12.0
Quickduboscan DZH/TXE een hulpmiddel voor het maken van dubo-ontwerpkeuzes bij de start van de planuitwerking
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat
B
I
D
O
C
(bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 0 1 5 - 2 5 1 8 363/364
535
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Rijkswaterstaat
m Quickduboscan DZH/TXE een hulpmiddel voor het maken van dubo-ontwerpkeuzes bij de start van de planuitwerking
23OKT20Ö2 (bibliotheek en documentatie) •"jrS"^?* Dienst Weg- en Waterbouwkunde <&&•& Postbus 5044, ?.f,00 CA OFXfT ^ Tel. 015- 2518 363/364
De Quickduboscan is bedoeld voor intern gebruik door de afdeling TXE van de directie Zuid-Holland. De dubo-maatregelen die zijn opgenomen in de Quickduboscan zijn niet uitputtend. Per project kunnen afhankelijk van de locatie/situatie dubomaatregelen toegevoegd worden door het ontwerpteam.
Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland (TXE) i.s.m. Dienst Weg- en Waterbouwkunde (Productgroep Dubo). Informatie: Telefoon: Fax: Mail:
015 - 251 82 62 (dubo-helpdesk) 015 - 251 85 55 (t.a.v. dubo-helpdesk)
[email protected]
Uitgevoerd door Dienst Weg en Waterbouwkunde: R.J.M.F. Nijsten (PL), J.R.P. Nijland (plv. PL) m.m.v. R.M. Blom, J.W. Broers, A. van den Burg, O. Jobse, G. Schweitzer, J.H.B. Jutte, mw. L.C. van den Hengel, H. Grootveld, C.J. Bekker, W.H. Janssen van der Laak, N. Kaptijn, A.A.M. Venmans. Begeleiding en medewerking: DirectieZuid Holland: J.A. Storm, W.H. Keus, B. Oostwouder, E. van der hout, C. Schouwenaar, P.W. van Valen, mw. S. Onnink, mw. A. van der Berg, P.J. van Ballegooijen, A.J.J. Mintjes. Opmaak en illustraties Directie Zuid-Holland: M. van Berk, P. Jooren.
Datum: Juni 2002
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
O) (/) O Q. <
X tsi Q
c: tö
o o .o
=3 •a
'3
O
% J3 E »
o o
~o
u
Ë
^ <Ü
-•-*
.c
i
2 o
^ 5 O
1^ °5 as
'O E
ë3
t^
-•-'1
.ï» .!2
•
1 ,
cl
•
. : V o. :t
a = € SS
»
t2* •6
Q. O
£ 00
1 fl
o. Tl
"o
\ \\ 1 L
/
^ y
a-
1
5.
f>
\
I'
if
iS
i
ii
IP
H II 11 I 3|
^^
I I
il I!^1 II
il Il
lÜll! if mi
il <
Voorwoord
Duurzaam bouwen; doen!
Duurzaam bouwen (dubo) heeft de laatste jaren steeds meer ingang gevonden bij overheid en bouwbedrijfsleven. Met duurzaam bouwen wordt een bijdrage geleverd aan de (ruimtelijke) kwaliteit van de gebouwde infrastructuur. Met recht kan daarom gesteld worden dat duurzaam bouwen eigenlijk "bouwen met meerwaarde" is. Onder de noemer "leefbaarheid" heeft Dubo inmiddels ook een vaste plek gekregen in het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP). Dubo is hiermee structureel in het V&W-beleid verankerd en is voor Rijkswaterstaat niet meer vrijblijvend. Het is de uitdaging voor de ontwerpafdeling TXE om dubo van de planvorming naar de uitvoering te brengen. Dit is niet eenvoudig omdat dubo in de praktijk een complex begrip is dat niet alleen maar gaat over de toepassing van energie en materialen maar ook over zaken zoals leefomgeving, natuur- en landschap. De Quickduboscan is een hulpmiddel waarmee - bij de start van de planuitwerkingsfase - snel en systematisch de meest interessante dubomogelijkheden in kaart kunnen worden gebracht ("de dominante dubomaatregelen"). Bij de verdere planuitwerking kan vervolgens door het TXE-ontwerpteam een dubo-afweging op locatieniveau worden gemaakt. Hiermee krijgt duurzaam bouwen binnen een project concreet "handen en voeten" en is er sprake van: "Duurzaam bouwen van denken naar doen".
Peter Struik Directeur Realisatie Werken
P. Th. Gelton Hoofd Engineering
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Inhoudsopgave
Leeswijzer In deel A wordt ingegaan op het begrip duurzaam bouwen, hulpmiddelen voor duurzaam bouwen alsmede de inbedding van dubo binnen de projectorganisatie. Dit deel is bedoeld als inleiding voor hen die niet bekend zijn met duurzaam bouwen en dient tevens als naslagwerk. Deel B bevat de Quickduboscan methode alsmede een gebruiksaanwijzing van de methode (tab 6.3). Dit deel is bedoeld voor hen die aan de slag willen met de Quickduboscan in een concreet project. DeelA
DeelB
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1 1.1 1.2 1.3
Dubo-thema's, begrippen en afkortingen Wat is duurzaam bouwen? Welke dubo-thema's zijn er? Dubo-begrippen en afkortingen
Tab 2 2.1
Overzicht Dubo-maatregelen NP-GWW Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen CWW
Tab 3 3.1
Duurzaam bouwen in de projectorganisatie Procesmaatregelen voor duurzaam bouwen
Tab 4
4.1 4.2
Dubo-hulpmiddelen en informatiebronnen Literatuur en hulpmiddelen Andere informatiebronnen (internet en helpdesk)
Tab 5 5.1
Verantwoording en werkwijze Verantwoording en werkwijze
Tab 6 6.1 6.2 6.3 6.4
De Quickduboscan Wat is de Quickduboscan? De werking van de quickduboscan Gebruiksaanwijzing Quickduboscan Vuistregels bij Quickscannen
Tab 7
7.1
Dominante dubo-maatregelen Object Wegen
7.2 7.3
Kabels, leidingen, buizen Kunstwerken
7.4
Wegmeubilair
7.5 7.6
Installaties Ruimtelijke inpassing
Onderdelen ophoging fundering verharding afwatering groen en water / bruggen, viaducten, fly-overs tunnels, verdiepte liggingen geluidsschermen -wallen amoveren kunstwerken geleiderails wegportalen verlichting en signalering
Tab 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 8.13 8.14 8.15
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Informatiebladen dominante dubo-maatregelen Gesloten grondbalans Secundaire bouwstoffen Natuurvriendelijke oevers, bermen en sloten Passagemogelijkheden flora en fauna Grondverbetering Aarden baan vs. fly-over beperken constructiehoogte Kabels en leidingen Verstoring grondwaterhuishouding Ontwerp en materiaalkeuze geluidsschermen/geluidswallen Ontwerpaanbevelingen voor conservering en verfsystemen (Hoogwaardig) hergebruik Materiaalarm bouwen betonconstructies Energiezuinig verlichten en signaleren Afwatering Opstellen landschapsplan/inrichtingsplan
1. Rapport nr.
DWW-2002-069
Serie nr. n.v.t
3. Ontvanger catalogus nummer
ISBN-90-369-5506-8 4. Titel en sub-titel Quickduboscan DZH/TXE; Een hulpmiddel voor het maken van dubo-ontwerpkeuzes bij de start van de planuitwerking 7. Schrijver
5. Datum rapport juni 2002 6. Code uitvoerende organisatie
9. Naam en adres opdrachtnemer Rijkswaterstaat/DWW/Dubo Postbus 5044 2600 GA Dellft 12. Naam en adres opdrachtgever Rijkswaterstaat/DZH (contactpersoon ir. J. Storm) Postbus 556 3000 AN Rotterdam
10. Projectnaam Quickduboscan 11. Protocolnummer (DWW/BBAQ) 9174 13. Type rapport
8. Nr. rapport uitvoerende organisatie
14. Code andere opdrachtgever
15. Opmerkingen 16. Referaat De Quickduboscan is een methode waarmee - bij de start van de planuitwerkingsfase - snel en systematisch de meest interessante dubo-mogelijkheden in kaart kunnen worden gebracht (= "de dominante dubo-maatregelen"). Bij de verdere planuitwerking kan vervolgens door het ontwerpteam van de afdeling TXE een dubo- afweging op locatie-niveau worden gemaakt. Kenmerkend voor de Quickduboscan methode is dat niet alle dubo-maatregelen voor een project worden uitgewerkt maar dat - naar analogie van de 80-20 regel - alleen de dubo-maatregelen die het meeste milieurendement hebben (=de dominante dubo-maatregelen) in beschouwing worden genomen. Hiermee wordt veel tijd en uitzoekwerk bespaard aangezien de minder dominante dubo-maatregelen niet meer uitgewerkt hoeven te worden. Daarnaast wordt ook de ingewikkelde afweging van afzonderlijke dubo-maatregelen en thema's uitgespaard. De Quickduboscan methode bestaat in wezen uit twee stappen. In de eerste stap wordt per object aangegeven wat de dominante dubo-maatregelen zijn. In de tweede stap worden deze dominante dubo-maatregelen nader uitgewerkt. De Quickduboscan methode is ontwikkeld door de productgroep Duurzaam Bouwen van DWW in opdracht van (en in nauwe samenwerking met) de afdeling TXE van de Directie Zuid Holland. De opbouw van de methode is ontwikkeld middels een drietal workshops en een serie aanvullende sessies met de afdeling TXE. De inhoudelijke uitwerking en milieukundige onderbouwing van de Quick-duboscan is gebeurd door de productgroep Duurzaam Bouwen van DWW in overleg met de relevante specialisten van de Bouwdienst en DWW. De onderliggende versie is de eerste gebruikersversie van de Quickduboscan. Het is goed om te realiseren dat: * de Quickduboscan bedoeld is voor intern gebruik door de afdeling TXE van de directie Zuid Holland. * de dubo-maatregelen die zijn opgenomen in de Quickduboscan niet uitputtend zijn. Per project kunnen afhankelijk van de locatie/situatie extra dubo-maatregelen toegevoegd worden door het ontwerpteam. Het is de bedoeling om in de toekomst de Quickduboscan te updaten en aan te vullen aan de hand van: * nieuwe versie(s) van het Nationaal Pakket Duurzaam bouwen GWW; * recente milieu-informatie (er komt steeds gedetailleerdere informatie beschikbaar op het gebied van materialen en milieu); * gebruikerservaringen van de Directie Zuid Holland; * meer specifieke kosteninformatie gebaseerd op het Nationaal Pakket Dubo GWW.
17. Trefwoorden: Duurzaam bouwen, GWW-sector, milieu, afweging, Dubo, materiaalbesparing, energiebesparing, duurzaam ontwerpen.
18. Distributiesysteem Informatie via:
[email protected]
19. Classificatie 23. Acceptatie Projectleider drs. ir. R.J.M.F. Nijsten
21. Aantal blz. | 22. Prijs: ƒ n.v.t. 25. Acceptatie afdelingshoofd Ir. P.M.C.B.M. Cools
20. Classificatie deze pagina 24. Acceptatie productgroepleider drs. J.R.P. Nijland
Tab 1 Dubo-thema's, begrippen en afkortingen
1.1 Wat is duurzaam bouwen? Definitie Duurzaam Bouwen
Duurzaam bouwen is te omschrijven als: Rekening houden met natuur en milieu tijdens alle fases van het bouwproces. Denk hierbij aan: zuinig omgaan met grondstoffen en energie het voorkomen van afval het beperken van uitstoot van schadelijke stoffen (emissies) Duurzaam bouwen is niet altijd duurder. 1.2 Welke dubo-thema's zijn er?
5 Dubo-thema's
Voor de GWW-sector worden binnen duurzaam bouwen vijf thema's onderscheiden (zie figuur 4.1). Voor elk thema is een aantal strategieën geformuleerd (CUR/CROW). Als deze strategieën worden toegepast leidt dit tot een duurzaam bouwproject.
Dubo-strategieën v Dubo-thema's 1) Energie Beperk de vraag naar energie (gebruikt voor mobiliteit, bouwtransport en Bevorder het gebruik van duurzame bronnen bouwmaterialen) (b.v. zonne-energie, windenergie etc). 2) Materialen Beperk het onnodig gebruik van materialen (verwerkt in en vrijkomend bij GWWBevorder het gebruik van secundaire projecten) grondstoffen (b.v. puingranulaat) Bevorderen van hergebruik Bevorder het gebruik van vernieuwbare materialen (b.v. hout) Beperk milieuschadelijke emissies Beperk het ontstaan van restproducten Gebruik natuurvriendelijke materialen 3) Leefomgeving Beperk bouwhinder leefomgeving (geluid, (kwaliteit van het woon- en leefmilieu van trillingen, stank, luchtverontreiniging, de mens) bodemverontreiniging, visuele hinder) Bevorder de kwaliteit van de leefomgeving Bevorderen veiligheid (externe veiligheid, verkeersveiligheid, sociale veiligheid) Bevorder de ruimtelijke kwaliteit (samenhang waarden en elementen) 4) Natuur en landschap Beperk het verlies van landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden en bodemkwaliteit Bevorder de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden Bevorder de ontwikkeling van ecologische verbindingszones 5) Water Bevorder het vasthouden van gebiedseigen (kwaliteit/kwantiteit, waterbodem, oevers, (grond)water ecologie) Behoud en/of bevorder (grond)waterkwaliteit Beperk de aantasting of verbeter het (grond)watersysteem Figuur 7.7 Dubo-thema's en strategieën uit het Nationaal Pakket Duurzaam bouwen CWW (editie mei 2001)
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1/1
1.3 Dubo-begrippen en afkortingen
Duurzaam bouwen is uitgegroeid tot een specialisme met een eigen vakjargon. In deze paragraaf worden de meest gebruikte termen en begrippen kort toegelicht.
Begrip/afkorting
Omschrijving
Afbreekbare grondstof
Grondstof die in de afvalfase binnen een bepaalde tijd door biologische processen wordt ontleed in stoffen die zonder schade in het milieu kunnen worden opgenomen. Het regenwater dat op daken en verharde oppervlakken valt, naar het grond- of oppervlaktewater ter plaatse afvoeren, in plaats van naar de riolering. Hergebruik van licht verontreinigde grond als bodemtoepassing (waarbij de gebruikte grond dezelfde kwaliteit heeft als de ontvangende bodem). Mate waarin de aanwezige hoeveelheid planten- en diersoorten binnen een gebied, landschap of eco-systeem varieert.
Afkoppelen regenwater
Actief bodembeheer
Biodiversiteit Bouw- en sloopafval
Bouwstoffenbesluit
Buffervijver
S
Bouw- en verpakkingsmaterialen die overblijven bij het bouwen of vrijkomen bij het slopen en niet met behoud van functie opnieuw gebruikt worden. Het bouwstoffenbesluit heeft als doel bodem en oppervlaktewater te beschermen en hergebruik van secundaire bouwstoffen te stimuleren. Het bouwstoffenbesluit geeft aan onder welke milieuhygiënische voorwaarden bouwstoffen mogen worden toegepast. Vijver waarin regenwater dat van verharde oppervlakken afstroomt tijdelijk wordt geborgen.
Categorie 1 bouwstof
Bouwstoffen die vallen onder categorie 1 van het bouwstoffenbesluit.
Categorie 2 bouwstof
Bouwstoffen die vallen onder categorie 1 van het bouwstoffenbesluit.
Composietmateriaal
Materiaal samengesteld uit meer dan één component.
Compenserende maatregel
Het stimuleren van ecologische functies en waarden in een gebied ter vervanging van ecologische functies en waarden die door aanleg van nieuwe infrastructuur verloren zijn gegaan. Denkkader waarmee de hoogwaardigheid van hergebruik kan worden geclassificeerd.
