Jos Leenders
Vereeniging voor Volksvermaken te Hoorn 1870-1896
Motto: Gij, die in beschaving en ontwikkeling anderen verre vooruit waart, 1
hebt begrepen, dat gij tot het volk moest gaan, wildet gij hen tot u brengen R o n d het jaar 1870 ontstond een nieuwe loot aan de b o o m van het Nederlandse verenigingsleven: een verenigingstype met als oogmerk volksvermaak i n goede banen te leiden. In het Verenigingenregister van het ministerie van Justitie is een reeks van zulke verenigingen te vin2
den, voornamelijk gevestigd boven de Moerdijk. Slechts naar die van Goes en Amsterdam, en 3
op deze plaats H o o r n , is tot n u toe onderzoek gedaan. E r ligt dus n o g veel materiaal te wachten op de historicus, vooral de i n lokale geschiedenis g e ï n t e r e s s e e r d e .
4
Z o ' n vereniging voor volksvermaken k o n vanuit verschillende motieven worden opgericht, v a r i ë r e n d van sympathie en waardering voor de arbeidersbevolking tot het tegendeel, angst. De vereniging k o n zich richten op de lagere regionen van de maatschappij o f die juist buitensluiten. Ze k o n een h o o g ideaal belichamen - veredeling, de eenheid van de natie o f verzoening der standen - of louter de organisatie van enkele feestelijkheden beogen. In dit artikel wordt geprobeerd de beweegredenen voor de activiteiten van de vereniging te H o o r n i n beeld te brengen. E e n archief van het Hoornse Volksvermaken bestaat niet meer. W e l is een rede bewaard gebleven, die door de voorzitter werd uitgesproken bij het eerste lustrum i n 1875. Belangrijker is een reeks verslagen i n de Hoornsche Courant? Dit blad, opgericht i n 1850, lijkt een betrouwbare bron. Aanvankelijk vertolkte het de opinie van het stadsbestuur, maar r o n d 1865 verklaarde de redactie een krant voor het volk te willen maken. Ingezonden brieven werden gewoon geplaatst en er werd geregeld kritiek geuit op het gemeentebestuur. H e t blad noemde zich algemeen, maar was i n feite liberaal.
6
Voorgeschiedenis In augustus 1852 werden aan verdienstelijke leden van de Hoornse schutterij eretekenen uitgereikt, een plechtigheid vol trompetgeschal, vlagvertoon en redes van autoriteiten". Als é é n nian was het corps op de Kaasmarkt aangetreden: officieren, onderofficieren en manschappen. Zodra het 'ingerukt mars' had geklonken, kuierden de schutterijplichtige manschappen
1
JJ. Aghina, 'Toespraak voor Volksvermaken', in: Hoornsche Courant (hierna: HQ 7 september 1875. Algemeen 'Rijksarchief Den Haag, Verenigingenregister van het ministerie van Justitie. John Helsloot, Vermaak tussen beschavingen kerstening Goes 1867-1896 (Amsterdam 1995); Betty Dekker, 'De Vereeniging tot Veredeling van het Volksvermaak te Amsterdam 1871-1910. Van Volksopheffing tot Oranjevereniging', De negentiende eeuw 20 (1996) 192-204. Voor het opsporen van archiefmateriaal van deze verenigingen kan het Centraal Register van Particuliere Archieven (CRPA) worden geraadpleegd bij het Algemeen Rijksarchief te Den Haag. Aanwezig bij het streekarchief West-Friese gemeenten te Hoorn. 6 J.M.M. Leenders, Benauwde verdraagzaamheid, hachelijk fatsoen. Families, standen en kerken te Hoorn in het midden van de negentiende eeuw (Den Haag 1991) 372-374.
2 3
4
5
257
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
naar het Visserseiland o m zich achter kolfbaan De Z o n , onder het genot van een gratis kruik bier, met elkaar te meten i n het gaaischieten, mastklimmen, zaklopen, palingdraaien, aardappelrapen en tobbedansen. V o o r de onderofficieren was er 's avonds o m acht uur 'een koude tafel' en o m elf uur was er een souper voor de officieren, waarbij ook de burgemeester en de garnizoenscommandant aanzaten. W i e zich wilde vermaken, deed dat binnen zijn stand.' E e n week later ging een lezer i n de Hoornsche Courant te keer tegen een optocht dwars door de stad van mannenzangvereniging Sappho en muziekcorps De H a r m o n i e . H e t volk en zelfs leden van de burgerstand waren de stoet gevolgd, terwijl dergelijke vertoningen 'vreemd moesten zijn aan de moderne tijd en aan ons volk: i n optocht hadden Frankrijks barricadehelden immers de Tuilerieën bestormt!'. Wat de toenmalige elite vooral tegenstond, was verm e n g i n g v a n standen. De maatschappij leek gewaarborgd door de vanouds vanzelfsprekende sociale rangorde, waarin ieder vanaf de geboorte zijn plaats had. Optochten, kermissen en feesten leken tegen deze overzichtelijke i n d e l i n g i n te gaan. O o k raakte menige gezeten burger r o n d 1850 ontstemd door het onbeschaafde karakter van z o ' n feest. E r werd teveel geld uitgegeven, gedronken, gevloekt, er werd gevochten en geen j o n g e d o c h t e r was er veilig. Vooral o m die reden was al i n 1845 de Hoornse voorjaarskermis, de Palmmarkt, op u n a n i e m verzoek van dominees en pastoors afgeschaft. H e t stadsbestuur had het adres van harte gesteund. Overigens bleef de belangrijkere najaarskermis gehandhaafd, hetgeen de gematigdheid van het Hoornse elite-standpunt verraadt. Elders, bijvoorbeeld te Amsterdam, werd de kermis immers geheel afgeschaft." 8
9
10
Werden r o n d 1850 volksfeesten als onbeheerst en onbeheersbaar beschouwd, een kleine twintig jaar later blijkt de opinie genuanceerder. Februari 1870 vroor de Zuiderzee dicht. Te H o o r n werd geroepen o m een harddraverij met de arreslee. Twaalf heren organiseerden een geslaagd evenement, dat 'de kristallijnen bodem van het Hoornse H o p , waar de visscher zijn netten placht te stellen deed d r e u n e n ' . In 1871 werd d o o r de twaalf een volksfeest opgezet, met zaklopen, aardappelrapen, mastklimmen en gaaischieten. De Vereeniging voor Volksvermaken was geboren. H e t enthousiasme was groot. E i n d 1875 telde Volksvermaken bijna duizend leden op een bevolking van 9.205. 12
13
Deze ommekeer sinds de jaren 1850 had plaats k u n n e n vinden doordat de elite op andere wijze naar 'het volk' ging kijken. In H o o r n speelde hierbij r o n d 1860 vooral de opkomst van de M o d e r n e Theologie een rol. Bevlogen predikanten en h u n medestanders pasten het beginsel van de methodische twijfel niet alleen toe op theologische onderwerpen, maar ook op maatschappelijk terrein. Samenkomend i n bijeenkomsten van de Maatschappij tot het N u t van het A l g e m e e n zorgden zij voor 'een grote w e n d i n g ' . In de Nutsvergadering voerden zij het debat i n . Zaken waarvan bespreking voordien taboe was, werden n u aan de orde gesteld: leerplicht, vrouwenemancipatie, het Cultuurstelsel en armenzorg. H e t beeld van het volk werd genuanceerd. M e n zag i n dat deugden en edele motieven niet uitsluitend aan de elite waren voorbehouden. O o k een arm k i n d k o n bijvoorbeeld zijn boterham aan een hongerig 14
7 8 9 10 11 12 13 14
HC, 31 augustus 1852. HC, 7 september 1852. Leenders, Benauwde verdraagzaamheid, hoofdstukken 7-12 en 21-24. Streekarchief West-Friese gemeenten, archief van de Rooms-katholieke parochie te Hoorn, ingekomen stukken van het dekenaat Hoorn, 1845. Dekker, 'De Vereeniging tot Veredeling', 193. HC, 7 september 1875. Ibidem. E.H. Kossmann, De Lage Landen 1780-1940. Anderhalve eeuw Nederland en België (Amsterdam/Brussel 1979) 227.
