Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Omgevingsdienst Regio Utrecht Januari 2015 Z-2015-14151/ 14768
opgesteld door
Mieke de Jong
beoordeeld door
Erwin Mikkers
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding ...................................................................................................................... 2 1.1
Achtergrond.........................................................................................................................2
1.2
Klimaatambities gemeente Utrechtse Heuvelrug................................................................2
1.3
Bepalen klimaatvoetafdruk gemeentelijke Utrechtse Heuvelrug ........................................3
1.4
Leeswijzer ...........................................................................................................................5
2.
Volledige klimaatvoetafdruk ...................................................................................... 6 2.1
Klimaatvoetafdruk van 2013 ...............................................................................................6
2.2
Klimaatvoetafdruk vergelijking ............................................................................................7
2.3
Klimaatvoetafdruk in relatie met het gehele grondgebied ..................................................8
2.4
Conclusie klimaatvoetafdruk 2013 ......................................................................................8
3.
Nadere vergelijking klimaatvoetafdruk ..................................................................... 9 3.1
Elektriciteitsverbruik ............................................................................................................9
3.2
Aardgasverbruik ............................................................................................................... 10
3.3
Vervoer ............................................................................................................................. 11
3.4
Koudemiddelen ................................................................................................................ 11
3.5
Papierverbruik .................................................................................................................. 12
4.
Conclusies en aanbevelingen ................................................................................. 13 4.1
Conclusies ........................................................................................................................ 13
4.2
Aanbevelingen ................................................................................................................. 13
BIJLAGE 1.
VERDELING LOCATIES
2013 .......................................................................................... 15
BIJLAGE 2.
ACHTERGROND CO2-GEGEVENS .................................................................................. 16
BIJLAGE 3.
INFORMATIEBRON VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS ..................................................... 19
1
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
1.
Inleiding
1.1
Achtergrond
Voor u ligt de klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie van de gemeente Utrechtse Heuvelrug over het jaar 2013. De klimaatvoetafdruk geeft weer hoe groot in 2013 de bijdrage van de gemeentelijke organisatie aan klimaatverandering was, uitgedrukt in ton CO2. Dit betekent dat de uitstoot van alle broeikasgassen (BKG) die de gemeentelijke organisatie uitstoot is omgerekend naar de uitstoot van het broeikasgas CO2. Met behulp van deze klimaatvoetafdruk wordt inzichtelijk of de gemeente aan haar eigen klimaatambities voldoet en of ze daarmee op schema ligt. Daarnaast maakt de voetafdruk het volgende duidelijk: a. Waardoor wordt de (resterende deel van) uitstoot veroorzaakt, waar zit er nog veel potentie om verdere verlaging te realiseren? b. Wat is de klimaatvoetafdruk van 2013 in vergelijking met de eerder opgestelde klimaatvoetafdrukken van 2011 en 2009? c. Wat is het effect, op de CO2-emissies en energieverbruik, van maatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen? Er wordt gekeken naar het effect van: o Verhuizing naar het nieuwe gemeentehuis. o Nieuw Vervoersmanagement. o De geplaatste PV (zonnestroom) panelen (bij de gemeentelijke werf en het nieuwe gemeentehuis). Verder zijn er een aantal subdoelen, om duidelijk te krijgen: - Hoe moeilijk/makkelijk is het om de nodige informatie te verzamelen binnen de gemeentelijke organisatie? - Wat is het aandeel van het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie in het gehele grondgebied?
1.2
Klimaatambities gemeente Utrechtse Heuvelrug
De gemeente Utrechtse Heuvelrug zet zich in voor een beter klimaat en heeft in dat kader haar ambities vastgelegd in het milieubeleidsplan Natuurlijk Duurzaam. De ambitie is om in 2035 klimaatneutraal te zijn voor het gemeentelijk grondgebied. Voor de gemeentelijke organisatie is de ambitie om in 2015 klimaatneutraal te zijn. Dat betekent dat de klimaatvoetafdruk dan 0 ton CO2 dient te zijn. De gemeente volgt hierbij de trias energetica. Dit betekent dat de gemeente eerst zo veel mogelijk het energiegebruik verminderd en vervolgens zo veel mogelijk van het energiegebruik zelf duurzaam opwekt of duurzaam inkoopt. De CO2 uitstoot die dan overblijft kan de gemeente compenseren. De gemeente neemt hiermee haar verantwoordelijkheid en laat hiermee zien dat het mogelijk is om de bedrijfsvoering van organisaties en bedrijven klimaatvriendelijk te maken. Ze wil daarmee andere gemeenten en andere organisaties in de gemeente inspireren. In dit kader neemt de gemeente ook deel aan het project “Op Kop” van de provincie Utrecht en heeft daarvoor in de intentieverklaring haar ambities neergelegd.
