Uitvoeringsovereenkomst Cluster Veenweide en Plassengebied
2010- 2014 Gemeente Leiderdorp
~
.. ~
Leiden
gemeente
TEYLINGEN
in het kader van het Regionaal Groenprogramma 2010 - 2020 Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland
Uitvoeringsovereenkomst Cluster Veenweide en Plassen 2010 - 2014
april 2011
DE ONDERGETEKENDEN: Gemeente Kaag en Braassem, Gemeente Leiden, Gemeente Leiderdorp, Gemeente Teylingen, vertegenwoordigd door hun clustervertegenwoordiger, de heer F.J. de Wit, wethouder Onderwijs, Sport en Milieu van de gemeente Leiden, hiertoe aangewezen op grond van artikel 171 van de Gemeentewet door de burgemeesters van Teylingen, Leiderdorp, Kaag en Braassem en Leiden, tezamen te noemen: Cluster Veenweide en Plassen
En Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Natuur en Landschap, dhr. H.B. Eenhoorn, hiertoe op grond van artikel 21 lid 3 van de gemeenschappelijke regeling gemachtigd door zijn voo rzitter, handelend ter uitvoering van het besluit van het Dagelijks Bestuur d.d. 4 november 2010, hierna te noemen: Holland Rijnland Hierna gezamenlijk te noemen: "partijen" of elk afzonderlijk "(een) partij" In aanmerking nemende: •
De overeenkomst Regionale investeringsstrategie Holland Rijnland vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland op 19 december 2007;
•
De Beheerverordening Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland op 19 december 2007 en gewijzigd op 17 februari 2010;
•
Het Regionaal Groenprogramma 2010 - 2020 vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het samenwerkin gsorgaan Holland Rijnland op 17 februari 2010;
•
Het Gebiedsprogramma vastgesteld d.d. o 22 april 2010 door de gemeenteraad van Kaag en Braassem o 22 april 2010 door het college van B&W van Leiden o 27 mei 2010 door het college van B&W van Leiderdorp o 3 augustus 2010 door het college van B&W van Teylingen
•
De aanvu lling op het Gebiedsprogramma vastgesteld door de Stuur groep Samen voor Groen op 2 december 2010.
Komen als volgt overeen:
Hoofdstuk 1: Definities Artikel 1.1 Algemene begrippen a.
Cluster: twee of meer deelnemende gemeenten, die samen een Gebiedsprogramma opstellen en uitvoeren, zoals bedoeld in de uitvoeringsstrategie van het Regionaal Groenprogramma; b. Clustervertegenwoordiger: de vaandeldrager van een Gebiedsprogramma, die bij volmacht namens alle gemeenten in een Cluster deze uitvoeringsovereenkomst tekent en een voortrekkersrol binnen het Cluster speelt; c. Deelnemende gemeenten : de twaalf gemeenten die op 1 januari 2008 deelnemen aan de gemeenschappelij ke regeling Holland Rijnland;
Uitvoeringsovereenkomst Cluster Veenweide en Plassen 2010 - 2014
april 2011
d. Eindbeheerder: de natuurlijke of rechtspersoon, die na oplevering van een project het langjarige beheer en onderhoud van het project op zich neemt; e. Gebiedsprogramma: de visie en de doelstellingen van het Regionaal Groenprogramma toegespitst op een specifiek gebied, of rond een thema met in de projectbladen de uitgewerkte projecten, planning en kostenraming; f. Maatregelen: de afzonderlijke (meestal fysieke) onderdelen van een project; g. Project: een onderdeel van een Gebiedsprogramma dat in een bestek aanbesteed en uitgevoerd wordt; h. Projectblad : de gegevens van een project in een Gebiedsprogramma weergegeven in de opmaak zoals weergegeven in bijlage 5 van het Regionaal Groenprogramma; i. Projecttrekker: de gemeente, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een project; j. Regionaal Investeringsfonds Holland Rijnland (of afgekort RIF): het totaal aan financiële middelen dat de deelnemende gemeenten ingevolge de Beheersverordening RIF (17 februari 2010) tussen 2008 en 2022 storten en de daarbij te ontvangen rente dat de financiële bijdrage levert voor de vijf in de Overeenkomst Regionale Investeringsstrategie genoemde projecten.
Hoofdstuk 2: Doel van de uitvoeringsovereenkomst en taakverdeling Artikel 2.1 Doel Partijen stellen zich met het aangaan van deze uitvoering sove reenkom st ten doel vast te stellen welke projecten zullen worden gerealiseerd in de periode 2010 - 2014. Deze projecten maken deel uit van de door de gemeenten vastgestelde Gebiedsprogramma. De uitvoering vindt plaats overeenkomstig de in deze uitvoeringsovereenkomst vastgelegde afspraken over financiering, voorbereiding, uitvoering, eigendom, beheer en onderhoud door partijen. Om daadwerkelijk te bereiken dat de projecten uit het Gebiedsprogramma worden gerealiseerd hebben partijen in deze overeenkomst de volgende afspraken vastgelegd:
Artikel 2.2 Algemene afspraken en taakverdeling: Afspraken met betrekking tot de voorbereiding, de uitvoering en het beheer en onderhoud, die in principe gelden voor alle projecten, tenzij anders bepaa ld in hoofdstuk 3 van deze uitvoeringsovereenkomst. 1. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland: 1. Wijst een contactpersoon aan, die de contacten over de uitvoering van deze uitvoeringsovereenkomst onderhoudt met de andere partijen. 1.1. Kan ondersteuning bieden bij het verwerven van aanvullende financiering. 1.2. Levert terugkoppeling op programma van eisen , definitief ontwe rp, (concept)bestek en raming, aanbested ing, oplevering en overige mijlpalen van de projecten. 1.3. Stelt jaarlijks een voortgangsrapportage op voor alle Gebiedsprogramma's. 2. Is eindverantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen uit het Regionaal Groenprogramma. 3. Is verantwoordelijk voor het doelmatig en effectief inzetten van de bijdragen uit het Regionaal Investeringsfonds. 4. Stemt in met de Gebiedsprogramma's en projectbladen van de clusters. 5. Is medefinancier van de projecten en maatregelen in de Gebiedsprogramma's. 6. Beoordeelt aan de hand van de toetsing smatrix of uitvoering van maatregelen binnen vier jaar kan plaatsvinden (zie bijlage 1).
2. Clusters van gemeenten: 1. Wijzen een contactpersoon aan, die de contacten met de andere partijen onderhoudt over d e uitvoerin g van deze uitvoeringsove reenkom st 2. Zijn opste ller van het Gebiedsprogramma van hun cluster.
Uitvoeringsovereen komst Cluster Veenwelde en Plassen 2010- 2014
april2011
3.
Wijzen uit hun midden een clustervertegenwoordiger aan, d ie zij machtigen namens hen te handelen bij de ondertekening en uitvoering van deze uitvoeringsovereen komst. 4. Voeren de regie tijdens de uitvoering van het Gebiedsprogramma. 5. Wijzen per project uit het Gebiedsp rogramma een projectve ra ntwoordelijke gemeente aan, de zogenaamde projecttrekker. 6. Dragen er zorg voor dat de respectievelijke projecttrekkers de diverse projecten uit het Gebiedsprogramma uitvoeren . 7. Zijn verantwoordelijk voor informatievoorziening en terugkoppeling voortgang werkzaamheden aan Holland Rijnland . 8. Zullen na oplevering van alle projecten uit hun Gebiedsprogramma schriftelijk aan de partijen verklaren de verplichtingen van deze uitvoeringsovereenkomst te hebben afgerond. 9. Verzorgen de communicatie richting betrokkenen en bewoners . 10. Dragen zorg voor financiering van derden, niet zijnde gemeenten, om aanleg va n projecten mogelijk te maken. 11. Zorgen dat het eigendom, beheer en onderhoud na oplevering van projecten geregeld is . 3 . Gemeente (niet zijnde de trekker van een project) : 1. I s vaststeller van het Gebiedsprogramma van het cluster, waartoe deze gemeente behoort. 2. Zorgt voor de juiste machtiging/mandatering van de clustervertegenwoordiger. 3. Zorgt voor de eigen financiële bijdrage zoals vastgelegd in het Gebiedsprog ramma. 4. Gem eente (zijnde de projecttrekker van een project): 1. I s vast steller van het Gebiedsprogramma va n het cluster waartoe deze gemeente behoort. 2. Zorgt voor de juiste machtiging/mandatering van de clustervertegenwoordiger. 3. Zorgt voor de finan ciële bijdrage zoals vastgelegd in het Gebiedsprogramma. 4 . Is de uitvoerende partij van het project waarvan hij projecttrekker is. 5. Zal de voorbereiding, aanleg en nazorg va n het project waarvan hij projecttrekker is u itvoeren. 6. Verzorgt de aanvragen van subsidies om aanleg van project moge lijk te maken. 7 . Draagt zorg voor het opstellen van een programma van eisen van het project waarva n hij projecttrekker is. In het programma van eisen zijn de resultaten ten aanzien van een project beschreven. Ook worden hierin de kwallteitscriteria gedefini eerd. 8. Is verantwoordelijk voor het correct doorlopen van voor de uitvoering van hun eigen projecten benodigde procedures voor vergunningen en ontheffingen (inclusief qulck scan Flora & Faunawet en Habitatrichtlijn en provinciale Milieuverorden lng) . 9. Draagt zorg voor de verwerving van, of overeenkomst over de gronden, die nodig zijn voor de uitvoering van de projecten . 10. Draagt voor dat project verder zorg voor de voorbereiding van het bestek, de aanbestedings- en gunningprocedures, (begeleiden van) de uitvoering, de planologische procedures, de aanvraag van de benodigde vergunningen en ontheffingen, het melden van eventueel m eerwerk en de financië le consequenties bij Holland Rijnland en de clustervertegenwoord iger. De gemeente zal deze stukken ter afstemming voorleggen aan het cluster. 11. Verzorgt de communicatie ten behoeve va n dat project: 11.1. Plaatsing van ee n proj ectbord . Leveren, plaatsen, onderhouden en ve rwijderen Is onderdeel van het bestek. 11.2. De voorlichting aan omwonenden en betrokkenen door mlddel va n bij voorbeeld een persbericht bij de start en oplevering. 11.3. Bij de communicatie wordt verme ld dat het project met medefinanciering van Holland Rijnland en andere medefinanciers of subsidiegevers wordt gerealiseerd . 12. Draagt zorg voor een goede terugkoppeling met cluster en Holland Rijnland over de voorwaarden en de voortgang (Inhoudelijk, financieel en planning) van de voorbereiding en uitvoering van het bestek door middel van (half)jaa rlijkse
Uitvoeringsovereenkomst Cluster Veenweide en Plassen 2010 - 2014
april 2011
rapportages aan Holland Rijnland. Hiervoor kunnen de rapportages, die ook voor subsidies zijn opgest eld, worden gebruikt. 13. Is verantwoordelijk voor en eerste aanspreekpunt van ingenieursd ienst, toezichthouder en aannemer tijdens voorbereiding en uitvoering van het bestek. 14. Draagt zorg voor een correcte financiële boekhouding en eindafrekening inclusief accountantsverklaring. 15. Levert het werk op aan de eindbeheerder.
