplaatsen, worden in het dichtbevolkte Nederland sterk beperkt door de aanwezigheid van tal van barrières zoals wegen en spoorwegen, bebouwing, hekken en rasters. Al deze barrières dragen ertoe bij dat voorheen aaneengesloten leefgebieden in kleine stukken uiteen zijn gevallen (versnipperd) en dieren zich nog slechts met grote moeite van het ene leefgebied naar het andere kunnen verplaatsen. Op termijn kan dit betekenen dat bepaalde diersoorten zullen verdwijnen.
WEG barrières in Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug Onderzoek naar de barrièrewerking van wegen
van drempels en sluizen, kunnen de barrièrewerking van
In 2003 is op initiatief van Natuurmonumenten en met
wegen verminderen en er tevens toe leiden dat er minder
steun vanuit het Nationaal Park een onderzoek uitge-
verkeersslachtoffers onder de fauna vallen.
voerd naar de mogelijkheden de barrièrewerking van de
De barrièrewerking van grotere doorgaande wegen in en
wegen in en aan de randen van Nationaal Park Utrechtse
langs de grenzen van het Nationaal Park (rijksweg A12,
Heuvelrug te verminderen of op te heffen. Dit onderzoek
drukke provinciale wegen) kan alleen worden verminderd
is uitgevoerd door Bureau H.J.V. van den Bijtel.
door de aanleg van grote faunavoorzieningen, zoals eco-
Wegen kunnen op verschillenden manieren een barrière
ducten en faunatunnels. Bij alle typen wegen kunnen
vormen: het kan voor een diersoort fysiek onmogelijk zijn
kleinere voorzieningen voor specifieke soorten worden
een weg over te steken omdat deze te breed is, een weg
aangebracht, zoals dassentunnels, amfibietunnels en eco-
kan een dier afschrikken en een weg kan bij oversteek
duikers.
een risico vormen (verkeersslachtoffers!). In het algemeen geldt: hoe breder en hoe drukker een weg, hoe groter de
Uitvoering
barrièrewerking ervan. De stappen die bij het uitvoeren
De uitvoering van de maatregelen die in het onderzoeks-
van dit onderzoek zijn gezet:
rapport worden opgesomd, ligt in handen van de
1) opstellen van een beschrijving van de wegen
gemeenten en de Provincie. Hierbij spelen ook andere
2) selecteren en beschrijven van een aantal diersoorten
overwegingen een rol zoals veiligheid en geluidshinder.
waarvoor de wegen in het Nationaal Park een barrière
De terreineigenaren en lokale natuurorganisaties kunnen
zouden kunnen vormen. We praten over dieren als:
hierbij een adviserende, stimulerende en initiërende rol
edelhert, ree, das, boommarter, egel, zandhagedis,
spelen.
hazelworm, pad, heideblauwtje (vlindersoort) en diver-
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rik
se loopkevers
Nieuwerf, Natuurmonumenten (0343 – 413 834 of
[email protected])
3) het beschrijven en beoordelen van maatregelen die de barrièrewerking zouden kunnen verminderen of opheffen Een keur aan maatregelen Om de barrièrewerking van de wegen te verminderen of op te heffen staan tal van maatregelen ter beschikking: verkeerswerende maatregelen, snelheidsremmende maatregelen en het aanleggen van faunavoorzieningen. Van alle maatregelen is het afsluiten van wegen voor autoverkeer het meest effectief. Andere verkeerswerende maatregelen zijn tijdelijke afsluiting voor autoverkeer en afsluiting van wegen voor doorgaand autoverkeer.
De Wijkerweg in Leersum is inmiddels afgesloten voor door-
Snelheidbeperkende maatregelen, zoals het aanbrengen
gaand autoverkeer
7
Wat groeit en bloeit waarnemingen uit het Nationaal Park De Palmerswaard is
kend zijn voor de heide, zoals heidevlinder en heide-
een relatief onbekend
blauwtje, werden ondanks speurwerk niet aangetroffen.
deel van het Nationaal Park. Het ligt tussen
Bij de laatste inventarisatieronde van de flora en vegeta-
Rhenen en
tie door medewerkers van de Provincie Utrecht is op twee
Remmerden in de
plekken zevenster ontdekt in de bossen van het
uiterwaarden van de
Nationaal Park. Zevenster is een plant van noordelijke
Nederrijn. Afgelopen
streken en wordt
jaar werden de broed-
beschouwd als een
Grote en kleine zilverreiger
vogels geïnventari-
relict van de ijstijd. In
(foto: Jan van Holten)
seerd door de KNNV-
Nederland is deze
Vogelwerkgroep uit
soort zeldzaam en op
Wageningen. Er werden 55 soorten broedvogels aange-
de Heuvelrug bleef
troffen, waaronder twee soorten van de Rode Lijst:
zevenster, verstopt in
dodaars en ijsvogel. In 2003 waren boomklever, ransuil en
de bossen, onopge-
matkop voor het eerst aanwezig, een reactie op de gelei-
merkt! De naam
delijke verbossing. Maar er broeden ook nog veel soorten
zevenster dankt de
van open water en riet, waaronder blauwborst, kleine
plant aan het feit dat
karekiet en krakeend. Zowel de grote als kleine zilverrei-
de bloemen en vrucht-
ger werden waargenomen, maar van een broedgeval was
dozen zeventallig zijn.
geen sprake.
Zevenster groeit op humusrijke grond met een zure voch-
Zevenster (foto Hein Brijker)
tige bodem en bij halfschaduw. De klapekster is als
Afgelopen winter waren er weer veel leuke waarnemin-
broedvogel uit
gen in de Amerongse Bovenpolder. In januari werden
Nederland ver-
een slechtvalk gezien, een ijsvogel, twee roodborsttapui-
dwenen, maar
ten en een grote zilverreiger. Met enige regelmaat komt
wordt ’s win-
er een blauwe kiekendief jagen. In november werden 120
ters nog
wintertalingen en 20 grote zaagbekken gezien. Ook
gezien op hei-
wagen zich steeds vaker reeën in het gebied; regelmatig
develden.
Klapekster (foto: Eelke Schoppers)
worden groepjes van drie of vier exemplaren gezien.
Vanuit boom-
Heeft u zelf waarnemingen gedaan? Meld ze via
toppen speurt hij naar muizen of grote insecten. Binnen
[email protected]
het Nationaal Park zijn er waarnemingen uit het Leersumse Veld, Remmerdense Heide en de Ruiterberg.
Uitgave: secretariaat Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug i.o.
In de Kaapse Bossen werden in 2003 in het kader van een beheersevaluatie verschillende inventarisaties uitge-
Eindredactie: Susan Claessens Coördinator communicatie en educatie e-mail:
[email protected]
voerd. Bij de vleermuizen nam het aantal franjestaarten dat in de ijskelder overwintert toe van twee naar vijf. De boommarter had in 2003 twee nestbomen in de Kaapse
Deze nieuwsbrief kunt u ook zien op onze website: www.nationaalpark-utrechtse heuvelrug.nl Grafische verzorging en drukwerk: Hansson VPP, Soest Oplage: 2500 exemplaren
Bossen. Bij één nestholte staken regelmatig de staarten of
Redactieadres: IVN Consulentschap Utrecht Bunnikseweg 39 3732 HV De Bilt
koppen van de drie jonge dieren naar buiten. Op verschillende plaatsen werden zandhagedis, levenbarende hagedis en hazelworm waargenomen. Dagvlinders die kenmer-
8