2
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
In de intentieverklaring Op Kop met de Provincie Utrecht en de NMU heeft de gemeente aangegeven dat: - De gemeente Utrechtse Heuvelrug in 2009 een onomkeerbaar proces naar een klimaat neutrale organisatie in gang heeft gezet; - De gemeente Utrechtse Heuvelrug in 2011 voor 75% en in 2015 een volledige klimaat neutrale organisatie heeft; - De gemeente Utrechtse Heuvelrug in 2010 voor 50% en in 2015 voor 100% duurzaam inkoopt; - De gemeente Utrechtse Heuvelrug zich verbindt aan een actieve communicatie over de behaalde resultaten in het kader van een klimaat neutrale organisatie. De gemeente heeft in 2009 en 2011 een klimaatvoetafdruk gemaakt. De klimaatvoetafdruk in 2009 was de eerste meting en betrof een nulmeting. Door de gemeente is de ambitie gesteld om in 2011 75% klimaatneutraal te zijn en in 2015 volledig. Tabel 2.1: Klimaatambities gemeente Utrechtse Heuvelrug gemeentelijke organisatie Ambities in tonnen CO2 Ambitie Klimaatvoetafdruk ambitie
2009
2011 – 2014
2015 en verder
Nulmeting
75% klimaatneutraal
100% klimaatneutraal
2.513 ton CO2
628 ton CO2
0 ton CO2
De voetafdruk in 2011 betrof 1.330 ton CO2. De ambitie om in 2011 reeds 75% minder CO2 te verbruiken was niet gehaald. Redenen hiervoor zijn: - De klimaatvoetafdruk voor 2011 is op een andere wijze vastgesteld dan voor 2009. De voetafdruk van 2011 is gebaseerd op meer en nauwkeurigere verbruiken; - In 2011 was slechts 50% van het aardgas gecompenseerd door de aanschaf van certificaten.
1.3
Bepalen klimaatvoetafdruk gemeentelijke Utrechtse Heuvelrug
Evenals in 2009 en 2011 wordt de klimaatvoetafdruk bepaald aan de hand van het GHG-protocol (GreenHouseGas-protocol). Het GHG protocol is opgesteld door een aantal leidende instituten op het gebied van klimaatproblematiek (WRI en WBCSD). Door het gebruik van het GHG-protocol worden dubbeltellingen tussen organisaties en bedrijven voorkomen en is het mogelijk om een vergelijking over de jaren te maken. De CO2 uitstoot van Utrechtse Heuvelrug zijn volgens het GHG-protocol ingedeeld in scope 1, 2 en 3. Deze scopes zijn gebaseerd op de invloedsfeer van de organisatie (figuur 1.1). De ‘scope’ duidt de grenzen aan, ofwel: wat wordt meegenomen en wat wordt niet meegenomen in de klimaatvoetafdruk. In de rapportage moet duidelijk zijn welke verbruiken en locaties zijn meegenomen (zie bijlage 1).
3
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Figuur 1.1: Scopes van klimaatvoetafdruk conform GHG-protocol.
-
-
Scope 1: Directe emissies door bronnen waarvan de organisatie de eigenaar is. Voor de gemeente betekent dit: aardgasverbruik, brandstof door het wagenpark en het gebruik van koudemiddelen in koelinstallaties. Scope 2: Emissies door de inkoop van elektriciteit. Scope 3: Emissies waarvoor Utrechtse Heuvelrug indirect verantwoordelijk is. Een voorbeeld is het woon-werk verkeer, het gebruik van openbaar vervoer en het gebruik van papier.
Een klimaatvoetafdruk volgens het GHG- protocol bevat in ieder geval de CO2-uitstoot van scope 1 en 2. Het GHG-protocol adviseert om ook de relevante scope 3 emissies in kaart te brengen. Voor de klimaatvoetafdruk van gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn voor 2013, overeenkomstig met 2011, de onderstaande verbruiken meegenomen, opgedeeld per scope: Scope 1: 1. Aardgasverbruik van alle gebouwen waar de gemeente de rekening van betaald. 2. Brandstof door het wagenpark van de gemeente. 3. Koudemiddelen in airco’s en koelinstallaties. Scope 2: 4. Elektriciteitsverbruik van alle aansluitingen waar de gemeente de rekening van betaald, ofwel: a. Gebouwen (inclusief sportlocaties). b. Rioolgemalen en pompen. c. VRI’s (verkeerslichten). d. Openbare verlichting. e. Reclame. f. Belichtingen en marktaansluitingen. Scope 3: 5. Het woon-werk verkeer van de werknemers bij de gemeente. 6. Het papierverbruik. 7. (Gedeclareerde) zakelijke km’s door de gemeente . Een nadere toelichting over wat wel/niet is meegenomen en hoe de informatie verzameld is staat in bijlage 2 en 3.
4
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
1.4
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft de volledige klimaatvoetafdruk over 2013 en toetst deze aan de klimaatambities en vergelijkt de voetafdruk met voorgaande jaren. Hoofdstuk 3 bevat een nadere toelichting op de verschillende onderdelen van de voetafdruk. In hoofdstuk 4 staan de conclusies en aanbevelingen.
5
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
2.