Artikel 2.3 Clusterspecifieke afspraken In hoofdstuk 3 van deze uitvoeringsovereenkomst, staan de clusterspecifieke afspraken. Deze gelden alleen voor het genoemde cluster in aanvulling op, dan wel in sommige gevallen in afwijking van de algemene geldende afspraken en taakverdeling uit artikel 2.2 van deze overeenkomst.
Hoofdstuk 3: Clusterspecifieke afspraken Artikel 3.1 Cluster Veenweide en Plassen 1. Gebiedsprogramma Veenweide en Plassen: Bijlage 4 van deze overeenkomst is het Gebiedsprogramma Veenweide en Plassen (2010) en de uitbreiding hierop. betreft de onderstaande projecten uit het Deze uitvoeringsovereenkomst Gebiedsprogramma. Uit de toetsingsmatrix (bijlage 1) blijkt dat deze projecten uitvoeringsgereed zijn. 1. Boterhuispolder fase 1 a. 7,2 km wandel en fietspad (ontsluit ing en ommetjes), 6400 m 2 water (verbrede watergangen en natuurvriendelijke oevers) b. Recreatieve ontsluiting en vergroting waterberging Boterhuispolder, delen ecologische verbinding Zuidzijdervaart/Stingsloot/Zijp. c. Budgetraming inrichtingskosten 1e fase: € 2.290.893 d. Bijdrage Holland Rijnland: € 284.872
2. Eendenkooi Warmond a. 3 ha eendenkooi operationeel maken, renoveren en toegan kelijk ma ken voor begeleide excursies. b. Herstel, renovatie en recreatief toegankelijk maken cultu urhistorische waardevolle eendenkooi. c. Budgetraming inrichtingskosten: € 145.200 d. Bijdrage Holland Rijnland: € 36.300
2. Reservering Regionaa l Investeringsfonds Holland Rijnland: Voor de cofinanciering van de uitvoering van deze projecten uit het Gebiedsprogramma Veenweide en Plassen reserveert Holland Rijnland een totaalbedrag van maxi maal € 321.172 . 3. Indien Betaalorgaan POP2 geen voorschot kan verlenen, zal Holland Rijnland rechtstreeks een verrekenbaar voorschot verlenen op verzoek van de projecttrekker.
Hoofdstuk 4: Financiële bepalingen Artikel 4.1 Looptijd en reservering budgetten De looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst is 4 jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening. Projecttrekkers moeten hun projecten binnen deze periode afronden . Gedurende deze periode blijven de budgetten zoals omschreven onder artikel 3.1 lid 1 en lid 2
=s
=
......
Uitvoeringsovereenkomst Cluster Veenweide en Plassen 2010 - 2014
april 2011
gereserveerd. Hierna vallen de budgetten terug naar het algemene budget binnen de voorziening RIF, tenzij er nadere afspraken zijn vastgelegd conform artikel 5.1 lid 5.
Artikel 4.2 Indexering inrichtingskosten en financiering Er zal geen indexering van de inrichtingskosten worden toegepast. In bijlage 2 is een overzicht van de geraamde kosten en de financiering weergegeven. Holland Rijnland financiert 25 procent van de inrichtingskosten. Holland Rijnland financiert 25 procent mee van eventueel meer- of bijwerk tot een maximum van 10 procent van de totale inrichtingskosten. Meer- en bijwerk valt niet onder de onvoorziene omstandigheden uit artikel 5.1 lid 2 .
. Artikel 4.3 Bijdrage Holland Rijnland en betaling Met het tekenen van deze Uitvoeringsovereenkomst gaat Holland Rijnland de juridische verplichting voor haar bijdrage uit het RIF aan. Tenzij anders bepaald in hoofdstuk 3 van deze uitvoeringovereenkomst, zal Holland Rijnland niet voorfinancieren en geen voorschotten geven. Holland Rijnland wacht het betalingsverzoek van Betalingsargaan POP2 af. In bijlage 3 is de uitgave van kasmiddelen aangegeven in de tijd.
Artikel 4.4 Verantwoordelijkheid overige kosten De projecttrekker neemt de verantwoordelijkheid voor de in het kader van de voorbereiding en uitvoering van een project te maken kosten. Kosten waarover in deze uitvoeringsovereenkomst geen afspraken zijn gemaakt, zijn geheel voor rekening van de projecttrekker. De kosten die gemoeid zijn met het voeren van planologische en/of onteigeningsprocedures komen voor rekening van de partij, die voor het voeren van deze procedures en de daaruit voortkomende besluitvorming ingevolge wettelijke voorschriften verantwoordelijk is.
Hoofdstuk 5: Ontbindende voorwaarden, wijzigingen, geschillen en aansprakelijkheid Artikel 5.1 Ontbinding en wijziging 1.
2.
3.
4.
5.
Ernstige tekortkomingen in de nakoming aan de zijde van één van de partijen geeft de andere partijen het recht bij aangetekend schrijven de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Ontbinding kan pas plaatsvinden nadat de tekortschietende partij een redelijke termijn is gegund teneinde alsnog zijn verplichtingen na te komen. Indien de omstandigheden waaronder de uitvoeringsovereenkomst is gesloten zich zodanig wijzigen, dat in redelijkheid niet meer van één of meerdere partijen kan worden gevergd dat de uitvoeringsovereenkomst ongewijzigd in stand blijft, treden partijen met elkaar in overleg om nadere afspraken te maken. Partijen zullen deze overeenkomst ook per aangetekend schrijven geheel of gedeeltelijk ontbinden of w ijzigen ind ien betrokken partijen geen financiële dekking kunnen vinden voor de geraamde kosten of zich andere onvoorziene omstandigheden voordoen. Indien zich de in het derde lid bedoelde onvoorziene omstandigheden voordoen verplichten partijen zich op constructleve wijze met elkaar te overleggen en al het mogelij ke te doen om de overeenkomst uit te voeren of hierover nadere afspraken met elkaar te maken; Indien het in het tweede en vierde lid bedoelde overleg tot overeenstemming leidt1 zullen de bij dat overleg overeengekomen wijzigingen worden vastgelegd in een nader te sluiten overeenkomst. Deze afspraken kunnen ook in vloed hebben op de looptijd en budgetreservering uit artikel 4.1.
Artikel 5.2 Geschillenregeling en toepasselijk recht 1.
2.
Ieder geschil tussen partijen dat ontstaat in de uitvoering van deze overeenkomst za l, ten zij anders nader tussen partijen wordt overeengekomen, bij uitsluiting worden voorgelegd aan een daartoe bevoegde rechter; Op deze Uitvoeringsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing .
Uitvoeringsovereenkomst Cluster Veenweide en Plassen 2010 - 2014
april 2011
Artikel 5 .3 Aansprakelijkheid Het cluster vrijwaart Hol land Rijnland van al le aansprakelijkheid voortvloeiende uit de uitvoering van de projecten en maatregelen . Partijen hebben zich adequaat verzekerd en zullen zich naar behoren verzekerd houden voor in ieder geval wettelijke aansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid. De projecttrekker draagt zorg dat door haar of door de aannemer een CAR-verzekering met de gebrui kelijke voorwaarden zal worden afgesloten .
Hoofdstuk 6: Bijlagen De volgende bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst: 1. Toetsingsmatrix; 2. Kostenraming en financiering; 3. Verwachte uitgave van kasmiddelen; 4. Gebiedsprogramma Veenweide en Plassen.
Aldus overeengekomen en in tienvoud getekend:
Ondertekening partij 1, Samenwerkingsverband Holland Rijnland, vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Natuur en Landschap:
datum :
~ - b -l-b lf
plaats: Leiden
de heer H.B. Eent-t;rn
Ondertekening Partij 2, Cluster Veenweide en Plassen: vertegenwoordigd door de wethouder Onderwijs, Sport en Milieu van de gemeente Leiden
Clustervertegenwoor~
datum:
de heev{ de Wit
/~.t"6 .tI
plaats: Lelden
Bijlage 1. Toetsingsmatrix Project
1. Beleidskader
2. Grondverwerving
3. Financiën
4.Planologische verankering 4.1 4.2 4.3 ja ja ja ja nvt ja
5.Relevante wet- en regelgeving
6. EBO
1.1 1.2 2.1 2.2 2.3 3.1 3.2 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 6.1 Boterhuispolder 1 ja ja nvt nee1 nee1 ja2 ja nee3 ja nee3 nee3 ja nee4 Eendenkooi ja ja ja nvt nvt ja ja nvt nvt nee5 ja ja ja Warmond 1 In het zuidelijke deel van de polder heeft de gemeente Leiderdorp grond in eigendom, in het noordelijke gedeelte zijn boeren eigenaar. VAN Ade is gevraagd om het overleg met de boeren over overpad en beheer en onderhoud te doen. 2 PS heeft wel besloten om € 1,15 miljoen van het amendementgeld te besteden in de Boterhuispolder, de gemeente heeft nog geen beschikking hierover ontvangen. 3 Benodigde vergunningen en ontheffingen worden definitief in beeld gebracht in het Definitief Ontwerp. 4 VAN Ade maakt hierover afspraken met de boeren, de gemeenten zelf nemen de grotere maatregelen (verharde fietspaden) voor hun rekening. 5 Overleg over de Flora- en Faunaontheffing zal gevoerd worden voordat de bosrenovatie plaatsvindt. De volgende vragen moeten met ‘ja’, ‘niet van toepassing’ of ‘toezegging/overeenkomst op papier’ beantwoord kunnen worden. Indien het antwoord ‘nee’ luidt, in een voetnoot hierover uitleg geven. 1 Bestuurlijk draagvlak 1.1 Is het Gebiedsprogramma vastgesteld in de raad (bestuurlijke overeenstemming)? 1.2 Maken de projecten onderdeel uit van een groter beleidskader? 2 Grondverwerving 2.1 Is de grond in eigendom? 2.2 Zijn met de pachter/gebruiker afspraken gemaakt over overpad/gebruik van zijn grond (zakelijke overeenkomst) of is de pachtovereenkomst (jaarlijks) te verbreken? 2.3 Zijn met de grondeigenaar afspraken gemaakt over overpad/gebruik van zijn grond (zakelijke overeenkomst)? 3 Financiën 3.1 Zijn voldoende financiële middelen bij medefinanciers beschikbaar (schriftelijk vastgelegd)? 3.2 Is er een projectorganisatie? 4 Planologische verankering 4.1 Past het plan binnen de provinciale Structuurvisie? 4.2 Past het plan binnen het beleid van het waterschap (peilbesluiten, keur)? 4.3 Past het plan binnen de gemeentelijke structuurvisie en bestemmingsplan? 5 Relevante wet- en regelgeving 5.1 Heeft het rijk / de provincie ontheffing verleend of medewerking toegezegd (Rijksmonumentenvergunning / Verordening Ruimte, milieuverordening)? 5.2 Heeft het Hoogheemraadschap ontheffing verleend of medewerking toegezegd (keur)?
