Uitwerkingen hoofdstuk 1 Basisboek Engels Oefening 1 Wat opvalt aan de lay-out van deze inhoudsopgave is dat de artikelen onderverdeeld zijn in categorieën: alle hoofdartikelen staan bij elkaar, alle brieven, alle artikelen over Europa enzovoort. De categorieën zijn van elkaar gescheiden door een horizontale lijn en elke categorie heeft een kopje. Dat maakt het geheel erg overzichtelijk en je kunt er gebruik van maken als je op zoek gaat naar bepaalde informatie. De onderwerpen waar de artikelen over gaan staan vetgedrukt, de titels van de artikelen staan daar in romein (normale letters) onder. 1. (60) The Democrats: Close but no cigar (61) The popular vote: She says count it – but how? (64) Lexington: Indiana McCain rides again (McCain is een kandidaat) (26) Letters (Barack Obama is een kandidaat) 2. (44) Text-messaging in France: Parlez-vous SMS? (Dit artikel gaat over de invloed van sms op de Franse taal en op de spelvaardigheid van o.a. Franse examenleerlingen.) (63) Campus activism: Coming down from the trees (67) Education in Mexico: testing the teachers 3. (26) Letters (58) Israel, Syria and the Palestinians: Two-track tango 4. (22) Medicine: Smart drugs (50) Abortion laws: Hard cases and slippery slopes Oefening 2 1. Dit is een recensie van vijf boeken (over Amerikaanse presidenten). 2. Op internet (daar komt de tekst ook vandaan) of in een tijdschrift of krant. 3. The Big Book of U.S. Presidents. 4. Presidential Trivia Book Every Household Should Have 5. John Adams, by David McCullough (Abigail Adams was zijn first lady) Oefening 3 1. Persoonlijk antwoord. Uit de titel, de ondertitel en de afbeelding zou je wel op moeten kunnen maken dat het artikel waarschijnlijk over een medicijn gaat dat mensen slimmer (smart, cleverer) kan maken. 2. De alinea gaat over koffie. 3. De schrijver is waarschijnlijk voorstander. Hij schrijft dat ze waarschijnlijk minder schadelijk zullen zijn dan koffie, en waarschijnlijk veel nuttiger. (Het woord good in de ondertitel van deze tekst was natuurlijk ook al een duidelijke aanwijzing!) 4. De laatste regel van alinea 4 kondigt het vervolg van de tekst aan: ‘strict controls would be both useless and wrong’. Als je dit leest, verwacht je dat vervolgens wordt uitgelegd waarom het dan zinloos en verkeerd is. 5. Je kunt denken aan mensen met (een milde vorm van) geheugenverlies, ouderen die mentaal wat achteruitgaan en mensen die bijvoorbeeld lijden aan schizofrenie.
1
6. In de tekst is al aandacht besteed aan het feit dat mensen er misschien onwelwillend tegenover zullen staan (de vraag of mensen ‘tolerant’ zullen zijn) en er is ook al ruimschoots aandacht geweest voor de voordelen van de medicijnen (het feit dat ze ‘more useful’ zijn dan koffie). Het enige waar de schrijver nog niets over heeft geschreven, is de vraag of ze schadelijk (‘harmful’) zullen zijn. 7. Persoonlijk antwoord. Als je bij vraag 1 had aangegeven dat je een betoog verwachtte waarin de auteur het op zou nemen voor nieuwe medicijnen waar je slimmer van wordt, dan voldeed de tekst waarschijnlijk wel aan je verwachtingen. De hele tekst is erop gericht om de voordelen op een rijtje te zetten en de eventuele bedenkingen die de lezer kan hebben weg te nemen. In alinea 9 geeft de schrijver toe dat er risico’s aan vast zitten als je medicijnen gebruikt om mentaal beter te presteren, maar dat de risico’s klein zullen zijn. Hij sluit af met de uitspraak dat de maatschappij wel eens erg blij zou kunnen zijn met de nieuwe chemicaliën die waarschijnlijk beter werken dan alle andere middeltjes die al gebruikt worden om beter te kunnen presteren (inclusief koffie!). Oefening 4 1. Het is vooral een opiniërende tekst: de schrijver is niet objectief, maar geeft zijn mening over het gebruik van brain boosters. Hij probeert de lezer ervan te overtuigen dat het gebruik van bepaalde medicijnen om beter te presteren niet enger, schadelijker of verwerpelijker is dan het drinken van koffie. De tekst is ook informatief, omdat er informatie gegeven wordt over het gebruik van medicijnen. Bijvoorbeeld over het onderzoek van Nature: ‘That is the lesson from medicines such as Ritalin and Provigil, which are now widely used “off label” to boost performance, as Nature has found.’ Of de informatie dat nicotine goed is voor mensen die aan schizofrenie lijden. Ten slotte zijn delen van de tekst ook amuserend. De eerste alinea beschrijft een alledaags verschijnsel als koffie op een heel bijzondere manier: dat verrast de lezer. Ook de laatste zin (‘unless you want to outlaw double espressos’) is grappig. 2. Bijvoorbeeld: - ‘THIS drug is sold on every street corner in America.’ (Beeld: een drugdealer die op straat staat met zijn handel.) - ‘As anyone with an email address knows, the difficulty is not a lack of possibilities, but trying to ignore the offers for Viagra, real or fake.’ (Beeld: spam die binnenstroomt in je inbox.) - ‘Is it ‘natural’ to prop up the ageing body with plastic surgery, but to limit help for the ageing mind to brain-training on the Nintendo?’ (Beeld: oude mensen die plastische chirurgie ondergaan en die computerspelletjes zitten te spelen.) - ‘Unless of course, you want to outlaw double espressos too.’ (Beeld: een bordje waarop staat dat het verboden is espresso te drinken.) Oefening 5 1. Dit is een opiniërende tekst (een advertorial: reclame in de vorm van een artikel). Door middel van deze tekst probeert de Klinik Professor Sailer mensen over te halen meer informatie aan te vragen over, of zelfs een afspraak te maken voor, plastische chirurgie.
