Tweede nota van inlichtingen en wijzigingen Algemene Gebruiksvoorwaarden maatschappelijk vastgoed Datum:
9 december 2014
Nota naar aanleiding van afstemming met de VSU en 4 verenigingen uit de achterban van VSU d.d. 7 oktober jl. en het daarop volgende commentaar van: VSU Zwemvereniging Utrecht Zwemlust Sporting ‘70 TTV Fletio *** bij het verwijderen van bepalingen hebben wij doorgenummerd; hier wordt verwezen naar de oude artikelnummering. ALGEMEEN Toepasselijkheid wettelijk huurrecht De gemeente gebruikt termen als ‘gebruiksovereenkomst’, ‘gebruiker’, ‘gebruiksrecht’. In hoeverre zijn op de overeenkomst al dan niet de wettelijke regels van huur en verhuur (titel 4 boek 7 BW) van toepassing? Dit mede gezien de rechtsbescherming die deze kwalificatie aan de huurder geeft. Is het mogelijk om in de gebruiksvoorwaarden hiernaar specifiek te verwijzen?
Reactie De gemeente verhuurt aan de gebruiker een gebruiksrecht. Hierop zijn de (algemene) wettelijke regels van huur en verhuur onverkort van toepassing, althans voor zover sprake is van een gebruiksvergoeding. De specifieke regels die kunnen gelden voor huur en verhuur van woonruimten, zgn. 290 en 230a-bedrijfsruimten (onroerende zaken) zijn niet van toepassing. Wij hebben aan artikel 2 een lid 8 toegevoegd waarin dit is verwoord. Als er geen gebruiksvergoeding wordt betaald is sprake van bruikleen, daarop zijn de wettelijke regels van huur en verhuur niet van toepassing. Rechtszekerheid bij looptijd en beëindiging De verenigingen voelen rechtsonzekerheid doordat de gemeente niet meer een onroerende zaak verhuurt (te weten het veld of de gymzaal+ evt kleedkamers), maar het recht verhuurt om van de onroerende zaak gebruik te maken. Verder heeft de gemeente afstand genomen van begrippen als ‘vaste huur’ of ‘structureel’. Bij buitensport is weliswaar sprake van een gebruiksovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar die lijkt relatief makkelijk opzegbaar. Is het mogelijk om verenigingen meer rechtszekerheid te bieden in de voorwaarden, dan zij nu lijken te hebben?
Reactie Er is nadrukkelijk gekozen voor een systeem van verhuur van gebruiksrechten. Dit past veel beter bij het beleid dat de gemeente voor ogen heeft. Hieraan willen wij dus ook niet tornen. Wel hebben wij met diverse aanpassingen in de voorwaarden echt ons best gedaan om de rechtszekerheid zo groot mogelijk te maken. Zo zal het uitgangspunt zijn dat de boeking leidend is. Dwz uitgezonderd hele specifieke omstandigheden kan de gebruiker erop rekenen dat hij zijn activiteiten kan ontplooien in de op de boeking vastgelegde accommodatie en het in de boeking vastgelegde gebruiksmoment. Bij buitensport hebben wij de intentie om de geboekte wedstrijd- en trainingscapaciteit zoveel mogelijk in te boeken op de accommodatie waar de kantine van de vereniging is gelegen. Deze intentie hebben wij in de algemene voorwaarden opgenomen (zie het huidige artikel 26 lid 4). Ook hiermee wordt hopelijk wat onzekerheid weggenomen. Wij hadden de looptijd van de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik (voorheen per seizoen) tov de oude voorwaarden al verruimd naar “onbepaalde tijd”. Voorheen kon de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden; dit hadden wij al verruimd tot een opzegtermijn van 1 jaar. Daar hebben wij nu aan toegevoegd dat deze slechts kan worden opgezegd, nadat overleg heeft plaatsgehad tussen gemeente, gebruiker en VSU. En nadat de wethouder Sport (niet bij mandaat) heeft besloten tot de opzegging. Daarmee zijn voldoende waarborgen opgenomen om het beëindigen van deze duurzame relatie niet zomaar/willekeurig te laten plaatsvinden.
