Archimedeslaan 6
VERZUNUlN
Postbus 85242
tefillll
0 6 JULI 2015
3508 AE Utrecht
Gemeente Utrechtse Heuvelrug ft
Gemeente Utrechtse Heuvelrug Postbus 200 3940 AE DOORN
- 9 )
A
\ąİ
O N T V A N G E N
nr. Datum Zaakkenmerk Briefnummer
8 juli 2015 Z-BDMJHZ-CONV-05484-12 f08d58479b50
Uw nummer Onderwerp
Contactpersoon
S. Jongerden
Telefoonnummer
030-7023145
[email protected] Meerdere bijlagen 1 van 1
E-mailadres Bijlage(n)
Pagina begeleidende brief ontwerpbeschikking RUD, Traaij 153 F UT031600066
Geachte heer/mevrouw,
Op 16 maart 2015 hebben wij een melding ontvangen. De melding heeft betrekking op Beschikking herzien gefaseerd saneringsplan Traaij 153 F te Driebergen UT031600066 en is bij ons geregistreerd onder nummer ZBDMJHZ-CONV-05484-12. Bij eventuele correspondentie verzoeken wij u naar dit nummer te verwijzen. Hierbij sturen wij u de ontwerpbeschikking naar aanleiding van de aanvraag. Tevens treft u een exemplaar van de bekendmaking aan. De bekendmaking zal worden opgenomen gepubliceerd op www.officielebekendmakingen.nl Daarnaast sturen wij u een volledig pakketje om ter inzage te leggen bij uw gemeente. Het pakketje bevat: een exemplaar van de aanvraag, een exemplaar van de ontwerpbeschikking, eventuele aanvullingen en de bekendmaking. Wij verzoeken u de stukken vanaf 9 juli 2015 ter inzage te leggen, conform de bijgevoegde bekendmaking. Tegen de tijd dat wij een definitieve beschikking gaan nemen, zullen wij u de beschikking en de bekendmaking zenden. Wilt u tot die tijd deze stukken bewaren voor het ter inzage leggen van de definitieve beschikking. Voor meer informatie verwijzen we u naar de website: www.provincie-utrecht.nl. Als u vragen heeft over de inhoud van deze brief kunt u contact opnemen met de heer J.C.J. Kemper, bereikbaar op telefoonnummer 030-7023149. De regionale uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht voert vergunningverlening, toezicht en handhaving taken uit op het gebied van milieu, bodem, natuur, landbouw, vuurwerk, (zwem)water en luchtvaart, in opdracht van de aangesloten gemeenten en de provincie Utrecht.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, S. Jongerden Administratief ondersteuner RUD Utrecht, team Vergunningverlening Bodem en Water
Dit bericht is automatisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.
Elf gemeenten en de provincie werken samen aan een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht, Woudenberg, provincie Utrecht
Archimedeslaan 6
VERZONDEN
Postbus 85242
0 8 JÜLI2015
M
;
3508 AE Utrecht
Stichting Bosatex T.a.v. de heer P.N.M. Wennekes Postbus 10 4060 GA OPHEMERT Mevrouw M.M. Artinian Holleweg 8 3958 EB AMERONGEN
Datum
8 juli 2015
contactpersoon
Zaakkenmerk
Telefoonnummer
Briefnummer
Z-BDM HZ-CONV-05484-12 ď5132c48e48
Uw nummer
PW/SH/00041507276
Bijlage(n)
onderwerp
Ontwerpbeschikking
Pagina
-
J.CJ. Kemper ļ Dolf Groters 030-7023149 I 030-7023137 i,
[email protected] ļ
[email protected]
E-maiiadres
1 van
6
saneringsplan, Traaij 153 F eo te Driebergen, UT031600066
Geachte heer Wennekes,
Inleiding Op 16 maart 2015 ontvingen wij van Stichting Bosatex (zijnde saneerder) namens mevrouw Artinian (zijnde eigenaar van de locatie) een melding in verband met een bodemverontreiniging op de locatie Traaij 153F e.o. in Driebergen-Rijsenburg (UT031600066). De -
locatie is kadastraal bekend als: Driebergen-Rijsenburg, sectie B, nummer 6677 Driebergen-Rijsenburg, sectie B, nummer 6678 Driebergen-Rijsenburg, sectie B, nummer 6683
Deze locatie is bij ons geregistreerd onder code UT031600066 en heeft als zaakkenmerk Z-BDM-HZ-CONV-05484-12. Bij de melding zijn een bodemonderzoeksrapport en een saneringsplan gevoegd.
Beschikking Op basis van de ingediende gegevens zijn wij van plan het volgende te besluiten: Het saneringsplan voldoet aan de eisen die bij of krachtens artikel 38 van de Wet bodembescherming zijn gesteld. Wij stemmen daarom in met het saneringsplan. I n de bijlage bij deze beschikking zijn de voorwaarden opgesomd die wij aan onze instemming verbinden. Aanvullend wordt de voorwaarde opgenomen dat de binnenluchtconcentratie ter plaatse van de percelen Traaij 153 en 153 door middel van continu metingen moet worden gecontroleerd. Uitwerking van deze voorwaarde dient onderbouwd en gemotiveerd plaats t e vinden in het c
E
uitvoeringsplan. Overeenkomstig de beschikking ernst en spoed, briefnummer 814D35C6, 26 maart 2015, dient de bodemsanering uiterlijk 1 oktober 2015 te starten.
Elf gemeenten en de provincie werken samen aan een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht, Woudenberg, provincie Utrecht
2 van 6
Cf5132c48e48
Voorgeschiedenis Op 10 december 2014 is een saneringsplan ontvangen van Bosatex voor de aanpak van de bodemverontreiniging op genoemde locatie. De procedure is opgeschort op 23 december 2014 tot 3 februari 2015. Op 6 februari 2015 is van Bosatex een gewijzigd saneringsplan ontvangen. Dit gewijzigd saneringsplan is niet akkoord bevonden door de RUD Utrecht en op 3 maart 2015 heeft de RUD aan Bosatex een concept besluit niet instemmen met het gefaseerde saneringsplan toegestuurd. Op 16 maart 2015 is gelijktijdig met de zienswijze op het concept besluit niet instemmen met het saneringsplan versie 2, een nieuw saneringsplan versie 3 door Bosatex ingediend. Op 30 april 2015 is een definitief besluit genomen om niet in te stemmen met het saneringsplan versie 2. Vanaf 16 maart 2015 is het nieuw ingediende gefaseerd saneringsplan in behandeling genomen. Op 13 mei 2015 is de procedure opgeschort tot uiterlijk 6 juli 2015. Dit betekent dat de proceduretermijn stil ligt totdat er nieuwe stukken als aanvulling op het saneringsplan is ingediend of totdat de datum van 6 juli is gepasseerd. In de tussenliggende periode is op 27 mei 2015 overleg gevoerd tussen RUD en Bosatex om het gefaseerd saneringsplan versie 3 aan te passen naar een aangevuld, verbeterd en gefaseerd saneringsplan. Dit saneringsplan is op 3 juli 2015 ontvangen en wordt hierna gefaseerd saneringsplan d.d. 3 juli 2015, genoemd.
Procedure Op grond van artikel 39 tweede lid van de Wet Bodembescherming geldt een maximale procedure termijn van 15 weken. Omdat er op deze locatie sprake is van meerdere belangen die moeten worden afgewogen en er meer belanghebbenden zijn dan alleen de aanvrager van de beschikking, wordt aan alle belanghebbenden wel de gelegenheid gegeven om hun mening tegen de ontwerpbeschikking naar voren te brengen. Op deze manier kan zoveel mogelijk tegenmoet worden gekomen aan de maatschappelijke belangen ondanks de korte procedure tijd. Deze ontwerpbeschikking ligt met de bijbehorende onderzoeksrapporten gedurende een periode van vijf weken ter inzage in het provinciehuis, Archimedeslaan 6 te Utrecht, en ook in het gemeentehuis van de gemeente Utrechtse Heuvelrug te Doorn. Belanghebbenden kunnen gedurende deze vijf weken schriftelijk of mondeling hun mening naar voren brengen aan de RUD Utrecht, team Vergunningverlening bodem en water, Postbus 85242, 3508 AE Utrecht, telefoonnummer 030-7023149. Overeenkomstig artikel 28 lid 7 van de Wet bodembescherming hebben wij burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug van de melding op de hoogte gesteld. De terinzagelegging hebben wij kenbaar gemaakt op de website van de overheid: www.officielebekendmakingen.nl. Belangrijke opmerking: Gelet op de resterende juridische procedure-termijn van vijf weken en vier dagen na de ingang van de ter inzageperiode, wordt u verzocht ruim binnen de inzagetermijn aan te geven dat u mening wilt indienen. Zienswijzen die op de laatste dagen van de inzagetermijn nieuw worden ingediend, kunnen gelet op de resterende behandelingstermijn van 4 dagen na einde van de inzagetermijn waarschijnlijk niet meer betrokken worden bij het definitieve besluit over de instemming met het saneringsplan. Dit komt omdat het besluit over de instemming met het ingediende saneringsplan uiterlijk op 17 augustus 2015 moet zijn genomen. Anders wordt automatisch met het saneringsplan ingestemd zonder dat uw mening en die van anderen kunnen worden meegenomen (in die situatie juridisch van rechtswege verleend). Indien u dus op de laatste dag van de inzagetermijn reageert en uw mening is niet meer betrokken bij het definitieve besluit resteert u enkel de mogelijkheid om tegen het definitieve besluit in bezwaar te gaan bij de AwbAdviescommissie van Gedeputeerd en Provinciale Staten.
3 van 6
Cf5132c48e48
Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: 1. Nader Bodemonderzoek/Saneringsonderzoek Stomerij Van Boordt, Traaij 153F te Driebergen, Bioclear b.v., projectcode 20154938/10026, 5 februari 2015; 2. Historisch vooronderzoek Traaij 153F te Driebergen-Rijsenburg, MUG ingenieursbureau, projectnummer 51103515, 28 januari 2015; 3. Nulmonitoring sanering Traaij 153F e.o. te Driebergen, Bioclear b.v., projectcode 20144922/10109,16 maart 4.
5.
2015; Definitieve beschikking instemming saneringsplan vervanging huisaansluitingen drinkwaterleidingen ter plaatse van Traaij 153F e.o. en Burgemeesterlaan UT158100192 en beschikking ernst en spoed Traaij 153F Driebergen-Rijsenburg UT031600066, RUD Utrecht, briefnummer 814D35C6, 26 maart 2015; Gefaseerd saneringsplan Traaij 153F e.o. te Driebergen, Bioclear b.v., projectcode 20154938/10300, 3 juli 2015.
Bodemverontreiniging Op 26 maart 2015 heeft de RUD namens de Provincie Utrecht een besluit met briefnummer 814D35C6 [ 4 ] genomen over de ernst en spoed van de aangetoonde bodemverontreiniging op de locatie Traaij 153F e.o. te Driebergen. De bodemverontreiniging betreft een verontreiniging met vluchtige chloorkoolwaterstoffen, afgekort VOCL in grond en grondwater. Perchlooretheen onderdeel uitmakend van deze groep van stoffen wordt met name aangetoond. De bodemverontreiniging is ontstaan door de activiteiten van chemische wasserijen die op de locatie zijn gevestigd sinds 1976. Ten aanzien van de globale historie van het terrein wordt verwezen naar het historisch vooronderzoek[2]. De bodemverontreiniging voor een groot deel in beeld gebracht met het nader bodemonderzoek[l] en de nulmonitoring[3]. Voor een uitgebreide beschrijving van de bodemverontreiniging wordt dan ook verwezen naar deze rapporten. De totale omvang zoals door Bioclear afgeleid in opdracht van Bosatex wordt momenteel ingeschat op 59.000 ug/l, zie o.a. pagina 14 en 15 van het genoemde gefaseerd saneringsplan[5]. Er zijn eind 2012 en begin 2013 binnenluchtmetingen en drinkwateronderzoek uitgevoerd. In 2014 zijn herhalingsmetingen uitgevoerd. De resultaten zijn vermeld in het nader bodemonderzoek[l]. Op basis van genoemde metingen is er geen sprake van directe blootstellingsrisico's aan de verontreiniging voor bewoners/gebruikers van de panden. Gelet op de aanwezigheid van puur product, de omvang van de bodemverontreiniging en de verspreiding via het grondwater zijn er verspreidingsrisico's vastgesteld. Bij beschikking met briefnummer 814D35C6 is vastgesteld dat de bodemverontreiniging als ernstig en spoedeisend is beoordeeld en dat de start van de bodemsanering uiterlijk voor 1 oktober 2015 moet starten.
Saneringsdoelstelling Algemeen Volgens de Wet bodembescherming moet de sanering de verontreinigde bodem in ieder geval geschikt maken voor het na sanering beoogde gebruik; het risico voor mens, plant of dier of van verspreiding van de verontreiniging zoveel mogelijk beperken; t o t zo min mogelijk nazorg en gebruiksbeperkingen leiden. De doelstelling is om na een bronsanering gedurende fase 1 , tijdens fase 2 aan te tonen dat er een stabiele eindsituatie ontstaat overeenkomend met het scenario 'loslatende pluim' uit ROSA maar waarbij nu en in de toekomst geen risico's mogen ontstaan voor kwetsbare objecten. De bodemsanering wordt gefaseerd uitgevoerd, waarbij per fase een saneringsdoelstelling is geformuleerd en terugsaneerwaarden zijn vastgelegd. De beschrijving van de verontreiniging is in hoofdstuk 2 van het saneringsplan in detail weergegeven op basis van de verzamelde gegevens door Bioclear. De detail beschrijving van de saneringstechniek per zone en per fase is weergegeven in hoofdstuk 4 van het gefaseerd saneringsplan. Samengevat zijn per zone de omvang, saneringstechniek en terugsaneerwaarden in de tabel 1 weergegeven.
4 van 6
Cf5132c48e48
Tabel 1 Zone A
bodemlaag
omvang
saneringstechniek
terugsaneerwaarde
Toplaag u-lm-mv
Tuinen en verhardingen,
ontgraven
Kwaliteit wonen, 0,15
ca. 75 m
mg/kg.ds
3
A
Onverzadigde zone tot freatisch grondwater niveau (2 m-mv)
ca. 250 m
B ondiep
Verzadigde zone, 3 tot 9 m-mv (stagnerend laagje, zone met puur residuaal product)
Oppervlak 100 m , ca. 600 m , puur residuaal
10 - 25 a 28,5 tot 30 mmv
Afnemende concentraties,
Bdiep
CI
C2
Verzadigde zone 2- ca.30 m-mv Verzadigde zone 2- ca. 30 m-mv
3
2
3
Bodemluchtextractie (BLE)
< 1500 ug/l in grondwater evenwichtsconcentratie met 3 mg/kg.ds in de grond
Chemische oxidatie, gasgedragen (ISCO)
Gemiddeld < 1500 ug/l,
product
ug/l
omvang onbekend, via verificatie na aanpak bronzone A en B te bepalen Ca. 850 m , ca. 4.500 m concentratie > 15.000 ug/l 2
3
Ca. 3000 m , concentratie > 1.500 ug/l - < 15.000 ug/l 3
Chemische oxidatie, gasgedragen (ISCO)
Verzadigde zone 2- ca. 30 m-mv
Ca. 8000 m , gemiddelde dieptetraject 10 meter, ca. 2
59.000 m
3
Gemiddeld < 1500 ug/l, uitschieter max. 2000 ug/l
Chemische oxidatie vloeistofgedragen
Gemiddeld < 1500 ug/l,
(ISCO)
ug/l Geen bedreiging
Nader te bepalen fase 2
uitschieter max. 2000
kwetsbare objecten functie specifieke risicowaarden (RIVM)
oplosbaarheidscontour) I contour
uitschieter max. 2000
Nader te bepalen fase 2
Geen bedreiging kwetsbare objecten functie specifieke risicowaarden (RIVM)
In hoofdstuk 5 van het saneringsplan is het verificatie en monitoringsprogramma beschreven. Dit programma wordt naast de processturing van de aannemer gebruikt om te bepalen of de gestelde doelstellingen en terugsaneerwaarden worden behaald. Door Bosatex wordt een "bouwteam" constructie voorbereid, waarbij periodiek met alle betrokken partijen de resultaten van de metingen kunnen worden doorgenomen en kunnen worden bijgestuurd.
Fasel De sanering van de bodem gedurende fase 1 is verwijzend naar de planning in paragraaf 6.4 van het saneringsplan ingeschat op 1 jaar. Gelijktijdig met de uitvoering van fase 1 wordt samen met de RUD een inventarisatie uitgevoerd naar de omvang en het verspreidingspatroon van de resterende verontreiniging in relatie tot de aanwezigheid van kwetsbare objecten in dit verspreidingsgebied. Uit de inventarisatie zal blijken of er risico's voor kwetsbare objecten ontstaan.
Fase 2 Afhankelijk van de omvang en het verspreidingspatroon van de restverontreiniging en de aanwezigheid van risico's voor kwetsbare objecten wordt het vervolgproces met termijnen gevolgd zoals beschreven in paragraaf 4.6. van het saneringsplan. Hierbij wordt een saneringsaanpak fase 2 uitgewerkt om de risico's voor deze eventuele kwetsbare objecten weg te nemen uitgaande van de functiespecifìeke risicogrenswaarden zoals vastgelegd in het RIVM rapport 607050012/2013. De aanpak van fase 2 heeft dus betrekking op bronzone C2 en de resterende Icontour. Pas na voltooiing van de gehele bodemsanering fase 1 en 2, is de bodem geschikt voor het huidige gebruik voor de functie "wonen" en verharding/ infrastructuur" en "industrie".
5 Van 6
Cf5132c48e48
Veiligheid en risico's tijdens en na de bodemsanering Tijdens de bodemsanering worden er ter controle van de uitdamping van vluchtige verbindingen binnenluchtmetingen verricht. In het saneringsplan is een verificatieprogramma opgenomen waarmee de eindsituatie wordt gemonitord. Tijdens de uitvoering dienen procesmatig ook luchtmetingen te worden verricht. Bij de bronaanpak van zone C l kan vanwege technische redenen geen beveiligingsmaatregel via bodemluchtextractie worden geïnstalleerd. D it aspect is in het vooroverleg met Bosatex reeds besproken en kan door controle met continumetingen worden ondervangen. D eze controlemaatregel is niet als zodanig in het saneringsplan vastgelegd. Gelet op de belangen van bewoners I gebruikers en ook kijkend naar de resultaten van eerdere metingen wordt aanvullend de voorwaarde in deze beschikking opgenomen dat de binnenlucht c
Ē
concentratie ter plaatse van de percelen Traaij 153 en 153 naast periodieke metingen ook door middel van continumetingen moet worden gecontroleerd. In het uitvoeringsplan moet worden opgenomen waar de continumetingen in genoemde panden wordt uitgevoerd gemotiveerd op grond van de bouwkundige informatie en welke procedure wordt gevolgd wanneer overschrijdingen van de binnenluchtnorm (250 ug/l) worden gevonden.
Communicatie Bosatex zal overeenkomstig paragraaf 6.3 van het saneringsplan samen met de aannemer een communicatietraject starten waarbij omwonenden en andere belanghebbenden periodiek worden geïnformeerd over de voortgang en resultaten van de bodemsanering in de vorm van bewonersbrieven, een inloopspreekuur tijdens de aanlegfase en bewonersavonden. Tussentijdse overleggen met Bosatex/aannemer kunnen plaatsvinden wanneer een belanghebbende partij daarom verzoekt.
Nazorg en gebruiksbeperkingen Na afronding van de bodemsanering zal naar verwachting niet alle verontreinigde grond met een gehalte boven de interventiewaarde zijn verwijderd. Genoemde percelen zullen naar verwachting een kadastrale registratie krijgen in het kader van nazorg. Er moet na afloop van de sanering waarschijnlijk rekening worden gehouden met de volgende gebruiksbeperkingen: Een verbod op diep wortelende beplanting Een verbod op het oppompen van grondwater Geen graafwerkzaamheden dieper dan de leeflaag Afhankelijk van de resultaten I exacte uitwerking van fase 2 van de bodemsanering kan als mogelijke nazorgmaatregel de restverontreiniging langdurig moeten worden gemonitord om te kunnen garanderen dat kwetsbare objecten niet worden bedreigd en dat op termijn een stabiele eindsituatie ontstaat.
Meer informatie U kunt, onder vermelding van de code UT031600066, meer informatie vragen bij de projectleider van de RUD Utrecht, team Vergunningverlening bodem en water, de heer J.CJ. Kemper, bereikbaar via het telefoonnummer of het e-mailadres dat in de kop van deze brief op bladzijde 1 is vermeld. In verband met vakantie gedurende de periode van de ter inzage legging zijn tevens de gegevens vermeld van de vervanger de heer Kemper. D it is de procescoördinator de heer D . Groters.
6 van 6
Cf5132c48e48
De regionale uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht voert vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken uit op het gebied van milieu, bodem, natuur, landbouw, vuurwerk, (zwem)water en luchtvaart, in opdracht van de aangesloten gemeenten en de provincie Utrecht.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, , -
"7
in'g. A.H.A. van,qen Broek RUD Utrecht, teamleider Vergunningverlening Bodem en Water 2 Bijlagen
Verzendlijst Een kopie van dit document wordt verzonden aan: » mevrouw M.M. Artinian, Holleweg 8, 3958EB Amerongen, « de heer D. Hald, de Traaij 153 F, 3971GE Driebergen-Rijsenburg, « Vabonet B.V., T.a.v. de heer T.W.J. van Boordt, Postbus 50, 3958ZV Amerongen, « Gemeente Utrechtse Heuvelrug, T.a.v. de heer NI. Paf, Postbus 200, 3940AE Doorn, » Omgevingsdienst regio Utrecht, T.a.v. mevrouw G. Cornelisse, Postbus 13101, 3507LC Utrecht, « AKD advocaten 8i Notarissen, t.a.v. mevrouw M.M. de Vries, Postbus 4302, 3006 AH Rotterdam . Vitens N.V., T.a.v. de heer R. Roelofsen, Postbus 1205, 8001 BE ZWOLLE « Hopman en Peters Holding B.V. T.a.v. de heer H.L.J.A. Peters, Erichemseweg 64,4117GL Erichem » eigenaren van percelen binnen de interventiewaardecontour, zie bijlage 1.
Cf5132c48e48
Bijlage 1: Kadastrale percelen Adres Traaij 153 F Traaij 153 F Burgemeesterlaan
kadastrale gemeente Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
sectie
nummer 6677 B B 6678
Openbare weg
Driebergen-Rijsenburg
B
6683
Traaij 153 F
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B B
6677
Openbare weg
Driebergen-Rijsenburg
B
6683
Burgemeesterlaan 26
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
Traaij 153 C Traaij 153 D
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B B B
4343
Traaij 153 B
Traaij Openbare weg Traaij 153a 1 Traaij 104 en 106
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B B B
7196 6618 en 6619
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B B B
7932
Traaij 153 F Burgemeesterlaan
Traaij Traaij Traaij Traaij
143 145 147 149
Traaij Traaij Traaij Traaij Traaij Traaij
151 153 98 100 102 108
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B
B B B B B B B
6678
7253 7418 7419
8156
7931 4177 4176 7808 7809 7969 7970 7720 7254
Cf5132c48e48
Bijlage 2 Standaard voorwaarden voor instemming met het saneringsplan Termijn voor uitvoering van de sanering Als er niet binnen vier jaar gesaneerd hoeft te worden, omdat de bodemverontreiniging geen risico's met zich meebrengt voor mens, dier, plant of van verspreiding en de sanering meer dan vijf jaar na afgifte van deze beschikking zal starten, moet ruim voor de start een geactualiseerd saneringsplan bij ons worden ingediend, met recent bodemonderzoek. Pas als wij met dit geactualiseerde saneringsplan hebben ingestemd, kan de sanering starten.
Saneringsuitvoering De sanering wordt uitgevoerd overeenkomstig: de Beoordelingsrichtlijn uitvoering bodemsanering: BRL SIKB 7000 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB); het SIKB protocol 7 0 0 1 : Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden; het SIKB protocol 7002: Uitvoering van landbodemsanering met in-situ methoden.
Milieukundige begeleiding De werkzaamheden worden milieukundig begeleid. De milieukundige begeleiding wordt uitgevoerd overeenkomstig: de beoordelingsrichtlijn milieukundige het VKB-protocol 6 0 0 1 : Milieukundige methoden van de SIKB; het VKB-protocol 6002: Milieukundige het VKB-protocol 6004: Milieukundige
begeleiding: BRL SIKB 6000 van de SIKB; begeleiding en evaluatie landbodemsanering met conventionele begeleiding en evaluatie landbodemsanering met in situ methoden; begeleiding van nazorg.
Erkenning De onderzoeken, de uitvoering van de sanering en de milieukundige begeleiding moeten worden uitgevoerd door een persoon of instelling die op grond van het Besluit bodemkwaliteit beschikt over een door het Agentschap NL afgegeven erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden.
Melding start sanering Degene die de bodem saneert, of degene die de sanering feitelijk uitvoert, meldt ons de feitelijke start van de sanering uiterlijk vijf werkdagen voor de start en levert daarbij de volgende gegevens aan: geplande einddatum van de sanering; de naam van de aannemer die de saneringswerkzaamheden gaat uitvoeren; de naam van het bureau en de persoon die de saneringswerkzaamheden milieukundig begeleiden; de naam van de beoogd grondverwerker of grondbewerker. Als de sanering niet start op de gemelde startdatum, moet de melder ons dit direct melden en de nieuwe startdatum zo snel mogelijk doorgeven, uiterlijk vijf werkdagen voor de feitelijke start.
Melding van wijziging van de saneringswerkzaamheden en onvoorziene omstandigheden Als u vooraf of tijdens de werkzaamheden wilt of moet afwijken van het saneringsplan, dan dient u ons hiervan direct op de hoogte te stellen. Daarnaast moet u met ons overleggen bij onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering van de sanering.
Melding van bereiken einddiepte Als bij de sanering ontgraving van verontreinigde grond plaatsvindt, meldt degene die de sanering feitelijk uitvoert ons het verwachte tijdstip waarop over het hele gebied van de ontgraving de einddiepte bereikt zal worden. Deze melding wordt gedaan zodra de melder een redelijk vermoeden heeft van dat tijdstip maar uiterlijk één werkdag
ď5132c48e48
voorafgaande aan het bereiken van dat punt en voordat gestart wordt met aanvullen van de ontgraving. Bij ontgraving en aanvulling in gedeeltes, geldt de verplichting t o t melding per gedeelte.
Melding einde sanering Degene die de sanering feitelijk uitvoert meldt ons het einde van de sanering binnen twee weken na beëindiging. Bij een gefaseerde sanering wordt het einde van iedere afzonderlijke fase gemeld.
Wijze van melden Het melden van de start van de sanering, het wijzigen van de startdatum, het bereiken van de einddiepte, het melden van het einde van de sanering en het melden van wijzigingen en onvoorziene omstandigheden gebeurt op een van de volgende manieren: per e-mail: handhavinqbodem(g)rudutrecht.nl; of: schriftelijk: RUD Utrecht, team Vergunningverlening Bodem en Water, Postbus 85242, 3508 AE Utrecht. De melder maakt daarbij gebruik van de standaardformulieren, te vinden op de website: http://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/bodemverontreiniqinq/documenten-downloads/
Opslag en aan- en afvoer van grond Voor de tijdelijke opslag van verontreinigde grond op de saneringslocatie gelden minimaal de volgende eisen: Het is niet toegestaan een depot voor de opslag van bij de sanering vrijkomend materiaal in werking te hebben na het beëindigen van de grondsanering. Het is niet toegestaan partijen verontreinigde grond van verschillende kwaliteit en samenstelling te mengen. Partijen verontreinigde grond moeten naar aard, samenstelling en verontreiniging in te onderscheiden deelpartijen worden opgeslagen. Tussen deze deelpartijen moet een afstand van ten minste één meter worden aangehouden of een fysieke scheidingswand worden aangebracht. Vrijgekomen asbesthoudende grond en bodemmateriaal dient uiterlijk vier werkweken na het vrijkomen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker (conform BRL 7500). De sanering kan pas als afgerond worden beschouwd, als alle ontgraven sterk verontreinigde grond is afgevoerd naar een BRL 7500 erkend eindverwerker.
Evaluatierapport De milieukundig toezichthouder stelt, in uw opdracht, na afloop van de sanering een evaluatierapport op, zoals bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming. Dit evaluatierapport moet uiterlijk binnen drie maanden na het einde van de bodemsanering in drievoud aan ons toegezonden worden. (RUD Utrecht, team Vergunningverlening Bodem en Water, Postbus 85242, 3508 AE Utrecht).
Provincie Utrecht Wbb: Traaij 153 F e.o. te Driebergen UT 031600066 Deze advertentie geeft informatie over een project dat gevolgen kan hebben voor het milieu. Woont of werkt u in de buurt, dan kan het voor u van belang zijn de advertentie te lezen. Stichting Bosatex heeft bij de provincie Utrecht een saneringsplan ingediend voor de bodemverontreiniging op de bovengenoemde locatie (UT-code UT031600066). Het saneringsplan voldoet aan de eisen die bij of krachtens artikel 38 van de Wet bodembescherming zijn gesteld. Wij stemmen daarom in met het saneringsplan. In de bijlage bij deze beschikking zijn de voorwaarden opgesomd die wij aan onze instemming verbinden. Aanvullend wordt de voorwaarde opgenomen dat de binnenlucht concentratie ter plaatse van de percelen Traaij 153 en 153 door middel van continu metingen moet worden gecontroleerd. Uitwerking van deze voorwaarde dient onderbouwd en gemotiveerd plaats te vinden in het uitvoeringsplan. c
Ē
Overeenkomstig de beschikking ernst en spoed, briefnummer 814D 35C6, 26 maart 2015, dient de bodemsanering uiterlijk 1 oktober 2015 te starten. Gedeputeerde Staten willen instemmen met het saneringsplan. Voordat Gedeputeerde Staten dat besluit nemen, hebben belanghebbenden de mogelijkheid hun mening naar voren te brengen.
Inzien van de stukken U kunt de ontwerpbeschikking en de daarbij horende stukken inzien van 9 juli tot 13 augustus: » »
Bij de RUD Utrecht, team Vergunningverlening bodem en water, in het Provinciehuis aan de Archimedeslaan 6 te Rijnsweerd, Utrecht, elke werkdag van 8.00-16.00 uur; na telefonische afspraak: 030-7023149; Bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug, Raadhuisplein 2 te D oorn, op werkdagen van 8.30-12.30 uur en 13.3017.00 uur en op woensdag van 13.30-20.00 uur tel.nr 0343 565600.
U wilt reageren? Belanghebbenden kunnen opmerkingen over de ontwerpbeschikking en de daarbij horende stukken tot 13 augustus 2015 bij de RUD Utrecht indienen. Schriftelijk: bij RUD Utrecht, team Vergunningverlening bodem en water, onder vermelding van "zienswijze", Postbus 85242, 3508 AE Utrecht. Mondeling: via een telefonische afspraak met team Vergunningverlening bodem en water, telefoonnummer 030-7023149.
Informatie Voor inlichtingen kunt u terecht bij de RUD Utrecht, telefoonnummer 030-7023149. 'De RUD Utrecht publiceert een groot deel van haar kennisgevingen digitaal op www.officielebekendmakinqen.nl. U kunt zich via www.overheid.nl abonneren op deze publicaties over projecten bij u in de buurt. D an krijgt u een e-mailbericht op het moment dat er een melding of een besluit wordt gepubliceerd over een locatie in uw buurt. Via de tab 'overheidsinformatie' op www.overheid.nl kunt u de bekendmakingen ook vinden.
Elf gemeenten en de provincie werken samen aan een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht, Woudenberg, provincie Utrecht
NO/SO Stomerij Van Boordt, Traaij 153Fte Driebergen Definitief rapport
Opdrachtgever: Stichting Bosatex
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
OPDRACHTGEVER:
Stichting Bosatex
PROJECTTITEL:
NO/SO Stomerij Van Boordt, Traaij 153F te
PROJECTCODE:
20154938/10026
Driebergen DOCUMENTTYPE
Definitief rapport
PUBLICATIEDATUM
5 februari 2015
PROJECTLEIDER
Ir. M. Luitwieler
A UT E U R ( S )
Drs. Ing. H.F. Groenewold, Ir. M. Luitwieler
Bioclear b.v. Postadres: P o s t b u s 2262; 9 7 0 4 C G Groningen Bezoekadres: R o z e n b u r g l a a n 1 3 C ; 9 7 2 7 DL Groningen Telefoon: 050 571 84 55 F a x : 050 571 79 20 E m a i l :
[email protected] Website: www.bioclear.nl Bioclear werkt met het INK kwaliteitssysteem
INC
(Instituut Nederlandse Kwaliteit), e e n m a n a g e m e n t m o d e l , dat is afgeleid van het E u r o p e s e E F Q M E x c e l l e n c e model. Bioclear beschikt over de procescertificaten B R L S I K B 2 0 0 0 , B R L S I K B 6000 en de onderliggende
er ^^^k Wtc
VKB-protocollen 2002 en 6 0 0 2 .
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Bioclear. © Bioclear b.v. Bioclear adviseert bedrijven, overheden en dienstverlenende organisaties op het terrein van de milieutechnologie. Op opdrachten aan Bioclear zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan Bioclear, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
II
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Inleiding
1
1.1
Opdrachtverlening
2
1.2
Locatie i n f o r m a t i e
2
1.3
Aanleiding
3
1.4
Doel w e r k z a a m h e d e n
5
1.5
Onderzoeksvragen nader onderzoek
5
1.6
Overzicht uitgevoerde bodemonderzoeken
5
1.7
Leeswijzer
6
Uitgevoerde veldwerkzaamheden
7
2.1
Algemeen
8
2.2
O m v a n g bronzone onverzadigde zone (grond)
8
2.3
Actualiseren van de verontreinigingssituatie (VOCl)
9
2.4
Inkadering bronzone g r o n d w a t e r en verifiëren
2.5
Onderzoek zaklaag
11
2.6
Vaststellen g r o n d w a t e r s t r o m i n g s r i c h t i n g
13
2.7
Aanvullende analyses
13
2.8
Vaststellen h u m a n e risico's: permeatie d r i n k w a t e r l e i d i n g
2.9
Aanvullend onderzoek bij o m w o n e n d e n stomerij
aanwezigheid scheidende laag
10
en u i t d a m p i n g
Hoofdstuk 3
14
2.10 Kwaliteitsborging en accreditatie
15
Resultaten nader onderzoek
18
3.1
Veldwaarnemingen
19
3.2
Inkadering bronzone onverzadigde zone (grond)
19
3.3
Grondwaterverontreiniging
20
3.3.1
Actualisatie ondiepe g r o n d w a t e r v e r o n t r e i n i g i n g
20
3.3.2
De M l P-sonderingen
21
3.4
3.3.3
Inkadering bronzone
21
3.3.4
Onderzoek zaklaag
22
Risico permeatie d r i n k w a t e r l e i d i n g
23
3.5
Uitdampingsrisico's
23
3.6
Aanvullende i n f o r m a t i e
24
3.6.1
Bodemsamenstelling en g r o n d w a t e r s t r o m i n g
24
3.6.2
Afbraakpakket en lozingsparameters
28
3.7
Hoofdstuk 4
13
Aanvullend onderzoek bij o m w o n e n d e n stomerij
28
Site Conceptual Model
30
4.1
Inleiding
31
4.2
Locatie i n f o r m a t i e
31
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O O E
20 1 54 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
4.2.1
4.3
4.4
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
IV
Gebouwinformatie
32
4.2.2
Drinkwaterleiding
32
4.2.3
Uitdampingrisico's
33
4.2.4
Bedreigde objecten
34
B o d e m o p b o u w en geohydrologie
35
4.3.1
Bodemopbouw
35
4.3.2
Geohydrologie
35
Verontreinigingssituatie
36
4.4.1
36
Plaatsen van veroorzaking
4.4.2
Grond (onverzadigde zone)
38
4.4.3
Grondwater
38
4.5
Vrachtberekening
4.6
Overzicht van processen die van invloed zijn op het gedrag
40
van de v e r o n t r e i n i g i n g
4.7
4.8
Hoofdstuk 5
Natuurlijke afbraak
41
4.6.2
Verspreiding
41
Gevalsdefinitie
42
4.7.1
Historisch geval versus zorgplicht
42
4.7.2
Ernst-en spoedeisendheid
44 44
Preselectie saneringstechnieken
46
5.1
Inleiding
47
5.2
Saneringsdoelstelling
47
5.3
Beschrijving saneringstechnieken
48
5.3.1
Zone A; Onverzadigde zone
48
5.3.2
Zone B; Verzadigde zone m e t puur product
49
5.3.3
Zone C; Verzadigde zone in watervoerend pakket
52
Selectie saneringstechnieken
55
Modellering en modelresultaten
56
6.1
Inleiding
57
6.2
Modelbeschrijving
57
6.2.1
Opzet van het g r o n d w a t e r m o d e l
57
6.2.2
Laagopbouw model
58
6.2.3
Kalibratie
59
6.2.4
Limitatie model
6.3
Hoofdstuk 7
4.6.1
B e a n t w o o r d i n g onderzoeksvragen
5.4
Hoofdstuk 6
41
59
Modelruns en resultaten
60
6.3.1
Run 1 : Geen sanering
60
6.3.2
Run 2: Sanering bronzone A en B
60
6.3.3
Run 3: Sanering bronzone A en B * gedeelte bronzone C
60
6.3.4
Run 4: Sanering gehele bronzone A, B en C
61
6.3.5
Conclusie modelresultaten
61
Afweging saneringsaanpak
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
62
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 00 26
2015
N O / S O
Hoofdstuk 8
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
V
D R I E B E R E G E N
7.1
Potentieel geschikte saneringsvarianten
63
7.2
A f w e g i n g faalscenario's bronzone C
64
Conclusies en aanbevelingen
66
8.1
Conclusies nader bodemonderzoek
67
8.2
A f w e g i n g saneringsdoelstelling
67
8.3
Aanbevelingen
67
8.4
Nog openstaande onderzoeksvragen
68
Plattegrond grondverontreiniging Plattegrond en dwarsdoorsnede grondwaterverontreiniging Rapportage MlP-sonderingen Boorbeschrijvingen Overzichtstabel analyseresultaten grond met toetsing Overzichtstabellen analyseresultaten grondwater met toetsing Analysecertificaten Toetsingstabellen met toelichting Rapportage binnenluchtonderzoek Meetgegevens stijghoogtes Verantwoording veldwerk Schets plattegrond stomerij Informatie drinkwaterwinning Dwarsdoorsnede modellagen Modelresultaten Kadastrale gegevens
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 26
2015
Hoofdstu Inleiding
N O / S O
1.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
2
D R I E B E R E G E N
Opdrachtverlening
In opdracht van Stichting Bosatex is door Bioclear een nader bodemonderzoek en saneringsonderzoek uitgevoerd voor de met vluchtige chloorkoolwaterstoffen (VOCL) verontreinigde locatie Traaij 153F te Driebergen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform offerte met kenmerk 20124185/7997, d.d. 20 maart 2012 en schriftelijke opdrachtverlening (uw projectnummer 111774, brief d.d. 2 april 2012), de aanvullende offerte met kenmerk 20124185/8388, d.d. 5 oktober 2012 met schriftelijke opdrachtverlening (uw brief d.d. 6 november 2012), en offerte voor het beknopt saneringsonderzoek met kenmerk 20124185/8938, d.d. 5 juli 2013 met schriftelijke opdrachtverlening (uw brief d.d. 12 augustus 2013) en diverse aanvullende afspraken per e-mail en telefoon. In januari 2015 is de rapportage van het nader bodemonderzoek (Bioclear kenmerk 20124185/9709, d.d. 11 augustus 2014) herzien en aangevuld, naar aanleiding van een opschortingsbrief van de RUD Utrecht met briefnummer 8111472D d.d. 23 december 2014. Onderhavige NO/SO rapportage vervangt daarmee de eerdere versies. De aanpassingen zijn uitgevoerd conform offerte met kenmerk 20154938/9997, d.d. 14 januari 2015 en opdrachtverlening met kenmerk AK/00141501504, d.d. 27 januari 2015.
1.2
Locatie informatie
De algemene gegevens van de locatie zijn weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 1. Algemene gegevens van de locatie Omschrijving
Kenmerk
Huidige eigenaar van de stomerij
Stomerij Van Boordt, de heer D. Hald
met contactpersoon Opdrachtgever bodemonderzoek
Stichting Bosatex, de heer V. Breij
met contactpersoon Adres
Traaij 153F te Driebergen
Kadastraal perceel
Gemeente Driebergen-Rijsenburg Sectie B Perceel 6677
Eigenaar perceel Traaij 153F
mevr. M.M. Artinian
Gemeente
Utrechtse Heuvelrug
Bevoegd gezag Wbb
Provincie Utrecht (RUD Utrecht)
In figuur 1 is de ligging van de locatie weergegeven. De kadastrale informatie is opgenomen in bijlage 16. Nadere informatie over de locatie, inclusief kaarten op schaal, is opgenomen in het Site Conceptual Model (SCM) in hoofdstuk 4.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 00 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
3
Figuur 1. Overzicht onderzoekslocatie: Stomerij bij A, Lidl bij B (Bron: Google Maps). De kaart is noordgericht.
1.3
Aanleiding
De aanleiding voor het uitvoeren van het nader onderzoek I saneringsonderzoek is het vermoeden van een geval van ernstige verontreiniging welke met spoed gesaneerd dient te worden. Dit vermoeden was met name gebaseerd op het rapport van TNO uit 1999 [ 1 ; zie voor literatuurverwijzingen paragraaf 1.6]. Het onderzoek is uitgevoerd conform de NTA5755 Bodem — Landbodem — Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek — Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging
in de periode voorjaar 2012-voorjaar 2014. Daar waar afgeweken is van
de norm wordt dit in de rapportage vermeld en onderbouwd. In het najaar van 2014 zijn op verzoek van omwonenden nog enkele aanvullende metingen gedaan, welke in deze versie van het rapport verwerkt zijn. In januari 2015 is een brief van de RUD Utrecht ontvangen met het verzoek zaken aan te vullen en aan te passen. Naar aanleiding daarvan is de voorinformatie van het bodemonderzoek op de locatie aangevuld, en waar mogelijk in lijn gebracht met de NEN 5725, Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek
bij verkennend
en nader
onderzoek (januari 2009). Dit aanvullend historisch onderzoek is separaat gerapporteerd [6]. Naar aanleiding van de extra informatie uit dit aanvullende historisch onderzoek zijn geen zaken naar voren gekomen die de conclusies van het nader- en saneringsonderzoek veranderen of die vragen oproepen die nader onderzocht dienen te worden.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
4
D R I E B E R E G E N
De gevraagde aanvullingen en aanpassingen zijn verwerkt in deze nieuwe versie van het NO/SO. Van de twee hieronder genoemde punten wordt onderbouwd waarom deze niet of slechts ten dele zijn uitgewerkt. Deelhypotheses
en
deelgebieden
In het vooronderzoek zijn de potentiële bronnen van VOCI afkomstig van de stomerij geïdentificeerd [6]. De verontreinigingen die vanuit deze deellocaties zijn ontstaan, zijn in de loop van de tijd opgegaan in één verontreinigingsbron. Door de ruimtelijke en organisatorische samenhang van de verschillende deelbronnen ligt het daarom voor de hand om te spreken van één geval van bodemverontreiniging. Alle (potentiële) bronnen vallen binnen de contour van de bronzone waarbinnen een actieve saneringsaanpak wordt uitgevoerd en waarbinnen de saneringsresultaten zullen worden gemonitord. Het heeft dus in dit stadium van het onderzoek (de verontreinigingssituatie is reeds bekend) geen toegevoegde waarde om deelgebieden met deelhypotheses te formuleren, en te trachten deze deelgebieden afzonderlijk af te perken. Er is voldoende informatie beschikbaar over de verontreinigingssituatie voor een beschikking ernst en spoed en om een effectieve sanering te kunnen ontwerpen. De meetpunten van de (nul)monitoring van de sanering worden zodanig gekozen dat de saneringsvoortgang ter plaatse van de diverse (potentiële) bronnen, waaronder de locatie van de reinigingsmachine en de schuur met PER-opslag, gevolgd kan worden. Juridische en financiële
aspecten
Vanaf 1976 tot op heden is op de locatie een chemische wasserij gevestigd. De huidige chemische wasserij wordt geëxploiteerd door dhr. D. Hald. Daarvoor werd de chemische wasserij geëxploiteerd door Vabonet BV. Op 23 december 1994 is het perceel Traaij 153F door de heer Van Boordt en echtgenote verworven. Per 29 augustus 2009 is mevrouw Artinian (echtgenote van Van Boordt) de eigenaar van het perceel (eigendom belast met vruchtgebruik). De heer Van Boordt is vanaf dit moment de vruchtgebruiker van het perceel. Vabonet BV, vertegenwoordigd door dhr. T.W.J. Van Boordt, heeft op 23 juni 2011 een deelnemersovereenkomst getekend met de Stichting Bosatex. De deelname van Vabonet BV aan de Bosatex regeling is uitvoerig getoetst aan de randvoorwaarden en criteria uit het convenant bodemsanering textielreinigingsbranche en is akkoord bevonden. Vabonet BV heeft de vereiste eigen bijdrage voor deelname aan de regeling inmiddels voldaan aan Bosatex. Bosatex zorgt daarmee voor uitvoering van alle benodigde onderzoeks- en saneringsactiviteiten op deze locatie conform de geldende wet- en regelgeving, en de wijze van aanpak is daarmee geborgd. De kosten die voortkomen uit onderzoek en de uitvoer en monitoring van de sanering worden volledig gedragen door Bosatex. Derhalve is er geen uitgebreider onderzoek naar de juridische en financiële aspecten van de voormalige en huidige eigenaren en gebruikers van de stomerij en/of het perceel benodigd, teneinde een veroorzaker aansprakelijk te kunnen stellen.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
1.4
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Doel werkzaamheden
Het doel van het nader bodemonderzoek is het bepalen van de omvang van het brongebied (zowel grond als grondwater) en het zodanig in kaart brengen van de verontreinigingssituatie dat een beschikking ernst en spoed aangevraagd kan worden. Tevens dient voldoende informatie verzameld te worden om een saneringsonderzoek uit te kunnen voeren en een saneringsplan op te kunnen stellen. Het doel van het saneringsonderzoek is het definiëren van de saneringsdoelstelling en het selecteren van de meest kosteneffectieve saneringsvariant.
1.5
Onderzoeksvragen nader onderzoek
Uit het SCM dat is opgesteld in de beginfase van het onderzoek [2] volgde een aantal onderzoeksvragen. In voorliggende rapportage is het geactualiseerd SCM opgenomen (zie hoofdstuk 4), waarin ook de onderstaande onderzoeksvragen zijn beantwoord. 1.
Wat is de omvang van de verontreiniging in de onverzadigde zone (bronzone: concentraties > Interventiewaarde)? Is er sprake van één bronzone of zijn er één of meer secundaire bronzones langs het riooltracė?
2.
Wat is de omvang van de verontreiniging in het grondwater (bronzone; concentraties > V/a
3.
Treedt natuurlijke afbraak van de verontreiniging op?
van de maximale oplosbaarheid)? 4.
In welke richting en hoe snel verspreidt de verontreiniging zich?
5.
Is er sprake van humane risico's als gevolg van permeatie van VOCI door de drinkwaterleiding en/of uitdamping naar de binnenlucht?
6.
Worden als gevolg van verspreiding van de verontreiniging kwetsbare objecten bedreigd?
7.
Is er een zaklaag aanwezig?
1.6
Overzicht uitgevoerde bodemonderzoeken
Van de locatie Traaij 153F zijn de volgende bodemonderzoeken beschikbaar. 1.
Plan van aanpak CKW verontreiniging De Traay 153 F te Driebergen. TNO-RT, rapportnummer 731864212, d.d. 10 december 1999.
2.
Site conceptual model en bemonsteringsstrategie nader bodemonderzoek locatie Traaij
3.
Resultaten bodemonderzoek Burgemeesterlaan 26 te Driebergen, Bioclear briefnummer
153F te Driebergen, Bioclear notitienummer 20124185/8111, d.d. 10 mei 2012. 20143759/9826, d.d. 13 oktober 2014.* 4.
Analyseresultaten bron Wethouderslaan te Driebergen, Bioclear briefnummer 20144759/9899, d.d. 17 november 2014.*
5.
Binnenluchtonderzoek diverse locaties omgeving Traaij 153 te Driebergen, Avensa projectnummer 14.Q064, d.d. 15 oktober 2014.
6.
Historisch vooronderzoek Traaij 153F te Driebergen-Rijsenburg, MUG ingenieursbureau projectnummer 51103515, d.d. 28 januari 2015.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
6
D R I E B E R E G E N
* de inhoud van de notities [3] en [4] is tevens opgenomen in deze versie van het nader onderzoek. In Doorn is door Bioclear een vergelijkbaar bodemonderzoek en saneringsonderzoek uitgevoerd. Voor enkele bodemkenmerken wordt mede gebruik gemaakt van de daar verkregen gegevens: 7.
NO/SO Stomerij Van Boordt, Acacialaan 7 te Doorn, Bioclear rapportnummer: 20114125/8850, d.d. 23 mei 2013.
Tevens is voor dit rapport gebruik gemaakt van: 8.
Uitspraak Raad van State 200901167/1/M2, d.d. 14 oktober 2009.
In het huidig rapport is, daar waar relevant, met [nr.] naar bovenstaande onderzoeken/rapporten verwezen.
1.7
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 zijn de uitgevoerde veldwerkzaamheden beschreven. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten hiervan opgenomen. Het SCM, aangevuld met (de interpretatie van de) onderzoeksresultaten en de antwoorden op de onderzoeksvragen is opgenomen in hoofdstuk 4. Dit hoofdstuk bevat dus een totaalbeeld van alle relevante informatie over de locatie en de verontreiniging. In hoofdstuk 5 is ingegaan op de saneringsdoelstelling en mogelijke saneringstechnieken (selectie saneringstechnieken). In hoofdstuk 6 zijn het stoftransportmodel, de doorgerekende saneringsvarianten en de resultaten van de modellering beschreven. De keuze van de saneringsvariant en het faalscenario is beschreven in hoofdstuk 7. De conclusies van het nader- en saneringsonderzoek, de aanbevelingen en nog openstaande vragen m.b.t. de uitvoeringsaspecten van de sanering zijn opgenomen in hoofdstuk 8.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
Hoofdstuk 2 Uitgevoerde veldwerkzaamheden
NO/SO
2.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
8
D R I E B E R E G E N
Algemeen
De onderzoeksstrategie is beschreven in de notitie Site conceptual model en bemonsteringsstrategie
[2]. Gedurende het onderzoek is de onderzoeksstrategie op enkele
punten aangepast en uitgebreid. Deze wijzingen zijn beschreven in dit hoofdstuk. De onderzoekshypothese die volgt uit het SCM is dat op deze locatie een geval van ernstige bodemverontreiniging aanwezig is dat met spoed gesaneerd moet worden op basis van verspreidings- en mogelijk ook humane risico's. De verwachting is dat de verontreiniging hoofdzakelijk bestaat uit PER en dat deze zich in stroomafwaartse richting heeft verspreid in het eerste watervoerend pakket. Mogelijk is een zaklaag aanwezig op de scheidende laag, welke zich op circa 30 m-mv bevindt. In het nader onderzoek heeft bestaan uit de volgende onderdelen, waarmee de onderzoeksvragen uit paragraaf 1.5 zijn beantwoord: »
Het vaststellen van de omvang van het brongebied in de onverzadigde zone (grond).
»
Het actualiseren van de verontreinigingssituatie.
»
Het vaststellen van de omvang van het brongebied in de verzadigde zone (grondwater), inclusief verificatie van de aanwezigheid van een scheidende laag op circa 30 m-mv (onderzijde 1 watervoerend pakket). e
»
Het vaststellen van de omvang van de zone met puur product en onderzoek naar een eventuele zaklaag.
»
Het vaststellen van de lokale grondwaterstromingsrichting.
»
Het onderzoeken van de aanwezigheid van humane risico's als gevolg van uitdamping of verontreiniging van het drinkwater.
»
Het verzamelen van aanvullende veldinformatie die vervolgens gebruikt is bij het selecteren en uitwerken van de saneringstechnieken (zie hoofdstuk 5 t/m 7).
»
Een actuele inschatting van de risico's en spoedeisendheid op basis van bestaande en nieuw verkregen gegevens.
Hieronder zijn per aspect de uitgevoerde werkzaamheden beschreven.
2.2
O m v a n g bronzone onverzadigde zone (grond)
Tot de bronzone behoort onder andere de bodemzone waarin PER (tetrachlooretheen) in de onverzadigde zone (grond) boven de interventiewaarde is aangetroffen. In fase 1 van het onderzoek is de onverzadigde zone onderzocht middels bodemluchtmetingen tot één meter minus maaiveld. Dit onderzoek is uitgevoerd door ELM op 7 juni 2012, volgens een eigen methode op basis van NEN-ISO 10381-7:2005, die beschreven is in onderstaand kader. De ligging van de 19 meetpunten is weergegeven op de kaart in bijlage 1. De bodemlucht is geanalyseerd op VOCI, benzeen en tolueen (de analyse op aromaten is uitgevoerd ter verificatie van een eventuele aanwezige nevenverontreiniging).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
9
Werkwijze bodemluchtmetingen Per meetpunt wordt een metalen lans, doorsnede circa 2cm, voorzien van een "verloren punt" manueel de grond ingedreven tot een diepte van circa 1m-mv. vervolgens wordt de lans circa 10 cm opgelicht. Hierna wordt de slagkop van de lans verwijderd en kan de binnenlans (de bemonsteringslans) geplaatst worden. De bemonsteringslans duwt de verloren punt naar buiten en men kan daardoor de lucht in het eerder ontstane kolommetje bemonsteren. De voorbemonstering vindt plaats met een zogenaamde landfill analyzer (analyzer met een interne pomp en voorzien van elektrochemische meetcellen voor de componenten 0 2 (0-21voľy ), C 0 2 (O-IOOvoľ/o) en CH4 (0-100vol /^. 0
0
Zodra de meetwaarden stabiliseren (20-21 vo^/o 0 2 wijst op leklucht, een lager 02-gehalte wijst op bodemlucht), wordt de bodemlucht omgeleid naar een mobiele gaschromatograaf, voorzien van de juiste scheidingskolom en detector voor de te bepalen microparameters, bijvoorbeeld een fotoionisatiedetector voor gechloreerde koolwaterstoffen. Voorafgaand aan de analyse is de G C gekalibreerd met het juiste gasmengsel.
In fase 2 van het onderzoek zijn in totaal tien grondmonsters genomen ter verificatie van het beeld dat verkregen is met de bodemluchtmetingen. De helft van deze grondmonsters is genomen vlak onder de grondwaterspiegel (in de verzadigde zone). De grondmonsters hebben dezelfde nummering gekregen als de bodemluchtmeetpunten. Op de meetpunten 1, 4, 6, 8 en 18 zijn steeds twee grondmonsters genomen (één ondiep op circa 0,8 m-mv en één in de verzadigde zone op circa 1,8 m-mv). De grondmonsters zijn door Sialtech genomen op 15 februari 2013.
2.3
Actualiseren van de verontreinigingssituatie (VOCI)
Ter actualisatie van de verontreinigingssituatie zijn zes bestaande peilbuizen bemonsterd en geanalyseerd op VOCI inclusief vinylchloride (VC). Daarnaast is het grondwater uit enkele peilbuizen geanalyseerd op een beperkt afbraakpakket (nitraat en sulfaat) en/of het lozingspakket en/of de aanwezigheid van specifiek VOCI-afbrekende bacteriën (Dehalococcoides
spp. DHC). Peilbuis 212 bleek verdwenen te zijn als gevolg van de aanleg
van nieuwe bestrating. In plaats daarvan is peilbuis 213 bemonsterd. In tabel 2 zijn de in totaal zes bemonsterde peilbuizen weergegeven. De bemonstering is uitgevoerd door Sialtech op 8 mei 2012. De ligging van de peilbuizen is weergegeven op de kaart in bijlage 2.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
N O / S O
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Tabel 2. Bemonsterde bestaande peilbuizen Peilbuis (filterstelling in m-mv)
Analyse*
Bemonsteringsdatum
200 (3,1-4,1 m-mv)
VOCI * afbraak
8 mei 2012
201 (2,7-3,7 m-mv)
VOCI
8 mei 2012
202 (2,9-3,9 m-mv)
VOCI * afbraak * lozing * DHC
8 mei 2012
203 (2,7-3,7 m-mv)
VOCI * afbraak
8 mei 2012
211 (3-4 m-mv)
VOCI H- afbraak
8 mei 2012
213(3-4 m-mv)
VOCI
8 mei 2012
VOCI
s
afbraak
pakket met 12 vluchtige gechloreerde verbindingen, waaronder P E R , TRI, D C E en V C i
beperkt afbraakpakket (nitraat en sulfaat)
lozing = As (tot), Fe (tot), Mn (tot), CZV, P (tot), fosfaat, N (kjeldahl), sulfaat, chloride, zwevend stof, zuurstof, bezinkselvolume
DHC = Dehalococcoides spp.
2.4
Inkadering bronzone grondwater en verifiëren aanwezigheid scheidende laag
Bij aanvang van het onderzoek werd de verontreiniging (bronzone) in het ondiepe grondwater grotendeels als afgeperkt beschouwd, omdat in de jaren '90 slechts ter plaatse van één peilbuis de concentratie PER hoger was dan T/o van de wateroplosbaarheid (dit komt overeen met 1.500 pg/l aan PER). Het diepere grondwater was nog niet eerder onderzocht. Omdat bij aanvang van het onderzoek bekend was dat het bodempakket tot circa 30 m-mv zeer goed doorlatend is, werd rekening gehouden met de kans dat PER zich als gevolg van dichtheidstroming tot op (grote) diepte had verspreid en dat zich op de eerste scheidende laag, op circa 30 m-mv, een secundaire bron (zaklaag) zou bevinden. Naar aanleiding hiervan is een eerste screening uitgevoerd met behulp van MlP-sonderingen tot 30 m-mv, om zo een beter beeld van de verontreiniging (aanwezigheid en indicatieve concentraties) en bodemopbouw (aanwezigheid scheidende laag) te verkrijgen. De eerste MlP-sondering is zo dicht mogelijk bij peilbuis 202 gezet, waar zowel in 1999 als in 2012 de hoogste concentraties gemeten zijn. Omdat peilbuis 202 in de tuin staat waar de sondeerwagen niet kon komen, is de MlP-sondering in de straat gezet. Dit is in stroomopwaartse richting. De overige MlP-sonderingen zijn in stroomafwaartse richting gezet, langs de Traaij. In totaal zijn vier MlP-sonderingen uitgevoerd. In tabel 3 zijn de uitgevoerde MlP-sonderingen met uitvoeringsdatum weergegeven. De ligging van de sondeerpunten is weergegeven op de kaart in bijlage 2. De MlP-sonderingen zijn uitgevoerd door Fugro. De beschrijving van de uitvoering van de MlP-sondering is opgenomen in de rapportage van Fugro in bijlage 3.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Tabel 3. Overzicht uitgevoerde MlP-sonderingen MlP-sonderingen
Uitvoeringsdatum
(einddiepte in m-mv) MIP1 (30)
7 juni 2012
MIP2 (30)
7 juni 2012
MIP3 (30)
17 juli 2012
MIP4A (30)
17 juli 2012
Na afronding van het screeningsonderzoek met de MlP-sonderingen zijn op vijf plekken (301 t/m 305) twee of drie filters geplaatst om: »
de omvang van het brongebied (zowel horizontaal als verticaal) vast te stellen;
»
de precieze verontreinigingssituatie vast te stellen (de informatie over de verontreiniging vanuit de MlP-sonderingen is niet component specifiek en de gerapporteerde concentraties zijn indicatief);
»
de lokale stromingsrichting van het grondwater te bepalen.
De peilbuizen zijn geplaatst middels sonisch boren. In het geval van drie filters zijn twee boringen verricht, er staan conform de BRL maximaal twee filters in één boorgat. Het diepste filter is telkens tot in de kleilaag geplaatst. Dit filter is niet geplaatst ter hoogte van MIP4 (peilbuis 304), omdat hier geen kleilaag aangetroffen is (hier zijn twee filters geplaatst). In tabel 4 is een overzicht gegeven van de geplaatste peilbuizen, de plaatsings- en bemonsteringsdatum en de uitgevoerde analyses. Zowel het plaatsen als het bemonsteren van de peilbuizen is uitgevoerd door Sialtech, in opdracht van Bioclear. De ligging van de peilbuizen is weergegeven op de kaart in bijlage 2.
2.5
Onderzoek zaklaag
Op basis van het in paragraaf 2.4 beschreven onderzoek kon niet met zekerheid gezegd worden of de verontreiniging zich niet als puur product naar de diepte toe heeft verspreid en een zaklaag heeft gevormd op de kleilaag, welke zich ter hoogte van Traaij 153F op circa 25 m-mv bevindt. Om de aanwezigheid van een zaklaag met puur product onder de stomerij aan te tonen dan wel uit te sluiten, is op 19 en 20 september 2013 een boring uitgevoerd tot onder de stomerij. De boring is uitgevoerd door T&K Service in samenwerking met Bioclear. Omdat niet in de stomerij geboord kon worden en omdat bovendien zeker is dat ondiep (3-4 m-mv) rondom de stomerij puur product aanwezig is (peilbuizen 202 en 211), is de boring schuin uitgevoerd vanaf de oprit van de stomerij onder een hoek van 14 met de vertikaal (zie kaart in bijlage 2). 0
De boring is gezet middels sonisch boren tot op de kleilaag op 25 m-mv (26,5 m boorlengte vanwege schuine boring). Hierbij is met een aqualock van elke twee meter een ongeroerd grondmonster gestoken, dat vervolgens is overgebracht in een doorzichtige liner.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
V A N
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
De liners zijn ter plaatse door een veldmedewerker van Bioclear beoordeeld. Met een PIDmeter is bepaald of aan de uiteinden van de liner meetbare concentraties VOCI aanwezig waren. Het materiaal in de liner is beoordeeld op bodemopbouw. Omdat de PID-meter geen uitslag liet zien, zijn op basis van de bodemopbouw (verschillende bodemlagen; minder goed doorlatende laagjes) over de hele diepte (tot 25 m-mv) zeven grondmonsters geselecteerd voor analyse op VOCI. Ten behoeve van de analyse zijn de liners verzaagd. De gedeeltes daarvan die voor analyse zijn opgestuurd zijn zo snel mogelijk afgedopt, om vervluchtiging van de verontreiniging te voorkomen. Op de kleilaag is een peilbuisfilter (306) aangebracht. Het boorgat is afgedicht met bentoniet. Het onderzoek is samengevat in de tabellen 4 en 5. De geplaatste peilbuis is ruim een week later bemonsterd door Bioclear. Tabel 4. Overzicht nieuw geplaatste peilbuizen Plaatsingsdatum
Bemonsteringsdatum
Analyses
301 (7-9)
19 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
301 (12-14)
19 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
301 (22-24)
19 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
302 (8-10)
19 februari 2013
7 maart 2013
VOCI * afbraak*
302 (17-19)
19 februari 2013
7 maart 2013
VOCI * afbraak*
302 (26-28)
19 februari 2013
7 maart 2013
VOCI * afbraak*
303(13-15)
14 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
303 (17-19)
14 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
303 (26-28)
14 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
304 (8-10)
14 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
304 (20-22)
14 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
305(13-15)
22 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
305(17-19)
22 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
305 (26-28)
22 februari 2013
1 maart 2013
VOCI
306 (24-25)
20 september 2013
1 oktober 2013
VOCI
Peilbuis (filterstelling in m-mv)
beperkt afbraakpakket (nitraat en sulfaat)
Tabel 5. Samenvatting onderzoek eventuele zaklaag onder stomerij Veldwerk
Grondmonsters
Grondmonsters geanalyseerd op VOCI * V C , "/ o.s. 0
Diepte
Grondsoort
4,5-5,0
Lichtbruin zand
6,5-7,0
Lemig zand
afgewerkt met
9,0-9,2
Lemig zand, bruin
peilbuis op de
9,2-9,5
Lemig zand, grijs
25,5-26,0
Grof zand
26,0-26,35
Lemig zand
26,35-26,5
Klei
Schuine boring vanaf
13 liners van twee
oprit stomerij tot
meter met grond
onder stomerij,
kleilaag (boring 306)
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 100 26
2 0 1 5
NO/SO
2.6
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
1 3
Vaststellen grondwaterstromingsrichting
Ten behoeve van het vaststellen van de lokale grondwaterstromingsrichting zijn zowel de nieuw geplaatste peilbuizen als de bestaande peilbuizen ingemeten (x, y en z) en gepeild. Peilbuis 302 is niet ingemeten omdat ten tijde van de waterpassing een auto boven de peilbuis stond. Met de verzamelde gegevens zijn met het programma Surfer isohypsenkaarten gemaakt.
2.7
Aanvullende analyses
Zoals in bovenstaande paragrafen reeds is vermeld, is ten behoeve van het selecteren en afwegen van in aanmerking komende saneringstechnieken de volgende additionele veldinformatie verzameld: Het grondwater uit een selectie van de bemonsterde peilbuizen is geanalyseerd op afbraakparameters om de potentie voor natuurlijke en/of gestimuleerde afbraak van de chloorethenen verontreiniging vast te stellen. Omdat de verontreiniging hoofdzakelijk bestaat uit PER, en de potentie voor natuurlijke afbraak naar verwachting verwaarloosbaar is, is in eerste instantie gekozen voor een beperkt afbraakpakket. Dit bestaat uit de redoxparameters nitraat en sulfaat. Omdat toch wat afbraakproducten zijn aangetroffen en ook omdat de nitraatconcentraties behoorlijk fluctueren, is tevens één grondwatermonster geanalyseerd op specifiek VOCI-afbrekende bacteriën (uit peilbuis 202). Het grondwater van peilbuis 202 is tevens geanalyseerd op lozingsparameters.
2.8
Vaststellen humane risico's: permeatie drinkwaterleiding en uitdamping
Om vast te stellen of er op de locatie, dat wil zeggen Traaij 153F en op de buurpercelen binnen de contour met ondiepe grondverontreiniging, als gevolg van hoge concentraties PER in de onverzadigde zone en het ondiepe grondwater, sprake is van humane risico's als gevolg van uitdamping, zijn binnenluchtmetingen uitgevoerd. De metingen zijn uitgevoerd conform het RIVM-protocol binnenluchtmetingen (RIVM binnenluchtmetingen 711701048). De tijdsduur was 7 dagen en de bemonsteringsmethode 'actief over koolbuis'. Er is bemonsterd over een gecalibreerde pomp met een flow van 100 ml/minuut. De locaties zijn gekozen op basis van de gemeten concentraties verontreiniging in de grond, de bodemlucht en het grondwater. In de stomerij zelf zijn geen binnenluchtmetingen uitgevoerd omdat hier nog met PER gewerkt wordt en de verontreiniging in de bodem ook hoofdzakelijk uit PER bestaat (als gevolg van deze activiteiten). Het uitvoeren van binnenluchtmetingen in de stomerij zelf wordt als niet representatief beschouwd voor het vaststellen van uitdamping, aangezien bij de meting geen onderscheid gemaakt kan worden tussen dampen afkomstig uit het bedrijfsproces en als gevolg van uitdamping uit de bodem.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 0 2 6
2015
N O / S O
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
De binnenluchtmetingen zijn uitgevoerd in de huurpanden Traaij 153 B t/m E, in de kelder of op de begane grond (winkel/bedrijfsruimte). Daarnaast is een referentiemeting uitgevoerd in de buitenlucht naast huisnummer 153B. Er zijn geen metingen uitgevoerd in de bovengelegen woningen. De locatie van de meetpunten is beschreven in de rapportage van de binnenluchtmetingen welke is opgenomen in bijlage 9. De metingen zijn uitgevoerd in de week van 7-14 december 2012 door Avensa middels koolbuisjes. In de tweede helft van 2014 zijn opnieuw binnenluchtmetingen uitgevoerd op de locatie, dit keer in rechtstreekse opdracht van Bosatex [5]. Om vast te stellen of er op de locatie sprake is van humane risico's als gevolg van permeatie van VOCI door de drinkwaterleidingen, is drinkwateronderzoek uitgevoerd. Gebleken is dat de huisaansluitingen van Traaij 153 B t/m F van permeabel materiaal zijn (PE). De huisaansluiting van Traaij 153F loopt tevens door het brongebied. De overige huisaansluitingen in de omgeving bevinden zich boven de verontreiniging (de verontreiniging is ter plekke dieper aanwezig). Naar aanleiding hiervan is alleen in de stomerij een drinkwateronderzoek uitgevoerd (worst case benadering). Dit is, in overleg met de provincie Utrecht, gedaan conform het protocol van de provincie Gelderland "Onderzoek naar de drinkwaterkwaliteit van het water in permeabele leidingen bij bodemverontreiniging". Het onderzoek is uitgevoerd op 1 maart 2013 door Sialtech. In onderstaande tabel staan de momenten van monstername vermeld. De monsters zijn geanalyseerd op VOCI * VC. Tabel 6. Momenten van monstername drinkwateronderzoek Huisnr. 153F
Codering
Monstername na doorstroming van X liter
1e meetpunt
DW-1
0
2e meetpunt
DW-2
6
3e meetpunt
DW-3
minimaal 87
In september 2014 heeft Vitens ook in enkele panden op de locatie drinkwatermonsters genomen voor analyse. Het analysecertificaat is aan Bioclear ter beschikking gesteld en de resultaten worden in dit rapport besproken. De wijze van uitvoering van het drinkwateronderzoek en de analyses door Vitens is niet bekend.
2.9
Aanvullend onderzoek bij omwonenden stomerij
Op verzoek van omwonenden van de stomerij zijn in het najaar van 2014 nog enkele aanvullende metingen uitgevoerd. Deze werkzaamheden worden hieronder per adres beschreven. Uitgevoerde
werkzaamheden
Burgemeesterlaan
26
Op verzoek van de eigenaar van het aan de bronlocatie grenzende perceel, Burgemeesterlaan 26, heeft Bioclear onderzocht of op dit perceel verontreiniging aanwezig was in grond- of grondwater, afkomstig van de stomerij. Op 26 september 2014 heeft Sialtech in opdracht van Bioclear twee peilbuizen geplaatst op het perceel Burgemeesterlaan 26. Beide peilbuizen hebben een filter vanaf een halve meter onder grondwaterniveau.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2016
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Peilbuis 402 heeft ook een filter in de op die locatie meest verdachte bodemlaag, namelijk van 9-10 m-mv. Deze diepte is bepaald op basis van de resultaten van peilbuis 302 en MIP3. De locatie van de peilbuizen 401 en 402 is weergegeven op de kaart in bijlage 2. Op 3 oktober heeft Bioclear de peilbuizen bemonsterd. Het grondwater is geanalyseerd op VOCI. De werkzaamheden zijn samengevat in tabel 7. Tabel 7
Samenvatting uitgevoerde werkzaamheden Burgemeesterlaan 26
Filter (m-mv)
Geplaatst op
Bemonsterd op
Analyse
401 (2,7-3,7)
26-9-2014
3-10-2014
VOCI+VC
402 (2,5-3,5)
26-9-2014
3-10-2014
voci+vc
26-9-2014
3-10-2014
VOCI+VC
402 (9,0-10,0)
Uitgevoerde
werkzaamheden
Traaij 147
Tijdens een bewonersavond heeft de bewoonster van Traaij 147 gemeld dat er twee peilbuizen stonden in haar voortuin. Het is niet bekend in het kader van welk onderzoek deze peilbuizen geplaatst zijn. Sialtech heeft de peilbuizen op 26 september geïnspecteerd. Het ging om twee stijgbuizen van enkele meters lang, geplaatst door Tauw. Eén van de stijgbuizen was reeds uit de grond getrokken. De peilbuizen bleken voor het onderzoek of de monitoring van de verontreiniging van de Traaij 153F niet nuttig te zijn. Daarom heeft Sialtech ze op verzoek van bewoonster verwijderd. Uitgevoerde
werkzaamheden
Wethouderslaan
18
Op verzoek van de bewoner heeft Bioclear de kwaliteit van het water uit de bron aan de Wethouderslaan 18 onderzocht. De bron wordt gebruikt voor het aanvullen van de vijver in de tuin en heeft een filter op ongeveer 11 meter diepte. Op basis van het SCM werden in het onttrokken water geen verhoogde VOCI concentraties verwacht. Op donderdag 30 oktober heeft Geotron in opdracht van Bioclear de bron bemonsterd. Omdat dit via een kraan diende te gebeuren, is deels afgeweken van de BRL SIKB 2000 'Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek', in combinatie met VKB protocol 2002 'Het nemen van grondwatermonsters'. Voorzover mogelijk is dit protocol wel aangehouden.
2.10
Kwaliteitsborging en accreditatie
Bioclear werkt met het INK managementmodel (INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit). Het INK model is gericht op kwaliteitsverbetering als continu proces. Binnen dit systeem wordt sterk de nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid en de ambitie van zowel de organisatie als van alle medewerkers op het gebied van kwaliteitshandhaving en kwaliteitsverbetering. Het INK is in 1991 opgericht op initiatief van het Ministerie van Economische zaken onder de naam Instituut Nederlandse Kwaliteit. Het INK managementmodel is gebaseerd op het EFQM (European Foundation for Quality Management) model.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
N O / S O
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
De bodemluchtmetingen zijn uitgevoerd door een meettechnicus van de luchtmeetdienst van ELM (NEN EN ISO/IEC 17025 geaccrediteerd). De MlP-sonderingen zijn uitgevoerd door Fugro Geoservices B.V. volgens eigen methode (zie rapportage Fugro). Voor de uitvoering van MlP-sonderingen is geen norm beschikbaar. De boorwerkzaamheden (grondmonsters en plaatsen peilbuizen) en bemonsteringen zijn uitgevoerd door Sialtech, T&K Service, Bioclear en Geotron onder procescertificaat BRL SIKB 2000 'Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek' in combinatie met VKB protocol 2001 'Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen' en VKB protocol 2002 'Het nemen van grondwatermonsters'. Het plaatsen van de diepe peilbuizen is uitgevoerd door Sialtech en T&K Service onder procescertificaat BRL SIKB 2101 'Mechanisch boren' in combinatie met VKB protocol 2101 'Mechanisch boren'. Sialtech, T&K Service, Geotron en Bioclear zijn Kwalibo erkende instellingen voor veldwerk. De veldwerkers die de werkzaamheden hebben uitgevoerd staan geregistreerd op www.senternovem.nl/bodemplus. Het veiligheidssysteem van het veldwerk van zowel Sialtech als T&K Service als Geotron is VCA* gecertificeerd. De veldwerkers van Bioclear zijn in het bezit van het veiligheidscertificaat VCA-basisveiligheid, de verantwoordelijke projectleider is in het bezit van het veiligheidscertificaat VOL-VCA. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de veiligheidsvoorschriften zoals beschreven in de CROW-publicatie 132 'Werken in verontreinigde grond'. De gehanteerde veiligheidsklassen tijdens het veldwerk betroffen 3T1 F. Conform de VKB protocol 2001 zijn de ondiepe grondmonsters voor analyse op vluchtige verbindingen genomen met een steekbus. Deze monsters zijn genomen van verdachte lagen en/of de laag die potentieel voor humane risico's kan zorgen. Voor de onverzadigde zone geldt dat de monsterselectie voor analyse, tevens conform dit protocol, voor zover mogelijk is gebeurd op basis van detectie met de PID-meter. Omdat er nergens een uitslag van de PIDmeter was en tevens geen passieve geurwaarneming, is steeds een ondiep monster (indicatie humane risico's) en een monster van de meest verdachte laag (rond de grondwaterspiegel) geanalyseerd. Ook de diepere grondmonsters zijn ongeroerd genomen en zo min mogelijk aan de buitenlucht blootgesteld. Ten behoeve van het puur productonderzoek zijn deze monsters niet met een steekbus genomen maar in doorzichtige liners. De methode van bemonsteren en monsterselectie is beschreven in paragraaf 2.5. In bijlage 11 is de verantwoording van de uitgevoerde veldwerkzaamheden opgenomen. De binnenluchtmetingen zijn middels een zevendaagse meting uitgevoerd middels koolbuisjes door Avensa onder projectleiding van Bioclear.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
N O / S O
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Bioclear, Sialtech, T&K service, Fugro, Avensa en Geotron zijn onafhankelijke bureaus en geen eigenaar van de locatie waarop het onderzoek betrekking heeft. Bioclear verklaart hierbij tevens geen juridische relatie te hebben met (de bedrijfsorganisatie van) de eigenaar van de onderzoekslocatie en/of de opdrachtgever. De werkzaamheden zijn onafhankelijk van de opdrachtgever (Bosatex) uitgevoerd (externe functiescheiding). De laboratoriumanalyses zijn voor wat betreft DHC (Dehalococcoides
spp.) uitgevoerd door
Bioclear met een eigen gestandaardiseerde methode. De overige in opdracht van Bioclear uitgevoerde analyses zijn uitgevoerd door ACMAA B.V. en Eurofins Analytico B.V. die geaccrediteerd zijn conform de ISO/IEC 17025 en de Kwalibo vereiste AS3000.
B I O C L E A R
F E B R U A R t
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
Hoofdstuk 3 Resultaten nader onderzoek
NO/SO
3.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Veldwaarnemingen
Zowel bij het nemen van de ondiepe grondmonsters als bij het plaatsen van de schuine boring 306 kon de diepte waarop de grondmonsters genomen moesten worden niet worden bepaald met behulp van een PID-meter omdat deze geen uitslag gaf. Bij de ondiepe boringen is telkens een ondiep monster (0,7-0,9 m-mv) genomen en een diep monster net onder grondwaterspiegel (zie ook paragraaf 2.10). De te nemen grondmonsters uit de schuine boring 306 zijn bepaald op basis van het boorprofiel (zie ook paragraaf 2.5). Bij de aanvullende boringen 401 en 402 is zowel bij het boren als bij de bemonstering van het grondwater, geen verontreiniging waargenomen (PID-meter en visueel). Er zijn geen waarnemingen gedaan die kunnen wijzen op verontreiniging. Daardoor was er geen aanleiding de in het voorgaande onderzoek bepaalde interventiewaardecontour in grond in twijfel te treken. Het was dus niet nodig bij deze boringen grondmonsters te nemen voor analyse. Verder zijn in het veld geen bijzonderheden waargenomen. De boorprofielen zijn opgenomen in bijlage 4. Van de sonisch geplaatste diepe boringen zijn, met uitzondering van boring 306, geen boorbeschrijvingen gemaakt omdat de bodemopbouw voldoende bekend was op basis van de MlP-sonderingen (zie bijlage 3).
3.2
Inkadering bronzone onverzadigde zone (grond)
De resultaten van de grondanalyses zijn opgenomen in bijlage 5. De analysecertificaten van de grondmonsters en de bodemluchtmetingen zijn opgenomen in bijlage 7. De toetsingstabellen voor de grondanalyses zijn opgenomen in bijlage 8. De resultaten van de grondanalyses en de bodemluchtmetingen zijn weergegeven op de kaart in bijlage 1. De gegevens van de grondmonsters en de bodemluchtmetingen geven eenzelfde beeld, alleen de gradiënt verschilt. De verschillen tussen de gemeten concentraties in bodemlucht zijn veel kleiner dan de verschillen tussen de gemeten gehalten in grond. Het totaalbeeld van de grondverontreiniging is duidelijk in kaart gebracht, zowel de interventie- als de achtergrondwaardecontour kunnen ingetekend worden. Beide bestrijken globaal gezien een cirkel rond de stomerij/reinigingsmachine. De bronzone (l-contour) strekt zich uit tot onder het aangrenzende pand (Traaij 153E) en een klein stukje onder de openbare weg (Burgemeesterlaan). Er is geen ondiepe secundaire bron aangetroffen, bijvoorbeeld langs het riooltracé. In meetpunt 1 naast peilbuis 202, langs de huisaansluiting van het riool, wordt vooral in de bovenste bodemlaag (0,0 - 1,0 m-mv) een hoog gehalte PER aangetroffen. In de overige grondmonsters die zijn genomen op de locatie zijn de gehaltes zeer laag. Op basis van deze resultaten kan geen uitspraak gedaan worden over een duidelijke gradiënt in verticale richting. In meetpunt 1 worden in de bodemlucht behalve PER ook de afbraakproducten TRI en cisDCE aangetroffen boven de detectiegrens.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1 00 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Deze componenten worden ook in de grondanalyse teruggevonden, maar niet in duidelijk hogere gehalten dan in de overige grondmonsters (alle rond de detectiegrens van 0,01 respectievelijk 0,05 mg/kg d.s.). Er was niets bekend over een eventuele nevenverontreiniging op de locatie met bijvoorbeeld olie of aromaten. Om een dergelijke verontreiniging uit te sluiten is ter indicatie de bodemlucht ook geanalyseerd op benzeen en tolueen. Rond de stomerij is geen benzeen maar wel tolueen aangetroffen in de bodemlucht. De maximaal gemeten concentratie tolueen bedraagt 1,5 mg/m , in meetpunt 1. 3
Evenwichtberekeningen met o.a. Volasoil laten zien dat deze concentratie overeenkomt met maximaal een lichte overschrijding van de streefwaarde van tolueen in het grondwater. Op basis van de concentratie in bodemlucht is geen overschrijding van de achtergrondwaarde voor tolueen in grond te verwachten. Ook de resultaten van de MlP-sonderingen (zie paragraaf 3.3.2) wijzen niet op een (omvangrijke) nevenverontreiniging. De aanwezigheid van tolueen is daarom niet verder onderzocht. In hoofdstuk 4 is een nadere toelichting op de verontreinigingssituatie opgenomen. De omvang van de bronzone is indicatief berekend in onderstaande tabel. Tabel 8. Berekening omvang bronzone (interventiewaardecontour) in onverzadigde zone
Contour
Oppervlak
Diepte (gemiddeld)
Volume > I (m )
Bronzone (l-contour)
250
1
250
3
Resumé: Uit het onderzoek naar de omvang van de bronzone in de onverzadigde zone blijkt dat: »
de omvang van de sterke ^ l-waarde) grondverontreiniging in de onverzadigde zone circa 250 m bedraagt en zich uitstrekt over de percelen van Traaij 153F en 153E en de 3
openbare weg naast Traaij 153F (Burgemeesterlaan); »
er geen indicaties zijn gevonden voor de aanwezigheid van een secundaire bron langs het riooltracé.
3.3
Grondwaterverontreiniging
3.3.1
Actualisatie ondiepe grondwaterverontreiniging
De resultaten van de grondwateranalyses zijn opgenomen in bijlage 6, de analysecertificaten en toetsingstabellen zijn opgenomen in bijlage 7 en 8. Daarnaast zijn de resultaten weergegeven op de kaart in bijlage 2, waarop tevens de resultaten zoals vermeld in het TNOrapport van 1999 [1] zijn opgenomen.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Uit de actualisatie blijkt dat ter plaatse van de peilbuizen 201 en 213 de concentraties aan PER sinds 1999 afgenomen zijn. Daarentegen zijn de concentraties sterk tot zeer sterk toegenomen ter plaatse van de overige bemonsterde peilbuizen, met name de peilbuizen 202 en 2 1 1 . Ter plaatse van deze laatste twee peilbuizen is de gemeten concentratie PER hoger dan de maximale wateroplosbaarheid, wat impliceert dat hier puur product aanwezig is. De resultaten van de bodemluchtmetingen op dezelfde locatie zijn lager dan op basis van de grondwaterresultaten verwacht zou worden (zie paragraaf 3.2). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het puur product in het grondwater zich niet direct aan het grondwateroppervlak bevindt. Vermoedelijk is er een dunne laag schoon of minder verontreinigd freatisch grondwater aanwezig, welke een dempend effect heeft op de concentraties in de bodemlucht.
3.3.2
MlP-sonderingen
De rapportage van de MlP-sonderingen is opgenomen in bijlage 3. De locaties van de MlP-sonderingen en een samenvatting van de resultaten zijn tevens weergegeven op de kaart in bijlage 2. De MlP-sonderingen hebben een goed beeld opgeleverd van de verspreiding van de verontreiniging. MIP1 staat een klein stukje stroomopwaarts van de kern. MIP2 staat net naast de stroombaan, waardoor de concentraties hier relatief laag zijn. Ter plaatse van MIP3, die een stuk verder stroomafwaarts geplaatst is dan MIP2 en wel in de stroombaan, worden vergelijkbare concentraties gemeten als ter plaatse van MIP2. MIP4 staat stroomafwaarts (zuidwestelijk) ten opzichte van de bronzone: hier worden lage concentraties gemeten. Met de MlP-sonderingen is de verontreiniging (bronzone) in zijwaartse richting nog niet afgeperkt, maar in stroomafwaartse richting wel. De verontreiniging heeft zich stroomafwaarts naar de diepte toe verspreid. Ter plaatse van de Burgemeesterlaan (MIP1) bevindt de hoogste concentratie zich rond 7 m-mv, aan de voorzijde van de stomerij (MIP2) op 8 à 9 m-mv, stroomafwaarts in de Traaij ter hoogte van de Lidl (MIP3) op 14 m-mv en nog verder stroomafwaarts (MIP4) tussen 21 en 22 m-mv. Daarnaast duiden de resultaten van MIP1 en MIP3 erop dat de verontreiniging in de diepte is verspreid tot op de kleilaag op circa 29 m-mv. De concentraties die hier gemeten worden zijn niet heel hoog, en wijzen niet op de aanwezigheid van een zaklaag. Dat zou betekenen dat de kleilaag de verticale afperking van de verontreiniging vormt.
3.3.3
Inkadering bronzone
De resultaten van de grondwateranalyses van de nieuw geplaatste peilbuizen 301 t/m 305 zijn opgenomen in bijlage 6, de analysecertificaten en toetsingstabellen zijn opgenomen in bijlage 7 en 8. Daarnaast zijn de resultaten weergegeven op de kaarten in bijlage 2. Met deze resultaten zijn de resultaten van de MlP-sonderingen geduid en is de verontreiniging nader in kaart gebracht. De concentraties zijn lager dan verwacht werd op basis van de MlPsonderingen. Alleen in filter 302 (8-10 m-mv) is een PER-concentratie boven ~\ Zo van de a
maximale wateroplosbaarheid aangetroffen (bronzone).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
De concentraties net boven de kleilaag (diepe filters van de peilbuizen 301, 302, 303 en 305) blijken rond de detectielimiet te liggen. Soms wordt de streefwaarde overschreden. Ook ter plaatse van de middeldiepe filters (17-19 m-mv) wordt geen verontreiniging boven de tussenwaarde aangetroffen. Ter plaatse van het meest ondiepe filter van peilbuis 303 (13-15 m-mv) wordt de interventiewaarde van PER overschreden. Hiermee is de bronzone (5-1 "/o van de maximale oplosbaarheid; 1.500 pg/l PER) in zijwaartse (zuidelijke) richting wel ingekaderd, maar de interventiewaardecontour (40 pg/l PER) niet. Stroomopwaarts (peilbuis 301), noordwaarts (peilbuis 305) en stroomafwaarts (zuidwestelijk; peilbuis 304) is de verontreiniging ingekaderd tot streefwaardeniveau. Op de hele locatie worden afbraakproducten slechts in lage (cis-DCE) tot zeer lage (TRI en VC) concentraties aangetroffen. Op basis van interpolatie van de gegevens zijn de contouren van concentraties van 1.500 pg/l en 15.000 pg/l indicatief ingetekend op de kaart in bijlage 2. Er is een voldoende duidelijk beeld van de verontreiniging voor het opstellen van een saneringsonderzoek en saneringsplan. Voor de dimensionering van de saneringsaanpak wordt voorafgaand aan de sanering nog een nulmonitoring van het grondwater uitgevoerd, waarbij deze zones in meer detail in beeld worden gebracht. De omvang van de bronzone en de interventiewaardecontour is indicatief berekend in onderstaande tabel. Tabel 9. Indicatieve berekening omvang bronzone en interventiewaardecontour in verzadigde zone
Concentratiecontour
Oppervlak (m ) 2
Gemiddelde diepte (m)
Volume (m ) 3
100
6
600
Bronzone ( ^ .500 pg/l)
3.900
4
15.600
Interventiewaarde ^ 40 pg/l)
7.000
10
70.000
Puur productzone
In hoofdstuk 4 (SCM) is een samenvatting van en een nadere toelichting op de verontreinigingssituatie opgenomen.
3.3.4
Onderzoek zaklaag
De resultaten van de grondanalyses uit boring 306 zijn inclusief toetsing opgenomen in bijlage 5. De resultaten van de grondwateranalyses van peilbuis 306 zijn opgenomen in bijlage 6, de toetsingstabel is opgenomen in bijlage 8. Daarnaast zijn de resultaten van het grondwater weergegeven op de kaart in bijlage 2. De analysecertificaten van de grond- en grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 7. Uit de resultaten blijkt dat in de ondiepere grondmonsters (6,5 - 9,5 m-mv) PER wordt aangetroffen boven de interventiewaarde. In de grondmonsters die zijn genomen vlak boven en in de kleilaag wordt PER maximaal boven de achtergrondwaarde aangetroffen. Dit ligt in lijn met het resultaat van het grondwatermonster, dat ook vlak boven de kleilaag genomen is, waar PER boven de streefwaarde is aangetroffen.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Deze resultaten bevestigen het eerdere beeld van de verontreinigingssituatie. Ter plaatse van de stomerij is de verontreiniging vooral ondiep aanwezig. Er is geen zaklaag aanwezig op de scheidende laag.
3.4
Risico permeatie drinkwaterleiding
De resultaten van het drinkwateronderzoek in het pand Traaij 153F (de stomerij) zijn opgenomen in de tabel in bijlage 6. De analysecertificaten van zowel het onderzoek van Bioclear als van Vitens zijn opgenomen in bijlage 7. PER is in het drinkwater boven de detectielimiet aangetroffen en TRI één maal (DW1-1) op de detectielimiet. De gemeten concentraties zijn tevens weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 10. Resultaten drinkwateronderzoek Monstercode
Omschrijving
P E R (ug/l)
TRI (ug/l)
DW-1
Eerste water na nacht stilstand
1,9
0,10
DW-2
Water dat 's nachts in bronzone
1,9
< 0,10
0,65
< 0,10
bodemverontreiniging aanwezig was DW-3
Water uit hoofdleiding
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, is PER in het leidingwater aangetroffen. Mogelijk is de bodemverontreiniging hiervan de oorzaak: het laatste monster, uit de (gietijzeren) hoofdleiding bevat de laagste concentratie. Echter, de concentraties in het eerste en het tweede monster zijn vergelijkbaar, terwijl het eerste monster in principe niet of minder door de bodemverontreiniging beïnvloed is. De verschillen tussen de eerste twee monsters en het laatste monster zijn bovendien klein, de concentraties zijn laag. Volgens het Drinkwaterbesluit van 2011 betreft de maximale waarde voor de som van PER en TRI 10 pg/l. Deze waarde wordt niet overschreden. Onafhankelijk van de vraag of de PER in het drinkwater afkomstig is van de bodemverontreiniging, is er dus geen sprake van humane risico's als gevolg van permeatie van de drinkwaterleiding van de Traaij 153F. Uit de analyseresultaten van Vitens uit september 2014 (analysecertificaat opgenomen in bijlage 7) blijkt dat PER en TRI is aangetroffen in het water uit de kraan van Traaij 153F (de stomerij). De concentratie PER ligt hoger dan in het onderzoek van Bioclear (namelijk 7,8 pg/l), maar nog steeds beneden de drinkwaternorm. In de panden Traaij 153B en Traaij 106 heeft Vitens geen verontreiniging in het drinkwater aangetroffen. De aanvullende resultaten van Vitens veranderen bovenstaande conclusie niet.
3.5
Uitdampingsrisico's
De resultaten van het binnenluchtonderzoek (7-14 december 2012) in de panden Traaij 153 B t/m E zijn opgenomen in bijlage 9. PER is in drie van de vijf panden in de binnenlucht boven de detectielimiet aangetroffen. De overige componenten (TRI, DCE en VC) zijn niet aantoonbaar aanwezig.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
24
D R I E B E R E G E N
Het betreft de drie panden het dichtst bij de stomerij, waarbij in het directe huurpand de hoogste concentraties (101 p/m ) is gemeten. Dit is ook het pand waaronder 3
hoogstwaarschijnlijk de interventiewaarde in grond (onverzadigde zone) nog wordt overschreden. In de referentiemeting is geen PER aangetroffen. De gemeten concentraties zijn tevens weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 11. Resultaten binnenluchtonderzoek, inclusief resultaten 2014* Adres
Omschrijving
P E R (ug/m )
P E R ((ug'm )
2012
2014
3
3
Traaij 153B
Buiten referentie
^,0
1,2
Traaij 153B
Kelder
^,0
1,3
Traaij 153C
Bij ijskast op BG
49,2
18,6
Traaij 153D
In magazijn achter winkel
6,4
-
Traaij 153D
Kelder
-
72
In chemicaliën ruimte tandartsenpraktijk (hier
101
-
Traaij 153E
wordt overigens niet met VOCI gewerkt) Traaij 153E
Kelder
-
30
Traaij 155
Kruipruimte
-
8,4
Traaij 108
Kruipruimte
-
1,0
Burgemeesterlaan
Woonkamer
-
< 1,2
26 * de resultaten van de 2014 komen uit het onderzoek van Avensa [5] dat in rechtstreekse opdracht van Bosatex
De resultaten duiden erop dat de gemeten concentraties in de binnenlucht het gevolg zijn van uitdamping van de bodemverontreiniging. Als de resultaten getoetst worden aan de TCLwaarde (toegestane concentratie lucht voor PER is 250 pg/m ) blijkt dat op geen van de 3
meetpunten de TCL overschreden wordt. Dit betekent dat er geen humane risico's zijn. Tijdens het herhalingsonderzoek dat in de periode van 26 september tot 3 oktober 2014 is uitgevoerd door Avensa [5] wordt opnieuw PER in de binnenlucht gemeten. In geen van de onderzochte panden (Traaij 153B, 153C, 153D 153E, 155, 108 en Burgemeesterlaan 26) wordt de TCL overschreden. De conclusie verandert hierdoor niet.
