Urologie
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie Laparoscopische radicale prostatectomie
Urologie
Inleiding Tijdens uw bezoek aan de polikliniek Urologie heeft de uroloog met u gesproken over de wenselijkheid of noodzaak van een prostaatoperatie in verband met prostaatkanker. We hebben alle informatie over deze operatie voor u op een rijtje gezet zodat u de informatie thuis nog eens rustig kunt doorlezen. Deze folder vervangt niet de persoonlijke gesprekken met de uroloog maar ondersteunt deze. U kunt altijd bij de uroloog of verpleegkundige terecht voor aanvullende informatie.
De prostaat De prostaat is een klier ter grootte van een kastanje. De prostaat ligt rondom de plasbuis onder de blaas. De prostaat produceert een vloeistof, het prostaatvocht. Het prostaatvocht komt samen met het zaad (sperma) tijdens de zaadlozing naar buiten. Het vocht houdt de zaadcellen in leven tijdens hun tocht naar de eicel.
blaashals
blaas
prostaat sluitspier endeldarm bijbal
plasbuis
zaadbal of testikel balzak of scrotum
1
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
Prostaatkanker Bij prostaatkanker is er sprake van een ongeremde groei van cellen in de prostaat. De uroloog kan bij het inwendig onderzoek de tumor meestal voelen. Ook veranderingen in het bloed, een verhoogd PSA (prostaat specifiek antigeen), kunnen wijzen op de aanwezigheid van prostaatkanker. Door stukjes weefsel uit de prostaat te verwijderen (punctie/biopt) kan de uroloog met zekerheid zeggen of u prostaatkanker heeft. Zodra de uitslagen van de onderzoeken bekend zijn bespreekt de uroloog met u de meest wenselijke behandeling. In uw situatie is dat de verwijdering van de prostaat via een kijkoperatie.
Voorbereiding op de opname Bloedverdunners De uroloog heeft u op de polikliniek al gevraagd welke medicijnen u gebruikt. Als u bloedverdunners gebruikt, stopt u, in overleg met de uroloog, een aantal dagen voor de operatie hiermee. Ook in de opnamebrief staat hoeveel dagen u van tevoren moet stoppen met de bloedverdunners. Anesthesiologie U krijgt een afspraak thuisgestuurd voor het preoperatieve spreekuur. Tijdens dit spreekuur praat u met de anesthesioloog over uw gezondheid en eventuele medicijnen die u gebruikt. De anesthesioloog onderzoekt u en bespreekt met u de narcose. Ook zal de anesthesioloog de manier van pijnbestrijding na de operatie met u bespreken. U kunt overleggen of u een slaaptablet mag gebruiken voor de operatie.
2
Urologie
Voorbereidende gesprekken Na uw bezoek aan de anesthesioloog heeft u een gesprek met de verpleegkundige, de zaalarts of co-assistent en de voedings assistent. Meestal zijn alle gesprekken om 12.00 uur afgerond en kunt u naar huis. Bekkenfysiotherapie Ter voorbereiding op de operatie krijgt u een verwijsbrief voor een bekkenfysiotherapeut. Samen met de oncologieverpleegkundige kunt u zoeken naar een gecertificeerde bekkenfysiotherapeut bij u in de omgeving. Met een bekkenfysiotherapeut leert u al voor de operatie omgaan met de veranderde continentie. Het doel van deze therapie is maximale controle te krijgen op de continentie (de plas kunnen ophouden). De man heeft twee sluitspieren (urethrale sfincters) die samen zorgen voor het ophouden van de urine. De binnenste sluitspier bevindt zich in de blaashals. Dit is een gladde spier, wat inhoudt dat de aansturing onbewust en automatisch gebeurt. U kunt de interne sluitspier dus niet bewust gebruiken. De buitenste sluitspier (bekkenbodem) zit net onder de prostaat, bij de basis van de penis. Dit is een spier die u bewust kunt aantrekken en ontspannen. Bij de operatie (radicale prostatectomie) wordt de prostaat verwijderd met het stuk plasbuis dat daar doorheen loopt. De beide delen van de plasbuis worden weer aan elkaar gehecht, waarbij de hoek tussen de blaas en plasbuis groter wordt. De binnenste sluitspier verliest daardoor zijn functie. U zult merken dat het ophouden van urine een proces is van oefenen en tijd. De buitenste sluitspier moet nu in z’n eentje ervoor zorgen dat de urine wordt opgehouden.
