UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

Vennootschapsbelasting 2015.book Page 7 Tuesday, March 10, 2015 4:03 PM

Vennootschapsbelasting

7

Inhoud

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE VOORWOORD BIJ DE UITGAVE AANSLAGJAAR 2015

3

KORTE INHOUDSOPGAVE

5

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

7

DEEL 1 INLEIDING

29

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting

31

HOOFDSTUK 2 Algemene kenmerken van de vennootschapsbelasting

32

HOOFDSTUK 3 Taxatieproces

33

1

Gewoon taxatieproces

33

1.1

Uitgangspunt = boekhouding

33

1.2

Overzicht van de ‘negen bewerkingen’ 1.2.1 Eerste bewerking 1.2.2 Tweede tot de negende bewerking

33 33 33

1.3

Schematische voorstelling

35

2

Afzonderlijke aanslagen

35

HOOFDSTUK 4 Overzicht van het aangifteformulier 275.1

36

DEEL 2 TOEPASSINGSGEBIED – ONDERWORPEN BELASTINGPLICHTIGEN

37

DEEL 3 INKOMSTEN EN KOSTEN

39

HOOFDSTUK 1 Belastbare inkomsten

41

1

Inleiding – nettoactiefbenadering

41

2

Inkomsten van onroerende goederen

42

2.1

Niet-verhuurde onroerende goederen

42

2.2

Verhuurde onroerende goederen

42

2.3

Onroerende voorheffing

42

www.lexfin.be


8

Vennootschapsbelasting Inhoud

3

Inkomsten van roerende goederen en kapitalen en diverse inkomsten van roerende aard

42

3.1

In beginsel belastbare inkomsten 3.1.1 Inleiding 3.1.2 ‘Meegekochte dividenden’ (‘preacquisitiewinsten’) 3.1.3 Voor derden aangehouden roerende goederen en kapitalen – fiduciaire eigendom 3.1.4 Inkomsten van converteerbare obligaties: intresten of dividenden

42 42 42 43 44

3.2

Vermijden van dubbele belasting in internationale context

44

3.3

Roerende voorheffing 3.3.1 Inleiding 3.3.2 Schuldenaars van de roerende voorheffing 3.3.3 Tarief rv 25 % 3.3.4 Tarief rv 15 % 3.3.5 Tarief rv 0 % – 25 % (liquidatieboni) 3.3.6 Tarief rv 15 of 25 % 3.3.7 Tarief rv 20 % 3.3.8 Tarief rv 5 % 3.3.9 Tarief rv 5 of 15 % 3.3.10 Vvpr-aandelen (tot 3 december 2012) 3.3.11 Vvpr-bisaandelen (inbrengen vanaf juli 2013) 3.3.12 Liquidatiereserve (alias vvpr-teraandelen) 3.3.13 Tijdstip van verschuldigdheid van de roerende voorheffing: toekenning of betaalbaarstelling 3.3.14 Betalingstermijn 3.3.15 Vrijstellingen van roerende voorheffing gemene bepalingen 3.3.16 Vrijstelling van roerende voorheffing – dividenden 3.3.17 Vrijstellingen van roerende voorheffing – vastrentende effecten 3.3.18 Vrijstellingen van roerende voorheffing – diverse inkomsten van roerende aard 3.3.19 Vrijstellingen van roerende voorheffing: lijfrenten 3.3.20 Regularisatie van niet (of te weinig) ingehouden roerende voorheffing 3.3.21 Opeisbaarheid van de rv en belastbaarheid van de roerende inkomsten

45 45 45 48 49 50 68 68 68 68 68 75 79 85 93 93 95 102 112 112 112 114

3.4

De woonstaatheffing uit de Europese Spaarrichtlijn

114

4

Beroepsinkomsten

114

4.1

Winsten die voortvloeien uit de eigenlijke exploitatie 4.1.1 Algemeen 4.1.2 Abnormale of goedgunstige voordelen 4.1.3 Ongeacht maatschappelijk doel 4.1.4 Tijdstip van belastbaarheid 4.1.5 Forfaitaire grondslagen van aanslag

114 114 115 115 115 124

4.2

Meerwaarden 4.2.1 Onderscheid meerwaarde – exploitatiewinst 4.2.2 Beroepsmatig aangewende activa 4.2.3 Berekening van de grootte van een meerwaarde 4.2.4 Tijdstip van belastbaarheid van een meerwaarde 4.2.5 In beginsel belastbaar 4.2.6 Vrijgestelde meerwaarden 4.2.7 Gespreid te belasten meerwaarden 4.2.8 Meer- en minderwaarden bij sale-and-lease-backverrichtingen 4.2.9 Meer- en minderwaarden in het kader van vruchtgebruikconstructies 4.2.10 Herwaarderingsmeerwaarden

124 124 125 125 127 127 127 156 176 177 179

4.3

Winsten die voortvloeien uit de onderwaardering van activa of de overwaardering van passiva 4.3.1 Algemeen 4.3.2 Belastbaar in jaar van vaststelling 4.3.3 Onderschatting van actief 4.3.4 Overschatting van passief

179 179 180 180 184



9

Inhoud

4.4

Afwijkingen van het eenjarigheidsbeginsel 4.4.1 Onderwaarderingen van activa en overwaarderingen van passiva 4.4.2 Genoten kapitaalsubsidies 4.4.3 Genoten rentesubsidies (intrestsubsidies) 4.4.4 Verlopen intrestgedeelte 4.4.5 Waardering vastrentende effecten 4.4.6 Disconto van schuldvorderingen 4.4.7 Arbitrageverrichtingen met vastrentende beleggingseffecten door kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen

188 188 189 193 194 196 197

4.5

‘Gratis’ verkregen activa 4.5.1 Situering – vergoedende of zuivere verkrijging om niet 4.5.2 Voormalig advies 26/7 4.5.3 Standpunt Europese Hof van Justitie 4.5.4 Tussentijdse inbreng in het kader van een vergoedende verkrijging 4.5.5 Gesimuleerde verkrijging om niet 4.5.6 Voorbeelden ‘verkrijging om niet’

198 198 199 201 201 202 202

4.6

In ruil verkregen activa

205

4.7

Winsten die voortkomen uit een fiscale gunstmaatregel of een andere tegemoetkoming 4.7.1 Winsten die voortkomen uit een vrijstelling van het doorstorten van bedrijfsvoorheffing 4.7.2 Terugbetaling professionele diesel 4.7.3 Intrestbonificatie voor lening aangaande bedrijfsvoorheffing 4.7.4 Overschotten in het kader van een ‘hypotax-regeling’ 4.7.5 RIZIV-tegemoetkoming in kosten van elektronisch beheer van dossiers e.a. 4.7.6 Rentetoelage bij hinder openbare werken

205 205 226 226 226 227 227

4.8

Inkomsten uit een burgerlijke vennootschap of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid

227

4.9

Vergoedingen voor ontbrekende coupon 4.9.1 Inleiding 4.9.2 Gemeenrechtelijk 4.9.3 Fiscale fictie van niet-overdracht in hoofde van de eigenaar 4.9.4 De vergoeding voor ontbrekende coupon

227 227 228 228 228

4.10

Voor eigen gebruik geproduceerde activa

229

4.11

Waarborgen – opbrengsten

229

4.12

Accrediteringsvergoedingen zelfstandige zorgverstrekkers 4.12.1 Continue opleiding 4.12.2 Telematica