3.6
Aanvullende informatie
3.6.1
Bodemsamenstelling en grondwaterstroming
Uit de MlP-sonderingen blijkt dat het bodempakket tot ten minste 24 m-mv bestaat uit meer en minder goed doorlatende zandlagen. Rond 4 à 5 m-mv wordt een wat slechter doorlatende laag (siltig zand) aangetroffen. Met name dieper dan 13 à 15 m-mv is sprake van redelijk grof zand (goed doorlatend). De diepte waarop de verschillende lagen voorkomen, verschilt per sondering.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO'S O
S T O M E R I J
VAN
B O O R O T
TE
D R I E B E R E G E N
Vanaf 24 m-mv is bij MIP1 en MIP2 een afwisseling van enkele klei/leem laagjes en vast gepakt zand aangetroffen. Bij MIP3 is klei aangetroffen op een diepte van 28 m-mv, terwijl bij MIP4 tot op de einddiepte (bijna 30 m-mv) nog steeds zand is aangetroffen (met een dun kleilensje). De diepte waarop de scheidende laag is aangetroffen lijkt op basis van deze resultaten toe te nemen met de afstand (in stroomafwaartse zuidwestelijke richting) tot de stomerij. Er zijn echter te weinig sonderingen uitgevoerd om dit met zekerheid te kunnen vaststellen. Duidelijk is wel, dat de diepte waarop de kleilaag voorkomt niet constant is. Het is ook mogelijk dat de laag niet volledig aaneengesloten is. Omdat met de sonderingen voldoende informatie verkregen is over de bodemopbouw in het dieptetraject waar de peilbuizen geplaatst werden, was het conform de BRL niet noodzakelijk bij het plaatsen van de diepe peilbuizen boorbeschrijvingen te maken. Dit is daarom alleen gedaan bij de schuine boring 306 ten behoeve van het onderzoek naar de zaklaag. Ook van de diepe boring 402, uitgevoerd in 2014, is een boorbeschrijving gemaakt. Het diepere filter (9-10 m-mv) staat in een laag met wat grover zand dan de bovenliggende laag. Deze waarneming bevestigt de verwachting op basis van het SCM dat dit de meest verdachte laag is. Op basis van X,Y,Z-metingen en metingen van de stijghoogte is het isohypsenpatroon van het eerste watervoerend pakket bepaald. Het patroon van de ondiepe peilbuizen (200-serie) is anders dan het patroon van de diepe peilbuizen (300-serie). Omdat ook de doorlatendheid (zie boven) en de geleidbaarheid (zie rapportage MIPs) verschillen, kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een waterscheiding tussen beide bodemlagen. Daarom is voor beide lagen een separaat isohypsenpatroon gemaakt. De meetgegevens zijn weergegeven in bijlage 10. De isohypsenpatronen zijn weergegeven in de figuren 2 en 3.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
N O / S O
S T O M E R I J
VAN
B O O RD
T
TE
D
R I E B E R E G E N
451940
451935
451930
451925
451920
451915
451910 14B39Ū Figuur 2.
148395
14B4ŨŪ
148405
148410
14842Ũ
148415
Isohypsenpatroon ondiep grondwater (tot 4 mmv) rond de stomerij (stromingsrichting van groen naar rood is zuidoostelijk).
In het ondiepe pakket lijkt het grondwater alzijdig af te stromen vanaf het punt rond peilbuis 202. Met name richting de peilbuis 210 en 201 is een sterke gradiënt aanwezig (zuidoostelijke richting). Het isohypsenpatroon is niet heel betrouwbaar gezien de relatief beperkte onderlinge afstand van de ingemeten peilbuizen. De zuidoostelijke stromingsrichting van peilbuis 202 richting peilbuis 201 wordt niet bevestigd door de verontreinigingsdata. D e concentraties in peilbuis 202 zijn zeer hoog (en toegenomen ten opzichte van eerdere metingen), de concentraties in peilbuis 201 zijn veel lager en bovendien afgenomen ten opzichte van eerdere metingen. Uit de verontreinigingsgegevens blijkt dat de verontreiniging zich vlak onder de stomerij vooral verticaal (naar beneden) verplaatst. D ieper komt er een duidelijke horizontale component in het verspreidingspatroon. D e horizontale grondwaterstroming in het ondiepe pakket is dus niet van groot belang voor het onderzoek van de verontreiniging.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
De horizontale stromingsrichting in het ondiepe pakket is in het kader van dit onderzoek niet van groot belang omdat uit de verontreinigingsdata blijkt dat de verontreiniging in deze laag zich voornamelijk in verticale richting verspreidt. Overigens zijn de verschillen in stijghoogte tussen de ondiepe en de diepere peilbuizen zo klein, dat een infiltratiesituatie hiermee niet bevestigd kan worden. Mogelijk is hier sprake van dichtheidsstroming (puur product aan PER dat naar beneden zakt door een dichtheid hoger dan die van water) tot het moment dat de PER geheel is opgelost in het grondwater, in de goed doorlatende laag onder de puur productzone. De ondiepe verontreiniging is in omvang beperkt en de bronzone is grotendeels ingekaderd. Alleen aan de kant van peilbuis 211 (onder de huurpanden) is de bronzone ondiep niet geheel ingekaderd. Voor de sanering dient hier rekening mee gehouden te worden, mede op basis van het nog uit te voeren nulsituatie-onderzoek. In het diepe pakket staan relatief weinig filters, maar ze laten wel duidelijk een zuidwestelijke stromingsrichting, hetgeen de verwachte stromingsrichting bevestigt. Ook het verspreidingspatroon van de verontreiniging bevestigt deze stromingsrichting. i
451940
4-
451920
pb 305 451900
451880 303
445 860
45 840
45 820
4blöUU-|
148280
Figuur 3.
1
148300
1
148320
1
1
148340
148360
1
148380
1
148400
,
148420
f-
148440
Isohypsenpatroon diep grondwater (10-20 m-mv) (stromingsrichting van groen naar rood is zuidwestelijk).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O O E
20 1 5 4 93 8/1 0 0 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Op basis van bepalingen van de korrelgrootteverdeling in het naburige Doorn [7], waar de bodemopbouw vergelijkbaar is, is uitgegaan van een doorlatendheid van het diepere pakket van 25 à 40 m/d. Op basis van deze doorlatendheid en het isohypsenpatroon van het diepere pakket is de stromingssnelheid van het grondwater berekend. De stromingssnelheid van het grondwater is 8 à 13 m/j. Het organisch stofgehalte is lager dan de detectielimiet van V/a. Uitgaande van de gemeten verspreiding (tot 100 meter van de stomerij) is de werkelijke verplaatsingssnelheid van PER in de goed doorlatende laag circa 2,9 m/j. Dit komt overeen met een stromingssnelheid van het grondwater van 13 m/j in combinatie met een organisch stofgehalte van 0,33 7o (retardatie is dan 4,6). Dit is een reëel organisch 0
stofgehalte voor grove zandgronden, zoals aanwezig op deze locatie.
3.6.2
Afbraakpakket en lozingsparameters
In de tabellen in bijlage 6 zijn de gemeten concentraties van het afbraakpakket (nitraat en sulfaat en DHC) en de lozingsparameters weergegeven. De lozingsparameters kunnen bij het opstellen van het saneringsplan gebruikt worden om te bepalen of bij lozing van onttrokken grondwater een (extra) zuiveringsstap nodig is. Uit de analyses van het afbraakpakket blijkt dat over de gehele diepte, tot op de kleilaag (24 m-mv) nitraat en sulfaat in ruime mate aanwezig zijn. De concentraties van beide componenten schommelen tussen circa 5 en circa 60 mg/l. Er is geen correlatie met de diepte of met de mate van verontreiniging. Een grondwatermonster, genomen ter plaatse van peilbuis 202 (sterk verontreinigd; 2,9-3,9 m-mv), is tevens geanalyseerd op specifiek VOCI-afbrekende bacteriën (DHC). In dit grondwatermonster zijn 24 cellen/ml aangetroffen. Dit is zeer weinig, zeker gezien de aanwezige hoeveelheid VOCI. Het feit dat nitraat en sulfaat in ruime mate aanwezig zijn en dat DHC slechts in zeer lage aantallen aanwezig is, betekent dat de omstandigheden voor natuurlijke afbraak van VOCI ongunstig zijn. Dit wordt bevestigd door het feit dat in de gehele pluim voornamelijk PER gemeten wordt en slechts lage concentraties afbraakproducten.
3.7 Peilbuizen
Aanvullend onderzoek bíj omwonenden stomerij Burgemeesterlaan
26
Het analysecertificaat is opgenomen in bijlage 7. De getoetste resultaten zijn tevens opgenomen in bijlage 6. De analyseresultaten wijzen uit, dat het grondwater ter plaatse van beide ondiepe peilbuizen licht verontreinigd is met VOCI. De gemeten concentraties overschrijden hooguit de streefwaarde. Het diepe grondwater ter plaatse van peilbuis 402 is, tot boven de interventiewaarde verontreinigd met PER. De concentratie is lager dan V/a van de wateroplosbaarheid; de peilbuis staat dus buiten bronzone C (zie paragraaf 5.1).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
De gemeten concentraties zijn conform verwachting op basis van het eerder uitgevoerde onderzoek (paragraaf 3.3). Een kadastrale aantekening op basis van een grondverontreiniging is niet van toepassing op het perceel Burgemeesterlaan 26. Bron Wethouderslaan
18
Het analysecertificaat is opgenomen in bijlage 7. In het grondwatermonster is geen VOCI aangetroffen. De analyseresultaten hebben geen consequenties voor het gebruik van de bron of voor de voorgenomen sanering van de locatie Traaij 153F.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
Hoofdstuk 4 Site Conceptual Mode
NO/SO
4.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
3 1
Inleiding
In dit hoofdstuk is het conceptueel model (SCM) van de locatie en de verontreiniging weergegeven. Het SCM dat gemaakt is bij aanvang van het nader onderzoek is aangevuld met de onderzoeksgegevens die in hoofdstuk 3 beschreven zijn. Eerst wordt de algemene informatie van de locatie beschreven, welke van belang kan zijn bij het afwegen van de mogelijkheden voor de sanering. Hieruit blijkt onder andere of er kwetsbare objecten zijn die worden bedreigd door de verontreiniging. Vervolgens worden bodemopbouw en geohydrologie besproken. In de paragraaf 'verontreinigingssituatie' wordt een samenvatting gegeven van de resultaten van het nader onderzoek (hoofdstuk 3). Tot slot van dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen (zie paragraaf 1.5) beantwoord. In bijlage 1 is een bovenaanzicht opgenomen van de verontreinigingssituatie in de onverzadigde zone (grond). In bijlage 2 zijn een bovenaanzicht (overzicht en detailkaart) en een dwarsdoorsnede van de grondwaterverontreiniging opgenomen. Het SCM is opgesteld conform het onderzoeksprotocol voor Bosatex locaties (versie 2, maart 2012). Daarbij is gebruik gemaakt van: » »
het voor de locatie Traaij 153F opgestelde Plan van aanpak CKW-verontreiniging [1]; het DINO-loket en de Grondwaterkaart van Nederland. Deze zijn gebruikt om regionale informatie over de bodemopbouw en geohydrologie te verzamelen;
»
regionale informatie over de afbraakpotentie. Hiertoe is gebruik gemaakt van gegevens (met name redoxparameters) uit het landelijk meetnet grondwaterkwaliteit en gegevens uit de database van Bioclear;
»
informatie over de ligging van de riolering en nutsleidingen (KLIC-melding);
»
informatie verkregen tijdens het locatiebezoek op 3 mei 2012;
»
informatie verzameld tijdens het nader onderzoek (uitgevoerd in mei 2012 - oktober 2013 met nog enkele aanvullende metingen in oktober 2014).
4.2
Locatie informatie
In aanvulling op de algemene gegevens zoals beschreven in paragraaf 1.2, wordt hier nadere informatie gegeven die relevant is bij de afweging van de saneringsdoelstelling en -aanpak. Overige informatie over de historie en de locatie is gegeven in het vooronderzoek van MUG [6] De verontreiniging met gechloreerde oplosmiddelen (VOCI) is ontstaan in de bebouwde kom van Driebergen, aan de noordoostzijde van het centrum door activiteiten van een stomerij (Stomerij Van Boordt (Vabonet B.V.)) aan de Traaij 153F. De stomerij is hier gevestigd sinds 1976. Inmiddels is de bronzone (concentraties in het grondwater > 1 Zo van de maximale 0
wateroplosbaarheid) in zuidwestelijke richting onder de aangrenzende panden en vervolgens onder de straat (Traaij) doorgestroomd. Het front van de bronzone bevindt zich net voorbij de supermarkt Lidl (Traaij 153A).
B I O C L E A R
F E B R U A R
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 0 2 6
2 0 15
NO/SO
4.2.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Gebouwinformatie
De locatie (Stomerij Van Boordt) ligt aan een winkelstraat in Driebergen-Rijsenburg en wordt omgeven door winkels en woningen. Ook boven de stomerij is een woning aanwezig. De stomerij is gevestigd in een oud pand met houten vloeren. Op de plek waar de chemische reinigingsmachine staat (in de uitbouw), is een betonnen vloer aangebracht. De machine staat op een lekbak. Ook is op de plek waar de vorige reinigingsmachine gestaan heeft (in de winkel) betonfundatie aangebracht (klein stukje; los van rest van fundering). Het gebouw is gefundeerd op staal. In bijlage 12 is een schets van het gebouw opgenomen met aantekeningen van relevante waarnemingen. Onder een gedeelte van het pand (voornamelijk onder keuken en trap) is een kelder aanwezig. Ook de aangrenzende panden beschikken over een kelder of kruipruimte (mededeling eigenaar stomerij, D. Hald). De huidige opslag van PER en destillaat bevindt zich in een schuurtje naast het ketelhuis (net buiten de tekening in bijlage 12; wel aangegeven). Vroeger werd PER opgeslagen in de kelder. Bovenstaande informatie is grotendeels ontleend aan een tekening van de situatie in 1977, die destijds is gebruikt voor het aanvragen van de hinderwetvergunning. Rondom het gebouw bevinden zich diverse afvoerputten waar verschillende riool- en hemelwaterleidingen op uit komen. Het contactwater van de reinigingsmachine wordt na zuivering via een actief koolfilter geloosd op de put onder het keukenraam, waar ook de afvoer van de keuken, van hemelwater en van de stoomgenerator op uitkomen. Het condens van de luchtafzuiging wordt geloosd op een putje bij de deur van de werkruimte, wat vervolgens weer afwatert op een grotere put iets verderop. Van hier gaat het water via de bedrijfsriolering naar het hoofdriool in de Burgemeesterlaan. Er zijn geen plannen om het gebruik van de locatie te wijzigen of het pand te renoveren of te vernieuwen.
4.2.2
Drinkwaterleiding
De drinkwaterleiding komt het gebouw binnen via de kelder (vastgesteld tijdens locatiebezoek). Deze leiding voorziet ook de woning boven de stomerij van drinkwater. Uit de KLIC-melding blijkt dat de huisaansluiting van de drinkwaterleiding van PE is. Ook de overige huisaansluitingen in dit gebied zijn van PE. PE is permeabel voor (organische) verontreinigingen, met name voor lipofiele ^ in vet oplosbare) stoffen zoals PER. De leiding van Traaij 153F loopt door het gebied waar de onverzadigde zone verontreinigd is (zie bijlage 1 en figuur 4). De hoofdwaterleidingen in de Burgemeesterlaan en de Traaij zijn van gietijzer. Omdat de PE-huisaansluiting door verontreinigde grond loopt, is er een risico van permeatie van verontreiniging door de wand van deze leiding. De actuele risico's zijn vastgesteld middels een drinkwateronderzoek. Tijdens dit onderzoek is PER aangetroffen in het kraanwater. Het is niet met zekerheid te zeggen dat dit te relateren is aan de bodemverontreiniging, wel bevat het monster uit de hoofdleiding de laagste concentraties. Alle gemeten concentraties liggen onder de drinkwaternorm. Er is geen sprake van humane risico's als gevolg van permeatie van de drinkwaterleiding van de Traaij 153F (onafhankelijk van de vraag of de PER in het drinkwater afkomstig is van de bodemverontreiniging).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 6 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Opdlãçhtnt GEMEENTE PLAATS: PERCEEL
illI-WŕUjt
ĵìií
bh
üra F.
1
.
p*
«
SS"
-
8124348
Objectnammet
pi «
Traaij
153 F
3971GEDRIEBERGEN-RIJSENBURG Utrechtse Heuvelrug
c\
titetemunviw Cap
356719
z beg'
Datum
15
plaatomg
Aûnleg.Wijzigmg Plaats
j3 «'J« rï\eiiW' too-
23 3 2004 17 9 1999 Kelder
/ASL atclwtei
•ut —
*
T
\J^ļįkn
a
ASL
u metet
PE
Aûnskiitleĩútng
niA^vţ;?7 A a n » i 7 - ) j n o ? n i ? n
WM
y
p
e
25
(10.50 m i
n aa sluiti n g 8')zonöeiheden
47
Figuur 4. Huisaansluitingsschets drinkwater Traaij 153F
4.2.3
Uitdampingrisico's
De onverzadigde zone is verontreinigd met hoge concentraties PER (zie meetpunten 1 en 2; maximaal gemeten gehalte is 10 mg/kg d.s.). Het is aannemelijk dat dergelijke concentraties ook onder het pand van de stomerij en het aangrenzende pand aanwezig zijn. Gezien het materiaal van de vloeren in de stomerij (in een deel van het pand van hout), is het goed mogelijk dat PER vanuit de bodemlucht de binnenlucht binnendringt. In de stomerij zijn in het kader van dit bodemonderzoek geen metingen verricht omdat hier nog steeds met PER gewerkt wordt. In de stomerij en in bovengelegen woning worden de concentraties PER overigens wel periodiek gemeten in opdracht van de stomerij, in het kader van de Arbowetgeving. Hieruit blijkt dat de concentratie in de woning boven de stomerij de TCL niet overschrijdt (zie bijlage 9). In de huurpanden (Traaij 153B t/m E) zijn in het kader van dit bodemonderzoek wel binnenluchtmetingen uitgevoerd. In 2012 zijn in de drie panden het dichtst bij de stomerij meetbare concentraties PER in de binnenlucht aangetroffen. In 2014 [5] zijn in alle onderzochte panden meetbare concentraties PER in de binnenlucht aangetroffen, behalve in Burgemeesterlaan 26. Alle gemeten concentraties in beide meetronden liggen beneden de TCL. De hoogst gemeten concentratie ligt op het niveau van 40 7o van de TCL in het pand aan 0
de Traaij 153E. Er zijn geen humane risico's voor wat betreft de binnenluchtconcentraties. Opgemerkt wordt dat voor alle onderzochte panden geldt, dat de benedenverdieping als
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O O E
2 0 1 5 4 93 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
34
D R I E B E R E G E N
bedrijfsruimte/winkel in gebruik is en dat een correctie van de TCL daarom toegestaan is (in verband met het aantal uren blootstelling per dag). In dat geval wordt de toetswaarde hoger en het genoemde percentage lager. In de bovenliggende woningen geldt wel de ongecorrigeerde TCL. Aangenomen wordt dat de concentraties PER daar lager zijn dan op de benedenverdieping en dat daar dus ook aan de normen wordt voldaan. In de rest van het verontreinigde gebied bevindt de verontreiniging (bronzone) zich onder de openbare weg. Hier is geen sprake van binnenlucht.
4.2.4
Bedreigde objecten
In de directe nabijheid van de locatie is geen oppervlaktewater aanwezig. Het dichtstbijzijnde oppervlaktewater (vijver) bevindt zich op circa 400 m in zuidelijke richting ten opzichte van de locatie. Er zijn op grond van de huidige gegevens over de verontreinigingssituatie geen indicaties dat dit oppervlaktewater nu of binnen afzienbare tijd wordt beïnvloed door de VOCI verontreiniging. De locatie is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Wel is op een afstand van circa 1,2 km stroomopwaarts van de onderzoekslocatie een drinkwaterwinning aanwezig. Het grondwater wordt daar uit het tweede watervoerend pakket ^ 30 m-mv) onttrokken. Informatie over het intrekgebied is opgenomen in bijlage 13. Het vergunde debiet is 900.000 m (j. Omdat 3
de onttrekking zich in stroomopwaartse richting van de verontreiniging bevindt, wordt in elk geval de richting waarin de verontreiniging zich verspreid niet beïnvloed door de drinkwateronttrekking. Mogelijk wordt wel de verspreidingssnelheid beïnvloed (verlaagd). Naast de drinkwaterwinning komen er in de nabije omgeving geen andere permanente onttrekkingen voor. Voor zover bekend zijn er verder in het de omgeving geen kwetsbare objecten aanwezig die mogelijk door de verontreiniging bedreigd worden. Het grondwater in Driebergen stroomt in de richting van de waterlopen in het laagland van de Rijn: de Oude Kromme Rijn, de Nederrijn en/of het Amsterdam-Rijnkanaal. Op dit moment is niet bekend of en waar de verontreiniging op zal kwellen. De dichtstbijzijnde watergang, de Oude Kromme Rijn bevindt zich op zeer grote afstand (circa 4 km) van de verontreinigingscontour en zal pas over honderden jaren bereikt kunnen worden.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
4.3
Bodemopbouw en geohydrologie
4.3.1
Bodemopbouw
D R I E B E R E G E N
35
Het maaiveld bevindt zich op de locatie op circa 5 m+NAP. De bodemopbouw op de locatie bestaat tot circa 24 à 30 m-mv uit zand. Dit is het eerste watervoerend pakket. Het zandpakket bestaat uit een opeenvolging van meer en minder goed doorlatende lagen. Algemeen kan gesteld worden dat in het eerste watervoerende pakket naar de diepte toe de samenstelling grover wordt en daarmee beter doorlatend. Het eerste watervoerend pakket wordt aan de onderzijde afgesloten door een scheidende laag (vanaf 24 à 30 m-mv). In de meeste sonderingen is deze een scheidende laag van klei en vastgepakt zand aangetroffen. Deze laag is naar verwachting circa 5 meter dik, eronder bevindt zich het tweede watervoerend pakket. In tabel 12 is de geschematiseerde bodemopbouw weergegeven. De bodemopbouw kan worden getypeerd als archetype 1: homogeen goed doorlatend zandpakket. Tabel 12. G e s c h e m a t i s e e r d e bodemopbouw Diepte (m-mv)
Grondsoort
Pakket
Opmerking
0 - 24 à 28
Fijn tot grof zand
1" WVP
Goed tot zeer goed doorlatend
24 à 28 -
Klei 1 vastgepakt
Scheidende laag
circa 30
zand
circa 30 -
Zand
Formatie van Waalre (mogelijk niet geheel aaneengesloten)
2' WVP
Drinkwaterwinning 400 meter stroomopwaarts
4.3.2
Geohydrologie
De grondwaterspiegel bevindt zich op circa 2 m-mv. Op de locatie heerst binnen het eerste watervoerend pakket een infiltratiesituatie (water infiltreert vanaf het maaiveld richting de eerste scheidende laag). Het grondwater stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. Uit de verzamelde gegevens van de stijghoogtes in de diepere peilbuizen ^ 7 m-mv) en de verspreiding van de verontreiniging blijkt dat deze stromingsrichting op de locatie inderdaad geldt voor het diepere grondwater. Van het ondiepe grondwater op 2-7 m-mv is een minder duidelijk beeld van de stromingsrichting. De stromingsrichting is hier vooral naar beneden gericht en verder globaal hetzelfde als in de diepere laag. De grondwaterstromingsrichting op de locatie wordt niet beïnvloed door de drinkwaterwinning in Driebergen (zie voor nadere gegevens paragraaf 4.2.4).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 0 26
2015
NO/SO
4.4
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Verontreinigingssituatie
Op de locatie is door activiteiten van een chemische wasserij (Stomerij Van Boordt (Vabonet B.V.)) een verontreiniging met gechloreerde oplosmiddelen (VOCI) ontstaan. De geïdentificeerde oorzaken worden toegelicht onder het kopje "plaatsen van veroorzaking". De VOCI-verontreiniging bestaat voornamelijk uit het uitgangsproduct PER (tetrachlooretheen). Zowel de huidige concentraties als de in de jaren '90 gemeten concentraties aan afbraakproducten TRI (trichlooretheen) en DCE (dichlooretheen) zijn relatief laag ten opzichte van de concentraties PER.
4.4.1
Plaatsen van veroorzaking
De verontreiniging hangt waarschijnlijk samen met lekkage van het riool (eerste stuk huisaansluiting). De huisaansluiting loopt van de uitbouw waar de huidige reinigingsmachine staat naar het hoofdriool in de Burgemeesterlaan. De afvoer van de voormalige reinigingsmachine in de winkel liep via het toilet langs het gebouw ook naar deze huisaansluiting (bron: tekening hinderwetvergunning 1977, zie figuur 5). De afwateringsrichting van het hoofdriool is weergegeven in figuur 6. Deze is in de Burgemeesterlaan naar de Traaij gericht, in de Traaij zelf westwaarts. Er zijn geen aanwijzingen voor lekkage op de plek waar de huisaansluiting uitkomt op het hoofdriool of verderop langs het hoofdriool. Naast lekkage uit het riool kan tijdens het destijds gebruikelijke bedrijfsproces PER in de bodem gelekt zijn na zogenaamde 'overkokers'. Of deze calamiteiten zich op deze locatie hebben voorgedaan is niet bekend. Aangezien de vloeren van hout zijn, is het niet ondenkbaar dat eventueel gemorste PER rechtstreeks de bodem in gezakt is. Andere mogelijke bronnen van verontreiniging zijn de opslag van PER en de afvoer van het destillaat. PER werd in het verleden in de kelder opgeslagen, momenteel bevindt de PERopslag zich in het schuurtje naast het ketelhuis (zie schets in bijlage 12). Het destillaat wordt in bakken van de reinigingsmachine naar een opslagvat gebracht, welke zich tevens in het schuurtje bevindt. Het schuurtje als bron zou een verklaring kunnen zijn voor de verontreiniging die gevonden is ter plaatse van peilbuis 203.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
KLňPtMn ļļ TZA*v 'lid
OWL
pžSSÏ
rrwtu* ik 2L
-1
I
ét,
b
1
ĩ
rrr--,
tt
#0 oMnuatTť*;
Figuur 5. 1977
S c h e t s huisaansluiting riool (dubbele stippellijn). Bron: tekening hinderwetvergunning
20
17
A
SI
19
W15&0001 519
22
21
ťl 28
155
26 24
159 157
\101MMM052
26
22
1531
108» 108d 108c
153b
153a2
íe
163 161
24
108b
114tG0057 547 * 1 4.43
1
\
153a1 U41G0058
5.55
106 104
153
\
\
\
9ř
fìampontB
Figuur 6.
t l t m r h t w Heuvelrun Srhaal 1 -1 PiM) Fnrm.i.-a^^AOMjfttfl mm flatum - 91-05-9(113
Afwateringsrichting riool. Bron: Afdeling rioolbeheer van de gemeente Utrechtse Heuvelrug
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 26
2015
NO/SO
4.4.2
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
38
Grond (onverzadigde zone)
In de onverzadigde zone is in 1988 op 1,0 m-mv 5,0 mg/kg ds aan PER aangetroffen en op 2,5 m-mv 6,7 mg/kg ds. In het Plan van Aanpak [1] wordt gemeld dat de monsters op één locatie in de voortuin genomen zijn, de exacte locatie is niet bekend. In het nader onderzoek zijn op achttien plaatsen bodemluchtmetingen uitgevoerd. Op vijf plaatsen zijn ter verificatie grondboringen verricht. Hieruit blijkt dat de grond (bovenste meter) rondom de stomerij verontreinigd is. In één grondmonster wordt een overschrijding van de interventiewaarde van PER gemeten (meetpunt 1 ondiep). In boring 1 (zelfde locatie als bodemluchtmeetpunt 1) wordt vooral in de bovenste bodemlaag (eerste meter) een hoog gehalte PER aangetroffen. In de overige grondmonsters zijn de gehaltes zeer laag en kan daarom niet van een duidelijk verschil gesproken worden tussen ondiep en dieper. Op basis van het onderzoek van de onverzadigde zone blijkt dat de verontreiniging veroorzaakt is vanuit één bron onder en vlak rond de stomerij en dat er geen secundaire bron is langs het riooltracé. Op basis van de resultaten van de bodemluchtmetingen en de verificatie van grond zijn de interventiewaarde- en achtergrondwaardecontour ingetekend (zie bijlage 1). De verontreiniging in de onverzadigde zone is hiermee voldoende afgeperkt.
4.4.3
Grondwater
In bijlage 2 is de verontreinigingssituatie van het grondwater gevisualiseerd in een bovenaanzicht (overzicht en detail) en een dwarsdoorsnede. In het bovenaanzicht zijn de gemeten concentraties uit 1999 en het huidige onderzoek weergegeven en tevens de locatie van de MlP-sonderingen met de (indicatief) maximaal aangetroffen concentratie. De dwarsdoorsnede, die ook is opgenomen als figuur 7, is een schets van de verontreinigingssituatie met daarbij de locatie van de meetpunten en de bovengrondse infrastructuur en bebouwing. Winkelcentrum
aaaao
Stomerij I BurgemeesterI laan
PsVÜH
Verontreiniging onder de weg (de Traaij)
Kiei/leem/ vastgepakt zand (25 m-ntv)
Verontreiniging onder bebouwing
Legenda VOCI concentraties:
•••BI
Puur product zone * 15.000 ug/l
mma ^ sooug/i
> interventiewaarde (40 ug/1)
Figuur 7.
Site conceptual model (dwarsdoorsnede)
Ter plaatse van de voortuin van de wasserij, nabij het bedrijfsriool, is in het grondwater op 3-4 m-mv (peilbuis 202) in 1999 68.000 pg/l PER aangetroffen, in 2012 was dit 670.000 pg/l PER.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
39
Deze laatste concentratie is hoger dan de maximale oplosbaarheid (150.000 pg/l) en vormt daarmee niet alleen een aanwijzing voor de aanwezigheid van puur product, maar zelfs een bewijs voor de aanwezigheid van puur product. Rondom de wasserij zijn op dezelfde diepte concentraties PER aangetroffen van enkele tientallen tot honderden pg/l, met een uitschieter van 1.350 pg/l (1999) en 260.000 pg/l (2012) ter plaatse van het plaatsje achter de wasserij (peilbuis 211). Met name de concentraties in de bron en in westelijk richting (peilbuizen 200 en 203) zijn toegenomen. De concentraties in oostelijke en zuidelijke richting (201 en 213) zijn afgenomen. De puur productzone is klein en bevindt zich vlak rond (en onder) de ondiepe peilbuizen 202 en 2 1 1 . Zowel horizontaal (ondiepe peilbuizen rondom de stomerij en peilbuis 302 in stroomafwaartse richting) als vertikaal (schuine boring 306) is deze zone afgeperkt. De diepere metingen, met name peilbuis 302 (8-20 m-mv) en MIP3 laten wel hoge concentraties zien ^ V/a van de maximale wateroplosbaarheid), maar het gaat hier alleen om een (sterke) grondwaterverontreiniging en niet om puur product. De hoogste concentraties worden namelijk gemeten in beter doorlatende lagen, wat erop duidt dat het hier om een verspreidingspluim gaat. In het nader onderzoek zijn MlP-sonderingen uitgevoerd. Daarna zijn enkele diepe peilbuizen geplaatst om het verontreinigingsbeeld dat de MlP-sonderingen opgeleverd hebben te preciseren en nader in kaart te brengen (o.a. zijwaartse afperking). Hieruit blijkt dat de verontreiniging in stroomafwaartse (zuidwestelijke) richting naar de diepte toe verspreidt. Op basis van de verzamelde gegevens lijkt sprake te zijn van een diagonale verspreidingsrichting (schuin naar beneden). De begrenzing van de bronzone (concentraties > Vlo van de maximale wateroplosbaarheid) bevindt zich onder de openbare weg (Traaij), net voorbij de Lidl (Traaij 153A), op circa 100 meter van de stomerij, tot een diepte van circa 17 m-mv. De concentraties nemen relatief snel af met de afstand tot de stomerij: ter plaatse van peilbuis 302 (op 40 meter van de stomerij) wordt nog 8.000 pg/l PER gemeten op 8-10 m-mv. Het is wel mogelijk dat de hoogste piek aan verontreiniging net onder dit filter door of langs het filter stroomt, gezien de resultaten van MIP3 (maximaal 10.000 pg/l aan VOCI). Zie ook de dwarsdoorsnede in figuur 7. De afperking van de zones met concentraties boven 15.000 pg/l en 1.500 pg/l wordt in meer detail gepaald bij de nulmonitoring, ten behoeve van de dimensionering van de saneringsaanpak. De pluim is relatief smal (horizontaal) maar wordt naarmate de afstand tot de stomerij toeneemt steeds dikker (verticaal). Dit duidt op verspreiding in een pakket dat over de hele diepte een vergelijkbare (goede) doorlatendheid heeft. Waarschijnlijk neemt met de afstand ook de breedte toe. De zijwaartse afperking omvat te weinig peilbuizen om hier een uitspraak over te kunnen doen. In het kader van de (nul)monitoring van de sanering worden peilbuizen bijgeplaatst, zodat hier met meer zekerheid uitspraken over gedaan kunnen worden en de pluimontwikkeling goed gevolgd kan worden. De verontreiniging is naar de diepte toe afgeperkt. Er is op basis van de grond- en grondwatermonsters geen verontreiniging aangetroffen vlak boven en in de scheidende laag. Dit betekent dat er zich geen verontreiniging in het tweede watervoerend pakket bevindt.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 26
2015
NO/SO
4.5
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
40
Vrachtberekening
Op basis van de verzamelde onderzoeksresultaten is een vrachtberekening uitgevoerd. Hiermee wordt bepaald hoeveel PER er in de bodem aanwezig is en in welke zones zich de grootste vracht bevindt. Dit is van belang voor het saneringsontwerp. Het is van belang dat de grootste saneringsinspanning wordt gepleegd in dat gebied waar het grootste deel van de vracht (circa SO-90%) aanwezig is. In de praktijk blijkt dat het saneren van de laatste l u - 2 0 % vaak een onevenredig grote inspanning vraagt en bovendien niet nodig is voor het opheffen van de aan de verontreiniging gerelateerde risico's. In deze paragraaf is beschreven hoe de totale vracht aan VOCI (PER) binnen dit geval van bodemverontreiniging is berekend en wat de uitkomst hiervan is. Een vrachtberekening van een dergelijk groot geval van bodemverontreiniging bevat altijd aannames en uitgangspunten. In dit geval is één aanname met name van groot belang: »
In de verzadigde zone (circa 600 m ) bevindt zich puur product. Puur product is over het 3
algemeen niet homogeen verdeeld over een bodemvolume. Het is onbekend (en ook niet of slechts tegen zeer grote inspanning na te gaan) welk deel van het porievolume gevuld is met PER. Aangenomen is dat in de gehele puur productzone concentraties in het grondwater aanwezig zijn van 150.000 pg/l. Dit is een reële gemiddelde concentratie voor deze zone, maar het is niet uit te sluiten dat hiermee de vracht sterk over- danwel onderschat wordt. Overige aannames: »
Volume l-contour in onverzadige zone is zoals genoemd in tabel 8; gemiddeld gehalte PER is hier 5 mg/kg.
» »
Volume puur productzone in verzadigde zone is zoals genoemd in tabel 9. Bodem volume in de verzadigde zone met concentraties hoger dan 15.000 pg/l maar geen puur product is 5.160 m , de gemiddelde concentratie PER is hier 20.000 pg/l. 3
»
Bodemvolume in de verzadigde zone met concentraties tussen 1.500 en 15.000 pg/l is zoals genoemd in tabel 9, min bovenstaand volume groter dan 15.000; gemiddelde concentratie PER hier is 2.000 pg/l.
»
Bodemvolume in de verzadigde zone met concentraties tussen interventiewaarde en 1.500 pg/l is zoals genoemd in tabel 9, min de totale bronzone. De gemiddelde concentratie PER hier is 100 pg/l.
»
D e z o n e s buiten de interventiewaarde contour dragen niet substantieel bij a a n d e vracht in
de bodem en zijn in de berekening buiten beschouwing gelaten. »
Door middel van evenwichtsberekeningen is voor de verzadigde zone berekend hoeveel PER bij de genoemde grondwaterconcentraties aanwezig is in de vaste fase (geadsorbeerd). Voor de onverzadigde zone is het de hoeveelheid PER in opgeloste vorm verwaarloosd, omdat hier zeer weinig water aanwezig is.
»
Soortelijk gewicht grond (in situ) is 1500 kg/m , porievolume is 0,3 m Zm , organisch 3
3
3
stofgehalte is 0,33 7o. o
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
41
In onderstaande tabel staan de berekende hoeveelheden PER per zone aangegeven, inclusief enkele totalen. Tabel 13. Vrachtberekening P E R in het geval Traaij 153F e.o. te Driebergen (Bron)zone
Gemiddelde
Bodemvolume (m3)
Hoeveelheid P E R (kg)
concentratie mg/kg d.s.
Onverzadigde zone l-contour (A)
5
250
Verzadigde zone
1,9
ug/1
Puur product (B)
600
150.000
141,9
M0 Zo-contour(C1)
5.160
20.000
162,7
> \ "k contour (C2)
9.840
2.000
31,0
l-contour
54.400
100
8,6
0
Totalen TOTALE VRACHT
346,0
Te saneren: bronzone A+B+C1 minus restconcentraties
292,1
"/o vracht te saneren
84 7o 0
4.6
Overzicht van processen die van invloed zijn op het gedrag van de verontreiniging
4.6.1
Natuurlijke afbraak
De omstandigheden voor natuurlijke afbraak op de locatie zijn ongunstig. Nitraat en sulfaat zijn tot op de scheidende laag in ruimte mate aanwezig, wat betekent dat de omstandigheden te sterk geoxideerd zijn voor de afbraak van PER. Ook is er weinig opgelost organisch koolstof aanwezig (bron: Landelijk meetnet grondwaterkwaliteit), de voedingsbron voor dechlorerende bacteriën. Deze bacteriën zijn op de locatie wel aangetroffen, maar in zeer lage aantallen. Ook zijn nauwelijks afbraakproducten van PER aangetroffen.
4.6.2
Verspreiding
Het huidige verspreidingspatroon is beschreven in paragraaf 4.4.3. Het blijkt dat vlak onder de stomerij puur product (PER) aanwezig is. Vanaf daar verspreidt de verontreiniging zich in opgeloste vorm diagonaal (schuin naar beneden) in zuidwestelijke richting. Er is geen zaklaag (secundaire bron) aanwezig op de kleilaag, welke zich op circa 24 m-mv bevindt. De verontreiniging heeft zich niet tot in het tweede watervoerend pakket verspreid. Aandachtspunt is wel dat de verontreiniging verder van de stomerij steeds dieper weg lijkt te zakken en dat de kleilaag mogelijk niet geheel aaneengesloten is. Zie voor meer informatie over de prognose van de toekomstige verspreiding van de verontreiniging hoofdstuk 6 met de modelresultaten. Op basis van de stijghoogtemetingen op deze locatie en de korrelgrootteverdeling die is bepaald in Doorn [7], is de stromingssnelheid van het grondwater bepaald. Omdat het organisch stofgehalte niet bekend is (het is lager dan de detectielimiet van ľ/o), kan alleen de maximale retardatie van PER bepaald worden (zie paragraaf 3.6.1).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
42
Op basis van het huidige front van de verontreiniging (circa 100 meter van de stomerij) en de ontstaansgeschiedenis (stomerij gevestigd in 1976) is berekend dat de verspreidingssnelheid van PER circa 2,9 m/j bedraagt. Doordat het hele pakket een vergelijkbare (goede) doorlatendheid heeft, waaiert de pluim langzaam uit in verticale en horizontale richting. Uitgaande van bovengenoemde verspreidingssnelheid en een doorstroomd oppervlak (doorsnede) van de pluim (l-contour) ter plaatse van het front van de bronzone van circa 540 m (front van de bronzone), is de volumetoename van de l-contour ruim 1.500 m^/jaar. Op 2
basis van de modelberekeningen (zie hoofdstuk 6) blijkt dit een onderschatting te zijn, vanwege het feit dat de pluim steeds verder uitwaaiert.
4.7
Gevalsdefinitie
4.7.1
Historisch geval versus zorgplicht
De verontreiniging betreft een geval van historische bodemverontreiniging, grotendeels veroorzaakt voor 1987. Dit is gebaseerd op de historie van de bedrijfsvoering en het daarbij ontstaan van de verontreiniging in relatie tot de berekende vracht in de bodem. Het is niet geheel uitgesloten dat na 1987 nog een geringe toename van de verontreiniging heeft plaatsgevonden. Dit houdt echter niet in dat daarom in beginsel geen sprake meer is van een historische verontreiniging, zoals blijkt uit een uitspraak van de Raad van State [8]. Voor details inzake de historie van de bedrijfsvoering wordt verwezen naar hoofdstuk 4 en het historisch vooronderzoek [6]. Historische bedrijfsvoering
in relatie tot de berekende
vracht
De totaal berekende verontreinigingsvracht in de bodem is circa 346 kilogram PER, met een soortelijk gewicht van 1,46 kg/l equivalent aan circa 237 liter. Er heeft nagenoeg geen (natuurlijke) afbraak plaatsgevonden, dus er mag gevoeglijk van uitgegaan worden dat hiermee de totale verontreiniging omsloten is. Het is aannemelijk dat in de beginperiode van de stomerij met enige regelmaat overkokers plaatsvonden. Deze aanname is gebaseerd op het feit dat de stomerij in die periode werd uitgebaat door dhr. T.W.J. van Boordt, die hetzelfde heeft verklaard met betrekking tot zijn stomerij aan de Acacialaan 7 te Doorn en op een mededeling van de leverancier van reinigingsmachines (zie kader). Bij een gemiddelde spil kwam 20 à 30 liter PER vrij. Deze spil kon direct in de bodem verdwijnen via de route houten vloer of via een afvoerput aangesloten op het rioleringsstelsel. Uit de rioolinspectie (1 oktober 2014) is gebleken dat een aantal leidingen beschadigd is en is de aanbeveling gegeven om deze te vervangen [6].
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
43
Bij de open machines die tot begin jaren '90 werden gebruikt in de branche kon PER ontsnappen
via zogeheten overkokers.
een dubbele hoeveelheid
Een overkoker is een situatie die ontstond
doordat
PER geladen werd (80 liter in plaats van 40). Door de
verhitting
van de PER kookte de machine over, de ontstane overdruk werd via overstortkokers
geloosd.
Bij een dergelijke overkoker kwam ongeveer 20 tot 30 liter PER vrij (bron: Leverancier reinigingsmachines Polymark). Slechts enkele overkokers zijn voldoende om de berekende vracht van 237 liter in de bodem te doen terechtkomen. Aangenomen wordt dat vanaf 1983 (start TNO bij de textielbranche) en zeker na 1988 (eerste bodemonderzoek door Van Boordt op eigen terrein volgens TNO [1]) de bewustwording van veilig omgaan met chemicaliën ertoe heeft bijgedragen dat er maatregelen werden genomen waardoor het ontstaan van nieuwe bodemverontreiniging steeds beter werd voorkomen. Een voorbeeld hiervan is het bij een overkoker vrijkomende PER op te vangen in jerrycans. Zie ook de paragrafen 2.4 en 2.11 NO/SO Stomerij Van Boordt, Acacialaan 7 te Doorn [7] voor een gedetailleerde beschrijving.
In 1989 is een nieuwe gesloten reinigingsmachine Böwe P540 geplaatst (dit heette destijds de "groene machine"). Overkokers worden in de gesloten machine intern opgevangen. Bovendien was een dergelijke machine computergestuurd, waardoor overkokers veel minder frequent voorkwamen. In 1993 is onder de Böwe reinigingsmachine een lekbak geplaatst. Deze informatie is gebaseerd op een medededeling van de heer Van Boordt. Uit bovenstaande informatie is het zeer aannemelijk dat de berekende verontreinigingsvracht bijna geheel in de periode voor 1987 in de bodem terecht is gekomen. Uitspraak Raad van State Het is evenwel niet uit te sluiten dat er na 1987 nog een beperkte hoeveelheid verontreiniging is bijgekomen. Uit jurisprudentie (uitspraak 200901167/1/M2 van de Raad van State) blijkt dat dit niet met zich meebrengt dat er sprake is van een nieuw geval van bodemverontreiniging. Huidige status onderzoek
en
sanering
Momenteel ligt de verantwoordelijkheid voor het onderzoek en de sanering van het geval van bodemverontreiniging bij Bosatex. Stichting Bosatex heeft vanuit het Convenant bodemsanering textielreinigingsbranche een eigen benadering en set aan criteria op grond waarvan de verantwoordelijkheid voor de sanering wordt overgenomen en de wijze van aanpak wordt geborgd. Het saneringsplan wordt tegelijk met dit aanvullend onderzoek bij het bevoegd gezag ingediend ter beschikking. Het streven is om op 1 april 2015 met de sanering te starten.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
4.7.2
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
44
Ernst- en spoedeisendheid
Op de locatie Traaij 153F te Driebergen is als gevolg van activiteiten van een stomerij een ernstig geval van bodemverontreiniging met VOCI ontstaan. De aangetroffen bodemverontreiniging van VOCI is geheel terug te voeren op stomerij Van Boordt aan de Traaij 152F. Er is sprake van één geval van bodemverontreiniging op basis van zowel technische, organisatorische als ruimtelijke samenhang. Het betreft een ernstig geval van bodemverontreiniging op basis van de omvang in zowel de grond
25m ) als in het grondwater ^100
m ).
3
3
De verontreiniging dient met spoed gesaneerd te worden op basis van verspreidingsrisico's (onbeheersbare situatie als gevolg van de aanwezigheid van puur product en volumetoename van meer van 1.000 m per jaar). 3
De verspreidingsrisico's worden veroorzaakt door de naleverende puur productzone en in mindere mate door de vracht aan verontreiniging binnen de rest van de contour met concentraties PER hoger dan 10 Zo van de wateroplosbaarheid. 0
4.8
Beantwoording onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen zoals opgesomd in paragraaf 1.5, worden hier beantwoord: 1.
Wat is de omvang van de verontreiniging concentraties
in de onverzadigde
zone
(bronzone:
> I)? Is er sprake van één bronzone of zijn er één of meer
bronzones langs het
secundaire
riooltracé?
Circa 250 m . Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor een secundaire bron langs het 3
riooltracé. 2.
Wat is de omvang van de verontreiniging van de maximale wateroplosbaarheid)
in het grondwater
(bronzone:
concentraties
> 1"á
?
Circa 15.600 m (indicatief, wordt in meer detail bepaald bij nulmonitoring) 3
3.
Treedt natuurlijke afbraak van de verontreiniging
op?
Nauwelijks. De omstandigheden voor natuurlijke afbraak zijn ongunstig en afbraakproducten worden slechts in lage concentraties aangetroffen. Het is wel mogelijk de biologische afbraak op gang te brengen. Hiervoor zal relatief veel koolstofbron en tevens dechlorerende biomassa gedoseerd moeten worden. 4.
In welke richting en hoe snel verspreidt de verontreiniging
zich?
De verontreiniging verspreidt zich vanuit de bron (puur product zone onder het pand van de stomerij) schuin naar beneden in zuidwestelijke richting. De verspreidingssnelheid van PER is circa 2,9 m/jaar. De volumetoename van de l-contour is meer dan 1.000 m^/jaar. 5.
Is er sprake van humane risico's als gevolg van permeatie van de drinkwaterleiding uitdamping naar de
en/of
binnenlucht?
Er is geen sprake van humane risico's. Noch de drinkwaternorm noch de TCL voor binnenlucht wordt overschreden.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
6.
Worden als gevolg van verspreiding
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
van de verontreiniging
TE
D R I E B E R E G E N
45
kwetsbare objecten
bedreigd?
Nee, er worden geen kwetsbare objecten bedreigd. De verontreiniging stroomt niet in de richting van de drinkwaterwinning. Verder zijn er geen kwetsbare objecten zoals oppervlaktewater of een andere grondwateronttrekking in de directe omgeving aanwezig. Op (zeer) lange termijn kan de verontreiniging mogelijk opkwellen in oppervlaktewater: een vijver in Driebergen of de Oude Kromme Rijn verder stroomafwaarts. Omdat de pluim naar verwachting steeds verder uitwaaiert en de verontreiniging daarmee verdund wordt, is de kans op meetbare beïnvloeding echter zeer klein. 7.
Is er een zaklaag
aanwezig?
Er is geen zaklaag aanwezig op de locatie. Het puur product dat aanwezig is, is aanwezig als residuaal puur product in de bovenlaag van het eerste watervoerend pakket. Alle onderzoeksvragen zijn in voldoende detail beantwoord voor het aanvragen van een beschikking ernst en spoed alsmede voor het uitvoeren van een saneringsonderzoek en het opstellen van een saneringsplan.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
Hoofdstuk 5 Preselectie saneringstechnieken
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
47
Inleiding
5.1
Om na te gaan welke saneringstechniek(en) het meest geschikt is/zijn voor het saneren van de bronzone van de VOCI-verontreiniging op de locatie Traaij 153F e.o. te Driebergen, is een aantal potentieel geschikte technieken op hoofdlijnen uitgewerkt en afgewogen. Daarbij is uitgegaan van het in hoofdstuk 4 beschreven SCM. In hoofdlijnen bestaat de verontreinigingssituatie binnen de bronzone uit: »
Zone A: Een grondverontreiniainQ in de onverzadigde zone direct onder en rondom de stomerij met een omvang van circa 250 m (interventiewaardecontour). De verontreiniging 3
bevindt zich voornamelijk onder bebouwing (stomerij en aangrenzend pand) en deels onder de voortuin en de openbare weg. »
Een qrondwaterverontreiniqing met een omvang van circa 15.600 m (V/o 3
oplosbaarheidsgrens; 1.500 pg/l PER). Deze grondwaterverontreiniging kan opgesplitst worden in twee zones: o
Zone B. De kleine, ondiepe zone direct onder en rondom de stomerij en het aangrenzende pand waar zich puur product bevindt. Er is dus sprake van een naleverende bronzone. De precieze omvang en verspreiding van deze zone is onbekend omdat onder de panden geen onderzoek is gedaan.
o
Zone C. De langzaam naar de diepte en breedte uitwaaierende zone met hoge concentraties opgelost PER in het watervoerend pakket tot een einddiepte van circa 17 m-mv. Deze bevindt zich in een baan onder de bebouwing grenzend aan de stomerij (Traaij 153 B t/m E) en vervolgens onder de openbare weg (Traaij) tot net voorbij de Lidl (Traaij 153A). Ten behoeve van de sanering wordt onderscheid gemaakt tussen bronzone C1 met concentraties hoger dan \QX van de wateroplosbaarheid en bronzone C2 met concentraties tussen 1 en 10 "/o van de wateroplosbaarheid.
De doorlatendheid van het zandige bodempakket is over de hele diepte redelijk vergelijkbaar, al komen m e e r en minder doorlatende lagen voor en lijkt d e korrelgrootte en daarmee de doorlatendheid iets toe te nemen met de diepte (o.b.v. sonderingen en waarneming in boring 306). Op circa 24-30 m-mv bevindt zich een scheidende kleilaag. Het tweede watervoerend pakket daaronder is niet verontreinigd.
5.2
Saneringsdoelstelling
Op basis van het aanwezige verspreidingsrisico (onbeheersbare situatie) wordt de saneringsdoelstelling als volgt geformuleerd: Het wegnemen van de naleverende bronzone (puur product) en het voorkomen van onaanvaardbare risico's als gevolg van verspreiding van de restverontreiniging.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
5.3
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
48
Beschrijving saneringstechnieken
Voor het saneren van VOCI in de bronzone komen de volgende technieken in aanmerking: 1)
Ontgraving
2)
Pump S Treat
3)
Bodemluchtextractie eventueel in combinatie met persluchtinjectie of chemische oxidatie
4)
Chemische oxidatie
5)
Electrobioreclamatie
6)
7)
Gestimuleerde biologische afbraak a.
Directe injectie
b.
TCE-concept
c.
Biologisch actief scherm
Monitoring verspreiding
Per zone worden de kansen en belemmering van de technieken besproken.
5.3.1
Zone A; Onverzadigde zone
Ontgraving De aanwezigheid van bebouwing maakt dat ontgraven op deze locatie slecht uitvoerbaar is en alleen voor het gedeelte van de bronzone onder de openbare weg en een deel van de tuin in aanmerking komt. Ontgraving kan wel toegepast worden als aanvulling op andere technieken, omdat hiermee met name de bovenste meter/meters onder tuin en weg niet (volledig) gesaneerd kunnen worden. Indien het wenselijk is de bovenste meter onder de tuin en openbare weg geheel schoon te krijgen, kan dit gedeelte van de verontreiniging ontgraven worden. Pump 8i Treat Deze techniek is niet toepasbaar in de onverzadigde zone. Bodemluchtextractie Bodemluchtextractie (BLE) is een techniek waarbij de verontreiniging in de onverzadigde zone in de gasfase wordt gebracht en met behulp van een luchtonttrekkingssysteem uit de bodem wordt verwijderd. Hiermee wordt tevens de uitdamping naar de binnenlucht geminimaliseerd. De aan de bodem gebonden verontreiniging wordt hiermee slechts langzaam verwijderd. Een bodemluchtextractiesysteem onder de panden Traaij 153F en E (en eventueel verder in de straat) en de openbare weg zal dus enkele jaren in stand gehouden moeten worden. Dit dient ter hoogte van de bebouwing als horizontale drains te worden aangebracht, waarbij gebruik moet worden gemaakt van gestuurde boringen, Het faalrisico bestaat eruit dat niet in het gehele te behandelen pakket een voldoende onderdruk gecreëerd kan worden, met name als er slecht doorlatende lagen aanwezig zijn en/of lekstromen optreden vanaf het maaiveld. Juist de bovenste halve meter van de bodem is hierdoor lastig te saneren, terwijl hier de gehalten aan verontreiniging relatief hoog zijn.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 15 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
49
Onder een deel van het pand Traaij 153F is in de onverzadigde zone een kelder aanwezig, net als onder de andere panden. Dit bemoeilijkt het aanleggen van een BLE systeem. Dit verhoogt het risico dat juist de bovenste laag van de onverzadigde zone het minst effectief gesaneerd wordt. BLE in combinatie
met chemische
oxidatie
Chemische oxidatie richt zich niet specifiek op de onverzadigde zone (de oxidatiemiddelen worden toegediend in de verzadigde zone). Wel wordt BLE in de onverzadigde zone effectiever, wanneer de verzadigde zone gelijktijdig wordt aangepakt middels gasvormige oxidatiemiddelen. Gestimuleerde
biologische
afbraak
In de onverzadigde zone kan biologische afbraak van PER niet gestimuleerd worden.
5.3.2
Zone B; Verzadigde zone met puur product
Ontgraving De verontreiniging in de verzadigde zone kan niet middels ontgraving verwijderd worden. Deze verontreiniging bevindt zich grotendeels onder bebouwing. Pump 8t Treat Pump S Treat is een techniek waarbij het verontreinigde grondwater wordt opgepompt, bovengronds behandeld en geloosd. Het is een beproefde, relatief eenvoudige techniek voor de verwijdering van mobiele grondwaterverontreinigingen. In de zone met puur product is relatief veel PER aanwezig in de vaste fase. Vanwege de te verwachten nalevering vanuit de vaste fase is Pump S Treat op deze locatie een minder geschikte techniek. Persluchtinjectie
in combinatie
met
bodemluchtextractie
Persluchtinjectie is een fysische methode om vluchtige verontreinigingen uit de bodem (zowel onverzadigd als de verzadigde bodem) te verwijderen. Persluchtinjectie (strippen) is toepasbaar voor verontreinigingen met een dampspanning boven de 10" atmosfeer in goed 3
doorlatende bodems. PER, met een dampspanning van 1,88 x10" atmosfeer, voldoet hier aan. 2
Dit betekent dat de verontreiniging met PER in theorie middels persluchtinjectie gestript kan worden. In de onverzadigde zone dient de geïnjecteerde lucht te worden afgevangen met behulp van een bodemluchtextractiesysteem (BLE) en afgevoerd naar een luchtbehandelingsinstallatie (actief kool). In theorie kan de zone met puur product gestript worden met behulp van persluchtinjectie. Voor een effectieve persluchtinjectie dienen de invloedstralen van de verschillende filters elkaar te overlappen. Omdat geen sprake lijkt te zijn van storende lagen, kunnen de filters relatief diep geplaatst worden, waardoor de invloedstraal in het te behandelen gebied onder de bebouwing wellicht groot genoeg is. Toch zal de verontreiniging onder de bebouwing relatief lastig bereikt kunnen worden.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
Chemische
S T O M E R I J
V A N
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
oxidatie
Chemische oxidatie (ISCO; in situ chemische oxidatie) bestaat uit het toevoegen van sterk oxiderende middelen aan de bodem, waardoor de verontreiniging chemisch wordt afgebroken. Vanwege de kosten en intensiviteit (niet alleen de verontreiniging wordt geoxideerd maar alle oxideerbare verbindingen in de bodem), is deze techniek vooral geschikt voor zones met zeer hoge concentraties. Er bestaan meerdere uitvoeringsvormen: 1. Chemische oxidatie met gasvormige
oxidatiemiddelen
zoals ozon en
waterstofperoxide
(perozone of C-sparge). Toediening van het gasvormige oxidatiemiddel vindt plaats met behulp van een injectiesysteem (een zogenaamd laminair spargepunt) dat over langere tijd kan zorgen voor een constante toevoer. De invloedstraal hiervan is groter dan bij een persluchtinjectie met lucht. Bovendien wordt de verontreiniging niet alleen gestript maar tegelijkertijd geoxideerd. Het systeem kan gecombineerd worden met een bodemluchtextractiesysteem, waardoor de sanerende effecten van beide maatregelen in de onverzadigde zone elkaar versterken. In theorie kan ozon ondergrondse infrastructuur aantasten. In de praktijk zullen de concentraties in de bodemlucht (kabels en leidingen liggen in de onverzadigde zone) zodanig laag zijn, dat dit risico minimaal is. 2. Chemische oxidatie met vloeibare oxidatiemiddelen
zoals Fentons reagens en
kaliumpermanganaat. Toediening van vloeibare oxidatiemiddelen vindt plaats door middel van injectie in een dicht grid van vaste injectiefilters, omdat de kortwerkende werkzame stof (oxidant) in direct contact moet zijn met de verontreiniging. Deze techniek is met name geschikt voor de aanpak van kleinschalige bronzones. Bij het injecteren dienen de nodige veiligheidsmaatregelen in acht genomen te worden. In zones met hoge concentraties zal de injectie waarschijnlijk enkele keren herhaald moeten worden. Vanwege de risico's van de sterke oxidatiemiddelen, is deze techniek niet geschikt voor toepassing in een intensief bebouwde en gebruikte omgeving. De verzadigde zone met puur product (concentraties > 100.000 pg/l PER) is relatief klein, terwijl zich hier een relatief groot deel van de vracht bevindt. Ondanks de hoge kosten is ISCO met gasvormige oxidatiemiddelen hier wellicht een goede saneringsoptie, om de naleverende bron weg te nemen. Omdat de invloedsstraal groter is dan bij persluchtinjectie, is deze techniek waarschijnlijk ook geschikt voor behandeling van de verontreiniging onder de
bebouwing. Voorwaarde is wel dat de systemen (injectie en BLE) aangelegd kunnen worden zonder risico's voor de funderingen en ondergrondse infrastructuur. Electroreclamatie Bij electroreclamatie, bijvoorbeeld Electrical resistance heating (ERH), wordt de temperatuur van de bodem verhoogd tot circa 95 "C door elektrodes die in driehoeksverband op korte onderlinge afstand van elkaar staan. Op deze elektrodes wordt een spanningsverschil aangebracht, waardoor de tussenliggende bodem wordt verwarmd. Zowel het opwarmen als het afkoelen duurt een aantal maanden.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 15 4 9 3 8/1
0026
2 0 1 5
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Door de opwarming wordt de verontreiniging in oplossing gebracht (desorptie) en wordt ook grotendeels overgebracht in dampvorm (de aanwezige PER gaat koken), zodat deze beter verwijderd kan worden door bijvoorbeeld bodemlucht- en/of grondwaterextractie. De onttrokken lucht en/of water dient bovengronds gezuiverd te worden. De mate van verwarming is sterk van invloed op het desorptieproces. Bij een geringe opwarming tot bijvoorbeeld 40 "C zal de desorptie aanzienlijk trager verlopen dan bij een verwarming tot bijvoorbeeld 95 "C. Met deze techniek kan de bodem onder grondwaterniveau zeer ver gezuiverd worden (concentraties tot ruim beneden de interventiewaarde zijn haalbaar). Het is een dure techniek, met name vanwege het hoge energieverbruik (kostenindicatie C 150,00
350,00 per kuub
bodemvolume). Gestimuleerde
biologische afbraak - algemene
introductie
Volledige afbraak van VOCI (PER) via reductieve dechlorering treedt op indien gelijktijdig wordt voldaan aan de volgende randvoorwaarden: »
Sterk gereduceerde omstandigheden (methanogeen)
»
Aanwezigheid van voldoende substraat (kool stof bron, uitgedrukt als TOC)
»
Aanwezigheid van geschikte specifiek VOCI afbrekende bacteriën (Dehalococcoides
spp.)
Op de locatie wordt van nature niet voldaan aan deze voorwaarden (zie paragraaf 4.6.1). De afbraakcondities kunnen worden geoptimaliseerd door het doseren van voldoende geschikte koolstofbron in combinatie met specifiek VOCI afbrekende bacteriën. Als het gehele verontreinigde bodempakket hiermee behandeld kan worden, is dit een effectieve, relatief snelle en goedkope techniek om de verontreiniging te verwijderen. Omdat de omstandigheden op de locatie van nature ongunstig zijn voor de biologische afbraak van PER, kennen technieken gebaseerd op de stimulering van biologische afbraak een relatief groot afbreukrisico ten opzichte van locaties waar biologische afbraak al optreedt. Er zal een grote inspanning geleverd moeten worden om de biologische afbraak op gang te brengen en te houden. Daarnaast zijn de mobielere en toxische tussenproducten DCE en VC nu nauwelijks aanwezig. Als biologische afbraak op gang gebracht wordt, zullen in eerste instantie grote hoeveelheden DCE en VC vrijkomen, welke pas in een later stadium zullen worden omgezet naar de onschadelijke eindproducten etheen en ethaan. Voor gestimuleerde biologische afbraak van de verontreiniging zijn verschillende technieken beschikbaar: rondpompen van grondwater waaraan koolstofbron en bacteriën zijn toegevoegd (TCE-concept) of (eenmalige) directe injectie in een dicht grid (van koolstofbron en/of specifieke bacteriën). Voor beheersing van de bronzone of de pluim (het voorkomen van verdere verspreiding) is het daarnaast mogelijk om stroomafwaarts een biologisch actief scherm aan te leggen (zie paragraaf 5.3.3).
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
Gestimuleerde
S T O M E R I J
biologische afbraak - directe
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
injectie
Voor het toepassen van directe injectie is een dicht grid nodig omdat de verontreiniging, het substraat en dechlorerende bacteriën in direct contact met elkaar moeten zijn. Omdat een dicht grid nodig is, is deze techniek, kostentechnisch gezien, vooral geschikt voor een relatief kleine (bron)zone. De saneringsduur is afhankelijk van de aanwezige vracht. De techniek is geschikt voor de zone met puur product voor zover deze van bovenaf bereikbaar is. Dit betekent: in de tuin en de openbare weg naast de stomerij. Daarnaast zijn schuine injecties mogelijk tot onder de panden. Indien nodig, kunnen tevens inpandig injecties uitgevoerd worden (door middel van boringen door de vloer). Dit zal eenmalig (maximaal enkele dagen) aanzienlijke overlast geven voor de betrokkenen. Op de plaatsen waar puur product aanwezig is, is waarschijnlijk na enige tijd een herinjectie nodig. Gestimuleerde
biologische afbraak - TCE-concept
Bij het TCE-concept wordt grondwater rondgepompt onder toevoeging van substraat en bacteriën. Deze saneringstechniek is met name geschikt voor grootschalige verontreinigingen in goed doorlatende pakketten. Zie voor een nadere beschrijving paragraaf 5.3.3. Het TCE-concept is minder geschikt voor de verontreiniging met puur product omdat voor de afbraak van puur product zeer hoge concentraties koolstofbron nodig zijn. Deze techniek is wel geschikt voor eventuele nabehandeling van zone B (na ISCO), indien het gewenst is zeer lage concentraties te bereiken in zone B en (een deel van) zone C.
5.3.3
Zone C; Verzadigde zone in watervoerend pakket
Pump Ä Treat Om alle verontreiniging te verwijderen middels Pump S Treat moet het verontreinigde bodemvolume een aantal malen worden doorspoeld. De verontreiniging bestaat voornamelijk uit PER. PER retardeert, de retardatiefactor op de locatie is circa 4,6. Het bodemvolume moet dus meerdere malen doorspoeld worden. Bij een terugsaneerwaarde van 1.500 pg/l ( ľ / o maximale wateroplosbaarheid) is dit minimaal zes maal, bij een terugsaneerwaarde van 40 pg/l (interventiewaarde) is dit minimaal 17 maal. Het betreft in totaal een bodemvolume van circa 15.600 m (bronzone in verzadigde zone). De bodem is voldoende doorlatend om 3
effectief grondwater te kunnen onttrekken. De verontreiniging is deels goed bereikbaar (onbebouwde ruimte), deels bevindt deze zich onder gebouwen. Om deze delen goed te doorspoelen zal een flinke inspanning geleverd moeten worden. De ervaring met deze techniek leert dat het vaak langer duurt dan verwacht om de concentraties naar een acceptabel niveau terug te brengen. Doordat de verontreiniging zich onder een winkelstraat bevindt, zal een jarenlange sanering in de vorm van grondwateronttrekking, zuivering en lozing aanzienlijke overlast met zich meebrengen. Bovendien wordt op deze manier veel schoon grondwater uit de omgeving aangetrokken. Dit raakt bij het doorspoelen van het verontreinigde gebied verontreinigd en moet na onttrekking en zuivering geloosd worden.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 15 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Beheersing met Pump 8t Treat De verontreiniging in het watervoerend pakket verspreidt zich relatief snel. Als ervoor gekozen wordt alleen verdere verspreiding van de bronzone tegen te gaan, kan een beheersing van de verontreiniging door middel van Pump S Treat ontworpen worden. Hierbij wordt in het front van de bronzone grondwater ontrokken, gezuiverd en geloosd. De rest van de bronzone wordt dan niet gesaneerd en zal dus zeer lang aanwezig blijven, zeker als de naleverende bron met puur product ook niet weggenomen wordt. Persluchtinjectie
in combinatie
met
bodemluchtextractie
De omvang van de verontreiniging in het watervoerend pakket is te groot en de verontreiniging is te diep aanwezig om voor deze zone persluchtinjectie te overwegen. Bovendien is door de aanwezigheid van bebouwing in het gebied een vlakdekkende behandeling niet mogelijk. Chemische
oxidatie
De omvang van de verontreiniging in het watervoerend pakket is te groot om voor deze zone de relatief dure en intensieve maatregel ISCO te overwegen. Gestimuleerde
biologische afbraak - directe
injectie
Voor het toepassen van directe injectie is een dicht grid nodig omdat de verontreiniging, het substraat en dechlorerende bacteriën in direct contact met elkaar moeten zijn. Omdat een dicht grid nodig is, is deze techniek, kostentechnisch gezien, niet toepasbaar voor grootschalige verontreinigingen zoals zone C. Bovendien is een groot deel van het verontreinigde gebied bebouwd en daardoor niet of slechts ten koste van zeer grote overlast bereikbaar voor directe injectie. Gestimuleerde
biologische afbraak - TCE-concept
Rondpompen van het grondwater onder toevoeging van substraat en bacteriën (TCE-concept) is een saneringstechniek die bij uitstek geschikt is voor het aanpakken van grootschalige verontreinigingen. Het ontwerp wordt aangepast op de specifieke kenmerken van de locatie. Hierbij wordt rekening gehouden met de diepte van voorkomen van de verontreiniging en de doorlatendheid van de verschillende bodemlagen. Deze techniek is alleen toepasbaar in goed doorlatende zandpakketten, welke op deze locatie aanwezig zijn. De locatie dient vrij toegankelijk te zijn voor het aanleggen van de infiltratie- en onttrekkingsputten en het daarbij horend leidingwerk. Omdat er steeds een bepaalde afstand is tussen de infiltratie- en onttrekkingsputten (maximaal circa 60 meter), kan ook de aanwezige verontreiniging onder de bebouwing goed aangepakt worden. De actieve fase duurt per traject circa een halfjaar. Daarna zijn de omstandigheden in het betreffende traject voldoende gunstig om de resterende verontreiniging in de loop van nog enkele jaren af te breken. Voor de locatie Driebergen betreft het, afhankelijk van het te behandelen gebied (gehele bronzone of een deel ervan) 1 à 2 trajecten, overeenkomend met een actieve fase van circa een half tot één jaar. Op basis van modellering kunnen preciezere uitspraken gedaan worden over het aantal trajecten en de duur van de actieve fase. Ook voor zone C gelden op deze locatie de kanttekeningen die bij de beschrijving van zone B (paragraaf 5.3.2) zijn gemaakt met betrekking tot de huidige, ongunstige omstandigheden voor natuurlijke afbraak waardoor natuurlijk afbraak momenteel helemaal niet optreedt.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
Reactief
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
scherm
Een reactief scherm kan worden ingezet om de verspreiding van de verontreiniging te beheersen. Het scherm laat grondwater ongehinderd door (^permeabel), maar vormt een barrière voor de verontreinigende stoffen. Er wordt daarom ook wel gesproken van een PRB (Permeable Reactive Barrier). De verontreinigende stoffen kunnen afhankelijk van het type scherm microbiologisch of chemisch worden afgebroken of worden vastgelegd in het scherm. Biologie Een scherm op basis van biologische afbraak (aëroob of anaëroob) lijkt op voorhand niet haalbaar. De verontreiniging bestaat voornamelijk uit PER, wat aëroob niet afbreekbaar is. Voor de anaerobe afbraak is onder deze omstandigheden (sterk geoxideerd, goed doorlatend grondwaterpakket) meer tijd en dus meer ruimte nodig. In een scherm op basis van injectie van koolstofbron en VOCI-afbrekende bacteriën zal de verblijftijd van de verontreiniging naar verwachting te kort zijn, waardoor de schadelijke tussenproducten DCE en VC een nieuwe pluim zullen veroorzaken stroomafwaarts van het scherm. Strippen Ook de techniek van het strippen van de verontreiniging met een constante luchtstroom is in dit geval geen optie, vooral vanwege de hoge energiekosten die het zeer langdurig (uitgaande van 30 jaar) in stand houden van een dergelijk scherm met zich meebrengt. Chemie Een duurzame en extensieve oplossing voor de behandeling van met VOCI verontreinigd grondwater is de toepassing van een ijzerscherm. Bij een ijzerscherm wordt een deel van de bodemmatrix vervangen door reactief ijzer. Nulwaardig ijzer (FeO) veroorzaakt een serie redox-reacties, die in alle gevallen leidt tot de oxidatie van nulwaardig ijzer (roesten) en de reductie van VOCI naar etheen. Uzerschermen hebben invloed op de redoxpotentiaal en de zuurgraad. Afhankelijk van de grondwaterchemie kunnen daardoor in ijzerschermen minder gebruikelijke reacties en neerslagen voorkomen. Deze neerslagen hebben een negatieve invloed op de doorlatendheid en reactiviteit van ijzer en dus op de effectiviteit van het scherm. De levensduur van een ijzerscherm bedraagt circa drie tot vijfjaar. Vervolgens dienen herinjecties uitgevoerd te worden. Uitgaande van een instandhoudingsperiode van 30 jaar dient derhalve rekening gehouden te worden met zes tot tien injectieronden. Monitoring
verspreiding
Op basis van ervaring blijkt dat er een kans bestaat dat na wegnemen van de naleverende bron (puur productzone B) de concentraties stroomafwaarts (in zone C) relatief snel afnemen. Bij de techniek monitoring verspreiding' wordt deze ontwikkeling gevolgd en wordt alleen actief ingegrepen als blijkt dat zich onaanvaardbare risico's voordoen. De saneringstechniek 'monitoring verspreiding' kan alleen worden toegepast als in overleg met het bevoegd gezag is bepaald dat verdere verspreiding van de verontreiniging geen probleem vormt omdat deze naar verwachting geen risico's oplevert.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
5.4
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
55
Selectie saneringstechnieken
Op basis van bovenstaande beschrijvingen kunnen per zone de volgende conclusies getrokken worden: »
Voor de sanering van de onverzadigde zone onder de bebouwing (zone A) is geen echt geschikte techniek voor handen. Om de concentraties omlaag te brengen en daarmee uitdamping naar de binnenlucht weg te nemen kan een BLE-systeem aangelegd worden. Indien gekozen wordt voor ISCO met gasvormige oxidator in de verzadigde zone (zone B), dient in elk geval ook een BLE-systeem aangelegd te worden.
»
De sanering van de onverzadigde zone onder de tuin en de openbare weg (zone A) kan tevens uitgevoerd worden door middel van BLE, eventueel gecombineerd met ISCO in de verzadigde zone. Indien gewenst kan daarnaast een klein gedeelte van de verontreiniging ontgraven worden. De kosten en overlast zijn hoog, maar indien een schone toplaag gewenst is, is dit de enige optie. De toplaag wordt met de andere saneringstechnieken niet of niet volledig gesaneerd.
»
Voor de sanering van de verzadigde zone met puur product (zone B) is ISCO met gasvormige oxidatiemiddelen op deze locatie de beste techniek. Hiermee kan de verontreiniging onder de gebouwen waarschijnlijk voldoende bereikt worden en bovendien wordt dan zeer intensief het puur product weggenomen (zonder de vorming van schadelijke tussenproducten).
»
Voor de sanering van de verzadigde zone in het watervoerend pakket (restverontreiniging in zone B en daarnaast zone C) komt in eerste instantie monitoring van de verspreiding in aanmerking. Mocht blijken dat actieve sanering van deze zone noodzakelijk is, komen het TCE-concept of beheersing via onttrekking of een reactief scherm in aanmerking.
In het saneringsonderzoek wordt daarom uitgegaan van de volgende technieken: Zone
Technieken
Aandachtspunten
A
B L E , indien gewenst gecombineerd met
Technische haalbaarheid aanleg B L E -
ontgraving goed bereikbare ondiepe
systeem
verontreiniging B C
I S C O , eventueel gevolgd door TCE-concept
Technische haalbaarheid op de locatie
Monitoring verspreiding, eventueel gevolgd
Monitoring: afstemming met bevoegd gezag
door een actieve aanpak
nodig
Om te bepalen of sanering van bronzone C noodzakelijk is en zo ja, welk deel van deze zone dan het beste gesaneerd kan worden, zijn modelberekeningen uitgevoerd. Deze zijn beschreven in het volgende hoofdstuk.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 0 2 6
2015
Hoofdstuk 6 Modellering en modelresultaten
NO/SO
6.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
5 7
Inleiding
Voor het dimensioneren van de (minimale) sanering zijn vier geohydrologische modelberekeningen met stoftransport uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van de technieken die in voorgaand hoofdstuk zijn besproken De uitkomsten hiervan zijn weergegeven in bijlage 15 en worden in dit hoofdstuk besproken. Op basis van de vier modelberekeningen is er een saneringsvariant met faalscenario geselecteerd in hoofdstuk 7.
6.2
Modelbeschrijving
6.2.1
Opzet van het grondwatermodel
Er is een geohydrologisch model opgesteld in de modelcode Visual Modflow, waarin de grondwaterstroming op de locatie wordt nagebootst. Dit model is opgesteld en gekalibreerd op basis van de beschikbare gegevens. Daarnaast is gebruik gemaakt van aanvullende modules om ook stoftransport te modelleren. Het opgestelde grondwatermodel is 2 km bij 3 km groot. De grenzen van het model zijn ruim buiten de locatie gekozen (zie figuur 8). De locatie ligt in het rechtsmidden van het grondwatermodel.
Figuur 8.
Modelgebied; de cirkel betreft de Traaij 153F waar de verontreiniging is ontstaan.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
6.2.2
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Laagopbouw model
Om de verspreiding van de verontreiniging te bepalen is gestart met het invoeren van de bodemopbouw. Een van de belangrijkste eigenschappen van de bodem voor wat betreft de grondwaterstroming is de doorlatendheid. De doorlatendheid van de bodem is de weerstand van de bodem voor grondwaterstroming. Een lage doorlatendheid betekent een hoge weerstand voor stroming. De dikten van de pakketten zijn gebaseerd op Regis 11.1 en op de sondeergegevens uit dit onderzoek (zie bijlage 3). Uit deze gegevens blijkt dat met name de diepere bodemlagen (modellaag 4 t/m 8) een licht schuin verloop vertonen. In bijlage 14 is een dwarsdoorsnede opgenomen van de gemodelleerde bodemopbouw. De doorlatendheid van de verschillende lagen is gebaseerd op berekeningen van k-waarden uit de korrelgrootteverdeling bepaald in Doorn [7] en op gegevens uit het Dinoloket (Regis 11.1). Naar aanleiding van de kalibratie (zie paragraaf 6.2.3) zijn sommige k-waarden aangepast. In tabel 14 is de gemiddelde bodemopbouw en de doorlatendheid per laag zoals ingevoerd in het grondwatermodel weergegeven. Tabel 14. Bodemopbouw en doorlatendheid van het bodempakket (ter hoogte van stomerij) Modellaag
1
2
Top
Onderzijde
Omschrijving
m-NAP
m-NAP
pakket
5.5
0.5
zand,matig
Boxtel,
fijn, zwak siltig
Drenthe
0.5
-4
Formaties
Geohydrologische
kh
kv
kD
Freatisch WVP
10
2
30
1e WVP
15
3
120
1e WVP
40
8
160
1e WVP
25
5
100
c
schematisatie
Veen,
Drenthe,
plaatselijk
gestuwd
siltige en zandige klei 3
4
-4
-9.5
-9.5
-21.5
zand, matig
Drenthe,
grof, grindig
gestuwd
zand, matig
Drenthe,
grof, grindig
gestuwd
5
-21.5
-22
klei, leem
Waalre
1e S L
1
0,1
100
6
-22
-24.5
zand, matig
Peize/Waalre
2e WVP
50
10
1100
Peize/Waalre
2e WVP
50
10
1250
fijn tot uiterst grof 7
-24.5
-27
zand, matig fijn tot uiterst grof
8
-27
-36
klei
Waalre
2e S L
1
0,1
9
-36
-90
zand, matig
Peize/Waalre
3e WVP
50
10
fijn tot uiterst grof
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
100 500
NO/SO
6.2.3
S T O M E R I J
VAN
B O O RD
T
TE
D
R I E B E R E G E N
Kalibratie
Binnen het gebied zijn stijghoogten uit het jaar 2002 van TNO beschikbaar. D e berekende stijghoogten zijn getoetst aan de beschikbare gemeten stijghoogten. D aarnaast zijn de e
berekende stijghoogten in het 2 WVP getoetst aan de stijghoogtenwebkaart van de provincie Utrecht (gemiddelde stijghoogten 1990-2006). D e berekende stijghoogten wijken ten hoogste enkele centimeters af van de gemeten waarden en de isohypsenkaart. Het resultaat van de kalibratie is weergegeven in figuur 9.
Calculated vs. Observed Head : Steady state Layer #1 Liver «2 Lever #
Layer « 4 t
4f
Layer «9 9 5 * confidence mteryal 9SS interval
3
3
Observed Head (m} Num. of D ata Points : 13 Standard Error of the Estimate : 0.01 (m) Root Mean Squared : Ũ 043 (m) Normalized RMS : 6.773 ( * ) Correlation Coeffcient: 0.979
Max. Residual: 0.102 (ml i t PB201/PB201 Mín. Residual: 0.005 (m) at PB305/PB305 Residual Mean : O028 (m) Abs. Residual Mean 0.033 (m)
Figuur 9.
6.2.4
Kalibratieplot: Op de X a s zijn de waargenomen stijghoogtes weergegeven, op de Y a s de waarden die het model berekend. Bij een perfecte overeenkomst t u s s e n model een waarnemingen ontstaat een rechte lijn met een richtingscoëfficiënt/correlatiecoëfficiënt van 1.
Limitatie model
Met een geohydrologisch model wordt de situatie op de locatie gevisualiseerd en kwantitatief doorgerekend. Hiertoe is gebruik gemaakt van Visual Modflow. Aangezien een locatie complex is wat betreft bodemopbouw, geohydrologie, redoxcondities en verontreinigingssituatie, is het van belang zoveel mogelijk data ter beschikking te hebben om middels een model een zo goed mogelijke weergave van de werkelijkheid te creëren. Aangezien de hoeveelheid beschikbare gegevens bepalend is en het model zelf ook beperkingen heeft, zal een model altijd een vereenvoudigde, maar zo goed mogelijk benaderde weergave van de werkelijke situatie zijn.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 00 26
2015
NO/SO
6.3
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
6 0
D R I E B E R E G E N
Modelruns en resultaten
In onderstaande paragrafen worden de verschillende modelruns en hun resultaten beschreven. De resultaten zijn tevens grafisch weergegeven in bijlage 15.
6.3.1
Run 1: Geen sanering
Voor deze modelrun is uitgegaan van de huidige verontreinigingssituatie. Er is berekend wat de verspreiding zal zijn zonder sanering. Tevens is, net als in de andere modelruns, geen rekening gehouden met natuurlijke afbraak. Uit de modelresultaten blijkt dat de omvang van de verontreiniging, zowel de l-contour als de totale pluim, gedurende ten minste 30 jaar (doorgerekende tijd) sterk toe blijft nemen. Daarbij is er een reële kans dat de verontreiniging stroomafwaarts in de omgeving van Traaij 100 na een periode van circa 20 jaar het tweede watervoerend pakket bereikt met concentraties boven interventiewaarde.
6.3.2
Run 2: Sanering bronzone A en B
Voor deze modelrun is uitgegaan van een sanering van de bronzones A (d.m.v. bodemluchtextractie) en B (d.m.v. chemische oxidatie). Bronzone C wordt niet actief gesaneerd. Er is uitgegaan van een concentratie PER in bronzone B na sanering van 1.500 pg/l PER (1 "/o van de maximale wateroplosbaarheid). Bronzone C wordt in deze variant niet gesaneerd. Uit de modelresultaten blijkt dat de omvang van de verontreiniging, zowel de l-contour als de totale pluim, gedurende ten minste 30 jaar (doorgerekende tijd) sterk toe blijft nemen. Wel is de volumetoename minder sterk en zijn de concentraties in zone B en C aanzienlijk minder hoog dan in run 1 (geen sanering). Er is, net als bij run 1, een reële kans dat de verontreiniging stroomafwaarts in de omgeving van Traaij 100 na een periode van 20 jaar het tweede watervoerend pakket bereikt met concentraties boven interventiewaarde.
6.3.3
Run 3: Sanering bronzone A en B * gedeelte bronzone C
Voor deze modelrun is uitgegaan van dezelfde sanering als in run 2, maar dan uitgebreid met een sanering middels het TCE-concept van een gedeelte van bronzone C, namelijk eerste, meeste verontreinigde helft. Er is uitgegaan van een concentratie PER in bronzone B na sanering van 1.500 pg/l PER en het gesaneerde deel van bronzone C gelijk aan de interventiewaarde (40 pg/l). Dit is een worst case benadering, in de praktijk zullen met het TCE-concept lagere concentraties gehaald kunnen worden. Uit de mod el res uitaten blijkt dat op de langere termijn (30 jaar) de interventiewaardecontour stabiel wordt. De totale pluim (concentraties lager dan I) blijft wel toenemen. De resulterende concentraties liggen bij run 3 duidelijk lager dan bij run 2. Het model berekent in deze run ook op lange termijn ^ 2 0 jaar) nauwelijks concentraties boven de interventiewaarde in het tweede watervoerend pakket.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
NO/SO
6.3.4
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Run 4: Sanering gehele bronzone A, B en C
Voor deze modelrun is uitgegaan van dezelfde sanering als in run 3, maar nu wordt de gehele bronzone C gesaneerd middels het TCE-concept. Er is uitgegaan van een concentratie PER in bronzone B en C na sanering gelijk aan de interventiewaarde (40 pg/l). Dit is een worst case benadering, in de praktijk zullen met het TCE-concept lagere concentraties gehaald kunnen worden. Uit de modelresultaten blijkt dat wanneer deze saneringsvariant wordt toegepast, er vrijwel direct, maar in elk geval na 10 jaar sprake is van een uitdovende pluim. De verspreiding van de verontreiniging naar het tweede watervoerend pakket beperkt zich tot concentraties met maximaal een overschrijding van de streefwaarde.
6.3.5
Conclusie modelresultaten
In de scenario's 1 en 2 (geen sanering of alleen sanering van bronzone A+B) treedt er ook na 30 jaar nog een aanzienlijke verspreiding van de verontreiniging op. De pluim waaiert uit en wordt dus in de loop der tijd steeds verder verdund. Afhankelijk van de uitgangssituatie (wel of geen van sanering bronzone A+B) nemen de concentraties sneller af. De verontreiniging kwelt de eerste 30 jaar niet op en er is geen aanwijzing dat het binnen afzienbare termijn daarna wel zal gebeuren (waarschijnlijk pas na honderden jaren). De verontreiniging bereikt bij run 1 en 2 na circa 20 jaar het tweede watervoerend pakket in concentraties boven de interventiewaarde. De omvang van de l-contour in het tweede watervoerend pakket blijft beperkt ten opzichte van de l-contour in het eerste watervoerend pakket. Bij de scenario 3 en 4, waarbij ook (een deel van) bronzone C actief wordt gesaneerd is op lange termijn (circa 30 jaar; scenario 3) of vrijwel direct (scenario 4) sprake van een stabiele eindsituatie: een krimpende pluim.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2016
Hoofdstuk 7 Afweging saneringsaanpak
N O / S O
7.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
Potentieel geschikte saneringsvarianten
Op basis van de informatie verzameld in voorgaande hoofdstukken is besloten te kiezen voor een gefaseerde sanering. In de eerste fase van de sanering worden de onverzadigde zone en de zone met puur product gesaneerd. Hierbij is uitgegaan van de technieken bodemluchtextractie voor de onverzadigde zone (bronzone A) en chemische oxidatie voor de puur productzone (bronzone B). Hiermee wordt een groot deel van de aanwezige vracht en tevens de naleverende bronzone weggenomen. Uit ervaring blijkt dat wanneer de naleverende bronzone is weggenomen, de concentraties in de pluim (hier: bronzone C) relatief snel kunnen afnemen (sneller dan gemodelleerd in de overeenkomstige run 2). Indien na sanering van de bronzones A en B de concentraties in bronzone C en de pluim snel afnemen, is het niet kosteneffectief om deze zone ook actief te saneren. Er is immers geen sprake van risico's voor mens of ecologie als gevolg van de verspreiding van de restverontreiniging. Om het pluimgedrag na sanering van de naleverende bron voor deze locatie te onderzoeken, wordt na de actieve aanpak van het kerngebied het pluimgedrag zes jaar gemonitord als onderdeel van de eerste fase van de sanering. Vervolgens wordt het grondwater- en stoftransportmodel herijkt. Als op basis van de meet- en modelresultaten blijkt dat een belangrijk deel van de vracht is weggenomen en het pluimgedrag gunstiger is dan gemodelleerd in run 2, wordt in de tweede fase de verspreiding van de restverontreiniging verder gemonitord. Voorwaarde hierbij is dat de verspreiding in de toekomst niet leidt tot onaanvaardbare risico's. Mocht na zes jaar monitoring in fase 1 (of eerder) blijken dat er na de sanering van bronzone A en B een aanzienlijke vracht is achtergebleven waardoor de pluimontwikkeling ongunstiger is dan gemodelleerd in run 2, dan treedt het faalscenario in werking. In dat geval wordt (een deel van) bronzone C wel actief gesaneerd. De criteria voor dit besluit worden in het nog op te stellen saneringsplan opgenomen. D e s a n e r i n g is h i e r m e e opgesplitst in twee f a s e n :
Fase 1: Sanering bronzone A+B plus zes jaar monitoring van de pluimontwikkeling. Fase 2: Vervolg monitoring of faalscenario: actieve aanpak van (een deel van) bronzone C. Bioclear heeft in overleg met de opdrachtgever voor fase 2 de volgende aanpak gedefinieerd: Voorkeursvariant: Monitoring verspreiding: een monitoringsvariant, waarbij de verspreiding van de restverontreiniging alleen gemonitoord wordt.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1 0 0 26
2015
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
64
D R I E B E R E G E N
Faalscenario's: 1.
Minimale variant volgens de Bosatex-strategie: Sanering van bronzone C middels het TCE-concept, voor zover nodig om het verspreidingsrisico op te heffen. Dit verspreidingsrisico is gedefinieerd als een volumetoename van meer dan 1.000 ir^/jaar.
2.
Actieve sanering van de gehele bronzone: Actieve sanering van de gehele bronzone C middels het TCE-concept.
3.
Ceohydrologische beheersing: een (eeuwigdurende) beheersvariant op basis van Pump S Treat om verdere verspreiding van bronzone C te voorkomen.
4.
Reactief scherm: een (eeuwigdurende) beheersvariant op basis van de reactief ijzerscherm om verdere verspreiding van bronzone C te voorkomen.
De faalscenario's worden in onderstaande tabel tegen elkaar afgewogen, waarna een aanbeveling wordt gedaan voor het voorkeursfaalscenario. De kostenverhouding tussen de faalscenario's is bepaald op basis van expert judgement Er is wel een aparte kostenraming opgesteld voor het faalscenario dat op basis van onderstaande tabel de voorkeur geniet (in het worst case scenario). Hierbij is uitgegaan van FS2 (sanering gehele bronzone C middels het TCE-concept).
7.2
Afweging faalscenario's bronzone C
Tabel 15: Afweging faalscenario's volgens ROSA-methodiek FS 1
FS 2
FS 3
FS 4
Minimaal
Actieve
Geohydrologi-
Reactief
volgens de
sanering van
sche
scherm
Bosatex-
de gehele
beheersing
strategie
bronzone
Baten Herstel gebruiks
+I-
-
-
+I-
+I-
mogelijkheden Verwijderde vracht
•f
Pluimgedrag
* (op termijn
++ (vrijwel direct
+I- (beheerst
+I- (beheerst
uitdovende
afname)
door onttrekking)
door scherm)
4-4-
+I-
+I-
4-4-
pluim) Risicoreductie
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 6 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2016
NO/SO
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
65
Vervolg tabel 15
Lasten Saneringkosten Saneringsduur actieve
*l-
-
+ I-
-
-
+ (alleen aanleg)
- (herinjecties
fase
elke 3 à 5 jaar)
+I-
4-
Faalrisico's
+I-
•f
+I-
-
Overlast
+
+I-
+I-
-
+ I-
-
Saneringsduur
-
monitoring 1 beheersing
Belasting overige milieucompartimenten • :
Hoogste score (beste) Gemiddelde score Laagste score (minste)
Motivatieregel 1: Als gekeken wordt naar de baten, en daarnaast het faalrisico (laag) scoort sanering van de gehele bronzone (FS2) het hoogst, vlak boven F S 1 .
Motivatieregel 2: Op basis van de lasten, waaronder saneringskosten (het laagst) en overlast (het laagst) scoort sanering van een deel van bronzone C (FS1) het best.
Motivatieregel 3: beheersing van de pluim middels onttrekking (FS3) of reactief scherm (FS4) scoren overall het slechtst. Op basis van bovenstaande wordt gekozen voor sanering van bronzone C middels het TCEconcept als faalscenario. Op basis van de monitoringsresultaten van fase 1 van de sanering en de resultaten van het herijkte model kan nog besloten worden welk deel van bronzone C gesaneerd dient te worden (FS1 of FS2).
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
Hoofdstuk 8 Conclusies en aanbevelingen
NO/SO
8.1
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
D R I E B E R E G E N
6 7
Conclusies nader bodemonderzoek
Op de locatie Traaij 153F e.o. te Driebergen is als gevolg van activiteiten van een stomerij een geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI ontstaan. De verontreiniging bevindt zich zowel in de onverzadigde zone (direct onder en rondom de stomerij) als in het grondwater. De verontreiniging in het grondwater bestaat uit een zone met puur product vlak onder de stomerij en het aangrenzende pand en een uitwaaierende zone met hoge concentraties in het watervoerend pakket. Gedurende het nader onderzoek zijn de bij aanvang opstelde onderzoeksvragen voldoende beantwoord. De verzamelde informatie is geschikt voor zowel het aanvragen van een beschikking ernst en spoed als voor het uitvoeren van een saneringsonderzoek en het opstellen van een saneringsplan. De verontreiniging dient met spoed gesaneerd te worden op basis van verspreidingsrisico's (onbeheersbare situatie als gevolg van de aanwezigheid van puur product en volumetoename van meer van 1.000 m per jaar). 3
8.2
Afweging saneringsdoelstelling
Vanwege het aanwezige verspreidingsrisico (onbeheersbare situatie) - actuele humane of ecologische risico's zijn afwezig - is de saneringsdoelstelling als volgt: Het wegnemen van de naleverende onaanvaardbare
bronzone (puur product) en het voorkomen
risico's als gevolg van de verspreiding
van de
van
restverontreiniging.
Voor de sanering is onderscheid gemaakt tussen (A) de onverzadigde zone rondom de stomerij, (B) de puur productzone in het ondiepe grondwater onder en rondom de stomerij en (C) de grondwaterverontreiniging in het watervoerend pakket.
8.3
Aanbevelingen
Aanbevolen wordt een saneringsplan op de te stellen op basis van een gefaseerde sanering: Fase 1: Sanering bronzone A (bodemluchtextractie) en B (ISCO) plus zes jaar monitoring van de pluimontwikkeling. Vervolgens herijking van het stoftransportmodel. Fase 2: Vervolg monitoring of faalscenarion: actieve aanpak van (een deel van) bronzone C middels het TCE-concept.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
F E B R U A R I 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0026
2015
NO/SO
8.4
S T O M E R I J
VAN
B O O R D T
TE
68
D R I E B E R E G E N
Nog openstaande onderzoeksvragen
Enkele onderzoeksvragen en onzekerheden die nog blijven staan na dit saneringsonderzoek hebben betrekking op de uitvoeringsaspecten van de sanering en zijn: »
De mogelijkheid voor het aanleggen van een BLE-systeem in combinatie met de fundering van de gebouwen en de bereikbaarheid aan de achterzijde van de gebouwen. Hoe ziet de fundering er precies uit en is er gevaar voor de stabiliteit van de fundering bij de aanleg van het BLE-systeem middels gestuurde boringen onder de panden.