Volledige klimaatvoetafdruk
2.1
Klimaatvoetafdruk van 2013
De Klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie in 2013 is bepaald met behulp van de omrekenfactoren die genoemd zijn in het handboek ‘Handboek CO2-prestatieladder 2.2, 4 april 2014’. Hiermee wordt het energieverbruik, brandstofverbruik en de andere emissiebronnen, omgerekend naar de hoeveelheid CO2-emissies in tonnen per jaar. De klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie voor 2013 bedraagt: 460 ton CO2 voor het gehele jaar 2013 In figuur 2.1 staat een onderverdeling per onderdeel op de totale voetafdruk.
Figuur 2.1: Klimaatvoetafdruk 2013 in tonnen CO2 en verdeling.
De gemeente koopt windkracht in met SMK-keur tevens wekt de gemeente een deel van haar eigen energievoorziening op door middel van zonnepanelen. Daarnaast compenseert de gemeente de emissies van het aardgasverbruik. Dit is meegenomen in de bovenstaande figuur 2.1. In figuur 2.1 is tevens de klimaatvoetafdruk weergegeven naar verdeling per verbruiker. Het wagenpark (39%) en het woon-werk-verkeer (37%) leveren de grootste bijdrage aan de klimaatvoetafdruk. Uitgangspunten: - De Openbare Verlichting valt in dezelfde perceel bij de inkoop van elektriciteit als gebouwen. Er is daarom uitgegaan van windkracht met SMK-keur. - Alle aardgas is gecompenseerd met certificaten. Dit is nog een voortvloeisel uit de gascontracten die zijn afgesloten voor de leveringsperiode 2009-2014. - PV (zonnestroom) wordt automatisch meegenomen door het gelijktijdig verbruik van het gebouw 1 en de saldering op de factuur/verbruiken. In tegenstelling tot de rekenregels uit het handboek is de uitstoot van CO2 door het opwekken van zonnestroom die door ‘eigen panelen’ is opgewekt op 0 gesteld. Deze interpretatie van de rekenregel is afgestemd een door de RvA geaccrediteerde Certificerende Instelling en is bevoegd om berekende CO2-prestaties te verifiëren.
1
waarin beschreven staat dat zelf opgewekte zonnestroom een beperkt CO2 uitstoot heeft,
6
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
2.2
Klimaatvoetafdruk vergelijking
In deze paragraaf wordt de klimaatvoetafdruk van 2013 vergeleken met die van 2009 en 2011. De volledige klimaatvoetafdruk van 2009, 2011 en 2013 zijn weergegeven in figuur 2.2.
Figuur 2.2: Volledige klimaatvoetafdruk 2009 versus 2011 in tonnen CO2 per jaar.
In figuur 2.3 is de afname van de klimaatvoetafdruk sinds 2009 weergegeven. In de figuur is zowel de ambitie als de werkelijk berekende voetafdruk opgenomen. Het ambitieniveau is in 2013 gehaald, dankzij de grote stap die is gezet richting een klimaatneutrale organisatie.
Figuur 2.3 Verloop reductie klimaatvoetafdruk (ambitie en werkelijk gemeten)
Sinds 2009 is een reductie behaald van 82%. Opgemerkt wordt dat de verschillende klimaatvoetafdrukken niet 1 op 1 vergelijkbaar zijn. De grootste verschillen zijn: • Voor de klimaatvoetafdruk van 2011 en 2013 is er meer meegenomen dan in 2009. In 2011 en 2013 zijn alle aardgasaansluitingen en elektriciteitsaansluitingen meegenomen. • In 2009 is van het wagenpark alleen de wagens van Wijkbeheer meegenomen. In 2011 en 2013 zijn alle wagen meegenomen. • In 2009 is er voor een aantal verbruiken nog een inschatting gemaakt, terwijl die in 2011 en 2013 in meer detail zijn bepaald. Hierdoor kan het zo zijn dat het verbruik is gedaald, maar op basis van de inschattingen lijkt te zijn gestegen. Andersom kan natuurlijk ook.
7
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
2.3
Klimaatvoetafdruk in relatie met het gehele grondgebied
Het rijk heeft voor alle gemeenten in Nederland de klimaatvoetafdruk van het gehele grondgebied van deze betreffende gemeenten berekend (www.klimaatmonitor.nl). Het rijk heeft de voetafdruk gebaseerd op gegevens van de gebouwde omgeving, verkeer en vervoer, industrie en energie en landbouw. Opgemerkt wordt dat deze gegevens niet actueel zijn (de gegevens komen uit 2012), op hoofdlijnen (bijvoorbeeld lokale gegevens met betrekking tot vervoer missen) en niet volledig (bijvoorbeeld gegevens met betrekking tot bedrijfsafval missen). Voor het grondgebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug is de voetafdruk berekend op 255.514 ton CO2. De voetafdruk van 2013 van de gemeentelijke organisatie bedraagt 460 ton CO2. Dit komt overeen 2 met de jaarlijkse voetafdruk van 57 gemiddelde huishoudens .