Delftsche Ladder Demontabel bouwen
Doorlatende verharding Dominante dubo-maatregel
Manier van ontwerpen en bouwen, zodanig dat de samenstellende delen van het bouwwerk met zo weinig mogelijk afval uit elkaar genomen kunnen worden en vervolgens geschikt zijn voor hergebruik in dezelfde of een gelijkwaardige functie. Verharding die water naar de bodem laat doorzakken in plaats van het af te voeren naar elders. Een dubo-maatregel die voor een bepaald object of kunstwerk zeer interessant (veel dubo-"winst" oplevert.
Figuur 1.2 Dubo-begrippen en afkortingen
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1/2
Begrip/afkorting ^ l | p ' Omschrijving •
••
•
.
;
#
•
•
•
•
'
•
Drasberm
Een verlaagd terras lans de (berm)sloot. Het verschil met de piasberm is dat een drasberm droger is. Minimale breedte 2 meter.
Dubo/duurzaam bouwen
Duurzame bronnen
Rekening houden met natuur en milieu tijdens alle fases van het bouwproces. Denk hierbij aan: zuinig omgaan met grondstoffen en energie het voorkomen van afval het beperken van uitstoot van schadelijke stoffen Duurzaam bouwen is niet altijd duurder. Hout afkomstig uit duurzaam beheerde bossen en plantages waarbij de ecologische waarde van het bos of de plantage en sociale aspecten van het bosbeheer centraal staan. Duurzaam geproduceerd hout is herkenbaar aan b.v. het FSC-keurmerk. Zie duurzame energie
Duurzame energie
Energie die wordt geproduceerd zonder fossiele brandstoffen.
Ecologische diversiteit
Mate waarin de op de (bouw)locatie aanwezige milieuaspecten variëren. Een hoge ecologische diversiteit biedt aan een veelheid van planten en diersoorten in een leefgebied. Op Nationaal niveau vastgestelde belangrijkste natuurgebieden in Nederland.
Duurzaam geproduceerd hout
Ecologische hoofdstructuur Ecologische verbindingszone
Emissiearm materiaal
Groene zone die is ingericht op het laten ontstaan van een ecologische verbinding tussen geïsoleerd liggende ecologische waardevolle gebieden. Materiaal dat weinig stoffen uitstoot die voor het milieu en de gezondheid schadelijk is.
Energie-efficiënte verlichting
Verlichting met een hoge lichtopbrengst in verhouding tot het elektriciteitsverbruik.
Energie-extensivering
Het verminderen van het energiegebruik met het oog op de reductie van het verbruik van fossiele brandstoffen.
Energie-inhoud van een bouwmateriaal
De totale hoeveelheid energie die nodig is voor de totale productieketen van een bouwmateriaal.
Energiejaarrekening
Berekening/analyse die inzicht geeft in de hoeveelheid energie die een installatie per jaar gebruikt (zie de Leidraad Energiezuinig ontwerpen). Een afgevlakt of flauw talud (1:3 of minder) met een breedte van 4 meter.
Flauwe oever FSC (keurmerk)
Forest Stewardship Council keurmerk voor duurzaam geproduceerd hout (zie ook duurzaam geproduceerd hout).
Flexibel ontwerpen
Het zodanig ontwerpen van gebouwen dat deze met zo weinig mogelijk materiaalverlies en kosten aan een nieuw gebruiksdoel kunnen worden aangepast. Element dat licht omzet in elektriciteit.
Fotovoltaïsche cel
Figuur 1.2 Dubo-begrippen en afkortingen
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1/3
Begrip/afkorting
Omschnjvjijrig :T
(Gesloten) grondbalans
Berekening waaruit blijkt dat de soort en de hoeveelheid grond die bij bouwactiviteiten aangevoerd en afgevoerd worden gelijk zijn.
Granulaat
Gemalen/gebroken beton of metselwerk dat geschikt is voor hergebruik.
GRES
Soort keramisch materiaal voor buizen.
Helofytenfilter
Systeem waarbij afvalwater wordt gereinigd met behulp van moerasplanten (helofyten).
Helofytenvijver
Vijver waarbij de zone langs de oever begroeid is met moerasplanten (helofyten).
Hergebruik
Het als product of als materiaal opnieuw gebruiken of het nuttig toepassen van een afvalstof (NEN 5884).
Hergebruikgarantie
Garantie van de fabrikant dat zijn product na de gebruiksfase via een inzamelsysteem wordt hergebruikt.
Hergebruik van bouw- en sloopafval
Het toekennen van een nieuwe bestemming aan bewerkt bouwen sloopafval.
Hoogwaardigheid
Zo goed mogelijk gebruik maken van de technische eigenschappen van een bouwgrondstof (bij hergebruik). Hoogwaardig hergebruik is b.v. bij sloop een betonnen ligger als betonnen ligger hergebruiken i.p.v. deze te "breken" en als funderingsmateriaal gebruiken. Maatregelen die verplicht zijn bij het toepassen van categorie 2 bouwstoffen. IBC staat voor isoleren, beheersen en controleren.
IBC maatregelen Infiltratievoorziening
Integraal ketenbeheer
Kitarme detaillering
Voorziening waardoor regenwater in de bodem infiltreert (b.v. onverharde terreinen, terrein met doorlatende verharding, WADI's, etc). Inrichten van het bouwproces waarbij alle aspecten wat betreft materialen, het productieproces en emissies worden geïntegreerd met het oog op het sluiten van kringlopen. Kiezen van zodanige ontwerpdetails dat het gebruik van kit zoveel mogelijk wordt vermeden.
Klinkerarme cement
Cementsoort waarbij het percentage portlandklinker is beperkt tot het minimum.
Ladder van Lansink
Denkkader waarmee de hoogwaardigheid van hergebruik kan worden geclassificeerd.
Levenscyclusanalyse (LCA)
Berekening van de milieueffecten van een product, vanaf de winning van brand- en grondstoffen via materiaalproductie, bouw, gebruik en onderhoud, tot en met afvalverwerking en recycling. Light Emitting Diode (soort energiezuinige lamp t.b.v. signalering)
LED Logros
Logistiek grondstoffensysteem; dit is een computerprogramma waarmee vraag en aanbod van grond op elkaar kunnen worden afgestemd.
Figuur 1.2 Dubo-begrippen en afkortingen
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1/4
Omschrijving MER
Milieu-effectrapportage
Milieubelasting
Het verontreinigen van het milieu, het uitputten van grondstoffen en materialen en het aantasten van de omgeving.
Milieumaat
Op LCA gebaseerd kengetal voor een grondstof, productieproces, een product of een afvalstof waarmee een facet van de milieubelasting van productie, consumptie en afvalverwerking wordt gekwantificeerd. Het geheel van regels en voorzieningen, gericht op het inzicht krijgen in, het beheersen van en waar mogelijk beperken van de beïnvloeding van het milieu door de bedrijfsactiviteiten.
Milieuzorgsysteem
Mitigerende maatregelen
Het opheffen of verminderen van de nadelige effecten, die zijn ontstaan door de aanleg van nieuwe infrastructuur op de natuurwaarden van een gebied.
MRPI (Milieu relevante productinformatie)
Informatie over de milieuaspecten van een bouwmateriaal, bouwproduct of bouwelement, getoetst door, Stichting MRPI erkende, onderzoekbureaus op basis van een door de overheid goedgekeurde methode. Handboek/cd-rom waarin op nationaal niveau een breed scala aan maatregelen is beschreven die invulling geven aan duurzaam bouwen voor de dagelijkse praktijk, gestimuleerd door overheid en bedrijfsleven. Zodanig ontworpen oever dat een natuurlijke overgangszone ontstaat tussen nat en droog. Natuurvriendelijke oevers kennen veelal een geleidelijke overgang van nat naar droog en zijn zo ontworpen dat zij plaats bieden aan de ter plaatse thuishorende oeverlevengemeenschap. Verzameling technische maatregelen voor duurzaam bouwen die in een project kunnen worden toegepast (zie ook tab 2).
Nationaal pakket Duurzaam bouwen GWW (NPGWW) Natuurvriendelijke oever
Nationaal Pakket Dubo GWW
Ondoorlatende verharding
Oppervlakteverharding die niet of slecht waterdoorlatend is.
PE
Polyethyleen (soort kunststof voor buizen)
PVC
Polyvinylchloride (soort kunststof voor buizen)
Piasberm
Een verlaagd terras langs de (berm)sloot. Op de bodem staat 20 hooguit 50 cm water; de breedte is bij voorkeur minimaal twee meter. Grondstof die aan de aarde wordt onttrokken. Met duurzaam bouwen probeer je het gebruik van primaire grondstoffen zoveel mogelijk te beperken. Het opnieuw gebruiken van een product in dezelfde of een soortgelijke functie.
Primaire grondstof/materiaal
Producthergebruik PV-cellen of -systeem
Zie Fotovoltaïsche cel.
Figuur 1.2 Dubo-begrippen en afkortingen
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1/5
Begrip/afkorting
Omschrijving , ' / - * | - f
f ••..'
.
.
, ' ; . , • "
Quickduboscan
Systematische methode waarmee een projectteam snel zicht kan krijgen op de belangrijkste dubo-items in een project.
Recyclebaar materiaal
Materiaal dat (eventueel na bewerking) kan worden hergebruikt of waarvan de grondstoffen kunnen worden hergebruikt.
Recycling
Alle handelingen met afvalstoffen gericht op hergebruik.
Registratiesysteem waarin enerzijds partijen die reststoffen produceren en anderzijds partijen die reststoffen kunnen gebruiken bij elkaar gebracht worden. Run-off Het van de weg afstromende regenwater dat op het wegdek wordt verontreinigd door milieubelastende stoffen veroorzaakt door verbranding en slijtage van het autoverkeer. Secundaire grondstof/materiaal Grondstof afkomstig uit afvalstoffen en/of reststoffen. Secundaire grondstoffen kunnen in veel gevallen worden hergebruikt b.v. hoogovenslakken en puingranulaten in wegfunderingen etc. Met duurzaam bouwen probeer je het gebruik van secundaire materialen te bevorderen. Waterpeil dat in de zomer hoger is dan in de winter. Tegennatuurlijk waterpeil Reststoffenbeurs
Variabele maatregel
Vaste maatregel
Duurzame maatregel die, net als een vaste maatregel, een onbetwist milieuvoordeel heeft. Zij kunnen echter niet altijd worden meegenomen in het ontwerp. Duurzame maatregel met een onbetwist milieuvoordeel die algemeen toepasbaar is.
Verhardingsgraad
Percentage van de totale oppervlakte van een terrein dat is voorzien van een ondoorlatende verharding.
Verkorte levenscydusanalyse
Globale levenscydusanalyse, waarbij niet naar alle aspecten wordt gekeken.
Vernieuwbare grondstof
Grondstof die op termijn tot maximaal 100 jaar in zodanige grote hoeveelheden kan worden geproduceerd, dat de voorraad niet noemenswaardig wordt aangetast. Gecombineerde infiltratie-/drainagevoorziening in de vorm van een ondiepe greppel.
Wadi WVO
Wet verontreiniging oppervlaktewater
Figuur 1.2 Dubo-begrippen en afkortingen
Indien u een dubo-begrip of afkorting mist dan kunt u dit doorgeven aan de dubohelpdesk (
[email protected]).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab1/6
Tab 2 Overzicht Dubo-maatregelen NP-GWW
2.1 Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW (CUR/CROW) Een belangrijk hulpmiddel voor Duurzaam bouwen is het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen G W W (NP/GWW). Het pakket (editie mei 2001) bevat 88 dubo-maatregelen die in een G W W project kunnen worden toegepast. In figuur 5.1 is een overzicht weergegeven van alle maatregelen. Er kan onderscheid worden gemaakt in vaste maatregelen en variabele maatregelen. De vaste maatregelen hebben een onbetwist milieuvoordeel, zijn algemeen toepasbaar en leiden niet of nauwelijks tot meerkosten. Variabele maatregelen hebben eveneens een onbetwist milieuvoordeel en verdienen daarom serieuze overweging. Zij zullen echter niet altijd kunnen worden toegepast (b.v. vanwege meerkosten). Beleid DZH
Volgens de Milieubeleidsverklaring van de directie Zuid-Holland dienen in een project alle vaste maatregelen uit het Nationaal Pakket Dubo G W W standaard te worden toegepast. Daarnaast zijn zeven variabele maatregelen als vast bestempeld (maatregelen: G001.G012, G013, G017, G024, G053, G064).
NR. Omschrijving
Aard
Kosten aanleg
G001 Baseer het bouwplan op een gesloten grondbalans G002 Bescherm aanwezige landschaps-, natuur- en
variabel : vast
onderhoud
=
=
+
cultuurhistorische waarden tijdens werkzaamheden G003 Gebruik geluid-, geur-, stof- en trillingsarme G004 GOOS
G006 G007 G008 G009 G010 G011
G012 G013 G014
uitvoeringsmethoden Ontwikkel nieuwe verbindingszones voor flora en fauna Zorg dat de bij reconstructie, onderhoud en sloop van objecten vrijkomendematerialen geschikt zijn voor de technisch meest hoogwaardige vorm van hergebruik Ontwerp civiele werken zodanig dat geschikte vestigings- en verblijfplaatsen voor flora en fauna ontstaan Creëer passagemogelijkheden voor fauna Creëer waterbufferend vermogen in groenvoorzieningen Voer natuurtechnisch beheer uit voor het gehele (dijk)profiel Laat bij watergangen natuurlijke processen hun gang gaan en herstel natuurlijke profielen Pas in cementbetonwegen, betonelementenverhardingen en funderingslagen uitgevoerd in beton, secundaire grondstoffen (toeslagmaterialen) toe Pas in beton voor kunstwerken secundaire grondstoffen (toeslagmaterialen) toe Pasin ophogingen en aanvullingen secundaire materialen toe ' Beperk verstoring van de grondwaterhuishouding vanwege realisatie van civiele werken
variabel
=
variabel vast
++ +
+
variabel
+
=
variabel variabel variabel variabel
?
7
?
?
= ++
?
variabel
=
=
variabel
=
—
vast
+
variabel
Figuur 2.7 Overzicht dubo-maatregelen opgenomen in Nationaal Pakket Dubo CWW (editie mei 2001). De gearceerde maatregelen zijn vast (dus verplicht gesteld in DZH).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab2/1
+
NR. Omschrijving
Aard
Kosten aanleg
G015 Stem de duurzaamheidklasse van hout per.geval af op de beoogde toepassing •»•?»*. , ••'&> . • -"„/'v G016 Indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe G017 Realiseer natuurvriendelijke oevers G018 Stel een beheerplan op voor groenvoorzieningen G019 Stel een inrichtings- of inpassingplan op voor civieltechnische en/of cultuurtechnische werken G020 Pas in wegfunderingen secundaire materialen toe G021 Pas in asfaltverhardingen secundaire materialen toe ; G022 Pas in geluidswallen secundaire materialefiioe GO23 Pas voor het ballastbed gebruikte ballast toe G024 Gebruik secundair materiaal voor de bekleding van oevers G025 Stel groenvoorzieningenjjjanologisch veilig G026 Ontwerp onkruidwerende groenvoorzieningen i Ontwerp onkruidwerende verhardingen G027 Beperk onkruidgroei in groenvoorzieningen en op verhardingen G028 Pas verschraling toe bij het beheer van bermen G029 Voer maaiwerkzaamheden zodanig uit dat de aanwezige fauna kans heeft zich te handhaven en de diversiteit van de vegetatie niet afneemt G030 Beperk het afvoeren van groenrestproducten G031 Geef nieuwe bomen in stedelijk gebied voldoende ruimte GO32 Zorg voor afstemming met andere werken op of nabij de locatie van het werk GO33 Beperk het ruimtebeslag bij het ontwerp en stem het tracé af met de ruimtelijke ontwikkelingen in een gebied G034 Zorg voor een goede afstemming tussen het daadwerkelijke gebruik van een infrastructureel object en het toegelaten gebruik .>'-• G035 Pas bij onderhoud materialen;toe die afgestemd zijn op de verwachte (rest)levensduur van de totale constructie G036 Gebruik oppervlaktewater en/of opgevangen regenwater voor bouw- en onderhoudswerkzaamheden G037 Stel een milieuzorgplan verplicht bij de uitvoering van *; werken .-ï* : " * **'•• G038 Pas het principe van meervoudig ruimtegebruik toe bij de ontwikkeling van infrastructuur G039 Maak een afweging tussen ondergrondse en bovengrondse aanleg van infrastructuur G040 Sluit verhard wegoppervlak niet aan op de riolering (afkoppelen) G041 Gebruik gladheidbestrijdingsmiddelen doelmatig G042 Pas sleufloze technieken voor de aanleg van kabels en leidingen toe G043 Beperk de geluidsproductie door reeds in het wegontwerp hiervoor voorzieningen op te nemen
onderhoud
vast
-
variabel
+
variabel vast vast
+ nvt nvt
7
vast vast vast variabel variabel variabel vast
= = =
=
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab2/2
-
= = =
+/= +/=
vast
nvt
?
variabel variabel
++
--
nvt
=
=
variabel vast variabel
+
variabel
?
vast
+
vast
nvt
-
variabel
=
=
vast
=
variabel
?