»
Voor de nadere uitwerking van de saneringstechniek chemische oxidatie dient de oxidatiecapaciteit (matrixbehoefte) van de grond bepaald te worden.
»
Meer gedetailleerde afperking van de verschillende contouren op de locatie, met name van de concentraties 1.500 pg/l en 15.000 pg/l, ten behoeve van de dimensionering van de saneringsaanpak. Deze afperking zal worden gedaan bij de nulmonitoring, voorafgaand aan de sanering.
B I O C L E A R
F E B R U A R I
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 0 2 6
2015
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15 Bijlage 16
Plattegrond grondverontreiniging Plattegrond en dwarsdoorsnede grondwaterverontreiniging Rapportage MlP-sonderingen Boorbeschrijvingen Overzichtstabel analyseresultaten grond met toetsing Overzichtstabellen analyseresultaten grondwater met toetsing Analysecertificaten Toetsingstabellen met toelichting Rapportage binnenluchtonderzoek Meetgegevens stijghoogtes Verantwoording veldwerk Schets plattegrond stomerij Informatie drinkwaterwinning Dwarsdoorsnede modellagen Modelresultaten Kadastrale gegevens
Bijlage 1
Plattegrond grondverontreiniging
Bijlage 2
Plattegrond en dwarsdoorsnede grondwaterverontreiniging
m j ra ĵ j ŝ
LU i 9
É UJ
8
X
6 UJ
|j
4 UJ
Ût LU
UI
1
i É İ Í 5 N N S
3
İ
II
E N
8 R
E
1 LU
iļ)
1/5 5
co
n
8!
l\
LU
IK
İ 8
W ™ Es S E o, S ? 8
g
İ
s
0
to
8
> eg
i
ï
8
I
ī
8
5 fiRR Fi n Ñ I A A A S
8 R S rt
LU
É
s
vS
3 8
3 r»
LU
ífì
ŨQ 8
00
88 UI 5 S ^
HI
8 c*
i
s
5 PR
É
ö
LU
eŕ
N
i
1
OJ
OJ
(O
TO ra ra
\
ill ĪII
OJ
oj
CD
\
N
co
5 F5 ČÑ Ñ S «A «ļ»
7
8 E O) CM 9
||
ra
CM
Pi
UJ
Ė CN ÍN
?
8 í e
E
i
8
ì
1^
IR
o
LM
8
(Ni
O CN
I j
8 »c S*Ö
ao
IM O J
\
TO ra
SN
at ai F ao
LU H
8 8
aj
ui
LU
OJ
SS
9
is» (O
t-tn ÿ
3 QJ
co
E 5 O) 11 In
f»
d)
C
rs ra
N
(O
O) T -
3
ra
ŗ n
ra
O)
í 0)
(0
1
00 tl
)
5
O) O)
0)
0)
11*
j
CM CO
î
I ra ra • f
O) 0)
u
O) O)
u)
(0
c c
ra
ra ra
N
0) 3 •O
0) O) 3 . O) C 3 . 0) O
O ra c o
V
O)
3
O
»o m
ñ)
-ei
Bijlage 3
Rapportage MlP-sonderingen
GRD
Fugro GeoServices B.V.
RAPPORT betreffende
MIP S O N D E R I N G E N D R I E B E R G E N Opdrachtnummer: 2112-0050-000
Opdrachtgever
Bioclear B.V. Postbus 2262 9704 C G GRONINGEN
Datum grondonderzoek Projectleider
VERSIE
1
: 22 juni 2012 tot en met 17 juli 2012 drs. Ph. van Diest
DATUM
OMSCHRIJVING WIJZIGING
PARAAF PROJECTLEIDER
24 juli 2012
FILE: 2112-0050-OOO.R01.doc Op deze rapportage zijn de algemene leveringsvoorwaarden ALV 2012 van toepassing die een aansprakelijkheidsbeperking bevatten Kantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 S G Leidschendam, Tel.: 070-3111333, Email: www.fugro.nl Handelsreg. 27114147. BTW-nr NL005621409B08. Fugro GeoServices maakt deel uit van Fugro N.V.
-jŤJGRO
INHOUDSOPGAVE
Blz.
1.
INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Onderzoekslocatie 1.3. Verontreinigende stoffen 1.4. Sonderen 1.5. Geleidbaarheidsconus 1.6. Piëzoconus 1.7. Membrane Interface Probe (MIP)
3 3 3 3 3 3 4 4
2.
ONDERZOEKSRESULTATEN 2.1. Uitgevoerde werkzaamheden 2.2. Interpretatie bodemopbouw 2.3. Resultaten Milieusonderingen
6 6 6 6
BIJLAGEN - Situatietekening met sondeerlocaties - Resultaten Ml P-detectoren naast kleefmantelsonderingen - Beschrijving MlP-sondering - Lijst met te detecteren stoffen met PID en FID detector - Correctiefactoren PID detector - ALV
Ņŗ 1 2 3 4 5
Opdr. : Blz.
2112-0050-0001 2
GRO
1. 1.1.
INLEIDING Algemeen
In Driebergen heeft Fugro Geoservices B.V., in opdracht van Bioclear bv een screeningsonderzoek uitgevoerd met behulp van MlP-sonderingen. Doel van het onderzoek met de milieusonderingen is om de verspreiding van de verontreiniging met vluchtige stoffen in kaart te brengen. Met behulp van het screeningsonderzoek wordt de verdeling van de verontreinigingen in verticale richting in beeld gebracht. Tegelijkertijd wordt de bodemopbouw vastgelegd door middel van meting van de conusweerstand en plaatselijke wrijving. Bij uitvoering van de MIP sonderingen is tevens de waterspanning en formatie geleidbaarheid gemeten. De Fugro rapportage is een weergave van de uitgevoerde werkzaamheden en de bijbehorende resultaten. De resultaten worden per locatie besproken, er zal geen ruimtelijke interpretatie van de verkregen gegevens weergegeven worden omdat dit buiten de onderzoeksopdracht valt. 1.2. Onderzoekslocatie Het onderzoek locatie is gelegen aan de Traaij te Driebergen, de sonderingen zijn deels uitgevoerd op de openbare weg. 1.3. Verontreinigende stoffen Het onderzoek, uitgevoerd door Fugro beperkt zich tot de stoffen die met behulp van de MIPconus kunnen worden aangetoond (zie bijlage voor lijst met te detecteren stoffen). Op de locatie zijn verontreinigingen met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen aangetroffen. 1.4. Sonderen Sonderingen zijn bijzonder geschikt om de bodemopbouw te onderzoeken. Sonderen houdt in dat er een sonde of meetlichaam de grond wordt ingedrukt. Bij deze werkzaamheden wordt de weerstand die de punt tijdens het indrukken ondervindt gemeten: de punt- of conusweerstand, een maat voor de vastheid van de bodem. Verder wordt met een boven de conuspunt geplaatste mantel, tijdens het indrukken ook de plaatselijke wrijvingsweerstand gemeten. Met deze conusweerstand en plaatselijke wrijving kan bepaald worden welke grondsoorten op de meetlocatie aanwezig zijn. 1.5. Geleidbaarheidsconus De geleidbaarheidsconus meet de elektrische geleidbaarheid van een grondpakket met de daarin aanwezige poriënvloeistof; de formatiegeleidbaarheid. Deze wordt o.a. beïnvloed door: o De geleidbaarheid van de bodemdeeltjes o Het poriënvolume o De turtuositeit o De geleidbaarheid van de poriënvloeistof. De meetgegevens worden zonder bewerking gepresenteerd in mS/m in de vorm van grafieken met de detector respons als functie van de diepte. Als achtergrond voor deze grafieken worden conusweerstand en de wrijvingsweerstand gegeven.
Opdr. : Blz.
2112-0050-0001 3
GRD
1.6.
Piëzoconus
De piëzoconus meet de waterspanning die ontstaat door het wegdrukken van de grond bij het sonderen. Het meten van de waterspanning geeft informatie over goed en minder goed waterdoorlatende grondlagen. Aanwezige silthoudende lagen en dunne kleilagen die aanwezig zijn in een zandige formatie worden eveneens vastgesteld. Bij bodemverontreiniging kan de detaillering belangrijk zijn in verband met de aanwezigheid van mogelijke stoorlagen dan wel preferente stroombanen. Tevens kan worden vastgesteld of een bepaalde diepte geschikt is om met de grondwatermonster sonde water te onttrekken. De meetgegevens worden zonder bewerking gepresenteerd in de vorm van grafieken met de detector respons als functie van de diepte. Als achtergrond voor deze grafieken worden conusweerstand en wrijvingsweerstand gegeven. 1.7. Membrane Interface Probe (MIP) Met de Membrane Interface Probe (MIP) worden verontreinigingen met vluchtige (gehalogeneerde) organische verbindingen (VOC's) gescreend. De combinatie van de standaard sondeerconus van Fugro met de MlP-probe geeft accurate informatie over de lithologie en de geohydrologie en een continue screening van de bodem op vluchtige organische verbindingen. De MlP-probe bestaat uit een hydrofoob, semipermeabel membraan direct boven de standaard sondeerconus. Het membraan is ingebouwd in een verwarmingsblok dat tijdens het sonderen de omgeving van het membraan verhit tot circa 100 Celsius. Deze hitte vervluchtigt de VOC's nabij het membraan en creëert een drukgradiënt die er voor zorgt dat de VOC's door het membraan in de gasstroom diffunderen. Eenmaal door het membraan worden de VOC's "opgepakt" door een interne gasstroom die langs een serie detectoren stroomt in de sondeertruck. De detectoren die worden gebruikt zijn de Flame lonisation Detector (FID), de Photo lonisation Detector (PID) en een Dry Electrolytic Conductivity Detector (DELCD). Deze detectoren kunnen een breed scala aan VOC's detecteren inclusief, BTEX, PER, Tri, CIS, VC en alifaten (methaan). o
De meetgegevens worden na bewerking gepresenteerd in de vorm van grafieken met gecorrigeerde detector respons als functie van de diepte. Als achtergrond voor deze grafieken worden conusweerstand, wrijvingsweerstand, het op basis hiervan berekende wrijvingsgetal (representatief voor de bodemopbouw) en de waterspanning gepresenteerd. Hiermee wordt een verticaal profiel verkregen van de verontreiniging en de bodemopbouw die aan elkaar gerelateerd worden. De data kunnen ter verhoging van het ruimtelijk inzicht tevens gebruikt worden voor het opstellen van een 3D-contour en dwarsprofielen van de verontreinigde locatie. Een uitgebreide beschrijving van de techniek van MlP-sonderingen is opgenomen in bijlage 3: Beschrijving Membrane Interface Probe. Het is van belang enige beperkingen en aandachtspunten van het MlP-systeem te noemen. De aanwezigheid van een hogere concentraties en/of zaklaag kan leiden tot condensatie van verontreinigingen in het MlP-systeem. Dit resulteert in een verhoogde detectiegrens waardoor de verontreiniging onder een zaklaag of een laag met hogere concentraties niet goed in beeld gebracht worden. Opdr. : Blz.
2112-0050-0001 4
-plena
Met de MIP worden alle (semi) vluchtige VOC's gemeten en kan natuurlijk geen onderscheid gemaakt worden tussen wel en niet door VROM of EPA voor chemische analyse geselecteerde VOC's. De resultaten worden in paragraaf 2.3 kort besproken. Bij deze bespreking wordt, mede gebaseerd op de in hoofdstuk 1 genoemde informatie omtrent de te verwachten verontreiniging, een inschatting gemaakt van de vermoedelijke aard van de aangetoonde verontreiniging. Opgemerkt dient te worden dat bij vergelijking van de resultaten van milieusonderingen onderling en van milieusonderingen met analyseresultaten de volgende punten in acht genomen moeten worden: »
De detectiegrens van het MlP-systeem is, in verhouding tot de streef- en interventiewaarden voor het merendeel van de detecteerbare verontreinigingen, relatief hoog. Indien geen significante respons wordt verkregen houdt dit nog niet in dat er geen verontreiniging volgens de WBB aanwezig is. » Sonderen met de MIP is een screeningstechniek. Er worden geen absolute concentraties mee verkregen. De relatie tussen de concentratie van een verontreiniging in de bodem (grond- en grondwater) en de respons van de detectoren is o.a. afhankelijk van de soort verontreiniging, de variatie in de temperatuur van het membraan, de variatie in de bodemgesteldheid (desorptiesnelheid), de speciatie van de verontreiniging, verschil in vluchtigheid van componenten. Zie voor nadere uitleg bijlage 3. » Grond- en of grondwatermonsters worden zo dicht mogelijk nabij een sondering in de grond gedrukt. In-situ kan er echter, horizontaal, altijd een groter verschil zitten tussen de locatie van de MlP-sondering en de plaats van bemonstering. De daadwerkelijke afstand tussen een in-situ" bemonstering en een in-situ locatie van de "bijbehorende" MlPsondering wordt o.a. bepaald door de afstand tussen de MlP-sondering en bemonstering aan het maaiveld en de helling (hoek tussen de verticaal en de sondeerrichting) die tijdens het sonderen als functie van de diepte bestaat. MlP-resultaten kunnen niet zonder meer vergeleken worden met de resultaten verkregen uit conventionele technieken zoals peilbuizen. De relatie tussen de gegevens verkregen uit peilbuizen en in-situ technieken wordt o.a. bepaald door de lengte van het gebruikte filter, het bemonsteringsdebiet van het grondwater en voorkeursbanen waarlangs het grondwater toestroomt.
Opdr. : Blz.
2112-0050-0001 5
-ĴÏJISRO
2.
ONDERZOEKSRESULTATEN
2.1. Uitgevoerde werkzaamheden Door Fugro zijn op 22 juni 2012 en 17 juli vier milieusonderingen uitgevoerd (MIP1 t/m Mlp4) met behulp van de Membrane Interface Probe. De MIP sonderingen zijn verricht in combinatie met de geleidbaarheidsconus en Piëzoconus. De sonderingen zijn doorgezet tot MV -30 m. De milieusonderingen zijn uitgevoerd op door Bioclear, in overleg met Fugro geselecteerde locaties. De locaties van de sonderingen zijn opgenomen in bijlage 1. 2.2. Interpretatie bodemopbouw Uit de sondeergegevens wordt een indicatie verkregen van de bodemopbouw. Uit de meting van de conusweerstand en wrijving wordt afgeleid dat vanaf maaiveld tot circa MV -24 à -30 m zand wordt aangetroffen, soms wat siltig, matig vast tot vast gepakt en een enkel leem lensje. Vanaf MV -24 m wordt bij MIP1 en MIP2 een afwisseling van enkele klei/leem laagjes en vast gepakt zand aangetroffen. Bij MIP 3 wordt klei aangetroffen op een diepte van MV 28 m, terwijl bij MIP4 op deze diepte slechts een dun kleilensje wordt aanwezig is De waterspanningsmeting laat een verloop zien dat over het algemeen kan worden gerelateerd aan de bodemopbouw, zoals deze uit de conusweerstand en kleef wordt afgeleid. 2.3. Resultaten Milieusonderingen De gecorrigeerde detector responses zijn naast de conusweerstand tegen de diepte weergegeven in bijlage 2. In de grafiek van de conusweerstand is de meting van de waterspanning (licht blauwe lijn) opgenomen. In de grafiek van de wrijvingsweerstand is tevens de formatiegeleidbaarheid (donker blauwe lijn, in mS/m) weergegeven. De formatiegeleidbaarheid betreft de gemeten geleidbaarheid van de bodem. De meting van de geleidbaarheid middels deze conus is echter nog niet gekalibreerd aangezien de conus (combinatie MlP-geleidbaarheid) nog in ontwikkeling is. Wel kan met behulp van deze geleidbaarheid beter onderscheid gemaakt worden tussen tailing en daadwerkelijk aanwezige verontreinigingen. Tailing wordt veroorzaakt door nalevering vanuit het systeem nadat hoge concentraties zijn gepasseerd, terwijl de conus reeds in schone grond is doorgedrongen. In MIP1 wordt vanaf MV -5 tot -10 VOCI aangetoond. Vanaf MV -6 tot -7,5 m worden hogere concentraties aangetoond, het maximum concentratie wordt geraamd rond 10 mg/l. Vanaf MV -10 tot -18 kan VOCL aanwezig zijn rond de detectiegrens van het systeem. Vanaf MV -18 tot 26 wordt VOCL aangetoond, in een lagere concentratie, vermoedelijk niet meer dan 1 mg/l. Dieper dan MV -28 m wordt geen VOCI aangetoond boven, of rond de detectiegrens. Er is een vrij goede correlatie tussen de bodemgesteldheid en de respons van de detectoren, met name in grovere lagen worden hogere concentraties aan VOCL gemeten. Enkele lagen en laagjes met wat hogere waterspanning, ( MV -7,5; -21,5; -25 m) dus minder doorlatende laagjes, vormen de ondergrens van zones met hogere concentratie VOCI.
Opdr. : Blz.
2112-0050-0001 6
GRO
In MIP2 wordt MV -7,5 m tot -10 m VOCL aangetoond in grovere zandlaag, met een concentratie die vermoedelijk oploopt boven 10 mg/l. Dieper dan 10 m wordt geen VOCL aangetoond op of rond de detectiegrens.
MIP3 laat een integrale verontreiniging zien vanaf MV -4 à -5 m tot MV -29,5 m. De concentratie loopt langzaam op tot naar raming circa 10 mg/l rond MV -15, neemt dan weer geleidelijk af to MV -22m, waarna een nieuwe piek zichtbaar wordt met het maximum rond MV-25 m. Er is steeds een redelijke correlatie met de bodemopbouw, waarbij grovere lagen hogere concentraties laten zien. In de onderliggende leem/kleilagen, dieper dan MV -28,5 m wordt geen VOCI aangetoond. In MIP4 is een vergelijkbaar patroon zichtbaar als in MIP3, echter de concentraties liggen afwisselend rond en net boven de detectiegrens van het systeem. In de meer doorlatende lagen wordt VOCI aangetoond boven de detectiegrens in het traject van MV -5 tot MV -25 m. De geleidbaarheidsmeting geeft aan dat er mogelijk 2 watertypen aanwezig zijn, grondwater met een wat hogere geleidbaarheid (ca 200 à 300 uS/cm) tot MV -8 (MIP 1 Ä2) à MV -10 m (MIP 3 6t 4) boven grondwater met een lagere geleidbaarheid (100 à 150 uS/cm) De verspreiding van de verontreiniging over de diepte, in combinatie met de geleidbaarheidsmetingen geeft aan dat bij de bron puur product zich heeft verspreid in de diepte, tot circa 25 m. Er is geen MIP uitgevoerd ter plaatse van de bron van verontreiniging, dus geen uitspraak kan worden gedaan over de aanwezigheid van een (residuele) zinklaag. Alle MIP sonderingen laten een verticaal verspreidingspatroon zien dat overeenkomt met het patroon dat typisch is voor een verspreidingspluim, met de hoogste concentratie in de goed doorlatende lagen.
Opdr. : Blz.
2112-0050-0001 7
-ţŪBRtl
SITUATIETEKENING MET SONDEERLOC ATIES
Situatietekening met sondeerlocaties
Projectnummer: Bijlage:
2111-0012-001 1
F :\Veld werk\21 \2112Ũ050ŨÛŨ\Acad\211200500001 A.dwq Get.
FDV
Datum: 18072012
Revisie Datum
Verste
z \
>
\
z
•-z
\
V
\
Z ÍS)
\
Z
^
\
z
li
z z z
z
z
z
Z
7
y
z
*
\
z z
Z
y z
\
z
z
\
z
z y
y z
\
\
z
z z^
í
z
y y z y
y
z
z
y
z
z
z
>z
s
co o m
\
m
m
o»
z
sflz
2
zZ
m CO m
z\
ia
m
Z
z
z
z
Z
z.
S
y
1
7 y
y
\
z
V CD O
Z CO
ca y-
\
\
y
\
\
\
-pJGRO
RESULTATEN MIP-DETECTOREN NAAST KLEEFMANTELSONDERINGEN
Situatietekening met sondeerlocaties
Projectnummer: Bijlage:
2111-0012-001 2
Vertical
Scale
1:140
MIP 1 C o n e R e s i s t a n c e [MPa] PWPľMPa'0,015] Friction Ratio [Vol 10
20
30
40
50
60
E C [mS/m'4] 8
70
10
PIDľV]
D E L C D ryi 0.00
0.05
0.10
0.15
0.20
0.25 0.00
0.05
0.10
0.15
FID 0.20
0.250.00
0,05
m
0.10
0.15
0.25
0.20
E
1
1
m «HÉ 5Í
í
*"; -
ikL'
1
8
9 10
10
11
11
12
12
ř
13
13
14
14
15
15
ei
16
16
17
17
18
18
19
9 ţ*
20
20
21
21
22
22
23 24
I-
23 24
i" ^•"•"ÿ^" ^^^^
25
25
26
26
27
27
28
28
Ir
29 30
In T C E - E q u l v a l e n t s
i Frictton Ratio in %
Friction Ratio in lb
Legend (Colon In Cone Resistant* Profile) Legend (Colors in Friction Ratio Profile) 1
Sensitive, fine grained
2
Organic soils, peat
3
Clay
4
Clay to silty clay
5
Clayey silt to silty clay
6
Sandy silt to clayey silt
7
Silty sand to sandy silt
6
Sand to silty sand
9
Coarse to medium sand
10 Gravel to gravelly sand 11 Very stift, fine grained 12 Very stifl sand 1o clayey sand Soil types 11 und 12 are heavily overconsolidated or cemented.
30
Estimated VOCL-Concentration
S o i l Density a n d C o n s i s t e n c y (interpreted)
R o b e r t s o n C P T Soil C l a s s i f i c a t i o n (modified)
29
|
|
HZ3
CD
very soft
very loose
soft
loose
firm
medium dense
Sufl
dense
very stiff
IB
very dense
Legend (Colors in D E L C D Profile)
[
10 - 50 mg/l
|
0 , 3 - 1 , 0 mg/l
BflH
50 -100 mg/I
j
|
1 - 1 0 mg/l
H^ļ
> 100 mg/l
hard
Project:
MIP-CPT FGSBV Driebergen (NL)
Test Location:
MIP1
Client:
FGSBV
Contractor:
Fugro Consult G m b H
Processed by:
ST
Test Date:
|
[
Fugro Consult GmbH In-Situ Technologies Ehlbeek 15 A Depth:
D-30938 Burgwedel Tal. *49 5139 9694-0. Fai *49 5139 896709
Vertical
Scale
1:140
MIP 2 C o n e R e s i s t a n c e [MPa] PWP[MPa*0,015] Friction Ratio [V.] 10
20
30
40
50
60
E C [mS/m'4]
70
D E L C D [V]
10
0.00
0.05
0,10
0.15
PID [V] 0.20
0.25 0.00
0.05
0.10
0.15
FID [V] 0.20
0.250.00
0.05
0.10
0.15
0.20
0.25
1
1 6
8
8
9
9
10
10
11
11
12
12
13
13
14
14
15
15
16
16
17
17
18
18
19
19
20
20
21
21
22
22
23
23
24
24
25
25
26
26
27
27
28
28
-29
29
30
30
Soil Density a n d C o n s i s t e n c y (interpreted)
R o b e r t s o n C P T S o i l C l a s s i f i c a t i o n {modified)
Estimated VOCL-Concentration in T C E - E q u i v a l e n t s
1Í - - - - - l - i -
ft
f 7
-
2
Organic soils, peat
3
Clay
4
Clay to silty clay
5
Clayey silt to silty clay
6
Sandy silt to clayey silt
7
Silty sand to sandy silt
8
Sand to silty sand
9
Coarse to medium sand
10 Gravel to gravelly sand 11 Very stiff, fine grained 12 Very stiff sand to clayey sand Soil types 11 und 12 are heavily overconsolidated or cemented.
r r
- » - 1 . - ». . j J 1 I I I - - - Į - -*--(-
t
1 1 1 1 I I - - - r - T -i1
i r
MM
1
I
1
1 T
Friction Rato in i t Legend (Colors in Cone Resistance Profile)
Sensitive, fine grained
-
La—
,
1
1.-1.-1-
- * - ŕ - t 1 - ļ
V,"
Friction Ratio in %
L e g e n d (Colors in Friction Ratio Profile)
-1 J LI
CD
CD
\ZZJ nzi
very loose loose medium dense
very soft Legend ( C o l o r s in D E L C D Profile)
soft firm
|
stiff
dense
very stiff
very dense
hard
I I
Project:
MIP-CPT FGSBV Driebergen (NL)
Test Location:
MIP 2
Client:
FGSBV
Contractor:
Fugro Consult G m b H
Processed by:
ST
Test Date:
0 , 3 - 1 , 0 019/1 I
1 - 1 0 mg/l
|
PJPJI P^PJ
1 0 - 5 0 mg/l 5 0 - 1 0 0 mg/l > 100 mg/l
IBRD
Fugro Consult GmbH In-Situ Technologies Ehlbeek 15 A Depth:
D-30938 Burgwedel T«l. *49 5139 989**, Fŭx *49 5139 895709
Vertical
Scale
1:140
MIP3 C o n e R e s i s t a n c e [MPa] PWP[MPa*0,015] Friction Ratio [V,] 0
10
20
30
40
50
60
70
0
2
4
E C [mS/m'4] 6
8
D E L C D [V]
10
0.00
0.05
0.10
0.15
PID [V] 0.20
0.25 0.00
0.05
0.10
0.15
FID [V] 0.20
0.250.00
0.05
0.10
0.15
0.20
0.25
Í
Q
1
1
3 ft 8
8
5
10
1
10
bi 11
11
if
12 13
12 3
14
14
15
15
16
16
17
17
18
18
19
19
-20
20
21
21
22
22
23
23
24
24
25
25
26
26
27
27
28
28
29
29
30
30
Estimated VOCL-Concentration
S o i l Density a n d C o n s i s t e n c y (interpreted)
R o b e r t s o n C P T Soil C l a s s i f i c a t i o n (modified)
in T C E - E q u i v a l e n t s
-IİM Mil
"T '•™1™T™"1W
-
Ŵ-İ--H-B
---
Lad
1.0 --o!
'
I?
o
•tďt-x;
'^nfflHHHrsansľM
ļe-at-y
/'•BUJJJjaaaaarjBwwa
0.1
4-H+ 0
1
2
3
4
5
6
7
Friction Ratio in %
Legend (Colors In Friction Ratio Profile) 1
Sensitive, fine grained
2
Organic soils, peat
3
Clay
4
Clay to sitty clay
5
Clayey silt to silty clay
6
Sandy silt to clayey silt
7
Silty sand to sandy silt
8
Sand to sitty sand
9
Coarse to medium sand
Legend (Colors In Cone Resistance Profile)
CD
ļ
|
very loose
|
|
loose
CD CD CD
• M B
medium dense
very dense
Legend (Colors in D E L C D Profile)
soft firm
I
stiff
I
very stiff
I
5112294 FGSBV MIP-CPT Driebergen II
Test Location:
MIP3 FGSBV
Contractor:
Fugro Consult GmbH
Processed by:
JD
Test Date:
1 0 - 5 0 mg/l
p a a j
5 0 - 1 0 0 mg/l
1-10mg/!
HSaj
? 100 mg/l
IBRD
Fugro Consult GmbH In-Situ Technologies
12 Very stiff sand to clayey sand Soil types 11 und 12 are heavily overconsolidated or cemented.
I
I
0 , 3 - 1 , 0 019/1
hard
Project:
10 Gravel to gravelly sand 11 Very stiff, fine grained
•)| •1
dense
very soft
EWbeek15A Depth:
D-30938 Burgwedel T«l. .49 5139 9894-0, F»« *49 5139 895709
Vertical
Scale
1:140
MIP4A C o n e R e s i s t a n c e [MPa] PWP[MPa*0,015] Friction Ratio ĨV.1 10
20
30
40
50
60
E C [mS/m'41
70
10
DELCD 0.00
0.05
0.10
PIDM
M
0.15
0.20
0.25 0.00
0.05
0.10
0.15
FID rvi 0.250.00
0.20
0.05
0.10
0.15
0.20
0.25
f 1
1
t-
Ï
r Ï 8
8
9
10
10
11
11
12
12
13
13
Ï
14 15
14 15
16
16
17
17
18
18
19
19
20
20
21
21
1
22 23 24
22
23 24
25
25
26
26
27
27
28
28
1
29
29
Estimated VOCL-Concentration
Soil Density a n d C o n s i s t e n c y (interpreted)
R o b e r t s o n C P T Soil Cl a s s i f i c a t i o n (modified)
in T C E - E qui vale nts
-C- - - - - 1 - J J L
L-l-lJ
1
-, -
-v
i—i—ri
MÍ
I
r,r
- ,
'
in
i l l
- - - » - - « . -4~ 1 I I 1
1 1
- - -r--r -iir - r - i 1
i
. i
i r i i
1
-
! IIP
Friction Ratio in ţt Legend (Colors In Cone Resistance Profile) L e g e n d (Colors in Friction Ratio Profile) 1
Sensitive, fine grained
2
Organic soils, peat
3
Clay
4
Clay to sitty d a y
5
Clayey silt to silty clay
6
Sandy silt to clayey sift
7
Silty sand to sandy silt
8
Sand to silty sand
9
Coarse to medium sand
j
|
very loose
|
ļ
loose
j^ļH
medium dense dense
12 Very stiff sand to clayey sand Soil types 11 und 12 are heavily overconsolidated or cemented.
very soft Legend ( C o l o r * in D E L C D Profile)
soft firm
[
stiff very stiff
• u
very dense
ļ
j
0,3-1,Omg/I
j
I
1-10mg/!
hard
Project:
5112294 FGSBV MIP-CPT Driebergen II
Test Location:
MIP4A
10 Gravel to gravelly sand 11 Very stiff, fine grained
CD CD CD CD
FGSBV Contractor:
Fugro Consult G m b H
Processed by:
JD
Test Date:
|
1 0 - 5 0 mg/l 5 0 - 1 0 0 mg/l
i^^H
> 100 mg/l
IGRD
Fugro Consult GmbH In-Situ Technologies Ehlbeek 15 A Depth:
D-30938 Burgwedel T«l. *49 5139 9694-0. F»i f49 5139 895709
BESCHRIJVING MIP-SONDERING
Algemene beschrijving MlP-sondering
Projectnummer: Bijlage :
2112-0001 3
-plena
BESCHRIJVING MIP-SONDERING MlP-systeem Het MlP-systeem van Fugro is uitstekend toepasbaar om grond-, bodemlucht- en grondwaterverontreinigingen met vluchtige componenten vast te stellen. Hiertoe wordt een speciale conus met behulp van sondeerapparatuur de bodem ingebracht. Conus De conus is uitgerust met de standaard meeteenheden om de conus- en wrijvingsweerstand in de bodem te meten (bepaling van de bodemopbouw). Daarnaast bevindt zich in de zijwand van de conus een membraan (38 cm boven de conuspunt). Het hydrofobe membraan is alleen permeabel voor apolaire vluchtige stoffen (en dus niet voor water). Achter het membraan worden de doorgetreden componenten opgenomen in een constante gasstroom, die bovengronds geanalyseerd wordt met behulp van verschillende detectoren (FID, PID en/of DELCD). Het membraan wordt verwarmd tot een temperatuur van ongeveer 100 "C om de uitwisseling van verontreiniging tussen bodemfase en membraan te verbeteren. Hierdoor wordt de detectielimiet verlaagd.
N2
naar detector ttingselement ļ verhittii
Jļ ^-hydrofoob membraan, ~ permeabel voor vluchtige verbindingen . wrl jvtngsweerstand (kleefmantd)
à *vpunt Z conusweerstand
Het MlP-systeem moet duidelijk gezien worden als "screening tooi". Als gevolg van niet vergelijkbare referentiemetingen, de schommelingen in temperatuur van de conus en verschil in de fysische/chemische omstandigheden in de diepte is de correlatie tussen output van de detectoren en het daadwerkelijke concentratieniveau in de onderzochte bodemfase moeilijk te leggen. De door het membraan tredende stoffen kunnen zowel uit de waterfase als uit de geadsorbeerde fase afkomstig zijn. Algemene beschrijving MlP-sondering
Projectnummer: Bijlage:
2112-0001 3
CRD
Met behulp van het MlP-systeem wordt wel een goed beeld verkregen van de verspreiding van de verontreiniging in de verticaal. Als detectielimiet voor de meest gangbare vluchtige koolwaterstoffen worden globaal concentraties in de orde van 100 u.g/1 aangehouden. MlP-detectoren Op het MlP-systeem kunnen drie detectoren aangesloten worden: FID : Flame lonisation Detector, PID : Photo lonisation Detector, DELCD : Dry Electrolytic Conductivity Detector. Tevens bestaat de mogelijkheid om een GC-systeem aan het MlP-systeem te koppelen. De FID-detector is in staat om alle koolwaterstofverbinding te detecteren. In de FID-detector worden de koolwaterstofverbindingen geïoniseerd na het passeren van een vlam. De geproduceerde ionen veroorzaken een elektrische stroom nadat ze opgevangen zijn door elektroden. Uit de resulterende potentiaal kan een relatieve concentratie van de koolwaterstoffen bepaald worden. Het meetprincipe van de PID-detector is ook gebaseerd op ionisatie. Het verschil met de FID is dat de ionisatie nu plaats vindt op basis van UV-licht. De koolwaterstofverbindingen worden door UV-licht geleid waarbij de ionisatie plaats vindt. De ionen veroorzaken ook hier een elektrische stroom. Sommige stoffen worden gemakkelijker geïoniseerd dan anderen. De hoeveelheid energie die noodzakelijk is om een elektron te ontnemen aan een component wordt Ionisatie Potentiaal (IP) genoemd. Iedere component heeft zijn eigen IP; hoe lager de IP, des te lager is de hoeveelheid energie die noodzakelijk is om de bewuste component te ioniseren. De IP wordt gemeten in elektronvolts (eV). In een PID-detector vindt ionisatie plaats door middel van een ionisatielamp. Er bestaan verschillende lampen met verschillende potentialen. Door gebruik te maken van een lamp met een specifieke potentiaal kunnen alle stoffen met een lagere Ionisatie Potentiaal geanalyseerd worden. Voor de PID komt dit er op neer dat alleen koolwaterstoffen gedetecteerd worden met een IP van lager dan 10,2 eV (dit zijn met name de onverzadigde koolwaterstoffen zoals chloorethenen en aromaten). Dit in tegenstelling tot de FID waarbij alle koolwaterstoffen via een verbrandingsproces geïoniseerd en dus gemeten worden als totale relatieve concentratie. De uitslag van een specifieke koolwaterstofverbinding verschilt veelal voor een FID- of een PID-detector. De PID-detector is specifieker dan FID-detector. Daarentegen is de stabiliteit van het FID-detector veel beter dan die van de PID-detector. De DELCD detector kan specifiek chloorhoudende koolwaterstoffen aantonen. Het principe is gebaseerd op de oxidatie van gechloreerde koolwaterstoffen tot chloordioxide ( C I O 2 ) , dat bij hoge temperaturen elektrisch geleidend is in de gasfase.
Algemene beschrijving MlP-sondering
Projectnummer: Bijlage :
2112-0001 3
GRD
In navolgende tabel 1 is het detectiegebied van de verschillende detectoren aangegeven. Tabel 1 Detectiegebied detectoren Detector Aromatische Koolwaterstoffen PID V FID V DELCD X
Gechloreerde Koolwaterstoffen V/x » 5
Methaan ' 1
X
X V V = worden gedetecteerd; X^kunnen niet gedetecteerd worden methaan is soms aanwezig in Nederlandse bodems afhankelijk van het soort gechloreerde product en de gebruikte instelling van de detector 1)
2 )
Voor elke gedetecteerde component geldt een specifieke responsfactor (bijlage 5). Dit reflecteert het feit dat bij de detectie van twee componenten met dezelfde concentratie, een verschil in respons verkregen kan worden. Deze specifieke responsfactoren verschillen ook per type detector. Naarmate de responsfactor van een stof hoger is, is de detector respons voor een standaard concentratie van die stof hoger. Voor de PID zijn (in bijlage 5) correctiefactoren weergegeven. Hoe lager de correctiefactor hoe hoger de responsfactor voor de betreffende stof. De responsfactoren in de FID- en PID-detector voor de meest gangbare koolwaterstoffen kunnen respectievelijk een factor 2 en een factor 10 verschillen. Bijlage 5 geeft een overzicht van respons factoren voor de FID- en correctiefactoren voor de PID detector voor enkele bekende koolwaterstof verbindingen. De respons van de DELCD detector is recht evenredig met het aantal chlooratomen dat er in het onderzochte gas aanwezig is. Vinylchloride wordt derhalve met behulp van de DELCD detector alleen aangetoond als er (zeker ten opzichte van de interventiewaarde) relatief hoge concentraties aanwezig zijn. De detectielimiet voor vinylchloride is op de DELCD bijna vier keer zo hoog als voor tetrachlooretheen (per), op de PID is de detectielimiet voor vinylchloride echter lager dan voor per. Bepaling bodemopbouw m.b.v. elektrische sondering De beschrijving van de bodemopbouw wordt gebaseerd op de resultaten van de elektrische sondering (conusweerstand en de wrijvingsweerstand) op de betreffende locatie, samen met ervaring die is opgedaan in vergelijkbare bodemtypen op andere locaties. De interpretatie is verder onderbouwd door gebruik te maken van informatie uit reeds uitgevoerd bodemonderzoek. De conusweerstand en de wrijvingsweerstand worden geregistreerd door een belastings meter in de conus. Gedurende het onderzoek worden gegevens van de conusweerstand, de wrijvingsweerstand en het wrijvingsgetal (ratio van locale wrijvingsweerstand en conusweerstand) continu geregistreerd. Op basis van het wrijvingsgetal en de conusweerstand kan door deskundigen een inschatting gemaakt worden van het bodemtype. Voor informatie betreffende de interpretatie wordt verwezen naar het infoblad elektronisch sonderen. Bij MlP-sonderingen in combinatie met de Piëzoconus is op de standaard sondeergrafieken waarop de resultaten van de meting van de waterspanning zijn gepresenteerd, is ook de wateroverspanningsindex weergegeven. Dit is de verhouding tussen de waterspanning en de conusweerstand. In het algemeen kan worden gesteld dat een hoge index, ofwel een piek in Algemene beschrijving MlP-sondering
Projectnummer: Bijlage:
2112-0001 3
~|ĪJERa
de gemeten waterspanning, een minder permeabele laag weergeeft. Voor informatie betreffende de interpretatie word verwezen naar het infoblad Piëzoconus. Uitvoering sonderingen De sonderingen worden normaliter uitgevoerd met behulp van een sondeertruck, uitgerust met een hydraulische sondeeruitrusting (capaciteit 200 kN). De truck is voorzien van ballast zodat met een capaciteit van circa 180 kN gewerkt kan worden. De ROST™sonderingen zijn uitgevoerd met een elektrische kleefmantelconus met een capaciteit van 75 kN. De ROST™sonderingen worden continu uitgevoerd. De MlPsonderingen worden semicontinu uitgevoerd. Normaliter wordt ongeveer iedere 0,3 tot 0,5 m de MlPsondering tijdelijk gestopt teneinde de membraantemperatuur te laten optimaliseren. Nabewerking van de data De verkregen data worden digitaal opgeslagen en vervolgens m.b.v. verwerkings programma's uitgeprint. De gegevens van de MlPsonderingen vereisen een nabewerking. De nabewerking omvat het aanpassen van de basislijn van de detectoren en het eventueel verwijderen van zgn. spikes. De basislijn wordt zodanig aangepast dat deze zo dicht mogelijk op de 0 mV lijn ligt. Een basislijn kan gedurende de meting verschuiven (drift) en is zodoende niet altijd constant. Spikes zijn eenmalige uitschieters binnen een grote reeks van gelijkwaardige getallen, die meestal veroorzaakt worden door storingen in de dataacquisitie. De PIDresponses, FIDresponses, DELC D, conusweerstand, wrijvingsweerstand, en het wrijvingsgetal worden overzichtelijk naast elkaar gepresenteerd om zodoende een optimaal beeld te verkrijgen van een eventuele samenhang tussen de uitslagen van de detectoren en de gelaagdheid in de bodem. Aandachtspunten Het is van belang enige beperkingen en aandachtspunten van het MlPsysteem te noemen. De aanwezigheid van een hogere concentraties en/of zaklaag kan zorgen kan leiden tot condensatie van verontreinigingen in het MlPsysteem. Dit kan leiden tot een verhoogde detectiegrens waardoor de verontreiniging onder een zaklaag of een laag met hogere concentraties niet goed in beeld gebracht worden. Met de MIP worden alle (semi) vluchtige VOC's gemeten en kan natuurlijk geen onderscheid gemaakt worden tussen wel en niet door VROM of EPA. voor chemische analyse geselecteerde VOC's. De mate van respons (en daarmee de detectielimiet) is afhankelijk van de samenstelling van het te onderzoeken product.
Algemene beschrijving MlP-sondering
Projectnummer: Bijlage :
2112-0001 3
-ļŪBRa
LIJST MET T E DETECTEREN STOFFEN MET PID EN FID DETEC TOR
Lijst met de detecteren stoffen met PID en FID detector
Projectnummer: Bijlage:
2111-0012-001 4
~ļŪBRa
COMPOUNDS D E T E C T A B L E W I T H PE PHOTOVAC PD3s, FIDs AND P O R T A B L E GAS CHROMATOGRAPHS IONIZATION COMPOUND Acetalddņae Acetic AcU
ANALYZER
IONIZATION
POTENT lAl/eVi GC PI n o 10,21
V
V
1037
Acetone
9,6»
AcetoattrBe
1240
Acetylene*
1M1
Acetyleae DkakwMe
MO
Acetylene Tetreb rondde
n-P-
Acrolein
10,10
Acrylooitrtle
10,91
AUeae
V
V
V V
D COMPOUN
ANALYZED
POTENTULfeVt GC Pin Fin
4 3-Bromoprapeae
9,70
V
V 2-BroButWopkene
843
V
V
V o-Bromotohttae
8,79
*J V
V
V ia-Broa»tomcae
Ml
•i V
«47
V
*J V
V V a-BroaMtskMae V 1,3-Butaákne
9,07
V 2J-BaUHUoae
903
V B-Batanel
9*3
V
V
V
9,83
V V
V V 2-Butanal V V n-Botaae
10,63
V V
V V
Allyl Akoaol
9,67
V
V
V 2-Bataaone
9^3
V
V
AIM ChiorUc
10J0
V bo-Bntanol
10,47
AmiDoctìuatol
9JT1
V
V
V lec-Bntaaol
1003
V
V
2-A-atoo»yrMnie
V4
V
tert-Bataanl
IO45
Ammonia
104S
1-Bateae
9.58
V
V
943
V ^
9,73
V V
B.B.
V
cb-2-Batene
sec-Amjr! Acetate
••P
V
tnui»-2-B«te»í
943
AalHne
7,70
V
it-Butyl Acetate
10,01
sec-Botjt Acetate
9,91
V
t-Bmtĵt Acetate
9,90
V
V
V
a-Butyl Alcohol
1044
*J
V
8,71
V
V
a-Amyl Acetate
Antaw
9*9
^
BemaMefcya'e
9,53
V
Benzene
«45
Dtaztnethlol
«33
Bouyl Ckioridi
9,14
Bromobenxene
a\98
1-BroaMkataae
10,13
2-Broroobotane
9,98
l-Broawkataaoiie
9J54
l-BnMno-2-caIoroetkiiK
10^3
Bromocatoromcth&ne
10,77
BnxaoďcMoroa»etaane
10,59
V
«,
1'
V n-Batyļnaaií l-Butyuuabie
8,70
-i i-Butynualae
8,70
1 V t-Botybuniae
«44
V V
' ' V n-Butyibenxeae
8,69
V
V V
1
Aİ l-Bntylaenieae
8,68
V -J i| t-Butylbenzene
84»
f
Butyl CeDosolvrS
8,68
V t-Botyl Etkaaoatc
9,95
V V
•J
if
•J
V
V
V V
V
1 V
V
V
l-Broceo-3-caloropropene
n.p.
J
V
n-Butyi Mercaptan
9,15
V
Bromoethane
10,28
V
V
t-Butyl Mercaptan
9,03
*J
Bromoetaeae
930
V
if
bo-Butyl Mercaataa
Bromoform
10,4*
V
-V l-Batyl Mrthaaoate
I-Bnaao-S-heiaaone
94*
V
V a4ert-Barj4toneae
M5
Broarancthaae (Methyl Bromide)
1ŬJS3
V
V 1-Butyne
1048
Bromometayl Ethyl Ether
10,08
V
^ 2-Bntyae
9^5
l-Bromo-2-mctaylnronalie
10,09
V
V o^Butyrmldenyoe
9^6
2-Br»no-2Hnethylpropane
939
V
V CarfcenDtndflae
10,13
V
1-Bromepeataae
10,10
V
V
V Carton Tetrachloride*
11^8
V
1-Broawaropane
10,18
V
V
V
up.
*J
V
2-BromoaroBaae
10,08
V
V
V OaoraacetaUatyae
10,16
V
V
i|
V Chlorokeoieae
947
•J
*J
if
10,77
1-BroaMaropene
9J0
2-Broeaoproaeae
10,06
•J
•J
CeaVMoKe Acetate
CmorobronMMutaane
Lijst met de detecteren stoffen met PID en FID detector
9,12 10,46
Projectnummer: Bijlage:
V V
2111-0012-001 4
" ţ ū o R a
IONIZATION COMPOUND
IONIZATION
ANALYZER
ANALYZE
POTENTIALÍeV» GC PID FID
COMPOUND
POTENTIAL/*Vi GC PI FID
n.p
V V V V V V
i-Oüoro-2-hrotnoetìuuie
10,63
V V V 14-ĎAnMnoManc
1 Chlorobutan*
1047
V V V 1,4-Dibropwbotmtic
2-CbJorobutane
io*s
4
4
4
14ľhloro»«t»nooe
944
4
4
4
Dlbrowirblnropropanc
«•P-
1 -Cblon» 2^-cpoxy»ro*MM
1040
4
4
4
l,l-Dtbra-«ie^bane
10,19
Cltforoe«li»jK(E^Ci»oriae)
io*i
4
4
MbranonaMW
10^9
CWoroetbene (Vtayt Chloride)
10,00
4
4
4
14-lWbroinupropmne
1044
2-Chloroethoiretbene
1041
4
4
4
24-Dthroenopropooe
•-P-
1-CUora 2-fluorokcnzese
9,u
4
4
4
Dibaiyianane
749
1 -CMoro-3-0«orobenzen*
»ai
4
4
4
I J MchiorobeKzeoe
947
V V V V V
c^l-Chloro-2-ll«wroethene
9*i
4
4
4
1,3-nichloroboxane*
••P-
4
4
4
1,4-Dtcluonbutaae*
n-n.
4
4
4
4
d^l,4-Dkmloro-2-batene
"-P-
4
4
4
trmm-1 -CMOTCK2 flnoroethene
9*7
4
4
104»
V
V V
V V V V V V V V V V V V V V V
4
ChJorofomi*
1147
4
4
o-Chloro4o4oWenxene
«48
V
V V 24-DtrJüofob«tsBe*
"-P-
4
4
4
4
4
ĹVorooMthylethyl Ether
ïaja»
4
4
4
24-lMchkjroantane*
o-P
4
ChloiunMlhjbniIhjl Ether
104s
4
4
4
3^Dtchtorob»t«i»r*
n-p.
4
4
4
4
U-MiMiiriiHi.il*
114*
4
4
4
V V
14 Dichleroethene (Ethylene Diehloride)'
II44
4
4
4
94S
4
4
4
l-CMoro-2 ntilhylnrope-.r Chloroprene
itX 843
4
4
V
1-CUoroprofww*
1042
4
4
4
c^l^-Dickloraetkene
2Xhioro«ro»*nc
10,78
4
4
4
trsmt^l4-DlehJoroe«kene
94«
4
4
4
1040
4
4
4
a
3-Chloro propene
1044
4
4
4
l.t-Dictnoroetneae
rCMoratyrene
•.p.
4
4
4
Dlrhloroethyl Ether
••P-
4
4
4
«J V V
DichlofoaKthuM (Methylene CMerine)*
1145
4
4
4
*i
^ *í
14-DteUoropnpane'
IO47
4
4
4
1045
4
4
4
2-Çhi^hį-phrm
848 «43 «43
4
4
4
14-I)ichlore»rapo«ie-
p-Chlorotonirne
«.70
4
4
4
1,1-DlehloroaropanBnr
9,71
4
4
4
o-CreJol
8,48
942
4
4
4
u-Creool
V V V V
24-DkMoronranene
8,48
V V V V V
Dicydopentalieae
7,74
4
4
4
Dfetboxymethane
9,70
4
4
4
n-Cretol
848
Cujnene (1-Prepyl Benzene)
8,75
Dtetnybunhie
8,01
Crotonohlehļroe
9,73
4
4
4
nicthytaailnorthanol
848
Cysnoethene*
10*1
4
4
4
Diethyl Ether
943
V
Cyanogen Bromide*
ia*i
4
4
Diethyl Ketone
942
3-Cymneprofene
1049
843
Cycklbntane
1040
CyciohexMke
«4*
V V V Diethyl StülMe V V V 1,2-Dtflaorobenzene V V n 1,4-DUInoroWsiieae
Cyflobci—ol
1040
4
4
4
114»
V V V V V
Cydohexaftone
»44
4
4
4
945
4
4
4
Cydooexene
845
V V
944
4
4
4
Cydo-octatetraene
74»
V V V Dnoohotyl Ketone
944
4
4
4
Cydopentadlene
845
DtiaopropyuKxbK
7,73
4
4
1,1-Dlmttlwryetlune
»4S
4
4
4
1040
4
4
4
4
4
Cyclopestane
V V
1
1
V V V V 4
»4«
Dhnilniiijniimniii nhnilhjlinn.1
«44
V *
ItaKfnyhuun»*
743
4
4
4 y
24-nimethylbBtn(iene
8,72
4
4
4
4 y
2 J Dbnethylbiitue
104*
4
4
4
»4i
Cyclopropane
104*
V
Dlacttone Akohol
V V V V
V V V
Cydooentene 2-Decanoete
945
V V V V
1042
*f V V V V n
CyejopentBAfHlf
DUodoaMthane
941
V V
940 m.ţ
4
Lijst met de detecteren stoffen met PID en FID detector
Projectnummer: Bijlage:
2111-0012-001 4
-pJORO
IONIZATION COMPOUND
ANALYZER
POTENTIALfcV) Ģ Ç P I
IONIZATION
FID
COMPOUND
ANALYZE
POTENTIALfeV) GC PID FID
2.2 IXmeUijlbuUn 3 oar
9,1*
V
V
V
HKuio-Flnoroecatene
940
V
4
4
24-Dfanethylbutaae
10,02
4
V
V
n»ne-Fhioroethene
1047
4
4
4
24-Dtmethyl-2-b*tene
Ķ30
4
V
V
BMno-Flanroeaethatial
1140
4
4
4
3 J WmrthylbtrUnoor
9,17
4
4
V
nnorotrlhromomethane
1047
4
4
4
Dimethyl Dhnlfldi
«4*
4
V
if
o-Fntorototoene
841
4
4
4
Dtoethyl Ether
1040
4
V
V
m-Finorotolucnc
842
4
4
4
DtmeOtĵltanmÊüUt
9,45
V
if
p-Fluorotohiene
8,79
4
4
4
34-Dfautayl^heptaBOae
944
V
V
Formaldehyde
1048
4
V
MS
V
V
Freon 11 (Fhtorotjlchloroinethajie)
11.77
4
2J-Ofmrthyl 3 peoUoooe
«48
4
i|
4
Freon 12 (DkHorodtoaoromethane)
1241
4
2,2 Dimrthylpropane
1045
4
Dimethyl Sotfldc
M9
4
V
V
Freon 13 B-l (Broniotrlltuoroniethaae)
1248
IX a propyl DieatOde
847
4
V
V
Freon 14 (Carhoo Tetraflooride)
1645
4
DÍ . propyl Ether
947
4
if
4
Freon 21 (Dtetikrotntorocnethane)
1240
4
DM-propyl Ether
940
4
V
V
Freon 22 (Odorodiirooroniethane)
1245
4
Di-B-propylaxniae
744
4
4
Freon 113 (lJ-Didnorotrflnioroethane)
11,78
Di-n-nroayi Salfide
«40
4
4
Faraa
«49
4
4
4
14-Moxaae
941
4
4
Fnrfcryl Alcohol
•*
4
4
4
K-dchkirohydrbi
1040
4
4
4
Farfuml
941
4
4
4
Ethane*
1145
V
4
4
n-Hestene
10,07
4
4
4
Ethanol
1042
4
V
V
2 Heptaaooe
943
4
4
4
rUhaaolaiahu
947
V
4
4-Bentanone
9,12
4
4
4
FttMnerlnol (Ethyl Mercaataa)
949
4
V
4
n-Hexaae
10,18
4
4
4
1041
*J
4
4
Heianoae
o-P
4
4
4
1041
V
4
4
2-Hexanone
944
4
4
4
4
4
4
1 Hexene
94*
4
4
4
aec-Hexyl Acetate
•LB.
n.p.
4
4 4
Ethene (Ethylene) Ethyl Acetate Ethyl Acrybtfe Ethytaaan*
o-P-
1241
4
«4«
4
4 4
4
4
4
9,10
if
4
4
Hyaiwfate
Ethyl beiuene
8,76
4
4
4
Hydroten Selenide
948
4
Ethyl Bronüde
1049
4
4
Ilydrocm SnMde
10,46
4
4
Ethyl Batyt Ketone
941
4
V
V
HydroeenTeBurlde
9,14
4
4
Ethyl Chloride
11,01
4
lodobemene
8,73
4
4
Ethyl Chioroacetatr
1040
y
V
4
l-Iodohutaae
941
4
4
Ethyl Etaanoate
10,10
4
4
2-Io4obatane
9,09
4
4
Ethyl Ether
941
4
4
Iodoetbnne (Ethyl Iodide)
943
4
4
Ethyl Dtamlflde
847
4
4
Iodonaethane (Methyl Iodide)
944
4
4
EthyieneClikjrohydrBl
1040
if
4
1 lodo 2 aaithyl pro pane
948
4
4
Ethylene DikrotaWe (EDB)
1047
4
4
1-lodo-2 aaeUiylpropane
942
4
4
Ethylene Oxide
1046
4
4
1 -Iodopeataae
949
4
4
Ethyl Formate
1041
V
V
V
1-Iodopropane
946
4
4
Ethyl Iodide
943
4
if
if
2 lodopropane
947
4
4
Ethyl Mercapten
949
if
4
o-Iodotohttne
842
Ethyl Methanoate
1041
V
V
V
tn-Iodotoloeae
841
Kth)1 laothiocyanal*
»,14
V
4
4
p-Iodototaene
840
Ethyl Methyl Sulfide
845
V
if
beamyl Acetate
940
4
4
Ethyl Proamnoaie
HM»
4
4
laoaitryl Alcohol
10,16
4
4
Ethyl Trichkroacetate
10,44
4
4
Isohatane
1047
4
V
Ethyl Amyl Ketone
4
4
Lijst met de detecteren stoffen met PID en FID detector
Projectnummer: Bijlage:
4
2111-0012-001 4
~|ŪGRO
IONIZATION COMPOUND
ANALYZER
IONIZATION
P O T E N T I A L L Y ) C C PI FID C OMPOUND
Iaolmtyauniae
8,70
bobutyl Acetate
•47
Iaoburyl Alcohol
10,47
Iaobatyl Formate
10,44
botiertykae
9,43
bobntyrnkleayae
9,74
V V V V
V V V
V
ANALYZE
POTENT IALfeVi G C PID FID
Methyl laobutyl Ketone (MIBK)
940
Methyl bohutyrate
948
Methyl Iiocyanate
10A7
lMethyt4bopropyl benzene
••n.
Methyl Iiopropyl Ketone
942
Methyl Mercaataa (Methanetuoi)
9,44
Methyl Methacrylate
9,74
V
V V V
V
V V
boaeatane
1042
V
boareae
845
V
V
Methyl Methanontr
1042
Isopropyl Acetate
949
V
V
2Methyl pentane
1042
V
V
V
bopropyt Akohol
10,16
3Methylpenlane
1048
V
•J
V
Isopropybniilnr
8,72
2Methyipropnne
1046
V
V
V
iMpropytbenzene
8,75
2Methyl propane]
9,74
Iaopropyl Ether
940
2Methyl2propant)l
9,70
•J
V
2Methyl propene
943
Methyl apropyl Ketone
949
Methyl Styrene
845
Moneanethyt Hydrazine
840
NanhthnW
840
NitrkOiMe
94s
Nttro benzene
942
•J V V
V V
9,71 Ketone
941
Methylene
840
V V
MeattytOxMe
948
Methane
1248
*J
Methanol*
1045
V
Methyl Acetate
1047
Methyl Acryhrt*
10,72
Methybinate
847
Methyl Broaahte (Bronwnaethane)
1043
2Methyl14 hntaihmi
845 9,71
V
1041
V
2Mcthyllbotene
942
3Methyil bntene
941
V
3Methyl2bntene
8,67
V
Methyl tertBotyl Ether
9,41
Methyl nBotyl Ketone
944
Methyl Botyrate
1047
V V
V
••P
V
oP
V
1045
Methylchlorororm (1,1,1TCA)*
1145
Methylcydohexaoe
945
*J
Methylcycioheianol
940
V
MethylcydobeTanoae
9,05
V
pNUrochloro benzene
94*
nNonane
1041 940
V •J
3OrtaaoM
9,19
V
4Octanone
940
1Octene
942
1043
ctilJPentaeUene
849
ttana14Pencaaaeae
846
nPcatanal
942
24Peatane4loae
847
2Pentanone
949
3Pentanone
942
V
V
1Pentene
940
Pertraoro2iotrnc*
1145
Perflnorolheptene
10,48
a Pertlnoro propyl Ioakte
IO46
V
841
V
946 nPertmoropropyl Methyl Ketone
1048
Methyicydopropane
942
Phenol
849
Methyl Dlrhloroncetate
10,44
V
Phenyl Ether
849
Methyl Ethnaoate
1047
V
Phenyl laocynaate
8,77
Methyl Ethyl Ketone ( M E K )
943
Pboanhme
946
Methyl Ethyl Solftae
845
2Methyl Fnren
849
Methyl IoeUde
944
V V V •t
V
1044
aPentanc
V
V V
•Octane
V
V
V
5Noaanone
V
*J V V
V
Methyl Chloroacetate
4MetrrrlcycJohezene
V
V
2Mcthytnntaae
Methyl CeBoaotve Acetate
«J
V
2Methytbatanal
Methyl Ceaoaolve
V V
Plnene
847
Propndlene
10,19
nPropanal
945
Lijst met de detecteren stoffen met PID en FID detector
Projectnummer: Bijlage:
V V
V
V V
V V V V V
V V V •J
V V
V
V V
V V V
V V
2111-0012-001 4
-pJGRO
IONIZATION COMPOUND Propane*
POTENT lALleVi 1147
ANALYZER
SEPJ V
IONIZATION
FJD
n
n
l,l,l-Trlfluoro-2-io4oethnne
IO40
V
V
1-Propenetblol
940
V
Triflaorolodota ethane
1040
V
V
n-Propanol
1041
V
Trtfltioromethyl benzene
9,68
Proponone
9,C9
V
V
Triflnoromethyicyctohexanr
1046
Propene
9,73
144-Trlfluoropropene
1040
Prop-1 -ene-2-ol
140
Tiliiiilajliinaii
742
947
•J V
V V V V
Prop.2-cae-l.ol
24,4-Trhnethyl Pentane
946
PropioeuUdekyde
94*
2X4-Trtlnethyl-3-pcntnnone
842
V
V
a Propyl Acetate
10,04
V V V V
V V V V
V
n Valeraldehyde
942
• Propyl Akohol
1040
V
Vaiyl Acetate
949
a Propylamine
8,78
V
Vaiyl Bromide
940
V V
V V
•-Propyl benzene
8,72
Propylene
9,73
Propylene Dichloride
1047
•J
Propylene bnine
8,74
Propylene Oxide
IO42
o-Propyl Ether
947
V V V
V V *J V V V
V V V V
•-Propyl Formate
1044
Propyne
1044
Pyridine
942
Styrenc
8,47
V
V
ANALYZE
POTENT IAL/eV) G C f i r ,
COMPOUND
V V
Tetnbrornoethane
up.
*J
V
Tetrachlotoethylene (PCE)
942
V
V
V
V
V V V
V
V •J
Vbiyt Chloride (Caloroetheae)
10,00
V
4-Vinylcyclobexene
843
V V
Vmyl Ethaaoate
9,19
Vinyl Fmoride
1047
VaryHdeac Chloride (1,1-DCE)
1040
Vtayl Methyl Ether
843
0-Vinyl Toraeae
840
o-Xyiene
«46
V
•n-Xylene
846
V
p-Xyleae
8,45
2,4-Xyidlae
74S
V V V V
V
V
V
V
V
*Tbe sensitivity of the 2020, TIP, MkroTTP and GCs to these coapounds may be enhanced uiing an 11.7 eV lamp instead
M4J-Tetnn^roecaaBe
••P-
1444-Tetraclüoroethane
11,10
Tetrafiooroethene
10,12
Tetrahydroniran
944
1,1,14-TetrachloropropajK
"-P-
1444-Tetracaioropropane
o-P
TUoethanol
949
TMonwtiianel
944
Thiophene
846
1-TMoaropanol
940
Toluene
842
o-Tohndme
7,44
Trtbromoethene
947
1,1,1-Trlchlorobtnnnoae
944
V
lJ4-Trlchloroethane*
1145
V
l.U-Triduoroethnae'
1140
V Applications Department at Photovac Monitoring Instruments. V
V
V TIP and MicroTIP are Trademarks of PE Photovac.
Trtettloroetaylene (TCE)
9,45
Trlchloroatethyl Ethyl Ether
10,08
144-Triehloropropanr
V of the standard 10.6 eV lamp energy.
a-p.
Triethylaaűne
740
14,4-Trlfhlorobenzene
V V
V n.p. - not published V V GC - Voyager, 10S+, 10S70,10S50,10S30,10S10 and 10A10 PID - 2020, TTPI, , T I P n , MicroTIP MP-100, HL-200,
*i
V V V
ť V
V
V V For further information, please contact the Technical Services/
Freon ® is a Dupont Registered Trademark. Cellosolve ® is a Registered Trademark of Union Carbide V
947
V
lJĴ-TriOuoro benzene
942
V
Trtflnoroetheiie
IO44
V
MP-1000, HL-2000 and IS-3000 Many compounds not appearing in this list, with an ionization potential of 12.0 eV or less, may also be detectable.
-J
••P-
14,3-T rkhloropropane
•7
Corp.
V V
V V
Lijst met de detecteren stoffen met PID en FID detector
Projectnummer: Bijlage:
2111-0012-001 4
-pJGRO
CORRECTIEFACTOREN PID DETECTOR
2112-0050-OOO.R01.doc
Opdr. Blz.
2112-0050-000 1
Correction factors for the 10.6 eV Lamp:
Respons factoren voor de FID
Substance n-butane Methane Propane n-hexane Iso-ocatane Ethine Propene methanol Ethanol Acetic acid Methyl-Acetate Benzene Ethyl-benzene p-xylene Di-chlorine-methane Tri-chlorine-ethene Tetra-chlorine-ethene Chloroform Chlor-benze n-heptane Cyclo-hexane 2-propanol toluene acetone Ethyl-acetate Iso-butyl-acetate
2112-0050-000.R01.doc
Respons factor 1.0 1.06 1.0 0.83 0.97 1.28 0.97 0.87 0.84 1.08 0.58 0.93 1.0 1.02 0.87 1.08 1.19 0.75 1.09 1.03 0.96 0.76 1.01 0.77 0.76 0.95
Compound Acetaldehyde Acetone Allyl alcohol Benzene Butadiene Butyl acetate Carbon disulfide Cyclohexane Cyclohexanone Cyclohexene Diethyl amine Diethyl sulfide Ethyl acetate Ethyl alcohol Ethyl benzene Ethyl ether Ethylene Heptane (n-) Hexane Hydrogen sulfide Isopropyl alcohol Methyl ethyl ketone Methyl isobutyl ketone Methyl methacrylate Ocatne (n-) Perchloroethylene Pinene (a) Pinene (P) Propylene Styrene Tetrahydrofuran Toluene Trichloroethylene Vinyl chloride Xylene (m-) Xylene (o) Xylene (p-)
Opdr. Blz.
Correction factor 5.5 1.1 2.4 0.53 1.0 2.6 1.2 1.4 1.0 0.90 0.97 0.51 4.6 12 0.52 1.1 9.9 2.6 4.2 4.1 6.0 0.86 1.2 1.4 1.8 0.58 0.31 0.37 1.7 0.42 1.8 0.50 0.52 2.14 0.43 0.59 0.45
2112-0050-000 2
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012)
GRO
Fugro GeoServices B.V. Artikel 1 - Toepassing 1.1
1.2
1.3 1.4
1.5
1.6
1.7
Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, op drachten en overeenkomsten en de daaruit voortvloeiende uitvoering van werkzaamheden en levering van diensten, goederen, meet- en onderzoeksresultaten, adviezen, software en detacheringen van me dewerkers door de Opdrachtnemer, zulks met uitsluiting van de alge mene voorwaarden van de Opdrachtgever, tenzij anders schriftelijk is overeengekomen. Wanneer sprake is van het leveren van software producten, worden de specifiek van toepassing zijnde regelingen hieromtrent tevens vastgelegd in een Software Licentie Overeenkomst en/of een Softwa re Onderhoud Overeenkomst. Het tot stand komen van een overeenkomst houdt in dat deze alge mene leveringsvoorwaarden door de Opdrachtgever zijn aanvaard. Mocht de overeenkomst namens de Opdrachtgever worden gesloten door een derde, dan staat deze derde ervoor in dat de Opdrachtgever deze voorwaarden heeft aanvaard, bij gebreke waarvan de derde aan deze voorwaarden is gebonden als ware hij zelf Opdrachtgever. De Opdrachtgever met wie deze algemene leveringsvoorwaarden zijn overeengekomen stemt in met de toepasselijkheid van deze voor waarden op aanvullende werkzaamheden, meerwerk en later door hem met Opdrachtnemer te sluiten overeenkomsten. Van het in deze voorwaarden bepaalde kan slechts worden afgewe ken indien dit nadrukkelijk en schriftelijk is overeengekomen. Indien van een onderdeel van deze voorwaarden wordt afgeweken, blijven de overige bepalingen onverkort van kracht. In geval deze voorwaarden in een andere taal ter beschikking zijn gesteld en zich een geschil over interpretatie of uitleg voordoet, preva leert te allen tijde de in de Nederlandse taal gestelde tekst.
Artikel 2 - Overeenkomst 2.1 2.2
2.3
2.4
2.5 2.6
Aanbiedingen van Opdrachtnemer zijn 3 maanden van kracht. Opdrachtverstrekking door Opdrachtgever kan per e-mail, fax, tele foon of post. De aanbieding houdt een voor Opdrachtgever bindend aanbod tot het sluiten van een overeenkomst in. De aanbieding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het de Opdrachtgever heeft bereikt. Een overeenkomst komt tot stand wanneer Opdrachtnemer een opdracht schriftelijk heeft bevestigd, dan wel wanneer de offerte van de Opdrachtnemer door de Opdrachtgever schriftelijk is geaccep teerd. Aanbiedingen zijn vrijblijvend en kunnen mitsdien door Opdrachtne mer nog, na de aanvaarding door de Opdrachtgever, schriftelijk wor den herroepen. Een herroeping zal door de Opdrachtnemer uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de aanvaarding worden verzonden. Zolang geen volledige betaling van het aan Opdrachtnemer krachtens de overeenkomst toekomende heeft plaatsgevonden, blijven de aan de Opdrachtgever afgegeven stukken het eigendom van Opdracht nemer, en zal de informatie hieruit door de Opdrachtgever op generlei wijze hoe dan ook gebruik mogen worden gemaakt of aan derden ter beschikking worden gesteld. Totdat de eigendom van de hiervoor be doelde stukken op de Opdrachtgever is overgegaan, is de Opdracht gever verplicht deze stukken op eerste verzoek terstond aan Op drachtnemer af te geven, onverminderd de overige rechten van Op drachtnemer jegens de Opdrachtgever en/of de in artikel 1 lid 4 be doelde derden.
Artikel 3 - Omschrijving van de werkzaamheden en diensten 3.1
3.2
De inhoud van de overeenkomst is bepaald door de in de aanbieding of de bevestiging van de overeenkomst gespecificeerde werkzaam heden en diensten. Alle prestaties die ten behoeve van het werk door Opdrachtnemer moeten worden geleverd en niet zijn beschreven volgens artikel 3 lid 1 zullen worden beschouwd als bijkomende werkzaamheden en zullen apart in rekening worden gebracht.
Artikel 4 - Geheimhouding en intellectueel eigendom 4.1
4.2
4.3
4.4
Gegevens van een opdracht zullen door Opdrachtnemer, zijn perso neel en door hem ingeschakelde derden, zonder toestemming van de Opdrachtgever, niet ter kennis van derden worden gebracht, tenzij Opdrachtnemer daartoe rechtens verplicht is. In afwijking van het in artikel 4.1 bepaalde is Opdrachtnemer gerech tigd na verloop van een jaar sedert de datum van oplevering van eni ge rapportage, onderzoeks- en meetgegevens daaruit toe te voegen aan een databank en daarover in het kader van de bedrijfsvoering op iedere door Opdrachtnemer geraden voorkomende wijze te beschik ken of door derden te laten beschikken. Opdrachtnemer heeft het uitsluitend recht tot openbaarmaking, ver wezenlijking en verveelvoudiging van zijn ontwerpen, tekeningen, schetsen, foto's en alle afbeeldingen van zijn ontwerpen die zijn be doeld in de Auteurswet 1912. Indien een zodanige vinding is ontstaan door uitwisseling van kennis tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer heeft Opdrachtgever het recht op zijn naam en zijn rekening octrooi op de vinding aan te vra gen. Opdrachtgever stelt Opdrachtnemer van zijn besluit daartoe on verwijld in kennis. Als Opdrachtgever een dergelijk octrooi verkrijgt, verleent hij om niet aan Opdrachtnemer een in beginsel niet over draagbare licentie op die vinding om deze in de huidige bedrijfsvoe ring van Opdrachtnemer toe te passen.
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012) versie 1 maart 2012
4.5
4.6
Indien Opdrachtgever van het onder lid 4 genoemde recht geen gebruik maakt, heeft Opdrachtnemer het recht om op zijn naam en zijn rekening octrooi voor die vinding aan te vragen. Opdrachtnemer stelt Opdrachtgever van zijn besluit daartoe onverwijld in kennis. Als Opdrachtnemer een dergelijk octrooi verkrijgt verleent hij om niet aan Opdrachtgever een in beginsel niet overdraagbare licentie op die vin ding om deze in de huidige bedrijfsvoering van Opdrachtgever toe te passen. Alle door de medewerkers van Opdrachtnemer in het kader van de opdracht verstrekte gegevens aangaande kennis of vaardigheden, vastgelegd in schriftelijke, digitale of materiële vorm, zijn eigendom van Opdrachtnemer. Zij mogen niet zonder schriftelijke toestemming van de Opdrachtnemer door de Opdrachtgever worden gebruikt of aan derden ter beschikking worden gesteld.
Artikel 5 - Overmacht I stagnaties 5.1
5.2
5.3 a. b.
c.
d. 5.4
5.5
5.6
Ingeval van overmacht wordt de uitvoering van de overeenkomst opgeschort zolang de oorzaak van de overmacht de uitvoering door de Opdrachtnemer onmogelijk maakt, zonder dat de Opdrachtgever of derden aanspraak kan I kunnen maken op schadevergoeding. Ingeval van blijvende overmacht heeft Opdrachtnemer het recht om zonder rechterlijke tussenkomst de overeenkomst geheel of gedeelte lijk te ontbinden en is Opdrachtgever gehouden om in een redelijke verhouding tot de prijs voor de gehele levering of opdracht te betalen voor dat gedeelte van de overeenkomst dat inmiddels mocht zijn uit gevoerd, de daartoe gemaakte kosten inbegrepen. Onder overmacht wordt onder meer, derhalve niet uitsluitend, ver staan: oorlog, onlusten, overstromingen of rampen, dan wel extreme weers omstandigheden; belemmerende maatregelen van binnen - en buitenlandse overheden, brand, sabotage, algehele werkstaking, vervoersstremmingen, tekort komingen van derden met betrekking tot door Opdrachtnemer -ter zake van de door de Opdrachtgever aan Opdrachtnemer verleende opdracht - met deze derden gesloten inkoop- en/of opdrachtovereen komsten, die in redelijkheid niet geacht kunnen worden voor risico van Opdrachtnemer te komen. zodanige wijzigingen in de omstandigheden dat (verdere) nakoming van de verplichting van Opdrachtnemer voor Opdrachtnemer zo be zwaarlijk wordt dat deze in redelijkheid niet van Opdrachtnemer kan worden verlangd; het in gevaar komen van de veiligheid of gezondheid van de mede werkers van Opdrachtnemer, door welke omstandigheden ook. Onder overmacht wordt voorts verstaan het optreden van storingen in door Opdrachtnemer ter uitvoering van de verleende opdracht ge bruikte apparatuur ondanks door Opdrachtnemer in redelijkheid ge troffen passende maatregelen ter voorkoming van dergelijke storin gen. Meerwerk en oponthoud door stagnatie buiten schuld van Opdracht nemer, waartoe behoren o.a. vertraging als gevolg van het werk van derden, het opnieuw uitzetten van verloren gegane piketten, plaatsen van peilbuizen en I of opnieuw inwinnen van data, zal worden verre kend tegen de geldende tarieven. Indien het werk wordt uitgevoerd op tijdbasis is weerveriet voor risico van de Opdrachtgever.
Artikel 6 - Transport 6.1
6.2
Aan- en afvoer van onderzoeksmaterieel en meetapparatuur wordt verrekend overeenkomstig het gestelde in de offerte of opdrachtbe vestiging van Opdrachtnemer, mits de onderzoekspunten met het normaal gebruikelijke materieel bereikbaar zijn. Indien de bereikbaarheid, toegankelijkheid en berijdbaarheid van de onderzoekslocatie voor het normaal gebruikelijke materieel niet zon dermeer mogelijk is en bijzondere maatregelen moeten worden getrof fen, zijn alle daaraan verbonden kosten, ook die voor wachttijden, voor rekening van de Opdrachtgever.
Artikel 7 - Vergunningen en aanleveren van gegevens 7.1
7.2
7.3
7.4
De Opdrachtgever staat jegens Opdrachtnemer in voor het tijdig verkrijgen en behouden van alle vergunningen, ook die van over heidswege, welke benodigd zijn voor de te verrichten werkzaamheden en voor een normale wijze van uitvoering daarvan, alsmede toestem ming tot het gebruik van de toegangswegen naar het werkterrein. De Opdrachtgever voorziet Opdrachtnemer vroegtijdig van kwalitatief volwaardige tekeningen en overige gegevens welke conform de aan bieding naar het oordeel van de Opdrachtnemer noodzakelijk worden geacht voor uitvoering van de tot de overeenkomst behorende werk zaamheden en verleent de nodige medewerking voor het verschaffen van toegang tot de locaties waar de overeenkomst dient te worden uit gevoerd. Alle gevolgen -boeten, schaden en dergelijke- ten gevolge van of voortvloeiende uit het niet (tijdig) aanwezig zijn van de in artikel 7 lid 1 en 2 bedoelde vergunningen en gegevens zijn voor rekening van de Opdrachtgever; dit geldt in het bijzonder voor de kosten van eventuele wachttijden en extra transporten. In het kader van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) levert de Opdrachtgever als grondroerder minimaal 5 werk dagen voor de aanvang van de uitvoeringswerkzaamheden de ten tij de van de uitvoering geldige informatie n.a.v. de KLIC-melding zoals aangeleverd door het Kadaster.
Blz. 1 van 4
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012)
GRD
Fugro GeoServices B.V. 7.5
7.6
Alle gevolgen veroorzaakt door het niet functioneren van door de Opdrachtgever beschikbaar gestelde apparatuur of door de Op drachtgever niet correct uitgevoerde (voorbereidende) werkzaamhe den, zoals ondermeer doch niet uitsluitend het verschaffen van juiste en volledige gegevens de opdracht betreffende, zijn voor rekening van de Opdrachtgever. Voor werkzaamheden aan of op openbare wegen, tram- en spoorwe gen en in het algemeen werkzaamheden aan de overheid in eigen dom toebehorende onroerende zaken zijn de voorgaande leden van dit artikel onverminderd van toepassing.
Artikel 8 - Hindernissen 8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden blijkt dat boven, op of in de bodem (zelfs op grotere diepte) hindernissen voorkomen of zich onvoorziene omstandigheden voordoen als stenen, steenlagen, hout, kabels, leidingen, over-fonderspannen water, bodemgassen en dergelijke, heeft Opdrachtnemer het recht het onderzoekspunt te ver laten en in de onmiddellijke nabijheid de werkzaamheden opnieuw uit te voeren. De hiermede gepaard gaande kosten en eventuele gevolg schade komen voor rekening van de Opdrachtgever. Indien tijdens de uitvoering van de boringen of sonderingen gevaar voor schade aan of verlies van meetapparatuur ontstaat voordat de overeengekomen diepte is bereikt wordt het onderzoek als voltooid beschouwd en verrekend tegen de overeengekomen tarieven. Indien hindernissen of onvoorziene omstandigheden schade aan of verlies van materieel of apparatuur van Opdrachtnemer of van een door Opdrachtnemer ingeschakeld bedrijf tot gevolg hebben, is de Opdrachtgever gehouden Opdrachtnemer die schade of het verlies te vergoeden. Indien de Opdrachtgever verlangt dat de werkzaamheden ondanks de hindernissen of onvoorziene omstandigheden toch worden voortgezet, zijn alle kosten, zoals die van het verwijderen van hindernissen, wachttijden en dergelijke, voor rekening van de Opdrachtgever, evenals eventuele schade aan en verlies van apparatuur en materieel. Schade aan kabels, leidingen, folies en bestrating is geheel voor rekening van de Opdrachtgever, tenzij ter plaatse van de onderzoekspunten de aanwezigheid ervan vooraf duidelijk aan Opdrachtnemer is kenbaar gemaakt.
Artikel 9 - Veiligheid, Gezondheid, Milieu (VGM) 9.1
9.2
9.3
9.4
Opdrachtgever informeert Opdrachtnemer, reeds in het stadium van de offerte aanvraag en voorts bij alle wijzigingen, over alle aanwezige en mogelijk aanwezige potentiële VGM-risico's, zoals ondermeer doch niet uitsluitend de mogelijke verontreinigingen in de ondergrond, en daaraan gerelateerde noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, die rele vant zijn voor de werkzaamheden van Opdrachtnemer. Wanneer Opdrachtnemer werk op locatie uitvoert dan moet Opdracht gever te allen tijde garant staan voor een veilige werkomgeving en er voor zorgen dat medewerkers van Opdrachtnemer voor aanvang van de werkzaamheden alle, overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, vereiste veiligheidsinstructies krijgen. Opdrachtnemer heeft het recht om haar werkzaamheden zonder opgaaf van reden op te schorten indien naar haar oordeel de veiligheid van haar medewerkers niet meer gegarandeerd kan worden of mogelijk toekomstig in het geding zal zijn, onverminderd de betalingsverplichtingen van opdrachtgever. Opdrachtnemer behoudt zich het recht voor om bij werkzaamheden die niet gericht zijn op vaststelling van mogelijke verontreinigende stoffen het werk te verlaten wanneer mogelijk schadelijke verontreini ging wordt geconstateerd of een redelijk vermoeden ontstaat van de aanwezigheid daarvan. Alle tot dan gemaakte kosten en die voor eventuele reiniging van het door Opdrachtnemer gebruikte materiaal, apparatuur en materieel moeten door de Opdrachtgever worden ver goed. Verdere schade ten gevolge van de bedoelde verontreinigingen is eveneens voor rekening en risico van de Opdrachtgever.
Artikel 10 - Personeel Opdrachtnemer 10.1
10.2
10.3 10.4
10.5
Opdrachtnemer kan zelf bepalen welk personeel wordt ingezet, zowel wat betreft vakbekwaamheid als aantal, tenzij in de opdracht anders is overeengekomen. Bij werkzaamheden op locatie bij de Opdrachtgever en derhalve onder verantwoordelijkheid van de Opdrachtgever (detachering) is het Op drachtgever gedurende een periode van werken, gerekend van het moment van de start van de werkzaamheden op locatie, toegestaan om personeel te laten vervangen, indien blijkt dat dit personeel niet de vakbekwaamheid heeft als in de opdracht is omschreven. Het niet vol doen aan de gestelde vakbekwaamheid ontslaat geen der partijen van hun verplichtingen zoals vastgelegd in de opdracht. Opdrachtnemer is toegestaan om in haar belang personeel te wisselen, zulks in overleg met de Opdrachtgever. In het geval van detachering is Opdrachtgever gedurende de looptijd van de overeenkomst, alsmede gedurende 1 jaar na afloop van de overeenkomst, niet gerechtigd enig medewerker betrokken bij de overeenkomst van Opdrachtnemer direct of indirect voor zichzelf of anderen in dienst te nemen dan wel voor zich te laten werken behou dens uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer Overtreding van het voorgaande lid door Opdrachtgever leidt voor haar tot het verbeuren van een direct opeisbare boete van 2 maal het jaarsalaris van de betreffende medewerker, onverminderd het recht van Opdrachtnemer volledige schadevergoeding te vorderen.
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012) versie 1 maart 2012
Artikel 1 1 - Toezichthoudende werkzaamheden 11.1
De door Opdrachtnemer beschikbaar gestelde toezichthouder handelt namens, onder verantwoordelijkheid en in opdracht van de Opdracht gever en diens gemachtigde. 11.2 De Opdrachtgever verstrekt aan de toezichthouder voldoende instruc ties om de hem opgedragen werkzaamheden naar behoren te kunnen uitvoeren. 11.3 De toezichthouder is verplicht alle ter zake doende gegevens te rapporteren aan Opdrachtnemer en Opdrachtgever. De rapportering door de toezichthouder geschiedt rechtstreeks aan de Opdrachtgever of aan een door de Opdrachtgever aangestelde persoon of instantie. 11.4 Indien uit de rapportage van de toezichthouder aan de Opdrachtgever blijkt, dat tijdens de werkzaamheden wordt afgeweken van de door de Opdrachtgever verstrekte instructies of van de geldende bouwvoor schriften, zal de Opdrachtgever maatregelen moeten treffen om deze instructies of voorschriften te wijzigen dan wel de uit te voeren werk zaamheden daarmee in overeenstemming te brengen. Indien de Op drachtgever niet kan of wil voldoen aan het hierboven gestelde zijn is Opdrachtnemer gerechtigd het toezichthoudend personeel van Op drachtnemer van het betreffende project terug te trekken zonder dat hieraan recht op schadeclaims door de Opdrachtgever kan worden ontleend. Opdrachtnemer is zal in dat geval schriftelijk aan de Op drachtgever mededelen dat de werkzaamheden worden beëindigd met de redenen die hiertoe hebben geleid, en behoudt daarbij het recht om de niet gewerkte toezichtdagen aan de Opdrachtgever in re kening te brengen. 11.5 Opdrachtnemer is gerechtigd toezichthouders tijdens de werkzaam heden aan een project uit te wisselen, tenzij anders is overeengeko men. 11.6 Van werkzaamheden die later starten dan definitief met de Opdracht gever werd overeengekomen, of die tijdelijk buiten de schuld van Op drachtnemer worden onderbroken, wordt de niet reëel gewerkte tijd verrekend tegen de geldende tarieven, tenzij vooraf is overeengeko men dat bovenstaande regeling is uitgesloten. Bij werkonderbrekingen langer dan 2 dagen, worden de eerste 2 dagen tegen de geldende ta rieven doorberekend. Voor de daaropvolgende dagen wordt in overleg met de Opdrachtgever naar een voor beide partijen bevredigende op lossing gezocht. Onder werkonderbreking wordt tevens verstaan ge vallen van vorstverlet, onbegaanbare terreinen, etc. 11.7 Meerwerk en langer durende werkzaamheden buiten de schuld van Opdrachtnemer worden verrekend tegen de geldende tarieven. Hierbij zal door Opdrachtnemer zoveel mogelijk medewerking verleend wor den om het toezichthoudende personeel op het project ingeschakeld te houden. 11.8 De arbeidstijd van de toezichthouder zal parallel lopen met de ar beidstijden die op het werk worden aangehouden. Opdrachtgever verplicht zich hierbij tijdig aan de toezichthouder mede te delen welke werktijden worden aangehouden en wanneer en waarom hier eventu eel tijdelijk van kan of moet worden afgeweken. Tenzij anders is over eengekomen, mogen de werkzaamheden waarvoor het toezicht nodig is niet plaatsvinden bij afwezigheid van de toezichthouder. 11.9 De verrekening van de werkzaamheden van de toezichthouder zal geschieden op basis van de bij Opdrachtnemer op het moment van ingaan van de werkzaamheden geldende normale arbeidstijd (aantal uren per werkweek). Overuren worden afzonderlijk verrekend, geba seerd op het aantal uren per werkweek. 11.10 Tenzij van tevoren is overeengekomen dat de volgende regeling is uitgesloten, dient de Opdrachtgever te zorgen voor een onderkomen - directiekeet - op het werkterrein voor het voeren van de nodige ad ministratie. 11.11 Opdrachtgever draagt zorg voor het beschikbaar stellen van een internet- en telefoonaansluiting, print, scan en kopieerfaciliteiten, sani taire voorzieningen en het verstrekken van koffie en/of thee in het onderkomen, tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 12 - Opleveringstermijn 12.1
Door Opdrachtnemer bij de aanbieding opgegeven (opleverings termijnen hebben niet de strekking fataal te zijn, tenzij anders wordt overeengekomen. Bij niet-tijdige (op)levering dient Opdrachtnemer schriftelijk in gebreke te worden gesteld.
Artikel 13 - Gegevens 13.1
Gegevens worden door Opdrachtnemer in enkelvoud schriftelijk gerapporteerd, tenzij anders in de overeenkomst is overeengekomen. De kosten van digitale rapportage, extra rapportage, opslag van gegevens en monsters, inclusief daarvoor benodigde emballage.en verzending van gegevens en monsters zijn voor rekening van de Op drachtgever. 13.3 Verzending geschiedt voor risico van de Opdrachtgever. 13.4 Tenzij anders is overeengekomen, is Opdrachtnemer niet gehouden tot opslag van gegevens en/of monsters nadat Opdrachtnemer de ge gevens aan de Opdrachtgever heeft gerapporteerd. 13.2
Artikel 14 - Interpretaties en gebruik van de onderzoeksresultaten en rapporten 14.1 Mocht er een verschil van mening ontstaan in verband met de resulta ten van de overeenkomst, dan verbindt Opdrachtnemer zich, op kos ten van ongelijk, een onderzoek uit te voeren. 14.2 Opdrachtnemer staat niet in voor de juistheid van andere dan door Opdrachtnemer gerapporteerde conclusies en/of interpretaties die de Blz. 2 van 4
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012)
GRO
Fugro GeoServices B.V. Opdrachtgever en/of derden verbinden aan door Opdrachtnemer gele verde onderzoeksresultaten en rapporten. Ingeval digitale informatie betreffende onderzoeksresultaten en rappor ten afwijkt van de onder Opdrachtnemer berustende hardcopy, preva leren de gegevens op de hardcopy. 14.4 Onderzoeksresultaten en rapportages, in het bijzonder die betreffende de bijkomende werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld de hoogtebepalin gen, mogen door Opdrachtgever slechts worden gehanteerd binnen het kader van de doelstelling waarvoor zij blijkens de overeenkomst zijn samengesteld. 14.3
Artikel 15 - Aansprakelijkheid en vrijwaring 15.1
15.2
15.3
15.4
15.5 a.
b.
c.
d.
e. f.
g.
h.
i.
j.
k. I. m.
n. o. 15.6
15.7
15.8
15.9
Opdrachtnemer is jegens Opdrachtgever aansprakelijk indien er sprake is van een toerekenbare tekortkoming en Opdrachtgever Op drachtnemer schriftelijk in gebreke heeft gesteld en daarbij Opdracht nemer heeft gesommeerd om de gevolgen van de tekortkoming bin nen een redelijke termijn te herstellen en bovendien de Opdrachtne mer aan deze sommatie niet of niet tijdig heeft voldaan. Opdrachtnemer is bevoegd om in goed overleg met Opdrachtgever voor eigen rekening tekortkomingen, waarvoor hij aansprakelijk is, te herstellen of de uit die tekortkomingen voortvloeiende schade te be perken of op te heffen. Opdrachtnemer erkent geen enkele aansprakelijkheid voor schade die onder een door de Opdrachtgever verzorgde verzekering wordt gedekt. Indien onze aansprakelijkheid wordt vastgesteld is deze beperkt tot de hoogte van het factuurbedrag (exclusief omzetbelasting) met een maximum van C 200.000^. In afwijking van voorgaande leden van dit artikel aanvaardt Opdracht nemer géén aansprakelijkheid in de volgende gevallen: Voor schade die naar normaal gebruik in de branche behoort te worden gedekt door een door de Opdrachtgever of aannemer te slui ten CAR-verzekering. Voor de onjuistheid en/of onvolledigheid van door de Opdrachtgever aangeleverde dan wel door Opdrachtnemer bij derden opgevraagde informatie. Voor werkzaamheden uitgevoerd door niet bij Opdrachtnemer in dienst zijnd personeel, dat op aanwijzing van de Opdrachtgever bij de uitvoering van het werk is ingezet. Voor werk en/of werkzaamheden van werknemers van Opdrachtne mer die het betreffende werk/ de betreffende werkzaamheden uitvoe ren onder directie van Opdrachtgever of van door Opdrachtgever aangewezen derden. Voor afwijkingen in de door Opdrachtnemer verstrekte onderzoeksge gevens. Voor schade als gevolg van het achterblijven in de bodem van bij de uitvoering van de opdracht door Opdrachtnemer gebruikte materialen en apparatuur. Voor schade veroorzaakt door het als gevolg van opgetreden hinder nissen als bedoeld in artikel 8 van deze voorwaarden uitvallen en I of disfunctioneren van door Opdrachtnemer ter uitvoering van de op dracht ingezette apparatuur en materieel. Voor schade aan kabels, leidingen, folies, bestrating en soortgelijke voorzieningen wanneer Opdrachtgever in gebreke is gebleven Op drachtnemer de desbetreffende gegevens naar behoren minimaal 2 werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden ter uitvoering van de opdracht ter beschikking te stellen conform het bepaalde in ar tikel 7. Voor schade als gevolg van bij de uitvoering van een - anders dan tot vaststelling van milieugevaarlijke verontreiniging strekkende - op dracht vrijgekomen milieu gevaarlijke verontreinigingen. Voor schade ontstaan door het, als gevolg van de uitvoering van de opdracht, uitstromen van vloeibare of gasvormige stoffen uit de bo dem. Voor schade als gevolg van overschrijding van (op) leveringstermij nen. Voor schade als gevolg van het bereiken van de onderzoekspunten, zoals onder meer doch niet uitsluitend spoorvorming. Voor de onjuistheid van andere dan door Opdrachtnemer gerappor teerde conclusies en/of interpretaties die de Opdrachtgever of derden verbinden aan door Opdrachtnemer geleverde onderzoeksresultaten en/of rapportages. Voor schade toegebracht aan de persoon/personen van Opdrachtge ver en/of derden, In geval van overmacht, als bedoeld in artikel 5. Opdrachtnemer is nimmer aansprakelijk voor indirecte schade, daar onder begrepen bedrijfsschade, productieverlies, omzet- en/of winst derving, waardevermindering van produkten of objecten evenmin als bedragen die in de uitvoeringskosten zouden zijn begrepen als de op dracht bij aanvang goed zou zijn uitgevoerd. Elke aansprakelijkheid van Opdrachtnemer vervalt na verloop van vijf jaren, gerekend vanaf de datum van de eindfactuur van de overeen komst. De in dit artikel 15 opgenomen beperkingen en/of uitsluitingen gelden niet indien de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van Op drachtnemer of van zijn leidinggevende ondergeschikten. Opdrachtgever is verplicht Opdrachtnemer en de ter zake van de uitvoering van de aan de Opdrachtnemer verstrekte opdracht door Opdrachtnemer ingezette medewerkers te vrijwaren voor verbintenisrechtelijke aanspraken van derden ter zake van de uitvoering van de
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012) versie 1 maart 2012
opdracht, voor zover deze aanspraken niet door de verzekering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel en/of de aanvaarding van aan sprakelijkheid als bedoeld in het tweede lid van dit artikel worden ge dekt. 15.10 Het recht van Opdrachtgever op schadevergoeding vermindert niet diens verplichtingen te betalen conform de opdracht.