5.3 Is overleg geweest over de ontheffing Flora- en Faunawet en Habitatrichtlijn? 5.4 Zijn de gemeentelijke vergunningen in beeld gebracht? 5.5 Kan de MER-procedure achterwege blijven? 6 Eigendom, beheer en onderhoud (EBO) 6.1 Zijn afspraken gemaakt over eigendom, beheer en onderhoud na inrichting?
Bijlage 2. Kostenraming en financiering In deze bijlage is aangegeven welke kosten gemoeid zijn met de in hoofdstuk 3 genoemde projecten. Onder financiering is de bijdrage van Holland Rijnland uit het Regionaal Investeringsfonds (RIF) weergegeven, de eigen bijdrage van de gemeente, de bijdrage van de provincie (PZH) uit het amendementgeld en via de Subsidieregeling Landelijk Gebied ZuidHolland (inclusief POP2), de bijdrage van het Hoogheemraadschap (HHvR), eventueel een andere subsidie en de contante bijdrage derden. Deze laatste is nodig bij projecten met particulieren, die een exploitabel onderdeel bevatten of die een beperking kennen in verband met de Staatssteun regeling van de EU (bv boerencamping langs wandelroute, horeca in gerenoveerde molen, kavelinrichting na vrijruilen ecologische verbinding). Kostenraming en financiering Project Kosten raming (€) Boterhuispolder 1 Eendenkooi Warmond
Totaal
2.290.893 145.200
Financiering (€) RIF PZH amendement 284.872 1.151.405 36.300
PZH (SLG/ POP) 854.616 108.900
HHvR (50.0001)
2.436.093 321.172 1.151.405 963.516 De bijdrage van het Hoogheemraadschap zal het cluster inzetten voor programmaonderdelen, die niet onder de Subsidieregeling Landelijk Gebied/POP2 of het amendementsgeld financierbaar zijn, en buiten de kostenraming heeft gehouden.
1
Bijlage 3. Verwachte uitgave van kasmiddelen In deze bijlage is de verwachte uitgave van kasmiddelen van Holland Rijnland aangegeven, het kasritme. De bedragen zijn inschattingen op basis van de logische volgorde van de realisatie van de maatregelen en de snelheid van de uitvoering. Kasritme RIF Project Boterhuispolder 1 Eendenkooi Warmond
Totaal
Bijdrage RIF (€) 284.872 36.300
Kasritme (€) 2010 2011 100.000 20.000
2012 100.000
321.172
120.000
100.000
2013
2014 84.872 16.300
101.172
Bijlage 4. Gebiedsprogramma Veenweide en Plassen (2010) (inclusief projectblad Eendenkooi Warmond)
Groenprogramma Holland Rijnland
Gebiedsprogramma Veenweide/Plassengebied Samen voor Groen: Tussen Kagerplassen en Oude Rijn
Gemeente Kaag en Braassem Gemeente Leiden Gemeente Leiderdorp Gemeente Teylingen
Concept 1.0 dd. 19 april 2010
•
}
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
2
Inleiding gebiedsprogramma Samen voor Groen Het Regionaal Groenprogramma van Holland Rijnland is gericht op de uitvoering van strategische groenprojecten van regionaal belang. Om dit te realiseren is gekozen voor een uitvoeringsstrategie met uitvoeringsovereenkomsten. Het Dagelijks Bestuur (DB) van Holland Rijnland sluit namens het Algemeen Bestuur op basis van de doelstellingen van het Regionaal Groenprogramma uitvoeringsovereenkomsten met clustervertegenwoordigers voor de uitvoering van gebiedsprogramma’s. Clusters van gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen en het uitvoeren van de gebiedsprogramma’s en bijbehorende projecten. De gebiedsprogramma’s worden vastgesteld in de diverse gemeenteraden in verband met de financiële consequenties voor de eigen gemeente, draagvlak en het toezeggen van formatie. Holland Rijnland is in eerste instantie onderverdeeld in vier gebieden: Land van Wijk en Wouden/ Duin Horst Weide Veenweide en Plassen Duin- en Bollenstreek Stedelijke Agglomeratie Voor deze gebieden worden afzonderlijke gebiedsprogramma’s opgesteld van clusters van gemeenten. Bijgaand vindt u het gebiedsprogramma Samen voor Groen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het gebiedsprogramma Veenweide en Plassen. Met dit gebiedsprogramma willen de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Kaag en Braassem en Teylingen door uitvoering van meerdere projecten het startsein geven voor een kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied in het landelijk gebied ten noordoosten van Leiden, zoals weergegeven op de kaart op pagina 2. Op 9 december 2009 is hiervoor een ambitieverklaring gesloten. Ook hebben diverse gemeenteraden al in een eerder stadium hun steun uitgesproken voor deze samenwerking en hebben ze middelen beschikbaar gesteld. Samen voor Groen binnen Holland Rijnland Een grote kwaliteit van de Leidse regio is dat de stedelijke agglomeratie ontsloten wordt door groenblauwe open landschappen. Als tegenhanger voor de verstedelijking is een krachtige recreatieve en landschappelijke groenblauwe structuur essentieel. Hier profiteren zowel de inwoners van het stedelijk gebied als de inwoners van het landelijk gebied van. De groene buitenruimte is van onschatbare waarde voor de leefbaarheid van de regio Holland Rijnland. Bewoners houden van groen. Ze gebruiken het op uiteenlopende manieren en vinden het mooi. De mogelijkheden in de stedelijke agglomeratie van Leiden zijn echter beperkt. De ruimte is weliswaar te vinden in gemeenten rond Leiden, maar daar ontbreekt het vaak aan middelen (financieel/ambtelijke uren) of bestuurlijk gewicht om te lobbyen. Daarom hebben de betrokken gemeenten samen de handen ineengeslagen om tot een aaneengesloten open en toegankelijke groengordel in de Leidse agglomeratie te komen. De in ‘Samen voor groen, tussen Kagerplassen en Oude Rijn’ samenwerkende gemeenten Leiderdorp, Kaag en Braassem, Teylingen
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
3
en Leiden willen de komende jaren gezamenlijk tot realisatie komen van bestaande groenplannen in het gebied tussen de Kagerplassen en de Oude Rijn. Voor de lange termijn is het streven van de partijen gericht op het ontwikkelen van een duurzame regionale samenwerking en het realiseren van een compleet netwerk van groenblauwe gebieden. Deze landschappelijk waardevolle ring (het zogenoemde groene hoefijzer) strekt zich ook uit tot delen van het grondgebied van de gemeenten Oegstgeest, Zoeterwoude, Voorschoten en Katwijk en beslaat daarmee een groot deel van Holland Rijnland. Ook het Land van Wijk en Woude en het Duin Horst Weide gebied behoort tot dit groene hoefijzer. Hiermee wordt aangesloten bij de drie provinciale landschappen die rond Leiden liggen. Op 9 december 2009 is er een ambitieverklaring ondertekend. Hiermee willen de ‘Samen-voor-groen-gemeenten’ uitspreken dat de betrokken partijen het belang onderschrijven van het gezamenlijk behouden, realiseren en beheren van een brede groenblauwe zone rondom de agglomeratie van Leiden. Naast de ambitieverklaring is tevens een ondersteunende verklaring ondertekend door de gemeenten Katwijk en Oegstgeest, het Hoogheemraadschap van Rijnland, de Dienst Landelijk Gebied en het Ministerie van Landbouw. Hiermee geven genoemde partijen aan in te stemmen met de in de ambitieverklaring getoonde ambitie en bieden aan, waar mogelijk en wenselijk, hen hierbij te ondersteunen door loyale medewerking. De ambitieverklaring zal in 2010 worden vertaald in een uitvoeringsprogramma, dat in september 2010 gereed moet zijn. Op basis van dit uitvoeringsprogramma zal een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten die in het najaar door de betrokken partijen getekend zal worden. Doelstelling Regionaal Veenweide/Plassengebied
Groenprogramma
vertaald
naar
het
De doelstelling van het Regionaal Groenprogramma van Holland Rijnland is om de kwaliteiten van de groene ruimte in Holland Rijnland te beschermen, versterken en ontwikkelen door: het versterken van de grote landschappen en het realiseren van verbindingszones daartussen voor natuur, water en/ of recreatie; het behouden van de openheid van het landelijk gebied, inclusief zichtlijnen; het versterken van de samenhang en herkenbaarheid van cultuurhistorische elementen; en het verbeteren van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van (delen van) het landelijk gebied voor recreatief medegebruik. Het gebiedsprogramma Samen voor Groen streeft hetzelfde doel na als het Regionaal Groenprogramma maar richt zich in het bijzonder op: het realiseren van verbindingen voor natuur, water en recreatie in het gebied tussen Kagerplassen en de Oude Rijn het versterken van de samenhang van het gebied; en het in samenspraak met de belanghebbenden in het gebied en in het bijzonder de agrariërs de economische, recreatieve en landschappelijke functies met elkaar in evenwicht brengen.