2.4 •
• •
Conclusie klimaatvoetafdruk 2013 Doordat de gemeente groene elektriciteit inkoopt (windenergie met SMK-keur) en de aardgasemissies compenseert met certificaten (als inherent onderdeel van het gascontract voor de leveringsperiode 2009-2014) is het aandeel van het energieverbruik sterk gedaald ten opzichte van de voorgaande metingen. De reductie van de totale klimaatvoetafdruk van 2013 is 82%. Ten opzichte van 2011 is een grote reductie behaald. Het ambitieniveau, 75% reductie is hiermee gehaald. Beleidswijzigingen met betrekking tot woonwerk verkeer en wagenpark dragen bij aan de reductie van de klimaatvoetafdruk.
2
Volgens Milieucentraal is de voetafdruk van een gemiddeld huishouden 8 ton CO2 per jaar voor energie in huis en vervoer.
8
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
3.
Nadere vergelijking klimaatvoetafdruk
In dit hoofdstuk wordt de klimaatvoetafdruk en de verbruiken van 2013 in meer detail bekeken. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het elektriciteitsverbruik, gasverbruik, vervoer, koudemiddelen en papierverbruik.
3.1
Elektriciteitsverbruik
In figuur 3.1 staat links het elektriciteitsverbruik verdeeld over de categorieën gebouwen, openbare verlichting, riool, vri (verkeersregelinstallaties) en overig elektriciteitsverbruik. Rechts staat een vergelijking van de categorieën met de voorgaande jaren.
Figuur 3.1 Elektriciteitsverbruik per categorie
De categorie gebouwen verbruikt de meeste elektriciteit (42%). Topverbruikers zijn het gemeentekantoor in Doorn (Raadhuisplein 2, 27%), Het Cultuurhuis (26%) en het gemeentekantoor in Driebergen-Rijsenburg (Bosstraat 1, 15%). In onderstaande paragraven wordt hier nader op ingegaan. De gemeente is in mei 2013 verhuisd van verschillende decentrale locaties naar één centraal gemeentekantoor, Raadhuisplein 2. De verschillende decentrale locaties hebben nog geheel 2013 3 stroom verbruikt . Het gemeentekantoor is voorzien van zonnepanelen (PV) en een bodemenergiesysteem (WKO). De zonnepanelen produceren elektriciteit. Het bodemenergiesysteem levert de warmte en koude die het gebouw nodig heeft. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van aardgas maar uitsluitend van elektriciteit. De zonnepanelen leveren een deel van de nodige elektriciteit; Op deze wijze ‘wekt’ de gemeente zelf elektriciteit op en zorgt voor verwarming en koeling van het gebouw. Het gemeentekantoor heeft daarom geen aardgasaansluiting voor het verwarmen van het gebouw. Het totaal opgewekte elektriciteit (door zonnepanelen) is te weinig om aan de totale elektriciteitsvraag te voldoen. De resterende elektriciteit wordt geleverd door (ingekochte) windenergie. Het nieuwe gemeentekantoor verbruikt dus alleen elektriciteit en geen gas. Daarnaast hebben verschillende decentrale locaties heel 2013 nog elektriciteit gebruikt. Desondanks is het totale elektriciteitsverbruik niet gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. In de volgende voetafdruk zal het effect van de verhuizing beter inzichtelijk zijn.
3
Deze conclusie is gebaseerd op de facturatie.
9
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Dezelfde redenatie geldt deels voor de verhuizing van de verschillende werven naar één centrale werf. In 2013 heeft de werf aan de Sportlaan 67 nog gas en elektriciteit verbruikt. In de volgende voetafdruk zal het effect van de nieuwe gemeentewerf, lager elektriciteits- en gasverbruik voor de categorie gemeentewerf, inzichtelijk zijn. De categorie openbare verlichting, reclames en abri’s verbruiken 33% van de elektriciteit. Ten opzichte van voorgaande jaren is het verbruik licht gedaald. Er zijn echter geen maatregelen getroffen om het verbruik terug te dringen. De verklaring voor deze daling is niet bekend. Zowel bij het gemeentekantoor als de gemeentewerf wordt elektriciteit opgewekt door zonnepanelen (PV). Deze stroom komt volledige ten gunste van deze gebouwen. In 2013 is 80.003 kWh opgewekt. Indien deze stroom door windenergie was geleverd, was de voetafdruk 1,2 ton CO2 hoger. Een totaal overzicht van het elektriciteitsverbruik staat in bijlage 1.
3.2
Aardgasverbruik
In figuur 3.2 staat het aardgasverbruik. In figuur 3.2 staat ook de verdeling van het aardgasverbruik in vergelijking met voorgaande jaren. Om de voorgaande jaren goed te vergelijken is het verbruik gecorrigeerd. Het aardgasverbruik is namelijk medeafhankelijk of het een koud of warm jaar is geweest. 2013 was relatief een koud jaar (gemiddeld 9,8 graden), ten opzichte van 2009 (gemiddeld 10,5 graden) en het relatief warme jaar 2011 (gemiddeld 10,9 graden). Voor de correctie is gebruik 4 gemaakt van de graaddagen methodiek.
