-
THOR JAARBOEK 1971
Uitgegeven door: e.t.s.v. THOR onder redaktie van: de jaarboekcommissie gedrukt bij: Budelse Drukkerij, Budel
1971 Copyright by Jaarboekcommissie e.t.s.v. THOR No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publi&her. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 2
11
3
TNHOUD
Ten geleide
7
Voorwoord
9
Thor-bestuur 1970-'71
10
Wat wij nog wilden zeggen ....
13
Ter kennismaking
15
Hoogtepunten uit het afgelopen en huidige verenigingsjaar
25
Belgie-excursie 197 0
31
Denemarken-excursie 1970
35
Liften
41
Een hospita uit velen ....
45
Wie, wat, waar?
51
Afdeling E, vroeger, nu en straks
59
Historie en prognose van het aantal E-studenten
65
Problematiek rond een internationaal digitaal datanet
69
Autodidaktos
79
Medische elektrotechniek
89
Adreslijst
94
Ten geleide
Gaarne wil ik voor dit jaarboek een inleidend woord schrijven. Ieclere inspanning van studenten, die hun belangstelling en betrokkenheid bij het reilen en zeilen van onze Hogeschool demonstreert, verdient waardering. Men hoort dezer dagen nog a! eens de opmerking dat vele studenten zo ongelnteresseerd blijken te zijn tegenover de instelling waarvan zij dee! uitmaken. Ik vind het daarom verheugend in dit voorwoord een ander geluid te kunnen Iaten horen, namelijk een woord van dank en een compliment aan het adres van een groepje studenten, die wei hun aktieve 'belangstelling voor de Technische Hogeschool Eindhoven en in het bijzonder voor de Afdeling der Elektroteohniek tonen. Zij hebben de niet eenvoudige en ook niet altijd dankbare taak, die de verzorging van een jaarboek is, ten einde gebracht. Hoe goed zij dit gedaan hebben, zal uit de lezing van het jaarboek blijken. Gezien de reputatie van de vele reeds verschenen jaarboeken van THOR ben ik daar gerust op en ik beveel U dit jaarboek wederom gaarne ter lezing aan.
De voorzitter-beheerder van de Afdeling der Elektrotechniek,
Prof. Dr. C. E. Mulders.
Eindhoven, 14 april 1971 7
8
Voorwoord
In de laatste decennia is de toekomst aldoor belangrijker en door de snelle veranderingen en vervuilingen ook onzekerder geworden. Steeds vaker en steeds verder willen we in de toekomst kijken. Waarom dan toch een jaarboek, dat vooral haar blik op het verleden richt? Het antwoord is eenvoudig. We moeten een evenwicht bewaren. Een evenwicht tussen verleden en toekomst. Juist op de grens van deze twee Ieven we en iedereen zal moeten toegeven, dat de e.t.s.v. THOR leeft. Door vele nota's en rapporten over de onderwijsproblematiek worden we overstroomd (overigens niet onterecht). De vraag dringt zich echter op, of de studenten en de T.H. aileen verantwoordelijk zijn voor een niet optimaal functioneren en de heersende passiviteit. Iedere student, die de T.H. betreedt, heeft a! een verleden. Hij zou in staat moeten zijn kritisch tegenover de problemen, die op hem af komen, te staan. Door hun verleden zijn velen echter reeds vervormd tot onderwijsconsumptiemachientjes in plaats van gevormd tot kritische luisteraars met verantwoordelijkheid voor eigen daden. Ligt de oorzaak hiervan niet ondermeer in de onderwijsmethodiek op de lagere school, waar steeds meer gekend moet worden en men steeds minder aandacht besteedt en weet heeft van de ontwikkeling van de jonge mens. Vaak wordt vergeten dat een, op zich juiste, ontwikkeling die te vroeg komt een verkeerde ontwikkeling is, en iets dat juist was in het verleden, nu verkeerd kan zijn. Aan dit laatste denkend zal ook de e.t.s.v. Thor vele nieuwe wegen gaan bewandelen en voorbije tradities afstoten. Dat de e.t.s.v. Thor verandert moge blijken uit de rij jaarboeken, waarvan U nu het achtste dee! ter hand genomen heeft. Tenslotte wil ik een woord van dank richten aan de jaarboekcommissie, die met grote bedrevenheid en met een sterk doorzettingsvermogen de vele problemen, die opdoken, het hoofd heeft weten te bieden met het navolgende als resultaat van hun werk. R. G. J. Dijkstra,
President. 9
Thor-bestuur 1970-1971
Rudolf G. J. Dijkstra
president
Dirk Kruit
secretaris
Laurens D. Goedheer
penningmeester
Bert J. M. Janssen
vice-president
Aad W. Biersteker
commissaris
Jack J. C. Nuijten
commissaris onderwijs
10
11
Jaarboekcommissie '71
Roelof Haak Jac Vermeulen Gerrit van Harreveld Jan Looyen
tekeningen :
Eddie Stevenhagen Jan Looyen
toto's
Bert Janssen Roelof Haak Bureau Voorlichting
technisch adviseur
Fr. C. Kuipers 12
Wat wij nog wilden zeggen .....
Het is nu a! weer tien jaar geleden, dat bet eerste ,THOR"-jaarboek van de persen rolde. Nu is bet niet zo, dat dit het tiende jaarboek is. Toch zouden wij dit een bijzonder jaarboek willen noemen. lets hiervan zult U ook terugvinden in dit jaarboek. Bij bet samenstellen van dit jaarboek hebben wij de traditie voor een dee! willen voortzetten. Toch leek bet ons nodig om een aantal wijzigingen, die ons nuttig leken, in te voeren. Evenals in bet vorig jaarboek, hebben wij ook aandacht willen besteden aan de door THOR georganiseerde excursies. Omdat wij aile excursies niet in ons jaarboek kunnen plaatsen, hebben wij enkele representatieve excursies uitgezocht, waarvan we een verslag hebben geplaatst. We hopen dat door deze verslagen nog meer studenten mee zullen gaan met de volgende excursies. Net als in bet vorig jaarboek heeft de P.T.T. ook dit keer een artikel willen verzorgen. We zeggen hen dank voor de verzorgde afwerking van het artikel. Langs deze weg willen we iedereen bedanken voor hun zeer gewaardeerde hulp bij de samenstelling van dit jaarboek. Ook wi!len we de afdeling der Elektrotechniek, bureau voorlichting en de vorige jaarboekcommissie bedanken voor hun medewerking. Als laatste willen we dan de hoop uitspreken, dat dit jaarboek, bet achtste, bij U in de smaak zal vallen en nog jaren Uw boekenkast zal mogen sieren. de J aarboekcommissie. 13
Ter kennismaking
15
Bij Koninklijk Besluit nr. 18 van 4 september 1969 is lr. D. H. Bekkering benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de afdeling der Electrotechniek van de Technische Hogeschool Eindhoven om onderwijs te geven in de medische elektrotechniek.
Prof. ir. Dirk Hendrik Bekkering werd op 10 maart 1921 te Djombang (Oost Java) geboren. In 1939 behaalde hij het eindexamen HBS-B te Surabaja en in september van dat jaar begon hij de studie voor natuurkundig ingenieur te Delft. De studie moest circa twee en een half jaar onderbroken worden om door de Duitse bezetter getroffen maatregelen te ontgaan. Najaar 1945 kon de studie hervat worden en het diploma natuurkundig ingenieur werd januari 1948 uitgereikt. De heer Bekkering studeerde af op een akoestisch onderwerp. Maart 1948 trad hij in dienst van TNO om een begin te maken met medischfysisch onderzoek in TNO-verband. Nog datzelfde jaar werd hij officier van speciale diensten bij de Koninklijke Marine. Na twee jaar marinedienst kon dan het medisch-fysisch speurwerk bij T'NO van start gaan en breidden de werkzaamheden zich gestadig uit, tot de heer Bekkering in 1956 benoemd werd tot de eerste directeur van het Medisch-Fysisch lnstituut TNO. Hij was nauw betrokken bij het ontwerpen en de bouw van het huidig Instituutsgebouw te Utrecht, waar sedert enkele jaren ook afstudeerders en afgestudeerden uit Eindhoven werkzaam zijn. De heer Bekkering is ere-lid van de ,International Federation for Medical and Biological Engineering". Hij bekleedde een aantal bestuursfuncties in deze Federatie. Hij is ,senior-member" van de ,Institution of Electrical and Electronic Engineers" (VS) en "corresponding-member" van de ,Biological Engineering Society" (GB). Hij is medeoprichter van het tijdschrift ,Medical and Biological Engineering" alsmede van de Kring lnstrumentatie van de Stichting voor Biofysica. Hij was gedurende een aantal jaren lid van het Groot Bestuur van deze Stichting. Verder is hij voorzitter van de werkgroep NEC 62-WG 1 ,Veiligheid Electromedisohe toestellen". 17
18
Bij Koninklijk Besluit van 7 januari 1970, nr. 15, is Jr. H. van de Weg uit Eindhoven benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de a/deling der Electrotechniek om onderwijs te geven in de telecommuniatie.
Prof. ir. Hendrik van de Weg werd op 9 februari 1912 te Oldebroek geboren. Na in 1929 het diploma h.b.s.-B te hebben behaald, studeerde hij aan de Technische Hogeschool DELFT. In 1934 verwierf hij daar het diploma elektrotechnisch ingenieur, waarna hij tot september 1935 zijn militaire opleiding vervulde. Vervolgens trad hij in dienst bij de T.H. Delft als assistent van Prof. dr. ir. W. Th. Balier in de telecommunicatietechniek. Van 1937 tot 1939 was prof. v. d. Weg werkzaam bij de P.T.T.-afdeling van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken. Na een korte mobilisatieperiode keerde hij in juni 1940 terug bij de N.V. Philips, nu als wetenschappelijk medewerker op het gebied van de telecommunicatie bij het Natuurkundig La>boratorium. Van 1952 tot 1961 was hij daar leider van de groep Telecommunicatie en sedert 1962 is hij adjunct-directeur van het Nat. Lab. in de sector Telecommunicatie, Computertechniek en Rekencentrum. Van de hand van prof. v. d. Weg verschenen enige artikelen en hij heeft een aantal octrooien op zijn naam staan. 19
20
Bij Koninklijk Besluit nr. 25 van 8 juli 1969 is Dr. lr. W. M. C. van den Heuvel be· noemd tot lector in de Elek· trotechniek ( afdeling der Elektrotechniek) aan de Technische Hogeschool Eindhoven.
Dr. ir. Wilhelm Maria Cornelis van den Heuvel werd op 17 december 1928 te Eindhoven geboren. Na in 1945 het diploma mulo-A en -B te hebben behaald, studeerde hij aan de M.T.S., afdeling Elektrische Bedrijfstechniek, waar hij in 1949 met goed gevolg het eindexamen aflegde. In 1954 liet hij zich inschrijven in de afdeling der Elektrotechniek van de Technische Hogeschool Delft. In 1960 behaalde hij daar het ingenieursdiploma. In 1966 promoveerde de heer van den Heuvel aan de Technische Hogeschool Eindhoven met !of tot doctor in de Technische wetenschappen op een proefschrift getiteld: ,Interruption of small inductive currents in a.c. circuits". Zijn promotor was prof. dr. D. Th. J. ter Horst, hoogleraar in de technieken van hoge spanningen en hoge stromen aan de T.H. Eindhoven. Intussen was dr. ir. van den Heuvel van 1949 tot 1954 bedrijfsleider bij het ingenieursbureau Van den Abeelen te Eindhoven en van 1954 tot 1956 elektrotechnisch adviseur bij het adviesbureau Huygen te Rotterdam. In 1956 trad hij in dienst als technisch ambtenaar van het Laboratorium voor Energievoorziening van de T.H. Delft (o.l.v. prof. ir. W. Fontein). Van 1960 tot 1961 was dr. ir. van den Heuvel hoofd van het Ingenieursbureau Van den Abeelen te Eindhoven, waarna hij in dienst trad bij de groep hoge spanningen en hoge stromen van de afdeling der Elektrotechniek van de Technische Hogeschool te Eindhoven (o.l.v. prof. dr. D. Th. J. ter Horst). Van de hand van dr. ir. van den Heuvel verscheen een aantal interne rapporten en publicaties in vaktijdschriften. 21
22
Bij Koninklijk Besluit nr. 9 van 9 september 1969 is lr. C. Kooy benoemd tot gewoon lector in de Elektrotechniek van de Technische Hogeschool Eindhoven om onderwijs te geven in de theoretische elektrotechniek.