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
4
De gemeenten hebben afgesproken een groot aantal activiteiten te ontplooien, gericht op fysieke projecten, maar ook op sociale thema’s. Centraal staat allereerst het realiseren van aansluitende wandel- en fietspadenstructuren en recratie rondom Samen voor Groen. Deze structuren zorgen ervoor dat de kwaliteiten van het landelijk gebied worden benadrukt en dat deze kwaliteiten beter beleefd kunnen worden. De structuren worden gekoppeld aan het netwerk dat in de stedelijke agglomeratie bestaat en ook verder wordt ontwikkeld. Hierdoor wordt het voor de mensen in de stedelijke agglomeratie gemakkelijker om het landelijk gebied te bezoeken. De ambitie is ook dat het beheer en gebruik van grond op een landschappelijk verantwoorde manier gestimuleerd wordt. Ook dit draagt weer bij aan de verbetering van de kwaliteit van het landschap. De landschappelijke kwaliteiten blijven in stand en worden verder versterkt. Doordat verschillende groene gebieden aan elkaar worden gekoppeld ontstaat een groene gordel over gemeentegrenzen heen. Het beheer wordt ook op die manier georganiseerd. Om dit te kunnen doen is kennis nodig; kennis die ook kan bijdragen aan het feit dat mensen het gebied intensiever kunnen beleven en meer kunnen waarderen. De kennis over het gebied is vaak versnipperd aanwezig, vandaar dat kennis en expertise op het gebied van beheer gekoppeld moet worden. Door al deze activiteiten wordt de leefbaarheid van het inliggende platteland bevorderd: het gebied blijft open en de ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt. Dit alles met respect voor de functies en inrichting van het gebied. De cultuurhistorische waarde van het landschap wordt verder benadrukt en benut als belangrijke kwaliteit.. Visie Het realiseren van een landschappelijk netwerk leidt tot een verbetering van de toegankelijkheid en verhoging van de kwaliteit van het groen, zowel ten aanzien van de relatie tussen stedelijk en landelijke gebied en binnen het landelijk gebied zelf. De potenties die het buitengebied heeft voor natuur, recreatie en landbouw worden beter benut. Ook het in het stedelijk gebied gelegen groen is onderdeel van het netwerk, van waaruit op een aantrekkelijke wijze stad en land fysiek met elkaar verbonden worden. Voor de toekomst stellen wij ons een structuur voor vanuit de stad in de vorm van een ‘groen spinnenweb’, met daarbinnen op knooppunten een aantal ‘droompunten’ in de vorm van bijvoorbeeld musea, bezoekerscentra, recreatieve landbouwbedrijven. Dit spinnenweb loopt door tot ver in het landelijk gebied. Deze visie sluit naadloos aan op de uitgangspunten van de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland. Het realiseren van groene en recreatieve verbindingen gecombineerd met een zorgvuldige overgang van bebouwd gebied naar de open ruimten versterkt de landschappelijke kwaliteiten van de regio. BiodiversiteitActiePlan (BAP): blauwgroene ring rond Leiden In maart 2008 zijn de provincie Zuid-Holland, de Milieudienst West-Holland, de gemeente Leiden gestart met een BiodiversiteitActiePlan (BAP) voor de stedelijke
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
5
omgeving en buitengebied, als samenhangend geheel. Met een begeleidingsgroep van maatschappelijke groeperingen is gestart met burgerparticipatie om te komen tot ideeën, voorstellen en een gezamenlijke visie/ droom voor biodiversiteit in Leiden en de regio. Doel van het project is om biodiversiteit in Leiden en omgeving te bevorderen. Er is aan bewoners en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties gevraagd naar hun dromen en wensen op groengebied. Dit is uitgemond in een gezamenlijke visie op de toekomstige ontwikkeling van groen en biodiversiteit in stad en regio, met projectideeën die de functies van biodiversiteit in de regio slim inzetten en versterken. In het kader van het BiodiversiteitActiePlan (BAP) zijn diverse projectvoorstellen geformuleerd. Een belangrijk en veelgenoemd project was het verbeteren van het groene netwerk. Daarom is gekozen voor het concept van het spinnenweb van groene verbindingen als verbindend element voor het gehele Actieplan. Bedoeld wordt een spinnenweb van groene verbindingen (wandel- en fietsroutes) binnen de stad en vanuit de stad naar buiten, naar de drie provinciale landschappen, waaronder het gebied tussen de Kagerplassen en de Oude Rijn. De groene verbindingen uit het spinnenweb worden biodiversiteitroutes genoemd. Op diverse knooppunten van het spinnenweb is wat bijzonders te zien op biodiversiteitgebied, de “biodiversiteithighlights”.
Daarnaast bevat het projecten met betrekking tot kwaliteitsverbetering en communicatie. In 2010 begint de eerste fase van dit project: het inventariseren en prioriteren van de huidige plannen op het gebied van groene netwerken zoals verwoord in het BiodiversiteitActiePlan (BAP). En het vervaardigen van routes en kaarten. Cluster van gemeenten Het samenwerkingsverband bestaat uit de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Teylingen, en Kaag en Braassem. Ook het Hoogheemraadschap van Rijnland participeert hierin. In dit samenwerkingsverband worden de plannen voor de Boterhuispolder, delen van het Ade gebied, het Ghoybos en de Polder Achthoven in één programma integraal weggezet. Doel van het programma is het totale gebied open en groen te houden en de polders toegankelijker te maken voor extensieve recreatie. De samenwerking wordt bestuurd door de Stuurgroep “tussen Kagerplassen en Oude Rijn” met daarin één bestuurlijke vertegenwoordiger van elk van de deelnemende Gebiedsprogramma Samen voor Groen
6
partijen. De Stuurgroep heeft als taak de voortgang van het project te bewaken en stelt (tussen)producten vast. De Stuurgroep komt bijeen met een frequentie van eens per kwartaal. De gemeente Leiden is aangewezen als trekker van het samenwerkingsverband en voorzitter van de stuurgroep. Er is een ambtelijke begeleidingsgroep gevormd waarin alle partijen die deze ambitieverklaring hebben ondertekend, of op een andere manier een belang hebben zoals het Hoogheemraadschap, vertegenwoordigd zijn. Deze bereidt de vergadering en de te nemen besluiten door de Stuurgroep voor en toetst de producten die in het kader van de plan – en besluitvorming worden opgesteld voorafgaand aan de besluitvorming door de Stuurgroep. De voorzitter van de stuurgroep voorziet in een medewerker, die secretaris is van de stuurgroep en voorzitter van de begeleidingsgroep. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) verzorgt een projectgroep die verantwoordelijk is voor de uitvoering en het projectsecretariaat. De kennis en ervaring van (DLG) wordt ingezet om de uitvoering van concrete projecten vorm te kunnen geven. Partijen stellen hun kennis en ervaring op het gebied van gebiedsontwikkeling ter beschikking aan elkaar en zullen zich inspannen voor een vlot verloop van de procedures die worden doorlopen. Beschrijving programma Het programma is van strategisch regionaal belang. De focus van het programma ligt op het in samenhang inrichten van het plangebied ten behoeve van extensieve recreatie- en natuurdoeleinden. Met uitvoering van de plannen ontstaat een aaneengesloten groenblauwe gordel van de Oude Rijn tot de Kagerplassen, waar de stedelingen kunnen recreëren en agrariërs kunnen blijven werken. De plannen maken o.a. een aaneengesloten routenetwerk voor fietsers, wandelaars en kanoërs in het gebied mogelijk, brengen een ecologische verbinding van de Kagerplassen tot aan de Oude Rijn tot stand en bevatten tevens educatieve activiteiten. In de projectuitwerking worden de bestaande natuurwaarden behouden, versterkt en uitgebreid. Concreet gaat het in eerste instantie om te komen tot een:
uitvoeringsprogramma voor het cluster Noordoever Oude Rijn (Polder Achthoven); uitvoeringsprogramma voor de Boterhuispolder; uitvoeringsprogramma voor dat deel van de oorspronkelijke aanpassingsinrichting Ade, ten minste omvattend de aanleg van fiets- en wandelpaden en de realisatie van een ecologische verbindingszone langs de Zuidzijdervaart; uitvoeringsprogramma voor het Zuidvleugel Zichtbaar Groener project Ghoybos; Omdat de groene gordel rond Leiden voor een belangrijk deel eigendom is van agrariërs is het belangrijk met hen goede, zakelijke afspraken te maken. Hierdoor wordt een landschappelijk aantrekkelijke landbouw gekoppeld aan duurzame bedrijvigheid. Contact is gezocht met vier agrarische natuurverenigingen die in de regio rondom Leiden actief zijn. Zij worden vanuit dit initiatief ondersteund om hun rol als zakelijke partner goed vorm te
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
7
geven. Deze programma’s leiden op korte termijn tot uitvoering, of zijn al in uitvoering, zoals de Boterhuispolder of de samenwerking van de agrarische natuurverenigingen. Momenteel wordt door de betrokken partijen in hoeverre het mogelijk en wenselijk is de ambitie nog verder te vergroten naar een aantal andere gebieden. In het kader van het algemene deel van het uitvoeringsprogramma is hiervoor een projectinventarisatie gedaan, waarbij een groot aantal projecten is meegenomen, in alle deelnemende gemeenten. De financiering Voor de regionale bijdrage wordt een cofinancieringverzoek voor het programma ingediend bij:
Holland-Rijnland, voor een bijdrage uit het Regionaal Investeringsfonds; individuele gemeenten, hiertoe is een ambitieverklaring ondertekend; het Hoogheemraadschap van Rijnland (HHR), hiertoe is een instemmende verklaring ondertekend bij de ambitieverklaring; aansluitend aanbieding aan de provincie Zuid-Holland ter instemming 1 en cofinanciering: o uit de eigen middelen van de provincie o uit de Europese POP-2 gelden;
Beschrijving deelgebieden Op pagina 5 zijn de diverse deelgebieden benoemd die onderdeel uitmaken van Samen voor Groen. Hieronder zal dit verder worden uitgewerkt. De nummering is conform het groenprogramma van Holland Rijnland, zoals na te zien in de onderstaande kaart.
1
Conform de Contourennota Levend Landschap uit 2007
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
8
Kaart 6 Projectenkaart A·liist
'
I I I
I
'
I
I
I I I
I I I I
I
/'
'
'
' '' ' '
'
'
I I
I
'
I
/'
I
I
...ul:(loàg\l(l-1
-0-
~Ool-9•·'*)-wllta.
~
lllie""""~Ue~>e MIJ ft)m.llll!d~ (8iod_,lleoti;II(~JePitn•
0..0. Hi llool,lo)llollol
:t!ilJ
f\e
....'11n(lelflrt~li< Bol~lo;
~.llind'l)tltnopw.:.;;d~t~'9'0 1.\lldl,l~ril~ ll.ll!.tf9.'1r.'.lllKS~b.HtfS11'1
Hoi'Mtl
;a.~.....,....,lloll f~b. UI!I•II
•®• • ®> +<&) ::lii!l @
..