?
variabel
?
?
variabel
?
?
vast variabel
nvt
-
+
-
variabel
?
?
?
Figuur 2.1 Overzicht dubo-maatregelen opgenomen in Nationaal Pakket Dubo CWW (editie mei 2001). De gearceerde maatregelen zijn vast (dus verplicht gesteld in DZH).
=
NR. O m s c h r i j v i n g
'''*J""~
~'!* !"*•
^w¥* Aard
Kosten aanleg
G044 Pas bij slappe ondergronden grondverbetering toe die leidt tot sneller bouwen, sneller in gebruik nemen en minder onderhoud s G045 Indien PVC wordt gebruiktugebruik alleen PVC met hergebruikgarantie en, indien voor de toepassing verkrijgbaar, gerecycled PVC G046 Leg gemeenschappelijke servicekokers (integrale leidingentunnels) aan G047 Besteed bij het ontwerp aandacht aan de={interactie gebruik wegdek - fundering - ondergrond * -: G048 Gebruik dynamisch gestuurde wegverlichting G049 Gebruik led's voor signaalgevers G050 Maak de groepsindeling van verlichtingsobjecten en hun schakeling zodanig dat er gëènverlichting^blijft branden die niet noodzakelijk is "' " "^ c ? G051 Pas lampen en armaturen met een hoog rendement toe G052 Beperk door onderhoud veroorzaakte hinder voor de gebruiker van de infrastructuur G053 Minimaliseer de uitvoeringstijd en het ruimtebeslag van een werk, teneinde overlast te beperken «#j *rr G054 Integreer fotovoltaïsche cellen (PV-cellen) in geluidsschermen G055 Beperk het gebruik van verfsystemen. Indien er toch één nodig is, gebruik dan een oplosmiddelarmïverfsysteem , •%. G056 Gebruik voor beton waar dit mogelijk is klinkerarme cementsoorten * V G057 Pas een open planproces toe G058 Gebruik tijdens de uitvoering ontkistingsmiddelen op plantaardige basis; gebruik deze producten zuinig G059 Inventariseer de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden in de omgeving van het GWW-object G060 Integreer de bekistingsfunctie in de constructie G061 Optimaliseer levensduur door planmatig onderhoud * G062 Realiseer sociaal veilige werken en voorzieningen " 1? G063 Gebruik bij oeverbeschoeiihgen vernieuwbare of gerecyclede materialen G064 Gebruik voor oever- en bodembeschermingen, zink- en kraagstukken van vernieuwbare grondstoffen G065 Zorg dat onderdelen van civiele werken herbruikbaar zijn G066 Gebruik gras als bekleding van dijken G067 Win herbruikbaar zand uit verontreinigde baggerspecie G068 Voorkom overdimensioneren door toepassen van risicoanalyse/probabilistisch ontwerpen G069 Hergebruik waterbouwkundige elementen G070 Gebruik in zoute wateren bekledingsblokken voor glooiingen met een aangepaste, aangroeibare toplaag ('ecoblokken') G071 Voer grondwerk natuurtechnisch uit
variabel
onderhoud
++
vast
variabel vast
.-•+
variabel variabel vast
+ ++
—
vast vast
+ +
-
variabel
+
variabel
+
vast
Tab2/3
= -
vast variabel vast
=
variabel
+
variabel vast vast vast
-
= =
nvt
= -
.+
=
+
variabel
++
=/+
vast vast variabel variabel
= -
=
-
+ =
variabel variabel
+
=
variabel
+
-
?
Figuur 2.1 Overzicht dubo-maatregelen opgenomen in Nationaal Pakket Dubo CWW (editie mei 2001). De gearceerde maatregelen zijn vast (dus verplicht gesteld in DZH).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
-
NR© Omschrijving
• • •"*•$;•;.^
•. .:-
s«s.
Kosten
Aard
aanleg
G072 Maak gebruik van verdedigende eigenschappen van oeverplanten in oeverbeschermingen G073 Plaats zo weinig mogelijk palen/masten in stedelijk gebied G074 Pas een ingegoten spoorstaafconstructie en 'Harmelenoverweg' toe G075 Pas geluid- en trillingbeperkende maatregelen toe aan en/of nabij de spoorstaven G076 Pas voor tramverbindingen een grasbaan toe G077 Voorkom blijvende grondwateronttrekking tijdens exploitatie door bij het ontwerp voorzieningen te treffen G078 Hergebruik spoorbouwcomponenten G079 Stel een energiekaart op G080 Pas minigeluidsschermen dicht bij de spoorbaan toe G081 Gebruik smeerloze constructies bij de tongbeweging in wissels •\%,i,: . "i;;.. ; ,-•... ..,;„4ifcr G082 Pas afbreekbare smeermiddelen tóe bij smering van de spoorstaven in bogen en de tongen in bestaande wissels G083 Beperk de geluidsafstraling van spoorbruggen G084 Pas zo veel mogelijk transformatoren die energieverliezen beperken toe GO85 Pas zo veel mogelijk een toeréntalregeling toe op * ventilatoren in onderstations * G086 Pas voegloos spoor toe G087 Pas bij voorkeur vernieuwbare grondstoffen toe G088 Veranker duurzaam bouwen in de projectorganisatie
onderhoud
vast
--
+
vast variabel
?
++
--
vast
?
?
variabel variabel
=
+
= -
= -
?
variabel variabel variabel vast
?
vast
?
-
variabel vast
=
=
+
-
•..jvast
+
variabel variabel variabel
? =
=
•
=
-
+ ?
Figuur 2.1 Overzicht dubo-maatregelen opgenomen in Nationaal Pakket Dubo CWW (editie mei 2001). De gearceerde maatregelen zijn vast (dus verplicht gesteld in DZH).
Toelichting NR: Omschrijving: Aard: Arcering:
Kosten:
Verwijst naar de nummering in het Nationaal Pakket Dubo GWW Beschrijving van de maatregel Geeft aan of een maatregel vast of variabel is De gearceerde maatregelen dienen volgens de Milieubeleidsverklaring van de Regionale Directie Zuid-Holland standaard te worden toegepast in alle werken Indicatie van effect van de maatregel op kosten voor aanleg en onderhoud
Legenda kosten NP/G WW aanzienlijke verlaging kosten (> 30 % kostenverschil) beperkte verlaging kosten (max. 10-30% kostenverschil) = gelijkblijvende kosten (max. 0-10% kostenverschil) + beperkte verhoging kosten (max. 10-30% kostenverschil) ++ aanzienlijke verhoging kosten (> 30% kostenverschil) ? niet eenduidige/sterk situatieafhankelijk nvt. niet van toepassing
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab2/4
Tab 3 Duurzaam bouwen in de projectorganisatie
3.1 Procesmaatregelen voor duurzaam bouwen
Naast het technisch invullen (bijvoorbeeld met behulp van de maatregelen uit het Nationaal Pakket Dubo GWW) dient dubo ook een plek binnen de project(organisatie) te krijgen. Hiertoe kunnen de volgende procesmaatregelen gebruikt worden: (ontleend aan de leidraad duurzaam ontwerpen/CUR). 1) Plaats duurzaam bouwen als apart onderwerp op de projectagenda. Dit kan door dubo op te nemen als één van de activiteiten/aandachtspunten in het projectplan. 2) Geef een team presentatie over duurzaam bouwen GWW. Om goed over duurzaam bouwen te kunnen discussiëren (in het projectteam) is het belangrijk dat er een basisinformatie-niveau en gemeenschappelijk beeld wordt gecreëerd. 3) Presenteer en bespreek dubo als item met het management en opdrachtgevers. Het is van groot belang voor het slagen van dubo dat er voldoende draagvlak is bij bestuurders en beslissers over budget en uitvoering. 4) Zorg dat het Nationaal Pakket Dubo GWW (CUR/CROW) breed beschikbaar is. Om het Nationaal Pakket brede toepassing te geven is het goed deze breed in het projectteam te verspreiden c.q. beschikbaar te stellen (b.v. ook via intranet). 5) Zorg dat de Leidraad Duurzaam ontwerpen (CUR) breed beschikbaar is. Zie procesmaatregel 4. Verzamel tevens een aantal standaardboekwerken over Dubo GWW en leg die bij het projectsecretariaat ter inzage aan de teamleden. 6) Stel één persoon in het projectteam aan als projectleider of coördinator duurzaam bouwen. Dit kan door een bestaand lid van het ontwerpteam aan te wijzen als coördinator of verantwoordelijke voor het onderwerp duurzaam bouwen of door een nieuw lid toe te voegen aan het team die het onderwerp dubo vertegenwoordigt. 7) Consulteer de eigen dubo-coördinator over het project. Evenals vele andere grote overheidsorganisaties beschikt de Directie Zuid-Holland over een eigen dubo-coördinator. 8) Gebruik duurzaam bouwen als brainstorm onderwerp in een project startup. Gebruik een project-startup om de projectteamleden over duurzaam bouwen te laten brainstormen. Naasteen stuk "verinnerlijkingen inspiratie"op het gebied van dubo in het project is de achterliggende gedachte ook dat juist in de beginfase van een project veel winst op het gebied van dubo te behalen valt. 9) Stel een aparte werkgroep duurzaam bouwen in. Omdat het onderwerp duurzaam bouwen toch vrij nieuw is verdient het de voorkeur om de projectleider dubo buiten de projectteamvergadering te laten
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab3/1
bijstaan door een werkgroep bestaande uit specialisten uit meerdere disciplines/afdelingen. 10) Maak een stappenplan/dubo-projectplan. Begin niet ongestructureerd maar stel een dubo-projectplan of stappenplan op. 11) Stel dubo-balansen en inventarisaties op. Denk hierbij aan: grondstoffen en materialen balans afvalstaat (geeft inzicht in vrijkomende afvalstoffen) energiebalans (geeft inzicht in benodigde energiehoeveelheden) waterbalans (geeft inzicht in waterstromen) inventarisatie natuur en landschapswaarden inventarisatie leefomgevingeffecten (geluid, lucht etc.) - etc. 12) Betrek praktijkdeskundigen uit volgende fasen bij de planvorming en het ontwerp. Denk hierbij aan: uitvoerders/aannemers beheerders en dienstkringen
-
etc.
Door deze partijen bij het ontwerp te betrekken wordt het mogelijk om het ontwerp af te stemmen op uitvoeringstechnieken van de aannemer en gebruikerswensen van de beheerder. Het ontwerp wordt hierdoor geoptimaliseerd. 13) Stel vooraf met de financier vast hoeveel duurzaam bouwen eventueel extra mag kosten. Houd hierbij in gedachte dat: duurzaam bouwen extra kwaliteit (meerwaarde oplevert) de meerkosten voor dubo-investeringen vaak leiden tot besparingen gedurende beheer en onderhoudperiode (b.v. energiezuinige lampen zijn duurder in aanschaf maar besparen stroom- en kosten in de beheerperiode)
-
etc.
14) Kijk niet alleen naar de stichtingskosten maar ook naar de onderhouds- en beheerskosten (Life Cycle Costing).
Zie maatregel 13. 15) Zorg voor goede overdracht van kennis en documentatie van de ene naar de volgende projectfase. Met name bij grote projecten bestaat het risico dat informatie en uitgangspunten voor dubo-thema's en principes niet goed worden overgedragen. 16) Zorg voor afstemming met andere werken op/nabij dezelfde locatie. Denk hierbij aan afstemming over: grondstromen/grondbalans/hergebruik verkeersmaatregelen
-
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
etc.
Tab3/2
17) Stel concrete dubo-eisen op. Maak duurzaam bouwen concreet door dubo-maatregelen als harde meetbare eisen te formuleren (ook in het programma van eisen). 18) Zorg dat je over goede inventarisaties van de (natuur)waarden in de projectomgeving beschikt. Het is van belang om over goede informatie over de waarden van de leefomgeving, natuur en landschap en water in de projectomgeving te beschikken. Bij de bouw en aanleg kun je dan namelijk rekening houden met deze waarden. 19) Laat een aantal leden uit het ontwerpteam een duurzaam bouwen cursus volgen. Het volgen van een cursus/opleiding verhoogt het dubo-kennisniveau en kan leiden tot nieuw inzichten en inspiratie.
Dubo GWW Wijzer
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
20) Wissel ervaringen met duurzaam bouwen uit met andere collega's en projecten. Vaak wordt het meeste geleerd en opgestoken door direct contact op te nemen met collega's in den lande om concrete praktijkervaringen uit te wisselen. Op de Dubo GWW-wijzer zijn ook voorbeeldprojecten van duurzaam bouwen in de GWW terug te vinden (zie www.dubo-gwwwijzer.nl).
Tab3/3
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab3/4
Tab 4 Dubo-hulpmiddelen en -informatiebronnen
4.1 Literatuur en hulpmiddelen De onderstaande leidraden kunt u - naast de quickduboscan - gebruiken om duurzaam bouwen verder binnen een project vorm te geven. Leidraden
Leidraad Duurzaam Ontwerpen, CUR 99-6, CUR 1999. Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW, CUR/CROW, mei 2001. Leidraad Energiezuinig Ontwerpen van civiele kunstwerken, CUR 99-8, 1999. Leidraad bouwstoffen Rijkswaterstaat, P-DWW-99-055. Leidraad afvalstoffen Rijkswaterstaat, 2001. Checklist materialen en milieu, W-DWW-96-94, 1996. Checklist materialen en milieu (achtergronddocument), W-DW-96-095, 1996. Duurzaam bouwen termen en begrippen in de bouw, SBR, 1999. Handreiking maatregelen voor de fauna langs weg en water, P-DWW-95-710. Handreiking ontwerpen en milieu 2001, DWW-2001-062. Bermsloten ... natuurlijk, een handreiking voor ontwerpers en groen medewerkers van Rijkswaterstaat, DWW B. van den Hengel, 2000. "Bermsloten ... natuurlijk", Tijdschrift Optimum, juni 2001. Rijksbermen, rijke bermen (brochure), DWW, 1999. Leidraad en checklist maatschappelijke inpassing hoofdwegen, DWW, 1997. Bouwen met meerwaarde (dubo-voorbeeldenboek), Bouwdienst, 1999. Cursus Duurzaam bouwen in de GWW (Reader), RWS/DHV, 2000. Geokunststoffen op de bouwplaats, CUR 206, 2001. 4.2 Andere dubo-informatie bronnen (internet en helpdesk) Ook op internet is veel nuttige informatie over duurzaam bouwen terug te vinden. De volgende internetlinks zijn informatief en betrouwbaar.