230 230 230

4.13

Btw op niet-aangegeven omzet

230

4.14

Verrekenprijzen

230

4.15

Wisselkoersverschillen – wisselkoersresultaten – omrekeningsverschillen vreemde valuta 4.15.1 Begripsomschrijving 4.15.2 Inresultaatname omrekeningsverschillen 4.15.3 Bewijs van wisselkoersverliezen

231 231 231 232

4.16

Onttrekking vast actief aan vennootschap

232

4.17

‘Zwarte omzet’ van een vennootschap

232

5

Forfaitaire minimumwinsten

232

HOOFDSTUK 2 Vrijgestelde inkomsten

198

233

www.lexfin.be


10


HOOFDSTUK 3 Beroepskosten

234

1

Inleiding

234

1.1

Aftrekbare kosten

234

1.2

Verworpen uitgaven

234

2

Algemene voorwaarden

235

2.1

‘Gedaan of gedragen tijdens het belastbare tijdperk’ – tijdstip van aftrekbaarheid 2.1.1 Principe 2.1.2 ‘Zeker en vaststaand’ karakter 2.1.3 Kosten van vóór de oprichting van de vennootschap 2.1.4 Verval van recht op aftrek 2.1.5 Voorbeelden 2.1.6 Overlopende rekeningen

235 235 235 236 236 236 237

2.2

‘Om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden’ 2.2.1 Beroepsmatig karakter 2.2.2 Verband met beroepswerkzaamheid / maatschappelijk doel 2.2.3 Inkomsten ‘verkrijgen of behouden’ 2.2.4 Kosten gedaan in voordeel van vennoten – kosten van persoonlijke aard 2.2.5 Kosten gedaan zonder perspectief op inkomsten 2.2.6 Kosten niet in verhouding tot de inkomsten – hoeveelheidscontrole 2.2.7 Verboden opportuniteitsbeoordeling 2.2.8 ‘Werkelijke prestaties’ 2.2.9 Onredelijke kosten 2.2.10 Interactie artikel 26 en 49 WIB 92 2.2.11 Btw (na herziening) 2.2.12 Kosten fictieve maatschappelijke zetel 2.2.13 Fictieve vennootschap – schending artikel 1 W.Venn. – winst noch verlies

240 240 242 251 256 259 260 260 261 264 264 265 266 266

2.3

Bewijsvoering 2.3.1 Bewijslast 2.3.2 Bewijsmiddelen 2.3.3 Raming

267 267 267 268

2.4

Artikel 49 WIB 92 ook van toepassing op verliezen?

269

2.5

Moreel neutraal

269

2.6

Uitzonderlijke kosten

270

3

Huur en huurlasten

270

3.1

Aftrekbaarheid 3.1.1 Principe 3.1.2 Vooruitbetaalde huur

270 270 270

3.2

Belastbaarheid bij de genieter

271

4

Kosten verbonden aan vruchtgebruik

271

4.1

Algemeen

271

4.2

Niet-aanvaarding kosten van vruchtgebruik als beroepskost

271

4.3

Afschrijving van vruchtgebruik

271

4.4

Waardering vruchtgebruik – naakte eigendom 4.4.1 Geactualiseerde waarde van toekomstige vruchten 4.4.2 Waardering naakte eigendom – verband waardering vruchtgebruik 4.4.3 Gevolgen van een overprijs 4.4.4 Waardering in geval van een turbovruchtgebruikconstructie

271 271 274 275 275



11

Inhoud

4.5

Kosten aan onroerend goed in vruchtgebruik 4.5.1 Verdeling op basis van Burgerlijk Wetboek 4.5.2 Contractuele afwijkingen 4.5.3 Recht op verbouwing 4.5.4 Fiscale aspecten

276 276 276 276 277

4.6

Verlenging vruchtgebruik

277

5

Kosten van naakte eigendom

277

5.1

Kosten aan onroerend goed in naakte eigendom

277

5.2

Afschrijving van naakte eigendom

278

6

Andere met het gebruik van een onroerend goed verband houdende kosten

278

6.1

Kosten van onderhoud, verwarming, verlichting, verzekering enz.

278

6.2

Privaat gebruik zonder invloed op aftrekbaarheid van de kosten

278

6.3

Onroerende voorheffing 6.3.1 Aftrekbaar 6.3.2 Tijdstip van aftrekbaarheid

278 278 278

7

Intresten en ‘andere sommen’ (betaald of toegekend aan niet-inwoners of groepsvennootschappen)

278

7.1

Intresten betaald aan derden (artikel 52, 2° en 55 WIB 92) 7.1.1 Principieel aftrekbaar 7.1.2 Aftrekbeperking inzake intresten 7.1.3 Intrestaftrek in het kader van NIA-constructies 7.1.4 PPL (Profit Participating Loans) of hybride leningen 7.1.5 Bijzondere toepassing: circulaire transacties

278 278 279 281 281 282

7.2

Intresten en andere sommen betaald of toegekend aan niet-inwoners in belastingparadijs (artikel 54 WIB 92) 7.2.1 Wettelijke bepaling 7.2.2 Voorafgaande opmerking – aangifteplicht betalingen aan belastingparadijzen 7.2.3 Principe 7.2.4 Hoedanigheid van de genieter van de betalingen – ook voor betalingen aan vennootschappen 7.2.5 Verhouding met artikel 49 WIB 92 7.2.6 Specifiek belastingregime is relevant 7.2.7 ‘Rechtstreeks of onrechtstreeks’ 7.2.8 Wat is een ‘belastingparadijs’ – gebruik lijst belastingparadijzen 7.2.9 Strijdig met EU-regels (artikel 49 EG) 7.2.10 Artikel 54 versus artikel 198, 11°, WIB 92 7.2.11 ‘Bezoldigingen voor prestaties of diensten’ 7.2.12 Verdeling bewijslast 7.2.13 Volledig bedrag te verwerpen of enkel abnormaal gedeelte? 7.2.14 Toepassing artikel 54 WIB 92 en de roerende voorheffing 7.2.15 Voorbeelden

282 282 283 283 283 283 283 284 284 284 285 285 286 286 287 287

7.3

Intresten van leningen aangegaan ter financiering van bepaalde aandelen (artikel 198, § 1, 10°, WIB 92)

287

7.4

Intresten betaald aan ‘belastingparadijs’ of aan groepsvennootschap – onderkapitalisatie (artikel 198, § 1, 11°, WIB 92) 7.4.1 Voorafgaande opmerking 7.4.2 Inleiding – onderkapitalisatie 7.4.3 Wettelijke bepaling – de grenzen 7.4.4 In aanmerking te nemen reserves 7.4.5 Wat is een lening? 7.4.6 Wat is een ‘groepsvennootschap’? 7.4.7 Welke intresten? 7.4.8 Verkrijgers onderworpen aan een gunstig fiscaal regime – gebruik lijst belastingparadijzen 7.4.9 Beoordeling grens ‘dag per dag’ 7.4.10 Antimisbruikbepaling – doorkijkregel 7.4.11 Kapitaal van vzw’s … 7.4.12 Thin cap in grensoverschrijdende context

288 288 288 288 289 290 291 291 292 292 293 293 293

www.lexfin.be


12


7.4.13 7.4.14 7.4.15 7.4.16

Uitzonderingen – uitgesloten leningen – geen toepassing thincapmaatregel Verhouding tot de artikelen 54 en 55 WIB 92 Illustratieve cijfervoorbeelden Rulings

