Procesgang vanaf de Nationale kennis- en innovatieagenda Water In het Nationaal Waterplan van 22 december 2009 is in Bijlage 2 de nationale kennis- en innovatieagenda Water (NKIAW) opgenomen. Deze kennis- en innovatieagenda Water is voorbereid door het Kennisplatform Water en beoogt richting te geven aan het strategisch onderzoek van de Nederlandse kennisinstellingen. In deze notitie wordt kort de totstandkoming en opbouw van NKIAW beschreven en wordt aangegeven hoe deze gebruikt gaat worden in de activiteiten van Kennisplatform Water en Raad voor Deltaonderzoek. Achtergrond In de aansturing van de publieke kennisinstellingen hanteert de rijksoverheid 12 zogenaamde kennisarena’s. In deze kennisarena’s vindt de articulatie van maatschappelijke kennisvragen plaats. Uitgaande van het principe van vraaggestuurd programmeren vormen deze kennisvragen de basis om het strategische onderzoek in te richten. Hierbij zet de rijksoverheid subsidies aan de kennisinstellingen in (voorheen de basis- en doelsubsidies van de GTI’s) om kennis te laten ontwikkelen die verkennend en voorbereid van aard is, en die in een later stadium via toegepast onderzoek zijn weg kan vinden in voor de maatschappij bruikbare kennisproducten. Voor het waterbeheer is de kennisarena Leven met Water relevant. Deze kennisarena omvat de thema’s waterveiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit en bestuurlijke organisatie en instrumentatie en komt daarmee 1:1 overeen met de onderwerpen in het Nationaal Waterplan. Het.Kennisplatform Water heeft als taak op zich genomen om de vraagarticulatie voor strategisch onderzoek te verzorgen. Het KPW heeft vanaf 2007 diverse malen de kennisarena Leven met Water georganiseerd en heeft het initiatief genomen om de kennis- en innovatieagenda als het resultaat hiervan op te doen nemen in het Nationaal Waterplan. Opbouw en inhoud Nationale kennis- en innovatieagenda Water Bij de samenstelling van de kennisagenda is het de opzet geweest om ten minste de behoefte aan strategisch onderzoek zo volledig mogelijk weer te geven. Onder strategisch onderzoek wordt verstaan onderzoek dat gericht is op het oplossen van maatschappelijke problemen, dat voorbereidend van aard is en dat op een termijn van 3-5 jaar bruikbare kennisproducten oplevert. Typering kennisbehoeften binnen de kennisagenda en relatie met programmering. Kennisagenda is… Type onderzoek
Uitwerking kennisagenda wordt beheerd door Programmering door Meest geschikte werksoort bij - Deltares - DLO - RIVM
Strategische kennisbehoeften Kennisagenda is volledig
Operationele kennisbehoeften Kennisagenda is ondersteunend Toegepast onderzoek (toepassing bestaande kennis, 1-2 jaar vooruit) Opdrachtgevers
Praktijkontwikkeling en innovatie Kennisagenda is ondersteunend Gebruik bestaande kennis in de praktijk
Kennisinstellingen, Raad voor Deltaonderzoek
Opdrachtgevers
Ad-hoc opdrachtgevers
SO (+TO) Deels KB, deels BTO Strategisch onderzoek
TO Deels KB, deels BTO opdrachten
TO, impulsprogramma’s BTO, impulsprogramma’s Impulsprogramma’s
Strategisch onderzoek (kennisontwikkeling, 3-5 jaar vooruit) Kennisplatform Water
1
Opdrachtgevers, Netwerk Deltatechnologie
In de uitwerking hiervan bleek dat, om de verbindingen met andere typen kennis niet te verbreken, het gewenst is geen scherpe afbakening tot uitsluitend strategische kennisbehoeften aan te houden en ook opkomende behoeften aan operationale kennis en praktijkontwikkeling/innovatie in de agenda op te nemen. Van deze twee vormen van kennisbehoeften is het echter niet de ambitie om volledigheid na te streven, wel om het resultaat te doen verbinden met plaatsen waar die kennisbehoefte geprogrammeerd wordt. De strategische kennisbehoeften vormen de basis voor de programmering van strategisch onderzoek, de operationele kennisbehoeften en de behoeften aan praktijkontwikkeling en innovatie worden onder de aandacht gebracht van relevante partijen, respectievelijk