Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten
drs. H.J.Ots Hellevoetsluis
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H1
Opgave 2 Antwoord C. Opgave 3 Antwoord A. Opgave 4 Antwoord B. Opgave 5 Antwoord C. Opgave 6 Antwoord D. Opgave 7 Antwoord A. Opgave 8 Antwoord B. Opgave 9 Antwoord B. Opgave 10 Antwoord A. Opgave 11 Antwoord C. Opgave 12 Antwoord D. Opgave 13 Antwoord A. Opgave 14
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Antwoord B. Opgave 15 Specificatie: Maatschappelijk kapitaal Aandelen in portefeuille Geplaatst kapitaal Aandeelhouders nog te storten Gestort kapitaal Opgevraagde stortingen Gestort en opgevraagd kapitaal
€ 4.000.000 1.000.000 __________ 3.000.000 500.000 __________ 2.500.000 300.000 __________ € 2.800.000
BALANS ______________________________________________________________________ Opgevraagde stortingen € 300.000 Gestort en opgevraagd € 2.800.000 van aandeelhouders kapitaal Opgave 16 Antwoord C. Opgave 17 Antwoord C. Opgave 18 Antwoord C. Geplaatst aandelenvermogen Algemene reserve € 1.000.000 + € 200.000 = 1.200.000 __________ Intrinsieke waarde Opgave 19 Antwoord B. Opgave 20 Antwoord D. Geplaatst aandelenvermogen Algemene reserve Agioreserve
€ 300.000 140.000 40.000 ________
Intrinsieke waarde
€ 480.000
Aantal geplaatste aandelen = 300.000/100 = 3.000 Intrinsieke waarde per aandeel = € 480.000/3.000 = € 160. Opgave 21
4
€ 4.000.000
€ 5.200.000
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
1
2 3
4
De intrinsieke waarde van het eigen vermogen van een onderneming is gelijk aan de boekwaarde (het netto-actief), dat wil zeggen het positieve verschil tussen de balanswaarde van de activa en het vreemd vermogen. Dit is het gedeelte van de contante waarde van de toekomstige netto-kasstromen van de onderneming dat overblijft voor de aandeelhouders. • te lage waardering van de activa bijvoorbeeld door waardering tegen historische kostprijs in plaats van actuele waarde; • te hoge waardering van de passiva, bijvoorbeeld door het aanleggen van voorzieningen; • niet activeren van immateriële activa, zoals merken en goodwill. Bij de balanswaardering van het aandelenkapitaal, bij niet-volgestorte aandelen en bij de dividenduitkering.
Opgave 22 Onverdeelde winst Toename wettelijke reserves Overige reserves
€ 400.000 - € 50.000 € 500.000 _________ € 850.000
Opgave 23 1 2 3
4 5
6
Meer winst maken en het aantal aandelen terugbrengen (eigen aandelen inkopen). Beleggers schatten bij aankoop van aandelen de winst in over vele jaren. Ze denken dat de winsten in deze bedrijven spectaculair zullen groeien. Bij de berekening van de koers-winstverhouding wordt geen rekening gehouden met de interest-ontwikkeling. Bij een lage interest is een belegging in aandelen extra aantrekkelijk. Hierdoor stijgen de beurskoersen. De verhouding tussen de aandelenkoersen en de interest is vastgelegd in de yield-ratio. Hierbij wordt het rendement op de tienjarige staatslening gedeeld door het dividendrendement. Er wordt wel rekening gehouden met het dividend maar niet met de winst van de bedrijven. De uitkomst van de yield-ratio moet ongeveer gelijk zijn aan twee. Is het cijfer hoger dan twee, dan zijn de aandelen duur. Bij een lager cijfer, zijn de aandelen goedkoop. In dit geval is de yield-ratio 2,2. De aandelen zijn dus duur. Er is ook een schaarste-probleem. De institutionele beleggers in Nederland hebben een zeer groot vermogen te beleggen
Opgave 24 Rendement = € 2,5/€ 41
6,10%.
Opgave 25 ________________________________________________ _
Beursdag
Koers
ri
( ri − r )
_
( ri − r ) 2
________________________________________________ sep 21 okt 20,7 -1,43 -4,00 15,96 nov 19,5 -5,80 -8,36 69,95 dec 22,1 13,33 10,77 115,92 jan 21,9 -0,90 -3,47 12,05 feb 23 5,02 2,46 6,03 mrt 24,4 6,09 3,52 12,39 apr 25,1 2,87 0,30 0,09 mei 25,7 2,39 -0,18 0,03 jun 24,6 -4,28 -6,85 46,88 jul 27,2 10,57 8,00 64,04
5
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
aug 27,8 2,21 -0,36 0,13 sep 29,1 4,68 2,11 4,45 okt 28,7 -1,37 -3,94 15,53 ________________________________________________ som 33,37 363,47 gemiddeld 2,57 27,96
ri is de procentuele koersverandering = rendement _
r
= gemiddeld rendement
ó op maandbasis =
27 ,96 = 5,29%
ó op jaarbasis = 5,29% x
12 = 18,32%.