S.W:A\00019101!1\ IUSKniOqel):ll;men~O\M IIfi\ ~. ~
b. Bowlhá'lpcll....
c.Mepdlled:
-&·
-e-
-®~
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
SUd-lafd w.btdn!l ~,.,~ SYd.Jit"d~ngl-11NOO!d ~wc:HIInd~ng\.f!l"den~ ~.i~pc:okiH
r....,'
~lief IT...Wo:oriu m ~!I!'IWOI.de tcologiloo:hC>fi'IIHfe~~'"'blndi"9M~IIclf
",W~ped tl.hilllolJiad
Je•
otGto~";:""''''•:bo)..,......."" R1 lond tlolland -.~I .1 ?...... ·' "
9
l ••
• ....
8a.
Polder Achthoven
Aan de rand van polder Achthoven, langs de Ruige Kade, kan iedereen genieten van het karakteristieke open polderlandschap. Een agrarisch gebied met weidse uitzichten, typische polderslootjes en een lint van historische boerderijen. Een gebied van ca. 400 hectare, in het Groene Hart, direct aansluitend aan het stedelijk gebied van Leiderdorp, de Munnikkenpolder, de Does en de Doeshofpolder. Grenzend aan Rijnwoude in het oosten, aan Kaag en Braassem in het noorden en met de Oude Rijn als natuurlijke grens met Zoeterwoude. De polder Achthoven bezit een grote cultuurhistorische waarde en landschappelijke kwaliteiten en is daarmee van grote waarde voor zijn omgeving. De samenwerkende partijen in Samen voor Groen en de Gemeente Leiderdorp willen graag dat polder Achthoven zijn agrarische functie behoudt en tegelijkertijd (meer) toegankelijk wordt voor wandelaars en fietsers. Hiermee willen zij bereiken dat de stedeling meer binding krijgt met en oog krijgt voor onze groene polders in dit drukke deel van de Randstad. Deze visie wordt onderschreven door de stuurgroep Oude RijnzoneNaast de economische functie voor de agrariërs als veeteeltgebied, vormt polder Achthoven ook een overgangsgebied van de stad naar het platteland. Deels wordt daarin voorzien door een fietsverbinding vanuit Leiderdorp over de A4 aansluitend op de Ruige Kade. Het verbeteren van de recreatieve structuur op en langs de Ruige Kade, het realiseren van extra watergangen vanuit de wateropgave, natuurvriendelijke oevers en mogelijk een extra recreatieve verbinding zorgen ervoor dat de recreatieve beleving en het gebruik wordt vergroot. Het in te richten gebied is niet in eigendom van de gemeente Leiderdorp . Door gesprekken met boeren in het gebied door de gemeente en Dienst Landelijk Gebied zal duidelijk worden of het mogelijk wordt om een groot deel van de plannen op korte termijn te kunnen realiseren. De inrichtingsmaatregelen bevinden zich op de grond van de aanwezige boeren. Draagvlak en medewerking van hen is daarmee cruciaal. Het voormalig HSL centrum, dat eigendom wordt van de Gemeente Leiderdorp, wordt gezien als het toekomstig Groene Hartcentrum. Een informatiecentrum voor de stedelijke recreant en vertrekpunt voor recreatie in dit gebied. Voor de polder Achthoven bestaat een grote NBW opgave 2 , voornamelijk het noordelijk deel. De polder zal voor 15% uit open water zou moeten bestaan om de opgave op te lossen bij huidig agrarisch gebruik. (Momenteel bestaat de polder uit 7% water). De inrichtingsplannen voor de Polder Achthoven dienen de NBW-opgaven op te lossen. De dekking wordt als volgt voorgesteld: Inrichtingskosten ca. 7.000.000 euro 25 % Gemeenten, Hoogheemraadschap en Holland Rijnland 75 % Europa/Rijk/Provincie
2
Om te kunnen beoordelen of de watersystemen op orde zijn, hebben de gezamenlijke overheden in 2003 in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) werknormen voor wateroverlast afgesproken waar de watersystemen aan moeten voldoen. Deze normen zijn uitgedrukt in de kans dat het peil van het oppervlaktewater het niveau van het maaiveld overschrijdt als gevolg van hevige neerslag. Het gaat dus om de kans op inundatie vanuit het oppervlaktewater.
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
10
De uitsplitsing van deze kosten is vertrouwelijk en kan desgewenst worden ingezien. De colleges van de gemeente Leiden (150.000 euro, B&W besluit 23 december 2008) en Leiderdorp (200.000 euro, raadsbesluit 13 juni 2009) hebben ingestemd met een bijdrage voor de polder Achthoven en de Boterhuispolder. 8b.
Boterhuispolder
De Boterhuispolder is één van de groene wiggen in de Leidse agglomeratie. De polder grenst aan de woonbebouwing van Leiderdorp en Leiden (Merenwijk en Noord) en is van groot recreatief belang. De Boterhuispolder is voor de fietser/wandelaar vanuit Leiden nu bereikbaar via de pont (noordkant) en de Zijlbrug/Zijldijk (zuidkant); vanuit Leiderdorp via de Zijldijk of Leidse weg. Het stedelijk uitloopgebied betreft het zuidelijkste deel van de polder, direct grenzend aan de woonbebouwing van Leiderdorp en Leiden, vanuit Leiden en Teylingen nu bereikbaar via de pont. Dit gebied vormt de geleidelijke overgang van de woonbebouwing naar de open polder. In het stedelijk uitloopgebied komt een fijnmazig netwerk van fiets- en wandelpaden, waardoor meerdere recreatieve ommetjes kunnen worden gemaakt. Het gebied krijgt een afwisselende inrichting met naast wandel- en fietsen ook mogelijkheden voor actieve recreatie, educatie en kunstuiting. Door in het gebied ook op verschillende plekken natte natuur te realiseren wordt niet alleen de natuurwaarde vergroot, maar wordt deze ook dichter bij de stedeling gebracht. Agrariërs kunnen bijdragen aan de versterking van natuurwaarden door slootkantenbeheer, rietaanplant, uitgesteld maaien en vernatting in delen van de polder. Door lage delen als natuurgebied te beheren ontstaat een foerageergebied voor diverse vogelsoorten. Natuurontwikkeling kan prima samengaan met mogelijkheden om water vast te houden. Ruimte geven aan water en aansluiten bij natuurlijke processen draagt immers bij aan bescherming en verbetering van natuur en aan beperking aan de gevolgen van wateroverlast en droogte. De aan de noordrand van Leiderdorp gelegen Boterhuispolder beslaat ongeveer 230 ha. en maakt deel uit van het Groene Hart. De Boterhuispolder ligt zowel op het grondgebied van de gemeente Leiderdorp als van de gemeente Teylingen. Het Leiderdorpse deel van de Boterhuispolder heeft een oppervlakte van meer dan 100 ha. Het wordt begrensd door de N445, de Leidseweg, de Verlaatsloot en de Zijldijk. Het deel van de polder op het grondgebied van Teylingen is ongeveer 130 ha groot en wordt omringd door de Verlaatsloot, de Zijl, de Zijp en de Leidseweg. Het in te richten gebied is deels in eigendom van de gemeente Leiderdorp (ca. 47 ha). Daarnaast wordt momenteel door Dienst Landelijk Gebied gewerkt aan de overname van gronden (ca. 23 ha) om een groot deel van de plannen op korte termijn te kunnen realiseren. De inrichtingsmaatregelen bevinden zich voor zover mogelijk op deze eigen grond. In de Boterhuispolder is een NBW-opgave. Er voldoet ongeveer 4,5 ha niet aan de inundatie normen. De inrichtingsplannen voor de Boterhuispolder dienen de NBW opgave op te lossen. Dit is tevens de voorwaarde voor de financiële bijdrage vanuit het Hoogheemraadschap Rijnland.
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
11
De totale kosten voor de inrichting beslaan ca. 4 miljoen euro. De betrokken partijen hebben uitgesproken bij te dragen in de uitvoering (cofinanciering) van het project. De uitvoering zal plaatsvinden in de periode tot halverwege 2012. Het Hoogheemraadschap van Rijnland draagt bij aan het uitvoeringsprogramma van de Boterhuispolder vanuit haar taak. Het inrichtingsproces lost de wateropgave waarvoor Rijnland staat op. In de toekomst zal het hoogheemraadschap beoordelen of andere onderdelen van het project ook voor een financiële bijdrage in aanmerking komen. De grond op het grondgebied van Teylingen is geheel in particulier eigendom. Verwerving van de gronden is niet per se noodzakelijk, maar afhankelijk van de eigenaars, de huidige pachtovereenkomsten en de kosten, maar ook van de vraag hoe de eigenaren mee kunnen en willen doen. Verwerving kan daarmee een optie zijn. Het beheer en onderhoud van de Boterhuispolder wordt op dit moment door de gemeente uitgevoerd. Er kan ervoor gekozen worden dit samen met de particuliere eigenaren te doen of mee te nemen in de pachtovereenkomst. De coördinatie van het beheer komt bij de grondgebiedgemeente te liggen. De gemeente Leiden ziet erop toe dat dit vanuit de eenheid van het gebied gebeurt. Momenteel worden de bestemmingsplannen aangepast in de gemeente Leiderdorp. Het project kan daar dus in september definitief in uitvoering. De gemeente Teylingen moet het bestemmingsplan nog aanpassen. Er zijn nog geen vergunningen aangevraagd of verleend. Deze worden meegenomen in de bestemmingsplanprocedure, in een zogenoemde gecombineerde procedure. De dekking wordt als volgt voorgesteld: Inrichtingskosten ca. 8.000.000 euro 25 % Gemeenten, Hoogheemraadschap en Holland Rijnland 75 % Europa/Rijk/Provincie De uitsplitsing van deze kosten is vertrouwelijk en kan desgewenst worden ingezien. Het college van de gemeente Leiden (150.000 euro, besluit 23 december 2008) en Leiderdorp (200.000 euro, raadsbesluit juni 2009) hebben ingestemd met een bijdrage voor de polder Achthoven en de Boterhuispolder. De gemeente Teylingen moet nog beslissen. Het hoogheemraadschap van Rijnland heeft ingestemd met een bijdrage van 280.000 euro (besluit 22 september 2009). Via het plattelandsontwikkelingsplan van de Europese Unie is een bijdrage van 854.616 euro (besluit 5 januari 2010) toegekend. Een tweede aanvraag zal voor 1 oktober 2010 worden ingediend. De provincie Zuid Holland heeft daarnaast een bijdrage van 1,2 miljoen euro toegezegd. 8c.