294 297 297 297

7.5

Aan het boekjaar toe te rekenen intresten en vooruitbetaalde intresten

297

7.6

Intrest-en-royaltyrichtlijn geen beletsel voor beperking intrestaftrek

297

8

Vergoedingen aan derden

298

8.1

De verplichting tot het opmaken van fiches 8.1.1 Algemeen 8.1.2 Elektronische indiening 8.1.3 Bewijslast inzake het indienen 8.1.4 Indieningstermijn 8.1.5 Materieel toepassingsgebied – wanneer zijn fiches verplicht? 8.1.6 Uitzonderingen: geen fiches in welomschreven gevallen 8.1.7 Bijzondere toepassing – buitenlandse genieters 8.1.8 Bijzondere toepassing: buitenlandse schuldenaar 8.1.9 Geen fiches als geheime commissielonen = dagelijkse praktijk (opgeheven) 8.1.10 Ficheverplichting bij ‘selfbilling’ 8.1.11 Bemanning buitenlandse schepen 8.1.12 Belastbaar tijdperk 8.1.13 Sanctie voor niet opmaken van fiches 8.1.14 Bewijskracht van fiches

298 298 298 299 299 299 301 302 303 303 304 304 304 305 305

8.2

Vergoedingen aan informanten

305

8.3

Vergoedingen aan ‘Captive Insurance Company’s’ 8.3.1 Probleemstelling 8.3.2 Casus

305 305 306

8.4

Bedrijfsvoorheffing op betalingen naar het buitenland – vangnetbepaling

307

9

Afschrijvingen

307

9.1

Boekhoudkundige omschrijving

307

9.2

Fiscale omschrijving

307

9.3

Onderscheid ‘afschrijving’ versus ‘waardevermindering’ – niet-afschrijfbare activa

307

9.4

Grondslag

309

9.5

Werkelijke waardevermindering 9.5.1 Wettelijke voorwaarde 9.5.2 Quid als geen waardevermindering?

310 310 310

9.6

Verkort of verlengd boekjaar

311

9.7

Activa in leasing 9.7.1 Financiële leasing (‘financieringshuur’, ‘roerende leasing’) 9.7.2 Operationele leasing – ‘renting’ 9.7.3 Verhuur op lange termijn 9.7.4 Overzichtstabel

312 312 312 313 313

9.8

Afschrijvingspercentages / afschrijvingstermijnen 9.8.1 In functie van gebruiksduur 9.8.2 Percentages

313 313 313

9.9

Afschrijving op immateriële vaste activa 9.9.1 Terminologie 9.9.2 Termijn 9.9.3 Bijzondere toepassing: cliënteel / goodwill 9.9.4 Bijzondere toepassing: software 9.9.5 Bijzondere toepassing: uitvindingsoctrooien en fabrieksmerken

317 317 317 318 319 320



13

Inhoud

9.10

Variabele aankoopprijs / gespreide betaling 9.10.1 Aflossing = afschrijving? 9.10.2 Elke betalingstermijn afzonderlijk afschrijven 9.10.3 CBN–advies: aflossing afschrijven over resterende duur 9.10.4 Recente rechtspraak volgt CBN

320 320 320 321 321

9.11

Bij stopzetting

322

9.12

Afschrijving van opstallen 9.12.1 Gebouwen opgericht op in opstal genomen grond 9.12.2 Andere opstallen (bv. zonnepanelen)

322 322 322

9.13

Verbouwingswerken aan gehuurd gebouw

322

9.14

Afschrijvingen en vruchtgebruik / opstal / erfpacht 9.14.1 Op vruchtgebruik / opstal / erfpacht zelf 9.14.2 Degressieve afschrijving 9.14.3 Verbouwings- en verbeteringswerken

322 322 323 323

9.15

Afschrijving op blote eigendom / naakte eigendom 9.15.1 Afschrijving op blote eigendom in beginsel niet mogelijk 9.15.2 Nuancering: toch afschrijving in bepaalde gevallen?

324 324 324

9.16

Afschrijving in jaar van aanschaf of totstandkoming

324

9.17

Vanaf wanneer afschrijven? – Tijdstip van eigendomsoverdracht – Vooruitbetalingen – Voorschotten – Tijdstip van verkrijging 9.17.1 Economische eigendom 9.17.2 Eigendomsoverdracht 9.17.3 Ook zonder eigendomsoverdracht, met vooruitbetaling (Com.IB., nr. 6/85) 9.17.4 Voorbeelden – rechtspraak 9.17.5 Kleine vennootschap 9.17.6 Voorbeeld

325 325 325 326 326 327 327

9.18

Afschrijving in het jaar van vervreemding

327

9.19

Activa in aanbouw

328

9.20

Bijkomende kosten, onrechtstreekse productiekosten en oprichtingskosten 9.20.1 Begrip ‘bijkomende kosten’ 9.20.2 Algemene regel 9.20.3 Overwegingen bij keuze 9.20.4 Bijkomende kosten op personenwagens

328 328 328 329 329

9.21

Beperking van de afschrijving op personenauto’s

329

9.22

Overdreven afschrijvingen (‘afschrijvingsexcedenten’) 9.22.1 Omschrijving 9.22.2 Oorzaken 9.22.3 Fiscale verwerking van overdreven afschrijvingen (afschrijvingsexcedent)

329 329 329 329

9.23

Degressief afschrijvingsstelsel 9.23.1 Algemeen 9.23.2 Cijfermatige beperking 9.23.3 Uitgesloten activa 9.23.4 Keuze – formaliteiten

330 330 331 332 332

9.24

Verdubbeling van het lineair afschrijvingspercentage

333

9.25

Afschrijving i.v.m. gemeenschappelijk vervoer

334

9.26

Versnelde afschrijvingen in uitzonderlijke omstandigheden 9.26.1 Omschrijving 9.26.2 Bedoelde afschrijvingen

334 334 334

9.27

Aanvullende afschrijving – uitzonderlijke afschrijving – afbraak gebouw

335

9.28

In bedrijfsgebouwen geïntegreerde kunstwerken

335

9.29

Overboeking vaste activa bestemd voor verkoop naar voorraad?

335

9.30

Terugneming van afschrijvingen

336 www.lexfin.be


14


10

Bezoldigingen van het personeel

336

10.1

De eigenlijke bezoldiging en aanverwanten 10.1.1 Algemeen 10.1.2 Opmaak van fiches 10.1.3 Eindejaarspremie 10.1.4 Vakantiegeld

336 336 336 336 336

10.2

Kosten eigen aan de werkgever 10.2.1 Omschrijving van het begrip 10.2.2 Vermoeden van niet-belastbaarheid 10.2.3 Aftrekbaarheid in hoofde van de werkgever 10.2.4 Wijze van vaststelling 10.2.5 Opnemen op fiches 10.2.6 Niet voor zelfstandigen 10.2.7 Forfait niet bruikbaar voor kostenbewijzer 10.2.8 Vrije keuze van uitbetaling 10.2.9 Dubbel gebruik vermijden met bewezen kosten 10.2.10 Invloed cao 10.2.11 Globale forfaitaire maandelijkse kostenvergoeding – ‘ernstige normen’ 10.2.12 Dubbel gebruik vermijden met bewezen kosten 10.2.13 Kilometervergoeding auto, motorfiets en bromfiets 10.2.14 Kilometervergoeding fiets 10.2.15 Dagvergoedingen 10.2.16 Mobiliteitsvergoeding 10.2.17 Dagvergoeding van piloten en ander boordpersoneel van internationale luchtvaartmaatschappijen 10.2.18 Woon-werkvergoeding ingevolge verhuis werkgever 10.2.19 Diverse vergoedingen die in de transportsector worden toegekend aan chauffeurs die internationale verplaatsingen maken 10.2.20 Vergoedingen voor onderhoud lichte vrachtwagen en werkkleding 10.2.21 Scheidingsvergoeding 10.2.22 Huur verblijfplaats – verhuiskosten werknemer in nabijheid werk 10.2.23 Tussenkomst werkgever in aankoop tablet pc – gsm – mobile device 10.2.24 Tussenkomst in kader van telewerk – thuiswerk – huisarbeid 10.2.25 Kosten van internationale school 10.2.26 Kosten van outplacement 10.2.27 Huur parking in de stad van tewerkstelling 10.2.28 Vergoeding voor garage (autostaanplaats) – carwash – parking aan genieter van bedrijfswagen 10.2.29 Tussenkomst in de lidgelden van beroepsvereniging 10.2.30 Kosten van internationale school