6
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H2
Opgave 2 Antwoord C. Opgave 3 Antwoord A. Opgave 4 Antwoord C. Opgave 5 Antwoord A. Opgave 6 Antwoord D. Opgave 7 Antwoord D. Opgave 8 Antwoord C. Opgave 9 Antwoord D. Opgave 10 Op de kapitaalmarkt blijkt het verschil tussen de couponinterest en het effectief rendement op een staatslening met een bepaalde looptijd uit het feit dat de koers van de staatsobligaties verschilt van de parikoers. Opgave 11 Jaar
Cashflow
_________________ 1
5
2
5
3
5
4
5
7
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
5
5
6
5
7
5
8
5
9
5
10
105
r K _______________ 0,01 138 0,02 127 0,03 117 0,04 108 0,05 100 0,06 93 0,07 86 0,08 80 0,09 74 0,1 69 K 160 140 120 100 80 60 40 r
20 0 0
0,05
0,1
0,15
Opgave 12 Jaar Bedrag in € ________________________ 1 4 2 4 3 4 4 104 _________________________ _______________________________________________________ (1) (2) (3) (2)*(3) (1)*(2)*(3) Jaar (1 + i)-n _______________________________________________________ 1 4 0,9434 3,77 3,77 2 4 0,8900 3,56 7,12 3 4 0,8396 3,36 10,08 4 104 0,7921 82,38 329,51 _______________________________________________________ Totaal 93,07 350,48
8
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
350,48 De duration is --------- = 3,77 jaar. 93,07
9
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H3
Opgave 2 Antwoord B. Opgave 3 Antwoord D. Opgave 4 Antwoord A. Opgave 5 Antwoord B. Opgave 6 Antwoord D. Opgave 7 Antwoord A. Opgave 8 Antwoord B. Opgave 9 Antwoord C. Opgave 10 Antwoord D. Opgave 11 Antwoord B. Opgave 12 Antwoord D. Opgave 13 Antwoord B.
10
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgave 14 Koers Uitoefenprijs Intrinsieke waarde Optiepremie Tijds -en verwachtingswaarde
€ 10.000 9.500 _______ 500 495 _______ € 5
Opgave 15 1 2 3 4 5 6
C apr 30,00 IW = € 33 - € 30 = € 3. P apr 40,00 IW = € 40 - € 33 = € 7 Uitoefenprijs, resterende looptijd, volatiliteit, intereststand, beurskoers aandeel. € 2,60 - 33 + 35 = € 4,60. De koerswaarde bij punt A bedraagt € 35. De put-optie wordt dan uitgeoefend; resultaat € 40 € 35 - 2,70 - 2,30 = 0. Als de koers gelijk is aan 0, is het resultaat: € 40 – 0- € 5 = € 35. Als de optie niet beneden € 30 daalt, wordt de optie niet uitgeoefend en heeft de schrijver de ontvangen premie verdiend.
Opgave 16 1 2 3
De belegger heeft zekerheid dat interest en aflossing op de convertible zullen plaatsvinden. De ‘convertible’ kan geconverteerd worden in aandelen tegen een vastgestelde koers. Het recht tot kopen en de gefixeerde koers vormen het calloptie-element. De beurskoers van het aandeel is bij ‘in the money’ hoger dan de conversiekoers.
Opgave 17 1 Volatiliteit is de beweeglijkheid van de onderliggende waarden. Hoe groter de volatiliteit, hoe groter het koersrisico en hoe hoger de optiepremie. 2 a Hij koopt een put-optie. b Na afloop van de looptijd moet een nieuwe put-optie worden gekocht. Het aantal langlopende put-opties is beperkt. c - Gekochte call-opties kunnen extra rendement opleveren ( speculatiewinst). - Gekochte put-opties dekken het risico van koersdaling af.
Opgave 18 1 2
3 4
De afloop van de opties is op de derde vrijdag van januari. Daarna hebben de opties geen waarde meer. De AEX-index is samengesteld uit de gewogen koersen van de 25 meest verhandelde fondsen in de voorafgaande drie kalenderjaren. De weging van elk fonds is aan een maximum gebonden. De AEX-index geeft de stemming weer op de effectenbeurs en de verwachting m.b.t de ontwikkelingen in het bedrijfsleven. De schrijver van een call-optie verplicht zich tot levering van de onderliggende aandelen tegen de uitoefenprijs. De schrijver van een put-optie verplicht zich tot afname van de onderliggende aandelen tegen de uitoefenprijs.
11
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
5
6 7 8
De schrijvers van ongedekte call-opties zijn verplicht tot levering van de onderliggende aandelen tegen de uitoefenprijs, als de koersen boven de uitoefenprijzen stijgen. Ze leiden dan verlies, want ze moeten de aandelen kopen tegen hogere prijzen en vervolgens tegen lagere prijzen leveren aan de kopers van de call-opties Handelaren. Kopers van call-opties zullen bij stijgende koersen winst maken. .Kopers van put-opties zullen bij dalende koersen winst maken. De aandelenkoersen zullen stijgen, als de schrijvers van call-opties aandelen moeten bijkopen om te kunnen leveren. Maar het is ook mogelijk dat de handelaren de koers drukken door extra aandelen aan te bieden.
Opgave 19 Op grond van de put-call-pariteit is de premie van de call gelijk aan de premie voor de put, maar bij de call moet twee maal provisie betaald worden voor de aandelen. Het verlies, afgezien van provisie voor de aandelen is bij beide transacties € 7,50 (x 100).
12
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H4
Opgave 2 Antwoord B. Opgave 3 Antwoord A. Opgave 4 Antwoord B. Opgave 5 10 x (€ 25 - € 50) = - € 250.