Artikel 16 - Betaling 16.1
Tenzij anders is overeengekomen zal na opdrachtverlening 25^0 van het totale factuurbedrag door Opdrachtnemer bij aanvang van de op dracht in rekening worden gebracht. 16.2 Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, dienen de facturen van Opdrachtnemer binnen 30 dagen na factuurdatum te zijn voldaan. 16.3 Het recht van de opdrachtgever op schadevergoeding vermindert niet diens verplichtingen te betalen conform de overeenkomst. 16.4 Bij overschrijding van deze betalingstermijn is Opdrachtgever in verzuim en moet de Opdrachtgever aan Opdrachtnemer - zonder dat een aanmaning of ingebrekestelling noodzakelijk is - een rente vergoeden van 1 "/o per maand of gedeelte van een maand van de dag van de overschrijding af tot die der voldoening. 16.5 Indien Opdrachtgever de juistheid van een factuur - of een gedeelte daarvan - betwist, is hij niettemin gehouden tot tijdig betalen van het niet betwiste gedeelte. Betwisting van een factuur dient schriftelijk en binnen de betaaltermijn te geschieden. Blijkt de betwiste factuur - of het betwiste gedeelte - alsnog verschuldigd, dan wordt de door Op drachtgever verschuldigde rente berekend vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk had behoren te geschieden. 16.6 Degene die Opdrachtnemer een opdracht verstrekt, is jegens Op drachtnemer hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen uit de opdracht voortvloeiende, ook al is die opdracht namens derden ver strekt. 16.7 Alle kosten, zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke - welke laatste met een minimum van i 100,- of 10 "/o van het totaal verschul digde bedrag inclusief renten worden gefixeerd - die vallen op de in ning en invordering van niet of niet tijdig betaalde bedragen, zijn voor rekening van de Opdrachtgever. 16.8 Ingeval van annulering van de overeenkomst is de Opdrachtgever aan Opdrachtnemer een schadeloosstelling van 10 "h van het door Op drachtnemer ingevolge de opdracht in rekening te brengen bedrag in clusief omzetbelasting verschuldigd, onverminderd de rechten van Opdrachtnemer op verdere schadeloosstelling indien daartoe redenen bestaan. 16.9 Ingeval de Opdrachtgever de overeenkomst annuleert dan wel tus sentijds beëindigt, is de Opdrachtgever verplicht om de tot dan toe door Opdrachtnemer verrichte werkzaamheden en gemaakte kosten te vergoeden, onverminderd zijn verplichting tot betaling van de scha deloosstelling van lO'/o en de rechten op verdere schadeloosstelling zoals in artikel 16 lid 5 vermeld. 16.10 Nalatigheid in de betaling geeft Opdrachtnemer het recht om na deugdelijke sommatie lopende overeenkomsten te annuleren of des gewenst op te schorten tot de betaling heeft plaatsgevonden, onver minderd het recht van Opdrachtnemer op schadevergoeding indien daarvoor gronden zijn. 16.11 Opdrachtnemer is steeds gerechtigd tussentijds zekerheidsstelling te eisen voor door Opdrachtgever te verrichten betalingen. Blijft de Op drachtgever in gebreke binnen de gestelde termijn deze zekerheid te geven, dan heeft Opdrachtnemer het recht om zonder ingebrekestel ling de overeenkomst voor het nog niet uitgevoerde gedeelte te ont binden zonder rechtelijke tussenkomst - onverminderd het recht van Opdrachtnemer op betaling van het reeds uitgevoerde gedeelte en op schadevergoeding - ofwel de verdere uitvoering van bestaande over eenkomsten op te schorten tot betaling heeft plaatsgevonden en voor de verdere uitvoering vooruitbetaling te eisen.
Artikel 17 - Beëindiging 17.1 Indien Opdrachtgever in staat van faillissement is verklaard dan wel surseance van betaling is verleend, dan wel indien Opdrachtgever een rechtspersoon is, deze rechtspersoon wordt ontbonden, is Opdracht nemer gerechtigd de overeenkomst zonder dat een ingebrekestelling vereist is, te ontbinden. 17.2 Indien Opdrachtgever in gebreke zou zijn ter zake enige uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, inclusief omstandigheden waarbij de veiligheid of gezondheid in het geding zou zijn, en zij (indien nog nodig in gebreke is gesteld) gedurende 14 dagen nadat er gepresteerd had behoren te worden nog steeds niet zou hebben gepresteerd, is Opdrachtnemer gerechtigd de overeenkomst te ontbinden.
Artikel 18 - Toepasselijk recht 18.1
Op alle door Opdrachtnemer te sluiten overeenkomsten zijn, ook wanneer de uitvoering der werkzaamheden buiten Nederland plaats vindt, is uitsluitend het Nederlands recht en deze algemene leverings voorwaarden van toepassing.
18.2
Het bepaalde in artikel 18 lid 1 is ook van toepassing wanneer de Opdrachtgever buiten Nederland gevestigd is.
Artikel 19 - Geschillen 19.1
Opdrachtnemer is, evenals Opdrachtgever, bevoegd om alle geschil len en vorderingen welke naar aanleiding van een overeenkomst tusBlz. 3 van 4
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012)
BRD
Fugro GeoServices B.V. sen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever, of naar aanleiding van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, mochten ontstaan, hetzij te onderwerpen aan het oordeel van de gewone bevoegde rech ter, hetzij te onderwerpen aan het oordeel van een scheidsgerecht, te benoemen overeenkomstig de statuten en reglementen van de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland, welk scheidsge recht uitspraak zal doen met inachtneming van de statuten en regle menten van die Raad.
Algemene Leverings Voorwaarden (ALV 2012) versie 1 maart 2012
19.2
Indien één der partijen een vordering aanhangig heeft gemaakt bij één van de in artikel 19 lid 1 genoemde instanties, verliest de gedaagde partij het recht om voor de berechting van het betreffende geschil de andere instantie te kiezen.
Deze Algemene Leverings Voorwaarden (ALV-2012) zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Den Haag onder nummer 27114147.
Blz. 4 van 4
Bijlage 4
Boorbeschrijvingen
Boring:
Boring:
1 maaiveld
X: Y:
X: Y: 15-02-2013 170
Datum: GWS: 0
Datum: GWS: Zand, matig fijn, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor
"Ē
15-02-2013 180 U"Ë
50-|
50-į
100-i
100-|
15ŭį
Zand, matig fijn, neutraalbeige, Edelmanboor
Tegel, Edelmanboor
Ū1
Zand, matig fijn, neutraalbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, neutraalbeige, Edelmanboor
150-1 [12
200 —
Boring:
18 maaiveld
200 —
Boring:
4
6 maaiveld
maaiveld
X: Y:
X: Y:
Datum: GWS:
15022013 150
Datum: GWS: Klinkers, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, neutraalbeige, Edelmanboor
Boring:
15022013 170 o 50: 100!
Tegel, Edelmanboor Zand, matig fijn, beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, neutraalbeige, Edelmanboor
150i
8 maaiveld
X: Y: Datum: GWS:
15022013 170 Zand, matig fijn, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor ^ L11
Zand, matig fijn, neutraalbeige, Edelmanboor
Lokatienaam: Driebergen Projectnaam: Driebergen, Traaij
getekend volgens NEN 5104
Profectcode: 2 0 1 1 4 2 8 5 ^ F E B R 2 0 1 3
Schaal 1:100 Opdrachtgever: Bioclear
Voor Akkoord
boorstaten
Driebergen Traaij 153B
Boring B306 (2650cm) 1 Maaive (1:250)
datum: 24-09-2013
FT
Zand, matig siltig. Grijs-bruin, fijn zand. aqualock.
2ä8cm
Zand, sterk siltig. Bruin, fijn zand. aqualock. 750
Zand, kleiig. Bruin, fijn zand. aqualock. 850
Zs1
\
Zand, zwak siltig. Bruin, grof zand. aqualock.
Zs2
įĹaná.
i75
matig siltig. Grijs, matig zand. aqualock.
-
Zand, zwak siltig. Bruin, grof zand. aqualock.
!150
.
7 z
s
. '
9
Zand, zwak siltig, zwak grindig. Bruin, grof zand. aqualock.
' !350
Zs1
Zand, zwak siltig. Bruin, grof zand. aqualock. 12550cm
7550
Lz3 m i™
m
f
1
Leem, sterk zandig. Bruin, matig zand. «Wgyalock. \ Klei, zwak siltig. Bruin, aqualock.
2650cm
Boormeester: A. Tennekes
projectnummer
Driebergen Traaij 153B
blad
locatieadres
1/1
locatie
Driebergen Traaij 153 B opd rachtgever
postcode 1 plaats
Bioclear bureau
land
T&K service getekend volgens NEN 5104
Boring:
Boring:
401
X: Y:
402
X: Y:
Datum:
26-09-2014
Datum:
26-09-2014
GWS:
220
GWS:
200
Opmerking:
geen pid uitslag
Opmerking:
geen pid uitslag
tui" Zand, matig fiįn, zwak siltig, matig humeus, wortels (matig), geen olie-water reactie, pid (0), donkerbruin, Edelmanboor
o--o
.. .. . :.-.ŵ.v.v.ţ 0
v::sr::sisr.
ooa
D O O
o
o
ï .U.O.. . . . . ' J
o..o- -o-o- - -o-o-' ••or e r „ o-.oo--•-•o-o- , .W.^VftV.Wl
Zand, matig fijn, zwak siltig. grind (zwak), geen olie-water reactie, pid (0), licht beigegrijs, Edelmanboor
o o 01
D O O O O D O O O O 01 D O O
lui"
FľľoľľľST
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, wortels (matig), grind (zwak), geen olie-water reactie, pid (0), donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak sittìg, grind (laagjes), geen olie-water reactie, pid (0), grijsbeige, Edelmanboor
,'.Voó"'ó'
n
- -o-o •• o o
•••o
.
.VWV.TPV.'
'.\o*.b.bV. ...oooooc - -o-o- - -o-o-' ::::k:-6V ••oo-ooļ ••••ooo-ot
::::v::.v::. ...ja
o
.... ... ... 0
0
c
ŕxŵx::::-
f
• o o o D " 0 t "."•O.V.V.V.ţ ..O.O.O...O., O. — o « " O O "
ŕ-:-So-:-?:-:-: •O..O ••••O
Of -O-'
• • • • 0 " 0 "
.v.v.v::.v::.t O..
JOJO
.ċf
'••O-O—oļ 3V."P"."RV f
Projectcode: 20144759
Opdrachtgever: Bioclear
Zand, matig grof, zwak siltig, grind (zwak), geen olie-water reactie, pid (0), licht beigebruin, Edelmanboor
Datum: 26-09-2014
Bijlage 5
Overzichtstabel analyseresultaten grond met toetsing
mg/kg ds
| mg/kg ds
chloroform
Trichloormethaan (Chloroform)
| mg/kg ds
1,2-dlchloorethaan
^,05
< 0,05 <0,05 ļ < 0,01 <0,05
ļ < 0,05
m o o V
mg/kg ds
mg/kg ds
1,1-dichloorethaan
< 0,05 <0,05 <0,05 < 0,05 <0,05 <0,01 < 0,05
o O o O V V
| mgfkg ds
| mgfkg ds
1,1,2-trichloorethaan
< 0,05 ^,05 < 0,05 < 0,05
< 0,05 <0,05 < 0,05 ^.05 <0,01 <0,05
< 0,05 < 0,05 o O V ^,01 <0,05
| |< 0,05 0,07 |< 0,05 | <0,01 ļ < 0,05 <0,05 < 0,05 < 0,05 ^.05
|
o O o o" o O V V V
< 0,01
0,07 < 0,05
|< 0,05 |< 0,05 0,07 |< 0,05 <0,01 ļ < 0,05
|< 0,05
< 0,05 ^,05 0,07 ^,05
| < 0,05 < 0,05 0,07 ļ < 0,05
| 0,03 *
| <0,01
0,20*
0,41 *
in
dichloormethaan
| mg/kg ds
1,1,1-trichloorethaan
0,04 ļ 0,08 < 0,05 0,12* ļ <0,05
ļ
O O V <0,05
0,03 < 0,05 ^,05 0,07 < 0,05 ^,01 < 0,05 < 0,05 < 0,05
^.05
0,03 *
< 0,05 |< 0,05 0,07 < 0,05 ^.01 < 0,05 ^.05 < 0,05 | | < 0,05 0,07 |< 0,05
< 0,05
|
•:0,01 |< 0,05 | <0,05 0,07 < 0,05
|
1B (1,7-1,9) | 15-2-2013
15-2-2013
O O V in o o V
tetrachloormethaan
mgfkg ds
ļ mg/kg ds
vinylchloride
ļ mg/kg ds
som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor)
ļ mg/kg ds
cis-1,2-dichlooretheen
trichlooretheen
trans-1,2-dichlooretheen
mg/kg ds
|
ļ mg/kg ds
tetrachlooretheen
ļ
VOCI
organische stof (gloeiverlies)
2 O O V o V m o o o O V V
S0'0>
c
O O V O
m o o V
S0'0>
M O O V <0,05
<0,05
< 0,05 ^.05
< 0,01 <0,05
<0,05
< 0,05 <0,05 m o o V uo'0 ;-|
•o
V S0'0>
o
S0'0>|
CD C OM ) O
S0'0>
O to V 00 O O V
o O o O V V
S0'0^
co cn O) o
l-0'O ^j
? ì o O V O o V so'o^
O r- V 00
too >
droge stof
4A (0,7-0,9) | 15-2-2013
O O O) V
co CD Oî l0'0>
ļ
6B (1,7-1,9) | 15-2-2013
6A (0,7-0,9) | 15-2-2013
4B (1,6-1,8) | 15-2-2013
o C D V 00 o o O o" V V
S0O|
Eenheid
18B (1,8-2,0) ļ 15-2-2013
18A (0,7-0,9) | 15-2-2013
8B (1,7-1,9) | 15-2-2013
8A (0,7-0,9) ļ 15-2-2013
O 00 co"
1A (0,7-0,9)
Monsterpunt diepte in m-mv) en datum monstername
O L 0O 0 V
O r-- V 00 |
ļ | |
| |
ļ
Opdrachtcode: Aanvrager: Project: Datum aangeleverd: Datum afgerond: Monstercode: Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
20124185 Marloes Luitwieler Monstername grond Traaij Driebergen 20-9-2013 24-9-2013
M130900593 4185 038-306 (4,5-5,0 m-mv) GROND 25 1
Parameter Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
Eenheid
+I-
"/o (m/m) "/o van ds
Vluchtige organische halogeen verbindingen Dichloormethaan mg/kg ds (-) 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds (-) 1,2-Dichloorethaan mg/kg ds (-) Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) mg/kg ds Tetrachloormethaan (Tetra) mg/kg ds 1,1,1 -Trichloorethaan mg/kg ds 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds Trichlooretheen (Tri) mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds ** mg/kg ds (-) Dichl.ethenen (som cis+trans) mg/kg ds Vinylchloride (-) Opmerkingen bij 4185,038-306 (4,5-5,0 m-mv) Organische stof Dichl.ethenen (som cis+trans)
4185,038-306 (4,5-5,0 m-mv)
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
81.6 •«1.0
O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.01 0.01 0.05 0.05 0.98 0.07 O.05
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor 5,4*yo lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden "< rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Monstercode: Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
M130900594 4185 039-306 (6,5-7,0 m-mv) GROND 25 1
Parameter Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
Eenheid
+I-
Dichl.ethenen (som cis+trans)
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
4-
Vo (m/m) "/o van ds
Vluchtige organische halogeen verbindingen mg/kg ds Dichloormethaan (-) 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds (-) 1,2-Dichloorethaan mg/kg ds H Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) Tetrachloormethaan (Tetra) mg/kg ds 1,1,1 -Trichloorethaan mg/kg ds 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds + Trichlooretheen (Tri) mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds Dichl.ethenen (som cis+trans) mg/kg ds mg/kg ds Vinylchloride H Opmerkingen bij 4185 039-306 (6,5-7,0 m-mv) Organische stof
4185 039-306 (6,5-7,0 m-mv) 84.7 <1.0
<0.05 0.05 0.05 O.05 0.06 <0.05 0.01 O.01 <0.05 0.24 2.7 0.10 O.05
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor 5,4Vo lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden ''< rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Monstercode: Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
M130900595 4185 040-306 (9,0-9,2 m-mv) GROND 25 1
Parameter Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
Eenheid
Dichl.ethenen (som cis+trans)
4185 040-306 (9,0-9,2 m-mv)
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
* "/o "/o
(m/m) van ds
Vluchtige organische halogeen verbindingen Dichloormethaan mg/kg ds 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds 1,2-Dichloorethaan mg/kg ds Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) mg/kg ds Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1 -Trichloorethaan mg/kg ds 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds mg/kg ds Trichlooretheen (Tri) mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds Dichl.ethenen (som cis+trans) mg/kg ds Vinylchloride Opmerkingen bij 4185.040-306 (9,0-9,2 m-mv) Organische stof
+I-
84.8 •«1.0
(-) (-) (-)
* * (-)
0.05 0.05 O.05 O.05 0.08 O.05 O.01 O.01 <0.05 0.09 5.3 0.11 O.05
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor S.4% lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden "< rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Monstercode: Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
M130900596 4185 041-306 (9,2-9,5 m-mv) GROND 25 1
Parameter Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
Eenheid
+I-
Dichl.ethenen (som cis+trans)
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
-1-
"/o "/o
(m/m) van ds
Vluchtige organische halogeen verbindingen mg/kg ds Dichloormethaan (-) mg/kg ds 1,1-Dichloorethaan (-) mg/kg ds 1,2-Dichloorethaan (-) Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) Tetrachloormethaan (Tetra) mg/kg ds mg/kg ds 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds mg/kg ds Trichlooretheen (Tri) +++ mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds Dichl.ethenen (som cis+trans) W mg/kg ds Vinylchloride w Opmerkingen bij 4185 041-306 (9,2-9,5 m-mv) Organische stof
4185.041-306 (9,2-9,5 m-mv) 85.2 «:1.0
O.05 O.05 0.05 O.05 <0.05 O.05 <0.01 0.01 O.05 0.02 2.2 0.07 O.05
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor S.4% lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden v rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Monstercode:
M130900597
Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
4185 042-306 (25,5-26,0 m-mv) GROND 25 1
Parameter Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
Eenheid
+I-
Dichl.ethenen (som cis+trans)
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
+ "/o (m/m) "/o van ds
Vluchtige organische halogeen verbindingen Dichloormethaan mg/kg ds (-) 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds (-) 1,2-Dichloorethaan mg/kg ds (-) Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) mg/kg ds Tetrachloormethaan (Tetra) mg/kg ds 1,1,1 -Trichloorethaan mg/kg ds 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds Trichlooretheen (Tri) mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds mg/kg ds Dichl.ethenen (som cis+trans) (-) mg/kg ds Vinylchloride (-) Opmerkingen bij 4185,042-306 (25,5-26,0 m-mv) Organische stof
4185 042-306 (25,5-26,0 m-mv) 81.1 •«1.0
O.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.01 O.01 <0.05 O.01 0.04 0.07 O.05
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor 5,4 Zo lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden ''< rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'. 0
Monstercode: Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
M130900598 4185 043-306 (26,0-26,35 m-mv) GROND 25 1
Parameter Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
4185,043-306 (26,0-26,35 m-mv)
Eenheid
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
•f
"/o (m/m) "/o van ds
Vluchtige organische halogeen verbindingen Dichloormethaan mg/kg ds 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds mg/kg ds 1,2-Dichloorethaan Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) mg/kg ds Tetrachloormethaan (Tetra) mg/kg ds 1,1,1-Trichloorethaan mg/kg ds mg/kg ds 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds Dichl.ethenen (som cis+trans) mg/kg ds mg/kg ds Vinylchloride
81.9 «1.0
(-) (-) (-)
-
-
(-) (")
<0.05 <0.05 <0.05 <0.05 0.05 0.05 O.01 <0.01 O.05 O.01 O.01 0.07 <0.05
Opmerkingen bij 4 1 8 5 , 0 4 3 - 3 0 6 (26,0-26,35
m-mv)
Organische stof Dichl.ethenen (som cis+trans)
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor 5,47o lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden v rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in ' A S 3 0 0 0 , bijlage 3'.
Monstercode: Monsternaam: Monstertype: Lutum: Organische stof:
M130900599 4185 044-306 (26,35-26,5 m-mv) GROND 25 1
Parameter
Eenheid
Mvb. SIKB AS3000 Droge stof Organische stof
"/o (m/m) Vo van ds
+I-
Vluchtige organische halogeen verbindingen Dichloormethaan mg/kg ds (-) 1,1-Dichloorethaan mg/kg ds (-) 1,2-Dichloorethaan mg/kg ds (-) Trans-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Cis-1,2-Dichlooretheen mg/kg ds Trichloormethaan (Chloroform) mg/kg ds Tetrachloormethaan (Tetra) mg/kg ds 1,1,1 -Trichloorethaan mg/kg ds 1,1,2-Trichloorethaan mg/kg ds Trichlooretheen (Tri) mg/kg ds Tetrachlooretheen (Per) mg/kg ds Dichl.ethenen (som cis+trans) mg/kg ds (-) Vinylchloride mg/kg ds (") Opmerkingen bij 4185 044-306 (26,35-26,5 m-mv) Organische stof Dichl.ethenen (som cis+trans)
4185.044-306 (26,35-26,5 m-mv)
Aw
T
I
0.020 0.040 0.040
0.40 1.5 0.66
0.78 3.0 1.3
0.050 0.060 0.050 0.060 0.050 0.030 0.060 0.020
0.59 0.10 1.5 1.0 0.28 0.90 0.13 0.020
1.1 0.14 3.0 2.0 0.50 1.8 0.20 0.020
83.1 ^.0
0.05 0.05 O.05 <0.05 <0.05 O.05 O.01 <0.01 O.05 <0.01 O.01 0.07 <0.05
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor S.4% lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden v rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Legenda: (-) De niet verhoogde rapportagegrens is hoger dan de achtergrondwaarde. (v) Verhoogde rapportagegrens (meetwaarde is vermenigvuldigd met 0.7 factor voor de toetsing). Er is geen toetsingwaarde voor deze parameter. Resultaat is kleiner dan achtergrondwaarde. * Resultaat is groter dan achtergrondwaarde. ** Resultaat is groter dan tussenwaarde. Resultaat is groter dan interventiewaarde.
Bijlage 6
Overzichtstabellen analyseresultaten grondwater met toetsing
Tabel. Resultaten lozingsparameters peilbuis 202 (2,9-3,9) (bemonsterd op 8 mei 2012) Component
Eenheid
Peilbuis 202 (2,9-3,9 m-mv)
ijzer
mg/l
< 1
ijzer (totaal)
mg/l
< 1
mangaan (totaal)
mg/l
< 0,02
czv
mg/l
34
Fosfaat (totaal)
mg P/I
1,8
kjeldahl-stikstof
mg N/I
2,3
sulfaat
mg/l
12
onopgel.best./zwev.stof
mg/l
4
BZV (5 dagen)
mg/l
1
5g 3
5 1 ĈÑī
I i a-
3 V
V
.
*". O
. S
to
2
0
a »
"i
o
2 5
0
g g g
O
v
. . g g
«H oi o o g d
o» V V
o o' o g o
V V V V
8
g
O V O V
*"
g
? ? S
l . g g S g
N
-
.
Ļ "-. d
o
Ļ *-. d
g g g gg g g d d d d
V O „
V
d
v
V V
^
o d
V
V O v
d
v
g g g
d
V
V
V
d y
V V V
d
d
d
g d
V
V v
V
V
g
o
V
d
-
d d
V
d d
d
v
V
d
g g g
d
V
v
d 1.6
V
1.0
«0,10 «0,20 «0,10
«0,10 «0.20 «0,10
d
«0,20
V
«0,10
«0.10
«0,10
o
«0,20
0,14' «0,10
10' 0,14'
d
«0,10
V
o
«0,10
«0,20
«0,10
«0,10
0,57' «0.10
«0,10
d
d v
8
g dg d
V v
v
8
d
8 v
d
d
8
v
1000
«0,20
«0.10
V
260000
0
V
v
670000
3 TO
g g
d
81
v
g g g
V
o
0,32
2 5
8
V
«0,20
„ e g '2 į g g g
D » V
V
0,45
V
ö
V
g g g
V
«0,20
Ni 2 5 o
o
d
«0.20
O
Ļ »". o
ö d
«0,10
o (^
«0,10
g 52S
«0,10
O
«0,10
V
Í
V
8 "
d
d
d *".
V V v "
Afbraakpakket
5 -
g g
Viucht.chl.koolw.stoffen (som) (0.7 factor)
3 ^.
s
O V
o
V
dichloormethaan
ŝ 0
g t
O V
v
d
Trichloormethaan (Chloroform)
1 31 1s
g g g g g g g O V
«0,10
2 o
V
«0,10
" 3 v
Ļ "-. O
vo
tetrachloormethaan
ā1 d
0
«0,10
B „ g g
h g g S 2 vö
1.2- dichloorethaan
S v v
g ; 2i 'ŕ
:
go
«0,50
Ĩ H
?
çv
«0,10
2-
į
«0,10
ŝ J
r,
0.35'
Ĩ Ï.
N
9,1
ļ
Í
1.1- dlchloorethaan
II !
430 "*
Š
0,31
s 5S
'
1.1.2- trlchloorethaan
| s c
'
1.1.1- trichloorethaan
| ? 31
9!
som (cis.trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor)
II g c
vinylchloride
I 2 ĩ
1,3
II 5
«0,10
s gs ;o
180'
I s. 1
430
g Ş.
0,91
7-3-2013
303(17-19) j
2
;
«0,10
I
|
I
m-bkpb
8
5i
VOCI
2.
ļ
s
1-3-2013
302(17-19) |
!
|
301(12-14) |
I I i
j Helderheid
200(3,1-4,1) I 201 (2,7-3,7) |202(2,9-3,9) | 203(2,7-3,7) |
?
5 S ™.
-
8
«».
8
î
«o
S
g
1 0
o 0
ş
8 8 d 8 » *~
t i l l ï l i l l l l 1 1 1 | ^í 1
a
3s
-"
"!
V 8
R
58
s a
s
tl
I 1:
ī ĩ I
S
|
1 0.65'
| ļ11-3-2013
ĥ
g g g
g g
g g g
g g g d d »
3
g g g d d dv
3
1
| 1-3-2013
ŝ
g g g
5 S
s
is š
d
S
8 3
b Ŝ Ŝ d 3 d d d 3V 3V 5V 3V 3V g V V V
š
s
3
12
d
1 1
s.
s
R.
s
g ŝ b d d d d
ŝ
S İ
? é
b d d d d d d d 3
g g
|
1
g g
5 s
ļ 1102013
é
2
5
1-3-2013
ĝ
1
||1-3-2013
i
1
|13-10-2014
I
s
3-10-2014
o
5
3
Si .si
O
d v
d
d v
3
v
v
5 5 3 3 5 » » v v
d
d
v
3
d v
g
5 5 5 3 3 5 3 3 3 »
g g ? g g g d d d d d dv dv
3
v
O" v
g g į g g g d d d d d d "
3
g g g d d
g O
d
3 5 5 5 5 5 5 3 3 5 3 3 » » d
3 3 5 5
g
3
g g g
3
3
v
g g d dv
v
v
3 S »
3 »
ŝ
v
Ŝ
s
I
3 3
s
g
5
If î
g g d d
5
Ŝ
I
5
o'
d
v
g g g d d d d 5
g g g d d d v
"
3
g g g d d
3 5 »
1i i
3
3 3
g g g g b g d d d 3 d d d 3 v v d
v
1 1 1 1 1 1
f *
g g d d
3
v
i
i
1-'
v
1 3 2 1 1
1 t
1
! s
-
I
*
1
| sulfaat
B
İ5
3
ļ
s
3
oolw.stoffen (som) (0.7 factor)
I
g g g
ļ
.
g g g
tthaan (Chloroform)
1
| 1-3-2013
è i-
[1-3-2013
ŝ
|
I f
s i
g g g g 3
|l,1.2-trlchlo
s
3.
|
8
ns) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor)
Ė
ļ
Bron vijver Wethoi
130-10-2014
Monsterpunt (fitte i
O
-C c0 UI
O
O
o
O
ö
O
CM Ö V
ö V
Ö
CM O
CM Ö V
V
E
.O
E
,
CM Ö V
o W
D r— É Z
3.
c: at
3.
O) 3.
s
er O) O) 0» ot 3. 3. 3.
3.
o» Cb 0» 3.
3.
3.
3 3 3
c: a» 3.
—
E
E
0
ő
î a
o tî «ff r-. o
pQ C 0
c
0 JC
c
0 0
c
0 0
•o a
f 0 0
X a
« "O •O (0 C O 0 S UJ O Ŝ X
s
C
0 0
e e O o
JZ (0 0
O O u
c
.e
0
O O O •o
fíļ M ü
C 0 * f
2
1 1
ff O o •C O
o •D o .c cĩį u "ST « •o c2 r•o o tŇ c u M C "E a O c «1 >
C c n •g a a .c f ff ff o O o o c
•C (M
C
(0 0
ff
c
0 a
ff O o O O f f O •o •o
O C .c 0 O 0 c a C
0 c fl!
O O O f f a u C M » •c r-
ľO M C 0
ã M W
| w 0 ì « O O C
0
0
Jŕ Z
8
f
| ų f O i 3 >
« S0 0 c
3: 3 »
•o O O ü O n c 0
O
Bijlage 7
Analysecertificaten
ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEUADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviesbureau Industrieterrein: Westermaat - Hazenweg 30 7556 BM Hengelo - telefoon 074 - 2560600 «fax 074 - 2508402 E-mail:
[email protected]« Internet: www.acmaa.nl
Onderzoeksrapport Pagina: 1 van 4
Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P120500384 ( v l ) Traay Driebergen. Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1205014BCL 09-05-2012 09-05-2012 16-05-2012
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 2 3 4
M120501063 M120501057 M120501058 M120501059
: : : :
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
4185.007- 202 (2,9-3,9 m-mv) 4185.001- 200(3,1-4,1 m-mv) 4185.002- 201 (2,7-3,7 m-mv) 4185.003- 202 (2,9-3,9 m-mv)
Afvalwater Grondwater Grondwater Grondwater
08-05-2012 08-05-2012 08-05-2012 08-05-2012
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVB-VBH-AS3000-W01
Eenheid
1
2
3
-t-
+
4 -i-
Metalen Destructie Q Q
Dzer
ICP-BEP-01
mg/l
Kl,0
Mangaan
ICP-BEP-01
mg/l
«c0,02
Vluchtige organische halogeen verbindingen S
Dichloormethaan
GC-VLUCHTIG-01
pg/l
«:0,20
S
1,1-Dichloorethaan
GC-VLUCHTIG-01
<0,50
<0,50
<0,50
s s s s s s s s s s s s
pg/i
1,2-Dichloorethaan
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
<0,10
*:0,10
<0,10
Trans-1,2-Dichlooretheen
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
«:0,10
<0,10
1,4
Cis-l,2-Dichlooretheen Trichloormethaan (Chloroform)
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
<0,10
0,20
430
GC-VLUCHUG-OI
pg/i
<0,10
<0,10
0,45
Tetrachloormethaan (Tetra)
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
<0,10
<0,10
*:0,10
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
<0,10 «:0,10
«:0,10 <0,10
<0,10 <0,10
Trichlooretheen (Tri)
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
0,91
0,76
180
Tetrachlooretheen (Per)
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
670000
(1.2)
79 0,27
P)
1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
1000 0,14
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
1000
Vinylchloride
GC-VLUCHTIG-01
pg/i
-c0,10
Sulfaat
mg/l
Q
Fosfaat (als P)
DIV-KMKB-W01
mg/l
1,8
Q
Stikstof (als N; Kjeldahl)
DN-N-IÜEL-01
mg/l
2,3
s
Nitraat (als N03)
DIV-NO3-01
mg/l
Q
BZV-5 (als 0 2 )
DIV-BZV-W01
mg/l
Q
CZV (als 0 2 )
DIV-CZVKB-01
mg/l
34
Q
Zwevende stof
DIV-ZWS-W01
mq/l
4,0
*:0,20
81
(1.2) (2)
0,10
430
dl
670000 (2) 0,35
12
12
58
40
k3
Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Methode vluchtige aromatische en gehalogeneerde koolwaterstoffen : GC-MS
RvA 11CD
A S 3000
r - E T IV U E U L A B O R A T O ^ Lift' S I N G E S C H R E V E N IN H E T RvA R E G I S T E R V O O R O N D E R NR L.100
"EST-ASORATO^iA
VOOR GEBIfcÜeN İOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCRe J ' A Î I E
Banknr. RABO nr. 11.09.61.900 - Handelsregister 060.58.291 Enschede * BTW nr. NL801877118B01 -IBAN: NL24 RABO 0110961900 »Swift adres: RABO NL 2U O p d r a c h t e n w o r d e n uitgevoerd v o l g e n s de A l g e m e n e V o o r w a a r d e n v a n A C M A A B V g e d e p o n e e r d bij de K a m e r v a n K o o p h a n d e l Oost Nederland.
ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEUADVIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviesbureau Industrieterrein: Westermaat - Hazenweg 30 7556 BM Hengelo - telefoon 074 - 2560600 - fax 074 - 2508402 E-mail:
[email protected]»Internet: www.acmaa.nl
Onderzoeksrapport Pagina: 2 van 4
Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: : : :
20124185 P120500384 ( v l ) Traay Driebergen. Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: 1205014BCL : 09-05-2012 : 09-05-2012 : 16-05-2012
2 = Bij de som zijn de waarden V rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Opmerking opdracht: M120501063 Van bovenstaande monster is de metalen analyse in duplo uitgevoerd. De spreiding valt binnen de criteria zoals deze door ACMAA zijn opgesteld.
Verpakking bij monster: M120501063 (4185JX)7~202 (2,9-3,9 m-mv)) U3052085A 06911682482 H05558052 H7302430H7302426+ H7302425/
Verpakking bij monster: M120501057 (4185J)01~200 (3,1-4,1 m-mv)) 0
0
0
0
0691168233 0691168516
0
0
H05429262
0
0
H05558131
Verpakking bij monster: M120501058 (4185.002~201 (2,7-3,7 m-mv)) 0
0
0691168234/
0
0
0691168523
Verpakking bij monster: Ml20501059 (4185.003~202 (2,9-3,9 m-mv)) 0
0
H05429251
0
0
H05558120
0
0
B10778786
0
0
H0555810+
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatìekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
iiAMtO
A S 3000
MET MILIEULABORATOSiUr.' 'S IM3ESC.HREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TEST LABORATORIA ONDER NR LİÛ0 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN D t A C C R E J A T I E T
Banknr. RABO nr. 11.09.61.900 - Handelsregister 060.58.291 Enschede
- BTW
nr.
N L 8 0 1 8 7 7 1 1 8 B 0 1 « I B A N : NL24 R A B O 0110961900 »Swift
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
adres:
R A B O NL 2U
ACMAA ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEUAD VIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviesbureau
Industrieterrein: Westermaat« Hazenweg 30 7556 BM Hengelo - telefoon 074 - 2560600 - fax 074 - 2508402 E-mail:
[email protected] - Internet: www.acmaa.nl
Onderzoeksrapport Pagina: 3 van 4
Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
20124185 P120500384 ( v l ) : Traay Driebergen. Opdrachtgever
1205014BCL 09052012 09052012 16052012
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
5 6 7
4185.004203 (2,73,7 mmv) 4185JX)5~211 (3^t mmv) 4185JX)6~213 (34 mmv)
Grondwater Grondwater Grondwater
08052012 08052012 08052012
M120501060 M120501061 M120501062
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVBVBHAS3000W01
Eenheid
+
+
+
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCVLUCHTIG01
Mg/i
^,20
<0,20
^,20
1,1Dichloorethaan
GCVLUCHTIG01
Mg/i
c0,50
^,50
<0,50
1,2Dichloorethaan
GCVLUCHTIG01
Mg/i
c0,10
<0,10
K0,10
Trans1,2Dichlooretheen
GCVLUCHTIG01
Mg/i
c0,10
4,0
•c0,10
Cisl,2Dichlooretheen
GCVLUCHTIG01
Mg/i
«0,10
870
Trichloormethaan (C hloroform)
GCVLUCHTIG01
Mg/i
«:0,10
0,32
9,1 <0,10
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCVLUCHTIG01
Mg/i
•«0,10
:0,10
<0,10
1,1,1Trichloorethaan
GCVLUCHTIG01
Mg/i
•Í0,10
<0,10
<0,10
1,1,2Trichloorethaan
GCVLUCHTIG01
Mg/i
«0,10
<0,10
t0,10
Trichlooretheen (Tri)
GCVLUCHTIG01
pg/i
170
0,31
Tetrachlooretheen (Per)
GCVLUCHTIG01
Mg/i
1,3 600
260000
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCVLUCHTIG01
M9/I
0,14
14 9,2
(2)
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GCVLUCHTIG01
Mg/i
600
25
(2)
Vinylchloride
GCVLUCHTIG01
Mg/i
•c0,10
Sulfaat
DIVSO4W02
mg/l
28
31
Nitraat (als N03)
DĪVNO301
mq/l
8,6
5,7
(1.2) (2)
870 260000 (2) 1,2
1,9
Q = door RvA geaccrediteerd. S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1 = Methode vluchtige aromatische en gehalogeneerde koolwaterstoffen : GCMS 2 = Bij de som zijn de waarden V rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'. Opmerking opdracht: M120501063 Van bovenstaande monster is de metalen analyse in duplo uitgevoerd. De spreiding valt binnen de criteria zoals deze door AC MAA zijn opgesteld. Verpakking bij monster: M120501060 (4185J)04~203 (2,73,7 mmv)) H05558063 H05558096 0691168508 0691168240.
A S 3000 H E T M U E U L A B O R A T O Í Ur.' S I N G E S C H R E V E N IK H E T RvA R E G I S T E R V O O R
ONDER NR
ĨESTLABORATO'ÍIA
..100 V O O R GfcBtfcOĒM IOALS. NADER O M S C H R E V E N IN DE A C C R E D TA1JE
Banknr. RABO nr. 11.09.61.900 - Handelsregister 060.58.291 Enschede * BTW nr. NL801877118BŨ1 - IBAN: NL24 RABO 0110961900 - Swift adres: RABO NL 2U O p d r a c h t e n w o r d e n uitgevoerd volgens de A l g e m e n e V o o r w a a r d e n v a n A C M A A B V g e d e p o n e e r d bij de K a m e r v a n K o o p h a n d e l Oost Nederland.
ACMAA B.V. ANALYTISCH CHEMISCH MILIEUAD VIESBUREAU ALMELO Laboratorium/Adviesbureau
Industrieterrein: Westermaat - Hazenweg 30 7556 BM Hengelo - telefoon 074 - 2560600 - fax 074 - 2508402 E-mail:
[email protected] - Internet: www.acmaa.nl
Onderzoeksrapport Pagina: 4 van 4
Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P120500384(vl) Traay Driebergen. Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1205014BCL 09052012 09052012 16052012
Verpakking bij monster: M120501061 (4185„005~211 (34 mmv)) 0
0
0
0
0691168507 H0542931+
0
0
H05429183
0
0
0691168518
Verpakking bij monster: M120501062 (4185 006~213 (34 mmv))
0
0
0691168549
0
0
0691168243/
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratoríum. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
4^ RirA L1DŪ
A S 3000
HET Mi LI EU LABORATOR Uf/ IS INGESC HREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TEST LABORATORIA ONDER NR LIŨQ VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE AC C RED'TATIE
Banknr. RABO nr. 11.09.61.900 - Handelsregister 060.58.291 Enschede - BTW nr. NL801877118B01 «IBAN: NL24 RABO 0110961900 * Swift adres: RABO NL 2U Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat Luchtmeetdienst V İ 1 . 0 - 26-03-2012
CD EjTKSie-enLud*waitetsmi*igenBV
Luchtmeetdienst De Noesten 23a 9431 T C Westerbork +31 (0) 593 33 28 75 Telefoon info(5)elmnederiand.nl E-mail www.elmnederiand.nl Internet Groningen 52514501 KvK
Bioclear B.V. T.a.v. Mevr. M. Luitwieler Rozenburglaan 13 9727 DL Groningen
20124185 212037/R02 donderdag 7 juni 2012 dinsdag 19 juni 2012
Uw kenmerk: Onze referentie: Datum uitvoering: Rapportage datum:
Betreft:
Project: Bodemluchtanalyses met behulp van gaschromatograaf Meetpunt: Omgeving Traaij 153, Driebergen
Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u de resultaten van het door u aangevraagde (emissie)onderzoek. Geaccrediteerde verrichtingen volgens NEN-EN-ISO/IEC 17025 zijn middels een "Q" gemarkeerd. Geaccrediteerde metingen zijn uitgevoerd conform de methoden die worden benoemd in de meest actuele versie van onze verrichtingen-lijst van de Raad voor Accreditatie, te vinden onder accreditatienummer L433. Dit meetrapport mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Indien u betreffende deze resultaten nog vragen heeft, zijn we graag bereid deze te beantwoorden. In het vertrouwen u hiermee van dienst te zijn geweest, met vriendelijke groet,
ing. G. Visser, Hoofd Luchtmeetdienst
iso
TOOI
VCA-
[ļflĵTtf'
^K. ^
VG» CHECKLISI AANNEMERS
ELM BV is NEN-EN-ISO 9001:2008 en V C A " 2008/5.1 gecertificeerd
"
De luchtmeetdienst van ELM BV is als testlaboratorium conform liirhtmť»ŕ»triipnst van Fl M RV k als testiahnratnriiim NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie
Bladzijde 1 van 6
TF^TFM ronfnrm
IL0İLİ1 411 Pwfl
M
w
n
1
^
Ü
J
I
EqUI
Errissie- en Luchlkwateismeingen BV
Monstercode:
1
1
0,7m-mv
2
2
0,7m-mv
3
3
0,7m-mv
4
4
0,7m-mv
5
5
0,7m-mv
Monstercode Monsternamedatum
1
2
3
4
5
07-06-12
07-06-12
07-06-12
07-06-12
07-06-12
Eenheid
rapp.grens
CH4
v-01%
0,1
2,3
0,6
0,8
0,6
0,2
C02
VO^/o
0,1
4,6
4,0
3,2
5,1
5,5
02
VOl 7o
0,1
16,6
17,2
18,0
16,0
15,4
Vinylchloride
mg/m
3
0,3
< 0,3
< 0,3
«:0,3
«:0,3
<0,3
Trans 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
*:0,3
*:0,3
«:0,3
t0,3
<0,3
Cis 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
1,2
-;0,3
<0,3
<0,3
^,3
Tri chlooretheen
mg/m
3
0,3
0,6
<0,3
< 0,3
< 0,3
< 0,3
Tetra chlooretheen
mg/m
3
0,3
12,8
11,9
9,9
8,7
5,5
Benzeen
mg/m
3
0,3
< 0,3
< 0,3
«:0,3
<0,3
<0,3
Tolueen
mg/m
3
0,3
1,5
1,4
1,3
1,0
0,9
0
Bladzijde 2 van 6
Ejnss^enLuchlkwateitsrri6*igenBV
Monstercode:
6
6
0,7m-mv
7
7
0,7m-mv
8
8
0,7m-mv
9
9
0,7m-mv
10
10
0,7m-mv
Monstercode Monsternamedatum
6
7
8
9
10
07-06-12
07-06-12
07-06-12
07-06-12
07-06-12
Eenheid
rapp.grens
VOľ/o
0,1
0,6
0,2
0,3
0,2
0,3
C02
VO^/o
0,1
4,8
3,8
4,1
3,6
3,2
02
VOľ/o
0,1
16,3
17,1
16,0
17,3
17,9
0,3
^,3
-;0,3
«:0,3
< 0,3
-«0,3
-«0,3
<0,3
CH4
Vinylchloride
mg/m
3
Trans 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
«^0,3
*:0,3
^,3
Cis 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
< 0,3
< 0,3
<0,3
-:0,3
<0,3
Tri chlooretheen
mg/m
3
0,3
<0,3
<0,3
<0,3
<0,3
<0,3
Tetra chlooretheen
mg/m
3
0,3
1,1
<0,3
3,3
2,5
3,6
Benzeen
mg/m
3
0,3
«:0,3
<0,3
«:0,3
<0,3
<0,3
Tolueen
mg/m
3
0,3
0,8
<0,3
0,5
0,5
0,4
Bladzijde 3 van 6
E r n e s t en Lutrtkwatetemeíngen B V
Monstercode:
11
11
0,7m-mv
12
12
0,7m-mv
13
13
0,7m-mv
14
14
0,7m-mv
15
15
0,7m-mv
12
11
Monstercode Monsternamedatum
13
14
07-06-12
07-06-12
07-06-12
07-06-12
0,4
0,3
0,6
0,4
15 07-06-1
Eenheid
rapp.grens
CH.4
VOľ/o
0,1
C02
vor/o
0,1
3,7
3,9
4,2
4,4
4,1
02
voio/o
0,1
17,4
17,3
16,8
16,6
16,8
0,2
Vinylchloride
mg/m
3
0,3
«:0,3
•«0,3
«c0,3
< 0,3
-:0,3
Trans 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
< 0,3
•«0,3
<0,3
-«0,3
<0,3
Cis 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
«:0,3
<0,3
<0,3
<0,3
^,3
Tri chlooretheen
mg/m
3
0,3
•c0,3
<0,3
*:0,3
<0,3
<0,3
Tetra chlooretheen
mg/m
3
0,3
*:0,3
<0,3
<0,3
<0,3
<0,3
Benzeen
mg/m
3
0,3
<0,3
<0,3
<0,3
<0,3
<0,3
Tolueen
mg/m
3
0,3
< 0,3
<0,3
<0,3
< 0,3
< 0,3
Bladzijde 4 van 6
I
EqļJĮ
Emsae-enLucrtkwateísmeíngenBV
Monstercode:
16
16
0,7m-mv
17
17
0,7m-mv
18
18
0,7m-mv
19
19
0,7m-mv
Monstercode Monsternamedatum
CH4
16
17
18
07-06-12
07-06-12
07-06-12
19 07-06-1
Eenheid
rapp.grens
v-01%
0,1
0,2
0,7
0,8
0,2 4,7
C02
voio/o
0,1
4,2
5,1
5,4
02
VOP/o
0,1
16,8
15,9
15,5
16,2
Vinylchloride
mg/m
3
0,3
<0,3
-:0,3
*:0,3
< 0,3
Trans 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
<0,3
«c0,3
<0,3
-c0,3
Cis 1,2 dichlooretheen
mg/m
3
0,3
•:0,3
<0,3
<0,3
<0,3
Tri chlooretheen
mg/m
3
0,3
<0,3
<0,3
"«0,3
<0,3
Tetra chlooretheen
mg/m
3
0,3
<0,3
3,3
3,9
< 0,3
Benzeen
mg/m
3
0,3
<0,3
*:0,3
<0,3
^,3
Tolueen
mg/m
3
0,3
<0,3
1,3
1,4
<0,3
Bladzijde 5 van 6
\
\
Cl TO CO
co
LH
O"
-3
\
\
Ana lysecertificaat
Pagina: 1 van 5 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P130200617 ( v l ) Driebergen Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1302084BCL 15-02-2013 15-02-2013 20-02-2013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
1 2 3 4
4185JM8~1A 4185JW9~1B 4185J)10~4A 4185J)11~4B
Grond Grond Grond Grond
15-02-2013 15-02-2013 15-02-2013 15-02-2013
M130201698 M130201699 M130201700 M130201701
(0,7-0,9 m-mv) (1,7-1,9 m-mv) (0,7-0,9 m-mv) (1,6-1,8 m-mv)
Resultaten:
s s s
Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVB-GROND-01
Droge stof
DIV-DS-01
Organische stof
DIV-ORG-G01
Eenheid "/o
(m/m)
"/o
van ds
1
2
3
4
+
+
+
+
86,3
89,6
85,7
«:1,0 (i)
•«1,0 (D
91,8 1,6 (i)
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
<0,05
<0,05
1,1-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
^,05
<0,05
<0,05
1,2-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
*:0,05
<0,05
<0,05
<0,05
Trans-1,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
<0,05
<0,05
Cis- 1,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,08
<0,05
<0,05
<0 05
Trichloormethaan (Chloroform)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
<0,05
<0,05
Tetrachloormethaan (Tetra)
(
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,01
«:0,01
<0,01
<0,01
1,1,1-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
«c0,01
<0,01
^,01
<0,01
1,1,2-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
<0,05
<0,05
<0,05
«:0,05
Trichlooretheen (Tri)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,04
<0,01
<0,01
<0,01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,41
0,20
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
10 0,12 (2)
Vinylchloride
GCMS-VLUCHTIG-01
mq/kq ds
^.05
0,07
(2)
^,05
0,07
<0,01 0,07 (2)
(2)
^,05
^,05
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000.
Opmerkingen: r
r
d
rr
rd
d r
r
d d
d
rd
" r
r
r
"
r
d d
Verpakking bij monster: M130201698 (4185„008~1A (0,7-0,9 m-mv)) L20870588 Verpakking bij monster: M130201699 (4185„009~1B (1,7-1,9 m-mv)) L20870599 Verpakking bij monster: M130201700 (4185 010~4A (0,7-0,9 m-mv)) -
L20870601 Verpakking bij monster: M130201701 (4185.011~4B (1,6-1,8 m-mv)) L20870612
M ľ ľ i
A S 3000
hfcT f.' ulfcU-ABORATG-ì S ISGfcSC-RfcvfcN IN HET RvA R E G I S I E R VOOR ~fcST.AāORATOR:A ON3ER NR L IOO VOOR GEBIEDEN ZOAL S NADER OMSCHREVEN IN DE ACCRĒ3 ~ATIE
ACMAA B.V. Hazenweg30 7556 BM Hengelo
telefoon 074 - 2560600 fax 074 - 2508402 e-mail
[email protected]
website www.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900 Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL 801877118B01 IBAN NL 24RABO0110961900 Swiftadres RABONL 2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 2 van 5
Opdrachtgever: Bioclear B.V.
Opdrachtgever Aanvrager
Mevr. M. Luitwieler
Adres
Postbus 2262
Postcode en plaats
9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens Opdrachtcode
20124185
Labcomcode:
1302084BCL
Rapportnummer
P130200617 ( v l )
Datum opdracht
15-02-2013
Opdracht omschr.
Driebergen
Startdatum
15-02-2013
Bemonsterd door
Opdrachtgever
Datum rapportage
20-02-2013
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratoríum. Oe resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
I LSI tN
RvA L1DD
* ŵ
A S 3000
HET MILIEULABORATOR'CM IS INGESCHREVEN IK HET RvA REGISTER VOOR TEST LABORATORIA ONDER NR L1U0 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE A C C R E D A T I E T
ACMAA B.V.
telefoon 074 - 2560600
websitewww.3cmaa.nl
BTWnr. NL801877118B01
Hazenweg30
fax 074 - 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
e-mail
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
7556 BM Hengelo
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 3 van 5 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P130200617 ( v l ) Driebergen Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1302084BCL 15022013 15022013 20022013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
5 6 7 8
4 1 8 5 J 1 2 ~ 6 A (0,70,9 mmv)
Grond Grond Grond Grond
15022013 15022013 15022013 15022013
M130201702 M130201703 M130201704 M13Ũ201705
4185J)13~6B (1,71,9 mmv) 4185J)14~8A (0,70,9 mmv) 4 1 8 5 J 1 5 ~ 8 B (1,71,9 mmv)
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
S
Mvb. SIKB AS3000
MVBGROND01
s s
Droge stof
DIVDS01
Organische stof
DTVORGG01
Eenheid o/o
(m/m)
o/o
van ds
5
6
7
8
+
+
+
+
86,9
87,2
92,5 1,9 (i)
85,3
3,0 (i)
«cl,0 ( D
vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
*:0,05
<0,05
:0,05
<0,05
1,1Dichloorethaan
GCMSVLUCHT1G 01
mg/kg ds
K0,05
«:0,05
<0,05
<0,05
1,2Dichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
^,05
<0 05 )
««0,05
<0,05
Transl,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
^,05
<0,05
<0,05
<0 05
Cis 1,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
•c0,05
<0,05
<0,05
<0 05
Trichloormethaan (C hloroform)
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
^,05
<0,05
<0,05
<0 05
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMSVLUCHT1G 01
mg/kg ds
•«0,01
•«0,01
<0,01
<0,01
1,1,1Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
<0,01
<0,01
•«0,01
<0,01
1,1,2Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
<0,05
<0,05
<0,05
^,05
Trichlooretheen (Tri)
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
<0,01
<0,01
<0,01
<0 01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
0,03
<0,01
0,03
<0,01
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMSVLUCHTIG01
mg/kg ds
Vinylchloride
GCMSVLUCHTIG01
mq/kq ds
0,07 (2) «:0,05
0,07
(2)
«:0,05
0,07
(
<
/
(
0,07
(2)
^,05
(2)
^,05
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: r d d
r d
rd
d
" r
r
rr r
"
r
rd
d r
r d d
Verpakking bij monster: M130201702 (4185 012~6A (0,70,9 mmv))
L20870577 Verpakking bij monster: M130201703 ( 4 1 8 5 0 1 3 ~ 6 B (1,71,9 mmv))
L20870566 Verpakking bij monster: M130201704 (4185J)14~8A (0,70,9 mmv)) L20870634 Verpakking bij monster: M130201705 (4185J)15~8B (1,71,9 mmv)) L20655499
MWÍİ HET M L I E U L A B O R A I O R O N D E R NR
ACMAA B.V. Hazenweg30 7556 BM Hengelo
S I N G E S C H R E V E N IK R E Ī
A S 3000 RvA R E G I S T E R V O O R " E S T A S O R A T ORiA
Lİ0Ù V O O R G E B I E D E N Z O A L S N A D E R O M S C H R E V E N IN D E A C C R E D ~ A T I E
telefoon 074 - 2560600 fax 074 - 2508402 e-mail
[email protected]
websitewww.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900 Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL801877118B01 IBAN NL24RABO0110961900 Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 4 van 5
Opdrachtgever: Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
: 20124185 : P130200617(vl) : Driebergen Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1302084BCL 15022013 15022013 20022013
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
its i n RvA L1 ūū A S 3000 HET MILIEULABORATOR LM IS INGESC HREVEN IN hET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR L1DŨ VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE AC C REDITATIE
ACMAA B.V.
telefoon 074 2560600
website www.acmaa.nl
BTWnr. NL801877118B01
Hazenweg30
fax 074 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
email
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
7556 BM Hengelo
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 5 van 5 Opdrachtgever: Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P130200617(vl) : Driebergen : Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1302084BCL 15-02-2013 15-02-2013 20-02-2013
Monstersoort
Datum bemonstering
Grond Grond
15-02-2013 15-02-2013
Monstergegevens: Nr. 9 10
s s s
Monsteromschrijving
Labnr. M130201706 M130201707
: 4185J)16~18A (0,7-0,9 m-mv) 4185J)17~18B (1,8-2,0 m-mv) Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVB^ĴROND-01
Droge stof
OW-DS-01
"/o (m/m)
Organische stof
DIV-ORG-G01
o/o van ds
10
9
Eenheid
Parameter
+
+
92,6
87,3 ^ , 0 (i)
1,6 m
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
•c0,05
<0,05
1,1-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
1,2-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
^,05
Trans-1,2-Dichlcoretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
K0,05
<0,05
Cis-l,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
«:0,05
<0,05
Trichloormethaan (Chloroform)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
-;0,01
<0,01
1,1,1-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
•«0,01
^,01
1,1,2-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
<0,05
<0,05
Trichlooretheen (Tri)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
<0,01
<0,01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,03
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMS
VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,07
Vinylchloride
GCMS-VLUCHTIG-01
mq/kq ds
^,05
<0,01 0,07
(2)
(2)
«c0,05
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: r
r
d
r
r
r
d
r
d
d
d
d
r
d
d d
d
rd
" r
r
r
"
r
d d
r
r
Verpakking bij monster: M130201706 (4185 016~18A (0,7-0,9 m-mv)) -
L20870555 Verpakking bij monster: M130201707 (4185 017~18B (1,8-2,0 m-mv)) -
L20870544 Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Ditrapportmag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. Deresultatenhebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestarjekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
RiAlltä
A S 3000
HET M t l E U - A E O R A T O R UM S INGESCHREVEN IN H E T RvA REGISTER VOOR T E S T L A B O R A T O R I A
ONDtR NR U O Ú VOOR GEblfcUEN Z O A L S NADER OMSCHREVEN IN DE ACCRED A T I E T
ACMAA B.V. Hazenweg30 7556 BM Hengelo
telefoon 074 - 2560600 fax 074 - 2508402 e-mail
[email protected] Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA
website www.acmaa.nl BTWnr. NL801877118B01 Banknr. Rabo 11.09.61.900 IBAN NL24RABO0110961900 Handelsregister 060.58.291 Enschede Swiftadres RABONL2U BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 1 van 7 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P130300039(vl) Driebergen Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1303000BCL 01032013 01032013 06032013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
1 2 3 4
4185J)18~301 4185J)19~301 4185J)20~301 4185J)24~303
Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
01032013 01032013 01032013 01032013
M130300115 M130300116 M130300117 M130300118
(79 mmv) (1214 mmv) (2224 mmv) (1315 mmv)
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVBWATER01
ï
2
3
4
+
+
+
+
pg/i
^,20
^,20
<0,20
<0,20
pg/i
«:0,20
<0,20
<0,20
<0,20
pg/i
:0,10
<0,10
«:0,10
<0,10
ug/i
•;0,10
<0,10
<0,10
0,55
pg/i
«:0,10
0,25
<0,10
11
pg/i
^,10
^,10
<0 10 (
•e0,10
pg/i
c0,10
<0,10
<0 10 Í
<0,10
pg/i
<0,10
<0,10
«:0,10
<0,10
pg/i
«:0,10
<0,10
<0,10
<0,10
pg/i
<0,10
0,60
0,72
83
pg/i
0,16
^,10
<0,10
920
pg/i
0,14 (i)
0,32 (i)
0,14 (i)
pg/i pq/l
1,0 (i)
1,6 C D
1,6 (i)
Eenheid
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMSVLUCHTIG01
1,1Dichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
1,2Dichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
Trans1,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
Cis1,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
Trichloormethaan (C hloroform)
GCMSVLUCHTIG01
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMSVLUCHTIG01
1,1,1Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
1,1,2Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
Trichlooretheen (Tri)
GCMSVLUCHTIG01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMSVLUCHTIG01
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMSVLUCHTIG01
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GCMSVLUCHTIG01
Vinylchloride
GCMSVLUCHTIG01
^,10
^,10
«:0,10
12 1000 W 0,30
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: d
d r
rd r
" r
r
r
M
"
r d r
d d r
r
Verpakking bij monster: M130300115 (4185„018~301 (79 mmv)) 0 0 0691301690 0
0
0691301705
Verpakking bij monster: M130300116 (4185J)19~301 (1214 mmv)) 0691301710 Verpakking bij monster: M130300117 (4185 020~301 (2224 mmv))
0691301760 Verpakking bij monster: M130300118 (4185„024~303 (1315 mmv)) 0
0
0691301692.
0
0
0691301697
ItSltN RvA L1 I
AS 3000
HET MWEULABORATOR LM lS INGESC HREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR ÌEST^ASORAIORlA ONDER NR L1DŨ VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSC HREVEN IN DE A C C R E D A T I E T
ACMAA B.V.
telefoon 074 2560600
website www.acmaa.nl
BTWnr. NL801877118B01
Hazenweg30
fax 074 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
7556 BM Hengelo
email
[email protected] Handelsregister 060.58.291 Enschede Swiftadres RABONL2U Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 2 van 7
Opdrachtgever: Bioclear B.V.
Opdrachtgever Aanvrager
Mevr. M. Luitwieler
Adres
Postbus 2262
Postcode en plaats
9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: 20124185
Labcomcode:
1303000BCL
P130300039 ( v l )
Datum opdracht
01-03-2013
Opdracht omschr.
Driebergen
Startdatum
01-03-2013
Bemonsterd door
Opdrachtgever
Datum rapportage
06-03-2013
Opdrachtcode Rapportnummer
:
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Dŕt rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over detoegepastemethodes en prestabekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
UIIU RvA L1C Ũ
'"^ A S 3000
1
HET N' LlfcULAEORAf CR Llv" S l * GESCHREVEN IN hET RvA REGISTER VOOR " E S T A B O R A Ĩ O î ' A ONDER NR L.100 VOOR GEBIfcDtN İOALS NADER OMSCHREVEN IN DE A C C R E 3 "ATIE
ACMAA B.V. HazenwegüO 7556 BM Hengelo
telefoon 074 - 2560600 fax 074 - 2508402 e-mail
[email protected]
websitewww.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900 Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL801877118B01 IBAN NL24RABO0110961900 Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 3 van 7 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
: 20124185 P130300039 ( v l ) Driebergen Opdrachtgever
1303000BCL 01032013 01032013 06032013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
5 6 7 8
4185J)25~303 4185J)26~303 4185J)27~304 4185J)28~304
Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
01032013 01032013 01032013 01032013
M130300119 M130300120 M130300121 M130300122
(1719 mmv) (2628 mmv) (810 mmv) (2022 mmv)
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVBWATER01
Eenheid
5
6
7
8
+
+
+
+
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMSVLUCHTIG01
MO/1
K0,20
•«0,20
<0,20
<0,20
1,1Dichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
^,20
^,20
<0,20
<0,20
1,2Dichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
•«0,10
0,12
•«0,10
<0,10
0,12
<0,10
<0,10
Transl,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
•«0,10
Cis 1,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
0,50
<0,10
0,28
Trichloormethaan (C hloroform)
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
•«0,10
<0,10
•«0,10 <0,10
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
«:0,10 «:0,10
<0,10
<0,10
<0,10
<0,10
<0,10
<0,10
•«0,10 <0,10
0,11
1,1,1Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
1,1,2Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
•«0,10 •«0,10
Trichlooretheen (Tri)
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
2,0
0,30
0,22
Tetrachlooretheen (Per)
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
0,71
2,6
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMSVLUCHTIG01
pg/i
•«0,10 0,57 C D
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GCMSVLUCHTIG01
Vinylchloride
GCMSVLUCHTIG01
pg/i pg/i
•«0,10
0,19 W
3,2 (i)
1,9
(2.1)
•«0,10
0,35 CD 3,8 CD «:0,10
<0,10 1,1 0,14 (i) 2,0
(1)
*:0,10
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: d
d
rd
" r
r
r
"
r
d d
r r M d r r r Verpakking bij monster: M130300119 (4185.025~303 (1719 mmv)) 0 0 0691301709 0
0
0691301707
Verpakking bij monster: M130300120 (4185.026~303 (2628 mmv)) 0
0
0691301702
0
0
0691301708
Verpakking bij monster: M130300121 (4185J)27~304 (810 mmv)) 0
0
0691301706
0
0
0691301695/
Verpakking bij monster: M130300122 (4185J)28~304 (2022 mmv)) 0
0
0691301700
0
0
0691301691
RvAIIÈJ
AS 3000
HET W.LIEULABORATOR UM iS INGESC HREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TESTLABORATORIA ONDER NR L10Ũ VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSC HREVEN IN DE AC C RED A T I E T
ACMAA B.V.
telefoon 074 2560600
website www.acmaa.nl
Hazenweg30
fax 074 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
BTWnr. NL801877118B01 IBAN NL24RABO0110961900
7556 BM Hengelo
email
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 4 van 7
Opdrachtgever: Opdrachtgever
Bioclear B.V.
Aanvrager
Mevr. M. Luitwieler
Adres
Postbus 2262
Postcode en plaats
9704 C G Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer
:
Opdracht omschr.
:
Bemonsterd door
20124185
Labcomcode:
1303000BCL
P130300039 ( v l )
Datum opdracht
01032013
Driebergen
Startdatum
01032013
Opdrachtgever
Datum rapportage
06032013
Hoofd lab. Ing. H. Punte
Handtekening:
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestafjekenmeriien is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
RvA L C J H E I W L I E U L A E O K A Ī O ^ Lí/
O N D E R NR
AS 3000
S I N G E S C H R E V E N \K H E T RvA R E G I S T E R V O O R
"EST.ABORATOK'A
L.10Ũ V O O R G E B I t ü t N Z O A L S N A D E R O M S C H R E V E N IN D E A C C R E J ~ A T I E
ACMAA B.V.
telefoon 074 2560600
websitewww.acmaa.nl
BTWnr.
Hazenweg 30
fax 074 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
email
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
7556 BM Hengelo
NL801877118B01
Opdrachten worden uitgevoerd volgens d e Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 5 van 7 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler : Postbus 2262 : 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
20124185 P130300039 (vl) Driebergen Opdrachtgever
1303000BCL 01-03-2013 01-03-2013 06-03-2013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
9 10 11 12
4185J)29~305 (13-15 m-mv) 4 1 8 5 J 3 0 ~ 3 0 5 (17-19 m-mv) 4185J)31~305 (26-28 m-mv) 4185 032-DW1
Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
01-03-2013 01-03-2013 01-03-2013 01-03-2013
M130300123 M130300124 M130300125 M130300126
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVB-WATER-01
Eenheid
9
10
11
+
+
+
12
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
pg/i
^,20
<0,20
<0 20 ř
^,20
1,1-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
pg/l
-:0,20
^,20
<0,20
<0,20
1,2-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
M9/I
-c0,10
<0,10
K0,1Q
<0,10
Trans-1,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
M9/I
<0,10
<0,10
K0,10
<0,10
Cis-l,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
M9/I
<0,10
<0,10
<0,10
Trichloormethaan (Chloroform)
GCMS-VLUCHTIG-01
pg/i
•e0,10 <0,10
<0 10 <
<0,10
*:0,10
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
<0,10
«:0,10
<0,10
<0,10
1,1,1-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
<0,10
<0,10
<0,10
<0,10
1,1,2-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
<0,10
<0,10
KŨ,10
<0,10
Mg/i
«:0,10
0,21
0,13
0,10
Mg/i
<0,10
<0,10
<0 10
Trichlooretheen (Tri)
GCMSVLUCHTIG01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMSVLUCHTIG01
Dichl.ethenen (som ds+trans)
GCMSVLUCHTIG01
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GCMSVLUCHTIG01
Vinylchloride
GCMSVLUCHTIG01
0,14 CD
M9/I
0,14 (i)
0,91 (i)
Mg/i
•«0,10
M9/I
1,0 (i) •«0,10
1,9
(
0,14 (i) 0,97
d )
«:0,10
0,14 (i) 2,8 (i) •«0,10
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: d
d r
rd r
" r
M
r
r
r d r
d
r
d
r
Verpakking bij monster: M130300123 ( 4 1 8 5 . 0 2 9 3 0 5 (1315 mmv)) 0691301712 0 0 0691301711 0 0 Verpakking bij monster: M130300124 (4185„030~305 (1719 mmv)) 0691301713 0 0 0691301714 0 0 Verpakking bij monster: M130300125 (4185.031~305 (2628 mmv)) 0691301696 0 0 0
0
0691301701
Verpakking bij monster: M130300126 (4185J)32~DW1) 0
0
0691301704
0
0
0691301703
RvA 1 UJ
A S 3000
HET MlUEULABORATORLM S INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR "ESĨC ASORATORIA ONDER NR L10Ü VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSC HREVEN IN DE AC C REDITATIE
ACMAA B.V. Hazenweg 30 7556 BM Hengelo
telefoon 074 2560600 fax 074 2508402 email
[email protected]
website www.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900 Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL801877 U 8 B 0 1 [BAN NL24RABO0110961900 Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 6 van 7
Opdrachtgever: Opdrachtgever
Bioclear B.V.
Aanvrager
Mevr. M. Luitwieler
Adres
Postbus 2262
Postcode en plaats
9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode
:
20124185
Labcomcode:
1303000BCL
Rapportnummer
:
P130300039 ( v l )
Datum opdracht
01-03-2013
Driebergen
Startdatum
01-03-2013
:
Opdrachtgever
Datum rapportage
06-03-2013
Opdracht omschr. Bemonsterd door
Hoofd lab. Ing. H. Punte
Handtekening Dít rapport mag niet anders dan in zijn geheet worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatìekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
RvA l i[D
A S 3000
T hf JfcUiJ^SORATCR LW S IVĴfcSCH'ífcVfcN IN HET RvA REGISTER VOOR " t S ' ^ A S O R A T O R A ONDER NR Lİ0Ũ VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSC HREVEN IN DE AC C RīD "ATIE
ACMAA B.V.
telefoon 074 2560600
websitewww.acmaa.nl
BTWnr.
Hazenweg 30
fax 074 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
email
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
7556 BM Hengelo
NL801877U8B01
Opdrachten worden uitgevoerd volgens d e Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 7 van 7 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
20124185 : P130300039 ( v l ) Driebergen Opdrachtgever
1303000BCL 01-03-2013 01-03-2013 06-03-2013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
13 14
4185J)33~DW2 4185J)34~DW3
Grondwater Grondwater
01-03-2013 01-03-2013
M130300127 M130300128
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVB-WATER-Ol
Eenheid
13
14
+
+ <0,20
Vluchtige organische halogeen verbindingen S
Dichloormethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
pg/i
^,20
s s s s s s s s s s s s s
1,1-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
M9/I
^,20
<0,20
1,2-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
pg/i
K0,10
<0,10
Trans-1,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
^,10
<0,10
Cis-l,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
•«0,10
•«0,10
Trichloormethaan (Chloroform)
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
««0,10
<0,10
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
^,10
<0,10
1,1,1-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
*:0,10
<0,10
1,1,2-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
<0,10
<0 10
Trichlooretheen (Tri)
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
<0,10
•«0,10
Tetrachlooretheen (Per)
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GCMS-VLUCHTIG-01
Vinylchloride
GCMS-VLUCHTIG-01
Mg/i Md/I
<
0,65
1,9 0,14 (i) 2,8
0,14 (i) 1,5
d l
«:0,10
d l
•«0,10
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: d
d r
rd r
" r
r
r
"
M
r d r
d d r
r
Verpakking bij monster: M130300127 (4185J)33~DW2) 0
0
0691301694
0
0
0691301699
Verpakking bij monster: M130300128 (4185 034~DW3) -
0
0
0691301693
0
0
0691301698
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Ditrapportmag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schríftelijke toestemming van het laboratoríum. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerícen is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
RvA L10D
A S 3000
HET M LIEULABORATORiUM lS INGESCHREVEN IN HET RvA R E G l S l E R VOOR T E S T L A B O R A T O R I A ONDER NR L I O Ü VOOR GEBIEDEN Z O A L S NADER OMSCHREVEN IN DE A C C R E D ' A T I E
ACMAA B.V.
telefoon 074 - 2560600
website www.acmaa.nl
BTWnr.
Hazenweg30
fax 074 - 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
e-mail
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
7556 BM Hengelo
NL801877118B01
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 1 van 2 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
20124185 P130300268 ( v l ) : Driebergen 2 : Opdrachtgever
1303010BCL 07032013 07032013 14032013
Monstergegevens: Nr. Labnr. 1 2 3
Monsteromschrijving
M130300661 M130300662 M130300663
: 4185.021~ 302 (810 mmv) : 4185J)22~ 302 (1719 mmv) : 4185J)23~ 302 (2628 mmv)
Monstersoort
Datum bemonstering
Grondwater Grondwater Grondwater
07032013 07032013 07032013
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
Mvb. SIKB AS3000
MVBWATER01
Eenheid
1
2
3
+
+
+
Vluchtige organische halogeen verbindingen S
Dichloormethaan
GCMSVLUCHTIG01
M9/I
KŨ,20
c0,20
*:0,20
S
1,1Dichloorethaan
GCMSVLUCHTTG01
ug/i
^,20
c0,20
^,20
s s s s s s s s s s s s
1,2Dichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
Mg/i
<0,10
<0,10
<0,10
Mg/i
0,25
<0,10
<0,10
Mg/i
10
<0,10
<0,10
Mg/i
•e0,10
«:0,10
•«0,10
Mg/i
<0,10
<0,10
<0,10
s s
Trans1,2Dichlooretheen
GCMSVLUCHTIG01
Cis1,2Dichlooretheen Trichloormethaan (C hloroform)
GCMSVLUCHTIG01
C G MS
VLUC HTIGOI
GCMSVLUCHTIG01
Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIGOl
Mg/i
<0,10
<0,10
<0,10
1,1,2Trichloorethaan
GCMSVLUCHTIG01
Mg/i
<0,10
<0,10
<0,10
M9/I
16
<0,10
0,52
Mg/i
8000
0,22
0,46
Mg/i
10
0,14 (i)
0,14 (i)
Mg/i
8000 d l
Trichlooretheen (Tri)
GCMSVLUCHTIG01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMSVLUCHTIG01
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMSVLUCHTIG01
Vlucht.chl.koolw.stoffen (som)
GCMSVLUCHTIG01
Vinylchloride
GCMSVLUCHTIG01
Mg/i
0,14
c0,10
:0,10
Nitraat (als N03)
DIVAA201
mg/l
6,2
4,9
28
Sulfaat
DTVAA201
mq/l
74
62
54
1,1 (i)
1,8 m
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: d
d
rd
" r
r
r
"
r
d d
Verpakking bij monster: M130300661 (4185„021~302 (810 mmv)) 0
0
AM04000134
0
0
AM04000138
0
0
F5645427
Verpakking bij monster: M130300662 (4185.022~302 (1719 mmv)) 0
0
F5645424
0
0
AM04000140
0
0
AM04000144
Verpakking bij monster: M130300663 (4185J)23~302 (2628 mmv)) F5645421 AM04000157 AM04000151
ĮSIH RvA L
!C Ũ
AS 3 0 0 0
HET M UEUABORATOR'LM iS INGESC HREVEN IN HEI RvA R E G I S T t R VOOR ' EST^ABORATOR A ONDER NR L I Ü Ü VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSC HREVEN IN D E AC C RED "ATIE
ACMAA B.V. Hazenweg 30 7556 BM Hengelo
telefoon 074 2560600 fax 074 2508402 email
[email protected]
website www.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900
Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL801877118B01 [BAN NL24RABO0110961900 Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens d e Algemene Voorwaarden van AC MAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel O o s t Nederland.
Ana lysecertificaat
Pagina: 2 van 2
Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Opdrachtgegevens Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
20124185 P130300268(vl) Driebergen 2 Opdrachtgever
1303010BCL 07032013 07032013 14032013
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening Dit rapport mag niet andere dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatieken merken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
RvA L IC Q
A S 3000
H E T M L I E U L A B O R A T O R I U M I S I N G E S C H R E V E N ih H E T RvA R E G I S T E R V O O R T E S T L A B O R A T O R I A O N D E R NR
ACMAA B.V. Hazenweg30 7556 BM Hengelo
L10Ū V O O R G E B I E D E N Z O A L S N A D E R O M S C H R E V E N IN üfc A C C R E D . T A T I E
telefoon 074 2560600 fax 074 2508402 email
[email protected]
websitewww.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900 Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL801877118B01 IBAN NL24RABO0110961900 Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 1 van 3 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
20124185 P130900262 ( v l ) Monstername grond Traaij Driebergen Opdrachtgever
1309025BCL 23-09-2013 23- 09-2013 24- 09-2013
Monstergegevens: Nr. Labnr.
Monsteromschrijving
Monstersoort
Datum bemonstering
1 2 3 4
4185.038-306 4185„039~306 4 1 8 5 . 0 4 0 - 306 4 1 8 5 . 0 4 1 - 306
Grond Grond Grond Grond
20-09-2013 20-09-2013 20-09-2013 20-09-2013
M130900593 M130900594 M130900595 M130900596
(4,5-5,0 m-mv) (6,5-7,0 m-mv) (9,0-9,2 m-mv) (9,2-9,5 m-mv)
Resultaten: Eenheid
1
2
3
4
+
+
+
+
Parameter
Intern ref. nr.
S
Mvb. SIKB AS3000
MVB-GROND-01
s s
Droge stof
DJV-DS-01
Va (m/m)
81,6
Organische stof
DTV-ORG-G01
"/o van ds
•«1,0
O)
84,7
84,8
«cl,0 ( D
««1,0
85,2 O)
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
-:0,05
<0,05
•«0,05
1,1-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
*:0,05
-:0,05
<0,05
<0,05
1,2-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
^,05
<0,05
<0,05
Trans-1,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
•«0,05
^,05
<0,05
Cis-l,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
««0,05
0,06
0,08
•«0,05
Trichloormethaan (Chloroform)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
K0,05
<0,05
<0,05
<0,05
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
«c0,01
<0,01
<0,01
<0,01
1,1, I-Tri chloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
•«0,01
•«0,01
<0,01
<0,01
1,1,2-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
^,05
<0,05
Trichlooretheen (Tri)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,05
0,24
0,09
0,02
Tetrachlooretheen (Per)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,98
2,7
5,3
Dichl.ethenen (som ds+trans)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,07
Vinylchloride
GCMS-VLUCHTIG-01
mq/kq ds
-c0,05
0,10
(2)
(2)
•«0,05
0,11
2,2 (2)
•«0,05
0,07
(2)
^,05
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1
=
2
=
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor 5,4 Zo lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem. Bij de som zijn de waarden V rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'. 0
Verpakking bij monster: M130900593 ( 4 1 8 5 . 0 3 8 - 3 0 6 (4,5-5,0 m-mv)) AM000014611 Verpakking bij monster: M130900594 (4185.039-306 (6,5-7,0 m-mv)) AM000014622 Verpakking bij monster: M130900595 ( 4 1 8 5 . 0 4 0 - 3 0 6 (9,0-9,2 m-mv)) AM000014598 Verpakking bij monster: M130900596 ( 4 1 8 5 . 0 4 1 - 3 0 6 (9,2-9,5 m-mv)) 05310773790/0
! LSÍ tfc RvA L1ED H E T N' L I E U - A B O R A T O R
A S 3000
S I N G E S C H R E V E N IK H E T RvA R E G I S I E R VOOR " E S T . - A B O R A T C R A
ONDfcK NR i-lOU V O O R G E B I E D E N Z O A L S N A D E R O M S C H R E V E N IN D E ACCRED ' A T I E
ACMAA B.V. Hazenweg30 7556 BM Hengelo
telefoon 074 - 2560600 fax 074 - 2508402 e-mail
[email protected]
website www.acmaa.nl Banknr. Rabo 11.09.61.900 Handelsregister 060.58.291 Enschede
BTWnr. NL801877118B01 IBAN NL24RABO0110961900 Swiftadres RABONL2U
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 2 van 3
Opdrachtgever: Opdrachtgever
Bioclear B.V.
Aanvrager
Mevr. M. Luitwieler
Adres
Postbus 2262
Postcode en plaats
9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: 20124185 P130900262(vl)
Labcomcode:
1309025BCL
Datum opdracht
23-09-2013
Opdracht omschr.
Monstername grond Traaij Driebergen
Startdatum
23- 09-2013
Bemonsterd door
Opdrachtgever
Datum rapportage
24- 09-2013
Opdrachtcode Rapportnummer
Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Ditrapportmag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatJekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
RvA L1DD
A S 3000
HET MlLIEULABORATORiUW iS INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR TEST LABORATORIA ONDER NR L100 VOOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCREO TATIE
ACMAA B.V.
telefoon 074 - 2560600
websitewww.acmaa.nl
BTWnr. NL801877118B01
Hazenweg30
fax 074 - 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL24RABO0110961900
e-mail
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL2U
7556 BM Hengelo
Opdrachten worden uitgevoerd volgens de Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
Analysecertificaat
Pagina: 3 van 3 Opdrachtgever: Opdrachtgever Aanvrager Adres Postcode en plaats
Bioclear B.V. Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262 9704 CG Groningen
Opdrachtgegevens: Opdrachtcode Rapportnummer Opdracht omschr. Bemonsterd door
20124185 P130900262 ( v l ) Monstername grond Traaij Driebergen Opdrachtgever
Labcomcode: Datum opdracht Startdatum Datum rapportage
1309025BCL 23-09-2013 23- 09-2013 24- 09-2013
Monstersoort
Datum bemonstering
Grond Grond Grond
20-09-2013 20-09-2013 20-09-2013
Monstergegevens: Nr. Labnr. 5 6 7
Monsteromschri j vi ng
M130900597 M130900598 M130900599
: 4185.042- 306 (25,5-26,0 m-mv) : 4185.043- 306 (26,0-26,35 m-mv) : 4185.044- 306 (26,35-26,5 m-mv)
Resultaten: Parameter
Intern ref. nr.
S
Mvb. SIKB AS3000
MVB-GROND-01
s s
Droge stof
DIV-DS-01
"/o (m/m)
81,1
Organische stof
DIV-ORG-G01
o/o van ds
«a,o
Eenheid
5
6
7
+
+
+
(i)
81,9
83,1
«cl,0 (D
Vluchtige organische halogeen verbindingen
s s s s s s s s s s s s s
Dichloormethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
^,05
<0,05
1,1-Dichloorethaan
GCMS
VLUCHTIG-01
mg/kg ds
«c0,05
<0,05
<0,05
1,2-Dichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
«:0,05
<0,05
<0,05
Trans-l,2-Dichlooretheen
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
-:0 05
<0,05
<0,05
Cis-l,2-Dichlooretheen Trichloormethaan (Chloroform)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
^,05
<0,05
<0,05
GCMS-VLUCHTTG-OI
mg/kg ds
^,05
«:0,05
<0,05
Tetrachloormethaan (Tetra)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
-c0,01
<0,01
<0,01
1,1,1-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
•e0,01
<0,01
<0,01
1,1,2-Trichloorethaan
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
*:0,05
<0,05
^,05
Trichlooretheen (Tri)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
<0,01
<0,01
Tetrachlooretheen (Per)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
«:0,01 0,04
Dichl.ethenen (som cis+trans)
GCMS-VLUCHTIG-01
mg/kg ds
0,07
Vinylchloride
GCMS-VLUCHTIG-01
mq/kq ds
<0,05
(
«:0,01 0,07
(2)
(2)
<0,05
<0,01 0,07 (2) *:0,05
S = door RvA geaccrediteerd conform SIKB AS3000. Opmerkingen: 1
=
Organische stof is als gloeiverlies bepaald en gecorrigeerd voor 5,40/0 lutum. Dit is de mediaan van het lutum gehalte in de Nederlandse bodem.
2
=
Bij de som zijn de waarden V rapportagegrens" vermenigvuldigd met factor 0,7 zoals beschreven in 'AS3000, bijlage 3'.
Verpakking bij monster: M130900597 ( 4 1 8 5 . 0 4 2 - 3 0 6 (25,5-26,0 m-mv)) AM000014666 Verpakking bij monster: M130900598 ( 4 1 8 5 . 0 4 3 - 3 0 6 (26,0-26,35 m-mv)) 0531077372Z Verpakking bij monster: M130900599 ( 4 1 8 5 . 0 4 4 - 3 0 6 (26,35-26,5 m-mv)) 05310773761 Hoofd lab. Ing. H. Punte Handtekening: Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schríftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestabekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen. Tevens is de informatiegids te raadplegen op de website www.acmaa.nl.
CL ļĮţļŗļ, BiAliíJ
" Ŵ " A S 3000
M J E U L A E Q R A I Û R Llť S INGESCHREVEN IN HET RvA REGISTER VOOR EST-ABORATOR:A ONDER NH L 1 0 0 ,'OOR GEBIEDEN ZOALS NADER OMSCHREVEN IN DE ACCRĚD ATlfc T
T
ACMAA B.V.
telefoon 074 - 2560600
websitewww.acmaa.nl
BTWnr. NL 801877118B01
Hazenweg30
fax 074 - 2508402
Banknr. Rabo 11.09.61.900
IBAN NL 24RABO0110961900
e - m a i l
[email protected]
Handelsregister 060.58.291 Enschede
Swiftadres RABONL 2U
7556 BM Hengelo
Opdrachten worden uitgevoerd volgens d e Algemene Voorwaarden van ACMAA BV, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland.
ñî* eurofins — analytico"
Bioclear BV T . a . v . Marloes Luitwieler Postbus 2262 9704 CG GRONINGEN
Ĥnalvsecertificaat Datum: 0 3 - 1 0 - 2 0 1 3
Hierbij o n t v a n g t u de r e s u l t a t e n van h e t n a v o l g e n d e l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k . 2013126025/1 20124185
Certificaatnummer/Versie Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r Uw p r o j e c t n a a m
N0S0 De T r a a y D r i e b e r g e n
Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
01-10-2013
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d . De g r o n d m o n s t e r s w o r d e n t o t 6 w e k e n na datum o n t v a n g s t b e w a a r d e n w a t e r m o n s t e r s t o t 2 w e k e n na datum o n t v a n g s t . Zonder t e g e n b e r i c h t worden de m o n s t e r s n a d i e n a f g e v o e r d . I n d i e n de m o n s t e r s l a n g e r b e w a a r d d i e n e n t e blijven v e r z o e k e n wij U dit e x e m p l a a r u i t e r l i j k 1 w e e k voor a f l o o p van de s t a n d a a r d b e w a a r p e r i o d e o n d e r t e k e n d a a n o n s t e r e t o u r n e r e n . Voor de k o s t e n van h e t l a n g e r b e w a r e n van m o n s t e r s v e r w i j z e n wij n a a r de p r i j s l i j s t .
Bewaren tot: Datum:
Handtekening:
Naam:
Wij v e r t r o u w e n erop uw o p d r a c h t hiermee n a a r v e r w a c h t i n g t e h e b b e n u i t g e v o e r d , mocht U n a a r a a n l e i d i n g v a n dit a n a l y s e c e r t i f i c a a t nog v r a g e n h e b b e n v e r z o e k e n wij U c o n t a c t op t e nemen met de a f d e l i n g Verkoop en Ĥdvies.
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , E u r o f i n s Ĥnalytico B.V.
I n g . Ĥ. V e l d h u i z e n T e c h n i c a l Manager
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 3 7 7 1 NB P.O. 3770
Box HL
44-4é Barneveld 459 B a r n e v e l d NL
Tel.
+31
(0)34
242
6Ī
Fax +31
(0)34
242
«3
00 99
B N P P a r i b a s S .fí. VĤT/BTW No.
E - m a i l i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l KvK No. Sitewww.eurofins.nl
IBĤN: BIC:
NL
227
9245
25
8043.14.883.B01
09088423
NL71BNPĤ022792452S BNPRNL2A
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is e r k e n d d o o r (0VP.M e n D e p .
LNE), h e t
Brusselse
het Vlaamse
Gewest
het Waalse G e w e s t (DGRNE-0WD) en door overheden van Frankrijk en Luxemburg
(BIM), de
(MEV).
Gewest
«3 eurofins — analytico
Ĥnalysecertif icaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20124185
Certificaatnummer/Versie
2013126025/1
Uw p r o j e c t n a a m
N0S0 De Traay Driebergen
Startdatum
01-10-2013
Rapportagedatum
03-10-2013/15:15
Datum monstername
01-10-2013
Bijlage
Ĥ,B,C
Monsternemer
Lelia Cappon
Pagina
1/1
Monstermatrix
W a t e r ; Water ( P S 3 0 0 0 )
Uw ordernummer
Eenheid
Rnalyse
1
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n s
Dichloormethaan
M9/L
^.20
s
Trichloormethaan
ug/L
<0.20
s
Tetrachloormethaan
pg/l
<0.10
s
Trichlooretheen
pg/L
0.35
s
Tetrachlooretheen
s
1,1 - D i c h l o o r e t h a a n
s
1,2-Dichloorethaan
Mg/L
<0.20
s
1,1,1 -Trichloorethaan
pg/L
<0.10
s
1,1,2-Trichloorethaan
Mg/L
<0.10
s
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
K0.10
s
trans 1,2-Dichlooretheen
M9/L
<0.10
CKW (som)
pg/L
2.7
pg/L
<0.10
2.3 ^.20
s
Vinylchloride
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r 0 , 7
Nr.
Monsteromschrijving
1
4 1 8 5 . 0 4 5 ~ P b 3 0 6 ( 2 4 , 7 - 2 5 , 7 m-mv)
0.14
Hnalytico-nr. 7798030
Q: d o o r R v Ĥ g e a c c r e d i t e e r d e Ĥ: P P 0 4 e r k e n d e
S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Dit c e r t i f i c a a t
Gildeweg
44-46
Tel.
3 7 7 1 NB
Barneveld
Fax +31
+ 31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 6 3
P.O. Box 4 5 9
E-maīl
3 7 7 0 Ĥ L B a r n e v e l d NL
Site
(0)34 242 63
Pr.coörd.
verrichting
mag uitsluitend
in zijn g e h e e l w o r d e n
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is e r k e n d d o o r
BNP P o r i b a s S . Ĥ . 2 2 7 9 2 4 5
V ň T / B T W N o . NL S 0 4 3 . 1 4 . t S 3 . B 0 1
(0VHM e n D e p . I N E ) ,
KvK No.
h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) e n door
IBĤN: BIC:
09088623 NL71BNPĤ0227924525
BNPĤNL2Ĥ
het Brusselse Gewest
overheden van Frankrijk en Luxemburg
gereproduceerd.
het Vlaamse
00 99
[email protected]
www.eurofins.nl
25
Rkkoord
verrichting
verrichting
(BIM),
de
(MEV).
GW
Gewest
TESTEN RvA L01Ũ
fi eurofins — analytico'
Bijlage ( R ) m e t d e e l m o n s t e r i n f o r m a t i e b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 3 1 2 6 0 2 5 / 1 Pagina 1/1 Ĥnalytico-nr.Boornr 7798030
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
4 1 8 5 0 4 5 ~ P b 3 0 6 ( 2 4 . 7 - 2 5 . 7 m-
7798030
Monsteromschrijving 4 1 8 5 0 4 5 - P b 3 0 6 (24 , 7 - 2 5 , 7 m-ll -
ĤM11001447
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Gildeweg 4 1 - 4 6
Tel. +31 (0)34 242 43 00
BNP P a r i b a s S . R . 2 2 7 9 2 4 5
3 7 7 1 NB
Fax +31 (0)34 2 4 2 4 3 99
V Ĥ T / B T W N o . NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B O 1
(0VĤM e n D e p . L N E ) , h e t B r u s s e l s e G e w e s t
E-mail
KvK No.
het Waalse G e w e s t (DGRNE-0WD) e n door d e
P.O. 3770
Barneveld
Box 4 5 9 R L B a r n e v e l d NL
Site
[email protected]
www.eurofins.nl
IBRN: BIC:
25
09088623
NL71BNPR0227924525 BNPĤNL2Ĥ
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is e r k e n d d o o r
overheden v a n Frankrijk e n Luxemburg
het Vlaamse Gewest (BIM),
(MEV).
ķ eurofins — analytico'
Bijlage (B) m e t opmerkingen behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 3 1 2 6 0 2 5 / 1 Pagina Opmerking 1) De t o e t s w a a r d e van de som is gelijk a a n de sommatie van 0 , 7 * R G
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V. Gildeweg
44-46
Tel.
+31
3 7 7 1 NB
Barneveld
Fax +31
P.O. Box
459
E-mail
3 7 7 0 HL
B a r n e v e l d NL
Site
(0)34 (0)34
242 242
63 63
00 99
[email protected]
www.eurofins.nl
BNP P a r i b a s S.fl. 2 2 7 V Ĥ T / B T w N o . NL KvK No. IBĤN: BIC:
9248
25
8043.14.883.B01
09088623 NL71BNPĤ0227924525
BNPHNL2H
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (OVĤM e n D e p . I N E ) ,
het
Brusselse Gewest
h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) en door overheden van Frankrijk en Luxemburg
(BIM), de
(MEV).
1/1
s f j eurofins — analytico
Bijlage (C) m e t
m e t h o d e v e r w i j z i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 3 1 2 6 0 2 5 / 1 Pagina
Analyse
Methode
Techniek
Referentiemethode
VOCL (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
CKW : Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
DiClEtheen som ĤS3000
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Gildeweg 44-46
Tel. +31
(0)34
242
63 00
BNP P a r i b a s S . Ĥ .
3 7 7 1 NB
Fax +31
(0)34
242
63 99
V Ĥ T / B T W No.
Barneveld
P.O. Box 459 3 7 7 0 ĤL
B a r n e v e l d NL
[email protected] Sitewww.eurofins.nl
KvK No.
227
9245
25
NL « 0 4 3 . 1 4 . « 8 3 . B 0 1
09088623
1BĤN: N L 7 1 B N P Ĥ 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5 BIC:
BNPĤNL2Ĥ
E u r o f i n s H n a l y t i c o B.V. is e r k e n d d o o r (0VĤM
en Dep. LNE), h e t
het Vlaamse Gewest
Brusselse Gewest
h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) en door overheden van Frankrijk en Luxemburg
(BIM), de
(MEŸ).
1/1
eurofins — analytico
Bioclear BV T . a . v . Marloes Luitwieler R o z e n b u r g l a a n 13 9704 CG GRONINGEN
Analysecertificaat Datum: 0 8 - 1 0 - 2 0 1 4
Hierbij o n t v a n g t u de r e s u l t a t e n van h e t n a v o l g e n d e l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k .
Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
Certificaatnummer/Versie
2014113973/1 20144759
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Uw ordernummer 03-10-2014
Monster(s) ontvangen
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d . De g r o n d m o n s t e r s w o r d e n t o t 6 w e k e n na datum o n t v a n g s t b e w a a r d e n w a t e r m o n s t e r s t o t 2 w e k e n na datum o n t v a n g s t . Zonder t e g e n b e r i c h t w o r d e n de m o n s t e r s n a d i e n a f g e v o e r d . I n d i e n de m o n s t e r s l a n g e r b e w a a r d d i e n e n t e blijven v e r z o e k e n wij U dit e x e m p l a a r u i t e r l i j k 1 w e e k voor a f l o o p v a n de s t a n d a a r d b e w a a r p e r i o d e o n d e r t e k e n d a a n ons t e r e t o u r n e r e n . Voor de k o s t e n van h e t l a n g e r b e w a r e n van m o n s t e r s v e r w i j z e n wij n a a r de p r i j s l i j s t .
Bewaren tot: Datum:
Handtekening:
Naam:
Wij v e r t r o u w e n erop uw o p d r a c h t hiermee n a a r v e r w a c h t i n g t e h e b b e n u i t g e v o e r d , mocht U n a a r a a n l e i d i n g van dit a n a l y s e c e r t i f i c a a t nog v r a g e n h e b b e n v e r z o e k e n wij U c o n t a c t op t e nemen met de a f d e l i n g Verkoop en Ĥdvies.
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , E u r o f i n s Ĥnalytico B.V.
I n g . Ĥ. V e l d h u i z e n T e c h n i c a l Manager
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg
44-46
Tel.
3 7 7 1 NB
Barneveld
Fax +31
P.O. 3770
Box BI
459 B a r n e v e l d NL
+31
(0)34 (0)34
242
63
00
BNP P a r i b a s S . Ĥ .
242
«3
99
V Ĥ T / B T W No.
E - m a i l i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l KvK No. Sitewww.eurofins.nl
IBĤN: BIC:
NL
227
9245
25
8043.14.883.B01
09088623 NL71BNPĤ0227924525
BNPĤNL2Ĥ
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. TÜV e n e r k e n d het
door het
is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gecertificeerd
door
V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
Brusselse Gewest (BIM),
het
Waalse Gewest
en door de overheden van Frankrijk en
(DGRNE-0WD)
Luxemburg
(MEV).
eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144759
Certificaatnummer/Versie
2014113973/1
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
03-10-2014
Rapportagedatum
08-10-2014/14:44
Bijlage
Ĥ.B.C
Pagina
1/1
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Water ( P S 3 0 0 0 )
Eenheid
Analyse
2
1
3
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n
s
Dichloormethaan
pg/L
K0 20
K0 20
^.20
s
Trichloormethaan
M9/L
<0 20
•(0 20
^.20
s
Tetrachloormethaan
pg/L
<0 10
•(0 10
^.10
s
Trichlooretheen
pg/L
0 29
K0 20
22
0 47
760
s
Tetrachlooretheen
k-g/L
13
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
K0 20
<0 20
•(0.20
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
K0 20
<0 20
<0.20
1,1,1-Trichloorethaan
pg/L
<0 10
<0 10
<0.10
s
1,1,2-Trichloorethaan
M9/L
<0 10
K0
10
^.10
s
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
ug/L
0 23
K0
10
5.1
<0 10
0.15
s
s
trans 1,2-Dichlooretheen
ug/L
<0 10
CKW (som)
M9/L
13
790
10
<0 10
<0.10
s
Vinylchloride
kg/L
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r 0 , 7
pg/L
K0
0 30
1)
5.3
0 14 »
Monster nr.