258
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
broertje o f zusje geven. E r werd i n die j a r e n 1860 trouwens niet alleen gepraat, het Hoornse departement van het N u t richtte een H u l p b a n k op voor ambitieuze gehuwde onvermogende mannen (1863), een ziekenbus (1864) en een strovlechterij voor meisjes uit de 'fatsoenlijke' werkende stand (1867).
15
Landelijk bestond bij het N u t aandacht voor de vraag welke volks-
vermaken k o n d e n leiden tot volksbeschaving en ontwikkeling. E e n prijsvraag werd uitgeschreven en de inzending van F. Nagtglas, Tets over volksvermaken' (1866) werd gehonoreerd.
16
E i n d j a r e n 1860 begonnen de ' m o d e r n e n ' het N u t te ontgroeien. De links-liberalen streefden niet langer naar verheffing van het volk via moraallessen, gekoppeld aan handhaving van afstand tot het volk. Zij probeerden naar de 'gewone mensen' te luisteren, van ze te leren, en ze zo mogelijk een rol te geven. Te H o o r n richtten zij achtereenvolgens op: kiezersvereniging Burgerplicht (1867), vereniging Volksvermaken (1870) en de werkliedenvereniging D o o r Eendracht Sterk (1872).
17
De oprichters van Volksvermaken waren echter n o g lang geen volbloed-democraten. H e t waren meer patroons, van een type n o g niet eerder vertoond, product van de sociale kwestie, de beginnende bewustwording van de werkende klasse(n). In vroeger tijd had patronage een specifiek sociaal-economische relatie weergegeven: de knecht gaf zijn arbeid, de heer l o o n en een zekere bescherming. Beiden hadden belang bij enig wederzijds respect. M e t de industrialisering veranderde die relatie van karakter. Terwijl de patronage zich voordien afspeelde binnen een bedrijf en de huishouding, kreeg zij n u een publiek karakter. Bekommernis o m het volk begon een r o l te spelen, hoewel vrees ervoor niet geheel ontbrak. Ingezien werd dat de stand der werklieden niet langer zonder samenhang was, maar n o g wel een massa met de trekken van een net niet hollend, maar wel enigszins b l i n d paard. De links-liberalen voelden zich geroepen deze menigte te leiden. H e r e n die overigens dikwijls weinig o f niets met het bedrijfsleven te maken hadden - de dominee, de dokter, de leraar van de hbs - achtten het h u n taak te i n t e r v e n i ë r e n . In welke precieze verhouding deze i n g r e d i ë n t e n , oprechte sympathie voor gewone mensen en beteugeling van h u n ordeloosheid, i n de H o o r n s e vereniging Volksvermaken een r o l speelden, zal door het ontbreken van archiefmateriaal i n de schaduw blijven. In de Hoornsche Courant wint de positieve geneigdheid tot het volk het verre van waarschuwingen tegen zijn p o t e n t i ë l e gevaarlijkheid.
Sympathie voor het volk Sympathie als reden tot oprichting van Volksvermaken werd welsprekend vertolkt door voorzitter dr Josephus Joannes A g h i n a , stadsheelmeester en armendokter (1832-1895). In 1875 zei hij: O n z e tijd vereist een nieuwe aanpak. H e t besef is immers sterk toegenomen dat het i n een maatschappij die uit verschillende standen en rangen bestaat, zeer natuurlijk is dat hij, die
!S J . M . M . Leenders, 'Omslag van ideeën. Het N u l te H o o r n 1850-1870', De negentiende eeuw 10 (1986) 93-113. !6 F. Nagtglas, Volksvermaken (Amsterdam/Deventer/Leiden 1866). 17 Zie voor de vereniging Burgerplicht, Jos Leenders, 'De lof der kleurloosheid. Een kiezersvereniging, 1867-1886', Holland28 (1996) 38-51. 259
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
het minst is bedeeld, het minst vrede heeft met deze toestand. Is het wonder, dat de werkman die i n het zweet zijns aanschijns nauwelijks zoveel verdienen kan als hij n o d i g heeft o m zijn gezin een schamel stuk b r o o d te geven, jaloers is op de rijke, die, met weinig lichamelijke inspanning i n weelde leeft? Is het wonder dat i n z o ' n werkman wrok en verzet bovenkomen, wanneer hij ziet dat h e m zelfs een kleine uitspanning tot misdaad wordt aangerekend?
18
Daarom was het goed volgens A g h i n a , dat de vereniging die eerst leden uit de zogenaamde gegoede burgerstand had aangetrokken, weldra alle standen was gaan omvatten: ' G r o o t of klein, arm o f rijk, aanzienlijk of gering, allen, allen, bijna zonder uitzondering, zijn toegetreden'. H e t was zaak zich te keren tegen vooroordeel en bedilzucht van heren die de werkman geen feest gunden. Volgens zulke heren was Volksvermaken overbodig. H e t volk was immers al uithuizig genoeg. Volksvermaken moest verboden worden. A l l e e n verenigingen ter opwekking van spaarzaamheid en huiselijkheid hadden z i n .
19
E r g sterk lijkt deze reactionaire oppo-
sitie niet te zijn geweest. H e t heeft er meer de schijn van dat A g h i n a haar de oren bleef wassen o m zo een
makkelijk retorisch succes te b o e k e n . In 1878 bijvoorbeeld, toen
Volksvermaken een bloemententoonstelling hield, citeerde hij denkbeeldige opposanten. 'Fratsen', zou er een geroepen hebben, 'eet er maar eens van' had een ander geschamperd, 'kleed er eens een arme mee', zou een nog zwaarder tillend type hebben verzucht. A g h i n a verschilde ten scherpste van m e n i n g met deze critici. Ernst en plezier gingen heel goed samen, v o n d hij en - indachtig de spreuk 'mijn spelen is mijn leren' - ook volksopvoeding en vermaak. Juist de armen hadden recht op vermaak, de rijken hadden al zoveel.
20
E e n m i n d e r voor de hand liggende reden voor toeneiging tot het volk werd aangevoerd door betaalmeester A d r i a a n van E e k .
21
Eensgezindheid van alle sociale groeperingen was no-
dig o m te bewerkstelligen dat H o o r n een spoorstation zou krijgen. Tot dan toe was de plaats volgens V a n Eek 'wederrechtelijk' van het 'wereldverkeer' uitgesloten. Overigens verviel deze reden al gauw. A a n de allegorische optocht ter gelegenheid van het eerste lustrum, waarin vijf groepen de geschiedenis van Volksvermaken uitbeeldden, k o n een zesde worden toegevoegd: een 'stoompaard', een locomotief, van b o r d k a r t o n . H e t wetsontwerp dat H o o r n met het spoornet verbond, stond namelijk op het punt te worden aangenomen.