Ir. Cornelis Kooy werd op 3 december 1929 te Rotterdam geboren. Na in 1946 het diploma MULO-B te hebben behaald, studeerde hij aan de H.T.S. te Rotterdam, waar hij in 1951 het eindexamen in de afdeling der Elektrotechniek aflegde. In 1953, na de vervulling van zijn militaire dienstplicht, liet hij zich inschrijven aan de Technische Hogeschool Delft, waar hij in 1958 het diploma elektrotechnisch ingenieur verwierf. Ir. Kooy was daarna enige jaren leraar in de wis- en natuurkunde aan het Amerfoortse Lyceum S.M.L. te Amersfoort. In 1960 trad hij in dienst van Philips' Telecommunicatie Industrie te Hilversum, als ingenieur in de groep Systeem Analyse en -Synthese. Sinds 1961 is Ir. Kooy in dienst van de Technische Hogeschool Eindhoven werkzaam in de groep Theoretische Elektrotechniek, sedert 1965 als wetenschappe!ijk hoofdmedewerker. Van de hand van lr. Kooy verschenen diverse publikaties in buitenlandse vaktijdschriften.
23
24
Hoogtepunten uit het afgelopen en huidige verenigingsjaar
25
1969 16 december Tijdens de 42e algemene ledenvergadering wordt het nieuwe bestuur verkozen. Aansluitend de bestuursoverdracht. 1970 5 januari Een groep van 30 studenten van de Universiteit van Dublin bezoekt de afdeling E. 28 januari Er vindt een voortgezette introductie plaats voor eerstejaars studenten van de afdeling E, waarbij het accent vooral op de studie ligt. Tevens is er die dag een lunch met daarna een rondleiding voor degenen, die hun kandidaats hebben behaald om hen informatie te verschaffen over de verschillende groepen binnen de afdeling E. 4 februari Eerste abiturientendag. Een aantal abiturienten, al dan niet bijgestaan door hun ouders brengen een bezoek aan de afdeling E, teneinde te worden voorgelicht over de studie binnen de afdeling. Tevens vindt er op deze dag een excursie plaats naar Philips Roermond. 17 februari De deelnemers aan de PTT-excursie brengen een bezoek aan Lopik en aan de Rolzaal in Den Haag. 18 februari Wederom bezochten een aantal abiturienten de afdeling. Op dezelfde dag was er een excursie naar het Demonstratielaboratorium van Philips te Eindhoven. 25 februari Derde abiturientendag. Tevens is er op deze dag een excursie naar Smit-Nijmegen. 3 maart De Thor-ledenborrel, een maandelijks terugkerend festijn, mocht zich in een behoorlijke belangstelling verheugen.
26
6 maart De eerstejaars, maar ook vooral hun ouders maken op de Openhuisdag nader kennis met de afdeling. 10 maart Er vindt een excursie plaats naar Geldrop teneinde enige bijdragen te aanschouwen, die Philips Ievert tot de bouw van de Astronomische Nederlandse Sateliet. 19 maart Gedurende de excursie naar de Hoogovens komen de regeltechnische aspecten van warmbandwalserij li aan de orde. 1, 2, en 3 april De eerstejaars-excursie naar Belgie is een jaarlijks terugkerend evcnement. Dit jaar werden bezoeken gebracht aan: Bell te Antwerpen, de N.M.B.S. te Brussel, en ACEC te Charleroi. Het slotdiner vindt in Hasselt plaats. 8 april Excursie naar Nepakris te Herten. 14 april Het cabaret Ivo de Wijs treed! op i.v.m. de 13e dies van Thor. 15 april Het Medisch Fysisch Instituut te Utrecht wordt bezocht door een dertigtal Thor-leden. 16 april Excursie naar Philips Telecommunicatie Inctustrie te Hilversum. 18 april Op het Thor-diesfeest spreekt prof. Zwikker de feestrede uit. Daarna strooit de Riverside Jazzband haar klanken uit over het helaas kleine aantal aanwezigen. 22 april Een forum waarin de mogelijkheden voor de ingenieur in het bedrijfsleven en bij de overheid worden behandeld, geniet grote belangstelling.
27
29 april De 43e algemene Ledenvergadering. 12 mei Excursie naar de PTT. Bezocht wordt het Dr. Neherlaboratorium te Leidschendam. 20 mei Excursie naar de Amercentrale. 19 juni Het bestuur is aanwezig op het afscheidscollege van prof. Zwikker. 2 t/m 11 juli De Denemarken-excursie is een groot succes. Bezocht worden: Het Philips Forschungslab. te Hamburg, de Danske Signal Industri, de Tuborg Breweries te Kopenhagen, Bri.iel en Kjaer te Kopenhagen, Thridge-Titan te Odense en Danfoss te Nordborg. Het slotdiner vindt plaats in Lent. 31 augustus-! september Introductiedagen voor eerstejaarsstudenten, waaraan ook Thor zijn medewerking verleent. 18 september Het bestuur is aanwezig bij de inaugurele rede van prof. Bekkering. 6 oktober Een goed bezochte Iedenborrel getuigt van een groeiende belangstelling voor Thor, of geldt deze belangstelling misschien voor de borrel. 19, 20, 21 oktober Op deze dagen bezoeken een aantal abiturienten de afdeling om te worden voorgelicht over de studie. 28 oktober Excursie naar het Dr. Neherlab. van de PTT te Leidschendam. 29 oktober De 44e algemene ledenvergadering van de e.t.s.v. Thor. Op deze vergadering wordt het huidige bestuur verkozen en gelnstalleerd. 30 oktober Enkele bestuursleden brengen een bezoek aan Rinus, die als chauffeur a! jarenlang heel wat Thor-excursies heeft meegemaakt.
28
4 november Onder toeziend oog van Philips Elektrologica vindt in Apeldoorn de bestuursoverdracht plaats. 16 november Excursie naar de kernenergiecentrale te Dodewaard. 20 november De voorzitter van de e.t.s.v. Thor is aanwezig bij de inschrijving van de 1000e E-student. 1 december Excursie naar Amsterdam, waar het gemeentelijk vervoersbedrijf bezocht wordt. 8 december Tijdens de ledenborrel in de A.O.R. vindt o.a. de installatie van de J aarboekcommissie plaats. 1971 9 februari Excursie naar het Natuurkundig Laboratorium van Philips, met na afloop de ledenborrel in de A.O.R. 11 februari 45e Algemene ledenvergadering. 2 maart Ledenborrel in de A.O.R. 3 maart Excursie naar het verlichtingslaboratorium op de Emmasingel. 5 maart De jaarlijks terugkerende Openhuisdag is ook deze keer een groot succes. 10 maart Excursie naar de Natron Chemie te Roermond. 17 maart Omdat de vorige excursie naar Philips Elektrologica in Apeldoorn zwaar overtekend was, wordt deze nu herhaald. 23 maart Excursie naar de Amsterdam.
Draka kabelfabrieken
te
31 maart Het onderwerp van de PTT-excursie naar Den Haag was de netwerkplanning. 1 april Sluitingsdatum voor de inlevering van kopy voor het J aarboek '71.
29
Voor het toepassen van elektriciteit als universele energiebron voor KRACHT
LICHT WARMTE INFORMATIE CHEMIE leggen ingenieurs de grondslag bij keurings- en researchwerkzaamheden bij de
ARNHEMSE INSTELLINGEN van de elektriciteitsbedrijven in Nederland
UTRECHTSEWEG 310
30
ARNHEM
TEL.: 085- 457057
Belgie excursie 1970
31
Woensdag 1 april: 's-Morgens, in alle vroegte (± 8.00 u.) vertrokken we met z'n vierentwintigen (19 studenten, 3 wetenschappelijk medewerkers en natuurlijk ,onze" chauffeur Rinus) uit Eindhoven. De grens leverde geen moeilijkheden op en zo kwamen we, na een voorspoedige reis, rond koffietijd, bij Bell-ITI in Gee! aan. Aan de hand van een maquette werden o.a. de diverse produktieafdelingen en hun onderlinge samenhang uit de doeken gedaan. Rond het middaguur kregen we een lunch aangeboden. Het karakter (hiervan) was Belgisch, de kwaliteit prima. Een rondleiding in de fabricagehal leerde ons, wat voor een ontzaJ?lijke hoeveelheid draad er nodig is in een telefooncentrale. Ook werd er een bezoek gebracht aan de computer aldaar. Daarna vertrokken we naar Antwerpen, naar de jeugdherberg ,Opsinjoorke". Onze huisvesting daar voor een nacht gaf nogal wat problemen met de vader. Na een onrustige nacht, met kussengevechten, werden we om klokslag 7.00 u. gewekt met kinderliedjes en een internationaal bevel om op te staan.
Donderdag 2 april: Na een wijle in de bus over de berijpte Belgische wegen gereden te hebben kwamen wij te Brussel aan. Omdat we wat te vroeg waren, moest er door de N.M.B.S. gelmproviseerd worden. Toen we na een half uurtje eindelijk een functionaris tegenkwamen, moest er nog voor kaartjes gezorgd worden. We bezochten eerst het seinhuis van Brussel-Zuid (Bruxelles Midi voor de Franklljons onder ons). Daar werden de beveiligingen uitgebreid uit de doeken geda;,n. Ook brachten we een bezoek aan de dispatching en de algemene kontroleruimte. Hier wordt respectievelijk het op elkaar knallen van de treinen voorkomen, als het onder spanning (3000 V =) komen van lijnen, waaraan gewerkt wordt, tegengegaan. Ons meegebrachte lunchpakket verorberden we in de kantine van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, kortweg N.M.B.S. Een lunch werd niet aangeboden. Een korte treinreis bracht ons naar Brussel-Noord. Ook daar bekeken we de minder uitgebreide seininstallatie. V andaar naar het Spoorwegmuseum, waar veel oude treinen in miniatuur en ook wat echte locomotieven stonden. Onze huisvesting voor deze nacht was iets minder luxueus, maar wei vrijer. Ook deze nacht sliepen we in een jeugdherberg, n.l. Sippelberg. Enkelen gingen de stad en de sneeuw iri, anderen bleven praten met het internationaal gezelschap. Na een onrustige nacht vertrokken we, na op ons tijdschema uitgelo1•en te zijn, door ons te verslapen.
32
Vrijdag 3 april: De taalgrens bracht ons op deze laatste dag in moeilijkheden. Dit bleek meteen al bij onze aankomst te Charleroi bij de A.C.E.C. (Ateliers de Construction Electriques de Charleroi). In het Frans werden we begroet en meteen kregen we een rondleiding (in het Frans), langs enorme draaibanken, generatoren en motoren. Na een goede lunch, die duidelijk een Franser karakter droeg dan de lunch van Bell, o.a. met veel sla, gingen we naar de kabelfabriek. Ditmaal hadden we een Vlaming als rondleider. Ook brachten we een bezoek aan de transformatorenfabriek. Daar zagen we dat er ook nog iets grotere transformatoren zijn dan beltransformatortjes. Intussen was de dag reeds ver gevorderd, en vertrokken we richting Hasselt. Daar aangekomen was het pas half zes, zodat we nog een half uur hadden om sigaretten en chokolade te kopen, voordat het afscheidsdiner begon. Tussen de gangen door staken vele sprekers speeches af. Rond een uur of acht vertrokken we naar Eindhoven. We mogen wel zeggen, dat het een zeer geslaagde excursie is geweest.
Een excursieganger.
33
Evoluon: symboolvan menselijke vooruitgang.
Klein wereldwonder het Evoluon in Eindhoven. Het Evoluon is een "aktieve" expositie, gewijd aan het menselijk vernuft, onze samenleving, de techniek. U, als bezoeker, bent zelf betrokken bij alles wat in het Evoluon gebeurt; z(:If drukt u op de knoppen, zet u apparatuur in beweging, zelf bedient u een tv-camera. In het futuristische, zwevende Evoluon geeft Philips u een beeld van de fantastische mogelijkheden der mensheid.
evoluon "aktie expo" Mens en Vooruitgang .:·.· gesticht door Philips .·. Geopend: dagelijks van 10-18 uur op zon- en feestdagen van 12-18 uur.
34
Denemarken excursie 1970
35
thor ...... .
36
Donderdag 2 juli: Door een jammerlijke vergissing arriveerde de eerste enthousiasteling 35 minuten te vroeg bij het Studentencentrum. Nadat aile 29 deelnemers aangekomen waren, vertrokken we slechts 9 minuten te laat bij slecht weer. Met de vraag: wanneer we koffie gingen drinken, stapte de laatste deelnemer het voertuig binnen in Ellekom. En inderdaad: vijf minuten later werd er koffie gedronken in ,de Sluis" in Dieren. Na een korte lunchpauze vertrokken we om half een met flessegerinkel over de Duitse grens. Als gevolg van het nuttigen van enige pilsjes, zag Rinus, onze chauffeur, zich genoodzaakt om een sanitaire stop in te lassen. Om half zes arriveerden we in Hamburg, waar we na het inwinnen van enige informatie snel bij Hotel Reichshof aankwamen, waar we de maaltijd zouden gebruiken. Daarna op naar een op een pakhuis gelijkend pension, voorzien van de naam ,Rehse". Vervolgens stortten we ons in het nachtleven. (De resultaten van deze excursie zijn wijselijk weggelaten, Red.)