337 337 337 340 340 340 341 342 342 342 342 342 345 345 348 348 357 358 358 358 359 359 359 359 360 361 361 361 362 362 362

10.3

Innovatiepremie

362

10.4

Kosten van gemeenschappelijk vervoer 10.4.1 Wettelijke bepalingen 10.4.2 Afschrijvingen 10.4.3 Bedoelde kosten 10.4.4 Meer- en minderwaarden 10.4.5 Aangifte 10.4.6 Onaantastbaarheidsvoorwaarde

363 363 363 363 364 364 364

10.5

Woon-werkvergoedingen 10.5.1 Volledig aftrekbaar 10.5.2 Bedrijfsvoorheffing

365 365 365

10.6

Kosten voor collectieve voorziening voor kinderopvang 10.6.1 Wettelijke bepalingen 10.6.2 Doelstelling 10.6.3 Beoogde belastingplichtigen 10.6.4 Voorwaarden 10.6.5 Kwantitatieve beperking

365 365 365 365 365 366



15

Inhoud

10.7

Kosten in verband met bedrijfsfiets: 120 % aftrekbaar

366

10.8

Sociale lasten 10.8.1 Werkgeversbijdrage 10.8.2 Solidariteitsbijdrage op bedrijfswagens – CO2-taks

367 367 367

10.9

Bedrijfsvoorheffing 10.9.1 Aftrekbaar 10.9.2 Principes van de bedrijfsvoorheffing 10.9.3 Tijdstip van verschuldigdheid van de bedrijfsvoorheffing 10.9.4 Schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing 10.9.5 Door de werkgever ten laste genomen bedrijfsvoorheffing 10.9.6 In het buitenland belastbare inkomsten 10.9.7 Bedrijfsvoorheffing op betalingen naar het buitenland – vangnetbepaling (catch-allbepaling) 10.9.8 Inkohiering van de bedrijfsvoorheffing 10.9.9 Richtlijnen en barema’s

369 369 369 369 370 370 371 371 374 375

10.10 Aanvullende verzekeringen 10.10.1 Algemeen 10.10.2 Verzekeringen voor fysiologische en/of economische invaliditeit (arbeidsongeschiktheid) / met inkomensverlies (verzekering ‘gewaarborgd inkomen’, of GI-verzekering) 10.10.3 Aanvullende collectieve verzekeringen voor geneeskundige verzorging (hospitalisatieverzekering) 10.10.4 Verzekeringen voor fysiologische en/of economische invaliditeit zonder inkomensverlies 10.10.5 Collectieve verzekeringen die meerdere hiervoor besproken risico's dekken 10.10.6 Rechtstreeks door de werkgever ten laste genomen vergoedingen

375 375

10.11 Bijdragen voor collectieve pensioentoezegging 10.11.1 Situering 10.11.2 Sociale luik 10.11.3 Fiscale aftrekbaarheid van de bijdragen 10.11.4 Aspecten van de personenbelasting 10.11.5 Overdrachten van kapitalen en afkoopwaarden 10.11.6 Fiscaal attest en informatiefiche

382 382 382 385 398 399 399

10.12 Bijdragen voor individuele pensioentoezegging (IPT)

399

10.13 Aftrek van andere extralegale pensioenen – gratis pensioen – onderhandse pensioenbelofte 10.13.1 Situering 10.13.2 Fiscale aftrekbaarheid

400 400 400

10.14 Opleidingskosten 10.14.1 Opleidingskosten binnen een vennootschap 10.14.2 Bedrijfsleiders van (professionele) vennootschappen 10.14.3 Uitgaven voor het bijwonen van buitenlandse seminaries 10.14.4 Kosten van deelname aan een wetenschappelijke manifestatie in de farmaceutische sector 10.14.5 Opleidingscheques

401 401 402 402 403 407

10.15 Sociaal passief

408

10.16 Fiches 10.16.1 Algemeen 10.16.2 Tijdstip van opmaken van fiches – verbonden jaar 10.16.3 In het buitenland belastbare inkomsten 10.16.4 Bezoldigingen of voordelen toegekend aan personeelsleden van derden

408 408 408 409 409

11

Bezoldigingen en sociale lasten van bedrijfsleiders (artikel 195 WIB 92)

410

11.1

Bezoldigingen en tantièmes 11.1.1 Aftrekbaarheid 11.1.2 Fiches 11.1.3 Belastbaarheid 11.1.4 Bedrijfsvoorheffing

410 410 415 416 416

www.lexfin.be

375 377 379 380 381


16


11.2

Stortingen voor sociale verzekering en aanvullende pensioenopbouw 11.2.1 Principe 11.2.2 Individuele pensioentoezegging (ipt) 11.2.3 Fiscale aftrekbaarheid van de bijdragen 11.2.4 Interne financiering 11.2.5 Aspecten van de personenbelasting 11.2.6 Combinatie met het VAPZ 11.2.7 Door de vennootschap zelf betaalde pensioenen 11.2.8 Attractiebeginsel 11.2.9 Levensverzekering of belegging? 11.2.10 Overdracht pensioenverplichting tussen verbonden ondernemingen 11.2.11 Fiscaal attest en informatiefiche

417 417 417 420 423 423 423 423 424 424 425 426

11.3

Ten laste genomen sociale bijdragen

426

11.4

Verzekering bestuurdersaansprakelijkheid

427

12

Kosten van diensten van beveiligingsfirma’s

427

12.1

120 % aftrekbaar

427

12.2

Toepassingsgebied ratione materiae

427

12.3

Toepassingsgebied ratione personae

428

13

Jaarlijkse sociale bijdrage ten laste van vennootschappen – ‘vennootschapsbijdrage’

428

13.1

Algemeen

428

13.2

Tarief

429

13.3

Vrijstellingen 13.3.1 Toestand van vereffening, faillissement of concordaat 13.3.2 Nieuwe personenvennootschappen 13.3.3 Vennootschappen zonder activiteit – Slapende vennootschap

429 429 429 430

14

Kosten van verzekeringen

431

14.1

Algemeen

431

14.2

Omzetverzekering 14.2.1 Omschrijving en doelstelling 14.2.2 Fiscale gevolgen

431 431 432

14.3

Collectieve verkoopsverzekering – verzekering ‘merkgetrouwheid’ 14.3.1 Omschrijving 14.3.2 Fiscale gevolgen 14.3.3 Ook voor dienstenberoepen

432 432 432 433

14.4

Bedrijfsleidersverzekering uitsluitend bij overlijden – ‘keyman-verzekering’

