Op stap met de bosjuf
1
1ste druk - 2016 ©Gertie Bergmans Vertelpunt Uitgevers ISBN 978- 949- 1220-845
Cover & lay-out: Dirk Hermans
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, internet, USB of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Wil u meer weten over de uitgaven van Vertelpunt Uitgevers, of wenst u zelf een boek uit te geven: vertelpuntuitgevers.be. 2
Gertie Bergmans
Op stap met de bosjuf
Een praktisch handboek vol avonturentochten in de natuur 3
4
Inhoud Blz.
Blz.
Dankwoord
6
27. Wij gaan op berenjacht
52
Waarom en hoe
7
28. Een aaimoment in de natuur
53
Avonturentochten in de natuur
10
29. Yoga in de natuur
55
1. Kinderen leren kijken naar de natuur
12
30. Wat hoort er niet?
57
2. Prikkelblaadjes
13
31. Geblinddoekt op pad
58
3. Bomen meten
14
32. Hutten bouwen
60
4. Bomentocht
15
33. Geuren van het bos
62
5. Maak je avonturenstok
17
34. Op zoek naar de lente
64
6. Zoek een stok voor een knapzak
19
35. Spinnentocht
65
7. Maak een kaboutertuintje
20
36. Poppenspel in het bos
67
8. Cijferspeurtocht: zoek de muisjes
21
37. Sporenzoektocht: waar ben je?
70
9. Kaboutermuziek
23
38. Watertocht op Wereldwaterdag
72
10. Blaadjes zoeken voor herbarium
24
39. Hoog in de bomen
75
11. Blaadjestocht
26
40. Naar de weide
76
12. Knutselen in het bos
28
41. Mooi!!!
78
13. Op zaklampentocht
30
42. Klimmen en klauteren
79
14. Scharrelen, scharrelen ...
31
43. Klimmen zoals de Pieten
81
15. Leren kijken met de verrekijker
32
44. Vogels observeren
84
16. Regentocht
34
45. Diersporen zoeken
86
17. Pssssstt, luister eens?
36
46. Op zoek naar wriemelbeestjes
88
18. Het tovertouw
37
47. Uitwaaien
91
19. Gaatjestocht
38
48. Winteravonturentocht
93
20. Oeps, iets vergeten
39
49. Paasspeurtocht
95
21. Op blote voeten
40
50. Paddenstoelentocht
96
22. Op zoek naar een huisje
42
Informatie, bronnen, literatuur
99
23. Schilderen, picknick en yoga
44
24. Bosmuziek
46
25. Bloementocht
48
26. Naar de waterplas
50 5
Dankwoord Dit is een handboek voor kleuterjuffen, leerkrachten eerste graad, ouders, grootouders, leiders en leidsters van jeugdbewegingen, natuurgidsen, ... Het kwam tot stand dankzij de medewerking van: •
juf Sanne, die iedere week heel enthousiast meegaat naar het bos;
•
mijn andere collega's die de natuur ook belangrijk vinden in de ontwikkeling van de kinderen en regelmatig het bos intrekken met hun klasjes;
•
onze directrice, Carine Welters, die achter onze wekelijkse avonturentochten staat;
•
E. Poncelet;
•
mijn man Berto, die me steeds steunt bij mijn projecten;
•
Jemp Peeters en Corina Cools van Natuurpunt;
•
Cat'rina Vandersteegen, die inging op mijn vraag om de tekst te proeflezen en te reviseren.
6
Waarom en hoe? Waarom dit boek?
informatie kunnen opzoeken.
Ik zal me eerst even voorstellen: in het dagelijkse leven ben ik kleuterjuf bij vier- en vijfjarige kleuters,
Er werd me dikwijls gevraagd: “Maar wat doen jullie dan toch iedere week met de kinderen in de natuur?”
op een autonome kleuterschool met zes klasjes (in Wurfeld, een gehucht van Maaseik). Onze speelplaats grenst aan een bos en daarachter ligt een groot natuurgebied.
Die vraag bracht mij op het idee om mijn tochten te verzamelen in dit boek. Ik hoop dat jullie - jufs, ouders, grootouders, begeleiders - na het lezen van dit boek, ook de kriebels krijgen om veel met jullie kinderen de natuur in te trekken.
Zelf ben ik opgegroeid en woon ik nog steeds tegen een natuurgebied. Als kind speelden we samen met de kinderen van de straat aan de beek, in de beemden. We maakten hutten, gingen kikkers vangen, buiten picknicken enz.
Waarom met jonge kinderen de natuur in?