Vrijdag 3 juli: Reeds om 7.45 u. deden enkele lieden de eerste wankele schreden op de ontelbare trappen en gangen van ons riante hotel, op weg naar de ontbijttafel. En het ongelooflijke geschiedde: enkele minuten later zaten we bijna met z'n allen aan de ontbijttafel, waar we constateerden, dat het weer beter geworden was. Nauwelijks een half uur later zaten we in de bus, op weg naar Philips. Na de begroeting bij Philips-Hamburg door Ir. Schot kregen we lezingen over Motorsteuerung (door Dr. Rennicke), J.C.-techniek (door Dr. Meier), en over Frekwenz-analoge Reglungen (door Dr. Klinch). Na vier demonstraties begaf het gezelschap zich naar het Fernseh-restaurant, waar we een uitstekend diner aangeboden kregen door Philips, en wij de nodige ,THOR"-jaarboeken uitreikten. Rinus gaf tenslotte een Hamburg-excursie weg, in de vorm van een rondrit langs o.a. Reeperbahn en Eroscentre. De niet-gei"nteresseerden gingen intussen terug naar het hotel, waar ze werden onthaald op een sche1dtirade, die eigenlijk bedoeld was voor de groep JoegoSlaven, die in grate getale logeerden in hetzelfde hotel.
37
Zaterdag 4 juli: Door een ziektegeval vertrokken we vijf minuten te laat uit Hamburg, en na een voorspoedige reis kwamen we op tijd bij de boot aan, die ons van Puttgarden naar Redby wu brengen. Aan de overkant werd direct de eerste Deense maaltijd gebruikt. Na stug doorrijden kwamen we om 5.15 u. in Kopenhagen aan. We begaven ons direct naar het D.I.S.-Student-Hostel. Voor de zieke werd een dokter gehaald, die griep constateerde en medicijnen verstrekte. De rest gebruikte de maaltijd en maakte kennis met onze gids, Liesbeth ManicusHansen. Des avonds laat zochten we onze stapelbedden op, waar enkele andere Nederlanders in bleken te liggen.
Zondag 5 juli: Ook deze dag begon weer moeizaam. Er werd besloten om een rondrit te houden door Kopenhagen (o.m. langs de ,lille Hafrue" Zeemeermin). Om twee uur werden we gedropt bij de boot naar Zweden. Een deel ging per vliegboot, de rest met de normale boot. Onderweg gingen we ons te buiten aan het Deense eten, en drinken. In Zweden bleek weinig te beleven, zodat we spoedig de terugtocht aanvaardden. De terugkomst in Denemarken was verwarrend, omdat de bus was blijven hangen bij de Nederlandse Marine. In paniek namen enkele mensen een taxi, wat onnodig was, omdat reeds enkele minuten later Rinus arriveerde en dus allen op tijd voor het diner ,thuis" waren.
=
Maandag 6 juli: De zieke bleek deze dag vrijwel hersteld door de heilzame lectuur. Onder een stralende heme} vertrokken we naar Dansk Signal Industri. We arriveerden vijf minuten te laat, omdat we de weg kwijt waren geraakt. Na de rondleiding aten we smSilrrebrpd. Volledig op de hoogte van alles wat stoplichten betreft, vertrokken we om twee uur naar de T.H. te Lyngby. Daar Liesbeth voortdurend werd afgeleid reden we 25 km om, alvorens te arriveren op de plaats van bestemming. Op de T.H. werd ons iets getoond van het onderzoek op het gebied van antennes en de akoestiek. Na een lezing over de diktebepaling van ijs gingen we naar hun studentencentrum, wat geheel anders van opzet is dan het onze: Het enorme gebouw bevatte o.m. de kamers van de studenten en een enorme boekhandel. Opvallend was, dat er slechts een studentenvereniging was. 38
Dinsdag 7 juli: Iedereen verscheen in een zeer opgewekte stemming aan het ontbijt, dit door het vooruitzicht op de excursie naar Tuborg Breweries Ltd. Na een rondleiding van 40 minuten deed ieder zich tegoed aan Tuborg Exportbier. In een n6g betere stemming, dan waarin we er aangekomen waren, vertrokken we naar de woning van onze gids. Na dit Deense huis bezichtigd te hebben, ging ieder zijns weegs. 's A vonds gingen de meesten nogmaals op de boot naar Zweden, om economische redenen: taxfree pils.
Woensdag 8 juli: In aile vroegte werden de slaapzalen ontruimd, en om half tien gingen we op weg naar Briiel & Kjaer te Naerum, een bedrijf dat electronische meetinstrumenten vervaardigt. We waren iets te vroeg en daarom gingen we trimmen in de bossen. Om kwart over tien werden we ontvangen door de heer L. B¢rresen, die een lezing hield over het bedrijf. De rondleiding was erg interessant, maar iets te lang. Dit werd snel vergeten door de uitstekende maaltijd die ons aangeboden werd. Daarna vertrokken we naar Odense. De reis werd nog onderbroken voor een overtocht over, en een duik in, de Grote Belt. Door de vertraging die er door deze laatst genoemde happening ontstaan was, moest Rinus flink op het gaspedaal trappen. Toch zaten we nog om zeven uur aan het diner in hotel Ansgar, waar we zouden overnachten.
Donderdag 9 juli: Ook in Odense had men bij het ontbijt als enig broodbeleg de ons nu wei de keel uithangende marmelade. Echter sommigen slaagden er toch nog in om een hap door hun keel te krijgen. Deze dag zouden we 11hrige-Titan bezoeken, een bedrijf dat o.a. electromotoren vervaardigt. w,e werden goed ontvangen door de heer Parker. Direct hierna deden we ons te goed aan sm¢rrebr¢d. De heer Parker hield hierna een lezing. Theoretisch geheel op de hoogte gingen we de productie van kleine motoren bekijken, waarbij het ons was toegestaan om te fotograferen, er werd druk gebruik van gemaakt. Niet aileen de machines maar ook de werkneemsters werden op de korrel genomen. Daarna gingen we het standbeeld van THOR vereeuwigen, waarbij we tevens afscheid namen van orrze charmante gids Liesbeth. Vervolgens op naar Nordborg. Daar werden we op geweldige wijze ontvangen door Danfoss. We Werden ondergebracht in een zeer riant hotel: ,N¢rherredhus", waar ons direct een uitgebreid en uitstekend diner werd aangeboden. 39
Tijdens dit diner maakten we kennis met een groot aantal Danfoss-mensen, die ons zouden begeleiden. Er werd een film vertoond over Danfoss en haar producten. Na afloop kaarten we na onder het genot van koffie en echte Franse Cognac. Laat gingen we naar bed.
Vrijdag 10 juli: Voor de eerste keer in negen dagen werd er iets anders bij het ontbijt geserveerd dan marmalade. In snel tempo werd ons iets verteld over thermostaten, pressostaten en automatische afsluiters. Daarna raceten we door het bedrijf. Inmiddels was het al twaalf uur, zodat wij een ,boterhammetje" gingen eten in het hotel, wat een hele ervaring was (er werd o.a. kaviaar geserveerd). Ook proefden we de Deense Akvavit. Daarna brachten wij een bezoekje aan het Technical Institute. Hier werd iets verteld over schakelaars en motorstarters. Na enkele verfrissingen namen wij afscheid en vertrokken richting Hamburg, naar hotel Hagemann. De verleiding van het Duitse bier, dat goedkoop was, en ... de Reeperbahn was groot dat velen zich te buiten gingen.
w
Zaterdag 11 juli: Deze dag verliep rustig, niet in het minst door de voorafgaande nacht. Zonder moeilijkheden kwamen wij te Lent aan. Hier volgde een laatste opleving in de vorm van het slotdiner. Er werd driftig gegeten, gedronken en gesproken. Bovendien werd er aan enkele mensen enig geestrijk vocht overhandigd, hetgeen zeer op prijs gesteld werd. Tenslotte moesten we naar Eindhoven terug.
40
Lift en
42
LIFTEN ,Denkend aan 't liften zie ik vele auto's traag in oneindig-lange files voorbij gaan ... ", wat Marsman in riviertjes zag, ziet menig jongmens in die files; in beide gevallen een zich voor de toeschouwer kosteloos voortbewegende materie, zij het dat het laatste veel sneller gaat, en daar gaat het de lifter nu juist om. Want hoe kun je je snel en voor niets het beste verplaatsen: zoek met je neus een koolmonoxydekanaal en wees bereid deze karakteristieke geur voor een bepaalde tijd in te ademen terwijl je van je arm een uithangbord hebt gemaakt. Toch moet het Iiften niet puur als ,vervoermiddel" worden gezien, zoals bijvoorbeeld het dure altematief de Nederlandse Spoorwegen. Er zit voor de echte Iiefhebber wei zeker een soort sportelement in, hoewel dit sportelement soms ver te zoeken is. In het geval van kou en regen bijvoorbeeld wordt er heel wat afgebaald. Het ,samen balen, ja ge,zellig" gaat dan niet helemaal meer op, want je staat naarmate je met meer man in de berm vertoeft Ianger op je lift te wachten. De automobilist is om verschillende redenen eerder geneigd een bermfiguur mee te nemen dan meerdere van Iaatstgenoemde exemplaren. Het beste sta je dus aileen Iangs de weg. Ofschoon de duim voor de lifter gemakkelijk is, ziet de automobilist Iiever een bord. Vaak hoor je de uitspraak: ,Als je geen bord had gehad dan was ik niet voor je gestopt". En terecht, de kans dat de automobilist voor niets stopt is dan altijd vrij groot. Bij het Iiften op wegen die kwa bestemming slechts een mogelijkheid bieden ligt dit natuurlijk anders. De borden die de echte lifter bij zich heeft kunnen van het wegwerp- of permanente type zijn, de Iaatste al dan niet met verwisselbare opschriften. Het wegwerptype is meestal een stuk bekladderd materiaal waarop met enige moeite een plaats- of provincienaam te ontcijferen is. Heeft een lifter met zo'n bord eenmaal een lift gekregen dan mikt hij dit meteen weg; bij toe- en afvoerwegen kan men ze dan ook regelmatig in de 'berm zien liggen. Van de borden van het permanente type komt men de prachtigste exemplaren tegen. Meestal is het een opvouwbaar stuk karton met daarop de naam van de verlangde bestemming. Je ziet dan exemplaren die niet voor een echt plaatsnaambord onderdoen. ,Universele" liftborden ·- liftborden met verwisselbare opschriften - bestaan ook weer meestal uit een stuk karton met elastiek of plastiek erover (dat laatste voor de lifter in de regen) waaronder een exemplaar zit van een losbladige verzameling plaatsnamenpapiertjes. Ofschoon je het beste alleen kunt Iiften, is het soms onvermijdelijk dat je gezelschap van medelifters krijgt. Vaak ervaren lui, anders kwamen ze niet naar dat uitgekiende Iiftplekje. Enerzijds is het dan jammer dat je het alleenrecht op de Iiftplaats moet prijsgeven, anderzijds ontstaat er vaak een bepaald solidariteitsgevoel dat groter is naarmate de bestemmingen meer overeenkomen. Soms ontaardt dit in een vriendschappelijke rivaliteit van: ,wie is er eerder, jij of ik?" Er zijn echter ook lifters die weigeren het alleenrecht op hun Iiftplek prijs te geven en die vinden dat je maar ~ergens anders moet gaan staan. Deze Iaatste categorie lifters is gelukkig in de minderheid.
43
Stel je wilt op een gegeven moment naar Boerekoolstronksteradeel en dat mag niet vee! kosten. Je hebt dan een prachtig bord ,B'-steradeel" gemaakt en je gaat op een plaats staan langs de weg, via welke de meeste automobilisten die ook naar Boerekoolstronksteradeel moe ten deze gemeente plegen te bereiken. J e hebt als geeigende plaats om te liften een op- of afrit opgezocht, een huispunt met stoplichten of een andere plaats waar automobilisten doorgaans langzaam voorbij rijden en gemakkelijk kunnen stoppen. Bij voorkeur ga je v66r het bord ,Autoweg" staan, omdat je als voetganger nu eenmaal een autoweg niet mag betreden. Bij een groot liftersaanbod doet het verschijnsel zich voor dat de automobilist stapvoets langs de schare uithangborden rijdt en tersluiks de daaraan bevestigde lifters aanschouwt. Het uiterlijk van de liftman is vaak van doorslaggevende betekenis of hij meegenomen wordt of niet. (Boschdijk!) Want zoals sommige lifters ervaren zijn in het krijgen van een lift, zo zijn sommige automobilisten ervaren in het uitzoeken van die lifter, waarvan hij vermoedt dat deze de meest interessante gespreksstof voor onderweg in petto heeft. Immers, de meeste automobilisten nemen lifters mee om onderweg gezellig mee te kunnen kletsen en zodoende de stilte in zijn cockpit te verbreken. Het gebeurt dan ook meestal. dat zodra je ingestapt bent de autoradio uitgaat om elkaar bij voorbaat al beter te kunnen verstaan. De automobilist, die jou langs de weg laat staan, doet dit, omdat hij vindt dat studenten geld genoeg hebben om met de trein te gaan. Of misschien is hij bang, dat hij onderweg een knuppel in z'n nek zal krijgen. Misschien ook durft hij het risiko van lifters meenemen niet aan: als om een of andere reden de lifter bij een ongeluk gewond raakt, kan hij de kosten op de automobilist verhalen, die voor dergelijke gevallen vaak niet verzekerd is. In 't kort komt liften hier op neer: het is een mooie sport, waarbij ontiegelijk veel te beleven valt en je op de koop toe gratis verplaatst wordt over elke afstand en in elke richting. Op bruiloften en partijen kun je puttend uit je liftervaringen hele volkstammen zoet houden met het vertellen van anekdotes. Tot ziens in de berm,
twee bermtoeristen.
