Uitgelicht: Herinnering aan de Beer Natuur dicht bij huis: Broedvogels van de Brielse Gatdam en Meeuwen op de Maasvlakte Op Stap met Walter Langendoen en de noordse woelmuis op het schor
Inhoudsopgave Voorwoord 1 Activiteiten kalender KNNV afd. Voorne 2 Activiteiten kalender IVN afdeling Voorne-Putten- Rozenburg 2 Activiteiten 3 Excursie estafette 3 Vogelexcursie naar Westkapelle 3 Ganzenexcursie. 3 Van en over de werkgroepen 4 Planten 4 Vogels 5 Zoogdieren 5 Verslagen 6 Verslag vroege vogelexcursie Breede Water 6 Verslag winterroofvogeltelling Voorne-Putten 2015 8 Gemengd nieuws 10 KNNV en natuurbescherming 10 Cursussen, een vruchtbare samenwerking tussen KNNV en IVN. 12 Op stap met Walter Langendoen en Joanna Smolarz 13 Broedvogelinventarisaties van de Brielse Gatdam 15 Meeuwen op de Maasvlakte 17 Goed nieuws over de noordse woelmuis op Voorne 20 De herinnering aan De Beer is nog springlevend….! 21 De grote zilverreiger in Suriname en Nederland 27 Colofon 32
Beste leden, Het bestuur beschikt graag over uw correcte emailadres. Wij verzoeken u daarom wijzigingen via een mail door te geven aan:
[email protected] Wilt u ook adverteren in dit blad, neem dan contact op met Tom van Wanum:
[email protected]
Voorwoord Hoogzomer. In mijn tuin is het een en al bloemenpracht. Ik heb er soorten in geplant die veel insecten aantrekken. Atalanta’s, dagpauwogen, distelvlinders, kolibrievlinders, bijen, hommels, zweefvliegen, ze vliegen er in grote hoeveelheden rond. Het is idyllisch geworden, zou je kunnen zeggen. Een andere Idylle kwam onlangs in Brielle tot stand. Op 6 juli werd daar een locatie aan de Hossenbosdijk geopend waar een terreintje is ingezaaid met meerjarige bloemen om daarmee meer vlinders en bijen een plekje te geven waar ze voedsel kunnen vinden. Het is een samenwerkingsproject tussen onder andere de Vlinderstichting, de gemeente Brielle, de Nederlandse BijenhoudersVereniging, afdeling Voorne Putten en onze eigen afdeling. De KNNV verzorgt de inventarisatie van de soortenrijkdom, de gemeente het beheer. Door het hele land zijn inmiddels dit soort projecten ontstaan, lees bijvoorbeeld in Natura van juni hierover of kijk op de speciale website http://www.vlinderstichting.nl/idylle/. In het vorige nummer schreef ik al over de samenwerkingsplannen die er op landelijk niveau bestaan tussen het IVN en de KNNV. In mei is intussen een contourennota verschenen waarin de plannen verder worden uitgewerkt. De nota staat ook op onze website. De intentie is nu uitgesproken om een nieuwe organisatie tot stand te brengen. Hierdoor kan het beste worden ingespeeld op maatschappelijke ontwikkelingen en de realisatie van het verbinden van natuureducatie, natuurstudie, natuurbeheer en natuurbescherming. Op landelijk niveau zullen IVN en KNNV integreren tot één nieuwe organisatie. Onderzocht wordt nog hoe de afdelingen hier op kunnen aansluiten. De landelijke besturen hebben de bedoeling om de integratie al in het voorjaar van 2016 te realiseren. Ons eigen bestuur steunt deze ontwikkeling. We denken dat we samen meer kunnen bereiken dan ieder afzonderlijk. In onze regio werken we ook al veel met het IVN samen. Natuurbescherming, een van de pijlers van de nieuwe organisatie, is trouwens op ons eiland zo langzamerhand een zorgenkind aan het worden. De Stichting Natuur en Landschap Voorne en Putten heeft haar werkzaamheden beëindigd en daarmee een flinke lacune in de natuurbescherming achtergelaten. Het bestuur beraadt zich op de ontstane situatie, en zoekt mede in het licht van de nieuwe landelijke organisatie naar oplossingen. Moeten we deze taak bijvoorbeeld zelf oppakken of samenwerking zoeken met andere organisaties, op of buiten het eiland? Dit nummer kent als thema de Maasvlakte, waar een vermaard natuurgebied als de Beer heeft moeten plaatsmaken voor economische belangen. Maar waar ook nieuwe natuur is ontstaan, vaak fraaie waarnemingen worden gedaan, en zich even zo goed weer nieuwe bedreigingen voordoen. Veel leesplezier! Theo Briggeman Voorzitter
in de BRANDING 2015-3 - 1
Activiteiten kalender datum Zaterdag 22-8 Vrijdag 11-9 Vrijdag 9-10 Zaterdag 10-10 Vrijdag 13-11
tijd 06.00 02.00 20.45
wat Excursie estafette
verzamelen BC Tenellaplas
foto’s van leden van de VogelWerkGroep (Trek)vogels en zeezoogdieren Noordzee Vogelexcursie naar Westkapelle
BC Tenellaplas
BC Tenellaplas
20.45
fotowandelboek van de Slikken van Flakkee, Koudenhoek , Scheelhoek met het Kiekgat. Lezing Oeganda
Vrijdag 11-12 Zaterdag 19-12 Vrijdag 8-1-2016 Vrijdag 12-2 Vrijdag 11-3 Vrijdag 8-4 Vrijdag 10-6
09.00
Ganzenexcursie
Pont Hekelingen
20.45
Vogels ringen op de Beerenplaat
BC Tenellaplas
20.45
IJsvogels
BC Tenellaplas
20.45
vogelgeluiden
BC Tenellaplas
20.45
Kerkuilen
BC Tenellaplas
20.45
Wandel mee met de VWG
BC Tenellaplas
20.45 07.00 20.45
BC Tenellaplas P Deltaexpo
BC Tenellaplas
Kijkt u voor de zekerheid even op onze internetsite of een activiteit doorgaat zoals die hierboven aangegeven staat. Dit voorkomt tevergeefs reizen en teleurstelling. http://www.knnv.nl/voorne
Activiteiten kalender IVN afdeling Voorne-Putten- Rozenburg datum Zaterdag 5-9 Zondag 20-9 Zaterdag 3-10
tijd 09.30
wat Kwade Hoek Duinendag
09.30
in de BRANDING 2015-3 - 2
Paddestoelen
verzamelen
Activiteiten Excursie estafette Zaterdag 22 augustus 2015, de excursie estafette. Alle excursies vertrekken vanaf het Bezoekerscentrum Tenellaplas van ZHL. De jaarlijks terugkerende reeks van excursies, waarbij de diverse werkgroepen hun beste beentje voorzetten om de deelnemers te laten genieten van de natuur op Voorne. Tijdens deze dag kunt u deelnemen aan de volgende excursies: Vogels, muizen, waterbeestjes, planten, vlinders, libellen, vleermuizen en nachtvlinders. We starten zaterdag om 06.00 uur en gaan door tot zondagochtend 02.00 uur. Het programma: 06.00 - 08.00 uur vogels 08.15 - 10.00 uur muizen 10.00 - 12.00 uur planten/paddenstoelen 13.00 - 15.00 uur vlinders en libellen 15.00 - 17.00 uur waterbeestjes 18.30 - 20.15 uur muizen 20.30 - 22.15 uur vleermuizen 22.15 - 02.00 uur nachtvlinders Vogelexcursie naar Westkapelle Zaterdag 10 oktober, een vogelexcursie naar Westkapelle. Vertrek om 07.00 uur van de parkeerplaats bij de Delta Expo, Haringvlietplein 3, 3251 LD Stellendam. Het blijft altijd lastig een vogelexcursie te plannen met als doel trekvogels te gaan zien en horen. Het weer zal bepalen of er trek is, en zo ja, in welke mate en welke soorten er langstrekken. Het voordeel van Westkapelle is dat we daar diverse mogelijkheden hebben. Vanaf de dijk hebben we goed zicht op de langstrekkende zeevogels. Lopende over het puinpad richten we ons op overtrekkende zangers. Ook het plas-dras gebied Noordervroon is in de trektijd zeer de moeite waard en zullen we zeker met een bezoek vereren. Graag aanmelden bij Tom van Wanum,
[email protected] of 06-44694497 Ganzenexcursie. Zaterdag 19 december, een ganzenexcursie o.l.v. Theo Briggeman en Tom van Wanum. Verzamelen: 09.00 uur bij de pont Hekelingen. Gedurende de winter worden de polders rond het Haringvliet door vele duizenden ganzen bezocht. Tijdens deze excursie kijken we vooral naar die ganzen, maar ook andere wintervogels zullen we zeker zien. Er wordt middels het ringen van ganzen onderzoek gedaan naar hun trekgedrag en het is altijd leuk om geringde exemplaren aan te treffen. Via internet kunnen we dan later de levensloop van deze ganzen opvragen. In het Oudeland van Strijen proberen we ook nog de bijzondere dwerggans te vinden. Denk aan warme kleding en dranken! Graag aanmelden bij Tom van Wanum,
[email protected] of 06-44694497 in de BRANDING 2015-3 - 3
