UITGELEZEN HOORN
Sjaak Grosthuizen Radiocolumns voor Radio Hoorn 2014 -2015 Bonusmateriaal: zomercolumns
UITGELEZEN HOORN Verzamelde columns voor Weekend Magazine Radio Hoorn seizoen 2014 – 2015
Sjaak Grosthuizen (met als bonusmateriaal: zomercolumns)
© Sjaak Grosthuizen Alles uit dit document mag zonder toestemming van de auteur worden gebruikt, mits er geen bedoeling is er persoonlijke reputaties mee te ondermijnen. Het wordt zelfs op prijs gesteld de hierna te lezen teksten onder de aandacht van derden te brengen, ongeacht of het in werkof huiselijk verband is. Bij goed gebruik van tekstonderdelen graag de bron vermelden.
INHOUD VOORWOORD 1. Een goed begin, maar dan ook aan het werk 2. Echte democratie 3. Zorgvernelling 4. Kholoud 5. Wat moet je doen met zoveel miljoen? 6. Strand 1 7. Schuitje varen 8. Zo werkt het nou 9. Politiek amateurtoneel 10. De ontknoping 11. Zie ginds komt een boot aan 12. Wat is wijsheid? 13. Sinterklaas in Hoorn 14. Herbergen in Hoorn 15. Hoorns theater 16. Halve Maenregelen 17. Weer een jaartje verder 18. Vóórzichtigheden 19. Ik ben Sjaak 20. De avond van Symen 21. In de herhaling 22. Onbetaalbaar fatsoen 23. De avond van Robert Vinkenborg 24. Strand 2 25. Opvoedhoornaars/-inezen 26. Alle dertien goed? 27. De provinciale Tweede Kamerverkiezingen 28. Jager of prooi 29. Gespleten politiek 30. Westfriesland, maar niet te gek natuurlijk 31. Hup, Westfriesland, hup! 32. Joost mag het weten 33. De Poort van Hoorn afl 127 34. Slim naar de toekomst 35. Samenwerken of Arabisch? 36. Goed gedachtegoed? 37. Somberweek 38. Politiek is oorlog 39. Overpeinzingen van een economische nitwit 40. Muggenziften 41. Hoed u voor de terreur van autobezitters! 42. Communicatiemores 43. Roger for ever! 44. Lucky bastards in Enschede
6 september 2014 13 september2014 20 september 2014 27 september 2014 4 oktober 2014 11 oktober 2014 18 oktober 2014 25 oktober 2014 1 november 2014 8 november 2014 15 november 2014 22 november 2014 29 november 2014 6 december 2014 13 december 2014 20 december 2014 27 december 2014 3 januari 2015 10 januari 2015 17 januari 2015 24 januari 2015 31 januari 2015 7 februari 2015 14 februari 2015 21 februari 2015 28 februari 2015 7 maart 2015 14 maart 2015 21 maart 2015 28 maart 2015 4 april 2015 11 april 2015 18 april 2015 25 april 2015 2 mei 2015 9 mei 2015 16 mei 2015 23 mei 2015 30 mei 2015 6 juni 2015 13 juni 2015 20 juni 2015 27 juni 2015 4 juli 2015
DE ZOMERCOLUMNS 45. Scootmobiel 46. Verslaafd 47. Met een bloedgang 48. Hoorn vakantiestad 49. Politionele acties 50. Een bedrukte pensionado 51. Kuddegeest 52. Seks dus
11 juli 2015 18 juli 2015 25 juli 2015 1 augustus 2015 8 augustus 2015 15 augustus 2015 23 augustus 2015 29 augustus 2015
VOORWOORD
Van kweekschool naar Radio Hoorn
Elke raadsvergadering is er Sjaak Grosthuizen. Met microfoon en camera loopt hij op de vrijwel lege raadstribune heen en weer. Achter brillenglazen en boven zijn grijze stoppelbaard bekijkt hij glimlachend de politieke arena. Opera, politiek of cabaret, het is Sjaak om het even. Vrijwel alle podia zijn door hem de maat genomen en hij fileert op een doeltreffende en vriendelijke manier de Hoornse politicus. Iedere weldenkende links-langharige jongere volgde in de jaren 70 een opleiding in Amsterdam. Bij voorkeur aan de Sociale Academie of d’Witte Lelie. Daar kreeg de student vooral kennis over rietsuiker, Outspan sinaasappelen, de bevrijdingsstrijd in Angola en werd het Russisch communisme geprezen. Saaie types gingen naar de horlogemakersvakschool of de kweekschool. Na de Sint Jozef Mulo wordt Sjaak verder gekweekt in Den Helder. Een normaal mens zou depressief uit Den Helder zijn vertrokken. Sjaak werd er gelukkig. Met lof voltooide hij de opleiding tot volledig bevoegd onderwijzer. Ongeveer de helft van de kinderen in de Grote Waal hebben bij Sjaak in de klas gezeten en leerden er rekenen en schrijven. Aan het Marsdiep werd hij vermoedelijk linksig en begon hij onmogelijke verbanden tussen zaken te leggen. Grosthuizen relativeert en ontmaskert in zijn columns de spelers van het politieke toneel. Wat zich in de kleedkamers afspeelt bewaart hij, als het geheim van Paleis Soestdijk, voor later. De figuranten uit de Radio Hoorn-columns vormen het kapitaal. Wekelijks bijt hij de politicus, maar laat hem wél in leven. Slechts één keer per jaar wijkt hij hiervan af. Sjaak heeft zelfs een keer geprobeerd het PvdApolitbureau aan het lachen te krijgen. Geen kleinigheid, maar hij probeert het wel. En meteen na de opening van het nieuwe politieke jachtseizoen is Sjaak weer op Radio Hoorn. Iedere week, en al jarenlang.
Roger Tonnaer Hoorn, 12 augustus 2015.
Een goed begin, maar dan ook aan het werk. 6 september 2014
Het nieuwe radioseizoen van Radio Hoorn start tegelijk met het ontwaken van de partijpolitieke activiteiten in Hoorn. Ja, ik weet het: een aantal politici bleef de hele rustperiode klaarwakker met het prijzenswaardige argument dat de burgers je niet hebben gekozen om in vier jaar tijd een half jaar reces te gebruiken. Neem toch maar van mij aan: in alle partijen bleef het onderhuids gisten en borrelen. Straks gaan we weer aan de slag en dan moeten we ons helemaal waarmaken! Ook ik sta elk jaar te popelen om de geboorte van weer een nieuw parlementair jaar gade te slaan. Buiten de kraamkamers natuurlijk. Over de conceptie van politieke ideeën kan ik alleen maar fatsoenlijk fantaseren en dat doe ik dan ook volop!
Een nieuw politiek jaar en een nieuw politiek geluid wordt elk jaar toch meer oude wijn in nieuwe zakken. Toch kun je je daarin deerlijk vergissen. De Poort van Hoorn staat nog altijd zeer prominent op het programma, maar wat is er een groot verschil met vorig jaar! Vorig jaar stonden wethouders klaar met wilskracht en daadkracht in hun ogen en zichtbaar in de trekken om hun monden. Wanneer we nu handelen, dan kan het allemaal nog meevallen. Het viel hen niet mee, want de Poort van Hoorn werd een prachtig onderwerp van aanhoudend dispuut, met stevige standpunten die de verkiezingen moesten overleven.
We kennen nu de geschiedenis. Een Poort van Hoorn moet er wel komen, natuurlijk, maar wel een die betaalbaar is. En wie voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten moet vooral doorgaan te geloven in de eigen campagnes. We zijn een jaar verder en de discussie rond de enig juiste uitvoering van poortplannen wordt weer opnieuw aangezwengeld. Nu gaat het om de keuze van de beste variant van een Poort van Hoorn. Het gaat erom dat het binnenkomen van de stad vlot, veilig en voordelig moet kunnen worden gerealiseerd.
Wat een overwinning van de democratie is het toch dat zowel coalitie als oppositie keihard meedenkt en met plannen aankomt. Toen de meeste Hoornse politici zich al dan niet met enig schuldgevoel een paar momenten vakantie met de thuisdierbaren doorbrachten, kwamen Symen van der Meer en Alex van der Kleij met poortplannen waarover men elkaar en petit comité zonder enige twijfel nachtenlang heeft doorgezaagd. Het gaat niet om hen zelf, het gaat niet om het Hoorns Belang belang, het gaat om de stad. De stad en haar burgers. De stad en haar bezoekers. En natuurlijk duldt hun idee geen uitstel. Leuk dat anderen ook meedenken, maar dat had je ook wat eerder kunnen doen.
Robert Vinkenborg van HOP en Joke van Diepen van HSP hebben elkander ook gevonden met een variant. Het Keern moet open blijven voor de automobilist, vinden beiden. Ook wanneer hij daarbij de auto wil meenemen. Waar de ene partij heil ziet in een fietstunnel onder de Provincialeweg door, gaan Symen, Robert en Joke liever de lucht in. Een brug over de weg. Dan kun je ook beter zien waar je centen in gestopt zijn.
En wat doet de coalitie met deze meedenkvarianten? GroenLinks-wethouder Samir Bashara van wehoren-u-echt-welzaken heeft de democratie ontzettend hoog in het vaandel staan. Voor de verkiezingen vertelde hij de kiezer wat hij niet goed aan de plannen vond. Nu wil hij van diezelfde kiezers horen wat dan wel goede plannen zijn. Dat vind ik sterk van hem en van het hele college. Durven toegeven dat je het zelf ook niet goed weet. Dat wisten we natuurlijk allang. In de afgelopen jaren hebben we geen enkele wethouder gehad met een opleiding in wegenbouw en infrastructuur. Ik vrees dat die er ook niet zitten bij HOP, HSP of Hoorns Belang. Ergo: er moet een miljoenen kostend plan worden gemaakt, waar geen enkele Hoornse politicus verstand van heeft.
Heel even heb ik overwogen om dan ook maar met een paar mooie plannen te komen. Ik doe het niet. Ik houd me gewoon bij zaken waarvan ik een beetje kennis heb ontwikkeld. En over precies een jaar maak ik daar weer een bundeltje van. (terug)
Echte democratie 13 september 2014
Over politici hebben we een vaak een verstard en vertekend beeld. Zij zitten in een ivoren toren en halen daar dingen uit die je niet helemaal kunt zien, maar dat is wel het enige dat je kunt doen. Kijken. En luisteren natuurlijk, want politici doen meer met woorden dan dominees. Politici veroveren eerst jouw hart met een stortvloed aan in mooie woorden verpakte beloften en gaan er met veel minder innemende woorden mee aan de haal. Dat is een beeld. In de kroeg wordt dat beeld zelfs zonder overmaat aan alcohol bevestigd door iedereen die zich mengt in gesprekken over politici. Dat gebeurt wanneer over voetbal genoeg is gezegd. Over voetbal kun je slaande ruzie krijgen door tegengestelde meningen of doordat je verschillende clubs lief hebt. Scheldkanonnades over politici leiden zelden tot ruzie.
De leden van ons college van burgemeester en wethouders zijn ook wel eens in een kroeg geweest en kennen het klappen van de zweep. Dit college wil ook in barre tijden mensen tevreden houden. Dat gaat niet lukken door in de raadszaal gloedvolle betogen te houden. Niet elke burger wil deze maandelijks terugkerende voorstelling komen bekijken. En wie wel komt kijken, komt om te kijken. Niet om mee te praten. Dat is de regel. In de raad komen wethouders alleen dingen uitleggen en stemmen ophalen om hun zorgvuldig uitgebroede plannen doorgevoerd te krijgen.
Wat geweldig is dus het initiatief om als wethouders de burgers na de verkiezingen weer op te zoeken. Niet om het nieuwe evangelie te prediken, maar om te luisteren. Zegt u het maar, moedigen zij de burgers aan. Vertel ons wat u aan het hart ligt. Wij willen dat weten. Wij doen ons werk, waar we overvolle dagdelen mee bezig zijn. Maar kom evengoed maar op met uw vragen, uw wensen, uw zorgen. Wij horen u. Sterker nog, wij luisteren. Wij willen u nog beter begrijpen. Kunt u iets luider spreken? Het is zo’n herrie om ons heen en de akoestiek is niet je dat.
Zo heb ik ze gezien. Ons college niet tegenover, maar met de burgers. Weke knieën van emotie! Vooral toen ik een burger hoorde zeggen, dat dit de ware democratie is. Voor het volk en door het volk. Ik kan het alleen maar met hem eens zijn. Ik zag geen verbeten gezichten, gebalde vuisten, hoorde geen gebral, ook niet van de burgers. De welwillendheid lag als een sussende deken over het hele gezelschap. Tevredenheid alom en goddank: één kritisch persoon die me zei dat je nu maar moest afwachten wat de politici hiermee gaan doen.
Twijfelt ons college aan het eigen beleid? Missen onze wethouders burgervriendelijke beleidselementen in hun eigen stukken? Het college is eigenlijk nog maar net begonnen met de klus en heeft nog nauwelijks de tijd gehad de Hoornse burgerij op de achterste poten te krijgen. Ontevreden heethoofden hebben nog niet eens de kans gehad om protestbijeenkomsten te organiseren. Is dit de tactiek om ontevredenen de wind uit de zeilen te nemen? Om de oppositie monddood te maken? Ach, meneer Tonnaer, wij kennen de burgers ook, hoor. Meneer Vinkenborg , wij spreken ze misschien wel vaker dan u. Zou dit een poging zijn om te voorkomen dat er bij de volgende verkiezingen weer drie splintergroepen bijkomen? Zal de burgerij nu beseffen dat je met zorgen en wensen niet meer naar de oppositiepartijtjes hoeft te stappen, maar direct bij het college langs kunt? Heeft u wat? Hier heeft u mijn telefoonnummer of mail me. Democratischer kan het niet, lieve burger.
Ik heb genoten van de bijeenkomst. Zal ik in Hoorn nog ooit protestbijeenkomsten kunnen meemaken? Vlammende betogen over door het college veroorzaakte ellende kunnen aanhoren? Je zou bijna denken: echte democratie maakt oppositie overbodig. Zonde toch? (terug)
Zorgvernelling 20 september 2014
Ik maak me zorgen over de zorg. Mijn lichamelijke handicap lijkt minder te worden en ik denk dat dit gewoon een reactie is van mijn lijf, sinds het kabinet korte metten begon te maken met het verlenen van zorg aan zorgbehoevenden. Ik maak me geen illusies. Ik word ook ouder en vanaf mijn leeftijd is het herstel van de economie met de inkomenscadeautjes van dit kabinet niet meer aantoonbaar. Henk Krol lijkt het gelijk aan zijn kant te hebben en hij protesteert heftig, maar wat is hij een slecht acteur! In een voorstelling van toneelclub ‘Op de planken en niet ernaast’ van Ons Dorp voor het bejaardentehuis Terminus zou hij voor zijn vertolking van de rol van Boze Gerrit de handen wel op elkaar krijgen, maar elders zal hij met zijn presentatie van boze gezichten bij serieuze onderwerpen eerder de naam Gekke Henkie verkrijgen.
Intussen dringt vooral de VVD-vleugel van het kabinet erop aan op het gebied van zorgverlening nooit meer Gekke Henkie te spelen. Het kan allemaal best wat minder en die ouderen bezitten gemiddeld weer veel meer dan een paar jaar geleden.
Het woord zorgverleningsinstantie maakt mij echt niet meer vrolijk. Terwijl ik zorgverleners altijd op handen zal blijven dragen, slaat instantie mij de schrik om het hart. De instanties regelen de zorg. De instanties ontslaan de zorgverleners. De instanties hebben waterhoofden. De instanties vinden stagiaires en goedkopere buitenlandse zorgverleners minstens zo goed als de nu nog functionerende professionals.
Zorgverleninginstanties reageren op aanbestedingen en de goedkoopste wint. Politici worden dan verplicht uit te leggen dat zij voor het laagst mogelijke bedrag de best denkbare zorg hebben ingekocht. De beste zorgverlenigingsinstanties vallen om en de beste zorgverleners staan aan de kant, tenzij zij zich willen voordoen als stagiaire of buitenlandse zorgverlener.
Toegegeven: dit is het beeld dat zich steevast aan mij opdringt. Maar nu is alles anders. Weg met alle zwartgalligheid! Hou op met somberen! Want nu hebben wij in Hoorn Nel Douw aan onze kant! Nel Douw, de SP-wethouder van laat-de-zorgen-tot-mij-komenzaken ziet een hoopvolle toekomst voor de Hoornse zorgbehoevenden. Nel komt uit de zorg. Nel kent dat wereldje beter dan wie ook. En Nel staat breeduit lachend op de foto bij het krantenartikel ‘Hulpverlener wordt hier ook blij van.’ Een SP-politica die zich lachend laat portretteren bij het onderwerp zorgverlening is bijna de wereld op z’n kop. Wat vindt Emiel Roemer hier van? Mag dit zomaar? Ja, het mag! Nel heeft namelijk de hele
zorgoperatie stevig in de hand. 1.Hoorn heet haar toverformule. Alle zorgaanbod op het gebied van lichamelijke en geestelijke gezondheid, opvoeding en jeugd worden gestuurd vanuit deze ene oprganisatie1.Hoorn. Er zijn wel drie gebiedsteams die samen één zijn. Wie snapt hoe het zit met de Heilige Drievuldigheid, begrijpt dat hier ook.
Nel Douw gaat hier over. Met een paar miljoen uit de Hoornse reserves en de krappe budgetten van het Rijk gaat zij den volke bewijzen dat zorg inderdaad met minder geld toe kan. Het huidige kabinet zal dit met groot genoegen gadeslaan. Emiel Roemer zal men tot hier in Hoorn kunnen horen knarsetanden. Nel Douw, onze SP-moeder van de zorgbehoevenden zal daar niet om malen. Ik zal mijn nachtrust hervinden zonder tabletjes. De mantra Denk aan Nel, dan lukt het wel zal voldoende zijn. Ik mag tot zeker het einde van deze collegeperiode met een gerust hart ouder worden.
Besef het wel, wij hebben Nel. Met onze Nel stopt elk gekwel. Rijd niet te snel, ook al is daar Nel. Door onze Nel red ik het wel. Niet meer in tel? Toch wel door Nel. Gaat u dus rustig slapen.
(terug)
Kholoud 27 september 2014
Eén van mijn oud-leerlingen studeert voor imam. De Nederlandse opleiding, zei hij mij ter geruststelling. Zijn witte kleding en zijn baardje zouden voor onze Hollandse ogen misschien kunnen betekenen dat hij ‘daar’ bij zou kunnen horen. Ik heb nog scherpe beelden van hem als Turks schoffie, dat elke dag alle vrees dat hij verkeerd terecht zou komen, bevestigde. Hij werd op zijn 14e gered door het geloof en brak zich los van zijn tot dan toe grootste vriend. Die komt binnenkort vrij, na zijn zoveelste celstraf. Hij voelde er echter niets voor om steeds maar uit te leggen dat hij niks op heeft met fundamentalistische of extremistische islam. Ik wenste hem veel succes met het afronden van zijn studie.
De afgelopen week zag ik op Facebook mijn Facebookvriendin Kholoud Almobayed in een filmpje. Ze noemde daar in een verklaring van 35 seconden wie ze is en waar ze hartstochtelijk afstand van neemt. Iedereen die Kholoud kent, weet dat allang. Kholoud geeft met haar boodschap gehoor aan de oproep aan alle moslims om afstand te nemen van islamitisch extremisme en geweld. Helpt dat dan?
Veel van Kholouds Facebookvrienden hebben het filmpje gedeeld en het zal verder worden gedeeld en ook onder ogen komen van mensen die zich afvragen wie deze vrouw is. Syrisch en Nederlands, Hoorns raadslid voor de PvdA, met nog een baan erbij en moeder van een gezin. Oja, en ook nog moslima. Ja, dit helpt ons ons beeld van moslimimmigranten te relativeren.
Ik denk dat dit navolging verdient. Niet door elke moslim, maar stel je voor dat imams dat wel doen! Op dezelfde wijze. Dat lijkt me veel zinniger dan filmpjes te maken, waarin je een emmer ijswater over jezelf leeggooit. Ergens is het te gek voor woorden, dat dit bijzonder zou zijn. Kennelijk verwachten wij van nieuwkomers in ons land weinig goeds en zijn we stomverbaasd wanneer dat niet zo blijkt te zijn.
Het statement van Kholoud zegt veel meer dan dat zij als moslima tegen elk godsdienstig geweld is. Zij laat zien dat zij als buitenlander van betekenis is voor het besturen van een Nederlandse stad. Zij staat daar voor de belangen van Nederlanders die het niet gemakkelijk hebben.
Kholoud Almobayed maakt ook een duidelijk statement naar Wilders en zijn geestgezinden. Ik sta hier als moslima in Nederland de Nederlandse zaken te behartigen. Doen al jouw schreeuwende
kiezers dat ook? Kholoud is een vrouw waar Hoorn behoefte aan heeft. Ze doet er toe. Ik hoop dat het van mij niet al te aanmatigend klinkt, wanneer ik zeg: ze is er een van ons.
Kholoud koos voor Facebook als medium om haar mening te uiten. Dat lukt niet elke Hoornse politicus even goed. Raadsleden die onlangs nog struikelden over de Facebookmeningen van onze gewaardeerde GroenLinkswethouder van verdomd goede zaken Samir Bashara, spraken hun lof uit over Kholoud. Geef dus even door aan Samir dat je met Facebook ook vrienden kunt maken. (terug)
Wat moet je doen met zoveel miljoen? 4 oktober 2014
Vierenveertig miljoen achthonderd zevenenveertigduizend euro, hoe krijg je dat op! Hoorn krijgt dat binnen een jaar voor elkaar en dan nog moet uit diverse hoeken en gaatjes geld worden gevonden om dreigende tekorten tegen te gaan. Al dit geld is bedoeld voor de Jeugdzorg, de AWBZ, Passend Onderwijs en de Participatiewet. Onze regering schonk Hoorn dit duizelingwekkende bedrag, maar het is wel afgeroomd. Men heeft in alle wijsheid eerst maar besloten dat op deze zaken drastisch moet worden bezuinigd. Waarom? Dat is duidelijk. In deze jaren zijn we in meerderheid tot het inzicht gekomen, dat pech in je leven natuurlijk erg vervelend is voor degene die het treft. Maar moet iedereen dat dan ook maar voelen? Wij zijn daar de maatschappij niet meer voor.
Stel je voor dat mijn buurman ineens zonder werk komt te zitten en dan bij mij aanbelt. ‘Buurman, ik zit zonder werk.’ Je zegt: ‘Rot man!’ ‘Nou, hoop ik dat jullie mij gaan onderhouden.’ Dan zeg je: ‘Rot op, man!’ Het ligt niet anders, dan wanneer mijzelf iets overkomt. ‘Buurman, ik kan niet meer lopen, ik heb een scootmobiel nodig. Betaal jij even mee?’ Dan hoor je: ‘Loop heen, man!’ Ooit vonden we het niet meer dan logisch en rechtvaardig om met z’n allen elkanders lasten te dragen. Solidariteit noemden we dat. Het woord staat vast nog wel een paar jaar in woordenboeken verklaard. Bewaar anders de oude edities!
Het Hoornse college buigt zich elk jaar over de centen die binnenkomen en de beste bestemmingen daarvoor. De tunnelplannen gaan niet door, waardoor er 2,8 miljoen aan iets anders besteed kan worden. Opvallend in de Hoornse begroting is de boodschap dat de vroede vaderen en moederen in Hoorn nog wèl oog houden voor hen die hulp behoeven. Dat zou best wel eens de invloed kunnen zijn van de twee partijen die tijdens de verkiezingen om het hardst riepen dat we moesten investeren in mensen en niet in stenen. PvdA-wethouder van als-je-maar-niet-gaat-bouwenzaken Judith de Jong en SP-wethouder van laat-de-stakkertjes-tot-mij-komenzaken Nel Douw zijn grotendeels verantwoordelijk voor deze begrotingsvoorstellen. Rooie Juud en Rooie Nel, zonder hen vaart Hoorn niet wel!
Toch interessant is dan het tripje heen en weer naar New York van D66-wethouder van houd-het– schip-Hoorn-varendezaken Ben Tap, om te zien of het cadeau krijgen van de varende replica van het VOC-jacht Halve Maen wel zo’n goed idee is. Het moet geld opbrengen voor de stad. Roger Tonnaer vreest eerder dat dit een ‘schip van bijleg’ gaat worden. Met deze uitspraak hoopt Roger in aanmerking te kunnen komen voor de titel van Kanniewaarzijnpreventor 2015.
Natuurlijk weet ook dit college hoe belangrijk het is om voor de stad extra geld binnen te krijgen. Dat valt te realiseren via het hoofdstuk economische zaken. Om duidelijk te maken wat men beoogt met het uittrekken van geld voor deze portefeuille citeer ik de gemeentelijke formulering. ‘Hoorn is een bruisende, dynamische en ondernemende stad. De gemeente versterkt het vestigingsklimaat door verbinding te leggen tussen de ondernemers, de historische binnenstad, culturele voorzieningen en het winkelhart. Hierdoor wordt werk en inkomen gegenereerd voor de inwoners van Hoorn en de regio’. Voor dit profijtelijk bedoelde goede werk is maar liefst 1.361.000 euro uitgetrokken. Dat klinkt niet echt als de cost gaet voor de baet uyt.
Het lijken gedurfde keuzes van dit college. En misschien hebben zij het gelijk aan hun kant. Misschien is het helpen van hulpbehoevenden voor Nederland minder erg dan het uitdelen van royale bonussen aan de hoogstbetaalden. Iedereen kan zomaar wat overkomen. Hodie mihi, cras tibi. Vandaag ik, morgen gij. Maar voor alle mensen die er tegenwoordig anders over zijn gaan denken plak ik vandaag een sticker op mijn scootmobieltje met de tekst: ‘Dit ding heeft jou geen cent gekost!’ (terug)
Strand 1 11 oktober 2014
Het had een gloriemomentje moeten zijn voor Ben Tap, onze enthousiaste D66-wethouder van waarzullen-we-nou-eens-naar-toe-gaanzaken. Er lag een voorstel voor de algemene raadscommissie om een stadsstrand aan te leggen. Een stukje darm bleek blind te zijn voor deze buitenkans en zo mocht Samir Bashara, onze visionaire GroenLinkswethouder van geheel andere zaken hem waarnemen. Het betrof het geven van het jawoord voor een echt stadsstrand. Langs de Grote Waal. Niet zomaar een lullig stukje, waarvoor je bij een strandbezoek bij mooi weer alvast vroeg in de morgen met je handdoek een paar vierkante meter strandzand reserveert en laat bewaken door degene aan wie je tijdens het inpakken van de rest van je spullen toch niks hebt. Maar die wel assertief genoeg is om de gekozen plek met inzet van eigen leven te verdedigen tegen onverlaten die de wekker vroeger hebben gezet om er met de hele familie op tijd te kunnen zijn.
Het Hoornse stadsstrand wordt een echt strand. Een brede strook lekker rul zand, waar je met je slippers in de hand door ploetert. Waar je op elk moment van de dag een plekje kunt vinden waar het een beetje rustig is. Niet te ver van de parkeerplaatsen en alleen wanneer je zelf voldoende consumpties hebt meegebracht ver genoeg van het strandpaviljoen, maar ook weer niet te ver van een toiletgebouw, voor als je niet van plan bent steeds het water in te gaan.
Dit college weet van aanpakken en wil, democratisch als ze is, weten tot hoever men mag gaan met het maken van plannen. Willen we meer of minder strand? Meer! Meer! Meer! Willen we een rustige of een levendige variant? Wat is leuker? Een levendiger variant! Waarom? Daar kunnen jaarlijks 150.000 bezoekers op af komen en op de rustige variant maar 50.000. Nou, doe ons dan maar de levendige variant! En willen we het in één keer of in stukjes laten aanleggen? Maakt dat wat uit dan? Ja, zegt dan Samir Bashara, want als je het in stukjes gaat aanleggen, dan kan het zomaar gebeuren dat de andere stukjes niet meer worden aangelegd. Nou, dat moeten we natuurlijk niet willen! Zijn er dan partijen die wel voor de stukjesvariant willen kiezen? Jazeker, De SP en GroenLinks! GroenLinks ook? Ja, dat is de partij van Samir! Merk je hoe leuk politiek af en toe is?
De algemene raadscommissie mocht kiezen, ook voor loop- en fietsverbindingen en parkeergelegenheid. Want dat ons stadsstrand een publiekstrekker van de eerste orde gaat worden is evident. Hoe komen al die verkeersstromen naar dat strand toe? Nee, nu niet roepen: wat dacht je van een tunnel onder het spoor door?
Mijn gedachten gaan al naar allerlei spannende publiekstrekkervarianten in de diverse bochten die de strandkust gaat krijgen. Een soort mini-hafkust, met hafjes voor zwem- en pootjebaadactiviteiten, een hafje voor de woeste watersport met veel brullende motoren en hoog opspattend water. Skitesurfers en waterskiërs en noem maar op. Ook een publiekstrekkende beeldenroute staat gepland. Alles kan een plekje krijgen. Er is zelfs een hondenstrand. Dat is het gedeelte wat verder van het centrum af en waar steeds minder boompjes gepland staan. Je ziet: er is diep over nagedacht. Hoe lang is deze wens gekoesterd? Hoorn heeft een traditie van langgekoesterde wensen. De roep om een strandje klinkt al heel wat jaren. Net zolang als de roep om een disco en een echte bioscoop? Ik weet het niet. Het is hoopvol te noemen dat onze oppositiepartijen niet direct en bloc hebben geschamperd dat dit weer zo’n idiote wens is van de huidige coalitie en dat het geld aan veel betere zaken kan worden uitgegeven. Alle fracties waren voor. Waar maak je dat nog mee?
Mevrouw Grosthuizen en ik zagen dit verheugende bericht in de krant. Misschien een idee om eens met onze jongste familieleden naar toe te gaan? Wij bezoeken tegenwoordig een strand zelden meer om er lui te zonnen of om er te poedelen. De jongste familieleden zijn nu nog in de basisschoolleeftijd. Met een beetje pech, zullen ze er pas heen gaan met hun eigen kinderen. Samir Bashara en Ben Tap blikken hoopvol in de toekomst. Ooit zullen zij het Hoornse stadsstrand bezoeken. Dat weten zij zeker. Al was het maar met hun kleinkinderen. (terug)
Schuitje varen 18 oktober 2014
Stel nou eens dat ik een bootje erf van een oom, die zijn oude bootje tot op hoge leeftijd op statige wijze in bijna windstille Nederlandse wateren liet dobberen. Ik weet niks van bootjes. Wel, dat ik daar nu met mijn inkomen niet ineens aan moet gaan beginnen. Zal ik de neiging om ook eens met het oog op de kim met iets steviger wind over het Hop te scheren kunnen wegdrukken? Zal ik eerst een antwoord weten te geven op de vraag van mevrouw Grosthuizen: Wat gaat dat kosten, lieverd?’ Zij laat zich niet overdonderen met het antwoord, dat het gratis is. De boot kost niets, maar alles wat eromheen zit wel. En zij is in staat om met het opsommen van alle bijkomende kosten zucht voor zucht de wind uit mijn zeildromen te nemen. Ach, en wat moet ik nog met een boot?
