Verwijderen van een niertumor via een kijkoperatie (laparoscopische nefrectomie) Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis
Inleiding De uroloog heeft bij u een niertumor (niercelcarcinoom) geconstateerd. In deze folder geven wij informatie over de nier, de kijkoperatie (laparoscopische nefro-ureterectomie) en de periode na de operatie. Dit is een aanvulling op de voorlichting van uw behandelend arts en op de schriftelijke informatie die u heeft gekregen op de polikliniek urologie (zoals het boekje over nierkanker van KWF Kankerbestrijding). De nieren liggen achter de buikholte (achter het buikvlies). Ze liggen in een beschermend vetkussentje links en rechts van de wervelkolom. Het zijn boonvormige organen van ieder ongeveer 12 centimeter. De nieren fungeren als een filter van het lichaam. Zij verwijderen water en afvalstoffen en scheiden deze uit als urine. Deze urine komt via de urineleider in de blaas terecht.
Urineleider (Ureter)
Urineleider (Ureter)
De taak van de nieren is het constant houden van de samenstelling van het bloed en bloeddruk. Daarom zijn de nieren extreem goed doorbloed. Ook zorgen ze voor een goede zoutbalans en zuurgraad in het lichaam. Verder scheiden de nieren een hormoon af dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. URO.059
1
Het niercelcarcinoom is de meest voorkomende vorm van kanker van de nier. • Er is een aantal typen te onderscheiden. Het heldercellige niercelcarcinoom komt het meest voor. • Het niercelcarcinoom komt bij mannen tweemaal zo vaak voor als bij vrouwen. • Oudere mensen hebben een verhoogde kans op niercelcarcinoom, met name in de leeftijd van 65 tot 75 jaar. • Soms geeft nierkanker klachten, zoals pijn in de flank of bloed in de urine. Tegenwoordig wordt nierkanker echter vaak per toeval ontdekt door een echo of CT-scan onderzoek naar aanleiding van klachten die niets te maken hebben met nierkanker. • Patiënten met een niercelcarcinoom zonder uitzaaiingen hebben over het algemeen een goede kans om te genezen. Daarom zal bij iedere patiënt met een niertumor voor de operatie ook een foto worden gemaakt van de longen. Na de operatie zult u minimaal 5 jaar periodiek worden gecontroleerd op uitzaaiingen.
Voorbereidingen op de polikliniek • U krijgt een gesprek met een verpleegkundige van de afdeling urologie. De verpleegkundige noteert alle gegevens die van belang zijn voor de operatie en geeft u informatie over de operatie en de periode van herstel. • Dezelfde dag heeft u een afspraak met de anesthesioloog. Die zal u informeren over de verdoving. Na ‘groen licht’ van de anesthesioloog wordt uw operatie gepland. • Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit melden bij de verpleegkundige en bij de anesthesioloog.
URO.059
2
De opnamedag / dag van de operatie • U wordt op de dag van de operatie volgens de 6-4-2 regel nuchter opgenomen (zie folder Anesthesie en pijnbestrijding bij uw operatie). • De verpleegkundige van de afdeling zal met u eventuele veranderingen doornemen naar aanleiding van het gesprek met u op de polikliniek. • Er wordt bloed geprikt op de afdeling. • U krijgt een speciaal operatiejasje aan. • De verpleegkundige zal u vragen om nog even naar het toilet te gaan. • Een uur vóór de operatie krijgt u premedicatie zoals dat is afgesproken met de anesthesioloog. Dit zijn medicijnen die uw lichaam voorbereiden op de verdoving. Van de verpleegkundige krijgt u daarvoor één of meerdere tabletten, onder andere pijnstillers en medicijnen die u kalm of slaperig maken. • Vervolgens brengt de verpleging u naar de operatieafdeling (dat gebeurt zodra er gebeld wordt dat ze u verwachten). • U krijgt ’s avonds een injectie in uw bovenbeen of buik. Dit vermindert de kans op een trombosebeen. Deze injectie krijgt u elke avond, totdat u met ontslag gaat.
De operatie De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie. De operatie gaat als volgt: • Bij deze operatie ligt u op uw zij met de aangedane nier naar boven. • In uw buik worden 3 à 4 kleine sneden gemaakt (0,5 tot 1 cm). • Via deze sneden worden een aantal buisjes in uw buik gebracht.
URO.059
3
• Uw buik wordt gevuld met kooldioxidegas (CO2). Dit is een onschadelijk gas dat nodig is om meer ruimte tussen uw organen te maken. • Door één van de buisjes brengt de uroloog een camera in, zodat de arts op een beeldscherm de buikinhoud kan zien. Door de andere buisjes worden instrumenten ingebracht die nodig zijn om de nier te verwijderen. • Daarna wordt één van de kleine sneden groter gemaakt (5 tot 10 cm) om de gehele nier te kunnen verwijderen. • Aan het einde van de operatie wordt het kooldioxidegas uit uw buik verwijderd en worden de wondjes gesloten met oplosbare hechtingen. • Bij een radicale nefrectomie wordt de nier geheel weggenomen. Ook kunnen de bijnier en de omliggende lymfeklieren zo nodig verwijderd worden. • In het operatiegebied wordt een wonddrain achtergelaten om overtollig wondvocht af te voeren. • Het weefsel wordt voor pathologisch onderzoek opgestuurd. Bij sommige patiënten blijkt tijdens de operatie dat het niet mogelijk is om de nier via een kijkoperatie te verwijderen. In dat geval wordt u op de klassieke wijze geopereerd via een snede onder de ribbenboog en een snede onder de ribbenboog. Het herstel zal dan enkele dagen langer duren in het ziekenhuis. Uw uroloog heeft u op het spreekuur erop gewezen dat deze mogelijkheid bestaat.