433

14.5

Verzekering voor fiscale procedures

433

15

Reclame- en publiciteitskosten

433

15.1

Algemeen

433

15.2

Onderscheid publiciteit / gift

434

15.3

Onderscheid publiciteit / receptiekosten

434

15.4

Kosten van sponsoring – circulaire

434

16

Verliezen als gevolg van diefstal of verduistering, beschadiging of vernieling van activa

434



17

Inhoud

DEEL 4 VASTSTELLING VAN HET FISCALE RESULTAAT (‘RESERVES + VU + DIVIDENDEN’)

435

HOOFDSTUK 1 Inleiding

437

HOOFDSTUK 2 Reserves

438

1

Algemeen

438

1.1

Aangroei of opname van reserves

438

1.2

Onzichtbare reserves

438

1.3

Aanpassingen begintoestand reserves 1.3.1 Aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves 1.3.2 Aanpassing in min van de begintoestand van de reserves

438 438 440

1.4

Relevante formulieren 1.4.1 De belaste reserves 1.4.2 De belastingvrije reserves 1.4.3 Berekening via aangifteformulier

441 441 441 441

2

Zichtbare reserves

441

2.1

Begripsomschrijving 2.1.1 Boekhoudkundige reserves 2.1.2 Fiscale reserves 2.1.3 Aangroei of opname van reserves

441 441 441 442

2.2

Belastingvrije reserves 2.2.1 Omschrijving en overzicht 2.2.2 Overhevelen van belastingvrije naar belaste reserves 2.2.3 Geraamd bedrag van de belastingschulden

446 446 447 447

3

Onzichtbare reserves

447

3.1

Algemeen 3.1.1 Omschrijving 3.1.2 Tijdstip van belastbaarheid

447 447 447

3.2

Onderwaarderingen van activa / overwaarderingen van passiva

448

3.3

Gevolgen van het al dan niet aanpassen van de boekhouding

448

4

Correlatieve winstaanpassing – arm’s lenghtprincipe

450

4.1

Inleiding – wettelijke bepaling

450

4.2

Situering

450

4.3

Toepassingsgebied 4.3.1 Internationale context 4.3.2 Het arm’s lengthprincipe 4.3.3 Alternatief voor ‘infokap’-ruling

451 451 451 451

4.4

Positieve of negatieve aanpassing 4.4.1 Positieve aanpassing 4.4.2 Negatieve correlatieve aanpassing

452 452 452

4.5

Verplichte tussenkomst Dienst Voorafgaande Beslissingen – excess profit rulings

452

4.6

Interactie met artikel 47 en 192, en artikel 26 en 207 WIB 92

453

www.lexfin.be


18


4.7

Voorbeelden

453

4.8

Fiscaaltechnische verwerking

454

HOOFDSTUK 3 Verworpen uitgaven

455

HOOFDSTUK 4 Dividenden

456

DEEL 5 VASTSTELLING VAN HET BELASTBAAR RESULTAAT (‘DE NEGEN BEWERKINGEN’)

457

HOOFDSTUK 1 Inleiding

459

HOOFDSTUK 2 Opsplitsing van het resultaat naar oorsprong (tweede bewerking)

460

1

Afsplitsing van winsten uit de zeescheepvaart

460

2

Afsplitsing van bestanddelen waarop geen aftrek mag worden toegepast

460

3

Omdeling van het resultaat naar oorsprong

460

HOOFDSTUK 3 Aftrekken van het fiscaal resultaat

461

1

Niet-belastbare bestanddelen (derde bewerking)

461

1.1

Inleiding

461

1.2

Bij verdrag vrijgestelde winst van buitenlandse oorsprong

461

1.3

Giften die voor fiscale aftrek in aanmerking komen 1.3.1 Inleiding 1.3.2 Kwantitatieve beperking 1.3.3 Niet-overdraagbaar 1.3.4 Voorwaarden 1.3.5 Wettelijk erkende instellingen 1.3.6 Andere instellingen, onderworpen aan erkenningsprocedure 1.3.7 Erkenningsmodaliteiten van de instellingen 1.3.8 Kwijtschriften 281.71

461 461 462 462 462 462 463 464 464

1.4

Vrijstelling voor aanwerving van aanvullend specifiek personeel 1.4.1 Omschrijving 1.4.2 Te vervullen formaliteiten 1.4.3 Aangifte

464 464 466 467

1.5

Vrijstelling voor aanwerving bijkomend personeel in kmo’s 1.5.1 Principe 1.5.2 Belastingplichtigen die in aanmerking komen: minder dan 11 werknemers 1.5.3 Bedrag van de vrijstelling 1.5.4 Aangroei 1.5.5 Opstart 1.5.6 Geen cumulatie 1.5.7 Niet-overdraagbaar 1.5.8 Personeelsbestand 1.5.9 Overname

467 467 467 467 467 468 468 468 468 469



19

Inhoud

1.5.10 1.5.11 1.5.12 1.5.13

Terugname – definitief verworven Formaliteiten Aangifte Historiek

469 470 470 470

1.6

40 % van het ‘stagebonusloon’ 1.6.1 Algemeen 1.6.2 Aangifte

471 471 471

1.7

Vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut 1.7.1 Inleiding 1.7.2 Principe van de vrijstelling 1.7.3 Vrij te stellen bedrag 1.7.4 Terugname van de vrijstelling 1.7.5 Impact van belastingneutrale verrichtingen 1.7.6 Formaliteiten 1.7.7 Aangiftetechnisch

471 471 471 472 472 472 473 473

1.8

Andere niet-belastbare bestanddelen 1.8.1 Algemeen 1.8.2 Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen verwezenlijkt door vennootschappen voor huisvesting 1.8.3 Meerwaarden verwezenlijkt, of vastgesteld bij de verdeling van het vermogen van een ontbonden vennootschap, op aandelen van innovatievennootschappen 1.8.4 Gespreid te belasten meerwaarden op bepaalde effecten, bedoeld in artikel 513 WIB 92

473 473 473

1.9

Volgorde van aftrek

474

2

Definitief belaste inkomsten (dbi) en vrijgestelde roerende inkomsten (vri) (vierde bewerking)

475

2.1

Definitief belaste inkomsten (dbi) 2.1.1 Historische situering – ratio legis 2.1.2 Analyse van huidig stelsel

475 475 476

2.2

Vrijgestelde roerende inkomsten (vri) 2.2.1 Inleiding 2.2.2 Bedoelde inkomsten 2.2.3 Als vri in aanmerking te nemen basisbedrag 2.2.4 Aftrekbaar bedrag

511 511 511 512 512

2.3

Aangifteformulier

512

3

Aftrek voor inkomsten uit octrooien (‘octrooiaftrek’) (vijfde bewerking)

514

3.1

Algemeen

514

3.2

Materieel toepassingsgebied 3.2.1 Octrooien 3.2.2 Inkomsten uit een octrooi

514 514 517

3.3

Ratione personae

519

3.4

De vrijstelling 3.4.1 Aftrek van 80 % 3.4.2 Vrij te stellen bedrag 3.4.3 Fbb

519 519 520 521

3.5

Fiscaaltechnisch + formaliteit

521

3.6

Overdraagbaarheid / volgorde van aftrek

521

3.7

Bijzonderheden in verband met ruling

521

4

Aftrek voor risicokapitaal (zesde bewerking)

521

4.1

Inleiding 4.1.1 Algemeen 4.1.2 Onaantastbaarheidsvoorwaarde 4.1.3 Vrijwillige verzaking