Anders ligt dat voor een stad met waterambities. Een historische stad met een duidelijk VOCverleden. Een stad met een VOC-toekomst. Een stad die zich naar het water wil keren. Een stad die zich wil profileren als de stad waar je geweest moet zijn. Een stad op de wereldkaart. Vol op ramkoers zijn daar de raadsfracties Tonnaer, HOP, Hoorns Belang, HSP, en Hoorn Lokaal. Zij zien het VOC-jacht De Halve Maen, die we geheel gratis en voor niets kunnen krijgen, niet als een kurk waarop de Hoornse economie mede kan blijven drijven. Ook niet als ballast om het schip Hoorn in balans te houden, maar als iets wat de stad onherroepelijk naar de bodem zal laten zinken. De stad vergaat! Vrouwen en kinderen eerst van boord!
Wat weten deze fracties dat wij niet weten? Welke achtergehouden kennis hebben zij de droomzeilers weten te ontfutselen? Is het schip nauwelijks meer in vaarbare staat? Is het stadswapen van Amsterdam op de spiegel niet te verwijderen? Ergeren zij zich aan de kleurtjes op het schip naar het ontwerp van de prijswinnende kleuterschool? Heeft voor de Halve Maen het laatste kwartier geslagen? Heeft de huidige coalitie net iets te veel de wind in de zeilen? Hebben zij iets tegen de avonturen van Ben Tap, de D66-wethouder van binnen-en-buitengaatse zaken en de gretige museumdirecteur Ad Geerdink, twee jongens en een ouwe schuit? Hadden ze liever mensen gestuurd met verstand van oud vaarspul? Of huldigen zij het standpunt: hoor eens, je bent oppositie en dan voer je gewoon oppositie. Punt uit! Gaat het de stad geld kosten? Dan effe niet! En zeker niet, wanneer die coaliterende partijen dat allemaal stiekem zitten te bekonkelen zonder hen op tijd te laten meevieren in het ontwikkelen van mooie plannetjes! Het is niet eens een nieuwe boot en het model is ook al jaren uit de tijd.
Opvallend afwezig bij de politieke weerstand is VOC Hoorn. Waarom? Hebben zij de boot gemist of zien zij goede toekomstmogelijkheden in alles wat Hoorn binnenhaalt met een VOC-label? De VVD brult ook niet vanaf de wal, jongens, niet doen! Dit is een watervalkuil! Waarom doen die Amerikanen anders dat schip weg? Andrew Hendricks, de eigenaar van deze overjarige sloep van vijf miljoen wil niet meer elke keer ophoesten tegen de onderhoudskosten, waardoor hijzelf al dreigt te verzuipen! Denk aan het Turfschip van Breda! Houd het vaartuig buitengaats!
Dinsdagavond zullen de juiste vragen worden gesteld en antwoorden die gaan over nader onderzoek van de kosten voor, tijdens en na de overdracht en dat we dat nu nog moeilijk kunnen zeggen, worden door elk zittend raadslid kritisch beoordeeld. Behalve natuurlijk door de leden van de coalitie, want die zullen of verblind zijn door het buitengewone buitenkansje of gebonden zijn aan de fractie-eenheidsdisciplineafspraken. Ze hebben een veilige meerderheid in de raad, dus dat schip komt ooit wel binnen zeilen.
Ik vind het natuurlijk geweldig. Een verouderde uitstraling van de stad Hoorn. Een verrijking van het kijkspul van ons Westfries Museum. Niet virtueel, maar tastbaar. Ik denk aan een zeemanslied over de Halve Maen met rijmwoorden als zeilgeree en veil’ge reê erin.
Wanneer het plan geen doorgang zal vinden, zal ik niet bij mevrouw Grosthuizen aankloppen met het verhaal dat hij gratis is. Ach, en wat moet ik dan nog met die boot? (terug)
Zo werkt het nou 25 oktober 2014
Het mooie aan het werk van politieke analisten lijkt mij dat je gebruik kunt maken van zoveel verschillende wetenschappelijke disciplines. Psychologie, antropologie, bestuurskunde, medische wetenschappen, geografie, historie, paleontologie, rechten, criminologie, politicologie – deze twee laatstgenoemde niet met elkaar verwarren!- economie, weg- en waterbouw, architectuur, kunstgeschiedenis en nog wat ander wetenschappelijk strooigoed. Allemaal noodzakelijke wetenschappen om een complete stad enigszins te kunnen besturen. Allemaal wetenschappen, waarvan je een lokale politicus niet of nauwelijks kunt betichten. Dit is absoluut geen diskwalificatie van hen die deel uitmaken van één van de twaalf politieke splintergroeperingen. Sterker nog: wanneer een lokaal politicus zich wel al deze wetenschappen zou hebben eigen gemaakt, zou hij zich hopeloos eenzaam en onbegrepen voelen en uit pure wanhoop en frustratie ’s avonds op ideeën komen die zouden leiden tot prachtige toespraken over ’s mans of ’s vrouws onbegrepen kwaliteiten, door hen die deze kwaliteiten ook daadwerkelijk nooit hebben begrepen.
Wellicht begrijpt u nu wel mijn schroom om me vrijmoedig in het Hoornse politieke gewoel te storten, bij voorkeur in een éénpersoonsfractie. In een stad waar men een fractie van vijf personen al groot vindt, kan men nooit besluiten nemen waarvan men met om het even welke kennis achteraf kan zeggen, dat dit een zegen betekende voor de stad. Soms worden besluiten genomen, die op wonderbaarlijke wijze een goede impact op de ontwikkeling van de stad betekenen. Dat doet het geloof in toeval toenemen.
De enige persoon die voorzien van zoveel mogelijk van de benodigde kwalificaties het stadsbestuur moet versterken is de burgemeester. Die is door een selecte commissie zorgvuldig gekozen uit een veel te kleine groep kandidaten. Een man of vrouw die al een aantal jaren meegaat in de politiek. Niet per se bejaard, omdat men meent dat het verstand met de jaren komt, maar met de realistische opvatting dat verstand van iets met de jaren komt. Om die reden zou je moeten veronderstellen dat het vertrek van drie oude rotten uit de vorige raadsperiode een zwaar verlies en het aanblijven van Roger Tonnaer hoopgevendheid betekent.
Volgens het krantenbericht gaat het belangrijkste besluit van de gemeenteraad deze week over het toelatings- en sluitingsuur van de horeca in de stad. In Hoorn is dit een item waar de democratie zich mee moet bewijzen. Kom daar maar eens om in bijvoorbeeld het Islamitische Kalifaat in oprichting. Hoe belangrijk is het toelatingsuur voor het welzijn van een stad? Mevrouw Grosthuizen en ik
bezoeken overdag wel eens een horeca-gelegenheid en sporadisch en vooral in vakantieoorden kan het voorkomen dat we in de vroege avonduurtjes nog iets nuttigen, maar beiden zijn we op het gebied van toelatingsuren behoefteloos. Veel van de mensen die wij kennen hebben dat ook. Dus voor wie zijn regels op het gebied van alcoholgebruik zo belangrijk dat daar limietloos kostbare vergadertijd aan wordt gespendeerd?
Dit is, en dat is diverse keren herhaald, eigenlijk een zaak waarover de burgemeester zelf een besluit mag nemen. Op grond van de bewezen aanwezige kwalificaties van de goede man zou dit uitstekend helemaal zelfstandig kunnen en mogen besluiten. Zijn politieke, culturele, psychologische, antropologische, economische, juridische en historische competenties zijn daartoe ruim voldoende aanwezig. Hij weet dat hier en zelfs in veel goede huwelijken geldt: wat je ook beslist, het is nooit goed. Hij toont dan ook geen brevet van onvermogen dat hij de uiteindelijke keuze aan de raad overlaat. De raad liet met alle gebruikelijke politieke spelletjes, zoals moties, tussentijds overleg, inlassen van verlokkelijke compromisjes en optimaal gebruik en misbruik maken van spreektijden daar een flink deel van de vergadertijd mee zoet te kunnen zijn, om dan uiteindelijk tot een voor hen bevredigende slotsom te kunnen komen dat een half uurtje verschilt met het voorstel van de burgemeester. De raadsleden keken diep bevredigd en innig gelukkig terug op het regelen van dit voor een stad uiterst belangwekkend onderwerp.
Zo werkt democratie namelijk. Wat goed dus dat ons college dat nog eens ging uitleggen op de SG Newton voor VMBO-onderwijs. Barstensvol met kinderen die nog niets begrijpen van lokale democratie. De burgemeester was daar niet bij. Hij weet als geen ander dat daar zaken gebeuren die nauwelijks uit te leggen zijn. (terug)
Politiek amateurtoneel 1 november 2014
Eén ding weet ik intussen zeker: politiek is ook theater. En dan een mix van theatervormen waarin je alleen muziek en dans node mist. Ach, met muziek zouden politieke activiteiten zoveel spannender worden. Ik ben liefhebber van theater. Toneel, cabaret, opera, dans, je kunt me er dag en nacht voor wakker maken. Het bezoek aan raadsvergaderingen is gratis. Tijdens de maandelijkse politieke voorstelling krijg je een redelijk smakend kopje koffie en er liggen ook koekjes op een schoteltje op elke tafel.
Dat politiek ook een spel is, zal door geen enkele politicus, tenzij afkomstig uit een zeer rechtse of zeer linkse hoek, worden ontkend. Ook in de Hoornse politiek spelen theatrale kunsten een rol. Een zeer bescheiden rol, want wat een amateurisme! Je begrijpt meteen waarom de publieke tribunes niet altijd tot de laatste staanplaatsen bezet zijn. Dit kan beter! Dit moet beter! Je lokt geen mensen naar slecht amateurtoneel.
Je zou geneigd zijn te denken dat de burgemeester ook de regisseur is van dit spel, maar niets is minder waar. Ook hij en de immer aanwezige griffier spelen een rol en niet altijd overtuigend. Ik zal trachten wat nuttige wenken te lanceren. Ik wil me absoluut niet mengen in de inhoud van de te behandelen zaken, maar bedenk, dat een mooie boodschap vaak de mist in gaat, louter vanwege een armetierige presentatie.
Tekstbehandeling. Tijdens de Algemene Beschouwingen van afgelopen dinsdag kregen de fractievoorzitters elk tien minuten de tijd om hun standpunten over de begrotingsvoorstellen over het voetlicht te brengen. Plusje: bijna iedereen had thuis uitgerekend en getoetst of er geen tijd werd overgehouden. Van een enkeling was te horen dat de tekst al een aantal malen hardop was geoefend. Misschien voor de spiegel, maar ik vrees niet altijd. En daar zit een verbeterkans. De tien minuten zaten meestal zodanig volgepropt met woorden, dat er geen tijd meer was om ze ook over te brengen. Beperk het aantal statements, maar zorg voor een mooie opbouw. Doe dat ook in je presentatie.
Kijk, zit je in de oppositie, dan heb je een veel beter uitgangspunt. Je hebt dramatische punten aangetroffen in de begroting. Die gaan ten koste van de stad. De hele mikmak wordt door de coalitie naar de ratsmodee geholpen. Dat schreeuwt om een gedegen dramatische tekstbehandeling. Leespauzes, gezichtsuitdrukkingen, stemgebruik, ondersteunende gebaren. Je krijgt geen muzikale
ondersteuning, dus je moet dat allemaal zelf doen. Heeft jouw partij acteurs in de gelederen? Gebruik ze! Cabaretiers en stand-up comedians in de kennissenkring? Laat ze even meedenken!
Gelukkig zag ik enkele hoopgevende momenten. Pure emotie, vakkundig en geloofwaardig gebracht door VVD-voorman Ronald Louwman. Zoals die de verloren gegane plannen rond de autotunnel weer in de herinnering bracht! Een gouden act! Enkele opmerkingen van Aart Ruppert, die daarmee bijna de indruk wekte geen cabaretiers in de VOCH-gelederen te missen. Mooi, maar nog niet inschrijven voor het Leids cabaretfestival. De manier waarop een meerderheid van de raad de tijd om te mogen reageren op de presentaties van de fracties misbruikte had in het begin wel iets. Pogingen de burgemeester als voorzitter van de voorstelling te dwarsbomen in zijn pogingen discussies en de vergadertijd in goede banen te leiden, houden beslist nog meer mogelijkheden in zich om van de raadsvoorstelling aantrekkelijke kijkwerk te maken, maar overdrijf niet. De voorstelling moet natuurlijk niet te lang duren.
De wethouders zijn te gast in de raadszaal, dat moge begrijpelijk zijn. Ze zijn ook de mensen die zich vanwege hun vuige voorstellen dienen te verantwoorden. Buit theatrale effecten dan ook wat meer uit. Laten we zeggen dat er per voorstelling pakweg drie ontoelaatbare kreten worden geslaakt. Uit duidelijk zichtbare wanhoop natuurlijk en na een zorgvuldige opbouw daar naar toe.
Kortom, schenk wat meer aandacht aan je raadswerk. Je wilt als politicus toch gehoord worden? Voor de gewone burger moet echt wat te beleven zijn. Doe het anders voor mij en de mensen van de pers. Wij moeten er elke keer maar weer bij zitten en ons afvragen wat erger is: een goed acteur als matige politicus of een goed politicus als matig acteur of dat we ontdekken dat het allemaal net niet is. In dat geval is er vast iets te doen aan de koffie. (terug)
De ontknoping 8 november 2014
Was de raadsvoorstelling rond de vaststelling van de begroting spannend? Bij tijden zat er spanning in, moet ik toegeven en er was een toch wel een beetje verrassend slot. Je zag het natuurlijk aankomen, maar toch, men deed of het allemaal ook heel anders had kunnen aflopen.
Alle actoren, of acteurs, deden geweldig hun best. Ook de rollen zonder tekst werden met redelijke overtuiging gespeeld. Aan het script was duidelijk zorg besteed. Gelukkig bestond er steevast ruimte voor improvisatie, maar de behoefte om te schmieren bleef ver op de achtergrond. Om de afloop alvast te verklappen: de begroting is er door. Dat kon ook niet anders, dat stond al vast natuurlijk. Maar toch, in het verleden wilde het wel eens gebeuren dat voor- en tegenstanders gevoelig bleken voor goede argumenten. Er waren om de boel toch wat aantrekkelijk te maken een lading moties ingediend en een paar amendementen. Die horen er gewoon bij, anders had het net zo goed een bijeenkomst van de speeltuinvereniging kunnen zijn.
De oppositieleden hadden elkaar op een aantal essentiële punten gevonden. Kijk, de autotunnel was hen door de neus geboord. Dat schreeuwt natuurlijk om genoegdoening. Je mag je niet al te enthousiast scharen achter de andere besteding van de centen, ook al zitten daar elementen in, die jouw sympathie en zeker die van jouw kiezers wel konden dragen en die moet je dus niet zomaar afwijzen. Hoe sta jij als volksvertegenwoordiger bijvoorbeeld tegenover extra steun voor mensen die het wat moeilijker hebben of gaan krijgen? Niet mensen in Verweggistan, die je via een eenmalige bijdrage uit je systeem kunt schrappen. Nee, mensen in jouw eigen stad. Mogelijk mensen die op jou stemden omdat zij meenden in jouw kleine fractie een soort Messiasfunctie te ontwaren. Kijk, van de VVD weet je het gewoon. Er wordt al genoeg gedaan voor de Hoornse stakkers en hulpbehoevenden. De koek is een keertje op en er valt wel meer te doen. Van de afgeleide partijen mag je zo’n basishouding ook een beetje verwachten, maar toch blijft het een lastige boodschap. Hoe breng je dat een beetje netjes? Ik bedoel, zonder al te a-sociaal over te komen?
Toen was er ineens licht. Judith de Jong, de PvdA-wethouder van keer-het-dubbeltje-nog-er-eensomzaken is een eigenzinnige tante, die er niets voor voelt zich in een andere richting te laten manoeuvreren dan ze voor ogen heeft. Het is vast en zeker op haar voorspraak geweest om de begroting sluitend te maken met geld, dat toch niet meer voor een autotunnel uitgegeven ging worden. De gehele coalitie ziet daar een logica in, waar je niet onderuit kan. Waarom hier geld oppotten, waar het elders keihard nodig is? Dat werd een gouden kans voor de oppositie!
De coalitie heeft verzuimd, om eerst netjes te vragen of de reserves van de parkeergelden die volgens een oude afspraak bestemd waren voor parkeerzaken en infrastructuur nu een tijdje voor iets anders gebruikt mochten worden. Ik kan u voorspellen dat de oppositie het daarmee natuurlijk volledig oneens zou zijn geweest en dat konden Judith en haar collegecollega’s ook wel. Het college en de bijbehorende partijen zagen niets in een wacht- en vergaderperiode van een aantal maanden en keurden het geven van een nieuwe bestemming goed.
In deze vergadering werd zonneklaar waarom de VVD al meteen een zwaar accent legde op de veranderde besteding van de reserves. Onbehoorlijk, ondemocratisch, linkse speeltjes en nog meer verwijtende kreten die langs het randje scheerden kwamen over tafel. Als jullie dit doen, dan zijn wij gedwongen om de hele begroting af te keuren, werd geroepen. Judith bleef manhaftig stand houden tot de begroting in stemming kwam. Ronald Louwman vroeg schorsing aan. Vijf minuten. Als één man stond de gehele oppositie op en verliet de raadzaal. Bij stemming bleek elke oppositiepartij zich helaas genoodzaakt te zijn de begroting af te keuren. Wij wilden best wat sociaal zijn, maar het principe van de eigen regeltjes is belangrijker. Je eigen schuld, Judith! Einde voorstelling.
De spanning zal in de komende raadsvoorstellingen volkomen afwezig blijven, wanneer men in de raad 19-16 als vaste score op het bord laat staan. We moeten wachten totdat een van de coalitiefracties zal ontploffen, of totdat men door krijgt dat fractiediscipline niet hetzelfde is als coalitie- of oppositiediscipline. Afwachten dus. Maar om dat spannend te noemen, gaat ook mij wat te ver. (terug)
Zie ginds komt een boot aan 15 november 2014
Zie ginds komt de stoomboot werd vandaag enthousiast en verwachtingsvol gezongen in de Hoornse haven. Een stoomboot is namelijk zonder enige bedenking welkom in onze haven. Een oud schip, met een oude stoommachine, gestookt met vakkundig opgepookt vuur. Dat zien we graag in onze haven. Lekker nostalgisch. En mooi passend tussen al het andere antieke varende goed. Sinterklaas is altijd welkom. Omdat hij zelden met lege handen komt. Eigenlijk komt al het varende goed onze havens bezoeken met gevulde zak. En dan zou je natuurlijk altijd van harte welkom moeten zijn. Oh, bootbezoekers, strooi met gulle hand uw gaven over onze dorstende en hongerende stad!
Goed beschouwd is één deel van de bezoekende vloot misschien wel het gulst met de goede gaven voor de stad. De witte vloot. Voor de economie van de stad zou je willen dat de witte vloot een armada wordt die zich bij de havenmond verdringt om de mooie stad te mogen komen bezoeken. Doch er zijn mensen die kunnen zien dat de grote witte schepen met hun onafzienbare ladingen toeristen lelijk zijn. Te lelijk om in de haven te komen liggen die ze juist komen bezoeken voor zijn schoonheid. Een duivels dilemma. De witte vloot is een kip met gouden eieren. Die eieren zijn welkom. We hebben ze hard nodig, maar de kip niet. In Hoorn hebben we te maken met precies het omgekeerde discriminatieprobleem als het Pietenprobleem. De bruine vloot is welkom, maar de witte niet.
De gemeente is geen commerciële onderneming. Misschien ligt dat hier en daar anders, maar zo ziet het er al een paar jaar op dit gebied niet uit. Een ondernemer zoekt kansen om geld te verdienen. Dan moet je met een aantrekkelijk product aankomen en daar de klanten voor zoeken. Je past je ondernemingsruimte aan aan de spullen die je kwijt wilt en zorgt ervoor dat de klanten je ook kunnen bereiken. Hoornse gemeentebestuursleden zouden al enige jaren kunnen hebben meegekregen dat de Hoornse haven en de binnenstad minimaal zo aantrekkelijk zijn als zeg maar Volendam. Dat vraagt om actie. Directe actie. Geen gejeremieer van raadsleden die precies weten wat er niet moet gebeuren, maar wat er juist wel nodig gedaan moet worden.
Kansen ruiken met verstopte neuzen. Dat is Hoorn. Natuurlijk moet je de nostalgische haven niet volplempen met de mastodonten van de witte vloot. Daar staat tegenover dat er daarom ook iets wel moet gebeuren. Onze burgemeester dient op ferme toon te roepen: ‘Laat de schepen tot mij komen.’ En voorts aan het college de opdracht geven zo snel mogelijk uit te zoeken hoe dat, desnoods voor een tijdje provisorisch, gerealiseerd kan worden. Linksom of rechtsom, improviseren
of exproviseren, uit de lengte of uit de breedte, het maakt niet uit. Het moet gewoon en geef daar als gemeentebestuur de ruimte voor. Zet elke ambtenaar die bezwarende regeltjes ontdekt op de afvloeiingslijst. Zet de kop in de krant van elk college- en raadslid dat niet wil inzien dat met de witte vloot eigenlijk de zilvervloot wil aanmeren.
Ben Tap, de D66-wethouder van houd-Hoorn-drijvendezaken kan in de komende jaren een standbeeld verdienen, wanneer hij erin slaagt in de buurt van de Hoornse havens efficiënte aanlegplaatsen te realiseren. Desnoods met een nostalgisch sausje. Dan prijkt zijn kop, die na stevige strijd er best eens wel markant kan gaan uitzien, naast die van schipper Bontekoe.
Veiligheid. Dat is het sleutelwoord geworden van de tegenstand. Veiligheid, teruggebracht tot: wat als er onvoorzien toch eens juist in de haven van Hoorn een calamiteit uitbreekt op een van die schepen? Hoezo? Varen er Italiaanse en Zuid-Koreaanse kapiteins op deze schepen? Hoeveel ouder zijn die schepen dan de stoomboot van sinterklaas? En als er brand uitbreekt op een van die schepen, is dat Hoorn dan te verwijten? Moeten we er in dat geval op hopen dat kapitein en bemanning voortijdig het schip verlaten, zodat de justitiële aandacht niet meer naar Hoorn gaat? Kunnen we niet een nostalgische blusboot met stiekem een moderne blusinstallatie op de kop tikken? Kunnen we de Halve Maen daarvoor ombouwen?
Er valt voor de stad nog een hoop te wensen over. Gelukkig dat Sinterklaas af en toe komt aanmeren met roetzwarte rook uit de schoorsteen en roetzwarte pieten op het dek. Maar dat juist sinterklaas een nautisch wonder kan verrichten, daar geloof ik niet meer zo erg in. (terug)
Wat is wijsheid? 22 november 2014
Het grootste goed dat een burger kan overkomen is bestuurd worden door bestuurders met wijsheid. Met wijsheid worden beslissingen genomen die zoveel mogelijk recht doen aan: vul maar in. In een stad met pakweg 72.000 inwoners zijn er pakweg 72.000 burgers die hopen dat het stadsbestuur hen zo wijs mogelijk bestuurt. En daar zit juist het probleem. Men kan helemaal geen wijsheid van het stadsbestuur verwachten, want er is geen enkele politieke of lokale partij die tijdens de verkiezingstijd schermt met wijsheid als uitgangspunt voor alle voor te nemen beslissingen. En dat geeft ongelukken. En ongelukken brengen ontevreden gezichten en pogingen om nog meer partijtjes op te richten. We hebben er in de Hoornse raad pas 12, terwijl we 35 raadszetels mogen bezetten. De laatste trend bij lokale verkiezingen geeft aan dat de lokale partijen het voor het zeggen krijgen. De kiezer gaat, tegen alle wijsheid in, af op de geur van de smakelijkste lieverkoekjes en de lokale partijen zijn daar de beste bakkers van.
Goedbeschouwd gaan zeker lokale verkiezingen nooit over wijsheid, maar over hoeveel het jou persoonlijk opbrengt. Welke partij trekt het minst mijn bankrekening leeg? En: ik wil best ergens voor betalen maar niet voor … en hier mag je invullen wat je zelf wilt. Meestal komt het erop neer dat liefhebbers van immateriële zaken, ouderen, gehandicapten en anderszins kanslozen het maar wat meer op eigen kracht mogen doen. Het beschermen van fundamentele vrijheden zit meer in de ruimte voor nachtelijke kroegentochten. Juist dan is volgens mij de vraag om wijsheid het grootst, maar de vraag is, wie erom vraagt. Is de drank in de man, is de wijsheid in de kan, dus netjes opgeborgen.
In het college zitten partijen die zelf wel weten niet de wijsheid in pacht te hebben. De regelzucht van de PvdA, de zorgdrang van de SP, de ideale ambities van GroenLinks, de hemelbestormers van het CDA en het irritante gelijk van D66 vormen een mooie mix, maar levert het ook wijsheid op? Gesteld dat deze partijen ook daadwerkelijk hun eigenheden willen laten mixen? Leidend lijken de vier w’s. Willen wij wel wijsheid?
Wie de laatste pogingen van ons college en onze raad om het nou eens goed aan te pakken nader bekijkt, mag tot de conclusie komen, dat het voor de een of voor de ander altijd verkeerd uitpakt en dat het dan gerechtvaardigd lijkt je af te vragen hoe wijs het onderliggende besluit was. Neem nou de afsluiting voor fietsers door de Willem de Zwijgerlaan. Ooit afgedwongen om andere wel nuttige zaken voor de stad te kunnen bewerkstelligen zonder gedonder van het stelletje ons-soort-mensen in
deze straat. Wie de afsluiting nu ziet, ervaart alleen de belachelijkheid van het besluit en ziet het graag zo snel mogelijk teruggedraaid. Was het ooit een wijs besluit geweest? Het heeft toen een hoop nodeloos verkwist geld en tijd bespaard. Nu ben je geneigd om te besluiten de zwaarste bussen van Connexxion allemaal door dit straatje te leiden.
Een café liet om drie minuten over één nog mensen binnen. Tegen de afspraken en dus meteen straffen met een tijdelijke sluiting. Wijsheid? Op het eerste oog, en zeker gezien door heftig ontkennende uitgaande alcoholisten, een domme kleinzielige maatregel. Wie wat langer bezig is geweest met opvoedend werk, weet, dat er altijd kinderen zijn die zelfs alle in overleg afgesproken regeltjes graag aan hun laars lappen en direct de rekbaarheid van de grenslijn uitproberen. Niet optreden bij de eerste overtreding betekent in hun ogen het verlies van het recht om dat bij de tweede keer wel te doen.
Hoe kun je voorkomen dat wijze bedoelingen leiden tot domme afspraken? In de lokale politiek dus niet. Een besluit is daar doorgaans het resultaat van moeizaam bereikt compromis. Aan compromissen liggen slimme politieke spelletjes ten grondslag. Slimheid is niet hetzelfde als wijsheid. Ik las ergens: ‘Wijsheid daarentegen kenmerkt zich door een inzicht in de menselijke aard en door een vermogen om de consequenties van daden (of het nalaten daarvan) te overzien.’ Dat laatste wordt eigenlijk uitsluitend door politici van de oppositie gezien en dan slechts in de periode dat zij in de oppositie zitten. Maar om hieruit de conclusie te trekken dat we dan voortaan alleen maar oppositiepartijen moeten hebben, lijkt mij ook geen wijsheid.
Maar zolang de burger niet smacht naar wijsheid in politieke besluitvorming lijkt het mij wijsheid mij niet verkiesbaar te stellen. Wijsheid komt met de jaren zegt men. Maar het spreekwoord is: als de baard het teken van wijsheid was, zou de bok de wijste zijn. (terug)
Sinterklaas in Hoorn 29 november 2014
Ach, wat kijkt de Sint verheugd bij het naderen van de haven. Hoorn bezoeken geeft veel vreugd. Wat kan hij zich aan het uitzicht laven! Zingende kinderen, ook wel best en welkomswoord van burgervader, door niets lijkt Hoorn nog verpest. Niets komt havenschoonheid nader. Oh, Hoornse havenbeelden Komt hele wereld! Komt dit zien! Geschiedenisverhalen die hier speelden en betaalbaar bovendien! De havengelden gelden in Hoorn als voordeliger dan je dacht. Dat kan reders wel bekoren. Die hadden vast veel meer verwacht. Nu komen ladingen toeristen met bus, met trein, en ook met boot, die pas van Hoorns schoonheid wisten, maar komen veel met witte vloot. De witte vloot kreeg vele namen: flatgebouw of schuifpui, witte muur. En dat er dan 400 schepen kwamen ervaart menigeen als zuur. Alle pieten, zeker de zwarten stonden dapper op het dek zo zwart als roet het lot te tarten. Krijgen zij demonstranten op hun nek? Ach, welnee! Hoorn houdt van pieten en donker liefst, zoals dat hoort. Feestelijk zwart hoort bij genieten. Hier werd de intocht niet verstoord. Eén ding hebben pieten toch geleerd: en in havens zal dat meer gebeuren, dus ook bij Hoornse havenkleuren wordt wit juist gediscrimineerd! De stad Hoorn dankt zijn schoonheid deels aan de vroegere VOC, wat geheid tot meer bezoek leidt. Nou, daar zit de stad niet mee! Maak de haven meer historisch en niet alleen met bruine vloot. Origineel en ook folklorisch met VOC-icoon als boot! De Halve Maen kan hierheen komen.