Van en over de werkgroepen • Planten Zomerprogramma plantenwerkgroep KNNV afdeling Voorne 2015 Op verzoek van Natuurmonumenten en het Zuid- Hollands Landschap gaan we dit jaar een twaalftal gebieden inventariseren. Voor Natuurmonumenten gaan we in het Waterbos vier vochtige duinvalleien inventariseren die recentelijk zijn kaal gemaakt. We gaan hier de komende jaren de vegetatie ontwikkeling volgen. Ten noorden van het Breede Water gaan we een tweetal gebieden inventariseren waar in het kader van het PAS (Programmatische Aanpak Stikstof)-project duinherstel heeft plaatsgevonden. Op Goeree Overflakkee bezoeken we drie bosjes en op Voorne een bosje, waar we gaan kijken welke planten daar voorkomen. Deze bosjes zijn nog niet eerder geïnventariseerd. Voor het Zuid- Hollands Landschap bezoeken we twee gebieden waar recentelijk duinherstelwerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Van de PQ´s (permanente quadraten) op de Slikken van Voorne worden in het kader van een langlopend project (sinds 1991) elk jaar vegetatie-opnames gemaakt. In de Beninger Slikken bezoeken we twee gebieden. Daarnaast tellen we zoals elk jaar de groenknolorchissen op het Parnassiavlak en het Hoekje Jans, als ook de moerasgamanders in de Gamandervallei en de Gentianenvallei. Per geïnventariseerd gebied wordt een lijst van de in het gebied voorkomende planten gemaakt. Van de rode lijst en aandacht soorten worden de coördinaten met een GPS opgenomen en wordt de abundantie (talrijkheid) genoteerd. We streven er naar de gebieden drie keer te bezoeken om een zo compleet mogelijk beeld van de plantengroei te krijgen. Sommige planten groeien en bloeien namelijk in een bepaalde periode(vroeg of laat) en zijn alleen in die periode goed te vinden en op naam te brengen. We proberen tijdens de inventarisaties ook onze kennis van wilde planten te vergroten. Belangstellenden die meer over wilde planten willen weten, zijn welkom. We vertrekken elke maandagavond (op feestdagen kan dit een andere dag zijn) om 19:00 uur vanaf het verzamelpunt. Een link naar het verzamelpunt op Google maps vindt u op de website bij het programma van de plantenwerkgroep. Houd ook de website in de gaten voor eventuele wijzigingen in het programma. Datum maandag 3 augustus maandag 10 augustus maandag 17 augustus maandag 24 augustus maandag 31 augustus maandag 7 september maandag 14 september
Gebied Bunkerbos
Verzamelpunt Carpoolplaats Zwarte dijk/N57
Beninger Slikken vak A en C
Zeedijk/Ruigendijk
PAS-project Breede Water zuid
P Tenellaplas
Bakenvallei
P einde Itersonlaan
Verbrande vlak
P einde Itersonlaan
Valleien Waterbos 2
P NM Waterbos
PAS-project Breede Water noord
P Tenellaplas
in de BRANDING 2015-3 - 4
maandag 21 september maandag 28 september
Valleien Waterbos 1
P NM Waterbos
Heemtuin winterprogramma
P Tenellaplas
Namens de plantenwerkgroep, Theo Hagendoorn, Wim Kleijburg, Frans Overes, Erik Ketting • Vogels Het informatieve deel van de VWG vergadering start rond 20:45 uur 11 september - Een jaarlijks terugkerend onderdeel van de VWG-vergadering aan het begin van het seizoen is de presentatie van verschillende leden van de VWG van zelfgemaakte foto’s. Het is altijd een indrukwekkende en boeiende verzameling van natuurfoto’s (voornamelijk vogels), zowel uit Nederland, als uit andere delen van de wereld. Elke foto vertelt een eigen verhaal. 9 oktober - (Trek-)vogels en zeezoogdieren Noordzee - Steve Geelhoed In een gevarieerde presentatie met foto’s, doortrekpatronen, verspreidingskaartjes en uitleg over onderzoeksmethoden geeft Steve een lezing over zeevogels en zeezoogdieren op de Noordzee. Daarnaast zal hij vertellen over zijn onderzoek met kleurringen aan Kleinste jagers op de Zweedse toendra. Steve is werkzaam als onderzoeker bij Imares Wageningen University. Voor meer informatie over Steve Geelhoed: http://home.kpn.nl/ geelh023/ 13 november – Taco Meeuwsen presenteert zijn nieuwe boek met beschrijvingen van wandelingen die hij maakte door de natuur van onze regio. Op zijn wandelingen over de Slikken van Flakkee, de Koudenhoek, langs Scheelhoek en Kiekgat observeert hij de natuur op originele wijze. De foto’s die hij maakt tijdens deze wandelingen zijn zoals hij zegt “uit de heup geschoten”. Geen kunstmatig geënsceneerde foto’s, maar registraties van de verrassingen tijdens het wandelen. Na afloop kunt u een, eventueel gesigneerd, exemplaar kopen. • Zoogdieren De zoogdierwerkgroep van onze afdeling gaat komende winterperiode weer braakballen pluizen van kerk- en ransuilen van Goeree en Voorne. Deze avonden worden op dinsdagavond om de twee weken georganiseerd in het bezoekerscentrum Tenellaplas. Ook al heb je er de “ballen” verstand van, je bent van harte welkom. Alle materialen zijn aanwezig. De avonden starten om 19.30 uur en we stoppen om 21.30 uur. data: 29 september 13 oktober 27 oktober 10 november 24 november 8 december 22 september in de BRANDING 2015-3 - 5
Verslagen Verslag vroege vogelexcursie Breede Water door Hans op den Dries Het was zaterdag 2 mei 2015. Voor 15 mensen was de wekker weer zeer vroeg afgegaan. Om 05.00 uur stonden we paraat op de parkeerplaats aan het Kreekpad. Het weer was goed, er was nagenoeg geen wind, de zon scheen aan een half bewolkte hemel en de temperatuur lag tussen de 8° en 9° C. Tijdens het eerste deel van de wandeling was het uitermate stil. Vreemd genoeg hoorden wij als eerste een brilduiker overvliegen. Het fluitende geluid dat door deze vogel met de vleugels tijdens het rondvliegen wordt geproduceerd, is zeer kenmerkend voor de brilduiker. Voor zover ik mij kan herinneren is dit de tweede keer dat wij tijdens deze excursie een brilduiker hebben waargenomen. Vermoedelijk zal deze vogel nog wel zijn weggetrokken, maar dat hebben wij niet afgewacht. Gelukkig werd het concert na een klein kwartier langzaam door de roodborst opgestart. De één volgde de ander op. Al gauw namen meer vogelsoorten deel aan het orkest, zoals merel, zanglijster en winterkoning. Dit zijn wel zeer standaard bosvogels, die overigens in meerdere landschapstypes voorkomen. Het mooie van die vroege soorten is dat er even extra aandacht besteed kan worden aan de specifieke kenmerken van de zang. Een grote verrassing was dat er vrijwel direct ook een grote lijster zich in het orkest mengde. Persoonlijk vind ik de zang van deze vogel zeer bijzonder. Deze zang is niet heel gevarieerd, maar klinkt wel akelig zuiver. Daarnaast draagt deze melodieuze zang uiterst ver, wat met name komt doordat hij meestal in de toppen van de bomen zit. Toen we bij de eerste uitkijk bij de Vogelwei aankwamen, wist Theo Briggeman nog een mooi historisch verhaal te vertellen van een paartje meerkoeten dat daar op één jaar na (2014) veertig jaren achtereen gebroed heeft. Gelet op de leeftijd van de gemiddelde meerkoet (8-10 jaar) zou dat betekenen dat, als we van acht jaar uitgaan, deze soort het daar vijf generaties heeft volgehouden. Ook dit jaar heeft de meerkoet hier gebroed en heeft drie jongen gekregen. Helaas hebben twee jongen hun vijand van de natuur ontmoet en het niet overleefd. Bijna als standaard hoorden we hier weer het blaffen van een reebok. Dat is voor veel mensen toch een onbekend geluid en daarmee dan ook verrassend.
Breede Water in de BRANDING 2015-3 - 6
Om de een of andere reden vind ik het prettig om de wandeling steeds weer rechts om het Breede Water heen te lopen. Vooral het uitzicht vanaf de hoogste uitkijk aan de zuidoostzijde van de plas geeft ’s ochtends een fantastische sfeer weer. Het ontwaken van de natuur is dan al in volle gang. De aalscholvers vliegen druk heen en weer en veel eendensoorten vliegen hun rondje, terwijl veel zangvogels al van zich laten horen.