521 521 522 522 www.lexfin.be

473 473


20


4.2

Berekening: risicokapitaal x tarief 4.2.1 Risicokapitaal 4.2.2 Toepasselijk tarief nia 4.2.3 (Retroactieve) oprichting van een nieuwe vennootschap of boekjaar van minder dan 12 maanden

523 523 540 542

4.3

Overdraagbaarheid nia 4.3.1 Niet langer overdraagbaar vanaf aanslagjaar 2013 4.3.2 Regeling tot en met aanslagjaar 2012

542 542 545

4.4

Personeel toepassingsgebied – interactie investeringsreserve – investeringsaftrek 4.4.1 In principe algemene toepassing 4.4.2 Uitgesloten vennootschappen 4.4.3 Ook voor buitenlandse vennootschappen 4.4.4 Ook voor vennootschappen in vereffening 4.4.5 Vzw, vof en comm.ov

547 547 547 548 550 550

4.5

Twijfelachtige toepassingen / rulings 550 4.5.1 Simulatie 550 4.5.2 Toepassing artikel 344, § 1, WIB 92 551 4.5.3 ‘Double dip’ (intresten en nia) geen probleem? 551 4.5.4 Inbreng in natura van vruchtgebruik 552 4.5.5 Tussengeschoven financieringsvennootschappen – interne financiële stromen 552 4.5.6 Omzetting van aandelen met latente meerwaarden in vorderingen – parkeren van deelnemingen – verhanging aandelenparticipatie 553 4.5.7 Deelname in buitenlandse partnership 554 4.5.8 Inbreng van leningen - obligaties 554

4.6

Verkregen abnormale of goedgunstige voordelen

554

4.7

Formaliteit – aangifte

554

4.8

Inwerkingtreding

555

4.9

Cijfervoorbeelden

555

5

Aftrek van vorige verliezen (zevende bewerking)

557

5.1

Principe – afwezigheid van consolidatie 5.1.1 Algemeen 5.1.2 Afwezigheid van consolidatie – ‘de facto’ verschuivingen

557 557 557

5.2

Overschakeling belastingcategorie 5.2.1 Overschakeling RPB-Ven.B. 5.2.2 Overschakeling BNI-Ven.B.

557 557 557

5.3

Achtereenvolgens

558

5.4

Recapturemaatregel

558

5.5

Onbeperkte aftrek en overdraagbaarheid

558

5.6

Formaliteiten 5.6.1 Vermelding in aangifte 5.6.2 Gevolg van niet vermelden in aangifte

558 558 558

5.7

Belastingvrije inbreng, fusie, splitsing 5.7.1 Inleiding – proportionaliteitsregel 5.7.2 Fusie door overname 5.7.3 Splitsing 5.7.4 Inbreng van een Belgische inrichting – filialisering 5.7.5 Verliesbeperking conform Europese richtlijnen? 5.7.6 Overnemer of verkrijger = intra-Europese vennootschap 5.7.7 Overgenomen vennootschap met verliezen = intra-Europese vennootschap 5.7.8 Beperking omdelen over Belgische en buitenlandse verliezen 5.7.9 Voorbeelden

559 559 559 559 559 560 560 561 561 561

5.8

Belaste inbreng, fusie, splitsing

562



21

Inhoud

5.9

Verliesoverdracht bij zetelverplaatsing van een vennootschap 5.9.1 Inleiding 5.9.2 Samenvattend

562 562 563

5.10

Verwerving of wijziging controle

563

5.11

Tijdstip van wijziging van het bedrag aan overdraagbare verliezen 5.11.1 Standpunt Administratie 5.11.2 Rechtspraak pro Administratie 5.11.3 Rechtspraak contra Administratie 5.11.4 Rechtsleer bekritiseert administratief standpunt 5.11.5 Grondwettelijk Hof ziet geen discriminatie 5.11.6 Correctie verliezen door belastingplichtige op moment van aanwending mogelijk

563 563 563 564 564 565 565

5.12

Tijdstip van betwisting van een wijziging van een bedrag aan overdraagbare verliezen

565

5.13

Bewijs van de verliezen

565

5.14

Invloed van wijziging van activiteit 5.14.1 Continuïteit activiteit 5.14.2 Verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel?

566 566 566

5.15

Geen aftrek op forfaitaire winst zeescheepvaart

566

5.16

Historisch overzicht 5.16.1 Voor de Wet van 22 december 1989 5.16.2 De Wet van 22 december 1989 5.16.3 De Wet van 20.07.1991 5.16.4 De Fusiewet van 06.08.1993 5.16.5 De Wet van 04.04.1995 5.16.6 Het KB van 20.12.1996 – Verwerving of wijziging van controle

566 566 567 567 568 568 569

6

Investeringsaftrek (achtste bewerking)

569

6.1

Inleiding 6.1.1 Principe 6.1.2 Praktische draagwijdte sterk beperkt – heropleving 2014-2015

569 569 569

6.2

Materieel toepassingsgebied – voor welke investeringen 6.2.1 Grote vennootschappen: alleen voor specifieke investeringen 6.2.2 Kleine vennootschappen: voor alle met bedrijfsactiviteit verbonden investeringen (2014 en 2015) 6.2.3 Nieuwe activa 6.2.4 Kosten voor onderzoek en ontwikkeling 6.2.5 In België gebruikt 6.2.6 Investeringsaftrek op vooruitbetalingen 6.2.7 Investeringsaftrek op vruchtgebruik 6.2.8 Uitgesloten investeringen

569 569 569 571 572 572 572 573 573

6.3

Bedrag 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.3.5

577 577 579 583 585 585

Basispercentage Investeringsaftrek voor specifieke investeringen Vast percentage van 3 % voor herbruikbare verpakkingen e.a. Vast percentage van 30 % voor zeeschepen Overzichtstabellen van de tarieven

6.4

Overdracht en uitvlakking investeringsaftrek 6.4.1 Overdracht en uitvlakking 6.4.2 Omzetting overdraagbare investeringsaftrek in belastingkrediet

587 587 588

6.5

Wijziging van controle

588

6.6

Gevolgen vervreemding 6.6.1 Principe 6.6.2 Gespreide investeringsaftrek 6.6.3 Invloed op meer- of minderwaarden

588 588 588 589

www.lexfin.be


22


6.7

Wijziging gebruik 6.7.1 Principe 6.7.2 Investeringen gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en van toekomstgerichte technologieën

589 589

6.8

Te vervullen formaliteiten 6.8.1 Document 275 U 6.8.2 Aanvraag attesten

590 590 591

6.9

Alternatief: belastingkrediet voor octrooien / investeringen in O&O

592

7

Overdraagbare aftrek voor risicokapitaal (negende bewerking)

592

8

Beperking of verlies van de aftrekken die in mindering komen van het fiscaal resultaat

592

8.1

Winstbestanddelen waarop geen aftrek mag worden toegepast 8.1.1 Verkregen abnormale of goedgunstige voordelen 8.1.2 Verkregen gelden uit omkoping 8.1.3 Winst bestemd voor werknemersparticipatie 8.1.4 Winst uit niet-naleving van investeringsreserve 8.1.5 Afzonderlijk belastbare kapitaal- en intrestsubsidies verleend aan de landbouwsector 8.1.6 Het in verworpen uitgaven opgenomen gedeelte van de vaa – bedrijfswagen 8.1.7 De aan het tarief van 0,4 % belastbare meerwaarden op aandelen 8.1.8 De afzonderlijke aanslag op bepaalde dividenden (fairness taks)