Opgave 6 ______________________________________ (1) (2) (1)*(2) Aandeel WegingsVerwacht FT5 factor index dividend ______________________________________ Aandeel 0,85 2,30 1,96 B 1,20 0,00 C 2,64 0,00 D 0,95 2,00 1,90 E 0,80 2,00 1,60 ______________________________________ Totaal 5,46 ______________________________________
De index is De financieringsinterest is: 1/12 x 0,04 x 300 = Het verwachte dividend is
300,00 1,00 -5,46
De theoretische koers van het mei-contract is
295,55
_______
Opgave 7 1
We berekenen eerst de bèta van de portefeuille als het gewogen gemiddelde van de afzonderlijke bèta's: _____________________________________________________________ (1) (2) Aan- Koers Beurswaarde Wegings Bèta (1)*(2)
13
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
deel factor _____________________________________________________________ A € 100 € 4.200.000 0,18 0,85 0,15 B 195 5.850.000 0,25 0,80 0,20 C 50 4.550.000 0,19 0,60 0,12 D 110 5.170.000 0,22 0,90 0,20 E 65 2.665.000 0,11 1,10 0,13 F 90 990.000 0,04 1,50 0,06 _____________________________________________________________ € 23.425.000 1,00 0,86 De bèta van de aandelenportefeuille is dus gelijk aan 0,86. Als de AEX-index daalt met 1%, daalt de beurswaarde van de portefeuille met 0,86%. Van de portefeuille moet dus 0,86 x € 23.425.000 = € 20.049.000 worden afgedekt. Per contract wordt € 200 x 300 = € 60.000 afgedekt: € 20.049.500 Er zijn dus = 334 contracten nodig. € 60.000 2
Van de portefeuille moet dan 0,26 x € 23.425.000 = € 5.994.500 worden afgedekt. Er zijn nu € 5.994.500 = 100 contracten nodig. € 60.000
14
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H5
Opgave 2 Antwoord A. Opgave 3 Antwoord C. Opgave 4 Antwoord D. Opgave 5 Antwoord D. Opgave 6 Antwoord A. Opgave 7 Antwoord C. Opgave 8 Antwoord C. Opgave 9 Antwoord D. Opgave 10 Antwoord A. Opgave 11 Antwoord B. Opgave 12 Antwoord C. Opgave 13 Antwoord A. Opgave 14
15
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Antwoord D.
Opgave 15 Antwoord A.
Opgave 16 Als de interest in de Verenigde Staten bijvoorbeeld 1 % hoger ligt dan de interest in Euroland, zal de termijnkoers van de dollar op jaarbasis 1 % lager liggen dan de spotkoers. Het aanhouden van een dollarpositie in plaats van onmiddellijke verkoop levert immers een interestvoordeel van 1 % op. De verkoper van dollar/euro-futures is daarom bereid op termijn van een jaar met een 1 % lagere prijs genoegen te nemen.
Opgave 17 USD __________________________________________________________________________ Datum Ontvangst Uitgave Positie Actie __________________________________________________________________________ 1-1 300.000 300.000 long verkoop contant 300.000 1-3 1.000.000 600.000 400.000 long verkoop per 1-3 400.000 31-3 600.000 600.000 0 1-6 1.200.000 800.000 400.000 long verkoop per 1-6 400.000 31-6 400.000 200.000 200.000 long verkoop per 31-6 200.000 31-8 600.000 300.000 300.000 long verkoop per 31-8 300.000 1-11 300.000 500.000 200.000 short koop per 1-11 200.000 31-11 400.000 400.000 0 _________________________________________________________________________
Opgave 18 jan feb mrt apr __________________________________________________________ Cash flow -$100.000 $400.000
Stap 1
Niet afdekken
jan feb mrt apr ___________________________________________________________ Beginpositie $0 -$100.000 -$100.450 Cash flow $0 -$100.000 $0 $400.000 Rente $0 $0 -$450 -$452 Dekking $0 ___________________________________________________________ Eindpositie $0 -$100.000 -$100.450 $299.098
Stap 2
Contante indekking jan
feb
mrt
16
apr
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
___________________________________________________________ Beginpositie $0 -$299.098 -$400.444 -$402.246 Cash flow $0 -$100.000 $0 $400.000 Rente $0 -$1.346 -$1.802 -$1.810 Dekking -$299.098 ___________________________________________________________ Eindpositie -$299.098 -$400.444 -$402.246 -$4.056
Stap 3
Contante indekking jan feb mrt apr ___________________________________________________________ Beginpositie $0 -$295.096 -$396.424 -$398.208 Cash flow $0 -$100.000 $0 $400.000 Rente $0 -$1.328 -$1.784 -$1.792 Dekking -$295.096 ___________________________________________________________ Eindpositie -$295.096 -$396.424 -$398.208 $0
1 swap jan feb mrt apr ___________________________________________________________ Beginpositie $0 $0 -$100.000 -$100.450 Cash flow $0 -$100.000 $0 $400.000 Rente $0 $0 -$450 -$452 Dekking -$299.098 Swap 1 $299.098 -$299.098 ___________________________________________________________ Eindpositie $0 -$100.000 -$100.450 $0
2 swaps jan feb mrt apr ___________________________________________________________ Beginpositie $0 $0 $0 $0 Cash flow $0 -$100.000 $0 $400.000 Rente $0 $0 $0 $0 Dekking -$300.000 Swap 1 $300.000 -$300.000 Swap 2 $100.000 -$100.000 ___________________________________________________________ Eindpositie $0 $0 $0 $0
3 swaps jan feb mrt apr ___________________________________________________________ Beginpositie $0 $0 $0 $0 Cash flow $0 -$100.000 $0 $400.000 Rente $0 $0 $0 $0 Dekking -$300.000 Swap 1 $300.000 -$300.000 Swap 2 $400.000 -$400.000
17
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Swap 3 $400.000 -$400.000 ___________________________________________________________ Eindpositie $0 $0 $0 $0
Opgave 19 3m-termijnkoers =
€ 0,90
x
1,0119 ---------- = 1,015
€ 0,8972
6m-termijnkoers =
€ 0,90
x
1,0248 ---------- = 1,0305
€ 0,8950
9m-termijnkoers =
€ 0,90
x
1,0386 ---------- = 1,0473
€ 0,8926
Opgave 20 1 De inkoop wordt duurder als de dollarkoers stijgt. 2a Contante indekking Ruton koopt dollars en zet deze direct tegen 4 % per jaar op deposito. Het bedrag in dollars kiest ze zo groot dat het na 3 maanden is opgerent tot $ 1.000.000. $1.000.000
Dus: 1+3 / 12x0,04 = $ 990.099. Op 1-2 betaalt Ruton met de dollars die vrijkomen uit deposito de crediteur. 2b
Valutatermijncontract
Ruton koopt per 1-2 volgend jaar $ 1.000.000 tegen de koers € 0,99625. Door deze koop op termijn wordt de koers gefixeerd en het valutarisico op de schuld afgedekt. 2c
Valuta-opties
Ruton dekt het valutakoersrisico af door op 1 november bij de bank de call-optie te kopen voor de koop op 1-2 volgend jaar van $ 1.000.000 tegen de koers € 1. Ruton zal dan per saldo voor de inkoop maximaal € 1.000.000 + € 20.000 = € 1.020.000 betalen; het kan ook minder zijn, maar niet meer. 2d
Leading, dat is versnellen van de betaling bij een verwachte koersstijging. Lagging – vertraging (speculeren).