3
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
Bekkenbodem spieroefeningen Bekkenbodem spieroefeningen zijn ervoor om de bekkenbodem spieren te versterken. U leert de spieren zowel aan te spannen als te ontspannen. Door te oefenen worden de spieren sterker, waar door u ongewild urineverlies kunt voorkomen. Op buikdruk verhogende momenten, zoals hoesten, niezen en neus snuiten kunt u de spieren gebruiken om een plas tegen te houden. Ook bewegingen zoals opstaan uit bed of vanuit een stoel geeft een drukverhoging in de buik. Om incontinentie te verminderen moet u op dit soort momenten altijd de bekken bodemspieren aanspannen. Tijdens het plassen is het juist belangrijk de bekken bodemspieren te ontspannen. U heeft dus beide oefeningen - aanspannen en ontspannen - even hard nodig!
Opname De definitieve opnamedatum krijgt u thuis gestuurd. De opname datum kan de operatiedag zijn, of een dag van te voren. De opname duurt meestal vijf tot acht dagen. Voorbereiding op de operatie Op de avond voor de operatie mag u vanaf 24.00 uur niets meer eten en drinken. Als u darmproblemen heeft, bijvoorbeeld een moeilijke stoelgang, kunt u dat aangeven. Soms is het dan verstandig een klysma te geven om problemen na de operatie te voorkomen. U krijgt een injectie ter voorkoming van trombose. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat dat kan ontstaan doordat u stil ligt tijdens de operatie. De injectie krijgt u eenmaal daags tot u weer naar huis gaat. De ochtend voor de operatie mag u douchen en trekt u de operatiekleding aan. Ter voorbereiding op de narcose krijgt u medicijnen, een rustgevende tablet en een pijnstiller, die de 4
Urologie
anesthesioloog heeft voorgeschreven. Om infecties te voorkomen start u met antibiotica. Als u nog andere medicijnen gebruikt, overlegt u met de verpleegkundige welke u mag innemen. Als u sieraden draagt en/of een (gebits) prothese heeft, moet u deze verwijderen. Een verpleegkundige brengt u op uw bed naar de voorbereidingsruimte (holding), daar krijgt u een infuus. Daarna brengt de anesthesieverpleegkundige u naar de operatiekamer waar de ingreep plaatsvindt. Daar wordt u gevraagd om op de operatietafel te gaan liggen. De narcose wordt toegediend via het infuus. Daarna wordt uw buik geschoren.
De operatie - het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie Bij een kijkoperatie wordt hetzelfde gedaan als bij een operatie via een buiksnede: de prostaat en de zaadblazen worden verwijderd. Het weefsel dat de uroloog verwijdert wordt opgestuurd naar het laboratorium en door een patholoog onderzocht. Bij een kijkoperatie opereert de uroloog door kleine gaatjes. De buik wordt eerst ‘opgeblazen’ om ruimte te krijgen. Daarna worden er via kleine sneden vijf buizen ingebracht. De uroloog schuift door één buis een camera zodat hij op een televisiescherm het operatiegebied kan zien. Door de andere buizen wordt geopereerd. Het voordeel van een kijkoperatie is dat de uroloog met de camera (10 x vergroting) heel goed alle details van het operatiegebied kan zien. Bij een kijkoperatie is er meestal minder bloedverlies. Ook kan de uroloog zo mogelijk zenuwen in het gebied sparen. De sneetjes worden met hechtingen gesloten. Voor u als patiënt betekent het dat u over het algemeen na een kijkoperatie sneller herstelt en ook minder pijn heeft. Wel duurt de operatie langer, zodat u langer onder narcose bent. De opnametijd in het ziekenhuis is meestal korter en u herstelt thuis beter.