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
4759.001-401 (2,7-3,7)
03-0ct-2014
8292210
2
4759.002-402 (2,5-3,5)
03-0ct-2014
8292211
3
4759.003-402 (9-10)
03-0ct-2014
8292212
Q: d o o r RvP. g e a c c r e d i t e e r d e P.: R P 0 4 e r k e n d e
S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V.
Gildeweg 3 7 7 1 NB
44-44 Barneveld
Dit c e r t i f i c a a t
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gereproduceerd.
gecertificeerd
(0)34
242
43
00
BNP P a r i b a s S . R . 2 2 7
(0)34
242
63
99
V R T / B T W N o . NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 6 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n D e p .
KvK No.
het Brusselse Gewest (BIM),
E-mail
3 7 7 0 ĤL
Site
B a r n e v e l d NL
verrichting
m a g u i t s l u i t e n d in z i j n g e h e e l w o r d e n
+31
P.O. Box 4 5 ?
[email protected]
www.eurofins.nl
IBRN: BIC:
25
Pr.coörd.
Fax +31
Tel.
9245
Akkoord
verrichting
verrichting
09088423 NL71BNPR0227924525
BNPRNL2R
het Waalse Gewest
door
INE),
(DGRNE-0WD)
e n d o o r d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n L u x e m b u r g (MEV).
FZ
TESTEN RvA LŨ10
eurofins — analytico
Bijlage ( ň ) m e t d e e l m o n s t e r i n f o r m a t i e b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 4 1 1 3 9 7 3 / 1 Pagina 1/1 Monster nr. 8292210
Boornr
Omschrijving
Van
4759.001-401 (2,7-3,7)
Monsteromschrijving 4759.001-401 (2,7-3,7)
0680080830 4759.002-402 (2,5-3,5)
2
8292211 8292212
Barcode 1
8292210 8292211
Tot
4759.002-402 (2,5-3,5)
0680080839 4759.003-402(9-10)
3
8292212
4759.003-402(9-10)
0680080825
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Gildeweg «4-46
T e l . + 31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 6 3 0 0
BNP P a r i b a s S . R . 2 2 7 9 2 4 5
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
Fax +31 (0)34 2 4 2 63 99
V Ĥ T / B T W N o . NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
P.O. Box 4 5 9
[email protected]
KvK No.
3770
Sitewww.eurofins.nl
IBRN: NL71BNPR0227924525
R L B a r n e v e l d NL
BIC:
25
09088623
BNPRNL2R
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V. is I S O 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d
door
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n D e p . L N E ) , het Brusselse Gewest (BIM),
het Waalse Gewest
(DGRNE-0WD)
e n d o o r d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n L u x e m b u r g (MEV).
eurofins — analytico
Bijlage (B) m e t o p m e r k i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 4 1 1 3 9 7 3 / 1 Pagina 1/1 Opmerking 1) M e e t w a a r d e valt b u i t e n h e t c a l i b r a t i e g e b i e d v a n de methode.
Opmerking 2) De t o e t s w a a r d e van de som is gelijk a a n de sommatie van 0 , 7 * R G
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V. Gildeweg
44-46
Tel.
3 7 7 1 NB
Barneveld
Fax +31 (0)34 242 63 99
V Ĥ T / B T W N o . NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
E-mail
KvK No.
P.O. 3770
Box 4 5 9 R L B a r n e v e l d NL
Site
+31 (0)34 242 63
00
[email protected]
www.eurofins.nl
BNP P a r i b a s S . R . 2 2 7 9 2 4 5
IBHN: BIC:
25
09088623
NL71BNPĤ0227924525 BNPĤNL2R
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gecertificeerd
door
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (OVRM e n D e p . L N E ) , het Brusselse Gewest (BIM),
het Waalse Gewest
(DGRNE-OWD)
e n door d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n L u x e m b u r g (MEV).
«ft eurofins — analytico
Bijlage (C) m e t
m e t h o d e v e r w i j z i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 4 1 1 3 9 7 3 / 1 Pagina
Hnalyse
Methode
Techniek
Methode referentie
VOCI (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
DiClEtheen som P.S3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Gildeweg 44-46
Tel. +31
3 7 7 1 NB
F o x + 3 1 (0)34
Barneveld
P.O. Box 459 3 7 7 0 ĤL
B a r n e v e l d NL
(0)34
242 242
63 00 43 99
[email protected] Sitewww.eurofins.nl
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 2 2 7 V Ĥ T / B T W No. KvK No.
9 2 4 5 25
NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
09088623
IBĤN: NL71BNPĤ0227924525 BIC:
BNPĤNL2Ĥ
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B . V . is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gecertificeerd
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM het
Brusselse Gewest (BIM),
door
e n Dep. LNE),
het Waalse Gewest
en door de o v e r h e d e n van Frankrijk en Luxemburg
(DGRNE-OWD) (MEV).
1/1
•ft eurofins — analytico
Bioclear BV T . a . v . Marloes Luitwieler R o z e n b u r g l a a n 13 9704 CG GRONINGEN
Analysecertificaat Datum: 0 4 - 1 1 - 2 0 1 4
Hierbij o n t v a n g t u de r e s u l t a t e n v a n h e t n a v o l g e n d e l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k . Certificaatnummer/Versie
2014126078/1
Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
2014475?
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
30-10-2014
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l worden g e r e p r o d u c e e r d . De g r o n d m o n s t e r s worden t o t 6 w e k e n na datum o n t v a n g s t b e w a a r d e n w a t e r m o n s t e r s t o t 2 w e k e n na datum o n t v a n g s t . Zonder t e g e n b e r i c h t worden de m o n s t e r s n a d i e n a f g e v o e r d . I n d i e n de m o n s t e r s l a n g e r b e w a a r d d i e n e n t e blijven v e r z o e k e n wij U dit e x e m p l a a r uiterlijk 1 w e e k voor a f l o o p v a n de s t a n d a a r d b e w a a r p e r i o d e o n d e r t e k e n d a a n ons t e r e t o u r n e r e n . Voor de k o s t e n van h e t l a n g e r b e w a r e n v a n m o n s t e r s v e r w i j z e n wij n a a r de p r i j s l i j s t .
Bewaren tot: Naam:
Datum:
Handtekening:
Wij v e r t r o u w e n erop uw o p d r a c h t hiermee n a a r v e r w a c h t i n g t e h e b b e n u i t g e v o e r d , mocht U n a a r a a n l e i d i n g v a n dit a n a l y s e c e r t i f i c a a t nog v r a g e n h e b b e n v e r z o e k e n wij U c o n t a c t op t e nemen met de a f d e l i n g Verkoop e n Advies.
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , E u r o f i n s Ĥnalytico B.V.
I n g . Ĥ. V e l d h u i z e n T e c h n i c a l Manager
Eurofins Ĥnolytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 6 3 0 0
BNP P a r i b a s S . R . 2 2 7 ? 2 4 5 2 5
E u r o f i n s Ĥ n o l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d d o o r
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
F a x + 31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 6 3 99
VĤT/BTW No. NL 6 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (OVĤM e n D e p . LNE),
P.O. Box 4 5 ?
E - m a i l i n f o - e n v @ e u r o f t n s . n l KvK No.
3 7 7 0 ĤL B a r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
09088623
IBĤN: NL71BNPĤ0227924S25 B I C : BNPRNL2Ĥ
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD) e n d o o r d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
«ft eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144759
Certificaatnummer/Versie
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum Rapportagedatum
Uw ordernummer
2014126078/1 30-10-2014 04-11-2014/14:08 Ĥ,B,C 1/1
Bijlage Pagina
Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
Water; Water (ĤS3000) Eenheid
Hnalyse
1
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n
s
Dichloormethaan
s
Trichloormethaan
M9/L
<0.20
s
Tetrachloormethaan
M9/1
<0.10
s
Trichlooretheen
pg/L
^.20
s
Tetrachlooretheen
M9/1
KO.IO
s
1,1-Dichloorethaan
pg/l
•(0.20
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
(0.20
s
1,1,1 -Trichloorethaan
pg/L
<0.10
<0.20
s
1,1, 2-Trichloorethaan
pg/L
•(0.10
s
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
KO.IO
s
trans 1,2-Dichlooretheen
pg/L
<0.10
CKW (som)
ug/L
<1.6
s
Vinylchloride
M9/L
<0.10
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r 0 , 7
pg/L
0.14
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
30-0ct-2014
4 7 5 9 0 0 4 ~ B r o n vijver W e t h o u d e r s l a a n -
Q: d o o r R v f i g e a c c r e d i t e e r d e R: Ĥ P 0 4 e r k e n d e
Dit c e r t i f i c a a t
833157S
Hkkoord
verrichting
verrichting
S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Pr.coörd.
verrichting
mag uitsluitend
in z i j n g e h e e l w o r d e n
gereproduceerd.
*4eh#V Gildeweg
44-46
Tel.
+31
(0)34
242
63
00
BNP P o r i b a s S.ft. 2 2 7
3 7 7 1 NB
Barneveld
Fax +31
(0)34
242
63
99
V R T / B T W No.
P.O. Box
459
E-moil
3 7 7 0 ĤL
B a r n e v e l d NL
[email protected]
Sitewww.eurofins.nl
KvK No. IBRN: BIC:
924S
25
NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B O 1
09086623
NL71BNPR0227924525 BNPRNL2R
Monster nr.
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.v. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d TŨV e n e r k e n d d o o r
door
h e t V l a a m s e G e w e s t (OVRM e n D e p . L N E ) ,
het Brusselse Gewest (BIH),
het Waalse Gewest
en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg
(DGRNEOWD) (MEV).
GW
TESTEN RvA LŨ10
•ft eurofins — analytico
Bijlage (R) m e t d e e l m o n s t e r i n f o r m a t i e b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 4 1 2 6 0 7 8 / 1 Pagina 1/1 Monster nr.
Boornr
8331575
Omschrijving
Van
4 7 5 9 0 0 4 ~ B r o n vijver Wethoude -
Tot
Barcode
Monsteromschrijving
0680073495
8331575
0680073495
8331575
0680073495
4 7 5 9 0 0 4 ~ B r o n vijver Wethouder -
Eurofins Rnalytico B.v.
Gildeweg 44-44
Tel. +31 ( 0 ) 3 * 242 43 00
BNP P a r i b a s S.ň. 2 2 7 9 2 4 5
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
Fax +31 (0)34
V P . T / B T W N o . NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
P.O. Box 4 5 9 3 7 7 0 ĤL
B a r n e v e l d NL
242 43 99
[email protected] Sitewww.eurofins.nl
KvK No. 0 9 0 8 8 6 2 3 IBĤN: NL71BNPĤ0227924525 BIC:
BNPĤNL2Ĥ
25
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V. is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gecertificeerd
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM het Brusselse Gewest (BIM),
door
e n Dep. LNE),
het Waalse Gewest
e n door d e o v e r h e d e n v a n Frankrijk e n Luxemburg
(DGRNE-0WD) (MEV).
eurofins — analytico
Bijlage (B) m e t opmerkingen behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 4 1 2 6 0 7 8 / 1 Pagina Opmerking 1) De t o e t s w a a r d e van de som is gelijk a a n de sommatie van 0 , 7 * R G
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. Gildeweg 3 7 7 1 NB P.O. Box 3770 BI
44-46 Barneveld 459 B a r n e v e l d NL
Tel.
+31
Fax +31 E-moil Site
(0)34
242
63
(0)34
242
63
00 99
[email protected]
www.eurofins.nl
BNP P a r i b a s S . ň . 2 2 7 ŸĤT/BTWNo. KvK No. IBĤN: BIC:
9245
25
NL 6 0 4 3 . 1 4 . 6 6 3 . B 0 1
09066623
NL71BNPH0227924525 BNPĤNL2Ĥ
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gecertificeerd
door
TŨV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (OVĤM e n D e p . L N E ) , het Brusselse Gewest (BIH),
h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD)
en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg
(MEV).
1/1
s f i eurofins — analytico*
Bijlage (C) m e t
m e t h o d e v e r w i j z i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 4 1 2 6 0 7 8 / 1 Pagina
Analyse
Methode
Techniek
Methode referentie
VOCI (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
DiClEtheen som ĤS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
E u r o f i n s A n a l y t i c o B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 8
T e l . + 31
(0)34
242
83 00
3 7 7 1 NB
F a x + 3 1 (0)34
242
43 99
Barneveld
P.O. Box 459 3 7 7 0 ĤL
B a r n e v e l d NL
[email protected] Sitewww.eurofins.nl
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 2 2 7 V Ĥ T / B T W No. KvK No.
9245
09088823
IBĤN: NL71BNPĤ0227924525 BIC:
25
NL « 0 4 3 . 1 4 . « 8 3 . B 0 1
BNPĤNL2Ĥ
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is I S O 1 4 0 0 1 :
2004
gecertificeerd
door
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (OVAM e n D e p . L N E ) , het Brusselse Gewest (BIM),
het Waalse Gewest
en door de o v e r h e d e n van Frankrijk en Luxemburg
(DGRNE-0WD) (MEV).
1/1
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
Eindrapport Versie: 1
Pagina 1 van 30
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer Ä Levering
N ( f e L
T
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105058 Drinkwater
Monsterpunt:
keukenkraan Acacialaan 5 3941 JP DOORN
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test 622
4-9-2014 4-9-2014
10:09
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1-Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethy lbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethylbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethy lbenzeen
[SÏÏN RvAl 043
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Eenheid
VL-W-OC07 O O.05 ^.05 0.5 ^.05 O.05 ^.05 O.05 O.05 ^.05 O.05 O.05 ^.05 -c0.05 •íO.05 ^.05 O.05 O.05 ^.05 O.05 O.05 ^.05 O.05 O.05
Mg/l ng/i lig/1 ug/l Mg/l Mg/l Mg/l ug/l Mg/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsteri ngs-methode{ n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Q Methode
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q 0 Q Q Q Q Q 0 Q Q 0 0 Q Q Q Q Q Q W. van Delft Manager Laboratorium
Opm.
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 2 van 30
Opdrachrnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer «fe Levering
N ( f e L
X
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: O.05 ^.05 O.05 ^.05 ^.05 O.05 O.05 -c0.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 ^.05 -:0.05 -c0.05 O.05 ^.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.07 O.05 O.05 «c0.05 O.05 O.05 ^.05 -:0.05 -«0.05 ^.05 -;0.05 O.05 O.05 ^.05 38 O.05 -;0.05 0.10 0.10 O.05 ^.05 0.09 ^.05 -c0.05
4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethy lmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- + 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Butylbenzeen 1,2-Ethy lmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethy lmethylbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Butylbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroŕuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
ISTtH RvA 1043
Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/'
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonste rings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
VI40919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8c Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 3 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: cis 4- trans 1,3-Dichloorpropeen Som tetra- + trichlooretheen Som Trihalomethanen
[SītN
RvA 1043
O.05 Įig/1 38 ug/l ^ . 0 5 ug/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet an ders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte an alyse(s)
bemonsterings-meīhode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een an der
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 4 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
VI40919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8Í Levering
N ( f e L
X
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105059 Drinkwater
Monsterpunt:
keukenkraan Acacialaan 7 3941 JP DOORN
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie:
Test 622
4-9-2014 4-9-2014
09:04
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethylbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
[SÏÏN RvA 1043
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Eenheid
Q Methode VL-W-OC07
Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsīerings-methodeí n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Opm.
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer Sc Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 5 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.07 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.14 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 0.05 0.05 O.05 0.05
4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-DichIoorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan I sopropy lbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- 'ť 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Butylbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methy 1-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Buty lbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroŕuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
[STEM RvA 1043
ug/l ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met '0' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings- methode( n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 6 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11 -09-2014 Netbeheer SÍ Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen:
0.14 ug/l O.05 ug/l 0.05 ug/l
Som tetra- + trichlooretheen cis - f trans 1,3-Dichloorpropeen Som Trihalomethanen
TESTEN RvA 1043
Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie:
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SL Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 7 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105061 Drinkwater
Monsterpunt:
keukenkraan Acacialaan 11 3941 JP DOORN
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test 622
4-9-2014 4-9-2014
07:47
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1 -Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethylbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
[SÏÏN RvA 1043
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Eenheid
VL-W-OC07 0.05 0.05 0.5 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
Mg/l ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtirigen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Q Methode
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q W. van Delft Manager Laboratorium
Opm.
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 8 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8L Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Butylbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Butylbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroŕuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
4 ^ TESTEN RvA ID43
0.05 O.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.06 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 1.5 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l üg/1 ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/'
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan Ín zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 9 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8Í Levering
N ( f e L
X
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferenlie: Opmerkingen: Som tetra- + trichlooretheen Som Trihalomethanen cis + trans 1,3-Dichloorpropeen
ESTEN RvAl 043
1.5 Mg/l 0 . 0 5 ug/l O.05 ug/l
Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer Sc Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 10 van 30
Project: Klantreferenrie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105062 Drinkwater
Monsterpunt:
Keukenkraan nr. 8 Plein 1923 14 3941 ER DOORN
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie:
Test 622
4-9-2014 4-9-2014
10:01
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis -i- trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethylbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
[SÏÏN RvA I043
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Eenheid
Q Methode VL-W-OC07
-:l 0.05 O.05 0.5 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Opm.
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 A A Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8L Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 11 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan lsopropylbenzeen 1,3-Ethy lmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3-+ 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Buty lbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methy 1-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Buty lbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydrofuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
ESTEN RvA i 043
0.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 <0.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.07 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 12 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 <0.05 O.05 O.05
Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings- methode( n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q 0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
W. van Delft Manager Laboratorium
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SÍ Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 12 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Som tetra- + trichlooretheen cis + trans 1,3-Dichloorpropeen Som Trihalomethanen
a
TESTEN RvA 1043
12 ug/l
o.05 ug/i 0.05 ug/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
Eindrapport Versie: 1
Pagina 13 van 30
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer ă Levering
N ( f e L
T
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105080 Drinkwater
Monsterpunt:
Keukenkraan Amersfoortseweg 21 3941 EJ DOORN
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test 622
4-9-2014 4-9-2014 2
07:35
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1 -Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethy lbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethy lbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
ESTEN
RvA 1043
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Eenheid
Q Methode VL-W-OC07
Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q
De met '0' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Opm.
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie:
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SL Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 14 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloorm ethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- + 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Buty lbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethy lbenzeen 1 -methy 1-4-isopropy lbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Buty lbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroťuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
a ESĨEN RvA E 043
0.05 <0.05 O.05 O.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.08 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
ug/1 Mg/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'TJ' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratoríum Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 15 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SL Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Project: Klanrreferentie: Opmerkingen: Som tetra- + trichlooretheen cis 4- trans 1,3-Dichloorpropeen Som Trihalomethanen
[SÏÏN RvA I
<0.05 ug/l 0 . 0 5 ug/l 0 . 0 5 ug/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
[143
Q
W. van Delft Manager Laboratorium
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8c Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 16 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Monsternummer: Matrix:
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie:
622
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Keukenkraan nr.43 Dorpsstraat 43 3941 JK DOORN
Monsterpunt:
Test
Bemonstering door: Methode monsterneming:
VI409105081 Drinkwater
4-9-2014 4-9-2014
09:10
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethy lbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethylbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
[SÏÏN RvA 1043
Eenheid
Q Q Methode VL-W-OC07
0.05 0.05 0.5 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q 0 Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Opm.
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer ă Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 17 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- + 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Burylbenzeen 1,2-Ethylmethy lbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethy lbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Buty lbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-B uty lbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroŕuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
[SÏÏN RvA 1043
-
0.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 <0.05 <0.05 O.05 O.l O.05 0.07 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l Mg/l Mg/1 Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/'
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8Í Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 18 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 0 . 0 5 ug/l 0 . 0 5 ug/l O.05 ug/l
Som Trihalomethanen Som tetra- + trichlooretheen cis + trans 1,3-Dichloorpropeen
TESTEN RvA 1043
Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie:
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8L Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 19 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Monsternummer: Matrix:
Monsterpunt:
622
Bemonstering door: Methode monsterneming:
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Keukenkraan nr. 153 F Traay 153[F] 3971 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test
VI409105082 Drinkwater
4-9-2014 4-9-2014
07:41
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1 -Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis 4- trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,343,4-Dichloormethylbenzeen 2,442,542,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
R1ÎN RvA 1043
Eenheid
Q Methode VL-W-OC07
Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
i
0 0
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Opm.
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 20 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11 -09-2014 Netbeheer Sc Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3-4 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Buty lbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Butylbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydrofuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
[SÏÏN RvA 1043
<0.05 0.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 <0.05 O.05 7.8 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 0.11 O.05 O.05
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterĩngs-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
^ŽÊíļ^
Eindrapport Versie: 1
Pagina 21 van 30 Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11 -09-2014 Netbeheer 8L Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 0 . 0 5 ug/l 7.9 ug/l 0 . 0 5 ug/l
Som Tnhalomethanen Som tetra- + trichlooretheen cis + trans 1,3-Dichloorpropeen
ĪESTEN RvA ID43
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan Ín zijn geheel worden
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Q
W. van Delft Manager Laboratorium
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 22 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SL Levering
N ( f c L
X
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Monsternummer: Matrix:
V1409105083 Bemonstering door: Drinkwater M ethode monsterneming:
Keukenkraan nr. 153 B (buitenkraan) Traay 153[B] 3971 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Monsterpunt:
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test 622
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
4-9-2014 4-9-2014
08:10
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1.1.2- Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1 -Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1.2.3- Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1.2.3- Trimethylbenzeen 1.2.4- Trichloorbenzeen 1.2.4- Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1.2- Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1.3.5- Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1.3- Dichloorbenzeen 1.3- Dichloorpropaan 1.4- Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethy lbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2- chloormethylbenzeen 3- chloorm ethylbenzeen
4 ^ [SÏÏN RvA l Ũ43
Eenheid
Q M ethode VL-W-OC07
•íl 0.05 0.05 0.5 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Opm.
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SÍ Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 23 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropy lbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- 4- 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Butylbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Buty lbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Buty lbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydrofuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
[SÏÏN
RvA 1043
0.05 O.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
Mg/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 24 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11 -09-2014 Netbeheer 8t Levering
N ( f e L
X
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 0 . 0 5 ug/l 0 . 0 5 ug/l O.05 u.g/1
Som tetra- ^ trichlooretheen Som Trihalomethanen cis * trans 1,3-Dichloorpropeen
ĪESĨEN RvA 1043
Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 A A Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 25 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8c Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105085 Drinkwater
Monsterpunt:
Keukenkraan (aansluiting zit op de cordestraat) Traay 106 3971 GS DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test 622
4-9-2014 4-9-2014
07:52
Resultaat
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1.1.2- Trichloorethaan 1.1- Dichloorethaan 1,1 -Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1.2.3- Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1.2.3- Trimethylbenzeen 1.2.4- Trichloorbenzeen 1.2.4- Trimethylbenzeen 1.2- Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1.2- Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1.3.5- Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1.3- Dichloorbenzeen 1.3- Dichloorpropaan 1.4- Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethy lbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2- chloorm ethylbenzeen 3- chloormethylbenzeen
TESTEN RvA 1143
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Eenheid
VL-W-OC07
Mg/l Hg/I ng/i ug/l Mg/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/' Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag Ís een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Q Methode
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0
Q
0
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q W. van Delft Manager Laboratorium
Opm.
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer Sc Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 26 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- + 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Butylbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Butylbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroŕuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
[SÏÏN RvA 1043
O.05 0.05 O.05 O.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 27 van 30
Opdracbtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
VI40919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SÍ Levering
N ( f c L
X
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 0 . 0 5 ug/l 0 . 0 5 ug/l O.05 ug/l
Som tetra- + trichlooretheen cis 4- trans 1,3-Dichloorpropeen Som Trihalomethanen
[SÏÏN RvA 1[143
Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode( n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Opdracbtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
Eindrapport Versie: 1
Pagina 28 van 30
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SL Levering
N ( f e L
T
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: Bemonstering door: Methode monsterneming:
Monsternummer: Matrix:
V1409105138 Drinkwater
Monsterpunt:
Keueknkraan Van Bennekomweg 2 3941 PJ DOORN
Klantkenmerk: Datum monstername: Datum acceptatie: Opmerkingen: Test 622
4-9-2014 4-9-2014
10:09
Testomschrijving Organisch - kwantitatief Screening Vluchtige Koolwaterstoffen (VAK/VGK) Tertiair Butanol 1,1,1 -Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1 -Dichloorethaan 1,1 -Dichlooretheen 1,1 -Dichloorpropaan 1,1 -Dichloorpropeen 1,2,3-Trichloorbenzeen 1,2,3-Trichloorpropaan 1,2,3-Trimethylbenzeen 1,2,4-Trichloorbenzeen 1,2,4-Trimethylbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,2-Dibroomethaan cis 1,2-Dibroometheen trans 1,2-Dibroometheen cis + trans 1,2-Dibroometheen 1,3,5-Trichloorbenzeen 1,3,5-Trimethylbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorpropaan 1,4-Dichloorbenzeen 1,4 Dioxaan 2,3+3,4-Dichloormethy lbenzeen 2,4+2,5+2,6-Dichloormethylbenzeen 2-Chloorpropeen 2-chloormethylbenzeen 3-chloormethylbenzeen
ESTEN RvA 1043
Vitens Laboratorium Q Eigen methode
Resultaat
Eenheid
Opm.
Q VL-W-OC07
ug/l Mg/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Eindrapport
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Versie: 1
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer 8L Levering
Afdeling/subklant:
N & L Team 7 - Heuvelrug
Pagina 29 van 30
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: 4-Chloormethylbenzeen Broomchloormethaan Broomdichloormethaan Benzeen BTEX cis 1,2-Dichlooretheen cis 1,3-Dichloorpropeen Cyclohexaan Cyclohexeen Chloorbenzeen Chlooretheen (Vinylchloride) Dibroomchloormethaan Dichloormethaan Di-isopropylether Ethyl tertiar-butyl ether (ETBE) Ethylbenzeen Fenyletheen Hexachloorbutadieen Hexachloorethaan Isopropylbenzeen 1,3-Ethylmethylbenzeen Methylisothiocyanaat 1,3- + 1,4-Dimethylbenzeen (m+p-Xyleen) MTBE Naftaleen n-Butylbenzeen 1,2-Ethylmethylbenzeen 1,2-Dimethylbenzeen (o-Xyleen) 1,4-Ethylmethylbenzeen 1 -methyl-4-isopropylbenzeen (p-Cymene) Propylbenzeen Sec-Buty lbenzeen trans 1,2-Dichlooretheen trans 1,3-Dichloorpropeen Tertiar-amyl methyl ether Tribroometheen Tribroommethaan Tetrachlooretheen Trichloormethaan Tert-Butylbenzeen Tetrachloormethaan Tetrahydrofuraan Tetrahydrothiofeen Methylbenzeen (Tolueen) Trichlooretheen 2,2,5,5-tetramethyltetrahydroŕuraan 1,1,2,2-Tetrachloorethaan
ESTEN RvA 1043
0.05 0.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.l O.05 0.07 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05 0.22 O.05 O.05 0.10 0.10 O.05 O.05 O.05 O.05 O.05
Mg/l ug/l ug/l Mg/l Mg/l ug/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l Mg/' Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/l Mg/' Mg/' Mg/l
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
met 'U' gemerkte anaľyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q
Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q
0 Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q Q
W. van Delft Manager Laboratorium
Vitens Laboratorium Snekertrekweg 61 8912 AA Leeuwarden
Eindrapport Versie: 1 Pagina 30 van 30
Opdrachtnummer: Rapport: Rapportdatum: Opdrachtgever:
Afdeling/subklant:
V140919485 V140919485_F001.PDF 11-09-2014 Netbeheer SL Levering
N ( f e L
T
e
a
m
7
. Heuvelrug
Project: Klantreferentie: Opmerkingen: cis + trans 1,3-Dichloorpropeen Som tetra- 4- trichlooretheen Som Trihalomethanen
0 . 0 5 ug/l 0.22 ug/l O.05 ug/l
Q
Opmerkingen: 1
Voor de component wordt niet aan de identifìcatiecriteria voldaan. Er is wel een indicatie voor de aanwezigheid van de component.
2
water verbruikt door boven buren waarschijnlijk
Externe laboratoria:
ESTEN RvA 1043
De met 'Q' gemerkte
Op aanvraag is een lijst
Dit rapport mag niet anders
W. van Delft
verrichtingen zijn door de
met specificaties van de
dan in zijn geheel worden
Manager Laboratorium
RvA geaccrediteerd. De
toegepaste analyse- en
gereproduceerd zonder
met 'U' gemerkte analyse(s)
bemonsterings-methode(n)
schriftelijke toestemming
zijn door een ander
verkrijgbaar
van het laboratorium
laboratorium uitgevoerd
Bijlage 8
Toetsingstabellen met toelichting
T o e t s i n g s w a a r d e n voor grondwater met toelichting Bron: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3 april 2012 Analyse
Streefwaarde
Tussenwaarde
Interventiewaarde
monochlooretheen (vinylchloride)
0,01
2,5
5,0
dichloormethaan
0,01
500
1000
1,1-dichloorethaan
7,0
454
900
1,2-dichloorethaan
7,0
204
400
1,1- dichlooretheen
0,01
5,0
10
1,2- dichlooretheen (som, cis en trans)
0,01
10
20
dichloorpropanen (som)
0,80
40
80
6,0
203
400
1,1,1 -trichloorethaan
0,01
150
300
1,1,2-trichloorethaan
0,01
65
130
trichlooretheen (TRI)
24
262
500
tetrachloormethaan (tetra)
0,01
5,0
10
tetrachlooretheen ( P E R )
0,01
20
40
Gechloreerde koolwaterstoffen (ug/l)
trichloormethaan (chloroform)
Wanneer het gehalte van een parameter beneden de voorgeschreven rapportagegrens van de AS3000 ligt mag er voor de betreffende parameter van worden uitgegaan dat wordt voldaan aan de streefwaarde. Dit geldt ook voor somparameters als alle individuele componenten van die somparameter lager zijn dan de voorgeschreven rapportagegrens. Indien er voor een of meerdere individuele componenten een gemeten gehalte (zonder < teken) is of als er sprake is van verhoogde rapportagegrenzen, dan dient de berekende somwaarde te worden getoetst. Deze somwaarde wordt dan bepaald door voor componenten met < teken (beneden de rapportagegrens) te rekenen met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat heeft geen verplichtend karakter. Er kan onderbouwd worden geconcludeerd dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft òf dat het betreffende monster niet goed kan worden beoordeeld.
T o e t s i n g s w a a r d e n voor grond Bronnen: Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gewijzigd op 3 april 2012 Regeling bodemkwaliteit 13 december 2007, laatst gewijzigd op 1 januari 2013
Toetsingswaarden voor grond met organisch stofgehalte < 2"Zo van d.s. Achtergrondwaarde
Tussenwaarde
Interventiewaarde
Monochlooretheen (vinylchloride)
0,02
0,02
0,02
1,2-dichloorethaan
0,04
0,66
1,3
1,2- dichlooretheen (som, cis en trans)
0,06
0,13
0,20
dichloorpropanen (som)
0,16
0,28
0,40
trichloormethaan (chloroform)
0,05
0,59
1,1
1,1,1-trichloorethaan
0,05
1,5
3,0
1,1,2-trichloorethaan
0,06
1,0
2,0
trichlooretheen (TRI)
0,05
0,28
0,50
tetrachloormethaan (tetra)
0,06
0,10
0,14
tetrachlooretheen ( P E R )
0,03
0,90
1,8
Analyse Gechloreerde koolwaterstoffen
T o e t s i n g s w a a r d e n voor grond met o r g a n i s c h stofgehalte 3Vo v a n d . s . Achtergrondwaarde
Tussenwaarde
Interventiewaarde
Monochlooretheen (vinylchloride)
0,03
0,03
0,02
1,2-dichloorethaan
0,06
0,99
1,9
1,2- dichlooretheen (som, cis en trans)
0,09
0,20
0,30
dichloorpropanen (som)
0,24
0,42
0,60
trichloormethaan (chloroform)
0,08
0,88
1,7
1,1,1-trichloorethaan
0,08
2,3
4,5
1,1,2-trichloorethaan
0,09
1,5
3,0
trichlooretheen (TRI)
0,08
0,41
0,75
tetrachloormethaan (tetra)
0,09
0,15
0,21
tetrachlooretheen ( P E R )
0,05
1,34
2,6
Analyse Gechloreerde koolwaterstoffen
Bijlage 9
Rapportage binnenluchtonderzoek
4
uensa
Bioclear Mevr. M. Luitwieler Postbus 2262
9704 CG GRONINGEN
datum :
28 december 2012
uw ref. : onze ref.
:
pagina : onderwerp :
12.Q060-R1
1 van 2 Luchtbemonstering
Geachte mevrouw Luitwieler, In opdracht van Bioclear BV zijn luchtmetingen op vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen en vinylchloride uitgevoerd op een vijftal locaties aan de Traay in Driebergen. Meer in detail zijn de luchtmetingen uitgevoerd op de volgende locaties: -
Traay 153B, referentiemeting, pompje buiten op de grond geplaatst aan de zuidwestzijde van het pand; Traay 153B, pompje in de (centraal) onder het pand gelegen kelder geplaatst;
-
Traay 153C, pompje in de werkruimte achter de winkel op de grond geplaatst, nabij de ijskast;
-
Traay 153D, pompje in een stelling in het magazijn achter de winkel geplaatst op circa 1,3 m hoogte;
-
Traay 153E, THL Heuvelrug, tandarts: waarbij het pompje is geplaatst op circa 1,3 m hoogte in de chemícaliênruimte, gelegen achterin het pand en grenzend aan de muur met pand 153F. Door de tandarts worden géén vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen gebruikt.
Doel van het onderzoek is vast te stellen of de aangetroffen VOCI-verontreiniging, die vanaf de stomerij aan Traay 153 F onder het huizenblok doorstroomt uitdampt in de aangrenzende panden en zo ja of de aangetroffen gehalten in de lucht in de aangrenzende panden humaan toxicologische risico's met zich meebrengen. Van 7 december tot 14 december zijn actieve luchtmetingen uitgevoerd, waarbij de lucht gedurende 7 dagen is aangezogen over een gecalibreerde SKC-luchtpomp. De flow van de aangezogen lucht heeft circa 50 ml/min bedragen. In bijlage I treft u de resultaten aan van de in opdracht van u bemonsterde en geanalyseerde luchtmonsters. In deze bijlage zijn tevens de TCL-waarden opgenomen. Geconstateerd kan worden dat in drie luchtmonsters alléén tetrachlooretheen boven de detectielimiet is aangetroffen en géén overige vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen. Bij de referentiemeting en de luchtmeting in de kelder van Traay 153B zijn géén vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen aangetroffen. De detectielimiet ligt voor alle geanalyseerde vluchtige chloorkoolwaterstoffen en voor vinylchloride ruim beneden de voor deze stoffen vastgestelde TCL-waarden.
www.Avensa.nl
Aäres
ļ Middenstraat 28 4153 AD Beesd
[ 030-7116250 06-23334982
39.43.91.314 30190801
datum
28 december 2012
onze ref.
12.Q060-R1
pagina
2 van 2
4
uensa
De aangetroffen gehalten tetrachlooretheen variëren van circa 2 tot 40Vo van de TCL-waarde. Het hoogste gehalte aan tetrachlooretheen wordt aangetroffen in de chemicaliénruimte in het pand van de tandarts, dat grenst aan de stomerij. Geconcludeerd kan worden dat er tijdens de uitvoering van de metingen geen sprake is geweest overschrijding van de TCL-waarde en er dus geen onaanvaardbare humaan-toxicologische risico's aanwezig zijn. Vriendelijke groet, Avensa
drs. A.M.M. (Wiet) Baggen
Project: 12.Q060
Bijlage i Datum: 28-12-2012
/ģuensa^
Locatie: Driebergen
Analyseresultaten
Traay 153 B ť m E
Pagina: 1
Aangetroffen gehalten aan vluchtige organische koolwaterstoffen in ugtai3 4
5
2
1
3
TCL-
Driebergen Traay 1S3B
Driebergen Traay 153B
Driebergen Traay 153C
Driebergen Traay 153D
Driebergen Traay 153E
waarde
referentie
Kelder
Bij ijskast op BG
In magazijn achter winkel
In chemicaliënruimte
10.056
10.062
10.044
10.034
9.995
491 07-12-12
468 07-12-12
544,0
Datum start monstername
499 07-12-12
07-12-12
446,0 07-12-12
Datum einde monstername
14-12-12
14-12-12
14-12-12
14-12-12
14-12-12
vinylchloride
0,2
0,2
0,2
3,6
^,0
^,0
0,2 •c1,8
^,2
dichloormethaan
^,2
3.000
dichlooretheen (t-1,2-)
Ą 0
2,1 <2,1
^,8
*2,2
60
^,0
^,0 <2,0
ť
dichloorethaan (1,1-)
<1,8
^,2
370
<2,1 <2,1
<1,8
<2,2
30
1,8 <1,8
<2,2
100
<2,2 <3,4
380
^,8
Monster-code Locatie monstename Locatie monstename
Buiten, Bemonsteringstijd, minuten Bemonsterd volume, liter
í
2,1
dichlooretheen (c-1,2-)
^,0
<2,0
trichloormethaan
^,0
<2,0
trichloorethaan (1,1,1-) tetrachloormethaan
<2,0
<2,0
<3,0
^,0
<2.1 <3,2
<2,0 <2,0
<2,1 <2,1
<1,8
^,2
48
trichlooretheen
<2,0 ^,0
<1,8
<2,2
200
dichloorethaan (1,2-)
ŵ
60
dichloorpropaan (1,2-)
<2,0
<2,0
<2,1
<1,8
<2,2
12
trichloorethaan (1,1,2-)
<2,0
<2,0
17
<2,0
^,0
<1,8 6,4
<2,2
tetrachlooretheen
<2,0 49,2
101
250
^ 5
Cleaning
Onze ref. Uw ref. Onderwerp Datum
Consultancy
Delft
Haagweg 125b NL-2612 C R Postbus 722 NL-2600 A S Phone +31 15 2158676 Fax +31 15 2121109 Bank 55.01.05.379 VAT NL0093.29.328.B01 www.ccd.eu
bv
: CQ6773.PIM
Stomerij Van Boordt Tav. Dhr. D. Hald Traay 153F 3971 GE DRIEBERGEN
: 03-09-2009
RESULTATEN PER-IMMISSIE MONITOR Type monitor:
PIM-1WK
Serienummer: CQ6773
Gegevens meting Meetadres
: Traay 153 F
Omschrijving ruimte
: Woonkamer
Omschrijving meetplaats Datum en tijd start
: 27-07-2009 12:30:00
Datum en tijd einde
: 03-08-2009 14:00:00
Totale meetduur in minuten
: 10170
Stofnaam
: tetrachlooretheen (C2CL4)
Resultaat Gevonden weekgemiddelde concentratie
[mg/m ] 3
Expositieduurcorrectie
0,097 niet toegepast
Type bemonstering
passief
Maximaal toegelaten waarde Conclusie
[mg/m ] 3
0,250 voldoet WEL aan de norm
Opmerkingen:
PIM: dit product is bedoeld om de emissie te meten in een ruimte De te bemonsteren ruimte is een ruimte waar personen verblijven of werkzaam zijn en grenst, voor zover mogelijk, aan de stomerij. De monitor wordt vrij in deze ruimte gepositioneerd op een zodanige wijze dat de lucht er ongehinderd omheen kan circuleren, dus niet tegen muren aan, niet in hoeken en op niet minder dan 50 cm afstand van vloer, wanden en plafond. De monitor mag gedurende de meetperiode niet worden verplaatst. De vereiste meetperiode is minimaal 1 week.
Registered at Chamber of Commerce, no. 272.31.287 Terms of delivery deposited at Chamber of Commerce Haaglanden, no. 804
DELFT DELFT
Bijlage 10
Meetgegevens stijghoogtes
Tabel. Resultaten stijghoogtemetingen maart 2013 Meetpunt
filterstelling
X
Y
Z
peiling
G W S tov NAP
pb 201
3,1-4,1
148418,8
451914,9
5,36
1,76
3,60
pb 202
2,9-3,9
148413,0
451925,5
5,44
1,71
3,73
pb 203
2,7-3,7
148398,1
451927,9
5,28
1,59
3,69
pb 210
2,8-3,8
148416,2
451919,2
5,43
1,78
3,65
pb 211
2,9-3,9
148406,7
451921,2
5,43
1,74
3,69
pb 213
3,0-4,0
148416,3
451933,0
5,11
1,41
3,70
pb 301
7,0-9,0
148430,3
451922,6
5,33
1,63
3,70
pb 301
12,0-14,0
148429,8
451923,2
5,26
1,53
3,73
pb 301
20,0-22,0
148429,7
451923,2
5,24
1,53
3,71
pb 303
13,0-15,0
148384,2
451867,6
5,44
1,77
3,67
pb303
17,0-19,0
148384,7
451867,8
5,41
1,77
3,64
pb303
26,0-28,0
148384,7
451867,9
5,38
1,75
3,63
pb 304
8,0-10,0
148287,8
451809,4
5,27
1,73
3,54
pb304
20,0-22,0
148287,8
451809,4
5,26
1,73
3,53
pb 305
13,0-15,0
148347,2
451901,9
5,40
1,75
3,65
pb 305
17,0-19,0
148347,4
451902,7
5,42
1,75
3,67
pb 305
26,0-28,0
148347,3
451902,7
5,35
1,75
3,60
Bijlage 11
Verantwoording veldwerk
Opdrachtgever
Bioclear
P r o j e c t n u m m e r Sialtech
12.0319
Projectleider Sialtech
Bertrik/Jos
P r o j e c t n u m m e r klant
20114185
Projectleider t t e l n r .
Marloes Luitwieler 050-5205492
M
Ww
SIALTECH EUROPE
Tweede c o n t a c t p e r s o o n - telnr. 06-2316 3824 A d r e s g e g e v e n s o n d e r z o e k s l o k a t ie
Straatnaam en n u m n i e r
ļhoek Traay f Burgemeesterlaan
Plaats
I Driebergen
Veldverslag veldwerkers
datum
C -ï-
-x.
\
, xv
I \ V . » V * iÍ
Contact gehad met de opdrachtgever/kantoor Hoe laat
n -
D
0
Ja
Nee
Notitie (waarover)
Met wie '2\:
u-c'
M
Klopte de voorinformatie
J
ĮvJ
Ja
[
Nee zie onderstaande checlist
Zo nee, wat was er anders:
Checklist t.b.v. bovenstaande: - wijkt bebouwing af van tekening - zijn er hoogte verschillen op de lokatie
^ *" u
1
í
--
- zijn er boven en ondergrondse tanks aangetroffen , \J^y - zijn er overige verdachte lokaties aangetroffen - zijn gestaakte boringen gemeld en omschreven
.
,; fj .
- zijn er bijzonderheden in het kader van overtollige grond Hebben zich problemen voorgedaan
D
Nee
'j O Ja
Zo ja, wat voor problemen:
Naam gekwalificeerd veldwerker
m
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
Bioclear
Opdrachtgever P r o j e c t n u m m e r Sialtech
12.0319
Projectleider Sialtech
Bertrik ļ Jos
P r o j e c t n u m m e r klant
20114185 Marloes Luitwieler 050-5205492 06-2316 3824
Projectleider -r telnr. T w e e d e c o n t a c t p e r s o o n + telnr.
m m WW
SIALTECH EUROPE
A d r e s g e g e v e n s o n d e r z o e k s l o k a t ie
[hoek Traay ļ Burgemeesterlaan I Driebergen
Straatnaam en n u m m e r Plaats
Veldrapportage De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens protocol
De monsternemer verklaart dat hij onafhankelijk en op generlei wijze is gelieerd of gekopeld aan de opdrachtgever. Ook bestaan er geen eigendomsverhoudingen met betrekking tot de te onderzoeken partijen Is het onderzoek volgens het aangegeven protocol uitgevoerd
H
Ja
O
Nee
Zo nee:
Omschrijf wat niet volgend het protocol is uitgevoerd Omschrijf de aard van de afwijking
Motiveer de afwijking
Geef een inschatting van de consequenties
Geef een inschatting van de risico's
y
Naam gekwalificeerd veldwerker
o
~' L. !
\ŸiM
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
D
n.v.t
1
»
Bioclear
Opdrachtgever P r o j e c t n u m m e r Sialtech
12.0319
Projectleider Sialtech
Bertrik 1 Jos
P r o j e c t n u m m e r klant
20114185
Projectleider + telnr.
Marloes Luitwieler 050-5205492
m m W w
SIALTECH EUBOFi
T w e e d e c o n t a c t p e r s o o n + telnr. 06-2316 3824 A d r e s g e g e v e n s o n d e r z o e k s l o k a t ie Straatnaam en n u m m e r
ļhoek Traay ļ Burgemeesterlaan
Plaats
| Driebergen
Veldregistratie Asbest Asbest aangetroffen
B] Nee D Ja
Indien Ja: Hechtgebonden
D Nee \J
j
a
Concentratie geschat mg/kg)
Duur werkzaamheden in min.)
Aanwezige medewerkers (namen)
Naam
Geraadpleegde asbestdeskundige
Naam
Getroffen maatregelen (standaard, asbestcondities, uitgebreide decontaminatie, adenbescherming nathouden)
Naam gekwalificeerd veldwerker
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
y
Bioclear 12.0319
Opdrachtgever P r o j e c t n u m m e r Sialtech
m m WW
Projectleider Sialtech
20114185 Bertrik 1 Jos Marloes Luitwieler 050-5205492 06-2316 3824
P r o j e c t n u m m e r klant Projectleider * telnr. T w e e d e c o n t a c t p e r s o o n + telnr.
SIALTECH EUROPE
Adresgegevens o n d e r z o e k s l o k a t ie Straatnaam en n u m m e t Plaats
ļhoek Traay Į Burgemeesterlaan | Driebergen
Checlist LM RA Last Minute Risico Analyse (afwijkingen noteren in het veldwerkverslag)
1. Weet ik welk werk ik moet doen en hoe? 2. Heb ik de juiste gekeurde gereedschappen?
Z
3. Heb ik de juiste Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM's) 4. KLIC-melding aanwezig en volledig 5. Legitimatie Wordt een vraag met Nee beantwoord?
\
1. STOP! Start het werk niet 2. Raadpleeg je leidingevende (leg dit vast)
ļŕ
3. Neem maatregelen
1
4. Start I hervat het werk - Meld in alle gevallen (mogelijke) risico's aan de leidingevende) - Zorg dat je altijd op de hoogte bent van de geldende veiligheidsmaatregelen en hoe te handelen bij een calamiteit Į noodsituatie Contact gehad met: Hoe laat Met wie
Naam gekwalificeerd veldwerker 0
Notitie (waarover)
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
t \
Opdrachtgever
Bioclear
Pr'ojectnummer S i a l t e c h
13.0122
Projectleider S i a l t e c h
Bertrik 030 6S 94060
Projpctnummei klant
20114285 Marloes Luitwieler 050- 571 84 55
Projcc tU'iclf'i 1 teUir. Tweede
C O I I L H
SIALTECH I u i O F i
( p e r s o o n * telnr.
Adresgegevens o n d e r z o e k s l o k a t i e
ij 153 e.o. Driebergen
Stiadtnaam et n u m m e r
13
Plaats
Veldverslag datum
VANAF 14-feb c; J c i
veldwerkers
Albert Huitsing ļ Åŕ'
".
.
-.
'
'
7 K JY' . „
Contact gehad met de opdrachtgever/kantoor
)'
G
\'b t
Ja
íÜ
[ ' ' Net-
Zo ja: Hoe laat
Notitie (waarover)
Met wie
Klopte de voorinformatie Zo nee, wat was er anders:
lU-''
Jrt
J
Nee zie onderstaande chedist
Checklist t.b.v. bovenstaande: - wijkt bebouwing af van tekening - zijn er hoogte verschillen op de lokatie - zijn er boven en ondergrondse tanks aangetroffen - zijn er overige verdachte lokaties aangetroffen - zijn gestaakte boringen gemeld en omschreven - zijn er bijzonderheden in het kader van overtollige grond Hebben zich problemen voorgedaan
İĴ
No
rj
j
a
Zo ja, wat voor problemen:
Naam gekwalificeerd veldwerker
Albert Huitsing
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
77
Opdrachtgever
^ļBiocleai
Projettnurnmcr S i a l i f t h
•
l HU/.'
Projectleider Sialtech
•
Beitnk 030 65 94060
Projectmimmer klam
020114285 • Marloes Luitwieler 050- 571 84 55
ľ r o i e i t l r i d ľ ľ * telnr
m
m
w
w
SIALTECH 1
-1 O F '
Tweede i ontiii tpersoon * lel Adresgegevens o n d e r z o e k s l o k a t i e Straatnaam en n u m n i r r Plaats
H ľ r a a i j 153 e.o. Driebergen
Veldrapportage De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens protocol
De monsternemer verklaart dat hij onafhankelijk en op generlei wijze is gelieerd of gekopeld aan de opdrachtgever. Ook bestaan er geen eigendomsverhoudingen met betrekking tot de te onderzoeken partijen Is het onderzoek volgens het aangegeven protocol uitgevoerd
L'
Ja
Zo nee: Omschrijf wat niet volgend het protocol is uitgevoerd Omschrijf de aard van de afwijking
Motiveer de afwijking
Geef een inschatting van de consequenties
Geef een inschatting van de risico's
Naam gekwalificeerd veldwerker Albert Huitsing
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
N e e
fl
n.v.t.
Opdrachtgever
•
Bioclear
ProjecMummer Sialtech
•
l 3.0122
Projectleiíier SialU c h
•
B e r t r i k 0 3 0 65 94060
Projei'tnuniiľiťi klant
B20114285
Projectleider - t e l r r
ļ r V l a r l o e s Luitwieler 050- 571 84 55
mm WW
SIALTECH I ^ O I i
Tweede co'itdi tper soon - t e l ľ Adresgegevens onderzoekslokatie Straatnaam i n nummer
| ī r a a i j 153 e.o.
Plaats
İDriebergen
Veldregistratie Asbest Asbest aangetroffen
[j
Nee [2
Ja
Indien Ja: Hechtgebonden
í~j Nee (~J ja
Concentratie geschat mg/kg)
Duur werkzaamheden in min.)
Aanwezige medewerkers (namen)
Naam
Geraadpleegde asbestdeskundige
Naam
Getroffen maatregelen (standaard, asbestcondities, uitgebreide decontaminatie, adenbescherming nathouden)
Naam gekwalificeerd veldwerker Albert Huitsing
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
lil,
1—
Bioclear
Opdrachtgever Proļectnummer Sialtech
13.0122
Projectleider Sialtet h
B f r l r r k 030 65 94060
P r o j e t t n u m m e i klant
20114285 Marloes Luitwieler 050- 571 84 55
Projei tleidei
4
ti-inr
u
SIALTECH I v l O f t
Tweede contac toe i y.jo:i - telnr. Adresgegevens onderzoekslokatie Straatnaani en n c m m e '
Traaij 153 e.o.
Plaats
Driebergen
Checlist LM RA Last Minute Risico Analyse (afwijkingen noteren in het veldwerkverslag)
1. Weet ik welk werk ik moet doen en hoe? 2. Heb ik de juiste gekeurde gereedschappen? 3. Heb ik de juiste Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM's) 4. KLIC-melding aanwezig en volledig 5. Legitimatie Wordt een vraag met Nee beantwoord? 1. STOP! Start het werk niet 2. Raadpleeg je leidingevende (leg dit vast) 3. Neem maatregelen 4. Start I hervat het werk - Meld in alle gevallen (mogelijke) risico's aan de leidingevende) - Zorg datje altijd op de hoogte bent van de geldende veiligheidsmaatregelen en hoe te handelen bij een calamiteit ļ noodsituatie Contact gehad met: Hoe laat Met wie
Naam gekwalificeerd veldwerker Albert Huitsing
Notitie (waarover)
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
Bioclear 13.0122
Opdrachtgever P r o j e c t n u m m e r Sialtech Projectleider S ^ l t c c h
Bertrik 030-65 94060
Project r u m m e r
20114285
kla--'
Marloes Luitwieler 050- 571 84 55
Projer tle der i t e l r r ;
T w e e d e c rj \: i a c t Į ; e r s o o r
Ŵ
1
Adresgegevens onderzoi
e
ĮTraaij 153 e.o. | Driebergen
S* r a . i f a ñ f . » M ) n . i n í î ' i ' r Plaats
Veldverslag datum f
.
lř(t
-J.-mrt
j'i. .- Hf. Remt den Boer
'ż*
veldwerkers
W
1
Contact gehad met de opdrachtgever/kantoor [~] j Zo ja: Hoe laat Met wie Notitie (waarover)
(/ J Nee
a
Klopte de voorinformatie
Li
^
A
ILD N u /it o.Ktersra.iiidc (licrliir
Zo nee, wat was er anders:
Checklist t.b.v. bovenstaande: - wijkt bebouwing af van tekening - zijn er hoogte verschillen op de lokatie - zijn er boven en ondergrondse tanks aangetroffen - zijn er overige verdachte lokaties aangetroffen - zijn gestaakte boringen gemeld en omschreven zijn er bijzonderheden in het kader van overtollige grond Hebben zich problemen voorgedaan
L[\ Nee
[J j
a
Zo ja, wat voor problemen:
Naam gekwalificeerd veldwerker
Re int den Boer
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
SIALTECH i
j H o
p
r
P r o j e c t n u m m e r Sialtech
13.0122
Projecťcider Sia'tech
Bertrik 030-65 94060
P i o j e c t n u n i T i e r Klant
20114285 Marloes Luitwieler 050- 571 84 55
Pi o j e r tleiciei f
u
Bioclear
Opdrachtgever
telri.
SIALTECH iunnpi
T w e e d e c o n t a c t p e r s o o n ' telnr.
Adresgegevens o n d e r z o e k s l o k a ' e Straatnaar' en n u m m e r Plaats
ĮTraaiJ 153 e.o. I Driebergen
Veldrapportage De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens protocol
De monsternemer verklaart dat hij onafhankelijk en op generlei wijze is gelieerd of gekopeld aan de opdrachtgever. Ook bestaan er geen eigendomsverhoudingen met betrekking tot de te onderzoeken partijen Is het onderzoek volgens het aangegeven protocol uitgevoerd Zo nee:
Ja
Omschrijf wat niet volgend het protocol is uitgevoerd Omschrijf de aard van de afwijking
Motiveer de afwijking
Geef een inschatting van de consequenties
Geef een inschatting van de risico's
Naam gekwalificeerd veldwerker
Reint den Boer
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
D
Nee
O
ri v.t.
Bioclear
Opdrachtgever P r o j e c t n u m m e r Sialtech
13.0122
Projectie.rier Sialtech
Bertrik 030-65 94060 20114285 Marloes Luitwieler 050- 571 84 55
P r o i e c t n u m m e r klant P i O j e c t l e i d c T telnr
u
SIALTECH 1jKOřt
t w e e d e c o n t a c t p e r s o o n * teliv
e
Adresgegevens onderzoekslok; SUŕatraan
nummer
ļTraaij 153 e.o.
Plaat-:
I Driebergen
Checlist LM RA Last Minute Risico Analyse (afwijkingen noteren in het veldwerkverslag)
1. Weet ik welk werk ik moet doen en hoe? 2. Heb ik de juiste gekeurde gereedschappen? 3. Heb ik de juiste Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM's) 4. KLIC-melding aanwezig en volledig 5. Legitimatie Wordt een vraag met Nee beantwoord? 1. STOP! Start het werk niet 2. Raadpleeg je leidingevende (leg dít vast) 3. Neem maatregelen 4. Start I hervat het werk - Meld in alle gevallen (mogelijke) risico's aan de leidingevende) - Zorg dat je altijd op de hoogte bent van de geldende veiligheidsmaatregelen en hoe te handelen bij een calamiteit f noodsituatie Contact gehad met: Hoe laat Met wie
Naam gekwalificeerd veldwerker Reint den Boer
Notitie (waarover)
Paraaf gekwalificeerd veldmedewerker
T
Bioclear t.a.v. mevrouw M. Luitwieler Postbus 2262 9704 C G Groningen
Datum: 28 o
r
Onderwerp: Project Traay 153 B Driebergen.
Geachte mevrouw Luitwieler, Op 19 en 20 september 2013 heeft T&K service B.V. de peilbuis B306 geplaatst op het project Traay 153B te Driebergen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd onder BRL SIKB certificaat 2100 mechanisch boren, protocol 2101 en BRL SIKB certificaat 2000 veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek, VKB protocol 2001 handmatige boringen en plaatsen ondiepe peilbuizen. De werkzaamheden zijn onder de certificaten van T&K beheer B.V uitgevoerd door A. Tennekes en W. Diever. Conform de onafhankelijkheidseis verklaren de T&K bedrijven het werk onafhankelijk te hebben uitgevoerd en geen eigenaar te zijn van de locatie. Conform de offerte, kenmerk 25062013-B-ML en uw opdracht, kenmerk 20124185/9024 is peilbuis B 306 peilbuis geplaatst op 3 m afstand van het gebouw en onder een hoek van 1314 graden. De locatie is overeenkomstig de verstrekte tekening en wordt weergeven op de d
d r
r
rd
detectering van puur product op de kleilaag op 26 m (boorlengte onder 13-14 graden) Voorafgaande aan het plaatsen van de peilbuis is de grond opgehoord met een aqualock in steekmonsters van 2 m lengte. Aan de hand van de opgehoorde grond is een boorstaat gemaakt. De ongeroerde grondmonsters zijn overgezet in liners voor bemonstering.
T&K service B.V. Spijkerboor 56 8607 KC Sneek Tel 0515-433991 www.tkservice.nl Email
[email protected]
C HECKLIST
CA
AANNEMERS
VUA-49F
KvK Leeuwarden nr. 05059489 BTW NL 8074.21.613.B.01 Rabobank rek. nr. 10 17 79 542 IBAN NL32 RABO 0101 7795 42 BIC RABONL2U
Bij het overzetten van de grondmonsters bleek dat de aqualock niet geheel gevuld was waardoor geen 4 maar 2 of 3 liners van 0,5 m konden worden gevuld. We hebben getracht verbeteringen aan te brengen in het vullen van de aqualock, dit door: 1 langzamer te boren bij het vullen van de aqualock 2
vervangen van de plunjer in de aqualock
3
toepassen van een core catcher
4
1 m te steken in plaats van 2 m
De laatste aanpak bleek succesvol en deze wijze van bemonstering is toegepast van 24,5 m tot 26,5 m. Op 26,4 m is de kleilaag aangetroffen en is een liner gevuld van 26 m tot 26,5 m.
De uitvoering van de werkzaamheden duurde 1 dag langer dan gepland door bovenomschreven maatregelen voor het beter vullen van de aqualock en doordat er een storing optrad aan de boorwagen.
Voorafgaande aan het plaatsen van de peilbuis is de casing gevuld met 70 I werkwater. De Ec meting van het werkwater bedroeg 407 uS, na afpompen van 120 I bedroeg de E c meting van het grondwater 499 uS.
Vertrouwende u hiermee van dienst te zijn geweest.
Met vriendelijke groet,
T&K service B.V.
J.A. Tennekes
Bijlagen:
1 situatietekening met inmeetgegevens
3 Boorstaat boring B 306
T&K service B.V. Spijkerboor 56 8607 KC Sneek Tel 0515-433991 www.tkservice.nl Email
[email protected]
4a
KvK Leeuwarden nr. 05059489 BTW NL 8074.21.613.B.01 Rabobank rek. nr. 10 17 79 542 IBAN NL32 RABO 0101 7795 42 BIC RABONL2U
VGU C HECKLWI
A ANNEMfrRS
SGS
Veldwerkrapportage conform BRL SIKB 2000 (versie 2)
bioclear Projectcode Datum bemonstering
ú
Projectnaam Project identificatie
Bemonsterd door
Í
e
b
cM
-į
^:^v
In het werkplan wordt de achtergrond van het milieukundig onderzoek toegelicht.
Ĺ
- l.
(
. | ? i" f
l
t ïví
t
Gekwalificeerd veldwerker Gekwalificeerd veldwerker
Ja 7 Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja ļ Nee
te,nds
^ť.
(ĮaJfNee
r õ -' 'S
Bemonsteringstijd
tstart^
Afwijkingen
De apparatuur is geijkt voor aanvang van de werkzaamheden
T^T (Ja^Nee
De bemonstering is volgens het werkplan uitgevoerd:
^Ja/Nee
Alle relevante gegevens voor de monitoring zijn genoteerd
(jí j
Nee
De peilbuizen zijn bemonsterd conform de richtlijnen NEN5744.
Omschrijving andere afwijkingen:
ÍO
'0
T.
Gezien en akkoord door projectleider. Naam, datum en handtekening:
De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens VKB protocol 2002
(jajţNee
locatie omschrijving
' JaY Nee
De locatie is dus danig ingericht dat er veilig gewerkt kan worden
De locatie is bij beëindiging van de werkzaamheden achtergelaten zoals deze is aangetroffen
De monsternemer verklaard dat hij onafhankelijk van de opdrachtgever het veldwerk heeft uitgevoerd conform de eisen van het BRL SIKB2000 en de daarbij horende protocollen. Naam gekwalificeerde veldwerker en handtekening;
Certificaat nummer veldwerker
Jj^Nee
-4?
C
i
á4 i
ū
01
8
ĩ
IN
LU h
ui
s
5 I
8
* I
8
ţ
8
8
i
į
8
ft
ĵï
s
f 8
•e c
g ?
I
1
I
•5 »
ì
i
13 tl
LO LU LU
İ
Ě
I
II
3
I
I
41
«f
î
s
I
lllì
I I
Checklistveiligheid
Ēà
I M RRA A LM
^ W M ^
1. Weet ik welk werk ik moet doen en hoe? 2. Heb ik de juiste gekeurde gereedschappen 3. Heb ik de juiste PBM's 4. KLIC-melding aanwezig en volledig (noteer KL IC nr. op veldverslag) I V o i i l t een vt.i.tĮ! niet N i l bi . i n t w o o r d St.Ht w ť t l ; niet en
IUTTII
SIALTECH F UROPf
SĨOľ!
l o n t a í 1 op m e i k a n t o o i
KI I f «tlte-cn b i j met licimsi he b:iOï w ľ i l a a d n i l i e d ľ i i U I T p l u ht
Kijk of de volgende zaken in orde zijn alvorens op pad te gaan: L ļmZijn alle benodigde PBM's (laarzen, overall, veiligheidsbril, helm etc.) aanwezig en gekeurd? [^ļls er in de bus een brandblusser aanwezig en is deze gekeurd? |[Ţļls er in de bus EHBO-kist aanwezig en is deze gekeurd? jbjzijn alle medewerkers goed uitgerust? ļ^ls duidelijk wie er projectleider is? ļ f f l l s is voldoende instructie gegeven over de VGM-aspecten van het project?
\ļ^fls de APK-keuring van het voertuig nog geldig? (
ŴŤls de keuring van alle benodigde boor- en meetmiddelen en gereedschap nog geldig?
jį\ys de ABOMA.KEBOMA keuring boormachine nog geldig (zit sticker op boormachine)? r}ļï*unctioneert boormachine naar behoren en is de werking van de noodstop(pen) gecontroleerd? j3^žĩĩjn alle hijsmiddelen zoals kabels gekeurd en zonder beschadigingen? ^ / [ i s alle documentatie over de klus aanwezig (veldwerkformulier I KLIC-kaarten I telefoonnr. etc.)? * Q l s er bekend of en welke verontreiniging er aanwezig is en zijn de PBM's hier op afgestemd? Naam
Paraaft
'i
-
z
—
Veldwerkrapportage conform BRL SIKB 2000 (versie 2)
(bįptlear Projectcode Datum bemonstering Projectnaam Project identificatie
Bemonsterd door
In het werkplan wordt de achtergrond van het milieukundig onderzoek toegelicht.
L
C -
CjÍK.į)
p
Gekwalificeerd veldwerker
ļ
JaJįNee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja ļ Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja
1 Nee
Bemonsterlngstijd
tstart»
Afwijkingen
De apparatuur is geijkt voor aanvang van de werkzaamheden
(jï/Nee
De bemonstering ís volgens het werkplan uitgevoerd:
(Ţā^Nee
Alle relevante gegevens voor de monitoring zijn genoteerd
-"Ky/ Nee
De peilbuizen zijn bemonsterd conform de richtlijnen NENS744.
ÇaJNee
l C '
OÖ
teind^
( 2
- O O
Omschrijving andere afwijkingen:
Gezien en akkoord door projectielder. Naam, datum en handtekening:
De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens VKB protocol 2002
Locatie omschrijving
já7Nee
Ũe locatie is dus danig Ingericht dat er veilig gewerkt kan worden
Qa^Nee
De locatie is bij beëindiging van de werkzaamheden achtergelaten zoals deze is aangetroffen
^ì-į Nee
De monsternemer verklaard dat hij onafhankelijk van de opdrachtgever het veldwerk heeft uitgevoerd conform de eisen van het BRL SI KB2000 en de daarbij horende protocollen. Naam gekwalificeerde veldwerker en handtekening
L C
Certificaat nummer veldwerker
f
\
Oeorron
G E O T R O N B.V. Onderzoeksbureau voor grond en grondwater Grondboringen Sonderingen
Bioclear T.a.v. Mevr. M. Luitwieler Rozenburglaan 13 9727 DL Groningen
-
Monstername
uw referentie
e-mail d.d. 31-10-2014
ons kenmerk
P 14104-oplevering
behandeld door
Wim Woudenberg
datum
31 oktober 2014
betreft
Oplevering resultaten
Geachte mevrouw Luitwieler, Beste Marloes, Hierbij sturen wij u d e resultaten v a n het veldwerk ter plaatse v a n de volgende locaties: Op de Acacialaan en Langbroekseweg te Doorn en a a n d e Wethouderslaan te Driebergen - Rijsenburg. De verklaring van de veldwerker is weergegeven in bijlage 1. Geotron B.V. heeft geen financiële en/of juridische belangen met betrekking tot het eigendom v a n de onderzoekslocatie en/of de opdrachtgever van het onderzoek. De werkzaamheden zijn uitgevoerd onder de volgende certificering(en): [XI
Veldwerk t.b.v. milieuhygiënisch bodemonderzoek conform B R L SIKB 2000, protocol 2002.
O
Mechanisch boren conform B R L SIKB 2 1 0 0 , protocol 2 1 0 1 .
Eventuele afwijkingen van de BRL (aard, motivatie, consequenties en risico's): De bron bij Huize Doorn a a n de Langbroekseweg in Doorn en d e bron a a n de Wethouderslaan in Driebergen - Rijsenburg zijn niet conform BRL 2 0 0 0 , protocol 2002 uitgevoerd. Hierdoor zijn er geen afwijkingen v a n de B R L geconstateerd. Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, Met vriendelijke groet, G e o t r o n B.V.
Wim Woudenberg
Newtonstraat 55 4004 KE Tiel Tel.: t31(0)344-655695 Fax: t31(0)344-655235
E-mail:
[email protected] Bank:ABN-AMRO BANK N.V. IBAN: NL67ABNA0620987243 BIC: ABNANL2A
K.v.K.: Rivierenland 30165319 BTW nr.: NL808960945B01
Verklaring onafhankelijkheid
Ge#tron
Datum
30-10-2014
Door
Geotron B.V.
Klant
Bioclear
Project
P14104
Deze verklaring wordt bij elk veldwerk onder de BRL SIKB 2000 ì BRL SIKB 2100 ingevuld door de geregistreerde ervaren veldwerker I boormeester die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het veldwerk I de mechanische boring op de locatie. Verklaring v a n onafhankelijkheid voor de kritische functie: 3
Veldwerk t b . v . milieuhygiënisch bodemonderzoek
O
B o o r m e e s t e r m e c h a n i s c h boren t.b.v. het nemen van grond- en grondwatermonsters.
Hierbij v e r k l a r e n d e n a v o l g e n d g e n o e m d e v e l d w e r k e r s I b o o r m e e s t e r s h e t v e l d w e r k o p d e locatie : Acacialaan en omgeving en Lanbroekerweg te Doorn conform d e eisen v a n d e B R L SIKB 20001 B R L SIKB 2100, onafhankelijk van d e o p d r a c h t g e v e r I e i g e n a a r * t e h e b b e n u i t g e v o e r d . ('degene die een persoonlijk of zakelijk recht heeft op de bodem I locatie). H e t v e l d w e r k is u i t g e v o e r d o p d e v o l g e n d e d a t a I p e r i o d e : 3 0 - 1 0 - 2 0 1 4
N a a m geregistreerde veldwerker 1 boormeester
Gehanteerde protocollen*
W. Smits
B R L 2000, protocol 2002
Handtekening
* Als de bemonstering van de peilbuizen door een andere geregistreerde veldwerker is uitgevoerd, dient ook deze de verklaring te ondertekenen met de vermelding van protocol 2002.
Geotron STF-028, v2, 13-7-2012
Bijlage 12
Schets plattegrond stome
4
M
l
U3
SI 5i
SU
4
7 M
1
Sr
f
till/
III/
ũ
Ĺīĩ
1^
0
3 1
N
J
I
(5
o
CS
7
I
Â
KJ
ì * t iIt
3
3
I
tvl
ei
0
Bijlage 13
Informatie drinkwaterwinning
Uíľt
grondwater ļ^^J
b o r i n g s vrije
zone
100 jaarszone waterwingebied grondwaterbeschermingsgebied
verontreinigd
adaster en openbare registers
o
gebied
Bijlage 14
Dwarsdoorsnede modellagen
Dwarsdoorsnede modellagen. Peilbuis 203 is ingetekend, hier bevindt zich de stomerij I bronzone. De stromingsrichting is naar links.
Legenda: (zone = modellaag uit tabel 15 hoofdstuk 6) Conductivity Zone | 1 T~ 2 3 4 5 6
B l 40 B B į 0.1 25 B
B I 50
Kx [m/d]
!
KyĮm/d] 1Ŭ 5 40 25 0.1 50
|
2 0.5 8 5 0.01 10
K2 [m/d]
|
Modellaag 5 (dunne laagje onder blauw) is de eerste scheidende laag.
g
f S.Ĩ} îfí ĩîfi
ilf
1 ! I
ř I—
fi i t
1
f:
AM
I
f
4
Iu I
I
j"
Hij)
I 5t0rİi
I
X
I S í . »
i •I V
ín
-F
:
i 1
31
•/v
i;
t;
tl {
,».
u JìíĽ s
I
«I
1
I
u
ì
til ľ»:k.' .!
î:
••í
I
:
ľK
mi
r
:
:
ī;
i
i
.1
-Tĩĩ
í:ľ.
i
î
i'
I
u IK
ü
-ľ: ssre
t
u
I 1:1
l'ií \ ì » \ V
I 1
S 3 ilîjt. .
i;
fc-i
1
í
'í
li
ia-.: V.J y
mi:
ľ.
u
u
u i
i:
n
i
i! 5
?3
i'i: ,U« ís
a 2)
s i
t*.U
I r 1=5
I T /
it
I 4
7
1 I
ilŕ
Ì
Iu I
M I
1
í'hlį'.ļ
•» J
j I
, kr
I w .. U-W ., \èW AT
5
W
' • h | U ti
1.1
liiiľ
i
til
,
's'liijį,',!
sŕliklU,!
I 4
I
I
I
İ »
Iu I
"
ĨW
4
Í
U
u
Iihľ
iľfiľs'i!
j I
-.
;iLl I
i U
4
II
1-7
4
I
I
"d
I 1'
U
u
II
If
III p
J
I
lui'
lui'
i»
u
U
I
III
I
•J
4 I
I
i
u
\i~4
•7
i
y
ma
»
u
f
1
tr
S Ĩ
I I;
id
É II
-A
i
I I ; I.
i
is
a
9 İi
IÎÏ.
5S1 it
1
i !
'1
t
I
Í
i
ľ
:
1—™
i t
'
t
s
1L
i
jull [
«
v.
X'. u
u
I
it
u
i t/LJ
o
ī
i'
I
J
' f T ii 1
if
I
i J
i »
•BI
li
IK'
u
"l»
IK'
^
^
*
I
ţ
í'
-I
' ì
« i f -
i
5
!
t Hf
r
l.f
u
lol
V»
*
1
Hf
J Uřr-ţ:l
1, .
.ï*
ib
Ľ
r
ř
Í
' V
'ft?
Ĺ'íf'
1
TS:'
Ti?
I
i
*
[
Hi
»
Hf
nf
i»
•SI LZJ
İDİ
r I
ï
ïĩ
Ľ
'l»
1
11
.1
flËI
I
o
a
l i s
I
I
i
I
4
4
4
.1
3
t 3
b
1
m J
r
i
r
ś—Í
-i l - Y I 4
I
4
4
I
4
I
t 1
IİÍ ' " I f
1 8
SI
Î7.U
ţ-'ii. fa I
I
'I 4r l
4
'-4 I
I İ
b
4
I 4 4
J [
m 1 V 4
J1
Au ö
«
t:
4
4
4
I 4 Z
•li..
i
Ni
Įîl
i.'
lUI-j
u
'li u
u
ITI-
f I
V'
î
1S
Bijlage 16
Kadastrale gegevens
01 00
\
\
CŨ
\
00
l/ì
\
\
Cl
\
\ \
7
pagina 1 van 2
Kadastraal bericht o b j e c t
Kadaster
Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens o v e r de rechtstoestand van kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering van de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen Betreft:
5-8-2014 15:43:34
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20144759 4-8-2014
Uw referentie: Toestandsdatum:
Kadastraal object Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t : Locatie:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 1 a 8 1 ca 148410-451927 WONEN MET BEDRIJVIGHEID Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Koopsom: C 128.193 Jaar: 1994 Oorspronkelijke k o o p s o m is NLG 2 8 2 . 5 0 0 7-9-1987 Ontstaan o p :
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
Gerechtigde VRUCHTGEBRUIK De heer T h o m a s Willem Jan van Boordt Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 06-02-1939 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3 d.d. 29-9-2009 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Micheline Marie A r t i n i a n Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 09-06-1957 Geboren t e : ISTANBUL (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3
d.d. 29-9-2009
Kadastraal bericht object
pagina 2 van 2
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20144759 4-8-2014
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
Gerechtigde
5-8-2014 15:43:34
EIGENDOM BELAST MET VRUCHTGEBRUIK Mevrouw Micheline Marie Artinian Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 09-06-1957 Geboren t e : ISTANBUL (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e object in brondocument:
HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3 d.d. 29-9-2009 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 HYP4 8 3 0 5 / 1 9 reeks UTRECHT d.d. 23-12-1994 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: De heer T h o m a s Willem Jan van Boordt Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 06-02-1939 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3
d.d. 29-9-2009
Einde overzicht De Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers b e h o u d t t e n aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
pagina 1 v a n 2
Kadastraal bericht object
Kadaster
Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering van de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen 5-8-2014 15:44:53
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 Traaij 153 E 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20144759 4-8-2014
Betreft: Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
Kadastraal object DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6678 1 a 29 ca 148402-451933 WONEN MET BEDRIJVIGHEID Traaij 153 E 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Traaij 153 E 1 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Traaij 153 E 2 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG C 52.185 Jaar: 1988 Koopsom: Oorspronkelijke koopsom is NLG 1 1 5 . 0 0 0 10-9-1987 Ontstaan o p : Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t : Locatie:
Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend a a n : ATG 7 5 2 1 7 d.d. 29-7-2011
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
Gerechtigde 1/2
EIGENDOM De heer Jan Hendrik Jansen De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 04-11-1958 Geboren t e : RHENEN (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e object in brondocument:
HYP4 5 8 1 3 / 1 0 reeks UTRECHT d.d. 24-3-1988 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Paska Meijer De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : Geboren t e : (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m Ontleend a a n :
27-08-1959 AMSTERDAM GBA) BSA 5 0 6 / 7 0 0 2
reeks UTRECHT
d . d . 1-6-2005
Kadastraal bericht object
pagina 2 v a n 2
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 Traaij 153 E 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20144759 4-8-2014
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
Gerechtigde 1/2
5-8-2014 15:44:53
EIGENDOM De heer Jan Hendrik Jansen De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 04-11-1958 Geboren t e : RHENEN (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
HYP4 1 3 3 5 2 / 6 8 reeks UTRECHT d . d . 1-9-2005 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 HYP4 5 8 1 3 / 1 0 reeks UTRECHT d.d. 24-3-1988 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD B e t r o k k e n persoon: Mevrouw Paska Meijer De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 27-08-1959 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 1 3 3 5 2 / 6 8 reeks UTRECHT
d . d . 1-9-2005
Einde overzicht De Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers b e h o u d t t e n aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
Kadastraal bericht object
pagina 1 van 3
Kadaster Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens o v e r de rechtstoestand v a n kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering van de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
20144759 27-11-2014
B 6683
Kadastraal object Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t :
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6683 25 a 55 ca 148303-452016 WEGEN Jaar: 2 0 1 1 (Met m e e r o n r o e r e n d goed v e r k r e g e n ) Ontstaan op: 10-9-1987
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
28-11-2014 13:28:05
Kadastraal bericht object
pagina 2 v a n 3
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 8 3
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
20144759 27-11-2014
Gerechtigde
28-11-2014 13:28:05
EIGENDOM G e m e e n t e Utrechtse Heuvelrug Raadhuisplein 2 3 9 4 1 JT DOORN Postadres: Zetel: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
Postbus: 200 3 9 4 0 AE DOORN DOORN HYP4 6 0 0 1 1 / 8 4 d.d. 15-6-2011 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 8 3 HYP4 2 1 7 4 / 8 9 reeks UTRECHT DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 8 3
HYP4 5 7 2 5 / 5 0 reeks UTRECHT d.d. 4-12-1987 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 7 2 5 / 5 1 reeks UTRECHT d.d. 4-12-1987 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 1 1 7 / 7 reeks UTRECHT REKTIFIKATIE VERZOCHT HYP4 5 8 3 1 / 1 3 reeks UTRECHT d.d. 13-4-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 8 3 1 / 1 4 reeks UTRECHT d.d. 13-4-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 8 9 3 / 1 reeks UTRECHT d.d. 28-6-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 8 9 3 / 2 reeks UTRECHT d.d. 28-6-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 9 6 2 / 6 5 reeks UTRECHT d.d. 13-9-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 9 6 2 / 6 6 reeks UTRECHT d.d. 13-9-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 6 0 5 4 / 1 0 reeks UTRECHT d.d. 22-12-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN (Er zijn m e e r niet (volledig) v e r w e r k t e b r o n d o c u m e n t e n )
Kadastraal bericht object
pagina 3 van 3
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
20144759 27-11-2014
B 6683
28-11-2014 13:28:05
Gerechtigde ZAKELIJK RECHT ALS BEDOELD IN ART.5,LID 3,ONDER B, VAN DE BELEMM. WET PRIVAATR OP GED. VAN PERCEEL Gemeente Utrechtse Heuvelrug Raadhuisplein 2 3 9 4 1 JT DOORN Postadres: Zetel:
Postbus: 200 3 9 4 0 AE DOORN DOORN
Recht ontleend a a n : HYP4 6 0 0 1 1 / 8 4 d.d. 15-6-2011 OORSPRONKELIJK OPGEVOERD BIJ TITEL 4 1198 139 Einde overzicht De Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers b e h o u d t t e n aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
Gefaseerd saneringsplan Traaij 153F e.o. te Driebergen Definitief Rapport versie 3/7 Opdrachtgever: Bosatex
GEFASEERD
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
DRIEBERGEN
Stichting Bosatex
O P D R A C H T G E V E R :
Gefaseerd saneringsplan Traaij 153F e.o.
P R O J E C T T I T E L :
te Driebergen 20154938/10300
P R O J E C T C O D E : DOCUMENTTYPE:
Definitief rapport versie 3/7
PUBLICATIEDATUM:
3ĴUİİ2015
P R O J E C T L E I D E R :
Drs. A. Nipshagen Ir. M. Luitwieler
AUTEUR(S) COLLEGIALE
T O E T S
Ing. D. Specht
Bioclear b.v. Postadres: P o s t b u s 2262; 9 7 0 4 C G Groningen Bezoekadres: R o z e n b u r g l a a n 1 3 C ; 9 7 2 7 D L Groningen Telefoon: 0 5 0 571 8 4 5 5 F a x : 050 571 79 20 E m a i l :
[email protected] Website: www.bioclear.nl
INC
Bioclear werkt met het INK kwaliteitssysteem (Instituut Nederlandse Kwaliteit), e e n managementmodel, dat is afgeleid van het E u r o p e s e E F Q M E x c e l l e n c e model. Bioclear beschikt over de procescertificaten B R L S I K B 2000, B R L S I K B 6000 en de onderliggende VKB-protocollen 2002 e n 6 0 0 2 .
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Bioclear. © Bioclear b.v. Bioclear adviseert bedrijven, overheden en dienstverlenende organisaties op het terrein van de milieutechnologie. Op opdrachten aan Bioclear zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan Bioclear, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen.
BIOCLEAR
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
201 54938/ 1 03 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
III
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Inleiding 1.1
Opdracht
2
1.2
Achtergrond van het saneringsplan
2
1.3
Reikwijdte saneringsplan
3
1.4
Doel
4
1.5
Gebruikte d o c u m e n t e n
4
1.6
Kwaliteitsborging en onafhankelijkheid
5
1.7
Leeswijzer
6
Locatie-informatie
7
2.1
8
Kadastrale gegevens
2.3
B o d e m o p b o u w en geohydrologie
10
2.3.1
Bodemopbouw
10
2.3.2
Geohydrologie
10
9
Verontreinigingssituatie
11
2.4.1
Algemeen
11
2.4.2
Samenvatting grond
14
2.4.3
Samenvatting g r o n d w a t e r
15
2.5
Biologische afbraakpotentie
2.6
Gebouweigenschappen
16
2.7
H u m a n e risico's
17
15
2.8
Kwetsbare objecten
17
2.9
Gevalsdefinitie, ernst en spoedeisendheid
19
Saneringsaanpak en saneringsdoelstelling
20
3.1
Hoofdstuk 4
Algemeen en historie
2.2
2.4
Hoofdstuk 3
1
Inleiding
21
3.2
Beleidskader
21
3.3
Keuze saneringsvariant
22
3.4
Keuze saneringstechnieken
22
3.5
Keuze fasering sanering
24
3.6
Voorkeursvariant voor de sanering
25
3.7
Saneringsdoelstelling
25
Uitwerking saneringsaanpak
28
4.1
Randvoorwaarden en u i t g a n g s p u n t e n sanering algemeen
29
4.2
Uitgangspunten en randvoorwaarden o n t g r a v i n g
30
4.3
Actieve sanering m e t b i j s t u r i n g s m o m e n t e n
31
4.4
Fase 1 : w e g n e m e n naleverende bron
32
4.4.1
Aanpak onverzadigde zone m e t ontgraving
32
4.4.2
Aanpak bronzone A met bodemluchtextractie
33
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
4.4.3
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
IV
Aanpak Bronzone B en C l door in-situ chemische oxidatie
4.4.4
Hoofdstuk 5
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
37
4.5
Evaluatie van de sanering
38
4.6
Planning van fase 2 ( m o n i t o r i n g p l u i m o n t w i k k e l i n g )
38
Milieukundige begeleiding 5.1
Hoofdstuk 6
35
Faalrisico's en -scenario's fase 1
40
Milieukundige begeleiding
41
5.2
Milieukundige processturing
41
5.3
Milieukundige verificatie
42
5.4
Begeleiding grondsanering
42
5.5
V e r i f i c a t i e m o n i t o r i n g BLE en ISCO
43
5.6
U k m o m e n t e n BLE en ISCO
45
5.7
Monitoringsnetwerk en-programma
47
5.8
A f w i j k i n g e n t e n opzichte van VKB protocol 6002
49
Organisatie en overige aspecten van de sanering
50
6.1
Betrokken instanties
51
6.2
Vergunningen en meldingen
51
6.3
Communicatie
53
6.4
Tijdsduur van de sanering
53
6.5
Effecten op de o m g e v i n g
53
6.6
Veiligheid
54
6.7
Nazorg en gebruiksbeperkingen
55
6.8
Inrichting werkterrein
56
6.9
Kostenraming
56
Site Conceptual Model Verontreinigingssituatie grondwater en plaats van huidige en te plaatsen peilbuizen Verontreinigingssituatie grond Kadastrale informatie Overzicht te behandelen bodemvolume met BLE met locatie te nemen grondmonsters Grondwaterbeschermingsgebied Ligging kelder en betonvloer Traaij 153F Overzicht ligging afvoerputten en -leidingen
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2 0 15
Hoofdstuk 1 Inleiding
G E F A S E E R D
1.1
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
2
Opdracht
In opdracht van Stichting Bosatex heeft Bioclear een gefaseerd saneringsplan (hierna te noemen saneringsplan) opgesteld voor sanering van de VOCI verontreiniging op de locatie Vabonet, Traaij 153 F e.o. te Driebergen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform offerte van Bioclear met kenmerk 20144759/9497, d.d. 1 mei 2014 en opdrachtverlening met dossiernummer 8 1 , d.d. 25 juni 2014. Het rapport is aangepast conform offerte van Bioclear met kenmerk 20154938/9997 d.d. 14 januari 2015 en opdrachtverlening per e-mail d.d. 14 januari 2015.
1.2
Achtergrond van het saneringsplan
Algemeen Op de locatie Traaij 153F te Driebergen is als gevolg van activiteiten van een stomerij een ernstig geval van bodemverontreiniging met VOCI ontstaan. De aangetroffen bodemverontreiniging van VOCI is geheel terug te voeren op stomerij Van Boordt aan de Traaij 153F. Er is sprake van één geval van historische bodemverontreiniging op basis van zowel technische, organisatorische als ruimtelijke samenhang. Het betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging op basis van de omvang in zowel de grond ^ 25m ) als in het grondwater (:H00 m ) . De verontreiniging dient met spoed gesaneerd 3
3
te worden op basis van verspreidingsrisico's (onbeheersbare situatie als gevolg van de aanwezigheid van puur product en volumetoename van meer van 1.000 m per jaar). Voor een 3
uitgebreide onderbouwing van de gevalsdefinitie wordt verwezen naar hoofdstuk 4.7 van het nader onderzoek [5]. De verspreidingsrisico's worden veroorzaakt door de naleverende puur productzone (bronzone B, zie paragraaf 2.4.1 voor uitleg over de te onderscheiden verontreinigingszones) en in mindere mate door de vracht aan verontreiniging binnen de rest van de contour met concentraties PER hoger dan 10 Zo van de wateroplosbaarheid. 0
Op de locatie Traaij 153F en omgeving is in januari 2015 een nulmonitoring uitgevoerd ten behoeve van de op handen zijnde start van de sanering. De resultaten zijn gerapporteerd in Bioclear rapport met kenmerk 20144922/10109, d.d. 16 maart 2015. De resultaten hiervan zijn verwerkt in dit saneringsplan.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
3
D R I E B E R G E N
Beschikking "ernst en spoed" Voor het geval van bodemverontreiniging is een ontwerpbeschikking "ernst en spoed" afgegeven op 29 januari 2015 (briefnummer 81159985). In deze ontwerpbeschikking is tevens de instemming opgenomen ten aanzien van het deelsaneringsplan voor de vervanging van de huisaansluitingen van de waterleiding ter plaatse van Traaij 153 e.o. en Burgemeesterlaan Uitgangspunten, doelstellingen en aanpak voor deze locatie zijn regelmatig besproken, zulks naar aanleiding van overleg met RUD Utrecht met betrekking tot Acacialaan 7-9 te Doorn. In de ontwerpbeschikking is opgenomen dat de sanering van de VOCI verontreiniging moet zijn gestart voor 15 april 2015 of direct na de inwerkingtreding van de saneringsbeschikking. De beschikking "ernst en spoed" is 26 maart 2015 definitief gemaakt (briefnummer 814D35C6). In de definitieve beschikking is een uiterste termijn van 1 oktober 2015 opgenomen voor de start van de sanering. Opschortende
brief beschikking
saneringsplan
Ten behoeve van deze sanering is een saneringsplan opgesteld, dat in december 2014 is ingediend bij het bevoegd gezag, de RUD Utrecht. Naar aanleiding van de indiening van het saneringsplan heeft de RUD Utrecht op 23 december 2014 een opschortende brief (briefnummer 8111472D) verzonden met betrekking tot de beslistermijn inzake de vaststelling van de ernst en spoedeisendheid en instemming met het gefaseerd saneringsplan. In deze brief is puntsgewijs aangegeven welke onderdelen in het nader onderzoek en het saneringsplan nog aanpassing behoeven om tot beschikkingneming over te kunnen gaan. Aangepast
saneringsplan
en concept
besluit
De gevraagde aanpassingen uit de opschortingsbrief van 23 december 2014 voor wat betreft het saneringsplan zijn op 6 februari 2015 ter goedkeuring naar de RUD Utrecht verzonden (Bioclear, kenmerk 20154938/10034). Daarop heeft de RUD Utrecht op 3 maart 2015 een concept besluit niet instemmen met het gefaseerd saneringsplan Traaij 153F te Driebergen (UT031600066) verzonden (briefnummer 814AAF5D). Hierop is door Bosatex op 16 maart 2015 een zienswijze opgesteld. Onderhavig saneringsplan is aangepast overeenkomstig deze zienswijze, en de in het overleg van 27 mei 2015 gemaakte afspraken tussen RUD Utrecht en Bosatex.
1.3
Reikwijdte saneringsplan
In dit onderhavige saneringsplan wordt fase 1 (sanering bronzone en puur productzone) van de uit te voeren sanering concreet beschreven, waarbij tegelijkertijd de procedure voorfase 2 (aanpak restverontreiniging) is beschreven. De concrete invulling van fase 2 wordt in nader overleg met RUD Utrecht uitgewerkt. Bosatex conformeert zich voor fase 2 aan de functiespecifieke risicogrenswaarden die voor de betrokken kwetsbare objecten beschreven zijn in het RIVM rapport 607050012/2013 'Functiespecifieke risicogrenswaarden voor grondwaterkwaliteiť.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2 0 15
G E F A S E E R D
1.4
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
4
Doel
Het doel van dit saneringsplan is om daarop instemming te verkrijgen en daarmee de sanering van fase 1 zo spoedig mogelijk aan te vangen. Bij het opstellen van het saneringsplan is rekening gehouden met de van toepassing zijnde wetgeving, de Circulaire Bodemsanering 2009 per 1 juli 2013 en het bodembeleid zoals dat door de Provincie Utrecht wordt gehanteerd. Dit beleid is vastgelegd in de Provinciale Milieuverordening Utrecht 2013, de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (4 februari 2013), het Provinciaal grondwaterplan en waterplan 2010-2015 (januari 2010), en de Kaderrichtlijn Water (22 december 2000). Het saneringsplan dient tevens als uitgangspunt voor de aanbesteding en heeft mede ten doel de taken voor de milieukundig begeleider en/of de directievoerder bij de uitvoering van de sanering van fase 1 vast te leggen. Dit gefaseerde saneringsplan is tot stand gekomen met inachtneming van de richtlijnen en kwaliteitseisen zoals genoemd in de Beoordelingsrichtlijn van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, BRL 6000 in combinatie met VKB protocol 6001 en 6002.
1.5
Gebruikte documenten
Bij het opstellen van het saneringsplan is gebruik gemaakt van ondergenoemde rapportages en informatie: Specifiek voor de locatie Traaij 153F te Driebergen: 1.
NO/SO Stomerij Van Boordt, Traaij 153F te Driebergen, Bioclear rapportnummer 20124185/9485, d.d. 30 april 2014.
2.
Beoordelen nader bodemonderzoek en saneringsonderzoek, Traay 153 F UT0316/00066, RUD Utrecht briefnummer 810527F7, d.d. 21 juli 2014.
3.
Resultaten bodemonderzoek Burgemeesterlaan 26 te Driebergen, Bioclear briefnummer 20143759/9826, d.d. 13 oktober 2014.
4.
Analyseresultaten bron Wethouderslaan te Driebergen, Bioclear briefnummer 20144759/9899, d.d. 17 november 2014.
5.
NO/SO Stomerij Van Boordt, Traaij 153F te Driebergen, Bioclear rapportnummer 20154938/10027 d.d. 5 februari 2015.
6.
Historisch vooronderzoek Traaij 153F te Driebergen-Rijsenburg, MUG ingenieursbureau projectnummer 51103515, d.d. 28 januari 2015.
7.
Nulmonitoring sanering Traaij 153F te Driebergen, Bioclear rapportnummer 20144922/10109, d.d. 16 maart 2015.
8.
Definitieve beschikking ernst en spoed Traaij 153F Driebergen-Rijsenburg UT031600066 en instemming deelsaneringsplan vervanging huisaansluitingen van de drinkwaterleidingen ter plaatse van Traaij 153 e.o. en Burgemeesterlaan UT158100192, RUD Utrecht, d.d. 26 maart 2015 (briefnummer 814D35C9).
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O O E
20 1 5 4 9 3 8 / 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
9.
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
5
Beschikking niet instemmen met het gefaseerd saneringsplan Traaij 153F te Driebergen (UT031600066), RUD Utrecht, d.d. 30 april 2015 (briefnummer 814F7CA6).
10. Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028, Provincie Utrecht, d.d. 4 februari 2013. Voor een locatie te Doorn is namens Bosatex door Bioclear een vergelijkbaar bodemonderzoek en saneringsonderzoek uitgevoerd. Voor enkele vergelijkbare bodemkenmerken en voor de selectie van de saneringsvarianten is mede gebruik gemaakt van de daar verkregen gegevens en inzichten: 11. NO/SO Stomerij Van Boordt, Acacialaan 7 te Doorn, Bioclear rapportnummer 20114125/8850, d.d. 23 mei 2013. 12. Beknopt saneringsonderzoek Acacialaan 7 e.o. te Doorn; Afweging vier saneringsvarianten, Bioclear rapportnummer 20114125/9130, d.d. 4 november 2013. 13. Saneringsonderzoek Fase 2 Acacialaan 7 e.o. te Doorn; Afweging vier fall back scenario's, Bioclear rapportnummer 20114125/9215, d.d. 9 december 2013. 14. Bijlage I: Technische beoordeling. Provincie Utrecht, behorende bij vergunning voor de aanleg van een WKO-systeem aan de Dorpsstraat te Doorn (nieuwe gemeentehuis). Algemene informatie m.b.t. bodemsaneringen: 15. Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013. 16. Praktijkdocument ROSA. Handreiking voor het maken van keuzes en afspraken bij mobiele verontreiniging, september 2005. 17. Provinciale Milieuverordening Utrecht 2013. In het huidige rapport is, daar waar relevant, met [nr.] naar bovenstaande rapportages en informatie verwezen.