Adegebied
Het Adegebied is een prachtig open gebied, met veel agrarische activiteit, maar waar recreatieve routes nog ontbreken. Het gebied bevindt zich in de gemeente Kaag en Braassem, ten oosten van de Boterhuispolder en de bebouwde kom van Leiderdorp en grofweg ten westen van Roelofarendsveen. Middels een binnenkort op te stellen bestemmingsplan buitengebied zal meer aandacht worden gegeven aan recreatieve
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
12
nevenactieven. Het stimuleren van particuliere initiatieven is een noodzakelijke voorwaarde, aangezien particulieren en dan in het bijzonder de agrariërs de dragers van het gebied zijn. De plannen bevinden zich nog in een pril stadium, het is nog niet duidelijk welke projecten er precies in uitvoering zullen worden gebracht. Wel zal voor 2012 gestart worden. Ghoybos Het Ghoybos is een circa 18 ha. groot recreatiegebied aan de rand van Leiderdorp. Het ligt op de overgang van de A4/ HSL en het Groene Hart. Het bos ligt geheel op het grondgebied van de gemeente Kaag en Braassem. De gemeente Leiderdorp, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Kaag en Braassem richten gezamenlijk het bos in ten behoeve van recreatie. Het Ghoybos wordt zo ingericht dat de plek een recreatieve functie krijgt voor de inwoners van het gebied. Hierin wordt wandelen, fietsen en recreeren in het Ghoybos mogelijk gemaakt. Daamaast ontstaan er door de aanleg van deze infrastructuur recreatieve doorgaande verbindingen naar het Ade gebied. De in te richten 18 ha. zijn grotendeels in eigendom van de provincie Zuid-Holland. Een deel van de gronden zijn nog in eigendom van Domeinen, maar wordt momenteel door de provincie Zuid-Holland aangekocht. De provincie Zuid-Holland is eigenaar en beheerder. Het beheer moet gecoördineerd worden vanuit grondgebiedgemeenten, dit betekent dat de provincie Zuid-Holland in samenspraak met gemeente Kaag en Braassem afspraken zal moeten maken over het beheer. Het beheer zal door de provincie ZuidHolland uitgevoerd worden. De gemeente Kaag en Braassem heeft een artikel 19 lid 1 procedure doorlopen om de zogeheten Pannenkoekenboerderij te vestigen in het Ghoybos. De verklaring van geen bezwaar is op 24 september 2009 door de provincie Zuid-Holland afgegeven. Het bestemmingsplan moet nog aangepast worden aan het uiteindelijke ontwerp. De gemeente Kaag en Braassem heeft vervolgens op 13 oktober 2009 de bouwvergunning verleend voor de pannenkoekenboerderij in het Ghoybos. Voor de overige zaken moeten nog vergunningen worden afgegeven of wordt het rechtstreeks mogelijk gemaakt middels het bestemmingsplan. De dekking wordt als volgt voorgesteld: Inrichtingskosten:. 783.000 euro (prijspijl 2005) 50% Rijk 25% Provincie 25% Gemeente/Holland Rijnland De bijdragen van de gemeente (€ 117.500) en Holland Rijnland (78.300 euro), het Rijk (391.500 euro) en de provincie (195.750 euro) zijn allen toegezegd. De financiering loopt via de Zuidvleugel Zichtbaar Groener (ZZG). De ZZG overeenkomst is gesloten op 7 december 2005.
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
13
De bijdragen van de gemeente en Holland Rijnland (in totaal 117.450 euro, waarvan 78.300 euro van Holland Rijnland), het Rijk (391.500 euro) en de provincie (195.750 euro) zijn allen toegezegd. De financiering loopt via de Zuidvleugel Zichtbaar Groener (ZZG). De ZZG overeenkomst is gesloten op 7 december 2005. Daarnaast is vanuit het project Ghoybos geconstateerd dat de toegang tot het nieuw in te richten gebied via lange omwegen verloopt. Het is een wens om een nieuwe ontsluiting te realiseren onder de N446 door. Deze loopt dan door en vanuit het sporten recreatiepark De Bloemerd onder de N446 door naar het Ghoybos. Hiermee wordt het Ghoybos beter ontsloten voor de stedelijke recreant en worden gevaarlijke oversteeksituaties voorkomen. In 2004 is een inschatting gemaakt van de kosten voor de realisatie. Deze bedragen € 1,5 miljoen euro met een bandbreedte van 30%. Algemeen Het samenwerkingsverband ziet in de toekomst een grondbank als middel om via grondruil de planonderdelen te realiseren. Voor het beheer en onderhoud zijn gesprekken gevoerd met het Zuid Hollands Landschap en Staatsbosbeheer. Ook zijn er gesprekken met de vier agrarische natuurverenigingen in het gebied, die hebben aangegeven als 1 overkoepelende natuurvereniging te willen opereren. Daarmee worden zij een partij die het beheer in het gebied op kan pakken. Het beheer moet gecoördineerd worden vanuit de grondgebiedgemeenten. De coördinatie van de totale opgave wordt gecoördineerd vanuit Leiden. Zij maakt de afspraken met de gebiedsbeheerder. Deze legt de beheerplannen voor (via Leiden) aan de stuurgroep. Deze laatste is de bestuurlijke tafel waar de evaluatie van het beheer plaatsvindt. De stuurgroep is als geheel verantwoordelijk. Ambtelijke afstemming vindt plaats in de begeleidingsgroep. Het bovenstaande geldt vooralsnog alleen voor beheer door ANV of ZHlandschap. Staatsbosbeheer stelt zich nog steeds op het standpunt dat zij de beheerde grond in eigendom wil hebben. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijke voor het mogelijk maken van de projecten binnen hun bestemmingsplan. Van belang is wel dat bij iedere gemeente duidelijk wordt dat de verleende vergunning c.q. project onderdeel is van een groter geheel en ook in dat verband beoordeeld moet worden. De verleende vergunningen c.q. projecten zijn onderdeel van een groter geheel en moeten ook in dat verband beoordeeld moet worden. Samen voor Groen moet een kwaliteitskeurmerk worden!
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
14
Contactpersonen Gemeente Leiden Jeroen Traudes Beleidsmedewerker T. 071-5165850 E.
[email protected] Gemeente Leiderdorp Tonnie Konings Beleidsmedewerker regio T. 071-5454831 E.
[email protected] Arnoud Nierop Beleidsmedewerker regio T. 071-5454836 E.
[email protected] Gemeente Kaag en Braassem Jan Beelen Beleidsmedewerker T. 071- 3327272 E.
[email protected] Gemeente Teylingen Chrissy van der Pijl Adviseur economie, toerisme en recreatie T. 0252 - 783517 E.
[email protected]
Literatuurlijst Regionaal Groenprogramma Holland Rijnland 2010-2020, gemeenten Holland Rijnland, 2010 Structuurvisie Leiden 2030, gemeente Leiden, 2009 Gezamenlijke visie Biodiversiteit in en om Leiden. Voor en door burgers, gemeente Leiden e.a., 2009 Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) Holland Rijnland, gemeenten Holland Rijnland, 2008 Randstad 2040, het Rijk, 2008
Gebiedsprogramma Samen voor Groen
15
Bijlage 5: Projectblad SMART invullen: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
1. naam project (onderdeel gebiedsprogramma / cluster) Boterhuispolder (fase 1) Bijlagen bij dit projectblad: 1. Kaart Boterhuispolder 2. Aanvraag POP2 + amendement 3. Inrichtingsplan Boterhuispolder (22 januari 2009) 4. Gebiedsprogramma Veenweide / Plassen 5. Planning Dienst Landelijk Gebied Boterhuispolder fase 1 6. Ambitieverklaring en intentieovereenkomst ‘Samen voor Groen’
2. gegevens aanvrager Naam clustervertegenwoordiger, portefeuille, adresgegevens. F. de Wit Wethouder Onderwijs, Sport en Milieu Gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden t. 071 – 5165850
Naam uitvoerende organisatie, contactpersoon, adresgegevens. Gemeente Teylingen Chrissy van der Pijl Postbus 149 2215 ZJ Voorhout t. 0252 – 78 33 00 m. 06 – 445 340 38 Gemeente Leiderdorp Tonnie Konings Postbus 35 2350 AA Leiderdorp t. 071 – 54 54 831 Dienst Landelijk Gebied Marc Klieverik Postbus 19275 2500 CG Den Haag t. 070 – 337 12 00 m. 06 – 467 680 37
3. locatie De Boterhuispolder ligt zowel op het grondgebied van de gemeente Leiderdorp als van de gemeente Teylingen. De gemeentegrenzen zijn niet merkbaar en de polder wordt als één gebied gezien. Het Leiderdorpse deel van de Boterhuispolder heeft een oppervlakte van meer dan 100 ha. Het wordt begrensd door de N445, de Leidseweg, de Verlaatsloot en de Zijldijk. Het deel van de polder op het grondgebied van Teylingen is ongeveer 130 ha groot en wordt omringd door de Verlaatsloot, de Zijl, de Zijp en de Leidseweg. Zie verder bijgevoegde kaart.
4. oppervlakte Totale oppervlakte polder: ± 230 ha POP aanvraag: Lengte paden (fiets-, voet- en laarzenpad): 3.500 m - 6.355 m² Oppervlakte watergang: 5.500 m³ Totaal aantal objecten: 44 stuks Amendement: Natuurvriendelijke oevers: 367 m³ Verbreden watergang: 533 m³ Lengte paden (fiets-, boerenwandel-, schouwpad): 3.725 m Totaal aantal objecten: 53 stuks Zie voor specifiek overzicht van oppervlakten en objecten de bijlage (overzicht aanvraag POP2 en amendement).