3
(1 − 3/12 × 0,0145) × € 1 = € 0,99625.
Opgave 21 1 2 3
De maximale prijs is 100.000 × € 0,90 + € 2.000 = € 92.000 De maximale prijs is 100.000 × € 0,90 + € 2.000 – € 2.500 = € 89.500 De minimale prijs is 100.000 × € 0,85 + € 2.000 – € 2.5 00 = € 84.500.
Opgave 22
18
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Netto-opbrengst
€ 168.000 € 166.000 € 164.000 € 162.000 € 160.000 € 158.000
Pondenkoers
€ 156.000 € 1,61
€ 1,62
Niet afdekken
€ 1,63
€ 1,64
Termijnaffaire
€ 1,65
€ 1,66
€ 1,67
Netto-opbrengst bij put
Opgave 23 1
In de volgende figuur zien we dat de hoofdsommen op de kapitaalmarkt worden aangetrokken en vervolgens geruild.
EUR 8
EUR 8 mln
F
NL
V
USD 4 mln
US
USD 4 mln.
Op de vervaldatum ruilen de ondernemingen de hoofdsommen terug. We krijgen dan dezelfde figuur met dit verschil dat de pijlen nu de andere kant opgaan. In de volgende figuur is de jaarlijkse interestbetaling in dollars en euro’s weergegeven. De ondernemingen lopen wel valutarisico op de interest.
7%
NL
7%
F
V
8%
19
US
8%
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgave 24 1
2
3
4 5
Per 1 januari koopt de onderneming $ 1000.000 en ruilt deze tegen guldens. Per 1 april worden de dollars teruggeruild en gebruikt voor betaling aan de buitenlandse leverancier. $ 1000.000 Per 1 januari koopt de onderneming -------------- = $ 995.024,88 1,005 Dit wordt op een 3m-deposito gezet. 1,005 3m-termijnkoers = € 0,90 x ---------- = € 0,8955 1,010 De dollars worden over 3 maanden geleverd tegen deze koers. De maximale prijs is 1000.000 x € 0,90 + € 20.000 = € 920.000 De maximale prijs is 1000.000 x € 0,90 + € 20.000 - € 25.000 = € 895.000 De minimale prijs is 1000.000 x € 0,85 + € 20.000 - € 25.000 = € 845.000.
Opgave 25 1 Dollarkoers Opbrengst premie Netto-opbrengst _________________________________________________________ € 1,03 € 1.030.000 € 25.000 € 1.005.000 € 1,00 € 1.000.000 € 25.000 € 975.000 € 0,99 € 990.000 € 25.000 € 965.000 € 0,98 € 980.000 € 25.000 € 955.000 € 0,97 € 980.000 € 25.000 € 955.000 € 0,88 € 980.000 € 25.000 € 955.000 ___________________________________________________
Nettoopbrengst
€ 955.000
Dollarkoers € 0,88
€ 0,93
€ 0,98
€ 1,03
2 Dollarkoers Opbrengst premie Netto-opbrengst ________________________________________________________ € 1,03 € 980.000 € 2.500 € 977.500 € 1,00 € 980.000 € 2.500 € 977.500 € 0,99 € 980.000 € 2.500 € 977.500
20
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
€ 0,98 € 980.000 € 2.500 € 977.500 € 0,97 € 980.000 € 2.500 € 977.500 € 0,88 € 980.000 € 2.500 € 977.500 ________________________________________________________
Netto-opbrengst
€ 977.500
Dollarkoers
€ 0,88
€ 0,93
€ 0,98
€ 1,03
Opgave 26 ___________________________________________________________________________ ______ Pondenkoers Niet afdekken Termijnaffaire Opbrengst Premie Nettoopbrengst bij put bij put ___________________________________________________________________________ ______ € 1,61 € 161.000 € 162.500 € 163.000 € 1.250 € 161.750 € 1,63 € 163.000 € 162.500 € 163.000 € 1.250 € 161.750 € 1,65 € 165.000 € 162.500 € 165.000 € 1.250 € 163.750 € 1,67 € 167.000 € 162.500 € 167.000 € 1.250 € 165.750 ___________________________________________________________________________ ______ € 168.000
Netto-opbrengst
€ 166.000 € 164.000 € 162.000 € 160.000 € 158.000 Pondenkoers
€ 156.000 € 1,61
Niet afdekken
€ 1,62
€ 1,63
€ 1,64
Termijnaffaire
Opgave 27
21
€ 1,65
€ 1,66
€ 1,67
Netto-opbrengst bij put
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
A
Wissel disconteren Bedrag wissel 1.000.000 x € 0,8952 = Disconto 0,25 x 6,40% x 895227,2727 = Netto-opbrengst
B
1.000.000 x
€ 0,8909 =
C
Geldmarkttransactie Per 1 januari verkoopt de onderneming
D
Opbrengst Premie
€ 895.227,27 14.323,64 ___________ € 880.903,64
€ 890.900 bij termijntransactie.