Vooral op die plek kan de variatie aan zangvogels groot zijn. Naast een aantal van de hiervoor genoemde soorten en alle watervogels kun je hier ook zeer goed de geluiden van onder andere tjiftjaf, fitis, tuinfluiter en braamsluiper tot je door laten dringen. Met een aantal telescopen hebben we het gebied op en rondom de plas gescand. We hebben de deelnemers een aantal vogelsoorten van zeer dichtbij kunnen laten bewonderen en daarmee specifieke details kunnen duidelijk maken. Denk hierbij aan de witte vlekken op de dijen van de aalscholver, het gevarieerde kleed van de berg-, kuif- en tafeleend en de zwarte kont van de krakeend. Aan de noordoostzijde van het gebied is er ook een hoge uitkijk. Vanaf deze plek kun je ook het gebied geweldig overzien. Het licht was inmiddels uitstekend. Ook vanaf hier zijn er een aantal vogelsoorten vrij gemakkelijk waar te nemen. Zo hebben we dit keer heerlijk kunnen genieten van een baltsende boompieper, die daarbij steeds weer als een parachuutje naar beneden kwam. Vervolgens ging hij dan weer in een struikje zitten, waardoor we met z’n allen een hele studie hebben kunnen maken van deze wel zeer bijzondere pieper. Er was ook een luid zingende grasmus actief, die ook met lichte regelmaat aan het baltsen was. Het mooie van deze uitkijk is dat je vrij gemakkelijk met de telescoop diverse zangvogels redelijk goed kan observeren. Enigszins op afstand, maar luid en duidelijk, was een nachtegaal te horen. We hebben op een mobiel de diverse geluiden nog even laten horen en in de boekjes deze soorten ook nog eens gedetailleerd laten zien. Een nachtegaal is een luid zingende zangvogel met fantastische uithalen en een grote variatie van heldere klanken. Ondanks deze luide zang, waarbij hij voor je gevoel goed te lokaliseren is, is het uitermate lastig hem te zien. Deels komt dat door zijn egaal bruinoranje kleur, maar natuurlijk ook omdat hij zich min of meer schuilhoudt in het gebladerte. Je kunt eigenlijk wel zeggen, hoe dichter de struiken des te prettiger deze vogel zich daar thuis voelt. Soms laat hij zich boven in een struik zien, en dan kun je maar een ding doen:, zolang mogelijk proberen te genieten. We zijn verder gelopen via de noordzijde richting de natte duinvallei. Tegenwoordig kun je daar via een “muizenpaadje” de vlakte op. De mensen kunnen dan direct al heerlijk rondkijken zowel in de lucht als op het veld. Dit veld is rijk aan vele plantensoorten, maar op deze locatie heb je ook het meeste kans op het waarnemen van een roodborsttapuit. En ja hoor, het is gelukt. Er vlogen zelfs twee paartjes op deze vlakte. In de rand van dit gebied hoorden we zowaar nog een kleine karekiet en een rietgors zingen. Dit zijn zeker geen algemene soorten voor dit gebied, dus mochten we daar best trots op zijn. Het werd tijd voor een lekkere bak koffie en ja, ja een echte stroopwafel! De hoge uitkijk aan de noordwestzijde (zee-duinzijde) is hiervoor een geschikte plek. Vanaf hier kun je mooi over de plas uitkijken. Je ziet en hoort dan allerlei vogels om je heen. Zoals de meeste watervogels en de zwartkop, tuinfluiter en braamsluiper. Deze laatste drie soorten zijn familie van elkaar en de zang van de eerste twee kan nog wel eens verwarring op leveren. Hier geldt dan ook “oefening baart kunst”. De derde heeft een fraai mitrailleur geluidje, dat je, als je die eenmaal goed tot je door hebt kunnen laten dringen, niet gauw meer zal vergeten. Helaas moesten we ook van deze relax plek vertrekken. We zijn verder gelopen naar de open vlakte. Het ruimtelijke karakter van dit gebied heeft iets bijzonders. Rust en stilte met een fantastisch uitzicht maken de beleving compleet. Hier hebben we nog enkele in de BRANDING 2015-3 - 7
vogels kunnen toevoegen aan de lijst zoals een jagende bruine kiekendief man, watersnip, graspieper, kneu en tapuit. Vanaf dit prachtige punt hebben een paar mensen de groep moeten verlaten vanwege andere verplichtingen. In het laatste gedeelte van de wandeling kwamen we nog langs een plek waar een zingende boomleeuwerik de aandacht trok. Net als de tapuit, roodborsttapuit en boompieper heeft ook deze vogel de laatste jaren na het kalen van het gebied een plaatsje veroverd. Het lijkt er op dat deze soorten zich steeds meer thuis gaan voelen in het unieke half open landschap. Terwijl we van de vogels stonden te genieten, werden ook de planten even onder de loep genomen. Planten als glad parelzaad, kleine en grote valeriaan, gele ribes, gele lis, zuurbes (berberis vulgaris), waterranonkel, parnassia, grote keverorchis, diverse grasen russoorten en natuurlijk teer guichelheil zijn maar een greep uit de soorten, die ik de plantkundigen onder de groep heb horen noemen. Elk jaar probeer ik mijzelf hier ook weer in te testen, maar het valt niet mee. Zoals gebruikelijk hebben we als laatste de lage uitkijk aan de oostzijde bezocht. Natuurlijk hebben we, onder het genot van de laatste koffie en koeken, vanaf hier ook alle watervogels van het gebied bewonderd. Wat opviel was dat er geen enkele geoorde fuut kon worden gespot, maar wel waren er veel slobeenden op de plas actief. Terwijl we de uitkijk verlieten hoorden we nog een koppeltje staartmezen en als klap op de vuurpijl vloog er over de parkeerplaats nog een wespendief over. De bezoekers konden weer met een tevreden gevoel het gebied verlaten en terugkijken op een geslaagde wandeling. Verslag winterroofvogeltelling Voorne-Putten 2015 door Hans op den Dries In het weekend van 10 en 11 januari 2015 zijn voor de negentiende, achtereenvolgende keer, op het eiland Voorne-Putten, de winterroofvogels geteld. Ook nu hebben bijna alle leden van de vogelwerkgroep en enkele andere KNNV-leden deelgenomen aan deze activiteit. Misschien kan wel gesproken worden van het slechtst denkbare weer tot nu toe in al die teljaren. Natuurlijk was enkele jaren geleden die dag met mist nog erger, het zicht was toen echt minimaal, maar op de zondag kreeg iedereen een perfecte herkansing. Ook dit jaar was de zaterdag het slechtst. De harde wind (tot kracht 8) ging in de middag gepaard met redelijk veel regen en op de zondag was de wind nog steeds aanwezig, maar liet de zon zich zowaar het grootste deel van de dag zien. De temperatuur lag daarentegen wel 5 graden lager, namelijk rond de 5° C. De indruk bestond dan ook dat de roofvogels zich op de zondag iets beter lieten zien. Ondanks alles kunnen we toch nog spreken van een redelijke telling. Het aantal buizerds lag aanzienlijk lager dan normaal en het aantal blauwe kiekendieven was lager dan ooit, sterker nog, één minder en de teller had op nul blijven steken. Net als vorig winterseizoen heeft ook de afgelopen maanden een arendbuizerd het terrein achter de slufter op de Maasvlakte onveilig gemaakt en tijdens zijn verblijf heeft deze rover vele muizen en konijnen gevangen. Of het hetzelfde exemplaar is als vorig jaar is niet met zekerheid te zeggen, maar het zou zo maar kunnen. Wat zou u doen als een rijke keuken op “acceptabele” afstand, onder “redelijke” temperaturen geboden wordt? in de BRANDING 2015-3 - 8
De vooruitzichten hadden al aangegeven dat het weer behoorlijk onstuimig zou zijn. Uitwijkmogelijkheden naar een ander telweekend was geen optie. Natuurlijk is het ook geen schande om een keer een mindere telling te hebben. Een gevleugelde uitspraak zou kunnen zijn: “’t Is, zoals ’t is”. Het is wel belangrijk om dan de weersomstandigheden mee te nemen in de verslaglegging. Uiteindelijk kunnen we toch nog redelijk tevreden zijn over het eindresultaat (201 roofvogels) van de telling. Vooral de soorten die in de wat beschutte gebieden rondhingen werden bijna als normaal aangetroffen. Pas op de grote open vlaktes als de polders rond Zuidland en de Maasvlakte leek het er op dat de roofvogels niet thuis waren. De buizerd, de roofvogel die zoals altijd de lijst aanvoert, werd ook nu weer het meest waargenomen. Er zijn 135 buizerds geteld en dat is inderdaad een stuk lager dan in de topjaren ‘03, ‘04, ‘06, ‘09, ‘11 en ‘13. In die jaren lag het aantal telkens boven de 200 ex.. Het maximum was ‘13 met 234 ex.. Er waren overigens ook vier teljaren met een lagere score: ‘99, ‘01, ‘05 en ‘10 (tussen de 107 en 128 ex.). Wat dit keer opviel, was dat er slechts een enkele buizerd zich in het luchtruim waagde en dat de meeste zich een beetje drukten in de luwte. Als goede tweede is de torenvalk uit de bus gekomen. Ook dat zijn we van deze bidder gewend. Ondanks die tweede plaats is het aantal van 38 natuurlijk niet geweldig. Er zijn maar in drie jaren minder vogels van deze soort geteld (‘99, ‘10 en ‘14, tussen de 27 en 32 ex.), daarnaast zien we dat er in het verleden drie topjaren zijn geweest (‘01, ‘06 en ‘08 van 55 tot 67 ex.). Een redelijk stabiele roofvogel van ons gebied is de sperwer. Men zegt dat deze vogel een geheimschrijver is. Dat heeft natuurlijk alles te maken met zijn snelle jachttechniek, waardoor ze vaak maar kort gezien worden. Vanuit het niets duikt de sperwer vaak op en met dezelfde snelheid is hij ook weer verdwenen. Zelden zijn we getuigen van een voltreffer, waarbij er dan ook even genoten kan worden van deze rappe jager. Dit jaar zijn er (weer) 13 ex. geteld. De beste jaren waren ‘02, ‘06 en ‘08 (tussen de 22 en de 27 ex.). Alle andere tellingen varieerden van 9 tot 20 ex.. De mindere jaren (12 van de 19 jaren) zou je de jaren kunnen noemen met de aantallen tot en met 13 ex., dus zouden we dit een minder jaar kunnen noemen. Toch denk ik dat 13 ex. wel het aantal is dat een gemiddelde zou kunnen zijn voor de sperwer, maar dat komt dan ook door de lage trefkans van deze behendige jager. In iets mindere mate geldt dit ook voor de havik (8 ex.) Vanwege zijn grotere en robuustere postuur, iets tragere vlucht en zijn jachttechniek is de trefkans iets hoger dan die van de sperwer. Daarnaast kan de havik in deze telperiode zich al laten horen. Het kekkeren van de havik kan op grote afstand worden gehoord en geeft al een extra reden om deze vogel in de gaten te houden voor het komende broedseizoen. Vanaf 1 februari mag dit kekkeren van deze soort al worden ingetekend voor een territorium-indicerende waarneming. Sinds 1998 is de havik Voorne-Putten aan het veroveren. Er is een redelijke stijgende lijn te zien, die als topjaren ‘12 en ‘13 (beide 13 ex.) kent. In ‘04 (1 exemplaar) en ‘10, ‘11 (resp. 5 en 4 ex.) was er een terugval. Dit jaar mogen we zeker gelet de weersomstandigheden tevreden zijn met 8 waarnemingen. Dit aantal ligt ruim boven het gemiddelde van 5 ex.. De kiekendieven hebben dit jaar het op één na slechtste resultaat getoond. Dat de bruine kiekendief zich in deze periode bijna niet laat zien, zijn we gewend, maar de blauwe hoort toch eigenlijk wel met een 5 tot 10 ex. aanwezig te zijn. Slechts één jaar eerder (‘07) was met 0 ex. nog slechter. Wel moet gezegd worden dat er dit jaar (‘15), mede vanwege de slechte weersomstandigheden, geen slaapplaatstelling kon plaatsvinden. in de BRANDING 2015-3 - 9
Wat de reden van het wegblijven van de kiekendieven is, is vooralsnog niet duidelijk. Ook de slechtvalk is een beetje tegengevallen. Er zijn slecht 3 ex. gezien, terwijl er vorig seizoen nog 8 werden geteld. Dat was dan wel één van de topjaren. Misschien is 3 weinig, redelijkerwijs gezien is 4-5 ex. een mooi aantal. Dan nu even de bijzondere waarnemingen. Het smelleken (2 ex.), afkomstig van de Scandinavische hoogvlaktes, is daarvan wel de “algemeenste” en tegelijkertijd de kleinste. Meestal treffen we 1 tot 3 ex. aan, met een uitschieter van 7 in ‘06 . Dus kunnen we tevreden zijn met deze twee waarnemingen. De ruigpootbuizerd is een soort invasievogel en eveneens afkomstig van het noorden, al is het niet zo dat ze bij elke invasie tijdens de wintertelling ook ineens “massaal” gezien worden. In tegendeel, als we er 1 à 2 waarnemen, zijn we al blij. Alleen de telling in ‘03 leverde 3 ex. op, dat was dus echt een topper. Niet geheel een verrassing, maar wel mooi, was dat er net als in 2014 ook nu weer een arendbuizerd is gespot. Of dit dezelfde vogel van 2014 is, is niet duidelijk. Wellicht heeft deze roodachtige roofvogel het gebied ontdekt en zou het maar zo een winterkwartier voor hem kunnen worden. Of de temperatuur hier aan mee werkt, wie zal het zeggen? De tijd zal het leren. Tot slot is op de valreep nog een vreemde eend in de bijt aangetroffen, namelijk de rode wouw. Deze meestervlieger speelde met de wind op de Maasvlakte. Helaas hebben niet veel tellers hem gezien, maar als je eenmaal de vliegtechniek van deze soort hebt mogen aanschouwen, dan laat dat beeld je nooit meer los. Zoals gebruikelijk zijn er ook nog enkele leuke waarnemingen doorgegeven. De meest bijzondere waren 11 grote zaagbekken, 2 grote zilverreigers, 1 ijsvogel, 1 kleine zilverreiger en in totaal 15 wilde zwanen. Ondanks de stevige wind en de buiige zaterdagmiddag kunnen we zeggen dat het weer een geslaagde telling is geweest. Vooral de rode wouw was een verrassing en ook de bijvangsten waren zeker de moeite waard. Allemaal weer bedankt voor de moeite.