44
Een hospita uit velen ....... .
\\' \-,\ '
'-
46
' \
·..
\,
'.
,Jan, Jan hij doet het, hij doet het!!" hoorde ik een gesmoorde stem roepen en toen ik haar kamerdeur open deed zag ik een enorme aswolk op de plaats waar de kachel placht te staan, en te oordelen naar het benauwde kuchen moest zij er ergens in zitten. Tuss,en haar vreugdekreten door hoorde ik bovendien het geknetter van vuur en het loeien van een stofzuiger, die in dit geval als stofblazer was ingeschakeld. Dergelijke dingen kon je van haar verwachten, maar het was steeds iets anders, iets nieuws. Toen de tv kapot was deed ze 's nachts geen oog dicht. Het toestel, dat aileen Ned. I kon verwerken, maar desondanks iedere avond de duistere kamer wat extra verlichtte, kreeg z'n signaal uit een versleten lintkabel-dipool die aan het plafond bungelde. Op het dak stonden echter wei drie antennes die haar toebehoorden en praktisch aile geschonken waren door vertrokken bovenburen. De gedrochten waren a! zo aangetast dat de minste demontage het onherroepelijke einde van de desbetreffende antenne zou betekenen. De bovenbuurman en ik besloten een dak-expeditie te ondernemen naar de ,woestijn der antennes" teneinde een nog onbezet Ned. I dipooltje op te sporen. Toen we bezig waren de gevonden antenne in ere te herstellen werden we opgeschrikt door haar dringend geroep. ,Jannen, hallo ik zie jullie, ik sta hier!" Dat ,hier" moesten we hoger zoeken dan we hadden verwacht. Aan de overkant van de straat had ze zich op legale wijze een toegang verschaft tot het balkon van een voor ons op gelijke hoogte gelegen flat. Gedurende het overgrote dee! van de tijd die de operatie in beslag nam, heeft ze ons daar vandaan toe staan juichen met het gevolg dat menig hoofd omhoog werd geheven. We konden weer tv kijken; zij gezeten in haar eigen stoel in het hoekje bij de kaohel, diagonaalsgewijs tegenover de tv en achter de ronde tafel, wij in de resterende stoelen, waarmee meteen de belangrijkste meubelstukken in haar kamer zijn genoemd. Keek ze geen tv dan werden de patiencekaarten tevoorschijn gehaald; de a! wat slappe stukjes karton verkeerden in een dusdanige toestand dat menige huisvriend ze a! eens in de vuilnisemmer had gegooid. Je moest niet gek opkijken als ze de volgende dag weer op tafel lagen. ,Nieuwe kaarten glijden niet lekker" was dan het kommentaar. Soms ging ze een week of wat weg; je wist nooit voor hoe had twee studenten op kamers) dan wei om de andere dag Het kommentaar op die kaarten vormde een reeks kreten polatie vrij nauwkeurig het moment van haar terugkomst te
lang, we kregen (ze een kaart van haar. waaruit door extravoorspellen was.
Een enorme drumsolo op je deur zorgde er voor dat je 's ochtends op tijd wakker werd. Je plakte op je deur een briefje met het tijdstip waarop haar optreden verlangd werd. Het gevolg van dit systeem was dat je a! gauw een reeks briefjes met verschillende wektijden in voorraad had. Soms hoorde je haar a! aan komen sloffen, hoe sneller dat sloffen ging des te groter was de kans dat je het eerste college a! niet meer haalde. ,V1ug, opstaan joh, het is a! acht uur geweest", het liep dan a! vaak tegen half negen. In de zomermaanden kwam ze altijd keurig op tijd, een beetje te keurig 47
50
Wie, wat, waar?
51
Adressen van hoogleraren e1 vloer groep hoogleraar
secretaresse
kamer fotonr.
mevr. A. H. StoffeleNieuwenhuizen
11.19 * 1*
12
11 ECA
10.13
10 ECC prof. B. van Dijl mej.G. To!
10.14 * 2* 9.18
9 ECB prof. A. Heetman mevr. J. M. van der SchootLathouwers mevr. A.W. M. StoelingaBuskens
9.17 * 3* 9.06 * 4*
prof. H. van de Weg 8 EEB
8.17
prof. J.J. Zaalberg van Zelst mej. G. A. A. E. Claessens
7.06
7 EEA prof. L. J. Tummers
7.18
prof. H. Groendijk
6 EV 5 ETB
8.18 * 5*
mevr. A. M. Bogaertsvan de Wildenberg
7.19 * 6*
mej. A. van der Linden
6.04 * 7* 5.18
prof. H. J. Butterweck mej. M.P. Verhoeven
5.19 * 8*
ETA Prof. H. Bremmer
5.14
3 ERA prof. D. H. Bekkering
3.19
4
3.19
prof. C. E. Mulders mevr. W. L. MutsersAkroyd
3.17
ERB prof. P. E. Eykhof 2
52
3.20 * 9*
mej. E. Sanders
3.16 *10*
ecretaressen in de Elektrogebouwen vloer groep hoogleraar
secretaresse
kamerfotonr.
bibliotheek mej. M. C. J. van de Witten boer mej. F. B. F. van den Broek EG
prof. L. H. T. Rietjens
H
1.02 *12* 1.14
mej. A. van Amelsfoort EO
1.02 *11*
prof. K. J. H. Stigter
1.15 *13* 1.16 H.06
prof. L. H. T. Rietjens afdelingssecretariaat mej. E. Krol
H.08 *14*
mevr. E. C. B. M. Goemans- H.08 *15* Luybregts H.09
prof. C. E. Mulders afdelingsbureau mevr. J. M. Damen-Aarts
H.07 *16*
studentenadministratie H.02
dhr. F. A. L. F. Witteveen mevr. A. P. H. Middendorp
H.02 *17*
mej. H. M. M.P. v. Keulen
H.02 *18* H.04
kapitaalsdienst Gebouw voor elektrische energietechniek EH
02.17
prof. D. Th. J. ter Horst mej. L. F. P. A. van den Akker
02.18
*19*
Elektromechanicahal EM
prof. H. C. J. de Jong
EH.l4
prof. J. G. Niesten
EH.l6 mevr. E. M. A. B. EH.l5 *20* Groenenberg-Heesterbeek
53
19
54
.
55
telecommuntcal:te A telecommuntcotte C telecommuntcdtle
e/ekt.rontCd
B
:8
eleld::ronrc,s A
prakt.1ca theor. e/eU.ro-l:.echntel<
meten en regelen
omzetl:rn
Stud. huro
elektrotnechd n
56
1
co
thor
b 1 b Ito thee k sf.ud.
Cldm.
dtd.!
57
Waar ter wereld elektrische energie wordt opgewekt, getransformeerd en in kracht, warmte of Iicht wordt omgezet, daar treft men veelvuldig BROWN BOVERI installaties aan. Dit vormt het bewijs voor de betrouw.. baarheid van BROWN BOYER! produkten, die een reputatie hebben op elk 'gebied der elektrotechniek.
BROWN BOVERI VOOR BETROUWBAARHE/0
IN ELEKTROTECHN/f.K
ELECTRICITEIT MAATSCHAPPIJ ELECTROSTOOM N.V. ROTTERDAM - POSTBUS 301 - TEL. 180280
58
Nu ..... 62
Straks .....
1)
DE NIEUWE HOOGSPANNINGSHAL
In de oorspronkelijke opzet, de nieuwe hoogspanningshal begin 1970 te kunnen betrekken, is men niet geslaagd. Men verwacht nu de hal binnen twee jaar bedrijfsklaar te hebben. De nieuwe hal beslaat een oppervlakte van 18 bij 23 m. en is 14 m. hoog. Zoals ook in de oude hoogspanningshal wordt de wetenschappelijke staf en de administratie in ombouwetages gehuisvest. De drie groepen. die de nieuwe hal gaan betrekken, te weten: direkte energieomzetting, opwekking en beveiliging en hoge spanningen/hoge stromen hebben ieder een eigen laboratorium. Wat de laatste groep betreft, het gedeelte hoge stromen zal gehuisvest blijven in de oude hoogspanningshal, waar batterijen zullen worden opgeste1d om stromen op te wekken tot lMA bij 1kHz. In de nieuwe hal zal men in het 1aboratorium voor hoge spanningen speciaal ontwikkelde transformatoren van max. 3MVA opstellen, die spanningen tot 2,5MV kunnen opwekken. Er kunnen zowel binnen als buiten experimenten gedaan worden; daartoe zal eventueel een lijn naar het vrije veld aangelegd worden. Bovendien is het de bedoeling dater aan 12 objekten gelijktijdig gewerkt kan worden, waarbij gedacht wordt aan 8 studenten. In het laboratorium voor direkte energieomzetting zal onderzoek gepleegd gaan worden aan een magnetohydrodynamische generator voor vermogens van 1 a 3 MW. 2)
EEN NIEUWE E-HOOG OF EEN NIEUWE E-l.AAG?
Om de verwachte toename van het aantal elektrostudenten te kunnen opvangen wordt er door de bouwcommissie van de afdeling op dit moment gewerkt aan de plannen voor een nieuw elektrogebouw. Dit gebouw krijgt een oppervlakte van 9000 m~ en zal in 1978 of 1979 klaar zijn. Of het hoog- of laagbouw wordt, is nog niet beslist. In het nieuwe gebouw zal gehuisvest worden de totale groep meet- en regeltechniek, de groep meet- en regeltechniek van de afdeling Natuurkunde en de groep digitale technieken ECB. Ook zal het gebouw voordrachtszalen en een afdelingsbibliotheek gaan bevatten.
63
Historie en prognose van het aantal E · studenten
65
HISTORIE
Generatie
'57 '58 '59 '60 '61 '62 '63 '64 '65 '66 '67 '68 '69
1957
87
'70
75
67
57
56
50
40
27
14
7
4
4
3
98
86
61
54 54
44
31
17
12
7
4
2
101
79
67
59
57
53
33
23
13
9
6
3
76
67
70
61
42
19
15
10
7
139 109
89
79
79
75
67
51
31
31
137 106
91
87
88
84 60 44
23
86
75
47
165 133 118 105 101
91
71
1965
167 133 110 101 100
92
1966
158 135 110 103
95
1967
147 121
99
93
1968
. 210 181
143
1969
. 239
201
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964
1970 TOTAAL
66
114 89
. 175 131 109 104 97
2
217 87 173 254 311 405 485 578 647 700 760 788 872 984 1008
PROGNOSE
Generatie
'71
'72
'73
'74
'75
'76
'77
'78
'79
'80
1957 1958 1959
2
1960
3
2
1961
8
4
3
1962
12
8
4
3
1963
30
16
11
5
4
2
1964
45
28
15
10
5
3
2
1965
72
45
28
15
10
5
3
2
5
3
1966
87
68
43
27
14
9
1967
88
81
63
40
25
13
9
4
3
1968
132
126
116
90
57
36
19
13
6
4
1969
163
151
143
131
103
65
41
22
14
7
2
1970
182
148
137
130
119
93
59
37
20
13
1971
271
228
184
171
163
149
117
73
46
24
286
240
194
180
172
157
123
77
49
198
160
149
142
130
101
64
242
203
165
152
145
133
104
282
237
192
178
169
155
321
270
218
202
193
278
225
209
342
287
233
352
296
1972 1973
236
1974 1975 1976 1977
331
1978 1979 1980 TOTAAL
362 1096
1192
1224
1257
1326
1419
1499
1568
1637
1714
67
Voor 1\et st\ldie.;aar1970 ingucnreve" voor net volledi9 onder wii Rithf•n9 ·. EtE¥.
Generatie ·.196 9
68
Problematiek rond een internationaal digitaal data net Jr. J. van Egmond Dr. Neher-Laboratorium Leidschendam In dit artikel worden enige niet-technische aspecten van de ontwikkelingen op het gebied van digitale datanetten toegelicht. Hoewel dit zeer actuele onderwerp nog vele mogelijkheden biedt voor zuiver technisch wetenschappelijk onderzoek, is het voor toekomstige ingenieurs nuttig het technisch menu ook met deze problematiek uit te breiden.