de opdrachtgevers van toegepast onderzoek en het netwerk Deltatechnologie. De kennis- en innovatiebehoeften zijn ondergebracht in zes thema’s die een robuuste en herkenbare indeling in de kennisagenda aanbrengen. Om tot een overzichtelijke kennisagenda te komen zijn kennisbehoeften zoveel mogelijk samengevoegd naar onderwerp c.q. type eindproduct (verkenning, evaluatie, model, instrument,…). Clustering leidt tot minder kennisbehoeften en meer overzicht, maar veelal ook tot een omschrijving van kennisbehoeften die generieker dan wel abstracter van aard wordt. Hierdoor wordt het voor individuele kennisvragers vaak moeilijk de relevantie van de vraag te herkennen. Het formuleren van kennisbehoeften is daarmee een proces van zoeken naar een optimum. De kennisbehoeften moeten niet gezien worden als een absoluut juiste uitdrukking van de behoefte aan kennis, maar zijn vooral een communicatiemiddel tussen vragers en aanbieders. NKIAW is geen eindpunt, maar beginpunt voor een verder proces van aanscherping en detaillering. Er is door het Kennisplatform Water een prioritering aangebracht tussen de kennis en – innovatiebehoeften onderling. De werkwijze die hierbij gevolgd is, is in de bijlage opgenomen. Proces gebruik van de kennis- en innovatieagenda In een jaarcyclus vinden achtereenvolgens de volgende activiteiten plaats: • monitoring van de uitwerking van de kennisbehoeften • kennisarena Leven met Water • opstellen programma van eisen voor kennisinstellingen • opstellen concept-programma’s strategisch onderzoek • beoordeling programma strategisch onderzoek en vaststelling • uitwerking in projectplannen Hieronder wordt beschreven wat deze activiteiten in houden en wie actiehouder er voor zijn. Er wordt een tweedeling aangehouden tussen kennisaanbieders en kennisvragers. De deelnemers aan het kennisplatform worden als volgt in een van de twee groepen ingedeeld: kennisvragers DGW RWS LNV VROM Unie van Waterschappen STOWA IPO Vereniging van Waterbouwers
kennisaanbieders Deltares Alterra RIVM KNMI PBL NL Ingenieurs Vereniging van Waterbouwers Kiwa Water Research 2
NL Ingenieurs Vraaggestuurd programmeren staat of valt met de betrokkenheid van kennisvragers. Daarom is een goede inzet en aanwezigheid van kennisvragers zeer gewenst tijdens de monitoring en bij de kennisarena. Het op persoonsniveau benoemen van medewerkers van kennisvragende organisaties is een belangrijk ingrediënt hierbij. Met het opgeven van hun naam vullen zij de rol van kennisvrager in door op gezette momenten aanspreekbaar te zijn voor kennisaanbieders bij het opzetten en uitwerken van hun projecten. monitoring uitwerking kennisbehoeften Dit is een gezamenlijke activiteit van kennisaanbieders en kennisvragers. Het secretariaat KPW heeft een verbindende functie. Doel is informatie aan te leveren voor de kennisarena over de stand van uitwerking van de kennisagenda in onderzoeksprogramma’s. Deze kan dan vaststellen of er witte vlekken in de programmering zitten, en zo ja welke. Met de monitoring wordt een beeld verkregen hoe de kennisbehoeften in onderzoeksprojecten zijn belegd: welk (onderdeel van een) kennisbehoefte wordt ingevuld met welk (deel van een) project? Hiertoe worden de volgende deelactiviteiten uitgevoerd: • benoemen van de links tussen (met name strategische) onderzoeksprojecten en kennisbehoeften (‘kruisjestabel’). Dit is een actie van de kennisaanbieders. • organisatie van toetsingsbijeenkomsten per thema uit de kennisagenda. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kennisvragers en aanbieders waarbij secretariaat KPW een faciliterende rol kan vervullen. • toetsen of de door kennisaanbieders aangedragen links inderdaad een goede invulling zijn van de kennisbehoeften. De kennisvragers zullen deze toets moeten uitvoeren, maar het lijkt wel gewenst om dit in dialoog met de kennisaanbieders te doen om misverstanden en misconcepties te voorkomen. Het secretariaat KPW zorgt voor de uitwisseling van informatie tussen betrokken partijen kennisarena Leven met Water Doel van de kennisarena is een (jaarlijkse) update van de kennis- en innovatieagenda Water. Dit houdt in: • opnemen van nieuwe kennisbehoeften; • aangeven welke kennisbehoeften niet meer open staan omdat ze reeds uitgevoerd zijn met onderzoek, dan wel omdat ze niet langer als relevant herkend worden door kennisvragers; • benoemen van witte vlekken. Naast de update op de kennisagenda bespreekt de kennisarena ook de kwaliteit van de procesgang rond vraagarticulatie en programmering. Vanwege het vraaggestuurde karakter zijn het de kennisvragers die de conclusies moeten trekken op bovenstaande punten. Echter, een goede dialoog met de kennisaanbieders is voorafgaand hieraan noodzakelijk. Beide groepen nemen in gelijke mate deel aan de kennisarena, het secretariaat organiseert de bijeenkomst. Vanwege het streven naar een maatschappelijke vraagstelling is het doel van kennisarena een zo breed mogelijke groep van kennisvragers- en aanbieders rond het waterbeheer bij elkaar te brengen en aan de kennisagenda te laten werken. De doelgroep is nadrukkelijk breder dan de samenstelling van het Kennisplatform Water. 3
De kennisarena moet eindigen in conclusies ten aanzien van de inhoud van de kennis- en innovatieagenda Water. Deze conclusies kunnen dan meegenomen worden in het opstellen van de programma’s van eisen. In 2012 en 2015 zal het proces van de kennisarena in het teken staan van een volledige vernieuwing van de kennisagenda samenhangend met de tussenevaluatie van NWP respectievelijk het opstellen van NWP-2. De kennisarena Leven met Water is thematisch afgebakend tot de volgende onderwerpen: • waterveiligheid • waterkwaliteit • waterkwantiteit • bestuurlijke organisatie en instrumentatie De kennisarena grenst thematisch aan een aantal andere kennisarena’s. Voor een goede samenwerking over de grenzen heen is het noodzakelijk dat met deze andere kennisarena’s afspraken gemaakt worden. Het betreft: Kennisarena Maatschappelijke veiligheid Voeding Bereikbaarheid Bouwen voor Ruimte Hoogwaardige systemen, processen materialen Leefomgeving
Trekker BZK LNV VenW VROM EZ
Thematisch raakvlak Bescherming van Nederlandse burgers Duurzame landbouw Vervoer over water Efficiënte benutting van de schaarse ruimte Inzet van modellen voor beleid
LNV, VROM
Evenwichtige ecosystemen Omgaan met (effecten van) klimaatverandering Inrichting landelijk gebied Externe Veiligheid
opstellen van de programma’s van eisen voor de kennisinstellingen De programma’s van eisen bevatten aanwijzingen die de kennisinstellingen dienen te gebruiken bij het opstellen van de onderzoeksprogramma’s. Voor Deltares wordt het PvE opgesteld door RWS Waterdienst, voor DLO door LNV, directie Kennis en Innovatie. Ze worden uiterlijk 1 juli ingediend bij deze kennisinstellingen. Andere kennisaanbieders (KNMI, RIVM, PBL) hebben een andere aansturingsystematiek. Het is niet duidelijk hoe de Kennisagenda Water hier een plaats in krijgt. opstellen concept-programma’s strategisch onderzoek In de periode juli-september gaan Deltares en DLO aan de slag om concept-programma’s op te stellen. Deze dienen 1 oktober gereed te zijn. beoordeling programma strategisch onderzoek en vaststelling Het concept-programma van Deltares wordt begin november besproken in de Raad voor Deltaonderzoek. In de Raad zijn vertegenwoordigd de departementen VenW, LNV, VROM, EZ en OCW, IPO, Unie van Waterschappen en VNG, NLingenieurs, de Vereniging voor Waterbouwers, Bouwend Nederland en de universiteiten Delft, Twente, Utrecht en VU Amsterdam. De Raad stelt een advies op aan de Minister van VenW, waarna RWS Waterdienst in december de subsidiebeschikking opstelt. De Raad voor Deltaonderzoek besteedt ook aandacht aan de programmering van de overige kennisinstellingen. Zo zal najaar 2010 ook het programma van DLO besproken worden. 4