Disbalans tussen rechten en verplichtingen!? De algemene voorwaarden zitten vol met verplichtingen voor de gebruiker en rechten voor de gemeente. Kan dit niet meer in balans worden gebracht? Waar staat de gemeente voor aan de lat? Op welke verplichtingen kan de gemeente nu concreet op worden aangesproken? Verder zijn er veel aansprakelijkheidsuitsluitingen en beperkingen, soms onredelijk. Kan hier nog kritisch naar worden gekeken?
Reactie Wij hebben hier nog eens kritisch naar gekeken. Wij hebben in de nieuwe opzet een bepaling opgenomen met algemene verplichtingen van de gemeente (artikel 6), een bepaling met algemene verplichtingen van de gebruiker (artikel 7). Tenslotte een bepaling die gaat over de inhoud van het gebruiksrecht (artikel 8). Wij hebben vrijwel alle aansprakelijkheidsbeperkingen uit de algemene voorwaarden gehaald; wij laten die kwesties over aan het wettelijk systeem. Verder hebben wij gezocht naar mogelijkheden om te dereguleren en echt nog flink gesneden in de voorschriften. Wij veronderstellen hiermee echt tot het maximale te zijn gegaan om de gewenste balans erin te krijgen. Recht op het verschuiven van gebruikstijden en accommodaties In het huidige systeem van verhuur van een gebruiksrecht is het voor de gemeente makkelijker geworden om onder het gebruiksrecht, al dan niet bij een nieuwe boeking, een andere accommodatie ter beschikking te stellen dan de gebruiker gewend is. Ook is het mogelijk om andere tijden aan de gebruiker op te leggen dan hij gewend is. Is het mogelijk om gebruikers meer rechtszekerheid te geven? TTV Fletio uit specifiek zorgen over de verhouding met onderwijs. Zij heeft al een aantal keren te maken gehad met een verschuiving van het gebruiksmoment doordat onderwijs een hogere prioriteit kreeg. TTV heeft (ook) oudere sporters die minder flexibel zijn als het gaat om het wissele van een accommodatie of gebruiksmoment.
Reactie Zoals gezegd: de boeking is leidend. In een aantal hele specifieke gevallen kan die door de gemeente worden geannuleerd. Het recht om binnen de boeking te schuiven met accommodaties en gebruikstijden hebben wij verwijderd. De gemeente zal met TTV Fletio specifiek in overleg treden over haar wensen/commentaar. Het is te specifiek om hierop in te gaan bij deze algemene behandeling van de algemene gebruiksvoorwaarden. Rangorderegeling Een rangorderegeling lijkt te ontbreken. Maatwerk voor algemeen; specifiek gebruiksovereenkomst voor op algemene voorwaarden.
Reactie Dit moet een misverstand zijn. In artikel 2 lid 6 is een dergelijke regeling opgenomen. Proces van totstandkoming Hoe ziet het proces van afstemming en totstandkoming van de algemene voorwaarden eruit. Wat kunnen wij vanaf nu verwachten?
Reactie Er volgt overleg tussen de VSU, de wethouder en de ambtelijke vertegenwoordiging vanuit de gemeente. Het proces zal nadrukkelijk onderwerp van gesprek zijn. SPECIFIEK Artikel 1.11 Wat is de ratio achter het verschil tussen “aanvaardt” en “heeft aanvaard”?
Reactie We hebben “heeft aanvaard” verwijderd. Artikel 1.12
Wat wordt ermee bedoeld dat de gebruiksovereenkomst “een overkoepelend begrip” is?
Reactie Bedoeld wordt dat de gebruiksovereenkomst niet moet worden gezien als een contractdocument. Een gebruiksovereenkomst ontstaat door aanvraag > reservering > boeking. De inhoud van de overeenkomst wordt bepaald door hetgeen bij de boeking is vastgelegd, waarop de gebruiker zijn akkoord heeft gegeven. Vooralsnog is het alleen bij seizoengebruik van buitensport de bedoeling een daadwerkelijk fysiek contractdocument te hanteren waarin alle voorwaarden van de gebruiksovereenkomst worden vastgelegd. Om onduidelijkheid te voorkomen hebben wij deze termen verwijderd. Artikel 4 De gemeente is gerechtigd de gebruiksovereenkomst op te zeggen. In lid 2 is opgenomen dat dit recht niet toekomt aan de verenigingen. Dit is niet in balans. Waarom mag de vereniging de gebruiksovereenkomst niet opzeggen?