592 592 599 599 599 599 600 600 600

8.2

Bedoelde aftrekken – verlies van het belastbaar tijdperk – interpretatie wat betreft de toepassing 8.2.1 Overzicht 8.2.2 Verliezen van hetzelfde belastbaar tijdperk

600 600 600

8.3

Aangifte

602

8.4

Verval van de aftrekken bij controlewijziging of -overdracht 8.4.1 Principe 8.4.2 ‘Controle van een onderneming’ 8.4.3 Rechtmatige financiële of economische behoeften – behoud van activiteit en/of tewerkstelling 8.4.4 Bewijslast 8.4.5 Onvrijwillige wijziging 8.4.6 Belastingverhoging van 50 % 8.4.7 Tijdstip van weigering – voor welke jaren? 8.4.8 Geen schending vrijheid van vestiging

602 602 603 605 609 610 610 610 610

8.5

Voorwaarde ‘achtereenvolgens in mindering brengen’ 8.5.1 Principe 8.5.2 Overzicht 8.5.3 Gevolgen van het niet respecteren van de voorwaarde 8.5.4 Voorbeeld ‘achtereenvolgens’ 8.5.5 Aanrekening van de aftrekken op grondslagen belastbaar aan verschillend tarief

610 610 611 611 612 612

DEEL 6 BELASTBAAR RESULTAAT VAN VENNOOTSCHAPPEN MET INRICHTINGEN IN HET BUITENLAND

589

613



23

Inhoud

DEEL 7 BEREKENING VAN DE VERSCHULDIGDE VENNOOTSCHAPSBELASTING

615

HOOFDSTUK 1 Gewoon aanslagstelsel

617

1

Belastingtarieven

617

1.1

Basistarief

617

1.2

Verlaagd opklimmend tarief 1.2.1 Tarieven 1.2.2 Uitsluitingen van het verlaagd opklimmend tarief 1.2.3 Formaliteit

617 617 618 629

1.3

Afzonderlijk tarief van 5 % in het kader van steun aan landbouw – kapitaal- en intrestsubsidies 1.3.1 Tarief van 5 % 1.3.2 Materieel toepassingsgebied 1.3.3 Van tijdelijke naar permanente maatregel 1.3.4 Geen aftrekken en geen verrekening 1.3.5 Geen aanvullende crisisbijdrage 1.3.6 Vermeerdering bij gebrek aan voorafbetaling 1.3.7 Sanctie bij vervreemding van het betrokken actief 1.3.8 Retroactieve toepassing 1.3.9 Fiscaaltechnische verwerking

630 630 630 630 631 631 631 631 631 631

1.4

Bijzondere tarieven voor bijzondere vennootschappen – verrichtingen 1.4.1 Publiekrechtelijke vennootschappen (21,5 %) 1.4.2 Vennootschap met vast kapitaal voor belegging in onroerende goederen of in niet-genoteerde aandelen (‘exittaks (vastgoed)bevaks’) (16,5 % of 19,5 %) 1.4.3 Erkende kredietinstellingen – vennootschap voor huisvesting (5 %) 1.4.4 25 % voor belastbare meerwaarden op aandelen 1.4.5 0,4 % voor meerwaarden op aandelen gerealiseerd door ‘grote vennootschappen’ 1.4.6 Geen verlaagd opklimmend tarief 1.4.7 Aanrekeningsvolgorde van aftrekken op verschillende bestanddelen van het inkomen

632 632

2

Aanvullende crisisbijdrage

634

2.1

Toepassingsgebied

634

2.2

Aard van de bijdrage – aftrekbaarheid

634

2.3

Effect van de bijdrage op voorafbetalingen en minimum in te kohieren bedrag

634

3

Vermindering van de belastingtarieven voor inkomsten van buitenlandse oorsprong (artikel 217 WIB 92 oud)

635

3.1

Landen zonder verdrag

635

3.2

Landen met verdrag

635

4

Vermeerdering bij gebrek aan voorafbetalingen

635

4.1

Principe

635

4.2

Tarief van de vermeerdering

636

4.3

Berekeningsgrondslag van de vermeerdering 4.3.1 Aan vermeerdering onderhevige belastingen 4.3.2 Grondslag 4.3.3 Vergoeding tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van winst, bezoldiging of baten 4.3.4 Verschillen met personenbelasting

636 636 636 637 637

www.lexfin.be

632 632 633 633 633 633


24


4.4

Berekening van vermeerdering – voordelen gekoppeld aan voorafbetaling 4.4.1 Drie stadia 4.4.2 Voordelen gekoppeld aan voorafbetaling 4.4.3 Verrekening van overschotten en tekorten 4.4.4 Uiterste data inzake voorafbetalingen 4.4.5 Voorbeeld

637 637 638 638 638 639

4.5

Geen vermeerdering – uitzonderingen 4.5.1 Minimumbedrag 4.5.2 Voor ‘nieuwe’ ‘kleine’ vennootschappen

641 641 641

4.6

Boekjaar valt niet samen met kalenderjaar 4.6.1 Specifieke beschikkingen 4.6.2 Berekening toe te passen vermeerderingspercentage

642 642 642

4.7

Aangifte vennootschapsbelasting

647

4.8

Nuttige gegevens i.v.m. de voorafbetalingen 4.8.1 Wijze van voorafbetalen 4.8.2 Bewijs van voorafbetaling 4.8.3 Terugbetaling, overdracht of wijziging van de bestemming van een voorafbetaling

648 648 648 649

HOOFDSTUK 2 Afzonderlijke aanslagen

650

1

Afzonderlijke aanslag op niet-verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten

650

1.1

Principe

650

1.2

Tarief van de afzonderlijke aanslag 1.2.1 Historisch overzicht 1.2.2 Actueel tarief

650 650 651

1.3

Doelstelling: vergoedend of strafrechtelijk karakter? 1.3.1 Vergoeding van ontdoken belastingen en sociale bijdragen – vergoedend karakter 1.3.2 Strafrechtelijk karakter?

652 652 654

1.4

Ook bij afwezigheid van kwade trouw

658

1.5

Geen verband tussen artikel 219 WIB 92 en artikel 49 WIB 92

659

1.6

Schending ‘ongestoord genot van eigendom’?

659

1.7

Combinatie met belastingverhoging, administratieve boete en strafsanctie 1.7.1 Principe 1.7.2 Na herleiding afzonderlijke aanslag tot vergoedend karakter

659 659 660

1.8

Combinatie met taxatie in de personenbelasting

661

1.9

Onderscheid personen- en vennootschapsbelasting niet-discriminerend karakter?