$ 1.000.000 ------------= $ 980.151,92. 1,02025 In euro's levert dit op: 980.151,92 x € 0,8952 = € 877.432. De te verkopen dollars per 1-1 moeten eerst geleend worden. Per 1 april wordt deze lening afgelost met de dollars van de debiteur. 1.000.000 x € 0,8864 =
Netto-opbrengst bij putoptie
€ 886.400,00 20.000,00 ___________ € 866.400,00
Opgave 28 ________________________________________________________________ Strategie Optie Uitoefenprijs Bedrag Premie ________________________________________________________________ A Koop Put € 0,91 $1.000.000 € 25.000 B Koop Put € 0,89 $1.000.000 € 15.000 C Verkoop Call € 0,94 $1.000.000 -€ 15.000 D Verkoop Call € 0,89 $1.000.000 -€ 30.000 E Zero cost: Koop Put € 0,89 $1.000.000 € 15.000 Verkoop Call € 0,94 $1.000.000 -€ 15.000 F 50 %-winstdeling: Koop Put € 0,89 $1.000.000 € 15.000 Verkoop 0,5Call € 0,89 $500.000 -€ 15.000 ________________________________________________________________
De keuze voor een bepaalde strategie is o.a. afhankelijk van de risicohouding van de ondernemingsleiding, de speelruimte die er is m.b.t prijscalculaties (concurrentie) en de valutavisie van de ondernemingsleiding. A ____________________________________________________________ Dollarkoers Niet afdekken Opbrengst put Premie Netto-opbrengst ____________________________________________________________ € 0,87 € 870.000 € 910.000 € 25.000 € 885.000 € 0,88 € 880.000 € 910.000 € 25.000 € 885.000 € 0,89 € 890.000 € 910.000 € 25.000 € 885.000 € 0,90 € 900.000 € 910.000 € 25.000 € 885.000 € 0,91 € 910.000 € 910.000 € 25.000 € 885.000 € 0,94 € 940.000 € 940.000 € 25.000 € 915.000 ____________________________________________________________
22
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
€ 950.000
Netto-opbrengst
€ 940.000 € 930.000 € 920.000 € 910.000 € 900.000 € 890.000 € 880.000 € 870.000
Dollarkoers
€ 860.000 € 0,86
€ 0,87 € 0,88
€ 0,89 € 0,90 € 0,91
Niet afdekken
€ 0,92
€ 0,93 € 0,94
€ 0,95
Netto-opbrengst bij put
B _____________________________________________________________ Dollarkoers Niet afdekken Opbrengst bij put Premie Netto-opbrengst _____________________________________________________________ € 0,87 € 870.000 € 890.000 € 15.000 € 875.000 € 0,88 € 880.000 € 890.000 € 15.000 € 875.000 € 0,89 € 890.000 € 890.000 € 15.000 € 875.000 € 0,90 € 900.000 € 900.000 € 15.000 € 885.000 € 0,91 € 910.000 € 910.000 € 15.000 € 895.000 € 0,94 € 940.000 € 940.000 € 15.000 € 925.000 _____________________________________________________________
€ 950.000 Netto-opbrengst € 940.000 € 930.000 € 920.000 € 910.000 € 900.000 € 890.000 € 880.000 € 870.000
Dollarkoers
€ 860.000 € 0,86
€ 0,87
€ 0,88
€ 0,89
Niet afdekken
€ 0,90
€ 0,91
€ 0,92
Netto-opbrengst bij put
23
€ 0,93
€ 0,94
€ 0,95
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
C _______________________________________________________________ Dollarkoers Niet afdekken Opbrengst bij call Premie Netto-opbrengst _______________________________________________________________ € 0,87 € 870.000 € 870.000 -€ 15.000 € 885.000 € 0,88 € 880.000 € 880.000 -€ 15.000 € 895.000 € 0,89 € 890.000 € 890.000 -€ 15.000 € 905.000 € 0,90 € 900.000 € 900.000 -€ 15.000 € 915.000 € 0,94 € 940.000 € 940.000 -€ 15.000 € 955.000 € 1,00 € 1.000.000 € 940.000 -€ 15.000 € 955.000 _______________________________________________________________
€ 1.020.000
Netto-opbrengst
€ 1.000.000 € 980.000 € 960.000 € 940.000 € 920.000 € 900.000 € 880.000 Dollarkoers € 860.000 € 0,86
€ 0,88
€ 0,90
€ 0,92
Niet afdekken
€ 0,94
€ 0,96
€ 0,98
€ 1,00
€ 1,02
Netto-opbrengst bij call
D _______________________________________________________________ Dollarkoers Niet afdekken Opbrengst bij call Premie Netto-opbrengst _______________________________________________________________ € 0,87 € 870.000 € 870.000 -€ 30.000 € 900.000 € 0,88 € 880.000 € 880.000 -€ 30.000 € 910.000 € 0,89 € 890.000 € 890.000 -€ 30.000 € 920.000 € 0,90 € 900.000 € 890.000 -€ 30.000 € 920.000 € 0,94 € 940.000 € 890.000 -€ 30.000 € 920.000 € 1,00 € 1.000.000 € 890.000 -€ 30.000 € 920.000 _______________________________________________________________
24
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
€ 1.020.000
Netto-opbrengst
€ 1.000.000 € 980.000 € 960.000 € 940.000 € 920.000 € 900.000 € 880.000 Dollarkoers € 860.000 € 0,86
€ 0,88
€ 0,90
€ 0,92
Niet afdekken
€ 0,94
€ 0,96
€ 0,98 € 1,00
€ 1,02
Netto-opbrengst bij call
E _______________________________________ Netto-opbrengst bij Dollarkoers Niet afdekken Zero cost _______________________________________ € 0,87 € 870.000 € 890.000 € 0,88 € 880.000 € 890.000 € 0,89 € 890.000 € 890.000 € 0,90 € 900.000 € 900.000 € 0,94 € 940.000 € 940.000 € 1,00 € 1.000.000 € 940.000 _______________________________________
€ 1.020.000
Netto-opbrengst
€ 1.000.000 € 980.000 € 960.000 € 940.000 € 920.000 € 900.000 € 880.000
Dollarkoers
€ 860.000 € 0,86 € 0,88
€ 0,90 € 0,92 € 0,94 € 0,96 Niet afdekken
25
Zero cost
€ 0,98 € 1,00 € 1,02
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
F _____________________________________________ Netto-opbrengst bij Dollarkoers Niet afdekken 50 %-winstdeling _____________________________________________ € 0,87 € 870.000 € 890.000 € 0,88 € 880.000 € 890.000 € 0,89 € 890.000 € 890.000 € 0,90 € 900.000 € 895.000 € 0,94 € 940.000 € 915.000 € 1,00 € 1.000.000 € 945.000 _____________________________________________
€ 1.020.000
Netto-opbrengst
€ 1.000.000 € 980.000 € 960.000 € 940.000 € 920.000 € 900.000 € 880.000
Dollarkoers
€ 860.000 € 0,86 € 0,88 € 0,90 € 0,92 € 0,94 € 0,96 € 0,98 € 1,00 € 1,02 Niet afdekken
50 %-winstdeling
26
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H6
Opgave 2 Antwoord B. Opgave 3 Antwoord A. Opgave 4 Antwoord A. Opgave 5 Antwoord D. Opgave 6 Antwoord B. Opgave 7 Antwoord D. Opgave 8 Antwoord B. Opgave 9 Antwoord D. Opgave 10 Antwoord D. Opgave 11 Antwoord B. Opgave 12 Antwoord A. Opgave 13 Antwoord C.