Da’s mooi kijkspul, vind je wel? Van deze kansen kun je dromen, maar hier wordt dat meteen een rel. Roger Tonnaer, de éminence grise, voorziet een financiële ramp. De raad zal strakjes moeten kiezen, zit je in voor- of tegenkamp? Roger vertrouwt de Amerikanen in deze zaken voor geen cent. Hij wil tot voorzichtigheid manen. Hij is hun cadeautjes niet gewend. Sinterklaas die deze bestuurder echt al wel wat jaartjes kent ziet in hem geen reaguurder die graag volksmassa’s ment. Als kind wist hij dat je cadeautjes meestal zelf dik betaalt. Van het trekken van Sintlootjes heeft Roger beslist gebaald. Wie in vrijgevigheid wil geloven is meestal Roomser dan de paus. Amerikanen doen anders dan zij beloven. Zelfs Sinterklaas werd Santa Claus. Het huidige college heeft karakter: stevig sturend en stavast. Maar Ronald Louwman vindt: men bakt er niks van en dat geeft maar last. De afspraak was over parkeren: de opbrengst dient steeds opgepot voor enkel infrastructureren. Voor ander doel geldt een verbod. En wat doen collegeleden? Graaien uit deze reservepot! Dus afspraken uit nabij verleden ondergaan een droevig lot. Ronald Louwman maakte veel drukte en wond zich zelfs enorm op, omdat zijn tegenstand niet lukte. Verontwaardiging ten top! Zo bracht reservegelddiscussie de oppositiesnippers tot elkaar. Alleen met stemmen van de coalitie speelden B&W het klaar. Het feit dat zorgbedreigden op deze manier gevaren ontliepen, ontging kennelijk de hulpgeneigde seniorenleidster Joke van Diepen. De zorg houdt Sinterklaas wel bezig. Het Rijk wil daar niet meer voor zorgen. Voldoende geld, dat is afwezig,
maar is dat dan ook een zorg voor morgen? Gemeentes moeten het zelf maar doen. Bij hen lijkt zorg in betere handen. Maar is dat wel zo met minder poen? Resten zo slechts noodverbanden? Maar Hoornse burgers, niet getreurd, want hier ter stede is Nel Douw. Wat straks met zorg in Hoorn gebeurt ziet men in het land niet gauw. Nel kent haar pappenheimers goed. Ze weet, er valt veel geld te halen bij wie voor zorg zorgen moet. Die hoeft men minder te betalen. De sint denkt: ach, we wachten toch maar af. De toekomst blijft nog ongewis, blijkt oud en kreupel toch een straf en dat dit geluid toch grootspraak is. Het nieuwe college koos nieuwe wegen en minder door de Poort van Hoorn, met vroegere coalitie pal daar tegen. Zo blijft politiek steeds weer bekoren. Judith de Jong, streng op de centen, maar minder als het om mensen gaat; Ben Tap, die Hoorn uit gaat venten, hoopt op toeristen in de straat; Samir Bashara, onveranderd eigenwijs, zorgt vast voor beter onderwijs; En Michiel Pijl, welnu die zorgt maar en houdt meteen ons Hoorn leefbaar en dan tot slot de burgervader, zijn agenda staat steeds vol met drugsgebruik en alcohol. Hij houdt met humor al te gader. Twaalf partijen telt de raad; twaalf leiders die het woord graag willen om uren spreektijd te verspillen. Ach, het houdt ze van de straat. En Sinterklaas denkt telkens weer: volgend jaar ben ik er weer. (terug)
Herbergen in Hoorn 6 december 2014
Het was in die donkere dagen dat de dreiging van duistere machten de bange bevolking langzaam maar onverbiddelijk in haar greep kreeg. Wie en waar was de vijand? Welke bedreigingen loerden verholen op plekken waar je je het meest veilig moest voelen? Hoe moesten ook burgers van Hoorn het paard van Troje buiten de Poort van Hoorn houden?
De dreiging van toestromende vreemdelingen spreidde zich als gitzwarte onheilspellende wolken over het land en de eerste flarden ervan lieten zich reeds zien. Ook uit het oosten van ons werelddeel stroomden de volksmassa’s onze gemeentegrenzen binnen. Naar onze woonplaatsen gelokt met het vooruitzicht op betaald werk en goed verwarmde woningen. Schrikaanjagende verhalen gingen hen voor: verhalen over drank, drugs, drukte en verdringing van onze winkelwaren voor onuitspreekbare producten.
Hoe het vege lijf en je zuinig vergaarde goed te redden? Hoe lang nog vrouw, vriendin en dochters binnen houden? Je zag de vreemdelingen onze veilig gewaande wereld onafwendbaar binnensluipen en bezit nemen van onze woningen, onze banen, onze kookgeuren en onze parkeerplaatsen. Waar hoorde je nog de hutspot roemen en wat ging er gebeuren met onze spruitjes? Nergens was je meer onder ons, tot in de gemeenteraad en zelfs het college van B. & W. aan toe.
In die dagen geviel het dat CDA-wethouder Michiel Pijl van huisvesting-in-onze-vestezaken, geïnspireerd door een oud Bijbelverhaal, goed geregeld onderdak zocht voor een horde Poolse economieredders. Hij zag het als gruwel om 240 mannen en vrouwen onder te brengen in een stal. Arbeidsmigranten noemde hij hen eufemistisch, terwijl wij wel beter wisten. Maar liefst 240 barbaren uit het oosten wilde hij laten herbergen. Zijn aanbod ging veel verder dan het aanbieden van brood en bed. Het zou verdorie bijna op echt wonen gaan lijken!
Hoe scherp zijn dan de ogen en oren van hen die op steenworp afstand hun fatsoenlijke burgermanshuishoudens op peil trachten te houden. Op steenworp is dan weliswaar een aantal malen werpen door iemand die erin geoefend is, maar toch: zo dicht in de buurt dat men er zonder al te veel moeite dagelijks kan passeren. Hoe sterk blijkt dan de befaamde Hollandse solidariteit! Daar kunnen die Polen nog een puntje aan zuigen! Zelfs van meer dan tien steenworpen afstand kwamen de burgers tezamen om elkaars verontrusting te versterken! Hoe puntig en hoe gevat stroomden geloofwaardige argumenten uit de monden van hun woordvoerders. In tegenargumenten klonk zelfs
mededogen voor hen die zich zo massaal in een ongebruikt kantoorpand wilden laten opsluiten. Bescherming, ja, niets minder dan barmhartige bescherming voor deze barbaren, die er misschien ook niets aan konden doen zich te hebben laten verlokken tot arbeid waarvoor in Nederland de neus werd opgehaald. Hoe zouden onze stadsbestuurders hierop reageren?
Gelukkig betoonden de Hoornse commissieleden zich bewust van de dreigingen. Dreiging voor bewoners in het woongedeelte van de wijk, dreiging voor de nog actieve bedrijven in het andere deel van het kantoorcomplex, dreiging ook voor de Poolse potentiële bezetters, dreiging voor het welzijn en aanzien van de stad zelve. Wie horen wil, luistere naar omwonenden binnen een aantal steenworpen, wie zien wil, kijke naar de verontruste gezichten van hen die de raadszaal bestormden om van hun diepst gevoelde angst te getuigen.
Bijna alle partijen spraken zich uit tegen de haast, de omvang en de ondoordachtheid van het plan van de CDA’er Michiel Pijl. Hoe zoet moet het applaus van de potentiële kiezers hebben geklonken in de oren van de commissieleden van Hoorn Lokaal, VOCHoorn, HOP, HSP, VVD, D66, PvdA, GroenLinks, Hoorns Belang en Fractie Tonnaer. Het CDA kwam niet verder dan een lichte aarzeling, maar hoe anders was de verklaring van de SP! Woordvoerder Matthé van Straalen deed onverdroten voorkomen of de aanstaande bestormers van de veiligheid en parkeerplaatsen gewone mensen zijn, die als vanzelfsprekend rechten kunnen doen gelden op menswaardige opvang in ruil voor geboden arbeid! Totaal ongevoelig voor de gevoeligheden van de aanwezige bevolking en bewust provocerend betoogde hij dat de voorgestelde plannen geheel volgens de geldende normen en waarden zijn en dus rustig doorgang kunnen vinden!
En zo wordt Hoorn geplaatst voor de grote vraag of ons college onze stad rustig en veilig wil houden, opdat wij onze aandacht weer kunnen laten gaan naar andere belangrijke zaken. Bijvoorbeeld het vieren van een zinvolle, vreedzame en vooral gezellige kerst! (terug)
Hoorns theater 13 december 2014
‘Waarom zou je dit spel spelen?’ was de vraag van de regisseur toen hij mijn toneelstuk doorlas. ‘Wat is de noodzaak? En wie zijn in jouw stuk de protagonist, de deuteragonist en wie is de tritagonist?’ Door deze vragen besefte ik dat het maken van goed theater niet zomaar op een achternamiddagje gedaan kon worden. ‘Goed theater,’ doceerde de regisseur gedreven, ‘geeft de mensen wat mee, waar ze wat mee kunnen. Het moet ergens op slaan en vergeet ook niet de emoties. Geloofwaardig en passend in de handeling. En zorg voor de catharsis.’ Dat wordt zwoegen, wist ik toen en ik besefte nooit meer naar theater te kunnen kijken met de onbevangenheid van vroeger. Ook niet meer naar politiek theater.
En pogingen tot politiek theater zie je volop in de Hoornse gemeenteraad. Hard nodig, want soms zit er publiek bij en tegenwoordig kan iedereen het thuis volgen. Volgens mij is elk raads- en collegelid zich er terdege van bewust dat er mensen meekijken, maar is men zich ook bewust van regels voor goed theater?
Waarom heb ik het hier over? In de commissievergadering van afgelopen dinsdag ging het over de Poort van Hoorn, het centrale punt van de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen. De toen nog heersende coalitie kreeg het nakijken. Algemeen werd geconcludeerd dat de kiezer de tunnel en de Carbasiusweg niet van harte omarmde. Vanaf maart zou het roer omgaan. Twee partijen, die zich voordien het vuur uit de sloffen liepen voor de realisatie ervan, bleven mokkend in de oppositie: de VVD onder overtuigde leiding van Ronald Louwman en VOC Hoorn onder het welbespraakte regime van Aart Ruppert.
Het verlies bleek traumatisch en uiterst bruikbaar als ingrediënt voor een meeslepend drama. In dat drama zou Ronald Louwman volgens de Griekse klassieke regels de protagonist kunnen zijn, de belangrijkste theaterfiguur. Hij speelde ooit een centrale rol in de ontwikkelingen van de plannen rond de Poort van Hoorn en heeft er de inzet voor de lokale verkiezingen van gemaakt. Aart Ruppert zou ik duiden als deuteragonist. De speler die Ronald steunt en het mogelijk maakt de gevoelens en gedachtegangen duidelijk te maken. Misschien moet je dan een lid uit het huidige college de rol van tritagonist toebedelen: Judith de Jong, de PvdA-wethouder van keer-het-dubbeltje-nog-‘r-‘esomzaken, die de totaal anders geschudde kaarten stevig in handen heeft.
Welke mogelijkheden blijven je, wanneer duidelijk is, dat de coalitie op het Poortfront de rijen hecht gesloten houdt en je geen deuk in het keiharde pakje boter gunt? Wat te doen om aan je eigen Poortbeluste achterban duidelijk te maken dat je je desondanks niet zomaar gewonnen geeft? Je stelt een daad. Je maakt een ondubbelzinnig statement. Natuurlijk kun je eisen de geschudde kaarten nogmaals te husselen, je valide argumenten stuk voor stuk weer eens grondig te laten analyseren, de vermaledijde coalitie voor de tigste en nog een keer confronteren met hun fatale inzichten en mogelijk de procedures traineren met alle mogelijke democratisch gegroeide formaliteiten. Maar spreekt dit de kijker aan? Heb je ze dan bij de lurven? Nee natuurlijk. Dit zal de kijker nooit boeien.
De kijker vraagt om een dramatische handeling. Op de vuist gaan zoals in sommige zuidelijke en oostelijke parlementen wel eens gebeurt. Misschien een moord? Zijn er nuttige tips te halen uit tvseries als Borgen of House of cards? Vijf fracties kozen voor een iets mildere variant. Zij verlieten demonstratief de raadzaal tijdens de besprekingen van de resten van de Poortplannen. We kennen de beelden wanneer dictators spreekruimte krijgen of wanneer moorddadige regimes worden bekritiseerd in mondiale organisaties. Nou, de coalitiepartijen zullen zich kapot schrikken en zich achter de oren krabben, bedacht men en wat zullen de diverse achterbannen trots kunnen zijn op hun vertegenwoordigers. Dit was in Hoorn nog niet eerder vertoond en wat zal iedereen opkijken!
Opkijken? Jazeker, maar wat zal men kunnen zien? Een theatrale handeling die in verhouding staat tot welk levensbelangrijk probleem eigenlijk? Welke emoties spelen mee en hoe geloofwaardig zijn die nog in dit stadium van het verhaal? Welke functie hebben de fracties van Tonnaer, Hoorns Belang en – hoe bedenk je het?- HSP in dit spel? Dat VVD en VOCH met levensgrote frustraties zitten mag best in het script zitten. Ronald en Aart waren toentertijd wethouder. Hoe moet dit verder? Wanneer de emoties van Ronald en Aart geen spel zijn, maar echt, dan zou mijn advies zijn: zoek hulp, voordat het drama geen theater meer is.
Hoog tijd voor de catharsis, de zuivering, de loutering en de bevrijding van het mentale probleem. Dat kan nog net in de raadsvergadering van aanstaande dinsdag. Anders moet ik constateren, dat we gewoon zitten te kijken naar de cliffhanger van een platte soap.
(terug)
Halve Maenregelen 20 december 2014
Je kunt de Halve Maen nu al zien zeilen. Op een filmpje, opgenomen vanuit een rondcirkelende helikopter op de winterse klanken uit Vivaldi’s Vier Jaargetijden. Het schip is nog niet Nederlands, dus je kunt alleen nog Half Moon krijgen met le quattro stagioni. Toch mooi en dat komt allemaal naar Hoorn toe. De voorstanders in de raad hebben met 20-14 de wedstrijd naar zich toe gehaald. Ik gun u graag een korte blik in de zielen van de voor- en tegenstanders.
We zijn allemaal jong geweest en hoewel een deel van ons indertijd nog steeds verlangend naar de handen van Sinterklaas keek, waren er ook al die, heel modern, aan Santa hun diepst gekoesterde wensjes toevertrouwden. Ik wil graag … en dan kwamen er producten op het lijstje te staan, waar ook gefortuneerde ouders om pedagogische redenen niet aan wilden voldoen. Op kinderleeftijd denk je dat alle wensen in vervulling gaan, wanneer je maar hard genoeg wenst. De ogen zijn groter dan de maag en de uitdrukking ‘de tering naar de nering zetten’ staat in geen enkele taalmethode.
Wij, volwassenen, mannen en vrouwen van de wereld, gepokt en gemazeld, getekend en gesierd door littekens van de tegenslagen en lachrimpels van de meevallers, kenners van de hoed en van de rand, op de hoogte van de werkplek van de mosterdleverancier van Abraham en ervaren in het houden van walletjes bij bijbehorende schuurtjes, gelouterd door niet alleen het letterverschil tussen gewonnen en geronnen; wij weten intussen hoe lang onze polsstok is, hoe hoog we de lat kunnen leggen en de juiste maten van de voet waarop we leven.
Toch is al deze jarenlang gevulde vergaarbak van levenskennis niet bij ieder hetzelfde. Zo zien zeker veertien raadsleden de bui al hangen. De Halve Maen gaat ons veel meer kosten dan ons lief is. We hebben al zo weinig in de gemeentekas en er staan al zoveel mensen en zaken hun stinkende best te doen om de bodem van de geldkist zichtbaar te krijgen, moeten we het risico van reserveloos artikel 12-gemeente te worden wel nemen?
Wie de berichtgeving rond onze historische haven een beetje heeft gevolgd de afgelopen jaren, moet weten, dat we staan in een groeiende internationale belangstelling. Goed voor de stad! Dat wilden we toch en dat willen we toch nog steeds? We lopen nu tegen de bijkomende problematiek aan. Waar moeten we alle liefhebbers van onze stad herbergen? In en bij de haven moeten dringend aanpassingen komen om al die geld in het laatje brengende toeristenstromen op te vangen. Maar
wanneer het in Hoorn erop gaat lijken dat de VOC-kreet: de cost gaet voor de baet uyt verandert in : de baet gaet voor de cost uyt, dan is er iets niet goed begrepen geweest.
Ik ga er misschien ten onrechte van uit dat in onze raad alleen mensen zitten die op de meubelboulevard direct zien dat een enorm bankstel niet past in een piepklein kamertje. Die zien dus ook de verhoudingen tussen de riviercruiseschepen en ons haventje. Je verwacht dan dat raads- en collegeleden over elkaar heen buitelen met de beste ideeën om zo snel, zo veel en zo goed mogelijk faciliteiten uit de grond en het havenwater te stampen. Geen seconde te verliezen! Intussen ook de attractieve waarde van haven en stad vergroten! Wat is er mooier en ambitieuzer dan de eerste dependance van Amsterdam te worden? You thought that you have seen Amsterdam entirely? Have you been in Hoorn as well, then?
Hoe krijgen we alles betaald dan? Moeten er geen centen naar de zorgbehoevenden en armlastigen in onze stad? Maak je geen zorgen! Het mag zelfs van de SP! Wie weet gaat deze prachtige wensdroom nog uitkomen ook! Wat zullen we dan doen met die 14 sikkeneurige pessimisten? Uitjouwen? Kielhalen? Een jaarabonnement geven voor de Halve Maen? Ach nee, we sturen ze gewoon een mooie nieuwjaarskaart met de tekst: Liever een Halve Maen dan een heel fiasco! (terug)
Weer een jaartje verder 27 december 2014
Terugdenkend aan een politiek jaar in Hoorn overvalt me toch het gevoel dat we ondanks alle emoties, romantiek, liefdevolle en haatdragende uitlatingen, omarmde en verafschuwde collegevoorstellen, geslaagde en beschamende politieke spelletjes, alles bij elkaar toch maar gewoon een kleine provinciestad zijn gebleven. Wel een met potentie, geloof ik. En ik geloof, denk ik, voornamelijk omdat ik hoop. Stel nou, dat in een enquête in Limburg onder mensen met een bescheiden VMBO-opleiding, mensen dus voor wie deze zin al veel te lang is, gevraagd wordt of ze Hoorn kennen en dan niet antwoorden: ‘Ja natuurlijk, ik neem er altijd een met drie bolletjes!’ maar dat ze werkelijk weten waar Hoorn ligt en zelfs dat ze er al eens geweest zijn, dan zou ik pas met gerust hart tegen onze lokale politici zeggen: ‘Ga rustig verder, want wat gij hebt gedaan, dat hebt ge welgedaan!’
In 2014 gebeurde in Hoorn veel wat alleen voor Hoorn bestemd was. We werden nog duidelijker een stad met een lokaal politiek gezicht. De verkiezingen waren onbedaarlijk heftig. De hele wereld om ons heen had kunnen vergaan terwijl al onze zintuigen waren gericht op maar één vraag: moet er een tunnel komen of niet? De bevolking gaf een beetje een halfslachtig antwoord, maar de tegenpartijen vonden binnen de kortste keren een gezamenlijke weg naar een coalitie tegen de tunnel en voor een beleid met een menselijker gezicht.
Voor beginnende en ervaren politici geldt altijd één plezierige spelregel: je kunt voor iets zijn of tegen. Het mooie is dat je voor beide keuzes prachtige standpunten kunt formuleren. Voor lokalo’s is er dan niet de belemmerende wereldvisie waarmee men bij PvdA, SP, VVD, CDA en in mindere mate bij D66 te maken heeft. Dit was het jaar van de lokalo’s. Vreemd genoeg waren er nog niet genoeg verschillende smaken, zodat Robert Vinkenborg met zijn zelfbedachte HOP een poging deed een politiek gat te dichten. Ook Joke van der Meij weet als geen ander dat lokaal nog niet hetzelfde is als lokaal. Met haar Hoorn Lokaal bedient ze een heel ander publiek dan Hoorns Belang, waar ze eerst deel van uitmaakte, nadat haar bijdrage aan een partij met weer een totaal andere lokale visie was gestrand. De mensen hebben op mij gestemd en dan krijgen ze ook mij. Datzelfde geldt natuurlijk al veel langer voor Roger Tonnaer. Wanneer je op hem stemt, dan weet je wat je krijgt: Roger Tonnaer. Hoe zich dat politiek vertaalt laat je maar gewoon aan Roger over.
Maar liefst 17 nieuwe raadsleden kwamen de lokale politiek alle wensbare en onwenselijke kanten uitsturen. Allemaal mensen natuurlijk met duidelijk omschreven ideeën over zaken als de witte vloot,
coffeeshops, nachtelijke toegangstijden horeca, de Halve Maen en huisvesting arbeidsmigranten, om maar een paar zaken te noemen. Hoe Hoornse senioren daarin heel anders kunnen staan dan een van de huidige partijen is mij een raadsel. Ik dacht daar op mijn leeftijd een beeld van te kunnen krijgen, maar wanneer ik Joke van Diepen, mijn leeftijdsafgevaardigde in de raad bezig zie, dan vraag ik me bezorgd af of de andere Hoornse senioren daar wel van af weten.
‘De kracht van verbinding’ is de titel van het collegeprogramma. En wanneer ik vanaf een verre zijlijn de gezamenlijke verrichtingen van onze wethouders beschouw, dan moet me van het hart dat zij dat zelf redelijk staan waar te maken. Judith de Jong van PvdA, Nel Douw van SP, Ben Tap van D66, Samir Bashara van GroenLinks en Michiel Pijl van CDA maken stevig gebruik van de kracht van hun verbinding. De oppositie krijgt geen poot aan de grond. Dan rest je slechts zure opmerkingen bedenken, eindeloze stromen moties en amendementen indienen, schorsingen aanvragen, af en toe weg lopen en eindeloos herhalen van tunnelargumenten. Ronald Louwman, zoon van de Romeinse Senator Cato Maior heeft een eigen variant op Ceterum censeo Carthaginem esse delendam. We duiken over een paar dagen 2015 in. Dat moet voor Hoorn een heel speciaal jaar worden. Aan het einde van het komende jaar hopen we te kunnen terugzien op een jaar waarin veel voor elkaar is gekomen. Ondanks en dankzij ons college en onze gemeenteraad. Wij wensen dat daar dan de handtekening onder komt te staan van alle 35 raadsleden. Eigenlijk teken ik daarvoor. (terug)
Vóórzichtigheden 3 januari 2015
Met 2015 ligt een heel jaar voor ons met onvoorspelbare zaken die achteraf voorspelbaar zullen zijn. Gebeurtenissen die ons zullen raken, schokken, verheugen, ontroeren. Alle emoties zullen bij ons, gewone burgers, langskomen en ook bij politici die geen autisten blijken te zijn. Er komt feest in Hoorn. We hebben er al mooie plannen voor klaar liggen. Enkele steenharde politieke noten zijn gekraakt en nu gaan we verder met blijmoedig of nog steeds ietwat misnoegd brokjes feestnoten kanen.
De wittebroodsmaanden van ons dolgelukkig college zijn voorbij. Zal de sleet erin komen of komen er wat verfrissende meningsverschillen en karakterbotsingen? Zal er een competitieve linkse interactie blijven tussen Samir van GroenLinks, Nel van de SP en Judith van de PvdA? Is Ben al toe aan sussende komkomtuuttuuthohokreten? Heeft Michiel hé-ik-ben-nog-wel-steeds-de-jongste-nestorwethoudervan-de-ploeggedachten? Samir noemde in een trots bericht de soepelheid van de oppositie. Wie stuurt hem naar de opticien?
Wie zal er dit jaar de aanvoerder van de oppositie worden? Aart met zijn terloopse humor? Ronald met zijn superieure procedurekennis? Symen met zijn hartstocht voor de gekwelde burger of toch gewoon Roger die claimt al deze eigenschappen te bezitten? Zal de ene Joke verder haar mond houden, wanneer hondenbelasting en teraardebestellingen naar haar genoegen zijn geregeld? Zal de uitdijende groep senioren zich nou eindelijk vastklampen aan hun allerlaatste strohalm: die andere Joke?
Het wordt een boeiend jaar. Dat is eigenlijk het enige dat ik durf te voorspellen. Natuurlijk zie ik dingen aankomen, dat doet u ook. We voelen het aan ons water. Water wordt één van de mooiste kernthema’s. Naast nationale rampen zullen zich vast ook lokale rampen voordoen. Hopelijk op veel kleinere schaal. Moeilijke vragen als: ‘Is een vlieg- of scheepsramp erger dan de verkiezingswinst van Wilders? komen in Hoorn nauwelijks verder dan: ‘Blijkt de Halve Maen een rampschip of scheepsramp?’ of ‘Blijft de zorgtransitie alleen een ramp voor zorgbehoevenden?’
Wij moeten positief denken, ik moet positief denken. Zeker wanneer we van plan zijn van 2015 een feestjaar te maken. Ik verwacht een dergelijke aanmoediging van onze eigen burgemeester Onno tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. Wie wil horen hoezeer we in Hoorn maar boffen met zoveel mooie ontwikkelingen moet beslist maandagavond komen luisteren. Ik ga dat ook doen. Om aldus gesterkt
een nieuw politiek jaar in Hoorn aan te kunnen. Om er popelend naar te kunnen uitzien. Voor het wacht-maar-af-het-wordt-nog-veel-mooiergevoel. Het meest verrast zal men zijn over de mededeling van de burgemeestersruil tussen Hoorn en Alkmaar tijdens de kermisweek en Lappendag, om ook Piet Bruinooge eens een echt feestelijke stad te laten ervaren. Pakt hij meteen even het vuurwerk mee.
Ik mag het hele jaar 2015 voor Radio Hoorn over de Hoornse politiek berichten. En af en toe de opmerking aanhoren over hoe ik dat elke week toch voor elkaar krijg en dat ik dan zeg dat ik dat bedenk waar jij ook bij zit. Het blijft voor mij boeiend. Het gaat maar door en het gaat maar door. Waar onze lokale politici de argumenten voor of tegen alsmaar vandaan halen! Het schier onwrikbaar vertrouwen dat onze collegeleden maar blijven houden in hun eigen maatregelen. Echt boeiend! Ik bof dat ik columns daarover mag schrijven. Ik bof dat er niet nog een hele kudde columnisten om precies mijn redenen precies hetzelfde gaat doen. Zicht houden op wat voor- of onvoorzien bleek. Vóórzicht houden. Dat blijf ik doen. Heel 2015! (terug)
Ik ben Sjaak 10 januari 2015
Woensdagmiddag gingen we op bezoek bij goede Turkse vrienden van ons. De tv stond aan en het eerste dat ons werd gevraagd was of we het al gehoord hadden wat er in Parijs was gebeurd. ‘Dat zijn geen moslims!’ riep mijn vriend geëmotioneerd uit. Ik snapte volledig wat hij bedoelde. Dit soort daden worden niet gepleegd vanuit zijn opvatting van het geloof en natuurlijk weet ik dat allang. Zijn en mijn levensovertuiging zijn niet dezelfde, maar ze bijten elkaar nooit. Ze versterken onze overtuiging dat de grondwaarden eruit bedoeld zijn om een leefbare wereld voor elke kleur en variatie mogelijk te maken. En zo genieten we alle vier van elke ontmoeting.
Wij hebben meer vrienden die moslim zijn en daar staan we zelden bij stil. Ik wil niet dat zij nu tegenover ons roepen dat zij zich distantiëren van de terroristen. Dat zou de ontkenning zijn van de basis van onze relatie. In onze gemeenteraad zitten ‘ze’ ook. Moslims. Ik ga ze niet vragen hoe zij over de acties denken. Ik zou ze ermee beledigen. Ik hoef ook niet van hen te horen hoe belangrijk zij hun geloof ervaren. Ik vraag dat aan geen enkel raadslid, ook niet van CDA-raadsleden.
Donderdagavond liepen wij ’s avonds tegen zessen over De Groote Markt in Groningen. Toevallig, omdat wij een restaurant zochten. Het plein stond vol met mensen. Stil en afwachtend. Hier en daar een pen of potlood aan een stok gebonden. Geen fractie van een seconde bedreigend. We zagen er zo gauw geen duidelijke vertegenwoordigers van volksgroepen waarvan je direct zou kunnen vermoeden dat het moslims zijn. We zagen overigens in de twee dagen dat we daar waren niet of nauwelijks Turken of Noord-Afrikanen. Groningen, een ideale stad voor PVV’ers.
In Hoorn was op hetzelfde tijdstip ook een dergelijke manifestatie. Onno van Veldhuizen hield daar als onze burgemeester een toespraak. Hij zal zeer zinnige dingen hebben gezegd. Als hij moslim geweest zou zijn, zouden ze op tv zijn speech hebben uitgezonden, samen of in plaats van Aboutaleb. Hij sprak, zonder de woede van mijn Turkse vriend. En zo wil ik kunnen blijven spreken. Over mensen die op zoek gingen naar God en een religie vonden. Een allesbepalende religie namens een allesbepalende gedachte. Wanneer ben je zo ver dat je eindeloos misleid kunt worden? Is elke moslim al te ver heen, wanneer hij de daad noemt en de zin af maakt met maar…? In dat maar schuilt namelijk de werkelijke gedachte van de spreker.
Er waren veel schrijvers, journalisten, grappenmakers en columnisten met het bordje ‘Je suis Charlie’. Had ik niet ergens moeten staan met dat bordje? Non, parce que je ne suis pas Charlie. Ik ben
schrijver. Ik ben columnist en ik maak opmerkingen over allerlei zaken in onze samenleving. Vooral over de Hoornse samenleving en de Hoornse politiek. Maar daaraan kleeft eigenlijk geen enkel risico. Bovendien vrees ik dat ik vaak veel te mild ben. Ik ken veel Hoornse politici en dat is misschien mijn fout. Ik zie aardige en bevlogen mensen met een grote inzet. Bij elke vermeende knulligheid, vraag ik mezelf af: kun jij dat dan beter? Toch maak ik er graag een grap over. Ik ervaar op korte afstand hoe hier de democratie werkt. Er zijn politici die elkaars tegenstanders zijn. Maar die staan na afloop van een raadsvergadering meestal gezellig met elkaar na te praten, met een drankje. Sans rancune.
Tijdens de Nieuwjaarsreceptie heb ik politici van diverse pluimage hartelijk de hand geschud en allen keken oprecht verheugd wanneer ze mijn hand vasthielden. Ik zag ze onderling het nieuwe jaar inluiden. Tegenstanders en geestverwanten spraken elkaar op hartelijke wijze, elk hopend op een jaar met meningsverschillen, want alleen in verschillen kun je je onderscheiden. Er zijn tegenstellingen in de raad, verdeeld over misschien iets teveel fracties en elke week wordt onze democratie beschaafd gevierd in raadzaal en daarbuiten. Dit hebben we en dit bewaren we als een kostbare schat.
Ik ben Charlie niet. Ik ben Sjaak en dankzij onze lokale politieke opvattingen niet de Sjaak. (terug)
De avond van Symen 17 januari 2015
De commissievergadering van afgelopen dinsdag liep uit. Wanneer er maar één onderwerp is en je krijgt daarvoor van 8 tot 11 de tijd, dan zou dat toch moeten lukken, dacht ik. Nou, niet dus. Half twaalf werd het en dat was voorzitter Simon Broersma nauwelijks aan te rekenen. Het was de schuld van Symen van der Meer van Hoorns Belang. En nu zeg ik het eigenlijk niet goed. Er was geen schuld, er was een keiharde noodzaak. Terwijl iedereen bij de zoveelste vraag van Symen bezorgd op de klok keek, was hij de enige die het Hoornse belang besefte van de zaken die hij helder wilde krijgen.
En Symen kreeg de zaken helder. Nu kun je natuurlijk direct aanvoeren dat de zaken voor ieder ander commissielid ruim voor 11 uur al zonneklaar waren, maar daar zit je als commissielied niet voor. Elk raads- en commissielid weet dat elk woord met begeleidend beeld bij elke burger in Hoorn thuis ontvangen kan worden. De publieke tribunes waren nagenoeg leeg, want er zou bij dit onderwerp niemand een Pool in de achtertuin te wonen krijgen, maar iedereen, ook de wat minder gestudeerde, kon precies volgen wat onze geachte afgevaardigden met de democratie uitvreten. Symen weet dat en daarvan gaf hij voorbeeldig blijk.