Reactie De gemeente is alleen gerechtigd de gebruiksovereenkomst op te zeggen in hele specifieke in lid 3 (specifiek voor buitensport geldt wat anders) genoemde gevallen. In overige gevallen is de gemeente niet gerechtigd om op te zeggen. De gebruiker heeft in zijn algemeenheid inderdaad geen specifieke opzeggingsmogelijkheid. Een gebruiksovereenkomst bestaat uit een of meer boekingen. Die boekingen kunnen – vermits het gebruiksmoment langer dan 4 weken in de toekomst ligt – door de gebruiker worden geannuleerd. Het annuleren van alle gebruiksmomenten betekent in concreto een opzegging van de gebruiksovereenkomst. Zie hiervoor art. 1.12 en art. 5.1. De gebruiksovereenkomst voor buitensport voor seizoensgebruik kan wel worden opgezegd door de gebruiker met een opzegtermijn van 1 jaar. We hebben in ieder geval het huidige lid 2 verwijderd, omdat dit – ten onrechte – de indruk wekt dat de gebruiker de gebruiksovereenkomst niet kan beëindigen. Artikel 4 Het artikel veronderstelt een “cascade” aan gebruiksovereenkomsten. Dit creëert onzekerheid en oogt weinig praktisch.
Reactie Dit volgen wij niet. Een gebruiksovereenkomst ziet op een of meerdere boekingen. Normaliter heeft de gebruiker met de gemeente altijd maar 1 gebruiksovereenkomst. Voor buitensport geldt dat er 1 gebruiksovereenkomst is met 2 boekingen: 1 voor trainingscapaciteit, 1 voor wedstrijdcapaciteit. Artikel 4.3 Een algemene uitsluiting van aansprakelijkheid bij einde gebruiksovereenkomst gaat te ver.
Reactie Wij zijn het daarmee eens en hebben dit beperkt tot de beëindigingsgronden als genoemd in lid 3). Artikel 5.3 Wat wordt er gedaan alvorens een annulering door de gemeente wordt ingezet? Wordt er naar alternatieven gekeken? Hoe wordt er gecommuniceerd over de annulering? Hoe zorgen we ervoor dat de gebruiker tijdig goed op de hoogte is van de annulering?
Reactie De gemeente vindt het haar verplichting om – alvorens tot annulering over te gaan – een alternatief aan te bieden. Wij hebben de regeling volledig aangepast. Artikel 5.3a Hoe is de mogelijkheid tot annuleren van een boeking ingeval van slechte weersomstandigheden bedoeld?
Reactie Gedacht moet worden aan de situatie dat een buitenveld door sneeuw of regen onbespeelbaar is geworden cq dat het bespelen van het veld na langdurige reden tot onevenredige schade zou leiden. Artikel 5.3d “Zo vroeg mogelijk” geeft weinig houvast. Is het mogelijk de termijn te concretiseren?
Reactie Wij hebben dit lid aangepast en een termijn van 1 maand ingevoerd. Artikel 5.4 Heeft de huurder geen stem in de keuze tussen restitutie of alternatieve locatie? Waarom is dit aan de gemeente?
Reactie U heeft een punt. Wij hebben de regeling in het voordeel van de gebruiker aangepast. Artikel 6.2a De gemeente kan de accommodatie die in de boeking is aangegeven wijzigen. Dit kan leiden tot willekeur of tot een situatie dat de gebruiker hier kort voor het gebruiksmoment mee wordt geconfronteerd. Dit is niet redelijk. Kan dit worden aangepast?
Reactie Wij hebben dit onderdeel verwijderd. Artikel 7.1 Eén accommodatie kan door meerdere gebruikers worden gebruikt. Een gebruiker kan toch alleen verantwoordelijk zijn voor het melden van schades in het deel dat hij gebruikt? Bij wie moeten schades/gebreken gemeld worden?
Reactie In art. 1 is een definitie gegeven van de accommodatie. Dit kan ook een in gebruik gegeven deel van de accommodatie zijn (wij hebben dit nog aangescherpt). Deze verplichting geldt alleen voor het deel van de accommodatie dat u obv de boeking in gebruik heeft. Meldingen kunt u doen bij de beheerder van de accommodatie, of als deze er niet is: het vastgoedloket van de gemeente. Artikel 7.4 Kunnen de woorden “binnen passende termijn” worden toegevoegd? Wat is de consequentie voor de gemeente als zij de gebruiker niet binnen passende termijn op de hoogte heeft gesteld van wijzigingen in de huisregels?