Na het lezen van het boek Het laatste kind in het bos van Richard Louv, dacht ik dadelijk aan mijn eigen kindertijd en aan dat van onze zonen, Robbie en Reno. Ook zij hebben genoten in de natuur, ook zij
De natuur levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het jonge kind. Er liggen vele leerkansen in de natuur, ze liggen er voor het grijpen!
kwamen onder de modder terug naar binnen. Maar welke kinderen krijgen nu, op de dag van vandaag, nog deze kansen? Daarom kwam bij mij het idee op om met mijn kleuters op avonturentocht te gaan. Iedere week trekken we er dus op uit. Telkens worden andere zintuigen geprikkeld, iedere week krijgen ze andere
•
De natuur ligt vol materiaal dat uitnodigt tot onderzoeken en ontdekken.
•
De natuur prikkelt alle zintuigen: horen, zien, voelen, ruiken en proeven.
ontwikkelingskansen in de natuur. Ze genieten er echt van en kijken ernaar uit.
•
De natuur biedt kansen tot sociale ontwikkeling: samen op stap gaan, samen genieten, samen onderzoeken, samen hutten bouwen ...
•
De natuur biedt ook materiaal, situaties en mogelijkheden voor taalkundige, wiskundige en muzische activiteiten.
Ook de collega's gaan nu met hun kleuters de natuur in, zelfs met de peutertjes. Op school hebben we grote verzamelbakken met experimenteer- en ontdekmateriaal zoals vergrootglazen en verrekijkers. We hebben een informatiehoek ingericht met educatieve boeken over de natuur. Deze opzoekboeken en –kaarten gaan ook mee op tocht, zodat we samen met de kleuters ter plaatse 7
•
De natuur prikkelt de fantasie.
•
De kinderen leren eerbied hebben voor de natuur. Zij zijn het die er later voor moeten zorgen!
•
De kinderen ontdekken de veranderingen van de seizoenen.
•
Voor elke leeftijd zijn er uitdagingen in de natuur.
•
De kinderen verleggen er hun grenzen.
•
In de natuur kan je tot rust komen.
•
Een plaats met vele mogelijkheden voor belevingsactiviteiten.
• Pluk geen paddenstoelen: sommige zijn giftig.
•
De natuur is de ideale plaats voor de ontwikkeling van de grove motoriek.
•
…
• Ben je op zoek naar wriemelbeestjes, doe het dan heel voorzichtig. Laat ze ook zo vlug mogelijk vrij op de plaats waar je ze gevonden hebt.
Wat kan en wat kan niet?
• Pluk geen bessen: sommige zijn giftig.
• Laat geen afval achter in het bos.
Kortom, de natuur biedt een schat aan ontwikkelingskansen voor het jonge kind!
• Breek geen takken af. • Probeer rustig te zijn, niet schreeuwen: denk aan de bosdieren.
Taak van de begeleider. •
Laat de kinderen in hun eigen tempo en volgens eigen behoeften ervaren en ontdekken.
•
Geef prikkels.
•
Leef je in in de fantasiewereld van het jonge kind.
•
Rem niet af als het niet gevaarlijk is.
•
Speel mee, raak verwonderd samen met het kind.
•
Denk eraan: het kind mag vies worden.
•
Zorg ervoor dat de kinderen zich veilig voelen: rode vlag, terrein afbakenen, zichtbare kledij van de begeleider.
•
•
Heb respect voor al het mooie van de natuur.
De avonturenrugzak Wat neemt de begeleider mee in de rugzak? • Vergrootglazen.
Bij een wandeling: houd het tempo laag. Stop regelmatig. Laat kinderen die steeds achteraan slenteren eens naast jou lopen. Sta altijd stil bij wat zij opmerken, bij wat zij zien.
•
Leer hen kijken naar de natuur.
•
Bij mooi weer: samen picknicken op avonturentocht.
•
Insectendoosjes.
•
Oude penselen.
•
Oude handschoenen.
•
Touw, schaar, zakmes.
•
EHBO-set.
•
Verrekijker.
•
Groot stuk plastic (dat gebruikt wordt bij verfwerken): als de regen je plots verrast, kan je er met z’n allen onder staan.
•
Koekjes, picknick.
•
Water.
En tenslotte: het fluitje. Dat draagt de begeleider altijd bij zich. Het trekt de aandacht en geeft het sein om te verzamelen.
De rode vlag
Zelf neem ik 20 à 25 kinderen mee op tocht. Dat is
Deze vlag gaat altijd mee.
mogelijk dankzij de afspraken over de rode vlag en de fluit (zie verder). Ik geef in de beschrijving van de tochten aan als het wenselijk is om één of meer extra begeleiders te voorzien. Kijk wat je zelf aankan en neem zoveel volwassenen mee als nodig is voor de veiligheid van de kinderen.