Waar ging het om? Het college wil graag de meerderheid van de raad achter hun uitgangspunten voor het project ‘Poort van Hoorn’ krijgen. Oh, dat was toch dat tunnelplan? Zou u denken, wanneer u van hoed noch rand wist. Hier ligt een van de kernen van het misverstand. GroenLinks-wethouder Samir Bashara van lekker-weg-van-of-naar-Hoornzaken werd niet moe uit te leggen hoe het nu precies zat.
Opvallend was - en misschien zie ik alleen ik daar humor in – dat alle coalitiepartijen direct in een reactie van hooguit 10 seconden aangaven dat ze het voorstel duidelijk en juist vonden. De oppositiepartijen daarentegen begonnen allen met gepruttel over onbegrijpelijke aanpak, ondemocratische handelingen, verwardheid en absoluut en overduidelijk verkeerde aanpak door het college. Allemaal verwoord in fraai geformuleerde statements, waardoor ik me afvraag, of het wezen van oppositievoeren ook een uitnodiging vormt voor een zo creatief mogelijk taalgebruik. Elke partij toonde weer een andere vaak charmante, soms wat zure presentatie. Aart Ruppert van VOC Hoorn gaf aan vooral constructief mee te willen denken, terwijl hij stevig kritiek uitte. Marion van der Ven van de VVD wilde best het college begrijpen, maar hechtte zeker aan de ruimte om er inhoudelijk totaal anders naar te mogen kijken. Joke van Diepen van de Hoornse senioren - dat moet je gewoon elke keer komen bekijken - heeft bij voorbaat voor ons totaal onbegrijpelijke binnenpret over de
manieren waarop men tegenwoordig kan bezig zijn met het democratisch handwerk. Natuurlijk mag je de bijdragen van Roger Tonnaer, prominent lid van Fractie Tonnaer, nooit over het hoofd zien. Steevast vol met oplossingen die door anderen over het hoofd gezien zijn en dat dan gebracht met een schier superieure vanzelfsprekendheid. Ik ga niet alle opposanten noemen. Ze zijn echt met teveel. Maar Symen van der Meer stal voor mij de show.
Wethouder Samir kwam doodleuk met het verhaal, dat alle wensen van de oppositie en alle afspraken ooit gemaakt in het vorige college juist in de voorliggende voorstellen zitten. Symen kon dat niet geloven. Geen enkele kijker en luisteraar die dat thuis met verbijstering zou aanhoren kon dit zomaar voetstoots aannemen. Natuurlijk was Symen niet de enige die daarover het naadje van de kous wilde weten, maar hij ging verder waar andere ophielden. En zo gebeurde het dat Samir zeker vijf keer hetzelfde verhaal hield en de leden van de coalitiepartijen zich moesten uitputten met uit te leggen dat alles precies paste binnen de gemaakte coalitieafspraken en uitspraken gedaan tijdens en ver voor de verkiezingen. Niet te geloven bijna en vooral Symen en in het laatste deel van de vergadering, zeg maar na elven, alleen maar Symen had door dat hierover voor de mensen thuis alleen complete duidelijkheid diende te komen. Dapper hield hij vol. Natuurlijk begreep hij alles allang, maar het gaat in het politieke werk niet om hem wist hij. Symen vroeg door en hield zich doof voor gezucht, gekreun en verwijtende blikken naar hem en naar de klok.
Lof Symen, lof. Je deed het voor ons, burgers van Hoorn. Alleen jammer dat voor de meeste kijkers thuis en dat kunnen er best wel tien geweest zijn, de show veel te lang duurde. Hij doet het voor ons, voor Hoorn en als niemand meer daarin is geïnteresseerd, welnu, dan doet hij het voor hem zelf. (terug)
In de herhaling 24 januari 2015
L’histoire se répète. De mensen die samen met Roger Tonnaer de Hoornse politiek een mooi Hoorns gezicht wilden geven zijn grotendeels afgehaakt. Een verrassing? Geenszins. Het was iets onvermijdelijks. Wij, geoefende beschouwers van het fenomeen Roger Tonnaer, zonder de pretentie te hebben hem volledig te doorgronden, voorzagen dit met grotere zekerheid dan dat De Halve Maen een schip van bijleg zal worden. Natuurlijk telt ook mee dat in de vorige raadsperiode de bijna complete fractie Tonnaer uiteen spatte. Wat is er aan de hand? Bij wie ligt de fout? Kan Roger niet communiceren of bestaat zijn directe aanhang uit kikkers die een kruiwagen als te benauwend ervaren?
Roger Tonnaer zit al zo lang in het stadsbestuur dat je bijna zou denken dat hij betrokken was bij de aanleg van de tunnels onder ons stadshart door. Roger gaat voor de bokaal van langstzittende politicus en misschien kan hij daar al vele jaren aanspraak op maken. Wie zal het zeggen? Roger heeft alles al eens of meerdere keren meegemaakt, want de geschiedenis dreigt zich, zeker in lokale politieke gebeurtenissen onveranderlijk te herhalen. Roger Tonnaer is een monument. Een humaan monument en we bezitten hem nog altijd. Elke maand is hij een aantal malen te bezichtigen in de biotoop die hem het lekkerst ligt: de raadzaal. Het is een genot voor de ware liefhebber en je ziet het pas, wanneer je het door hebt.
Roger Tonnaer kent ons beter dan wij onszelf kennen. Dat willen wij maar moeilijk toegeven. De opgebouwde kennis van Roger moet nu van enorme proporties zijn. Niemand kan in zijn schaduw staan en toch wordt dat nog altijd geprobeerd. De politieke zilverrug wordt uitgedaagd door elke aanstormende jongeling die denkt het beter te weten. Beter weten? Op welk gebied dan? Cultuur? U heeft misschien af en toe het vermoeden dat ik op cultureel gebied een klein beetje mijn mannetje sta. Ik geef toe, dat ik wel eens een boek heb gelezen, exposities bezocht, rondgeproefd heb op gebied van cabaret en opera, maar ik pas er wel voor op om dit te noemen, waar Roger bij staat. Alsof ik me op dat gebied met hem zou kunnen meten! Noem willekeurig een politiek dossier over het Hoornse. Wie verbeeldt zich daarover meer te begrijpen dan Roger? En dat was nou precies wat zijn commissieleden poogden!
En die afgezwaaide commissieleden van zijn fractie, wat stellen die politiek gezien nu eigenlijk voor? Stagiaires zijn het nog. Vast en zeker goedwillend, maar om dan binnen een jaartje proeven aan het politieke handwerk te menen dat zij zich al kunnen meten met Roger Tonnaer, dat is toch om je te
benatten? ‘We wilden vernieuwing binnen de partij,’ waagde een vertrokken commissielid met de nodige verontwaardiging te zeggen. Daarmee bewijzend dat hij er totaal niets van begrepen heeft. Roger Tonnaer gaat niet over vernieuwing. Vernieuwing is niets anders dan toegeven dat je jarenlang de plank hebt misgeslagen.
De enige politicus die het al enige jaren goed met hem uithoudt is Levent Helelespe. Voorwaar een man die alleen al hierdoor aantoont over schitterende kwaliteiten te beschikken. Levent is niet de man voor verandering van Tonnaeriaanse koersen. Levent vertrouwt op het consistente kompas van Roger. Dáár is het noorden, dáár is het zuiden en daartussen ligt ergens de juiste koers en als je je aan Roger vasthoudt, kom je met hem aan op de juiste plek. Onze gemeenteraad bestaat helaas uit 35 personen, waarvan er 33 geen deel uitmaken van Fractie Tonnaer. Er zijn maar liefst elf andere fracties, die elk totaal niet geïnteresseerd zijn in het kompas van Roger Tonnaer. En zij zien dit zelf als een kwaliteit!
De vertrokken commissieleden passen hoogstwaarschijnlijk zeer goed in een aantal van de afwijkende fracties. Ik zal hun namen hier niet vermelden, opdat zij zich in de toekomst makkelijker kunnen aansluiten bij pragmatische partijen zonder ideologie. Ideologieën hebben de neiging star te zijn en vasthoudend aan gelijk uit een ver verleden. Tonnaerisme stamt uit een ver verleden en kent daardoor de loop van de toekomst. Hou voortaan dus gewoon je mond dicht, tenzij je je wilt vergapen aan Roger Tonnaer. Er komen nieuwe commissieleden bij fractie Tonnaer. Hopelijk zonder frisse ideeën. (terug)
Onbetaalbaar fatsoen 31 januari 2015
Mensen met veel centen leven in een andere wereld dan waarin ik woon. Ik ben geen arme sloeber, maar ik kan niet zeggen dat mijn beste vrienden veel geld bezitten. De laatste jaren krijgt de aloude kreet: arm, maar fatsoenlijk nieuwe glans. Vooral omdat er ook mensen zijn die kunnen leven zonder die glans. Mensen die in de positie zijn gekomen om een hoop geld voor hun activiteiten te vragen en dat ook gretig doen. Onfatsoenlijke graaiers dus. Er lopen er heel wat rond in sectoren waar men wel weg weet met onze centen. Hoe ga je met dat volk om?
De afgelopen week kwam de vraag hoe om te gaan met rijke mensen een paar keer langs. Ook in Hoorn. In Enkhuizen hoorde men de roep om meer rijke bewoners in de stad, omdat dat goed is voor de locale economie. In Hoorn worden bouwplannen gesmeed op een prachtige locatie aan de Westerdijk, bestemd voor mensen die wat te missen hebben. Zeven ton voor een woning is meer dan de omwonenden kunnen neertellen. Moeten we dat soort lui daar wel toelaten?
Als een klap op de vuurpijl komt daar een brief van SP-voorman Mathé van Stralen over de salariëring van enkele topmensen van Omring, de organisatie die goed meent te kunnen zorgen voor vaak minvermogende zorgbehoevenden. Met twee man goed voor een persoonlijke afroming van een half miljoen op diverse publieke zorgbudgetten, dat schreeuwt toch om een artikel 36-vraag? Moet de gemeente Hoorn in zee gaan met een organisatie die zuks normaal vind? Nee toch?
Natuurlijk pijnig ik mijn hersens om een passend antwoord. Allereerst vind ik dat er onderscheid is tussen fatsoenlijk en onfatsoenlijk rijk. De Omringrijken zijn gewoon onfatsoenlijk. Duidelijk. Ze graaien. Je kunt echter ook per ongeluk steenrijk worden. Stel je voor dat er toch nog uit de Staatsloterij een grote prijs valt op een lot dat wel verkocht is, dan hoeft niemand jou argwanend aan te kijken en dan ben je wat mij betreft Westerdijkfähig. Ik droom er wel eens van dat een door mij geschreven boek een internationale bestseller zou worden. Ja, dan loop je binnen zonder graaien en wie weet zou ik me ook laten verleiden mij te vestigen op de Westerdijk. Mits mevrouw Grosthuizen het daarmee eens is, natuurlijk!
Hoorn kan ook wel wat rijke bewoners gebruiken. Zij kopen dikwerf zaken waar u en ik slechts van kunnen dromen en onze middenstanders willen die producten maar wat graag leveren. Als ze het in het assortiment hebben natuurlijk. Hoorn is een fatsoenlijke stad. Dat is zonneklaar, want probeer hier ter stede maar een gloednieuwe Maserati of Lamborghini te kopen. Onze middenstanders zal
het worst zijn hoe de klant aan zijn centen komt. Als hij er maar vanaf komt! Dat is ook goed voor Hoorn. Onze middenstand is eigenlijk het ideale plukze-team.
En daar begint mijn twijfel. Geld wat stom is, maakt recht wat krom is. Onze binnenstad smacht naar elke uit te geven euro. Daar spreekt de VVD-er in mij, dwars in tegen het SP-engeltje op mijn schouder. Zolang graaien in semi-openbare functies nog legitiem is, peeuwen we niet, tegenover: hoe eerder we organisaties die graaiers koesteren uit ons Hoornse systeem verwijderen, hoe liever het ons is.
Rijke graaiers mogen best op de Westerdijk komen. Op een mestkar en gehuld in pek en veren, wat Mathé betreft. Ik weet niet of ik mij zal scharen bij de woedende menigte die ze opwacht met rotte tomaten. Misschien zijn de organisaties die hen graailicenties geven de grote schuldigen. Hoeveel status ontleen je als bedrijf aan salarissen die je kunt betalen? Hoeveel zorgbudgetten steek je daarin, in plaats van te besteden aan de ploeteraars op de werkvloer? Ik hoor diverse raadsleden al roepen dat zij daar helaas niet over gaan. Zij hebben nauwelijks een keuze, want zo werkt dat nu eenmaal.
Mevrouw Grosthuizen en ik worden slechts als rijk gezien door neefjes en nichtjes die echte cola voorgezet hebben gekregen en zij zijn nog ontvankelijk voor onze langs de neus weg geformuleerde aansporingen om toch vooral fatsoenlijk gedrag te vertonen. Zolang wij geen hoofdprijs winnen in de Staatsloterij blijven we wonen waar we wonen. En met de wetenschap dat op de Westerdijk ook mantelzorgwoningen zullen worden gebouwd denken we dat de echte graaiers zich eerder zullen thuisvoelen in bijvoorbeeld Willem de Zwijgerlaan. Een fatsoenlijk buurtje met misschien ook nog fatsoenlijke buren. Mensen die beseffen dat fatsoen niet te koop is. Fatsoen is namelijk niet alleen helemaal gratis, maar ook onbetaalbaar. (terug)
De avond van Robert Vinkenborg 7 februari 2015
Zelden een spannender wedstrijd in Hoorn meegemaakt. Werkelijk waar, de raadsvergadering van afgelopen dinsdag is te bezien als een heel rare wedstrijd. Soms met dode momenten, maar ook met zinderend opwindende ogenblikken. Twee zaken op de agenda hadden mijn nieuwsgierigheid gewekt, maar vooral de bouwplannen voor herenhuizen op de Westerdijk zorgden al bij voorbaat voor wat ik wil noemen een trappelmoment. Dat hadden we vroeger als we in de speeltuin een film gingen bekijken, steevast voorafgegaan door massaal voetengeroffel. In de krant stond die dag namelijk vermeld dat ondernemer Komen al voor firma Van der Laan had aangegeven wel brood te zien in het opvullen van ‘Het Gat van Hansen’. Een heel ander bericht dan het college ons wilde doen geloven.
Dat trappelgevoel werd versterkt door de voor mij verrassende mededeling van burgemeester Onno dat hij dat punt niet als voorzitter kon behandelen, omdat hij zelf een van de te bouwen appartementen zou willen betrekken. Oef! En op dat moment fluisterde de krantenjournalist mij in dat er een voorstel zou komen het agendapunt weer naar een commissievergadering te plaatsen. Zou ik dan voor niks zijn gekomen? Hij vond het ook jammer, want ook voor de krant is politiek vuurwerk altijd zeer welkom.
Robert Vinkenborg, de wat slungelig acterende, maar uiterst alerte fractievoorzitter van HOP vroeg inderdaad na een betoog met levensgrote vraagtekens over schimmig aandoende activiteiten van dit en het voorgaande college of de hele zaak van de agenda kon. Symen van der Meer, in gezelschap van Joke van der Meij, ondersteunde dit voorstel hartstochtelijk. Dat riep om een onmiddellijke schorsing van de vergadering. ‘Daar gaat mijn stukkie,’ kreunde de journalist. Ik stevende af op de heftig discussiërende vorige wethouder van deze zaken, Ronald Louwman. Die maakte me duidelijk dat hij er hier niet met mij over ging hebben, om het huidige college niet voor de voeten te lopen. Dan naar Robert Vinkenborg, die met de andere indieners een vergenoegd gesprek had. Glunderend lieten ze me geloven dat ze de tegenstanders stevig bij de staart hadden. Terugtrekken van het punt was nog de enige optie. Toch? Ik geloofde hen. Zeker, omdat de schorsing al langer duurde dan de afgesproken paar minuten. Hier kleefde duidelijk stront aan de knikker. Een behoorlijke punt van het tapijt was opgetild, men schroefde reeds aan de deksel van een beerput of doofpot. Nog slechts enkele minuten scheidden ons van het moment van koppen rollen.
Toen kwam men terug. Men wilde het punt direct behandelen. D66-wethouder van ken-jelessenzaken Ben Tap kwam naar het katheder. Er was totaal niets aan de hand, betoogde hij. Natuurlijk was de heer Komen, met nog enkele andere ondernemers indertijd geïnteresseerd naar mogelijkheden op de Westerdijk, maar het is bij interesse gebleven. Van der Laan was de enige die eindelijk na vele jaren smachtend wachten met een concreet voorstel kwam. En de verkoop van de grond is volledig volgens afspraken en geldende regeltjes verlopen, dus waar hebben we het over? De woorden van Ben Tap waren nogal ontnuchterend en bijna niet passend bij het lange oponthoud dat eraan vooraf ging.
Natuurlijk mooi dat alles weer goed terecht kwam, maar een gevoel van teleurstelling bleef knagen, zeker bij Robert en Symen. Zij eisten een nieuwe schorsing. Hoe lang? Een kwartier. Dan kon de werkelijke lengte ervan best meevallen. Het kwartier duurde enkele minuten. Lang genoeg om mijn bloeddruk weer te laten dalen, maar toch niet te kort om weer nieuwe spanning op te bouwen. Welke troeven waren nog in de handen van Robert en Symen? Hoe effectief zouden zij de zelfvoldane glimlach kunnen wegpoetsen op de gezichten van de meerderheid van voorstanders? Beschikten zij over geheim materiaal, waarmee ze het huidige en het vorige college op het schavot konden krijgen? Worden leugenaars ontmaskerd? Corruptie aan de kaak gesteld? Was Hoorn gewoon een noordelijk filiaal van Limburgse politiek?
HOP, Hoorns Belang en Hoorn Lokaal keerden terug. Nu schieten ze alle rustgevende argumenten aan flarden, dacht ik. Maar hoe dapper en braaf Robert Vinkenborg ook zijn best deed om de kieren tussen zijn feitenrelaas en dat van wethouder Ben aan te tonen, de meerderheid van de raad stemde voor het collegevoorstel. Einde wedstrijd.
We mochten naar huis. Zonder schandalen, zonder rollende koppen, hooguit een paar verongelijkte gezichten. Wie op zoek wil naar een cliffhanger zal erg goed moeten kijken. (terug)
Strand 2 14 februari 2015
Een warme zomerdag in 2022 bleek de ultieme uitnodiging te bevatten voor mevrouw Grosthuizen om nu eens dat stadsstrand te bezoeken. Natuurlijk hadden we het strandje in het voorbijgaan wel eens gezien en de aanleg ervan was ons in de afgelopen jaren natuurlijk niet geheel ontgaan. Mevrouw Grosthuizen besloot erheen te gaan in ons zomergoed, niet in badpak. Ze kreeg me warempel zover dat ik er in korte broek naar toe ging. Of ik plannen had om te gaan zwemmen? Nee, die had ik niet. Ik trek mijn baantjes het liefst in een regulier zwembad.
We parkeerden onze auto met een beetje schuldgevoel bij de Astronautenweg. We zouden na afloop nog even een kopje thee drinken bij vrienden die daar wonen. We beklommen de dijk en kregen een mooi uitzicht over bruikbare lege plekjes waar we onze ligstoelen konden uitklappen. De zon hield zich uitstekend aan de zomerse belofte en ook het uitzicht op een zinderende kim werd door niets verstoord. Of je zou liever geen oog hebben voor de wit- en bruingezeilde pleziervaart, een paar windsurfers en zowaar een kitesurfer.
Mevrouw Grosthuizen keek om zich heen. ‘Is dit nu precies volgens de plannen van, kom hoe heet hij ook weer?’ ‘Ben Tap,’ zei ik en ik trachtte mij de beelden voor de geest te halen van een van de presentaties over het stadsstrandgebeuren in wanneer was dat? Begin 2015. ‘Daar ergens zou een soort paviljoen komen, met wc.’ Ik wees naar enkele toilethokjes wat verder op het smalle strand, achter een provisorische patatkraam, met vlaggetjes van Iglo-ijs. Iets voor de plek waar men nog een begin moest maken met de aanleg van een beloopbare strekdam. Het Hoogheemraadschap bleek ook met dit project niet te kunnen beschikken over erg nauwkeurige werkplanners. Dit had toch allang klaar moeten zijn?’ zei mevrouw Grosthuizen. Ze bedoelde het niet eens als een vraag. Zelfs mijn tempo om mijn huishoudelijke taken volgens beloften te vervullen lag een stuk hoger. ‘Ja met de kennis van achteraf is het altijd gemakkelijker om te beoordelen of iets goed verlopen is. Je kunt dit Ben niet verwijten,’ zei ik. Je schijnt voor dit soort zaken nooit iemand iets te kunnen verwijten. Zelfs je stinkende best voor iets doen levert geen garantie voor het behalen van mooie doelen.
Ik probeerde een lijstje te maken van voorspelbare onvoorzienigheden die dit strandproject hadden opgehouden. Het was zo veelbelovend begonnen met de bijna ongebruikelijk enthousiaste instemming van de hele raad. Het wensenlijstje was toch echt niet te lang. Ben had indertijd wel gewaarschuwd dat teveel mooie wensen niet te betalen zijn en dat we al blij mochten zijn wanneer de sobere plannen van toen gerealiseerd zouden kunnen worden.
‘We hebben in ieder geval zand onder de voeten,’ zei mevrouw Grosthuizen. Ik keek langs de reeds gerealiseerde promenade vanaf de schouwburg. De ramen van de nieuwe herenhuizen weerkaatsten het zonlicht. Het was daar maar prachtig wonen. ‘Is Onno nu al verhuisd?’ hoorde ik mevrouw Grosthuizen vragen. ‘Nee, ik denk dat hij daar voorlopig blijft wonen. Hoelang blijven ministers tegenwoordig nog in functie? Morgen valt het kabinet en wil je dan nog in Den Haag blijven? Nee toch?’
En eigenlijk alleen al voor Onno hoopte ik dat men eens opschoot met die dijkverhogingen en al het bijhorende werk. Misschien dat hij na het kabinet Pechtold tijd over zou houden om van het uitzicht vanaf de Westerdijk te genieten. Over het fietspad dat wel redelijk op tijd aangelegd voor zijn huis langsliep zag ik drie scootertjes rijden. Als Onno thuis was, zou hij ze kunnen horen.
Mijn blik gleed naar opzij van de herenhuizen. De oude huisjes stonden er nog steeds, ondanks herhaald aandringen bij de huisjesmelker, die ze nog jaren antikraak heeft laten verpauperen, om daar eens een mooi bouwproject te starten. Hij wilde dat toch zo graag op de Westerdijk? Uit de meegenomen strandtas diepte ik twee pakjes chocolademelk en mijn tablet. ‘Waar gaat je column over, schat?’ vroeg mevrouw Grosthuizen. Ik keek naar de zaken die al mooi waren in het stranduitzicht. ‘Over verwachtingen, denk ik. En over dat ze niet te hoog gespannen moeten zijn, wil je nog plezier beleven in het leven.’ ‘Nou, wijze woorden van een oude man,’ lachte mevrouw Grosthuizen. Ik grinnikte. ‘Zal bij mij de wijsheid toch nog komen op mijn 73ste ?
De zon scheen, de kitesurfer kitesurfde, de windsurfers windsurften, de zeilbootjes zeilden wit en bruin en de zon scheen aan een wolkenloze hemel. Onvolkomen Hoorn was onvolkomen Hoorn en ik dacht oprecht: moge dat nog vele jaren zo blijven. (terug)
Opvoedhoornaars/-inezen 21 februari 2015
Natuurlijk zag Roger Tonnaer, de gewaardeerde fractievoorzitter van de kleine, maar niet weg te denken fractie Tonnaer het scherper dan wie ook in de raad, toen men sprak over te verwachten overlast bij nog aan te leggen fietspaden. Zeker bij fietspaden en voetpaden op de mooiste locaties die een stad kan bieden. Overlast door de lieve jeugd, door de onverbeterlijke lieve jeugd zal alles blijven verpesten. Dus waarom zou je eraan beginnen? Ronald Louwman, de scherpzinnige voorman van de VVD, ziet dat probleem ook ver vooruit, maar is in het voorkomen van schier onvermijdelijke problematiek minder drastisch. Hij zoekt het in, wat ik wel eens gekscherend noem, een VVD-reflex. Handhaving, aanpakken die handel, malse straffen om het eens af te leren.
Roger en Ronald zien hetzelfde probleem, maar zien helaas slechts oplossingen die de kern van het vraagstuk niet raken. Roger wil gewoon af zien van het creëren van mooie en nuttige zaken in de stad, omdat het toch voor ellende zorgt. Ronald wil al dat moois wel, maar wil de daders die nu nog op de kleuterafdeling opgetogen kleurkrabbels creëren voor mamma en voor de juf voor zijn door een grimmige opvang te organiseren voor de tijd dat ze puber worden.
Kijk, beiden hebben natuurlijk voor hun eigen gevoel het idee dat hun oplossing, hoewel met hoog helaasgehalte, de enig juiste is. Het is onverdraaglijk om dan als doorgewinterde politicus te moeten toezien hoe de rest van de raad lamlendig afwacht als strafrechtadvocaten die aanpak pas willen toestaan wanneer wettelijk en overtuigend is bewezen dat die toekomstige ellendelingen over de schreef gegaan zijn. Dan is het kwaad al geschied. Dan zou het zo maar kunnen gebeuren dat de huidige bewoners van de Westerdijk hun huizen hebben verkocht aan lieden die het allemaal wel voor lief nemen, omdat het uitzicht er altijd is en overlast maar af en toe.
Beste Ronald en vooral beste Roger, de kern van het probleem zit niet bij de jeugd, die zit bij de ouders. De ouders hebben de jeugd in alle gevallen op de wereld gezet en ze voorts in een aantal gevallen onvoldoende voorbereid op de wereld zoals jullie beiden die voor het Hoornse gestalte willen geven. Dáár ligt het probleem en dáár ligt dan ook de oplossing. Opvoeden is in deze tijd en in deze samenleving een grote kunst. Kunst die je moet leren. Waar wij met ons allen aan gaan werken is het ondersteunen van elk verliefd koppel dat de drang naar voortplanting van dit menselijke geslacht vorm wil geven. Niet vrijblijvend, maar met zachte drang. Een prachtig overtuigingsmiddel is de kinderbijslag. Zodra de transitie daarvan naar de gemeente geregeld is, kunnen we aan de slag. Wie kinderbijslag wil hebben, zal een jaar, of in ieder geval een termijn die langer is dan negen
maanden, vóór de conceptie een cursus opvoeden moeten volgen. Slechts na het behalen van een diploma kan men kinderbijslag aanvragen. Voorts dient elk jaar van de opvoeding te worden aangetoond dat de opvoeding een zekere mate van succes bevat om voortzetting te verzekeren. Niet elke ouder zal daarin slagen en met het geld dat je uitspaart op de uitkering van de kinderbijslag kun je de schade en overlast die slecht opgevoede kinderen veroorzaken vergoeden. De te verwachten schade en overlast wordt met deze maatregel beperkt en we kunnen de stad volzetten met kwetsbare mooie zaken die het woon- en verblijfsgenot tot ongekende hoogten kunnen opstuwen. Wat een moedige mooie nieuwe wereld zullen we zo kunnen maken! Ere wie ere toekomt! Het zijn de huidige inzichten van Roger en Ronald, die tot het ontstaan van dit concept hebben geleid.
Wanneer we uitgaan van het mensbeeld van Roger – hij kent ons immers! - dan lukt dit gegarandeerd, want er zullen altijd genoeg opvoeders zijn, die onkundig, onverschillig of zelfs kwaadwillend zijn en blijven. Zij betalen de rekening en al doende zorgen zij voor werkgelegenheid op het gebied van opvoeding, handhaving en stadsherstel.
In Roger en Ronald zullen wij twee wakkere politici kunnen zien die aan dit prachtige vooruitzicht vorm kunnen geven. Blijf hen aanhoren, beschouw hun ideeën in het nieuwe licht van ware en duurzame oplossingen. Een vruchtbaar en heilzaam duo in onze Hoornse politieke geschiedenis zou zomaar kunnen zorgen voor een mondiaal gevolgde aanpak: de RoRo-solution. Zo zie je maar, Hoorn kan de broedplaats worden van de allermooiste zaken denkbaar. (terug)
Alle dertien goed? 28 februari 2015
Twaalf fracties telde de gemeenteraad van Hoorn tot voor kort. Dat was veel. Te veel in mijn ogen. Men vraagt mij wel eens wat nou precies het verschil is tussen bijvoorbeeld Hoorn Lokaal en Fractie Tonnaer of hoe anders HOP is dan Hoorns Belang. Wanneer ik merk dat men daar graag een zinnig antwoord op wil hebben, denk ik wat dieper na en kom dan eigenlijk tot maar één antwoord: ze hebben andere mensen in de fractie. Of ze dus gewoon inwisselbaar zijn, vraagt men dan door. Dan moet ik zeggen dat het inderdaad zo is en dat het ook regelmatig gebeurd is in de raadsgeschiedenis. Verreweg de meeste partijwisselingen vonden niet plaats om inhoudelijke, maar om persoonlijke redenen. Er lopen mensen rond in de Hoornse politiek, die hun aanwezigheid louter legitimeren vanwege het aantal verkregen stemmen. Hoornse kiezers schijnen in grote mate niet voor de inhoud, maar voor de persoon te gaan. De inhoudelijke laag kan kort worden omschreven met de kreet: lokaal is goed voor de gemeente.
Oh, wat een armoe! Onze Hoornse politiek is een dertiende fractie rijker: Jong en oud voor Hoorn. Zo’n fractie bestond nog niet en Joke van Diepen vult hiermee ruimschoots een gat in de politieke markt. Was er dan een behoefte aan een dergelijke fractie? Volgens Joke wel en dat besef kwam op het moment dat haar vorige fractie, de Hoornse SeniorenPartij geen behoefte meer had aan Joke.
Hoe is dat in Godsnaam mogelijk, zou je je afvragen, want Joke is toch niet zomaar een politiek blanco blaadje. Haar ervaring met democratische handelingen is uitgebreid. Dat zegt ze zelf ook. Ik check dat soort beweringen ook. Joke is onnavolgbaar en soms gewoon niet te volgen. Minder ervaren raadsleden verzuchten wel eens dat ze geen flauw idee hebben waar Joke politiek staat, en wat ze eigenlijk bedoelt. Ik zag dat regelmatig bevestigd in raads- en commissievergaderingen. Ze kan zich enorm vermaken met het geworstel en gemodder van de overige raadsleden. En dan wist ik: deze vrouw ziet oneindig veel meer dan ik in al mijn argeloosheid en onervarenheid. Waarom hangt ieder niet elke keer aan haar lippen en waarom komt men niet direct na de inbreng van Joke in een discussie tot inkeer?
Ik ben direct bereid om aan te nemen dat het in de praktijk moeilijk is om met een vrouw als Joke in één fractie samen te werken. Je denkt van jezelf dat je de zaken door hebt en hebt dan al eigenlijk op jouw gebied een antwoord klaar en dan laat Joke zien dat je er volkomen naast zit. En dat elke keer weer. Dat doet natuurlijk op de lange duur iets met je zelfvertrouwen. Wat kinderlijk eenvoudig is
het dan, om als partijbestuur en mede-fractiegenoot te doen alsof dat de schuld is van haar die alles gewoon beter weet!