URO.059
4
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier worden uw hartslag, bloeddruk en pijn gecontroleerd. Zodra deze controles stabiel zijn, wordt u soms naar de Intensive Care gebracht. In de meeste gevallen gaat u echter al direct naar de afdeling urologie. De controles zullen op de afdeling nog een aantal maal herhaald worden. Wat kunt u na de operatie verwachten? • U heeft een infuus in uw arm. Ook zal op het infuus een pijnpomp zijn aangesloten waarmee u zelf uw pijnstilling kunt regelen. • U heeft een blaaskatheter. • U heeft een wonddrain. Hierdoor wordt overtollig wondvocht afgevoerd. • Na de operatie kunt u last hebben van schouderpijn en een opgeblazen gevoel. Dit komt door het gebruik van het kooldioxidegas tijdens de operatie. Deze klachten gaan vanzelf over.
Mogelijke complicaties De voornaamste complicaties die bij deze operatie kunnen voorkomen, zijn: • Nabloeding. Soms is het nodig om opnieuw een operatie te verrichten om de bloeding te laten stoppen. • Darmproblemen: Tijdens de operatie worden de darmen opzij gehouden om de nier te verwijderen. Na de operatie kunt u last hebben van uw darmen. Dit gaat soms gepaard met misselijkheid, een bolle buik en moeite met eten. In de meeste gevallen zal de darm vanzelf opgang komen na een paar dagen. In een enkel geval is er een beschadiging van de darm. De verschijnselen zullen dan heftiger zijn en gaan vaak gepaard met koorts. URO.059
5
• Wondinfectie: Eén of meer wondjes kunnen rood zijn, en soms ook pijn doen. Soms is er sprake van koorts.
Uw herstel • De uroloog bepaalt wanneer u mag eten en drinken. Meestal mag u de dag na de operatie weer gaan drinken of vloeibaar eten. • Door de narcose liggen uw darmen tijdens de operatie stil. Zij hebben na de operatie tijd nodig om weer op gang te komen. Als dit goed gaat, mag u snel weer normaal voedsel eten. • Het infuus zal ongeveer de 2e dag na de operatie verwijderd worden. • De wonddrain wordt in overleg met de uroloog verwijderd. • Om de kans op een trombosebeen te verkleinen is van belang dat u zo snel mogelijk (dag na de operatie al) uit bed komt. • De blaaskatheter wordt verwijderd als u mobiel genoeg bent om uit bed te komen. • Na ongeveer 2 tot 4 dagen bent u voldoende hersteld om naar huis te kunnen.
URO.059
6
Belangrijke leefregels voor de eerste 2 tot 6 weken • Het is goed om voldoende te drinken, ongeveer 2 liter vocht per dag. • U wordt geadviseerd twee weken geen zware lichamelijke arbeid te verrichten of te sporten. • Als de andere nier goed functioneert, is het niet nodig een dieet te volgen. • Zorg voor een regelmatige stoelgang en vermijd hard persen, onder andere door vezelrijke voeding te gebruiken. • De ingreep laat aan de buitenkant maar een kleine wond zien, maar van binnen is er wel een grote wond. Luister goed naar uw lichaam en belast de wondjes minimaal. Het volledige herstel kan wel tot 6 weken duren.
Controle Na een week krijgt u een afspraak op de polikliniek urologie. Uw uroloog zal de uitslag van het weefselonderzoek met u bespreken en de wondjes inspecteren. De hechtingen van de wondjes zijn oplosbaar en hoeven niet verwijderd te worden.
URO.059
7
Wanneer moet u na ontslag tot aan uw eerste poliklinische controle contact opnemen met het ziekenhuis? • Bij koorts boven de 38,5 °C • Bij aanhoudende pijn die niet onder controle is ondanks paracetamol • Bij roodheid of zwelling van het wondgebied • Bij ernstige brandende pijn tijdens het plassen en als u erg vaak moet plassen Belangrijke telefoonnummers: IJsselland Ziekenhuis: 010 – 258 5000 Polikliniek Urologie: 010 – 258 5980 Spoedeisende Hulp: 010 – 258 5125
Heeft u nog vragen? Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u deze stellen aan uw behandelend specialist of aan de verpleegkundige op de afdeling. Meer lezen? Kijk voor aanbevolen websites op www.ysl.nl bij uw specialisme. Deze folder ondersteunt de mondelinge informatie die u van arts of verpleegkundige heeft ontvangen. Heeft u nog vragen over het onderzoek of uw behandeling, eventuele gevolgen en risico’s, of over andere behandelmogelijkheden, stel ze dan gerust.
URO.059
8
Ruimte voor aantekeningen ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
URO.059
9
URO.059 / 130213.MD