Afspraken
8
•
Het kind met de rode vlag loopt voorop. De andere kinderen steken de vlagdrager niet voorbij (zo voorkom je dat kinderen ver voorop gaan lopen).
•
Als ze een opdracht moeten uitvoeren wordt de
rode vlag duidelijk zichtbaar geplaatst. Zo hebben de kleuters een herkenningspunt: ze moeten de rode vlag altijd zien.
Geleidelijk worden de tochten langer. We vertrekken soms al in de voormiddag. Onderweg pauzeren we wel om te eten en te drinken.
Tips
Extra voor sommige kinderen Bij een van de eerste tochten van het schooljaar was er een kleuter die bang was. Zij vroeg me: “Juf , doe je ook een rode jas aan? Dan zie ik je beter”. Dus als je zelf goed zichtbaar bent geeft dit een veiliger gevoel voor sommige kinderen.
Aangepaste kledij •
Laarzen of stevige stapschoenen.
•
Oude kleren: liefst een lange broek, tegen netels, takken die schuren enz.
•
Als we gaan picknicken nemen de kinderen elk hun rugzakje mee. Hierin steekt de picknick, een plastic zak en een handdoek om op te zitten.
Briefje voor de ouders
Hangen af van de leeftijd van de kinderen. In het
De ouders worden voor de tocht steeds op de hoogte gebracht. Ze krijgen informatie over de tocht en we vragen om hun kind aangepaste kledij aan te doen.
begin van het schooljaar doen we korte tochten. Sommige kinderen wandelen niet veel en worden vlug moe.
Zeker vermelden: kinderen na iedere tocht nakijken op teken.
Afstand en duur
9
Avonturentochten in de natuur •
Met peuters de natuur in
grasweides om te kruipen en te rollen of te ontdekken wat er leeft tussen de grassprietjes.
Peuters leren al spelend de wereld rond hen
Laat ze vrij klimmen en klauteren
ontdekken, ze exploreren, ze experimenteren. Ga met hen samen op ontdekkingstocht, ga vol verwondering mee op avontuur. Want bedenk: jonge kinderen bootsen volwassenen na.
Bij de eerste tochten zullen de peuters dicht bij je blijven. Maar al vlug verleggen ze hun grenzen, hebben ze minder angst, durven ze al verder op ontdekking gaan. Ieder in zijn eigen tempo.
Zij ervaren de wereld met al hun zintuigen. Ga met hen de natuur in en laat hun de natuur zien, horen, ruiken, voelen (met handen en voeten) en
De taak van de begeleider is van wezenlijk belang (zie Waarom en hoe).
proeven. Jonge kinderen willen bewegen, willen handelen. Zorg ervoor dat ze dit ook kunnen doen!
De begeleiders van de peuters vinden ook ideeën in het volgende deel: met jonge kinderen de natuur in.
Maak gebruik van:
Houd er rekening mee dat je peuters meer laat ontdekken en experimenteren!
•
kruiwagentjes, emmertjes, doosjes om te verzamelen (voor ieder kind een verzamelmandje of -doosje),
•
Met jonge kinderen de natuur in
oude pannen, oude ketels en roermateriaal om te koken of te bakken met natuurmaterialen,
•
loopfietsen (heerlijk over de bospaadjes - denk aan de fietshelm),
•
knuffels (bosdieren om te verstoppen en samen
De natuur levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het jonge kind. Er liggen veel leerkansen in de natuur. Ze liggen er voor het grijpen.
te zoeken),
• •
wriemelbeestjes om te zoeken,
Hoe begin je eraan met een groep enthousiaste kinderen? Ik kan me voorstellen dat het naar buiten gaan met jonge kinderen velen afschrikt en vragen
water (een regentocht, een plassentocht ... lekker met de laarzen in de plassen en de modder - vergeet de potten en pannen niet),
•
picknick,
• •
blote voetjes om te lopen in de natuur,
oproept. Hoe kan ik zoveel mogelijk zintuigen van het kind prikkelen? Hoe zorg ik dat ze ten volle van die leerkansen kunnen genieten?
stenen om te zoeken en in de ontdekbak van de
Alvorens ik begon met mijn avonturentochten heb ik veel gelezen over natuurbeleving bij kinderen. Maar natuurbeleving met jonge kinderen is toch nog iets anders.
klas te deponeren,
• •
stokken en herfstvruchten om te zoeken,
•
tuinkaboutertjes om te zoeken,
een hut om te bouwen met stokken en lakens,
Het gaat vooral om beleving, ervaringen opdoen met het hele lichaam, met al hun zintuigen. En vooral 10
niet te vergeten: genieten en plezier beleven. Om het jullie gemakkelijk te maken, heb ik mijn tochten zo praktisch mogelijk uitgeschreven. Dit boek is een verzameling van 50 tochten.