Jong en oud voor Hoorn. Bedenk zo’n naam maar eens! En nu wordt ineens ook zonneklaar dat Joke niet de persoon is voor een one-issuepartijtje. Niet alleen haar geniale inzet voor ouderen, maar juist ook voor jongeren! Zitten de jongeren daar dan op te wachten? Nee, helaas zitten jongeren niet op Joke van Diepen te wachten en dat is eigenlijk een trieste zaak. Wie kan beter beoordelen wat goed is voor jongeren, dan iemand die het jong zijn al een tijdje achter de rug heeft? Een schilder neemt af en toe afstand van zijn doek om dan beter te kunnen overzien waar nog een likje ontbreekt, welke accenten te sterk zijn, hoe het complete plaatje over komt. Joke doet niet anders. Vanaf een afstandje zie je zoveel meer.
De vraag die nog rest is: wat doen al die andere partijen en partijtjes dan voor jongeren en ouderen? Volgens Joke niks. Anders had ze wel een andere doelgroep uitgekozen! Joke zit daar natuurlijk niet voor haarzelf! Partijen als PvdA, VVD, D66 en CDA zijn een beetje ernstig aan het vergrijzen en kijk eens naar de grijze SP-koppen in de raad, maar alom is bekend dat ze niks doen voor de lokale jongeren en ouderen. Jongeren blijven dan ook vaak weg bij verkiezingen.
De partij van Joke kent een heel korte lijst, met maar één naam, maar je hoeft natuurlijk nauwelijks te wachten op ongeregistreerde volgelingen. Jongeren en ouderen die zich willen koesteren in haar warmte, zich willen spiegelen aan haar genialiteit. Dvd’s met haar uitspraken in de raad en ver daarbuiten zullen worden uitgewisseld en geruild. Heb je haar uitspraken over uitgaan in Hoorn al? Ja, ik heb drie versies, elk met een andere uitspraak en die over ouderen en geraniumverzorging heb ik dubbel.
Ja, we hebben er weer een fractie bij in Hoorn, maar ik weet nog steeds niet hoe blij ik daarmee moet zijn. (terug)
De provinciale Tweede Kamerverkiezingen 7 maart 2015
Deze week werden ons de stembiljetten en de uitgebreide kandidatenlijsten voor de provinciale statenverkiezingen en het waterschap toegestuurd. Woensdag 18 maart valt ons het mondiaal benijde voorrecht te beurt om een stem uit te brengen op een kandidaat die ons door geen enkele dictatuur wordt voorgeschoteld. Maar liefst vijftien partijen telt onze provinciale staten. Wonderlijk. Niemand behalve de 440 kandidaten op de lijsten weet wat de provincie nou eigenlijk doet, en er zijn 15 verschillende manieren om daar tegenaan te bemoeien!
Wij kennen het provinciale bestuur slechts dankzij negatieve berichtgeving. Of men wil zaken realiseren waar iedereen op tegen is, of men verdomt het geld te steken in zaken die iedereen als noodzakelijk ziet. Elk gekrakeel tegen plannen van de provincie gaat over de plaatsen waar de voor onze economie, milieu, werkgelegenheid, voedingsindustrie en energiewinning zo noodzakelijke voorzieningen worden neergezet. Dat mag overal, maar niet in onze achtertuin! En elke provincie staat tot aan de grenzen volgeplempt met achtertuinen.
Tot mijn stomme verbazing hoorde ik via landelijke media vertegenwoordigers van lokale partijtjes verkondigen dat ook zij een prominente plek in het provinciaalse bestuur verdienen omdat ze het bij de lokale verkiezingen zo goed hebben gedaan. Neem van mij aan: lokale partijtjes zijn de doodsteek van elk regionaal, provinciaal, landelijk, Europees en mondiaal denken! Lokale partijtjes gaan uitsluitend over achtertuintjes! Lokale partijtjes hebben de functie van de PVV in het Europese Parlement, namelijk: hoe kunnen we de zaak hier zo snel mogelijk opblazen?
Provinciale verkiezingen zouden over de provincie moeten gaan, maar ook dat is een gigantische misvatting. Onze landelijke zenders hebben in diverse debatten tussen politici over de provinciale verkiezingen één ding duidelijk gemaakt: de verkiezingen voor de provinciale staten zijn verkiezingen ten behoeve van de Tweede Kamer. De regering en de Tweede Kamer zijn afhankelijk van de luimen van de Eerste Kamer. Op 18 maart telt maar één zaak: bent je het eens met het kabinet of niet.
In onze eigen provincie vragen 15 fracties om jouw stem. De Vrouwen Partij staat met maar liefst 7 kandidates gereed om … ja, om wat eigenlijk? Op provinciaal niveau vrouwenzaken te regelen? Natuurlijk! Andere partijen doen dat niet. Andere partijen doen ook niks voor de oudere mens. Daarom vragen 78 kandidaten van twee ouderenpartijen om uw steun. Vrouwen en ouderen hebben weer geen oog voor het dierenwelzijn en daarom vragen 30 kandidaten van de Partij voor de dieren,
waarvan er 19 in Amsterdam wonen, ons stemrecht te geven aan de dieren. Er is zelfs een Piratenpartij waar je tevergeefs zult zoeken naar de kandidaten Piet Piraat en Piet Hein.
Wie zijn nu die mensen die de provincie zoveel invloed toedichten dat zij zich laten verleiden op een lijst te prijken? Het leuke is, dat er ook kandidaten op staan die nu of in het verleden voor Hoornse fracties actief waren of zijn. Misschien heb ik ze niet eens allemaal herkend. Bij de VVD Henk Hansen, bij de PvdA Ed Wagemaker, Arthur Helling bij D66, Nel Douw bij de SP, Roy Drommel bij GroenLinks, Joke van Diepen bij Ouderenpartij Noord-Holland samen met de veel lager en onschadelijk geplaatste Nico Oudheusden en tenslotte Aart Ruppert voor Hart voor Holland.
Opvallend aan dit lijstje van Hoornse kandidaten is, dat zij zonder uitzondering een lijstduwerplaats hebben. Ed Wagemaker zelfs als laatstgeplaatste, maar dat is eerlijk gezegd een soort ereplaats. De vraag is: houdt Hoorn zich bewust buiten het provinciaal gekrakeel of wordt Hoorn zelf bewust buiten het provinciaal gekrakeel gehouden? Zijn Hoornse politici minder goede ritselaars? Kijken Hoornse politici niet verder dan de eigen stadsgrenzen? Kent Hoorn alleen maar lokaal denkende politici? Of vinden we het hoog tijd worden dat er een eind komt aan grenzen die ooit zijn bevochten door hertogen en graven van Brabant, van Gelre of van Holland en Zeeland?
Het mooie is, dat er zich voor een aantal ballastpartijtjes geen Hoornse kandidaten hebben laten strikken. Geen Hoornse kandidaten dus bij PVV, CDA, Partij voor de dieren, 50PLUS, ChristenunieSGP, Vrouwen Partij, Multicultureel Plus Partij en Piratenpartij. Maar deze kennis is allemaal van ondergeschikt belang. Op 18 maart houden we Rutte en Samsom in het zadel of we wippen ze eruit. Een makkelijker keuze hebben we zelden gehad. (terug)
Jager of prooi 14 maart 2015
Daar gingen ze dus, twee bewindslieden, vlak voor de Eerste Kamerverkiezingen. Ivo Opstelten en Fred Teeven. Beiden decennia prominent in beeld. De één als burgemeester en later als ministerburgemeester en de ander als eeuwige crimefighter. Beiden bemanden zij het VVD-ministerie van Justitie en Veiligheid, want in deze tijden kunnen je niet zomaar elke partij die portefeuille toevertrouwen. Een moeilijk te achterhalen bonnetje, daar struikelden ze over. Heel Nederland wist dat zo’n bonnetje er was of was geweest en zij deden alsof de werkelijkheid anders zou kunnen zijn.
De minister en de staatssecretaris vertrokken, uit het beeld van een nahijgende roedel wolven die huilend hun kansen voorbij zag gaan om prachtige statements en oneliners via de Kamermicrofoons de wachtende wereld in te slingeren. De politieke wereld is een harde. Zo zijn politici. Landsbelang prediken, maar partijbelang nooit uit het oog verliezen. Zeker in verkiezingstijd. Je moet het willen en kunnen natuurlijk. Een zekere bloeddorst hoort bij politici, anders wordt je zelf prooi. Volkomen terecht natuurlijk, want kwetsbaar landsbelang en in mindere mate provinciebelang of gemeentebelang vraagt bescherming door mensen die van wanten weten, aanpakkers, doorpakkers. Pakkers, geen graaiers natuurlijk.
Is die latente bloeddorst ook aanwezig in ons lokale politieke wereldje? Ja, reken daar maar op! Laat je nooit misleiden door onderlinge vriendelijke bejegeningen die dwars door alle partijen worden gebezigd buiten de raadzaal om. Ik heb ze gezien, ik heb de ogen gezien van Hoornse politici die bloed roken. Ik heb ze zien samenpakken, de roedels van diverse herkomst. De prooi is dan af en toe een dwarsliggende fractie, maar meestal een wethouder of zelfs het hele college. Omdat de jacht alleen met woorden wordt gevoerd mag je het beschaving noemen. De doorgaans wat meer ervaren fractievoorzitters slepen hun roedelgenoten mee in de meedogenloze achtervolging van een van falen of vallen vermoede vroede vader. Het zal je hobby maar zijn, denk ik dan wel eens.
In deze wereld lopen ook burgemeesters rond. Als leeuwentemmers zonder zweep. In shifts van zes jaar vertegenwoordigen zij het belang van de gemeente, dag en nacht. Een burgemeester is 24/7 in functie. Als hij raar snurkt, doet hij het slaapkamerraam dicht. Is een burgemeester ook een op rauw politiek vlees belust roofdier? Niet altijd. Er zijn wel eens burgemeesters die daartoe doorstromen als Kamerzetelzitters of landelijke bewindslieden, maar niet allemaal natuurlijk. Ivo Opstelten was burgemeester, maar anders dan bijvoorbeeld Alexander Pechtold. Ivo Opstelten is altijd
burgemeester gebleven en nooit een wolf geworden. Meer een oude beer, die zich zachtjes brommend tevreden stelde met rijk gevulde honingraten.
Waar moeten wij onze eigen burgemeester Onno van Veldhuizen plaatsen? Hij wil graag voor weer een nieuwe periode van zes jaar bijtekenen als burgemeester van Hoorn. De derde periode wordt dat en dan mag je ervan uitgaan dat hij weet wat hij doet. Hij doet het met groot plezier. Zegt dat iets over de Hoornse politieke dierentuin? Bestaat onze raad uit allemaal knuffelbare exemplaren? Zijn politici hier zo gedomesticeerd en goed verzorgd, dat ze schijnbaar lui zonnend het volgende voedermoment afwachten, waarbij ze half voor de show elkaar wat lekkere beleidsbrokjes trachten te ontfutselen? In zo’n situatie heb je als dierentemmer geen zweep nodig.
In sommige gemeenten hebben raadsleden hun wethouders verscheurd en trots tonen zij hun achterbannen hun bebloede tanden en lippen. In Hoorn is dat al tijden niet voorgekomen. Soms wordt er wat gegrauwd en lippen opgetrokken, maar toch altijd zo dat zo dat ik blijf denken: gut, wat lief, onze knuffeldieren hebben tandjes. Ik denk dat Onno weer een paar mooie jaren tegemoet gaat in Hoorn. Ik gun ze hem van harte. Politiek werk kan ook best leuk zijn. (terug)
Gespleten politiek 21 maart 2015
Verkiezingen zouden een soort volksfeestje moeten zijn. We vieren dat we geen dictatuur zijn. Dat we niet slaaf zijn van een elite, die hun machtspositie handhaaft met drogredenen en dreigementen, geen slachtoffer van rücksichtsloze macht. Geen gedwongen volgeling van één gelijk. Wij worden gelukkig geleid door bevlogen mensen, die dag en nacht nadenken over de beste manier om ons te leiden door een wereld en geschiedenis vol bedreigingen. Zij ontzien zichzelf, want er is geen groter belang dan ons belang. Wij, eenvoudige kiezers, het te leiden volk, de te beschermen kudde, hebben eigenlijk geen goed zicht op het complete plaatje en mogen ons gelukkig prijzen dat er mensen zijn die dat wel hebben: de politici. Hoe beter de politici, des te gelukkiger het volk. De Denen hebben duidelijk de beste politici van de wereld.
De verkiezingen van de afgelopen week waren de onduidelijkste ooit. Waar ging het in de provincie nu om? Ik had enkele vermoedens, maar hoezeer zat ik daar naast! Zoals tegenwoordig tijdens alle verkiezingen, gaat het nauwelijks om de gemeente, om de provincie, om Europa. Het gaat altijd om de Tweede Kamer en wie het daar voor het zeggen krijgt. Wie de macht heeft en weet te houden. In onze Tweede Kamer heeft niemand de macht, maar iedereen heeft wel gelijk. Dat staat namelijk in de Grondwet. Iedereen is gelijk en iedereen heeft gelijk en daarom mogen we ons gelijk laten versplinteren in vele stukjes deelgelijk. De best passende stukjes deelgelijk kunnen samen een coalitie vormen, die daardoor de macht heeft. Zo’n systeem is een groot goed, toch?
Na de laatste landelijke verkiezingen zaten er 12 partijen in de Kamer. Nu zijn het er 16. Dat past allemaal in onze mooie nationale traditie van opsplitsen. Ben je het niet eens met de stroming die jou een plekje op de bok gunde of kreeg je ruzie? Je blijft gewoon op de bok zitten en geïnspireerd door je eigen gelijk af en toe een rukje aan de leidsels geven. Die dertiende tot en met de zestiende fractie zijn nimmer gekozen door het volk. De zestiende is geclaimd door iemand die daar geld mee wil verdienen.
Hoe kostbaar is ons democratische goed eigenlijk? We zien het ook in onze gemeenteraad. We hebben 13 partijen, dus 13 smaken gelijk. Dertien groepjes en personen die serieus menen dat zij een betere visie hebben dan de anderen. Dertien verschillende verhalen bij de volgende verkiezingen. Dertien pogingen om minimale smaakverschillen te maskeren met mooie oneliners. Dertienvoudige versimpelingen van de werkelijke problematiek, in navolging van de landelijke
geschoolde spindoctors. Maar ook dertien bewijzen van wantrouwen in elkaars visie en dertien bewijzen van onbegrip van wat democratie zou moeten zijn: samen besturen.
Wie de verschuivingen, afsplitsingen, verhuizingen van de Hoornse politici van de afgelopen jaren op een rijtje zet, zal zich afvragen welke boodschap nou het belangrijkste is voor de Hoornse burger. Ik ken bijna alle politici en ik wil aan de inzet van niemand twijfelen, maar ik vraag me soms wel af voor wie die inzet nu het belangrijkste is. Voor de stad, voor de eigen fractie of voor de eigen persoon? Voor elk politiek echelon in Nederland geldt de stelling: zodra een politicus of politica denkt dat het de kiezer om hem of haar gaat, dan zit hij of zij fout. Die moet zich laten behandelen voor het Kim Jong Unsyndroom.
Wie met onmin een fractie verlaat en een eigen partijtje opricht, heeft laten zien dat de eigen argumenten te zwak waren. Pakweg de helft van de Hoornse fracties is zo ontstaan. Heeft de kiezer daarom gevraagd? Ooit een menigte voor het stadhuis gezien met spandoeken: wij eisen een afsplitsing? Geen mooier belangenbehartiging dan uitgesplitste belangenbehartiging? We hebben recht op 35 partijtjes?
Ik dacht deze week: stel, dat ik één fractie in de Hoornse raad zover zou krijgen dat die weer aansluiting zocht bij de partij waar hij thuis hoort, zou ik dan tevreden zijn? Nee natuurlijk. Je kunt ook te onverschillig zijn. (terug)
Westfriesland, maar niet te gek natuurlijk 28 maart 2015
De zuider Triton heeft tot zijn trompet gekoren De Hoofdstadt van zijn zee, den uitgelezen Hooren. Dit zijn de eerste twee regels uit het gedicht dat onze eerste dichter des vaderlands, Joost van den Vondel, op onze mooie stad schreef. Onze burgervader stuurde mij het gedicht toe, misschien met de hoop mij hiermee te kunnen beïnvloeden. En ik geef direct toe: ik word wekelijks voor mijn stukjes enorm beïnvloed door de lokale politici.
Een mooi gedicht in heerlijke gezwollen Gouden Eeuwtaal over de voortreffelijke kwaliteiten van onze glorieuze stad, die na de Olympus een favoriete pleisterplaats voor de goden zou kunnen zijn. Toen al en sinds die tijd is Hoorn natuurlijk alleen nog maar mooier, aantrekkelijker en leefbaarder geworden. Dit alles hartstochtelijk liefdevol in stand gehouden en uitgebouwd door de opeenvolgende colleges en ondersteunende en corrigerende raden. En moge dat nog eeuwen zo blijven!
De laatste versregel luidt: ‘Zoo draeght Westvrieslandt moedt op d' eere van zijn steên.’ En zie, niet slechts in het gedicht wordt gewag gemaakt van het vruchtbare achterland van de Coenveste, maar het gedicht wordt ermee afgesloten. Westfriesland, zonder streepje tussen West en Friesland hoort in het slotakkoord van de korte reeks opgetogen trompetklanken. En dat geeft te denken.
Het toeval wil – en hoe toevallig is het eigenlijk? – dat deze week een collegevoorstel werd besproken over de samenwerking met de regio. Niet een concreet onderwerp waarover samen moet worden besloten, maar de kaders voor zo’n samenwerking. En afspraken daarover maken blijkt nodig. Het Westfriesland waarbinnen wellicht hechtere afspraken moeten worden omkaderd bestaat uit zeven gemeenten. Gezamenlijk beschikken wij op dit moment, volgens mijn telling van gisteren, over 54 raadsfracties, waarin 145 raadsleden functioneren. Gemiddeld bestaat een Westfriese fractie uit bijna 2,7 raadslid. Kampioen reuzenfractie is het CDA in Koggenland met maar liefst zes zetels. 21 partijtjes hebben geen landelijke binding, maar dienen lokale doelgroepen. Dat doen zij met 56 raadsleden. Dat is ongeveer 38,6%.
Een meerderheid van de Westfrieze raadsleden maakt deel uit van een landelijke politieke partij en ik vraag mij af of dat ook inhoudt dat zij een welwillender oog bezitten voor de wereld buiten de eigen gemeente. Is het dus te verwachten dat in de huidige situatie gemakkelijk goede regionale
samenwerkingsafspraken kunnen worden gemaakt? Het antwoord is nee. Met 54 verschillende partijen tot alleen al een datumafspraak te kunnen komen is bijna onmogelijk. Niet alleen in Hoorn, maar ook in de andere gemeenten is vorig jaar door elk van de fracties fel gedebatteerd om de lokale kiezersgunst, door te getuigen van de liefde voor de eigen vierkante kilometers.
Hoeveel eigen belangen wil je in regionale samenwerking opgeven? Hoe groot is de gunfactor? Over hoeveel zaken mag je nog gezellig met z’n allen kissebissen binnen de eigen raad? Hoeveel vertrouwen kun je hebben in een veel kleinere groep Westfriese overleggende raadsleden die voor je het weet met werkzame voorstellen zou kunnen komen? Kun je dan nog met goed fatsoen tegenstemmen, omdat een door jouw partijtje gekoesterd achtertuintje iets wordt aangedaan? Waar blijft dan het vertrouwde hulliezulliedenken?
Gelukkig hebben we de griffiers nog. Die overleggen al wel en wanneer zij met een voorstel komen, kun je dat met grote verontwaardiging blijven afwijzen. Wat denken die boeren wel? Wij gaan niet voor hun betalen! Zijn we dan nu al vergeten dat ze in Medemblik blij waren dat Floris V daar een burcht bouwde? Waarom denk je dat Hoorn groter is dan de rest? Wie heeft het meest betaald aan de ijsbaan en de schouwburg? Denk je even aan de scheve stemverhoudingen? De boeren worden met hun pakweg 114.000 inwoners vertegenwoordigd door 110 raadsleden, dus 1036 per raadslid en in Hoorn moeten 72000 inwoners zich behelpen met 35 leden, oftewel 2057 inwoners per afgevaardigde. Wanneer hebben we ooit na de veldslagen tegen de Hollandse graven een eenheid gevormd met alle Westfriezen samen? En tegen wie moet dat dan nu wel? Nee, als we nu zeggen dat Westfrieze samenwerking een heel mooi streven is, waar we volledig achter staan, dan doen we al meer dan genoeg.
Ik vrees dat echte vruchtbare samenwerking tot meerdere eer en glorie van de regio een speeltje blijft voor de burgemeesters. ‘Zoo draeght Westvrieslandt moedt op d' eere van zijn steên,’ schreef Vondel ooit. Maar die wist het toen al mooi te zeggen. (terug)
Hup, Westfriesland, hup! 4 april 2015
Sommige berichten doen je hart sneller kloppen van vreugde. U zult ongetwijfeld hetzelfde hebben gedacht als ik bij het lezen van de krantenkop: Forse stijging toerisme. Hoorn zit toeristisch gezien in de lift, waar de meeste steden het nakijken lijken te hebben. Ik zeg het een beetje fout: Westfriesland zit een beetje in de lift. Vooral de drie steden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik zijn erin geslaagd meer mensen nieuwsgierig te maken naar het toeristische aanbod. Joepie!
Dit willen we vasthouden en uitbouwen en dat vraagt om een slimmere manier van regionale aanpak. Dat moet, hoe spijtig dat sommige verstokte Hornofielen ook in de oren zou kunnen klinken. Natuurlijk moest ik ook iets heel kleins wegslikken toen ik las dat het Zuiderzeemuseum weer de titel veroverde van ‘het leukste uitje van Noord-Holland, maar tijdens de volgende ademteug realiseerde ik mij dat het Zuiderzeemuseum zich maar mooi binnen de grenzen van onze regio bevindt. Bovendien heb ik nog steeds iets met dit museum na de vele tientallen uren die ik heb mogen meebouwen aan de bronstijdboerderij.
Wat wel een beetje wrong is dat er geen enkele Hoornse attractie bij de hoogste drie zit. Hebben we wel een attractie die zou kunnen scoren? Wie overzichtslijsten bekijkt van Noordhollandse uitjes komt daar Hoorn niet vaak tegen. De ijsbaan, het Westfries Museum, het museum van de 20e eeuw en de stoomtram Hoorn-Medemblik zijn daar na enig geblader terug te vinden. Hebben die garant gestaan voor de bezoekersgroei van 7%?
De meeste mensen komen voor de sfeer en het winkelen, heeft men onderzocht. Maar dan zou je ook verwachten dat dit leidde tot een verhoging van de uitgaven in onze stad. Dat is niet gebeurd. De inkomsten per bezoeker liepen zelfs terug. Sfeer snuiven kan kennelijk gratis en is dus niet voorbehouden aan onze horeca en winkelen is teruggevallen naar het oer-Hollandse toeristengedrag kijken-kijken-niet- kopen.
De Chinezen komen eraan. Wie vangt ze op? Wie melkt ze prettig uit? Wat vinden ze leuk? Hoe hartelijk komen we op ze over? In het chinees bordjes maken met verboden te spugen of overal kwispedoors en kwatgootjes plaatsen? Hond op de menukaart? Spreekt onze D66-wethouder Ben Tap van Hoorn-is-best-leuk-als-je-je-ervoor-wilt-openstellenzaken al een nuttig woordje Chinees? Is het vak hoe om te gaan met echte Chinezen al opgenomen in het curriculum van onze scholen?
Wat gaan we doen? Het Toeristisch Platform Enkhuizen ziet veel in een regionale aanpak. Met wat meer gemeentesubsidie als het even kan. Wat meer activiteiten in de drie havens van de regio. Onze haven of hun haven, dat is de vraag natuurlijk. Alles goed en wel met dat regionale denken, maar de vraag blijft wel waar de centen binnen komen en wie ze mogen houden. Verdienen we de centen niet alleen met elkaar, maar ook voor elkaar? En niet alleen de kassa’s van de toeristenuitschudders, maar ook de gemeentekassa’s mogen best rinkelen.
Dit is de essentie van het regionale denken: wat kost het en wat levert dat op? Ben ik blij te maken met het bericht dat Hoorn er niks aan heeft verdiend, maar de regio wel? Ik ben ook nog niet zover dat ik bij de Olympische Spelen denk: hoera, de Europese Unie heeft weer de meeste gouden plakken gescoord en mij zie je niet thuisblijven bij een WK-finalewedstrijd Griekenland-Brazilië.
De lokale politiek van zeven Westfriese gemeenten dienen zich regionaal toeristisch op te stellen. Gaat dat lukken? Laten we zeggen: dat moet lukken. De toeristen die wij willen binnen lokken zitten over de hele wereld verspreid. Dan redt je het als Hoorn alleen niet met een Halve Maen erbij. Rest de vraag: zie je onze gemeenteraad zover komen? Ja en nee. Je moet weten dat de raad tot de laatste persoon gevuld lijkt met mensen die beschikken over een gezond verstand, over mensen die er zitten voor de stad, die kunnen geven en nemen. Nou ja, dat laatste moet ik even terug nemen. Voor een deel althans. Huidige coalitiepartijen krijgen het verwijt dat ze na de verkiezingen compromissen hebben gesloten.
Laat de toeristen tot ons komen en laat ze weten dat ze na één dag nog lang niet alles hebben meegemaakt. Toeristen van ver weg bezoeken regio’s. Toscane, Sauerland, Algarve, Karinthië en Westfriesland. Ah, Westfriesland, Westfrisia, Friesland d’Ouest, Westfliesland! Met Hooln natuurlijk!
(terug)
Joost mag het weten 11 april 2015
Als politicus zit je er voor het volk. Het volk heeft jou of in de meeste gevallen jouw partij een stem gegund en nu moet je waarmaken wat je in het vuur van de verkiezingsstrijd hebt rondgebazuind. Nou weet iedereen die iets vermoedt van hoe de politiek werkt dat je beloftes gewoon niet kunt waarmaken. Je hebt nooit de absolute meerderheid in de raad en moet dus dierbare idealen inleveren bij die schoften met wie je een coalitie moet samenstellen. Nou bestaat die samenstelling gelukkig vaak uit mensen die voor een deel dezelfde beloftes hebben geuit, maar uiteraard niet met dezelfde intensiteit als jij hebt gedaan.
Wethouders van coalitiepartijen maken vieze handen. Zo heet dat, wanneer je daar ergens staat en niet anders kunt. Wij hebben in Hoorn te maken met vijf wethouders van vijf verschillende partijen die in de onderhandelingstijd allemaal hun handen in een coalitiesmurrie moesten steken. Anders mocht je niet meedoen. Elke partij die ooit in een coalitie mocht zitten heeft daar ervaring mee. Dan past jou wanneer je zelf niet bereid was de vinger in de pap te steken hooguit enige meewarigheid. De VVD in Hoorn weet dat niet meer. Ik heb bij herhaling gehoord hoe zij CDA en D66 op hoge toon verweten nu anders te spreken dan in de vorige raadsperiode. Zeker wanneer dat over de Poort van Hoorn ging.
In Rotterdam hebben ze wethouder Joost Eerdmans van Wij zijn het Rotterdamse Volk of zoiets. Nee, van Leefbaar Rotterdam. Hij lanceerde het idee voor een burgerjury. Een jury van 150 burgers, geselecteerd op spreiding van leeftijd, geslacht en woonwijk. Die mogen twee keer per jaar naar de Burgerzaal komen om het beleid van het gemeentebestuur te beoordelen. Typisch een idee waarvan de gemiddelde burger enthousiast zou kunnen opveren. Ik deed het ook. Even. Toen dacht ik: daar hebben we toch de oppositie voor? Die doet niets anders dan elke keer het beleid jureren en daar vaak onvoldoendes voor uitdelen.
Misschien dat Joost dat ook kent uit zijn coalitiepraktijk. De oppositie bestaat traditioneel uit kankeraars, reaguurders, argumentenbedenkers om de fijne voortgang der zaken te traineren. Daar zit je niet op te wachten. De oppositie heeft jou niet gekozen, maar ervoor gekozen zelf uit de wind te blijven. Je doet niet je stinkende best voor de oppositie, wat zullen we nu hebben? Je doet het voor de burgers.
In Hoorn hebben onze wethouders aan het begin van hun bestuursperiode ook een soort volksraadpleging gehad. De eerste schuchtere plannen werden ontplooid. Vinden jullie het wat? Wat had jij dan gedacht? Ja, dat wilden wij ook wel, maar we hebben er echt, eerlijk waar, op mijn erewoord, ik zweer het, niet de middelen voor, maar hartstikke bedankt voor de suggesties en we zullen zeker kijken of we er iets van kunnen meenemen.
Of dit nog eens herhaald ging worden, heb ik gevraagd. Daarop varieerden de antwoorden en ik meen me te herinneren dat de behoefte aan herhaling omgekeerd evenredig was met de tijd dat de politicus al meedraaide in het Hoornse politieke circus. Bij zo’n mooie ontmoeting met de burgerij moet altijd de suggestie leven dat het iets zou kunnen uithalen. En bestaat die kans? Voor geen meter, denkt de Hoornse oppositie. Nu al uiten zij hun frustratie over het feit, dat de coalitiepartijen de rijen hecht gesloten houden. Wat ze ook aan bruikbare alternatieven aandragen, het college bepaalt. Het lijkt er zelfs op dat het begrip dualisme uit het begin van deze eeuw weer is weggezet in het mausoleum van vergeten zaken, naast het tientje van Lieftink, het kwartje van Kok, de Zalmsnip, de duizend euro van Rutte, de raapjes, de rammenas en de pastinaak.
Onze oppositie denkt aan een referendum als rem op het college. Dat mogen ze niet zelf organiseren, maar ze kennen vast burgers die dit willen regelen. Wat moeten we de burger dan vragen? Het college is een bolwerk van sociaal en duurzaam denkenden uit PvdA, SP en GroenLinks, met een mespuntje goddelijke zegen van het CDA en een scheutje zakelijke belangen van D66. Wat zou de burger dan missen? Wat onderbuikzorg? Islamalertheid? Betuttelingsmoeheid? Alles goed en wel met die aandacht voor depriveetjes, maar nu zijn wij ook eens aan de beurt? Een fraaie tunnelvisie? Aandacht voor lokaal belang van onafhankelijk denkende jongeren en senioren bij de ontwikkeling van de centrumfunctie van Hoorn in een vrije democratie onder toezicht van Tonnaer?
Joost Eerdmans kreeg van zijn jury een zesje. Hoe moet ik dat duiden? Is dat de victorie van de democratie of het echec van het populisme? Was de poging van Joost een uiting van zelftucht of poging tot zelftuchtiging? Wat zou ons college scoren? Ik heb de neiging om daar nog even op te wachten. Trouwens, ze hebben mij toch? (terug)
De Poort van Hoorn aflevering 127 18 april 2015
Soms zie je pas na afloop van iets, wat een enorme ergernis opwekte, welke fantastische gebeurtenis werkelijk heeft plaatsgevonden. Ik beleefde zo’n verrassing bij de laatste raadsvergadering.