Figuur 3.2 Aardgasverbruik per categorie
De (voormalige) gemeentehuizen verbruiken het meeste aardgas, 58% van het totale verbruik. Binnen deze categorie zijn het Cultuurhuis (27%) en het voormalige gemeentehuis in Amerongen (23%) de grootverbruikers. Nadat alle voormalige gemeentehuizen zijn afgestoten, zal een sterke daling binnen deze categorie zichtbaar zijn. Dezelfde redenatie geldt voor de categorie gemeentewerf. Indien enkel het gasverbruik van de nieuwe gemeentewerf wordt meegewogen daalt het gasverbruik met circa 85 %. Dit effect zal zichtbaar zijn in de volgende voetafdruk. Het aardgasverbruik bij de categorie sport is sterk gedaald. Dit wordt verklaard doordat enkele locaties verhuurd worden aan derden, waardoor de energierekening niet ten lasten komt van de gemeente en de CO2 emissies niet meer ten lasten komen van de gemeente. Een totaal overzicht van het gasverbruik staat in bijlage 1. 4
Een graaddag is een rekeneenheid om de (variërende) temperatuur op een eenvoudige manier mee te kunnen nemen vergelijkingen over energieverbruik. Een graaddag is relatief ten opzichte van een referentie temperatuur, meestal die waarbij geen verwarming meer nodig is (typisch 18 graden Celsius). Als bron is gebruikt: KWA bedrijfsadviseurs, www.kwa.nl. (Locatie De Bilt, gewogen graaddagen).
10
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
3.3
Vervoer
Onder de categorie vervoer wordt de voetafdruk berekend van de kilometers die zijn gereden met betrekking tot woon-werk en de dienstkilometers (dienstreizen met privé auto’s en met dienstauto’s). De gemeente stimuleert sinds 2012 het gebruik van openbaar vervoer en de dienstauto’s voor het zakelijk verkeer.
Figuur 3.3 Vervoer per categorie
Er is weinig onderscheid in de bijdrage aan de voetafdruk tussen het woonwerk verkeer en het zakelijk verkeer. In vergelijking met voorgaande jaren is voor zowel het woonwerk verkeer als het zakelijk verkeer een afname zichtbaar. Medewerkers komen naar het gemeentehuis met eigen vervoer, openbaar vervoer, op de fiets of zijn lopend. 47 medewerkers maken gebruik van een openbaarvervoer kaart. De totale kosten voor het openbaarvervoer is inzichtelijk. Het aantal exacte gereisde kilometer niet. Op basis van aannamen is de voetafdruk berekend (zie bijlage 2). Tevens is aangenomen dat deze medewerkers de OV kaart gebruiken voor het woon-werk verkeer. De gemeente stimuleert het gebruik van de fiets voor het woon-werk verkeer. Medewerkers kunnen door het registreren van hun gefietste kilometers punten sparen. De registratie is niet verplicht. In 2013 spaarden 125 medewerkers punten. Van deze medewerkers namen bijna 50% regelmatig de fiets.
3.4
Koudemiddelen
In de categorie koudemiddelen wordt de uitstoot bepaald door het gebruik van koelvloeistoffen ten behoeve van koelinstallaties. Grote hoeveelheden koelmiddelen komen vrij op het moment dat bijvoorbeeld een leiding knapt, kleine hoeveelheden komen jaarlijks vrij door kleine lekkages. Er is geen melding gedaan dat koelmiddel bijgevuld werd bij één van de koelinstallaties. De bijdrage aan de voetafdruk bestaat daarom enkel uit de jaarlijkse lekverliezen.
11
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Figuur 3.4 Verbruik koudemiddelen
In figuur 3.4 is de bijdrage van de koudemiddelen aan de voetafdruk weergegeven. De bijdrage van de (voormalige) gemeentehuizen is groot.
3.5
Papierverbruik
In figuur 3.5 staat de verdeling van het papierverbruik en een vergelijking van het papierverbruik met 2011. Het papierverbruik is binnen de gemeentelijke organisatie sterk gedaald. Het beleid om papierlozer te werken, lijkt hiervan de oorzaak te zijn.
Figuur 3.5 Verbruik papier
12
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
4.