22
A g h i n a had overi-
gens ook bij deze actie voor aansluiting een grote r o l gespeeld. Sympathie werd niet alleen met de m o n d beleden, maar kwam ook i n de praktijk tot uitdrukking. Z o deed het tweede feest van Volksvermaken i n oktober 1871 n o g duidelijk een concessie aan de 'primitieve' smaak van het volk. E r werd aangeknoopt bij de spelen die het gewend was: harddraven, zaklopen - ook d o o r vrouwen en kinderen - en aardappelrapen. Daarnaast werden meer 'edele' spelen gehouden, bedoeld o m het lichaam te oefenen: mastklimmen, balspel en vooral het gaaischieten op een kunstvogel. Dat laatste k o n bovendien worden beschouwd als een bijdrage tot 's Lands Weerbaarheid, vanwege ontwikkelingen i n
18 19 20 21
HC, 7 september 1875. Ibidem. HC, 12 juni 1878. Adriaan van Eek (1820-89) was van 1871 tot 1877 bewaarder der hypotheken te Hoorn. Net als zijn broer Daniël, liberaal Tweede-Kamerlid 1849-1884, nam hij ijverig deel aan maatschappelijke en staatkundige discussies. Hij was redactielid van de Hoornsche Courant en vooruitstrevend lid van vele verenigingen. Zie ook: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (Leiden 1911) I, 783-784. 22 HC, 12 september 1875. 2(i0
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
3
Duitsland r o n d 1870 een topic? In 1874 werd een soortgelijke procedure gevolgd. H e t gemeentebestuur had ter viering van het zilveren regeringsjubileum van de K o n i n g een officiële manifestatie opgezet, die vooral de gezeten burgerij aansprak. Volksvermaken organiseerde daarom dezelfde spelen als i n 1871 voor het v o l k . K o r t o m , voorlopig werd het te H o o r n niet opportuun geacht volksspelen achterwege te laten. T o c h meende A g h i n a na vijfjaar te kunnen vaststellen dat het volk de opzet van de 'heren' had begrepen. De oudere, m i n d e r beschaafde spelen raakten i n o n b r u i k . Dat was natuurlijk wishfull thinking van heren-opvoeders, maar enige o n t w i k k e l i n g was er toch wel. D i e r e n k w e l l e r i j bij volksspelen raakte bijvoorbeeld i n onbruik en het volk leerde sportbeoefening waarderen. De betekenis die gehecht werd aan volkse deelname kwam ook anderszins tot uiting. In 1872 - bij de driehonderdjarige h e r d e n k i n g van de inname van D e n Briel door de geuzen - mochten r u i m honderd kinderen uit de gewone burgerij gekostumeerd meelopen i n het historisch-allegorisch défilé. De zaak werd geleid door een zestal ingezetenen i n drie rijtuigjes, bespannen met bokken. Zoiets lijkt achteraf misschien weinig beduidend, maar het was wel de eerste keer dat 'gewone' kinderen m e e d e d e n . 24
25
26
Dat de toeneiging tot het volk niet algemeen werd aanvaard, blijkt uit een debat i n 1876. Dat jaar werden op het Keern, vlak buiten de stad, een harddraverij è n volksspelen georganiseerd. E e n compromis, want de i n h o u d der festiviteiten was onderwerp van discussie geweest. E e n l i d van Volksvermaken h a d meer voor een zeilwedstrijd gevoeld. Voorzitter A g h i n a , zoals altijd namens het bestuur het woord voerend, was niet per se tegen, maar de kas liet het niet toe. Hij was evenmin enthousiast geweest over het alternatief: een harddraverij. Dat achtte hij per definitie geen volksvermaak. H o o g u i t vormde een harddrijverij een buitengewone gelegenheid o m het volk een borrel extra te laten d r i n k e n , en dat was wel ongeveer het laatste wat Volksvermaken wenste te bevorderen. 27
28
De keuze voor de gewone mensen is i n H o o r n duidelijker dan bij Volksvermaken elders. Zowel te Goes als i n Amsterdam haalde de organiserende elite de neus op voor deelname van het volk op de wijze van het volk. Anders dan i n H o o r n werd te Amsterdam veel gepraat over volksontwikkeling en nauwelijks gedaan aan volksvermaak. In Goes werd evenmin aangeknoopt bij de smaak van het volk o m vandaaruit tot 'veredeling' te k o m e n . Gevolg was, dat het volk het liet afweten en slechts middengroepen werden bereikt. Typerend voor de Goese situatie was bijvoorbeeld dat Volksvermaken er soirees organiseerde voor 99 cent per persoon, het dagloon van een werkman. Deze werd zo met opzet geweerd, terwijl de opbrengst bestemd was voor een feest voor zijn kind(eren). Te H o o r n werden ook soirees gehouden, maar daarbij waren alle standen welkom. H e t ging er niet o m - uit liefdadigheid - geld i n te zamelen, maar o m contact te leggen tussen de standen en wederzijds begrip te k w e k e n . H e t verschil tussen Goes en H o o r n kan overigens ook samenhangen met de verschillende godsdienstige samenstelling van de bevolking. In Goes vormden de orthodoxe protestanten, met h u n afkeer van 'uitspattingen', een aanzienlijker minderheid. Te H o o r n bestond dertig procent 29
30
23 24 25 26 27 28 29 30
HC, 7 september 1875. HC, 26 februari 1874. HC, 7 september 1875. HC, 14 april 1872. HC, 13 augustus 1876. HC, 12 juni 1878. Dekker, 'De Vereeniging tot Veredeling', 198; Helsloot, Vermaak, 69 en 71. Helsloot, Vermaak, 76-77. 261
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
van de bevolking uit katholieken, die wel van een feestje hielden. E e n ander verschil was dat de Hoornse bestuurders van Volksvermaken links-, en die i n Goes oud-liberaal waren. Korto m , terwijl te H o o r n alvast begonnen werd met mastklimmen i n de h o o p dat veredeling dan vanzelf zou volgen, werd te Goes (en Amsterdam) van zulk spel afgezien. Terwijl te H o o r n doelbewust werd gemikt op gewone mensen, werd te Goes vooral geruzied over de vraag hoe ze weg te houden. M e n was bang dat de middengroepen weg zouden blijven als het volk tegemoet werd g e k o m e n .
31
Harddraverij werd ook i n Goes bekritiseerd. N i e t echter, zoals i n
H o o r n , o m een p r i n c i p i ë l e reden - het is geen volkssport! - maar omdat er een schutting r o n d het terrein stond, zodat alleen betalende bezoekers iets k o n d e n z i e n .
32
Mogelijk ten ge-
volge van het door A g h i n a vertolkte bezwaar kreeg H o o r n i n 1877 een aparte HarddraverijClub, van en voor 'heren'. A g h i n a vond wel dat die onder zijn duiven schoot en weigerde voorlopig samenwerking.
33
In september 1877 werd i n H o o r n ondanks bezwaren tegen het elitaire karakter een zeil- en roeiwedstrijd gehouden. Positief was dat deelnemers van ver werden gelokt, uit Amsterdam, Rotterdam, Grouw en Gorredijk; negatief datjuist dezen met de prijzen k o n d e n gaan strijken. Daar stond echter weer belangstelling van de hoge overheid tegenover. D i t werd i n H o o r n ervaren als erkenning van zijn maritieme betekenis. Zelfs stelde de populaire oude prins H e n drik, die veel met de zeevaart ophad, een prachtig Pièce de M i l i e u beschikbaar. E n de minister van M a r i n e stuurde ter opluistering de oorlogsbodem Ternate. De meeste prijzen, ook de hoogste van ƒ 1 0 0 - , gingen naar niet-Hoornaren, varend i n vier- en tweeriems gieken en tweeriems sloepen. De meer volkse wedstrijden leverden echter Hoornse winnaars op. Bij de vissersof cubboten wonnen De H o o i k a m p van J . en P. de Best en De Stamper van L . de Flart C z n . Dat waren mannen die zich, als de zee dicht lag, tot de winterbedeling moesten wenden. In de pauzes tussen de wedstrijden k o n aan de wal op de vogel geschoten worden, 's Avonds i n lokaal H e t Park boden de echtgenotes van de bestuursleden 'een kolossaal en prachtig vaandel' aan. E r werden toespraken gehouden, een bedrag van ƒ 8 4 5 , - aan prijzen werd uitgereikt en er klonk een visserslied. De stemming was opperbest, niet het minst dankzij de kwinkslagen van de A m sterdamse g i e k m a n n e n .
34
Veredeling: 'weelde niet aan stand gebonden' In 1878 sloeg het bestuur van de vereniging een geheel andere weg i n en organiseerde een bloemententoonstelling. Floralia, een vereniging (1873) die stekjes uitdeelde o m vooral jeugdigen met de natuur en de zorg daarvoor vertrouwd te maken, vreesde concurrentie.
35
Dat
viel mee, want de tentoonstelling beoogde vooral passieve schoonheidsbeleving: leren kijken. Natuur, schoonheid, huiselijkheid en volk hadden, aldus de organisatoren, alles met elkaar te maken. Immers, bloemen en planten vormden een weelde 'die niet aan stand gebonden was', anders dan de meesterstukken van schilder- en beeldhouwkunst. Bewijzen van die stelling waren er te over. 'Gaven niet alle woningen i n Nederland, zelfs i n de geringste achterbuurt, met
31 32 33 34 35
Ibidem, 72. Ibidem, 85-86. HC, 22 juni 1877. HC, 1 juli en 9 september 1877. J. Helsloot, Flor/dia in Nederland in hel laalslefaearlvan de negi'nlierule eeuw (Amsterdam 1990).