Internet links
Internet/Intranet: www.duborws.nl (Informatie over duurzaam bouwen bij Rijkswaterstaat) www.dubo-centrum.nl (Algemene duurzaam bouwen informatie) www.venwnet.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm (DWW wijzers over specifieke onderwerpen) www.venwnet.minvenw.nl/rws/bwd/rsc/ (Steunpunt conserveringskennis RWS) www.duurzaam-inkopen.nl (o.a. dubo- en milieuspecificaties) www.dubo-gwwwijzer.nl (voorbeelden van dubo in de GWW-sector) Mocht u er met de bovenstaande informatie niet uitkomen dan kunt u specifieke vragen stellen via de helpdesk.
Helpdesk (e-mail)
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Helpdesk:
[email protected] (Helpdesk Dubo GWW - Rijkswaterstaat)
[email protected] (Helpdesk Nationaal Dubo-centrum)
[email protected] (Helpdesk bouwstoffen Rijkswaterstaat)
[email protected] (Helpdesk bouwstoffenbesluit Rijkswaterstaat)
[email protected] (Steunpunt conserveringskennis Rijkswaterstaat)
Tab4/1
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab4/2
Tab 5 Verantwoording en werkwijze
5.1 Verantwoording en werkwijze De Quickduboscan methode is ontwikkeld door de productgroep Duurzaam Bouwen van DWW in opdracht van (en in nauwe samenwerking met) de afdeling TXE van de Directie Zuid-Holland. De opbouw van de methode is ontwikkeld middels een drietal workshops en een serie aanvullende sessies met de afdeling TXE. Aan de workshops is deelgenomen door: J.A. Storm (DZH), W.H. Keus (DZH), B. Oostwouder (DZH), E. van der Hout (DZH), C. Schouwenaar (DZH), P.W. van Valen (DZH), R.M. Blom (DWW), J.R.P. Nijland (DWW) en R.J.M.F. Nijsten (DWW). De inhoudelijke uitwerking en milieukundige onderbouwing van de Quickduboscan is gebeurd door de productgroep Duurzaam Bouwen van DWW in overleg met de relevante specialisten van de Bouwdienst en DWW. Het project is begeleid door een begeleidingsgroep bestaande uit mw. S. Onnink (DZH) en J. Storm (DZH). P.J. van Ballegooijen (DZH) en A.J.J. Mintjes (DZH) hebben commentaar gegeven op de conceptversie van de Quickduboscan. M. van Berk (DZH) en P.C. Jooren (DZH) hebben gezorgd voor de vormgeving en de illustraties van de Quickduboscan.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab5/1
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab5/2
Tab 6.1 De Quickduboscan
1. Wat is de Quickduboscan? Beschrijving Quickduboscan
De Quickduboscan is een methode voor het maken van dubo-ontwerpkeuzen bij de start van de planuitwerking. De Quickduboscan geeft op een snelle en systematische wijze inzicht in de belangrijkste dubo-maatregelen in een project. 2. Op welke vragen richt de Quickduboscan zich?
Wat kan ik ermee?
Met behulp van de Quickduboscan kunnen de volgende vragen beantwoord worden: A) Welke dubo-maatregelen moet ik zeker opnemen in mijn project? Wat zijn uit dubo-oogpunt de "dominante dubo-maatregelen" in het project? B) Welke uitvoeringsalternatieven zijn er voor deze dominante dubomaatregel? En welk uitvoeringsalternatief is het beste voor het milieu? (1e voorkeur, 2e voorkeur, 3e voorkeur etc.) C) Met welke overige aspecten moet ik rekening houden? 3. De plaats van de Quickduboscan in het planproces? Het planproces bij de directie Zuid-Holland voor wegen is weergegeven in het schema van figuur 6.1. In het schema is uitgegaan van MER-plichtige projecten. Voor niet MER-plichtige projecten worden echter dezelfde soort stappen, zij het sneller, doorlopen. Stadia planproces Verkenningen Planstudie
Fase 1. Verkenning 2. Startnotitie 3. Trajectnota/MER 4. OTB/Tracébesluit
R€^|istóie::*t;;jSï:-f!!8'-::'iiïff^'*::) :s* 6. Bestek
Beheer en Onderhoud
7. Uitvoering 8. Overdracht 9. Exploitatie
Figuur 6.7 Overzicht planproces wegenprojecten bij Rijkswaterstaat Accent op start Planuitwerking
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
De Quickduboscan richt zich op de start van de planuitwerking. De methode bevat echter - waar dat nodig is voor het werk van TXE - ook aanwijzingen voor eerdere fasen in het planproces. Hiervoor is gekozen omdat veel dubowinst is te behalen door slimme keuzes in de voorfases (zie figuur 6.2).
Tab6/1
DuboQ
ruimte leefomgeving aard oplossingen etc.
• materiaalkeuzes • engineering •etc.
Figuur 6.2 Dubo-winst in verschillende fases van het planproces (OTB: ontwerp-tracé-besluit PU; planuitwerking)
3. Uitgangspunten van de Quickduboscan
Uitgangspunten
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Bij de ontwikkeling van de Quickduboscan zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de Quickduboscan is bedoeld voor de standaard "droge werken" (nl. wegen, kabels-leidingen-buizen, kunstwerken, wegmeubilair en installaties); de Quickduboscan is toegespitst op de eerste keuzes in de planuitwerkingsfase; de Quickduboscan is gebaseerd op het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW (editie mei 2001); bij de opzet van de Quickduboscan methode staat compactheid van informatie voorop. Voor meer gedetailleerde informatie die nodig is voor de verdere planuitwerking wordt verwezen naar andere bronnen en leidraden (zie ook tab 4).
Tab6/2
Tab 6.2 De werking van de Quickduboscan
1. Opbouw en werking van de Quickduboscan In een bouwproject (aanleg/reconstructie) kunnen vele dubo-maatregelen worden toegepast. Het Nationaal Pakket Duurzaam bouwen GWW (zie tab 2) bevat ruim 80 maatregelen die in GWW-projecten kunnen worden toegepast. Veel van die maatregelen kunnen op hun beurt weer op verschillende manieren (uitvoeringsalternatieven) worden ingevuld. In de praktijk betekent dit dat er binnen een bouwproject al snel honderden dubo-maatregelen tegen elkaar afgewogen moeten worden. Dit is een zeer kostbare, ingewikkelde en tijdrovende aangelegenheid. De quickduboscan is bedoeld als hulpmiddel om snel én systematisch zicht te krijgen op de meest relevante (dominante) dubo-maatregelen (zie tab 7) en de manier waarop deze binnen een project kunnen worden uitgevoerd (uitvoeringsvarianten) (zie tab 8). 2 zeefstappen
In methodologische zin bestaat de quickduboscan uit twee onderdelen ("zeef-stappen") namelijk: Zeefstap 1) Identificeren van de dominante dubo-maatregelen per object. Deze zeefstap is reeds uitgevoerd door DWW. De resultaten zijn "kant en klaar" opgenomen in de Quickduboscan (zie tab 7). Let op: de "niet dominante maatregelen" zijn er door deze zeefstap uitgezeefd. Zeefstap 2) Uitwerking van de dominante dubo-maatregelen. De uitvoeringsalternatieven van de dominante dubo-maatregelen zijn door DWW systematisch (1 e dubo-voorkeur, 2e dubo-voorkeur etc) in kaart gebracht (zie tab 8). Het is aan de DZH gebruikers van de Quickduboscan om een keuze te maken die past binnen de projectambities en het budget. J
K
\
7
\
7
= a
7
=
" e dubo-maatregelen voor een proje'
Zeefstap 1 (DWW) J
y
\
7
\
dominante dubo-maatregelen per object
Zeefstap 2 (DWW + DZH) J y
J K = uitgewerkte dubo-maatregelen per object
Figuur 6.3 De twee zeefstappen van de Quickduboscan
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab6/3
Tab 6.3 Gebruiksaanwijzing Quickduboscan
1. Gebruiksaanwijzing Quickduboscan Gebruiksaanwijzing
Voor praktisch gebruik door het projectteam van DZH/TXE bestaat de Quickduboscan uit drie stappen namelijk:
Stap 1)
Splits het project op in objecten/onderdelen
Wie?
Het projectteam van DZH/TXE.
Hoe?
Gebruik hiervoor Tab 7 of de A4 poster.
Waarom?
Door het opsplitsen wordt het mogelijk om de quickscan systematisch (per object/onderdeel) uit te voeren.
Stap 2)
Zoek de dominante dubo-maatregelen op
Wie?
Het projectteam van DZH. Door DWW zijn de "dominante" dubo-maatregelen per object/onderdeel al in kaart gebracht.
Hoe?
Gebruik TAB 7 of de A4-poster.
Waarom?
Door alleen de dominante dubo-maatregelen te bekijken wordt veel tijd (en geld) gespaard.
Stap 3)
Werk de dominante dubo-maatregelen uit
Wie?
Het projectteam van DZH. Door DWW zijn de dubouitvoeringsalternatieven al in kaart gebracht.
Hoe?
Voor het uitwerken van de "dominante dubo-maatregelen" kan gebruik worden gemaakt van de informatiebladen in Tab 8. Besteed in ieder geval aandacht aan: 1) Vaststellen dubo-ambitieniveau 2) Afwegen kosten en overige aandachtspunten.
Waarom?
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Om het gewenste dubo-niveau vast te stellen voor de verdere planuitwerking moetje inzicht hebben in dubo-voorkeur en overige aspecten.
Tab6/4
Slotopmerkingen De quickduboscan is bedoeld voor intern gebruik door de afdeling TXE van de Directie Zuid-Holland. De dubo-maatregelen die zijn opgenomen in de Quickduboscan zijn niet uitputtend. Per project kunnen afhankelijk van de locatie/situatie nog dubo-maatregelen toegevoegd worden door het ontwerpteam. In tab 6.4. worden tenslotte nog enkele vuistregels gegeven die u kunt gebruiken voor: het quickduboscannen van grote projecten het quickduboscannen van nieuwe oplossingen.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab6/5
Tab 6.4 Vuistregels bij Quickscannen
1. Vuistregels Quickduboscannen van grote projecten
De Quickduboscan richt zich op zes soorten objecten (wegen, kabels-leidingenbuizen, kunstwerken, wegmeubilair, amoveren kunstwerken en installaties. Voor ieder object afzonderlijk zijn er dubo-maatregelen te formuleren die voor het betreffende object zelf het meest dominant zijn. In de context van een groter project zijn met name wegen, kunstwerken en installaties interessant. Als ontwerpcapaciteit schaars is dan richt je je dus vooral op wegen, kunstwerken en installaties (en laat je buizen, wegmeubilair buiten beschouwing). Vuistregel wegen
1)
Wegen (leg het accent op de dubo-thema's: materiaal, natuur- en landschap) Hierbij zeker doen: hanteer een gesloten grondbalans gebruik zoveel mogelijk secundaire grondstoffen en zorgen voor goede inpassing (verblijfplaatsen flora/fauna, natuurvriendelijke oevers/bermen en sloten)
Vuistregel kunstwerken
2)
Kunstwerken (leg accent op de dubo-thema's: materiaal, natuur- en landschap) Hierbij zeker doen: gebruik zoveel mogelijk secundair materiaal materiaalarm bouwen zorgen voor goede inpassing (voor grote projecten is dit reeds geregeld in OTB/MER en landschapsplan. Voor kleine projecten wel een item)
Vuistregel installaties
3)
Installaties (leg accent op het dubo-thema: energie) Hierbij zeker doen: beperken energiegebruik met behulp maatregelen zoals LED's, dynamisch gestuurde wegverlichting etc. stel een energiejaarrekening op (m.b.v. de Leidraad Energiezuinig Ontwerpen CUR 1999)
2. Vuistregels Quickduboscannen nieuwe oplossingen
In de Quickduboscan zijn de standaard dubo-oplossingen beschreven voor zover die nu bekend/gangbaar zijn. Er kunnen echter ook nieuwe oplossingen ontwikkeld worden (op dit moment bijvoorbeeld houten geleiderails). Voor dit soort oplossingen geldt de onderstaande voorkeur:
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab6/6
Vuistregel materialen
Materialen Kies oplossingen die: 1 e voorkeur: Géén materialen gebruiken (b.v. benuttingmaatregelen) 2e voorkeur: Zuinig/efficiënt met materialen omgaan (b.v. gebruik van holle kokerliggers, slank ontwerpen, etc.) 3e voorkeur: Bestaan uit vernieuwbare materialen(b.v. hout) 4e voorkeur: Bestaan uit secundaire ("tweedehands") bouwdelen (b.v. T-liggers) en materialen (granulaten etc.)
Vuistregel energie
Energie Kies oplossingen die: 1 e voorkeur: Géén energie gebruiken (b.v. retro-reflectie, natuurlijke
ventilatie etc.) 26 voorkeur: 3e voorkeur:
Zuinig/efficiënt met energie omgaan (b.v. LED's). Duurzame energie opwekken (b.v. zonnepanelen op geluidsschermen)
Vuistregel leefomgeving
Leefomgeving (geluid- en trilling hinder) Kies oplossingen die: 1 e voorkeur: Effect hebben bij de bron (stillere motoren, lagere snelheden, stiller asfalt) 2e voorkeur: Effect hebben in de overdracht van bron naar ontvanger (geluidswallen/geluidsschermen) 3e voorkeur: Effect hebben bij de ontvanger (gevelisolatie etc.)
Vuistregel compensatie
Natuur en landschap (compensatie natuurwaarden en ontsnippering) Kies oplossingen die (ervan uitgaande dat de ruimtelijke ingreep mag plaatsvinden): 1 e voorkeur: Compensatie zoveel mogelijk voorkomen door landschappelijke inpassing en mitigatie. Bijvoorbeeld: faunatunnels om verbindingen in stand te houden, ondanks de ingreep 2 e voorkeur Overige compensatie (o.a. financiële compensatie) etc.
Vuistregel inpassing
Natuur en landschap (Ecologie en landschappelijke inpassing) Kies oplossingen die: 1 e voorkeur: Kwaliteiten ontwikkelen Bijvoorbeeld: ecoducten voor verbinding van gebieden 2e voorkeur: De kwaliteit van bestaande waarden in stand houden Bijvoorbeeld: benutting op hoofdwegen 3" voorkeur: Weinig schade hebben, bijvoorbeeld; doorzichtige geluidsschermen in stedelijk gebied 4e voorkeur: Schade hebben, maar herstel en/of compenseer deze schade. Bijvoorbeeld: aanplanten van nieuwe bomen in plaats van bomen die verloren zijn gegaan.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
Tab6/7
Tab 7 Dominante Dubo-maatregelen Toelichting - In deze tab zijn per object (of onderdeel daarvan) de "dominante dubo-maatregelen" aangegeven. Deze dominante dubo-maatregelen zijn de meest interessante dubo-maatregelen voor een object. - Deze tab gebruikt u voor stap 1 en 2 van de Quickduboscan-methode (zie gebruiksaanwijzing Quickduboscan tab 6.3 of de A4 poster). - De dominante dubo-maatregelen worden meer gedetailleerd uitgewerkt middels de informatiebladen in tab 8. - Het staat het project team vrij om zelf (locatiespecifieke) dominante dubo-maatregelen toe te voegen (DZH eigen inbreng).
Inhoud tab 7
7.1
object wegen
7.2 7.3
kabels, leidingen, buizen kunstwerken
7.4
wegmeubilair
7.5 7.6
installaties ruimtelijke inpassing
tab
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
onderdelen ophoging fundering verharding afwatering groen en water / bruggen, viaducten, fly-overs tunnels, verdiepte liggingen geluidsschermen -wallen amoveren kunstwerken geleiderails wegportalen verlichting en signalering /
tab 7
Tab 7.1 Wegen Object
Onderdelen
Wegen
A) B) C) D) E)
ophoging/aanvulling fundering verharding afwatering groen en water
Dominante dubo-maatregelen/thema's (X = dominant)
nr.