1.6
Kwaliteitsborging en onafhankelijkheid
Bioclear BV is een onafhankelijk bureau en is geen eigenaar van de locatie waarop de werkzaamheden betrekking hebben. Bioclear verklaart hierbij tevens geen juridische relatie te hebben met (de bedrijfsorganisatie van) de eigenaar van de onderzoekslocatie en/of de opdrachtgever. De werkzaamheden zijn onafhankelijk van de opdrachtgever (Bosatex) uitgevoerd (externe functiescheiding). De werkzaamheden zijn uitgevoerd onder het Bioclear kwaliteitssysteem dat INK gecertificeerd is. Bioclear zit in fase 3 van het INK kwaliteitssysteem welke wordt gezien als vergelijkbaar metNEN-ISO 9001:2000.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 6/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
1.7
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de locatie-informatie beschreven: algemene kenmerken, de verontreinigingssituatie, de afbraakpotentie, de bodemopbouw en de geohydrologie, alsmede kadastrale informatie. In hoofdstuk 3 wordt de afweging weergegeven op grond waarvan tot de keuze van de in dit rapport beschreven saneringsvariant is gekomen, samen met de daarbij horende saneringsdoelstelling. In hoofdstuk 4 is een beschrijving van de saneringsaanpak opgenomen. In hoofdstuk 5 worden de directievoering en milieukundige begeleiding beschreven. Hierbij is bijzondere aandacht besteed aan het monitoringsprogramma en de criteria om het faalscenario in werking te stellen. In hoofdstuk 6 zijn de uitvoeringsaspecten van de sanering beschreven, waaronder het aspect veiligheid.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2 0 15
Hoofdstuk 2 Locatie-informatie
G E F A S E E R D
2.1
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
8
Algemeen en historie
De verontreiniging met gechloreerde oplosmiddelen (VOCI) is ontstaan in de bebouwde kom van Driebergen-Rijsenburg, aan de noordoostzijde van het centrum door activiteiten van een stomerij (Stomerij van Boordt (Vabonet B.V.)) aan de Traaij 153F. De stomerij is hier ten minste gevestigd sinds 1976 (toen is de eerste Hinderwetvergunning verleend). Inmiddels is de bronzone (concentraties in het grondwater > ^% van de maximale wateroplosbaarheid) in zuidwestelijke richting onder de aangrenzende panden en vervolgens onder de straat (Traaij) verspreid. Het front van de bronzone bevindt zich net voorbij de supermarkt Lidl (Traaij 153A) Voor zover bekend zijn er geen veranderingen in het gebruik van de locatie gepland. De historie en de verontreinigingssituatie zijn uitgebreid beschreven in het historisch vooronderzoek [6] en het nader onderzoek [5]. In bijlage 8 van voorliggend saneringsplan is een aangepaste overzichtstekening van de onderzoekslocatie uit het vooronderzoek opgenomen, waarin de situatie van afvoerputten en -leidingen juist is weergegeven (verbeterde versie ten opzichte van de eerdere versie in [6]). De locatiegegevens zijn weergegeven in tabel 1, de lokale ligging van de saneringslocatie is weergegeven in figuur 1 en op de kaart in bijlage 2. Tabel 1. Locatiegegevens Omschrijving
Kenmerk
Adres
Traaij 153F te Driebergen
Huidige eigenaar stomerij met contactpersoon
Stomerij Van Boordt, de heer D. Hald
Opdrachtgever sanering met contactpersoon
Stichting Bosatex, de heer P.N.M. Wennekes
Kadastraal perceel
Gemeente Driebergen-Rijsenburg Sectie B Perceel 6677
Eigenaar perceel Traaij 153F
mevrouw M.M. Artinian
x-coördinaat
148420
y-coördinaat
451922
Gemeente waarin de locatie gelegen is
Utrechtse Heuvelrug
Bevoegd gezag Wbb
Provincie Utrecht
Locatiecode bevoegd gezag
UT0316/00066
Dossiernummer Bosatex
81
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 03 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
İ
booï* *«p Mk i
Figuur 1. Lokale ligging locatie: stomerij bij A, Lidl bij B (Bron: Google Maps). De kaart is noord gericht.
In bijlagen 1, 2 en 3 is een overzicht gegeven van de verontreinigingssituatie en de saneringslocatie: in bijlage 1 de dwarsdoorsnede, in bijlage 2 de verontreiniging in het grondwater met de plaats van de peilbuizen en in bijlage 3 de verontreiniging in de onverzadigde zone.
2.2
Kadastrale gegevens
In bijlage 4 is een recente kadastrale tekening opgenomen (kadastrale gegevens van 16 juni 2015), waarop de interventiewaardecontour voor VOCI in grond is aangegeven, alsmede de interventiewaardecontour voor VOCI in grondwater. Voor de interventiewaardecontour in grond betreft dit de percelen: Driebergen sectie B, nummers 6677, 6678 en 6683. Van deze percelen is tevens een uittreksel opgenomen. Voor de interventiewaardecontour in grondwater betreft dit de percelen: Driebergen sectie B, nummers 4176, 4177, 4343, 6618, 6619, 6677, 6678, 6683, 7196, 7253, 7254, 7312, 7418, 7419, 7720, 7808, 7809, 8156.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
2.3
Bodemopbouw en geohydrologie
2.3.1
Bodemopbouw
D R I E B E R G E N
10
De maaiveldhoogte op de locatie is circa 5 m+NAP. De bodemopbouw bestaat tot circa 25 à 31 m-mv uit zand. Dit is het eerste watervoerend pakket ( 1 WVP). Het zandpakket bestaat uit een opeenvolging van meer en minder goed e
doorlatende lagen. Algemeen kan gesteld worden dat naar de diepte toe de samenstelling grover wordt, en daarmee beter doorlatend wordt. Daaronder (vanaf 25 à 31 m-mv) is in de meeste sonderingen een scheidende laag van klei en vastgepakt zand aangetroffen. Deze laag is naar verwachting vijf meter dik; eronder bevindt zich het tweede watervoerend pakket ( 2 WVP). In tabel 2 is de geschematiseerde e
bodemopbouw weergegeven. De bodemopbouw kan worden getypeerd als archetype 1: homogeen goed doorlatend zandpakket. Tabel 2. Geschematiseerde bodemopbouw Diepte (m-mv)
Grondsoort
Pakket
Opmerking
0 - 2 5 à 31
Fijn tot grof zand
1" WVP
Goed tot zeer goed doorlatend
25 à 3 1 -
Klei 1 vastgepakt
Scheidende laag
circa 30 à 36
zand
Vanaf circa 30 à 36
Zand
2.3.2
Formatie van Waalre (mogelijk niet geheel aaneengesloten)
2* WVP
Zand
Geohydrologie
De grondwaterspiegel bevindt zich op circa 2 m-mv. Op de locatie heerst een infiltratiesituatie. Het grondwater stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. Uit de verzamelde gegevens van de stijghoogtes in de diepere peilbuizen ^ 7 m-mv) en de verspreiding van de verontreiniging blijkt dat deze stromingsrichting op de locatie geldt voor het diepere grondwater. De stromingssnelheid van het grondwater is berekend op 8 à 13 m/j. Dit is gebaseerd op lithologische gegevens van op de locatie uitgevoerde boringen en MIP sonderingen, welke vergelijkbaar zijn met de situatie in het nabijgelegen Doorn. Daar zijn deze waarden bepaald op basis van korrelgrootteverdeling van vergelijkbare bodemlagen. Het organisch stofgehalte is lager dan de rapportagegrens van 1 z0. Uitgaande van de gemeten verspreiding (tot 175 0
meter van de stomerij, waar de pluim is afgeperkt tot onder de interventiewaarde) is de werkelijke verplaatsingssnelheid van PER in de goed doorlatende laag circa 5 m/j.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Dit komt overeen met een stromingssnelheid van het grondwater van 13 m/j in combinatie met een organisch stofgehalte van 0,15 Zo (retardatie is dan 2,6). Dit is een reëel organisch 0
stofgehalte voor grove zandgronden, zoals aanwezig op deze locatie. Van het ondiepe grondwater op 2-7 m-mv is een minder duidelijk beeld van de stromingsrichting. De stromingsrichting is hier vooral zuidelijk gericht en verder globaal hetzelfde als in de diepere laag. De grondwaterstromingsrichting op de locatie wordt niet beïnvloed door de drinkwaterwinning in Driebergen (zie voor nadere gegevens paragraaf 2.8).
2.4
Verontreinigingssituatie
2.4.1
Algemeen
De VOCI-verontreiniging bestaat voornamelijk uit het uitgangsproduct PER (tetrachlooretheen). Zowel de huidige concentraties als de in de jaren '90 gemeten concentraties aan afbraakproducten TRI (trichlooretheen) en DCE (dichlooretheen) zijn relatief laag ten opzichte van de concentraties PER. Vinylchloride (VC) wordt niet of nauwelijks aangetroffen (alleen streefwaarde overschrijdingen). De verontreiniging bevindt zich zowel in de onverzadigde zone (kern onder en rondom de stomerij) als in het grondwater. Dit betreft een zone met puur residuaal product onder de stomerij en een zone met hoge concentraties die in zuidwestelijke richting uitwaaiert naar de breedte en de diepte. Op grond van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat geen sprake is van een zaklaag met puur product. In het uitgevoerde onderzoek is rekening gehouden met de kans dat PER zich als gevolg van dichtheidstroming tot op (grote) diepte heeft kunnen verspreiden en dat zich op de eerste scheidende laag (met bovenzijde op circa 25-28,5 m-mv) een secundaire bron (zaklaag) zou bevinden. Een eerste screening met behulp van MlP-sonderingen tot 30 m-mv heeft een goed beeld opgeleverd van de verspreiding van de verontreiniging. De verontreiniging heeft zich stroomafwaarts naar de diepte toe verspreid (tot op de kleilaag op circa 25-28,5 m-mv), maar alleen in opgeloste vorm in concentraties tot onder 1.000 pg/l. Ter plaatse van de Burgemeesterlaan (MIP1) bevindt de hoogste concentratie zich rond 7 mmv, aan de voorzijde van de stomerij (MIP2) op 8 à 9 m-mv, stroomafwaarts in de Traaij ter hoogte van de Lidl (MIP3) op 14 m-mv en nog verder stroomafwaarts (MIP4) tussen 21 en 23 m-mv. In tabel 3 is een overzicht gegeven van de concentratieniveaus met diepte van voorkomen bij de MIP sonderingen. Hieruit blijkt dat naar de diepte toe de concentraties afnemen naar een niveau onder 1.000 pg/l.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2 0 15
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
12
Tabel 3. Overzicht concentratieniveaus VOCI met diepte van voorkomen bij MIP sonderingen Meetpunt
Diepte
Bovenzijde
(m-mv)
weerstands biedende
Concentratieniveaus VOCI
kleilaag (m-mv) MIP1
30
25
Van circa 2,0 - 5,5 m-mv maximaal 1.000 pg/l Van circa 5,5 - 7,5 m-mv maximaal 20.000 pg/l Van circa 7,5 - 30,0 m-mv maximaal 1.000 pg/l
MIP2
29,5
25
Van circa 2,0 - 8,0 m-mv maximaal 1.000 pg/l Van circa 8,0 - 9,5 m-mv maximaal 20.000 pg/l Van circa 9,5 - 29,5 m-mv maximaal 300 pg/l
MIP3
30
28,5
Van circa 2,0 - 9,0 m-mv maximaal 1.000 pg/l Van circa 9.0 - 13,5 m-mv maximaal 10.000 pg/l Van circa 13,5 - 14,5 m-mv maximaal 20.000 pg/l Van circa 14,5 - 30,0 m-mv maximaal 1.000 pg/l
MIP4
30
27,5
Van circa 2,0 tot 29,5 m-mv maximaal 600 pg/l
De concentraties wijzen niet op de aanwezigheid van een zaklaag. Dit wordt bevestigd door de ten behoeve van de nulmonitoring in januari 2015 nieuw geplaatste peilbuizen 307 en 309, waar op 15-17 m-mv hooguit sprake is van een streefwaarde overschrijding voor PER. Ter verificatie van de situatie ter plaatse van de bronzone B is bovendien een schuine boring (306) uitgevoerd tot in de kleilaag op circa 26,5 m-mv. De boring is zodanig uitgevoerd (tot net boven de kleilaag) dat het filter loodrecht onder de wasserij kon worden geplaatst, stroomafwaarts van peilbuis 202. De concentratie in deze peilbuis 202 op 2,9-3,9 m-mv duidt op de aanwezigheid van puur product op die plek. Als er sprake zou zijn van dichtheidsstroming vanuit deze zone, met mogelijk een zaklaag tot op de kleilaag tot gevolg, dan zou dat in het bodempakket onder deze peilbuis zichtbaar moeten zijn in de vorm van hoge concentraties in grond en grondwater. In de ondiepere grondmonsters van boring 306 (6,5 — 9,5 m-mv) wordt PER aangetroffen boven de interventiewaarde. In grondmonsters vlak boven en in de kleilaag wordt PER maximaal boven de achtergrondwaarde aangetroffen. In het grondwatermonster uit het filter vlak boven de kleilaag wordt PER slechts boven de streefwaarde aangetroffen. De monstername is niet conform de BRL met steekbussen uitgevoerd, maar met liners (met core catcher), hetgeen mogelijk de analyseresultaten kan hebben beïnvloed. De aanwezigheid van puur product kan echter worden uitgesloten, omdat de stof niet dermate snel verdampt dat de concentraties in het monster zijn afgenomen van ver boven de interventiewaarde naar boven de achtergrondwaarde. Deze resultaten bevestigen het MIP beeld van de verontreinigingssituatie: ter plaatse van de stomerij is de verontreiniging met concentraties tot boven 10.000 pg/l vooral aanwezig tot een diepte van circa 12 meter. Naar de diepte toe nemen de concentraties af tot onder een niveau van 1.000 pg/l. Er is geen zaklaag aanwezig op de scheidende laag.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
De doorlatendheid van het zandige bodempakket is over de gehele diepte vergelijkbaar, al komen meer en minder doorlatende lagen voor en lijkt de korrelgrootte en daarmee de doorlatendheid iets toe te nemen met de diepte. Dit is gebaseerd op de uitgevoerde sonderingen en waarnemingen in boring 306 en 402. Op circa 25 à 28,5 tot 30 m-mv bevindt zich een scheidende kleilaag. Het tweede watervoerend pakket onder de scheidende laag is niet verontreinigd. In hoofdlijnen bestaat de verontreinigingssituatie (zie ook figuur 2 en bijlage 1) binnen de bronzone uit: Bronzone A: Een grondverontreiniging in de onverzadigde zone direct onder en rondom de stomerij met een omvang van circa 250 m (interventiewaardecontour). De 3
verontreiniging bevindt zich voornamelijk onder bebouwing (stomerij en aangrenzend pand) en deels onder de voortuin en de openbare weg. Een grondwaterverontreiniging met een omvang van 15.600 m
3
(ľy
0
oplosbaarheidsgrens; 1.500 pg/l PER). Deze grondwaterverontreiniging kan opgesplitst worden in twee zones: o
Bronzone B (puur product zone): De kleine, ondiepe zone direct onder en rondom de stomerij en het aangrenzende pand waar zich puur product bevindt. Er is dus sprake van een naleverende bronzone. De precieze omvang en verspreiding van deze zone is onbekend omdat onder de panden geen onderzoek is gedaan.
o
Bronzone C: De langzaam naar de diepte en breedte uitwaaierende zone met hoge concentraties opgelost PER in het watervoerend pakket tot een einddiepte van circa 17 m-mv. Deze bevindt zich in een baan onder de bebouwing grenzend aan de stomerij (Traaij 153 B t/m E) en vervolgens onder de openbare weg (Traaij) tot net voorbij de Lidl (Traaij 153A). Deze zone wordt opgedeeld in Bronzone C1 met concentraties PER boven 15.000 pg/l en Bronzone C2 met concentraties PER tussen 1.500 en 15.000 pg/l.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2 0 15
G E F A S E E R D
MIP 4 P b 304
P b 307
MIP 3
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
P b 309
MIP 1
Lidl
ûû
ù
S A N E R I N G S P L A N
laan
•
• 0 0 0
Zand
Klei/leem/ vastgepakt z a n d (25 m - m v )
Verontreiniging o n d e r d e w e g (de Traaij)
Verontreiniging onder bebouwing
Legenda VOCI concentraties: H H
M
Puur product zone :- 1 5 . 0 0 0 ufl/1 s 1 500 ug/l ? i n t e r v e n t i e w a a r d e (40 pg/l)
Figuur 2. Site conceptual model van de verontreiniging met de verschillende bronzones (tekening geeft een schetsmatig beeld dat kan afwijken van de werkelijkheid).
De zone met concentraties hoger dan 10 Zo van de wateroplosbaarheid (bronzone C 1 ; licht o
paars in figuur 2) strekt zich uit tot ongeveer peilbuis 302 (zie bijlage 2A voor de plaats). De concentratie aan PER is hier 6.500 pg/l maar deze peilbuis staat iets buiten de as van de pluim. De concentraties in peilbuis 302 en MIP3 zijn vergelijkbaar, en zijn beide lager dan 15.000 pg/l. Voor het ontwerp van de sanering wordt aangenomen dat bronzone C1 zich deels onder de bebouwing (Traaij 153 B t/m F) en deels onder de parkeerplaats van de Lidl bevindt. De zone met concentraties hoger dan 1 "/o van de wateroplosbaarheid (bronzone C2, oranje in figuur 2) strekt zich uit tot ongeveer peilbuis 307. Buiten de bronzone bevindt zich een pluim (geel in figuur 2) met concentraties PER boven de interventiewaarde. De totale interventiewaardecontour bevindt zich in het 1 WVP en heeft een 6
omvang van circa 59.000 m (omvang gehele pluim minus bronzone). 3
Voor een gedetailleerde beschrijving van de verontreiniging wordt verwezen naar het nader bodemonderzoek van Bioclear [5] en de nulmonitoring [7]. De briefnotities van oktober en november 2014 ([3] en [4]) zijn verwerkt in de laatste versie van het nader onderzoek [5] en bevestigen de beschreven verontreinigingssituatie. Een samenvatting uit genoemde rapportage is, samen met een overzicht van de oppervlaktes en volumes verontreinigde grond en grondwater, opgenomen in onderstaande paragrafen. Hierbij is rekening gehouden met de resultaten van de nulmonitoring.
2.4.2
Samenvatting grond
De grondverontreiniging bestaat uit één spot, zie de kaart in bijlage 3, bronzone A. De spot bevindt zich boven de puur productzone welke zich bevindt in de verzadigde zone. Er is geen onderscheid gemaakt in deelbronnen. Alle (potentiële) bronnen vallen binnen de contour van de bronzone waarbinnen een actieve saneringsaanpak wordt uitgevoerd en waarbinnen de saneringsresultaten worden gemonitord. Het heeft dus geen toegevoegde waarde om hier deelbronnen te onderscheiden en deze zijn dan ook niet afzonderlijk afgeperkt.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
15
In tabel 4 is de verontreinigingssituatie in de grond getalsmatig weergegeven. Tabel 4 . Overzicht omvang grondverontreiniging (concentraties P E R > I) Contour
Oppervlak
Diepte (gemiddeld)
Volume > I (m )
Bronzone A (l-contour)
250
1
250
2.4.3
3
Samenvatting grondwater
De grondwaterverontreiniging zakt vanaf de bron (stomerij) in stroomafwaartse richting geleidelijk weg naar de diepte. Ter plaatse van de stomerij is de grondwaterverontreiniging met name ondiep aanwezig, hoewel zeer beperkt (qua omvang) in de bovenste grondwaterlaag. In dit ondiepe grondwater (3 tot circa 9 m-mv) is puur residuaal product (PER) aanwezig (druppeltjes puur product hangend in het korrelskelet). Verder stroomafwaarts (in zuidwestelijke richting) is met name het diepere grondwater verontreinigd; de concentraties nemen af met de afstand tot de bron. Ook in zijwaartse richting nemen de concentraties vrij snel af. De zone met residuaal puur product (bronzone B) heeft een oppervlak van circa 100 m . De 2
bronzone (zones B+C1+C2 tezamen), met concentraties PER boven f / o van de wateroplosbaarheid (1.500 pg/l) beslaat een oppervlak van circa 3.900 m . De omvang van de 2
verschillende contouren is weergegeven in tabel 5. De contouren met concentraties > V/o van de wateroplosbaarheid, > 10 Zo van de wateroplosbaarheid en > interventiewaarde zijn o
ingetekend op de kaart in bijlage 2. Hierop is tevens bronzone B (puur productzone) ingetekend. Op de locatie is geen sprake van zaklagen puur product. Tabel 5. Indicatieve berekening omvang bronzone en interventiewaardecontour in verzadigde zone
Concentratiecontour
Oppervlak (m ) 2
Gemiddeld dieptetraject (m)
Volume ( m ) 3
Puur productzone (Bronzone B)
100
6
600
Zone met concentraties > 15.000
850
6
4.500
3.800
4
9.500
8.000
10
59.000
Lig/I (Bronzone C1) Totale bronzone ^
1.500 pg/l)
(Bronzone B+C1+C2) Interventiewaarde ^ 40 ug/l)
2.5
Biologische afbraakpotentie
Er zijn op deze locatie geen aanwijzingen voor natuurlijke, anaerobe afbraak van PER via reductieve dechlorering. De afbraakproducten TRI en DCE zijn zowel in de jaren '90 als in het nader onderzoek [5] in lage concentraties aangetroffen, VC is nauwelijks aangetroffen. Het grondwater bevat veel nitraat en sulfaat, en zelfs wat zuurstof. De redoxomstandigheden zijn ongunstig voor de afbraak van PER. Daarnaast blijkt uit gegevens van het Landelijk meetnet grondwaterkwaliteit dat het grondwater weinig DOC (opgelost organisch koolstof; voedingsbron voor dechlorerende bacteriën) bevat.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2 0 15
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
De biologische afbraak kan wel gestimuleerd worden, maar vanwege de huidige redoxomstandigheden en de sterke stromingssnelheid van het grondwater vraagt dit een grote inspanning.
2.6
Gebouweigenschappen
De stomerij aan de Traaij 153F is gevestigd in een oud pand met houten vloeren. Op de plek van de chemische reinigingsmachine (in de uitbouw), is een betonvloer aangebracht. Ook is op de plek waar de vorige reinigingsmachine gestaan heeft (in de winkel) een betonfundatie aangebracht (klein stukje; los van rest van fundering). Het gebouw is gefundeerd op staal. In bijlage 7 zijn de locaties van de kelder en de betonfundatie aangegeven. Onder een gedeelte van het pand (voornamelijk onder de keuken en de trap) is een kelder aanwezig, tot circa 1,9 m-mv. Ook de aangrenzende panden 153B t/m 153E zijn gefundeerd op staal. De oorspronkelijke panden hebben waarschijnlijk een fundering tot circa 0,60 m-mv. De aanbouwen, die nieuwer zijn, hebben funderingen tot 0,80 m-mv. Uit een veldinspectie is gebleken dat alle panden beschikken over betonnen kelders, van uiteenlopende afmetingen: 153B: 9 bij 4,8 meter, diepte 1,8 meter; 153C: 4 bij 3 meter, diepte 2 meter; 153D: 4,5 bij 3 meter, diepte 2 meter; 153E: 4,8 bij 3 meter, diepte 2 meter. In figuur 3 is de indicatieve ligging van kabels en leidingen weergegeven.
N,
s
x
\
\
X V \
y
y y y
\
y
yp
y
Figuur 3. Ligging kabels en leidingen (bron: K L I C )
In figuur 4 is aangegeven waar Vitens werkzaamheden gaat verrichten ter vervanging van waterleidingen. Deze werkzaamheden zijn beschreven in een plan van aanpak dat Vitens bij de RUD heeft ingediend (Hopman en Peters, kenmerk 14204/14-P-320, 18 december 2014).
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
De RUD heeft middels een beschikking [8] formeel met het plan ingestemd. De werkzaamheden zijn op 22 juni 2015 gestart.
7
Verontreiniging wiverzadķjde zone Traaij 153f
N
7
Werkzaamheden deetsanering vervanging waterleidingen Vitens
Verontreiniging onverzadigde zone Traaij 153f
y
Figuur 4. Overzicht plaats werkzaamheden vervanging waterleidingen (Bron: [8])
2.7
Humane risico's
Eind 2012 en begin 2013 zijn op de locatie binnenluchtmetingen respectievelijk een drinkwateronderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat zowel in de binnenlucht (diverse panden, in hetzelfde blok als de stomerij) als in het drinkwater (alleen van de stomerij zelf) PER aanwezig is, waarschijnlijk veroorzaakt door de bodemverontreiniging. Alle gemeten concentraties liggen beneden de normen die gesteld worden aan binnenlucht (TCL) respectievelijk drinkwater (drinkwaternorm). Er is geen sprake van actuele humane risico's als gevolg van uitdamping naar de binnenlucht of permeatie van verontreiniging door de drinkwaterleiding.
2.8
Kwetsbare objecten
Er zijn in de omgeving geen kwetsbare objecten aanwezig die door de verontreiniging bedreigd worden. De huidige verontreiniging bevindt zich niet binnen het gebied dat als strategische grondwatervoorraad is aangewezen (Kadernota ondergrond, Provincie Utrecht, d.d. 14 april 2014). Zie figuur 5 (huidige verontreiniging als rode vlek aangegeven). Deze grondwatervoorraad bevindt zich rond de bebouwde kom van Driebergen en bovendien in de dieper gelegen watervoerende pakketten, namelijk het tweede en derde watervoerend pakket. De grondwaterverontreiniging beperkt zich tot het eerste watervoerend pakket.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
J
ì
}
"1
l—J
Figuur 5. Strategische grondwatervoorraad (Bron: Kadernota ondergrond, d.d. 14 april 2014)
De locatie is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Wel is op een afstand van circa 1,2 km stroomopwaarts van de onderzoekslocatie een drinkwaterwinning aanwezig. Het grondwater wordt daar uit het tweede watervoerend pakket
30 m-mv) onttrokken. Informatie
over het intrekgebied is opgenomen in bijlage 6. Het vergunde debiet is 900.000 m^jaar. Doordat de onttrekking zich stroomopwaarts van de verontreiniging bevindt, wordt de richting waarin de verontreiniging zich verspreidt niet beïnvloed door de drinkwateronttrekking. Mogelijk wordt wel de verspreidingssnelheid in positieve zin beïnvloed (verlaagd). Het grondwater in Driebergen stroomt in de richting van de waterlopen in het laagland van de Rijn: de Oude Kromme Rijn, de Neder Rijn en/of het Amsterdam-Rijnkanaal. De dichtstbijzijnde watergang, de Oude Kromme Rijn, bevindt zich op circa 4 km van de verontreinigingscontour en wordt zonder sanerende maatregelen pas over honderden jaren bereikt. In het nog op te stellen saneringsplan fase 2 zal aandacht besteed worden aan de monitoring van het tweede watervoerend pakket. Mogelijk ontbreekt de weerstandsbiedende kleilaag op een aantal plaatsen in het wegzijgingsgebied voorbij het front van de huidige pluim. Er zullen signaalwaarden worden vastgesteld, en een terugvalscenario. In het kader van saneringsplan fase 2 zullen alle eventueel betrokken kwetsbare objecten samen met RUD Utrecht worden vastgesteld. Aan de kwetsbare objecten zullen risicogrenswaarden worden gekoppeld. Hierbij conformeert Bosatex zich aan de functiespecifieke risicogrenswaarden (zie RIVM rapport 607050012/2013 risicogrenswaarden
voor grondwaterkwaliteit)
Functiespecifieke
die voor alle eventuele betrokken kwetsbare
objecten beschikbaar zijn.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Het gebruikte CM is nog niet afgestemd op eventuele, nu nog onbekende kwetsbare objecten die in fase 2 zullen worden geïdentificeerd. Dit gebeurt in fase 2, inclusief het bepalen van genoemde signaalwaarden en risicogrenswaarden. Bij het opstellen van het saneringsplan voor fase 2 wordt gebruik gemaakt van een berekening met een herijkt stoftransport en geohydrologisch model.
2.9
Gevalsdefinitie, ernst en spoedeisendheid
De volgende informatie over ernst en spoedeisendheid is ontleend aan de beschikking ernst en spoedeisendheid die is opgenomen in het besluit op het deelsaneringsplan van Vitens dat is opgesteld ten behoeve van de vervanging van de waterleidingen ter plaatse [8]. Het bodemvolume met verontreiniging met een gemiddelde concentratie boven de interventiewaarde is meer dan 25 m grond en 100 m grondwater. Het betreft een geval van 3
3
ernstige bodemverontreiniging. De maximale concentraties VOCI zijn hoger dan V/o van de oplosbaarheid. Daarmee is sprake van een 'brongebied' conform de criteria voor Bosatex locaties. Het betreft één geval van bodemverontreiniging. De aangetroffen verontreiniging is geheel terug te voeren op stomerij Van Boordt aan de Traaij 153F. Er is dus sprake van zowel technische als organisatorische als ruimtelijke samenhang. De verontreiniging dient met spoed gesaneerd te worden op basis van het feit dat er sprake is van verspreidingsrisico's (onbeheersbare situatie), want: er is puur product aanwezig; de volumetoename bedraagt meer dan 1.000 m per jaar. 3
De start van de sanering dient plaats te vinden voor 1 oktober 2015. De verspreidingsrisico's worden veroorzaakt door de naleverende puur productzone (bronzone B) en in mindere mate door de vracht aan verontreiniging binnen de rest van de contour met concentraties PER hoger dan 10 7o van de wateroplosbaarheid. o
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2 0 15
Hoofdstuk 3 Saneringsaanpak en saneringsdoelstelling
G E F A S E E R D
3.1
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Inleiding
De keuze voor de meest geschikte saneringsvariant is ten eerste afhankelijk van de beschikbare saneringstechnieken en de afstemming van deze technieken op de locatiespecifieke eigenschappen. Ten tweede heeft het actuele bodembeleid invloed op de keuze. In dit hoofdstuk wordt eerst het beleidskader geschetst, vervolgens is een keuze gemaakt voor de meest geschikte saneringsaanpak voor zowel de bronzone als de pluim. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de saneringsdoelstelling.
3.2
Beleidskader
De Circulaire Bodemsanering (van 1 juli 2013) stelt dat degene die de bodem saneert dat zodanig moet doen, dat: 1.
de bodem tenminste geschikt wordt gemaakt voor de functie die hij na saneren krijgt waarbij het risico voor mens, plant of dier als gevolg van blootstelling aan de verontreiniging zoveel mogelijk wordt beperkt;
2.
het risico van de verspreiding van verontreinigende stoffen zoveel mogelijk wordt beperkt;
3.
de noodzaak tot het nemen van maatregelen na saneren en beperkingen in het gebruik van de bodem zoveel mogelijk wordt beperkt.
Voor de doelstelling gericht op het zoveel mogelijk beperken van de risico's van de verspreiding van verontreinigingen geldt: De verspreiding mag geen risico's opleveren voor kwetsbare objecten. De sanering dient gericht te zijn op het toekomstig gebruik van de bodem (behoud en/of herstel van de functionele kwaliteit) en op het beheersbaar maken van de aanwezige verontreiniging. Bij het selecteren van een saneringsvariant dient gestreefd te worden naar een goede relatie tussen de kosten en de effecten van de sanering (functiegericht en kosteneffectief). Richtinggevend bij het bepalen van de saneringsdoelstelling zijn de vier in de circulaire omschreven saneringsresultaten, zie figuur 6.
Saneringsresultaat
afwezigheid kwetsbare objecten Nazorg monitoring. Nazorg beheersing Terugval scenario in saneringsplan ') een sanenngsoplossmg bevinden
-
waarbij verontreinigingen
Beperkte restverontreiniging
Grote restverontreiniging
(omvang < 1000 m3)
(nagenoeg stabiel of stabiel binnen 30 jaar) afwezigheid kwetsbare kwetsbare objecten in objecten omgeving
kwetsbare objecten in omgeving
afwezigheid kwetsbare obiecten
-
•-
-
kwetsbare objecten in omgeving
Nog verspreidende restverontreiniging
(beheersbaar »n acceptabel in oeoeven situatie) afwezigheid kwetsbare
optioneel
optioneel
ja
13
optioneel
optioneel
optioneel
optioneei
—
optioneel
-
in őe pluim zich na sanenng nog kunnen verspreiden
wordt met toegestaan
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
HİİİP Bf|pľi
optioneel ff^^l
indien zich kwetsbare
objecten in de
Figuur 6. Saneringsresultaat en verplichtingen gevalsaanpak mobiele verontreinigingen
B I O C L E A R
kwetsbare objecten in
2015
omgeving
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
2 2
Bij het saneringsresultaat 'nog verspreidende restverontreinigingen in het grondwater' staat in de circulaire: in bijzondere situaties kan een saneringsresultaat waarbij nog sprake is van verspreiding van restverontreinigingen acceptabel zijn. Dit kan het geval zijn als de kosten van sanering extreem hoog zijn en niet in verhouding staan tot de daarmee te behalen milieuhygiënische en ruimtelijke winst, bijvoorbeeld door afwezigheid van gebruikspotenties van het grondwater en de afwezigheid van ruimtelijke dynamiek. Saneringsvarianten die leiden tot dit saneringsresultaat zijn op voorhand uitgesloten bij aanwezigheid van kwetsbare objecten in de omgeving. Na afloop van de actieve sanering zal monitoring noodzakelijk zijn ter vaststelling van de mate van verspreiding van de nog aanwezige restverontreiniging. Ook kan het bevoegde gezag aanvullende beheersmaatregelen opleggen als de situatie erom vraagt, bijvoorbeeld ter bescherming van potentiële gebruiksfuncties voor de toekomst. Deze eventuele beheersmaatregelen kunnen ook als faalscenario dienen voor situaties waarbij uit de monitoring tijdens de sanering blijkt dat de verspreiding afwijkt van de prognoses en door het bevoegde gezag als onacceptabel wordt beoordeeld in de gegeven situatie.
3.3
Keuze saneringsvariant
In onderstaande paragrafen is het saneringsonderzoek [5] samengevat. Op basis van de ervaring met het vergelijkbare geval van bodemverontreiniging in Doorn ([11], [12] en [13]), is in het saneringsonderzoek uitgegaan van een gefaseerde sanering. Voor Doorn is uiteindelijk gekozen om, in afwijking van de uitkomsten van het saneringsonderzoek, de gehele contour met concentraties groter dan 10Zo van de wateroplosbaarheid actief te saneren. Deze strategie o
wordt ook in Driebergen toegepast. In de eerste fase van de sanering worden de bronzones A, B en C1 (zie paragraaf 2.4) gesaneerd en wordt het resultaat daarvan geverifieerd, waarna in fase 2 de resterende pluimontwikkeling wordt gemonitord. De aanpak van fase 2 wordt in een later stadium uitgewerkt en uitgevoerd. De planning van fase 2 is uiteengezet in paragraaf 4.6.
3.4
Keuze saneringstechnieken
Zoals beschreven in paragraaf 2.4, bestaat de verontreiniging uit drie bronzones. Voor een uitgebreide beschrijving van de afweging van geschikte saneringstechnieken per bronzone wordt verwezen naar het gecombineerd nader onderzoek/saneringsonderzoek [5]. In het saneringsonderzoek is uitgegaan van een gefaseerde sanering, waarbij in een eerste fase de bronzones A en B zouden worden gesaneerd en de resterende pluimontwikkeling gedurende zes jaar zou worden gemonitord. Vervolgens zou worden besloten over de invulling van de tweede fase van het sanering, namelijk monitoring van de verdere verspreiding of actieve aanpak van (een deel van) bronzone C. Na uitvoer van het saneringsonderzoek in 2013 en gedurende het proces van het opstellen van het saneringsplan heeft Bosatex ervoor gekozen om ook de 10Zo oplosbaarheidscontour 0
voor PER (concentraties Mö.OOO pg/l, bronzone C 1 , zie figuur 2) in fase 1 van de sanering actief aan te pakken. Dit betekent dat hiervoor nog een techniek moet worden gekozen. De afweging voor de verschillende zones wordt hieronder beschreven.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Voor bronzone A, de onverzadigde zone, komen alleen bodemluchtextractie (BLE) en ontgraving in aanmerking. Door middel van deze technieken wordt niet alleen nalevering naar de verzadigde zone in belangrijke mate voorkomen, maar wordt ook de uitdamping naar de binnenlucht, die overigens geen humaan risico veroorzaakt, verminderd. Een belangrijk deel van deze bronzone bevindt zich onder de bebouwing en kan derhalve alleen met BLE worden aangepakt. Daar waar nodig, praktisch haalbaar en waar een causaal verband bestaat tussen de bodemverontreiniging en de wasserij wordt overgegaan tot een ontgraving tot 1 m-mv, voor zover de maximale waarde voor kwaliteitsklasse wonen dan wel industrie wordt overschreden. In figuur 7 (paragraaf 4.6.1) zijn de indicatieve ontgravingsvakken aangegeven. Buiten deze vakken komen nog zeer licht verhoogde concentraties PER in de bovengrond voor. Deze concentraties worden waarschijnlijk veroorzaakt door de natuurlijke evenwichtsverdeling tussen grondwater, bodemlucht en vaste bodem. PER hecht zich vooral aan humus in de bovenste meter van de vaste bodem. Door de sanering van de bronzone zullen naar verwachting de lage gehalten PER in de bovengrond verdwijnen. Controle hierop vindt plaats na afronding van de in-situ sanering. De aanvulgrond voldoet aan de kwaliteit wonen. Op locatie is voldoende ruimte aanwezig om middels horizontaal gestuurde boringen drains onder de panden aan te brengen voor de bodemluchtextractie. Een aandachtspunt hierbij zijn de aanwezige kelders. De drains zullen hierlangs dan wel onderdoor gelegd moeten worden. Voor bronzone B, de puur productzone, is in-situ, gasgedragen chemische oxidatie (ISCO) de meest geschikte techniek. Het eerste watervoerend pakket, dat bestaat uit zeer arm zand, is zeer geschikt voor het toepassen van deze techniek. Hiermee het puur product weggenomen zonder de vorming van schadelijke tussenproducten. Indien nodig kan als nabehandeling voor deze zone het TCE-concept of pump 6\ treat ingezet worden. Voor gasgedragen ISCO dienen injectiefilters te worden geplaatst op circa een meter onder de te saneren zone, oftewel op circa 10 m-mv. De filters die nodig zijn onder de bebouwing kunnen middels schuine boringen worden aangebracht. De maximale hoek waaronder geboord kan worden, bedraagt 30". Hiermee kan de verontreiniging vlakdekkend bereikt worden. Voor extra invloed in de kern van de verontreiniging zou ook nog een injectiefilter geplaatst kunnen worden in het steegje tussen de stomerij en het buurpand, ter hoogte van peilbuis 2 1 1 . Dit zou handmatig moeten gebeuren, de maximaal te bereiken diepte is dan 8 à 9 meter. Hiervoor zal wellicht de daar aanwezige overkapping (golfplaat) tijdelijk verwijderd moeten worden. Mocht uit de verificatie dan wel uit de processturing (tijdens aanleg en uitvoer) blijken dat bronzone B zich dieper uitstrekt dan circa 10 m-mv dan wordt ook dat diepere bodemtraject actief aangepakt, zo nodig tot op de kleilaag. Ditzelfde geldt voor bronzone C 1 . Voor de aanpak van bronzone C1 (geen puur product, PER concentraties s»15.000 pg/l) is zowel pump S treat als chemische oxidatie kosteneffectief. Bij toepassing van pump S treat moet het onttrokken grondwater eerst bovengronds worden gezuiverd en daarna weer worden geïnfiltreerd rond de streefwaardecontour. Er is namelijk geen mogelijkheid om het gezuiverde grondwater te lozen op het riool of op nabijgelegen oppervlaktewater. Het aanwezige riool heeft onvoldoende capaciteit om hier langdurig met 10 m Zuur op te lozen. 3
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
De saneringsduur is naar schatting twee jaar. Infiltreren is vergunningplichtig; het infiltratiewater moet voldoen aan de geldende normen. De verontreiniging dient netto te worden beheerst en mag door de infiltratie niet extra worden verspreid. Als in bronzone C1 chemische oxidatie wordt toegepast kan het systeem veel korter (circa twee maanden) in stand worden gehouden en is ook geen bovengrondse zuivering noodzakelijk. Derhalve lijkt chemische oxidatie de beste aanpak voor bronzone C 1 . Deze variant wordt derhalve beschreven in dit saneringsplan. De uiteindelijke keuze voor de saneringstechniek vindt plaats in overleg met de aannemer die het werk gaat uitvoeren en die hiervoor een uitvoeringsplan op zal stellen. Het uitvoeringsplan van de aannemer, met daarin een onderbouwing van de voorgestelde saneringstechniek, de wijze en momenten van processturing en hoe met deze aanpak de saneringsdoelstelling (terugsaneerwaarden) wordt bereikt, zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. Voor bronzone C1 is chemische oxidatie met gasgedragen ISCO lastiger uitvoerbaar omdat de verontreiniging midden onder de panden Traaij 153 B, C en D (op een diepte van circa 8-12 mmv) moeilijker bereikbaar is. Bovendien moet dan ook een bodemluchtextractiesysteem worden aangebracht onder de woningen. Het is technisch beter uitvoerbaar en financieel gunstiger om in deze zone een vloeistofgedragen chemische oxidatie uit te voeren, waarbij de oxidans met behulp van een onttrekkings- en infiltratiesysteem aan voor- en achterzijde van de bebouwing door het verontreinigde bodempakket wordt getrokken. Dan is ook geen bodemluchtextractie noodzakelijk. De definitieve techniekkeuze wordt gemaakt in de aanbestedingsfase. Bronzone C2 (concentraties hoger dan 1.500 pg/l) wordt in principe niet actief gesaneerd. Naar verwachting zullen er na afloop van de uitgevoerde sanering van de bronzones A, B en C1 geen ecologische of humane risico's zijn, zullen er geen kwetsbare objecten worden bedreigd en zal er op termijn een stabiele eindsituatie ontstaan. De afwezigheid van risico's dient door middel van monitoring en modellering aangetoond te worden. Mocht een actieve sanering toch noodzakelijk blijken te zijn, dan is het TCE-concept de meest geschikte techniek. Ook pump 8. treat is hier een reële optie. Deze technieken worden achter de hand gehouden voor het faalscenario. Voor de pluim (concentraties beneden 1.500 pg/l aan PER) is in het saneringsonderzoek geen actieve saneringstechniek geformuleerd. De pluim wordt gemonitord en op basis van de resultaten en toetsing aan criteria wordt eventueel overgegaan op een terugvalscenario. De aanpak van de restverontreiniging wordt in het saneringsplan fase 2 uitgewerkt.
3.5
Keuze fasering sanering
Ten behoeve van het saneringsonderzoek is een geohydrologische modellering met stoftransport uitgevoerd [5]. Hieruit blijkt dat na sanering van de naleverende bronzone (bronzones A en B) nog steeds een langdurige toename van de pluimomvang (concentraties hoger dan de interventiewaarde) verwacht wordt. Als ook (een deel van) bronzone C gesaneerd wordt tot onder de interventiewaarde, wordt in de modelberekeningen de pluim op termijn (maximaal binnen 30 jaar) stabiel.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
25
D R I E B E R G E N
In de praktijk is het effect van het wegnemen van de naleverende bronzone vaak groter dan modelmatig wordt voorspeld. Om de kans op een stabiele eindsituatie te vergroten en de kans op humane en ecologische risico's te verkleinen, is bronzone C1 toegevoegd aan saneringsfase 1. Om te controleren of het actief saneren van de zones A, B en C1 het verwachte effect heeft, kwetsbare objecten te kunnen vaststellen en hieraan van functiespecifieke risicogrenswaarden te kunnen koppelen, wordt na afronding van saneringsfase 1 een saneringsplan fase 2 opgesteld. Door te kiezen voor een gefaseerde sanering wordt zo tevens invulling gegeven worden aan het verzoek van de RUD Utrecht uit het concept besluit van 3 maart 2015, om onderscheid te maken tussen de verschillende gebruiksfuncties en daar nader te specificeren grenswaarden aan te verbinden. Het saneringsplan fase 2 wordt mede gebaseerd op een na saneringsfase 1 uit te voeren simulatie van het pluimgedrag van de resterende verontreiniging met een (op basis van de resultaten van fase 1) herijkt stoftransport en geohydrologisch model. In dit saneringsplan fase 1 is wel een planning met betrekking tot fase 2 opgenomen in paragraaf 4.6.
3.6
Voorkeursvariant voor de sanering
De sanering wordt gefaseerd uitgevoerd: Fase 1: Sanering bronzone A, B en C 1 , middels ontgraving, BLE en ISCO. Fase 2: Monitoring en/of actieve aanpak van (een deel van) de restverontreiniging na fase 1, afhankelijk van de resultaten van het stoftransport- en geohydrologisch model én monitoringsresultaten. De voorkeursvariant en de faalscenario's zijn in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt.
3.7
Saneringsdoelsteiling
Na de bronsanering is er tenminste nog enkele jaren sprake van verspreidende restverontreiniging, die beheersbaar is in de gegeven situatie en die geen kwetsbare objecten bedreigt. Waarschijnlijk ontstaat over een langere periode een stabiele eindsituatie volgens het scenario 'loslatende pluim' uit ROSA, maar op dit moment is niet zeker dat de verontreiniging in het grondwater zich binnen 30 jaar in het geheel niet meer verplaatst. Dat mag geen risico's opleveren voor kwetsbare objecten. Omdat de sanering gefaseerd wordt uitgevoerd, is per fase van de sanering een saneringsdoelstelling geformuleerd. De saneringsdoelstelling van fase 1 van de sanering: Het wegnemen van de humane risico's en de naleverende bronzone (puur product en de zone met concentraties > 107o van de wateroplosbaarheid van PER) alsmede het reduceren van 0
gebruiksbeperkingen.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 03 00
2 0 15
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
Voor de bovenste meter buiten de bebouwing wordt de saneringsdoelstelling gekoppeld aan de gebruiksfunctie wonen (met tuin) en industrie zoals die volgt uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De maximale waarde voor klasse wonen bedraagt voor PER in standaard bodem 0,15 mg/kg.ds ^ achtergrondwaarde standaard bodem) en voor klasse industrie 4 mg/kg.ds. Daar waar nodig, praktisch haalbaar en waar een causaal verband bestaat tussen de bodemverontreiniging en de wasserij wordt de bodem tot 1 m-mv ontgraven, voor zover de maximale waarde voor kwaliteitsklasse wonen (ter plaatse van de voortuin van Burgemeesterlaan 26 en de voortuin van Traaij 153F) dan wel industrie (verhardingen openbare ruimte) wordt overschreden. Er wordt zo een leeWgebruikslaag met onderliggende signaallaag gerealiseerd. Hierbij worden de rekenregels gehanteerd zoals die zijn opgenomen in de Handreiking Besluit Bodemkwaliteit (hoofdstuk 5). De aanvulgrond zal voldoen aan de functieklasse wonen. Voorafgaand aan de ontgraving worden de ontgravingsgrenzen ter plaatse van het perceel Burgemeesterlaan 26 en het wegdek van de Burgemeesterlaan meer gedetailleerd vastgesteld door middel van grondmonsteranalyses. De voortuin van perceel 153F valt volledig binnen de ontgravingscontour. Er zal langs gevels mogelijk verontreiniging achterblijven omdat de stabiliteit van de opstallen moet worden gegarandeerd. Ter plaatse van tuinen en verhardingen wordt een signaallaag bestaande uit kunststof weefseldoek aangebracht op 1 m-mv. Onder de panden is een in-situ aanpak voorzien. Dieper dan een meter, alsmede onder de panden dient een concentratie van maximaal 3 mg/kg.ds. voor PER bereikt te worden. De resulterende binnenluchtconcentraties dienen, 1)
zoals nu het geval is, onder de TCL te blijven (geen humane risico's). In bronzone B en C1 (tot de slecht doorlatende kleilaag op circa 25 à 28,5 m-mv) moeten de concentraties aan PER in het grondwater worden teruggebracht tot gemiddeld 1.500 pg/l met uitschieters in individuele peilbuizen tot maximaal 2.000 pg/l. Met deze laatste waarde wordt een maximum aan de 'uitschieters' gesteld. Anderzijds zullen er dus plaatselijk ook lagere waarden worden behaald dan 1.500 pg/l. De saneringsdoelstelling van fase 2 van de sanering: Het voorkómen van onaanvaardbare risico's als gevolg van de verspreiding van de restverontreiniging. Daarbij worden gedetailleerde risicogrenswaarden gekoppeld aan de te onderscheiden kwetsbare objecten. Hierbij conformeert Bosatex zich aan de functiespecifieke risicogrenswaarden (zie RIVM rapport 607050012/2013, "Functiespecifieke risicogrenswaarden voor grondwaterkwaliteit) die voor de betrokken kwetsbare objecten beschikbaar zijn.
3 mg/kg.ds is de evenwichtsconcentratie bij 1.500 Ųg/I in het grondwater (zijnde de terugsaneerwaarde in grondwater), bij een organisch stofgehalte van 17o rond grondwaterniveau. 11
0
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 6/ 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
In fase 2 wordt de pluimontwikkeling gemonitord. Hiervoor wordt een saneringsplan fase 2 opgesteld (zie paragraaf 4.6 voor de planning). Uitgangspunt hierbij is dat geen kwetsbare objecten bedreigd mogen worden. De te zijner tijd bij de monitoring van fase 2 verzamelde gegevens moeten worden vergeleken met de berekende pluimontwikkeling uit het model, dat na fase 1 herijkt wordt. Als de verontreiniging zich conform de modellering (of gunstiger) verspreidt, wordt aangenomen dat ook in de toekomst de saneringsdoelstelling behaald zal worden.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2 0 15
Hoofdstuk 4 Uitwerking saneringsaanpak
G E F A S E E R D
4.1
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
29
D R I E B E R G E N
Randvoorwaarden en uitgangspunten sanering algemeen
Op (het detailontwerp van) de sanering zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing: Voor alle genoemde actieve saneringstechnieken geldt dat de technische haalbaarheid (aanleg van het systeem in beperkt beschikbare ruimte en voldoende doorlatendheid van het pakket) nader vastgesteld wordt bij het technisch detailontwerp van de sanering, waarbij de uitgangspunten, randvoorwaarden en doelstellingen van de sanering onveranderd blijven. De saneringswerkzaamheden (ontgraving ter plaatse van tuinen en onder de verhardingen, uitvoeren van gestuurde boringen voor BLE-drains, graven van leidingsleuven, injecteren van chemische oxidans, onttrekken en infiltreren van grondwater) mogen niet leiden tot schade aan woningen en infrastructuur. De sanering dient te worden uitgevoerd onder SIKB BRL 7000 'Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem' in combinatie met protocol 7001 'Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden' en 7002 'Uitvoering van landbodemsaneringen met in-situ methoden' en de milieukundige begeleiding onder SIKB BRL 6000 'Milieukundige begeleiding van (water-) bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg' in combinatie met VKB protocol 6001 'Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden' en 6002 'Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in-situ methoden en nazorg'. Overlast dient zoveel mogelijk te worden voorkomen en toegang tot c.q. gebruik van winkelpanden en de parkeerplaats van de Lidl moet zoveel mogelijk worden gewaarborgd. De aannemer dient zich voorafgaand aan het werk op de hoogte te stellen van de exacte locatie van kabels en leidingen door middel van een actuele KLIC-melding en het graven van proefsleuven. Onderzoek of proefsleuven kunnen ook nodig zijn om de ligging van funderingen en kelders exact te bepalen. Tijdens de gehele periode van gasgedragen chemische oxidatie dient het BLE-systeem vanwege veiligheidsoverwegingen in stand gehouden te worden en dient de uitdamping naar de omgeving te worden gecontroleerd. De inrichting van het werkterrein en de planning van de sanering dienen in afstemming met de direct betrokkenen en met de gemeente bepaald te worden. Voor de sanering van de bronzones B en C1 is het volgende uitgangspunt gehanteerd: De puur productzone B en zone C 1 , zijnde het gebied met concentraties PER >15.000 pg/l) worden actief gesaneerd. Het te saneren dieptetraject ter hoogte van bronzone B betreft 3-9 m-mv. Ter hoogte van bronzone C1 (welke zich ook onder zone B bevindt) betreft het te saneren dieptetraject 6-12 m-mv. Feitelijke gegevens over de vracht onder bronzone B en C1 in de laag van circa 12-25 à 31 m-mv zijn relatief beperkt aanwezig. Aanvullend onderzoek betekent echter ook een aanzienlijk risico op verdere verspreiding, doordat daarvoor boringen door bodemlagen met sterke verontreiniging noodzakelijk zijn.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
30
Dit is ongewenst. Om tegemoet te komen aan de zorg van de RUD op dit punt, garandeert Bosatex dat de concentraties tot de weerstandsbiedende kleilaag na sanering zullen voldoen aan een gemiddelde waarde van 1.500 pg/l m e t e e n maximum van 2.000 pg/l. De aanpak is op dit punt niet aangepast ten opzichte van de eerdere versies van het saneringsplan. Mocht echter gaandeweg blijken dat hiervoor een uitbreiding van het saneringssysteem tot op de scheidende laag nodig is, dan ziet Bosatex dit als bijsturingsmaatregel en wordt dit in overleg met RUD Utrecht uitgevoerd. Hiervoor is in de kostenbegroting voor de sanering een risicopost opgenomen. De werkzaamheden zijn in dit saneringsplan op hoofdlijnen uitgewerkt. De aannemer dient het detailontwerp en de definitieve planning voorafgaand aan de start van saneringsfase 1 aan te leveren in een uitvoeringsplan. In dit plan neemt de aannemer ook de wijze van processturing en tijdstippen op, waarop het bevoegd gezag wordt geïnformeerd over de effecten van de saneringsmaatregelen en in hoeverre deze naar verwachting zijn, gebaseerd op de resultaten van de processturing. Dit plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de opdrachtgever en in overleg met het bevoegd gezag Wet bodembescherming (RUD Utrecht) vastgesteld. Bosatex zal er voor zorg dragen dat de RUD gedurende de gehele sanering actief geïnformeerd wordt over de voortgang en resultaten van de sanering.
4.2
Uitgangspunten en randvoorwaarden ontgraving
Inzake de ontgraving ter plaatse van tuinen en onder de verhardingen zijn de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden geformuleerd: Procedureel De ontgravingscontour wordt in horizontale richting begrensd door de omliggende panden en de achtergrond-Zindustriewaardecontour. In verticale richting wordt de maximale ontgravingscontour ter plaatse van gevels bepaald door de diepteligging van de funderingen. Vrijkomende (verontreinigde) grond wordt afgevoerd. De terugsaneerwaarde voor de bovenste meter van de grond wordt vastgesteld volgens de Handreiking besluit Bodemkwaliteit. De aanvulgrond voldoet aan de kwaliteit wonen. Voorafgaand aan de ontgraving worden de ontgravingsgrenzen en achtergrondwaarden meer gedetailleerd vastgesteld m.b.v. analyse van grondmonsters. Vrijkomende (verontreinigde) grond op de locatie wordt afgevoerd en aangeboden aan een erkend verwerker. Het transport van verontreinigde grond en overige afvalstoffen is vergunningplichtig. Voor het transport ervan wordt een transportvergunning en afvalstroomnummer aangevraagd. De aannemer levert vooraf de kwaliteitsgegevens en bewijs van herkomst van het schone aanvulzand (kwaliteit wonen). De aannemer meldt de toepassing ervan vijf werkdagen van tevoren bij www.meldpuntbodemkwaliteit.senternovem.nl. Organisatorisch De eigenaren stellen hun terrein beschikbaar voor de uitvoering van de sanering (voorwaarde). Vooraf worden afspraken gemaakt over de verwachte vervoersbewegingen en logistiek tussen de eigenaren, Bosatex en de aannemer.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
De saneringslocatie is tijdens de uitvoering niet toegankelijk. Voor verhardingen die voor hergebruik in aanmerking komen, dient door de eigenaar depotruimte beschikbaar te worden gesteld. De werkzaamheden worden in principe uitgevoerd op werkdagen tussen 07.00 en 19.00 uur. Uitvoeringstechnisch In principe kan in sleuven dwars op de funderingen worden ontgraven tot aan de onderzijde van de fundering. Indien de diepte van twee tegenover elkaar liggende funderingen verschilt, is de minst diepe fundering in principe maatgevend voor de maximale ontgravingsdiepte. De exacte uitvoeringswijze moet worden afgestemd met de afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Afwijkingen op dit principe zijn alleen mogelijk in overleg met de verzekeraar. De sanering wordt onder verzekering uitgevoerd. De werkwijze en monitoring (bouwkundige vooropname, hoogtemetingen) worden afgestemd met de verzekeraar van de aannemer. De funderingen bevinden zich alle ruim boven het grondwaterniveau. Ten behoeve van de ontgraving hoeft derhalve geen grondwater te worden onttrokken. Huisaansluitingen dienen tijdens de ontgraving in stand te worden gehouden. Het oude gresriool op het achterterrein, dat blijkens een rioolinspectie op 1 oktober 2014 [6] mogelijk lekkages vertoont, en andere rioolafvoerleidingen binnen de ontgraving worden vervangen. Aan het eind van de werkdag wordt een openliggende ontgraving afgedekt met folie, papiercellulose of gelijkwaardig. Ter plaatse van de ontgraving moet ter afscheiding van achtergebleven verontreinigde grond en aan te brengen schone aanvulgrond als signaallaag een kunststof weefseldoek worden aangebracht. Verwerking
verontreinigde
grond en puin
Al het vrijkomende zand/grond wordt per as afgevoerd naar een erkend verwerker. Er wordt zo weinig mogelijk zand/grond in depot gesteld en zoveel mogelijk direct afgevoerd. Het vrijkomende puin, het verbindend leidingwerk (gres, beton, metselwerk van eventueel te herstellen riool) en andere vrijkomende materialen worden afgevoerd naar een erkend verwerker.
4.3
Actieve sanering met bijsturingsmomenten
De actieve saneringsmaatregelen worden hieronder op hoofdlijnen beschreven. De exacte saneringsmaatregelen zullen door de aannemer technisch worden uitgewerkt. Er wordt gestuurd op het resultaat en risicobeheersing. De sanering wordt flexibel ontworpen, zodat bijsturing tijdens het proces mogelijk is. Het aan te leggen systeem zal, indien mogelijk en nuttig, multifunctioneel zijn. Putten dienen geschikt te zijn voor zowel infiltratie als onttrekking. Indien noodzakelijk of gewenst voor een optimale uitvoering zal eerst een pilot/proefsanering worden uitgevoerd.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
32
Voorafgaand aan fase 1 dient de aannemer een uitvoeringsplan op te stellen wat ter goedkeuring aan het bevoegd gezag moet worden voorgelegd. Hierbij moet rekening worden gehouden met een beoordelingstermijn van zes weken voordat aangevangen kan worden met fase 1. In het uitvoeringsplan moeten de volgende aspecten aan de orde komen: De eventuele aanpassingen van het ontwerp die worden voorgesteld en de wijze waarop deze worden gerealiseerd. Methodes van procesmonitoring en tijdstippen van procesmonitoring. Veranderingen in momenten van verificatie (wanneer). Noodzakelijke wijzigingen met betrekking tot meldingen en/of vergunningen. De planning van de saneringswerkzaamheden. De tussentijdse momenten van rapportage en op welke wijze dit ter kennisneming naar bevoegd gezag wordt verzonden. In het uitvoeringsplan van fase 1 (bij onttrekking en mogelijk ook infiltratie van grondwater) moet een overzicht worden opgenomen van de hoeveelheid te onttrekken, te zuiveren en te infiltreren (of te lozen) grondwater in verband met het bepalen van milieu- en omgevingseffecten van de saneringswerkzaamheden. Op diverse processturingsmomenten tijdens fase 1 worden de monitoringresultaten gebruikt om te bepalen of het systeem nog naar verwachting functioneert of dat aanpassing van het systeem noodzakelijk is. Aanpassing kan daarbij bestaan uit verandering van lucht en/of oxidans debieten, bijplaatsing of afschakeling van putten en/of drains, of verandering van de configuratie van onttrekking en/of infiltratie (bijvoorbeeld dieper plaatsen tot op de kleilaag, indien nodig). De concentraties zullen na sanering tot de weerstand biedende kleilaag voldoen aan een gemiddelde waarde van 1.500 pg/l met een individueel maximum van 2.000 pg/l. Mocht gaandeweg fase 1 blijken dat hiervoor een uitbreiding van het saneringssysteem nodig is, dan ziet Bosatex dit als bijsturingsmaatregel en wordt dit in overleg met RUD Utrecht uitgevoerd. De resultaten van de processturing, met een beschrijving van de effecten van de saneringsmaatregelen en in hoeverre deze naar verwachting zijn, worden op de in het uitvoeringsplan genoemde tijdstippen aan de RUD Utrecht verzonden. Indien bijsturing noodzakelijk is, worden de aanpassingen gemeld aan de RUD Utrecht. Hierbij is sprake van een actieve communicatie.
4.4
Fase 1: wegnemen naleverende bron
4.4.1
Aanpak onverzadigde zone met ontgraving
Voorbereiding De voorbereiding van de sanering bestaat onder andere uit de volgende activiteiten: Inrichten van het werkterrein conform de Arbowetgeving voor bodemsanering, zoals plaatsen hekwerk, waarschuwingsborden en saneringsunit. Het opnemen en in depot zetten van de tegel-Zklinker-Zbetonverharding.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Uitvoering De sanering bestaat uit de volgende activiteiten: Het ontgraven van verontreinigde grond. Ter plaatse van de tuinen en onder de verhardingen dient naar verwachting over een oppervlakte van circa 75 m te worden 2
ontgraven tot 1 m-mv (zie figuur 7). Op basis hiervan moet circa 75 m verontreinigde 3
grond worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Vervanging van het oude gresriool op het achterterrein. Ontgraven sleuven nabij gevels worden direct na afloop weer aangevuld met schoon zand en verdicht. De verhardingen worden hersteld.
ļ boring (m mvi L " BÀ (0 ŤCŌrnļnv)"
PER ng'^fli " 0 03" li-ľ-2013
Í 0(11
TB (movKgi -. 0 01" " ' 3 01
Ũ*um j I
som DCE i m p į ļ ) 0 07"
VC «mņtyi « u at
I PER (mgjfcg) | TRI įmÿKįj
i5-ľ-?nn
IH (mpAQ) IA (0 7-Q 6 m-mv) IB 11 ƒ.1 SrrvrrM
ř
WĪTAJÜL gņQ.yo,
15 2 2013 1S-?-?013
LX;L imąfcgi.
-ťr2012 6A
J—U
V C (mļ't.g
15-2-20
7-0
bonng (rn-rrtv) 1BA (0,7-0.9 m-nv;
16 í-ë-2Clľ 30
|p
Oatum 10-2-2013
^ÍIZÍL
PER fmftoj
-
O.0Í
TRI (mg/kg) «0.01
»rn-DCE ļmg*o)
VC (mjVo'i -:0 0S
Figuur 7. Ontgravingsvlakken wonen (groen) en industrie (geel)
Monitoring De milieukundige verificatie van de sanering is uitgewerkt in hoofdstuk 5. Bijsturing De kennis die wordt opgedaan tijdens de ontgraving over het voorkomen van de verontreiniging wordt gebruikt om te kijken of het bodemluchtextractiesysteem en chemische oxidatie en de monitoring daarvan nog nadere aanpassing behoeft.
4.4.2
Aanpak bronzone A met bodemluchtextractie
Na ontgraving wordt de rest van de onverzadigde zone (bronzone A) gesaneerd door middel van bodemluchtextractie (BLE). De onttrokken bodemlucht wordt bovengronds gereinigd.
BIOCLEAR
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 6/ 10 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Het met BLE te saneren gebied is weergegeven op de kaart in bijlage 5. Dit betreft de volledige interventiewaardecontour in de onverzadigde zone. Het met BLE te behandelen bodemvolume bedraagt circa 250 m . 3
De puur productzone in de verzadigde zone (bronzone B), welke middels ISCO gesaneerd zal worden, valt binnen de contour waar BLE wordt toegepast. Mocht de ISCO eerder afgerond kunnen worden dan de sanering van de onverzadigde zone, dan kan vanaf dat moment de BLE beperkt blijven tot het gebied waar op dat moment nog concentraties boven de interventiewaarde in de onverzadigde zone aanwezig zijn. De bodemluchtextractie moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Vlakdekkende extractie van bodemlucht, dus ook onder het bebouwde deel van de locatie. Vooralsnog wordt uitgegaan van horizontale drains, die middels gestuurde boringen aangebracht worden. De drains (of filters) moeten zoveel mogelijk individueel aangestuurd kunnen worden (hooguit twee drains geclusterd), en worden voorzien van flowmeters, met een mogelijkheid om ook de onderdruk per drain(paar) te meten, alsmede de concentratie in onttrokken bodemlucht. De onttrokken bodemlucht wordt gezuiverd. De VOCI concentraties van de aflucht van de zuivering dienen te voldoen aan de NER (Nederlandse Emissierichtlijn Lucht). Het in de waterscheider vrijkomend water wordt na zuivering geloosd op het riool. Gedurende de sanering wordt bijgehouden hoeveel vracht wordt verwijderd aan de hand van VOCI concentraties in de onttrokken bodemlucht en het onttrokken luchtvolume als normaalkuubs ( N m ) . 3
Saneringsresultaat Verwacht wordt dat de VOCI concentraties in de onverzadigde onder de ontgravingszone en ter plaatse van bebouwing kunnen worden verlaagd tot beneden 3 mg/kg.ds in grond met een organisch stofgehalte < V/o van droge stof). Deze concentratie is in evenwicht met 1.500 pg/l aan PER in de waterfase, hetgeen de gemiddelde terugsaneerwaarde is voor het grondwater in fase 1 tot aan de slecht doorlatende kleilaag op circa 25 à 28,5 m-mv. Hiermee worden de potentiële humane risico's (uitdamping naar de binnenlucht) en de naleverende bron naar het grondwater weggenomen. Saneringsduur De saneringsduur van de BLE is op voorhand moeilijk in te schatten. Direct na de start van de BLE zal relatief veel vracht per tijdseenheid verwijderd worden. Het verwijderingsrendement daalt echter in de loop van de tijd, zie figuur 8. De exacte saneringsduur van de BLE kan daarom niet gegeven worden. Een ruwe schatting is een duur van een halfjaar. De sanering middels BLE kan worden afgerond als de saneringsdoelstelling is behaald (zie paragraaf 3.7), dat wil zeggen als: de sanering met ISCO afgerond is; de terugsaneerwaarde bereikt is (3 mg/kg.ds).
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
01 (O
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
35
D R I E B E R G E N
\
\
\
Tijd Figuur 8. Typisch verloop van de VOCI concentratie in de onttrokken bodemlucht bij toepassing van B L E
Monitoring De milieukundige verificatie van de sanering is uitgewerkt in hoofdstuk 5. Bijsturing De resultaten van de processturing worden gebruikt om, zo nodig, het BLE systeem bij te sturen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de binnenluchtconcentraties negatief beïnvloed worden. Daarnaast wordt bepaald of ook bijsturing van het systeem van chemische oxidatie nodig is, als bijvoorbeeld in een drain extra hoge concentraties worden aangetroffen of als blijkt dat de concentraties in het pakket vanaf 12 m-mv tot aan de kleilaag ter plaatse van zone C1 niet voldoen aan de saneringsdoelstelling. In het laatste geval wordt het systeem alsnog op de relevante plaatsen naar de diepte uitgebreid.
4.4.3
Aanpak Bronzone B en C l door in-situ chemische oxidatie
Nadat het BLE-systeem is opgestart, wordt met in-situ chemische oxidatie (ISCO) het puur product in de verzadigde zone (bronzone B), gesaneerd. Tevens draagt ISCO, middels het stripeffect van vrijkomende gassen, bij aan de effectiviteit van de BLE. Met ISCO wordt een sterk oxidatiemiddel in de bodem gebracht. Wanneer het oxidatiemiddel in contact komt met de verontreiniging, wordt deze chemisch afgebroken (geoxideerd). Hierbij worden onschadelijke verbindingen gevormd, met name CO2, O2 en chloride. De gassen die mogelijk bij dit proces vrijkomen (ozon en VOCI), worden afgevangen door de BLE. Door middel van ISCO wordt de naleverende bronzone weggenomen. Het te saneren gebied is weergegeven op de kaart in bijlage 2 (contour puur productzone en zone C 1 , zijnde het gebied met concentraties PER M 5 . 0 0 0 pg/l). Het te saneren dieptetraject ter hoogte van bronzone B betreft 3-9 m-mv. Ter hoogte van bronzone C1 betreft het te saneren dieptetraject 6-12 m-mv. Het totaal met ISCO te saneren bodemvolume is circa 600 m (circa 200 m porievolume) ter 3
3
plaatse van bronzone B en circa 4.500 m (circa 1.500 m porievolume) ter plaatse van 3
3
bronzone C 1 . Ter plaatse van bronzone B wordt vooralsnog uitgegaan van gasgedragen chemische oxidatie (ozon en waterstofperoxide) omdat de sanering van de puur productzone gecombineerd wordt met de sanering van de onverzadigde zone. Gasgedragen chemische oxidatie versterkt daarbij het effect van de maatregel in de onverzadigde zone (BLE).
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
36
Vanwege de uitdampingsrisico's en de beperkte plaatsingsmogelijkheden van laminaire spargefilters voor de toepassing van gasgedragen chemische oxidatie, wordt ter hoogte van bronzone C1 vooralsnog uitgegaan van vloeistofgedragen chemische oxidatie (permanganaat of (gemodificeerde) Fentons reagens)). Hiertoe wordt uitgegaan van in totaal zes onttrekkingsfilters van 6-12 m-mv aan de achterzijde van Traaij 153B, C en D, alsmede zes infiltratiefilters (van 6-12 m-mv) aan de voorzijde van deze panden. Er wordt onttrokken met 0,5 inhuur per filter (3 m Ajur totaal) en er wordt ook 0,5 inhuur per filter geïnfiltreerd, na 3
bovengrondse toevoeging van het oxidans. De keuze voor het te gebruiken oxidans wordt mede bepaald door de gewenste sturing op afstand van de installatie. Bij gebruik van Fentons reagens zijn de mogelijkheden voor een stand alone installatie die continu en op afstand bestuurbaar werkt, veel kleiner dan bij gebruik van permanganaat. Uitgaande van een te behandelen porievolume van 1.500 m en een doorspoelfactor 2 moet 3
circa 3.000 m grondwater worden gerecirculeerd. Dit neemt, uitgaande van een debiet van 3 3
m^uur, circa 50 dagen in beslag. De ISCO moet verder voldoen aan de volgende voorwaarden: ISCO wordt vlakdekkend toegepast. Dus ook onder het bebouwde deel van de locatie. In het ISCO ontwerp moet aangetoond worden dat dit geen onacceptabele risico's met zich meebrengt. De vrijkomende gassen ter hoogte van bronzone B worden opgevangen met het BLE systeem en gezuiverd. De VOCI concentraties van de aflucht van de zuivering moeten voldoen aan de NER. Om te controleren of gedurende de sanering humane risico's ontstaan als gevolg van het uitdampen van VOCI worden binnenluchtmetingen uitgevoerd in de panden die direct rondom het gebied staan waar ISCO wordt toegepast (zie ook hoofdstuk 5). Als er een risico is dat er in zone C1 verhoogde uitdamping zou kunnen ontstaan bij toepassing van gasgedragen ISCO in plaats van vloeistofgedragen ISCO, moeten ook binnen de C1 contour binnenluchtmetingen worden uitgevoerd. Saneringsresultaat Met ISCO wordt het puur product uit de bronzone verwijderd en worden de VOCI concentraties in bronzone B en C1 blijvend verlaagd tot onder de IX van de maximale wateroplosbaarheid (1.500 pg/l PER). Saneringsduur De saneringsduur is afhankelijk van de aanpak die de aannemer kiest. Uitgaande van een sanering met een gasvormige oxidatiemiddel wordt verwacht dat de sanering met ISCO in bronzone B circa zes maanden in beslag zal nemen. De actieve sanering van bronzone C1 neemt circa 50 dagen in beslag in geval er wordt gekozen voor infiltratie van een vloeistofgedragen chemisch oxidans. Monitoring De milieukundige verificatie van de sanering is uitgewerkt in hoofdstuk 5.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2 0 15
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Bijsturing De resultaten van de processturingsmonitoring tijdens de chemische oxidatie worden gebruikt om zo nodig het systeem zelf bij te sturen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de binnenluchtconcentraties negatief beïnvloed worden. Daarnaast wordt bepaald of ook het systeem van BLE moet worden bijgestuurd, als bijvoorbeeld plaatselijk extra ontgassing ontstaat in het grondwater. De kennis die opgedaan is tijdens saneringsfase 1 en de verkregen resultaten wordt gebruikt om te bepalen of moet worden bijgestuurd dan wel dat overgegaan moet worden naar een terugvalscenario fase 1.
4.4.4
Faalrîsico's en -scenario's fase 1
Faal risico's Het faalrisico van BLE bestaat eruit dat niet de gehele onverzadigde zone effectief wordt behandeld. Er blijven dan kleine onbehandelde zones over. Een ander risico is dat de verontreiniging niet voldoende effectief kan worden verwijderd met deze techniek. Een derde faalrisico is dat de vrijkomende gassen (voornamelijk PER) vanuit de verzadigde zone, welke tegelijk behandeld wordt met ISCO, onvoldoende worden afgevangen, waardoor deze uitdampen naar de buiten- en de binnenlucht. Het faalrisico van ISCO bestaat eruit dat de gewenste verlaging van concentraties PER niet wordt bereikt, doordat niet de gehele zone effectief wordt behandeld met het injectiegrid of doordat de verontreiniging niet voldoende effectief kan worden verwijderd met deze techniek. De bovenstaande gevallen kunnen op één punt optreden (nabij één meetpunt), lokaal (rondom enkele meetpunten) of op de gehele locatie. Faalscenario: optimalisatie
of andere
techniek
Indien één of meer van de genoemde faalrîsico's zich voordoen, wordt in eerste instantie de bestaande sanering geoptimaliseerd (bijsturen, inregelen, bijplaatsen drains en/of injectiepunten). Optimalisatie kan bijvoorbeeld bestaan uit het aanleggen van een extra drain voor BLE of extra injectiepunten voor ISCO. Deze extra injectiepunten kunnen eventueel ook ondieper (tot in de onverzadigde zone) of dieper (tot op de kleilaag op 25 à 28,5 m-mv) aangebracht worden. Indien optimalisatie niet het gewenste effect heeft, en de saneringsdoelstelling niet meer gehaald kan worden, dient als faalscenario een andere saneringstechniek of combinatie van technieken gekozen te worden. Op dit moment (bij het opstellen van het saneringplan) is nog niet te voorzien wat, in het geval de saneringsdoelstelling niet behaald wordt, de reden hiervoor zou kunnen zijn en op welke schaal het plaatsvindt. Het op voorhand selecteren van een techniek die toegepast dient te worden als faalscenario is daarom niet mogelijk.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 6/ 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
Te zijner tijd worden daarom de volgende stappen doorlopen om tot de selectie van de meest geschikte aanpak te komen: 1. 2.
De situatie wordt in kaart gebracht en de oorzaak voor falen wordt achterhaald. Binnen een maand wordt in een op te stellen plan van aanpak aangegeven met welk faalscenario de saneringsdoelstelling alsnog behaald kan worden. Onderdeel van het plan van aanpak is een technische uitwerking van het faalscenario.
3.
Het plan van aanpak wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het bevoegd gezag.
4.
Indien het bevoegd gezag akkoord is met het plan van aanpak, wordt het plan uitgevoerd.
4.5
Evaluatie van de sanering
Saneringsfase 1 wordt na afronding geëvalueerd door een onafhankelijke partij. De resultaten worden opgenomen in een tussenevaluatierapport en ter goedkeuring naar het bevoegd gezag gestuurd. In de tussenevaluatie wordt aandacht besteed aan het verloop van de sanering (processturing) en de resultaten van de eindcontrole (verificatie), inclusief beoordeling en met de aanbevelingen met betrekking tot de invulling van fase 2. Het tussenevaluatierapport wordt opgesteld conform VKB protocol 6001 en 6002.
4.6
Planning van fase 2 (monitoring pluimontwikkeling)
Risicobeoordeling
bij start
sanering
Parallel aan de uitvoer van fase 1 moet de te verwachten pluimontwikkeling (onder aanname van sanering van bronzone B en C1 tot onder 1.500 pg/l voor PER) worden onderbouwd en moeten eventuele risico's ten aanzien van te onderscheiden kwetsbare objecten worden bepaald. Daarbij worden in overleg met RUD Utrecht grenswaarden gekoppeld aan de te onderscheiden kwetsbare objecten. Hierbij conformeert Bosatex zich aan de functiespecifieke risicogrenswaarden (zie RIVM rapport 607050012/2013, "Functiespecifieke risicogrenswaarden voor grondwaterkwaliteit) die voor de betrokken kwetsbare objecten beschikbaar zijn. Binnen zes maanden na afgifte van de beschikking op het saneringsplan fase 1 worden de resultaten van de hiervoor uit te voeren stoftransport- en geohydrologische modellering ingediend bij bevoegd gezag. Op basis van deze modellering moet worden benaderd, hoe de pluim zich gedurende een periode van 30 jaar ontwikkelt. Als daaruit blijkt dat op korte termijn (voordat fase 1 is afgerond) reeds sprake is van een bedreiging van kwetsbare objecten, wordt los van de planning van de sanering van fase 1 een saneringsplan fase 2 opgesteld voor de actieve aanpak van (een deel van) bronzone C2 en de monitoring van de resterende pluim. Dit saneringsplan fase 2 wordt dan binnen één jaar na afgifte van de beschikking op het saneringsplan voor fase 1 ter beoordeling aan het bevoegd gezag gezonden. Na afgifte beschikking hierop wordt overgegaan tot uitvoer van fase 2. Als uit de modellering van het pluimgedrag blijkt dat kwetsbare objecten pas op de langere termijn (enkele jaren na afronding fase 1) of helemaal niet worden bedreigd, wordt verder de navolgende planning gevolgd.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
Risicobeoordeling
na afronding
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
39
D R I E B E R G E N
fase 1
Er wordt dan na afronding van fase 1 een evaluatierapport opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan het bevoegd gezag. Op basis van de dan bekende monitoringsresultaten wordt het model herijkt en wordt weer een modelsimulatie van het pluimgedrag uitgevoerd. Hiermee worden de risico's van de restverontreiniging beoordeeld. De rapportage hiervan, inclusief aanbeveling voor de invulling van fase 2, wordt binnen zes maanden na de goedkeuring van het evaluatierapport fase 1 bij het bevoegd gezag ingediend. Wanneer humane en/of ecologische risico's alsnog niet kunnen worden uitgesloten, wordt binnen zes maanden na de rapportage van de risicobeoordeling een saneringsplan fase 2 ingediend voor de actieve aanpak van (een deel van) bronzone C2 en de monitoring van de resterende pluim. Wanneer humane en/of ecologische risico's niet worden voorzien, wordt binnen zes maanden na de rapportage van de risicobeoordeling het saneringsplan fase 2 voor monitoring van de resterende pluim ingediend.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
Hoofdstuk 5 Milieukundige begeleiding
G E F A S E E R D
5.1
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
4
D R I E B E R G E N
1
Milieukundige begeleiding
De taken van de milieukundig begeleider voor deze sanering zijn omschreven in het VKB protocol 6001 (landbodemsanering met conventionele methoden) en 6002 (landbodemsanering met in-situ methoden). De taken van de uitvoerder van de sanering zijn omschreven in het SIKB protocol 7001 (landbodemsanering met conventionele methoden) en 7002 (landbodemsanering met in-situ methoden). Voorafgaand aan de start van de sanering dient conform de SIKB BRL 6000 een verificatieplan te worden opgesteld dat ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de opdrachtgever.
5.2
Milieukundige processturing
De taken die onder de milieukundige processturing vallen bestaan onder andere uit: Toezicht op het gehele traject van de ontgraving, de fysieke aanleg van het in-situ systeem tot en met de ontmanteling. Toezicht of de sanering volgens het saneringsplan en de uitwerking hiervan in het bestek/kwaliteitsplan wordt uitgevoerd. Uitvoeren van metingen en monsterneming ten behoeve van bijsturing van het systeem. Controle van de kwaliteit van de binnenlucht in de woningen Traaij 153 A t/m F in het geval er gasgedragen ISCO wordt toegepast in plaats van vloeistofgedragen ISCO.. Aangeven aan de opdrachtgever van de mogelijkheden om bij te sturen indien afwijkingen worden gesignaleerd. Vastleggen van de uitgevoerde werkzaamheden en vastleggen van de eventuele afwijkingen ten behoeve van het evaluatieverslag. De milieukundige processturing zal worden beschreven in het voorafgaand aan de start van de sanering op te stellen kwaliteitsplan. In dit plan staan minimaal twee monitoringsrondes die in het kader van de processturing van de BLE en ISCO worden opgenomen. Het plan dient te worden opgesteld conform VKB protocol 6001 en 6002 en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de opdrachtgever alsmede aan het bevoegd gezag. Aandachtspunt met betrekking tot de BLE is het verzamelen van gegevens waaruit de onttrokken vracht kan worden herleid. Het betreft het onttrokken volume bodemlucht en het concentratieverloop hierin. Hiermee kan onderbouwd worden of verdere inspanning nog kosteneffectief is. Op diverse processturingsmomenten in de uitvoering van fase 1 worden de monitoringresultaten gebruikt om te bepalen of het systeem nog naar verwachting functioneert of dat aanpassing van het systeem noodzakelijk is. Aanpassing kan daarbij bestaan uit verandering van lucht- en/of oxidansdebieten, bijplaatsing of afschakeling van putten en/of drains, of verandering van de configuratie van onttrekking en/of infiltratie (bijvoorbeeld dieper plaatsen tot op de kleilaag, indien nodig).
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 3/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
42
De resultaten van de processturing, met een beschrijving van de effecten van de saneringsmaatregelen en in hoeverre deze naar verwachting zijn, worden op de in het uitvoeringsplan te noemen tijdstippen aan de RUD Utrecht verzonden. Indien bijsturing noodzakelijk is, worden de aanpassingen gemeld aan de RUD Utrecht. Hierbij is sprake van een actieve communicatie.
Milieukundige verificatie
5.3
In het kader van de milieukundige verificatie wordt een verificatieplan opgesteld door een onafhankelijke milieukundig verificator. De taken en werkzaamheden die onder de milieukundige verificatie vallen zijn onder andere: Controleren van de voortgang van de sanering op vastgestelde ijkmomenten. «
Controleren of het resultaat van de sanering overeenkomt met de gestelde saneringsdoelstelling. Vastleggen van de resultaten in een tussenevaluatierapport. Vastleggen van ontgravingsgrenzen en de eventuele restverontreiniging.
Om de saneringsvoortgang en het eindresultaat te controleren wordt een verificatieplan opgesteld door de milieukundig verificator voor fase 1 (actieve aanpak bronzone A, B en C1) conform VKB protocol 6001 en 6002. Het monitoringsprogramma voor de sanering dient gebaseerd te zijn op het verwachte verloop van de sanering en de fasering in uitvoering. Als basis wordt hiervoor de opzet gehanteerd, die beschreven is in onderstaande paragraaf. Opgemerkt wordt dat het hier beschreven monitoringsprogramma gezien moet worden als voorstel dat is opgesteld op basis van de huidige kennis en inzichten. Het plan kan tijdens de actieve fase (BLE en ISCO), op basis van de dan beschikbare gegevens worden bijgesteld in overleg met het bevoegd gezag.
Begeleiding grondsanering
5.4 Milieukundige
processturing
De milieukundige begeleiding van de grondsanering bestaat uit: continue begeleiding tijdens de ontgraving van grond; registratie van de af te voeren materialen; aangeven van de horizontale begrenzingen van de ontgraving. Milieukundige
verificatie
Na de ontgraving van de VOCI verontreiniging worden de putbodems ter vastlegging van de restverontreiniging en de putwanden ter verificatie van het saneringsresultaat bemonsterd met behulp van steekbussen. Het grondwater behoeft niet te worden gecontroleerd na afloop van de ontgraving, omdat dit wordt meegenomen in de monitoring tijdens/na sanering van bronzone B.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2 0 15
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
De putbodem wordt als volgt bemonsterd: Per maximaal 50 m ontgravingsvlak verrichten van zeven kwantitatieve in-situ metingen 2
met PID of gasdetectiebuizen tussen 0,1 en 0,3 meter onder de putbodem. Nemen van een analysemonster in een steekbus ter plaatse van de hoogste uitslag. Bemonstering per te onderscheiden bodemtextuur. De putwanden worden als volgt bemonsterd: Per 25 m ontgravingsvlak verrichten van zeven kwantitatieve in-situ metingen met PID of 2
gasdetectiebuizen tussen 0,1 en 0,3 meter achter de putwand met een maximale verticale laagdikte van 1 meter. Nemen van een analysemonster in een steekbus ter plaatse van de hoogste uitslag. Bemonstering per te onderscheiden bodemtextuur, mat een maximale laagdikte van 1 meter. Vooralsnog is uitgegaan van vier steekbusmonsters uit de putbodem op 1 m-mv. In totaal wordt vooralsnog uitgegaan van zes steekbusmonsters uit de putwand. De steekbusmonsters worden geanalyseerd op VOCI (AS3000) en organisch stof. Na een eventuele aanvullende ontgraving dient opnieuw uitkeuring van de putwanden plaats te vinden. Tijdens de grondontgraving wordt de RUD Utrecht op de hoogte gehouden van de voortgang van de sanering onder meer over het bereiken van het diepste punt van de ontgraving, significant afwijkende verontreinigingscontouren, beëindiging van de sanering et cetera. Registratie
van
gegevens
Door de milieukundig begeleider wordt een logboek bijgehouden over het dagelijkse verloop van de sanering. In dit logboek wordt onder andere de volgende gegevens vastgelegd: Relevante, heersende weersomstandigheden (temperatuur, windrichting en -snelheid, neerslag, luchtdruk). Eventuele klachten en opmerkingen vanuit de omgeving. Resultaten van metingen in het kader van het meetprogramma. Genomen maatregelen naar aanleiding van metingen en/of klachten. Verslaglegging van overleg met betrokken partijen.
5.5
Verificatiemonitoring BLE en ISCO
In tabel 6 is benoemd welke metingen worden uitgevoerd op welke momenten. De exacte selectie van te analyseren grondmonsters en te bemonsteren peilbuizen voor de eindverificatie van BLE en ISCO wordt bepaald op basis van de processturing van de actieve sanering. Uiteraard dienen deze zodanig gekozen te worden dat vergelijking met de nulmeting mogelijk is. De grondboringen zijn zodanig gepositioneerd dat de bodem onder alle potentiële bronnen van verontreiniging voorafgaand aan en tijdens de sanering onderzocht wordt.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Ter controle van de verspreiding naar de diepte worden ter hoogte van bronzone C1 en zone C2 (1.500 pg/l contour) nog peilbuizen bijgeplaatst (312, 313 en 314, zie bijlage 2B) met filters op 22-23 m-mv. In het front van zone C1 (nabij MIP 3) wordt bovendien nog een filter op 13-14 m-mv geplaatst ter controle van het resultaat van de actieve aanpak van bronzone C 1 .
De analysepakketten zijn weergegeven in tabel 7. In tabel 8 is het beslisschema opgenomen, behorende bij de verschillende ijkmomenten. Tabel 6. Overzicht te nemen monsters en het analysepakket in het kader van de milieukundige verificatie van de actieve sanering van bronzone A, B en C1. Locatie meetpunten
Aantal monsters
Doel
Analyse
Tijdstip bemonstering
pakket Bronzone A, onverzadigde zone Vijf boringen, zoals
6 x grond
Controle
weergegeven in bijlage 5, 6
voortgang
grondmonsters
sanering
Voor aanvang en na afronding
A
B L E op het moment dat uit procescontrole blijkt dat de concentratie aan P E R onder bebouwing en bestrating < 3 mg/kg.ds is.
Bodemlucht onder stomerij,
1 x lucht
Controle
C
Bij opstart, op t
uitdamping
Traaij 153 F
1, 2 en 3
s
maanden na start, na afronding I S C O en na afronding B L E ter verificatie of bodem luchtconcentraties onder 90 mg/m zijn gekomen, waarbij 3
in principe geen T C L overschrijding in de binnenlucht mogelijk is als gevolg van de bodemverontreiniging*. Binnenlucht Traaij 153 A t/m F
7 x actief
Controle
en referentie
koolbuisje of 7
uitdamping
C
bij opstart, op t = 1, 2 en 3 maanden na start en na
canisters
afronding B L E ter verificatie of concentraties blijvend onder T C L liggen
Bronzone B, verzadigde zone Zes peilbuizen, zoals
6 x grondwater
Controle
B
Voor aanvang, direct na
weergegeven in bijlage 2:
voortgang
afronding en éėn maand na
202 (2,9-3,9)
sanering
afronding I S C O ter verificatie of de concentratie
202 (7-8)
in het grondwater ter plaatse
211 (3,0-4,0)
van bronzone B blijvend is
211 (7-8)
teruggebracht tot 1.500 pg/l
210 (3,0-4,0)
(gemiddeld over de peilbuizen 202 (2,9-3,9); 202 (7-8); 211 (3-
306 (24,7-25,7)
4); 211 (7-8) , met een individueel maximum van 2.000 Mg/i).
*Op basis van Volasoil is bepaald dat bij een bodemluchtconcentratie P E R van 90.000 ug/m een concentratie van circa 250 Įjg/m in de binnenlucht te verwachten is. 3
3
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8 / 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
45
D R I E B E R G E N
Vervolg tabel 6. Overzicht te nemen monsters en het analysepakket in het kader van de milieukundige verificatie van de actieve sanering van bronzone A, B en C1. Bronzone C1, verzadigde zone Negen peilbuizen, zoals
9 x grondwater
Controle
B
afronding ISCO
sanering
200 (3,1-4,1)
Voor aanvang, direct na afronding en één maand na
voortgang
weergegeven in bijlage 2:
ter verificatie of de
203 (2,7-3,7)
concentratie in het
302 (8-10)
grondwater ter plaatse van
309 (3-4)
bronzone C1 blijvend is
309 (9-11)
teruggebracht tot 1.500 pg/l
310(8-9)
(gemiddeld over de
311 (9-10)
peilbuizen 302 (8-10); 309
313(13-14)
(9-11); 310 (8-9); 311 (9-10); 313(13-14); 402 (9-10), met
402 (9-10)
een maximum van 2.000 ug/i).
Verspreiding in/naar diepere
3 x grondwater
Controle verspreiding
pakket
B
Voor aanvang, direct na afronding en één maand na afronding ISCO ter verificatie
312 (22-23)
van verspreiding in/naar de
313 (22-23)
diepte.
Zone C2 1 x grondwater
314(22-23)
B
Voor aanvang, direct na afronding en één maand na afronding ISCO ter verificatie van verspreiding in/naar de diepte.
Tabel 7. Analysepakketten Analysepakket
Parameters
A (analyse op grondmonster)
VOCI (excl. VC); organisch stofgehalte (1 monster per ronde, tenzij afwijkende waarnemingen); droge stofgehalte
B (analyse op grondwatermonster)
VOCI (incl. V C ) , redoxpotentiaal, O, (bepaling in het veld)
C (analyse op lucht, evt. via actief kool)
5.6
VOCI (excl. V C )
IJkmomenten BLE en ISCO
Middels ijkmomenten wordt het verloop van saneringsfase 1 (bronzone A, B en C1) gecontroleerd en getoetst en indien nodig bijgestuurd. De tijdstippen waarop milieukundige verificatie plaatsvindt dienen als ijkmoment. Op deze momenten wordt getoetst of aan de doelwaarden wordt voldaan. Is dit niet het geval, dan worden de in tabel 9 beschreven maatregelen genomen.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
c
> bas
Cfl
Q. act
o
*-
IA
c O
N
ĩ Z
fl) N 0) O)
č
2
c en
tO
n.
O
co
5 í
>
c
"O O í
03 įj
c
ō O)
.*: 0)
~
c
5
d)
kost en
0)
c»
o
ï
c
luch tm
O 0)
aí
È
*
í
E
f
ũ
UJ 0.
ï 1 « 5 e E '5
1 ill
W
O
E
« ^
ō
O
O) T3
2 O
,J
E
1)
O
c
co E x CO
E
—
O
t:
m
0)
>
c O O v
O O (O
O!
«A
į:
z
ĥ I
o .E
C
JB co
» I E ?
*-
i.
N
>
00
"O
1 1
0) IS
o 0 >
c 0) ** c
0)
01
?
E O
E
0)
a a
•n
"
o
"ĈB 5
í
co "S-
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
De BLE wordt ten minste zo lang in stand gehouden als de ISCO ter plaatse van bronzone B. De BLE wordt afgerond als de concentraties in de grond zijn gedaald tot beneden 3 mg/kg.ds (dieper dan 1 m-mv en onder bebouwing/verharding) en/of als op basis van het verloop van de vrachtverwijding (zie figuur 8) blijkt dat de resterende verontreiniging niet kosteneffectief meer kan worden verwijderd. De ISCO ter plaatse van bronzone B wordt naar verwachting circa een halfjaar in stand gehouden en ter plaatse van bronzone C1 circa 50 dagen. De aannemer volgt het proces van oxidatie tijdens de processturing en als op zijn aangeven concentraties verwacht worden die blijvend beneden de 1.500 pg/l liggen, wordt het systeem stilgezet. Als de bereikte concentraties middels twee monitoringsrondes bevestigd worden, kan de actieve sanering middels ISCO afgerond worden.