202
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
Afb. 1. Dr. J.J. Aghina (1832-95), voorzitter van de Vereeniging Volksvermaken, tevens: stadsheelmeester, armendokter, gemeenteraadslid, officier van gezondheid van de Schutterij, president van het rooms-katholieke Wees- en Armenhuis, van Sint Vincentius en van de Groote Sociëteit, secretaris van mannenkoor Sappho, bestuurslid van de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst en van het West-Fries Museum. Foto eigendom van E. Athmer-Aghina te Kerkrade (kopie aanwezig in het Streekarchief te Hoorn).
36
zorg gekweekte bloemen en planten te z i e n ? ' . H e t kweken van het schone zou vanzelf leiden tot liefde voor het goede. K o r t o m , toenadering en beteugeling van het volk werden hier verbonden door het derde motief, veredeling. De bloemenexpositie was een succes. A g h i n a beschreef i n de Hoornsche Courant, enigszins v a r i ë r e n d op de Bergrede, zijn eigen visie op de natuur: Ziet gij de planten i n mei. Wat ziet ge dan? Zij bloeien, terwijl er geen grassprietje verlof krijgt o m uit te schieten, geen blaadje o m zich te ontplooien voor en aleer het getoond heeft aan de wetten der sierlijke p r o p o r t i ë n te gehoorzamen (..) Zij p r o n k e n i n de voorjaarszon. Zij schijnen voor niets oor en oog te hebben dan voor h u n eigen smetteloozen opschik.
37
Behalve een pleidooi voor de natuur valt h i e r i n een waarschuwing van hoger allure te beluisteren: niet alles is maakbaar, het voornaamste i n het leven is juist niet maakbaar. Dat was een krasse uitspraak i n een tijd waarin vooruitgang met hoofdletters geschreven werd. H e t zou i n teressant zijn te weten bij hoevelen van het overwegend vrijzinnig protestantse gehoor deze gedachten van de katholieke voorzitter i n vruchtbare bodem vielen. In 1880 werd weer een nieuwe activiteit ontplooid, de organisatie van een nijverheidstentoonstelling E e n breed publiek k o n kennis maken met voorbeelden van vakmanschap van Hoornse winkeliers werklieden en ' i n d u s t r i ë l e n ' . Z o ' n h o n d e r d leden van Volksvermaken hadden werk ingezonden. H e t totaal aantal inzendingen was n o g groter. A l een maand van tevoren was voor ƒ 5 0 0 - aan loten verkocht, waarmee verschillende voorwerpen gewonnen kon38
3
" HC, 9 j u n i 1878. ' HC, 12 j u n i 1878. 38 HC, 2 november 1879.
z
203
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
den w o r d e n .
39
De eerste dag kwamen er al meer dan 1100 bezoekers. In de Hoornsche Courant
werden de 'voor een bescheiden stad als H o o r n ' verbluffende staaltjes van vakmanschap beschreven: een zilveren plaatwerk voorstellende W i l l e m Barentsz i n de IJszee, een opgezette vos, twee c a n a p é - k l e d e n , een 'door een kaffer' gebeeldhouwde olifantentand, twee 'allerliefste' speeltafeltjes versierd met postzegelfiguren, prachtig knipwerk, een kinderwagentje met 1220 stukjes inlegwerk. Bij de afdeling vrouwelijke handwerken viel een breimachine te bewonderen waarop i n een half uur een kous k o n worden gebreid. Niet ver van een uitstalling van eigen gestookte likeuren van 'de Hoornsche Wijnand Fockink', B . Schermer & Z o o n , stond het pronkstuk, een piramide van zes meter naar een ontwerp van de Hoornse architect A . C . Bleijs.
40
Bovenop deze piramide schitterde Hebe, de schenkster der goden. E r o m h e e n
waren uitstallingen van kaas, boter, zout, sigaren, suikerwerk, een boerderij van chocola en een kolossale k r e n t e n b o l .
41
In 1881 werd niets groots o n d e r n o m e n . De winterse harddraverij werd overgelaten aan de inmiddels opgerichte Hoornsche IJsclub. Oorzaak was dat de vereniging een feest wilde organiseren ter gelegenheid van de o p e n i n g van de spoorlijn naar H o o r n . Toen die echter op zich liet wachten, werd i n 1882 wel een schietwedstrijd gehouden, zij het onder protest: een dergelijk toernooi was iets voor de 'heren' en niet voor het volk. E r werd geopperd o m b i n n e n de vereniging een schietclub te vormen o m op die manier het volk de kans te geven zich te oefenen. Voorzitter A g h i n a was van m e n i n g dat na een periode waarin was afgedaald tot het vermaak van de laagste klassen n u de tijd rijp was voor ontwikkeling van betere smaak.
42
De ver-
gadering had Aghina's opvatting geslikt: immers twee belangen streden met elkaar, dat van het volk en van de weerbaarheid. Schieten werd sinds het einde van de j a r e n 1860 i n verband met vrees voor Duitse expansie belangrijk gevonden. Iedere burger diende pal te staan. Niem a n d protesteerde dan ook meer toen ook het jaar daarop, i n 1883, een schietwedstrijd met het Flobertgeweer werd gehouden. Wel werd een concessie aan het volk gedaan in de vorm van mastklimmen en zaklopen. Zaklopen kwam nadien niet meer voor. In 1885 volgde zelfs een nationaal schuttersfeest met deelname uit de grote steden. De minister van B i n n e n l a n d se Zaken zegde hiervoor ƒ 5 0 0 , - toe, de gemeenteraad droeg ƒ 2 0 0 , - bij. De M a r i n e z o n d verscheidene oorlogsbodems. Burgemeester W.K. baron V a n D e d e m stelde een zilveren bokaal beschikbaar. Deze was te bezichtigen naast de andere achttien uitgeloofde prijzen i n een - 's avonds verlichte - etalage van het kledingmagazijn De Stad Parijs op het Groote N o o r d . Hoornse schietvereniging Sint-Sebastiaan behaalde de tweede prijs.
44
4 3
De
In de j a r e n 1890 wer-
den zulke nationale schuttersfeesten verschillende keren te H o o r n herhaald. Vanuit deze plaats ontstond ook de Nationale Vereniging van Schietverenigingen. Niets lijkt de elite zo nabij het volk te hebben gebracht als de gewonere bijeenkomsten, de matinees met muziek van de schutterij. N o g belangrijker waren de feestavonden, de ' r e ü n i e s ' . E r werd dan geopend met muziek. O p het programma stonden voordracht door een amateur, vrouwenzang met pianobegeleiding, een uitvoering van m a n n e n k o o r Sappho, een toneelstukje, een goochelaar of een turndemonstratie.
39 40 41 42 43 44 45
43
O o k te Goes waren de feestavonden erg i n
HC, 27 j u n i 1880. De latere architect van de Sint-Nicolaaskerk tegenover het Centraal Stauon te Amsterdam. HC, 21 juli 1880. HC, 25 juni 1882. HC, 19 juli en 18 augustus 1885, 25 april 1886. HC, 2 augustus 1885. HC, 12juni 1878.
26 1
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
trek, zij het o m een reden die de elite eigenlijk bedenkelijk achtte, de tombola. Ze werd er meesmuilend wel de kurk genoemd waarop Volksvermaken dreef.
46
H e t feit dat H o o r n het
zonder z o ' n lokkertje k o n doen, kan een aanwijzing zijn voor de spontane belangstelling en hoge opkomst aldaar. Opmerkelijk is i n ieder geval het grote aantal aanwezigen tijdens de gewone ledenvergaderingen van de H o o r n s e vereniging i n de eerste j a r e n van haar bestaan. In j u n i 1875 bijvoorbeeld 260. Volgens A d r i a a n van Eek vormden die bijeenkomsten op zichzelf 47
al een volksvermaak. Daar k o n d e n personen van alle standen, mogelijk onbedoeld - geen reglementsartikel gewaagt ervan - leren welke bevoegdheden bestuur en ledenvergadering hadden. Ze ontdekten dat voorstellen, geformuleerd d o o r het bestuur, gewijzigd, j a zelfs verworpen k o n d e n worden. Dat eerste gebeurde bijvoorbeeld i n 1875, toen het bestuur een permanente feestcommissie had ingesteld van twintig l e d e n .