5. toelichting Het project stelt de mens en zijn beleving van de polder centraal. Doorgaande wandel-, fiets- en kanoroutes, visstekken, educatieve activiteiten en ‘verbrede landbouw’ zoals de verkoop van streekproducten, moeten de waarde van de polder voor de stedeling vergroten. Met de voorgestelde inrichtingsmaatregelen wordt het agrarische en cultuurhistorische karakter bewaard en de ecologische waarden gerespecteerd. Alleen extensieve en niet-gemotoriseerde recreatie wordt toegestaan. De inrichtingsmaatregelen zijn landschappelijk ingepast, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de weidevogels en de Karolingische verkavelingstructuur. Zie voor een uitgebreide beschrijving het Inrichtingsplan Boterhuispolder (april 2009)
6. regionaal belang (meerdere antwoorden mogelijk) Zie voor de uitgangspunten in het Inrichtingsplan Boterhuispolder op pagina 11. -
-
-
-
Het versterken van de grote landschappen en het realiseren van verbindingszones daartussen voor natuur, water en/of recreatie door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, het verbreden van watergangen en het aanleggen van wandel- en fietspaden met picknickplekken, informatiepanelen en observatiepunten. Het behouden van de openheid van het landelijk gebied, inclusief de zichtlijnen en heldere Stadsrandzones door aandacht te vestigen op het agrarische gebied. Het agrarische gebruik staat in de polder centeraal. Bij de vormgeving van de observatiepunten wordt rekening gehouden met het landschap waarin ze geplaatst zullen worden. Het versterken van de samenhang en herkenbaarheid van cultuurhistorische elementen door ze met elkaar te verbinden via wandel- en fietsroutes. Langs deze routes zal met behulp van informatiepanelen uitleg gegeven worden over de cultuurhistorische elementen en de natuurwaarden in het gebied. Het verbeteren van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van (delen van) het landelijk gebied voor recreatief medegebruik met aandacht voor de stad-land relatie door een fietsverbinding vanuit het stedelijk gebied de polder in te laten lopen en aan te sluiten op bestaande recreatieve routes in het landelijk gebied.
Overige doelen: Samenhang met andere groene projecten: zie ambitieverklaring en instemmende verklaring ‘Samen voor Groen’. Aandacht voor streekeigen beplanting Bijdrage aan de wateropgave. Toepassen meervoudig ruimtegebruik.
7. beleidskader In regionaal perspectief sluit het project aan op beleid van de Provincie en het Rijk, de Regionale Structuurvisies van Holland Rijnland en op de visies voor Land van Wijk & Wouden, Hollandse Plassengebied (Plas & Woude) en Oude Rijn Zone. Ook wordt er momenteel gewerkt aan een uitvoeringsprogramma met visie voor de Leidse Ommelanden, waar de Boterhuispolder deel van uitmaakt. De focus ligt op de verbetering van de kwaliteit in de verbinding stad – land, door realiseren van recreatieve verbindingen met behoud van het open veenweidelandschap en de agrarische functie van het gebied. Aanvullend is het van belang dat de Boterhuispolder deel uitmaakt van de prioritaire gebieden van Zuid Holland. Dat wil zeggen dat er vanuit de provincie financiële middelen beschikbaar zijn voor ideeën die passen binnen het beleid van vitaal platteland. Het Hoogheemraadschap Rijnland (HHR) heeft een waterbergingsopgave van ca 4,5 ha in de Boterhuispolder. Het HHR stelt geen watergebiedsplan op, maar haakt aan op het inrichtingsplan voor de Boterhuispolder. Recreatief medegebruik van de watergangen en de kavelontsluitingspaden is daarbij mogelijk. Het HHR wil natuurvriendelijke oevers realiseren langs de (hoofd)watergangen en de Zijp. Het inrichtingsplan voor de Boterhuispolder vormt samen met het inrichtingsplan voor de Polder Achthoven, de plannen voor het Ghoybos en het Ade-gebied de invulling van (een deel van) de groenstructuur in de Leidsche Ommelanden. Zie voor een verdere omschrijving het gebiedsprogramma Veenweide/Plassen.
8. projectorganisatie Bestuurlijk verantwoordelijk: F. de Wit, Leiden (vaandeldrager) en voor de projectuitvoering de wethouders van het grondgebied, dhr. H.L. Zilverentant (Leiderdorp) en C.P. van Velzen (Teylingen) Opdrachtgever: Leiderdorp en Teylingen (zie onder 2.) Begeleiding uitvoerder: Dienst Landelijk Gebied Betrokken overige partijen: de Stuurgroep Leidsche Ommelanden, waaronder de Federatie Agrarische Natuurverenigingen De Groene Klaver, het Hoogheemraadschap van Rijnland, Provincie Zuid-Holland en de gemeenten van de Leidsche Ommelanden.
9. grondverwerving Grote delen op Leiderdorps grondgebied zijn in handen van de Gemeente Leiderdorp. Alle grond op het grondgebied van de gemeente Teylingen is particulier bezit. Voor het Leiderdorps grondgebied is het overgrote deel van de maatregelen gesitueerd op grond in eigendom van de gemeente. Bij het opstellen van een Definitief Ontwerp wordt rekening gehouden met de eigendomssituatie van de overige delen, bij het situeren van de paden. Hiervoor wordt overleg gevoerd met de eigenaren. Om de mogelijkheden van de inrichtingsmaatregelen goed in beeld te krijgen, wordt voor het noordelijk deel van de polder (Teylings grondgebied) VAN Ade gevraagd samen met de eigenaren in het gebied een Definitief Ontwerp op te stellen. In dit deel van de polder wordt medegebruik gevraagd van het gebied. Hierdoor is geen grondverwerving nodig. 10. financiën POP aanvraag Globale kostenraming: € 1.139.488,€ 27.006,- verwerving totaal Investeringsvoorstel inrichtingskosten 25% Holland Rijnland: € 284.872,25% Provincie Zuid-Holland: € 284.872,50% EU/POP: € 569.744,Amendement Globale kostenraming: € 1.151.405,Toelichting: Deze cofinancieringaanvraag is gebaseerd op de aangevraagde POP-subsidie. Het uitgangspunt van het groenprogramma is immers dat de subsidievoorwaarden van de provincie leidend zijn. Het beroep dat wij doen op het RIF beslaat 25% van het totale bedrag dat is gehanteerd voor de POP-subsidie. Samen met deze subsidie en de bijdrage van de provincie dekt Holland Rijnland 100% van de totale opgevoerde geschatte kosten. Over het Amendemenstgeld dat de provincie heeft toegezegd, wordt geen bijdrage van Holland Rijnland gevraagd. De bijdrage van de provincie dekt 100% van de kosten, waardoor geen extra bijdrage nodig is. Onvoorziene kosten worden gedekt door overige partijen (Hoogheemraadschap van Rijnland, gemeenten). Onder deze onvoorziene kosten vallen 1) kosten die op het moment van de subsidieaanvraag nog niet inzichtelijk waren en 2) kosten die gemaakt worden voor zaken die niet onder POP of Amendementgelden kunnen worden opgevoerd. Het beslaan hiermee expliciet kosten die niet aan specifieke maatregelen worden toegeschreven. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft ons aangegeven dat haar investeringen niet direct gekoppeld hoeven te worden aan specifieke maatregelen, zolang de wateropgave wordt gerealiseerd. De bijdrage van het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt dus niet ingezet voor de realisatie van de maatregelen zoals weergegeven in de POP-aanvraag.
11. inrichtingsplan Zie bijgevoegd Inrichtingsplan Boterhuispolder. Dit plan is door de raad van Leiderdorp vastgesteld in maart 2009. De raad van Teylingen heeft haar goedkeuring over het uitwerken van een definitief ontwerp uitgesproken in haar vergadering van 16 september.
12. planologische verankering Voor de Boterhuispolder is het bestemmingsplan van de Gemeente Leiderdorp herzien. In oktober wordt deze door de raad behandeld. Volgens het vigerende bestemmingsplan van Teylingen hebben de gronden een agrarische bestemming, waarbij ook zones zijn aangegeven voor recreatie en natuur en landschapswaarden. Voor het aanleggen van wandel- en fietspaden geldt dat er een aanlegvergunning vereist is. De paden die in de zones gelegen zijn, hebben extra voorwaarden voor de aanlegvergunning. Deze procedures worden te zijner tijd door de gemeente doorlopen. De wateropgave past ook binnen het huidige bestemmingsplan. In de provinciale structuurvisie (PSV) is het gebied bestempeld als provinciaallandschap met cultureel erfgoed. Dit houdt in dat het gebied ontwikkeld mag worden mits de kernkwaliteiten van het gebied behouden blijven of versterkt worden. Deze zijn landschappelijke diversiteit, veenweidekarakter (inclusief de strokenverkaveling en lintbebouwing), openheid en rust en stilte. Dit sluit aan bij onze plannen.
13. doorlooptijd project Voor dit project wordt grofweg de onderstaande planning gehanteerd. Een meer specifieke planning wordt nog opgesteld wanneer akkoord is gegeven over de bijdrage uit het RIF en gestart kan worden met de werkzaamheden voor het opstellen van een definitief ontwerp. Nr 1 2 3
Taak Definitief Ontwerp Uitvoeren Oplevering
Einddatum 1e kwartaal 2011 3e kwartaal 2011 1e kwartaal 2012
14. relevante wet- en regelgeving De benodigde onderzoeken en vergunningen zijn in ontwikkeling.
15. eigendom, beheer en onderhoud Beheersaspecten vormen een belangrijk onderdeel van het project. Binnen het uitvoeringsprogramma Leidsche Ommelanden wordt dit aspect in regionaal verband opgepakt. Voor de Boterhuispolder specifiek zijn bij het opstellen van het inrichtingsplan al verkennende gesprekken gevoerd met de grondeigenaren. In het definitieve ontwerp wordt hiervoor een concreet voorstel gemaakt. De landbouw draagt actief bij aan het beheer en onderhoud van het landschap (begrazing en maaibeheer). Agrariërs kunnen bijdragen aan de versterking van natuurwaarden door slootkantenbeheer, rietaanplant, uitgesteld maaien en vernatting in delen van de polder. Het agrarisch maaibeheer in de polder wordt uitgebreid waarbij mozaïekbeheer een belangrijke rol speelt. Het beheer van overige maatregelen wordt in het DO opgenomen.
16. afbreukrisico Zie bijgevoegde ambitieverklaring en intentieovereenkomst. In de Stuurgroep zijn de agrariërs vertegenwoordigd via de Groene Klaver die daarin zitting heeft. Betrokkenen in/met het gebied hebben – onder verschillende voorwaarden – hun goedkeuring over het project gegeven. Het DO wordt in overleg met deze betrokkenen opgesteld om, waar redelijk, aan zoveel mogelijk van deze voorwaarden te voldoen.