5
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
fig. 1 Voor de operatie
fig. 2 Na de operatie
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, het hartritme en de temperatuur. Op de dag van de operatie blijft u in bed. Pijn na een operatie is normaal. Mogelijk krijgt u continu pijn stilling via een pomp. Met de voorgeschreven medicatie moet u de pijn goed kunnen verdragen. Een aantal keren per dag neemt de verpleegkundige een pijnscore af. Dit betekent dat u aangeeft hoeveel pijn u heeft, hierop wordt de pijnstilling afgestemd. Over de pijnscore krijgt u mondeling nadere uitleg. Een goede pijn bestrijding zorgt voor een beter herstel. Ook als u misselijk bent, kunt u om medicijnen vragen.
De eerste dagen na de operatie De eerste dagen krijgt u vocht via een infuus. U mag rustig aan weer beginnen met drinken en eten. Tijdens de operatie is er via de plasbuis een katheter in de blaas geplaatst. Ook ligt er een 6
Urologie
wonddrain (slangetje) in het wondgebied voor de afvoer van overtollig vocht en bloed. Het infuus en de drain worden enkele dagen na de operatie verwijderd. De hechtingen worden na tien dagen verwijderd. De eerste dagen na de operatie helpt de verpleegkundige u bij uw lichamelijke verzorging. U kunt zich vrij snel met enige hulp weer zelf wassen of douchen. De verpleegkundige controleert zeer regelmatig of de urine goed uit de blaas loopt, ook controleert ze regelmatig de bloeddruk en de temperatuur. Het verzorgen van de katheter Wanneer u na de operatie met een katheter naar huis gaat, zult u ook thuis de katheter moeten verzorgen. De verpleegkundige leert u hoe u dat het beste kunt doen en welke materialen u daarvoor nodig heeft. Zonodig regelt de verpleegkundige hulp van de thuis zorg voor u.
Complicaties Meestal verloopt de operatie zonder problemen. Toch kunnen complicaties voorkomen. Er kan een wondinfectie ontstaan of een bloeding. Soms moet de drain enkele dagen langer inblijven omdat deze nog te veel vocht en bloed of urine produceert. Dit kan betekenen dat u wat langer in het ziekenhuis moet blijven. Soms lukt de operatie niet via een kijkoperatie, dan besluit de uroloog alsnog om via een buiksnede te opereren.
Naar huis Naar verwachting gaat u vijf tot acht dagen na de operatie naar huis. U kunt naar huis als: • U geen koorts heeft. 7
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
• • • • •
U goed voor zichzelf kunt zorgen. U weer normaal eet. U normale ontlasting heeft. U de katheter kunt verzorgen. De drain is verwijderd.
Zorgt u ervoor dat iemand u met de auto naar huis brengt. We adviseren u niet zelf naar huis te rijden of met het openbaar vervoer te gaan. U kunt wel gebruik maken van een taxi. De kosten van deze taxirit komen voor uw eigen rekening. Contact opnemen Neemt u contact op met de uroloog wanneer: • U aanhoudende (buik)pijn heeft die niet verdwijnt met gebruik van de voorgeschreven pijnstillers. Meestal mag u viermaal daags (om de zes uur) twee tabletten paracetamol van 500 mg innemen. • U koorts heeft boven de 38,5 C of langer dan 24 uur boven de 38° C. • U hevig bloedverlies met stolsels heeft. • Er geen urine meer in de katheterzak komt. • De katheter uit de blaas is gevallen. Deze mag alleen door de uroloog opnieuw ingebracht worden. Wat lekkage langs de katheter kan voorkomen. Dit is vervelend maar niet verontrustend als er wel voldoende urine in de katheterzak komt. Vaak wordt lekkage veroorzaakt door het samentrekken van de blaas (blaaskrampen). Dit is een pijnlijk gevoel in de blaas en soms rond de anus (aandrang) of in de eikel. De lekkage kunt u opvangen met incontinentiemateriaal. Een recept hiervoor heeft u al op de afdeling ontvangen. Voor de blaaskrampen krijgt u na de operatie ook een recept mee. Als u geen recept heeft ontvangen, kunt u dit via de huisarts regelen.