Reactie Wij hebben het artikellid aangepast. Als de gemeente niet rekening houdt met een redelijke termijn, dan gelden de oude huisregels. Artikel 7.6e Het gaat te ver om van de gebruiker te vragen er ook praktisch voor in te staan dat het calamiteiten en ontruimingsplan kan worden nageleefd.
Reactie Wij hebben de regeling wat aangepast. Artikel 7.6f Is het mogelijk om de eis van “eigen EHBO-ers” te laten vallen en/of deze te beleggen bij de beheerder van de accommodatie? Hoe zit het met de (verplichting) tot het beschikbaar stellen van een AED?
Reactie
Het was niet bedoeld als eis richting de gebruiker. Wij hebben de regeling nu genuanceerd: de gemeente zorgt voor EHBO en AED in beheerde accommodaties. In niet beheerde accommodaties is dit niet geregeld. EHBO is dan een eigen “verantwoordelijkheid” van de gebruiker. Artikel 8.2 De regeling voor botsende gebruiksrechten is onredelijk. Zeker nu de gemeente niet aansprakelijk is voor de gevolgen. Kan dit worden aangepast?
Reactie U heeft tot op zekere hoogte wel een punt. Fouten maken is menselijk. De gemeente heeft echter de verantwoordelijkheid voor de gevolgen. Wij hebben de regeling verwijderd en laten dit over aan het wettelijke aansprakelijkheidsrecht. Artikel 8.4d Hoe zit het nu precies met de spelregels voor (licht)reclames in zwembaden?
Reactie Het is in zijn algemeenheid niet toegestaan om sponsorreclames in de accommodatie te voeren, met uitzondering van buitenaccommodaties. Verenigingsuitingen kunnen in overleg worden toegestaan; in dit geval moet uitgegaan worden van vlaggen/banners ipv vaste uitingen/flyers etc. Artikel 8.9 Een wijziging van openings- en sluitingstijden kan een onredelijk effect hebben als deze dermate kort op het gebruiksmoment worden gecommuniceerd dat de gebruiker hiervan geen kennis heeft kunnen nemen.
Reactie U heeft een goed punt. Wij hebben de regeling gewijzigd. Lopende boekingen moeten altijd worden gerespecteerd. Artikel 9.1 Hoe ziet de Gemeente de verplichting om sportattributen in dezelfde staat te retourneren als waarin zij zich bevonden ten tijde van de ter beschikkingstelling hiervan, tegen de achtergrond dat deze attributen alsdan voor één of meerdere seizoenen (intensief) zijn gebruikt?
Reactie Wij snappen het punt en hebben de regeling gewijzigd. Artikel 9.6 Waarom neemt de gemeente geen duidelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het mogelijk vervangen van activiteit gebonden zaken die door haar ter beschikking zijn gesteld? Verder is deze bepaling een voorbeeld van feit dat de gemeente wegloopt voor eventuele aansprakelijkheid.
Reactie Het kan voorkomen dat de gemeente inderdaad gehouden is die zaken te vervangen, bijvoorbeeld om te voldoen aan de fiscale voorwaarden van gelegenheid geven tot sportbeoefening. We verwijderen dit artikellid en laten deze opgaan in een algemeen artikel over de verplichtingen van de gemeente. Artikel 12.1a Het lijkt erop dat de gebruiker een sanctie kan krijgen als deze, door een reden die voor rekening van de gemeente moet komen, langer dan de overeengekomen duur gebruik maakt van de accommodatie. Dit is toch niet redelijk?
Reactie
Wij hebben de sanctiebepaling wat aangepast. De gemeente kan boetes opleggen, maar doet dit niet per definitie. Zie ook eerdere nota van inlichtingen. Vanzelfsprekend wordt geen boete opgelegd als sprake is van langer (of in dit geval verschoven) gebruik dat voor rekening van de gemeente komt. De artikelen 11 en 12 hebben wij geïntegreerd. Artikel 12.1 De opgenomen ontbindingsmogelijkheid is onredelijk of kan dit zijn.
Reactie Wij hebben deze verwijderd. Ontbinding wordt overgelaten aan het wettelijk en vereist dus “verzuim” (en in het verlengde daarvan een ingebrekestelling). Artikel 13.2 De gemeente kan een waarborgsom verlangen. Is deze bepaling noodzakelijk in het kader van deeltijdverhuur?