Gemengd nieuws KNNV en natuurbescherming door Piet Mout Zowel de landelijke KNNV als onze eigen afdeling hebben vier hoofddoelstellingen van onze Vereniging in hun statuten opgenomen. Deze doelstellingen zijn natuurstudie, natuureducatie, natuurbescherming en natuurbeheer. Binnen onze afdeling zijn vooral de twee eerstgenoemde doelstellingen goed tot ontwikkeling gekomen en doen we op bescheiden schaal aan natuurbeheer. Natuurbescherming was tot nog toe geen onderwerp dat hoog op onze agenda stond. Vele jaren hebben we het opkomen voor natuuren milieubescherming overgelaten aan de Stichting Natuur en Landschap Voorne-Putten, waarmee onze afdeling een soort informele samenwerking had. Het bestuur van de SNLVP is jarenlang gevormd door enthousiaste KNNV’ers, aangevuld met enkele andere betrokken burgers. Onlangs is de SNLVP echter opgehouden te bestaan. Hierdoor is in onze regio eigenlijk alleen de Vereniging van Verontruste Burgers van Voorne nog actief bezig met dit zo belangrijke onderwerp. Deze Vereniging is op een aantal terreinen goed bezig. Zij richin de BRANDING 2015-3 - 10
ten zich echter vooral op allerlei zaken die te maken hebben met de leefbaarheid voor de inwoners van Voorne en daar hoort uiteraard de natuur op Voorne ook bij. Binnen de VVBV is echter weinig expertise aanwezig m.b.t. natuurbescherming. Dick van der Laan is eigenlijk de enige echte deskundige binnen de VVBV, maar hij kan de kar op dit gebied niet in zijn eentje trekken. Gelukkig is ons eigen bestuurslid Piet Mout onlangs toegetreden tot de VVBV en is daar inmiddels benoemd tot voorzitter van het bestuur. Dat heeft er o.a. toe geleid dat er binnen de VVBV nu in ieder geval ook meer aandacht is voor de natuurbelangen in onze regio. Het laatste halfjaar zijn er zienswijzen en bezwaarschriften de deur uitgegaan m.b.t. de volgende onderwerpen: • Het Ontwerp Beheerplan van de Voordelta, waarin gevraagd is om striktere voorwaarden, een betere handhaving tegen overtreders (vooral tegen verstorende kitesurfers in het gebied) en een betere afscherming van bepaalde delen van de Voordelta; • Het Ontwerp Beheerplan Voornes Duin. In een uitgebreide brief hebben zij aangegeven dat het voorgestelde beheer in de ogen van de VVBV onvoldoende effect sorteert op de kwaliteit van Voornes Duin. Met name de aanpak van de stikstofdepositie op Voornes Duin schiet te kort. Er gebeurt te weinig aan het aanpakken van de voornaamste bronnen van de hoge stikstofdepositie (o.a. de kolencentrales op de Maasvlakte), waardoor steeds opnieuw grootschalige ingrepen nodig zijn in onze waardevolle natuurgebieden (de PAS-maatregelen en de life+ projecten); • Het verlenen van een ontheffing van de Flora- en Faunawet met het doel de komende vijf jaar overzomerende ganzen (grauwe gans, brandgans en kolgans) in onze regio te mogen bestrijden. Allemaal onderwerpen die direct verband houden met datgene waar onze afdeling zich zeer betrokken bij voelt. Onze afdeling inventariseert de plantengroei in Voornes Duin en wij tellen de vogels in onze regio. Wij leveren veel van de gegevens aan waarop beleid bepaald wordt. Toch bemoeien wij ons nauwelijks met de uitkomsten van dit beleid en zien soms met lede ogen aan welke negatieve effecten bepaalde maatregelen hebben op onze natuur. Binnen het bestuur van onze afdeling is daarom het gesprek op gang gekomen over onze rol als het gaat over het beschermen van de natuur in onze omgeving. We willen onderzoeken of we daar een actievere rol in willen gaan spelen of dat we dit soort zaken overlaten aan de VVBV. Duidelijk is in ieder geval dat er binnen de VVBV behoefte bestaat aan meer ondersteuning als het gaat over natuurbescherming. Lid worden is uiteraard een optie, maar nog beter is het om actief te worden binnen de VVBV of later wellicht binnen de op te richten natuurbeschermingswerkgroep van de afdeling van de KNNV. Vooruitlopend op de gedachtewisseling binnen het bestuur heeft onze afdeling onlangs al wel bezwaar gemaakt tegen het verlenen van een ontheffing van de Flora- en Faunawet met het doel de komende vijf jaar kleine mantelmeeuwen, zilvermeeuwen en stormmeeuwen te mogen bestrijden in de Rotterdamse havens (de Maasvlakte en de Landtong). Dit was noodzakelijk omdat op de laatste dag waarop bezwaar kon worden aangetekend duidelijk werd dat het toenmalige bestuur van de VVBV het bezwaar niet wilde indienen. Ons bezwaarschrift tegen de ontheffing is in te zien op de website van onze afdeling.
in de BRANDING 2015-3 - 11
Cursussen, een vruchtbare samenwerking tussen KNNV en IVN. door Martien Blanken De aanhouder wint ! Sinds 3 jaar wordt door het KNNV en IVN een vogelcursus georganiseerd. Het aantal inschrijvingen is zelfs 2 keer zo groot geweest dat het nodig was om de cursus 2 maal te organiseren. Dit jaar is de vogelcursus op Goeree Overflakkee georganiseerd op speciaal verzoek van de IVN afdeling aldaar. Natuurlijk bestond de wens om op meerdere gebieden cursussen te geven, zo is vorig jaar in het najaar ook een paddenstoelen cursus georganiseerd. In mei 2015 is de eerste plantencursus van start gegaan, het aantal inschrijvingen bleef net onder het maximum van 25 deelnemers een prima basis om mee te beginnen. De cursusprogramma’s worden zo gemaakt dat het zelf doen van de cursisten een belangrijk onderdeel vormt, natuurlijk komt ook de theorie ruimschoots aan bod, tijdens een cursusavond wordt een gelijke verdeling tussen theorie en praktijk na gestreefd. Het materiaal voor de praktijk wordt veelal door het Zuid Hollands Landschap ter beschikking gesteld. Bij iedere cursus horen vanzelfsprekend de excursies om onze cursisten onze geweldige natuur te laten beleven. Een vast onderdeel van de cursussen is een evaluatie van de cursus door de deelnemers, bedoeld voor de docenten om het programma te kunnen verbeteren. In september 2015 is het de bedoeling een zoogdieren cursus te geven, hier wordt nu hard door het cursusteam aan gewerkt. De inschrijving start begin augustus en bij voldoende inschrijvingen (minimaal 10) gaan we hier ook weer een leuke en interessante cursus van maken. Met uitzondering van de laatste vogelcursus op Goeree Overflakkee zijn de cursussen op de geweldige locatie het Bezoekerscentrum Tenellaplas gegeven. Het enthousiasme van de deelnemers is voor de docenten een prima motivatie om de ingeslagen weg vast te houden. Extra inbreng is vanzelfsprekend altijd welkom.
in de BRANDING 2015-3 - 12
Op stap met Walter Langendoen en Joanna Smolarz “Terug in de tijd” Door Jan Alewijn Dijkhuizen In een themanummer over de Maasvlakte mag de man die beroemd is geworden vanwege de vondst van vele hyenakeutels op het strand van de Maasvlakte niet ontbreken. Vandaar dat ik op stap ben gegaan met Walter en zijn vrouw Joanna. Op de vraag of ik een keer met hem mee mag naar het Maasvlaktestrand op zoek naar fossielen, reageert hij direct zeer enthousiast. Walter adviseert me om niet met hem alléén te gaan, maar aan te sluiten bij een vanuit FutureLand door hem en Joanna geleide excursie. Daar heb ik geen spijt van. Nu zie ik zelf hoe leuk het is om met een groep geïnteresseerde leken het strand op te gaan en te ervaren hoe Walter en Joanna alle vragen in het “veld” beantwoorden en plekjes aanwijzen waar kleine fossieltjes te vinden zijn. Ik ben er al snel achter dat je niet zomaar mammoetkiezen of geweien van rendieren vindt. De excursie start in FutureLand (als je een keer meewilt, het kost slechts € 7,-- pp!). Walter start met een korte introductie bij de vitrines van vondsten op Maasvlakte 2. Hij laat je direct al botjes zien en aanraken zodat je weet waar je straks op het strand op moet letten. Met een luxe bus word je vervolgens naar het strand gebracht, waar je 1,5 uur zelf mag zoeken. Walter en Joanna zoeken mee en beantwoorden alle vragen, al laat je tien keer een bonk klei of een stuk hout zien, ze blijven je stimuleren door te zoeken, net zo lang tot je echt wat vindt. Walter weet ontzettend veel, ik vermoed dus dat hij al vele jaren met deze hobby bezig is, maar niets is minder waar. Vanaf het moment dat het strand van Maasvlakte 2 toegankelijk werd, mei 2012, is de fossielengekte pas begonnen. Samen met Joanna liep hij sowieso vaak met de honden over het strand, nu kwam de verzamelwoede er nog bij. Samen met zijn vader heeft hij vroeger wel eens in Duitsland gebikt, op zoek naar fossielen, maar daarna is het er niet meer van gekomen, tot Maasvlakte 2 geopend werd…….. Het begon klein. Als ze de hond uitlatend iets vonden, werd het meegenomen naar huis om te kijken wat het was. Nu staan grote delen van hun huis vol met bakken om de fossielen te spoelen en daarna te prepareren. Fossielen blijven alleen maar goed als het zout eruit gespoeld is. Zout neemt namelijk water op en als het daarna droogt en weer vocht opneemt, barst alles uit elkaar. Veel fossielen zijn naar musea gegaan. Walter heeft onder andere contact met Historyland in oprichting en ook in FutureLand is een mooi overzicht van materialen die je zelf kunt vinden uitgestald.