1 2 3 4 5 6 7
Omschrijving \ £ •
.
''?'•'. *£i
•
-
Hanteer een gesloten grondbalans Pas secundaire bouwstoffen toe Ontwerp natuurvriendelijke bermen en sloten Zorg voor passagemogelijkheden voor fauna Pas grondverbetering toe Maak een afweging tussen aarden baan en fly-over en beperk de hoogte van de constructie Kies een duurzame afwateringsmethode DZH eigen inbreng...
*
X X
X X
B
•C 5. • 'f9'.
X
X
E
X X
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
X
8.14
X
X
uitwerking tab
Toelichting Het meest dominante dubo-thema voor wegen is "materialen". Dubo vul je in door: Zuinig gebruik van materialen (b.v. gesloten grondbalans, grondverbetering etc). Toepassen van secundaire bouwstoffen en fijnzand/zeezand in ophogingen, funderingen en verhogingen. -
Etc.
Daarnaast is "natuur- en landschap" een dominant dubo-thema. Dubo vul je in door: Aanleg van natuurvriendelijke bermen en bermsloten. Aanleg van passagemogelijkheden voor fauna. -
Etc.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
Tab 7.2 Kabels/leidingen/buizen Object
Onderdelen
Kabels, leidingen, buizen nvt. Dominante dubo-maatregelen/thema's nr. omschrijving
1 2 3
uitwerking tab
Overweeg aanleg gemeenschappelijke servicekokers (integrale leidingtunnels) Pas duurzame materialen toe Pas voor de aanleg van kabels en leidingen sleufloze technieken toe DZH eigen inbreng...
8.7 8.7 8.7
Toelichting Het meest dominante dubo-thema voor kabels/leidingen en buizen is "leefomgeving" (beperken hinder). Dubo vul je in door: Bijvoorbeeld sleufloze technieken (b.v. boren) toe te passen (beperken hinder bij aanleg) of door een elementenverharding toe te passen als een kabel- en leidingenstrook onder een fietspad ligt. Gemeenschappelijke servicekokers aan te leggen/te overwegen. Voordeel is flexibiliteit/aanpasbaarheid waardoor hinder in de toekomst wordt beperkt. Nadelig is echter het extra materiaalgebruik (beton of kunststof).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
Tab 7.3 Kunstwerken Object
Onderdelen
Kunstwerken
A) bruggen, viaducten en fly-overs (incl. toeritten); B) tunnels en verdiepte liggingen; C) geluidsschermen/geluidswallen; D) amoveren kunstwerken.
Dominante dubo-maatregelen/thema's (X = dominant) nr. Omschrijving $*
A
B > - -t
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10
Hanteer een gesloten grondbalans (hergebruik vrijkomende grond bij tunnels en verdiepte liggingen) Pas secundaire bouwstoffen toe Zorg voor passagemogelijkheden voor fauna Beperk (blijvende) verstoring grondwaterhuishouding Ontwerp duurzame geluidsschermen/geluidswallen Kies een milieuvriendelijke verduurzamingmethode Zorg dat onderdelen van civiele werken herbruikbaar zijn/hergebruik onderdelen van civiele werken bij amoveren Materiaalarm bouwen (holle elementen, hoge sterkte beton, etc.) Maak een afweging tussen aarden baan of een fly-over en beperk hoogte van de constructie Kies een duurzame afwateringsmethode DZH eigen inbreng...
X X
c
X
X
X
X
D
X X X X
X X
X
uitwerking tab 8.1 8.2 8.4 8.8 8.9 8.10 8.11
X
8.12
X
8.6
X
X
8.14
Toelichting Het meest dominante dubo thema voor kunstwerken is "materialen". Dubo vul je in door: Zuinig gebruik materialen (b.v. gesloten grondbalans, holle elementen, etc). Toepassen secundaire bouwstoffen in beton en geluidswallen. -
Etc.
Daarnaast is "natuur- en landschap" een dominant dubo-thema. Dubo vul je in door: Aanleg van passagemogelijkheden voor fauna. Voor de tunnels is "energie" een dominant thema. Dit is uitgewerkt onder het object "installaties" (tab 7/par. 5).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
Tab 7.4 Wegmeubiliar Object Wegmeubilair
Onderdelen A) geleiderails/bermbeveiliging; B) wegportalen.
Dominante dubo-maatregelen/thema's (X = dominant) nr. omschrijving
1 2
Zorg dat onderdelen van civiele werken herbruikbaar zijn Kies een milieuvriendelijke verduurzamingmethode DZH eigen inbreng...
A
B
X X
X X
uitwerking tab 8.11 8.10
Toelichting Het meest dominante dubo-thema voor wegmeubilair is "materialen". Dubo vul je in door: Een milieuvriendelijke verduurzamingmethode te kiezen. Onderdelen te hergebruiken. Momenteel worden er experimenten uitgevoerd met houten geleiderails en wegportalen. Als deze gunstig uit de evaluatie komen verdient het aanbeveling om deze toe te passen.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
Tab 7.5 Installaties Object Installaties
Onderdelen verlichting en signalering.
Dominante dubo-maatregelen/thema's (X = dominant) nr. omschrijving
'• . 1 2 3
>
t
't"
Gebruik dynamisch gestuurde wegverlichting Gebruik LEDS voor signaalgevers Pas lampen met een hoog rendement toe DZH eigen inbreng...
JPA
-*'
-^
«>v
X X X
B
uitwerking tab 8.13 8.13 8.13
Toelichting Het dominant dubo-thema voor installaties is "energie". Dubo vul je in door: De vraag naar energie te beperken (b.v. toepassen LED-verlichting etc). Ook het helemaal afzien van installaties is denkbaar (b.v. retroreflectie i.p.v. verlichting). Het opstellen van een energieanalyse (Leidraad Energiezuinig ontwerpen).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
Tab 7.6 Ruimtelijke inpassing nr.
Omschrijving
1 2
Stel een landschapsplan en inrichtingsplan op Stel een beplantings- en groenbeheerplan op DZH eigen inbreng...
uitwerking tab 8.15 8.15
Toelichting Voor MER-plichtige project worden deze plannen in de regel altijd opgesteld. Het verdient aanbeveling om ook voor niet MER-plichtige projecten deze plannen op te stellen. Door deze plannen tijdig op te stellen wordt voorkomen dat belangrijke ruimtelijke maatregelen worden overgeslagen of maar in beperkte mate worden uitgevoerd.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 7
8
Tab 8 Informatiebladen dominante Dubo-maatregelen Toelichting
In deze tab bevinden zich de "informatiebladen" over de dominante dubo-maatregelen Deze tab gebruikt u voor stap 3 van de Quickduboscan-methode (zie gebruiksaanwijzing Quickduboscan tab 6.3 of de A4 poster).
leder informatieblad start met een beschrijving van de dominante dubo-maatregelen (= blok 1) waarbij de uitvoeringsalternatieven in voorkeursvolgorde zijn geplaatst. Kosten en relevante overige aandachtspunten zijn hierbij aangestipt. Daarnaast is ook aangegeven hoe men in de fases voor de planuitwerking (OTB/MER) al rekening kan houden met de dubo-maatregel (= blok 2). leder informatieblad sluit af met het benoemen van hulpmiddelen (= blok 3) die gebruikt kunnen worden bij de nadere uitwerking van de dubo-maatregel.
Inhoud tab 8 tab 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 8.13 8.14 8.15
titel Gesloten grondbalans Secundaire bouwstoffen Natuurvriendelijke oevers, bermen en sloten Passagemogelijkheden flora en fauna Grondverbetering Aarden baan vs. fly-over beperken constructiehoogte Kabels en leidingen Verstoring grondwaterhuishouding Ontwerp en materiaalkeuze geluidsschermen/geluidswallen Ontwerpaanbevelingen voor conservering en verfsystemen (Hoogwaardig) hergebruik Materiaalarm bouwen betonconstructies Energiezuinig verlichten en signaleren Afwatering Opstellen landschapsplan/inrichtingsplan
Legenda kosten (tab 8)
++ + 0 ?
aanzienlijke meerkosten meerkosten kostenneutraal besparing behoorlijke besparing kosteneffect onbekend of situatieafhankelijk
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.1 Gesloten grondbalans Titel:
Hanteer een gesloten grondbalans
Gesloten grondbalans maatregel * ' : -
Hanteer een gesloten grondbalans
kosten aandachtspunten
0
verontreinigde grond hoogwaardigheid transportafstanden
Toelichting Door het bouwplan te baseren op een gesloten grondbalans wordt materiaal bespaard en wordt hergebruik van grond bevorderd. Kosten
Toepassing van een gesloten grondbalans leidt niet of slechts tot een marginale verlaging (0-10%) van de realisatiekosten vanwege een beperkte aanschaf van grond en lagere transportkosten. Aandachtspunten
Verontreinigde grond mag toegepast worden mits binnen de kaders van het Bouwstoffenbesluit of actief bodembeheer (bij toepassing binnen het werk). Bij toepassing van categorie II grond zul je bijvoorbeeld IBC-maatregelen (isoleren, beheren controleren) moeten treffen Pas géén gesloten grondbalans toe als vrijkomende grond elders hoogwaardiger hergebruikt kan worden. Het beleid voor actief bodembeheer verschilt per gemeente Beperk de transportafstanden van grond (i.v.m. transportkosten en milieubelasting) en beperk het
aantal overslagacties.
Relevant voor voorfases (OTB/AAER)
In eerdere fases kun je al rekening houden met het kunnen sluiten van de grondbalans. Denk hierbij aan: De tracékeuze van de weg bepaalt in grote mate de benodigde hoeveelheid grond Keuzes m.b.t. hoogtes viaducten/fly-overs (verhoogd/verdiept aanleggen) Keuze tussen aarden baan dan wel fly-over (zie ook tab 8/par. 6) Fasering van project(onderdelen) en vrijkomende grond.
Uitwerking en hulpmiddelen Maak een grondstromenplan. Een hulpmiddel hierbij is het computerprogramma LOGROS (logistiek grondstoffensysteem). Informatie via:
[email protected] Daarnaast kan gedacht worden aan: grond(stoffen)banken en afstemming met werken in de omgeving Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G001, G013, GO22, G071,
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.2 Secundaire bouwstoffen Titel:
Pas secundaire bouwstoffen toe
Secundaire bouwstoffen (algemeen) maatregel 1*voorkeur
"Categorie 2" bouwstoffen
2" voorkeur
kosten aandachtspunten 0 bouwstoffenbesluit/IBC-maatregelen (isoleren,
beheren, controleren) imago minimaal te gebruiken hoeveelheid 100.000 ton beschikbaarheid Voorkeur per toepassing zie vervolg 0
bouwstoffenbesluit imago beschikbaarheid voorkeur per toepassing zie vervolg
"Categorie 1" bouwstoffen
Toelichting Toepassing van secundaire materialen heeft de voorkeur boven toepassing van primaire materialen omdat hiermee verontreinigde grond een nuttige toepassing krijgt als bouwstof. "Categorie 2" bouwstoffen hebben - voor grootschalige werken - in de regel een lichte voorkeur boven "categorie 1 " bouwstoffen (en primaire materialen). Kosten
Toepassing van "categorie 1" bouwstoffen leidt - volgens het Nationaal Pakket Dubo GWW - niet (of slechts tot een marginale) verlaging van de realisatiekosten. In de praktijk kunnen vaak kostenbesparingen worden gerealiseerd door toepassing van "categorie 1 " bouwstoffen Toepassing van "categorie 2" bouwstoffen leidt niet tot verlaging van de realisatiekosten. De aanschaf kosten van "categorie 2" bouwstoffen zijn lager maar daar staan meerkosten voor de (verplichte) IBC-maatregelen (Isoleren, beheren, controleren) tegenover. Toepassing van "categorie 2" bouwstoffen leidt tot meerkosten in de onderhoud/beheerfase (inspectie, controle etc.) Aandachtspunten
Het Bouwstoffenbesluit is van toepassing voor secundaire materialen. Voor "categorie 2" bouwstoffen betekent dit dat zogenaamde IBC (isoleren, beheren en controleren) maatregelen getroffen moeten worden. Informatie via:
[email protected] Imago: secundaire materialen worden nogal eens gezien als afval i.p.v. bouwstof (let op bij toepassing in geluidswallen bij woonwijken!) Voor toepassing van "categorie 2" bouwstoffen hanteert RWS een minimum hoeveelheid van 100.000 ton (voor wegfundering 1.000 ton) Beschikbaarheid secundair materiaal (hiervoor tijdig aandacht).
Relevant voor voorfases (OTB/MER) -
Nvt.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Uitwerking en hulpmiddelen
-
Gedetailleerde (technische) informatie over (secundaire) materialen is terug te vinden in de "Leidraad Bouwstoffen Rijkswaterstaat" (P-DWW-99-055). Info via:
[email protected] Informatie over het bouwstoffenbesluit via: de helpdesk bouwstoffenbesluit tel. 015 - 251 82 05 of
[email protected] Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G001, G005, G011, G012, G013, G020, G021, G022, G056.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Toelichting bij materiaalvoorkeuren per toepassing De onderstaande dubo-materiaalvoorkeur is gebaseerd op zogenaamde M&M-scores (materialen en milieu). De M&M-scores zijn afkomstig uit de "Checklist Materialen en milieu" (DWW/1996) en zijn ook terug te vinden in de "Leidraad Bouwstoffen Rijkswaterstaat" (DWW/1999). Een update van deze M&M-scores is in voorbereiding Alle M&M-score's hebben een negatieve waarde. Des te negatiever een materiaal scoort des te slechter is het uit dubo-oogpunt. Een materiaal met een score dichter bij de nul heeft dus de voorkeur Gedetailleerde (technische) informatie over (secundaire) materialen is terug te vinden in de "Leidraad Bouwstoffen Rijkswaterstaat" (P-DWW-99-055). Als bouwstoffen niet in de lijst staan opgenomen kunt u contact opnemen met
[email protected]
De voorkeurslijstjes bevatten géén kosteninformatie omdat deze sterk tijds- en locatieafhankelijk zijn. Ophogingen/ophoogmateriaal dubo-materiaalvoorkeur 1* voorkeur (M&M score -20) - AVI Bodemas* - Klei uit baggerspecie* 2* voorkeur (M&M score -25) Categorie 2 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - Gereinigde grond en lichtverontreinigde grond - Mijnsteen - Recyclingbrekerzand - Zand uit baggerspecie - Zeefzand (breker- en sorteerzeefzand) 3' voorkeur (M&M score -40) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - Gereinigde grond en lichtverontreinigde grond - Hergebruikgrond (waaronder bij het werk zelf vrijkomende grond) - Mijnsteen - Recyclingbrekerzand - Zand uit baggerspecie - Zeefzand (breker- en sorteerzeefzand) 4* voorkeur (M&M score -51) - Fijn zand (zeezand) 5' voorkeur (M&M score -59) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit): - EC-Bodemas 6° voorkeur (M&M score -64) - Landzand - Flugzand 7' voorkeur (M&M score -72) # * - Geëxpandeerde kleikorrels (Argex) - Geëxpandeerd polystyreen (EPS) - Schuimbeton * -
Let op: voor secundaire grondstoffen categorie 2 (Bouwstoffenbesluit) geldt: een minimaal toe te passen hoeveelheid 100.000 ton; er dienen IBC maatregelen getroffen te worden (IBC = isoleren, beheren, controleren); actuele info via
[email protected]
** Lichte ophoogmaterialen scoren relatief laag in vergelijking tot de andere materialen. Aanbevolen wordt om deze lichte ophoogmaterialen alleen toe te passen in speciale gevallen (onregelmatige zettingen etc). In deze speciale gevallen scoren lichte ophoogmaterialen uit duurzaam bouwen oogpunt relatief gunstig als er wordt gelet op aspecten als: beperking zettingen en onderhoud, beperking bouwhinder door sneller bouwen etc.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Zandbed/belastingspreidende laag dubo-materiaalvoorkeur 1 ' voorkeur ( M & M score - 2 ) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - EC-Bodemas - Recyclingbrekerzand - Zand uit baggerspecie 2* voorkeur ( M & M score -37) - Zeezand 3* voorkeur (score -53) - Landzand Fundering: (ongebonden steenachtige of steenmaterialen) dubo-materiaalvoorkeur 1° voorkeur (score 0) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - Metselwerkgranulaat - Rode mijnsteen - Silex 2* voorkeur (score -31) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - LD staalslakken 3' voorkeur (score - 5 3 ) - Lavasteen Fundering: (licht)gebonden steenachtig materiaal dubo-materiaalvoorkeur 1* voorkeur (score - 2 5 ) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - Hoogovenslakmengsel - Fosforslakmengsel 2* voorkeur (score - 2 5 ) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - Hydraulisch mengranulaat - Hydraulische staalslak - Menggranulaat 3' voorkeur (score - 4 8 ) Categorie 1 materialen (Bouwstoffenbesluit) keuze uit: - Betongranulaat - Asfaltgranulaatcement types I en II (van niet teerhoudend asfaltgranulaat) 4" voorkeur (score -88) - Zandcement Grind en grindvervangers in cementbeton* dubo-materiaalvoorkeur 1* voorkeur (score 0) - Betongranulaat - Menggranulaat - LD-staalslakken 2 e voorkeur (score -53) - Riviergrind - Steenslag uit groeven - Zeegrind • Let op: cementbeton moet voldoen aan de eisen voor categorie 1 bouwstoffen uit het bouwstoffenbesluit.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Grind en grindvervangers in bitumineuze mengsels* dubo-materiaalvoorkeur 1* voorkeur (score 0) - Asfaltgranulaat niet teerhoudend 2' voorkeur (score - 2 ) - Fosforslakken - LD-staalslakken 3e voorkeur (score - 5 3 ) - Riviergrind - Steenslag uit groeven - Zeegrind * Let op: asfaltbeton moet voldoen aan de eisen van categorie 1 bouwstoffen uit het bouwstoffenbesluit.