Reactie Bij nader inzien zullen wij art. 13.2 en 13.3 verwijderen. In voorkomende incidentele gevallen zal dit 1-op-1 met de gebruiker overeen worden gekomen. Artikel 15.1 De Gemeente verbiedt een vereniging ten onrechte haar activiteiten voort te zetten. Einde oefening vereniging. De vereniging lijdt grote schade. En dan zou de vereniging deze schade niet op de Gemeente mogen verhalen?
Reactie U heeft een ander begrip van “activiteiten” dan de gemeente. Het gaat om activiteiten onder het gebruiksrecht. Wij hebben de bepaling verwijderd. Artikel 15.2 De gemeente loopt hier wat makkelijk weg van een van haar basisverplichtingen: het ter beschikking stellen van het gebruiksrecht. Dit gaat te ver.
Reactie Wij hebben de bepaling verwijderd en laten dit over aan de wettelijke regeling. Artikel 18.5 Kan de gemeente meer duidelijkheid geven over wederzijdse schoonmaakverplichtingen? Het is verder toch niet meer van deze tijd om zelf voor toiletpapier te moeten zorgen? Wie stelt schoonmaakspullen, vuilnisbakken en –zakken ter beschikking?
Reactie Wij hebben de bepaling over schoonmaak nog wat aangescherpt. Tav toiletpapier geldt dat de gemeente dit faciliteert in locatie met beheerder. Vuilnisbakken zijn op alle accommodaties voorhanden. Met uitzondering van buitenaccommodaties worden die door de gemeente geleegd. Artikel 22.1 Wordt een wens tot seizoengebruik bij buitensport altijd gehonoreerd? Wat zijn de criteria aan de hand waarvan een dergelijke wens wordt beoordeeld?
Reactie Normaal gesproken wel. De gemeente heeft baat bij maximale uitnutting van de capaciteit. Dit kan worden gewaarborgd door een gebruiksovereenkomst gericht op seizoensgebruik. Van belang is dat de gemeente voldoende capaciteit heeft om aan de wens te voldoen en de gebruiker voldoende toekomstperspectief heeft. Artikel 24.5 Wat is een “feitelijk af te keuren veld”? Zeker ook in relatie tot een veld dat door de consul van de KNVB is goedgekeurd?
Reactie Wij doelen op een door de gemeente of sportbond afgekeurd veld. Regeling is gewijzigd. Artikel 24.9 Wat is ratio van het voorschrift dat reclameborden uitsluitend naar het veld dienen te zijn toegekeerd? Wat als er op het moment van de inwerkingtreding voorwaarden reclameborden, hetgeen niet denkbeeldig is, naar het publiek zijn toegekeerd?
Reactie De gemeente is in overleg met het bevoegd gezag aan het bekijken hoe de regels precies zijn en hoe of die kunnen worden versoepeld. De betreffende regel vloeit al voort uit publiekrecht en hebben wij hier dus verwijderd. Artikel 25 Beoogt de Gemeente zeggenschap te krijgen over de inrichting, functionaliteit en kwaliteit van de “eigen verenigingsruimte”, (ook al maakt deze “eigen verengingsruimte” geen deel uit van het gebruiksrecht)? Zo ja, met terugwerkende kracht?
Reactie Neen. Deze bepaling gaat over kleedruimten. Behoudens privatisering zijn deze eigendom van de gemeente. Artikel 25.3 Waarom geeft de gemeente geen waardevergoeding voor een op kosten van de vereniging aangebrachte warmtevoorziening bij het einde van de gebruiksovereenkomst. Dit is toch onredelijk?
Reactie Wij hebben de regeling aangepast. Bij het geven van een nieuwe toestemming leggen wij in voorkomende gevallen vast in hoeverre wij een vergoeding voor de waarde van de voorziening betalen. Wel wordt hierop jaarlijks afgeschreven. Voor een afgeschreven voorziening wordt dus geen vergoeding betaald. Artikel 26 Beoogt de Gemeente zeggenschap te krijgen over de plaats waar en de wijze waarop sport- en spelbenodigdheden (die geen deel uitmaken van het gebruiksrecht) worden opgeborgen?