48
Tot dan toe was die ad hoe geko-
zen. E r werd krachtig bezwaar tegen aangetekend. De leden vreesden dat een dergelijke commissie te veel macht zou geven aan het bestuur, waardoor zijzelf niets meer te zeggen hadden. De voorzitter betoogde dat het alleen de bedoeling was geweest de slagvaardigheid op te voeren - soms moest een feest bijvoorbeeld bij m o o i weer met spoed worden georganiseerd. Nadat P.J. Persijn, de uitgever van de Hoornsche Courant, ook n o g gerept had van 'centralisatie 49
van macht', werd het voorstel verworpen. K o r t o m , de leden van Volksvermaak hadden i n de vereniging allen stemrecht i n een periode waarin voor vertegenwoordigende functies i n de politiek n o g censuskiesrecht gold. Ze leerden uit de praktijk het verschil tussen eenvoudige en volstrekte meerderheid, tussen eerste stemming, herstemming enzovoort. N o g interessanter echter was, dat ze van nabij meemaakten dat de 'heren' het o n d e r l i n g niet altijd eens waren. Juist d o o r die ledenvergadering, symbool van toenadering tot het volk, lijkt Volksvermaken i n H o o r n zich onderscheiden te hebben van zusterverenigingen. Althans, uit de studies die daaraan tot n u toe zijn gewijd blijkt niets van een ledenvergadering, laat staan van een die het bestuur op de vingers keek. H e t lidmaatschap van deze verenigingen beperkte zich - naar het schijnt - tot deelname aan van bovenaf georganiseerde festiviteiten.
Beteugeling met zachte hand Naast motieven als toenadering tot het volk en bevordering van goede smaak was ook het streven naar 'beteugeling' van onbeschaafde elementen aanwezig i n Volksvermaken. Voorzitter A g h i n a liet aan duidelijkheid niets te wensen over: 'De vierde stand bestond uit beste mensen, maar als h u n feesten niet onder degelijke leiding stonden, dan waren ze zeer gevaarlijk vanwege de geest van barbarij die eruit voort k o n k o m e n ' . Feest en orde werden door het bestuur vereenzelvigd. Feesten werden vooral als geslaagd beschouwd wanneer de politie niet nodig was geweest. De Hoornsche Courant had over het eerste grote volksfeest i n 1871 j u i c h e n d geschreven, dat de orde geen moment verstoord was geweest en dat woest getier en 'walgelijke b r o o d d r o n k e n h e i d ' ontbroken hadden. Zelfs mensen van buiten H o o r n waren onder de indruk geweest, wat de stad een goede naam had gegeven. 50
51
46 47 48 49 50 51
Helsloot, Vermaak, 75. HC, 12 september 1875. HC, 13 januari 1875: artikel 8 concept-reglement. HC, 10 februari 1875. HC, 7 september 1875. HC, 8 oktober 1871. '205
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
Volksvermaken en politie vielen elkaar i n de armen. In 1873 huldigde politiecommissaris G . van Rossum de vereniging wegens haar krachtige pogingen tot afschaffing van het werpen met voetzoekers en hij beval aan ook bij een volgend feest de ordehandhaving over te laten aan Volksvermaken. A g h i n a noemde het een voorrecht een politiecommissaris te bezitten die zachte terechtwijzingen bevordert, voordat strenge maatregelen worden genomen. De commissaris zou later benoemd worden tot e r e l i d .
32
H e t credo 'wees zacht voor het volk' was ove-
rigens ook beleden op het landelijk congres van verenigingen voor Volksvermaken i n 1873 te heiden. E e n van de sprekers had daar betoogd dat hij uit ervaring wist dat men zelfs het ruwste volk bij grote feesten i n toom k o n houden, als men zich maar niet boven dat volk verhief en het door arrogantie kwetste.
53
A l eerder, i n 1872, had de Hoornsche Courant eenzelfde op-
vatting vertolkt: 'Ons volk is een u i t m u n t e n d volk, als het maar niet gedreigd of getergd wordt'.
34
E e n artikel van A . van Eek i n De economist w'erd geciteerd, waarin gesteld werd dat
volksopvoeding impliceert dat het volk daadwerkelijk wordt ingezet, bijvoorbeeld bij ordehandhaving. D a n zou blijken dat het veel meer k o n dan de hogere standen meestal beweerden. Die gingen tekeer over uitspattingen van mindere standen, alsof zijzelf zulke heilige 33
boontjes waren. De Franse Revolutie had toch wel anders geleerd. O o k de burgemeester van H o o r n , hoofd van de politie en als erelid steevast op de feesten aanwezig, mengde zich i n het debat en bezag Volksvermaken i n het licht van de sociale kwestie. Werkstakingen dreven naar zijn zeggen de standen uit elkaar. Volksvermaken schiep juist een band tussen alle standen en 51
zorgde voor verbroedering. ' K o r t o m , een feest volgens de orde van de 'heren' was pas echt een feest, vooral als de deelnemers zelf zorgden voor ordehandhaving.
57
De plicht tot orde was reglementair vastgelegd. Zij die l i d werden, verbonden zich per58
soonlijk o m voor de goede orde te w a k e n . Artikel 6 van het reglement schreef voor dat het feestterrein moest worden afgezet. L e d e n en h u n dames, ook bestuursleden, hadden alleen toegang op vertoon van h u n kaart. De voorzitter benadrukte dat nog eens i n 1887, i n antwoord op een vraag o f commissarissen van orde vrij toegang hadden. Bij de bovengenoemde bloemententoonstelling hadden leden bijvoorbeeld een boekje met tien entreebiljetten kunnen kopen voor 25 cent per biljet. Niet-leden betaalden meer. De biljetten k o n d e n naar verkiezing worden gebruikt, maar dienden wel door de feestcommissarissen persoonlijk te wor39
den afgescheurd. Losse biljetten waren o n g e l d i g . Z o werd elke feestganger gedwongen zijn gezinsleden bijeen te houden. L e d e n waren herkenbaar aan h u n lidmaatschapskaart, het ' d i ploma', ontvangen van de bode bij de i n n i n g van de contributie. Ieder droeg aan een blauw lint een p e n n i n g met het stadswapen. Optochten gaven d o o r h u n publiek karakter een extra ordeprobleem. Vuurwerk en Bengaals vuur werden afgeraden. M e e l o p e n met de stoet was verboden, omdat dat tot ongelukken k o n leiden, vooral langs de nauwe grachten. aan weerszijden van de stoet.
61
60
Commissarissen van de vereniging liepen
O m drankmisbruik te v o o r k o m e n werden 'buffetten' ver-
5 2 HC, 7 s e p t e m b e r 1 8 7 3 e n 7 f e b r u a r i 1 8 7 5 . 5 3 HC, 21 j a n u a r i 1 8 7 4 . 5 4 HC, 14 a p r i l 1 8 7 2 . 5 5 De economist v a n d e c e m b e r 1 8 7 3 , g e c i t e e r d i n HC, 21 j a n u a r i 1 8 7 4 . 5 6 HC, 3 n o v e m b e r 1 8 7 5 . 5 7 HC, 7 s e p t e m b e r 1 8 7 3 , 12 s e p t e m b e r 1 8 7 5 e n 5 j a n u a r i 1 8 8 5 . 58 HC, 14 a p r i l 1 8 7 2 . 5 9 HC, 9 j u n i 1 8 7 8 . 6 0 HC, 5 o k t o b e r 1 8 7 3 . 61
HC, 5 s e p t e m b e r
260
1875.
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
h u u r d waar geen alcohol geschonken werd. R o k e n viel niet te verbieden, ook al bleven sommige leden o m die reden weg uit H e t Park. E é n keer, bij de bloemententoonstelling, werd een rookverbod uitgevaardigd: niet o m de mensen, maar vanwege de gewassen.