8
Urologie
U kunt de uroloog bereiken door het algemene nummer van het UMCG te bellen (050) 361 61 61 en te vragen naar de dienstdoende uroloog. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar.
Vervolgafspraken Telefonisch contact Ongeveer twee tot drie dagen na uw ontslag van de verpleeg afdeling neemt een verpleegkundige telefonisch contact met u op om te vragen hoe het met u gaat. U kunt uw vragen en opmerkingen over de operatie en opname dan bespreken. Röntgenonderzoek U krijgt bij uw ontslag uit het ziekenhuis een afspraak mee voor een röntgenonderzoek van de blaas (cystogram) en het bespreken van het weefselonderzoek. Dit is meestal drie weken na de operatie. U meldt zich dan op het functiecentrum Urologie. Bij dit röntgenonderzoek spuit de uroloog een contrastvloeistof door de katheter in de blaas, waarna een aantal röntgenfoto’s wordt gemaakt. Zie ook folder ‘Röntgenonderzoek van de blaas met behulp van contrastvloeistof’. Als op deze foto’s geen lekkage te zien is, zien is, laat de verpleeg kundige de contrastvloeistof via de katheter uit de blaas lopen. Daarna verwijdert zij de katheter. Daarna legt de uroloog u uit hoe u de komende tijd zelf oefeningen kunt doen om het ophouden van de urine te verbeteren. Omdat dit ophouden in het begin vaak moeilijk is gaat u aansluitend aan het onderzoek naar de verpleegafdeling.
9
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
Hier kunt u oefenen met plassen en ophouden van urine. Ook krijgt u praktische tips en informatie over incontinentiemateriaal. Als u er voldoende vertrouwen in heeft, mag u naar huis. Dit kan dezelfde dag zijn, maar het kan ook de volgende dag zijn. Als u naar huis gaat krijgt u een recept en een machtiging mee voor antibiotica en incontinentiemateriaal. Als u thuis bent kunt u met vragen altijd contact opnemen met de oncologieverpleegkundige van de afdeling Urologie. Als de uroloog op de röntgenfoto’s lekkage ziet, wordt de katheter niet verwijderd. U gaat dan weer naar huis en krijgt een nieuwe afspraak mee voor een röntgenonderzoek van de blaas voor een week later. De procedure zoals hierboven beschreven staat, wordt dan herhaald.
Gevolgen van de operatie Urineverlies U zult in het begin merken dat u gemakkelijk urine verliest. Dit hoort bij de operatie en is niet bij iedereen hetzelfde. De eerste zes weken na de operatie kunt u wat bloed in de urine hebben, waardoor de urine een rood/bruine kleur heeft. Het herstel van de continentie (droog zijn) heeft tijd nodig en verlangt ook van u de nodige inzet (zie bekkenfysiotherapie pag.3). Onze ervaring leert dat na een jaar de meeste mannen een redelijke tot goede controle over de continentie hebben en daar tevreden over zijn. Vaak blijft er een lichte mate van inspanningsincontinentie aanwezig. Bij inspanningsincontinentie verliest u urine door het aanspannen van de buikspieren, bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, tillen of sporten. Seksuele veranderingen Het verwijderen van de prostaat zal altijd gevolgen hebben voor de seksualiteit en de beleving hiervan. Het is belangrijk om te weten 10
Urologie
