1551
1551
Huwelijk Willem van Oranje &
de relatie met het Oranjehuis Burens relatie met het Oranjehuis begint in 1551 als Anna van Egmond trouwt met prins Willem van Oranje. Anna is de schatrijke erfdochter van Maximiliaan van Egmond, graaf van Buren. Na de toestemming van keizer Karel V laat hij het huwelijk in een testament vastleggen. Het jonge stel – beide zijn achttien jaar – trouwt op 8 juli in de Sint Lambertuskerk in Buren. Het is de grootste praaldag uit Burens historie. De aarts bisschop van Keulen zegent het huwelijk in. Op het kasteel vindt een uitgebreid feestmaal plaats in het bijzijn van een groot deel van de Nederlandse en Duitse adel. De Burenaren zullen zich hebben ver gaapt aan al die hoge heren en hun dames. Zoveel macht en rijkdom is in Buren nooit meer bijeen geweest.
14
Anna van Egmond Na enkele dagen schrijft de bisschop trots te zijn op dit huwelijk waar hij zich zeer sterk voor heeft gemaakt. Het geeft aan hoezeer het om een politiek huwelijk gaat. Willem wordt als keizerlijke vertrou weling in één klap de meest aanzienlijke edelman in De Nederlanden. Hij verwerft naast Buren ook Leerdam, Acquoy, IJsselstein en St. Maartensdijk. Toch voelen Willem en Anna zich vanaf het begin tot elkaar aangetrokken. Willem noemde haar liefdevol Tanneke maar schrijft haar formeel aan als Princesse d’Orange. Anna wordt omschreven als begripvol en levenslustig. Naast een vroeg overleden kind krijgen ze nog twee kinderen: Philips Willem en Maria. Helaas eindigt het huwelijk al op 24 maart 1558 als Anna op 25-jarige leeftijd overlijdt.
Willem van Oranje, Adriaen Thomasz. Key, ca. 1579 44
14
Anna van Egmond, Antonio Moro, ca. 1555 Buren vertelt d
Canon van Buren
1551 Huwelijk Willem van Oranje & Anna van Egmond
45
1554
1554
Stadhuis
In 1984 schenkt de Nutsspaarbank ter gelegenheid van haar 140-jarig bestaan een carillon voor in de lantaarn. De 17 klokjes laten nog altijd ieder half uur van zich horen.
430 jaar bestuurlijk centrum
Op 22 januari 1554 kopen de bur gemeesters van Buren voor 525 gulden een vierkant woonhuis tegenover de kerk. Vijftig jaar later verbouwt architect en beeld houwer Adriaen Fredericksz. van
Oudendijck het inmiddels bouw vallige huis tot waardig stadhuis in renaissancestijl. De verbouwing drukt financieel zwaar op de stad. Prins Philips Willem, de oudste zoon van Willem van Oranje,
15
geeft toestemming twee percelen te verkopen en vijf jaar lang 250 gulden op te nemen uit de accijn zen op de bieren maar het is niet voldoende. In 1613 wordt geschre ven dat de stad Buren was ‘in groot verloop van schulden geraeckt door het opmaecken ende restaureeren van het dack, toor ende anders van den stadthuyse Bueren’. Maar het resultaat mag er zijn. Het gebouw krijgt een statige voorgevel met zowel op het bordes als op de trapgevel natuur stenen beelden en een sierlijk torentje waarop een vergulde windvaan en een wapendrager met het stadswapen van Buren. Zowel dit torentje als de dak kapellen tonen veel overeenkomst met het weeshuis dat door dezelfde architect is ontworpen.
In 1739 wordt het stadhuis aange past aan de nieuwste ideeën. Het gebouw krijgt een schilddak met geprofileerde kroonlijst en sierlijke consoles. De dakkapellen en kruis kozijnen worden vervangen door schuiframen. Dit is het stadhuis zoals wij het nog altijd kennen. Bij de restauratie in 1964 wordt het gebouw samengevoegd met het naastliggende voormalige dis trictshuis maar door de gemeente lijke herindeling in 1978 is het weer te klein. Na bijna 430 jaar verlaat het stadsbestuur het bij zondere stadhuis. Nu huisvest dit gebouw, waar ooit de drie zoons van Willem van Oranje, Philips Willem, Maurits en Frederik Hendrik op het bor des hebben gestaan, het museum Buren en Oranje.