Conclusies en aanbevelingen
4.1
Conclusies
• •
•
• •
•
•
4.2
De klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie bedraagt 460 ton CO2. Dit komt overeen 5 met bijna 57 huishoudens . De reductie van de totale klimaatvoetafdruk van 2013 is 82% ten opzichte van 2009 (nulmeting). Ten opzichte van 2011 is een grote reductie behaald en heeft de gemeente haar klimaatambitie (reductie 75% in 2013) gehaald. Doordat de gemeente groene elektriciteit inkoopt (windenergie met SMK-keur) en de aardgasemissies compenseert met certificaten (als inherent onderdeel van het gascontract voor de periode 2009-2014) is het aandeel van het energieverbruik sterk gedaald. De klimaatvoetafdruk wordt met name bepaald door het thema vervoer. Beleidswijzigingen (stimuleren gebruik openbaarvervoer) met betrekking tot woonwerk verkeer en wagenpark dragen bij aan de reductie van de klimaatvoetafdruk. Echter is de bijdrage van het woonwerk verkeer en het wagenpark aan de totale voetafdruk groot. Een lagere voetafdruk kan bereikt worden door minder kilometers en ander (bijvoorbeeld elektrisch) brandstofgebruik. De verhuizing van meerdere decentrale locaties naar één centrale locatie is nog niet zichtbaar in de klimaatvoetafdruk, aangezien de voormalige locaties in 2013 nog elektriciteit en aardgas verbruiken. Het verzamelen van de benodigde gegevens is redelijk verlopen. Medewerkers werken graag mee met het aanleveren van de data.
Aanbevelingen
1. Het verzamelen van de nodige gegevens gaat beter dan de voorgaande jaren, maar aangezien de klimaatvoetafdruk elke 2 jaar wordt herhaald, wordt aangeraden: - Energieverbruik: Bij de nieuwe aanbesteding voor elektriciteit en aardgas de verplichting op te nemen dat er goede en duidelijke overzichten per jaar worden aangeleverd met de verbruiken. Aangevuld met informatie over de bron of herkomst van de elektriciteit en aardgas, zodat de CO2-emissies eenduidig bepaald kunnen worden. - Ook voor papier bleek het nog steeds niet eenvoudig om een goed inzicht te krijgen in de hoeveelheden. Ook omdat er meerdere afdelingen papier inkopen. Het wordt aangeraden om te kijken of het mogelijk is om in ieder geval (een kopie van) de facturen van papier met verbruiken op één plek te verzamelen. Of dat er een lijst wordt bijgehouden met alle papierinkopen. - De elektriciteit verbruiken van openbare verlichting, abri’s en reclameverlichting die door de gemeente betaald worden, hebben geen elektriciteitsmeter. Het is om praktische redenen niet mogelijk om deze te plaatsen. De verbruiken worden berekend op basis van opgesteld elektrisch vermogen. Het is wel van belang dat deze berekening klopt en inzichtelijk is. 2. De medewerkers van de gemeente maken gebruik van een openbaar vervoerpas voor woon-werk reizen en dienstreizen. De pas registreert niet het aantal kilometers. Het is daarom niet bekend wat de bijdrage van het openbaar vervoer is op de klimaatvoetafdruk. Geadviseerd wordt om te onderzoek of door middel van een laagdrempelige registratie zicht komt op het gebruik van het openbaarvervoer. 3. De verbruiken van de energie-aansluitingen van de gemeente vertonen grote variaties. In veel gevallen is niet inzichtelijk wat hiervan de oorzaak is. Er wordt aangeraden om in ieder geval voor de aansluitingen met de grootste verbruiken te kijken naar de mogelijkheden van het opzetten van een energie-management systeem. 4. Voor elektriciteit is het bij de nieuwe inkoopperiode voor de aanbesteding van energie van groot belang dat er weer gekozen wordt voor windkracht met SMK-keur of een bron met vergelijkbare 5
Volgens Milieucentraal is de voetafdruk van een gemiddeld huishouden 8 ton CO2 per jaar voor energie in huis en vervoer.
13
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
lage CO2-emissies. Om de klimaatvoetafdruk niet sterk te laten stijgen, dient dit bij de nieuwe inkoopperiode een belangrijk selectie-eis te zijn.
14
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
BIJLAGE 1.