62
H e t spreekt vanzelf dat ook het lidmaatschap ordelijk geregeld was. M a n n e n die ten minste achttien jaar waren konden l i d worden, mits zij de contributie van een gulden per jaar voldaan hadden. W i e dat verzuimde moest aanvankelijk 10 cent boete betalen. Sinds 1875 moest bovendien nog 50 cent entreegeld worden betaald. W i e op een tweede verzoek van de bode i n gebre63
ke bleef, werd geschrapt. De bode had trouwens een zekere status, hij droeg een u n i f o r m . Wie zich misdroeg, k o n geroyeerd worden bij meerderheid van stemmen, maar nooit dan nadat hij door het bestuur was gehoord. Terugkeer was alleen mogelijk wanneer tweederde van de aanwezigen voor was. O m te voorkomen dat rijkdom macht ging uitoefenen, hadden volgens de artikelen 1-5 van het reglement donateurs wel toegang tot de vergadering maar geen stemrecht. H e t bestuur was opgezet zoals elders i n vrijzinnig H o o r n . De keuze was aan de leden. H e t zittende bestuur deed daartoe eerst een voordracht van kandidaten i n dubbel- o f meertallen o m de verkiezing te vergemakkelijken. Hoewel de leden niet aan die voordracht gehouden waren, werd deze steeds gevolgd. Bestuursfuncties werden b i n n e n het bestuur verdeeld. H e t bestuur moest elk nieuw 'genootschapsjaar' een algemene vergadering uitschrijven. Dit gebeurde ook als de omstandigheden aanleiding gaven tot feest. Bleef het bestuur i n gebreke, dan k o n d e n tien leden een vergadering eisen. In de praktijk kwam dat nooit voor.
64
Mythe en rite van het 'algemeen belang' E e n laatste element dat bijdroeg aan het ordelijk verloop van feesten was de 'leidende gedachte' van een evenement. A . van Eek hield i n De economist een pleidooi tegen de kermis: het was een onbeheersbaar feest, omdat n i e m a n d uit de mindere volksklasse de oorsprong ervan nog kende. Volgens van Eek was dit bij de h e r d e n k i n g van een groot historisch feit absoluut niet het geval. Politie en andere ordehandhavers waren weliswaar nuttig, maar als het verheven idee ontbrak, dan k o n het feest toch n o g verworden tot een orgie. E e n feest p u u r o m de lol was voor een 'volksman' als V a n Eek een o n m o g e l i j k h e i d . 65
Toenadering tot en beteugeling van het volkse gingen hand i n h a n d met ritueel gedrag. Het doen herleven van gebeurtenissen uit het gemeenschappelijk verleden in een gezamenlijk evenement k o n de sociale eenheid versterken. De h e r d e n k i n g van de Slag op de Zuiderzee van oktober 1573 was zo'n ritueel. H e t feest had een speciale plaatselijke betekenis. H e t Werd alleen gevierd aan de noordwestelijke zijde van het IJsselmeer, te H o o r n zelfs o m de tien jaar. Daar heette het Bossufeest, naar de Spaanse opperbevelhebber die er na de slag driejaar gevangen had gezeten. In H o o r n bestond de vaste overtuiging dat deze slag de Tachtigjarige O o r l o g een beslissende wending had gegeven, een opvatting die op nationaal niveau nauwelijks werd gedeeld. In het Bossufeest van 1863 zijn diverse rituele aspecten aan te wijzen. 66
62 63 64 65
HC, 9 j u n i 1878. Ibidem. Artikelen 7-9 van het reglement. HC, 21 januari 1874 (geciteerd uit De economist van december 1873). Van Eek haalde een spreker aan van het derde landelijke congres van Volksvoordrachten en Volksvermaken te Leiden in 1873. 66 HC, 24 december 1873. Zie voor deze slag: C. Lavell, 'De slag op de Zuiderzee. Een vergeten geschiedenis gezien door tijdgenoten, geschiedschrijvers en dichters' West-Frieslands oud en nieuw 53 (1986) 43-68. 267
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
Beeltenissen van alle hoofdrolspelers van 1573 waren aanwezig. Vaandels en wapens, ook dat van Bossu zelf evenals diens beker, waren als kostbare relikwieën meegedragen. De optocht was toen echter n o g het initiatief van enigszins informele corporaties geweest. Evenals bij de Waterloo-herdenking van 1865 - ' i n dertien taferelen' - hadden bepaalde
beroepsgroepen
als kaasdragers en tuinlieden gefigureerd. H e t was dus een betrekkelijk klein deel van de bevolking dat het verleden had uitgebeeld.
67
H e t driehonderdjarig Bossufeest van 1873 overtrof dat van '63 verre. Twee dagen lang werden alle registers opengetrokken. H e t opleidingsschip van de M a r i n e Ternate lag op de rede van H o o r n . Stafmuziekcorpsen van de M a r i n e gaven concerten, er was een harddraverij met een hoofdprijs van ƒ 2 0 0 , - . Tweemaal werd er een matinee en soiree musicale gehouden, de laatste met vauxhail en bal. Tot slot was er een groot vuurwerk met onder andere 'De M o l e n van D o n Quichotte', een toespeling op de d o m h e i d van de Spanjaarden en van Bossu i n het bijzonder. De Hoornsche Courant had ter gelegenheid van de herdenking een boekje met volksliedjes uitgegeven. Stadsmuziekmeester H . F . A . U t e r m ö h l e n h a d een feestmars gecomponeerd. O o k werd er een speciaal voor deze gelegenheid geschreven toneelstuk opgevoerd. Wat het feest absoluut onvergetelijk maakte, was de optocht van maar liefst 71 groepen, personages en taferelen. Daarin vallen twee aspecten op: de perfectie en het feit dat de gehele bevolking deelnam. H e t verleden werd exact nagespeeld. O n d e r het gebulder van het marinevaartuig landde i n een sloep luitenant Sonoy samen met de leider van de N o o r d - H o l landse vloot van 1573. O p de Roode Steen, op dezelfde plaats als indertijd, b o o d een vrouw de graaf van Bossu een glas bier aan met de historische woorden: 'Mijnheer, 't is beter dat gij tot ons komt, dan dat wij tot u k o m e n ' . Bij het raadhuis werd vervolgens halt gehouden o m de graaf 'gevankelijk' naar het (protestantse) weeshuis te brengen. Bijna even welsprekend was het g e ï l l u m i n e e r d e vaartuig De Watergeus van de vereniging Volksvermaken met aan b o o r d het ontzielde lichaam van de Hoornse held J a n H a r i n g . H e t lijk was gewikkeld i n de Statenvlag. Twee dagen lang stond deze allegorische voorstelling op de Steen tentoongesteld. U i terst vitaal voor de juiste beleving van de herdenking van 1873 was dat Volksvermaken had opgeroepen tot absolute stilte tijdens de gesproken hoogtepunten en tot het blijven staan van alle toeschouwers tijdens de gehele plechtigheid. Ten strengste werd erop toegezien dat niem a n d meeliep met de stoet, zodat de situatie niet k o n 'ontaarden' i n iets gemoedelijks. Deze volkomen concentratie maakte het feest tot een hoogtepunt. Geheel anders dan i n 1865, toen kinderen van betere stand als een groepje gekostumeerde Dankbare Nederlandsche J e u g d hadden meegelopen, mochten i n 1873 kinderen van alle standen meedoen. H e t feest was nationaal door de herdenking van een gebeurtenis van landelijke betekenis. De nationale eenheid werd tevens gesymboliseerd doordat heel de jeugd, van elke stand en van elk geloof, deelnam. Instemmend dichtte een van de ouders i n de Hoornsche Courant Boezemt steeds voor N e è r l a n d s H e l d e n A a n uw nakroost eerbied i n , E n verhaal h u n de gloriedaden, Blijgemoed i n uw huisgezin. Zulk een deugd kan sporen geven, A a n het groeiend nageslacht,
67 HC, 17juni 1865.
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
Waar het Vaderland zijn voorspoed, Gij uw blijdschap van verwacht.