2
2. De opmaak van de tekst lijkt op die van een informatief (en dus objectief) artikel. Dat komt bijvoorbeeld door de kop, de opmaak over drie kolommen en de inleidende alinea die over twee kolommen is gezet en een groter lettertype heeft. 3. De tekst doet bijna wetenschappelijk aan doordat: - er lange, complexe woorden en zinnen worden gebruikt (lees bijvoorbeeld de titel en de eerste zin van de inleidende alinea); - er verwezen wordt naar wetenschappelijk onderzoek (‘University studies show...’); - de titels van de betrokken personen expliciet (en allemaal achter elkaar) vermeld worden (‘Professor’, ‘Dr.med.h.c.mult’ enzovoort); - er wordt verwezen naar medische problemen zoals snurken (snoring) en het stilstaan van de ademhaling tijdens het slapen (sleep apnoea); - er wetenschappelijke termen worden gebruikt (anteface, physiognomy). Oefening 6 1. Dit is een fragment uit een handleiding. Het is een informatieve en instructieve tekst. 2. De schrijver wil bereiken dat de lezer met behulp van het stappenplan een netwerkverbinding tot stand kan brengen. 3. De tekst is heel ruim opgemaakt. De instructies die gegeven worden, zijn in duidelijke stappen onderverdeeld (deze worden gemarkeerd door nummers en witregels). Iedere stap wordt vergezeld door een afbeelding. De belangrijkste woorden zijn vetgedrukt. Het geheel maakt een rustige, overzichtelijke indruk. 4. Stijlfiguren maken een tekst aantrekkelijker en levendiger, maar ze kunnen ook interpretatieproblemen veroorzaken. Bij een handleiding staat voorop dat de tekst duidelijk is: er mogen geen misverstanden ontstaan. Daarom is het taalgebruik altijd erg droog en feitelijk. Oefening 7 1. heading / headline 2. introduction 3. paragraph 4. subheading 5. conclusion Oefening 8 1. Dit is geen objectieve, informerende tekst. De tekst is ook niet bedoeld om te amuseren. In plaats daarvan geeft de schrijver zijn mening (in de eerste alinea) die hij vervolgens onderbouwt. Hij probeert de lezer ervan te overtuigen dat het bedrijf Colgate het goed doet: de tekst is dus opiniërend. 2. Inleiding: alinea 1; kern: alinea 2 t/m 5; afsluiting: alinea 6. 3. ‘The Company’s keen ... supporting its brands’ 4. a) breakthrough technology in moisturization b) Brazil: record sales of premium toothpastes c) interactive marketing programmes d) Mexico: Caprice Hair Care line
3
Oefening 9 a) Take the slapstick approach. b) Reveal too much. c) Play by the rules. d) Show astonishment. e) Speak without thinking (part I). f) Speak without thinking (part II). g) Hallucinate. h) For future reference. Oefening 10 1. Topic sentence: ‘At Christie’s ... in evidence’. Concluding sentence: ‘”I’ve been ... it isn’t.”’ Het middengedeelte van de alinea geeft een opsomming van het ‘bewijs’ dat laat zien dat de financiële crisis nog geen invloed heeft op de verkopen van kunst bij Christie’s. 2. Topic sentence: ‘The problem ... services online’. Concluding sentences: ‘Small and ... for the internet’. Het middengedeelte van de alinea bewijst door het geven van onderzoekscijfers dat mensen steeds minder gebruikmaken van de telefoonboeken (yellow pages). 3. Topic sentence: ‘Unfazed by ... their guests.’ Concluding sentence: niet aanwezig. De eerste zin van deze alinea is een inleidende zin. Deze wordt gevolgd door een topic sentence: de rijke elite huurt tegenwoordig hele hotels en resorts af om hun gasten in alle rust (zonder vreemden erbij) te kunnen ontvangen. In de zinnen daarna wordt uitgelegd hoe dat dan in zijn werk gaat, en wordt een man geciteerd die hier ervaring mee heeft. Oefening 11 a) 1. Amy Winehouse (l. 4) 2. Amy Winehouse (l. 4) 3. the case against Amy Winehouse 4. the tabloid press (l. 14) 5. a man charged with indecent exposure (ll. 21-22) 6. I was in the middle of (what I thought was) an eloquent and persuasive bail application (ll. 23-24) b) 1. lawyer, partner, duty solicitor 2. the accused, a client Oefening 12 Bijvoorbeeld: 1. Zittrain was persuasive. He championed that the ‘10 per cent of the good stuff’ on the web makes the ‘90 per cent that is crap’ bearable.