in de BRANDING 2015-3 - 13
Wat mij opvalt, is dat Walter en Joanna iedereen binnen de kortste keren op de knieën krijgen. Vol enthousiasme zoeken de deelnemers (en ik ook) naar de kleinste stukjes fossiel bot, kies, werktuig en schelp. Ik ben zelf vooral geïnteresseerd in muizenkiesje en Walter leert me die herkennen. Ze liggen er echt! Walter is in het begin vooral bekend geworden vanwege Walter de vondst van meerdere hyenakeutels. Deze kleine balletjes blijken een enorme rijkdom aan kennis te verschaffen, waar wetenschappers nu grote onderzoeken op doen. Hyena’s zijn aaseters en vreten eigenlijk alles wat los en vast zit. Door de keutels te scannen en er röntgenfoto’s van te maken kun je zien welke planten en dieren er binnen een bepaalde periode allemaal naast elkaar geleefd hebben. En toen vond hij begin 2014 ook nog eens twee stukjes mensenschedel van bijna 10.000 jaar oud! Naast de werktuigen die er al eerder gevonden waren, was dit het bewijs dat er in die tijd mensen op de toen droogstaande Noordzeebodem leefden. Wat ooit begon als een onschuldige hobby, is voor Walter uitgegroeid tot bijna een dagtaak. Hij leidt excursies voor groepen, studenten, scholen, bustochtjes vanuit FutureLand, doet mee aan onderzoek naar vondsten die mensen thuis hebben van Maasvlakte 1 en documenteert al zijn eigen vondsten voor de wetenschap. Joanna gaat vaak, maar niet altijd mee. Zij heeft naast het begeleiden van excursies haar eigen werk als kunstenaar, en geeft onder andere les bij de VU en ‘t Oude Raadhuys in Spijkenisse en thuis in tekenen en schilderen. Kortom, een boeiende vent met een even boeiende vrouw. Als je zelf een keer op het strand van de Maasvlakte gaat wandelen, kom je ze zeker een keer tegen! Je kunt je vondsten overigens delen via de Facebookpagina Maasvlakte strandvondsten. En schroom niet om net als ik een keer op stap te gaan met Walter en Joanna!
in de BRANDING 2015-3 - 14
Broedvogelinventarisaties van de Brielse Gatdam Door Henk de Boer* Leden van de vogelwerkgroep inventariseren elk jaar voor Natuurmonumenten en het Zuid-Hollands Landschap gebieden op het voorkomen van broedende vogels. Zo werd de Brielse Gatdam geïnventariseerd in 2005, 2009 en 2014. In 2005 en 2009 werd de dam geïnventariseerd door Wim Prins volgens de richtlijnen in: “Handleiding Broedvogel Monitoring Project (2004)” van SOVON. In 2014 werd geïnventariseerd door Sjaak Lobs en Henk de Boer. Daarbij werd gebruik gemaakt van het inmiddels door SOVON ontwikkelde computerprogramma: AUTOCLUSTERING, dat het online invoeren en uitwerken van waarnemingen mogelijk maakt. In een periode van negen jaar heeft er in het gebied van de Brielse Gatdam een natuurlijke ontwikkeling plaatsgevonden, die zowel invloed heeft gehad op het voorkomen van bepaalde broedvogelsoorten, als op het aantal broedgevallen daarvan. In de volgende tabel zijn de totale uitkomsten van de drie inventarisaties vergeleken. Daarbij zijn de aantallen soorten en territoria omgerekend tot die per 100 ha om een eventuele vergelijking met andere gebieden mogelijk te maken. Telling
Soorten per 100 ha
Territoria per 100 ha
Aantal territoria per soort per 100 ha
2014
60
496
8.3
2009
93
1015
10.9
2005
84
887
10.5
Niet alleen werden er in 2014 ca. 30 soorten per 100 ha. minder vastgesteld, het aantal territoria is vrijwel gehalveerd! Bovendien is ook het gemiddelde aantal territoria per soort teruggelopen van ca. 11 tot 8 territoria per 100 ha per soort. Enkele soorten met opvallende verschillen tussen 2014, 2009 en 2005 in aantal territoria per 100 ha. Soort
2014
2009
2005
Fazant
7
11
12
Heggenmus
29
87
37
Nachtegaal
13
3
4
Merel
9
18
15
Grasmus
10
18
14
Fitis
40
90
80
Kneu
6
50
42 in de BRANDING 2015-3 - 15
Van belang voor het beheer is ook het verloop in soorten van de Rode Lijst, soorten die landelijk worden bedreigd. Deze landelijke trend is duidelijk ook op de Brielse Gatdam zichtbaar. Positief is dat de nachtegaal als vogel van de Rode Lijst het in 2014 zo goed deed. De spotvogel is ook nog steeds aanwezig, terwijl vooral de kneu drastisch achteruit is gegaan. Tijdens de telling van 2014 werden wel regelmatig groepen van ongeveer 20 vliegende kneuen gezien, maar deze zongen niet (zij vertoonden met andere woorden geen territoriumgedrag en werden daarom niet geteld). De graspieper en de veldleeuwerik werden wel net buiten het telgebied boven het schor gezien. De “Rodelijstsoorten” zijn in de tabel voorzien van de afkorting waarmee deze worden aangegeven in de Rode Lijst van 2004 (KW=kwetsbaar, GE=gevoelig). Vergelijking van rodelijstsoorten Soort
2009
2005
Zomertortel (KW)
2014
1
5
Koekoek (KW)
1
2
Veldleeuwerik (GE)
1
0
Graspieper (GE)
4
4
Nachtegaal (KW)
13
3
4
Spotvogel (GE)
1
0
1
Kneu (GE)
8
50
42
Mogelijke verklaring voor de verschillen tussen de inventarisaties. Voor het beoordelen van de effecten op de broedvogelpopulatie is het van belang te weten dat het weer tijdens het tellen een groot effect kan hebben, terwijl er ook (kleine) verschillen zullen optreden als gevolg van de twee gehanteerde methoden. Afgezien van deze effecten vormen waarschijnlijk vooral de voortschrijdende successie en de toegenomen recreatiedruk een verklaring voor de grote verschillen. Op het gebied van de successie deden zich de volgende veranderingen voor: • 2005 Er zijn nog veel open stukken in het terrein en het is nog overal toegankelijk. Er zijn nog geen MTB-pad en restaurant. • 2009 De begroeiing is door voortgaande successie sterk uitgebreid; grote gedeelten zijn alleen op het gehoor te inventariseren. • 2014 Het zuidoostelijke deel is ontoegankelijk door de dichte begroeiing, evenals stroken langs het strand en langs het MTB-pad. Wellicht is er sprake van de aanwezigheid van vossen. Met betrekking tot de recreatiedruk is er sprake van de volgende ontwikkelingen: • 2005 Er is nog geen MTB-pad en het fietspad over de Brielse Gatdam wordt nog niet intensief gebruikt. Het autostrand is nog open en honden worden vooral daar uitgelaten. • 2009 Het autostrand is dicht en honden worden meer op het strand langs de Brielse Gatdam uitgelaten. • 2014 Het MTB-pad en het fietspad worden druk gebruikt. Het restaurant is geopend. in de BRANDING 2015-3 - 16
Het blijft natuurlijk nog steeds mogelijk dat er sprake is van toevallige verschillen en/of dat een andere belangrijke invloed over het hoofd gezien is. Volgende inventarisaties van het gebied geven daarover misschien dan uitsluitsel. *Met dank aan Wim Prins.