Reactie Ja, voor zover deze niet worden opgeborgen in de eigen verenigingsruimte. Regeling is wel wat aangepast, namelijk aangesloten op de algemene regeling ex artikel 9. Artikel 27 Wat zijn de criteria voor door de gemeente op te leggen (extra) beperkingen aan het gebruik van de sportaccommodaties (lees: de velden)? Op welke wijze en op welk tijdstip worden dergelijke beperkingen opgelegd/bekend gemaakt? Is er nog sprake van enig overleg met dan wel zeggenschap van de gebruiker ten aanzien van dergelijke (mogelijk verstrekkende) beperkingen. Hoe verhoudt het voorgaande zich tot door de sportbonden, zoals de KNVB, opgelegde toernooi- en competitieschema’s?
Reactie Wij hebben de indruk dit onderwerp, met de eerste nota van inlichtingen en daarop volgende wijzigingen, reeds te hebben opgelost. Artikel 28.3 en 30 Voor verenigingen zouden de normen van sportbonden leidend moeten zijn. En niet een inschatting/beoordeling van de Gemeente ten aanzien van wat er eventueel, mede inachtnemend het op enig moment geldende gemeentelijk beleid, wenselijk zou zijn. Een verankering van dit principe in de voorwaarden, als uitgangspunt en met waarborgen omkleed, oogt noodzakelijk.
Reactie De gemeente maakt de capaciteitsinschatting op basis van de normen van sportbonden. Wij hebben dit aangescherpt. De bepalingen zijn geschreven louter met het oog op het zo efficiënt mogelijk uitnutten van de beschikbare veldcapaciteit. Artikel 28.4 Opzegging met onmiddellijke ingang komt als draconisch voor. Dit zou het onmiddellijke einde van een vereniging betekenen. Enige aanloop, omlijsting, borging van een zorgvuldig proces lijkt zonder meer aangewezen. Maar ontbreekt.
Reactie
De gemeente kan seizoengebruik alleen toestaan voor vitale verenigingen. Daarbij is noodzakelijk dat zowel voor trainingen als voor wedstrijden capaciteit wordt afgenomen. De opzeggingsgrond is opgenomen als sanctie. Artikel 28.5 Lijkt toch dat Gemeente geen enkele zeggenschap zou moeten hebben over eigen verenigingsruimte.
Reactie De verenigingsruimte staat er bij de gratie van gebruik van (met name) de omliggende sportaccommodatie. Dit impliceert dat, als de gebruiksovereenkomst voor sportbeoefening definitief eindigt, dit ook betekent dat gebruik van de kantine moet worden beëindigd. Voor zover er sprake is van formalisering van het eigendomsrecht op een kantine wordt die koppeling ook altijd in de notariële akten vastgelegd. De gemeente gaat separaat nog beleid uitwerken over eigendommen op sportparken. Anders dan tav het wegnemen/verwijderen van de verenigingsruimte is er geen inmenging in de kantine zelf. Artikel 29.1 De boekingen bij een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik bij buitensport hebben een looptijd van 1 jaar. Boekingen van binnensport en zwemmen lopen nog korter. Bij het aflopen van de boeking loopt de gebruiker het risico dat de gemeente de gebruikelijke accommodatie aan een ander toewijst. Is het niet mogelijk dat een structurele gebruiker een voorkeursrecht krijgt op de gebruikelijke accommodatie?
Reactie Het verkrijgen van een voorkeursrecht staat haaks op het basisbeginsel dat de gemeente met de voorwaarden de schaarse capaciteit zo flexibel mogelijk wil kunnen inzetten. Voor binnensportactiviteiten geldt het principe van de zaalverdelingscommissie; een verzoek aan de zaakverdelingscommissie zou normaliter tot gebruik van de gewenste accommodatie kunnen leiden. Voor buitensportverenigingen met eigen kantine hebben wij nu de intentie opgenomen om de gebruiksrechten zoveel mogelijk in te roosteren op de accommodatie waar de kantine is gelegen. Voor zwemmen gaan wij bekijken of het mogelijk is gebruikersoverleggen te organiseren. Artikel 29.1 Wat is tijdig in geval van een aanvraag voor zwemactiviteiten?
Reactie Deze bepaling geldt niet voor zwemactiviteiten. Bij het tot stand komen van de vorige nota is al toegezegd dat dit soort zaken duidelijk zullen worden gepubliceerd op de website van de gemeente. Artikel 29.4 Deze regeling vraagt om een nadere uitwerking. Met duidelijke, concrete stappen, een tijdpad waarbinnen een zorgvuldig en gewogen proces kan plaatsvinden en – toetsbare – objectieve normen.