27
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgave 14 Antwoord C.
Opgave 15 1
2 3 3
5
- kasreservepolitiek - uitgifte van schatkistpapier - valutaswaps De ECB vergoedt een minimale interest op het saldo van een depositorekening. De stabiliteit van de euro is ook afhankelijk van de interest-ontwikkeling en de economische groei in de VS en Japan. importeurs en exporteurs centrale banken valutaspeculanten interest-arbitrageanten algemene banken Hoe hoger (lager) het prijsniveau des te lager (hoger) de interne koopkracht.
Opgave 16 _______________________________________________________________ Cashflows bij Cashflows bij vaste interestvergoeding 6% marktinterestvergoeding ______________________________________________________________________ Marktinterest 5% 6% 7% 5% 6% 7% ______________________________________________________________________ Jaar 1 6.000 6.000 6.000 5.000 6.000 7.000 2 6.000 6.000 6.000 5.000 6.000 7.000 3 106.000 106.000 106.000 105.000 106.000 107.000 ______________________________________________________________________ Marktwaarde 102.723 100.000 97.376 100.000 100.000 100.000 begin jaar 1 In geval 1 loopt de onderneming marktwaarderisico, in geval 2 kasstroomrisico.
Opgave 17 d vv
=
8 x 600 + 1 x 300
=
5,67 jaar
900 md vv
=
5 ,67
=
5,40 jaar
=
4,55 jaar
1, 05 md ac
=
5 1,10
Duration gap =
md ac - md vv .
M vv = 4,55 - 5,40 x 900 = 1 .300 M ac
0,81 jaar
Numico loopt dus interestrisico. Om het eigen vermogen immuun te maken voor interestveranderingen, moet de duration gap gelijk aan nul worden. Dan moet gelden:
28
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
md vv = md ac x
M ac = 4,55 x 900 = 1 .300 M vv
d vv = 1,05 x 6,57 =
6,57 jaar en
6,89 jaar
Als de interest nu stijgt met 0,1%, krijgen we: Mac = - md ac x rvv x Mac = -4,55 x 0,001 x 1.300 = Mvv = - md vv x rvv x Mvv = -6,57 x 0,001 x 900 = Mev =
-5,91 -5,91 _____ 0
Nieuwe balans __________________________________________________________ Activa 1.294,09 Eigen vermogen 400,00 Vreemd vermogen 894,09 _______ _______ 1.294,09 1.294,09 Duratio is immuun geworden voor het interestrisico. md vv kan gelijk gemaakt worden aan 6,57 door de samenstelling van het vreemd vermogen aan te passen:
Mlvv + Mkvv = 900 8 Mlvv + 1Mkvv Mlvv + M kvv
= 6,89
Als we deze vergelijkingen oplossen, krijgen we: Mlvv Mkvv Mvv
= =
757,79 142,21 _______ = 900,00
Opgave 18
4,5%
5%
NL
H
T
6,2%
29
US
6%
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Hesro betaalt per saldo: 5% − 4,5% + 6,2% = 6,7%. Het voordeel is 0,2%. Tesro betaalt per saldo: 6% + 4,5% − 6,2% = 4,3%. Het voordeel is 0,3%.
Opgave 19 Rentepositie: 1-4 1-7 1-10 1-12
NLG 20 mln. opnemen voor NLG 20 mln. opnemen voor NLG 20 mln. opnemen voor NLG 5 mln. uitzetten voor
3 maanden 3 maanden 3 maanden 6 maanden
Op 1-1 kan de interestpositie als volgt worden afgedekt: Koop Koop Koop Verkoop
NLG 20 mln. NLG 20 mln. NLG 20 mln. NLG 5 mln.
3×6 6×9 9 × 12 12 × 18
FRA FRA FRA FRA
3,28% 3,30% 3,35% 3,40%
Opgave 20 Ruton betaalt per saldo na de interest-swap: (EURIBOR + 1%) + 5,5% − (EURIBOR) = 6,5%.