Meeuwen op de Maasvlakte Door Roland-Jan Buijs en Naomi Huig, fotografie Ronald van Oosteroom In een themanummer over de Maasvlakte mogen meeuwen niet ontbreken. Van ten minste zes soorten meeuwen is bekend dat zij broeden in het Maasvlakte/Europoort gebied. Kokmeeuw en stormmeeuw broeden in kleine aantallen, terwijl van grote mantelmeeuw en zwartkopmeeuw de afgelopen jaren enkele paren waargenomen zijn. Van zilvermeeuw zijn in 2014 ongeveer 3000 paren geteld en van kleine mantelmeeuw 20.000. Hoewel dit grote aantallen lijken te zijn, is er sprake van een flinke afname ten opzichte van de jaren ervoor. Deze afnames worden waargenomen in meer kolonies in Noordwest-Europa en verklaringen zijn niet altijd eenvoudig aan te wijzen. Onderzoek door middel van kleurringen kan hierin heel waardevol zijn. In opdracht van Havenbedrijf Rotterdam voert Buijs Eco Consult sinds enige jaren een ringproject uit in de kolonies op Maasvlakte/Europoort. De afgelopen 5 jaar zijn in de kolonies van Maasvlakte/Europoort enkele duizenden zilver- en kleine mantelmeeuwen gekleurringd. Gedurende het broedseizoen worden zowel adulte, als juveniele meeuwen gevangen. Een meeuwenpaar legt doorgaans drie eieren, welke door beide ouders om beurten worden bebroed. In die periode (medio mei) worden adulte vogels gevangen. Dit gebeurt met behulp van inloopkooitjes. Deze worden over het nest geplaatst, waardoor de meeuw bij terugkeer naar het nest gevangen wordt. De meeuwen uit de Maasvlakte/Europoort-kolonie worden voorzien van een metalen ring van het Vogeltrekstation en een gekleurde ring om de bovenpoot, de zogenaamde tibia. Jonge meeuwen komen vanaf eind mei uit het ei. Ze zijn dan nog helemaal afhankelijk van de oudervogels. Na ongeveer zes weken beginnen zij met vliegen. In de eerste weken zijn ze nog te klein om geringd te worden, maar kort voordat zij kunnen vliegen, zijn ze al behoorlijk volgroeid. In die periode (meestal begin juli) worden zij met de hand gevangen en geringd. Door de codes op de kleurringen zilvermeeuw zijn de meeuwen individueel herkenbaar. Hierdoor kan dankzij het aflezen van de ringen door vogelaars hun gedrag gevolgd worden. Tijdens het broedseizoen zoeken de adulte meeuwen voedsel voor hun jongen op en aan zee, in weilanden en in steden in de buurt van de kolonie. in de BRANDING 2015-3 - 17
De zilvermeeuwen van de Maasvlakte/Europoort-kolonie verspreiden zich buiten het broedseizoen langs de kust. Een enkeling trekt naar het noorden en overwintert in NoordHolland of de Waddeneilanden, maar het merendeel waaiert uit van Zuid-Holland tot in Noord-Frankrijk. Kleine mantelmeeuwen trekken in de winter veel verder weg. Slechts een enkeling overlapt zijn wintergebied met de zilvermeeuwen, maar de grote aantallen trekken naar Spanje, Portugal, Marokko en nog verder naar Mauritanië en Senegal. Een handvol komt helemaal tot in Gambia. Hierin verschillen adulte en jonge vogels niet van elkaar. Het komt regelmatig voor dat jonge kleine mantelmeeuwen op het strand in Spanje worden teruggezien, enkele weken nadat zij geringd zijn op de Maasvlakte. Op de blog van Buijs Eco Consult (http://buijsecoconsult.blogspot.nl/) worden regelmatig ervaringen en bevindingen van het onderzoek openbaar gemaakt. Door het ringonderzoek krijgen we steeds meer inzicht in de meeuwenpopulatie, zo blijken meeuwen, net als mensen, ook wel eens vreemd te gaan. Claimen meeuwen hun eigen lantaarnpaal in Den Haag en blijven sommige kleine mantelmeeuwen tijdens hun handpenrui in Nederland om vervolgens hierna (medio november) nog door te vliegen naar Agadir (Marokko). In de jongenfase blijkt huisvuil een belangrijke voedselbron te zijn en hebben we kunnen vaststellen dat de broedvogels van Maasvlakte en Europoort tot naar de huisvuiloverslag op Lage Weide (Utrecht) en vuilstort de Spinder (Tilburg) vliegen. Waarschijnlijk maken sommige broedvogels vliegtrips van wel meer dan 200 km per dag. Dat sommige meeuwen gewoontedieren zijn blijkt ook uit het onderzoek ze hebben vaak een voorkeur voor een bekende of vertrouwde stek. Zo vliegt een projectvogel (kleine mantelmeeuw) van Europoort na het uitvliegen van de kuikens jaarlijks direct naar de Quarteira (Algarve in Portugal), waar ze dan tot begin november blijft. Vervolgens wordt ze waargenomen op het strand van Arrecife op Lanzarote (Canarische Eilanden). Een ander voorbeeld is een zilvermeeuw die jaarlijks terugkeert naar zijn vaste strekdam (golfbreker) bij Nieuwpoort aan de Belgische kust. Door het ringonderzoek is er inmiddels een heel internationaal netwerk ontstaan van professionals, vrijwilligers en liefhebbers die tijd en energie steken in het aflezen van de ringen. Zo is er een fanantieke club ringaflezers die ieder weekend ringen aflezen op de vuilstort van Madrid, hier verblijven in de winter circa 40.000 kleine mantelmeeuwen. Ook vele tientallen kleine mantelmeeuwen van Europoort en Maasvlakte brengen hier de winter door. Dichterbij huis verzamelen veel vogelaars zich regelmatig bij strandsuppleties waarbij de vele duizenden zilvermeeuwen goed te benaderen zijn, waardoor de kleurringen goed afleesbaar zijn. Het aflezen van ringen op meeuwen kan altijd en overal. De belangrijkste stap is het alert zijn op ringen, anders zijn ze gemakkelijk over het hoofd te zien. Wanneer je er bewust van bent, zijn ringen vaak al met het blote oog te zien. Je komt ze tegen langs het strand, op lantarenpalen in stad en dorp en in (vissers)havens. Door een verrekijker of met behulp van een (pocket)fotocamera met zoom is de code op de kleurring vaak goed leesbaar. De ringen van de Maasvlakte/Europoort bestaan in alle kleuren en zijn bevestigd om de tibia (bovenpoot). Enkele oudere kleurringen van Maasvlakte/Europoort (voor 2005 aangebracht door Norman van Swelm) zijn ook nog in omloop, die zitten lager om de poot en hebben langere codes. Als u een geringde meeuw van Maasvlakte/Europoort afleest (ook van oude ringen destijds aangebracht door Norman van Swelm), kunt u deze doorgeven aan
[email protected]. U ontvangt dan een bericht met inforin de BRANDING 2015-3 - 18
matie over wanneer de meeuw is gevangen en waar die nadien allemaal is afgelezen. Soms zijn er indrukwekkende lijsten bij, omdat sommige meeuwen ouder dan twintig jaar worden en omdat veel mensen in diverse landen meldingen insturen. Correspondentieadres auteurs: Buijs Eco Consult BV, Philips van Dorpstraat 49, 4698 RV Oud-Vossemeer Email:
[email protected]
zilvermeeuw
in de BRANDING 2015-3 - 19
Goed nieuws over de noordse woelmuis op Voorne Door Jan Alewijn Dijkhuizen De noordse woelmuis is een bijzonder dier. Na de laatste ijstijd is dit dier in ons land achtergebleven en is zo vervreemd geraakt van de oorspronkelijke populatie dat nu sprake is van een nieuwe (endemische) ondersoort. De noordse woelmuis komt in enkele delen van ons land voor, maar staat onder druk. Noordse woelmuizen stellen nu eenmaal eisen aan hun leefgebied en er is behoorlijk wat concurrentie tussen diverse soorten woelmuizen, zoals de aardmuis en de rosse woelmuis, en de noordse woelmuis. De noordse woelmuis weet zich nog wel in gebieden te redden waar de andere soorten zich niet thuis voelen en dat is in kruidenrijk riet met wisselende waterstanden. Op Voorne komt de noordse woelmuis vooral voor op de Beninger Slikken en langs de oevers van kreken rond Spijkenisse en op het Groen Strand bij Oostvoorne. Of deze populaties met elkaar in verbinding staan, proberen we al jaren aan te tonen, maar hoopvol zijn we niet. Vooral de populatie op het Groene Strand wordt als kwetsbaar gezien vanwege het oprukkend struweel (en daarmee druk van andere soorten muizen) en gerommel met de waterstanden van het Oostvoornse Meer. Al jaren doet de zoogdierwerkgroep onderzoek naar muizen op het Groene Strand en in de omgeving daarvan om te onderzoeken of de populatie noordse woelmuizen op het Groene Strand echt zo geïsoleerd is. Zo ook op het Schor van de Slikken van Voorne(voormalig autostrand). Dit gebied heeft zich in 30 jaar tijd ontwikkeld van een slikvlakte tot een gradiëntvol gebied met begroeiing van zeekraal tot zelfs struiken op het strand. Juist omdat het getij hier nog invloed heeft zou dit het ideale leefgebied van de noordse woelmuis moeten zijn. Sinds 2004 wordt dit gebied door de KNNV zoogdierwerkgroep regelmatig op muizen onderzocht. Op 24 juli was ik als boswachter van het Zuid-Hollands Landschap gevraagd mee te werken aan TV opnames voor RTV Rijnmond. Gekozen was voor de Slikken van Voorne vanwege de vogels en de bijzondere ligging zo onder de rook van de haven van Rotterdam en voor beelden van de soortenrijke vegetatie in de valleien van de Duinen van Oostvoorne. Om het een beetje spannender te maken heb ik voorgesteld ook wat muizenvalletjes te plaatsen op het Schor, wellicht konden we dan een levende muis filmen en je weet maar nooit wat zo’n onderzoekje oplevert. Het was allemaal kort dag, dus ik heb op donderdagochtend 30 vallen neergezet, donderdagavond de eerste controle gedaan. Toen zat er natuurlijk niets in. Vrijdagochtend zijn de filmopnames gemaakt. Gelukkig zaten er toen twee huisspitsmuizen in dus die worden nu beroemd door RTV Rijnmond ... Laat in de middag heb ik de vallen weer gecontroleerd, toen zat er niets in en ik was van plan om op zaterdagochtend de vallen voor het laatst te controleren en op te ruimen. Echter, toen kwam de voorspelling dat er een zomerstorm aankwam en dat het heel veel zou gaan regenen. Op vrijdagavond ben ik toch maar naar het strand gegaan om de vallen te controleren en op te ruimen. Zo stond ik dus om 23.30 uur in mijn eentje op het strand met een hoofdlampje de 30 vallen te controleren, de eerste druppels vielen al ... Tijdens deze nachtelijke excursie ving ik naast drie huisspitsmuizen de eerste noordse woelmuis! Het betrof een jong dier dus er zitten er ongetwijfeld meer. Met mijn mobieltje in de ene hand en de muis in de andere heb ik zo goed en zo kwaad als het ging bewijsfoto’s gemaakt van deze bijzondere waarneming. Onze hoop en verwachting is uitgekomen en de noordse woelmuis heeft er een groot leefgebied bij veroverd naast het Groene Strand bij Oostvoorne. in de BRANDING 2015-3 - 20