•
Verloop
•
Nadien
•
Tips
Maar vergeet vooral niet in te gaan op wat de kinderen zelf aanbrengen, op wat ze zelf ontdekken!
Je ziet bij elke tocht de volgende indeling •
Wat nemen we mee?
Wat als het bos niet op wandelafstand ligt?
•
Waar?
Spreek met de ouders vaste dagen af wanneer je naar
•
Wanneer?
•
Vooraf
het bos wil gaan. Zo kan je het vervoer regelen. De ouders kunnen dan zelfs als begeleiders meegaan.
Hopelijk kan ik jullie met mijn boek overtuigen om met de kinderen naar buiten te gaan. Op avontuur te trekken en de vrije natuur te ontdekken. Te genieten van al het mooie dat Moeder Natuur te bieden heeft.
11
1. Kinderen leren kijken naar de natuur
Wat nemen we mee? • • • •
•
zelf niet te vlug vertellen wat je ervaart, de kinderen ontdekken wel.
Gevulde avonturenrugzak Rode vlag Enkele opzoekboeken: bomen, planten, dieren, insecten Bolderkar Fluit
Tips • Vooral de afspraken van de rode vlag naleven: niet voorbij de rode vlag stappen. • Het kind dat de rode vlag draagt moet goed naar de begeleider luisteren. • Wijs de kinderen op prikkelplantjes en giftige besjes.
Waar? In het park, de weide, de berm of het bos.
Nadien
Wanneer?
• Terugblikken op de avonturentocht.
In de herfst, de winter, de lente of de zomer.
• Wie wil mag een tekening maken in het avonturentochtendagboek.
Vooraf Dit is de eerste avonturentocht in de klas. Vooraf afspraken maken: • opletten langs de straat, • afspraken in verband met de rode vlag en het fluitje.
Verloop Wandel samen met de kinderen langzaam naar het bos. Vooral niet te vlug wandelen, zodat ze de kans krijgen om te kijken. Sta onderweg stil bij wat de kleuters zien of opmerken. Vinden we dit in onze boeken? Komt er te weinig van de kinderen zelf, geef dan dingen aan: wat we zien, horen, ruiken ... , we geven prikkels. De kinderen bepalen het verloop van deze tocht! Ga
12
2. Prikkelblaadjes Wat nemen we mee? • • • • • •
-
Avonturenrugzak Bolderkar Rode vlag Blad met afbeelding van hulst, netel, distel, braamstruik Papierplakband, nietjesapparaat, nietjes, schaartjes Fluit
-
Waar? In de berm, in het park of het bos.
-
Wanneer?
Sommige planten hebben prikkers aan hun blaadjes of stengel. Dat is niet zo leuk voor ons. Maar het is wel goed voor hen, zo worden ze niet opgegeten door de dieren. De distel heeft grote stekels op de rand van het blad. De brandnetel heeft haartjes. De hulst heeft blaadjes met scherpe stekels De braamstruiken hebben doornen op hun takken.
In de lente, de zomer of de herfst.
Verloop Vooraf
We beginnen aan onze tocht. De kinderen krijgen hun blad en nu maar zoeken. Als ze een netel, hulst enz. gevonden hebben knippen ze met het schaartje een blaadje af en plakken het op hun fiche naast de juiste afbeelding, of de begeleider niet het vast.
Dit is steeds mijn tweede tocht. De kinderen laten zich verrassen door de prikkelplantjes en dat kan soms traantjes geven. Daarom deze tocht: even aandacht voor de netel, distel, hulst en braamstruik. De volgende keer herkennen ze deze planten en letten ze beter op. •
Stippel op voorhand je "prikkelroute" uit.
Tips
•
In de klas wordt uitleg gegeven over het blad
•
Zorg voor extra begeleiders die de kinderen kunnen helpen bij deze activiteit.
•
EHBO bij brandnetelprik: gekneusde jonge blaadjes van hondsdraf of weegbree maar ook sap van de brandnetelstengel verminderen de jeuk.
Nadien
met de afbeeldingen en prikkelplanten. - Waarom prikken planten? 13
•
Terugblikken op de tocht.
•
Hun opdrachtenblad bespreken: kan je ze nog benoemen?
•
Tekenen in het avonturentochtenboek