VERDELING LOCATIES
2013
De verdeling over de locaties in 2013 is: Footprint (ton CO2) Utrechtse Heuvelrug 2013 Locatie
Scope 1
Scope Scope 2 3
ton CO2eq
% aandeel
Aula: Doorn (Oude Arnhemse Bovenweg)
0,04
0,04
0,01%
Aula: Driebergen (Traay 301)
0,02
0,02
0,00%
Aula: Maarn (Jacob van Wassenaerlaan)
0,04
0,04
0,01%
Brandweerkazerne: Amerongen
0,00
0,00
0,00%
Brandweerkazerne: Doorn
0,42
0,42
0,09%
Brandweerkazerne: Driebergen
0,38
0,38
0,08%
Brandweerkazerne: Leersum
0,19
0,19
0,04%
Brandweerkazerne: Maarn
2,41
2,41
0,52%
Elektriciteit overig
2,52
2,52
0,55%
Gebouwen overig Gemeentekantoor: cultuurcluster De Binder Leersum Gemeentekantoor: cultuurhuis Doorn
1,24
1,24
0,27%
0,00
0,00%
0,00 7,15
7,15
1,55%
Gemeentekantoor: dorpshuis Amerongen Gemeentekantoor Doorn Gemeentekantoor: Driebergen
0,00
0,00
0,00%
3,49
0,76%
3,71
3,71
0,81%
Gemeentekantoor: gemeentehuis Amerongen
3,49 0,58
0,58
0,13%
Gemeentekantoor: gemeentehuis Leersum Gemeentekantoor: gemeentehuis/politiekantoor Maarn Gemeentewerf Doorn
0,78
0,78
0,17%
1,55
0,34%
1,71
1,71
0,37%
Gemeentewerkplaats: Amerongen
1,55 0,00
0,00
0,00%
Gemeentewerkplaats: Driebergen
0,50
0,50
0,11%
Gemeentewerkplaats: Leersum
0,06
0,06
0,01%
Gemeentewerkplaats: Maarn
0,07
0,07
0,02%
Jeugdhonk
0,00 0,20
0,00
0,00%
0,20
0,04%
8,70
1,89%
19,61
4,26%
Kantoorvilla brandweerpers.: Maarn Koudemiddelen
8,70
Openbare Verlichting
19,61
Papier
15,18
3,30%
Rioolgemalen
8,04
8,04
1,75%
Sport en recreatie: gymzaal de Dolfijn
0,00
0,00
0,00%
Sport en recreatie: gymzaal Overberg Sport en recreatie: kleedaccommodaties Amerongen Sport en recreatie: KMD/SVMM
0,10
0,10
0,02%
0,00
0,00%
0,16
0,16
0,03%
Sport en recreatie: sporthal Steinheim
0,00
0,00
0,00%
Sport en recreatie: tuinlandtech/inst korfbal
0,00
0,00
0,00%
378,10
82,20%
1,11
0,24%
Vervoer VRI's Totaal
15,18
0,00
197,10
181,00 1,11
460 ton per jaar
15
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
BIJLAGE 2.
ACHTERGROND CO2-GEGEVENS
Allereerst wordt er toelichting gegeven over wat er wel en niet is meegenomen in de klimaatvoetafdruk per categorie. Daarnaast wordt een overzicht gegeven wat de bron ofwel herkomst van de gegevens zijn geweest.
Toelichting: Aardgas Het aardgas wordt gebruikt in gebouwen voor verwarming. In de klimaatvoetafdruk is dat verbruik meegenomen waarvoor de gemeente de rekening betaald. In enkele gevallen zoals bij sportgebouwen kan het wel zo zijn dat de rekening aan bijvoorbeeld een sportvereniging of exploitant wordt doorgesluisd. Elektriciteit: Openbare verlichting, reclame en abri’s: De gemeente betaald Greenchoice voor het elektriciteitsverbruik van de openbare verlichting, reclame’s en abri’s. Deze verbruiken worden niet gemeten, er wordt alleen een post in rekening gebracht bij de gemeente voor het elektriciteitsverbruik op basis van een berekening. Conform afspraken wordt er elektriciteit geleverd die is opgewekt door windturbines waarvan de certificaten SMK-gekeurd zijn. Het verbruik is ingeschat op basis van de kosten die bij de gemeente in rekening zijn gebracht. Elektriciteit algemeen: De elektriciteit die de gemeente verbruikt wordt zelf opgewekt (zonne-energie) en geleverd door Greenchoice. Conform afspraken wordt er elektriciteit geleverd die is opgewekt door windturbines waarvan de certificaten SMK-gekeurd zijn. Hierdoor is de uitstoot hiervan bijna nul. Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: Wind: 15 g CO2/kWh Koudemiddelen: Bij koelinstallaties waaronder ook airco’s wordt gebruik gemaakt van koudemiddelen. Bij het gebruik hiervan is er altijd een minieme hoeveelheid die ontsnapt en dan gaat bijdragen aan het broeikaseffect. Het effect van de koudemiddelen wordt bepaald op basis van kengetallen en de hoeveelheid kg koudemiddel dat de gemeentelijke organisatie gebruikt. De richtlijnen hiervoor staan in tabel B.1. Tabel B.1 Richtlijnen lekverliezen Type koelinstallaties
Lekverlies richtwaarde
Toelichting
2%
Compacte en robuuste bouw
Water-koelinstallaties -
Package unit
koelinstallatie waarbij het gehele koudemiddelcircuit in de fabriek is gemonteerd en getest Split systeem
3,5 %
Gemonteerd en met koudemiddel
Split systemen, DX
3,5 %
Gevoelig voor montage
DX in LB-kast
3,5 %
-
gevuld op locatie
Bron: GPG Airco Utiliteit Achtergrondrapport, B&O-A R 2005/294, TNO-rapport, oktober 2005.