69
1. Computernetwerken
Datatransmissie is mogelijk via bestaande telefoon- en telexlijnen met behulp van aanpassingsapparatuur, de datamodems. Met deze technieken zijn reeds verscheidene computernetten opgebouwd. Zo'n net is een logisch gevolg van de voortschrijdende automatisering, hetgeen met de volgende voorbeelden wordt aangetoond. De KLM kon met een computersysteem aile gegevens van het bedrijf en hun mutaties doelmatig verwerken. Dit systeem had allerlei randapparatuur in zijn directe omgeving. Voor een nog doelmatiger systeem, b.v. voor de reserveringen, volgde alras het plaatsen van dergelijke randapparaten (terminals) op plaatsen waar vee! boekingen worden verricht, zoals op de KLM-kantoren te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Deze terminals zijn via telefoonlijnen met het centrale systeem op Sohiphol verbonden. Op deze wijze is een computernet ontstaan, dat men aanduidt met een eerste generatie computernet. Zo'n net ziet er stervormig uit. Andere luchtvaartmaatschappijen hebben eveneens dergelijke netwerken en uiteraard zal de doelmatigheid van hun reserveringssystemen nog beter worden door een koppeling tussen die systemen. Die koppeling is er inmiddels via het SITA High Level Network, een message-switching-net ten dienste van de bij de Societe Internationale de Telecommunication Aeronautique aangesloten luchtvaartmaatschappijen. Een dergelijke configuratie noemt men een tweede generatie computernet. Het karakter van zo'n net is niet meer stervormig. SITA-HLN verbindt nu acht steden, waarvan zeven in Europa en de achtste in de VS (New York), met behulp van 2400 bps data-huurlijnen. Een tweede voorbeeld van een tweede generatie computernet is het ARPA-net in de VS. Dit net verbindt de computersystemen van 20 universiteiten en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor computer-sharing (gebruik andermans computercapaciteit) en resource-sharing (gebruik andermans informatie-opslag). Dit net bestaat op het ogenblik uit vijftien schakelpunten, elk bestuurd door een IMP (Interface Message Processor). Tussen deze IMP's en de computersystemen van de gebruikers opereert men met message-switching en ved uiteenlopende snelheden. Tussen de IMP's onderling past men packet-switching toe. De transmissie tussen de IMP-stations geschiedt met 50 kbps primaire groepverbindingen. In de door A TT geleverde primaire groep-datamodems zit tevens een telefoonkanaal. Deze extra faciliteit is volstrekt overbodig gebleken. In de gevallen, waarbij mondeling contact tussen twee IMP-stations nodig was, bood een geschakelde telefoonve11binding voldoende uitkomst. Ook in Nederland zal het gebruik van computernetten sterk toenemen. De bankorganisaties willen met behulp van zo'n net sneller de aan de loketten aangeboden mutaties verwerken. Dit vereist een koppelnet tussen de bij- en hoofdkantoren en tussen de systemen van de verschillende banken. Hetzelfde geldt uiteraard voor PTT met zijn groot aantal postkantoren. Een dergelijk net tussen de magazijnen van een groot bedrijf, of van een hele bedrijfstak, zal de efficiency van voorraadbeheer ten goede komen. Dat dit geen over-
70
bodige luxe is, getuigt de (nare) ervaring van het Philips-concern in 1970, toen bleek dat de voorraadvorming uit de hand was gelopen. Met deze voorbeelden is getracht duidelijk te maken, dat dergelijke systemen noodzakelijk zijn of zullen worden. Evenzeer als de computer perfecte uitkomst biedt voor het probleem van de massale papierwinkels zoals boekhoudingen, zullen computernetten onontbeerlijk blijken te zijn als hulpmiddel zowel voor een betere dienstverlening als voor het management.
2. Taak PTT
Deze ontwikkelingen vragen van PIT goede transmissiefaciliteiten. Ret is bekend, dat het huidige telefoonnet onvoldoende kwaliteit en mogelijkheden biedt voor datatransmissie: lange opbouwtijden, beperkte snelheden, slechte foutenkans, vee! storingen. Ret telefoonnet is uiteraard ontworpen voor telefonie en het grote kwaliteitscriterium hierbij was de verstaanbaarheid. Ret ontwerpen van een goed datanet kan een enkel land niet in zijn eentje uitvoeren. Immers, het gebruik van zo'n net zal voor een groot dee! ook internationaal zijn. De,ze studies worden dan ook verricht in de studiegroepen van de internationale commissies CEPT (Conference Europeenne des Postes et des Telecommunications) en CCITI (Comite Consultatif International Telegraphique et Telephonique). In diverse Ianden zijn reeds studies verricht en plannen gemaakt voor een nationaal en hopelijk ook internationaal geschakeld digitaal net ten behoeve van het koppelen van computersystemen. De meningen zijn echter te zeer verdeeld om op korte termijn duidelijke internationale richtlijnen te verwachten voor de opzet van zo'n net. Ret grote probleem hierbij is de vraag, wat de gebruiker wil, wat de behoeften zijn. Daarnaast vormen nationale belangen een groot struikelblok. Nationale omstandigheden verschillen aanzienlijk van land tot land, waardoor een bepaalde aanpak, die in het ene land zeer economisch is, moeilijk aanvaardbaar is voor andere Ianden. Behalve bovengenoemde standaardisatie in de internationale netvlakken, wordt zo langzamerhand unaniem onderkend, dat standaardisatie aan de lokale uiteinden van het nieuwe digitale net op zijn minst even belangrijk is. Tot nu toe waren dit voor het telefoon- en telexnet nationale aangelegenheden, die niet voor internationale standaardisatie in aanmerking kwamen. Dit betekent, dat op het scheidingsvlak tussen abonnee en datanet, de abonnee-interface, in elk geval de volgende punten internationaal moeten worden afgesproken: datasnelheid, signaleringscode en -procedure, aantal snelheden, synchronisatie met het net en testfaciliteiten. Ook van de fabrikanten van eindapparatuur wordt geeist, dat zij tot een vergaande standaardisatie van hun apparatuur moeten overgaan. Vooral van gebruikerszijde wordt hier meer en meer op aangedrongen, terwijl ook bij de fabrikanten enig begrip hiervoor wordt gesignaleerd. Tot nu toe bestaat een enorme diversiteit in apparatuur van v,erschillend fabrikaat. 71
(a.s.) ingenieurs {elel
Communicatie maakt van onze wereld een dorp, profeteert Me Luhan. Aan de totstandkoming van die 'global village' werkt de PTT danig mee. U mag de gestileerde posthoorn in ons embleem dan ook rustig zien als een bazuin van de nieuwe tijd, waarin geavanceerde technieken ons tot in de melkwegstelsels doen doordringen. Voor alerte wetenschapsmensen liggen er dan ook vele werkterreinen braak bij de PTT. Research in communicatie en de praktische verwezenlijking daarvan is namelijk van oudsher onze opdracht.
72
De PTT tijdens uw studie. Het is mogelijk om nog tijdens uw studie kennis te maken met de PTT. Tenslotte kan tijdige orientatie nooit kwaad. Bovendien kan de PTT een behulpzaam contactadres zijn voor het uitlenen van literatuur. Voor bemiddeling bij stages. En voor het organiseren van bedrijfsorientaties of excursres. Altijd gemakkelijk. Zelfs het contact opnemen. Gewoon even een kaartje op de bus. Dienst Onderwijscontacten, Antwoordnummer 2500, ·s-Gravenhage (geen postzegel).
De PTT en uw loopbaan. De PTT biedt talrijke mogelijkheden. Uw carriere kan beginnen in de research (dr. Neher laboratorium te Leidschendam). In het ontwikkelingswerk, projectering of planning. Of in managementfuncties. Bovendien wordt door de PTT bewust aandacht geschonken aan een gedegen introductie in het bedrijf. Evenals aan een systematische planning van uw carriere, met wisseling van functies en faciliteiten voor verdere ontplooiing. Het spreekt vanzelf dat de PTT open
staat voor uw eigen wensen inzake loopbaan en plaatsing. Ge"interesseerd? Neem dan even contact op met de Centrale Afdeling Hoger Personeel, Antwoordnummer 2424, 's-Gravenhage, (geen postzegel). Tevens zal deze afdeling u gaarne de brochure 'lngenieur bij de PTT' op aanvraag toezenden.
CENTRALE DIRECTIE
710b001
73
Het a! eerder genoemde probleem van de PTT-administraties is, dat zij nog niet weten, welke datamogelijkheden de klant nodig heeft. Het standpunt, dat PTT aan elke eis van de gebruiker moet voldoen en dat daarom de klanten maar moeten vertellen hoe ze het hebben willen, is niet houdbaar. Wat weet de gebruiker immers van de economie en de mogelijkheden van een openbaar datanet? Samen met de gebruiker moet PTT komen tot enkele standaardoplossingen, die aan een redelijk deel der eisen voldoen en een economische opzet mogelijk maken. De abonnees, die van deze standaard-oplossingen willen afwijken, zullen hiervoor ook extra moeten betalen. Deze discussie tussen PTT en gebruiker is internationaal reeds op gang gekomen en heeft a! enig resultaat opgeleverd. 3. Eigenschappen van een nieuw datanet Dank zij bovengenoemde discussies zijn de verlangens van de gebruiker en de doe!stellingen van een datanet dichter bij elkaar gekomen. Het hoofddoel van de gebruiker is een steeds grater wordende doelmatigheid, waarbij de totale kosten voor teleprocessing de bepalende factor is. Enige belangrijke aspecten voor de gebruiker zijn: a. Lage foutenkans. Een maximum van 10- 0 voor een verbinding !ijkt op dit moment een redelijk compromis. Dit betekent dat voor de diverse netgedeelten naar een maximale foutenkans van 10-7 moet worden gestreefd. (Vergelijk het dempingsverdelingsplan in het telefoonnet met een z.g. ,error rate"verdelingsplan in dit datanet). b. Vrijheid van de datacode. Op dit punt is nog veel discussie. De consequenties hiervan op de benodigde signalering zijn nog niet volledig bekend. c. Snelle verbz'ndingsopbouw. Een eis van ca. 100 msec is haalbaar met nieuwe technieken. d. Datasnelheden. Men is er a! van overtuigd, dat een goede en beperkte selectie van snelheden de gebruiker me.er ten goede komt, dan een volledige vrijheid. Hoe meer snelheidsklassen, des te groter wordt de diversiteit in multiplexers, schakelmatrices, e.d. Een goede indeling zou kunnen zijn: 1. telex-klasse: voor 50 boud en 200 boud telegrafie-achtig verkeer, meestal start-stop; 2. Low speed data; 2400 bps synchroon; 3. medium speed data: 9600 bps synchroon; 4. high speed data: 48000 bps synchroon; 5. mega speed data: 2 a 6 Mbps synchroon. e. Synchronisatie. Het gebruik van de hogere datasnelheden is hoofdzakelijk gebaseerd op synchroon bit-transport. Daarom vragen de gebruikers (ISO International Standardization Organization) om synchrone snelheden en hebben zij geen bezwaar, dat het datanet de klokfrequentie bepaalt, wanneer dit economisch is en mits dit internationaal is vastgelegd. f.
74
Eenvoudige interface. Zowel PTT als de gebruikers trachten in hun oplossingen de interfaceprocedure en -apparatuur zo eenvoudig mogelijk te houden.
Hoewel de studies nog lang niet zijn afgerond, worden nu reeds enkele concrete uitgangspunten zichtbaar. Meer en meer raakt men ervan overtuigd, dat digitale synchrone transmissietechnieken de basis zullen vormen voor het transmissienet. De invoering van PCM-technieken voor telefonie duidt hier reeds op. Bovendien zal het zeer economisch zijn, wanneer het net nationaal en internationaal een synchroon karakter heeft. Over dit laatste punt zijn de meningen nog zeer verdeeld. Vooral omdat men er vanuit gaat, dat een volledige netsynchronisatie aileen voor datatransmissie is vereist en dat digitale telefonie geen last heeft van slip in een asynchroon geschakeld net.
Onder slip wordt verstaan het weglaten of toevoegen van bits ten gevolge van het ongelijk !open van centrale klokfrequenties, en van de variaties in transmissielooptijden. Dit ongelijk !open kan men tot een minimum beperken door gebruik van Cesium-klokken, die zeer economisch blijken te zijn. Ook zijn er oplossingen voor het opvangen van de looptijdvariaties door kabeltemperatuurschommelingen met behulp van diverse buffertechnieken.
4. Slotopmerkingen
In het voorgaande zijn enige bijzondere aspecten belicht van ontwikkelingen in de zeer nabije toekomst op het gebied van internationale telecommunicatie. Hieruit blijkt tevens, hoezeer de automatiserings- en de telecommunicatie-ingenieurs, die zich bezig houden met informatiesystemen, kennis nodig hebben van elkaars vakgebied. Uiteraard zijn er nog vee! technische problemen op te lassen, zeker voor de verdere toekomst. Beeldtelefonie bijvoorbeeld eist een enorme capaciteit van het transmissienet en waarschijnlijk weer nieuwe transmissie- en schakelmiddelen. Voor deze technische aspecten zij verwezen naar de vakliteratuur.