5.7
Monitoringsnetwerk en -programma
Op de locatie staan momenteel twintig peilbuizen met in totaal zevenendertig filters. In de nulmeting [7] zijn dertig filters bemonsterd en geanalyseerd, waarvan er veertien overlappen met het monitoringsnetwerk voor de nulmeting voor ISCO. In het kader van de monitoring worden nog drie peilbuizen (met in totaal vier filters) bijgeplaatst (312, 313 en 314), welke alsnog voorafgaand aan en tijdens de uitvoer van de aanpak van bronzone B en C1 worden gemonitord. Tijdens monitoringsrondes van het grondwater (ijkmomenten 4 en 6) worden steeds veertien filters geselecteerd voor bemonstering en analyse (zoals aangegeven in tabel 6). Indien nodig worden gedurende de monitoring peilbuizen bijgeplaatst (waaronder in het traject van 12 m-mv tot de kleilaag ter hoogte van zone B en C1). Hier is al deels invulling aan gegeven door de geplande plaatsing van de peilbuizen 312, 313 en 314. Bij de laatste monitoringsronde van fase 1 (ijkmoment 6) worden bovendien ook tien peilbuizen buiten het gesaneerde gebied van zone B en C 1 , geselecteerd en bemonsterd voor analyse op VOCI (AS3000). Bij elke grondwaterbemonstering worden tevens de pH, Ec, troebelheid en de grondwaterstand bepaald. In tabel 9 zijn de bestaande en onlangs geplaatste peilbuizen opgenomen alsmede de selectie voor de nulmeting.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
Tabel 9. Monitoringsnetwerk Peilbuis
Huidig 1
Locatie
Onderdeel nulmeting
te plaatsen
(diepte in m-mv) 200 (3,1-4,1)
voor groentewinkel, stroomafwaarts van bron
Huidig
ja (overlap ISCO)
201 (2,7-3,7)
voorzijde stomerij, zijwaarts van bron
Huidig
ja
202 (2,9-3,9)
bronzone B (naast stomerij)
Huidig
ja (overlap ISCO)
202 (7-8)
bronzone B (naast stomerij)
Huidig
ja (overlap ISCO)
203 (2,7-3,7)
achteroprit Traaij 153E, stroomafwaarts van
Huidig
ja (overlap ISCO)
bron 210(3,0-4,0)
naast stomerij, zijwaarts van bron
Huidig
ja (overlap ISCO
211 (3,0-4,0)
bronzone B (steegje achter stomerij)
Huidig
ja (overlap ISCO)
211 (7-8)
bronzone B (steegje achter stomerij)
Huidig
ja (overlap ISCO)
213 (3,0-4,0)
stroomopwaarts ondiep
Huidig
nee ja
stroomopwaarts ondiep
Huidig
301 (12-14)
stroomopwaarts middeldiep
Huidig
nee
301 (22-24)
stroomopwaarts diep
Huidig
nee
302 (8-10)
bronzone C 2 (voor parkeerplaats Lidl)
Huidig
ja (overlap ISCO)
302 (17-19)
onder bronzone C 2
Huidig
ja
302 (26-28)
onder bronzone C 2
Huidig
ja
303 (13-15)
l-contour zijwaarts (ingang oude begraafplaats)
Huidig
ja
303 (17-19)
zijwaarts (ingang oude begraafplaats)
Huidig
ja
303 (26-28)
zijwaarts (ingang oude begraafplaats)
Huidig
ja
304 (8-10)
Stroomafwaarts
Huidig
ja
304 (20-22)
Stroomafwaarts
Huidig
ja
304 (29-31)
stroomafwaarts op mogelijk aanwezige kleilaag
Huidig
ja
305 (13-15)
zijwaarts (parkeerplaats Lidl)
Huidig
nee
305 (17-19)
zijwaarts (parkeerplaats Lidl)
Huidig
ja
305 (26-28)
zijwaarts (parkeerplaats Lidl)
Huidig
nee
306 (24,7-25,7)
schuin geplaatst onder bronzone B (vanuit oprit
Huidig
ja (overlap ISCO)
301 (7-9)
stomerij) 307 (8-10)
stroomafwaartse afperking bronzone C 2
Huidig
ja
307 (15-17)
stroomafwaartse afperking bronzone C 2
Huidig
ja
308 (13-15)
l-contour zijwaarts
Huidig
ja
308 (28-30)
zijwaartse afperking op kleilaag
Huidig
ja
309 (3-4)
boven bronzone C1
Huidig
ja (overlap ISCO)
309 (9-11)
stroomafwaartse bronzone C1
Huidig
ja (overlap ISCO)
309(15-17)
onder bronzone C1
Huidig
ja
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
49
D R I E B E R G E N
Vervolg tabel 9 . Monitoringsnetwerk Peilbuis
Huidig 1 te plaatsen
Locatie
Onderdeel nulmeting
(diepte in m-mv) 310 (8-9)
achter pand Traaij 153d
Huidig
ja (overlap ISCO)
311 (9-10)
voorzijde pand Traaij 153b
Huidig
ja (overlap ISCO)
312 (22-23)
dieper traject onder bronzone C1
Te plaatsen
ja (overlap ISCO)
313(13-14)
stroomafwaarts bronzone C1
T e plaatsen
ja (overlap ISCO)
313 (22-23)
dieper traject onder bronzone C1
Te plaatsen
ja (overlap ISCO
314(22-23)
dieper traject onder bronzone C 2
Te plaatsen
ja
401 (2,7-3,7)
Burgemeesterlaan, zijwaarts van bronzone
Huidig
nee
402 (2,5-3,5)
Burgemeesterlaan, boven pluim
Huidig
nee
402 (9-10)
bronzone C 2
Huidig
ja (overlap ISCO)
5.8
Afwijkingen ten opzichte van VKB protocol 6002
In afwijking op de BRL SIKB 6000 VKB protocol 6002 zullen geen analyses worden uitgevoerd op grondmonsters onder grondwaterniveau. Er mag vanuit worden gegaan dat de VOCI concentraties in het grondwater tijdens de sanering in evenwicht zijn met de concentraties in de vaste fase. Als in de verificatie wordt vastgesteld dat de concentraties in het grondwater beneden de interventiewaarde liggen, is dit derhalve ook het geval voor de concentraties in de vaste fase.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
Hoofdstuk 6 Organisatie en overige aspecten van de sanering
G E F A S E E R D
6.1
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Betrokken instanties
In tabel 10 staat aangegeven welke partijen voor zover bekend bij de sanering zijn betrokken. Tabel 10. Overzicht betrokken partijen Rol
Partij
Contactgegevens
Opdrachtgever
Bosatex
De heer P.N.M. Wennekes Postbus 10 4060 G A Ophemelt 0344-650436
Directievoering
Nog niet bekend
Adviesbureau 1 opdrachtgever
Bevoegd gezag (Wet
RUD Utrecht voert dit uit
Archimedeslaan 6
bodembescherming)
namens Provincie Utrecht
3584 BA Utrecht 030-7023300
Toetsing
Hoogheemraadschap De
Poldermolen 2
lozingsvergunning
Stichtse Rijnlanden
3994 DD Houten 030-6345700
Toetsing
ODRU
Archimedeslaan 6
omgevingsvergunning
Treedt op namens
3584 BA Utrecht
gemeente Utrechtse
088-0225000
Heuvelrug Eigenaar pand stomerij
Mevrouw M.M. Artinian
Holleweg 8 3958 E B Amerongen
Belanghebbende(n)
Stomerij van Boordt
De heer Hald
(huurder van het pand)
Traaij 153F 3971 G E
Driebergen
0343-517913 Bewoners en gebruikers Traaij 153B t/m F
Milieukundige
(Vertegenwoordiging)
Indien van toepassing.
omwonenden
Nog niet bekend
Adviesbureau
Nog niet bekend
Aannemer
Nog niet bekend
processturing en verificatie Uitvoering sanering
6.2
Vergunningen en meldingen
In tabel 11 wordt een overzicht gegeven van de (eventueel) benodigde vergunningen en meldingen.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 15 4 9 3 8/1 0 3 0 0
2 0 15
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
Tabel 11. Overzicht vergunningen en meldingen Wet- en
Bevoegd gezag/
regelgeving
verantwoordelijke
Wet
Provincie Utrecht
Bodembescherming
Onderwerp
Aanvrager*
Duur procedure
Beschikking
Opdrachtgever
saneringsplan
15 weken n.v.t.
Melding start sanering
Directie
Melding afwijking
Directie
n.v.t.
saneringsplan Melding lozing buiten
Opdrachtgever
inrichting (infiltratiebesluit Bodembescherming) Activiteitenbesluit
Gemeente Utrechtse
Lozing gezuiverd
Heuvelrug
grondwater
Omgevings
ODRU voert dit uit
Bouw
vergunning
namens gemeente
zuiveringsinstallatie,
Utrechtse Heuvelrug
directieverblijf ten tijde
Directie
Melding (1 maand)
Directie
3-6 maanden
van aanleg, alsmede projectbebording Provinciale
Provincie Utrecht
milieuverordening
Melding transport
Aannemer
Melding (1 maand)
grond voor verkrijging afvalstroomnummer
Algemene
Gemeente Utrechtse
Divers:
Plaatselijke
Heuvelrug
Verkeersmaatregelen,
Verordening
Aannemer
Melding (1 maand)
afzetten en opbreken saneringslocatie, maken aansluiting op riool
Arbo wetgeving
Arbeidsinspectie
Opstellen V&G plan
Opdrachtgever
ontwerpfase Opstellen V&G plan
Aannemer
uitvoeringsfase Melding start
4 weken voor start
Opdrachtgever
werkzaamheden KLIC-melding
Kadaster
Kabels en leidingen
Aannemer
1 week
Hoogheemraadschap
Melding t.b.v. het water
Aannemer
2 week
De Stichtse
dat rondgepompt gaat
Rijnlanden
worden na toevoeging oxidant bij de vloeistofgedragen ISCO.
In het kader van de opdrachtverlening zal de verantwoordelijkheid voor het aanvragen voor de verschillende vergunningen, meldingen en toestemmingen, anders dan in het kader van de Wet bodembescherming, nader worden bepaald.
Aan gebouweigenaren/huurders wordt toestemming gevraagd voor werkzaamheden op hun terrein.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
G E F A S E E R D
6.3
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
Communicatie
Gedurende 2014 is reeds een communicatietraject gestart met de omwonenden van de stomerij en andere belanghebbenden. Dit wordt tijdens de sanering voortgezet. Belanghebbenden worden regelmatig op de hoogte gebracht van belangrijke mijlpalen en resultaten van de sanering. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren middels nieuwsbrieven, een inloopspreekuur tijdens de aanlegfase en bewonersavonden. Desgewenst kunnen tussentijdse overleggen plaatsvinden indien één van de partijen hierom verzoekt. De informatievoorziening tijdens de uitvoering wordt mede in overleg met de aannemer bepaald.
6.4
Tijdsduur van de sanering
De duur van de sanering fase 1 is afhankelijk van de snelheid waarmee de gewenste concentraties bereikt worden. Vooralsnog is rekening gehouden met een actieve sanering van bronzone B gedurende circa zes maanden en van bronzone C1 van circa 1,5 maand. De sanering van bronzone A duurt een halfjaar à één jaar. De totale tijdsduur van fase 1 van de sanering bedraagt ongeveer één jaar. In tabel 12 is de overall planning van de sanering samengevat. Tabel 12. Globale planning sanering Tijd (in maanden vanaf de
0
1
7
12
start) 1
Tijd (in jaren vanaf start) F a s e 1: Actieve fase Aanleg en opstart systeem
X
Ontgraving
X
Bodemluchtextractie
X
X
In-situ chemische oxidatie
X
X
6.5
(X)
Effecten op de omgeving
De aannemer dient in zijn uitvoeringsplan aan te geven wat de effecten op de omgeving zijn. Risico's voor de omgeving zoals zetting van een pand, of schade ondergrondse kabels en leidingen, straatmeubilair en de bestrating of groenvoorziening dienen door de aannemer dan wel opdrachtgever afgedekt te worden. Overlast dient zo veel mogelijk voorkomen te worden. Algemeen Als gevolg van de sanering kan overlast ontstaan voor de omgeving, zoals: uitdamping van vluchtige stoffen; stank van vluchtige stoffen; lawaai door gebruik van machines.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 03 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Voor stank en geluid is geen specifiek meetprogramma opgezet, voor vluchtige stoffen zie paragraaf 6.6. Vluchtige
stoffen
Tijdens de ontgraving van de grond kunnen vluchtige stoffen vrijkomen. De blootstelling zal naar verwachting beperkt blijven door de geringe omvang van de ontgravingen, doordat deze sleufsgewijs worden uitgevoerd en door verwaaiing. Buiten werktijden wordt een eventuele open ontgraving bovendien afgedekt (zie ook paragraaf 6.6 voor het meetprogramma). Stank Bij het ontgraven treedt mogelijk geurhinder op. Doordat tijdens de sanering sleufsgewijs zal worden ontgraven en door verwaaiing blijft de stankoverlast naar verwachting beperkt. Stankoverlast is niet altijd te voorkomen en betekent niet per definitie dat er gevaar is voor de gezondheid.
6.6
Veiligheid
Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) heeft elke werkgever een algemene zorgplicht voor veiligheid, gezondheid en welzijn in verband met arbeid. Daarom is elke werkgever verplicht een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit te voeren. Op basis daarvan moet de werkgever een plan van aanpak opstellen, waarin de voornemens staan vermeld om de geconstateerde risico's te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. In aanvulling op het juridische kader zijn er Arbo-lnformatiebladen (Al-bladen) opgesteld voor een aantal onderwerpen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Deze bladen zijn bedoeld ter voorlichting van werkgevers en werknemers en vormen geen bindend voorschrift. Ditzelfde geldt voor de CROW-publicatie 132 'Werken in verontreinigde grond'. Er wordt gevaar van blootstelling en gevaar van brand of explosie onderscheiden. Omdat het om twee verschillende risicocategorieën gaat (blootstelling en brand of explosie), worden twee hoofdklassen onderscheiden: de T-klasse voor blootstelling en de F-klasse voor brand of explosie. De T-klasse onderscheidt drie subklassen, de F-klasse twee. Tabel 13 geeft hiervan een overzicht. De risicoklasse is richtinggevend voor de te nemen maatregelen. Per risicoklasse dienen bepaalde maatregelen te worden genomen. De indelingscriteria voor de Tklassen zijn onder andere de LD50- en LC50-waarden (toxicologische gegevens) en de humane carcinogeniteit van een stof. De indelingscriteria voor de F-klassen zijn de vlampunten van stoffen.
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
JULI 2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 00
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
T R A A I J
D R I E B E R G E N
Tabel 13. Overzicht r i s i c o k l a s s e n Schadelijk vermogen Blootstelling
Brand of explosie
Klasse
Omschrijving
1T
Schadelijk
2T
Giftig
3T
Zeer giftig
1F
Ontvlambaar
2F
(zeer) Licht ontvlambaar
De voorlopige veiligheidsklassen voor de sanering van de VOCI-verontreiniging op de locatie Traaij te Driebergen zijn vastgesteld op 2T en 1 F. Indien er sprake is van concentraties vinylchloride boven de interventiewaarde, dient klasse 3T te worden aangehouden. Opzet
meetprogramma
Vluchtige stoffen in de directe omgeving van de saneringslocatie worden in principe alleen passief gemeten tijdens de ontgraving. Op vier plaatsen worden kooladsorptiebadges aangebracht om achteraf de blootstelling te kunnen beoordelen. Eén badge wordt in het binnenplaatsje achter het pand 153F opgehangen (worst case), drie andere badges worden op gevoelige locaties in de directe omgeving gehangen. De badges worden na vier weken verwijderd en onderzocht op VOCI. De resultaten worden getoetst aan de TCL waarde. Op het moment dat bij de metingen in het kader van de Arbo op de locatie piekconcentraties en/of extreme stank worden gemeten en/of waargenomen, worden maatregelen genomen om het vrijkomen van vluchtige stoffen tegen te gaan: omwonenden en bedrijven adviseren ramen en deuren dicht te houden; tijdelijk staken van de overlast veroorzakende werkzaamheden. De te nemen maatregelen bestaan, naast algemeen geldende maatregelen (basispakket), uit maatregelen zoals in de CROW 132 worden beschreven. Het betreft onder andere maatregelen op het gebied van deskundig advies, voorlichting en instructie, bedrijfsgezondheidszorg, werkkleding, meetstrategie, ademhalingsbeschermingsmiddelen en bijzondere situaties. De aannemer dient voorafgaand aan de werkzaamheden een V&G-plan uitvoeringsfase en een plan van aanpak (te beoordelen door de directie) op te stellen. Het V&G-plan uitvoeringsfase moet worden goedgekeurd door een Hoger Veiligheidskundige.
6.7
Nazorg en gebruiksbeperkingen
Aangezien er waarschijnlijk een restverontreiniging ^ l-waarde) in de grond achterblijft, is kadastrale registratie in het kader van nazorg noodzakelijk.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 15 4 9 3 8/1
0300
2015
G E F A S E E R D
S A N E R I N G S P L A N
TRAAIJ
D R I E B E R G E N
Door het bevoegd gezag dient ter plaatse van de grond- en grondwaterverontreiniging een gebruiksbeperking opgelegd te worden ten aanzien van: het potentieel gebruik van de bodem voor ondergrondse infrastructuur of ondergrondse bouwactiviteiten; het potentieel gebruik van grondwater voor onder andere drinkwater, irrigatie, koeling en/of koude-warmte opslag.
6.8
Inrichting werkterrein
Het werkterrein wordt voorafgaand aan de werkzaamheden functioneel ingericht. Het saneringsterrein wordt tijdens de ontgraving en de aanleg van de verschillende systemen afgezet met hekken. Hiervoor is naar verwachting ook een tijdelijke wegafzetting van de Traaij en de Burgemeesterlaan nodig. De plaatsing van keten en installaties wordt in overleg tussen opdrachtgever, gemeente, eigenaar en aannemer bepaald.
6.9
Kostenraming
De kosten van de sanering worden gedragen door de Stichting Bosatex. In een separate bijlage is een kostenraming bijgevoegd van de sanering.
B I O C L E A R
JULI
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 5 4 9 3 8/ 1 0 3 0 0
2015
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
Site Conceptual Model Verontreinigingssituatie grondwater en plaats van huidige en te plaatsen peilbuizen Verontreinigingssituatie grond Kadastrale informatie Overzicht te behandelen bodemvolume met BLE met locatie te nemen grondmonsters Grondwaterbeschermingsgebied Ligging kelder en betonvloer Traaij 153F Overzicht ligging afvoerputten en leidingen
Bijlage 1
Site Conceptual Model
E ä5í f ì gļ O)5 I
v
0 ra 10
re N
*
>
nc Ñ
(0
8! 0)
D) 3 ra
1 -
oű JS
r
O)
(D (O
ffi O) O)
0)
O) CO
CO
re ra
0) 0)
CO
O)
ü
O)
f
0)
i 0)
ra
c
i
TO ra
N
0)
3 CO TJ O. O) ö
O
ra co O) 0)
2 c 3
O O W
0)
c ï m
Bijlage 2
Verontreinigingssituatie grondwater en plaats van huidige en te plaatsen peilbuizen
<
ï
u
.y
c
E
0
—
ã â 1 Ï ĩ.
i
1 8 I ŝ LH
3
(1)
3
3
3
į Si c
O c p
o c p
o c ñ
1
I ĩ 11 I
ī
(ALU-
E mv)
312 I
nieu'
ro r o Q. fN OJ rsl
c
E
ro r-i
rsl rsi
OJ * í ro *—1 rM
314 (
ro E
rsl rsl
313 |
c OJ
mv)
ro rsi
m
<
Cl
Bijlage 3
Verontreinigingssituatie grond
Bijlage 4
Kadastrale informatie
os
\
\
\
}
en
Lil
I L/ï
\y s
CD CD
\
\
z
0
Cl
i
\
\
3
i
8
\
\ \
Z
\
\
z z
pagina 1 van 2
Kadastraal bericht object
Kadaster
Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand v a n kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering v a n de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20154938 15-6-2015
Uw referentie: Toestandsdatum:
16-6-2015 10:44:08
Kadastraal object DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 1 a 8 1 ca 148410-451927 WONEN MET BEDRIJVIGHEID Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG C 128.193 Jaar: 1994 Koopsom: Oorspronkelijke k o o p s o m is NLG 2 8 2 . 5 0 0 7-9-1987 Ontstaan o p :
Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t : Locatie:
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
Gerechtigde
VRUCHTGEBRUIK De heer T h o m a s Willem Jan van Boordt Holleweg 8 3958 EB AMERONGEN Geboren o p : 06-02-1939 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3 d.d. 29-9-2009 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken p e r s o o n : Mevrouw Micheline Marie A r t i n i a n Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 09-06-1957 Geboren t e : ISTANBUL (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3
d.d. 29-9-2009
pagina 2 v a n 2
Kadastraal bericht o b j e c t
Betreft: Uw referentie: Toestandsdatum:
Kadaster
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20154938 15-6-2015
16-6-2015 10:44:08
Gerechtigde EIGENDOM BELAST MET VRUCHTGEBRUIK M e v r o u w Micheline Marie A r t i n i a n Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 09-06-1957 Geboren t e : ISTANBUL (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e object in brondocument:
HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3 d.d. 29-9-2009 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 HYP4 8 3 0 5 / 1 9 reeks UTRECHT d.d. 23-12-1994 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: De heer T h o m a s Willem Jan van Boordt Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 06-02-1939 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3
d.d. 29-9-2009
Einde overzicht De Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers b e h o u d t t e n aanzien v a n de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
Kadastraal bericht object
pagina 1 van 2
Kadaster Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering v a n de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 Traaij 153 E 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20154938 15-6-2015
Betreft: Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
16-6-2015 10:44:37
Kadastraal object Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t : Locatie:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 1 a 29 ca 148402-451933 WONEN MET BEDRIJVIGHEID Traaij 153 E 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Traaij 153 E 1 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Traaij 153 E 2 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Koopsom: C 52.185 Jaar: 1988 Oorspronkelijke k o o p s o m is NLG 1 1 5 . 0 0 0 10-9-1987 Ontstaan o p :
Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend a a n : ATG 7 5 2 1 7 d.d. 29-7-2011
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
Gerechtigde 1/2
EIGENDOM De heer Jan Hendrik Jansen De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 04-11-1958 Geboren t e : RHENEN (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
HYP4 5 8 1 3 / 1 0 reeks UTRECHT d.d. 24-3-1988 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Paska Meiier De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 27-08-1959 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : BSA 5 0 6 / 7 0 0 2
reeks UTRECHT
d . d . 1-6-2005
Kadastraal bericht o b j e c t
pagina 2 van 2
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 Traaij 153 E 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20154938 15-6-2015
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
Gerechtigde 1/2
16-6-2015 10:44:37
EIGENDOM De heer Jan Hendrik Jansen De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 04-11-1958 Geboren t e : RHENEN (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
HYP4 1 3 3 5 2 / 6 8 reeks UTRECHT d . d . 1-9-2005 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8 HYP4 5 8 1 3 / 1 0 reeks UTRECHT d.d. 24-3-1988 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 8
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: M e v r o u w Paska Meijer De Meent 14 3 9 2 7 GM RENSWOUDE Geboren o p : 27-08-1959 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 1 3 3 5 2 / 6 8
reeks UTRECHT
d . d . 1-9-2005
Einde overzicht De Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers b e h o u d t ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
Kadastraal bericht object
pagina 1 v a n 2
Kadaster Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens o v e r de rechtstoestand van kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering van de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
20154938 15-6-2015
B 6683
16-6-2015 11:12:33
Kadastraal object Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t :
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 8 3 25 a 55 ca 148303-452016 WEGEN Jaar: 2 0 1 1 (Met m e e r onroerend goed v e r k r e g e n ) Ontstaan op: 10-9-1987
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
Gerechtigde EIGENDOM G e m e e n t e Utrechtse Heuvelrug Raadhuisplein 2 3 9 4 1 JT DOORN Postadres:
Postbus: 200 3 9 4 0 A E DOORN Zetel: DOORN KvK-nummer: 5 0 0 9 2 8 1 2 ( B r o n : NHR) Voor de meest actuele n a a m , zetel en adres, raadpleeg het KvK-nummer. Recht ontleend a a n : HYP4 6 0 0 1 1 / 8 4 d.d. 15-6-2011 Eerst g e n o e m d e o b j e c t in DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 8 3 brondocument: Recht ontleend a a n : HYP4 2 1 7 4 / 8 9 reeks UTRECHT Eerst g e n o e m d e o b j e c t in DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6683 brondocument: Nog n i e t ( v o l l e d i g ) v e r w e r k t e b r o n d o c u m e n t e n : HYP4 6 6 3 0 5 / 1 4 0 d.d. 11-6-2015 HYP4 6 6 2 9 4 / 1 7 5 d.d. 10-6-2015 HYP4 5 7 2 5 / 5 0 reeks UTRECHT d.d. 4-12-1987 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 7 2 5 / 5 1 reeks UTRECHT d.d. 4-12-1987 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 1 1 7 / 7 reeks UTRECHT REKTIFIKATIE VERZOCHT HYP4 5 8 3 1 / 1 3 reeks UTRECHT d.d. 13-4-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 8 3 1 / 1 4 reeks UTRECHT d.d. 13-4-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 8 9 3 / 1 reeks UTRECHT d.d. 28-6-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 8 9 3 / 2 reeks UTRECHT d.d. 28-6-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN HYP4 5 9 6 2 / 6 5 reeks UTRECHT d.d. 13-9-1988 AKTE VAN ALGEMENE VOORWAARDEN (Er zijn meer niet (volledig) v e r w e r k t e b r o n d o c u m e n t e n )
Kadastraal bericht o b j e c t
pagina 2 van 2
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
20154938 15-6-2015
B 6683
16-6-2015 11:12:33
Gerechtigde ZAKELIJK RECHT ALS BEDOELD IN ART.5,LID 3,ONDER B, VAN DE BELEMM. WET PRIVAATR OP GED. VAN PERCEEL G e m e e n t e Utrechtse Heuvelrug Raadhuisplein 2 3 9 4 1 JT DOORN Postadres:
Postbus: 200 3 9 4 0 AE DOORN Zetel: DOORN KvK-nummer: 5 0 0 9 2 8 1 2 ( B r o n : NHR) Voor de meest actuele n a a m , zetel en adres, raadpleeg het K v K - n u m m e r . Recht ontleend a a n : HYP4 6 0 0 1 1 / 8 4 d.d. 15-6-2011 OORSPRONKELIJK OPGEVOERD BIJ TITEL 4 1198 139 Einde overzicht De Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers b e h o u d t t e n aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
Bijlage 5
Overzicht te behandelen bodemvolume met BLE met locatie te nemen grondmonsters
Bijlage 6
Grondwaterbeschermingsgebied
Z
i
1
I
«Sí
grondwater J
boringsvrţje 100
HH
zone
laarszone
waterwingebied grondwaterbeschermingsgebied ve r o n t r e i n i g d
a d a s t e r en openbare registers
ņ
gebie d
Bijlage 7
Ligging kelder en betonvloer Traaij 153F
5« SC
2 A
LU \i
*4
l i l
512 3 5
i r (Vi
®e
l!——J 00
0
d
I
in
«sí
LEZZJ)
F I|
a
7«
a
\
31 ai
Ml*
^ 1
*4 ft
tv Si
Bijlage 8
Overzicht ligging afvoerputten en leidingen
U -
lu
01 LfJ
8
IA
LxJ
raBB0S0BB001Ēİlil
LU
8
O)
Ql n
01
1
o 10
in
CD
CM
VD
8 2 8 4) m
I
t I
4
Cf»
ro
Ç 10
I
IfTl
j)
co
(Ē I
Ū E Ľ 3
1
z
NI
\
V
Ē
?
B
E
i
\
11
\
\
Co
7
\
(ft
\ \ 7
7 7 7
\
\ OJ
ì
S
Historisch vooronderzoek Traaij 153F te Driebergen-Rijsenburg
ì
i
k
r
5
L
Historisch vooronderzoek Traaij 153Fte Driebergen-Rijsenburg
opdrachtgever datum projectleider projectnummer status
Bioclear 28 januari 2015 de heer A.G. Wegman 51103515 definitief
MUGW ingeniturtburtsv
projectnummer 51103515 28 januari 2015
INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding
1
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Vooronderzoek en locatiegegevens Algemeen Locatiegegevens Historische gegevens Bodemonderzoeken Camerainspectie riool Regionale bodemopbouw en geohydrologie Financiële en juridische aspecten
2 2 2 2 4 5 5 5
3
Samenvatting en conclusies
6
BIJLAGEN Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5
Indeling onderzoekslocatie en de wijzigingen vanaf 1976 van de stomerij Kadastrale gegevens Plattegrond 1976 Foto's locatie Rioolinspectie (1 oktober 2014)
MUG projectnummer 51103515 28 januari 2015 pagina 1 van 6
Inleiding In opdracht van Bioclear heeft M U G Ingenieursbureau een historisch vooronderzoek uitgevoerd voor de locatie Traaij 153F te Driebergen-Rijsenburg. O p de locatie is e e n c h e m i s c h e wasserij gevestigd waarbij een bodemverontreiniging is ontstaan met gechloreerde koolwaterstoffen. Er is een nader b o d e m o n d e r z o e k uitgevoerd naar de o m v a n g en verspreiding v a n de verontreiniging en er is een saneringsplan opgesteld. Hierbij ontbreekt echter een uitgebreid vooronderzoek, w a t wel door het bevoegd g e z a g (provincie Utrecht) wordt vereist. Dit v o r m t de aanleiding tot de uitvoering van het vooronderzoek. Doel van het vooronderzoek is vaststellen w e l k e verdachte deellocaties te onderscheiden zijn op de onderzoekslocatie en of er sprake is van bodemverontreinigingen. Het vooronderzoek richt zich hoofdzakelijk op het inventariseren en interpreteren van de bedrijfsactiviteiten uit het verleden (chemische wasserij) en de op de locatie uitgevoerde bodemonderzoeken. M U G Ingenieursbureau verklaart hierbij geen juridische relatie te hebben met (de bedrijfsorganisatie van) de eigenaar van de onderzoekslocatie en/of de opdrachtgever van het b o d e m o n d e r z o e k . M U G Ingenieursbureau heeft het b o d e m o n d e r z o e k als onafhankelijke organisatie uitgevoerd. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de verrichte w e r k z a a m h e d e n , de resultaten en de a a n de resultaten te verbinden conclusies.
MUG
Ingrnltvrtburnu
projectnummer 51103515 28 januari 2015 pagina 2 van 6
2 2.1
Vooronderzoek en locatiegegevens Algemeen Het vooronderzoek is uitgevoerd conform NEN 5725. Het vooronderzoek omvat het verzamelen van informatie over het voormalige, huidige en toekomstige bodemgebruik van de onderzoekslocatie en haar directe omgeving alsmede informatie over de financieel-juridische situatie. De bij het vooronderzoek verzamelde informatie kan worden gebruikt voor het opstellen van een adequate onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie, en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. De informatie ten behoeve van het vooronderzoek is verzameld aan de hand van de volgende bronnen. Tabel 2.1 Overzicht geraadpleegde bronnen Bron
Contactpersoon
Datum
Uitgevoerd door
Bodemloket
-
22 januari 2015
A. de Jong
Bodeminformatiekaart
-
22 januari 2015
A. de Jong
Provincie Utrecht
2.2
WatWasWaar
-
23 januari 2015
A. de Jong
Luchtfoto's (Google Earth)
-
22 januari 2015
A. de Jong
Opdrachtgever
H. Groenewold
19 januari 2015
A. de Jong
Het kadaster
-
22 januari 2015
A. de Jong
HinderweWmilieuarchief gemeente Utrechtse Heuvelrug
J . Werkman
22 januari 2015
A. de Jong
Bodemarchief gemeente Utrechtse Heuvelrug
J . Werkman
22 januari 2015
A. de Jong
Locatiegegevens De onderzoekslocatie betreft het perceel Traay 153F te Driebergen-Rijsenburg. De gegevens van de onderzoekslocatie zijn weergegeven in de volgende tabel. Tabel 2.2 Overzicht locatiegegevens Adres
Plaats
Huidige bestemming
Toekomstige bestemming
Grondverzet verwacht
Traaij 153F
Driebergen-Rijsenburg
Wonen met bedrijvigheid
Wonen met bedrijvigheid
Nee
Kadastrale gemeente
Sectie
Nr.
Oppervlakte perceel
Oppervlakte onderzoekslocatie
Gebruik onderzoekslocatie
Coördinaten X/Y
Driebergen-Rijsenburg
B
6677
181 m
181 m
Wonen met bedrijvigheid
148.410/451.927
2
2
De onderzoekslocatie is momenteel in gebruik als (chemische) stomerij. De bebouwing op de locatie bestaat uit bedrijfspand met woongedeelte. Het onbebouwde deel van de locatie is grotendeels verhard met tegels. Bijlage 1 toont de indeling van de onderzoekslocatie en de wijzigingen vanaf 1976. In bijlage 2 zijn de Kadastrale gegevens opgenomen, waaronder de eigendomsinformatie. Een nadere beschrijving van de financiële en juridische aspecten is weergegeven in paragraaf 2.6.
2.3
Historische g e g e v e n s Uit WatWasWaar blijkt dat de locatie in 1930 nog niet bebouwd was. Uit een kaart van 1953 blijkt dat de locatie reeds bebouwd was maar nog niet tegen het gebouw op het aangrenzende perceel is gebouwd. In 1962 bestaat de locatie 153B t/m 153F uit één bouwblok, zoals in 1976 ook het geval was. Vermoedelijk was de locatie na de bouw in eerste instantie in gebruik als woonhuis.
MUG projectnummer 51103515 28 januari 2015 pagina 3 van 6
Uit informatie van de opdrachtgever en g e m e e n t e Utrechtse Heuvelrug blijkt dat voor de locatie in 1976 een Hinderwetvergunning is verleend voor het c h e m i s c h reinigen van kleding v a n d e r d e n . Uit de aanvraag blijkt dat op de locatie gebruik is g e m a a k t van een persluchtinstallatie en een stoomketel. Daarnaast w e r d e n de volgende grondstoffen gebruikt: - tetrachlooretheen ( P E R ) (maximaal 2 5 kg); - Benzapon V . D . E . (maximaal 10 I); - Benzapon V . D . S . (maximaal 10 I); - Benzapon V . D . F . (maximaal 10 I); - zeep ( m a x i m a a l 2 5 I); - waterdicht (maximaal 25 I); - appret. ( m a x i m a a l 25 I). O p de aanvraag zijn de volgende bezwaren/klachten b i n n e n g e k o m e n , aangezien de bedrijfsactiviteiten reeds w e r d e n uitgevoerd. Het betreffen bezwaren en/of klachten v a n de toenmalige gebruiker van de locatie Traaij 153E. - Regelmatig is er o n a a n g e n a m e scherpe geur van reinigingsmiddelen die door b o u w m u r e n bij de oplegging v a n de vloeren komt. - Er komt d a m p a a n s l a g op de ruiten en op de bloemen in de kelder. Mogelijk komt d a m p door de b o u w m u u r via d e kruipruimte in de kelder. Verder zijn van d e toenmalige gebruiker v a n de locatie Traaij 155 d e volgende bezwaren en/of klachten vermeld: - Voor in de winkel is een w a s m a c h i n e aanwezig m e t e e n mechanische afvoer w a a r d o o r (verontreinigd) stoom en afvalstoffen over de straat w o r d e n geblazen. Dit veroorzaakt een vieze zoete lucht in de tuin en het huis. - Er is e e n perserij a a n w e z i g in de lage w o o n k a m e r en serre. Vermoedelijk is er g e e n mechanische afvoer aanwezig w a a r d o o r de stoom afgevoerd wordt via openstaande r a m e n en d e u r e n . - De garage wordt gebruikt als ketelhuis met de afvoer via enkele kleine pijpjes. Hierdoor wordt voortdurend stoom uitgestoten in de tuin en op straat. Daarnaast dienen ook hier de deuren o p e n te staan voor ventilatie. Uit de vergunning blijkt dat de grondstoffen werden opgeslagen in d e kelder. De ventilatie van de werkplaatsen bleek onvoldoende en voor de stomerij diende derhalve voldoende mechanische ventilatie te worden aangebracht. Uit de wijzigingsvergunning van maart 1977 blijkt dat de grondstoffen niet boven e e n vloeistofdichte voorziening w e r d e n opgeslagen en de plaatsen w a a r deze stoffen w e r d e n gebruik niet beschikten over e e n vloeistofdichte vloer. Daarnaast w a s de mechanische ventilatie nog onvoldoende bewerkstelligd. Een plattegrond v a n de toenmalige indeling van de stomerij is w e e r g e g e v e n in bijlage 3. Uit de plattegrond blijkt dat aan de voorzijde van het g e b o u w de winkel w a s gelegen met een houten vloer. In de winkel w a s een installatie voor c h e m i s c h e reiniging aanwezig op een betonnen fundering. In een ruimte aan de achterzijde v a n het g e b o u w w a r e n een detacheertafel, universeelpers, formfinisher en een vacuümunit a a n w e z i g . Hier w a s e v e n e e n s een houten vloer a a n w e z i g . De grondstoffen w e r d e n opgeslagen in de kelder. Daarnaast w a r e n in de kelder e n op de begane grond v a n het g e b o u w stoomketelunits a a n w e z i g . In de kelder w a s tevens een persluchtinstallatie a a n w e z i g . Het ketelhuis is aanwezig op e e n betonvloer in de garage. De schuur w a s , voor zover bekend, nog niet in gebruik als onderdeel v a n de stomerij. Uit een brief van g e m e e n t e Driebergen-Rijsenburg van 26 augustus 1992 blijkt dat het bedrijf o v e r g e g a a n is van een Hinderwetvergunning naar het wijzigingsvergunning 'Besluit c h e m i s c h e wasserijen Hinderwet'. De stomerij is m o m e n t e e l nog steeds in gebruik. Tijdens de o n d e r z o e k e n in 2013 en 2 0 1 4 van Bioclear bleek dat de inrichting van de stomerij aanzienlijk w a s gewijzigd ten opzichte van 1976. De meest relevante wijzigingen ten opzichte van 1976 zijn: - De reinigingsinstallatie in de winkel w a s in 1991 vervangen e n verplaatst naar de achterzijde v a n het gebouw. - De houten vloer in de winkel is v e r v a n g e n door een marmerenvloer. - De opslag van grondstoffen is verplaatst van de kelder naar de schuur (met onder andere nog opslag van P E R ) .
MUGW Ing*nl*ursbur9ěv
projectnummer 51103515 28 januari 2015 pagina 4 van 6
Daarnaast blijkt in het ketelhuis een afvoerput aanwezig te zijn. In de tuin zijn tevens drie afvoerputten aanwezig. Verder zijn er leidingen aanwezig voor de afvoer van stoom. De ventilatie in het gebouw blijkt nog steeds onvoldoende te zijn, aangezien stoom nog steeds kan ontsnappen via kieren bij ramen en deuren (foto 5, bijlage 4). Er wordt afgekoeld stoom geloosd op het riool via putten in de tuin (foto's 3 en 4, bijlage 4). Mogelijk is via deze putten tevens afvalwater met reinigingsmiddelen in het riool geloosd. De tuin blijkt verhard te zijn met tegels. Mogelijk zijn reinigingsmiddelen en/of afvalwater in de bodem terecht gekomen tijdens lekkages of andere calamiteiten bij het verplaatsen van deze middelen. Een plattegrond van de indeling met wijzigingen van de stomerij is weergegeven in bijlage 1. Directe omgeving
Uit gegevens van gemeente Utrechtse Heuvelrug, bodemloket en bodeminformatiekaart van provincie Utrecht blijkt dat in de directe omgeving de volgende relevante (bedrijfs)activiteiten hebben plaatsgevonden. Locatie
(Bedrijfs)activiteit
Periode
Overige
Traaij 153a I
Supermarkt Albert Heijn
1966-?
Olietank 10 m
Rolstoelassemblage met magazijn
1984-1989
Traaij 153A/B
Slagerij
1981-1988
-
Traaij 153a II
Shell Tankstation met auto quick service
1965-1980
12 m superbenzine, 6 m benzine, 6 m diesel,
3
3
3
3
3
3
6 m gemengde benzine, 3 m huisbrandolie, 3
2 m afgewerkte olie 1979-1987
Garage en tankstation
3
3
12 m superbenzine, 6 m benzine, 3
3
6 m autogasolie, 6 m gemengde benzine, 3
3
3 m huisbrandolie, 2 m afgewerkte olie Traaij 108
Loodgieterij
1926-?
Onbekend
Autoreparatiebedrijf
1953-?
Onbekend
Benzineservices tation
1955-?
Onbekend
Bodemonderzoeken Uit informatie van de opdrachtgever, gemeente Utrechtse Heuvelrug en de bodeminformatiekaart van de provincie Utrecht blijkt dat op de locatie eerder de volgende onderzoeken zijn uitgevoerd. Tabel 2.3 Overzicht eerder uitgevoerde onderzoeken Onderzoek
Locatie
Datum
Uitgevoerd door
rapportken merk
Plan van Aanpak CK W-verontreiniging
Traaij 153F
10 december 1999
TNO-RT
731864212
Site Conceptueelmodel en bemonsteringsstrategie nader onderzoek
Traaij 153F
10 mei 2012
Bioclear
20124185/8111
Nader/Saneringsonderzoek
Traaij 153F
11 augustus 2014
Bioclear
20124185/9709
Uit de onderzoeken van Bioclear werd geconcludeerd dat als gevolg van de activiteiten van een stomerij een ernstig geval van bodemverontreiniging is ontstaan. De verontreiniging is aanwezig in de onverzadigde zone onder en rondom de voormalige stomerij en in het grondwater. In het grondwater bestaat de verontreiniging uit een zone puur product onder de voormalige stomerij en een aangrenzend pand en een uitwaaierende zone in het watervoerend pakket. De omvang van de sterke grondverontreiniging werd geschat op circa 250 m . De omvang van de sterke grondwaterverontreiniging werd geschat op circa 15.600 m . De verontreiniging is aangetroffen op een einddiepte van circa 17 m-mv. 3
Geconcludeerd werd dat de verontreiniging met spoed gesaneerd dient te worden vanwege een verspreidingsricico van meer dan 1000 m per jaar en de aanwezigheid van puur product. Geadviseerd werd om de verontreiniging gefaseerd te saneren. Voor een uitgebreide beschrijving verwijzen wij naar de betreffende rapporten. 3
MUG\
İng*nl*uribur9»u
projectnummer 51103515 28 januari 2015 pagina 5 van 6
2.5
Camerainspectie riool Uit een camerainspectie v a n het riool van 1 oktober 2 0 1 4 blijkt dat de leiding vanaf de afvoerput in d e garage (ketelhuis) bestaat uit gres en dat deze kapot w a s . Hierdoor is vermoedelijk afvalwater met reinigingsmiddelen in de b o d e m terecht g e k o m e n , w a a r d o o r dit één van de bronnen is voor de bodemverontreiniging met VOCI. De camerainspectie van het riool is w e e r g e g e v e n in bijlage 5.
2.6
Regionale bodemopbouw en geohydrologie Het maaiveld v a n de locatie bevindt zich op circa 5,0 m + N A P . De b o d e m o p b o u w e n de watervoerende pakketten zijn w e e r g e g e v e n in de volgende tabel. Tabel 2.4 B o d e m o p b o u w en watervoerende pakketten Diepte (m-mv)
Grondsoort
Watervoerende pakket
Overige
0-24 á 28
Fijn tot grof zand
Eerste watervoerend pakket
Goed tot zeer goed doorlatend
24 á 28-30
Klei/vastgepakt zand
Scheidende laag
Formatie van Waalre (mogelijk niet geheel aaneengesloten)
30+
Zand
Tweede watervoerend pakket
-
De grondwaterstand op de locatie ligt op circa 2,0 m-mv. Uit het door Bioclear uitgevoerde b o d e m o n d e r z o e k blijkt dat de grondwaterstroming o p de locatie voor zowel het diepe als ondiepe grondwater in zuidwestelijk richting is en de grondwaterstromingsrichting niet beïnvloed wordt door de drinkwaterwinning in Driebergen. Verder blijkt er lichte kweldruk aanwezig te zijn van het derde naar het t w e e d e en van het t w e e d e naar het eerste w a t e r v o e r e n d pakket. Voor een uitgebreide beschrijving van de regionale b o d e m o p b o u w e n de geohydrologische situatie verwijzen wij naar de o n d e r z o e k e n v a n Bioclear.
2.7
Financiële en juridische aspecten Bosatex heeft vanuit het Convenant b o d e m s a n e r i n g textielreinigingsbranche e e n eigen benadering en set aan criteria op grond w a a r v a n de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van b o d e m o n d e r z o e k en -sanering op deze locatie is o v e r g e n o m e n en de wijze van aanpak is geborgd. D a a r m e e heeft Bosatex de aansprakelijkheid voor de verontreiniging o v e r g e n o m e n , alsmede de aansprakelijkheid voor het resultaat van de sanering. De kosten die voortkomen uit onderzoek en de uitvoering van monitoring v a n de sanering worden volledig door Bosatex uit eigen middelen g e d r a g e n .
MUG Ingrnlt
projectnummer 51103515 28 januari 2015 pagina 6 van 6
3
Samenvatting en conclusies Algemeen
In opdracht van Bioclear heeft MUG Ingenieursbureau een historisch vooronderzoek uitgevoerd voor de locatie Traaij 153F te Driebergen-Rijsenburg. Op de locatie is een chemische wasserij aanwezig waarbij een bodemverontreiniging is ontstaan met gechloreerde koolwaterstoffen. Er is een nader bodemonderzoek uitgevoerd naar de omvang en verspreiding van de verontreiniging en er is een saneringsplan opgesteld. Hierbij ontbreekt echter een uitgebreid vooronderzoek, wat wel door het bevoegd gezag (provincie Utrecht) wordt vereist. Dit vormt de aanleiding tot de uitvoering van het vooronderzoek. Doel van het vooronderzoek is vaststellen welke verdachte deellocaties op de onderzoekslocatie te onderscheiden zijn en of er sprake is van bodemverontreinigingen. Het vooronderzoek richt zich hoofdzakelijk op het inventariseren en interpreteren van de bedrijfsactiviteiten uit het verleden (chemische wasserij) en de uitgevoerde bodemonderzoeken op de locatie. Onderzoeksresultaten
Uit de bodemonderzoeken blijkt dat op de locatie als gevolg van de activiteiten van een de (chemische) stomerij een ernstig geval van bodemverontreiniging is ontstaan met VOCI. Op basis van de verzamelde informatie blijkt dat op de onderzoekslocatie in 1976 een vergunning is verleend voor het inwerking hebben van een (chemische) stomerij. Op basis van de klachten en bezwaren die zijn gemaakt tegen het verlenen van de vergunning blijkt dat de stomerij vóór 1976 reeds in gebruikt was. Uit de vergunning blijkt dat voor de stomerij kleine hoeveelheiden reinigingsmiddelen (onder andere PER en Benzapon) zijn gebruikt en die opgeslagen zijn in de kelder. Daarnaast is de garage in gebruik als ketelhuis en stond in de winkel een chemische reinigingsinstallatie. De werkzaamheden zijn niet altijd uitgevoerd boven vloeistofdichte voorzieningen waardoor reinigingsmiddelen in het riool en de bodem terecht konden komen. Tevens was de ventilatie onvoldoende waardoor ventilatie via ramen en deuren noodzakelijk was. Door lekkage van stoom via muren en vloeren hadden aangrenzende bewoners/ gebruikers overlast. Tijdens de onderzoeken van Bioclear bleek dat reinigingsmiddelen niet langer werden opgeslagen in de kelder maar in de schuur. Hierdoor dienden reinigingsmiddelen vaak via de tuin verplaatst te worden naar het ketelhuis en de reinigingsinstallatie. Aangezien de tuin verhard is met tegels zijn mogelijk reinigingsmiddelen in de bodem terecht gekomen tijdens lekkages of andere ongevallen. Daarnaast werd afgekoeld stoom en mogelijk afvalwater via putjes op het riool geloosd. Tijdens de onderzoeken van Bioclear bleek dat de locatie nog steeds onvoldoende mechanische geventileerd werd en stoom via kieren bij ramen en deuren en lekkende leidingen in de tuin en op straat terecht kan komen. Conclusie
Op basis van de plattegrond uit 1976 en de bovengenoemde informatie worden de volgende mogelijke bronnen aannemelijk geacht die geleid kunnen hebben tot een ernstig geval van bodemverontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen: - opslag grondstoffen (kelder); - opslag grondstoffen (schuur); - ketelhuis met afvoerput; - chemische reinigingsinstallatie in de winkel (tot 1991); - ruimte achterzijde gebouw (onder andere reinigingsinstallatie vanaf 1991); - tuin (in verband met verplaatsen reinigingsmiddelen); - afvoerputten in de tuin; - lekkages riool. Uit een camerainspectie van het riool van 1 oktober 2014 blijkt dat de leiding vanaf de afvoerput in de garage (ketelhuis) bestaat uit gres en dat deze kapot was. Hierdoor is vermoedelijk afvalwater met reinigingsmiddelen in de bodem terecht gekomen, waardoor dit één van de bronnen is voor de bodemverontreiniging met VOCI.
MUG
Bijlage 1 Indeling onderzoekslocatie en de wijzigingen vanaf 1976 van de stomerij
Hl
LL.
UJ
O)
(0
LU
o Ld
co
2 8
ö
1
O)
ra000000B001Ë@l
ro
01 1ň
CU CU
V
0) 5
U-
01
ra m
CM
ZD
19
(O O) O) LÜ
pį
4 CD
CD rjiCT)
\ ra
f Ť l
LLJ
B
LJ
V
E
\ \
\
7
\
\ z
<
Z
\
z z
\
CM
\
MUG
Ingenieursbureau
Bijlage 2
Kadastrale gegevens
Klantreferentie: 51103515
Omgevingskaart
73
» 7.5 #1
im
nr
i
AV
n
a
1
r
S
V
Deze kaart is noordgericht.
K
Schaal 1:12500
ŕ Hier bevindt zich Kadastraal object D R I E B E R G E N - R I J S E N B U R G B 6677 Traaij 153F, 3971 G E D R I E B E R G E N - R I J S E N B U R G C C - B Y Kadaster.
BEBOUWING
ar
1
" ib i
a b c d
spoorweg- enketspoor spoorweg: meerspotig a station
b spoorweg in t u n n e l
c
4t
b sneltramhalte
e
«
tramweg
WEGEN
a sneltram
autosnelweg
a m e t r o bovengronds b metrostation
h o o f d w e g mot gescheiden rijbanen hoofdweg
HYDROGRAFIE
regionale w e g m e t gescheiden rijbanen
w a t e r l o o p , smaller dan 3 m w a t e r l o o p : 3-6 m breed w a t e r l o o p ' breder dan 6 m a schutsluis b stuwen c koedam a duiker b grondduiker c afsluitbare duiker
regionale w e g lokale w e g m e t gescheiden rijbanen lokale w e g w e g m e t losse of slechte v e r h a r d i n g
bįGd c
onverharde w e g
:
straat/overige w e g
' T
si*
\
/ b
voetgangersgebied fietspad pad,voetpad
ť.V
w e g in aanleg viaduct aquaduct runnel
I „ „ 1..
m
beweegbare b r u g
0 ļ
;; ; vf ;
r ' . ' l * f
k
vaste b r u g
brug np pijlers
OVERIGE SYMBOLEN
SPOORWEGEN
b e b o u w d gebied gebouwen hoogbouw kas
t
í
P
a
b d f
a ľ b T c
m *ķ ľ d ĩ
a Ŵ « c f ď ŕ
BODEMGEBRUIK a b c d e f g h 1 j k l m n O p
grasland met sloten akkerland m e t greppels boomgaard fruirkwekerlj buotnkwekerij grasland m e t populierenopstand loofbos naaldbos gemengd bos griend heide zand drastand, moeras rietland dodenakker, begraafplaats overig b o d e m g e b i u i k
/ T
b ľ
a ^ U
PI
cT
i. *
fip
a b c d e f a b c d a b c d a b c á a b c a b c a b c a
religieus g e b o u w t o r e n , hoge koepel religieus g e b o u w m e t t o r e n m a r k a n t object watertoren vuurtoren gemeentehuis postkantoor politiebureau wegwijzer kapel kruis vlampijp telescoop windmolen waterradmolen wíndmotor windturbine oliepompinstallatie seinmast zendmast hunebed monument gemaal kampeerterrein sportcomplex īiekenhujs paal b grenspunt c b o o m
schietbaan afrastering hoogspannmgsLeiding m e t mast muur geluidswering
Uittreksel Kadastrale Kaart
Uw referentie: 51103515
4897
te
Deze kaart is noordgericht
12345 25
Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B
6677
Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 21 januari 2015 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder net auteursrecht en het databankenrecht.
pagina 1 van 2
Kadastraal bericht object
Kadaster
Dienst v o o r het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale o b j e c t e n , m e t uitzondering van de gegevens inzake h y p o t h e k e n en beslagen Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 51103515 20-1-2015
Uw r e f e r e n t i e : Toestandsdatum:
21-1-2015 10:15:12
Kadastraal object DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 1 a 8 1 ca 148410-451927 WONEN MET BEDRIJVIGHEID Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG Koopsom: C 128.193 Jaar: 1994 Oorspronkelijke k o o p s o m s NLG 2 8 2 . 5 0 0 Ontstaan o p : 7-9-1987 Kadastrale a a n d u i d i n g : Grootte: Coördinaten: O m s c h r i j v i n g kadastraal o b j e c t : Locatie:
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.
Gerechtigde VRUCHTGEBRUIK De heer T h o m a s Willem Jan van Boordt Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 06-02-1939 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e o b j e c t in brondocument:
HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3 d.d. 29-9-2009 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Micheline Marie Artinian Holleweg 8 3958 EB AMERONGEN Geboren o p : 09-06-1957 Geboren t e : ISTANBUL (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3
d.d. 29-9-2009
Kadastraal bericht object
pagina 2 van 2
Kadaster Betreft:
DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 Traaij 153 F 3 9 7 1 GE DRIEBERGEN-RIJSENBURG 51103515 20-1-2015
Uw referentie: Toestandsdatum:
Gerechtigde
21-1-2015 10:15:12
EIGENDOM BELAST MET VRUCHTGEBRUIK Mevrouw Micheline Marie A r t i n i a n Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 09-06-1957 Geboren t e : ISTANBUL (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Recht o n t l e e n d a a n : Eerst g e n o e m d e object in brondocument: Recht ontleend a a n : Eerst g e n o e m d e object in brondocument:
HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3 d.d. 29-9-2009 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7 HYP4 8 3 0 5 / 1 9 reeks UTRECHT d.d. 23-12-1994 DRIEBERGEN-RIJSENBURG B 6 6 7 7
Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: De heer T h o m a s Willem Jan van Boordt Holleweg 8 3 9 5 8 EB AMERONGEN Geboren o p : 06-02-1939 Geboren t e : AMSTERDAM (Persoonsgegevens zijn c o n f o r m GBA) Ontleend a a n : HYP4 5 7 2 4 1 / 8 3
d.d. 29-9-2009
Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers b e h o u d t t e n aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht v o o r als bedoeld in artikel 2 lid 1 j u n c t o artikel 6 lid 3 van de D a t a b a n k e n w e t .
MUG
ing*ni*ur*burt*u
Bijlage 3
Plattegrond 1976
SS
\
Cl-
SR*
1
SM
Oo
i
1
Ski?
1
35 «3?
\
M5
y.
83* S ««1
0
\
«Vi
oo
«4 U 1
1 0
!
8
SÉ
y
jr
«8
I ,+r
TB A
s
n
rJ
7
a
\
^«8
31*
í
7
1
fflOri
m
15
MÛEťëlDĒZ
ňMWBl/ć/S
fí97GJÜ6Lt?H
/o
V.Ù.E
V.ŭñ
/o
"ZB SP 2SII7SZ
WĪ)SŬDIćH7
ftPP&sr NS
25
li7Są
1
'
î Ĥ 3
.741
1 1
2,5
1 PlLTEŭPonP
o, ?S
S/EHVLVToB.
ć. f 2
ĩ)
Pst7PSS «V o,z5PJí.
2 .1 5
! Z
ĩ
'7. Vloi
- 4tefc#*TZ7.
dS67 Vćo6*«S4*t**
Mo A aį/ďWċ/ŕr ċt?
/oeex/
S
í pgÊàĹOćHrMT6U*rie
Ĝ
J 1
r
*ĩ
85
z
/o
j
Ĥ
.#utĄfÿĩ.
2
aUi VseJ&ŝi P&č 6
f
1
J
3
1 VôĒĎ/VćJPćHP
l/
1
JZ
1 ŭttwe-HvL»
i ^
ì
1,6"
tyĤĨE&s/VTHĄ&PE/Z Too. C;
-Tō7fi?M 60#70L
Hbiŭ&Ět/
it
^ p SPENCER
H OL L A N D
Rijswijk
Holland
Gec
^3,7G
dd
1/9.
5
MUG
ing*ni*urtbur*su
Bijlage 4
Foto's locatie
1
mm
mm
i:::::::::::::s mmm
nan MM
'X
Foto 1: Voorzijde locatie (winkel)
Foto 2: Achterzijde g e b o u w m e t o.a. ketelhuis
i i •HIM I N N •HIM I N N
t-
Foto 3: A f v o e r p u t in de t u i n achterzijde g e b o u w
x.
Foto 4: A f v o e r p u t in de t u i n nabij kelder
Foto
5: Lekkages stoom
J i 5
Foto 6:
Reinigingsinstallatie
Foto 7: Reinigingsinstallatie (2)
i
i
i
BS
M í >
tm f
1
ï
j
Foto 8: Schuur
1
Al
1
Foto 9: Kelder 1
i
ÎF
Foto 10: Kelder (2)
MUG
ingenieur
Bijlage 5
Rioolinspectie (1 oktober 2014)
f
bureau
Postcode
Huisnr,
Dagtekensiempel
Volg uw pakket op. www.tracktrace.nl
*
3
S K R 0 2 6 3 7 5 5 0 6 *
Stichting Bosatex T.a.v. de heer V. Breij Postbus 10 4060 GA Ophemert
Huizen, 13 oktober 2014
Behandeld door: Betreft:
Pieter Visser camera-inspectie van 1 oktober 2014 t.p.v. Traaij 153F te DriebergenRijsenburg
Geachte heer Breij, Hierbij doen wij u het inspectierapport inclusief dvd toekomen van de camera-inspectie op bovengenoemde adres. Uit de eerste camera-inspectie, vanuit de inspectie-put richting het putje in de garage(zie tekening VW1), is het volgende waargenomen: » Leiding is van gres. Bijzonderheden: » Het gresriool is kapot. Naar aanleiding van de camera-inspectie adviseert Teeuwissen Rioolreiniging Huizen B.V. het volgende: «
Het gresriool vervanden door PVC.
Uit de tweede camera-inspectie, vanuit de inspectie-put richting een garageputje(zie tekening VW2), is het volgende waargenomen: » Leiding is van PVC. Bijzonderheden: » Geen. Uit de derde camera-inspectie, vanuit de inspectie-put richting de keukenput(zie tekening VW3), is het volgende waargenomen: » Leiding is van PVC 0 125 mm.
Pagina 1 van 6
Bijzonderheden: « Er zit een brok beton klem in de bocht op ± 5,4 meter. » De standleiding staat aan de buitenkant van de gevel.
Uit de vierde camera-inspectie, vanuit de inspectie-put richting de keukenput(zie tekening VW4), is het volgende waargenomen: » Leiding is van gres 0 150 mm. Bijzonderheden: » Dit riool is gres.
Hopende u hiermee voldoende inlichtingen te hebben verstrekt, verblijven wij. Hoogachtend, Teeuwissen Rioolreiniging Huizen B.V.
P.Q. Visser
Pagina 2 van 6
I N S P E C T I E R A P P O R T
Datum Opdrachtgever Plaats Inspecteur Reinigingsmethode Reinigingsbedrijf
Identificatienummer Naam Werkadres Plaats Vanuit Naar richting Rioolmat./afineting Verharding Dvd
: : :
: : : : : : :
1 oktober 2014 Bosatex Ophemert M.van Beek HD. Teeuwissen Rioolreiniging B V
VW1 Wasserij Traaij 153F Driebergen LP Garageput Gres 30x30 tegel 1 - 1 opname c
Inspectie bevindingen + klasseringen: Op ± 3,9 meter begin camera-inspectie, begin beeldopname, camera komt terug. Op ± 0,4 meter een inlaat van de hemelwaterafvoerput. Op ± 0,0 meter begin camera-inspectie, einde beeldopname.
Pagina 3 van 6
I N S P E C T I E R A P P O R T
Datum Opdrachtgever Plaats Inspecteur Reinigingsmethode Reinigingsbedrijf
1 oktober 2014 Bosatex Ophemert M.van Beek HD. Teeuwissen Rioolreiniging B V
Identificatienummer Naam Werkadres Plaats Vanuit Naar richting Rioolmat./afmeting Verharding Dvd
VW2 Wasserij Traaij 153F Driebergen IP Garageput PVC 30x30 tegel 1 - 2 opname c
Inspectie bevindingen + klasseringen: Op ± 3,2 meter begin camera-inspectie, begin beeldopname, camera komt terug. Op ± 3,2 meter de camera ligt bij een putje in de garage. Op ± 2,4 meter een bocht naar links. Op ± 1,1 meter een inlaat op 12 uur van het koelwater. Op ± 0,0 meter begin camera-inspectie, einde beeldopname.
Pagina 4 van 6
I N S P E C T I E R A P P O R T
Datum Opdrachtgever Plaats Inspecteur Reinigingsmethode Reinigingsbedrijf
Identificatienummer Naam Werkadres Plaats Vanuit Naar richting Rioolmat./afmeting Verharding Dvd
:
:
: : : : :
1 oktober 2014 Bosatex Ophemert M.van Beek HD. Teeuwissen Rioolreiniging B V
VW 3 Wasserij Traaij 153F Driebergen IP Keukenput P V C 0 125 mm 30x30 tegel 1 - 3 opname c
Inspectie bevindingen -H klasseringen: Op ± 9,4 meter begin camera-inspectie, begin beeldopname, camera komt terug. Op ± 9,4 meter de camera ligt bij het keukenputje. Op ± 8,1 meter een inlaat op 12 uur van de standleiding. Op ± 5,4 meter een bocht naar links met een brok beton. Op ± 1,2 meter een bocht naar links. Op ± 0,0 meter begin camera-inspectie, einde beeldopname.
Pagina 5 van 6
I N S P E C T I E R A P P O R T
Datum Opdrachtgever Plaats Inspecteur Reinigingsmethode Reinigingsbedrijf
1 oktober 2014 Bosatex Ophemert M.van Beek HD. Teeuwissen Rioolreiniging B V
Identi ficatienummer Naam Werkadres Plaats Vanuit Naar richting Rioolmat/aŕmeting Verharding Dvd
VW4 Wasserij Traaij 153F Driebergen IP Hoofdriool Gres0 150 mm 30x30 tegel/klinkers/asfalt 1 - 4 opname c
Inspectie bevindingen + klasseringen: Op ± 7,3 meter begin camera-inspectie, begin beeldopname, camera komt terug. Op ± 7,3 meter de camera ligt bij de opzetter. Op ± 1,9 meter een ontstoppingsstuk. Op ± 1,7 meter een spruit naar links, dit is de inlaat van het toilet. Op ± 0,5 meter een verzet naar links. Op ± 0,0 meter begin camera-inspectie, einde beeldopname.
Pagina 6 van 6
Bestevaer 50 1271 ZA Huizen Tel. 035 - 525 23 19
Mercunusweg 39 3771 NC Barneveld Tel. 0342 - 425 678
/ T E E U W I S S E N
r i o o l r e i n i g i n g
Ordernr: 1214014 700 / BÏ-HP-75 Ordernr. KJaat Factuui adres
Inzctdalui vo 01-10-2014 S l a r t t i j d DitDD aangeiaakt: 30-09-14 Itzetadrc:
Nam Adres Plaati Ttl Gebeld
Ha a a Chca i Î etc fat ter i j Ad rei Traai j 1531 Plaats 35)1 GE DRIEBBRGEH-RIJSENBDRG Tel Contactpersoon: ïobiel ut— Gereed \JJ)ì Ncc
: Bosatei Bodcïsaoering : Pottbui 10 : 4 060 GA OřHEÏEflT : 030-2567381 door : na i 1
1nrctplaa t s opierk i ng: Nee Voer tuig Chailfeur: Bijrijder;
BÏ-HP-75 Kilko van Beet Paal van lerven
Kleine caaera
Bed r i j f si idde I:
Vertcrkiig; Activiteit:
Alt I sterend/ieegaand Voer tu i g
Inspect Ie hu issins Iu i t i tg
Inhuur:
1,00 STÜİ
Opierking order Dhr Vincent Breij i i aanvezig
Hand teken i I J Teeovi s sen
Hand telening klant akkoord t i jd/ïerk:
Naai ncdcvcfker : Handtekening:
Hatdttkening:
Beginti jd iet k: Aankoas t t i j d Usn Vertrektijd klant Eindtijd v c r l : Laad/Los t i jd: Beginti jd pauze: Eindtijd pauze: Ordercode
GO
8 uur
T E E U W I S S E N r i o o l r e i n i g i n g
Locatiegegevens: Ooi zaak: © Breuk O Wortelingroei O Verzakking O Anders, nl. Buiten:
Materiaal
0 Tuin 0 Beplanting 0 Gras
0 Oprit 0 Grind ® Straatwerk
Binnnen:
...Kka.
centimeter
Diepte van de leidinc t.o.v. maaiveld Reeenwater:
0 0 70 mm 0 0 90 mm O 0 110 mm
9 Gres Te vervangen: e PVC O Gietijzer O Beton O Eternit I asbest
O 0 80 mm 0 0 100 mm O0 mm
O Kelder O Kruipruimte O Gevel
Vuilwater: O 0 O0 O0 O0
32 mm 50 mm 110 mm 160 mm
meter riool putten spruitstukken
Hoogte kruipruimte: Afmeting kruipluik:
O 0 40 mm © 0 75 mm ® 0 125 mm 0 0 mm
Situatieschets:
\
T
\
Ordernr:
Naam
: CŞýļXÌć-frbX-..
hí:* Zŕ:^
Adres
: ' A * ? . Č . . \
Datum
Plaats
:
Gewijzigd
.V^Xvi^w
Getekend .Âľ.VÇr...^
x ..
cm cm
M U G ingenieursbureau Zernikelaan 8 9 3 5 1 VA LEEK P o s t b u s 136 9 3 5 0 AC LEEK T ( 5 9 4 ) 55 2 4 2 0 0
F ( 0 5 9 4 ) 55 24 99 E
[email protected] I
www.mug.nl
Nulmonitoring sanering van Traaij 153F e.o. te Driebergen
Opdrachtgever: Stichting Bosatex
NULMONITORING
SANERING
TRAAIJ
153FE O
T E D R I E B E R G E N
II
O P D R A C H T G E V E R :
Stichting Bosatex
PROJECTTITEL:
Nulmonitoring sanering Traaij 153F e.o. te Driebergen
P R O J E C T C O D E :
20144922/10109
DOCUMENTTYPE:
Definitieve rapportage
PUBLICATIEDATUM:
16maart2015
P R O J E C T L E I D E R
Drs. Adri Nipshagen
AUTEUR(S)
Drs. Ing. Henk Groenewold
COLLEGIALE
TOETS
lľ. M. Luitwieler
Bioclear b.v. Postadres: P o s t b u s 2262; 9 7 0 4 C G Groningen Bezoekadres: R o z e n b u r g l a a n 1 3 C ; 9 7 2 7 D L Groningen Telefoon: 0 5 0 571 8 4 5 5 F a x : 0 5 0 571 79 20 E m a i l :
[email protected] Website: www.bioclear.nl
Bioclear werkt met het INK kwaliteitssysteem (Instituut Nederlandse Kwaliteit), e e n
I
N
C
m a n a g e m e n t m o d e l , dat is afgeleid v a n het E u r o p e s e E F Q M E x c e l l e n c e model. Bioclear beschikt over de procescertificaten B R L S I K B 2000, B R L S I K B 6 0 0 0 e n de onderliggende VKB-protocollen 2 0 0 2 en 6 0 0 2 .
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Bioclear. © Bioclear b.v. Bioclear adviseert bedrijven, overheden en dienstverlenende organisaties op het terrein van de milieutechnologie. Op opdrachten aan Bioclear zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan Bioclear, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
20 1 44922 / 1 0 1 09
2015
N U L M O N I T O R I N G
S A N E R I N G
T R A A I J
1 5 3 F
E
O.
TE
D R I E B E R G E N
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Inleiding
1
1.1
Opdracht
2
1.2
Aanleiding
2
1.3
Doelstelling
2
1.4
Kwaliteitsborging &Í Accreditatie
2
1.5
Gebruikte d o c u m e n t e n
3
Achtergrondinformatie
4
2.1
5
Bodemopbouw
6
2.1.2
Geohydrologie
7
Verontreinigingssituatie voor aanvang sanering
7
2.3
Sanering
8
2.3.1
Saneringsvariant
8
2.3.2
Doelstelling sanering
8
Werkzaamheden
9
Werkzaamheden en analyses
10
Resultaten
12
4.1
Veldwaarnemingen
13
4.2
4.3
Hoofdstuk 5
2.1.1 2.2
3.1
Hoofdstuk 4
Locatiebeschrijving
Resultaten grondwateranalyses
13
4.2.1
Bronzone B
13
4.2.2
Bronzone C l
14
4.2.3
Bronzone C2
14
4.2.4
Pluim
15
Interpretatie
15
4.3.1
Bronzone B
15
4.3.2
Bronzone C l
15
4.3.3
Bronzone C2
16
4.3.4
Pluim
16
Conclusies 8t Aanbevelingen
17
5.1
Conclusies
18
5.2
Aanbevelingen
18
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
N U L M O N I T O R I N G
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E
O
TE
D R I E B E R G E N
IV
Resultatentabel nulmonitoring Bovenaanzicht verontreinigingsituatie Boorstaten nieuw geplaatste peilbuizen Veldwerkverslagen Analysecertificaten Toetsingswaarden voor grondwater met toelichting
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
Hoofdstuk 1 Inleiding
N U L M O N I T O R I N G
1.1
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E
O
TE
2
D R I E B E R G E N
Opdracht
In opdracht van Bosatex is een nulmonitoring uitgevoerd ten behoeve van de geplande sanering aan de Traaij 153F en omgeving te Driebergen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform offerte met kenmerk 201244992/9956, d.d. 12 december 2014 en opdrachtverlening met dossiernummer 8 1 , d.d. 5 januari 2015.
1.2
Aanleiding
Op de locatie Traaij 153F te Driebergen is als gevolg van activiteiten van een stomerij een geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI ontstaan. Er is een sanering gepland om deze verontreiniging weg te nemen. Het nader onderzoek en het saneringsplan zijn reeds bij het bevoegd gezag ingediend voor respectievelijk een beschikking "ernst en spoed" en een beschikking op het saneringsplan. Ook is er reeds overleg geweest met de RUD Utrecht over het geval en de saneringsaanpak.
1.3
Doelstelling
De resultaten van de bemonstering en analyse dienen als nulsituatie bij uitvoering van de bodemsanering. In een later stadium kan deze nulsituatie en de rapportage hiervan worden opgenomen in het evaluatierapport van de sanering (geen onderdeel van de huidige opdracht). De informatie uit de nulmonitoring draagt bij aan de uitwerking van het saneringsplan op het detailniveau.
1.4
Kwaliteitsborging 8t Accreditatie
Bioclear werkt met het INK managementmodel (INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit). Het INK model is gericht op kwaliteitsverbetering als continu proces. Binnen dit systeem wordt sterk de nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid en de ambitie van zowel de organisatie als van alle medewerkers op het gebied van kwaliteitshandhaving en kwaliteitsverbetering. Het INK is in 1991 opgericht op initiatief van het Ministerie van Economische zaken onder de naam Instituut Nederlandse Kwaliteit. Het INK managementmodel is gebaseerd op het EFQM (European Foundation for Quality Management) model. De milieukundige begeleiding van de geplande in-situ bodemsanering vindt plaats onder het procescertificaat BRL SIKB 6000 "Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg", in combinatie met het bijhorende VKB protocol 6002 "Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in-situ methoden en nazorg". Derhalve hebben de onderhavige werkzaamheden ook onder het voornoemde procescertificaat BRL SIKB 6000, in combinatie met voornoemd VKB protocol 6002 plaatsgevonden.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
N U L M O N I T O R I N G
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E.O
TE
3
D R I E B E R G E N
De milieukundige begeleiding in het veld is uitgevoerd door Lelia Cappon van Bioclear. De milieukundige projectleiding is in handen van Adri Nipshagen van Bioclear. Bioclear is een erkende bodernintermediair voor milieukundige begeleiding (processturing en verificatie) van in-situ saneringen. De milieukundig begeleider is bij Bodemplus geregistreerd (www.rwsleefomgeving.nl/organisatie/bodemplus) en de milieukundig projectleider, conform de procescertificaten, bij de certificerende instelling SGS Intron Certificatie BV. De milieukundig begeleider is in het bezit van het veiligheidscertificaat VCA-basisveiligheid, de verantwoordelijke projectleider is in het bezit van het veiligheidscertificaat VOL-VCA. Het plaatsen van de nieuwe peilbuizen is door Sialtech uitgevoerd onder BRL SIKB 2100 'Mechanisch boren' in combinatie met VKB protocol 2101 'Mechanisch boren' en onder BRL SIKB 2000 'Veldwerk milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek' in combinatie met VKB protocol 2001 'Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen'. De bemonstering van grondwater is uitgevoerd conform het procescertificaat van de BRL SIKB 2000 'Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek' in combinatie met VKB protocol 2002 "Het nemen van grondwatermonsters". De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Eurofins Analytico te Barneveld die geaccrediteerd is conform de ISO/IEC 17025 en de Kwalibo vereiste AS3000. Bioclear is een onafhankelijk bureau en is geen eigenaar van de locatie waarop de werkzaamheden betrekking hebben. De werkzaamheden worden onafhankelijk van de opdrachtgever uitgevoerd (externe functiescheiding).
1.5
Gebruikte documenten
In het huidige rapport is, daar waar relevant, met [nr.] naar onderstaande rapportages en informatie verwezen. 1.
NO/SO Stomerij Van Boordt, Traaij 153F te Driebergen, Bioclear rapportnummer
2.
Saneringsplan Stomerij Van Boordt, Traaij 153F e.o. te Driebergen, Definitief Rapport
20154938/10027 d.d. 5 februari 2015. versie 16/2, Bioclear rapportnummer 20154938/10101 d.d. 16 maart 2015.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
Hoofdstuk 2 Achtergrondinformatie
N U L M O N I T O R I N G
2.1
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E O
TE
5
D R I E B E R G E N
Locatiebeschrijving
De verontreiniging met gechloreerde oplosmiddelen (VOCI) is ontstaan in de bebouwde kom van Driebergen-Rijsenburg, aan de noordoostzijde van het centrum door activiteiten van een stomerij. De stomerij is hier gevestigd sinds 1976. De locatiegegevens zijn weergegeven in tabel 1, de lokale ligging van de saneringslocatie is weergegeven in figuur 1 . Tabel 1. Locatiegegevens Omschrijving
Kenmerk
Adres
Traaij 153F te Driebergen
Huidige eigenaar stomerij met contactpersoon
Stomerij Van Boordt, de heer D. Hald
Opdrachtgever sanering met contactpersoon
Stichting Bosatex, de heer V. Breij
Kadastraal perceel
Gemeente Driebergen-Rijsenburg Sectie B Perceel 6677
Eigenaar perceel Traaij 153F
mevrouw M.M. Artinian
x-coördinaat
148420
y-coördinaat
451922
Gemeente waarin de locatie gelegen is
Utrechtse Heuvelrug
Bevoegd gezag Wbb
Provincie Utrecht
Locatiecode bevoegd gezag
UT0316/00066
Dossiernummer Bosatex
81
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
MAART 2 0 1 4 4 9 2 2 / 1 0 1 0 9
2015
Figuur 1. Lokale ligging locatie: stomerij bij A, Lidl bij B (Bron: Google Maps). De kaart is noordgericht.
2.1.1
Bodemopbouw
Het maaiveld bevindt zich op de locatie op circa 5 m+NAP. De bodemopbouw bestaat tot circa 25 à 31 m-mv uit zand. Dit is het eerste watervoerend pakket ( 1 WVP). Het zandpakket bestaat uit een opeenvolging van meer en minder goed e
doorlatende lagen. Algemeen kan gesteld worden dat naar de diepte toe de samenstelling grover wordt, en daarmee beter doorlatend wordt. Daaronder (vanaf 25 à 31 m-mv) is in de meeste sonderingen een scheidende laag van klei en vastgepakt zand aangetroffen. Deze laag is naar verwachting vijf meter dik; eronder bevindt zich het tweede watervoerend pakket ( 2 WVP). In tabel 2 is de geschematiseerde e
bodemopbouw weergegeven. De bodemopbouw kan worden getypeerd als archetype 1: homogeen goed doorlatend zandpakket.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
N U L M O N I T O R I N G
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E
O.
T E
D R I E B E R G E N
7
Tabel 2. Geschematiseerde bodemopbouw Diepte (m-mv)
Grondsoort
Pakket
Opmerking
0 - 25 à 31
Fijn tot grof zand
1" WVP
Goed tot zeer goed doorlatend
25 à 31 -
Klei 1 vastgepakt
Scheidende laag
circa 30 à 36
zand
Vanaf circa 30
Zand
2" WVP
Drinkwaterwinning 400 meter stroomopwaarts
à36
2.1.2
Formatie van Waalre (mogelijk niet geheel aaneengesloten)
Geohydrologie
De grondwaterspiegel bevindt zich op circa 2 m-mv. Op de locatie heerst een infiltratiesituatie. Het grondwater stroomt regionaal in zuidwestelijke richting. Uit de verzamelde gegevens van de stijghoogtes in de diepere peilbuizen ^ 7 m-mv) en de verspreiding van de verontreiniging blijkt dat deze stromingsrichting op de locatie geldt voor het diepere grondwater. De stromingssnelheid van het grondwater is berekend op 8 à 13 m/j. Van het ondiepe grondwater op 2-7 m-mv is een minder duidelijk beeld van de stromingsrichting. De stromingsrichting is hier vooral zuidelijk gericht en verder globaal hetzelfde als in de diepere laag.
2.2
Verontreinigingssituatie voor aanvang sanering
De grondwaterverontreiniging is opgedeeld in bronzones te weten: Bronzone A: Een qrondverontreiniainq in de onverzadigde zone direct onder en rondom de stomerij met een omvang van circa 250 m (interventiewaardecontour). De 3
verontreiniging bevindt zich voornamelijk onder bebouwing (stomerij en aangrenzend pand) en deels onder de voortuin en de openbare weg. Bronzone B (puur product zone): De kleine, ondiepe zone direct onder en rondom de stomerij en het aangrenzende pand waar zich puur product bevindt. Er is dus sprake van een naleverende bronzone. De precieze omvang en verspreiding van deze zone is onbekend omdat onder de panden geen onderzoek is gedaan. Bronzone C: De langzaam naar de diepte en breedte uitwaaierende zone met hoge concentraties opgelost PER in het watervoerend pakket tot een einddiepte van circa 17 m-mv. Deze bevindt zich in een baan onder de bebouwing grenzend aan de stomerij (Traaij 153 B t/m E) en vervolgens onder de openbare weg (Traaij) tot net voorbij de Lidl (Traaij 153A). Deze zone wordt opgedeeld in Bronzone C1 met concentraties PER boven 15.000 pg/l en Bronzone C2 met concentraties PER tussen 1.500 en 15.000 pg/l. Buiten de bronzone bevindt zich een pluim met concentraties PER boven de interventiewaarde.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/1 0 1 09
2015
N U L M O N I T O R I N G
2.3
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E.O.
T E
6
D R I E B E R G E N
Sanering
Doordat volgens berekeningen de jaarlijkse verspreiding groter is dan 1.000 m , is sprake van 3
een verspreidingsrisico. Het betreft derhalve een spoedeisende sanering. Voor deze locatie is een saneringsplan opgesteld welke op dit moment nog niet is beschikt door het bevoegd gezag. Het saneringsplan wordt hieronder kort toegelicht.
2.3.1
Saneringsvariant
Zoals beschreven in het saneringsplan [2] en in paragraaf 2.2, bestaat de verontreiniging uit drie bronzones. Per bronzone is een afweging gemaakt welke technieken in aanmerking komen voor de sanering ervan. Voor een uitgebreide beschrijving van deze afweging wordt verwezen naar het gecombineerd nader onderzoek/saneringsonderzoek [1]. Samengevat bestaat de voorkeurs variant uit de volgende aanpak: Fase 1: Gecombineerde sanering van de bronzones A (onverzadigde zone), B (puur product) en C1 (hoge concentraties PER in oplossing) middels ontgraving, BLE respectievelijk ISCO. Fase 2: Monitoring gedurende een nog nader (na fase 1) te bepalen periode van de verspreiding van de restverontreiniging. Voor een gedetailleerde toelichting van de saneringsvariant wordt verwezen naar het saneringsplan [2].
2.3.2
Doelstelling sanering
Na de bronsanering is er tenminste nog enkele jaren sprake van een verspreidende restverontreiniging, die beheersbaar is in de gegeven situatie en die geen kwetsbare objecten bedreigt. Waarschijnlijk ontstaat over een langere periode een stabiele eindsituatie volgens het scenario 'loslatende pluim' uit ROSA, maar het kan niet worden gegarandeerd dat er binnen 30 jaar een situatie ontstaat waarbij in het geheel geen verplaatsing van de verontreinigingscontouren in het grondwater meer optreedt. Die eventuele verplaatsing mag geen risico's opleveren voor kwetsbare objecten. Voor een gedetailleerde toelichting van de saneringsdoelstelling wordt verwezen naar het saneringsplan [2].
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 14 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
Hoofdstuk Werkzaamheden
N U L M O N I T O R I N G
3.1
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E . O .
TE
D R I E B E R G E N
Werkzaamheden en analyses
Om de nulsituatie van de verontreiniging voorafgaand aan de sanering vast te kunnen stellen zijn er in totaal 28 peilbuizen bemonsterd voor analyse op VOCI+VC. Hiertoe zijn twaalf nieuwe peilbuizen geplaatst. Het werk is uitgevoerd conform het monitoringsplan uit het saneringsplan [2]. De peilbuizen zijn geplaatst op 14, 15 en 16 januari 2015 door Sialtech, onder milieukundige begeleiding van Bioclear. De bemonstering van de bestaande peilbuizen is uitgevoerd op 14 en 15 januari 2015 door Bioclear. De nieuw geplaatste peilbuizen zijn door Bioclear bemonsterd op 26 januari 2015. In tabel 3 is weergegeven welke peilbuizen zijn bijgeplaatst en welke peilbuizen zijn bemonsterd. De boorstaten van de nieuw geplaatste peilbuizen zijn opgenomen in bijlage 3. De veldwerkverslagen zijn opgenomen in bijlage 4.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
Tabel 2: Bestaande en nieuw geplaatste peilbuizen welke zijn bemonsterd. Locatie
Huidig 1 geplaatst
200 (3,1-4,1)
voor groentewinkel, stroomafwaarts van bron
Huidig
201 (2,7-3,7)
voorzijde stomerij, zijwaarts van bron
Huidig
202 (2,9-3,9)
bronzone B (naast stomerij)
Huidig
202 (7-8)
bronzone B (naast stomerij)
Geplaatst
203 (2,7-3,7)
achteroprit Traaij 153E, stroomafwaarts van bron
Huidig
211 (3,0-4,0)
bronzone B (steegje achter stomerij)
Huidig
211 (7-8)
bronzone B (steegje achter stomerij)
Geplaatst
301 (7-9)
stroomopwaarts ondiep
Huidig
302 (8-10)
bronzone C 2 (voor parkeerplaats Lidl)
Huidig
302 (17-19)
onder bronzone C 2
Huidig
302 (26-28)
onder bronzone C 2
Huidig
303(13-15)
l-contour zijwaarts (ingang oude begraafplaats)
Huidig
303(17-19)
zijwaarts (ingang oude begraafplaats)
Huidig
303 (26-28)
zijwaarts (ingang oude begraafplaats)
Huidig
304 (8-10)
stroomafwaarts
Huidig
304 (20-22)
stroomafwaarts
Huidig
304 (30-32)
stroomafwaarts op mogelijk aanwezige kleilaag
Geplaatst
305(17-19)
zijwaarts (parkeerplaats Lidl)
Huidig
306 (24,7-25,7)
schuin geplaatst onder bronzone B (vanuit oprit stomerij)
Huidig
307 (8-10 m-mv)
stroomafwaartse afperking bronzone C 2
Geplaatst
307 (15-17 m-mv)
stroomafwaartse afperking bronzone C 2
Geplaatst
308 (13-15 m-mv)
l-contour zijwaarts
Geplaatst
309 (3-4 m-mv)
boven bronzone C
Geplaatst
309 (9-11 m-mv)
stroomafwaartse afperking bronzone C1
Geplaatst
309 (15-17 m-mv)
onder bronzone C
Geplaatst
310 (8-9 m-mv)
achter pand Traaij 153d
Geplaatst
311 (9-10 m-mv)
voorzijde pand Traaij 153b
Geplaatst
402 (9-10 m-mv)
bronzone C 2
Huidig
Peilbuis (diepte in m-mv)
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/1 0 1 09
2015
Hoofdstu Resultaten
N U L M O N I T O R I N G
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E.O
TE
1 3
D R I E B E R G E N
Veldwaarnemingen
4.1
Er zijn geen bijzonderheden waargenomen tijdens de veldwerkzaamheden. De boorprofielen en de lokale bodemopbouw zijn conform verwachting.
4.2
Resultaten grondwateranalyses
De resultaten van de grondwateranalyses worden per bronzone (zie paragraaf 2.2) beschreven. De analyseresultaten met toetsing van verontreinigingconcentraties zijn weergegeven in de tabel in bijlage 1. Tevens zijn hier de resultaten van de voorgaande ronde(s) weergegeven. De analysecertificaten zijn toegevoegd in bijlage 5. De vlaggenkaart met toetsing is weergegeven op de kaart in bijlage 2A. In bijlage 2B is een overzichtskaart gegeven met de locatie van de bestaande en nieuw geplaatste peilbuizen en de contouren van de verschillende zones.
4.2.1
Bronzone B
De bestaande peilbuizen 202 en 211 bevinden zich in bronzone B, de puur productzone. Bestaande peilbuis 306 staat onder deze zone, op de kleilaag. Bij de beide ondiepe peilbuizen 202 en 211 is een dieper filter geplaatst om bronzone B beter in kaart te brengen en de sanering van deze zone te kunnen volgen. De concentraties aan VOCI ter plaatse van peilbuis 306 (24,7-25,7 m-mv) zijn vergelijkbaar met de voorgaande meetronde. De concentraties VOCI vlak boven de kleilaag zijn laag (hoogstens een overschrijding van de streefwaarde). De concentraties aan VOCI ter plaatse van peilbuis 202 (2,9-3,9 m-mv) zijn veel lager dan de in 2012 gemeten concentraties. Ze zijn nu weer in dezelfde orde van grootte als de concentraties die zijn gemeten in 1999. Met name de concentratie aan PER schommelt sterk (van 68.000 pg/l in 1999 via 670.000 pg/l in 2012 naar 31.000 pg/l nu). Ter plaatse van het nieuwe, diepe filter van deze peilbuis (7-8 m-mv) is 6.000 pg/l aan PER gemeten. Dit is lager dan 10 Zo van de maximale wateroplosbaarheid en daarmee een aanwijzing dat hier geen puur o
product aanwezig is.. Voor peilbuis 211 (3-4 m-mv) geldt een vergelijkbaar verhaal als voor peilbuis 202. Ook hier zijn de concentraties aan VOCI veel lager dan gemeten in 2012. Ook hier schommelt de concentratie aan PER sterk (van 1.350 pg/l in 1999 via 250.000 pg/l in 2012 naar 41.000 pg/l nu). Ter plaatse van het nieuwe, diepe filter van deze peilbuis (7-8 m-mv) is 18.000 pg/l aan PER waargenomen. Dit is hoger dan "\0"Zo van de wateroplosbaarheid. Ter plaatse van deze peilbuis worden, vergeleken met andere peilbuizen op de locatie, relatief hoge concentraties afbraakproducten aangetroffen, 470 pg/l aan TRI, 1.000 pg/l aan c/'s-DCE en tevens 60 pg/l aan VC.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2 / 1 0 1 0 9
2015
N U L M O N I T O R I N G
4.2.2
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E.O
TE
D R I E B E R G E N
Bronzone C l
Om bronzone C1 (verspreiding vanuit puur productzone, dit is de zone in het diepere grondwater met concentraties hoger van ICC/o van de wateroplosbaarheid zijnde 15.000 pg/l) nader in kaart te brengen, zijn de peilbuizen 309, 310 en 311 geplaatst. Tevens dient de bestaande peilbuis 302 (8-10 m-mv) als afperkende peilbuis voor deze zone. Ter plaatse van peilbuis 311 (9-10 m-mv) is 9.800 pg/l aan PER aangetroffen, ter plaatse van peilbuis 310 (8-9 m-mv) 7.300 pg/l. Deze peilbuizen liggen buiten bronzone C1 en vormen de zijwaartse afperking hiervan in zuidelijke respectievelijk noordelijke richting. De concentratie aan PER ter plaatse van peilbuis 302 (8-10 m-mv) is vergelijkbaar met de voorgaande meetronde (8.000 pg/l in 2012 respectievelijk 6.500 pg/l n u ) . Ter plaatse van peilbuis 309 (9-11 m-mv) is 47.000 pg/l aan PER gemeten. Deze concentratie is hoger dan 10Zo van de maximale wateroplosbaarheid, deze peilbuis bevindt zich binnen de o
contour van bronzone C 1 .
4.2.3
Bronzone C2
De overige geplaatste en bemonsterde peilbuizen bevinden zich in of rondom bronzone C2. De concentraties PER ter plaatse van peilbuizen 210 (3-4 m-mv) en 201 (2,7-3,7 m-mv) zijn vergelijkbaar met elkaar en tevens vergelijkbaar met de meting in 2012. De concentraties zijn lager dan de gemeten concentraties in 1999. De concentratie aan PER ter plaatse van peilbuis 200 (3,1-4,1 m-mv) is lager dan de in 2012 gemeten concentratie. De concentratie schommelt hier sterk (van 3,3 pg/l in 1999 via 1.000 pg/l in 2012 naar 220 pg/l nu). Zoals hierboven genoemd, dient het ondiepe filter van peilbuis 302 als afperking van bronzone C 1 . In de diepere filters van 302 (17-19 m-mv en 26-28 m-mv) zijn de concentraties VOCI laag, in de huidige meetronde is hier zelfs helemaal geen VOCI aangetroffen boven de streefwaarde. De concentraties aan VOCI ter plaatse van peilbuis 303 (13-15 m-mv, 17-19 m-mv en 26-28 mmv) zijn vergelijkbaar met die van de vorige meting in 2012. Het ondiepe filter vormt de zijwaartse afperking van bronzone C1 (concentraties nog wel boven de interventiewaarde). De diepere filters liggen buiten de interventiewaardecontour (verticale afperking). Zoals hierboven genoemd, ligt het middelste filter van peilbuis 309 binnen de contour van bronzone C1 (concentratie PER > 15.000 pg/l). Ter plaatse van het ondiepe filter (3-4 m-mv) en ook het diepe filter (15-17 m-mv) is echter nauwelijks VOCI aangetroffen (ondiep alleen PER boven de streefwaarde). Deze filters vormen dus de verticale afperking (zowel naar boven als naar beneden) van de interventiewaardecontour.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/1 0 1 09
2015
N U L M O N I T O R I N G
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E.O
TE
1 5
D R I E B E R G E N
Ter plaatse van peilbuis 402 (9-10 m-mv) zijn de gemeten VOCI concentraties hoger dan in 2014. Het betreft hier met name de concentraties aan PER (van 760 pg/l naar 1.200 pg/l). De gemeten concentratie ligt nog steeds tussen de interventiewaarde en IVo van de maximale wateroplosbaarheid, de peilbuis vormt daarmee de noordelijke zijwaartse afperking van bronzone C 1 . De concentratie aan PER ter plaatse van peilbuis 203 (2,7-3,7 m-mv) schommelt wat, en is vergelijkbaar met de waarde uit 1999. Ter plaatse van peilbuis 307 (8-10 m-mv) wordt PER aangetroffen in een concentratie van 3.900 pg/l. Dit is ruim boven V/o van de wateroplosbaarheid, maar wel ruim onder lO^o van de wateroplosbaarheid. Deze peilbuis ligt dus binnen de contour van bronzone C2. De benedenstroomse afperking van deze bronzone is hiermee niet exact in kaart gebracht, want de eerstvolgende stroomafwaartse peilbuis is 304 (3 dieptes), waar lage concentraties VOCI gemeten worden. In het middelste filter van 304 (20-22 m-mv) overschrijdt de concentratie PER ín 2015 net de interventiewaarde. In 2012 lag de concentratie nog ruim onder de interventiewaarde.
4.2.4
Pluim
Met de peilbuizen 301 (3 filters), 305 (3 filters), 401 (2,7-3,7 m-mv), 308 (2 filters) en 304 (3 filters) is de verontreiniging in alle richtingen afgeperkt. Ter plaatse van de genoemde peilbuizen zijn geen concentraties VOCI gemeten boven de interventiewaarde. Uitzondering daarop vormt het middelste filter van peilbuis 304, zie ook hierboven. Hier wordt de interventiewaarde net overschreden.
4.3
Interpretatie
In bijlage 2A zijn de diverse contouren aangegeven zoals ze op basis van de nieuwste meetresultaten bepaald zijn. Hieronder wordt de interpretatie van de nulmonitoring kort per bronzone besproken.
4.3.1
Bronzone B
Uit de resultaten van de nulmonitoring blijkt dat de concentraties in bronzone B zeer sterk fluctueren. Dit gebeurt onder invloed van residuaal puur product dat in deze zone aanwezig is, waardoor er geen evenwichtsituatie is en de concentraties in plaats en tijd sterk kunnen verschillen.
4.3.2
Bronzone C l
Bronzone C1 is met de geplaatste peilbuizen nader in kaart gebracht, zowel in het horizontale als in het verticale vlak.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2 / 1 01 0 9
2015
N U L M O N I T O R I N G
4.3.3
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E . O .