De herinnering aan De Beer is nog springlevend….! door Gerard Ouweneel ‘Vroeger’ is een relatief begrip. Ruim een halve eeuw geleden hadden baggeraars en aannemers ruim vijf jaren nodig om, in opdracht van Rotterdam, het natuurmonument De Beer om zeep te helpen. Begin juni 1958 ging op Rozenburg de machinerie aan de gang met zich door het onvergetelijke landschap van De Beer een weg te banen naar de Noordzee. In 1964 was de klus goeddeels geklaard. De kwitantie waarmee de Dienst der Domeinen voor een bedrag van Fl. 14.769.431,98 de achtergelaten cultuursteppe overdroeg aan Rotterdam is gedateerd 12 mei 1964. Dat alles gebeurde ruim een halve eeuw geleden, voor velen in een ver verleden, ja, voor menig natuurliefhebber zelfs op een tijdstip dat zij/hij nog geboren moest worden. Het clubje lieden dat ooit bewust over De Beer ronddoolde, slinkt snel en bestaat per definitie uit zeventig plussers. Zij koesteren hun herinneringen en wisselen onderling de ervaringen van zestig jaar geleden uit als deden ze deze Auteur met zanglijster, foto Karel Schot gisteren op. Daarbij zal een rol spelen dat ouderen de neiging krijgen hun bestaan te inventariseren, waarbij vooral aangename belevenissen uit een (ver) verleden naar voren komen. En wellicht deze idealiseren. Hun excursies naar De Beer staan prominent op het herinneringenlijstje, evenals bijvoorbeeld de tochten door de Biesbosch van vóór 1970. Wees niet benauwd, ik ga hier niet filosoferen over de zielenroerselen van ouder wordende natuurvrienden. Komt bij oud De Beer-gangers het ‘vroeger’ aan bod dan gaat het over het natuurmonument zoals dat zomer 1947 weer openging, na opruiming van de meeste Atlantikwallornamenten die de Wehrmacht er liet neerzetten. Vóór WOII was er nog een andere De Beer, toen ook de in het zuidoosten langs de Brielse Maas gelegen Pan of Krimpolder er deel van uitmaakte, bijna 300 hectare groot en ‘Het Rietgors’ geheten. In 1941 werd dit deel ingepolderd. Deze ingreep plus alle bijkomende infrastructurele werken met ook in de BRANDING 2015-3 - 21
nog de komst van de 2272 meter lange Chinese Muur veranderden het karakter van De Beer fundamenteel. Of er anno 2015 nog personen zijn die herinneringen hebben aan die De Beer, dus die van vóór ruwweg 1940, is mij onbekend. Zulks zo zijnde dan moeten ze tegen de 100 jaar oud zijn. Renaissance Met de ruiming van De Beer ging niet de naam teloor. Integendeel. Grootmoedig stond Rotterdam de komst van een z.g. De Kleine Beer toe, een resterend stukje grond aan de binnenzijde van de Brielse Dam. Daarnaast waren er in de buurt beginnende bedrijven die voor de naam De Beer kozen. Anno 2015 is er nog steeds een Kop van De Beer, een deel van Maasvlakte I dat nu al veertig jaar wacht op een investeerder en waarvan juist de afgelopen zomer een Russisch oliebedrijf liet weten toch van vestiging af te zien. Ook de Stichting De Beer bleef bestaan. Als ’compensatie’ kreeg de club het beheer over een aantal in de Delta gelegen natuurterreinen, waaronder enkele vermaarde terreinen als de Kwade Hoek, de Scheelhoek en de Ventjagersplaat. Na de opheffing van de Stichting in 1975 namen in Zuidwest-Nederland actief zijnde terrein beherende organisaties de beheertaken over. Bovenal bleef de naam De Beer voortleven als onthutsend voorbeeld waartoe autoriteiten in staat zijn als het gaat om grootschalige natuurvernietiging. Schrijver gaat hier niet in op de betekenis van de komst van de Europoort voor de werkgelegenheid en welvaart in dit land. Maar de geringschattende en schouderophalende wijze waarop Rotterdamse hoofdambtenaren en gemeenteraadsleden met hun burgermeester voorop zich in het openbaar uitlieten over de natuurvernietiging waartoe de Europoortplannen zouden leiden, was tenenkrommend. Die burgermeester liet hardnekkig na het woord ‘natuur’ in de mond te nemen; de man sprak alleen over recreatie. Enfin, het is een onderscheid dat thans natuurbeschermingsinstanties zelf niet altijd onder de knie hebben. ‘Zo denken en handelen verantwoordelijke instanties dus met de natuur’, was na de tragedie van De Beer de conclusie van natuurminnend Nederland. De sloop van het natuurmonument droeg dan ook bij aan de groei en professionalisering van natuurbescherming in dit land een paar jaar later, zo rond 1970. Met de liquidatie van De Beer hadden de technocraten zich in eigen voet geschoten. Dat er thans onmiskenbaar sprake is van een revival en de schijnwerpers weer richting De Beer schijnen, danken we aan twee omstandigheden. In de eerste plaats was het de komst van Maasvlakte II die ertoe leidde dat alles uit de kast gehaald wordt ‘hoe het allemaal was begonnen’. Maar die renaissance is twijfelloos vooral het resultaat De Beer sept. 1936, foto Frans Kooijmans van het werk van Ed Buijsman die met zijn boek “Een eersteklas landschap. De teloorgang van natuurmonument De Beer” en zijn site www.natuurmonumentdebeer.nl een waardig en inspirerend gedenkteken oprichtte. Die site breidt Ed Buijsman nog steeds met memorabilia uit.
in de BRANDING 2015-3 - 22
Water, wind, ruimte, rust en vogels ‘Wat was er eigenlijk zo bijzonder aan die De Beer van jullie?’ Die vraag stelde een jonge vogelaar nog niet lang geleden op de Trektelpost Breskens. Enkele veteranen waren bezig met het uitwisselen van herinneringen waarbij, onvermijdelijk, het woord viel. Trouwens, de vraag was al eerder op me afgekomen waarbij ik, afgaand op reacties, me bewust werd dat mijn antwoord tekortschoot. Waarvoor begrip. Want hoe de ambiance waarin destijds de excursies plaatsvonden te verwoorden? Inderdaad, vaak drommen vogels. Maar indien een deltavogelaar die drommen vogels anno 2015 wil zien en een dag achter het autostuur plaatsneemt om een stel kerngebieden af te rijden, dan komt hij nog steeds aan zijn trekken. Gelukkig maar! Ook was De Beer in de hoogtijdagen het decor van imposante aantallen kustbroedvogels: 500 (!) paren dwergsterns (in 1941), bijna 20.000 paren visdieven (in de dertiger jaren), 11.000 paren grote sterns (in 1954) en 500 paren kluten (dertiger jaren). Van de zich nu in de gevarenzone bevindende strandplevier kwam de bewaker Korfmaker voor 1949 uit op 200 paren, een bestand dat thans in de hele natie amper wordt gehaald. Maar ook om deze soorten nu in de Delta broedend te zien, kan de vogelaar met succes op sjouw gaan. En van een opsomming van rariteiten die De Beer potentieel voor zijn bezoekers in petto had, staat de huidige generatie vogelaars niet paf. Zien ze niet op tegen veel autokilometers en berekenen ze aan de hand van www.waarneming.nl een slimme route, dan levert een rondje Nederland op één dag meer zeldzaamheden op dan De Beer destijds in een jaar. Dus ook als het om uitsluitend vogels gaat, is het begrip ‘vroeger’ relatief. Wat De Beer naar mijn smaak uniek maakte was het grootschalige landschap en dan met name de oppervlakte die de strandvlakte met het belendende Groene Strand besloeg. Een enorme ruimte waarin het goed ronddolen was. Dit gehele gebied gelegen tussen de mondingen van de Brielse Maas en de Nieuwe Waterweg werd doorsneden door een paar kreken. Verder bestond deze weidsheid uit slik, zilte vegetatie, kale zandvlakten met jonge duintjes en, meer naar binnen toe, uit graziger terreindelen. Wind en water regisseerden de gang van zaken. Dit was het domein van de broedende sterns en, in de nazomer, van pleisterende morinelplevieren, een van de visitekaartjes van De Beer. De vertrouwde toren van Brielle en de drie masten richting Zuidpier waren de enige bakens. Achter die drie opstanden gingen de schepen de waterwegmonding in en uit. We verloochenden onze Rotterdamse afkomst niet want ook deze kregen belangstelling. Slechtvalken rustten op de op het strand liggende Rommelasperges, morinelplevier 12 sept. 1959, foto Karel Schot die pas zouden verdwijnen tijdens de ruiming van de hele De Beer. Geen hoogspanningstracé, industrie- en haveninstallaties en windturbinemisères die zich thans ter plekke manifesteren. In deze wereld van ruimte en stilte domineerden de wind en vogelstemmen. Wanneer de vogelaar zijn excursie qua tijd een beetje uitkiende, kon hij er de hele dag ronddwalen zonder iemand tegen te komen. Paden ontbraken. in de BRANDING 2015-3 - 23
Een virtuele wandeling In Een eersteklas landschap neemt Jan Koolen de lezers mee op een virtuele wandeling over De Beer. In de vijftiger en zestiger jaren bezocht deze Dordtenaar het natuurmonument regelmatig en maakte hij veel foto’s. Voor oud De Beer-gangers zijn de door Koolen gegidste tochten op de voet te volgen. Met de eigen dagboeken ernaast heb ik dat prompt gedaan. De excursies van toen herleefden en brachten veel op het netvlies geëtste beelden terug… van die draaihals langs de Weermachtsweg en van waterrietzangers die eind-augustus bijna zeker te vinden waren in een hoekje van het Groene Strand. Natuurlijk kwamen ook beelden van de lachsterns voorbij, exemplaren die de Brielse Dam passeerden richting Vogelplaat. Eentje zagen we bij de Ganzenkreek een kemphaanpul te grazen nemen. Met ook de beide franjepoten, de memorabele Steppenvorkstaartplevier van 28 augustus 1954 en de drie Zeearenden over het Brielse Gat op 24 januari 1953 kreeg ik een eregalerij gepresenteerd. Ook de metgezellen van toen: Karel Schot en die arme Jur van der Beek, die een net uit een nylonnet gepeuterde Kleine Vliegenvanger uit de vingers liet glippen. Ongeringd welteverstaan. We lieten niet na Jur regelmatig aan zijn misgreep te herinneren…! Toegegeven, naast landschap en vogels had De Beer nog meer in petto. De briljante, in 1942 tijdens de Slag in de Javazee omgekomen Jan Joost ter Pelkwijk voorzag omstreeks 1930 een kaart van anekdotische schetsjes, waarop de belevenissen van zijn Haagse vogelvriendenclub te zien waren. Die kostelijke prent staat afgebeeld in Een eersteklas landschap. Zo’n kaart zou onze Rotterdamse club ook aardig vol krijgen. Alleen al de hoogwaterlijn, waarin het na een noordwester goed jutten was. Of flessenpost tegenwoordig nog een communicatiemiddel is weet ik niet, maar een halve eeuw terug zeker. Dankzij de flessenpost had mijn zuster een wereldwijd correspondentienetwerk. Omdat de meeste schepen wel eens in Rotterdam terechtkomen, leidde dat tot complicaties. Een variant daarop was een pak brieven met liefdesverdriet die een opvarende van de HMS Maidstone overboord had gezet. Toen deze mijnenveger van de Royal Navy van zijn veegwerk kwam uitblazen aan de Parkkade in Rotterdam, ging mijn zuster dat pakket terugbezorgen…! De man dacht dat hij er nu juist van af was. Ja, De Beer had ook nog andere verrassingen in Frans Kooijmans in juni 1949 op weg naar de lachsterns, petto. fotograaf onbekend Literatuur: Anonymus: 1964. Het trieste einde van De Beer. Het Vogeljaar12: 213-216. Beekman, F. & W. Renaud. 2014. Jan Joost ter Pelkwijk maakte in 1940 een unieke vogelgids voor Suriname. Het Vogeljaar 62: 145-151. Buijsman, E. 2007. ‘Een eersteklas landschap’. De teloorgang van natuurmonument De Beer. Utrecht. Meininger, P.L., Arts, F.A. & N.D. van Swelm. 2000. Kustbroedvogels in het Noordelijk Deltagebied: ontwikkelingen, knelpunten en potenties. Rapport RIKZ/2000.052. Rijksin de BRANDING 2015-3 - 24
instituut voor Kust en Zee. Stichting Ornithologisch Station Voorne. Middelburg/Oostvoorne. Ouweneel, G.L. 2004. 1935 Veertig jaar Stichting Natuurmonument De Beer 1975. Sterna 49: 62-66. Ouweneel, G.L. 2010. HMS Maidstone. In Vogelvrij. Hedel.