661

1.10

Kenmerken van de aanslag (aftrekbaarheid …) 1.10.1 Aftrekbaar als beroepskost: de aanslag en de kost 1.10.2 Geen vermeerdering / geen verrekening 1.10.3 Geen verliesaftrek of andere aftrekken

661 661 663 663

1.11

Verbonden aanslagjaar – belastbaar tijdperk

664

1.12

Materieel toepassingsgebied 664 1.12.1 Niet-verantwoorde kosten 664 1.12.2 Voordelen van alle aard 666 1.12.3 Verdoken meerwinsten 667 1.12.4 Financiële voordelen of voordelen van alle aard zoals bedoeld in artikel 53, 24° WIB 92 – Sommen besteed aan omkoping 670

1.13

Soms niet van toepassing: uitzonderingen 670 1.13.1 Wettelijke uitzonderingen 670 1.13.2 Administratieve uitzonderingen 674 1.13.3 Gevolgen niet-toepassing artikel 219 WIB 92 omdat voldaan is aan uitzonderingsbepalingen op vlak van aftrekbaarheid kosten 679



25

Inhoud

1.14

Door de minister van Financiën forfaitair vastgestelde belasting op geheime commissielonen 1.14.1 Algemeen 1.14.2 Niet aan buitenlandse ambtenaren

679 679 679

1.15

Aangifte

679

1.16

Voorbeelden

679

2

Afzonderlijke aanslag ten aanzien van vennootschappen die genieten van het tarief van 5 % 681

2.1

Doelstelling van de afzonderlijke aanslag

681

2.2

Tarief van de afzonderlijke aanslag

681

2.3

Grondslag

681

2.4

Afzonderlijke aanslag is niet aftrekbaar

681

2.5

Onderworpen belastingplichtigen 2.5.1 Kredietverenigingen en maatschappijen voor onderlinge borgstelling die tot aj. 1993 genoten van het tarief van 5 % 2.5.2 Andere vennootschappen die genieten van het verlaagd tarief van 5 % inzake vennootschapsbelasting 2.5.3 Alle vennootschappen die genieten van het verlaagd tarief van 5 %, die dividenden uitkeren

682 682 683 684

2.6

Geen vermeerdering / geen verrekening

684

3

Afzonderlijke aanslag ‘aanvullende heffing erkende diamantairs’

684

4

Afzonderlijke aanslag ‘terugbetaling voorheen verleend belastingkrediet’

685

5

Afzonderlijke aanslag op pensioenvoorziening voor individuele pensioentoezegging

685

5.1

Situering

685

5.2

Ratione personae

686

5.3

Ratione materiae

686

5.4

Tarief

686

5.5

Niet aftrekbaar

686

5.6

Aangiftetechnisch

686

6

Afzonderlijke aanslag ingevolge aangepast uitkeringsbeleid (cf. artikel 537 WIB 92)

687

7

Afzonderlijke aanslag op bepaalde dividenduitkering (fairness tax – minimumbelasting)

687

7.1

Inleiding – ratio legis – inwerkingtreding

687

7.2

Afzonderlijke aanslag

688

7.3

Verbonden aanslagjaar

688

7.4

Geviseerde dividenden

688

7.5

Grondslag van de afzonderlijke aanslag

689

7.6

Tarief van de afzonderlijke aanslag

691

7.7

Personeel toepassingsgebied – uitsluiting van de afzonderlijke aanslag 7.7.1 Kleine vennootschappen 7.7.2 Buitenlandse vennootschappen 7.7.3 Beleggingsvennootschappen

691 691 691 692

7.8

Afzonderlijke aanslag bij de aanleg van de liquidatiereserve

692

7.9

Boekhoudkundige verwerking van de fairness tax

692

7.10

Kenmerken van de afzonderlijke aanslag

692

7.11

Optimalisatie: belang van timing – belastbare materie – andere aftrekken 7.11.1 Timing 7.11.2 Belastbare materie 7.11.3 Andere fiscale aftrekken

693 693 693 693

www.lexfin.be


26


7.12

EU- en verdragsconform? 7.12.1 Verdragsconform 7.12.2 EU-conform

693 693 693

7.13

Cijfervoorbeelden 7.13.1 Voorbeeld 1 7.13.2 Voorbeeld 2

694 694 694

7.14

Aangifte

695

8

Belastingschuld van 10 % in kader van ‘thematische volksleningen’

695

8.1

Inleiding

695

8.2

Principe

695

8.3

Aard van de heffing

695

8.4

Particuliere beleggers ongemoeid

695

HOOFDSTUK 3 Verrekenbare bestanddelen

696

1

Voorheffingen

696

2

Principe van verrekening

696

3

Niet-aftrekbaarheid – brutering

696

4

Mate van verrekening

697

5

Tijdstip van verrekening

697

6

Inhouding bronheffing die niet kan worden verrekend in buitenland: schending vrij verkeer 697 van kapitaal?

6.1

Beschikking Hof van Justitie, ook voor ‘gewone’ vennootschappen + inbinding door Administratie

698

6.2

Veroordelingen inzake beleggingsvennootschappen + inbinding door Administratie 6.2.1 Veroordeling 6.2.2 Administratie bindt in

699 699 699

6.3

Wetgevend ingrijpen

700

7

Overzichtsblad uit de aangifte

700

8

(Fictieve) onroerende voorheffing

700

8.1

Onroerende voorheffing

700

8.2

Fictieve onroerende voorheffing

701

9

(Fictieve) roerende voorheffing

701

9.1

Principe van verrekening

701

9.2

Pro rata temporis 9.2.1 Principe 9.2.2 Bijzondere probleemstelling in verband met vastgoedcertificaten 9.2.3 Uitzondering

701 701 702 703

9.3

Voorwaarden en uitsluitingen 9.3.1 Volle eigendom 9.3.2 Geen verrekening bij waardevermindering ingevolge toekenning dividend 9.3.3 Geen verrekening in het kader van een aandelenlening 9.3.4 Opname in de belastbare basis

704 704 704 705 705

9.4

Fictieve roerende voorheffing 9.4.1 Bijzondere vennootschapsvormen 9.4.2 Andere 9.4.3 Niet terugbetaalbaar

706 706 706 706



27

Inhoud

9.5

Geen verrekening met de afzonderlijke aanslagen

706

9.6

Geen verrekening van buitenlandse voorheffing

706

10

Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (‘fbb’)

707

10.1

Algemeen

707

10.2

Voor welke inkomsten? 10.2.1 Intresten en royalty’s 10.2.2 Dividenden 10.2.3 Omschrijving in dubbelbelastingverdrag

707 707 707 707

10.3

Onderworpenheid aan de belasting – effectieve belastingheffing

707

10.4

‘Voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid in België gebruikt’

708

10.5

Niet aftrekbaar

708

10.6

Verrekenbaar bedrag 10.6.1 Inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen 10.6.2 Intresten 10.6.3 Tax sparing credit

708 708 709 711

10.7

Verrekenbaar maar niet terugbetaalbaar

711

10.8

Geen verrekening met afzonderlijke aanslagen

712

10.9

Verdragsverwijzingen naar fbb

712

11

Belastingkredieten

712

11.1

Het belastingkrediet voor inbrengen in kapitaal 11.1.1 Afschaffing met ingang van aj. 2007 11.1.2 Vernietiging criterium ‘kmo-vennootschap’

712 712 712

11.2

Het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 11.2.1 Inleiding en inwerkingtreding 11.2.2 Omschrijving van het begrip 11.2.3 Keuzestelsel 11.2.4 Beperking overgedragen investeringsaftrek 11.2.5 Gespreid belastingkrediet voor ‘milieuvriendelijk’ onderzoek en ontwikkeling 11.2.6 Overdraagbaar en terugbetaalbaar 11.2.7 Wijziging van controle, inbreng, fusie, splitsing 11.2.8 Overgangsbepaling 11.2.9 Diverse 11.2.10 Formaliteiten 11.2.11 Afzonderlijke aanslag bij terugname 11.2.12 Fiscaaltechnische verwerking

713 713 713 713 714 714 714 715 715 716 716 716 716

11.3

Geen verrekening met afzonderlijke aanslagen

719

DEEL 8 REORGANISATIES

721

DEEL 9 FISCALE GUNSTREGIMES

723

DEEL 10 TOPICS

725

DEEL 11 TREFWOORDENREGISTER

727

www.lexfin.be

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

Recommend Documents