Het stadhuis voor de verbouwing in 1739. Hendrik Spilman, 1757 46
15
Rechts het stadhuis na de verbouwing in 1739. Jan de Beijer, ca. 1750 Buren vertelt d
Canon van Buren
1554 Stadhuis
47
1575
1575 In dat jaar ‘werde de Stad en ‘t Kasteel van Buuren door de Spanjaarden, onder beleid van den Heer Hierges, Gouverneur van Gelderland, met veel volk belegerd, veele werken daar voor opgeworpen, en met vyftien stukken Geschut sterk beschooten. Bres feschooten hebbende, bestrormden zy de Stad, en vonden weinig tegenstand; want al wat vlugten kon, week op het Kasteel, en de geheele Stad bleef ter plundering voor de vyanden overgelaaten. Het Kasteel vervolgens ook sterk aangetast wordende, moest zich wel haast overgeeven, en de Bezetting kon niets meer bedingen, dan zonder Vaandels en Wapenen uit te trekken; nogthans zyn ‘er de Spanjaards niet lang meester van geweest.’ Aanhangsel tot Ludolf Smids, Schatkamer der Nederlandsche Oudheden, 1778
16
Willem van Oranje, Hendrick Goltzius, 1581 48
Gewapende Spanjaarden vallen een huis binnen, Boëtius Adamsz. Bolswert, 1610 Buren vertelt d
Canon van Buren
Buren in de 80-jarige Oorlog
rampjaar voor de stad Al aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is Buren betrokken bij het verzet tegen de katholieke Spaanse overheersers. Het door de Spanjaarden bezette kasteel valt, dankzij een list, op 10 juli 1572 in handen van de Geuzen. Negen dagen later wordt in Dordrecht, in opdracht van prins Willem van Oranje, de eerste vrije Statenvergadering gehouden. Hier spreekt men zich uit tegen de Spaanse overheersing en wordt de organisatie van de opstand besproken. Samen met Zaltbommel speelt Buren in de jaren 1572-1575 een strategische rol in het verzet. Vanuit Buren bestoken de troepen van de prins de Spanjaarden. Het gaat daarbij hard tegen hard door beide partijen, waarbij vooral
1575 Buren in de 80-jarige Oorlog
de gewone man de dupe is. Boer derijen en hele dorpen worden verwoest, bewoners vermoord en landerijen niet meer bewerkt waardoor de honger toeslaat. Daarnaast lijdt de bevolking extra door een overstroming in 1574 en het uitbreken van de pest in het zelfde jaar. Buren is voor de Spanjaarden een last en plannen worden gesmeed het weer te heroveren. In 1575 nemen zij de stad weer in waarbij veel burgers worden vermoord. Drie dagen later valt ook het kas teel, dat door kapitein Vogelzang wordt verdedigd. Er komt nog een ramp. In de nacht van 1 op 2 oktober 1575 breekt brand uit waarbij een groot deel van de, voornamelijk uit houten huizen bestaande, stad verloren gaat.
Waterpomp uit 1732 ‘Wanneer de vlammen woeden, ben ik de burger tot troost.’
16
Och my jammert met wee, De moort van Bueren de stee T’verraet dede haer sneven Dat doet het Spaensch gebroet Monsieur Hierges verwoet, Heeft dese moort bedreven. Geuzenlied uit 1575
De brand zou ontstaan zijn door het omvallen van een kaars in het stro bij een door de pest getroffen grijsaard. Burens rol in het verzet is dan uitgespeeld. 49
1613
1613
Het weeshuis
17 Maria van Nassau, (1556-1616)
Weeskinderen voor het weeshuis, ca. 1925 50
Maria ‘Maaiken’ van Nassau Het weeshuis is de meest tastbare Oranje nalatenschap in Buren en het beste voorbeeld van Hollandse Renaissance buiten de Randstad. Het initiatief komt van Maria van Nassau, dochter van Prins Willem van Oranje. In 1595 is ze op 39-jarige leeftijd getrouwd met de Duitse graaf Philips van Hohenlohe, luitenant-generaal in dienst van de Republiek. Ze hebben jarenlang op toe stemming voor dit huwelijk moeten wachten. Maria die zelf geen kinderen heeft gekregen, wordt omschreven als een mooie, zachtaardige vrouw. Haar bijnaam is Maaiken. Ze stelt 32.000 gulden aan fondsen en landerijen beschikbaar. Het gebouw verrijst op de plaats van het klooster dat bij de Burense stadsbrand van veertig jaar eerder is verwoest. Helaas overlijdt Maria voordat het weeshuis in 1618 wordt geopend. Ze ligt begraven in de Sint Lambertuskerk. De weeskinderen komen behalve uit Buren ook uit de Oranjebezittingen Acquoy, Leerdam en IJsselstein. Hoewel er plaats is voor twaalf jongens en twaalf meisjes zijn er gemiddeld zestien kinderen. Buren vertelt d
Canon van Buren
Dit als resultaat van een ongelukkige verdeelsleutel. De opvoeding is in handen van een weesvader en weesmoeder. Dat zo’n organisatie eeuwen draait voor een groepje weeskinderen, lijkt een luxe, maar het weeshuis zelf staat regelmatig rood en de kinderen worden niet in de watten gelegd. De stichting is een voorbeeld van sociale betrokken heid van de vrouwelijke adel bij het maatschappelijk leven. Maar is ook opgericht in de hoop dat: ‘Godt sal u geven sijn ewige gratie’. Tussen 1952 en 1970 fungeert het als een voogdijinstelling en wordt een meer eigentijdse opvoeding geïntroduceerd. Na de opheffing is het Marechausseemuseum er gevestigd. Het bestuur van het weeshuis bestaat uit curatoren: vooraanstaande stads- en later gemeentebestuur ders. Deze worden nu nog altijd benoemd door het Koninklijk Huis.