Tijdens die vergadering, die voor het grootste deel handelde over plannen voor de Poort van Hoorn, dreigde bij mij het moment aan te breken dat ik voortaan mijn tijd aan totaal andere hobby’s zou gaan besteden. Wat een drama! Wat een ontluistering! Vijfendertig volwassenen, die zich bij voortduring presenteren als redelijk denkende mensen met als belangrijkste missie het welzijn van de stad te dienen, maar dan ook niks anders dan het welzijn van de stad, ontaardden in een groep redeloos doormeierende zeurkousen.
Het onderwerp en de stevig ingenomen standpunten dienden allemaal duidelijk voor de notulen over het voetlicht te komen. Daar wil ik absoluut niets aan afdoen. Iedere politicus die plan 1a om overduidelijke en uiterst plausibele redenen wil afserveren, heeft daarmee het grootste gelijk van de vismarkt. Elke politicus die vanuit diepst gevoelde overtuiging meent dat plan 1a echt het enige bruikbare en haalbare is wat men op dit moment kan bedenken, heeft evenveel gelijk op eerder genoemde markt. Laten we het over één ding wel eens zijn: alle fracties van de Hoornse raad hebben daar zorgvuldig over nagedacht.
Er moest een knoop worden doorgehakt. Er zat publiek bij, er waren burgerinsprekers gemobiliseerd. Die waren voor het merendeel tegenstanders van plan 1a. Dat hield in dat de tegengestemde fracties duidelijk moesten laten zien dat serieuze pogingen werden gedaan om de zaak ten goede te keren. De voorstanders van plan 1a hadden de taak om zo overtuigend mogelijk duidelijk te maken dat de voorgestelde koers tot heil, glorie en bestwil van elke burger dient te worden gevolgd. En mijn God! Hoe fanatiek werd die heilige opdracht uitgevoerd! Onfatsoenlijke omgangsvormen naar de geplaagde voorzitter, ruime overschrijdingen van afgesproken spreektijden, inhoudsloze interrupties, in smalende termen vertaalde frustraties, niets was de raadsleden te dol. Over de Poort van Hoorn kun je langer en feller discussiëren dan over het asielbeleid.
Ik dacht met stijgende ontzetting: wat is hier aan de hand? En bijna tuinde ik in de val van het je laten meeslepen. Pas na middernacht realiseerde ik me dat in Hoorn iets heel bijzonders heeft plaatsgevonden. Een metamorfose! Een raad met 13 verschillende splinterpartijen was ruim twee uur lang op wonderlijke wijze veranderd in een tweepartijenstelsel. De acht partijtjes van de
oppositie vormden één onscheidbaar blok. Eén partij met 8 fracties. Een goddelijke achtéénheid. Ik zocht een mooie naam. Ik dacht aan de veelarmige godin Shiva, de achtarmige versie. Of Octopus. Grijpgraag en zuigend. De coalitiepartijen hielden met vijf fracties manmoedig en succesvol stand. Het Pentagon van het college.
Dit is toch wat ik graag zag? Weg met de versplintering? Oh, heerlijke duidelijkheid van twee machtsblokken? Maar voordat ik rusteloos woelend in mijn bed de ogen sloot realiseerde ik me dat dit eigenlijk net zo’n nachtmerrie betekent als ons huidige dertienpartijenstelsel. Twee partijen zouden elkaar in de onverbrekelijke wurggreep houden van hun eigen overeengekomen gelijk. Het dualisme ligt in de Hoornse raad nu al op sterven. Wie niet voor mij is, is tegen mij en wacht maar tot het moment dat wij weer aan de macht komen. Het zou nimmer leiden tot korte, zakelijke vergaderingen. Elke commissie- en elke raadsvergadering zou een slachtveld worden, gevoed door studiemateriaal met de beste moddergooi- en zwartmaaktechnieken uit het bipolaire politieke stelsel uit de VS.
Onze wijze nestor in de raad, de onvolprezen Roger Tonnaer, wees me erop. Zijn motie over de krankzinnige schouwburgverhuisplannen bracht de meeste partijen uit beide blokken weer bij elkaar. Een soort verzoening aan het einde van de vergadering. Oh zalige zegen van het gezonde inzicht! De hoopvolle gedachte dat onze raadsleden niet allemaal van lotje getikt zijn, bracht uiteindelijk de verkwikkende slaap. (terug)
Slim naar de toekomst 25 april 2015
Onze stad is in veilige handen. Stormen zullen nog opsteken, woeste zeeën zullen ons benauwde uren bezorgen, maar het roer is stevig in handen van de beste stuurlui, die zich bij ons aan boord bevinden. Stuurlui met inzicht in de veranderende wereld, met het brilloze oog gefocust op de kim. Laat uw zorgen varen, Hoorn vaart de juiste koers.
Ach, hoe makkelijk is het tegenover zoveel politieke intelligentie toe te geven dat mijn politieke en maatschappelijke inzichten pover afsteken bij die van onze stadsbestuurders. ‘Nieuwe tijden vragen om nieuwe aanpak winkels’ mochten we lezen in onze krant. Zo’n kreet zou ik ook nog kunnen bedenken, maar hoe geef je daar een hoopgevende en realistische invulling aan? Nou, laat dat maar over aan ons onvolprezen college en onze raadsfracties.
De winkeliers in de binnenstad doen er goed aan de aanbevelingen van D66-wethouder van hoeverkoop-ik-de-boel-een-beetje-vlotterzaken Ben Tap ter harte te nemen. Hij ziet winkeliers om half vijf al de borden naar binnenslepen, terwijl hij nog resten kooplust in zich voelt. Tot half zeven openblijven, zodat de horeca vaker met verlokkelijke kookgeuren de lekkeretrekgangers kunnen inpalmen. Kijk, heb dat inzicht maar eens.
De superkoopzondagen – een lintje voor de bedenker van deze kreet! – blijven bestaan. Met parkeergeldheffingen. Dat begreep ik niet helemaal. Ik zat helemaal op hetzelfde misschien wel een heel oud denkspoor van Roger Tonnaer. Hij en ik en godweet wie nog meer meenden dat het vrij parkeren de stad gastvrijer zou maken. Niet dus. Hoorn is zeven dagen per week gastvrij, redeneert Ben Tap. Dat ga je niet op zondag anders doen. En ja, ik moet hem gelijk geven. Hoorn bezoeken is een belevenis. Binnenkort gemakkelijk vergelijkbaar met het bezoeken van een pretpark of groot evenement. En probeer daar maar eens je auto te parkeren voor het bedragje dat Hoorn vraagt. D66 vindt zelfs dat elke zondag parkeergeld gevraagd moet worden.
Ik dacht in mijn onnozelheid dat dit een klassiek voorbeeld van visieloosheid inhield, maar zie: op het gebied van visie, en dan bedoel ik echt moderne eigentijdse visie, dus van de naaste toekomst, blijf ik mijlenver achter en bewijs ik slechts de grootte van mijn maatschappelijke onnozelheid duidelijker naarmate ik mij kritischer opstel tegenover D66. Ik doel nu op de powerpointpresentatie ‘De slimme stad’. In deze presentatie staan kreten als cradle to cradle, waardecreatie van de blue economy, airbnb, smart governance, binnenstadtransitie, agendasetting of strategische allianties. Daar kom ik
niet uit zonder de vertrouwenwekkende toelichting van Arthur Helling, eigenlijk mister D66 himself. Geen slimme stad zonder Arthur. Geen slimme stad zonder D66.
Hoe vertaal je deze visie naar de dagelijkse praktijk? Hoe krijg je een historische stad als Hoorn op zodanige wijze modern dat desondanks toeristen en waterrecreanten de stad nog blijven beleven als een openluchtmuseum? Joke van Diepen van Jong en Oud voor Hoorn vroeg zich dat direct af en tot mijn verbijstering had Arthur daar niet een pasklaar antwoord op. Dat wordt een gezamenlijke zoektocht, zei hij. Die truc paste ik ook toe in mijn tijd als leraar. Ik geef je het antwoord niet, want eigen inspanning naar het juiste antwoord verhoogt de leerbaarheid en het beklijvingscoëfficiënt.
Wat een bof dat D66 ook in dit college zit. We kunnen met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. In de eerste jaren misschien aan de hand van de voortreffelijke Arthur Helling, maar allengs met groeiend vertrouwen in eigen immer voortschrijdende inzichten. GroenLinkswethouder van wijkunnen-wel-doen-of-wij-van-alles-verstand-hebben-maar-je-mag-zelf-ook-wel-eens-nadenkenzaken Samir Bashara ziet veel in het werkgroepje dat met de slimmestadideeën gaat stoeien. Hij hoopt natuurlijk dat daar ook slimme parkeermeters uit rollen.
Mij sloeg de schrik om het hart. Waar sta ik als simpele burger in een slimme stad? Kan ik het allemaal wel volgen? Gelukkig ziet Arthur dat gevaar ook. De angst dat je het idee krijgt dat je er niet meer bij hoort kan omgekeerd worden. Er zit een kantelgebeuren in. Wanneer in de stad een meerderheid de ontwikkelingen niet goed kan bijbenen hoor je er als nitwit weer helemaal bij! Dan kan ik als columnist misschien toch nog wekelijks dingen uitkramen, waar publiek voor bestaat. De toekomst is hoopvol, welke kant het ook op gaat! (terug)
Samenwerken of Arabisch? 2 mei 2015
Is regionaal denken te leren? Vast wel, maar Arabisch leren schijnt een stuk eenvoudiger te zijn. En nog veel leuker ook. Toch zullen we er niet aan kunnen ontkomen. Geen woorden maar daden is nu de leus. De woorden zijn er al en een onverbeterlijke, zeg maar markruttiaanse optimist zou misschien met een olijke grijns roepen dat een goed begin het halve werk is. Maar hoe sceptisch kun je nu nog zijn?
Alle zeven Westfriese gemeenten hebben aangegeven dat regionale samenwerking van het grootste belang is om er economisch op vooruit te kunnen komen. Anders dreigt stagnatie en zelfs achteruitgang! Wacht even, deze uitspraak dient over te komen als een reële bedreiging van alle Westfriezen, dus: Anders … dreigt … stagnatie en zelfs achteruitgang!!! Je moet hiervan wel overtuigd zijn, wil je ook stappen zetten die zoden aan de dijk zetten. En hoe zit het met out-of-theboxdenken? Kunnen we dat wel als Westfries in Medemblik, Drechterland, Opmeer, Koggenland, Stede Broec, Enkhuizen en zelfs in Hoorn?
Misschien heet het wel out-of-the-boxdenken, wanneer we ervan uitgaan dat samenwerking buiten de regio ons veel meer zal opleveren. Symen van der Meer van Hoorns Belang doet dat voorstel. Je kunt beter samenwerking zoeken op de as in de richting van Alkmaar of Purmerend. Kijk, nu zet je één en ander behoorlijk op scherp. Moeten we ons nu gaan richten op Westfriesland of op de potentieel sterkere gebieden de andere kanten op? Of zit er wat in de gedachte dat we van beide walletjes gaan eten?
Natuurlijk is het voor Westfriesland als regio goed, wanneer er intensiever wordt samengewerkt om sterker te komen staan. Westfriesland is in het gevoel van echt Westfriese autochtonen eigen volk. Niet overdreven natuurlijk, want stedelingen zijn per definitie anders. Hoorn is een stad en Enkhuizen en Medemblik zijn dat ook. In het verleden en ook nu tevens concurrenten. Maar Westfriesland is in de afgelopen jaren volgestroomd met volk uit andere gebieden en dat volk vormt een beetje de meerderheid. Westfriesland is een soort Tibet geworden.
Natuurlijk is het duidelijk dat meesurfen op economische supergolven in gebieden richting de assen naar Amsterdam en Alkmaar meer zal opbrengen voor Hoorn. Wat is Westfriesland voor Hoorn? De achtertuin van het moeizaam mee te sjouwen achterlijke neefje? Moet familie per se steeds meegetroond worden wanneer we vooruit willen komen? Is Hoorn het Noord-Italië van de regio en
Hoorns Belang een Lega Nord? Hoe zal de veelbelovende as-bevolking richting Amsterdam en Alkmaar denken over Westfriesland? Jullie mogen best meedoen hoor, maar moet je nou echt die slome familieleden meenemen?
Mag je het wegkijken van onze regio opvatten als het verraad van Westfriesland? Niet alleen Hoorns Belang kijkt naar de kansrijke assen. Andere partijen doen dat ook. Veel partijen lijken ontvankelijk voor de grotere kansen die ten zuiden en ten westen van Hoorn lonken. Wanneer een meerderheid ergens voor kiest, dan is het niet gebruikelijk dat te zien als verraad.
De grote Arthur Helling van D66 wijst op het economische belang van een gebied dat wij slechts kunnen bereiken wanneer we eerst dwars door onze regio fietsen en dan over de dijk naar Flevoland. En zie, ook daar liggen kansen die vooral van regionaal belang zijn.
En zo is het allemaal duidelijk geworden. Investeren in de regio heeft zin. Natuurlijk zien we ook dat de lokale politici van de zes andere gemeenten regelmatig door ergerlijk gesteggel zaken laten liggen of kapot maken. Maar ook hier telt: honni soit qui mal y pense. Onze eigen Hoornse raad is op steggelgebied geschoold. Misschien worden wij door de overige kleinere gemeenten in onze regio bekeken als de grote broer. Grote broers moeten het goede voorbeeld geven. Dat gold bij ons thuis en ik weet dat dit in de meeste gezinnen gold en altijd blijft gelden.
Er valt veel te winnen. Voor Hoorn en voor Westfriesland. Daar moet je wel voor leren samenwerken. Dat is te leren en misschien toch makkelijker dan Arabisch. (terug)
Goed gedachtegoed? 9 mei 2015
Er zijn momenten geweest in mijn leven als Sjaak Grosthuizen dat ik dacht werkelijk onpartijdig te zijn. Gewoon, omdat ik dat graag wilde zijn. Zoiets is zuiverder, wanneer je jezelf veroorlooft vragen te stellen en kritische opmerkingen te maken over politieke handelingen van onze politici. Politici die zich wel partijdigheid kunnen veroorloven. Zich zelfs moeten veroorloven, omdat de kiezers, niet per se het nadenkende deel daarvan, ze anders niet meer goed herkennen. Kiezers hebben soms niet zoveel op met naar alle kanten op stuiterende voortschrijdende inzichten.
Ik moet me er voortdurend van bewust blijven dat Sjaak Grosthuizen eigenlijk een functie is. Sjaak staat immer boven de partijen en dat voelt soms eng. De afgelopen week bedacht ik dat ik me best heel opgelucht mocht weten. Ik viel namelijk niet in het rijtje van grote Nederlandse denkers die het bijzondere gedachtegoed van Pim Fortuyn weten uit te dragen. Ik kom niet in aanmerking voor de Pim Fortuynprijs. Dat luchtte me op. En toen vroeg ik mij af of dat dan goed is.
Ik verkeer af en toe in de veronderstelling - corrigeer me wanneer ik daar helemaal naast zit - dat wie niet voor Pim is, tegen hem is en dat zijn ondefinieerbare achterban daar nog veel strenger op is. Hoe fout kun je al zijn voordat er oorlog dreigt? Mevrouw Grosthuizen houdt zich niet bezig met onpartijdigheid. Wie in familie- en kennissenkring een poging onderneemt uitlatingen te doen die opgevat zouden kunnen worden als het vrije gedachtegoed van Pim Fortuyn en Geert Wilders wordt definitief uit de betreffende kring geknikkerd. Tijdens verjaardagen en feestjes vermijden we dus zorgvuldig gesprekken die de verkeerde richting in zouden kunnen gaan. ‘Daar ben jij het toch mee eens?’ krijg ik regelmatig de vraag en dan haast ik me te zeggen dat ik daar volledig achter sta.
Maar hoe onpartijdig ben je nog wanneer je Pim- en Geertverafschuwer bent? Moet ik me dan gelukkig prijzen, wanneer zich in de Hoornse gemeenteraad geen regelrechte Pim- en Geertadepten bevinden? Blij zijn met de overgebleven ruimte tussen buik-, hart- en hersenemoties? Ik heb mezelf enige tijd voorgehouden dat dit inderdaad het geval is, totdat ik in een krantenartikel las op welke manieren men kon voorkomen dat er moskeeën worden neergezet in de buurt van nette welopgevoede eigenlanders. Er bestaat een website met nauwkeurige aanwijzingen en tips over hoe te handelen. Ik bezocht de betreffende site om zekerheid te verkrijgen en jawel daar stonden met uitleg drie bezwaren genoemd, waarmee je een rechtbank zou kunnen vermurwen.
1. Er zijn andere en/of betere locaties beschikbaar
2. Toename verkeersdrukte/ parkeeroverlast 3. Leefbaarheid gaat achteruit / verloedering
Ik herkende alle drie de bezwaren omdat ze letterlijk zo waren opgesomd tijdens een vergadering van de Hoornse raad. Het betrof toen het plan om Polen te huisvesten in de leegstaande kantoorruimten bij de Nieuwe Steen. Ik weet ook nog precies welke partijen deze bezwaren met enige gretigheid naar de aandacht van het volk op de publieke tribune gebruikten. De website is van de PVV. Het is dus Geerts gedachtegoed, waarmee Hoornse partijen goede sier trachtten te maken.
Ik besloot direct deze column niet aan mevrouw Grosthuizen voor te leggen. Zij zou direct namen en rugnummers willen weten en wee mij, wanneer ik in de stad in haar bijzijn een van deze onverlaten hartelijk zou groeten. Ik ben laf. Vraag me naar namen en ik zal geheugenverlies veinzen.
Voor mevrouw Grosthuizen had ik deze week godzijdank toch wel een opwekkend verhaal. Unaniem - en ik herhaalde dat woord – hebben de Hoornse fracties hun afkeer uitgesproken over de walgelijke actie van Ben Saunders tegen een verkeersregelaar. We boffen maar dat we in Hoorn alleen maar goede politici hebben, zei ze. Ik knikte alleen maar. (terug)
Somberweek 16 mei 2015
Ik ben deze week somber gestemd geraakt. De opmaat voor deze stemming werd gegeven door Robert Vinkenborg van HOP en ik verwijt hem dat niet. Hij heeft zich aan de kiezers opgedrongen om duidelijk te maken dat onze eenvoudige belangetjes in de knel komen en dat wilde hij voorkomen. Hij, ik en allen die de Hoornse politiek een beetje volgen moeten vaststellen dat zulks een weinig vreugdevolle bezigheid is.
Natuurlijk hebben we een college, dat met de moed der wanhoop tracht het nadere onheil te weren, het tij te keren, te wijzen op de zon die traditioneel na de regen zal schijnen, maar deze week kondigden zij – op een toon of er niks aan de hand is - slechts zware depressies aan, die onze stad van alle kanten naderen. Gelatenheid en zorgelijkheid zetten deze week de toon in de raadscommissie.
Robert Vinkenborg, onze onheilsprofeet tegen wil en dank, had het al in de krant aangekondigd. Er gaan huizen gesloopt of gerenoveerd worden die bestemd waren voor de minder draagkrachtigen in onze samenleving. Wat ervoor in de plaats komt zal zonder enige twijfel een hogere huurprijs kennen. Maar dit is nog maar een klein deel van de ellende.
Er is een nieuwe Huisvestingswet en die gaat ook voor Hoorn gelden. Daarin staan verordeningen waarmee geregeld kan worden dat minvermogenden een voor hun betaalbaar huis kunnen krijgen. De regels zijn veranderd, versoberd, versomberd. Je komt er niet zomaar in. En volgens het laatste onderzoek kent Hoorn op dit moment geen schaarste aan huizen voor Jan met de versleten pet. Of de raadscommissie het daarmee eens is.
Raadsbreed wordt de visie gedeeld en raadsbreed klinken gelukkig ook zorgelijke geluiden naar de toekomst. Het gaat niet goed in de toekomst. Er is een groeiende kans dat je als flexwerker dagelijks moet bedelen om een klusje. Er kondigt zich een groeiend potentieel aan klanten aan voor de goedkopere woningen en die zijn er dan niet meer.
Ach en weeklanken alom, ook op andere gebieden. Daar kan geen raads- en collegebemoeienis tegenop. Je zult maar politieman zijn of ambtenaar of leraar of arbeider in de metaal. Of je zult maar met pensioen zijn. Of nog moeten. Deze week nog sprak ik een van de oudste oud-collega’s van de school waar ik ooit op werkte. Ze moet nog zoveel jaren totdat ze 67 is. De leeftijd die mevrouw
Grosthuizen en ik dit jaar bereiken. Vermoeid en versloofd slepen zij zich voort in werkomstandigheden die jaarlijks verzwaren om dan hoopvol een eindstreep te behalen. Het pensioen! En dat is nu ook voor jaren bevroren. Terwijl de inflatie voortschrijdt en allerlei voorzieningen één voor één wegvallen beiden wij beiden de tijd waarin je eindelijk leuke dingen zou willen doen met de vraag welk genoegen je het laatste zou wegdoen teneinde het hoofd nog boven water te kunnen houden. Gisteren nog hoorde ik dat er ziekenhuizen zijn die je de beste geneesmiddelen tegen kanker zullen onthouden, omdat ze dat niet kunnen of willen betalen. Gelukkig heb ik mijn kanker al gehad, dacht ik verheugd.
Alles wordt minder en luidt de Bijbelse gezegde niet: Met het zweet uws aanschijns zult gij uw moestuintje bevloeien. In deze tijd zul je maar raadslid zijn. Of wethouder. Vooral voor wethouders lijken mij dit desastreuze tijden. Wie nu nog een wethouder met een blij gezicht ziet of zelfs breeduit ziet lachen, zal òf denken dat deze persoon helemaal niets snapt van de wereld òf dat de ellende hem of haar in de bol is geslagen òf dat hun pensioenvoorzieningen kennelijk nog steeds niet zo beroerd zijn.
Armoede kent ook gezelligheid. Het vergroot de saamhorigheid, heb ik wel eens horen beweren. Nou, ik ben benieuwd wie zich de komende tijd aan ons zal aanbieden de gezelligheid te komen verhogen met de opmerking: ‘Ach, het kan allemaal nog veel slechter en wij zijn nog steeds niet zo ver verloederd dat we ons met onze laatste spaarcentjes op een overvol gammel bootje naar Libië zullen laten overvaren.’
Gelukkig komt volgende week de Halve Maen Hoorn binnen varen. De blijdschap en het enthousiasme is enorm. Ik zal mij daaraan hoopvol laven. Als er tenminste af en toe een plekje vrij is op een bankje aan de haven. En als Robert Vinkenborg dan met een mistroostig gezicht naast me komt zitten zal ik zeggen: ‘Nee Robert, dat zal toch wel boven water blijven.’ (terug)
Politiek is oorlog 23 mei 2015
Laten we duidelijk zijn: politiek, zelfs lokale politiek is niet voor watjes. Je zou, evenals over voetbal wordt beweerd, kunnen zeggen dat politiek oorlog is. In oorlogen worden zaken uitgevochten. In de politiek gaat het meestal om het gelijk. Gelijk vraagt strijd. Wie niet durft te strijden zal in de politiek nooit gelijk krijgen, al heb je dat nog zo duidelijk.
De afgelopen raadsvergadering van de Hoornse raad maakte me dat weer eens haarfijn duidelijk. Je hebt, om de uitleg wat simpel te houden, twee kampen. De coalitie en de oppositie. Meestal is de coalitie het grootst en zij hebben dus bij voorbaat de grootste kans om hun gelijk te halen. Dat is per definitie frustrerend voor de gezamenlijke fracties in de oppositie. Om toch je gelijk te kunnen halen en vooral ook om je achterban het beeld te geven dat je bereid bent werkelijk alles uit de kast te halen om dat te bereiken, zul je je moeten bedienen van ferme strijdmiddelen.
Kijk, goede argumenten bedenken om beleidsvoorstellen onderuit te halen kunnen we allemaal wel. Onze Hoornse politici zijn echt niet de domsten. Zij zijn in staat om argumenten te bedenken, waar ik van mijn levensdagen niet opgekomen zou zijn. En allemaal klinken ze valide. Ik zoek wel eens naar zwakke plekken in de argumentatie, maar ik vrees dat het enige wat ik daartegen zou kunnen inbrengen is, dat de achterliggende feiten niet kloppen en dat ze er niets van begrepen hebben. En eerlijk gezegd wordt dat over en weer met grote regelmaat gedaan.
Je mag dus gewoon fantaseren en veronderstellingen verkopen als bewezen zaken, maar er zijn een paar zaken absoluut verboden in de politiek. Je mag niet bewust liegen en je mag je niet onder gemaakte afspraken uitwringen. En dat werd deze week uitgevochten.
D66-wethouder van vanuit-een-andere-woonplaats-kun-je-ook-uitstekend-Hoorn-verkopenzaken Ben Tap wilde graag in Heemskerk blijven wonen, in plaats van zich met heel zijn hebben en houwen naar Hoorn te verplaatsen. Of hij dat mocht, want de raad gaat daar over. Nee, natuurlijk niet! Als rechtgeaarde opponent ga je daar niet zomaar je toestemming aan verlenen. Het college heeft al te vaak haar zin doorgedreven, zonder dat je daar ook maar het dunste stokje voor kunt steken. Je laat niet over je lopen en – zoals eerder gezegd – politiek is niet voor watjes.
Ben Tap heeft bij zijn aantreden beloofd zich in Hoorn te vestigen, zoals dat een keurige wethouder betaamt, hielden verschillende partijen vol. Dat heeft hij afgesproken en dan moet hij zich aan die
afspraak houden. De coalitiepartijen die een meerderheid van de raad vertegenwoordigen zagen dat anders. Ben heeft dat niet afgesproken, maar hij had de intentie om dat te doen. Dat is heel iets anders.
Toen ontspon zich het politieke gevecht om het gelijk. Een langdurig gevecht met schorsingen en beschuldigingen. Voor het volk en voor de notulen diende duidelijk te worden vastgelegd dat hier een vuil spelletje werd gespeeld. Belofte maakt schuld en de hele coalitie zet zichzelf in de etalage als een onbetrouwbaar zootje woorddraaiers. Met een intentie is het lekker wegkomen! Ja, zo kunnen we het ook! Intentie is voor de politiek als een voorhoofdshersenkwabafwijking voor de misdaad.
Voor de leek leek het een gênante vertoning te worden, maar geloof me, wie hier niet tegen kan moet zich voortaan maar bezighouden met besturen in de voetbalwereld of zo. Het enige dat ik erover wil zeggen, is dat de strijd te lang duurde. Meteen goed knallen met een paar forse oneliners. Voor iedere andersdenkende fractie een goede sneer, mag best heel plat, en dan afsluiten met een verklaring waarin de laffe houding van de coalitie wordt betreurd. Of je maakt een prachtig stukje cabareteske tekst. De oppositie beschikt daartoe over allang vermoede, maar te vaak onderschatte en te weinig gebruikte talenten van Roger Tonnaer, in wie ik voor de rest van mijn leven mijn meerdere op dat gebied zal erkennen. Hij deed de aanbeveling om voortaan elke wethouder van buiten de stad te betrekken en daar te laten wonen. Toch een tip: te veel humor relativeert.
Voor de rest werden de inzet en de kwaliteiten van de aangevallen wethouder raadsbreed erkend. Daar gaat het dan ook niet om. Hoeveel mooier zou het niet zijn om de wethouder vlak na zijn verhuizing pootje te kunnen lichten. Maar ja, van sommige mooie overwinningen in politieke veldslagen kun je slechts blijven dromen. (terug)
Overpeinzingen van een economische nitwit. 30 mei 2015 We hebben geld overgehouden, las ik. Bijna een miljoen! En dat in een tijd waarin het bepaald niet gemakkelijk is om als gemeentebestuur lopende zaken lopende zaken te houden. Mag je Judith de Jong, PvdA-wethouder van eindjes-aan-elkaar-knoopzaken met dit resultaat feliciteren? Meteen doen, dacht ik. En ook haar kompanen in het college. Maar een artikel moet je altijd helemaal uit lezen. Ik las daarom dat er zo’n 20 miljoen euro zijn onttrokken aan de financiële reserves. Ik vind het bij tijd en wijle erg jammer, dat ik geen economie heb gestudeerd. Niet dat ik dan gelukkiger zou zijn geweest. Economen kunnen in dit deel van de 21e eeuw nauwelijks gelukkig worden van hun werk, vermoed ik. Maar ik zou wellicht in staat geweest zijn het bericht tot op de cent nauwkeurig op de juiste waarde te schatten. Mevrouw Grosthuizen en ik beschikten tot voor kort ook over een bescheiden reserve. Zorgeloos konden we de wasmachine gekke geluiden horen maken. Op redelijke termijn zouden we een uitstapje kunnen maken naar een gebied, waar we al naar uitkeken sinds onze kinderen met verbluffend succes hun best deden om het inkomende geld er voor het eind van de maand doorheen te jagen. Een reserve geeft een veilig gevoel voor de toekomst. De kinderen zijn nu de deur uit en mogen zich bekommeren om hun eigen eind van de maand. Onlangs ontdekten we tot onze schrik, dat een auto met groot en onverschillig gemak hun rol kan overnemen. Weg bescheiden reserve! Wij kijken nu even aan tegen een iets ander toekomstbeeld. Niet grauw, maar met iets andere feestkleuren. Bijna een miljoen overhouden klinkt daarom in mijn ongeschoolde oren als ruim 19 miljoen tekort komen. Waarom dus geen paniekverhaal van Judith de Jong? Judith en haar collegevrienden en – vriendin gaan de komende jaren bezuinigen. Enkele miljoenen per jaar. Wij dienen dat zuchtend te begrijpen. Er is weinig ruimte voor nieuw beleid, maar brengt dat Judith tot wanhoop? Welnee! Ze wijst ons op de initiatieven, kennis en organisatiekracht van de Hoorns stadsbewoners. Innig verbonden met de stad komen we er wel uit, meent zij. Ik richtte me tot mevrouw Grosthuizen toen zij zuchtend het geld van de garagerekening overmaakte. Ik roemde haar initiatieven, haar kennis en haar organisatiekracht en ik benadrukte onze innige verbondenheid. Ze keek me aan en sprak toen: ‘Mooi, meneer Grosthuizen. Dat betekent dat we dus dat krantenwijkje samen gaan lopen!’ Ik knikte bedeesd. Ik dacht nog: ik kan toch ook gewoon wat economie gaan studeren? Maar dat heb ik maar voor me gehouden. (terug)
Muggenziften 6 juni 2015
Onze PvdA-wethouder van enkele-bepaald-niet-onbelangrijke-stadszaken Judith de Jong zal gedurende zestien weken vanaf 6 juli de Hoornse politiek even de Hoornse politiek laten, of in ieder geval wat meer op de achtergrond aan- of afwezig zijn. Ze gaat onze stadsbevolking verrijken met een tweeling. Als ervaringsdeskundige op dat gebied kan ik zeggen dat dit voor velen best leuk kan uitpakken.