4
2. In Brazil, advertising, professional endorsements and in-store testimonials drove Colgate’s market shares for it premium toothpastes to record highs in 2007. Colgate Total now represents 20% of the company’s toothpaste sales in Brazil. Four years ago it only represented 1%. 3. Billionaire collector Nicolas Berggruen says his bids were outgunned each time. Some of the better-known works fetched two or three times Christie’s pre-auction estimates. 4. There was the problem of getting into a police station surrounded by 200 journalists and paparazzi. It was also necessary to ensure that the police conducted an independent and objective investigation. It appeared as if the agenda was being set by the tabloid press. Oefening 13 “I lived with a family in Homabenasi, a rural village, and (opsommend) taught English and (opsommend) math to middle-school students. I also (opsommend) helped the community with a project. First (opsommend), I met with the elders and people from the local government to find out what they needed most. We decided on a library for the middle school. Then (opsommend) I wrote letters to friends and family back in the United States and (opsommend) raised $2,500 to buy the materials and the tools — everything from cement mix to nails, corrugated tin and (opsommend) window panes. After Ghana, I went home for a month and then studied art history in Venice for three months. I was glad for the opportunity, but (tegenstellend) art history was more a hobby. I wasn’t drawn to it the way I was to the work in Ghana. When I returned to the United States, I knew I wanted to pursue international development as a career. Therefore (redengevend) I enrolled at Tufts University for a B.A. in economics and (opsommend) international relations, with a minor in Africa in the New World.” NB. De woorden after en when waar de tweede en derde alinea’s mee beginnen, kunnen ook gezien worden als signaalwoorden. Zij geven een volgorde in tijd aan. Case 1 De juiste volgorde is: A-J-E-M-C-D-G-I-F-B-L-K-H Case 2 1. Dit is een column uit een krant. De volgende kenmerken van de lay-out vormen een aanwijzing: het artikeltje heeft een titel, de naam van de auteur staat er duidelijk bij vermeld, in het kadertje staat een foto en aanvullende informatie over de auteur. 2. Persoonlijk antwoord. De tekst gaat over gezichten (face) en leiderschap (boss), en de informatie over de auteur vertelt je dat ze over wetenschap schrijft. Waarschijnlijk is er dus onderzoek gedaan naar gezichtskenmerken en leiderschap en gaat de column daarop in. 3. De tekst is deels informatief (de resultaten van een onderzoek worden besproken en toegelicht), maar vooral amuserend. De tekst is niet alleen maar objectief, maar bevat ook stijlkenmerken die laten zien dat de schrijfster haar lezers wil vermaken. Vooral
5
4.
5. 6. 7. 8.
de eerste zin en de laatste alinea maken de tekst te persoonlijk om puur informatief te kunnen zijn. a) ‘my photograph (at the top of this column)’ (l. 9) b) CEOs (l. 13) c) CEOs whose faces rate as ‘powerful’ to the average onlooker run the most successful companies. In contrast, those with ‘warmer’ faces are to be found in the companies languishing near the bottom of the Fortune 1000 list. (ll. 13-17) d) Nicholas Rule and Nalini Ambady (l. 19) e) the role of a boss (l. 33) De tweede zin is de topic sentence: ‘For you can deduce much from a person’s face, especially if it belongs to the boss of a company.’ a) tegenstellend verband b) tegenstellend verband c Deze onderzoekers hebben ontdekt dat mannen met een gezicht dat als ‘krachtig’ wordt ervaren managers zijn van beter presterende bedrijven dan mannen die een ‘warm’ gezicht hebben.
6