wat dit voor u en een eventuele partner betekent. Tijdens de poliklinische controles bespreekt de uroloog de seksuele veranderingen met u. Vraag gerust alles wat u wilt weten. Als u behoefte heeft aan gespecialiseerde begeleiding en behandeling op het gebied van erectiestoornissen en seksualiteit krijgt u in overleg met de uroloog een verwijzing naar de seksuoloog. Erectieproblemen Afhankelijk van de grootte en de plaats van de tumor is het vaak onvermijdelijk dat de zenuwen die zorgen voor een erectie, beschadigd worden. Dit betekent dat het niet altijd meer (goed) mogelijk is een erectie te krijgen. De uroloog bespreekt voor de operatie de mogelijkheden van een zenuwsparende operatie. Dit is soms mogelijk aan een zijde van de prostaat. Als er aan een zijde een zenuw is gespaard, zijn er erecties mogelijk. De kwaliteit van de erecties is moeilijk te voorspellen. In overleg met de uroloog kan er na de operatie gekozen worden voor medicijnen die de erecties ondersteunen (Cialis). Als na de operatie erecties wegblijven, zal de beleving van de seks veranderen. Het is echter na deze operatie wel mogelijk om een orgasme te krijgen. Er zijn andere zenuwen verantwoordelijk voor dit gevoel. De opwinding en de zin in seks blijven hetzelfde, bij genoeg opwinding kunt u dus wel een orgasme ervaren. Geen zaadlozing Als er nog erecties mogelijk zijn dan zult u merken dat er geen zaadlozing is. Doordat de prostaat is verwijderd, ontstaat er geen vocht meer tijdens de zaadlozingen. Dit wordt ook wel ‘droog klaarkomen’ genoemd. U komt klaar met alle daarbij behorende gevoelens maar zonder zaadlozing. Bij deze operatie worden altijd de zaadleiders door genomen, waardoor u steriel wordt.
11
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
Herstel Leefregels Voor de eerste zes weken krijgt u een aantal adviezen mee: • Niet hard persen bij de ontlasting. U krijgt een recept mee om de ontlasting soepel te houden. • Niet zwaar tillen. • Niet fietsen. • Geen zetpillen of klysma's gebruiken. Niets via de anus (rectaal) inbrengen. • Gezonde voeding met voldoende vezels. • Voldoende beweging. Douchen/wondverzorging U kunt thuis rustig onder de douche gaan, ook met hechtingen. U maakt een afspraak met uw huisarts om na tien dagen de hechtingen te laten verwijderen. U krijgt hiervoor een apparaatje mee, waarmee de huisarts de hechtingen kan verwijderen. Het droog houden van de wond bevordert een goede wond genezing. U kunt beter geen afsluitende pleister op de wond gebruiken, deze maakt de wond vochtig. Activiteiten Om zo snel mogelijk op uw oude conditieniveau te komen, is het raadzaam dagelijks een stuk te wandelen. Het herstel kan afhankelijk zijn van uw conditie van voor de operatie. Als u voor de operatie al vermoeidheidsklachten had zullen die na de operatie ernstiger zijn. Langdurig op bed liggen of in de stoel zitten draagt niet bij aan het herstel en kan leiden tot trombose. U mag na de operatie licht huishoudelijke werk uit voeren. Zwaar tillen, zwaar huishoudelijk werk doen (zoals stofzuigen, tuinieren) kunt u beter langzaam opbouwen. Autorijden mag als u zich fit genoeg voelt.
12
Urologie
Als tijdens de poliklinische controles blijkt dat uw herstel (lichamelijk en/of psychisch) niet vordert, zullen we met u bespreken of het raadzaam is een revalidatietraject te volgen. U kunt dan denken aan ‘Herstel en Balans’, oncologische revalidatie of sport op maat. Natuurlijk kunt u dit ook met uw huisarts over leggen en zelf een plan maken. Werkhervatting Afhankelijk van uw leeftijd, werksituatie en conditie kunt u in overleg met de uroloog en in overleg met de eigen bedrijfsarts bespreken hoe en wanneer u uw werk kunt hervatten. Over het algemeen kunnen de meeste mannen na zes tot acht weken de normale bezigheden weer uitvoeren. Wel kunnen praktische zaken, zoals incontinentie, ervoor zorgen dat hervatting van werk een belemmering is, zeker bij een lichamelijk zwaar beroep. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk, daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. Als de bedrijfsarts informatie wil opvragen van het ziekenhuis, is daarvoor uw toestemming nodig. Dit is om uw privacy te beschermen.