Zand en zandvervangers in cementbeton* dubo-materiaalvoorkeur 1* voorkeur (score - 2 ) - Brekerzand - Gereinigd zand - EC-bodemas - Recyclingbrekerzand - Zand uit baggerspecie - Zeefzand 2' voorkeur (score - 3 7 ) - Zeezand 3' voorkeur (score - 5 3 ) -Landzand * Let op: cementbeton moet voldoen aan de eisen van categorie 1 bouwstoffen uit het bouwstoffenbesluit.
Zand en zandvervangers in bitumineuze mengsels* dubo-materiaalvoorkeur 1e voorkeur (score -2) Categorie 1 - Brekerzand - Zand uit baggerspecie - Zeefzand 2e voorkeur (score - 3 7 ) - Zeezand 3e voorkeur (score -53) - Landzand * Let op: het asfaltbeton moet voldoen de eisen van categorie 1 bouwstoffen uit het bouwstoffenbesluit.
Voorkeursreeks cement dubo-materiaalvoorkeur 1 ' voorkeur - Hoogovencement CEM Ml/C (81-95% slak = secundaire grondstof) 2' voorkeur Hoogovencement CEM Ill/B (66-80% slak = secundaire grondstof) 3e voorkeur (score -53) - Hoogovencement CEM Ill/B (33-65% slak = secundaire grondstof) 4e voorkeur - Portlandvliegascement CEM Il/B-V (21-35% vliegas = secundaire grondstof) 5e voorkeur - Portlandvliegascement CEM Il/A-V (6-20% vliegas = secundaire grondstof) 6' voorkeur - Portlandcement CEM I (primaire grondstof)
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Vulstoffen voor bitumineuze mengsels* dubo-materiaalvoorkeur 1 ' voorkeur (score 0)
- AVI-vliegas 2' voorkeur (score -31) - EC-vliegas 3e voorkeur (score -53) - Kalksteenmeel * Let op: het asfaltbeton moet voldoen de eisen van categorie 1 bouwstoffen uit het bouwstoffenbesluit.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.3 Natuurvriendelijke oevers/bermen/sloten Titel:
Ontwerp natuurvriendelijke bermen, oevers en sloten
Natuurvriendelijke oevers (voor bermsloten) uitvoeringsalternatieven 1 ; ;. 1* voorkeur piasberm Indien berm onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS)
kosten * 4 aandachtspunten l* ++ piasberm altijd nat niet toepassen bij z.g. "tegennatuurlijk peil" vrijkomende grond
1" voorkeur drasberm Indien ondergrond veen
+
1* voorkeur flauw talud Algemeen overig
++
niet toepassen bij z.g. "tegennatuurlijk peil"
Sloten uitvoeringsalternatieven Verdiepen
kosten +
++
Verbreden Bermen maatregel Natuurvriendelijke bermen
drasberm moet in groeiseizoen droog staan
•""*"
kosten 0
vrijkomende grond toepasbaar bij alle peilen afhankelijk van de ruimte (hellingshoek variëren 1:3-1:20) vrijkomende grond
aandachtspunten niet uit te voeren op hoge zand gronden (nvt DZH) extra ruimtebeslag
aandachtspunten Per diersoort verschillende uitwerking (zie tracébesluit (onderdeel compensatieplan) gebruik lokale onbemeste grond (dus géén teelaarde of compost) indien bestaande grond hoge vegetatiekundige waarde heeft dan de oorspronkelijke bovengrond (25cm) in depot zetten (niet langer dan 3 maanden) vermijd oneffenheden die afwatering of maaien belemmeren
Toelichting Doel van natuurvriendelijke (berm)sloten is het verhogen van de diversiteit aan planten én diersoorten én het creëren van waterbufferend vermogen. Het verschil tussen een piasberm en een drasberm is dat een drasberm droog staat in het groeiseizoen (piasberm altijd nat). Kosten De meerkosten zijn kosten voor het afgraven van extra grond. De meerkosten zijn locatieafhankelijk. Baggerkosten per m 3 zijn terug te vinden in het LBK-bestand. Voor verbreden/verdiepen geldt hetzelfde. Meerkosten zijn deels terug te verdienen bij beheer en onderhoud. (Zie hiervoor het stappenplan: "Bermsloten...natuurlijk" Tijdschrift Optimum juni 2001) Verbreden van sloten is duurder dan verdiepen i.v.m. aankoop extra grond. Aandachtspunten Belangrijk is bij sloten dat de afvoercapaciteit gehandhaafd blijft Grond die vrijkomt bij natuurvriendelijke oevers (en sloten) kan worden hergebruikt mits deze niet sterk verontreinigd is
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Piasbermen en drasbermen kunnen niet worden toegepast bij een zogenaamd "tegennatuurlijk peil" (waterpeil in de zomer hoger dan in de winter) i.v.m. risico droogstaan in de winter en bevriezen wortels.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Houd rekening met extra ruimtebeslag van natuurvriendelijke bermen en bermsloten.
Uitwerking en hulpmiddelen Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G004, G006, G007, G008, G017, G071. Voor beheer zijn relevant: G026, G027 en G028 DWW-publicaties: "Bermsloten...natuurlijk een handreiking voor ontwerpers en groenmedewerkers van Rijkswaterstaat" informatie via:
[email protected] Milieuspecificaties voor "Oevers en beschoeiingen" en "Onderhoud van groen langs wegen (bermbeheer)" zijn terug te vinden op www.inkopers.net DWW-wijzers nr. 60/89/84 (www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm) Voor uitvoering grondwerk zie de werkgids "Natuurtechniek: uitvoering van grondwerk" (CUR 184) BPN: Referentiedocument oevers en bodems, DWW, 2001 Indien DZH/TXE ook een groenbeheerplan dient te schrijven t.b.v. de dienstkringen kan "verschralingbeheer" worden voorgeschreven voor sloten en oevers met een hoge natuurwaarde (bij lage natuurwaarde kies je voor "ruigtebeheer").
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.4 Passagemogelijkheden flora & fauna Titel:
Ontwerp passagemogelijkheden bij bruggen/viaducten
Passagemogelijkheden over de weg uitvoeringsalternatieven Ecoducten
1* voorkeur Medegebruik van bruggen en viaducten (door functies combineren en overdimensioneren).
kosten nvt.
+
aandachtspunten keuze wel/geen ecoducten wordt reeds gemaakt in OTB/MER dubo-accent ecoducten vooral op toepassen natuurvriendelijke materialen en geleiding naar ecoduct toe overdimensioneren bruggen (lengte en breedte) inrichting en dimensionering is afhankelijk van diersoorten geleiding naar de passage toe
Passagemogelijkheden onder de weg door (buizen, tunnels, duikers) uitvoeringsalternatieven kosten = aandachtspunten .... *.tl-ï*'•;,.• 1* voorkeur + Medegebruik b.v. ecoduikers (functies combineren) 2" voorkeur + grote diameter Buizen vierkant inrichting buizen moeten altijd droog staan geleiding naar de passage toe controleerbaarheid i.v.m. onderhoud 3° voorkeur + zie buizen vierkant Buizen rond (diameter 50cm-100cm)
Toelichting Doel van passagemogelijkheden is het verhogen/behouden van de diversiteit aan planten én diersoorten Door overgedimensioneerde brugdekken (breedte) ontstaat er ruimte op het brugdek voor de aanleg van passagevoorzieningen zoals stobwallen, groenstroken Door overgedimensioneerde bruggen/viaducten (lengte) ontstaat er ruimte voor passagevoorzieningen zoals groenstroken en bredere oevers/sloten onder de brug Een interessante mogelijkheid is aanpassing van bestaande constructies b.v. duikers/tunnels en bruggen waar bij onderhoud/reparatie/reconstructie voorzieningen voor medegebruik kunnen worden aangebracht (zoals loopplanken, boomstobben, schelpenbekleding etc.) Kosten Overdimensioneren van viaducten en aanleg/aanpassen van buizen, tunnels en duikers t.b.v. faunapassage maken het project duurder. Over aanleg van ecoducten wordt besloten in OTB/MER dus dit eigenlijk zijn geen meerkosten vanuit de ontwerpfase. Aandachtspunten Passagemogelijkheden zijn permanent vochtig (dus afdeklaag noodzakelijk). De buizen moeten altijd droog staan (let op grondwater!), de bodem wordt bedekt met grond, etc. details per voorziening en diersoort zie "Handreiking maatregelen voor de fauna langs weg en water" (P-DWW-95-710) Houd rekening houden met geleiding naar de passage toe (rasters en geleidewanden) Er dient licht zichtbaar te zijn aan het eind van de tunnel/duiker Grote diameters (buizen tunnels) hebben de voorkeur (o.a. klimatologische omstandigheden, luchtvochtigheid etc.)
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Inrichting: Zorg dat tunnels/duiker etc. makkelijk terug zijn te vinden (door b.v. een reflector te plaatsen in de berm) vooral relevant voor onderhoud/schouw.
Relevant voor voorfases (OTB/MER)
Hoogteligging van de weg i.r.t. aan te brengen voorzieningen. Tunneltjes en buizen mogen b.v. niet onder water lopen Het ruimtebeslag van (overgedimensioneerde) viaducten/sloten met faunapassages is groter.
Uitwerking en hulpmiddelen
-
Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G017, G063, G064, G072 DWW-publicatie: "Handreiking maatregelen voor de fauna langs weg en water" P-DWW-95-710. Informatie via de productgroep Natuur & Landschap van DWW (015-251 84 70).
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.5 Grondverbetering Titel:
Pas grondverbetering toe
Crondverbeteringtechnieken uitvoeringsalternatieven 1* voorkeur Géén grondverbetering toepassen of combinatie van verticale met horizontale drainage 2' voorkeur Verticale kunststofdrains
*kösteh 0
aandachtspunten alleen van toepassing bij goede draagkrachtige ondergrond veel restzetting risico van schade aan bestaande weg, kabels en leidingen, belendingen verstoring grondwaterhuis-houding (zie, tab 8/ par. 8)
3" voorkeur
Publicatie: "Expertsysteem bouwmethoden onderbouw" DWW/Fugro 2000 DWW/CUR-project No Recess
polystyreenschuim met betonplaat of druklaag van zand ca. 0,8-1,0 m (evenwichtsconstructie) schuimbeton evenwichtsconstructie luchtdrukconsolidatie paalfundering (als mogelijk hout) gestabiliseerde grondkolommen gestabiliseerde grondschermen met geokunststof omhulde zandpalen
Toelichting Het voordeel van grondverbetering is gelegen in een kortere bouwtijd en hinderbeperking. Dit voordeel van grondverbetering is vooral van toepassing bij slappe ondergronden. Daar deze voordelen slechts "tijdelijk" van aard zijn (tijdens de aanleg), verdient het bij goede draagkrachtige ondergronden, gezien de "permanente" laagwaardige inzet van hoogwaardige bouwstoffen, de voorkeur géén grondverbetering toe te passen. Indien tijd en lokale omstandigheden het toelaten kan ook gedacht worden aan een traditionele oplossing zoals voorbelasten en enkele jaren zettingen toelaten Door het combineren van verticale drainage met horizontale drainage kan bespaard worden op de laagdikte van het (grove) drainzand Om een nadere Dubo-voorkeursvolgorde van grondverbeteringtechnieken te krijgen, kan een milieugerichte LCA worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bureau. Bij grote werken verdient dat aanbeveling. Kosten De meerkosten voor kunststofdrains zijn beperkt. Meerkosten voor overige oplossingen kunnen oplopen tot meer dan 3 0 % . Aandachtspunten Technische en uitvoeringsaspecten zijn terug te vinden in de publicatie "Expertsysteem bouwmethoden onderbouw" DWW/Fugro 2000.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) -
Nvt.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Uitwerking en hulpmiddelen
Relevante maatregelen uit het Nationaal Pakket Dubo GWW: G044. G047 Publicatie: "Expertsysteem bouwmethoden onderbouw -14 productmethode bladen", DWW/Fugro februari 2000 In het DWW/CUR project "No recess" zijn verschillende innovatieve grondverbeteringtechnieken onderzocht.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.6 Aarden baan vs. Fly-over & constructiehoogte Titel:
maatregelen
Maak een afweging aarden baan versus fly-over & beperk de constructiehoogte *•
• • * 5 kosten
Beperk de constructiehoogte
?
Weeg viaduct af tegen aarden baan
?
aandachtspunten
,
materiaalbesparing/energie-verbruik verkeer geluidsbelasting. ruimtebeslag visuele hinder vuistregel: zie toelichting.
Steile taluds (aarden baan)
?
bijvoorbeeld terre armee (gewapende grond) of steilwand constructie met geogrid.