Abraham de Haen naar Cornelis Pronk, 1728
17
2014 1613 Het weeshuis
51
1625
1625
Kasteeltuinen
een prinselijke wandeling De weg vanaf de kerk, door de Buitenhuizenpoort is van oudsher de verbinding tussen de stad en het kasteel. In de 16e eeuw loopt
een lange brug over de brede slot gracht naar het poortgebouw. Daarachter ligt de dwarslaan met huisjes voor het personeel.
18
Kasteeltuinen met onder de Prinsentuin, links het toernooiveld en links en rechts van de voorburcht van het kasteel de Groote en Kleine Hof, ca. 1630 52
Voor de Groote en de Kleine hof zijn 58 lindebomen en 6000 haagbeuken aangevoerd. 35000 liguster planten en Spaensche doorn komen uit Zeeland in een door soldaten bewaakt schip. En er zijn fruitbomen voor de tuin gekocht.
Een tweede brug ontsluit de voorburcht waar een u-vorm van dienstgebouwen als paarden stallen, koetshuizen en woningen, het kasteel aankondigt. Pas na weer een brug en een zware deur kom je op de binnenplaats van het kasteel. Deze lange weg geeft aan hoe belangrijk de heer des huizes is. Om de slotgracht liggen aarden verdedigingswallen met in de vier hoeken rondelen met geschutskelders. In 1544 worden de wallen her bouwd, de grachten uitgediept en komt er een beschoeiingsmuur rond de binnengracht. Een jaar later komt keizer Karel de V op bezoek! Als het kasteel zijn verdedigings functie verliest, wordt het ver fraaid en worden pleziert uinen aangelegd. Buren vertelt d
Canon van Buren
De grootste en vermoedelijk oud ste tuin is de zogeheten Prinsentuin. Deze is aangelegd nadat Philips Willem, de oudste zoon van Willem van Oranje, in 1608 terugkeert in Buren. In het centrum van deze bijzondere tuin is een fontein en een loofgang. Tussen 1625 en 1628 zijn tuinen aangelegd in de hoeken van de gracht, toegankelijk via bruggen vanaf de voorburcht. De indeling van de Groote Hof en de Kleine Hof is gelijk aan die van het Buitenhof in Den Haag. Dit is, net als kasteel Buren, in het bezit van prins Maurits, de half broer van Philips Willem. De tuin bestaat uit twee vierkanten met ronde loofkoepels of ‘Hegwerken’ en groene paviljoens in de hoeken. 1625 Kasteeltuinen
Van deze tuinen is niets bewaard gebleven in tegenstelling tot De Dreven, het lanenpatroon dat in 1630 door de jongste zoon van Willem van Oranje, prins Frederik Hendrik, om het kasteel terrein is aangelegd. Deze enorme vijfhoek van lanen op dijkjes, met een centrale as naar het voormalige kasteel, is uniek voor Nederland. Oorspronkelijk zijn de lanen beplant met eiken, beuken, iepen en populieren. In de 19e eeuw zijn deze vervangen door walnoten- en fruitbomen. De appels en peren worden geoogst voor de kinderen van het Weeshuis. Dit toertje van de weeskinderen ligt ten oorsprong aan de huidige naam: De Toeren.
18 Dwarslaan, rechts de muur met poort naar de Groote Hof, Abraham Rademaker, 1727
Boven de stad het vijfhoekige lanenpatroon dat in 1630 is aangelegd rond het (voormalige) kasteel 53