Nazorg (Follow-up) Als bij een vervolgbezoek de katheter is verwijderd, en het plassen en ophouden gaat goed, gaat u naar huis. Ongeveer zes weken na de operatie heeft u een controlebezoek bij de uroloog op de polikliniek Urologie. Tijdens de controle kijkt de uroloog samen met u naar de bloedwaarden. De hoogte van het PSA (Prostaat Specifiek Antigeen) is daarbij een meetinstrument om te controleren of de operatie voldoende is als behandeling. Ook bespreekt de uroloog het weefselonderzoek met u. De 13
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
weefseluitslag kan soms betekenen dat u in de toekomst een hoger risico heeft op het terugkeren van prostaatkanker. De uroloog bespreekt dan met u of het verstandig is om aansluitend of in de toekomst een bestralingsbehandeling te ondergaan. Verder is er aandacht voor de controleafspraken en voor de verschillende problemen waarmee u te maken kunt krijgen zoals incontinentie, erectiestoornissen, terugkeer van de ziekte, langzaam lichamelijk herstel en psychische of sociale problemen. Tijdens deze afspraak is er meestal ook een verpleegkundige aanwezig. Zij is gespecialiseerd in de oncologie/urologie, en altijd aanwezig op de polikliniek. Zij kan u extra informatie geven of u helpen bij praktische zaken. Ook kan de verpleegkundige u adviezen geven en ondersteunen in het hele traject van onderzoek, behandeling en nazorg. U kunt aangeven of u de verpleegkundige na de controleafspraak nog wilt spreken. Vervolgafspraken In het eerste jaar na de operatie zijn de controles om de drie maanden. In het tweede jaar elk half jaar en daarna elk jaar. U krijgt bij elk controlebezoek een aanvraagbrief voor bloedprikken mee naar huis. Een à twee weken voor het controlebezoek gaat u met de aanvraagbrief naar het ‘Priklab’ van het UMCG om bloed af te laten nemen. Als het extra bezoek voor het bloed afnemen in het UMCG belastend voor u is, kunt u in overleg met de uroloog uw PSA op een huisartsenlab in uw eigen omgeving laten prikken. Uw huisarts dient de uitslag dan wel zo snel mogelijk naar het UMCG te sturen of te faxen.
Vragen Een behandeling in verband met prostaatkanker is een ingrijpende gebeurtenis voor u en uw naasten. Het is dan ook vanzelfsprekend 14
Urologie
dat u vragen heeft over de operatie en de gevolgen ervan. Bespreek dit samen met uw partner (of directe naaste) met de uroloog of de verpleegkundige. Ook na de behandeling kunt u met uw vragen bij hen terecht. U kunt de polikliniek Urologie op werkdagen bereiken tussen 9.00 - 12.00 en 13.00 - 16.00 uur, het telefoonnummer is (050) 361 21 67. De oncologieverpleegkundige heeft telefonisch spreekuur op vrijdagmiddag van 13.30 tot 15.30 uur. Het telefoonnummer is (050) 361 34 89. www.prostaatkanker.umcg.nl en www.urologie.umcg.nl Het (web) adres voor informatie over prostaatkanker en de afdeling Urologie van het UMCG.
ProstaatKankerStichting.nl De ProstaatKankerStichting.nl (voorheen Stichting Contactgroep Prostaatkanker SCP) helpt mensen met prostaatkanker bij vragen en problemen als gevolg van hun ziekte. Ze geven zowel telefonische als schriftelijke informatie. De stichting komt op voor de belangen van kankerpatiënten en stimuleert lotgenotencontact. Ook geeft de stichting voorlichting. Voor meer informatie kunt u de website ProstaatKankerStichting.nl raadplegen. Postbus 443 1400 AK Bussum Telefoonnummer 0800 - 999 2222 Email:
[email protected] (voor vragen aan de stichting)
[email protected] (voor vragen aan een lotgenoot)
15
Het verwijderen van de prostaat via een kijkoperatie
Aantekeningen
16
Patiënteninformatie vlc 203/1111