Reactie Die waarborgen zijn nu opgenomen rondom de opzeggingsbevoegdheid van de gemeente: voorafgaand overleg met gebruiker en VSU; en voorts alleen na schriftelijk besluit van de wethouder Sport. Artikel 30.3 Op welke wijze is de Gemeente voornemens welke normen aan te leggen? En op welke wijze zullen deze normen vervolgens gaan dienen als uitgangspunt bij de beoordeling van aanvragen vanuit de verenigingen? Hebben de verenigingen nog enige inspraak bij de ontwikkeling van dergelijke normen? Artikel 32.3 Tassen in de zwemzaal is niet toegestaan. Dat is erg onhandig. Is het mogelijk om die bepaling te schrappen? Is het mogelijk om iets toe te voegen over: overschoenen, afspraken over aanbrengen en weghalen belijning zwembad?
Reactie
Het voorschrift over tassen is opgenomen vanuit het oogpunt van veiligheid. Dit zal worden gehandhaafd. Aanvullende normen achten wij niet noodzakelijk. Artikel 33.1 “Extra toezicht is vereist”: wat is extra toezicht? Er zijn toch al twee toezichthouders.
Reactie Wij hebben de voorschriften uit de Algemene Voorwaarden gehaald. Een en ander zal bekeken worden in het licht van een eventuele aanpassing van het Protocol Veiligheid Verhuur Zwembassins. Artikel 33.2 Het KNBRD A diploma is o.m. bedoeld voor mensen die met een boot de zee opgaan om mensen uit het water te halen. Is dat niet een beetje overvraagd? Voorts is het onredelijk om als eis te stellen dat alle toezichthouders een EHBO-diploma moeten hebben. Als er een beheerder aanwezig is die EHBO moet hebben, is het totaal onnodig dat toezichthouders dit diploma ook hebben (= namelijk huidige situatie en die voldoet foutloos uitstekend). AIs er geen beheerder is, is het echt voldoende als 1 persoon, niet noodzakelijk de toezichthouder, een EHBO-diploma heeft of minimaal met succes een medisch MBO-opleiding heeft gevolgd.
Reactie Wij hebben de voorschriften uit de Algemene Voorwaarden gehaald. Een en ander zal bekeken worden in het licht van een eventuele aanpassing van het Protocol Veiligheid Verhuur Zwembassins. Artikel 33.2 Het KNBRD A diploma is een verouderd diploma, dat niet meer te halen is bij Reddingsbrigade Nederland (KNBRD). Er zijn nieuwe lijnen gekomen die Lifesaver (recreatief) of Lifeguard (beroepsopleiding) heten. Als het de lifeguard van Reddingsbrigade Nederland betreft zou hier moeten staan lifeguard POOL. Certificaat zwemmend redden voor zwembaden, is een onderdeel uit de NPZopleiding en ook uit de opleiding van sport en bewegen om instructeur niveau 3 te kunnen worden met de specialisatie zwemmen. Ons voorstel is dan ook: Life Guard Pool: Sport en Bewegen met specialisatie zwemmen; Certificaat Zwemmend Redden voor Zwembaden (ZRZ) van de KNBRD een vooraf overlegde gelijkwaardige kwalificatie. Graag ook toevoegen een maximale termijn waarin het diploma of certificaat herhaald moet worden. Voor het certificaat ZRZ hanteert de KNBRD een maximale termijn van twee jaar, dan moet de toets herhaald worden. Voorstel is die termijn over te nemen en deze ook op te nemen in de stukken.
Reactie Wij hebben de voorschriften uit de Algemene Voorwaarden gehaald. Een en ander zal bekeken worden in het licht van een eventuele aanpassing van het Protocol Veiligheid Verhuur Zwembassins. Artikel 33.3 Graag dan ook gehoor geven aan ons verzoek om te kunnen communiceren met het aanwezige personeel. Op de door ons gehuurde uren is er geen caissière meer aanwezig en moeten we in contact treden met het personeel wat vaak elders aan het schoonmaken is of in ene van de personeelsruimten. Contact is dan lastig. Er is geen alarmlijn!
Reactie Wij hebben de regeling aangepast.