Knellende vraag is natuurlijk: kan Judith zomaar gemist worden? Ze gaat per slot van rekening niet over de simpelste portefeuilles. Financiën, sociale zaken en werkgelegenheid en dan nog wat lokaal beleidsstrooigoed kun je toch niet zomaar enige tijd onbeheerd laten? Dat besef leeft uiteraard ook raadsbreed in Hoorn en natuurlijk zijn daar diverse oplossingen voor te bedenken. En daar zien we, weinig verrassend overigens, twee varianten opdoemen.
We zoeken een goede vervanger, meent ook Jeroen van der Veer, de fractievoorzitter van de PvdA. We beschikken binnen onze partij over oproepbare bestuurskanonnen. Niet binnen Hoorn, want Judith vervang je niet door zomaar de eerste de beste goedbedoelende lokale partijgenoot. Evenals D66 beschikt de PvdA over uitermate deskundige partijleden in de buurt van Heemskerk. Het oog viel op Jan Nieuwenburg. Statenlid voor de PvdA en in twee voorgaande bestuursperioden wethouder van de gemeente Haarlem. Een echte onvervalste mug. Hij neemt een hoop relevante ervaring mee vanuit een provinciale hoofdstad en dat zou voor een zelfs bijzonder te noemen provinciestad als Hoorn toereikend moeten zijn.
‘Ben je bedonderd?’ foeterden voorts zowel Roger Tonnaer van de naar hem vernoemde fractie en de VVD. Los dat maar op binnen de rest van het college! En laat dit nu een reactie zijn die mij enigszins verbaast en juist niet verbaast.
Welke goede redenen kunnen liggen achter dit standpunt van beide partijen? Dat kunnen er vele zijn, en de genoemde redenen hoeven voor politici niet altijd hun echte redenen zijn. Niet dat ik direct wil suggereren dat de door beide partijtjes genoemde argumenten slechts gebruiksgoed zijn; ze klinken geloofwaardig genoeg. Zoals: de PvdA is zelf altijd voorstander geweest van een college van vier wethouders. Natuurlijk, maar betekent dit dat de PvdA het ook prima vindt collegepartij te zijn zonder actieve wethouder? Zo’n interim-wethouder kost een hoop geld. Klopt, maar je zou daar tegenover kunnen beweren dat je waarschijnlijk wel waar voor je geld krijgt.
Welke mogelijke motieven worden niet genoemd? Niet dat die dus de ware motieven zullen zijn. -
Het is wel eens lekker om Judith de Jong aan de zijlijn te hebben. Zeker voor VVD-politici in Hoorn kan dat een korte periode van relatieve rust betekenen.
-
Toen Roger Tonnaer als wethouder moest opstappen, werden zijn portefeuilles moeiteloos over de andere wethouders verdeeld. Hier zou ik een stekelige opmerking kunnen maken, maar dat doe ik even niet.
-
In Hoorn zijn de tegenstellingen in het gedachtegoed van PvdA en VVD ten minste duidelijk. Je vraagt als rechtgeaard VVD’er niet om een bestuurlijk kanon uit de vijandelijke gelederen.
-
Of ook realistisch klinkend: het werk van een wethouder wordt doorgaans zwaar overschat. Je hoeft alleen maar handtekeningen te zetten bij stukken die je ambtenaren opstellen en voorts die stukken uit het hoofd te leren en te doen of ze uit jouw koker komen.
-
Of: kom op zeg, we duiken zo dadelijk het zomerreces in, waarbij alle wethouders om beurten er een tijdje niet zijn en hun werk door de anderen moeiteloos wordt overgenomen. Dan ga je toch niet een hele zomer lang een dure invaller betalen, uit welke pot dat geld dan ook komt?
-
Persoonlijke motieven kunnen ook meespelen natuurlijk, want geen enkele menselijke reactie is onze geachte afgevaardigden vreemd. Dat takkenwijf heeft mij ooit dwars gezeten, nu heb ik de kans op wraak.
Het college zal het PvdA-voorstel vast wel steunen. We krijgen dan 16 weken een arbeidsimmigrant uit Haarlem, die voor ons komt zorgen. Een goeie, zeggen ze bij de PvdA. Ik hoop van harte dat dit niet het argument is om daar juist op tegen te zijn. De vraag die mij bezig houdt is: valt het weren van een Haarlemmer onder muggenzifterij? (terug)
Hoed u voor de terreur van autobezitters! 13 juni 2015
Het was destijds met autorijden als met het elke dag kunnen eten van een goed stukje vlees. Dat was nog niet voor iedereen weggelegd en voor de eerste automobilisten werd met ontzag ruim baan gemaakt. Als je daar eens bij kon horen! Nu is het bezit van een auto nauwelijks statusverhogend en kan het afwijzen van het bezit van dit vervoermiddel bewondering afdwingen, mits men er niet uitziet als een geitenwollen wereldvreemde GroenLinkse fundamentalist in jaren zeventig outfit met zelfgebreide handtas.
Een auto bezit je voor het gemak. Zo’n ding brengt je vlotter tot aan de deur van waar je moet zijn. Dat het wat lastiger wordt in onze woonplaatsen en op de wegen tussen alle reisdoelen omdat er zoveel auto’s zijn is eigenlijk alleen de schuld van alle andere autobezitters. Dat het rijden in een eigen auto zo langzamerhand een van de meest a- en antisociale ding is die de mensheid heeft kunnen bedenken zal pas in de 22e eeuw in de schoolboekjes staan.
Overvolle stadsharten waar eigenlijk nog veel meer blik gestald moet worden is een probleem voor politici. Die moeten er maar voor zorgen dat ik mijn auto kan neerzetten op de plek waar dat voor mij het makkelijkst en dus noodzakelijkst is. In Hoorn wordt gezegd dat de situatie uit de hand dreigt te lopen. Dat is een verkeerde stelling. In de Hoornse binnenstad is het al enorm uit de klauw gelopen en dat komt door de autobezitters. Autobezitters menen recht te hebben op een parkeerplek. Er bestaat geen enkele parkeeroplossing wanneer we vast blijven houden aan die misvatting. Wanneer er in de loop der jaren een rechtsgrond voor deze onzinnige opvatting is ontstaan, dan dient dat onmiddellijk bij wetgeving te worden teruggedraaid.
Er zijn 2000 parkeervergunningen verleend voor 1750 parkeerplaatsen en men meent recht te hebben op nog meer plek. Onder de huidige regelgeving zouden er 4000 vergunningen dienen te worden toegestaan. Geen wonder dat Samir Bashara, onze gisse GroenLinkswethouder van hoemelk-ik-de-heilige-koe-terwijl-ik-haar-stevig-bij-de-hoorns-vatzaken alvast waarschuwt voor onsympathieke maatregelen. En bestaat onze oppositie dan werkelijk uit simpele zielen die menen dat er met enig geschipper en geschuif voor de binnenstadse auto-eigenaren een enigszins bevredigende oplossing gevonden kan worden?
De Hoornse politici en zeker die van de oppositie zijn geneigd de Hoornse burger niet tegen de haren in te strijken. Ze tevreden te stellen en dus ook de Hoornse autobezitter, zelfs de binnenstadse
autobezitter? Hallo! Wordt eens wakker! Hoeveel kans denk je te hebben om in deze krappe parkeersituatie een autobezitter tevreden te krijgen, zonder dat je elk beloopbaar stukje grond daar veranderd in een liefst nog gratis parkeerplaats? Hoed u voor het volk dat u wilt bedienen! Durf eens echt te besturen! Trek je niks aan van gemor, gezeik, demonstraties, opstootjes en andere activiteiten die autobezitters kunnen bedenken om te protesteren. Het is tuig dat al jarenlang meent het recht te hebben een historische binnenstad te ontsieren met hun geliefde blik. Er kan als uiterste compromis af en toe wat straatruimte worden opgeofferd aan parkeerbehoefte. Hoeveel ruimte creëer je wanneer je al die uitritten uit garages of opslagruimtes gaat negeren? Uitrit vrijlaten zie ik te vaak in de binnenstad. Waarvoor? Heeft opgestapeld huisraad ook wielen? Autobezitters zijn niets ontzienende stadsveruwineerders en die ga je toch als stadsvertegenwoordiger niet op hun wenken bedienen? Of hoor je zelf bij die bende?
Hoornse politici dienen te weten waar de werkelijke belangen van de stad liggen. We hebben recht op een stad, niet op een parkeerplek! Wat drommel! Jongens en meisjes van stavast, daar hebben we behoefte aan! Een beetje VOC- en Kaap Hoornmentaliteit! Trek wederom lering uit teksten van ons vaderlandsche liederenrepertoire!
Rechtop van lijf, rechtop van ziel, Dat is een stand naar mijn behagen! ’t Zij, dat ge een staatsierok moogt dragen, ’t Zij, dat ge een buis draagt of een kiel: Rechtop van lijf, rechtop van ziel.
Mooie woorden van toen. Maar ja, toen waren er nog geen autobezitters. (terug)
Communicatiemores 20 juni 2015
Ik vrees dat ik niet meer van deze tijd ben. Er was een dingetje langsgekomen in het Hoornse politieke wereldje, waarover ik wat verward ben. Het heeft met de moderne communicatiemores te maken. Ik schuifel op dat gebied wat mee in de marge, zoals ook met alle moderne e-materialen. Ik bezit een tablet, vanwaar ik tegenwoordig mijn columns oplees. Die mocht ik aanschaffen van mevrouw Grosthuizen, toen mijn oude laptop mij in de steek liet. Ik zoek nog steeds naar functies waarmee ik op de laptop wel eindelijk mee uit de voeten kon. Ze zitten wel in het apparaat. Diverse mensen die mij met het stukje moderne techniek in de handen zagen, keken mij met bewondering aan, omdat ik op mijn leeftijd nog zo goed meekon. Wat blijft er over van je modern aandoende façade, op het moment dat je vraagt hoe je hem op Skype, Word of Facebook kan krijgen?
Facebook, ook zoiets. Ik heb een Facebookaccount. (Dat Engels van nu stond absoluut niet in het idioomboekje van de MULO indertijd, zelfs nog niet in de woordenlijst van mijn huidige tekstverwerker!) Ik heb een aantal volgers en ik volg zelf wat mensen. Veelal mensen die een veelvoud aan FB-vrienden hebben van wat ik heb. Ik heb ooit een Twitteraccount aangemaakt met het voornemen om daar eens eigentijds gebruik van te maken. Dat moet nog gebeuren.
Hoe ga je met die moderne media om? Dat schijnt te leren te zijn en bestaat niet het veelgebruikte cliché om tegenzin tegen vernieuwingen op te heffen: men is nooit te oud om te leren? Welnu, ik klik met enige regelmaat het plekje ‘vind ik leuk’ aan onder Facebookberichten die mij bereiken. En af en toe beleef ik het genoegen dat anderen datzelfde doen onder berichtjes die ik erop krijg. Ik plaats nooit foto’s. Dat moet ik nog eens leren, hoewel er op dat gebied ook veel wijze tot voorzichtigheid manende raadgevingen schijnen te circuleren.
Wat goed dat er mensen zijn, die kunnen beoordelen of Facebook goed of juist verkeerd wordt gebruikt. Wij hebben in Hoorn politici voor wie Facebook en Twitter en wellicht nog meer social media geen enkel geheim meer bezit. En juist daar kan het behoorlijk verkeerd gaan, moet ik begrijpen. Zo fout, dat de goede relatie tussen Hoorn en het koningshuis een enorme deuk dreigt op te lopen.
Dat moet ik lezen uit de brief die mij onder ogen kwam van onze meest ervaren politicus in de raad: Roger Tonnaer. Hij gispt GroenLinks-wethouder van hoe-zachtkens-glijdt-ons-bootjezaken Samir Bashara, vanwege het lekken van gevoelige informatie naar schoonfamilieleden en het plaatsen van
Facebookberichten over deze daad. Daar moest ik het mijne van weten natuurlijk. Ik surfte naar het gewraakte Facebookbericht van Samir. Ik zag de foto waarop onze koningin met haar dochters in een bootje van de watertaxi zat te genieten van het moois dat Hoorn vanaf zo’n uitzichtsplaatsje te bieden heeft. Ik zag de reacties van volgers, die onverminderd net zo blij waren. Er zat zelfs een vindikleukreactie bij van een uiterst bekwaam en zeer gewaardeerde collega-wethouder en ik moet direct toegeven dat ook ik sterk geneigd was mijn instemming door te geven. Zou ik dan eigenlijk net zo fout zitten als Samir, de Faceboekanier van de Hoorns politiek, of kan dat worden gezien als een statement dat ik moeiteloos en kritiekloos pas bij een enorme vriendenschaar?
Ik denk dat ik de keus heb me aan te passen aan de commune met het hele social mediacircus of definitief te concluderen, dat ik te oud ben voor de moderne politiek. Ik kan natuurlijk nog wel wat achterhoedegevechten leveren, misschien wel samen met de uiterst bekwame en zeer gewaardeerde Roger Tonnaer, maar ik vrees dat in de samenleving - net zoals in de politiek- geldt, dat de meerderheid gelijk heeft.
Ik denk dat er eigenlijk niets anders opzit, dan iemand van deze tijd te vragen om Roger en mij in te leiden in die prachtige nieuwe wereld van Facebook, Twitter, Instagram, LinkedIn en wie weet welke media nog meer. Of Roger en ik gaan gewoon echt met pensioen en laten de politiek aan hen die nog wel van deze tijd zijn. (terug)
Roger for ever! 27 juni 2015
Wanneer ik met familieleden en vrienden in Den Helder praat over de lokale politiek, dan verzuchten zij zonder uitzondering dat het wat dat betreft in Den Helder een hopeloze zaak is. Deze week zag ik op een nationale televisiezender een reportage over de slangenkuil of het wethoudersmoeras aldaar. Schokkend! Achterkamertjes, achterdocht en achterklap zijn uitgangspunten voor politiek handelen in de gemeente waarover ik in de zestiger jaren het ontroerende boekje ‘Den Helder, stad van mijn dromen’ las. Den Helder is zeg maar officieel een bestuurlijkeprobleemgemeente, want als zodanig genoemd in een recent schrijven van Prof. Dr. Arnold Korsten en van burgemeester Milo Schoenmaker van Gouda die daar op afstudeerde.
Enkele kenmerken ervan herkende ik tot mijn grote schrik ook in het politieke handelen in onze eigen Hoornse gemeenteraad van het afgelopen jaar. Het ondoordringbare monistische blok van de coalitiepartijen bij alle gevoelige onderwerpen, het ‘Poortvanhoorntrauma’ en de open zenuw van het parkeerbeleid bij de VVD, veelvuldige vergaderingvertragende schorsingen aangevraagd door de oppositiepartijen, beurtelingse zure brieven van oppositionele fractievoorzitters, steevast ondertekend door de andere oppositiepartijen. En hadden we het vorige week niet over de schandelijke Facebookpraktijken van een wethouder die onze dierbare relatie met het Koningshuis op het spel dreigde te zetten?
Maar zie: daar was afgelopen week een raadsvergadering over de kadernota. De plannen van ons college om te bezuinigen of juist te investeren op zo’n manier dat Hoorn meer op Duitsland dan op Griekenland lijkt. Vijftien amendementen en vier moties kwamen in behandeling en – Godlof! – er was af en toe sprake van dualistisch spreken en handelen bij de coalitiepartijen en inschikkelijkheid aan de kant van de oppositie. Natuurlijk, over de VVD-zweer van het parkeren werd geen zalf gesmeerd en Hoorns Belang en VOCH zagen met lede ogen toe hoe toeristen belastingtechnisch werden ontzien, maar het college moest voor een ton aan subsidiekortingen bakzeil halen.
Heerlijk, een vergadering die niet uitsluitend bestond uit hullie-zullieverhalen en die bovendien eerder was afgelopen dan gepland. Maar het meest ontroerende moment dat ik er - dit keer op wat afstand - aan beleefde, was de actie van Roger Tonnaer. De oude vos had ons allemaal goed te pakken. Zijn streng vermanende woorden in brieven over de vervanging wegens zwangerschap van Judith de Jong en zijn boze van begrip gespeende opmerkingen over de Twitter- en Facebookactiviteiten van GroenLinkswethouder van zo-ga-je-om-met-social-mediazaken Samir
Bashara zijn nog nauwelijks verklonken, maar daar stond hij dan, als een duveltje uit een doosje, op de foto in de krant met een verrassende boodschap, die ons allen ervan verzekert dat wij nooit, en dan bedoel ik ook echt nooit volledig dit oudste raadsfenomeen van Hoorn zullen kunnen doorgronden!
Roger presenteerde Judith mutsjes en sokjes voor de komende tweeling en Samir werd gevraagd hiervan een foto te maken en die via de social media te verspreiden. En nu sta ik hier, Sjaak Grosthuizen, met blozende kaken, bij de microfoon van Radio Hoorn om te erkennen, dat Roger Tonnaer heeft aangetoond nog altijd een politicus van deze tijd te zijn. Maar tegelijkertijd hoort u een gelukkig man. Roger bewees tevens dat Hoorn absoluut niet thuis hoort in het rijtje gemeenten waar Den Helder zich tot haar schande in bevindt. Mijn pleidooi is: houdt Roger nog enkele decennia in de raad. Dan wil ik zelf ook nog wel enige tijd aanblijven als columnist.
Hoorn is in staat om met 13 verschillende partijtjes in de gezamenlijk poel rond te waden. Af en toe, bijna speels, een kluitje modder te gooien of te ontvangen, met incidenteel een spetterend optreden van fractiekongsis van wisselende samenstelling en altijd met het vertrouwen dat de ondergrond van de poel stevig genoeg is om overeind te blijven.
Zou het een idee zijn de raadsleden en het college van Den Helder uit te nodigen voor een zomertje in Hoorn? (terug)
Lucky bastards in Enschede 4 juli 2015
Mijn buurvrouw bracht het nieuwtje als een leuke verrassing. ‘Mijn zus krijgt nu onze burgemeester!’ riep ze verheugd. Ik kon het bericht niet meteen plaatsen en dat zag ze. ‘Mijn zus in Enschede krijgt nu onze burgemeester.’ ‘Daar weet ik niets van,’ zei ik beduusd. Het was op het nieuws geweest bij TVOost. Enschede had een nieuwe burgervader nodig en had het oog laten vallen op onze Onno van Veldhuizen.
Heel even had ik de idiote gedachte dat het zo was dat een stad zonder burgemeester vrij kan kiezen uit het hele nationale bestand van burgemeesters en dan kies je voor de beste natuurlijk. Maar zo werkt het niet. De burgemeesters-in-spé moeten duidelijk maken dat ze in de markt zijn. Onno was dus in de markt. Sterker nog: hij zal ongetwijfeld hebben gesolliciteerd naar die baan in het verre oosten! Onno wilde weg!
Ik wilde daar eerst niet aan. Ze hebben hem net zo lang aan de kop gezeurd dat hij wel overstag moest, dacht ik. D66 vond dat ze meer partijgenoten op belangrijke posten moesten krijgen, als het even kan ten koste van de andere partijen. Of zijn vrouw had hem gezegd dat nu zij gepromoveerd was, het zijn beurt was om promotie te maken. Of Onno heeft zich steeds meer geërgerd aan het kleinsteedse provinciaalse niveau, waarnaar de Hoornse gemeenteraad zich had verlaagd. Gezeik, gezeur, getraineer, oneindige herhaling van zetten, afsplitsingen bij de geringste fractiefrictie, dat kennen ze vast niet in Enschede. Het is eigenlijk een wonder dat hij het twaalf jaar met ons heeft uitgezongen! Of is het zo dat er zelfs ambitie kan bestaan bij burgmeesters van Hoorn?
Ik moet ineens denken aan de eerste column waarin ik Onno van Veldhuizen noemde. Hij was toen net uitgekozen uit een aantal ongetwijfeld briljante kandidaten. Hij was de beste en ik dacht toen nog dat er wel wat op af te dingen was. Hij heeft me voor gek gezet in de jaren erna. Dat hij het zelfs heeft gebracht tot bijna de allerbeste burgemeester van Nederland hadden wellicht enkelen gehoopt, doch velen niet verwacht. Met zoveel in huis, moest het wel fout gaan. Wie zijn wij om te menen voor een weliswaar prachtig historisch stadje als Hoorn permanent een topbestuurder te mogen claimen?
Eerlijk gezegd zag ik dit moment al aankomen. De stervoetballers van deze wereld lijken ook permanent transfervrij te zijn. Er is een markt voor mensen als Onno. Daar kunnen we misschien jaloers op zijn, maar wij weten ook zelf niet verder te kunnen komen dan de status van tweede
garnituur. In de zakenwereld kun je daarmee nog riante salarissen en dito bonussen binnenslepen. Onno is niet weggelokt met vorstelijk bonussen. Zijn bonus is de grotere uitdaging. In een tweemaal grotere stad met tweemaal zoveel inwoners en in een regio die de nodige problemen heeft gekend en wie weet zijn die nog lang niet allemaal weg. Dat hoop ik eigenlijk ook voor hem.
Wat voor volk bezet de collegezetels en wat bevolkt daar de fracties? Zijn ze, omdat ze uit een grotere vijver zijn gevist, bekwamer dan de bekwame raadsleden in Hoorn? Nee, ik noem geen mogelijke voorbeelden uit de Hoornse raad. Ik ben daar gek! Ik ben veel te bang om mensen op de tenen te staan omdat ik ze niet aanwijs als toetsstenen voor hoe een raadslid in Enschede minimaal moet zijn.
Wat valt te denken over de opvolger van Onno? Wordt dat een dertien in het dozijn bestuurder? Een afgeschreven Kamerlid? Of een talent-in-de-dop die nog niet zo ver ontwikkeld is, dat hij Hoorn niet ziet als een ster die hij niet mag plukken? Moeten wij de wanverhouding in man-vrouwverhouding gaan rechtzetten?
Ach, wie weet valt het allemaal wel mee. Vinden we een burgemeester met weer een ander gevoel van humor? Niet erg. Je hebt ook verschillende cabaretiers. Kan die man - of vrouw, maar dan is het wat behelpen met humor natuurlijk – de raad omvormen tot een professioneel of semiprofessioneel ( we moeten niet overdrijven met onze verwachtingen) bestuursapparaat? Zeggen we na een jaartje of twee: zie je wel, het kan dus wèl veel beter? Dan zijn we Onno kwijt zonder al te veel spijt.
De zus van mijn buurvrouw en ook een nichtje van mij krijgen onze burgemeester. Dat klopt helemaal met Onno. Niet alleen de stad, maar vooral de burgers krijgen hem. Ik denk dat ik mijn nichtje wat vaker kom bezoeken. Zeker de eerste twee jaar denk ik. En als ze Onno niet op waarde kunnen schatten, halen we hem gewoon weer terug! (terug)
De zomercolumns Scootmobiel 11 juli 2015
Tijdens ons verblijf in het o zo welvarende en beschaafde Duitsland was het mij opgevallen dat ik bij uitstapjes vrijwel de enige stadsbezoeker was met een scootmobieltje. Dat van mij is klein, gemakkelijk in onderdelen uitneembaar en zonder al te veel poespas in de auto mee te nemen.
Meewarige, maar vooral nieuwsgierige blikken van de bevolking deden mij vermoeden dat ik inderdaad een mobiele uitzondering was. Vreemd! Wanneer ik op welke dag van de week dan ook in Hoorn vertoef, tel ik binnen een uur met gemak meer rolstoelen en scootmobielen dan ik vingers en tenen heb. Hoe zou dat nu komen?
Duitsers piepen minder gauw en blijven doorstrompelen met ongeriefelijke handicaps, totdat het echt niet meer gaat en ze definitief thuisblijven. Hollanders zijn kleinzerig en zien zichzelf liever als zielig slachtoffer van wat dan ook en tonen dat graag aan de hele wereld. Onze verzorgingsstaat is doorgeschoten. Je hoeft maar te denken dat je een tijdlang iets zult mankeren en de goegemeente gunt je tegen welke prijs dan ook alle middelen om mogelijk leed te verzachten. Duitsers voelen niks voor meebetalen aan voorzieningen voor zieke, zielige en nooddruftige mensen, tenzij men echt iets mankeert. In Duitsland dien je gewoon thuis te blijven als je niet meer kunt lopen. Invaliden wekken medelijden op en daar zitten ze niet op te wachten. Laat het medelijden opwekken maar over aan Roemenen met een beperkt muziekrepertoire.
Ik heb ze wel gezien. Twee keer. Een rolstoelbrigade met behoorlijk uitgebluste ouderen en middelbaren, die je uit puur mededogen niet uit hun karretje zou zetten. Ze werden in een groep naar de trekpleisters van Trier geleid. Een enkeling keek naar mij in mijn elektrische Fahrstuhl. Zag ik verbazing, omdat ik alleen mocht rijden? Jaloezie, omdat ik niet geleid werd?
Ik begon te beseffen dat ik hier een bepaalde verantwoordelijkheid had. Deels om hert beeld tegen te gaan dat Hollanders bij het minste of geringste ongemak in een rolstoel duiken en deels om de zorg en de voorkomendheid die men daar betoont jegens rolstoelgangers niet te ondermijnen.
Er zijn momenten dat ik zichtbaar voor allen mijn scootmobieltje moet ontstijgen. Nu ben ik meestal in staat om zo te lopen, dat er geen spatje meewarigheid opborrelt. Dat mocht daar natuurlijk niet! Mijn uitstappen voor een gang naar het toilet was er dus een van een oorlogsinvalide van wie de benen met plakband en schroeven vakkundig, doch nimmer meer toereikend in elkaar waren gezet. Mensen begrijpen je dan. Òf je hebt behoefte aan een rolstoel en dan blijf je daar netjes in zitten, òf je hebt die behoefte niet en dan blijf je van die rolstoel af. Ik kan in Hoorn daar heel geriefelijk tussendoor laveren, in Duitsland moet je je aanpassen.
Mijn ongemak is niet permanent. Als ik zit, is er weinig aan de hand. Lopend en staande vergroot het ongemak zich met de minuut tot proporties die mij de drang om vrolijk te blijven fluiten ontneemt. Ik herstel zelfs langzaam van mijn kwaal. Elk jaar een procentje minder, denk ik. Over een jaar of vijftig doe ik mijn rolstoel van de hand.
Voor alle duidelijkheid: ik heb mijn flipstick, rolstoel en scootmobieltje zelf betaald. Het zijn redelijk betaalbare oplossingen voor mensen met een relatief redelijke beperking. Voor het echte invalidewerk is zwaarder geschut nodig. En dat is prijzig! Zelfs het ombouwen van een eenvoudige rolstoel naar een met een elektrisch motortje is nauwelijks op te brengen. Voor het geld dat men aan mij dat aanbod deed, hebben we een goede tweedehands auto gekocht.
Waarom zo duur? Ik vrees dat hier geldt, dat het meestal van de grote hoop komt. Dan kan het. Op dit gebied groeit bij mij spontaan het VVD-denken. In Duitsland hebben ze geen ruimte gegeven aan dit grotehoopdenken. Geen wonder dat de Grieken moeite met ze hebben!
Als ik de validen zuchtend en steunend in de grote zomerhitte door mooie toeristengebieden zie sjokken, ontkom ik niet aan de gedachte dat ik nog lekker een tijdje van mijn beperking mag genieten. Je hebt er geen idee van hoe heerlijk het is, om vanuit je comfortabele rolstoel medelijden te kunnen hebben met hen die nog op de been zijn. Deze zomer duurt nog wel even en ik beloof je: wanneer je met mij niet al te veel medelijden hebt, zal ik dat met jou ook niet hebben! (terug)
Verslaafd 18 juli 2015
Ik ben verslaafd en ik denk dat ik er het beste aan doe, om dat gewoon in de openbaarheid te brengen. Ik speel spelletjes. Elke dag. Sudoku, Free cell, Spider solitaire. Ik heb er duizenden gespeeld en daar bleef het niet bij. Sinds ik een tablet heb, heeft men mij ingeleid in de wereld van eenvoudige spelletjes, waarvoor men mij o.a. via Facebook uitnodigde. Gratis spelletjes en best wel leuk. Ontspannend. Handig om er even de tijd mee te doden. Leuke spelletjes, waarbij drie of meer voorwerpjes op een rijtje gezet dienen te worden en daar kun je dan punten mee verdienen. Of er is een klein onschuldig opdrachtje aan verbonden. Het zoeken van verborgen voorwerpjes, diertjes, fruit. Ik liet me overhalen en sinds die tijd ben ik verslaafd.
Ik ben een spelletjesjunk geworden. Met elk volgend level werd ik dieper in de wereld van de spelletjes getrokken. Candy crush, Candy crush soda, Diamont digger, Farm heroes en zo zijn er nog wat. Het aantal levels is, vrees ik, ontelbaar. Toen ik op level 25 zat, las ik van bekenden dat zij vastzaten op level 146 of zelfs hoger. Mijn bewondering was groot. Dat wilde ik ook! Ik heb zo’n level ook eens gehaald, totdat ik op een andere tablet over ging. Opnieuw beginnen dus. Ach, wat zou dat dacht ik. Ik ben er zo weer. Drie keer ben ik opnieuw begonnen.
Candy crush soda, ik zat vorige maand op level 130. Het heeft me vier weken, een volle maand gekost eer ik het spelletje kon uitspelen. Ik ben door een hel gegaan. Tientallen malen, nee, zeker tweehonderd keer moet ik het spelletje opnieuw zijn begonnen. Beren uit de honing redden. Waar gaat het over! Ik ben er uren mee bezig geweest en telkens wist ik: ik kan deze tijd beter gebruiken! Ik had me nuttig kunnen maken. Ik had iets creatiefs tot stand kunnen laten komen. Zeker vier hoofdstukken van een nieuw verhaal. Enkele fantasievolle creaties van karton. Ik had mijn kamer kunnen opruimen, eindelijk de plinten in de huiskamer kunnen aanbrengen, mijn Frans en Duits ophalen.
Ik zat vast op level 130. Letterlijk vast. Nog even, nog één keer, deze keer lukt het me wel geloofde ik, want ik had al eens 19 van de 20 beren gered. Als ik dit level uit heb, dan stop ik er even een tijdje mee, hield ik mijzelf voor de gek. Ik heb het werkelijk elke van de tweehonderd keer geloofd. Deze week lukte het me. Dinsdagmiddag om half vier ’s middags had ik alle 20 beren gered. Ik startte meteen met het volgende level en dat speelde ik in één keer uit. Dan ga je door. Natuurlijk ga je door, want je hangt. Ze hebben je verslaafd gemaakt.
Spelletjes, games, de spelende mens, de homo ludens, daar horen we toe. Spelen is leren, het scherpt je verstand, het verbetert je reactievermogen. Leuterpraat! Vuige propaganda! Je kunt levens kopen. Levens losten een drol, maar ik heb het nog niet gedaan. Elk volgend level heb ik gehaald dankzij onverdroten geploeter en vasthoudendheid. Dat vervulde me af en toe met trots. Vreugdekreten heb ik geslaakt, gebruld. Ik heb alle chocolaatjes weggespeeld! Alle beertjes zijn gered! Zo diep zonk ik dus.