Format: Projectblad SMART invullen: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. 1. naam project (onderdeel gebiedsprogramma / cluster) Eendenkooi (Gebiedsprogramma Veenweide en Plassen) 2. gegevens aanvrager Naam clustervertegenwoordiger, portefeuille, adresgegevens. F. de Wit Wethouder Onderwijs, Sport en Milieu Gemeente Leiden Postbus 9100 2300 PC Leiden t. 071 – 5165850 Naam betreffende gemeente, contactpersoon, adresgegevens. Gemeente Teylingen Chrissy van der Pijl Postbus 149 2215 ZJ Voorhout t. 0252 – 78 33 00 m. 06 – 445 340 38 Naam uitvoerende organisatie, contactpersoon, adresgegevens. Stichting Eendenkooi Warmond Bart van Konijnenburg Drie Octoberstraat 63A 2313 ZN Leiden 3. locatie De Eendenkooi ligt in de gemeente Teylingen in de kern Warmond aan het einde van de Menneweg nabij de Kagerplassen. De Eendenkooi wordt omringd door agrarische natuur en de Kooisloot. 4. oppervlakte De Eendenkooi is 2,6890 ha groot. 5. toelichting De eendenkooi is een typisch Nederlands verschijnsel. Er zijn nog maar ongeveer 100 eendenkooien in Nederland over. Door de rust op- en rond de eendenkooien hebben ze zich kunnen ontwikkelen tot thuishavens voor veel dieren en planten. In eendenkooien broeden hierdoor veel soorten vogels en is een rijk gevarieerd plantenleven. De Warmondse eendenkooi is de enige overgebleven eendenkooi in de regio Holland Rijnland. Op nationaal niveau staat de kooi nog altijd bekend als een mooie eendenkooi. De Kagerplassen, waar de eendenkooi dicht aan gelegen ligt, kenmerkt zich door een combinatie van natuur-, recreatie- en agrarische functies. Ook in de eendenkooi kunnen deze functies goed samenkomen. De eendenkooi is de afgelopen 20 jaar verwaarloosd en is al lang niet meer gebruikt. De nieuwe stichting wil dit veranderen en de kooi weer zijn cultuurhistorische, natuurlijke en educatieve/recreatieve waarde teruggeven. De eendenkooi zal ook niet meer gebruikt worden voor de consumptie van eenden. Om dit mogelijk te maken is het project: “Een nieuw leven voor de Warmondse Eendenkooi” opgesteld. De stichting werkt op basis van de drie pijlers natuur, recreatie/educatie en onderzoek. Deze pijlers vormen de basis voor alle activiteiten van de stichting. Op basis van deze drie pijlers heeft de stichting (mede door bijdragen van donoren en de gemeente) enkele acties ondernomen om de drie pijlers te realiseren. Deze zijn groot onderhoud van het Kooibos, asbestsanering en het bestrijden van de ganzenoverlast.
Na deze werkzaamheden is de eendenkooi nog niet helemaal gereed. De kooiconstructie moet gemaakt worden, het kooibos tot een productiebos omgezet, inventarisatie van de natuurwaarden gedaan en informatiemateriaal en recreatieve elementen ten behoeve van de extensieve recreatie ontwikkeld. Zie voor meer informatie de bijlage. 6. Regionaal belang (meerdere antwoorden mogelijk) √
√
√
√
Het versterken van de grote landschappen en het realiseren van verbindingszones daartussen voor natuur, water en/of recreatie, omdat de eendenkooi alledrie de elementen heeft. De Warmondse Eendenkooi vertegenwoordigt een uniek stuk cultuurhistorie en natuur in de regio en dient behouden te blijven voor de huidige en toekomstige generaties. Het behouden van de openheid van het landelijk gebied, inclusief de zichtlijnen en heldere stadsrandzones, omdat rondom een eendenkooi geen ‘drukte’ mag ontstaan. Een eendenkooi heeft rust nodig in verband met het lokken van wilde eenden. Het bos dat rondom de eendenkooi hoort is een bijzondere natuur met een landelijk karakter. Het versterken van de samenhang en herkenbaarheid van cultuurhistorische elementen, omdat een eendenkooi een typisch Nederlands verschijnsel is. De eendenkooi in Warmond is de enige nog overgebleven eendenkooi in de regio. Het verbeteren van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van (delen van) het landelijk gebied voor recreatief medegebruik met aandacht voor de stad-land relatie, omdat de eendenkooi recreatief toegankelijk wordt. Door de activiteiten wordt de eendenkooi toegankelijk en is er informatie/educatie over de eendenkooi beschikbaar.
Overige doelen: √ Samenhang met andere groene projecten: recreatief uitkijkpunt over de Kagerplassen en wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek. √ Aandacht voor streekeigen beplanting: beplanting van eendenkooi geschikte beplanting waardoor een natuurlijke habitat ontstaat voor de betreffende doelstoorten. √ Toepassen meervoudig ruimtegebruik: door het recreatief toegankelijk te maken. 7. beleidskader De ontwikkelingen in de Eendenkooi passen goed binnen de Recreatievisie van de gemeente. Hierin staat omschreven dat de Eendenkooi samenhangt met verbindingen naar andere recreatieve gebieden. Het is van belang dat de cultuurhistorische waarde weer beschikbaar komt voor publiek. In regionaal perspectief sluit het project aan op beleid van de Provincie en het Rijk, de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland. 8. projectorganisatie Bestuurlijk verantwoordelijk: F. de Wit, Leiden (vaandeldrager) en voor de projectuitvoering de wethouder van het grondgebied C.P. van Velzen. Opdrachtgever: Teylingen Begeleiding uitvoerder: Stichting Eendenkooi Warmond Betrokken overige partijen: de Stuurgroep Samen voor Groen, het Hoogheemraadschap van Rijnland, Provincie Zuid-Holland en de gemeenten van de samenwerking Samen voor Groen. 9. grondverwerving De grond is van de gemeente Teylingen en hoeft daarom niet verworven te worden.
10. financiën De kosten voor dit project zijn als volgt: Wat Aanpakken Kooiconstructie Blindschermen Kooiconstructie Vangpijpen Kooiconstructie Satingen Kooiconstructie Satingen Kooiconstructie Broedkorven Kooiconstructie Kijkhutten Kooiconstructie Boot renoveren Boothuizen en Kooiconstructie steigers Kooiconstructie Waterpomp Kooiconstructie Staleenden Kooiconstructie Gereedschap, opslag Renovatie kooibos Kooibos fase 2 en afvoeren hout Kooibos fase 2 Gevaarlijke bomen Materiaal voor Kooibos fase 2 vrijwilligers Recreatie en Informatiecentrum educatie en -materiaal Recreatie en educatie ontsluiting Totaal
Kostensoort Materialen Materialen Materialen Inhuren derden Materialen Materialen Inhuren derden Materialen Materialen Materialen Materialen Inhuren derden Inhuren derden Materialen
2011 2012 2013 1.680 770 2.750 6.350 1.850 3.200 500 200 3.000 450 450 600 1.800 3.000 1.600
7.200
1.600 900 1.600 7.200
60.000 10.000
60.000 10.000
900 800
4.200
Materialen Inhuren derden
Totaal 5.200 8.200 3.900 3.000 1.500 1.800 3.000
800
600
4.800
15.000
15.000
17.500
17.500
124.850 27.980 12.370 145.200
Investeringsvoorstel inrichtingskosten 25 % Holland Rijnland: € 36.300,25 % Provincie Zuid-Holland: € 36.300,50 % Europese Unie/POP2: € 72.600,De subsidies bij de provincie en de Europese Unie (ILG) moeten nog aangevraagd worden. De bijbehorende arbeid wordt –op een aantal specialistische activiteiten na- in zijn geheel uitgevoerd door vrijwilligers van de Stichting Eendenkooi Warmond. Een ruwe schatting van de totale inzet komt neer op ca. 5000 mensuren. De gemeente Teylingen draagt jaarlijks € 5.000,- bij voor het beheer en onderhoud. 11. inrichtingsplan De gemeente heeft met de stichting een beheersovereenkomst ondertekend waarin zij de volgende de volgende voorwaarden nakomen: - Instandhouding cultuurhistorisch landschap en natuurwaarden - Duurzaam behoud Eendenkooi als landschappelijk element - Vangen van eenden is niet noodzakelijk - Educatieve doeleinden - Recreatie - Representatief aanzicht inclusief ontvangstgebouw - Geen economische beperkingen voor omliggende agrariërs - Agrariërs toestaan te jagen op overlastgevende ganzen in weilanden rondom de kooi. 12. planologische verankering De plannen zoals deze er nu bij liggen zijn planologisch al verankerd. Het voortbestaan van de eendenkooi als landschappelijk element staat niet ter discussie.
13. doorlooptijd project De volgende activiteiten zullen in de periode 2011-2013 worden afgerond, zodat de eendenkooi in 2014 volledig operationeel kan zijn. In aanloop naar 2014 wordt al vanaf 2011 gefaseerd toegewerkt naar het einddoel en zal de eendenkooi in toenemende mate een rustplaats worden voor eenden. Bij de (herstel)werkzaamheden zal dus steeds meer rekening worden gehouden met de jaarcyclus van een werkende eendenkooi. Hierdoor zijn de meeste activiteiten gepland over meerdere jaren. Hieronder is schematisch de planning van de boven genoemde activiteiten weergegeven.
ACTIVITEIT Kooiconstructie Blindschermen Vangpijpen Kooipaden Satingen Broedkorven Kijkhutten Boten Waterpomp Wenhokken Blauwgoedhok Omheining Opslagruimten Klusruimte Bijproducten
I
2011 II III IV
I
2012 II III IV
I
2013 II III IV
Kooibos fase 2 Groot zaagwerk/renovatie Verwijderen gevaarlijke bomen Materiaal/gereedschap Recreatie en educatie Informatiecentrum Ontsluiting 14. relevante wet- en regelgeving De benodigde onderzoeken en vergunningen zijn in ontwikkeling. De Stichting Eendenkooi Warmond beschikt over geregistreerd kooirecht. Tenminste drie vrijwilligers (waarvan twee bestuurslid) beschikken over de benodigde jacht/kooikersakte. In overleg met de gemeente en omliggende boeren is afstand gedaan van het kooirecht om (beperkte) bejaging/verjaging van ganzen toe te kunnen staan. 15. eigendom, beheer en onderhoud Het eigendom blijft bij de gemeente Teylingen. Het beheer en onderhoud is de verantwoordelijkheid van de stichting. 16. afbreukrisico Er is voldoende draagvlak voor dit project.