68
Zo mogelijk n o g treffender dan de deelname van gewone kinderen, was de o n t h u l l i n g van een steen, die een zekere Lambert Melisz voorstelde. Deze had destijds zijn oude moeder van de Spaanse furie gered, d o o r haar op een slee van Westzaan naar H o o r n te trekken. H e t fascinerende is dat die tocht niet zo erg veel met de Slag op de Zuiderzee te maken had. H e t ging eenvoudig o m een steen die een nieuwe plaats moest krijgen, omdat hij gemetseld had gezeten boven de i n 1871 geslechte Westerpoort. De o n t h u l l i n g werd aan het Bossufeest geknoopt o m het volk er n o g inniger mee te verbinden. Lambert Melisz had immers een waarachtig voorbeeld gegeven van 'huiselijke aard, kindervreugd en ouderliefde'. V a n Eek hield een rede waarin hij beklemtoonde dat met de herplaatsing van de steen de wens van de burgers, 'ja, zelfs van de kleine burgers' werd v e r v u l d .
69
Deze historische feesten laten een nieuw aspect zien. H e t ging niet langer o m een evenement van een paar, m i n of meer georganiseerde burgers, gadegeslagen door de menigte, maar o m een gebeurtenis voor iedereen. E l k H o o r n s gezin moest, als het even k o n , i n de viering vertegenwoordigd zijn. De erbijgesleepte Lambert Melisz was belangrijker geworden dan de held J a n H a r i n g , eenvoudigweg omdat hij bruikbaarder was. De feestviering van Volksvermaken sinds de j a r e n 1870 h i n g samen met een nieuw politiek-maatschappelijk besef. E e n generatie eerder had Thorbecke n o g gemeend dat natie, nationaal besef en de relatie regeringvolk vanzelf met de liberale grondwet van 1848 ontstonden. D i e h a d immers een e i n d gemaakt aan het autoritaire bewind, daterend van W i l l e m I. G e m e e n d was dat elke burger n u enthousiast zijn plicht zou doen ten bate van het algemeen belang: kiezers zouden bijvoorbeeld met graagte ter stembus gaan. Gehechtheid aan Oranjehuis en nationale feesten als van 70
1863 en '65 werden aanbevelenswaardig geacht, maar niet noodzakelijk. O m een H o o r n s voorbeeld te noemen: i n 1865 zorgden sommigen voor feestverlichting, hoewel geen overheid h e n daartoe had uitgenodigd. De verlichting werd m o o i gevonden, maar het had niet gehoeven.
71
H e t liberalisme van de tweede generatie liet zulk toeval niet meer toe: zij begon
i n te grijpen. H e t algemeen nut o f belang was niet langer louter een idee, maar een te creëren werkelijkheid. E r werd bewust gewerkt aan ontwikkeling van een nationaal gevoel. De kon i n g werd bijvoorbeeld aangezocht voor het erelidmaatschap van Volksvermaken. Tot grote vreugde van H o o r n accepteerde hij. H e m werd een diamanten speld aangeboden.
Het einde van Volksvermaken Volksvermaken was i n H o o r n de eerste vijftien jaar een succes. In 1885 bedroeg het aantal leden n o g 788, de omzet ƒ 6.836,20.
72
Gewoonlijk lag dat bedrag overigens lager, r o n d de
ƒ 1 0 0 0 - maar n o g altijd een stuk hoger dan i n het veel grotere Amsterdam, waar het ƒ 6 0 0 - a /700 - bedroeg.
73
Gewoonlijk schreven donateurs gul i n . O o k werden geschenken gegeven.
68 HC, 22 oktober 1873. 69 HC, 7 september, 5 en 19 oktober 1873. 70 H . te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef. Liberalisme en nationalisme in Nederland, 1870-1918 (Den Haag 1992) 22-24. 71 HC, 17juni 1865. '2 HC, 13 december 1885. 73 Dekker, 'De Vereeniging tot Veredeling', 199. 260
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
Afb. 2. 'Truijdeman en zijn wijf', een middeleeuwse Hoornse legende, volgens welke de 'noordsche rover' Truijdeman asiel kreeg in Hoorn en de stad en haar armen daar vervolgens wel bij voeren. Historische optocht van 13 september 1898 te Hoorn, ter gelegenheid van de kroning van koningin Wilhelmina. Deze oudst bewaardgebleven foto werd, beschadigd, aangetroffen in een kast van een lokaal bij de Noorderkerk. Streekarchief West-Friese Gemeenten te Hoorn, Topografisch-historische atlas.
De fotograaf Siewerts b o o d bijvoorbeeld i n 1873 aan ieder die gekostumeerd meedeed aan het Bossufeest gratis te portretteren. E e n ander gaf bij die gelegenheid een scheepslading 74
'groen' o m de huizen mee te versieren. Tijdens de optocht van 1875 werden op het Groote N o o r d bloemenkransen i n de rijtuigen van bestuur en feestcommissie geworpen.
75
Het enthousiasme was vooral gericht op de persoon van de voorzitter. O m strijd werd hij 6
geprezen, onder andere voor zijn uitmuntende leiding van vergaderingen en discussies.' In 1875 noemde de Hoornsche Courant hem als degene die de al bloeiende vereniging nog meer 77
wist te o n t w i k k e l e n . De burgemeester bedankte h e m i n 1877 voor zijn 'flinke l e i d i n g ' . '
8
Moest A g h i n a periodiek aftreden, dan werd hij vrijwel u n a n i e m herkozen. In 1877 bijvoorbeeld kreeg hij 228 van de 233 stemmen.
79
Bij al die goodwill paste grote gezeglijkheid. Nodig-
de de voorzitter de ingezetenen uit zich met oranje te tooien, dan gebeurde dat. Riep hij op te vlaggen, zelfs een week lang, dan lieten maar weinigen dat n a .
80
Dwarsliggers kregen geen kans. Ds. S.L. ten Hove verzocht ter vergadering eens een arme j o n g e n op kosten van de vereniging aan de hbs te laten studeren. A g h i n a k o n de predikant 81
gemakkelijk met een kluitje i n het riet sturen: daar was Volksvermaken toch niet v o o r ! Nau-
74 75 76 77 78 79 80 81
HC, 7 september 1873. HC, 12 september 1875. Ibidem. HC, 23 juli 1875. HC, L juli 1877. HC, 18 november 1877. HC, 12juni 1878. HC, 10 maart 1872.