Meer informatie over hetgeen in de voorgaande paragrafen aan de orde is gesteld, is te vinden in publikaties van de volgende organisaties: 1. CEPT,
Sub-Working Group Data Transmission
2. CCITT,
Study Group Special A (Data Transmission)
3. CCITT,
Study Group Special D (PCM Transmission)
4. CCITT,
Mixed Group NRD (New Data Networks)
5. ISO, Sub Commission 6 of Technical Committee 97 (ISO/TC97 /SC6 - Data Transmission) 6. ,Computer Networks", Report on the State of the Art. Een verslag van een Amsterdams congres van 26 tot 28 januari 1971, verkrijgbaar bij Infotech Limited, Nicholson House, Maidenhead, Berkshire, England.
75
De publikaties van CEPT en CCITT zijn meestal wei in de bibliotheken aanwezig, terwijl de ISO-werkdocumenten via het NNI (Nederlands NormalisatieInstituut), Polakweg 5 in Rijswijk verkrijgbaar zijn onder referenties naar commissie 300 53 060.
76
~
SIEMENS
Morgen is bij ons al vandaag Research is onontbeerlijk voor de ontwikkeling van de elektrotechniek en de elektronica van morgen. Daarom besteedt Siemens elke werkdag zo'n 2,5 miljoen gulden aan research en zijn er 16.000 medewerkers dag in dag uit mee bezig. De kennis die aldus wordt verkregen, spiegelt zich af in de kwaliteit van onze produkten en komt zo uiteindelijk al onze afnemers ten goede.
SIEMENS N E D E R LA N D N. V. 77
78
Autodidaktos Het onderwerp van het hier volgende drietal artikelen is het autodidaktosprojekt, dat afgelopen studiejaar van start is gegaan. Het is een nieuw studieprojekt, waaraan door 50 eerstejaars is deelgenomen. Het eerste artikel is van de hand van ir. Bakhuizen, en handelt over de reden en de opzet van dit projekt. In het tweede artikel vertelt een begeleider over zijn ervaringen met autodidaktos. Tot slot beschrijft een eerstejaarsstudent die aan het projekt heeft deelgenomen hoe hij dit projekt heeft ervaren.
79
H et experiment A utodidaktos De onderwijscommissie heeft in het voorjaar 1970 aan de afdeling voorgesteld in de cursus 1970-'71 voor eerstejaarsstudenten de gelegenheid open te stellen om mee te doen aan een onderwijsexperiment als alternatief voor het practicum natuurkunde + het vak thermische verschijnselen. De afdeling heeft dit voorstel geaccepteerd, omdat de gestelde oogmerken voldoende aantrekkelijk waren om te worden nagestreefd; voordelig geetaleerd luiden ze als volgt: De deelnemers werken een middag per week zoveel mogelijk zelfstandig aan onderzoek op het terrein van de elektrotechniek. Hierdoor zullen initiatief, inventiviteit en originaliteit tot ontwikkeling kunnen komen, dit in tegenstelling tot de gangbare methode van onderwijs waar, zoals bekend, elke vorm van wakend !even plotseling pleegt af te sterven op of omstreeks I oktober van het eerste studiejaar. Doordat de deelnemers in groepen werken wordt de bekwaamheid tot commucatie, in gesprek, bij het opstellen van verslagen en bij het verdedigen van voorstellen, opgevoerd. Ook zal het voor menigeen nuttig zijn rekening te leren houden met anderen bij taakverdeling en dat men leert luisteren. Doordat de deelnemers reeds in het eerste jaar, binnen het kader van de elektrische uitrusting van de auto, zich bezig houden met toestellen en apparaten komt men tegemoet aan het gerechtvaardigde verlangen van de studenten om van meet af aan ook bezig te zijn met de elektrotechniek. Een veel gehoord verwijt aangaande de inrichting van de studie voor elektrotechnisch ingenieur was immers dat men in het eerste jaar wel vrijwel alles te weten kwam over wis- en natuurkunde doch dat men met grote zorg uit het gebouw voor elektrotechniek geweerd werd. Men kan zich indenken dat zulks frustrerend werkt, het ergste is misschien wel dat de jonge student de kans ontnomen wordt om tijdig zijn ambities te toetsen aan de mogelijkheden die het vak te bieden heeft. Illustratief is het verwijt van iemand, die aan afstuderen toe is en verklaart nu elektrotechnisch ingenieur te zullen worden, omdat hij te laat kon ervaren, dat dit vak niet de beste keus voor hem geweest was. Dat de student bij de aanpak van problemen rond de elektrische instrumenten en apparaten herhaaldelijk zijn tekort aan kennis en inzicht bemerkt, een enkel genie niet te na gesproken, zal wellicht de motivatie verstrekken om schijnbaar irrelevante wiskunde- of theorievakken met animo te bestuderen. De deelnemers moeten voor hun onderzoek zelf de essentie van de problemen opzoeken en formuleren, de meetmethoden bedenken en opstellingen maken hetgeen te verkiezen is hoven de tevoren bedrijfsklaar opgestelde proeven die leiden tot de fameuse knoppen enersitie. Dat het doe het zelf veelvuldig tot grandioze mislukkingen leidt, leert de student tijdig grijpen naar de wijsgerige opmerking dat men uit de mislukking het meest leert, een troostrijke gedachte die menig onderzoeker van de drank afgehouden heeft. Misschien ontstaat daar dan ook waardering voor bestaande metingen en proeven in een later practicum. Doordat de eerstejaarsstudenten wekelijks met vaste begeleiders optrekken ontstaat er kans op spontane studie- en persoonlijke begeleiding waardoor misschien
80
moeilijkheden vroegtijdig gesignaleerd worden. In een wekelijks college worden onderwerpen van elektrotechnische en maatschappelijke aard behandeld; enige voorbeelden hiervan zijn: de methode van wetenschappelijk onderzoek (prof. ter Horst), de elektrotechnisch ingenieur in de samenleving (prof. Kwee). Tot zover de oogmerken van het experiment. Autodidaktos is in september 1970 van start gegaan met 50 deelnemers, begeleid door 12 kandidaats-assistenten en enige stafleden. De begeleiders hebben de steun gehad van drs. Grunwald (STIK) die de kunst van het werken in groepen heeft toegelioht en van dr. Klip (onderwijsresearch) die helpt bij de evaluatie. Of het experiment geslaagd is kan pas over enige jaren beoordeeld worden door de huidige deelnemers wanneer zij met jaargenoten - niet-deelnemers hun studietijd overzien. De onderwijscommissie zal echter haar eerste beoordeling moeten geven om de afdeling te adviseren het experiment in het volgend jaar al dan niet te herhalen. In dit verband stellen de begeleiders: Al zijn niet aile oogmerken glansrijk vervuld, de positieve aspecten winnen het ruimschoots van de negatieve; het is een experiment, dat ruimschoots de moeite waard is om, lering trekkend uit de ervaringen en passend gemodificeerd, het volgend jaar te herhalen.
ir. A. I. C. Bakhuizen
81
! f::' '"~j
D ASN nokkenschakelaar. E Okaliet NEN aansluitcombinatie
:~,,,.,,;
8
odink
&
koenderink n.v. lf7\
fabr1ek van schakelrnater1eel haaksbergen
\!Y
ELEKTROTECH N IEK
CROON&Co ROTTERDAM - TEL. 2514 80
82
Mijn ervaringen als begeleider bij Autodidaktos Door een bericht in de T.H.-berichten van juni 1970 kwam ik voor het eerst echt in contact met het eerstejaarsproject Autodidaktos. In dat bericht werden studenten gevraagd om student-begeleider te worden bij dit project. Ik was toch al van plan om student-assistent te worden, en het Autodidaktosproject leek mij toch wei het leukste assistentschap. Als het project herhaald of voortgezet word!, dan zou ik me zeker weer opgeven als begeleider ervoor. Voor de begeleiders begon het project a! voordat de eerstejaars er waren. Samen met drie wetenschappelijke en twee technische medewerkers hebben de studentbegeleiders meegewerkt aan de voorbereiding en de organisatie van het Autodidaktos-project. Een voordeel van deze medewerking was, dat de begeleiders elkaar al vrij goed Jeerden kennen. En dit was weer prettig voor de samenwerking in de groepen. Bij elk groepje eerstejaars, ongeveer acht studenten, zijn twee studentbegeleiders. Het Autodidaktos-project is een groepspracticum. Dit is ook te zien aan de taakomschrijving van de begeleiders, die er ongeveer uitziet als volgt: 1 o het groepsproces op gang brengen en daarna Iaten functioneren als zodanig. Dus zorgen, dat het geen los zand is, maar een groep die samenwerkt. 2o waar nodig bijspringen met de technische kennis, die je als ouderejaars bezit.
3 o het niveau van de groep bepalen en de moeilijkheidsgraad van het onderzoek daaraan aanpassen, waardoor de groep als groep beter functioneert. De !eden van een groep stimuleren elkaar dan en gebruiken de kennis die ze samen bezitten. Nadat de groepjes van acht man ontstaan waren, begon de eigenlijke taak van de begeleiders. We zijn begonnen met een van de twee begeleiders echt te Iaten begeleiden en de ander de groep en de eerste begeleider te Iaten observeren. De tweede begeleider kon daardoor beter de fouten bij de groep en degene, die begeleidde, zien. Hierdoor ontstond er dus een terugkoppeling. Het begeleiden en observeren werd afwisselend door beide begeleiders gedaan. Dit heeft zo ongeveer twee maanden geduurd. In het begin had ik samen met mijn collega een voorbespreking van een ochtend per twee weken. Daarnaast was er nog een wekelijkse nabespreking van twee a drie uur van aile student-begeleiders met de wetenschappelijke en technische medewerkers en ir. Bakhuizen. Deze voorbesprekingen en nabesprekingen werden minder in getal, naarmate het studiejaar vorderde. De Autodidaktos-student moet zelf zijn problemen uitzoeken en daarbij zijn neus kunnen stoten, wat ook verschillende keren gebeurd is. Het onderwerp van het project: de electrische installatie van de auto, is een geschikt onderwerp hiervoor. 83
Door de vele mogelijkheden op electrotechnisch gebied kan iedereen bezig zijn op het niveau, dat hij aan kan. Het is mogelijk om eenvoudig te beginnen en daarna lastiger problemen aan te pakken. Mijn groep heeft zich voornamelijk bezig gehouden met de onts.teking. Ook hierbij heeft men veel mogelijkheden: er zijn ongeveer acht verschillende soorten ontstekingen. Ook andere groepen hebben er zich mee bezig gehouden, zonder dat hetzelfde gedaan werd. Het Autodidaktos-project heeft zeker invloed op de betrokkenheid van zowel de eerstej.aars als de begeleiders. De eerstejaars zijn meer betrokken bij hun studie en ook bij het afdelingsgebeuren. Ook vormen ze onderling een stevige band. Toch is de Autodidaktos-groep niet een selecte groep, geen aparte groep dus. Dit is gemeten door de groep onderwijsresearch, door dr. C. E. Klip, aan Autodidaktos-studenten en andere eerstejaarsstudenten. Ik geloof zeker, dat dit project nut heeft en dat het zeker voor herhaling vatbaar is, eventueel ook een voortzetting voor de huidige Autodidaktos-studenten in hun tweede jaar. Een bijkomstigheid is, dat ik er zelf ook nog wat van opgestoken heb. Op het technische vlak door de toepassing van de theorie in de practijk. Op het didactische en groepstechnische vlak door de intermenselijke relaties en het begeleiding geven. Het was begeleidig en geen Ieiding geven, eigenlijk waren we assistenten van de groep.
A. W. Biersteker
84
Radio's, thyristoren, computerinstallaties, centrifuges, hoogspanningsschakelaars, bandrecorders, gedrukte schakelingen, meettransformatoren, radarinstallaties, optische leesapparatuur, generatoren, zenerdioden, zend- en ontvanginstallaties voor radio en tv., elektrisch gereedschap voor de industrie, hoogspanningslijnen, spoorkaartjesautomaten, noodstroomaggregaten, aandrijvingen van lieren en laadbomen, lasmachines, vaatwasmachines, precisie-apparatuur voor de luchtvaart, Hi-Fi stereo-versterkers,
magneetbandsystemen voor analoge en digitale ·computers, stofzuigers, cyclotrons, miniatuurmotoren, hoogfrequentgeneratoren, oscillograafbuizen, stralingsmeetapparatuur, bebakening van landingsbanen, telefoonkabels, wasautomaten, elektronische regelingen voor sterkstroominstallaties, weerstanden en condensatoren, elektro-akoestische installaties, telecommunicatiesystemen voor satellieten en volgstations, microfoons, installaties voor het automatisch sorteren van poststukken, industriemotoren,
televisie-tuners, beeldversterkerbuizen, televisiebeeldbuizen, complete schakelkasten, ontvang- en versterkerbuizen, gelijkrichters, transistoren en dioden, bedrijfsurentellers, simultaan vertaalinstallaties, uitrustingen voor kranen en booreilanden, elektrische fornuizen, laagspanningsschakelaars, broodroosters, sportveldverlichting, studiorecorders, elektrische aandrijvingen voor vracht- en passagiersschepen, elektrische uitrusting voor spoor- en tramwegen, mobilofoonapparatuur, keukeninstallaties, zendbuizen... .....