Nu weet ik dat ik faal, als mens, als nuttige bijdrager aan de maatschappij. Ik mag me niet verschuilen achter het excuus dat het ook komt doordat mevrouw Grosthuizen op haar tablet welgeteld 27 levels voor ligt en dat ik het zal afbouwen wanneer ik haar heb ingehaald. We zijn niet de enigen die deze spelletjes spelen. Dat zie je via Facebook of in de scorelijstjes. Er zitten ook nu nog actieve Hoornse politici bij, zag ik tot mijn schrik. Candy crush en andere varianten vormen dus een reële bedreiging voor onze lokale politiek! Ook zij zullen denken dat ze op elk moment kunnen stoppen als ze dat zouden willen. We houden onszelf voor de gek. Dat lukt nooit meer zonder hulp.
Je kunt elkaar levens toesturen. Met één druk op de knop. Ik smeek je, doe dat niet meer wanneer ik erom vraag. Stuur geen levens, want ik wil zelf weer leven. Nou, ja, alleen voor level 137 dan. Daar zit ik al drie dagen in vast. (terug)
Met een bloedgang 25 juli 2015
Een goede vriend, aan wiens grotere wijsheid ik me af en toe mag laven, vroeg me naar aanleiding van mijn stukje over mobiliteit waar nu de verschillen vandaan komen tussen mensen die zich op of in een individueel gemotoriseerd voertuig plegen voort te bewegen. Hij ziet een motor als een fantastisch middel om reisdoelen te bereiken, maar hij vraagt zich af hoe het komt dat het zitten op zo’n ding mensen ertoe kan bewegen zich aan te sluiten bij groepen met maatschappijonvriendelijke bedoelingen.
Onlangs was in een tv-documentaire te zien hoe het eraan toe kan gaan bij een outlaw motorcycle gang als Satudarah. Verhelderend en daardoor onthutsend! Een mannenwereld met een strakke hiërarchie waar vernederende straffen voor foutjes tegen de regels en lofuitingen voor criminele en gewelddadige prestaties tot een vast ritueel horen . Daarnaast de dure eed om je kop te houden over alles wat de clubleden uitvreten. Ons voortreffelijke justitiële systeem staat ervoor garant dat je dan nog geen crimineel bent, tot grote ergernis van burgemeesters die dat soort gangsters buiten de gemeentegrenzen willen houden.
Wat is er misgegaan met je wanneer je je bij zoiets aansluit? Hoe droevig moet je jeugd zijn geweest of hoezeer werd je op je werk gepest? Hoe groot moet je minderwaardigheids complex zijn of welk deel van je hersenen is aangetast door slechte voeding of overmatig gebruik van verkeerde genotsmiddelen of moet een frustratie van jarenlang gepest zijn op school worden gecompenseerd? Ik zal daarover een bekwame zielenknijper in mijn netwerk eens polsen.
0229-hero Ben Saunders heeft aangekondigd in Hoorn een chapter te willen opstarten voor Satudarah. Ben heeft van zichzelf al genoeg tattoos voor een compleet chapter, maar dat zal zijn reden niet zijn. Of het moet een manier zijn voor klantenbinding voor h et tattoobedrijfje van zijn familie? Wat bezielt de man? Vorige week kon Radio Hoorn over hem berichten dat hij slechts interesse heeft voor de grotere podia voor zijn zangoptredens en dat hij zonder enige terughouding weer een verkeersregelaar zou molesteren, wanneer de gelegenheid zich zou voordoen. Ik zal toch niet de enige zijn die de wenkbrauwen zou lichten wanneer hij op zo’n podium zou aankondigen: Ik ben Ben. Ik ben lid van een criminele organisatie, mijn
hobby is het in elkaar beuken van oude verkeersregelaars en nu ga ik een gevoelig liefdesliedje voor u brengen.’
Satudarah kent de zgn. 1%-leden. Dat zijn leden die een wapenfeit op hun geweten hebben, waar iedereen gewoon z’n kop over dichthoudt. Wilde Ben een vliegende start maken? Mag hij nu gezellig niet meer helemaal achteraan in de motorsliert meerijden, zolang hij daar maar geen liedjes gaat kwelen? Zou Ben nu meer inkomsten gaan halen uit drugs - seks- en vrouwenhandel dan uit optredens? Het aantal grote optredens voor hem is al behoorlijk afgenomen.
Mijn buurman rijdt motor. Niet in clubverband en daar ben ik zomaar blij om. Hij doet geen overdreven mannendingen. Ik ook niet trouwens. We wisselen met elkaar af en toe wat whiskeyervaringen uit en we passen op elkaars plantjes en huis tijdens vakanties. Gewoon burgerlijk natuurlijk, maar kennelijk zijn wij hier erg tevreden mee.
Ik vraag me af of ik me in zo’n motorgang zou thuis voelen. Strikte omgangscodes, strikte hiërarchie en stoute zaken verbloemen. Ik zit daar niet op te wachten. Ik h eb me ontworsteld aan een religie en ik vind eigenlijk dat veel meer mensen dat zouden moeten doen. De wereld zou er mooier kunnen uitzien zonder motorgangs en religies. Nu hebben Hells Angels en Satudarah wereldwijd een stuk minder vluchtelingen voor zich uit gejaagd dan de rivaliserende religieuze gangs waar we grondwettelijk alle ruimte voor moeten vrijhouden, maar toch jagen ze mij net zo makkelijk de stuipen op het lijf als een zwarte moslimvlag of wapperende bisschopsrok.
Ik zal mijn wijze vriend eens vragen of het een goed idee is een club te starten voor mensen die zich aan geen enkele club willen binden. Natuurlijk kan niet iedereen daar lid van worden. We moeten wel wat strakke regels daarvoor opstellen. (terug)
Hoorn vakantiestad 1 augustus 2015
Hoorn in de vakantietijd. Dat is wat mevrouw Grosthuizen en mij de afgelopen twee weken wat meer interesseerde dan gebruikelijk. We hadden twee keer logeetjes te vermaken en dan mogen zij zich niet vervelen. Waar neem je ze mee naar toe? Niet alle interessante, doe-, speel- en leerplekken leveren de heerlijke pleziersmoeltjes op, die je graag bij ze ziet. Gelukkig heeft Hoorn het een en ander te bieden, maar of dat voor de stad zelf genoeg is, blijft voor mij nog even de vraag.
Vakantieperiodes kenmerken zich door een uitstroom en een instroom van vertierzoekers. Stromen er meer mensen in dan uit om de stad voldoende drijfvermogen te verlenen? Ik kon het niet laten om naast een regelmatige controle van de plezierbeleving van de logeetjes ook te kijken naar het vertierverstrekkende vermogen van Hoorn.
Vorige week bezochten we de woensdagmarkt Hartje Hoorn toen daar beesten werden opgesteld om te bekijken, te ruiken, te horen en te aaien. Dat is het best geslaagd, wanneer je niet tegen de kinderen hoeft te zeggen: Kijk daar eens! Wat leuk! Loop er maar naar toe! Toe maar, dat mag best. Nee, dat is niet eng en het is heus niet erg als er wat poep op je schoen komt. Nou, dan blijf je gewoon bij ons. Ook goed hoor.’ Onze logeetjes moesten we met vier man trachten in de gaten te houden. Nee, ik zie haar daar bij de ganzen! En die ander is geloof ik met pappa mee.’ Kijk, dat is het bewijs van een goed vertieraanbod.
Het zwembad op de regenachtige dag lukte ook. Ik mag altijd mee, als luchtbed, als duikplank, als reddingsboot, als klimwand. Ze vonden het gelukkig goed, dat ik maar één keer in de grote glijbaan mee deed. De stadsspeeltuin was bij het droge deel van de dag goed voor anderhalf uur vermaak.
Een ander logeetje konden we moeilijk boeien met zwem- en speeltuinverlokkingen. Hij is meer geïnteresseerd in stoomtreinen en varend erfgoed. Dan is daar gelukkig de mogelijkheid van het maken van een historische trip door Westfriesland. Boot, stoomtrein en moderne trein. De boot was historisch. Geen stoomboot, wel een die zijn inspanningen bij regulier werk heeft afgerond en nu deels gerund door vrijwilligers een soort pensionadoklus deed. Ik moest wel even slikken toen ik achter het bouwjaar van het schip kwam. Ikzelf ben een aantal jaren ouder. Dat gold ook voor het wagonnetje dat getrokken werd door een stoomtram van voor de oorlog. We bezochten gisteren de Halve Maen. Het logeetje was gelukkig geïnteresseerd in het verhaal over de zeevaart van toen. Bijna een uur lang en waar kom je dat tegenwoordig nog tegen?
Trek nu niet de conclusie dat ik dus erg tevreden ben over de Hoornse vertierindustrie. Ik hoorde tijdens alle gelegenheden in de afgelopen twee weken eigenlijk alleen maar Nederlands spreken. Nou heb ik in principe niks tegen Nederlanders. Begrijp me goed, maar vakantie-instroomtechnisch is er kennelijk iets nog niet helemaal in orde. Ik miste bijvoorbeeld Aziaten. Waar blijven die? Waarom hangen er achter de stoomtram geen wagonnetjes die gereserveerd zijn voor Japanse, Chinese of Indiase toeristen? Waarom is er niet een vast tijdstip op de Halve Maenbezoekersdagen voor Engels-, Duits-, Chinees- of Japanstalige toelichting op ons varend erfgoed? Lopen op die plekken genoeg vrijwilligers rond die buitenlands spreken en/of er buitenlands uitzien?
We hoeven ons niet te ergeren wanneer dergelijke groepen Hoorn aan doen en momentjes creëren waarbij wij met onze logeetjes even het gevoel krijgen dat we er niet helemaal bij horen. Ze brengen echte centen binnen, want ze lopen niet rond met een museumkaart.
Ik hoop wel eens dat we naast VOC-schatten in de stad ook nog wat VOC-mentaliteit over hebben. De VOC was de rijkste onderneming uit de geschiedenis, vertelde mij de praatgrage gids op de Halve Maen. Zelfs rijker dan de rijkste onderneming ter wereld op dit moment, zoals Apple. Zouden er over driehonderd jaar in Silicon Valley ook rondleidingen zijn over de glorierijke dagen van Apple in de 21e eeuw? Verwachten ze dan mensen uit Hoorn? Wordt dat dan ook verzorgd door vrijwilligers, zoals nu in Hoorn? Mensen die hun eigen tijd en geld meebrengen, zoals de onderbetaalde onvrijwilligen in de tijd van Jan Pieterszoon Coen dat deden voor onze glorie.
Onze huidige Hoornse glorie wordt uitgevent door vrijwilligers. Anders kan het eigenlijk niet. Het aantrekken en opvangen van verre gasten uit landen waaraan we enorme schatten hebben verdiend, vereist eigenlijk een professionele aanpak, maar zover zijn we nog niet. Ik hoop echt binnen niet al te lange tijd zelfs betaalde vreemdelingenbegeleiders te horen zeggen: ni hao, namasté of sayonara. Dan is het weer de Aziatisch bron die Hoorn welvaart brengt en als onze logeetjes mij dan verbijsterd om opheldering vragen, zal ik met grote voldoening zeggen: Straks, na deze mensen zijn wij aan de beurt. (terug)
Politionele acties 8 augustus 2015
Veel acties van vakbonden van tekortgedane werknemers mochten ze al begeleiden. Ze hebben ze gezien: verbeten koppen van noeste arbeiders die gezamenlijk sterk:’Actie, actie, harde actie!’ brulden, al dan niet met grimmig geheven vuist. Paarden voorop en paarden aan het einde van de stoet, zeker wanneer het ambtenaren betrof die ook bij deze gelegenheden niet al te hard doorliepen. En nu voeren ze zelf actie om vijf jaar nullijn op te heffen en een uitzicht op een redelijk pensioen overeind te houden.
Politie voert actie. Eerst publieksvriendelijk, maar daar heeft de grote baas in Den Haag maling aan. De VVD-minister die over de salarissen van onze koddebeiers gaat voelt er weinig voor om een soort miljonairs te kweken en wees nou eerlijk, hoeveel politiefunctionarissen zijn afhankelijk van de voedselbank? De politie heeft nog niet zo’n stakings- en traineertraditie om de zin door te drijven en een paar vervelende steekjes, daar moet je als minister maar tegen kunnen. Bovendien, waar blijf je als kabinet wanneer je deze groep ambtsdragers hun gemiste salarisvooruitzichten wel weer gunt? Dan willen al die leden die te beroerd zijn om een eigen zaak te beginnen opslag. Onderwijs, verzorging, kantoorklerken, vuilnisophalers en ga zo maar door. Bovendien moeten we laten zien dat wij het hier anders doen dan in Griekenland.
Wat doe je dan als politiecollega, wanneer toeteren niet helpt en minder boetes uitdelen geen effect sorteert? Dan zoek je middelen die maatschappelijk iets voorstellen. Zaken die de burger raken. De start van de Tour de France had het eigenlijk moeten doen en de dreiging om de zaak te dwarsbomen alleen al zou ruim voldoende moeten zijn, maar nee. De minister durfde zijn poot stijf te houden. En toen was daar het idee van de voetbal.
Nou vinden ik en velen met mij het te zot voor woorden dat een substantieel deel van de politie-uren gestoken wordt in het voorkomen van supportersrellen voor, tijdens en na de wedstrijden. Tuig, dat zich voetballiefhebber en clubverliefde durft noemen, maar alle energie stopt in het bederven van iets wat steeds een sportfeestje dient te zijn, eist wekelijks massale inzet van de M.E. op, alsof wij in een soort bananenrepubliek leven met een dictator die met harde hand zijn positie en iets van een orde wil handhaven. Een krankzinnigheid waaraan iedereen mee betaalt.
We hebben politie al hard nodig om ons op andere gebieden collectief in de hand en in de gaten te houden, anders hebben we lak aan verkeersregeltjes en rijden we veel te hard. Zonder politie kun je
ook nauwelijks veilig een avondje of nachtje uitgaan. Aan verkeersregelaars hebben we zelfs in Hoorn niet genoeg, tenzij je natuurlijk de hele familie Saunders opsluit. Onze samenleving bestaat uit ongeremde primitieve op eigen genot gerichte barbaren. We kunnen niet zonder oom agent.
Oom agent is behoorlijk opgeleid. Maar hoeveel politieacademiebagage heb je nodig om voetbalsupporters uit elkaar te houden? Moet de politie dat altijd doen? Je kunt er op dit moment niet het leger voor inzetten. Het zal ook niet het gewenste effect hebben, wanneer je een bataljon soldaten op de voetballiefhebbers afstuurt, luid ‘Pang! Pang!’ brullend.
Op sommige plaatsen durven burgemeesters het aan zonder politie een voetbalwedstrijd te laten spelen. Ze hopen erop dat mensen ook wel eens hun gezonde verstand meenemen naar voetbalstadions. Ik hoop dat het helpt. Het zou zo goed zijn voor mijn beeld van mijn medelanders. De aanhang van ADO Den Haag wil in plaats van bij het stadion in de binnenstad van Den Haag rotzooitrappen. Hoeveel gaat het gemiddelde beschavingsniveau van Nederland erop achteruit wanneer onze commando’s de laatste restjes ammunitie op hen uitproberen?
We zien graag slimme mensen bij de politie. Voor het echte denkwerk natuurlijk. Academici zijn de beste speurders. Dat weet je wanneer je de politieseries van Morse en Lewis gevolgd hebt. Er wordt daar ook volop geluisterd naar opera. Zie je dat nog gebeuren bij onze nationale Hermandad? Met een goede opleiding moet je een goed salaris kunnen binnenhalen. Je kijkt nu dus wel uit om bij de politie te gaan werken. Op dit moment zijn de koppen die de boeven buiten de bajes houden een stuk knapper dan de koppen die ze erin moeten werken. Dat gaat niet echt opschieten, vrees ik.
Voor ons eigen gevoel van veiligheid moeten dus de salarissen van de politie een stuk hoger en dan graag een beetje uitdagend werk voor de collega’s en dan bedoel ik niet de uitdaging door hooligans. Ach, dat zal wel geen doordacht standpunt zijn, ben ik bang. Ik heb dan ook nooit bij de politie gezeten. Maar met hoe weinig relevante opleiding kun je eigenlijk al politicus worden? (terug)
Een bedrukte pensionado 15 augustus 2015 ‘Nee, ik doe dit als vrijwilligerswerk,’ zei de grijsgekuifde rondleider op de Batavia. ‘Ik ben al even gepensioneerd en dan moet je toch wat.’ Men knikte instemmend. Mooi, dat iemand dit werk als vrijwilliger wil doen. ‘Ach, en maandag help ik weer bij de voedselbank en woensdag ben ik in de speeltuin bezig,’ vervolgde hij. Hij keek erbij alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was, met de wetenschap dat dit bij mensen die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt stereotype reacties zou ontlokken.
‘Nou, u heeft het er maar druk mee!’ was de eerste reactie en toen volgden achter en over elkaar heen: ‘Tjongejonge, u zit ook niet stil!’ ‘Nou, een bezig baasje, hoor ik wel!’ Nooit thuis zeker?’ en: ‘Dat hoor je wel vaker: als je met pensioen bent heb je het drukker dan ooit!’
Nooit hoor je daar een weerwoord op. Ik wilde niet reageren en zeker niet met: ‘De rest van de dagen doe je niks?’ Je krijgt dan geheid de reactie: ‘Nou niks, dinsdag en vrijdag hebben we de kleinkinderen en op donderdag ben ik eindelijk met mijn eigen hobby bezig, het bouwen van bootjes in een fles.’ Wat natuurlijk tot nog grotere verbazing zou oproepen met kreten als: ‘Bent u dan nog getrouwd?’ en: ‘Als het zo moet, ga ik liever niet met pensioen!’
Wat ik zeker niet ga doen is trachten hem te overtroeven met zaken waarmee ik me in mijn pensioentijd bezig houd. Ik kan ook niet opscheppen over activiteiten met kleinkinderen. Wel heeft men mij wel eens verleid om te laten opsommen met welke dingen ik mijn tijd vul. En steevast kreeg ik te horen dat ik het dan wel heel erg druk had.
Om u gerust te stellen: ik kan moeiteloos zeven zaken opnoemen die elke week op verschillende tijden mijn aandacht opeisen, maar ik heb het niet druk. Ik herhaal: ik heb het niet druk! Ik had het drukker toen ik werkte. Fulltime met onbetaalde overuren en daarnaast een groot deel van de zaken waarmee ik nu moeiteloos het predicaat drukdrukdruk mag claimen.
Misschien word ik voortaan vanaf nu door een hoop pensionado’s met de nek aangekeken wanneer ik u verklap: wij gepensioneerden verprutsen een hoop tijd aan inproductieve activiteiten waarmee niemand ooit een poging zal doen om bewondering te scoren. Wij staan rustiger op, nemen tijd voor het ochtendtoilet, ontbijten zonder enige haast en drinken onze koffie heet of wanneer op pagina zoveel van de krant iets interessants staat iets kouder. We leven doorgaans met een rustig
levensritme dat wijzelf zonder enige moeite elke dag kunnen bijbenen. De agenda’s bevatten zelden meer dan één item per dag. Als we eens naar de dokter of de kapper moeten, dan wordt door anderen moeiteloos gezocht naar een datum dat we het niet zo druk hebben.
Hou toch op, alsjeblieft! Waar komt dat vandaan? Komt dit drukdrukdrukdenkeninpensioentijd uit de tijd dat iemand die de 65 haalde inderdaad stokoud en tot op het bot versleten was en tot niets meer in staat dan met gelatenheid toe te kijken hoe jongeren zonder klagen doorploeterden totdat ze zelf ook zo ver waren? Is het een soort schaamtevol verbloemgedrag van in ledigheid doorgebrachte dagen? Iedereen die nu nog durft beweren: ‘Sinds ik met pensioen ben, heb ik het nog niet zo druk gehad,’ dien je verbeten toe te bijten: ‘Dan heb je zeker nooit een flikker uitgevoerd en hadden ze je ver voor je 65e moeten ontslaan!’
Let wel, ik loop nu niet te propageren dat iedereen na het laatste ceremoniële uitzwaaien uit de werksfeer zijn of haar dagen tot de rand moet vullen met nuttige maatschappelijk relevante klusjes. Sommige mensen moet je ver buiten je vrijwilligersorganisatie houden. Er zijn nu eenmaal mensen met een bijna ziekelijke bemoeizucht en geldingsdrang. Hoe groot kan een ramp voor een gemeente worden wanneer die menen dat ze nu eindelijk de tijd hebben om de politiek in te gaan? Ik ga ook niet het tegenovergestelde aanbevelen.
Doe wat je wilt doen, maar straal nooit meer uit dat je het drukdrukdruk hebt. Zeg het ook nooit meer adorerend tegen een pensionado die ergens vrijwilligerswerk doet. Die persoon doet dat alleen voor de lol, omdat hij thuis nog steeds niks in te brengen heeft, omdat zijn ego maar niet wil krimpen, omdat hij anders geen vrienden meer heeft, omdat zijn vrouw anders de tijd gaat invullen met gezellige dingen die ze nu eindelijk eens samen kunnen doen. Misschien heeft hij de schurft aan stofzuigen. En ja, er zijn er ook die het doen, omdat ze erg altruïstisch zijn ingesteld. Maar ze hebben het zelden meer druk, hooguit op een paar momenten een iets vollere agenda.
Ik zou deze boodschap graag blijven uitdragen en ik vrees alleen dat ik het er dan maar erg druk mee krijg. (terug)
Kuddegeest 23 augustus 2015
Meestal lukt het me om bij politieke items enigszins te doorgronden hoe bepaalde volledig tegenovergestelde ideeën vechten om een plekje voor bestuursbeslissingen. Bij politiek gaat het altijd om geld dat moet worden uitgegeven voor wat dan ook en de keuzes die je moet maken, omdat een dubbeltje maar één keer kan worden uitgegeven. Traditioneel hoort daar een overtuiging achter te zitten. Dat noemen we bijvoorbeeld christendom, socialisme of liberalisme. Er zijn er natuurlijk veel meer, ook met mooie namen die op te zoeken zijn in woordenboeken en encyclopedieën, maar alle komen uit een mooie bron die ‘mens in de samenleving’ heet.
Het is de samenleving van groepszoogdieren met een bewustzijn van zichzelf en van de nuttige en lastige medesoortgenoot waaruit overtuigingen van diverse kleuren voortspruiten. Gisteren zag ik dat op wat primitiever niveau in een dierentuin. Een groep mantelbavianen die bivakkeren op een groot terrein met klim- en schuilelementen. Een flinke groep met vrouwtjes met en zonder kinderen en mannetjes in diverse leeftijdscategorieën en vooral lichaamskracht. Er heerste daar een hiërarchie, gebaseerd op de kracht van een leider. Wie daaraan twijfelde door openlijke uitdagingen of zich stiekem vergrijpen aan de vrouwtjes werd meedogenloos op zijn plaats gezet. Wie zich schikte in de sociale positie en geen moeite had met de hoeveelheid toegewezen voedsel en vervulling van andere behoeften, leefde een relatief rustig leven. Je zou medelijden kunnen krijgen voor deze dieren.
In gedachten zag ik ons, mensen, elkaar op de bavianenmanier achterna zitten omdat we ons niet naadloos wilden schikken in het eigenbelang van de leider. Belachelijk natuurlijk en ik glimlachte bij die gedachte. Totdat er een moment van inzicht doorbrak. De mensheid doet nog steeds hetzelfde en zelfs met nog veel groter meedogenloosheid. Ik zag even geen wegstuivende bavianen, maar wegvluchtende mensen. In grote paniek op veel te kleine bootjes bijvoorbeeld, want dat zijn de meest verse beelden van vluchten voor leiderschap.
Wij, mensen met een wat grote verstand, bezitten nog steeds dezelfde primitieve instincten en behoeftes. We zijn roedeldieren, kuddedieren. Sociale wezens horen we liever, omdat dat wat beschaafder klinkt. We leven in grote groepen bij elkaar. Ooit in een ver verleden hebben de primitieve samenlevingscodes plaatsgemaakt voor geciviliseerde samenlevingsafspraken. Toen zijn godsdiensten ontstaan. Die waren ideaal om de onbegrijpelijke gevaren die de groep bedreigden het hoofd te kunnen bieden en ontzag en waardering voor hem of haar die deze gevaren meestal wist te
bezweren en zo de hele stam wist te behouden. Hoe groter de groep, hoe ingewikkelder ook de manier om de groep bij elkaar te houden en te laten profiteren van de stukjes voorspoed die een omgeving kon bieden.
We zijn nu tienduizenden jaren verder. De groepen zijn te groot voor één leider. Stamverwantschap leeft nog slechts voort in de onderbuik en er zijn veel te veel inzichten die te maken hebben met het profiteren van stukjes mogelijke voorspoed. Namen van nuttige samenlevingsinzichten passen goed in moeilijke quizzen. Slechts een deel van onze politieke stromingen is nog op die inzichten gebaseerd.
Het politieke zomerreces is nagenoeg voorbij. Onze politici roeren zich reeds. In ieder geval landelijk. We hebben onze stam te snel uitgebreid met stammen die er niet goed bij passen. Misschien om te voorkomen dat een vijandelijke stam ze anders had opgenomen. Er komen vluchtelingen uit stammen met rigide samenlevingscodes. Komen die onze samenlevingscodes omarmen of zoeken ze alleen een veilige schuilplaats? Wat doen wij als één van de honderden miljoenen individuen hiermee? Met welk inzicht kunnen we hiermee goed omgaan?
Mijn interesse gaat grotendeels naar de lokale politiek. Vijfendertig goed bedoelende mannen en vrouwen en een paar handjesvol commissieleden die onze Hoornse samenleving in goede banen willen leiden. Vanuit prachtige inzichten natuurlijk. Dertien verschillende inzichten, waarvan een flink deel zonder op te zoeken titel. Dat is de nieuwste ontwikkeling in onze samenleving. Steeds verder versnipperende inzichten. Ik hoop één ding van ganser harte dat het niet valt onder één noemer: eigenbelang. Dan zie ik ook in Hoorn bavianen rennen. (terug)
Seks dus 29 augustus 2015
‘De uitzending van Weekend Magazine zal als thema hebben: seks voor bejaarden en gehandicapten,’ was de mededeling van de eindredacteur en hij knikte voldaan toen ik direct aankondigde dat mijn column dus daarover zou gaan. Leuk! Misschien wel spannend! Een column over seks! Als 66-jarige en met een lichte handicap zou ik me toch prima in dit onderwerp moeten kunnen inleven.
Thuisgekomen keek ik er iets minder zorgeloos tegenaan. Seks, daar heb je het niet zo onbevangen over in het openbaar. Ik kom uit de tijd en een beschavingssfeer waarin seks eigenlijk iets vies is. Je kreeg wel door dat iedereen er wel iets aan deed, maar je eigen ouders niet. In ieder geval mijn moeder niet. Er werd thuis pas gezegd dat ik rustig met vragen mocht komen, als ik iets niet zou begrijpen, nadat een pater tijdens een spannende avondbijeenkomst in de zesde klas had verteld waar de kindertjes vandaan kwamen. Ik heb mijn moeder nooit vragen gesteld over seks. Ze had weliswaar zeven kinderen op de wereld gezet, maar ons nooit eerder ingewijd in het hoe en wat. Haar terughoudendheid op dat gebied voelde ik aan en respecteerde ik.
Buitenshuis was de leerschool. Je leerde schuine bakken en een aantal ervan begreep ik pas veel later. Mijn vader kende er ook een aantal, maar hij mocht ze niet vertellen. Je mocht eigenlijk een heleboel niet, maar als het in het geheim gebeurde leek er maar weinig aan de hand te zijn. Ik kreeg wel nadrukkelijk te horen dat God alles zag, zelfs in het donker en het was dus erg ingewikkeld om met zo weinig mogelijk zondaarsgevoel toch aan je trekken te komen. Raar idee, dat God een beetje toekeek op wat jij stiekem uitspookte. God is goedbeschouwd een voyeur, een zielige viezerik. Seks is een zonde die te zoet is om er niet aan te proeven.
Godsdiensten hebben een dikke vinger in het denken over seks. De religieuze standpunten zijn vaak rigide en druisen in tegen de meest intense behoeften, driften of zeg maar gerust instincten van de natuur. Religies hebben de lol aan seks grondig verpest en zelfs voorwaarden geschapen voor verschrikkelijke ontsporingen. Het aan geestelijken ontzeggen van elk genot dat je aan seks kunt beleven heeft in de katholieke kerk tot heel vervelende gevolgen geleid. Echte moslims mogen elke vrouw zonder hoofddoek zien en behandelen als hoer en in de kalifaatachtige omstandigheden doen ze dat ook met een verbijsterende overtuiging. Ook in India bijvoorbeeld ben je je lot als loslopende vrouw niet zeker. De wereld zou een stuk leuker zijn wanneer er geen door rare gefrustreerde culturele opvattingen de meest verschrikkelijke wandaden werden gepleegd.
Word je echt heilig na een leven van seksuele onthouding? Ik weet het niet. Ik weet van geen enkele seksuele interesse van onze minister-president, maar voordat hij daar ooit voor zal worden heilig verklaard, zullen er eerst bijzondere wonderen moeten worden verricht.
Seks is belangrijk voor een mens. Voor de één wat meer dan voor de ander, maar geen behoefte aan seksuele bevrediging geldt maar voor weinig mensen. Voor de echte oudjes onder ons misschien. Ik ben nog niet zo oud en mevrouw Grosthuizen ook niet. Wij houden onze seksuele activiteiten gewoon stil. Ik bedoel, niemand gaat het wat aan. Ik denk bijvoorbeeld niet dat onze kinderen er erg nieuwsgierig naar zijn en we zitten ook niet te wachten op veelbetekenende blikken van onze buren.
Ik weet niet of ik het nog meemaak dat elke Victoriaanse remming zal zijn weggevallen. Er zijn cabaretiers die daar flink hun best voor doen. Ik aarzel of ik hun conferences zal uitzenden in het prachtige Radio Hoornprogramma Cabaret op zondag. Je weet nooit of er toevallig kleine kinderen meeluisteren, hoewel het mogelijke schokkende effect op volwassen luisteraars vast een stuk groter zal kunnen zijn. Ik denk dat ik voor al mijn uitlatingen mijn moeder als norm hanteer. Een moedernorm. Moeders zouden vaker de norm voor uitlatingen moeten zijn.
Ik vind seks als onderwerp voor een column toch een beetje lastig. Ik ben eigenlijk blij dat dit de laatste zomercolumn is en dat ik het vanaf volgende week weer gewoon kan hebben over politiek. Dat is toch minder gevoelig, minder op je tenen lopen, minder vies. Ik had deze column misschien beter kunnen laten gaan over de nieuwste ontwikkelingen in onze Hoornse politiek. Dat hoeft niet zo lang te zijn.
We hebben een plaatsvervangende burgemeester. Het is een vrouw. We hebben dus de komende maanden te maken met een burgermoeder. Misschien wordt zij een norm. Een burgermoedernorm. (terug)