Verder stelt de Raad momenteel een overzicht op van de kennisinfrastructuur voor het deltaonderzoek in Nederland. Dit moet tevens een weergave bevatten van de strategische samenwerking tussen de kennisinstellingen. uitwerking in projectplannen Op basis van advies van RDO gaat Deltares aan de slag om de projectplannen strategisch onderzoek definitief te maken. Deze zijn 1 maart gereed. Deze projectplannen zullen gepresenteerd gaan worden op de website van Deltares. DLO presenteert haar projectplannen op www.kennisonline.wur.nl . gebruik van kennis Het gebruik van de ontwikkelde kennis is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van kennisvragers en kennisaanbieders. Het wordt aan de kennisinstellingen overgelaten om een geschikte vorm toe te passen om kennis tot gebruik te brengen. Voor kennisontwikkeling of – toepassing waar betalende opdrachtgevers voor zijn zal dit veelal gebeuren in de vorm van (kennis)producten zoals besteld (rapportages, workshops, adviezen en presentaties). Voor werksoorten waar geen directe opdrachtgevers zijn (bijv. SO, Kennisbasis) is het minder evident dat ontwikkelde kennis ook gebruikt wordt. Kennisplatform Water en RDO pogen via een goede vraagarticulatie, programmering en monitoring wel toe te werken naar het daadwerkelijke gebruik van kennis, maar organiseren op dit moment geen activiteiten om dit concreet te bevorderen of te toetsen.
5
BIJLAGE: Werkwijze prioritering van kennisbehoeften prioritering op de Nationale Kennis- en Innovatieagenda Water De kennisarena van 9 juni 2009 heeft de volgende 7 criteria opgeleverd die relevant zijn bij de prioritering van kennisbehoeften (volgorde heeft geen betekenis): 1. aansluiting bij strategische besluiten 2. voorkómen van afwenteling in tijd en ruimte 3. urgentie 4. vermarktbaarheid 5. maatschappelijke relevantie 6. bevordering van samenwerking, samenhang, integraliteit 7. toepasbaarheid in beleid en beheer Daarnaast werd de kanttekening gemaakt dat er in de programmering ook (budget) ruimte moest zijn om meer risicovolle onderwerpen uit te werken. Aanvullend hierop heeft het Kennisplatform Water aangegeven de aansluiting bij strategische besluiten van bijzonder gewicht te achten. Deze criteria zijn gebruikt om de lijst van kennis- en innovatiebehoeften in te delen naar drie prioriteitsklassen: • prioriteit 1: wordt gegeven aan elementen die toeleveren aan in het NWP opgenomen strategische besluitvorming, en aan die elementen die betrekking hebben op samenhang en integraliteit. Samenhang en integraliteit moeten eerst vastgesteld worden alvorens de inhoudelijke voorbereiding van strategische besluiten te kunnen uitwerken. Deze prioriteitsklasse bevat de kennis- en innovatiebehoeften ten behoeve van de nieuwe normeringsystematiek, de strategie zoetwatervoorziening en de extra kennisvragen die voortkomen uit de behoefte aan samenhang en integrale benadering van het Deltaprogramma. • prioriteit 2: wordt gegeven aan kennis- en innovatiebehoeften die urgent zijn doordat ze in het Nationaal Waterplan van een opleverdatum zijn voorzien, omdat ze voor de implementatie van de kaderrichtlijnen Water en Mariene Strategie nodig zijn (nieuwe planfase per 2015) of omdat ze gescoord worden op het criterium ‘vermarktbaarheid’. • prioriteit 3 is toegekend aan alle overige kennisbehoeften. Al worden de criteria 5,6 en 7 niet expliciet in deze redeneertrant genoemd, veel van de geselecteerde kennis- en innovatiebehoeften met prioriteit 1 zullen, vanwege het strategische belang ook een hoge score hebben op deze criteria. Al met al is dus geen multicriteria-analyse gevolgd maar een plausibele redenering om uitdrukking te geven aan het onderlinge belang van kennis- en innovatiebehoeften. De toekenning van de drie prioriteitsklassen aan de individuele kennis- en innovatiebehoeften is gedaan op basis van expert judgement door de KPW-werkgroep ‘prioritering en herstructurering kennisagenda’.
6