~~~ T
Watmaakt
lEG-Telefunken eigenliik niet? 85
Autodidaktos
Het was op 7 augustus 1970, dat mij, als eerstejaarsstudent, aangemeld aan de afdeling der Elektrotechniek, een circulaire bereikte, die handelde over het experimentele project ,Autodidaktos". In dit schrijven werd o.a. een vergelijking getrokken tussen het systeem van het bestaande propaedeutisch onderwijs en dat voor autodidaktos-deelnemers. Verschillende overwegingen hebben mij ertoe gebracht dee! te nemen aan het project. De voornaamste hiervan waren: dat het mij leek dat je als deelnemer v,eel meer bij de studie betrokken werd, dat je meer met de afdeling E te maken hebt en dat bovendien een waardevolle mogelijkheid bestaat om ervaring op te doen in het werken in groepsverband. Uiteraard speelde het vervallen van het tentamen ,Thermische Verschijnselen" in deze overwegingen ook een rol. De negende september ontving ik bericht, dat ik ingedeeld was bij het project. Het bleek, dat er zich 51 studenten hadden aangemeld. Een eerste splitsing in twee groepen vond plaats op grond van practicumnummers, terwijl deze groepen zich later naar eigen keus opsplitsten, ieder in drie secties van ongeveer 8 man. Het voordeel van deze werkwijze is, dat vrienden zoveel mogelijk bij elkaar in een sectie zitten, hetgeen het groepswerk naar mijn mening toch wei bevordert. 0\'er de deelnemers van Autodidaktos kan ik overigens nog meedelen, dat zij het actiefste dee! van de eerstejaarsstudenten Elektrotechniek schijnen te zijn: bij enige tellingen tijdens minder druk bezochte colleges als ,Inleiding Elektrotechniek" en ,Beknopte Werktuigbouwkunde" bleek een overgrote meerderheid van de aanwezige E-studenten Autodidaktos-lid te zijn, waarbij opgemerkt moet worden, dat HTS-studenten van deze colleges vrijgesteld zijn. Het is wellicht interessant voor de onderwijscommissie eens na te gaan, of deelnemers door het project geactiveerd worden in hun studiemotivatie, of dat het de actieven waren, die zich aanmeldden voor het project. Het werk, dat in Autodidaktos verricht wordt, bestaat enerzijds uit practisch groepswerk en anderzijds uit het volgen van een reeks colleges. Het groepswerk richt zich vooral op het onderzoek aan de elektrische installatie van een auto. Uiteraard is hierbij de aanpak voor iedere sectie verschillend. Een sectie met vee! individualisten zal eerder geneigd zijn zich op te splitsen in subsecties van 2 a 3 man om zodoende tot een werkverdeling te komen. In de sectie, waar ik werk, werd dit slechts zeer sporadisch gedaan. Het voordeel hiervan is, dat de !eden van de groep goed op elkaar ingespeeld raken; het nadeel is, dat soms 7 man gedwongen zijn, om werkloos toe te zien, hoe iemand een meting verricht. Over het algemeen kreeg echter iedereen de mogelijkheid, om een eigen inbreng te realiseren. Dit gold ook bij het vaststel!en van de onderwerpen voor de reeks aan Autodidaktos verbonden colleges. In deze kunnen drie fasen onderscheiden worden. In de aanlooptijd van het project werden de colleges vastgesteld en de sprekers uitgenodigd door een voorbereidingscommissie. De betreffende colleges waren voornamelijk van algemeen nut en behandelden ook enige verplichte onderwerpen, zoals een ,eenvoudige foutentheorie. Hierna volgde een periode, die de rest van het eerste semester vulde. Hierbij was het de bedoeling, dat iedere deelnemer, die
86
in verband met het project ,we! eens iets wilde weten", zijn wensen kenbaar maakte aan de co!legecommissie, die bes.tond uit studentvertegenwoordigers uit alle zes secties en ir. Huber. Dit systeem bleek echter vrij moeizaam te functioneren, omdat er niet genoeg ideeen naar voren kwamen. Daarom is aan het eind van het semester besloten om een enquete te houden over een door a11e !eden van Autodidaktos, inc!usief begeleiders, opgestelde onderwerpen!ijst. In het tweede semester werden colleges gehouden over de bij deze enquete als favorieten naar voren getreden onderwerpen. Hoewel het project bij het schrijven van dit artikel nog in volle gang is, meen ik nu reeds te mogen concluderen, dat het van groot nut is geweest. De !eden hebben naar mijn mening vee! meer contact met hun studie, dan wanneer ze geen lid geweest zouden zijn; bovendien voel ik me vee! meer bij de afdeling E betrokken, dan ik in het andere geval geweest zou zijn. Door het werken op E-hoog en het leren kennen van ouderejaars-begeleiders, die overigens in de secties vee! goed werk doen, en enkele technische en wetenschappelijk medewerkers worden deze dingen sterk bevorderd, hetgeen misschien we! het grootste nut is van Autodidaktos. Dit is dan ook de voornaamste reden, dat ik positief tegenover een eventuele herhaling van het project sta.
T. Nijssen
87
~:
~
88
PHILIPS
Medische elektrotechniek
89
Gaarne geef ik gehoor aan het verzoek van het Bestuur van ,Thor" om in het jaarboek 1971 een algemeen informatief artikel te schrijven over ,mijn vak", zoals de uitnodiging luidde. Nu zit ik met de benaming van dat vak wat in mijn maag. De aanduiding ,medische elektrotechniek" heb ik niet verzonnen; ik heb geen inspraak gehad. Mijn probleem is, dat ik niet geloof dat er zo iets als ,medische" elektrotechniek bestaat. Maar ik heb mijn leeropdracht ge"interpreteerd als het onderwijs geven in de toepassingen van de elektrotechniek in de geneeskunde en gelukkig ging de Voorzitter van onze Afdeling hiermede akkoord. Wei ben ik er nu van overtuigd dat deze interpretatie te wijds is voor hetgeen ik de na-kandidaatsstudenten bieden kan. In een twee-uurs kollege is het onmogelijk ook maar bij benadering aile mogelijke toepassingen van de elektrotechniek de revue te Iaten passeren. Oat zijn er nl. nogal wat. Met enige fantasie zouden voorbeelden op te sommen zijn van elektro-technische toepassingen in de geneeskunde, in een zodanige reeks, dat bijna iedere groep van de Afdeling Elektrotechniek facetten zou herkennen als zijnde werk vallende onder de groepsactiviteiten.
Oat ik ondergebracht ben in de Groep ER is geen toeval en wijst op mijn belangstelling voor de toepassing van meet- en regeltheorie en -techniek in de geneeskunde. Dit is een zo'n facet van het aanrakingsvlak tussen de geneeskunde en de elektrotechniek waar ik zojuist op doelde. Bet is niet het meest in het oog springende dee! van de samenwerking tussen medici en elektrotechnici. Wat direct opvalt als resultaat van die samenwerking is de instrumentatie. Oat is begrijpelijk, een instrument is tastbaar, richtbaar, is ,hard-ware". Maar een goed werkend instrument komt voort uit een weldoordacht antwerp en dat weldoordacht heeft twee kanten: weldoordacht moet het instrument zijn, wat betreft de bedoeling ervan, nl. onder welke omstandigheden en wat er gemeten moet worden en weldoordacht moet het instrument zijn wat betreft zijn betrouwbaarheid, en bedienbaarheid door leken.
Bet lijkt vanzelfsprekend, maar er is in het verleden heel wat keren geen rekening gehouden met een of mea van deze voor de hand liggende voorwaarden. Vee! goed bedoelde pogingen tot samenwerking tussen medici en elektrotechnici !open op een teleurstelling uit. Dit heeft meestal zijn oorzaak in een onderschatten van de diepgang van elkanders vak. Dit geldt zowel voor medici, wat betreft de elektrotechniek, als voor de elektrotechnici wat betreft de medische kennis en kunde. Bet is slechts enkelen gegeven om successievelijk een medische en een ingenieursopleiding tot een goede einde te brengen. Bovendien vereist dit een opleidingsduur, die onevenredig lang is ten aanzien van het aantal beschikbare produktieve jaren die ons ter beschikking staan, om gemeengoed te kunnen zijn.
De oplossing lijkt te zijn de medici die daar voor voelen een stoomcursu~ ,techniek" te geven en omgekeerd de ingenieur in te wijden in de doolhof van de fysiologie. De beste stoomcursus ,techniek" voor medici die mij bekend is, wordt gegeven aan het Imperial College te London.
90
Mij is dan gevraagd om in omgekeerden zin de a.s. elektrotechnisch ingenieur een blik en zo mogelijk enige oefening te gunnen in de medische toepassingen van het vak waar zij zich in bekwamen. Hierbij stuit men direkt a! op de moeilijkheid dat de fysiologische kennis van de doorsnee-technisch-student zeer gering is. Vandaar dat het eerste college in het najaars-semester gegeven, niet meer is dan een inleiding in de elektro-fysiologie en een inzicht bedoelt te geven in de praktische problemen van het verrichten van elektrische metingen aan het menselijk lichaam, waarbij dan ook juist nog wat tijd is om enige voorbeelden te bespreken. Een semester is gauw om. Voor het tweede semester is de figuur gekozen dat de studenten die zich daar voor opgeven een onderwerp bestuderen dat elektrotechnische toepassing in de geneeskunde inhoudt, waarover zij een voordracht moeten houden en een scriptie moeten schrijven. De animo voor deze werkcolleges is groot en er kan een wijd gebied bestreken worden. Toch mist men er nog de diepgang en de praktijk.
Wat het laatste betreft, hierin voorziet de mogelijkheid om af te studeren op een medisch onderwerp. Dit kan geschieden zowel op de Technische Hogeschool zelf, als elders, o.a. het Medisch-Fysisch Instituut TNO te Utrecht en op de afdeling voor Medische Fysika te Nijmegen. De animo om op een medisch getint onderwerp af te studeren is groter dan met de huidige wetenschappelijke bezetting opgevangen kan worden. Vandaar dat de diepgang tot nu toe het kind van de rekening is geweest. Gehoopt moet worden dat het creeeren van een Medisch-Technisch Instituut aan de THE de gelegenheid zal geven om in samenwerking met medische instellingen projecten te starten van internationaal wetenschappelijk niveau die !evens direkt praktisch nut hebben. Parallel daaraan en zo mogelijk in nauwe samenwerking met het Medisch-Technisch Instituut zullen meer fundamenteel getuite aktiviteiten in de groep ER kunnen blijven !open. Naast het verzorgen van de colleges en het toezicht houden op de afstudeerders hoop ik met hulp van de TH-staf een wetenschappelijke bijdrage te kunnen leveren wat betreft het wiskundige beschrijven van het verloop van processen in ons lichaam. Daarbij interesseren mij vooral de vitale processen en dan inhet bijzonder de regeltechnische aspecten ervan. Een open vraag is nog steeds of er zoiets als een toestandsruimte van de patient bestaat en of de toestand van een patient te beschrijven is als een punt in die ruimte. Op diverse plaatsen ter wereld wordt langs deze lijn gedacht, gerekend en geexperimenteerd. Wei! in Los Angelos b.v., verricht metingen aan patienten in shock en tracht de resultaten van de berekeningen die aan de hand van de meetresultaten worden verricht in een getal samen te vatten, welk getal een maat moet zijn voor de toestand waar de patient in verkeert. Ook in Rusland en Japan worden pogingen ondernomen om de resultaten van diagnostisch meten en de resultaten van het toedienen van geneesmiddelen in getalvorm te presenteren om een en ander zodoende toegankelijk te maken in de eerste plaats voor kwantitatieve beschouwing, maar ook om voorspellend te gaan werken, door de afloop van een proces versneld te simuleren. Bij a! dit soort werk speelt de rekenmachine een grote rol en parameterschatting is een onontbeerlijk hulpmiddel, 91
evenals het ontwikkelen van meetinstrumenten, waarmede gemeten kan worden zonder de patient te beschadigen. De basis van dit al wordt gevormd door de kennis van de regel- en informatietheorie en die van de medische fysiologie. Dit alles is potentieel aanwezig in de groep ER, de kunst zal zijn er iets medisch bruikbaars uit te destilleren.
Prof. ir. D. H. Bekkering maart 1971
92
93
Adreslijst
95
Ook Thor reist met
REISBUREAU ,DE PELIKAAN" Meer dan 35 jaar ervaring met binnenen buitenlandse reizen. Touringcars van 16-50 personen. Speciale studenten tarieven. Tongelresestraat 36, Eindhoven. Telefoon: 113130.
ALGEMENE, TECHNISCHE EN WETENSCHAPPELIJKE BOEKHANDEL
"L U D A" N. V. Nieuwstraat 2 Telefoon 040- 69235* EINDHOVEN Snelle levering van aile binnen- en buitenlandse boeken.