In 1965 was het nog goed jutten, fotograaf onbekend
Het was toch een tjif-tjaf, fotograaf onbekend
1965 In het water zat ook van alles, fotograaf onbekend in de BRANDING 2015-3 - 25
1965 En die bruinviskop moest ook naar huis, fotograaf onbekend
1965 Ook in augustus kwamen ze op smeer, foto peter rooij
in de BRANDING 2015-3 - 26
De grote zilverreiger in Suriname en Nederland Door Gerda Hos Tijdens een geweldige en vooral groene vakantie in Suriname begin dit jaar heb ik vaak grote zilverreigers gezien. Toen besefte ik pas hoe bijzonder het is dat deze vogelsoort sinds een aantal jaren ook Nederland verkozen heeft als verblijfplaats. Het gaat zelfs zo goed met ze dat sinds vorig jaar het aantal verdubbeld is. Een teken dat deze grote witte reiger (formaat blauwe reiger) het goed naar zijn zin heeft bij ons. Inmiddels broeden er hier rond de 200 paren. Vaak hoog in bomen, lekker dicht bij elkaar en met andere grote watervogels. Dit zorgt nog wel eens voor schermutselingen, maar ook voor bescherming. En dat is heel veel waard! Met zijn prachtige witte verenkleed, gele snavel (alleen in de zomer!) met zwarte punt, lange dunne hals, lange zwarte poten met zwarte tenen en de lange sierveren op de vleugels is het echt een tropisch plaatje om te zien. De reigers bij ons komen van oorsprong uit het mediterrane gebied. Ze komen verder voor in alle continenten, behalve op Antarctica. Door het beschikbaar komen van geschikt leefgebied (moeras, rietland, et cetera.) in Nederland en de opwarming van de aarde kunnen ze nu ook hier wonen en sinds 1978 zelfs broeden. Dit laatste gebeurt in de Oostvaarders-plassen. Tussen april en juni wordt er gebroed. Het mannetje bouwt het nest en baltst daar om een vrouwtje te lokken. Is dit gelukt, dan volgt de paring en legt het vrouwtje 3 tot 4 eieren waarop ze samen broeden. Als de lelijke jongen uit het ei gekropen zijn, krijgen beide ouders het druk met voeren. Ze foerageren in ondiep water, maar ook wel op het land. Ze vangen hoofdzakelijk visjes, amfibieën, kleine zoogdieren (woelmuis, mol) en reptielen. Nou ja vangen! De prooi wordt gewoon aan de dolkvormige snavel gespiest. De jongen bemachtigen het voedsel door de snavel van hun ouders kruiselings in hun eigen snavel te pakken en zo het opgebraakte voedsel tot zich te nemen. De meeste zilverreigers broeden echter in Oekraïne, Hongarije, Oostenrijk en Roemenië. Daar ze maar een legsel per jaar hebben, is dit de tijd van het grote gevaar. Zo liggen er altijd eieren rovende zoogdieren en roofvogels op de loer. Maar het grootste gevaar komt wel van de “Vloek van de schoonheid”. Zo rond 1900 waren de sierveren een zeer gewild modeverschijnsel. In 1898 werden er uit Venezuela sierveren van 1.538.000 zilverreigers uitgevoerd. Hierdoor was de soort daar bijna uitgeroeid. De snel opgerichte vogelbescherming heeft het toen voor elkaar gekregen dat het gebruik van sierveren verboden werd. Maar het gevaar is nog steeds niet geweken, want af en toe is er weer vraag naar deze prachtige veren. Ja, zo zie je maar weer: schoonheid kan tot nare, soms zelfs dodelijke gevolgen leiden. in de BRANDING 2015-3 - 27
Is de winter zacht, dan blijft de grote zilverreiger hier en anders trekt hij met de kleine zilverreiger mee naar tropisch Afrika. De kleine zilverreiger is uiteraard kleiner, heeft zwarte poten met gele tenen en een lange witte kuif (zomer) en een zwarte snavel. Ook hij woont sinds een aantal jaren in Nederland en in 1979 was het eerste broedgeval in de Oostvaardersplassen. In 1994 vond er een tweede broedpoging plaats,hier op Voorne. Daarna nam het aantal snel toe en in 2007 zijn er al ± 130 broedparen geteld. De meeste kleine reigers vertrekken in de winter. Een klein aantal overwintert in Zeeland en het Deltagebied. En zo is Nederland weer een paar tropische vogels rijker. Dus daar hoeven we niet meer voor naar de tropen. Maar als je ze ziet bij een rivier in de jungle van Suriname tussen de overvliegende ara’s en neushoornvogels, dan wil je gewoon niet anders meer. Dus ik vind het prachtig om ze hier tegen te komen, maar voor de echte tropenkick ga ik zeker nog een keertje terug naar het met oerwoud overdekte Suriname. En de mensen praten er Nederlands. Zo grappig en tegelijk super gemakkelijk voor ons Hollanders.
www.knnv.nl/voorne
Ontdek beleef bescherm Werkgroepen: Zoogdieren Planten Vogels Libellen Vlinders Natuurstudie Paddenstoelen Natuurbeleving Natuurbescherming
in de BRANDING 2015-3 - 28
afdeling VOORNE
grote zilverreiger
in de BRANDING 2015-3 - 29
Specialisten in arbeidsrecht, huurrecht en strafrecht Briggeman & Jansen Advocaten staat voor kwalitatief hoogwaardige dienstverlening, een gespecialiseerde kijk op zaken, oog voor de wensen van de cliënt, waar mogelijk het onderste uit de kan halen en vechten voor de beste oplossing, maar altijd reële verwachtingen blijven scheppen. Dat is onze missie. Dat is waar wij voor staan. Dat is waarom wij onze krachten hebben gebundeld. Graag helpen wij u met al uw juridische problemen op het gebied van het arbeidsrecht, huurrecht en (jeugd)strafrecht.
Grotekerksplein 4, 3311 CC Dordrecht Telefoon: 078 – 747 01 09 | Fax: 078 – 890 03 25 Email:
[email protected] www.bjadvocaten.nl
0126124.pdf 1 0135243.pdf
28-5-2014 16:18:14 24-10-2014 14:17:21
In de BRANDING tijdschrift van de KNNV afdeling Voorne In de BRANDING bevat mededelingen van de KNNV afd. Voorne en verschijnt viermaal per jaar: 1 februari, 1 mei, 1 september en 15 november. Kopij inleveren bij Tom van Wanum in Word formaat & foto’s separaat naar e-mail:
[email protected] Inleveren vóór 1 januari, 1 april, 1 augustus en 15 oktober Redactie: Tom van Wanum, Theo Briggeman, Jan Alewijn Dijkhuizen, John van der Knaap, Marianne op den Dries, Peter Vermaas, Katie van de Wende
Theo Briggeman
[email protected] 0180-620 594 Piet Mout
[email protected] 0181-484 098 Officiële stukken, verzoeken aan werkgroepen etc. naar het adres: Buitenhof 32, 3233 RL Oostvoorne Marianne op den Dries
[email protected] 0181-318 329 Tom van Wanum
[email protected] 0181-625 538 Marianne op den Dries
[email protected] 0181-318 329 Nieuwe leden, adreswijzigingen en alle andere ledenmutaties naar het adres: Witte de Withplein 5, 3223 SM Hellevoetsluis Jan Alewijn Dijkhuizen
[email protected] Erik Ketting
[email protected] 0181-632 086 Hans op den Dries
[email protected] 0181-318 329
Internet site KNNV afd. Voorne Webmaster
http://www.knnv.nl/voorne John van der Knaap
[email protected]
0187-470047
Werkgroepen: Paddenstoelen Planten Vlinders Vogels Zoogdieren Libellen
Eline Vis Theo Hagendoorn Wim Prins Peter Vermaas Jan Alewijn Dijkhuizen Hugo van der Slot
0181-483 091 0181-404 362 0181-484 116 0181-324 058 0181-484 098 0181-213 940
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
© KNNV afd. Voorne voorpagina: Kitesurfers voor de Maasvlakte (foto: Tom van Wanum) Wilt u alle foto’s in kleur kunnen bekijken, lees dan “In de Branding” digitaal op onze website. Het thema voor IdB nr. 4, 2015 is “Zoogdieren”.
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd. Voorne
Bestuur: Voorzitter Secretaris Penningmeester Natuurhistorisch secretaris Ledenadministratie Leden PR aanspreekpunt
Ledenadministratie : Marianne op den Dries, Witte de Withplein 5, 3223 SM Hellevoetsluis 0181 – 318 329
[email protected]
Lidmaatschap en contributie: Jaarcontributie 2015 met automatische incasso: € 33,00 huisgenootleden: € 9,50 jeugdleden (tot 26 jaar): € 15,50 Bank: Triodos rekening nummer: NL18 TRIO 0254 6500 31, t.n.v. KNNV afd. Voorne te Hellevoetsluis. Opzeggen lidmaatschap: Altijd twee maanden voor het einde van het verenigingsjaar, dat is dus vóór 1 november.