270
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
welijks lastiger was voor h e m Ten Hoves kritiek op de verenigingsdemocratie: 'Waarom hebben toch zoo velen tehuis een hoog woord, [maar] bewaren [ze] hier zozeer het stilzwijgen en spreken anderen daarentegen zoo dat de zaal davert van applaus bij het e i n d van iedere rede?'. H e t was een verkapte aanval op een almachtig bestuur. A g h i n a omzeilde een discussie door te eisen dat Ten Hove zich bij de zaak, het te vieren feest, hield. De dominee uitte daarop zijn machteloosheid i n onheuse termen. Zijn woorden waren zo ongelukkig gekozen, dat hij het de volgende vergadering n o d i g vond te verklaren dat hij geen hatelijkheid had bedoeld. A g h i n a was opnieuw zo wijs er geen punt van te maken. H i j gaf zijn 'adhaesie' en zei te wensen dat het kwetsende zo mogelijk uit de notulen werd weggelaten. In 1887 had de 'rode' onderwijzer Levie 'de euvele m o e d ' te suggereren dat het bestuur zich door de gemeente had laten afschepen met een aalmoes. A g h i n a - gemeenteraadslid - was des duivels en noemde Levi's uitspraak een schandelijke insinuatie. Rekenschap was wel het laatste dat hij af zou leggen. E n ging de vergadering niet akkoord, dan stapte hij wel op. Dat hoefde niet, want A g h i n a kreeg een 'algemeen' applaus. 82
83
Een paar j a r e n later begonnen ook trouwere leden zich te ergeren aan de overheersende rol van de voorzitter. In 1891 waren er trouwens n o g maar ongeveer tachtig aanwezig en er werd stevig geruzied. Volgens de Hoornsche Courant, inmiddels van liberaal radicaal geworden, was dat - met alle respect voor zijn leeftijd, ervaring en bekwaamheid - te wijten aan A g h i n a . Volgens het blad had A g h i n a graag onbegrensde volmacht bezeten, maar had de vergadering i n deze n u eenmaal zelf te beslissen. E n wat gold voor Aghina's populariteit, gold ook voor de feesten. Sinds e i n d jaren 1880 kwamen j a r e n voor waarin weinig of niets werd georgani84
seerd. Bij het regeringsjubileum i n 1889 stelde het bestuur de vergadering - 120 personen waren aanwezig - voor o m af te zien van een feest. A n d e r e festiviteiten dat jaar, van mannenzangvereniging Sappho, een muziekkapel en de Harddraverij-vereniging, hadden immers ook weinig volk getrokken. Tenslotte kwam het toch n o g tot een nationale feestavond. E e n hele feestdag leek niet opportuun, want de k o n i n g k o n elk moment overlijden. E e n gymnastiek-vereniging vertoonde kunsten aan brug en ringen, er waren een grote en kleine mast o m i n te k l i m m e n . E r was een wedloop met hindernissen, een halterwedloop en een wedstrijd met kruiwagens. Een en ander was overigens n o g steeds toegesneden op het lagere v o l k . 85
86
E e n laatste opleving van Volksvermaken vormden de gedenkfeesten i n 1893 r o n d de i n H o o r n geboren Jan Pietersz C o e n . Wat met het Bossufeest niet was bereikt, nationale erkenning voor een historisch feit met Hoornse wortels, lukte n u wel. H e t is mogelijk dat een nationalistische stemming was aangewakkerd d o o r de o o r l o g i n Oost-Indië, met name i n Atjeh. In ieder geval werd een nationaal c o m i t é gevormd, waarin alle provincies en de Stateh-Generaal vertegenwoordigd waren. Voorzitter was de commissaris van de k o n i n g i n N o o r d - H o l land, maar de eigenlijke organisator van de o n t h u l l i n g van Coens standbeeld (1893) op de Roode Steen, was A g h i n a . Eerder, i n 1887, was Coens geboorte al uitvoerig gevierd. E r was 's middags i n H e t Park een matinee musicale geweest en 's avonds een feestconcert, afgewisseld met vier tableaux vivants: de zitting van de Raad van I n d i ë op 30 december 1618, het einde van het gevecht tussen Hollanders en Javanen, de aankomst van C o e n te Batavia op 27 september 1627 en Coens sterfbed. O p n i e u w was de mythe, getuige ook de op de dag af precieze date-
82 83 84 85 86
HC, 18 en 25 juli 1875. HC, 28 augustus 1887. HC, 2 december 1891. HC, 28 november 1888. HC, 5 mei 1889. 271
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
Afb. 3. Uitnodiging van de Vereeniging Volksvermaken voor de feesten rond de onthulling van het standbeeld van Jan Pietersz Coen te Hoorn in f893. Streekarchief West-Friese Gemeenten te Hoorn, archief Comité Onthulling.
ring, tot i n detail weergegeven en i n bijna gewijde stilte b e k e k e n .
87
Enige dagen later was een
toneelstuk over C o e n van de hand van de Hoornse toneelschrijver H . K r o o n D z n d o o r rederijkerskamer Hofdijk uitgevoerd.
88
Langzamerhand bleek dat Volksvermaken zichzelf had overleefd. Nieuwe clubs maakten haar overbodig. In 1887 liepen bijvoorbeeld i n de gekostumeerde optocht de drie gymnastiekverenigingen Oefening, Uitspanning door Inspanning en W i l l e m van Oranje mee. O o k de drie schietverenigingen droegen h u n steentje bij, evenals de zangvereniging Sappho en drie rederijkerskamers.
89
Bovendien paste i n een tijd en stad waarin radicalisme en socialisme snel
terrein wonnen, niet langer een bestuur dat weliswaar periodiek aftrad, maar uit eerbied voor zijn verdiensten altijd herkozen werd. O o k de idee van commissarissen van orde uit het volk had m o o i geleken, maar getuige de paar bewaard gebleven namenlijsten van deze functionarissen was niet é é n van hen echt van lage komaf. De veelgeprezen ordehandhaving was steeds intact gebleven, eenvoudig omdat wie zich misdroeg van het feestterrein werd geschopt. Toch is het onhistorisch o m de betekenis van een vereniging als Volksvermaken te bagatelliseren. H e t is i n dit verband verbazingwekkend te zien dat de links-liberale fase i n de vaderlandse geschiedschrijving vrijwel geheel is overgeslagen. E r is tamelijk veel over Thorbecke en de zijnen geschreven en zeer veel over het socialisme, maar de tussenliggende periode bleef steeds i n het vage.
90
87 HC, 5 en 9 januari 1887. 88 HC, 12januari 1887. 89 HC, 9 januari 1887. De schietverenigingen waren J.P. Coen, Sint-Sebastiaan en de Hoornsch Burgerwacht. De rederijkerskamers droegen de namen West-Frisia, Hofdijk en Eensgezindheid. 90 Een voorbeeld van deze omissie is het themanummer 'Amsterdam tijdens het laatste kwart van de 19e eeuw', Tijdschrift voor sociale geschiedenis 19 (1993) 1-128.
272
Vereeniging voor Volksvermaken te H o o r n 1870-1896
O m de historische betekenis van een vereniging als Volksvermaken te begrijpen, is het zinvol de vieringen van 1865, vijftig jaar Waterloo, te vergelijken met 1898, de i n h u l d i g i n g van W i l h e l m i n a . Waterloo werd te H o o r n ten eerste gememoreerd met een optocht. Die vertoonde enige structuur, maar was het resultaat van versnipperde initiatieven. Behalve oude oorlogsveteranen van 1815 i n een triomfwagen en 'dankbare' j e u g d deden rederijkerskamer Hoogerbeets en enige beroepsgroepen mee met getekende afbeeldingen van door hen gebruikte gereedschappen.
91
Schutterij en garnizoen speelden de verovering van de pachthoe-
ve L a Haije Sainte n o g eens over, waarna een optocht volgde van het Nederlandse, Engelse, Franse en Pruisische leger.
92
In 1898 was van het weinig formele, 'gilde-achtige' van 1865 niets
meer terug te vinden. E e n reeks van verenigingen vormde het organiserend c o m i t é . De optocht werd samengesteld uit h u n leden. De feestorganisatie van Volksvermaken staat i n tussen het ad /joc-initiatief van 1865 en het formele karakter van het inhuldigingsfeest van 1898. A n ders dan de organisatietypes van bovengenoemde feesten was Volksvermaken een koepel van verschillende standen, wensen en activiteiten. H e t vertegenwoordigde het lokale en nationale belang, zowel zaklopen als 'cultuur', vermaak voor overdag en voor de avond, i n de open lucht en i n een zaal, op een afgezet terrein en i n een openbare optocht. De feesten van Volksvermaken doen democratischer aan dan het evenement van '98, waarin vooral verenigingsbestuurders fungeerden. Dat h i n g samen met een fundamenteler feit: het algemeen (belang) was een illusie gebleken. M e n begreep n u dat de werkelijkheid de som was van deelbelangen. Dragers daarvan waren de standen en klassen. Juist i n het verenigingsleven k o n d e n winkeliers en ambachtslieden, en later arbeiders, ambities najagen waaraan d o o r hen n o g geen politieke v o r m k o n o f mocht worden gegeven. Gewichtiger n o g was de levensbeschouwelijke segmentatie. In 1893 kreeg H o o r n zijn afdeling van de rooms-katholieke Volksbond. N o g geen vijftien jaar later was een complete katholieke zuil ontstaan
9 3
Daarnaast had er ongeveer te-
gelijkertijd sociaal-democratische machtsvorming plaatsgevonden en was er een kleine orthodox-protestantse zuil ontwikkeld. De liberalen, die tot eindjaren 1880 h u n eigen elite-belang hadden verward met het algemeen belang, waren tot een van de vier partijen geworden, zij het voorlopig n o g wel de grootste. E e n feestidee voor heel de bevolking was voortaan de som van f e e s t i d e e ë n van de levensbeschouwelijke blokken. N a de enigszins directe democratie van Volksvermaken was de getrapte van het tijdperk van de verzuiling aangebroken.
91 HC, 17 j u n i 1865. 92 HC, 19 j u n i 1865. 93 J . M . M . Leenders, 'De Papieren Kapelaan, katholiek H o o r n (1905-1911)', in: J . C . H . Blom en C J . Misset (red.), Broeders sluit Uaan (Amsterdam/Dieren 1985) 199-246.
273