Electrotechnische Materialen VOOR
Opwekking Transmissie Communicatie
00
Tractie Scheepvaart Automatisering
N.V. ALGEMENE MAATSCHAPPIJ VOOR ELECTRICITEIT
Compagnie Generale d'Eiectricite Koninginnegracht 64 - telex 31045 - Den Haag - Telefoon 608810
96
Hoogleraren en buitengewoon hoogleraren der afdeling elektrotechniek.
Prof. ir. D. H. Bekkering
Burg. van de Weijerstraat 16
Bunnik
Prof. J. B. de Boer
Merellaan 17
Leende
Prof. dr. H. Bremmer
Laan van Rijnwijk 1, flat D12 Zeist
Prof. dr. ing. H. J. Butterweck
Akert 148
Geldorp
Prof. ir. B. van Dijl
Johan de Wittlaan 18
Eindhoven
Prof. dr. ir. P. Eykhoff
Vermeerstraat 11
Son
Prof. dr. H. Groendijk
Vesaliuslaan 9
Eindhoven
P.rof. ir. A. Heetman
Van Hogendorplaan 5
Eindhoven
Prof. dr. D. Th. J. ter Horst
Semmelweislaan 3
Eindhoven
Prof. dr. ir. H. C. J. de Jong
Antillenstraat 3
Hengelo (0.)
Prof. dr. C. E. Mulders
Beukenlaan 6
Nuenen
Prof. dr. ir. J. G. Niesten
Kochlaan 9
Eindhoven
Prof. dr. L. H. Th. Rietjens
Koudenhovenseweg 9
Eindhoven
Prof. dr. K. J. H. Stigter
Prins Bernhardkade 17
Rotterdam
Prof. dr. ir. A. A. Th. M. van Trier Kochlaan 6
Eindhoven
Prof. ir. L. J. Tummers
Eversveld 11
Geldrop
Prof. ir. H. van de Weg
Parklaan 16
Eindhoven
Prof. dr. J. J. Zaalberg van Zelst
Da Costaweg 5
Eindhoven
97
ACEC
lndustriele Afdeling : Conradkade 57 - Den Haag Telefoon 070 60 39 13
98
Lectoren der afdeling elektrotechniek. Dr. ir. W. M. C. van den Heuvel
Joost Banckertstraat 16
Best
Ir. C. Kooy
Dr. Berlagelaan 13
Son
Bedrijfsingenieur • conservator - coordinator practisch werken. Jr. W. Hylkema
Karekietlaan 2
Son 04990-1509
99
nuook grondkabel met DRAVULTEEN isolatie
VULlO
(VO-YMvKas)
VULTA (VG-YMvKas)
Y :::gevulcaniseerd
polyetheen
Kabels die meer bieden Evenals bij VULT is voor deze kabels een geleidertemperatuur toegestaan van continu 85 °C en bij overbelasting tot 150 °C, terwijl voor de thermische kortsluitvastheid 250 °C kan worden aangehouden. De met DRAVULTEEN ge'isoleerde aders blijven buigbaar tot zeer lage temperaturen. De nieuwe tabellen met de verhoogde toegelaten stroomsterkten van deze kabels worden op aanvraag gaarne verstrekt. Voor VULTO en VULTA is KEMA-KEUR verleend op grond van de KEMA-voorschriften K 42 en K 42 W-1.
:;:
.
DHAKA illillrnJ~[ f
"c
Postbu~ 101~. Amste1·dam Tel. (1120) 6U501
100
Wetenschappelijke staf
Dr. M.M. Abu-Zeid
Van Ruusbroeckstraat 28
Nuenen 04993-2332
Ir. F. J. Andriessen
Chopinlaan 42
Eindhoven 514555
Ir. A. J. C. Bakhuizen
Brussellaan 27
Eindhoven
Ir. M. J. Bastiaans
Bijsterveld 5
Helmond
R. Benach M. Sc.
Generaal de Carislaan 6
Eindhoven 66634
Ir. J. H. Blom
Molenheide 12a
Lieshout 04992-636
Ir. A. J. W. van den Boom
Parcivalstraat 28
Eindhoven 438247
Ir. J. H. van de Boorn
Agrippastraat 13
Eindhoven 432679
Ir. C. A. M. van den Brekel
Wijnpeerstraat 49
Eindhoven 433715
Ir. K. Breukers
Tarwelaan 69
Eindhoven 435488
Ir. J. A. M. de Brouwer
Lijsterbesstraat 14
Nuenen 04993-1323
lr. J. M. H. M. Claessens
Fr. D. Rooseveltlaan 38
Eindhoven 438429
Ir. J. Dijk
Parcivalstraat 26
Eindhoven 436062
Ir. A. J. Ekas
Dr. Berlagelaan 23
Eindhoven 434628
Ir. H. K. J. Engbers
Posthumuspad 10
Eindhoven 430984
Ir. W. C. van Etten
Noordzeelaan 17
Eindhoven 101
holec n.v. een elektrotechnisch concern waarin samenwerken een aantal nederlandse elektrotechnische industrieen op sterkstroomgebied ontwerp en uitvoering van elektrotechnische projecten levering van elektrische en industriele apparaten machines en installaties
HOLECNV HAZEMEYER HENGELO HEEMAF HENGELO SMIT SLIKKERVEER SMIT NIJMEGEN COQUTRECHT
102
Ir. J. A. W. Faatz
Hazelaar 101
Geldrop
Ir. A. G. M. Geurts
Michie! de Ruyterstraat 32
Aalst 04904-3772
Ir. H. J. Gits
Van Hogendorplaan 4
Eindhoven 61033
Ir. D. Glas
Hasselaarstraat 11
Eindhoven 512637
Ir. P. A. F. M. Goemans
Dommelrodelaan 49
St. Oedenrode 04138-2763
Ir. F. H. Groen
Zwaardvispad 8
430597 Eindhoven
Ir. J. Hoogeveen
Eratolaan 20
Eindhoven 439090
Ir. L. M. L. F. Hosselet
Hoogdoornsstraat 15
Ache! (Belgie)
Ir. J. W. M.A. Houben
Petrus Dondersstraat 82
Eindhoven 115650
Ir. C. Huber
Heibeekstraat 14
Geldrop 04903-3345
Ir. G. N. Itz
Berkenstraat 1
Nuenen 04993-1587
Drs. A.M. J. Jaspers
Willem Klooslaan 37
Eindhoven 63327
Drs. M. E. J. Jeuken
Gouvern. Crommelinlaan 17
St. Oedenrode 04138-2243
Dr. ir. V. K. Kaliisek
Oostendelaan 15
Eindhoven 441235
Ir. H. J. van Kessel
Stokroosstraat 2
Son 04990-2176
Ir. P. Klijzing
Veldm. Montgomerylaan 739 Eindhoven 440402
103
~~
£rz(dVl
Kom mu., ikC4tie. problemen .. ~
·•···
. '.,die zelfs wy niet kut1nen oplogsen
NEDERLANDSCHE STANDARD ELECTRIC MIJ N.V.
104
ITT
Ir. K. I. Kolev
F. van der Heydenstraat 19
Netersel 04978-440
Ir. N. G. M. Kouwenberg
Wildemanstraat 5
Oisterwijk 04242-2126
Ir. J. van der Kreek
Helmerslaan 75
Eindhoven 61639
lr. Th. Kwaaitaal
Perkstraat 2
Son 04990-1610
Ir. M. Lorencin
Bessevlinderstraat 105
Eindhoven
Drs. B. Lopez Cardozo
Floralaan Oost 148
Eindhoven 115678
Ir. E. J. Maanders
Boschdijk 398
Eindhoven 431272
Ir. P. Massee
Perkstraat 4
Son 04990-1857
Ir. W. H. F. Merck
Fr. D. Rooseveltlaan 36
Eindhoven 25633
Ir. P. C. Mulders
Zeedijk 13
Leur
lr. P. van Oosterhoudt
Brasschaatpad 17
Eindhoven 24280
lr. G. G. Persoon
Nuenenseweg 169
Geldrop 04903-2221
Ir. H. A. L. Piceni
Wilgenstraat 1
Nuenen 04993-2066
Ir. J. D. Pieterse
Pisanostraat 94
Eindhoven 442778
Ir. J. van der Plaats
Eppe 1
Gel drop 04903-3100
Ir. A. A. van Rede
Refeling 41
Nuenen 04993-1987
Ir. Th. G. van de Roer
Brederostraat 19
Nuenen 04993-2071
Ir. J. M. J. G. Roevros
Sonseweg 118
Eindhoven 105
1 Bent u er wei mee op de hoogte dat KLUWER vee! boeken uitgeeft inzake
ELEKTRONICA, ELEKTROTECHNIEK, HALFGELEIDERS, RADIOen KORTEGOLFTECHNIEK, TELEVISIETECHNIEK, ELEKTROAKOESTIEK, COMPUTERS EN AUTOMATISERING en MEETTECHNIEK.
Vraag daarom per omgaand een catalogus op onderstaand adres:
Kluwer uitgevers-drukkers Technische Boeken Postbus 23 Deventer - Telefoon 05700- 75522
FINANCIE:LE HERBEWAPENING
wordt aktueel als voetbaltoto, suikertante en duitse lotto uw bede niet verhoren. Een praktisch aandeel in de herbewapening kan worden geleverd door het studentenuitzendbureau Factotum. In een of meer dagen kun je dan je suikertante met een gerust geweten de das omdoen.
FACTOTUM DE VRJESSTRAAT 14
106
-
EINDHOVEN
-
TEL. 432026
Ir. J. E. Rooijackers
Veldm. Montgomerylaan 707 Eindhoven
Ir. Th. Scharten
Jan Hendrikxstraat 22
Best 04998-2457
lr. C. P. J. Schnabel
Vogezenlaan 12
Son
lr. J. A. Schot
Bergmannstraat 73
Eindhoven 66510
Drs. L. W. G. Steenhuijsen
Latiumpad 5
Eindhoven 431088
Ir. M. Steffelaar
Nestorlaan 25
Eindhoven 436305
Drs. J. C. J. M. Terhell
Nuenenseweg 89
Gel drop 04903-2145
Ir. S. Tirtoprodjo
Waalreseweg 38h
Valkenswaard 04902-4693
Dr. A. Veefkind
Schutterlaan 82
Eindhoven 437213
Ir. W. van Veenendaal
Generaal Bentinckstraat 12
Eindhoven 438674
Ir. H. H. van de Ven
Liviuslaan 51
Eindhoven 64192
Ir. J. J. Verboven
Prins Clauslaan 10
Aalst 04904-2029
Ir. G. Verkroost
Boutenslaan 32
Eindhoven 114985
lr. P. A. Verlijsdonk
Lissevoort 19
Nuenen 04993-1894
Dr. ir. L. Vermij
Joost Banckertstraat 6
Best 04998-2142
Ir. L. R. G. Versfeld
Generaal Bothastraat 19
Eindhoven 64073
Ir. W. Versnel
Tarwelaan 105
Eindhoven 435616
Ir. W. J. de Zeeuw
Plataanstraat 9
Nuenen 04993-1956 107
--~
Bouw uw toekomst op staal De wereldbehoefte aan staal zal - naar deskundige raming - In de ·komende 10 jaar met 50% toenemen. Tegen deze achtergrond werkt Hoogovens aan een indrukwekkend uitbreidingsplan dat zijn produktiecapaciteit aanzienlijk zal vergroten. Deze uitbreidingen - investering 1 V2 miljard - vormen een uitdaging aan het intellect, de inventiviteit en de werkkracht van velen, onder wie een groot aantal ingenieurs. Als u belangstelling heeft voor een bedrijf dat slagvaardig reageert op nieuwe economische en technische ontwikkelingen, bel dan Hoogovens IJmuiden. De heer E. Boersma (0251 0-91284) geeft aile gewenste inlichtingen over plaatsingsmogelijkheden.
Q HOOGOVENS IJMUIDEN 108
Studenten
109
BUDELSE
DRUKKERIJ
N:\/.
BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ
OFFSET
KARTONNAGE
UITGEVERIJ
MEIDOORNSTRAAT 3 - BUDEL - TEL. 04958- 1406
110
In de voorgaande jaren vond U op deze en volgende bladzijden de adreslijst van aile E-studenten.
Omdat de periode tussen het verschijnen van opeenvolgende jaarboeken vaak Ianger dan een jaar is, blijkt deze adreslijst wegens de vele tussentijdse wijzigingen meestal niet meer aan zijn doe! te beantwoorden. Daarom heeft de jaarboekcommissie besloten deze lijst dit jaar niet te plaatsen.
We zijn er ons van bewust, dat dit voor sommigen een ongemak kan zijn. Daarom lijkt dit ons de meest geschikte plaats U er op te wijzen, dat U aile mogelijke informatie kunt krijgen op de THOR-kamer en het studentenburo. De heer Witteveen, factotum van de afdeling, kan U bijna alles vertellen over de studie en aanverwante zaken. Mevrouw Middendorp zal U zeker willen informeren over praktika, studieresultaten en dergelijke.
de J aarboekcommissie 111
BUDELSE DRUKKERIJ N.V. - BUDEL - HOLLAND 112