Opgave 21 1
2 3
4 5
6
- Verschil ten gevolge van het valutarisico. - Looptijdverschillen. - Op het moment van uitgifte is de marktrente verschillend. - Risicoprofiel van de ondernemingen is verschillend. De belegger geeft de voorkeur aan belegging in nulprocentobligaties, omdat hij geen herbeleggingsrisico loopt. De emitterende instantie heeft lagere interestkosten, omdat de nulprocentobligatie een lager effectief rendement heeft ten opzichte van een gewone obligatielening. Ook is er een besparing op de transactiekosten. Als de belegger zijn belegging voor afloopdatum verkoopt en op dat moment een andere marktrente geldt dan op het moment van verkrijging van de obligaties. - Om valutarisico af te dekken. - Om activiteiten in het buitenland te financieren. - Om een voordeel te verkrijgen door de lagere interest in het buitenland. - Een termijnaffaire kan in iedere hoeveelheid valuta worden afgesloten en opties alleen in in aantallen gehele contracten. Een optie is sterk gestandaardiseerd. - Een termijnaffaire is niet verhandelbaar, een optie is wel verhandelbaar.
Opgave 22 1 2
Als over drie maanden de dollar/spotkoers 1,8700 is. Een call-optie.
Opgave 23 1 2
Derivaten zijn contracten waarvan de waarde afhangt van één of meer onderliggende waarden. Het zijn geen directe financieringsmiddelen zoals aandelen of obligaties. Met behulp van derivaten kan een onderneming bepaalde prijsrisico's inperken.
30
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
3 4 5
Over-the-counter-transacties zijn contracten met de bank, die vaak meer 'op maat gesneden' kunnen zijn dan de standaardcontracten die via de beurs lopen. Een interest-swap is een transactie waardoor, zonder overdracht van de hoofdsom, het interesttype van een lening kan worden gewijzigd. € 1 is na drie maanden aangegroeid tot: € 1 × 1,015 = € 1,015. $ 1 is na drie maanden aangegroeid tot: $ 1 × 1,025 = $ 1,025. De driemaands termijnkoers is dus: € 1,015 : 1,025 = € 0,990244. Een globale berekening gaat ervan uit dat het interestverschil 4 % is, dus 1 % in drie maanden, zodat de termijnkoers is 99 % van € 1 = € 0,99.
Opgave 24 1
2 5
6
7
8 9 10 11
12
Een interest-swap is een overeenkomst tussen een onderneming en een bank waarbij gedurende een bepaalde looptijd en gebaseerd op een bepaalde hoofdsom in euro’s, de interestverplichtingen in de vorm van een vaste interest en een variabele interest met elkaar worden geruild. Het doel van het afsluiten van een interest-swap is interestvoordeel en beheersing van het interestrisico. Het doel is kopers of verkopers van valuta- en interestcontracten de mogelijkheid te bieden zich te beschermen tegen nadelige koersontwikkelingen en speculanten te laten handelen in deze contracten. Een ‘future’ of termijncontract is een overeenkomst, waarbij levering in de toekomst plaatsvindt. Er wordt alleen onderhandeld over de prijs; hoeveelheid en afloopdatum zijn gestandaardiseerd. De koersvorming van de US dollar/euro-future wordt onder meer bepaald door: a De verwachting over - de koersontwikkeling van de dollar ten opzichte van de euro. - de ontwikkeling van de Amerikaanse en Eurogeldmarktinterest. - ontwikkeling van de Amerikaanse betalingsbalans. b Vraag naar en aanbod van deze futures. c Looptijd. Een obligatie-future is een overeenkomst tot koop of verkoop van een obligatie-index. Het is een termijncontract dat wordt afgerekend aan het einde van de overeengekomen looptijd. De obligatie-index is gebaseerd op de gewogen gemiddelde notering van een aantal Staatsleningen. 99,6% - 94% = 5,6%. Winst: 5,6% van € 300.000 = € 16.800. Een ‘short’-positie is een optie-positie waarbij men de plicht heeft bij uitoefening en aanwijzing de onderliggende waarde te leveren (call-contract) of af te nemen (put-contract) tegen de uitoefenprijs. Deze positie ontstaat door het schrijven van een optie. Bij futures gaat het om een verkocht termijncontract (leveringsplicht). De speculant zal een ‘short’ positie in dollars innemen als hij verwacht dat de koers van de dollar zal dalen. Hij zal dan dollar/euro-futures verkopen. Als de koers van de dollar daalt, zullen ook de koersen van de dollar/euro-futures dalen. De verkochte dollar-futures kan hij tegen een lagere koers terugkopen. Een ‘long’-positie is een optiepositie die het recht geeft de onderliggende waarde te kopen (call-optie) of te verkopen (put-optie) tegen de uitoefenprijs. Bij futures gaat het om een gekocht termijncontract (koopplicht). De speculant zal een ‘long’ positie in dollars innemen als hij verwacht dat de dollarkoers zal stijgen. Hij zal dan dollar futures kopen. Als de koers van de dollar stijgt, zullen ook de prijzen van de dollar/eurofutures stijgen. De gekochte dollar/euro-futures kan hij dan tegen de hogere prijs verkopen-
Opgave 25 1
Een interest-swap is een overeenkomst waarbij de interestverplichting geruild wordt met een andere marktpartij (meestal een bank). De hoofdsom wordt niet geruild.