1 Toelichting/aandachtspunten Bij verhoogde constructies verdient het, uit overwegingen van materiaalgebruik de voorkeur de hoogte ligging te beperken. Vooral bij een aarden baan neemt met een hogere ligging het materiaalgebruik onevenredig met de hoogte toe. Een beperktere constructiehoogte is bovendien gunstig voor het energieverbruik van het verkeer. Tot slot is een beperkte constructiehoogte ook interessant vanwege beperkte geluidshinder (geluid draagt minder ver) De aanleg van een aardenbaan gaat gepaard met een aanzienlijk groter gebruik van materialen (ophoogzand/grond) dan de aanleg van een fly-over (beton). Deze verhouding wordt groter naarmate de hoogte van de constructie toeneemt. Per volume eenheid materiaal (m3) veroorzaakt een fly-over echter meer milieubelasting dan een aarden baan. Bij het kiezen van een milieuvriendelijke variant voor wat betreft materiaalgebruik kan de volgende vuistregel worden aangehouden: 1 m3 gewapend beton heeft een 20 maal hogere milieubelasting dan 1 m3 ophoogzand Een fly-over betekent een geringer ruimtebeslag en geringere visuele hinder dan een verhoogde ligging op een aardenbaan Bij ligging van een constructie op een aarden baan kan vanwege materiaalbesparing en ruimtebeslag overwogen worden de taluds steiler te maken door gebruik van bijvoorbeeld terre armee (gewapende grond) of een steilwandconstructie met geogrid/geotextiel. Kosten Of de maatregelen meerkosten met zich meebrengen is niet op voorhand aan te geven (nl. sterk af van lokale omstandigheden). Het beperken van de constructiehoogte (viaduct/fly-over) brengt besparingen met zich mee. Voor terre armee geldt een richtprijs van ca 180-220 Euro/m2.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Vastleggen hoogte constructies (en daarmee materiaalhoeveelheden toeritten etc.) Ruimtebeslag Inpassing aarden baan versus fly-over.
Uitwerking en hulpmiddelen Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW maatregelen: G001 -
Geokunststoffen op de bouwplaats, CUR 206, 2001 Energieverbruik verkeer bij hellingen, BWD, 2000, B. Henderson, Document 3002-2000-0017.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.7 Kabels en leidingen Titel:
Dubo-keuzes bij kabels en leidingen
Gemeenschappelijke kabels- en leidingkokers (integrale leidingtunnels) kosten aandachtspunten maatregel ++ Realiseer een integrale voorziening die: veiligheidsvoorzieningen ingepast is in of parallel loopt met beheerorganisatie andere lijninfrastructuur (weg, geluidswal, ...) toegankelijk is zonder opbreken ruimte biedt voor uitbreidingen Sleufloze technieken voor de aanleg van kabels en leidingen kosten aandachtspunten maatregel ++ Sleufloze technieken vooral voordeel bij kruisingen meer ondergronds ruimtebeslag vanwege beperkte boogstraal Materiaalkeuze rioolbuizen uitvoeringsalternatieven ti 1* voorkeur rioolbuizen
<
beton met grindvervanger gres, PP of PE PVC met hergebruikgarantie of hergebruikt kunststof 2" voorkeur rioolbuizen nieuw PVC. Materiaalkeuze buizen overige uitvoeringsalternatieven 1" voorkeur vezelcement PE/PP 2° voorkeur PVC met hergebruikgarantie of hergebruikt PVC 3* voorkeur
kosten
aandachtspunten
+
0
kosten
aandachtspunten 7
+
+
0
nieuw PVC Materiaalkeuze kabels uitvoeringsalternatieven voer kabels dunner uit door toepassing "nieuwe" beveiligingstechnieken pas halogeenvrije kabels toe
kosten ? ?
aandachtspunten minder koper en minder kunststof nodig zowel in grond als in masten
Toelichting Door integrale leidingtunnels wordt hinder in de toekomst voorkomen. Sleufloze technieken pas je toe om hinder bij aanleg te voorkomen. Er is met name minder hinder en schade bij kruisingen met wegen e.d. Voor de materiaalkeuze van buizen en kabels geldt dat minder milieubelastende materialen de voorkeur hebben.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Kosten
Het gebruik van integrale leidingtunnels is sterk kostenverhogend. De beheer- en onderhoudskosten zullen echter lager zijn omdat leidingenkokers beter toegankelijk zijn en ruimte overlaten voor toekomstige uitbreidingen van het leidingenpakket Sleufloze technieken zijn eveneens kostenverhogend. Aandachtspunten
Kies geen PVC als hergebruik niet mogelijk is. Fabrikanten die zijn aangesloten bij de FKS bieden een hergebruikgarantie. Aanbevolen wordt om te letten op deze garantie bij aanschaf (bestek). Voor de toepassing van rioolbuizen kan een drielaags buis worden gebruikt die voor de helft uit hergebruikt PVC bestaat Nieuwe beveiligingstechnieken maken het mogelijk dat de grondkabel naar de verlichtingsinstallatie dunner uitgevoerd kan worden, waardoor zowel minder koper als kunststof hoeft te worden gebruikt. Bekijk per situatie of gebruik kan worden gemaakt van de nieuwe beveiligingstechnieken (uit: duurzaam inkopen).
Relevant voor voorfases (OTB/MER) De tracékeuze legt in sterke mate de benodigde hoeveelheid materiaal voor buizen, kabels en leidingen vast.
Uitwerking en hulpmiddelen
-
Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo CWW: G042, G045, G046 Milieuspecificatie Verlichting Openbare ruimte (www.duurzaam-inkopen.nl) DWW-wijzer nummer 88, Hoe gaan we om met PVC?, 1999 (www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm).
Hap*
B I B B MSi
!
>k '/il
)\flfe 1E
UHH3 yrj
MMÊÊÈË
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
E1
Hr%3b\
tab 8
•
Tab 8.8 Verstoring grondwaterhuishoudig Titel:
Beperk (blijvende) verstoring grondwaterhuishouding
Drainage systemen (zie ook tab 8.5 over grondverbetering) uitvoeringsalternatieven kosten aandachtspunten + 1 e voorkeur vermijd contact met diepe grondwater
Verticale drainage (kokosomhulling) 2' voorkeur
0
Verticale drainage (kunststofomhulling)
dichtslibben door kleine fracties vermijd contact met diepe grondwater
Toelichting
Kokos is een vernieuwbare grondstof en heeft beleidsmatig de voorkeur. Kosten
Kokosdrainage is duurder dan kunststof. Aandachtspunten
Het diepe grondwater (c.q. 2e watervoerende laag) en het oppervlakte water mogen niet met elkaar worden verbonden. Oplossing is: - drains beëindigen op 0,5 a 1 meter boven aquifer (watervoerende laag) - bij verdiepte liggingen-^ toepassen van wandsystemen en vloeren (staal, beton, geomembraan etc); dichtslibben door kleine fracties is een risico. Bemalingmethodes uitvoeringsalternatieven 1" voorkeur
kosten +
Bouwput met damwand (+ bronbemaling) 2' voorkeur
0
Open bronbemaling
aandachtspunten
infiltratie in de omgeving infiltratie in de omgeving
1 Toelichting
Bij open bronbemaling is er meer verstoring van de grondwaterhuishouding dan bij een bouwput met damwand. Kosten
Open bronbemaling is goedkoper dan een bouwput met damwand. Aandachtspunten
Onttrek zo min mogelijk grondwater. Indien er toch grondwater wordt onttrokken zorg dan voor infiltratie in de nabije omgeving (b.v. middels infiltratievijvers). Wandsystemen & vloeren uitvoeringsalternatieven
kosten
Mogelijk zijn: - bentoniet/cementwanden, stalen/betonnen wanden en vloeren geomembranen (folies)
+
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
aandachtspunten
Waterdichtheid
Toelichting/aandachtspunten Het is niet op voorhand aan te geven welk materiaal de voorkeur heeft (verschilt namelijk per project). Hetzelfde geldt voor kosten Om verstoring van de waterhuishouding te voorkomen is aandacht voor waterdichtheid belangrijk. Let op: - zorgvuldige aanleg van de constructie - aansluiting wand met vloer - aansluiting wand met waterondoorlatende laag.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Probeer bij tracékeuze al rekening te houden grondwaterhuishouding. Probeer b.v. de hoogste gedeelten van het tracé (hier is het grondwaterpeil in de regel het laagst) te bestemmen voor bebouwing Bij grondonderzoek niet boren in het tracé. Als er wel geboord wordt dan gaten in het tracé dichten met een bentonietmengsel.
Uitwerking en hulpmiddelen Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G014, G077 Vernieuwbare materialen in en rondom oevers, CUR 194.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.9 Ontwerp- en materiaalkeuzes geluidsschermen Titel:
Ontwerp en materiaalkeuze geluidsschermen
Geluidsschermen Maatregel (+ eventuele uitvoeringsalternatieven) 1* voorkeur Géén geluidsschermen (geluid beperken door bronmaatregelen, ZOAB etc.) 2* voorkeur Aarden wal (of aarden wal in combinatie met houten scherm)
3" voorkeur Houten geluidsschermen (bij voorkeur flexibel/demontabel)
kosten
risico's & aandachtspunten
0
+
gebruik secundaire grond uit de buurt (ca. 15 km) ruimtebeslag groene uitvoering onderhoud
+
duurzaam geproduceerd hout (FSC keurmerk of gelijkwaardig) stem duurzaamheid-klasse hout af op levensduur groene uitvoering conservering
4° voorkeur Geluidsschermen beton/staal/glas
+
secundaire materialen in beton (zie tab 8.2) groene uitvoering
Toelichting De milieukundige voorkeursreeks is gebaseerd op het materiaalbeslag boven de grond. De 1e voorkeur gaat uit naar oplossingen zonder geluidsschermen (geen visuele hinder en geen materiaalbeslag) Een aarden wal scoort goed v.w.b. beslag op schaarse materialen (grind etc). Indien grond voor een aarden wal van grote afstand (meer dan 15 km.) moet worden aangevoerd overstijgt de milieubelasting van transport de voordelen. Een goede combinatie is ook een aarden wal met een houten scherm omdat hiermee zowel ruimtebeslag als materiaalgebruik beperkt is Uit beleidsmatig oogpunt heeft toepassing van hout de voorkeur boven beton en andere materialen Indien houten geluidsschermen flexibel/demontabel worden uitgevoerd dan zijn ze geschikt voor "hoogwaardig" hergebruik. Kosten Oplossingen mét geluidsschermen zijn duurder dan oplossingen zonder schermen. Het grootste gedeelte van het materiaal (en kosten) zit bij geluidsschermen onder de grond Voor meer specifieke kosteninformatie per uitvoeringstype zie "Kostenonderzoek Geluidsschermen", RWS/DZH 2000. Aandachtspunten Een aarden wal heeft een relatief groot ruimtebeslag Het materiaalbeslag van een wal kan worden beperkt door gebruik te maken van b.v. geokunststoffen waarmee steiler gebouwd kan worden (geogrids) Duuzaamheidklasses voor hout: levensduur kleiner dan 20 jaar kies klasse III of IV. Kies voor Lariks, Douglas of Grenen uit Nederland (1 e voorkeur) of elders uit Europa (2e voorkeur) levensduur langer dan 20 jaar kies voor klasse 1 of II. Kies voor Europees eiken (1e voorkeur) of voor houtsoorten buiten Europa (Karri, Angelim, Piquiaetc.) Uit onderzoek blijkt dat groene schermen (begroeid) de voorkeur hebben boven andere schermen (Onderzoek geluidswallen en -schermen langs rijkswegen, F.A. Minkema, SDU, 1989)
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
In geluidswallen en betonnen geluidsschermen kunnen secundaire materialen worden verwerkt (zie tab 8.2) De aarden wal vergt groen onderhoud Afhankelijk van de gekozen houtsoort zal er ook een conservering plaats moeten vinden.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) In de voorfase (OTB/MER) worden al veel keuzes gemaakt die de mogelijkheden van duurzaam bouwen in de planuitwerkingsfase inperken. Relevante keuzes zijn: stil asfalt (ZOAB) dan wel wal/geluidsscherm materiaalkeuze van de schermen (hout, beton, staal, etc.) Het verdient aanbeveling om in deze fases al rekening te houden met de voorkeursvolgorde zoals hierboven geschetst Geluidswallen hebben de voorkeur boven schermen maar nemen meer ruimte in beslag.
Uitwerking en hulpmiddelen Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G005, G015, G016, G065, G087 DWW voert op dit moment onderzoek uit naar modulaire geluidsschermen (DWW W-DWW-2000080). Voor de keuze van houtsoorten zie DWW-wijzer 92 www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm - Geokunststoffen op de bouwplaats CUR/DWW, 206.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.10 Ontwerp, aanbevelingen, conservering en verfsystemen Titel:
Duurzaam conserveren van constructies.
Hout uitvoeringsalternatieven 1" voorkeur ontwerp zodanig ontwerpen dat geen conservering/verfsysteem nodig is: duurzame detaillering duurzame houtsoorten onbehandeld hout 2° voorkeur bij gebruik verf: oplosmiddelarm systeem
kosten
aandachtspunten
0
afhankelijk van toepassing en duurzaamheidklasse hout uit duurzaam beheerde bossen onbehandeld hout bij tijdelijke constructies
2' voorkeur bij verduurzamen: vacuümdrukmethode
+
niet-constructieve toepassingen
+
constructieve toepassingen
Staal uitvoeringsalternatieven 1* voorkeur ontwerp zodanig dat geen conservering nodig is 2* voorkeur poedercoaten
kosten
aandachtspunten
0
damwanden, drijvende steigers
+
wegmeubilair esthetische redenen
+
2* voorkeur bij grote constructies: pas Keuzesystematiek Conserveringssystemen toe
-
keuzemethodiek RWS en NBD conservering-systeembladen
Beton uitvoeringsalternatieven 1" voorkeur geen verfsysteem toepassen
kosten
,C 5 ;• ,
2' voorkeur oplosmiddelarm/oplosmiddelvrij systeem
aandachtspunten
0
houd ook rekening met eventuele anti graffiti coating
+
b.v. watergedragen acrylaatdispersie houd ook rekening met eventuele anti graffiti coating
Wegmarkering uitvoeringsalternatieven thermoplastisch markeringsmateriaal
kosten
aandachtspunten
0
Toelichting/uitleg Conservering is vooral gericht op de levensduur (het behoud van eigenschappen). Indien vroegtijdig in ontwerpproces rekening wordt gehouden met de noodzakelijke conservering van de materialen, kan dit tot andere materiaalkeuzen leiden: hierdoor kunnen in de latere onderhoud- en beheerfase minder conserverende maatregelen nodig zijn. Verfsystemen worden ook veelvuldig toegepast om esthetische redenen. Kosten Ontwerpen waarbij er geen conserveringsmethodes nodig zijn in de regel goedkoper (beheer en onderhoud). Aandachtspunten Algemene ontwerpaanbevelingen
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Gebruik materialen met de juiste levensduur Gebruik materialen die weinig onderhoud behoeven Ontwerp het object zodanig dat ophoping van vuil en vocht voorkomen wordt en geen moeilijk te conserveren hoeken en verbindingen ontstaan Kies de kleur zorgvuldig. De kleur kan van invloed zijn op de levensduur (donkere kleuren veroorzaken hogere temperaturen/temperatuurverschillen) het pigment kan milieubelastende componenten bevatten Ontwerp het object zodanig dat het goed bereikbaar is en makkelijk te voorzien is van een hulpconstructie Bouw het object op uit demontabele onderdelen die onder beheerste omstandigheden (minder uitstoot) kunnen worden onderhouden. De Keuzemethodiek RWS is vanwege de complexiteit alleen toe te passen door verfspecialisten. Daarom zijn de NBD (Normering Bouwdienst) Conserveringsysteembladen ontwikkeld. Deze bevatten specifieke conserveringssystemen (met naam en toenaam) voor een bepaalde toepassing volgens de keuzemethodiek.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Nvt.
Uitwerking en hulpmiddelen
-
RWS Steunpunt Conserveringskennis, www.venwnet.minvenw.nl/rws/bwd/rsc/ Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G055, G035 Publicatie "Keuzemethodiek Conserveringssystemen Rijkswaterstaat", 2001 Milieuspecificatie Conserveren van Staal (www.duurzaam-inkopen.nl) Verduurzaamd hout in de waterbouw, DWW wijzer 51 www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm Markeren en demarkeren op ZOAB en andere open deklagen, DWW wijzer 54 www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm Hout met certificaat voor duurzaam bosbeheer, DWW wijzer 92,1999 www.minvenw.nl/rws/dww/uitgaven/dwwwijzers/index.htm Referentiedocument Conservering op staal, KuBOS 2001 Referentiedocument Conservering op beton, KuBOS 2001 Referentiedocument Verkeerskundige draagconstructies, KuBOS 2001.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.11 (Hoogwaardig) hergebruik Titel:
Zorg dat onderdelen van civiele werken herbruikbaar zijn. Hergebruik materialen zo hoogwaardig mogelijk
uitvoeringsalternatieven 1* voorkeur Hergebruik hele constructie (b.v. brug)
kosten
2' voorkeur Hergebruik bouwdelen (b.v. liggers) 3° voorkeur Hergebruik materialen (breken)
aandachtspunten
?