TE
D R I E B E R G E N
Bronzone C2
Het beeld van bronzone C2 dat uit de metingen in 2012 en 2014 naar voren kwam is met de huidige meetresultaten grotendeels bevestigd. Alleen blijkt de zone wat langer (in stroomafwaartse richting) dan vooraf aangenomen.
4.3.4
Pluim
De interventiewaardecontour is in alle richtingen ingekaderd. In stroomafwaartse richting treedt, zoals verwacht, verspreiding op. De meest stroomafwaartse peilbuis vormt nu de grens van de interventiewaardecontour.
B I O C L E A R
MAART
BV
P R O J E C T C O D E
2 0 1 4 4 9 2 2/ 1 0 1 09
2015
Hoofdstuk 5 Conclusies 8Í Aanbevelingen
N U L M O N I T O R I N G
5.1
S A N E R I N G
T R A A I J
153F
E
O
TE
D R I E B E R G E N
1 8
Conclusies
Met deze monitoringsronde is de nulsituatie voor aanvang van de sanering vastgelegd. De bronzone C1 is nader ingekaderd, waardoor de sanering met voldoende detail gedimensioneerd kan worden.
5.2
Aanbevelingen
In het saneringsplan is een sanering uitgewerkt die uitgaat van chemische oxidatie in de bronzone. In de pluim (grondwater) vindt geen afbraak van de aanwezige PER plaats. Stabilisatie van de pluim is dus gebaseerd op wegnemen van de naleverende bron en vervolgens verdunning. Omdat de interventiewaardecontour zich inmiddels ter plaatse van de meest stroomafwaartse peilbuis bevindt, wordt aanbevolen voor de volgende monitoringsronde een nieuwe peilbuis te plaatsen, verder stroomafwaarts en op dezelfde diepte (20-22 m-mv).
B I O C L E A R
BV
P R O J E C T C O D E
MAART 2 0 1 4 4 9 2 2 / 1 0 1 0 9
2015
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Resultatentabel nulmonitoring Bovenaanzicht verontreinigingsituatie Boorstaten nieuw geplaatste peilbuizen Veldwerkverslagen Analysecertificaten
Bijlage 1
Resultatentabel nulmonitoring
8
5
ļ » ğ
10
s
IN
ui
8
8
ÏN
O
İ ĥ a a
i
s »
CN
8
V
O
to
en oî ÍN
8 ÍN
5-
s
i
é1I î
S 2 g
ID
i
i L
i
s tv
8
CM
CO (D C O O
O
UI
ī
5 O)
tfl
î î i V
2
í
1
n
o
ÍS Ww i' M
0
1
CM
f
O
r
s
v
ÍN
.
O
10
O w
ÍM
r
in
o
©
V
in
en
to
(O
ÍN
I
ÍN
C CM M
8 (0
CM
s
to CM
OJ
3
Ui
s
1 5
ŬJ
2L 1
ÉI ŭ ? «
O
Ē
S
s
O
«
i
(O
(O
CN «O
O
CM O
O
(N O
O
10
8
fN
UJ
rÍ-N~ ui IN
m
s
ÍN
IA ÍN
fN
en O
Ui
(O
Oî
Oî
O
1 1
s
s
?
ī IP
in
o
CN
O
8
(O
CM
ID
r-
CM
CM
8
(O
8
O)
CN
CM
8 ĩ
:
«5
CN
ÍN
ÍN
O)
CM O
s(0
If)
ÍN
00
1
1
CM
ÍN
00 «Ti
I ra o
IN
8.
1
I
Bijlage 2
Bovenaanzicht verontreinigingsituatie
(/I
: Cl
ro ro
e roo
fN
î
in
ro fN
m
ro
ro
ro
en fN
co
0»
CN
00 fO CU CD
oo ro
ro «5
rs
4)
3-
O
c o
SP e
«
a
ro ro
g Lfl
o o ro
LO
00
aft
Bijlage 3
Boorstaten nieuw geplaatste peilbuizen
Boring:
Boring:
202-1
Datum:
Datum:
GWS:
GWS:
211-1
2anű, matta tįn, humeus, Edelmanbooi
Zand, matig tin, humeus, Edelmanboor
É
Zand, matig lijn. zwak siltig, lichtbruin. Edelmanboor, sitige laagjes
Zand, matig fijn, zwak sUtig. lichtbruin. Edeimanrxxn, sitige
Projectcode: 20144759
Opdrachtgever: Bioclear
Datum: 14-01-2015
Boring:
304
Boring:
307
X:
X: Y Datum:
16-01-2015
Datum:
14-01-2015
GWS:
200
GWS:
230
I soil
Edermanooor. legate
Zand matiŭ tin, zwak sttg, maũg humeus, wo ft ets (matig), donkerbruin. Edelmanboor Zand, matig lijn. zwak giftig, zwak humeus. wortels (resten;, donkerbruin. Edelmanboor
Zand, matig fįn, zwak sirtig humeus, wortels (resten), puan (zwak), donkertinjin, Edelmanooor
200-ihP.
Zand, matig iţn, zwak sirtig roest (sterk), ictn roodgeel. Edelmanboor
Zand, matig fļn. zwak sübg. ktei (laaŭjesl.fcchtbrum beige Edelmanboor
Zand. matig tiįn. zwak sitjg, gnnd (laagtes), ketri twumbeige. Edelmanboor
bint,]ķļsooļ .;
Zand. matig grol. zwak sirijg. gnnd (matig), lichi oruinbeige, Edelmanboor
"OOO"
Zand, maog grol, zwak sirtig gmo (matig), kent beigegnjs, EĞetmanboor
2000205021002150220022502300235024002450250025502600265027002750r-2800 ^850 ^2900 -f2950Zand, matig grof. zwak sirtig. zwak grindig. roest (matig), kent i Sonic Drit
Projectcode: 20144759
Opdrachtgever: Bioclear
Datum: 14-01-2015
Boring:
308
X: Datum: GWS:
15-01-2015 210
Boring:
309
X: Y: Datum
16-01-2015
GWS:
150
Zand, matig (in, zwak Eifba. matig humeus, wortels (resten), donker zwartbruin, Eflelmanboor
Uiitàa
Zand, matigfijn,zwak siltig, grind (sporen), licht bruinbeige. Edelmanboor
Puin (volledig), Edefcnanboor Zand, matig lijn. zwak siltig, lichtbruin. Edelmanboor
• ooZand. matig lijn. zwak sirtig. zwak humeus. donkerbruin. Edelmanboor
Zand. matig Iļn. zwak sirtig, roest (zwak), licht beigebruin, Edelmanboor
Zand, matig tan, zwak siltig. klei (laagjes), kcht bruinbeige, Edelmanboor
Zand, matig ftin. zwak siltig. grind (laagtes), licht bekjebrum. Edelmanboor -
-"O -OKŕÒ-O I ••OO-
•oo
Zand, matig grol. zwak siľng, grind (matig), licht bruinbeige, Edelmanboor
Si 250 -S *13C
C1400
y
O o O'550
: OOO" 1700 E j o o -
Zand. matig grot. zwak sirtig. grind (matig), kcht grijsbruin, Edelmanboor
1750
Zand. matig 'ijn. zwak siltig. klei (laagjes), licht grijsbruin Edelmanboor
2000-
Zand, matig grol, zwak siltig, roest (laagjes), grind (laagjes), kchi beigebruin. Edelmanboor
2050210021502200-
Zand. matig grot. zwak sirtig. grind (sporen), kcht bruinbeige. Edelmanboor
2250 2300 2350 2400 2450
Zand. matig grot. zwak siltig, grind (zwak), lichtgnjs, Edelmanboor )"-0
)ZB5C
Zand. matig grot. zwak sirtig, grind (sporen), licht beigebruin Edelmanboor
•o-o--.
Zand. matig grot. zwak sirtig. klei (brokken), kcht bruinbeige. Edelmanboor
Projectcode: 20144759
Opdrachtgever: Bioclear
Datum: 14-01-2015
Boring:
Boring:
309A
X: Datum. GWS:
310
X: 16-01-2015 150
Datum.
14-01-2015
GWS:
190
Zand, matig tşn zwak sirrjg. matig humeus. pum (sporen l. i. Edeknanboor
Puii ţvoBedig), EdelmanPoor
^100-11 ^ 150ZanrJ, matig tįn, zwak srtŭg zwak humeus, donkerbruin, \ EďelmanĎooi rM300-ī >O O o o dj )oo o o d.
Zand, matig Itin, zwak sirtig, lichtDruin, Sonic Drill, siltige laagjes
^200250300-
M700
Projectcode: 20144759
Opdrachtgever: Bioclear
Datum: 14-01-2015
Boring:
311
Datum: GWS:
Opmerking Edelmanboor. legal Zand, matig fįn, zwak sirtig, matig humeus. baksleen (zwak), donker zwartbruin. Edelmanboor
Zand. matig (in, zwak sütìg. roest (zwak), licht beigegrijs. Edelmanboor
Zand, matig lijn, zwak sirtig, klei (laagjes), licht beigebruin. Edelmanboor
Zand. matig 'Ijn. zwak sirtig. grind (zwak), licht bruinbeige. Edelmanboor
SS "Å\
É SS*
•Oo
"él
!
Projectcode: 20144759
Opdrachtgever: Bioclear
Datum: 14-01-2015
Bijlage 4
Veldwerkverslagen
Veldwerkrapportage conform BRL SIKB 2000 (versie 2)
(bípcìlear Projectcode
20144922
Datum bemonstering Projectnaam Project identificatie
Bemonsterd door
26-jan-15 Driebergen In het werkplan wordt de achtergrond van het milieukundig onderzoek toegelicht.
L. C Cappon
Gekwalificeerd veldwerker
Ja/Nee
N. Hofman
Gekwalificeerd veldwerker
Ja/Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja / N e e
Bemonsterlngstljd
tstart^ 8:15
Afwijkingen
De apparatuur is geijkt voor aanvang van de werkzaamheden
Ja/Nee
De bemonstering Is volgens het werkplan uitgevoerd:
Ja/Nee
Alle relevante gegevens voor de monitoring zijn genoteerd
Ja/Nee
De peilbuizen zijn bemonsterd conform de richtlijnen NENS744.
Ja/Nee
telnd* 12:00
Omschrijving andere afwijkingen: Zie opmerklngenveld monsterformulier
Gezien en akkoord door projectleider. Naam, datum en handtekening:
f f t L^J^^^C
^
2
) ö
^O
De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens VKB protocol 2002
Locatie omschrijving
l 5"
*
^
^^T/M''' '
De locatie is dus danig ingericht dat er veilig gewerkt kan worden
Ja/Nee
De locatie is bij beëindiging van de werkzaamheden achtergelaten zoals deze is aangetroffen
Ja/Nee
De monsternemer verklaard dat hij onafhankelijk van de opdrachtgever het veldwerk heeft uitgevoerd conform de eisen van het BRL SIKB2000 en de daarbij horende protocollen. Naam gekwalificeerde veldwerker en handteken;
L
C-
Ja/Nee
ĹCKfp
Certificaat nummer veldwerker: VB-077/1
Veldwerkrapportage conform BRL SIKB 2000 (versie 2)
(bļöblear Projectcode
20144922
Datum bemonstering
14-jan-15
Projectnaam Project identificatie
Bemonsterd door
Driebergen tn het werkplan wordt de achtergrond van het milieukundig onderzoek toegelicht,
L C . Cappon
Gekwalificeerd veldwerker
Ja/Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja
f Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja
1 Nee
Bemonsteringstljd
1513(1=7:30 uur
te!nd= 15:00 uur
Afwijkingen
De apparatuur is geijkt voor aanvang van de werkzaamheden
Ja/Nee
De bemonstering is volgens het werkplan uitgevoerd:
Ja/Nee
Alle relevante gegevens voor de monitoring zijn genoteerd
Ja/Nee
De peilbuizen zijn bemonsterd conform de richtlijnen NEN5744.
Ja/Nee
Omschrijving andere afwijkingen: n.v.t.
Gezien en akkoord door projectielder. Naam, datum en handtekening:
\\ \ Ļ ^ \
w
]
^
r
jÇjļ ļ (
2
De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens VKB protocol 2002
Ja/Nee
Locatie omschrijving
De locatie is dus danig ingericht dat er veilig gewerkt kan worden
Ja/Nee
De locatie is bij beëindiging van de werkzaamheden achtergelaten zoals deze is aangetroffen
Ja/Nee
De monsternemer verklaard dat hij onafhankelijk van de opdrachtgever het veldwerk heeft uitgevoerd conform de eisen van het BRL SI KB2000 en de daarbij horende protocollen. Naam gekwalificeerde veldwerker en handtekening
Certificaat nummer v e l d w e r k e r :
VB-077/1
Veldwerkrapportage conform BRL SIKB 2000 (versie 2)
bioclear Projectcode
20144922
Datum bemonstering Projectnaam Project Identificatie
Bemonsterd door
15-Jan-15 Driebergen In het werkplan wordt de achtergrond van het milieukundig onderzoek toegelicht
Gekwalificeerd veldwerker
L.C. Cappon
Ja/Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja
i Nee
Gekwalificeerd veldwerker
Ja
i Nee
Bemonsteringstijd
tstarts 7:30 uur
teind= 16:30 uur
Afwijkingen
De apparatuur is geijkt voor aanvang van de werkzaamheden
Ja/Nee
De bemonstering is volgens het werkplan uitgevoerd:
Ja/Nee
Alle relevante gegevens voor de monitoring zijn genoteerd
Ja/Nee
De peilbuizen zijn bemonsterd conform de richtlijnen NEN5744.
Ja/Nee
Omschrijving andere afwijkingen: n.v.t.
Gezien en akkoord door projectielder. Naam, datum en handtekening:
{ f ]
--
, ^
1 l ļ ? ( ) [ S
,
À
De werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens VKB protocol 2002
Ja/Nee
Locatie omschrijving
De locatie is dus danig ingericht dat er veilig gewerkt kan worden
Ja/Nee
De locatie Is bij beëindiging van de werkzaamheden achtergelaten zoals deze is aangetroffen
Ja/Nee
De monsternemer verklaard dat hij onafhankelijk van de opdrachtgever het veldwerk heeft uitgevoerd conform de eisen van het 8RLSIKB2000 en de daarbij horende protocollen. Naam gekwalificeerde veldwerker en handtekening
Certificaat nummer v e l d w e r k e r : VB-077/1
Bijlage 5
Analysecertificaten
eurofins — analytico
B i o c l e a r BV T.a.v. Marloes Luitwieler Postbus 2262
9704 CG GRONINGEN
Analysecertificaat Datum: 2 1 - 0 1 - 2 0 1 5
Hierbij o n t v a n g t u de r e s u l t a t e n van h e t n a v o l g e n d e l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k . Certificaatnummer/Versie
2015004173/1
Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Uw ordernummer 14-01-2015
Monster(s) ontvangen
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d . De g r o n d m o n s t e r s w o r d e n t o t 6 w e k e n na datum o n t v a n g s t b e w a a r d e n w a t e r m o n s t e r s t o t 2 w e k e n na datum o n t v a n g s t . Zonder t e g e n b e r i c h t w o r d e n de m o n s t e r s n a d i e n a f g e v o e r d . I n d i e n d e m o n s t e r s l a n g e r b e w a a r d d i e n e n t e blijven v e r z o e k e n wij U dit e x e m p l a a r u i t e r l i j k 1 w e e k voor a f l o o p van de s t a n d a a r d b e w a a r p e r i o d e o n d e r t e k e n d a a n o n s t e r e t o u r n e r e n . Voor de k o s t e n van h e t l a n g e r b e w a r e n van m o n s t e r s v e r w i j z e n wij n a a r de p r i j s l i j s t .
Bewaren tot: Datum:
Handtekening:
Naam:
Wij v e r t r o u w e n erop uw o p d r a c h t hiermee n a a r v e r w a c h t i n g t e h e b b e n u i t g e v o e r d , mocht U n a a r a a n l e i d i n g van dit a n a l y s e c e r t i f i c a a t nog v r a g e n h e b b e n v e r z o e k e n wij U c o n t a c t op t e nemen met de a f d e l i n g Verkoop e n Ĥdvies.
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , E u r o f i n s Ĥnalytico B.V.
I n g . Ĥ. V e l d h u i z e n T e c h n i c a l Manager
Eurofins Rnalytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 é
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 (S3 0 0
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 2 2 7 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d d o o r
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 é 3 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n D e p . LNE),
P.O. Box 4 5 9
E - m a i l i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l KvK No.
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
IBĤN:
09088623
NL71BNPĤ0227924525
B I C : BNPĤNL2Ĥ
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD) e n d o o r d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
sfj eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
14-01-2015
Rapportagedatum
21-01-2015/09:04
Bijlage
Ĥ,B,C
Pagina
1/2
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Water (ĤS3000)
i
Eenheid
Rnalyse
2
2015004173/1
4
3
5
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n s s
Dichloormethaan Trichloormethaan
pg/L
«.20
«.20
ug/l
«.20
«.20
25 « 0
s
Tetrachloormethaan
pg/i
«.10
«.10
K10
s
Trichlooretheen
pg/L
0.95
1.6
52
s
Tetrachlooretheen
pg/i
220
77
31000
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
« 0
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
« 0
s
1,1,1-Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
•ao
s
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
•ao
pg/L
«.10
2.8
72
s s
cis
1,2-Dichlooretheen
trans 1,2-Dichlooretheen CKW (som)
s
Vinylchloride
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r
0,7
pg/L
«.10
pg/L
220
pg/L
«.10
pg/L
0.14
«.10 81 «.10 2 )
2.8
•ao
1)
O
1)
O O 1)
1)
«.20
«.20
«.20
«.20
«.10
«.10
7.5
8.6
100
38
«.20
«.20
«.20
«.20
«.10
«.10
«.10
«.10
14
9.9
«.10
«.10
120
56
31000 a o
O
«.10
3.0
14
10.0
79
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
1
4922.001-200 (3,1-4,1)
14-Jan-2015
Monster nr. 8425092
2
4922.002-201 (2,7-3,7)
14-Jan-2015
8425093
3
4922.003-202 (2,9-3,9)
14-Jan-2015
8425094
4
4922.004-203 (2,7-3,7)
14-Jan-2015
8425095
5
4 9 2 2 . 0 0 5 - 2 1 0 (3-4)
14-Jan-2015
8425096
Q: door RvĤ g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g Ĥ: ĤP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Eurofins Analytico D.V.
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d .
Gildeweg 4 4 - 4 4
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2004 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax + 31 ( 0 ) 3 4 242 43 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B01
TŨV e n e r k e n d door h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBĤN: N L 7 1 B N P Ĥ 0 2 2 7 9 2 4 S 2 S
09088623
B I C : BNPĤNL2Ĥ
e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA LŨ10
— analytico'
Analysecertificaat 2015004173/1
Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
14-01-2015
Rapportagedatum
21-01-2015/09:04
Bijlage
Ĥ,B,C
Pagina
2/2
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Water (ĤS3000)
Eenheid
Rnalyse
7
6
8
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n s s
Dichloormethaan
25
pg/L
Trichloormethaan
pg/L
« 0
1)
KÍ0
1)
« « «
20
«.20
20
«.20
10
«.10
20
27
s
Tetrachloormethaan
s
Trichlooretheen
pg/L
35
s
Tetrachlooretheen
pg/L
41000
•(0 10
1200
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
« 0
1)
•(0 20
«.20
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
« 0
1)
•(0 20
«.20
1)
« «
10
«.10
10
«.10
•(0 10
6.5
pg/L
s
1,1,1-Trichloorethaan
pg/L
a o
s
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
a o
s
cis
pg/L
170
s
1,2-Dichlooretheen
trans 1,2-Dichlooretheen
a o
pg/L
O
«
10
0.14 1200
42000
CKW (som)
pg/L
s
Vinylchloride
pg/L
a o
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r
pg/L
180
0,7
1)
1)
«.10 0 14
«.10 5 )
6.7
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
6
4922.006-211 (3-4)
14-Jan-2015
8425097
7
4922.007-301 (7-9)
14-Jan-2015
8425098
8
4922.018-402(9-10)
14-Jan-2015
8425099
., WSHrį e
Q: door RvR g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g fl: RP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g
5v*
Eurofins Analytico B.V.
S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l worden g e r e p r o d u c e e r d .
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 «3 00
BNP P a r i b a s S.H. 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2004 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax + 31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 63 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBĤN: N L 7 1 B N P A 0 2 2 7 9 2 4 S 2 5
09088623
B I C : BNPĤNL2Ĥ
en door d e o v e r h e d e n van F r a n k r i j k en Luxemburg (MEV).
Monster nr.
Akkoord Pr.coörd.
GW TESTEN RvA L 0 1 0
-*fi eurofins — analytico
Bijlage (R) m e t d e e l m o n s t e r i n f o r m a t i e behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 4 1 7 3 / 1 Pagina Monster nr. 8425092
Boornr
Omschrijving
Van
4922.001-200(3,1-4,1)
Tot
Barcode 1
8425092
0680093956
8425092
0680093956
8425093
4922.002-201 (2,7-3,7)
2
8425093
0680093959
8425093
0680093959
8425094
4922.003-202 (2,9-3,9)
3
8425094
0680093975
8425094
0680093975
8425095
4922.004-203 (2,7-3,7)
4
8425095
0680093965
8425095
0680093965
8425096
4922.005-210 (3-4)
5
8425096
0680093966
8425096
0680093966
8425097
4922.006-211 (3-4)
6
8425097
0680093964
8425097
0680093964
8425098
4922.007-301 (7-9)
7
8425098
0680093970
8425098
0680093970
8425099
Monsteromschrijving 4922.001-200(3,1-4,1)
4922.002-201 (2,7-3,7)
4922.003-202(2,9-3,9)
4922.004-203(2,7-3,7)
4922.005-210 (3-4)
4922.006-211 (3-4)
4922.007-301 (7-9)
4922.018-402 (9-10)
4922.018-402 (9-10)
8425099
0680093973
8425099
0680093973
Eurofint Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 (0)34 242 63 00
BNP P a r i b a s S . R . 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VRT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD)
3770 ĤL B a r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
IBRN: N L 7 1 B N P R 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5
09088623
B I C : BNPĤNL2A
e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
1/1
eurofins — analytico'
Bijlage ( B ) m e t o p m e r k i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 4 1 7 3 / 1 Pagina 1/1 Opmerking 1) R a p p o r t a g e g r e n s verhoogd t . g . v . verdunning m o n s t e r .
Opmerking 2 ) De t o e t s w a a r d e van de som is gelijk a a n de sommatie v a n 0 , 7 * R G
Eurofins Ĥnolytico B.V. Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 63 00
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 2 2 7 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2004 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax + 31 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TŰV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (OVĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
3 7 7 0 ĤL B a r n e v e l d NL S i t e w w w . e u r o f i n s . n l
KvK No.
09088623
IBRN: N L 7 1 B N P Ĥ 0 2 2 7 9 2 4 5 2 S B I C : BNPĤNL2Ĥ
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
•*fi eurofins — analytico
Bijlage (C) m e t
m e t h o d e v e r w i j z i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 4 1 7 3 / 1 Pagina
Hnalyse
Methode
Techniek
Methode referentie
VOCI (11)
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
DiClEtheen som HS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
Eurofin» Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 Í
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP P a r i b a s S.R. 227 9 2 4 S 25
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 í 3 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . S 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (OVAM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
[email protected]
KvK No.
3 7 7 0 ĤL B a r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
IBĤN: NL71BNPĤ0227924525
09088Í23
B I C : BNPĤNL2Ĥ
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) e n door de o v e r h e d e n van F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
1/1
ŝfi eurofins — analytico"
Bioclear BV T . a . v . Henk Groenewold P o s t b u s 2262 9704 CG GRONINGEN
Analysecertificaat Datum:
28-01-2015
Hierbij o n t v a n g t u de r e s u l t a t e n van h e t n a v o l g e n d e l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k . Certificaatnummer/Versie Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r Uw p r o j e c t n a a m
2015004550/1 20144922 Driebergen
Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
15-01-2015
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d . De g r o n d m o n s t e r s w o r d e n t o t 6 w e k e n na datum o n t v a n g s t b e w a a r d en w a t e r m o n s t e r s t o t 2 w e k e n na datum o n t v a n g s t . Zonder t e g e n b e r i c h t w o r d e n de m o n s t e r s n a d i e n a f g e v o e r d . I n d i e n de m o n s t e r s l a n g e r b e w a a r d d i e n e n t e blijven v e r z o e k e n wij U dit exemplaar uiterlijk 1 w e e k voor a f l o o p van de s t a n d a o r d b e w a a r p e r i o d e o n d e r t e k e n d a a n ons t e r e t o u r n e r e n . Voor de k o s t e n van h e t l a n g e r b e w a r e n van m o n s t e r s verwijzen wij n a a r de p r i j s l i j s t .
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij v e r t r o u w e n erop uw o p d r a c h t hiermee n a a r v e r w a c h t i n g t e h e b b e n u i t g e v o e r d , mocht U n a a r a a n l e i d i n g van dit a n a l y s e c e r t i f i c a a t nog v r a g e n h e b b e n v e r z o e k e n wij U c o n t a c t op t e nemen met de a f d e l i n g Verkoop e n Ĥdvies.
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , E u r o f i n s Ĥnalytico B.V.
I n g . Ĥ. V e l d h u i z e n T e c h n i c a l Manager
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 4
T e l . +31 ( 0 ) 3 4
2 4 2 43 0 0
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 2 2 7 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
F a x + 3 1 (0)34
2 4 2 63 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n D e p . LNE),
P.O. Box 4 5 9 3 7 7 0 ĤL B a r n e v e l d NL
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l sitewww.eurofins.nl
KvK No.
09088623
IBĤN: NL71BNPĤ0227924525 B I C : BNPĤNL2Ĥ
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD) e n door d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
«3 eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
16-01-2015
Rapportagedatum
28-01-2015/14:50
Bijlage
Ĥ,B,C
Pagina
1/2
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Waterbodem
(ĤS3000)
Eenheid
Hnalyse
2015004550/1
2
i
4
3
5
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n
s
Dichloormethaan
pg/L
•(0.20
«.20
«.20
s
Trichloormethaan
pg/L
•(0.20
«.20
«.20
s
Tetrachloormethaan
pg/L
•(0.10
«.10
«.10
s
Trichlooretheen
pg/L
•(0.20
50
1.6
500
«.10
s
Tetrachlooretheen
pg/L
•(0.10
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
«.20
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
«.20 «.10
s
1,1,1 -Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
s
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
«.10
s
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
«.10
19
0.48
s
trans 1,2-Dichlooretheen
pg/L
«.10
«.10
«.10
CKW (som)
pg/L
KI.6
570
2.1
pg/L
«.10
1.5
«.10
pg/L
0.14
19
0.55
« « «
20
«.20
20
«.20
10
«.10
0 59
0.73
« « « « « « «
10
20
20
«.20
20
«.20
10
«.10
10
«.10
10
1.4
10
«.10 22
Kí.6
«
s
Vinylchloride
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
1
4922.013-303(26-28)
15-Jan-2015
8426118
2
4922.011-303 (13-15)
15-Jan-2015
8426119
3
4922.012-303(17-19)
15-Jan-2015
8426120
4
4922.010-302 (26-28)
15-Jan-2015
8426121
5
4922.014-304 (8-10)
15-Jan-2015
8426122
0,7
»
«.10
10
0 14
0
1.5
Monster nr.
Q: door Rvfl g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g R: RP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g S: RS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Eurofìn* Analytico B.v.
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d .
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP P a r i b a s S.R. 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥnalytico B.V. is 150 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 63 99
VRT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (0VRH e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBRN: N L 7 1 B N P R 0 2 2 7 9 2 4 S 2 5
09066623
B I C : BNPRNL2R
e n door de o v e r h e d e n van F r a n k r i j k en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L 0 1 0
J eurofins — analytico
Analysecertificaat 2015004550/1
Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
16-01-2015
Rapportagedatum
28-01-2015/14:50
Bijlage
Ĥ,B,C
Pagina
2/2
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Waterbodem
(ĤS3000)
Eenheid
Analyse
9
8
7
6
10
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n Dichloormethaan
pg/L
Q
Dichloormethaan
pg/L
s
Trichloormethaan
pg/L
Q
Trichloormethaan
pg/L
s
Tetrachloormethaan
pg/L
Q
Tetrachloormethaan
pg/L
S
•(0.20
«.20
«.20
«.20
«.20
«.20
Q
Trichlooretheen
pg/L
s
Trichlooretheen
pg/L
Q
Tetrachlooretheen
pg/L
s
Tetrachlooretheen
pg/L
44
0.13
«.10
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
«.20
Q.
1,1-Dichloorethaan
pg/L pg/L
Q
1,2-Dichloorethaan
s
1,2-Dichloorethaan
s
1,1,1-Trichloorethaan
Q
1,1,1 -Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
«.10
«.10
20
«.10
6500
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
0.30
0.24
«.20
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
pg/i
«.20
«.20
«.20
pg/L
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
s
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
Q
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
Q
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
16
«.10
0.34
«.10
16
«.20
s
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
Q
trans
pg/L
s
trans 1,2-Dichlooretheen
pg/L
Q
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (som)
pg/L
CKW (som)
pg/L
Q
CKW (som)
pg/L
s
Vinylchloride
pg/L
Q
Vinylchloride
pg/i
s
1, 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r
1,2-Dichlooretheen
0,7
«.10
«.10
0.60
«.10
«.10
«.10
44
•(1.6
«.10
«.10
0.14
pg/L
KI.6
0
0.14
4300
0.47
«.10
«.10
0
0.67
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
6
4922.015-304 (20-22)
15-Jan-2015
8426123
7
4922.016-305 (17-19)
15-Jan-2015
8426124
8
4922.017-306(24,7-25,7)
15-Jan-2015
8426125
9
4922.008-302(8-10)
15-Jan-2015
8430387
10
4922.009-302(17-19)
15-Jan-2015
8430388
..erts**
Q: door RvĤ g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g
Akkoord
Ĥ: ĤP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g
Pr.coörd.
S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Eurofins Rnalytico B.V.
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l worden g e r e p r o d u c e e r d .
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . + 31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B o r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VĤT/BTW No. NL 6 0 4 3 . 1 4 . « 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 S 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD)
3 7 7 0 ĤL B o r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
IBĤN: N171BNPĤ0227924525
09088623
B I C : BNPĤNL2H
Monster nr.
e n door de o v e r h e d e n v a n Frankrijk e n Luxemburg (MEV).
GW TESTEN RvA LŨ10
^ eurofins — analytico'
Bijlage (R) m e t d e e l m o n s t e r i n f o r m a t i e behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 4 5 5 0 / 1 Pagina Monster nr. 8426118
Boornr
Omschrijving
Van
4922.010-302 (26-28)
8426118 8426119
Tot
Barcode 003
4922.011-303 (13-15)
004 0680096780
8426119
0680096780 4922.012-303 (17-19)
8426120 8426121
005
4922.010-302 (26-28)
006 0680096781
8426121
0680096781 4922.014-304 (8-10)
8426122 8426123
007
4922.015-304 (20-22)
008
4922.010-302 (26-28)
4922.014-304 (8-10)
4922.015-304(20-22)
0680093972 4922.016-305(17-19)
009
8426124
0680093961
8426124
0680093961
8426125
4922.012-303(17-19)
0680093968
8426123 8426124
4922.011-303 (13-15)
0680096774
8426121
8426122
4922.013-303 (26-28)
0680096773
8426119
8426120
Monsteromschrijving
4922.017-306 (24,7-25,7)
010
4922.016-305 (17-19)
4922.017-306 (24,7-25,7)
8426125
0680093963
8430387
0680093962
4922.008-302(8-10)
8430388
0680093971
4922.009-302(17-19)
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . + 31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP P a r i b a s S . R . 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fox +31 ( 0 ) 3 4 242 6 3 99
VRT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 6 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (OVflM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
[email protected]
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL S i t e w w w . e u r o f i n s . n l
KvK No. 0 9 0 8 8 6 2 3
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD)
IBRN: N L 7 1 B N P R 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5
e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k en Luxemburg (MEV).
B I C : BNPĤNL2Ĥ
1/1
eurofins — analytico
Bijlage (B) m e t opmerkingen behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 4 5 5 0 / 1 Pagina Opmerking 1) De t o e t s w a a r d e van de som is gelijk a a n de sommatie van 0 , 7 * R G
Eurofins Rnalytico B.V. Gildeweg 4 4 - 4 4
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 4 3 00
BNP P a r i b a s S.R. 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 43 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B O 1
TÜV e n e r k e n d door h e t V l a a m s e G e w e s t (OVRM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I H ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBRN: N L 7 1 B N P R 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5
09088623
B I C : BNPRNL2R
e n door de o v e r h e d e n v a n Frankrijk en Luxemburg (MEV).
1/1
«3 eurofins — analytico
Bijlage (C) m e t
m e t h o d e v e r w i j z i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 4 5 5 0 / 1 Pagina
Rnalyse
Methode
Techniek
Methode referentie
VOCI ( 1 1 )
W0254
HS-GC-MS
Cf. NEN-EN-ISO
VOCI (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Eigen methode (NEN-ISO 2 2 1 5 5 )
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
DiClEtheen som HS3000
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
10301
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 4
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 « 3 00
BNP P a r i b a s S . Ĥ . 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Ĥnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2004 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
F a x + 3 1 ( 0 ) 3 4 242 «3 99
VĤT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (OVĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
[email protected]
3 7 7 0 ĤL B a r n e v e l d NL S i t e w w w . e u r o f i n s . n l
KvK No.
09088423
IBĤN: N L 7 1 B N P Ĥ 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5 B I C : BNPĤNL2Ĥ
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k en Luxemburg (MEV).
1/1
•ji eurofins i
— analytico
Bioclear BV T . a . v . Marloes Luitwieler R o z e n b u r g l a a n 13 9704 CG GRONINGEN
Analysecertificaat Datum: 2 8 - 0 1 - 2 0 1 B
Hierbij o n t v a n g t u de r e s u l t a t e n v a n h e t n a v o l g e n d e l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k . Certificaatnummer/Versie
201S008192/1
Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
26-01-2015
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d . De g r o n d m o n s t e r s worden t o t 6 w e k e n na datum o n t v a n g s t b e w a a r d e n w a t e r m o n s t e r s t o t 2 w e k e n na datum o n t v a n g s t . Zonder t e g e n b e r i c h t worden de m o n s t e r s n a d i e n a f g e v o e r d . I n d i e n de m o n s t e r s l a n g e r b e w a a r d d i e n e n t e blijven v e r z o e k e n wij U dit e x e m p l a a r uiterlijk 1 w e e k voor a f l o o p van de s t a n d a a r d b e w a a r p e r i o d e o n d e r t e k e n d a a n o n s t e r e t o u r n e r e n . Voor de k o s t e n van h e t l a n g e r b e w a r e n van m o n s t e r s v e r w i j z e n wij n a a r de p r i j s l i j s t .
Bewaren tot: Datum:
Handtekening:
Naam:
Wij v e r t r o u w e n erop uw o p d r a c h t hiermee n a a r v e r w a c h t i n g t e h e b b e n u i t g e v o e r d , mocht U n a a r a a n l e i d i n g van dit a n a l y s e c e r t i f i c a a t nog v r a g e n h e b b e n v e r z o e k e n wij U c o n t a c t op t e nemen met de a f d e l i n g Verkoop e n Ĥdvies.
Met v r i e n d e l i j k e g r o e t , E u r o f i n s Ĥnalytico B.V.
I n g . Ĥ. V e l d h u i z e n T e c h n i c a l Manager
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 6 3 0 0
BNP P a r i b a s S . R . 2 2 7 9 2 4 5 2 5
E u r o f i n s Ĥ n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d d o o r
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 2 4 2 63 99
VRT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . Í 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d d o o r h e t V l a a m s e G e w e s t (0VRM e n D e p . LNE),
P.O. Box 4 5 9
E - m a i l i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l KvK No.
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
IBAN:
09088623
NL71BNPĤ0227924525
B I C : BNPĤNL2R
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD) e n d o o r d e o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
•lit eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
2015008192/1
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
26-01-2015
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Water (P.S3000)
Eenheid
Hnalyse
Rapportagedatum
28-01-2015/16:31
Bijlage
P,B,C
Pagina
1/3
2
i
4
3
5
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n
s
Dichloormethaan
pg/L
«.20
«.20
«.20
«.20
«.20
0.29
«.20
«.20
«.20
s
Trichloormethaan
pg/L
«.20
s
Tetrachloormethaan
pg/L
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
s
Trichlooretheen
pg/L
72
470
0.35
16
0.21
s
Tetrachlooretheen
pg/L
6000
18000
1.4
3900
0.83
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
«.20
«.20
«.20
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
«.20
«.20
«.20
s
1,1,1 -Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
«.10
«.10
«.10
s
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
0.14
0.53
«.10
«.10
«.10
s
cis
pg/L
200
990
0.17
s
t r a n s 1, 2 - D i c h l o o r e t h e e n
1,2-Dichlooretheen
11
«.10
pg/L
1.1
12
«.10
0.11
«.10
CKW (som)
pg/L
6200
20000
1.9
3900
•a.6
s
Vinylchloride
pg/L
1.5
60
«.10
0.42
«.10
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r 0 , 7
pg/L
200
1000
0.24
11
0.14
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
1
4 9 2 2 . 0 1 9 - 2 0 2 (7-8)
26-Jan-2015
8437289
2
4922.020-211 (7-8)
26-Jan-2015
8437290
3
4922.021-304 (29-31)
26-Jan-2015
8437291
4
4922.022-307 (8-10)
26-Jan-2015
8437292
5
4922.023-307 (15-17)
26-Jan-2015
8437293
Monster nr.
Q: door RvR g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g R: RP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g S: ĤS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Eurofins Analytico B.V.
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d .
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP Paribos S.R. 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 4 3 99
VĤT/BTW No. NL 6 0 4 3 . 1 4 . 8 8 3 . B01
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (0VRM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail í n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBĤN:
09088623 NL71BNPĤ0227924525
B I C : BNPRNL2R
e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
PÎÍ TESTEN RvA L 0 1 0
«ĩî* eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
2015008192/1
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
26012015
Rapportagedatum
28012015/16:31
Bijlage
H,B,C
Pagina
2/3
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia C appon
Monstermatrix
W a t e r ; Water (P.S3000)
Eenheid
Analyse
6
7
9
8
10
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n s
Dichloormethaan
pg/L
«.20
s
Trichloormethaan
pg/L
«.20
s
Tetrachloormethaan
pg/L
«.10
s
Trichlooretheen
pg/L
2.6
s
Tetrachlooretheen
pg/L
9.3
s
1,1 Dichloorethaan
pg/L
«.20
s
1,2Dichloorethaan
pg/L
«.20
s
1,1,1Trichloorethaan
pg/L
«.10
s
1,1, 2Trichloorethaan
pg/L
«.10
s
cis 1 , 2 D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
0.89
s
trans 1,2Dichlooretheen
pg/L
«.10
CKW (som)
pg/L
13
s
Vinylchloride
s
1 , 2 D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r
0,7
pg/L
«.10
pg/L
0.96
« « « «
20 20
« « « «
20
«.20
«.20
20
«.20
«.20
10
«.10
«.10
20
1700
«.20
10
0 12
47000
«.10
20
K0 20
«.20
«.20
0 23
K0 20
«.20
«.20
10
«
10
«.10
«.10
10
<0 10
0.45
«.10
10
<0 10
760
«.10
10
<0 10
3.9
«.10
•(1.6
<1.6
49000
« « « « « «
10 20
10
0 14 »
«
KI.6
10
8.6
«.10
0 14 »
760
0.14
1)
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
6
4922.024308 (1315)
26Jan2015
Monster nr. 8437294
7
4922.025308 (2830)
26Jan2015
8437295
8
4 9 2 2 . 0 2 6 3 0 9 (34)
26Jan2015
8437296
9
4922.027309(911)
26Jan2015
8437297
10
4922.028309(1517)
26Jan2015
8437298
Q: door RvR g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g fl: ĤP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g S: RS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l worden g e r e p r o d u c e e r d .
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 4 4 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP P a r i b a s S.R. 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VĤT/BTW No. NL t 0 4 3 . 1 4 . 8 S 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t V l a a m s e G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-maíl i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBRN:
09088623 NL71BNPR0227924525
B I C : BNPRNL2R
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD) e n door de o v e r h e d e n v a n Frankrijk e n Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L 0 1 Ũ
eurofins — analytico
Analysecertificaat Uw p r o j e c t / v e r s l a g n u m m e r
20144922
Certificaatnummer/Versie
2015008192/1
Uw p r o j e c t n a a m
Driebergen
Startdatum
26-01-2015
Rapportagedatum
28-01-2015/16:31
Bijlage
P..B.C
Pagina
3/3
Uw ordernummer Monsternemer
Lelia Cappon
Monstermatrix
W a t e r ; Water (ĤS3000)
Eenheid
Rnalyse
ii
12
Vluchtige organische h a l o g e e n k o o l w a t e r s t o f f e n
s
Dichloormethaan
pg/L
s
Trichloormethaan
s
Tetrachloormethaan
s
•(0.20
«.20
pg/L
0.27
«.20
pg/L
«.10
«.10
Trichlooretheen
pg/L
110
19
s
Tetrachlooretheen
pg/L
7300
9800
s
1,1-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
s
1,2-Dichloorethaan
pg/L
«.20
«.20
s
1,1,1-Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
s
1,1,2-Trichloorethaan
pg/L
«.10
«.10
s
cis 1 , 2 - D i c h l o o r e t h e e n
pg/L
860
12
s
trans 1,2-Dichlooretheen
pg/L
9.0
0.26
CKW (som)
pg/L
8200
9900
s
Vinylchloride
pg/L
18
1.3
s
1 , 2 - D i c h l o o r e t h e n e n (Som) f a c t o r 0 , 7
pg/L
870
13
Nr.
Monsteromschrijving
Datum monstername
Monster nr.
11 4 9 2 2 . 0 2 9 - 3 1 0 ( 8 - 9 )
26-Jan-2015
8437299
12
26-Jan-2015
8437300
4922.030-311(9-10)
Q: door RvR g e a c c r e d i t e e r d e v e r r i c h t i n g
Rkkoord
R: RP04 e r k e n d e v e r r i c h t i n g
Pr.coörd.
S: AS 3 0 0 0 e r k e n d e v e r r i c h t i n g Eurofint Analytico B.V.
Dit c e r t i f i c a a t mag u i t s l u i t e n d in zijn g e h e e l w o r d e n g e r e p r o d u c e e r d .
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 «3 00
BNP P a r i b a s S.A. 227 9 2 4 5 25
Eurofīns Ĥnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3 7 7 1 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VĤT/BTW No. NL S 0 4 3 . 1 4 . a 8 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t V l a a m s e G e w e s t (OVUM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
E-mail i n f o - e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBAN: N L 7 1 B N P Ĥ 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5
0906S423
B I C : BNPRNL2R
e n door de o v e r h e d e n van F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
FZ TESTEN RvA L010
eurofins — analytico
Bijlage (fl) m e t d e e l m o n s t e r i n f o r m a t i e behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 8 1 9 2 / 1 Pagina Monster nr.
Boornr
Omschrijving
Van
Barcode 1
8437289 8437289
Tot
4 9 2 2 . 0 1 9 - 202 (7-8)
8437290
2 0680096729
8437291
4922.021-304 (29-31)
3
8437291
4 9 2 2 . 0 2 1 - 304 ( 2 9 - 3 1 )
0680097133
8437292
4 9 2 2 . 0 2 2 - 307 ( 8 - 1 0 )
4
4 9 2 2 . 0 2 3 - 307 ( 1 5 - 1 7 )
8437293 8437294
4 9 2 2 . 0 2 4 - 308 ( 1 3 - 1 5 )
4 9 2 2 . 0 2 5 - 308 ( 2 8 - 3 0 )
4 9 2 2 . 0 2 6 - 309 ( 3 - 4 )
4 9 2 2 . 0 2 7 - 309 ( 9 - 1 1 )
4 9 2 2 . 0 2 8 - 309 ( 1 5 - 1 7 )
4922.024-308 (13-15)
7
4922.025-308 (28-30)
8
4 9 2 2 . 0 2 6 - 3 0 9 (3-4)
9
4922.027-309 (9-11)
10
4922.028-309 (15-17)
0680096764 4 9 2 2 . 0 2 9 - 310 ( 6 - 9 )
8437299 8437300
6
0680096727
8437298 8437299
4922.023-307 (15-17)
0680096733
8437297 8437298
5
0680097132
8437296 8437297
4922.022-307 (8-10)
0680097128
8437295 8437296
4922.021-304 (29-31)
0680096728
8437294 8437295
4922.020-211 (7-8)
0680096726
8437292 8437293
4922.019-202 (7-8)
0680096723
4 9 2 2 . 0 2 0 - 211 ( 7 - 8 )
8437290
Monsteromschrijving
11
4922.029-310 (8-9)
0680096725 4 9 2 2 . 0 3 0 - 311 ( 9 - 1 0 )
8437300
12
4922.030-311 (9-10)
0680097122
Eurofin» Analytico B.v.
Gildeweg 4 4 - 4 6
T e l . + 31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP Poribos S . Ĥ . 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s Hnalytico B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
F a x + 3 1 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VĤT/BTW No. NL 6 0 4 3 . 1 4 . 8 6 3 . B 0 1
TÜV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (0VĤM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
[email protected]
3 7 7 0 ĤL B a r n e v e l d NL S i t e w w w . e u r o f i n s . n l
KvK No. 0 9 0 8 8 6 2 3
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-0WD)
IBĤN: N L 7 1 B N P Ĥ 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5
e n door de o v e r h e d e n v a n F r a n k r i j k e n Luxemburg (MEV).
B I C : BNPĤNL2Ĥ
1/1
f»* eurofins — analytico'
Bijlage (B) m e t opmerkingen behorende bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 8 1 9 2 / 1 Pagina Opmerking 1) De t o e t s w a a r d e van de som is gelijk a a n de sommatie van 0 , 7 * R G
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 4 4 4 4
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 63 00
BNP Paribos S.R. 227 9 2 4 5 25
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2004 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
Fax +31 ( 0 ) 3 4 242 63 99
VRT/BTW No. NL « 0 4 3 . 1 4 . 6 8 3 . B 0 1
TŨV e n e r k e n d door h e t Vlaamse G e w e s t (OVAM e n Dep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
Email i n f o e n v @ e u r o f i n s . n l
KvK No.
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNEOWD)
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Site www.eurofins.nl
IBRN: N L 7 1 B N P R 0 2 2 7 9 2 4 5 2 5
09088623
B I C : BNPRNL2R
e n door de o v e r h e d e n van F r a n k r i j k en Luxemburg (MEV).
1/1
eurofins — analytico"
Bijlage (C) m e t
m e t h o d e v e r w i j z i n g e n b e h o r e n d e bij a n a l y s e c e r t i f i c a a t 2 0 1 5 0 0 8 1 9 2 / 1 Pagina
Hnalyse
Methode
Techniek
Methode referentie
VOCI (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3 1 3 0 - 1
DiClEtheen som P.S3000
W0254
HS-GC-MS
C f . pb 3 1 3 0 - 1
Eurofins Rnalytico B.v.
Gildeweg 4 4 - 4 Í
T e l . +31 ( 0 ) 3 4 242 Í 3 00
BNP P o r i b a s S.R. 227 9 2 4 S 25
E u r o f i n s R n a l y t i c o B.V. is ISO 1 4 0 0 1 : 2 0 0 4 g e c e r t i f i c e e r d door
3771 NB B a r n e v e l d
F a x + 3 1 ( 0 ) 3 4 242 Í 3 99
VRT/BTW No. NL 8 0 4 3 . 1 4 . 8 B 3 . B 0 1
TÜV en e r k e n d door h e t V l a a m s e G e w e s t (0VRM e n Oep. LNE),
P.O. Box 4 5 9
[email protected]
KvK No.
3 7 7 0 RL B a r n e v e l d NL
Sitewww.eurofins.nl
IBRN: N L 7 1 B N P R 0 2 2 7 9 2 4 S 2 S
09088423
B I C : BNPRNL2A
h e t B r u s s e l s e G e w e s t ( B I M ) , h e t W a a l s e G e w e s t (DGRNE-OWD) e n door de o v e r h e d e n v a n Frankrijk en Luxemburg (MEV).
1/1
Archimedeslaan 6 Postbus 85242 3508 AE Utrecht
gescand RUD 2 6
mil
Vitens N.V. T.a.v. de heer R. Roelofsen Postbus 1205 8001 BE ZWOLLE
VERZONDEN
Datum
26 maait 2015
Contactpersoon
Zaakkenmerk
Z-BDMJHZ-2014-17546-01
Telefoonnummer
Briefnummer
814D35C9
E-malladres
Uw nummer
onderwerp
BİJIage(n)
Definitieve beschikking instemming deelsaneringsplan vervanging huisaansluŕtingen van de drinkwaterleidingen ter plaatse van Traaij 153 e.o. en Burgemeesterlaan UT158100192 en beschikking ernst en spoed Traaij 153 F Driebergen- Rijsenburg UT031600066
2015
Pagina
2 6 h M 2015
J.C.J. Kemper (Projectleider) L.C. Meijer (Handhaver) J.CJ. Kemper: 030-2583825 L.C. Meijer: 030-2582207
[email protected] [email protected] Bijlage 1: Kadastrale percelen Bijlage 2: Kadastrale kaart Bijlage 3: voorwaarden voor Instemming met saneringsplan Bijlage 4: begrippenlijst Bijlage 5 behandeling zienswijze Stichting Bosatex 1 van 18
Geachte heer Roelofeen,
Inleiding Werkzaamheden huisaansluitīngen drinkwaterleidingen Traaij e.o. Op 19 december 2014 ontvingen wij van Vitens N.V. een melding in verband met werkzaamheden ter plaatse van de bodemverontreiniging op de locatie Traaij 153 en omgeving (e.o.) in Driebergen-Rijsenburg (UT158100192). De melding betreft een deelsaneringsplan, dat is ingediend om preventief huisaansluitingen van de drinkwaterleidingen te vervangen. De drinkwaterleidingen zijn gelegen ter plaatse van het brongebied van de bodemverontreiniging met vluchtige chloorkoolwaterstoffen (VOO), die in 2014 is aangetoond ter plaatse van Traaij 153 e.o. en Burgemeesterlaan. Het deelsaneringsplan is ingediend in de vorm van een plan van aanpak (PvA). Er kan juridisch niet worden ingestemd met een deelsaneringsplan op het moment dat er nog geen besluit is genomen over de ernst en spoed van de bodemverontreiniging. De bodemverontreiniging met VOCI is onderzocht en de aanpak van de verontreiniging wordt voorbereid door de stichting Bosatex. Deze stichting heeft op 10 december 2014 een melding ingediend met het verzoek de ernst en spoedeisendheid van de bodemverontreiniging met VOO vast te stellen en in te stemmen met een gefaseerd saneringsplan (hierna "saneringsbeschikking Bosatex UT031600066"). Op 23 december 2014 hebben wij bij brief met kenmerk
Elf gemeenten en de provincie werken samen aan een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, utrecht, Woudenberg, provincie utrecht
2 Van 19
814D35C9
8111472D in verband met het ontbreken van enkele gegevens, de beslistermijn voor de saneringsbeschikking Bosatex opgeschort met zes weken. De melding ingediend door Bosatex, biedt al wel voldoende gegevens om een beschikking ernst en spoed over het gehele geval van ernstige bodemverontreiniging met VOO te kunnen nemen, bekend als Traaij 153 F e.o. in Driebergen-Rijssenburg, UT031600066 ten behoeve van het deelsaneringsplan, dat is ingediend door Vitens N.V.. Omdat er voldoende gegevens zijn over de ernst en spoed van het gehele geval van verontreiniging wordt in deze beschikking ook een besluit ernst en spoed genomen over het gehele geval van ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van Traaij 153 F e.o. in Driebergen-Rijssenburg, UT031600066. Daarnaast wordt beslist of er kan worden ingestemd met het door Vitens N.V. ingediende deelsaneringsplan. De saneringslocaties waar de vervanging van de huisaansluitingen van de drinkwaterleidingen zijn gepland, zijn weergegeven in bijlage 1.2 van deze beschikking. Bij deze melding zijn meerdere bodemonderzoeksrapporten en een plan van aanpak gevoegd.
Beschikking VOO verontreiniging Traaij153F Ter plaatse van de in bijlage 1 genoemde percelen is sprake van één geval van ernstige verontreiniging met VOCI als bedoeld in artikel 29 lid 1 van de Wet bodembescherming. Gelet op het huidige of het toekomstige gebruik van de bodem is er sprake van zodanige risico's van verspreiding van de verontreiniging, dat er met spoed gesaneerd moet worden, zoals bedoeld in artikel 37 van de Wet bodembescherming (Wbb). Met de start van de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI de Traaij 153F in Driebergen moet zo snel mogelijk maar uiterlijk 1 oktober 2015 zijn gestart. De verplichting tot uitvoering van de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI de Traaij 153F in Driebergen in het kader van het project spoedlocaties, rust op de eigenaar en Stichting Bosatex. Stichting Bosatex wordt aangewezen op grond van artikel 37 lid 5 Wbb als rechtspersoon die de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI moet uitvoeren. Deelsaneringsplan vervanging waterleidingen Het deelsaneringsplan ten behoeve van de vervanging van de waterleidingen voldoet aan de eisen die bij of krachtens artikel 38 en 40 van de Wet bodembescherming zijn gesteld en het belang van de bodem wordt niet geschaad. Vitens N.V. Is de saneerder die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het deelsaneringsplan vervanging huisaansluitingen en drinkwaterleidingen conform artikel 38 Wbb.
Procedure Wij hebben voor deze beschikking de procedure gevolgd van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De ontwerpbeschikking, de bijbehorende rapporten en de daarop betrekking hebbende stukken hebben vanaf 2 februari 2015 zes weken ter inzage gelegen. De terinzagelegging hebben wij kenbaar gemaakt op de website van de overheid www.officielebekendmakinaen.nl. Belanghebbenden konden gedurende deze periode hun zienswijze over de ontwerpbeschikking naar voren brengen. Overeenkomstig artikel 28 lid 7 van de Wet bodembescherming hebben wij burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug van de melding op de hoogte gesteld.
Ingediende zienswijze
3 van
19
814D3SC9
Tegen de ontwerpbeschikking heeft Stichting Bosatex een zienswijze ingebracht, die gedateerd is op 13 maart 2015 en per post is ontvangen op 16 maart 2015. Daarmee is de zienswijze ingediend binnen de ter inzage termijn, die is aangegeven in de publicatie. De zienswijze wordt behandeld in bijlage 5. De ingebrachte zienswijze heeft tot gevolg dat de instemming met het deelsaneringsplan voor de vervanging van de huisaansluitingen van Vitens ongewijzigd blijft. De termijn waarbinnen moet zijn gestart met de uitvoering van de sanering, is naar aanleiding van de concept afwijzing van het saneringsplan en de ingediende zienswijze aangepast. Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Daarvoor is een griffierecht verschuldigd (zie www.rechtspraak.nl voor de hoogte van het griffierecht). Indien beroep is ingesteld, kan ook om een verzoek om een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd.
Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: VOCI Verontreiniging Traaii 153F « Nader onderzoek No/SO Stomerij Van Boordt Traaij 153F te Driebergen, door Bioclear, referentie: 20124185/9485, datum 30 april 2014 » aanvullend rapport MIP Sonderingen Driebergen, door Bioclear, referentie: 2112-0050-000, datum 22 juni 2012 » NO/SO Stomerij Van Boordt, Traaij 153F te Driebergen, definitief rapport d.d. 5 februari 2015, projectcode 20154938/10026 van Bioclear DeelsanerinQsplan vervanging drinkwaterleidingen « Plan van aanpak vervanging drinkwaterleidingen Traaij 153 e.o. Driebergen Rijsenburg, door Hopman en Peters, referentie: 14204/14-P-320, datum 18 december 2014 * Verkennend en aanvullend onderzoek Traaij 153a te Driebergen, door M.T.E. - Milieu Techniek Eemland, referentie: 01010003/hb, datum 4 januari 2001 » Milieukundig bodemonderzoek behorend bij tanksanering Traaij 153a te Driebergen, door Acorius Advies, referentie: 07100018/kk, datum 3 mei 2007 Niet alle aspecten van de bodemonderzoeksrapporten voldoen geheel aan de wettelijke eisen en onderzoeksprotocollen. Het uitgevoerde veldwerk voldoet aan de geldende protocollen en normen. Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat er gewerkt is met een conceptueel model (SCM) zoals beschreven in onderzoeksprotocol NO/SO Bosatex versie 2*. Het uitgevoerde vooronderzoek voldoet echter niet geheel aan de NEN 5725^. Het is daarom niet mogelijk om te toetsen of het opgestelde SCM en het uitgevoerde nader onderzoek voldoen aan de uitgangspunten van de NTA 5755^. De ontbrekende onderdelen zijn opgenomen in de opschortbrief van 23 december 2014 met kenmerk 8111472D.
Ono^oeksstrategie NO/SO Bosatex (verste 2), opgesteld door Tauw B.V., referentie 4799989, d.d. 27 maart 2012 NEN 5725:2009, referentie ICS 13.080.01, d.d. januari 2009 NTA5755: 2010, referentie ICS 13.080.05, d.d. juni 2010
4 van 19
814D3SC9
De resultaten zijn echter wel toereikend om de aard en omvang in voldoende mate vast te stellen en om te bepalen of en in welke mate er sprake is van actuele risico's en/of een onbeheersbare situatie. Bij de bepalingen van de verontreinigingssituatie met VCO in de onverzadigde zone, de bronzone, de zone met puur product en de omvang bepaling is gebruik gemaakt van de definities zoals deze door Bosatex worden aangehouden. De overige bodemonderzoeksrapporten voldoen aan de wettelijke eisen en onderzoeksprotocollen.
Bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake als de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wet bodembescherming). Van een geval van ernstige bodemverontreiniging is sprake indien in minimaal 25 m bodemvolume in het geval van grondverontreiniging of in 100 m bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, voor tenminste een stof de gemiddelde gemeten concentratie hoger is dan de interventiewaarde (zie Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatscourant 2013 nr. 16675). ĵ
3
VOCI verontreiniging Traaij 153f Uit het nader bodemonderzoek blijkt dat in de onverzadigde (grond) en verzadigde (grondwater)zone met name sterk verhoogde gehalten vluchtige organochloor koolwaterstoffen (VOO), met name tetrachlooretheen (PER), wordt aangetroffen als gevolg van bedrijfsactiviteiten van de ter plaatse aanwezige chemische wasserij in het verleden. De oorsprong van de verontreiniging van de bodem is hoogstwaarschijnlijk de huisaansluiting op het riool. Uit de bodemonderzoeksrapporten blijkt dat in de grond en het grondwater van de in de bijlage 1 genoemde percelen verontreinigende stoffen zijn aangetroffen in gemiddelde concentraties die hoger zijn dan de vastgestelde interventiewaarden. Op grond hiervan is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI en dan met name de component PER. De verontreinigingssituatie in het grondwater (de verzadigde zone) is onder te verdelen in een gedeelte waar sprake is van een zone met puur product, een zone met zeer sterk verhoogde concentraties PER (bronzone ^ . 5 0 0 ug/l) en een pluim met concentraties tot de interventiewaarde (40 ug/l). Onverzadigde zone Uit het nader bodemonderzoek blijkt dat in de onverzadigde zone met name sterk verhoogde gehalten vluchtige organochloor koolwaterstoffen (VOCI), met name tetrachlooretheen (PER), wordt aangetroffen rondom de huisaansluiting van de riolering. De verontreiniging is globaal afgeperkt op 250 m en tot 1 meter beneden maaiveld (m-mv), de omvang wordt daarom ingeschat op circa 250 m . Het grootste deel van de verontreiniging in de onverzadigde zone ligt onder de wasserij, met daarnaast een klein gedeelte onder de openbare weg (Burgemeesterlaan), zie weergave van de verontreinigingssituatie in bijlage 2 kadastrale tekening. 2
3
Zone met puur product De zone met puur product bevindt zich recht onder en rondom de bebouwing. De concentraties zijn dermate hoog, boven de oplosbaarheidsgrens, dat er sprake is van een puur product zone en een zaklaag. De omvang van deze zone met puur product wordt geschat op circa 600 m . 3
Bronzone De bronzone zakt uit naar de diepte. De omvang van de totale bronzone is circa 15.600 m . Er is daarom sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. 3
Pluimzone
5 van 19
8i4035C9
De pluim is zowel horizontaal en verticaal sterk uitgewaaid tot een omvang van circa 70.000 m . Uit de resultaten blijkt dat de verspreiding relatiefsnel verloopt, circa 1.500 m toename per jaar, omdat de pluim sterk uitwaaiert als gevolg van de stromingssnelheid, die circa de 25 en 50 m/j bedraagt 3
3
Voor een weergave van de verontreinigingssituatie verwijzen wij naar bijlage 2 kadastrale kaart. Er is daarom sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging met VOO. Overige verontreinigingen Uit de bijgeleverde rapporten blijkt dat ter plaatse van de werkzaamheden buiten de VOCI verontreiniging ter plaatse van Traaij 153F geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van ernstige bodemverontreinigingen.
Msicobeoordeling VOCI verontreiniging Traaij 153f De Circulaire bodemsanering (per 1 juli 2013, Staatscourant 2013 nr. 16675) geeft aan hoe het risico van bodemverontreiniging moet worden bepaald. Levert de aangetroffen sterke verontreiniging onaanvaardbare risico's op voor mens, plant of dier of van verspreiding? Daarbij wordt zowel naar het huidige als naar het toekomstige gebruik van de locatie gekeken. Uit de uitgevoerderisicobeoordelingen blijkt dat de aangetroffen verontreiniging onaanvaardbare risico's oplevert voor mens, plant of dier en/of van onbeheersbare verspreiding. 4
Binnenlucht - en drinkwater Op basis van de beschikbare gegevens is besloten om zowel binnenlucht- als drinkwatermetingen uit te voeren. Uit beide onderzoeken blijkt dat er wel verhoogde concentraties VOCI, met name PER, wordt aangetroffen in de binnenlucht en het drinkwater, maar dat derisicogrenzenniet overschreden worden. Er is geen sprake van acute humane risico' s. Het in september 2014 gecommuniceerde preventief kookadvies vanuit het zorgplichtbeginsel van Vitens als drinkwaterleverancier, is na verificatiemetingen direct ingetrokken. Ondanks het feit dat er geen sprake is van acute humane risico's heeft Vitens veiligheidshalve besloten om de drinkwaterleidingen te vervangen door een materiaal dat niet door VOCI kan worden aangetast om daarmee een duurzame drínkwaterkwaliteit in het brongebied te kunnen garanderen. Verspreiding Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er sprake is van een zaklaag met puur product, waarvan de omvang van de grondwaterverontreiniging van meer dan 1.000 m per jaar toeneemt. Als gevolg van deze verontreinigingssituatie vindt er een onbeheersbare verspreiding van de verontreiniging plaats, waardoor er mogelijke risico's kunnen ontstaan voor mens, plant en dier. 3
Er is daarom sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging dat met spoed moet worden gesaneerd. Er moet zo snel mogelijk, maar uiterlijk 1 oktober 2015 zijn gestart met de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOO de Traaij 153F in Driebergen. Aanwijzing Stichting Bosatex als degene die het geval saneert Op 12 oktober 2005 is het convenant bodemsanering texbelreinigingsbranche ondertekend door de Staatssecretaris van het ministerie van VROM en de Nederlandse Verenigging van Textielreinigers. In artikel 5 van dit convenant is opgenomen dat Stichting Bosatex, de Bosatex-actie uitvoert. Dit houdt onder andere in dat Stichting Bosatex zorg draagt dat naderonderzoek, sanering- en nazorgmaatregeJen worden uitgevoerd overeenkomstig het door het Bevoegd Gezag goedgekeurde saneringsplannen en eventuele in besluiten ter zake geplaatste opmerkingen. Verder is in het Bosatex-convenant aangegeven dat Stichting Bosatex alle gevallen van ernstige verontreiniging aanwezig op een terrein van een deelnemer moet saneren ongeacht de duur ervan.
Paragraaf 2.8, 3.4, 3.5,4.2,4.5 en 4.6 van het NO/SO Stomerij Van Boordt Jraaľj 153 F te Driebergen, door Bioclear B.V., referentie: 201424185/9709, datum 11 augustus 2014
ą
6 van
19
814D3SC9
In de meldingen van Stichting Bosatex met het verzoek om een beschikking ernst en spoed te nemen en in te stemmen met het saneringplan van het geval van VOCL Traaij 153 f in Driebergen wordt door Stichting Bosatex aangegeven dat de meldingen en het verzoek worden gedaan namens Stichting Bosatex en niet namens iemand anders. De verplichting tot uitvoering van de bodemsanering voor het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI de Traaij 153 F in Driebergen in het kader van de Wbb wordt gezien het voorgaande neergelegd bij Stichting Bosatex via artikel 37 lid 5 Wbb.
Saneringsdoelstelling deelsanering vervanging drinkwaterleidingen Algemeen Volgens de Wet bodembescherming moet de sanering de verontreinigde bodem in ieder geval geschikt maken voor het na sanering beoogde gebruik; het risico voor mens, plant of dier of van verspreiding van de verontreiniging zoveel mogelijk beperken; tot zo min mogelijk nazorg en gebruiksbeperkingen leiden. Hieronder gaan wij kort op elk punt in. Geschikt maken voor het beoogde gebruik 1) Het doel van de deelsanering is het vervangen van drinkwaterleidingen, om zo eventuele toekomstige blootstelling aan de aanwezige verontreiniging met VOO in de onverzadigde zone (grond) te voorkomen; 2) De sanerende handelingen hebben daarom niet tot doel om de gehele onverzadigde zone te saneren, maar slechts dat gedeelte dat noodzakelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden; 3) De werkzaamheden worden uitgevoerd conform bijlage 5 van het PvA; 4) De werkzaamheden om nieuwe huisaansluitingen te realiseren kunnen als volgt worden omschreven: a) De (sanerings)wertaaamheden vinden plaats in het traject van 0 tot 1 m-mv; b) Er wordt geen grondwaterbemaling verwacht; c) De werkzaamheden worden uitgevoerd met raketboringen en door middel van conventioneel graven; d) Ter plaatse van verontreinigingen in de onverzadigde zone, zie bijlage 6 van het PvA, worden de werkzaamheden als volgt uitgevoerd: i) Ter plaatse van het gebied waar in de onverzadigde zone sterke verontreinigingen met VOCI zijn aangetroffen (circa 20 m ), worden de werkzaamheden conform "Ad A verontreinigd gebied" uit het PvA uitgevoerd; ii) Ter plaatse van het gebied waar in de onverzadigde zone verhoogde concentraties VOCI kunnen worden verwacht, worden aangetroffen en/of worden gemeten, worden de werkzaamheden conform "Ad B (Potentieel) verontreinigde gebied" van het PvA uitgevoerd; iii) Ter plaatse van het gebied waar wordt verwacht dat geen verhoogde concentraties VOCI aanwezig zullen zijn worden de werkzaamheden conform "Ad C (Potentieel) niet verontreinigd gebied" e) Eventuele aanvulling van de ontgravingslocatie zal plaatsvinden met grond met een aantoonbare bodemkwaliteit "achtergrondwaarde" of "wonen". 2
Risico na sanering Aangezien de deelsanering tot doel heeft om eventuele verontreiniging van het drinkwater als gevolg van permeatie van drinkwaterleidingen volledig uit te sluiten zal er na de werkzaamheden geen sprake (meer) zijn van potentiële blootstelling aan de aanwezige bodemverontreiniging als gevolg van permeatie van drinkwaterleidingen. Nazorg en gebruiksbeperkingen Aangezien er ter plaatse van de bijlage 1.1. genoemde percelen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging is het niet zondermeer toegestaan om: « Ter plaatse van de grondverontreiniging (verzadigde zone) handelingen te verrichten in de bodem; « Ter plaatse en in de omgeving van de grondwaterverontreiniging (verzadigde zone) is het niet toegestaan om zonder instemming van het bevoegd gezag grondwater te onttrekken.
7 van 19
814D35C9
Deelsanering Op grond van artikel 40 Wbb en de Circulaire bodemsanering (per 1 juli 2013, Staatscourant 2013 nr. 16675) mag wanneer het belang van de bodem zicht daar niet tegen verzet instemmen met een deelsaneringsplan. Omdat de deelsanering plaatsvindt vanwege werkzaamheden ten behoeve van de vervanging van de waterleidingen bestaat er een saneringsnoodzaak. De verontreinigingssituatie vereist een spoedige sanering van het gehele geval. Doordat er al een saneringsplan is ingediend voor de sanering van het gehele geval en in deze beschikking een termijn van uiterlijk 1 oktober 2015, na de inwerkingtreding van de instemming met het saneringsplan voor het gehele geval is opgenomen voor de start van de sanering voor de overige deel van het geval, wordt het belang van de bodem niet geschaad.
Kadastrale tekening De locatie waarop de beschikking ernst en spoedeisendheid betreffende de VOCI verontreiniging in grond en grondwater betrekking heeft is aangegeven in bijlage 2.1. Verontreinigingssituatie Traaij 153f. De locatie waarop de beschikking deelsanering vervanging drinkwaterleidingen betrekking heeft, is aangegeven op bijlage 2.2. kadastrale kaart vervanging drinkwaterleidingen. Op grond van artikel 55 van de Wet bodembeschemiing sturen wij een afschrift van de beschikking aan het kadaster. Het besluit wordt dan ingeschreven in het kadaster op basis van de interventiewaardecontour van de verontreiniging in de grond. Deze is op de kadastrale kaart gearceerd weergegeven, zoals weergegeven in bijlage 2.1. 5
De te registreren kadastrale percelen zijn: Kadastrale gemeente Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
Sectie B B B
Nummer 6677 6678 6683
Oppervlakte (m ) 154 28 41 2
code KW KW KW
Tot slot Gedeputeerde Staten nemen deze beslissing op grond van de door de indiener aangeboden gegevens. Als blijkt dat de overgelegde gegevens onjuist en/of onvolledig zijn, is de provincie Utrecht niet aansprakelijk voor schade die als gevolg daarvan ontstaat.
Dat is het sterk verontreinigde deel van de grond.
8 van 19
814D35C9
Meer informatie U kunt, onder vermelding van de code UT158100192, meer informatie vragen bij de projectleider van de RUD Utrecht, team Vergunningverlening bodem en water, de heer AJ. Obermeijer, bereikbaar via het telefoonnummer of het e-mailadres dat in de kop van deze brief op bladzijde 1 is vermeld. De regionale uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht voert vergunningverienlngs-,toezicht-en handhavingstaken uit op het gebied van milieu, bodem, natuur, landbouw, vuurwerk, (zwemĵwater en luchtvaart, in opdracht van de aangesloten gemeenten en de provincie Utrecht. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, fiaTnèns hen,
ing. A.H.A. van den Broek RUD Utrecht, teamleider Vergunningverlening Bodem en Water
9 van 19
ei4D35C9
Verzendlijst Een kopie van dit document wordt verzonden aan: Beschikking ernst en spoed Traaij 153f '
Vabonet B.V., t.a.v. T.W.J. van Boordt, Postbus 50, 3958ZV Amerongen
« « « -
Mevrouw M.M. Artinian, Holleweg 8, 3958 EB AMERONGEN Stichting Bosatex, t.a.v. P. Wennekes, Postbus 10,4060GA Ophemelt, Omgevingsdienst regio Utrecht, ta.v. mevrouw G. Cornelisse, Postbus 461, 3700AL Zeist Gemeente Utrechtse Heuvelrug, t.a.v. de heer R. Straalman, Postbus 200, 3940AE Doorn AKD advocaten rk Notarissen, ta.v. mevrouw M.M. de Vries, Postbus 4302, 3006 AH Rotterdam eigenaren van percelen in de zone Verontreiniging in de grond eigenaren van percelen in de zone met puur product Eigenaren van percelen in de bronzone Eigenaren van percelen in de pluimzone
Beschikking deelsanering vervanging drinkwaterteidingen ' Adviseur: Hopman en Peters Holding B.V. T.a.v. de heer H.L.J.A. Peters, Erichemseweg 64, 4117GL Erichem - eigenaren van percelen te vervangen drinkwaterleidingen
10 van 19
814D35C9
Bijlage 1: Bijlage 1: Kadastrale percelen Bijlage 1.1. Kadastrale percelen locatie Traaij 153F De verontreinigingssituatie in grond (onverzadigde zone) en het grondwater (de verzadigde zone) is onder te verdelen in zones en betreffen verschillende kadastrale percelen. Verontreiniging in de grond Adres kadastrale gemeente Traaij 153 F Driebergen-Rijsenburg Traaij 153 F Driebergen-Rijsenburg Burgemeensterlaan Openbare weg Driebergen-Rijsenburg
sectie
nummer B 6677 B 6678 B
6683
B B
6677 6678
B
6683
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B B B B
4343 7253 7418 7419
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
B B B
7196 6618 en 6619 8156
B B B B B B B B B B
7932 7931 4177 4176 7808 7809 7969 7970 7720 7254
Zone met puur product Traaij 153 F Driebergen-Rijsenburg Traaij 153 F Driebergen-Rijsenburg Burgemeensterlaan Openbare weg Driebergen-Rijsenburg Bronzone Percelen uit de zone met puur product Burgemeesterlaan 26 Traaij 153 B Traaij 153 C Traaij 153 D Traaij Openbare weg Traaij 153al Traaij 104 en 106
Plulmzone Percelen uit de zone met puur product Percelen uit de bronzone Traaij 143 Traaij 145 Traaij 147 Traaij 149 Traaij 151 Traaij 153 Traaij 98 Traaij 100 Traaij 102 Traaij 108
Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
11 V a n 19
814D35C9
Bijlage 1.2. Kadastrale percelen deelsanering vervanging drinkwaterleidingen Adres Traaij 153 B Traaij 153C Traaij 153 D Traaij 153 E Traaij 153 F Traaij 155 Traaij 108 A Traaij 108 B Burgemeesterlaan 21 Burgemeesterlaan 26
Kadastrale gemeente Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg Driebergen-Rijsenburg
Sectie B B B B B B B B B B
nummer 7253 7418 7419 6678 6617 7312 5348 6178 4343
12 van 19
814D35C9
Bijlage 2: Kadastrale kaarten Bijlage 2.1. Verontreinigingssituatie Traaij 153 F
< Verontreiniging onverzadigde zone Á
zaklaag met puur product (PER)
zz
>
Bronzone (>1.500 ugl VOCI) z
z
z
10
13 van 19
814D35C9
Bijlage 2.2. weergave werkzaamheden deelsanering vervanging waterleidingen Vitens
\
Verontreiniging onverzadigde zone Traaij 153f z
Verontreiniging onverzadigde zone Traaij 153f
X
Werkzaamheden deelsanering vervanging waterleidingen Vitens
14 Van 19
814D35C9
Bijlage 3 begrippenlijst: Achtergrondwaarde: Bij achtergrondwaarde is er geen sprake van verontreiniging van de grond. Bij overschrijding van alléén de achtergrondwaarde spreekt men van een lichte verontreiniging. » Bodemonderzoek: Het doel van het uitvoeren van bodemonderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) op een perceel. « Bodemverontreiniging: Chemische toestand van de bodem waarbij stoffen in concentraties boven de streefwaarden/ achtergrondwaarden aanwezig zijn. « Bron van verontreiniging: Oorzaak van de verontreiniging. « Bronzone Gebied met zeer sterk verhoogde concentraties VOCI in grond en grondwater. Conform het onderzoeksprotocol Bosatexlô wordt voor de bronzone een concentratie VOO aangehouden hoger dan lVo van de oplosbaarheid. •DNAPL DNAPL of Dense non-aqueous phase liquid, een verticale en/of horizontale uitstroming in het grondwater van slecht oplosbare verontreinigende stof(fen) met een soortelijke massa groter dan water. Deze uitstroming vindt plaats over een minder goed doorlatende laag. « Eerste watervoerende pakket: Dit is de eerste laag water waarin zich grondwaterstroming bevindt; deze laag wordt aan de onderzijde meestal begrensd door een ondoorlatende laag (bijvoorbeeld klei). * Freatisch grondwater: Dit is het eerste grondwater dat men tegenkomt wanneer men gaat graven ("ondiepe grondwater"). * Gebiedsgericht grondwaterbeheer: Dit is het in de gaten houden, beheren en bij bedreiging van functies beheersen van grondwaterverontreinigingen in een bepaald gebied met een groot aantal verontreinigingspluimen, zoals oudere industriegebieden en binnensteden. * Gebruiksbeperkingen: Gebruiksbeperkingen zijn beperkingen in het actuele gebruik van de bodem die rechtstreeks verband houden met de bodemverontreiniging of de daarvoor getroffen saneringsmaatregelen. Voorbeelden van gebruiksbeperkingen zijn: het in stand houden van verhardingen, geen gewasteelt voor consumptie, niet graven in de verontreiniging zonder instemming met een saneringsplan, niet betreden van het terrein, geen grondwater onttrekken. * Geval van ernstige bodemverontreiniging in de grond: Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging als er een sterke verontreiniging is van meer dan 25 ITO bodemvolume (bij grondverontreiniging) of meer dan 100 m3 bodemvolume (bij grondwaterverontreiniging). De aangetroffen verontreinigingen die in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen, vormen één geval van bodemverontreiniging. » Historische bodemverontreiniging: Bodemverontreiniging die is ontstaan vóór 1987. * Immobiele verontreiniging: Verontreiniging in de bodem die zich niet of nauwelijks verspreidt * In-situ sanering: Bij een in-situ sanering wordt de verontreiniging ter plaatse verwijderd zonder dat er grondverzet plaatsvindt. Bijvoorbeeld: het oppompen en behandelen van verontreinigd grondwater. »Interventiewaarde: Bij overschrijding van de interventiewaarde spreekt men van een sterke bodemverontreiniging. * Lichte verontreiniging: Als alléén de achtergrondwaarde (bij grond) of de streefwaarde (bij grondwater) wordt overschreden, is er sprake van een lichte bodemverontreiniging. « Matige verontreiniging: Als de tussenwaarde wordt overschreden, is er een matige bodemverontreiniging. * Mobiele verontreiniging: Verontreiniging met stoffen die zich door hun oplosbaarheid in grondwater verspreiden. » Nazorg: alle maatregelen (technisch, juridisch, organisatorisch en financieel) die nodig zijn om het eenmaal bereikte saneringsdoel in stand te houden.
15 van
19
814D35C9
* Pluimzone: Gebied met sterk verhoogde concentraties (bronzonewaarde^emeten concentraties>interventiewaarde) in het grondwater.
» Puur product
Oorspronkelijke moederproduct, in dit geval tetrachlooretheen (PER) van de verontreiniging. Een indicatie voor puur product wordt gevormd door het concentratiecriterium van lOVo van de oplosbaarheid (bij PER is dat 15.000 ug/l).
« Nieuwe bodemverontreiniging:
Bodemverontreiniging die is ontstaan na 1 januari 1987.
» Restverontreiniging:
Verontreiniging in grond of grondwater die achterblijft na sanering. Als de restverontreiniging de interventiewaarden overschrijdt, gelden voor eigenaar of erfpachter gebruiksbeperkingen en nazorgbepalingen voor de saneerder.
* Risico's:
Als er een geval van ernstige bodemverontreiniging is, moet onderzocht worden of het risico van de verontreiniging onaanvaardbaar is: risico voor mens, milieu of van verspreiding. Als er risico is, dan moet er met spoed gesaneerd worden.
» Stabiele eindsituatie:
De situatie is stabiel als vaststaat dat de restverontreiniging in het grondwater zich zonder actieve zorgmaatregelen binnen maximaal 30 jaar niet meer zal verspreiden of liefst zelfs zal afnemen. Daarnaast zijn er geen risico's voor mens of dier aanwezig. Ook worden er geen kwetsbare objecten bedreigd door de restverontreiniging (kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld grondwaterintrekgebieden, kwelgebieden of Natura 2000-gebieden). Een stabiele eindsituatie wordt niet bedreigd door voorzienbare ontwikkelingen.
» Sterke verontreiniging:
Als de interventiewaarde wordt overschreden is er een sterke bodemverontreiniging.
» Streefwaarde:
Als grondwater voldoet aan de streefwaarden, Is het grondwater niet verontreinigd. Bij overschrijding van alléén de streefwaarde spreekt men van een lichte grondwaterverontreiniging.
» Terugvalscenario:
Een terugvalscenario in een saneringsplan beschrijft welke maatregelen getroffen moeten worden als tijdens de uitvoering van de grondwatersanering blijkt dat de gekozen saneringsvariant niet (helemaal) gehaald kan worden (er blijft meer of sterkere verontreiniging achter dan aanvankelijk gedacht werd of de saneringsduur is langer).
* Toemaakdek:
Toemaakdek is ontstaan in de middeleeuwen. Stadsvuil, stalmest, grond en slib werden naar veengronden aangevoerd om de slappe veenbodem op te hogen. Het toemaakdek bevat vaak onschuldige kleine gebruiksvoorwerpen van vroeger, zoals stukjes aardewerk en munten. Helaas zitten er over het algemeen ook verhoogde gehaltes aan zware metalen in (lood, koper en zink).
» Tussenwaarde:
Bij overschrijding van de tussenwaarde spreekt men van een matige bodemverontreiniging. * VOCI Vluchtige organochloorverbindingen. Deze stoffen hebben een ontvettende werking en worden in de chemische wasserij gebruikt bij het bedrijfsproces, zogenaamd "stomen". Deze stoffen hebben een soortelijke massa groter dan water. Een van de producten die hiervoor gebruikt wordt is tetrachlooretheen, beter bekend als PER.
» Zaklaag
Laag van slecht oplosbare verontreinigende stof(fen) met een soortelijke massa groter dan water. Deze stoffen neigen toe een snel verticaal transport door goed doorlatende bodemlagen en vervolgens horizontale uitstroming over een minder goed doorlatende laag.
16 van 19
814035C9
Bijlage 4: Voorwaarden voor instemming met het saneringsplan Termijn voor uitvoering van de sanering Als er niet binnen vier jaar gesaneerd hoeft te worden, omdat de bodemverontreiniging geen risico's met zich meebrengt voor mens, dier, plant of van verspreiding en de sanering meer dan vijf jaar na afgifte van deze beschikking zal starten, moet ruim voor de start een geactualiseerd saneringsplan bij ons worden ingediend, met recent bodemonderzoek. Pas als wij met dit geactualiseerde saneringsplan hebben Ingestemd, kan de sanering starten.
Saneringsuitvoering De sanering wordt uitgevoerd overeenkomstig: de Beoordelingsrichtlijn uitvoering bodemsanering: BRL SIKB 7000 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB); het SIKB protocol 7001: Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden; het SIKB protocol 7002: Uitvoering van landbodemsanering met in-situ methoden.
Milieukundige begeleiding De werkzaamheden worden milieukundig begeleid. De milieukundige begeleiding wordt uitgevoerd overeenkomstig: de beoordelingsrichtlijn milieukundige begeleiding: BRL SIKB 6000 van de SIKB; het VKB-protocol 6001: Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met conventionele methoden van de SIKB; het VKB-protocol 6002: Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met in situ methoden; het VKB-protocol 6004: Milieukundige begeleiding van nazorg.
Erkenning De onderzoeken, de uitvoering van de sanering en de milieukundige begeleiding moeten worden uitgevoerd door een persoon of instelling die op grond van het Besluit bodemkwaliteit beschikt over een door het Agentschap NL afgegeven erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden.
Melding start sanering Degene die de bodem saneert, of degene die de sanering feitelijk uitvoert, meldt ons de feitelijke start van de sanering uiterlijk vijf werkdagen voor de start en levert daarbij de volgende gegevens aan: geplande einddatum van de sanering; de naam van de aannemer die de saneringswerkzaamheden gaat uitvoeren; de naam van het bureau en de persoon die de saneringswerkzaamheden milieukundig begeleiden; de naam van de beoogd grondverwerker of grondbewerker. Als de sanering niet start op de gemelde startdatum, moet de melder ons dit direct melden en de nieuwe startdatum zo snel mogelijk doorgeven, uiterlijk vijf werkdagen voor de feitelijke start.
Melding van wijziging van de saneringswerkzaamheden en onvoorziene omstandigheden Als u vooraf of tijdens de werkzaamheden wilt of moet afwijken van het saneringsplan, dan dient u ons hiervan direct op de hoogte te stellen. Daarnaast moet u met ons overleggen bij onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering van de sanering.
Melding van bereiken einddiepte Als bij de sanering ontgraving van verontreinigde grond plaatsvindt, meldt degene die de sanering feitelijk uitvoert ons het verwachte tijdstip waarop over het hele gebied van de ontgraving de einddiepte bereikt zal worden. Deze melding wordt gedaan zodra de melder een redelijk vermoeden heeft van dat tijdstip maar uiterlijk één werkdag voorafgaande aan het bereiken van dat punt en voordat gestart wordt met aanvullen van de ontgraving. Bij ontgraving en aanvulling in gedeeltes, geldt de verplichting tot melding per gedeelte.
17 Van 19
814D35C9
Melding einde sanering Degene die de sanering feitelijk uitvoert meldt ons het einde van de sanering binnen twee weken na beëindiging. Bij een gefaseerde sanering wordt het einde van iedere afzonderlijke fase gemeld.
Wijze van melden Het melden van de start van de sanering, het wijzigen van de startdatum, het bereiken van de einddiepte, het melden van het einde van de sanering en het melden van wijzigingen en onvoorziene omstandigheden gebeurt op een van de volgende manieren: per e-mail: handhavinabodem(arudutrecht.nl: of: schriftelijk: RUD Utrecht, team Vergunningverlening Bodem en Water, Postbus 85242, 3508 AE Utrecht. De melder maakt daarbij gebruik van de standaardformulieren, te vinden op de website: htto.77www.Drovinäe-utrtxftt.nlZond
Opslag en aan- en afvoer van grond Voor de tijdelijke opslag van verontreinigde grond op de saneringslocatie gelden minimaal de volgende eisen: Het is niet toegestaan een depot voor de opslag van bij de sanering vrijkomend materiaal in werking te hebben na het beëindigen van de grondsanering. Het is niet toegestaan partijen verontreinigde grond van verschillende kwaliteit en samenstelling te mengen. Partijen verontreinigde grond moeten naar aard, samenstelling en verontreiniging in te onderscheiden deelpartijen worden opgeslagen. Tussen deze deelpartijen moet een afstand van ten minste een meter worden aangehouden of een fysieke scheidingswand worden aangebracht. Vrijgekomen asbesthoudende grond en bodemmateriaal dient uiterlijk vier werkweken na het vrijkomen afgevoerd te worden naar een ericende verwerker (conform BRL 7500). De sanering kan pas als afgerond worden beschouwd, als alle ontgraven sterk verontreinigde grond is afgevoerd naar een BRL 7500 erkend eindverwerker.
Evaluatierapport De milieukundig toezichthouder stelt, in uw opdracht, na afloop van de sanering een evaluatierapport op, zoals bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming. Dit evaluatierapport moet uiterlijk binnen drie maanden na het einde van de bodemsanering in drievoud aan ons toegezonden worden. (RUD Utrecht, team Vergunningverlening Bodem en Water, Postbus 85242, 3508 AE Utrecht).
18 van
19
8HD35 C 9
Bijlage 5 behandeling zienswijze Stichting Bosatex Stichting Bosatex heeft per post een zienswijze ingediend tegen de ontwerp beschikking ernst en spoed en instemming met het deelsaneringsplan vervanging huisaansluitingen drinkwaterleidingen de Traaij 153 en omgeving en Burgemeesterlaan in Driebergen van vitens. De zienswijze is gedateerd op 13 maart 2015 en ontvangen op 16 maart 2015. De zienswijze van Stichting Bosatex richt zich met name op de beschikking ernst en spoed en niet op de instemming met het deelsaneringsplan van Vitens. Hieronder wordt in het kort via de onderstreepte tekst de zienswijze samengevat waarna direct daarna de reactie van het bevoegd gezag Wbb volgt. 1.
Het wordt niet mogelijk of redelijk gevonden dat gestart moet worden met de sanering direct na de inwerkingtreding van de sanerinqsbeschikklng. Voorgesteld wordt om "direct na" te vervangen door "vier weken na". Dit is niet overgenomen. De verontreiniging moet met spoed worden gesaneerd. Op grond van artikel 37 lid 2 Wbb moet daarom in de beschikking een uiterste datum waarop moet zijn gestart met de sanering worden opgenomen. Omdat het saneringsplan voor de bodemsanering van het hele geval van ernstige bodemverontreiniging in (concept) is afgewezen, wordt de datum waarop uiterlijk gestart moet worden met de bodemsanering aangepast van 15 april 2015 naar 1 oktober 2015 om in alle redelijkheid te komen tot een voldragen robuust saneringsplan waarmee de verontreiniging zowel effectief als efficiënt wordt aangepakt. De nieuwe tekst wordt: Met de start van de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOO Traaij 153F in Driebergen moet zo snel mogelijk maar uiterlijk 1 oktober 2015 zijn gestart.
2. D e gestelde termijnen ziin om te starten met de sanering ziīn niet redelijk. Zie de beantwoording bij punt 1.
3.
Bezwaar wordt gemaakt teoen de aanwijzing van Stichting Bosatex als rechtspersoon die de sanering moet uitvoeren. Op 12 oktober 2005 is het convenant bodemsanering textielreinigingsbranche ondertekend door de Staatssecretaris van het ministerie van VROM en de Nederlandse Verenigging van Texbelreinigers. In artikel 5 van dit convenant is opgenomen dat Stichting Bosatex, de Bosatex-actie uitvoert. D it houdt onder andere in dat Stichting Bosatex zorg draagt dat naderonderzoek, sanering- en nazorgmaatregelen worden uitgevoerd overeenkomstig het door het Bevoegd Gezag goedgekeurde saneringsplannen en eventuele in besluiten ter zake geplaatste opmerkingen. Verder is in het Bosatex-convenant aangegeven dat Stichting Bosatex alle gevallen van ernstige verontreiniging aanwezig op een terrein van een deelnemer moet saneren ongeacht de duur ervan. In de meldingen van Stichting Bosatex met het verzoek om een beschikking ernst en spoed te nemen en in te stemmen met het saneringplan van het geval van VOCL Traaij 153 f in Driebergen wordt door Stichting Bosatex aangegeven dat de meldingen en het verzoek worden gedaan namens Stichting Bosatex en niet namens iemand anders. De verplichting tot uitvoering van de bodemsanering voor het geval van ernstige bodemverontreiniging met VOCI de Traaij 153 F in Driebergen in het kader van de Wbb wordt gezien het voorgaande neergelegd bij Stichting Bosatex via artikel 37 lid 5 Wbb.
4.
Bezwaar wordt gemaakt dat Stichting Bosatex de sanering van het gehele geval van verontreiniging moet uitvoeren. Op grond van de Wbb geldt dat de beschikking ernst en spoed het gehele geval van ernstige bodemverontreiniging betreft tenzij expliciet om een deelbeschikking wordt gevraagd. In de melding met het verzoek instemmen met het saneringsplan van 10 december 2014 wordt op pagina 5 onder de kop verzoek om beschikking (deel)sanering met (deel) saneringsplan aangegeven dat het gaat om een
19 Van 19
814D3SC9
sanering van het volledige geval. Dit ligt ook volledig in de lijn met het onder punt 3 genoemde convenant. 5.
Bezwaar wordt gemaakt dat verondersteld wordt dat een zaklaao aanwezig is. Met ouur product wordt residuaal product bedoeld geen zaklaaa. Voor de motivering hiervan wordt verwezen naar de aanvullende stukken die OP 5 februari 2015 ziin ingediend en naar een gewijzigd saneringsplan dat in de week van 16 maart zal worden aangeleverd. In bijlage 2 van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 wordt voor de definitie van een zaklaag verwezen de richtlijn Herstel en Beheer Landbodem fhttp://www.txxjemrichtlijn.nl). Volgens deze richtlijn is een zaklaag een laag van slecht oplosbare verontreinigende stof(fen) met een soortelijke massa groter dan water. Deze stoffen neigen tot een snel verticaal transport door goed doorlatende bodemlagen en tot horizontale uitstroming over een minder goed doorlatende laag. Uit het meest recente NO/SO Traay 153f van Bioclear (d.d. 5 februari 2015) geeft aan dat het aanwezige puur product nog niet uitgezakt is tot op de kleilaag op 24 m-mv en kennelijk nog verticaal uitzakt als DNAPL. De beschikbare onderzoeksresultaten tonen niet eenduidig aan, dat er geen sprake is van een zaklaag met vrij puur product. De (recent) aangetoonde zeer sterk verhoogde concentraties VOCI ^ 150.000 ug/l, maximale oplosbaarheid PER, puur product aanwezig) in het grondwater en de sterke concentratiefluctuaties over tijd zijn sterke aanwijzingen voor de aanwezigheid van een zaklaag conform de uitgangspunten van de circulaire Bodemsanering. Om deze reden is het redelijk om uit te gaan van de aanwezigheid van een zaklaag totdat onderzoeksresultaten anders uitwijzen of een andere redelijke verklaring kan worden gegeven. Er zijn geen indicaties dat het aanwezige puur product zich immobiel als residuair product gedraagt, aangezien de aangetoonde concentraties PER recent sterk zijn toegenomen in de periode 1999 tot 2012 en er sprake is van een horizontale uitstroming vanuit de zaklaag ^15.000 ug/l PER, indicaties aanwezigheid puur product en DNAPL). De toegevoegde conclusie in het NO/SO van 5 februari 2015 (afwezig in eerdere versies) betreffende de afwezigheid een zaklaag van vrij product wordt niet nader onderbouwd. Gesteld wordt alleen dat het aanwezige puur product niet aanwezig is op de scheidende laag. Er zijn geen aanvullende onderzoeksresultaten die deze conclusie betreffende de afwezigheid van een zaklaag met puur product eenduidig ondersteunen. Er wordt alleen aangegeven dat op basis van de beschikbare onderzoeksresultaten deze laag met puur product (nog) niet is uitgezakt tot op de kleilaag op 24 m-mv. In het NA/SO van 5 februari 2015 wordt ook geen eenduidige verklaring gegeven voor de sterke concentratie toename tot boven de maximale oplosbaarheidsgrens van PER ter plaatse van de freatische peilbuizen 202 en 211 in de periode 1999 en 2012. Om deze reden wordt op grond van de huidige onderzoeksgegevens uitgegaan van de redenering dat er wel een zaklaag aanwezig is die echter nog niet tot op de weerstand biedende laag is uitgezakt.