31
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
2
3
Een FRA is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij afgesproken wordt een verschil tussen de op dit moment overeengekomen toekomstige interest (forward rate) en de in de toekomst geldende interest te verrekenen. Te betalen interest over de lening: (3/12) x 0,095 x € 10.000.000 € 237.500 Verrekening via FRA: (3/12) x (0,08-0,09) x € 10.000.000 25.000 _________ Rentekosten € 212.500
Opgave 26 ______________________________________________________ 3m-EURIBOR 3m-EURIBOR + 0,4% Waarde cap Premie Te betalen _________________________________________________________________ 4% 4,4% 0% 0,4% 4,8% 5% 5,4% 0% 0,4% 5,8% 6% 6,4% 0% 0,4% 6,8% 7% 7,4% 0% 0,4% 7,8% 8% 8,4% 1% 0,4% 7,8% 9% 9,4% 2% 0,4% 7,8% 10% 10,4% 3% 0,4% 7,8% ______________________________________________________
12%
Te betalen
10% 8% 6% 4% 2% 0% 4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
EURIBOR op vervaldatum 3m-EURIBOR + 0,4 %
Te betalen
Opgave 27 ___________________________________________________________ 3m-EURIBOR 3m-EURIBOR - 0,2% Waarde floor Premie Rendement _______________________________________________________________________ 4% 3,8% 3% 0,3% 6,5% 5% 4,8% 2% 0,3% 6,5% 6% 5,8% 1% 0,3% 6,5% 7% 6,8% 0% 0,3% 6,5% 8% 7,8% 0% 0,3% 7,5% 9% 8,8% 0% 0,3% 8,5% 10% 9,8% 0% 0,3% 9,5% _________________________________________________________
32
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
12%
Rendement
10% 8% 6% 4% 2% 0% 4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
EURIBOR op vervaldatum 3m-EURIBOR - 0,2 %
Rendement
Opgave 28 _____________________________________________ 3m-EURIBOR 3m-EURIBOR + 0,3% Collar Te betalen ______________________________________________________ 4% 4,3% 6,5% 6,8% 5% 5,3% 6,5% 6,8% 6% 6,3% 6,5% 6,8% 6% 6,8% 6,5% 6,8% 7% 7,3% 7,0% 7,3% 8% 8,3% 8,0% 8,3% 9% 9,3% 8,0% 8,3% 10% 10,3% 8,0% 8,3% _____________________________________________
12%
Te betalen
10% 8% 6% 4% 2% 0% 4%
5%
6%
7%
8%
9% 10%
EURIBOR op vervaldatum 3m-EURIBOR + 0,3 %
Te betalen
Opgave 29
33
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
___________________________________________ 3m-EURIBOR 3m-EURIBOR + 0,2% Te betalen ____________________________________________________ 4% 4,2% 5,2% 5% 5,2% 5,7% 6% 6,2% 6,2% 6% 6,7% 6,2% 7% 7,2% 6,2% 8% 8,2% 6,2% 9% 9,2% 6,2% 10% 10,2% 6,2% ___________________________________________
12%
Te betalen 10% 8% 6% 4% 2% 0% 4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
EURIBOR op vervaldatum 3m-EURIBOR + 0,2 %
Te betalen
34
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
Opgaven H7
Opgave 2 Antwoord A. Opgave 3 Antwoord C. Opgave 4 Antwoord C. Opgave 5 Antwoord D. Opgave 6 1 2 3
- reële inkooptransactie en tegelijkertijd een verkooptermijntransactie; - reële verkooptransactie en tegelijkertijd een inkooptermijntransactie. De handelaar zal streven naar een economische voorraad van nul door voor(ver)kopen aan afnemers. De speculant neemt een volgtijdig prijsrisico op dezelfde beurs. De arbitrageant probeert te profiteren van gelijktijdige prijsverschillen op verschillende beurzen.
Opgave 7 1-5 Inkoop 1-8 Verkoop
1.000 kg X à € 24 = 1.000 kg X à € 32 =
€ 24.000 € 32.000 _______ € 8.000
1.000 kg X à € 20 = 1.000 kg X à € 32 =
€ 20.000 € 32.000 _______ € 12.000
Winst 1-8 Inkoop 1-8 Verkoop
Gelijktijdig prijsverschil
Volgtijdig prijsverschil 1.000 x - € 4 =
- € 4.000
Opgave 8 1 2
5.000 kg – 2.000 kg = 3.000 kg. 8.000 kg – 4.000 kg + 5.000 kg – 3.000 kg – 2.000 kg = 4.000 kg.
35
© 1-2-2005, Uitwerkingen Aandelen, obligaties en derivaten, ISBN 9070619148, drs. H.J. Ots, www.webecon.nl
3
4
Technische voorraad blijft gelijk. Economische voorraad: 8.000 kg – 4.000 kg + 5.000 kg – 2.000 kg = 7.000 kg. Een positieve economische voorraad is voordelig bij prijsstijging. Een negatieve economische voorraad is voordelig bij prijsdaling.
Opgave 9 1 2 3
Het contract kan elke handelsdag worden afgewikkeld door een sluitingskoop (1.000 kg) op de termijnmarkt. De economische voorraad is gelijk aan – 1.000 kg. Totdat het contract is afgewikkeld door een sluitingskoop of door een reële (voor)inkooptransactie van 1.000 kg.
Opgave 10 1-4 Verkoop 1-6 Inkoop
1.000 kg X à € 28 = 1.000 kg X à € 25 =
€ 28.000 € 25.000 _______ € 3.000
Winst
Dit is een volgtijdig prijsverschil. Op de termijnmarkt ontstaan geen gelijktijdige prijsverschillen.
Opgave 11 1-10
Technische voorraad Voorverkopen Voorinkopen
1-10 1-11
Economische voorraad Verkopen
1-11 tot 31-12
Economische voorraad
10.000 kg - 5.000 kg 3.000 kg ________ - 8.000 kg 2.000 kg ________ 6.000 kg
Termijntransacties: 1-10 Verkoop 8.000 kg 1-11 Koop 2.000 kg
De levering van de voorverkopen en voorinkopen op 1-12 heeft geen invloed op de economische voorraad.
Opgave 12 Termijnmarkt: 15-6 15-9
Inkoop, levering november 10.000 à € 1,75 = Verkoop, levering november 10.000 à € 2,50 =
Volgtijdig prijsverschil (voorraadwinst)
€ 17.500 € 25.000 ________
€ 7.500
Deze winst compenseert het verlies op de negatieve economische voorraad door prijsstijging van 15-6 tot 15-9.
36