Voorbeeld: hergebruik fly-over Callandtunnel t.b.v. Stenen Baakplein
?
Voorbeeld: hergebruik liggers/geleiderails
?
Voorbeeld: puinfunderingen
1 Toelichting (Hoogwaardig) hergebruik van materialen heeft beleidsmatig de voorkeur omdat hiermee schaarse materialen kunnen worden bespaard Voor hergebruik kunnen verschillende "niveaus" worden onderscheiden. In principe wordt gestreefd naar een zo hoogwaardig mogelijk hergebruik (b.v. omdat er dan minder gesloopt hoeft te worden). Kosten (Hoogwaardig) hergebruik kan duurder maar ook/goedkoper uitvallen (nl. afhankelijk van project Voor de keuze voor het hergebruik van een betonnen bouwdeel (b.v. element van een geluidsscherm) op een andere locatie vs. breken en opwerken tot nieuw beton geldt de vuistregel dat: hergebruik van het intact gelaten betonnen bouwdeel milieukundig rendabel/zinvol is (i.v.m. transportafstanden/ dieselgebruik) binnen een straal van ca. 400 km. Daarbuiten is ook mogelijk indien gebruik wordt gemaakt van milieuvriendelijke vervoerswijzen zoals een schip. Aandachtspunten Om te zorgen dat onderdelen van civiele werken herbruikbaar zijn (in de toekomst) kunnen de volgende ontwerpuitgangspunten worden gehanteerd (design for recycling): pas zo min mogelijk natte verbindingen toe (beton) maar gebruik bij voorkeur b.v. boutverbindingen beperk het aantal verschillende soorten fracties bouwstoffen gebruik prefab elementen houd er rekening mee dat materialen/fracties te scheiden zijn ga uit van standaard bouwdelen (ook gunstig voor repareerbaarheid bekisting en kostenvoordelen) etc.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) In de MER fase kan onderzocht worden of bestaande constructies niet aangepast kunnen worden (preventie). Het hoofdkantoor van Rijkswaterstaat aan de Koningskade wordt b.v. aangepast i.p.v. sloop/nieuwbouw.
Uitwerking en hulpmiddelen Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo GWW: G065, G005 Intermediairen voor bouwdelen zoals de COOPRA Rotterdam (voor geleiderails) en de Bruggenbank (DHV) -
DWW onderzoek Dubo-IFD in de G W W , 2002.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.12 Materiaalarm bouwen betonconstructies Titel:
Materiaalarm bouwen (holle elementen, hoge sterkte beton etc.)
Materiaal besparen in betonconstructies maatregelen ! *
kosten
Hoge sterkte beton (bruggen)
Holle elementen (b.v. kokerliggers, holle heipalen etc.) Lichte toeslagmaterialen in beton Fijn zand (zeezand)als beton en metselzand
aandachtspunten s Ï, i materiaalbesparing toe- en afritten mogelijk (ca. 5%) idem fundering brandwerendheid
+
+ 0 -
materiaalbesparing toe- en afritten mogelijk besparing fundering besparing fundering CUR onderzoek RWS Sluis bij Lith
1 Toelichting/aandachtspunten Op verschillende manieren kan er materiaal bespaard worden. Hoge-sterktebeton is een prima optie om materiaalarm te bouwen en in een aantal gevallen ook kosten te besparen (max. 5% goedkoper). Een goed voorbeeld binnen Rijkswaterstaat is de "2e Stichtse Brug". Doordat de constructie lichter is kan ook de fundering lichter worden uitgevoerd. Het brugdek is minder dik; dit scheelt in de hoogte van de constructie en daarmee ook in het materiaalbeslag voor toe- en afritten. Ten aanzien van brandwerendheid loopt er momenteel een CUR-onderzoek Met holle elementen wordt materiaal uitgespaard. Ze zijn daarmee overigens niet altijd goedkoper (holle kokerliggers zijn b.v. duurder dan T-liggers). Doordat de constructie met holle elementen lichter is kan ook de fundering lichter worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor lichte toeslagmaterialen Fijn zand is een bewezen toepassing (Sluis bij Lith). Er loopt echter nog onderzoek bij de CUR. Informatie via:
[email protected]
Relevant voor voorfases (OTB/MER)
-
Nvt.
Uitwerking en hulpmiddelen PAO-cursus 'Ervaringen met hogere sterkte beton, toepassingen in bruggen en viaducten, ' N. Kaptijn, september 2000 Onderzoek Matarm2/DWW-2002. Informatie via:
[email protected]
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.13 Energiezuinig verlichten en signaleren Titel:
Energiezuinig verlichten en signaleren
Energiezuinig verlichten uitvoeringsalternatieven 1° voorkeur Oplossingen die geen energie gebruiken:
kosten
aandachtspunten
retro-reflectie (b.v. ANWB borden, wegmarkering) daglicht in tunnels 2' voorkeur Oplossingen die zuinig/efficiënt met energie omgaan voorbeelden zijn: pas dynamisch gestuurde wegverlichting pas lampen/armaturen met een hoog rendement
Energiezuinig signaleren uitvoeringsalternatieven LED's voor signaalgevers, verkeersregelinstallaties en seinen
++
kosten 0
let op eventuele hinder van de lichtbron voor de omgeving (zoveel mogelijk richten op object of op aarde) lampen zonder of zo min mogelijk kwik en fluorescentiepoeders lampen met een lange levensduur
aandachtspunten via de Bouwdienst zijn de z.g. LED2 lampen gratis verkrijgbaar
Toelichting Oplossingen die geen energie gebruiken zijn goedkoper (immers geen energiekosten) Het energieverbruik voor verlichting kan worden beperkt door: enerzijds de tijdsduur van verlichten te beperken en anderzijds de hoeveelheid licht per tijdseenheid te beperken In plaats van verlichting toe te passen, kan in sommige gevallen worden volstaan met geleideverlichting. Hierbij wordt ter oriëntatie de loop van de weg aangegeven door lichtbronnen met een beperkt vermogen. Kosten Geregelde verlichting geeft ook levensduurverlenging lampen. Bij de moderne elektronische regelingen is tegen meerprijs/investering ook status (retour)melding v/d lampen mogelijk waardoor de beheerder goedkoper kan onderhouden, minder snel lampen zal vervangen (goed voor milieu) Led-lampen voor signalering zijn duurder dan traditionele lampen. Via de Bouwdienst zijn de zogenaamde LED2 lampen gratis verkrijgbaar De beheer- en onderhoudskosten zijn echter aanzienlijk lager door een lange levensduur (ca. 10 jaar) van de LED's en lagere energielasten. Aandachtspunten De onderlinge afstand van lichtpunten, de hoogte en het type armatuur dienen bij het ontwerpen in onderlinge samenhang te worden beschouwd. Verstrooiing van licht en onnodige hoge lichtintensiteit kunnen op bepaalde plaatsen (natuurgebieden) tot een aantasting van waarden leiden Dynamisch geregelde verlichting kan tevens geleideverlichting zijn. Dit kan door de verlichting zover terug regelen dat het geleideverlichting is. Daarmee hoeft geen apart klein armatuur in de mast bijgeplaatst te worden (wat ook beter is voor beheer en onderhoud).
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Om energiegebruik al tijdig in beeld te krijgen kan een energiekaart opgesteld worden.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Uitwerking en hulpmiddelen
-
Relevante maatregelen uit het Nationaal Pakket Dubo GWW G048, G049, G051, G084, G085 Leidraad Energiezuinig Ontwerpen CUR, 1999 Brochure "Zicht op licht - Lichthinder aangepakt", november 1998 Brochure "Algemene richtlijnen betreffende lichthinder", deel 1. Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde, tel. 026-3562466 Dat lichtzo!!! Energie-efficiënte openbare verlichting (DV1.3.84.95.12), Novem, tel. 055-5277877 Milieuspecificatie Verlichting Openbare ruimte (www.duurzaam-inkopen.nl) Voor energiebesparende maatregelen zijn er subsidies beschikbaar. Daarnaast zijn LED2 lampen voor signalering gratis verkrijgbaar via de Bouwdienst. Informatie via:
[email protected] of 015-251 82 62.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.14 Afwatering Titel:
Kies een duurzame afwateringsmethode
Verkeerstunnels, aquaducten & verdiepte liggingen uitvoeringsalternatieven.? 1'voorkeur
kosten
0
Gecontroleerd afvoeren zand en slib uit zandvang en slibkelder en restwater wegpompen en zoveel mogelijk gecontroleerd infiltreren in de bodem
+
2° voorkeur (als infiltratie onmogelijk)
Gecontroleerd afvoeren zand en slib uit zandvang en slibkelder en restwater wegpompen en lozen op het oppervlaktewater
Bruggen en viaducten uitvoeringsalternatieven 1* voorkeur
kosten
0
Zoveel mogelijk infiltreren in de bodem
2' voorkeur (als infiltratie onmogelijk)
+
Lozen op oppervlaktewater (via retentiegeul/greppel op bermsloot)
Wegen (ZOAB) uitvoeringsalternatieven 1" voorkeur
kosten
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
bij voorkeur infiltreren in de buurt. Indien niet mogelijk (beschermde gebieden) dan infiltreren buiten beschermd gebied materiaalkeuze (eventuele) infiltratieconstructie bij voorkeur lozen in de buurt. Indien niet mogelijk (beschermde gebieden) dan lozen buiten beschermd gebied materiaal keuze buizen (zie tab 8/ par. 7)
aandachtspunten
+
bij voorkeur infiltreren in de buurt. Indien niet mogelijk (beschermde gebieden) dan infiltreren buiten beschermd gebied materiaalkeuze (eventuele) infiltratieconstructie bij voorkeur lozen in de buurt. Indien niet mogelijk (beschermde gebieden) dan lozen buiten beschermd gebied materiaalkeuze buizen (zie tab 8/ par. 7)
+
3' voorkeur (als infiltratie onmogelijk)
aandachtspunten
beschermde gebieden.
ZOAB + runoff gecontroleerd infiltreren in de berm
ZOAB + lozen op oppervlaktewater (via retentiegeul/greppel op bermsloot)
bij voorkeur infiltreren in de buurt. Indien niet mogelijk (beschermde gebieden) dan infiltreren buiten beschermd gebied materiaalkeuze (eventuele) infiltratieconstructie bij voorkeur lozen in de buurt. Indien niet mogelijk (beschermde gebieden) dan lozen buiten beschermd gebied materiaal keuze buizen (zie tab 8/ par. 7)
0
ZOAB (runoff niet inzamelen) 2e voorkeur (als inzameling nodig)
aandachtspunten
Toelichting In het algemeen heeft infiltreren altijd de voorkeur boven lozen (vasthouden gebiedseigen water). Daarnaast is er geen materiaal nodig voor buizen en leidingen Infiltratieconstructies kunnen zeer verschillend zijn. De voorkeur gaat uit naar infiltratieconstructies die geen extra materiaalbeslag vergen (rechtstreeks in de berm laten lopen). Kosten Afwatering middels infiltratie is in de regel goedkoper dan lozen. Infiltratieconstructies die geen extra materiaalbeslag vergen (rechtstreeks in de berm laten lopen) zijn goedkoper dan infiltratieconstructies die voorzieningen zoals vijvers vereisen. Aandachtspunten Beschermde/kwetsbare gebieden zijn bijvoorbeeld waterwingebieden en gebieden die onderdeel zijn van de ecologische hoofdstructuur. Relevante vergunningen worden verleend door de provincie (Wet Milieubeheer) en Waterschappen (WVO-vergunning) Infiltratievoorzieningen leg je bij voorkeur aan met: 1) natuurlijke laag (wat er al ligt) 2) filterconstructie aanbrengen (fijnere fracties t.b.v. hogere absorptiecapaciteit) 1) folie-constructies Voor materiaalkeuze buizen zie tab 8/par. 7.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Onderzoek naar de noodzaak voor aspect afwatering Rekening houden met status gebieden (b.v. waterwingebieden) Ruimtebeslag infiltratievoorzieningen.
Uitwerking en hulpmiddelen ClW-rapport "Afstromend wegwater (concept)", 2002 Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo-GWW: G040.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
Tab 8.15 Opstellen Landschaps-/inrichtingsplan Titel:
Landschaps-, inrichtings-, beplantings- en groenbeheerplannen
maatregel Opstellen landschapsplan
kosten +
aandachtspunten stel dit plan ook op voor niet MER-plichtige projecten betrek VIM hierbij tijdigheid
Opstellen inrichtingsplan
+
zie landschapsplan
Opstellen beplantingsplan
+
zie landschapsplan
Opstellen groenbeheerplan
+
zie landschapsplan
1 Toelichting/ Aandachtspunten De quickduboscan richt zich in eerste aanleg op de werken die MER-plichtig zijn. Voor MER-plichtige projecten worden in de in de regel een landschapsplan, inrichtingsplan, beplantingsplan en groenbeheerplan opgesteld. Het verdient aanbeveling om ook voor niet MER-plichtige projecten deze plannen op te stellen. Door deze plannen tijdig op te stellen wordt voorkomen dat belangrijke ruimtelijke maatregelen worden overgeslagen of maar in beperkte mate worden uitgevoerd Voor het opstellen van een landschapsplan (schaal 1:1000) kan contact worden gezocht met de afdeling V I M van de directie Zuid-Holland Vanuit het landschapsplan kan een gedetailleerd inrichtingsplan (schaal 1:500) worden gemaakt voor de landschappelijke inpassing van een project. Ook hiervoor kan de afdeling VIM worden ingeschakeld Parallel aan het inrichtingsplan kan een beplantingsplan worden opgesteld. Hierin staan de eisen en wensen over de beplanting (soort, kwaliteit, maat, beplantingsafstand, kwaliteit grond etc.) In het groenbeheerplan ten slotte staan de eisen met betrekking tot het beheer: zoals vorm, tijdstip, frequentie, intensiteit, kosten etc. Het groenbeheerplan vormt de basis voor de bestekken voor beheer en onderhoud De exacte samenhang tussen de diverse plannen is beschreven in de "Handreiking ontwerpen en milieu", RWS/DZH, 2001 Meer informatie over de verschillende plannen en andere documenten voor landschappelijke inpassing in de diverse fasen van het planproces zijn te vinden in de: "Checklist landschappelijke inpassing", DWW, 1997. Kosten Het opstellen van deze plannen brengt meerkosten met zich mee. Gelet op de totale projectomvang zijn deze beperkt. Aandachtspunten Het verdient aanbeveling om in een zo vroeg mogelijk stadium met het opstellen van deze plannen rekening te houden Het verdient aanbeveling om de afdeling VIM hierbij nauw te betrekken.
Relevant voor voorfases (OTB/MER) Een aantal van deze plannen (b.v. het landschapsplan) worden reeds voor de planuitwerking opgesteld. Vanuit TXE kan hierbij al meegedacht worden.
Uitwerking en hulpmiddelen Handreiking ontwerpen en milieu, RWS/DZH, 2001 Leidraad en checklist landschappelijke inpassing Hoofdwegen, DWW, 1997 -
Relevante maatregelen Nationaal Pakket Dubo-GWW: G002, G004, G006, G007, G008, G019.
Quickduboscan (DZH/TXE) editie juni 2002
tab 8
10