16
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: R407C: 1.775 kg CO2/kg R410A: 2.090 kg CO2/kg Wagenpark: Het wagenpark bestaat uit 36 auto’s van de afdelingen wijkbeheer, service centrum en toezicht/handhaving. Tabel B2 Overzicht dienstauto’s wijkbeheer
service centrum
Toezicht en handhaving
2 - VZX - 10
64-JTG-7
35-BZ-HP
2 - VZX - 11
63-JTG-7
39-BZ-HP
28 - BS - HN
77-VNX-1
41-BZ-HP
11 - VDS - 6
2-VRR-78
42-BZ-HP
12 - VDS - 6 13 - VDS - 6 14 - VFK - 5 18 - VLR - 6 26 - VLR - 6 BZ - DJ - 31 8 - VSJ - 34 VG - 042 - F 45 - BH - VR 10 - BB - DL 74 - BL - KB 53 - BV - DG 93 - VBK - 1 90 - VRG - 3 3 - VLZ - 08 37 - BZ - HP 40 - BZ - HP 34 - BP - GF BV - SB - 54 BZ - PB - 41
Alhmann Kubota John deere New Holland Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: Benzine: 2,78 kg CO2/liter brandstof Diesel: 3,135 kg CO2/liter brandstof
17
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Woonwerk verkeer: Het woonwerkverkeer bestaat uit het gebruik van brandstoffen door auto’s, scooters, trein en bus, door het personeel om op het werk te komen. De medewerkers maken gebruik van een openbaarvervoerspas. Deze pas registreert echter niet het aantal gereden kilometers. Op basis van het uitgekeerde OV-bedrag door de salarisadministratie is berekend hoeveel kilometers de medewerkers met het openbaar vervoer hebben gereisd. Hiervoor zijn de volgende aannames gemaakt: - Een medewerker reist 2 dagen/week met het openbaar vervoer. - Het tarief om te reizen met het openbaar vervoer is 0,13 euro/kilometer. - 50% van de OV-kilometers is afgelegd met een streekbus, 50% van de OV-kilometers is afgelegd met de stoptrein en intercity. Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: Streekbus: 95 g CO2/reizigerskm Stoptrein+Intercity: 65 g CO2/reizigerskm Brandstoftype niet bekend: 210 g CO2/voertuigkm Zakelijke verkeer: Het autoverkeer en openbaar vervoer voor verkeer tijdens en voor werktijd. Papier Het papierverbruik 2013 is gebaseerd op facturen voor alle vormen van papierverbruik. In de literatuur zijn verschillende conversiefactoren om te berekenen hoeveel CO2-uitstoot de productie van een kilo papier levert. De papier industrie heeft veel gedaan om de CO2- uitstoot in kaart te brengen en te verlagen. Zo bestaat 80% van het nieuwe papier en karton uit gerecycled oudpapier en –karton. De conversiefactor is op basis van informatie van papier en karton en de Climate neutral 6 Group verlaagd naar 1,1 kg CO2/kg papier .
6
Bron: Review emissiefactoren 2013, Climate neutral Group
18
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
BIJLAGE 3.
INFORMATIEBRON VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS
Aardgas Dit betreft het aardgasverbruik voor gebouwen. De aardgas voor de gemeente wordt geleverd door Dong Energie. Ondanks herhaalde verzoeken werd er geen overzicht verkregen van alle aansluitingen met bijbehorende aardgas verbruiken van de gemeente. Op basis van jaarrekeningen is het aardgas verbruik bepaald. Informatie: Mevrouw J. Quint. Elektriciteit algemeen: De leverancier van elektriciteit voor alle aansluitingen van de gemeente is Greenchoice. Deze partij levert groene stroom opgewekt met wind met SMK-keur, vanaf januari 2010 aan alle gemeenten die deelnemen aan de collectieve inkoop van energie zoals die via de BRU is georganiseerd. Op basis van facturen (jaarafrekening) is het verbruik aansluit bepaald. Informatie elektriciteit: Mevrouw J. Quint Informatie openbare verlichting, reclame en abri’s: De heer P. Witmer Informatie zonnepanelen (PV): De heer E. Mikkers (Omgevingsdienst regio Utrecht) Wagenpark: De gemeente Utrechtse Heuvelrug is in 2014 een project gestart om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het wagenpark te verduurzamen. In het kader van het onderzoek is het wagenpark geinventariseerd. De resultaten van deze inventarisatie zijn gebruikt voor het bepalen van de klimaatvoetafdruk. Informatie: De heer E. Mikkers (Omgevingsdienst regio Utrecht) Koudemiddelen: Het gebruik van koudemiddelen in de gemeentelijke gebouwen is ingeschat door te kijken naar het aantal airco’s en koelinstallaties. Informatie: De heer C. Radix. Woon-werk verkeer: Het aantal woon-werk kilometers is gebaseerd op de reiskostenvergoeding. Medewerkers maken ook gebruik van een openbaar vervoerpas (47 medewerkers) en worden gevraagd het aantal fietskilometers te registreren. De registratie is hiervan is echter op basis van vrijwilligheid. Informatie: Mevrouw C. Petersen-Methorst Zakelijke verkeer: Het aantal zakelijke kilometers is aangeleverd door de salarisadministratie (
[email protected]). Informatie: mevrouw C. Petersen-Methorst
19
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013
Papier: De benodigde overzichten van het papierverbruik zijn berekend op basis van bestellingen. Het betreft informatie van: - Papier voor grootformaat afdrukmachines A0 en A1 - Aantal pakken/vellen A4 en A3 - Enveloppen en briefpapier Informatie: mevrouw A. Hop
20