Eerste nota van inlichtingen en wijzigingen Algemene Gebruiksvoorwaarden maatschappelijk vastgoed Datum: 25 september 2014 Naar aanleiding van input VSU: Vraag Tarieven: in het kader van deregulering en minder bureaucratie is het wenselijk de huurafspraken te versimpelen. Dit kan door bijvoorbeeld niet meer te werken met ieder trainingsuur te rekenen, maar met vooraf bepaald ‘gemiddeld’ gebruik van de velden, door simpel uit te gaan van het aantal teams dat een club heeft, of het aantal leden. Het vermijdt een hoog gedoe over de vraag of het opgegeven aantal uren wel klopt (clubs hebben de neiging hiermee te sjoemelen) en bovendien vermijdt het dat hier toezicht op gehouden moet worden. Antwoord Artikel 28 e.v. zijn aangepast, zodanig dat er ruimte is om af te wijken van het huidige uitgangspunt: wedstrijdcapaciteit per eenheid (wel gebruik heel veld), training per uur. In overleg kunnen gemeente en VSU bekijken in hoeverre wens VSU mogelijk is. Vraag Onderverhuur: ter stimulering voor verenigingen om ondernemender te zijn en het accommodatiegebruik te laten toenemen, meer ruimte creëren om velden onder te verhuren aan derden zoals bewoners, scholen, bedrijven. Dat maakt het voor clubs aantrekkelijker om actiever ‘klanten’ te werven. Uiteraard daar waar mogelijk, maatwerk dus! Daar waar meerdere huurders gebruikmaken van dezelfde faciliteiten kan dit wat ingewikkelder zijn, maar wellicht ook niet onmogelijk. Op basis van artikel 8 lid 3 kan onderverhuur plaatsvinden indien de gemeente schriftelijke toestemming geeft. Wat zijn criteria die hiervoor gebruikt worden? Bij gemeente Enschede wordt dit bijvoorbeeld gestimuleerd als verenigingen zelf met een groep komen die gebruik willen maken van de accommodaties. Wilt de gemeente Utrecht dit 'verdienmodel' ook stimuleren? Antwoord Het is op deze manier geformuleerd, omdat de criteria voor het toestaan van onderhuur niet op voorhand kunnen worden gegeven. Deze zullen altijd onderhevig zijn aan voorwaarden waar de gemeente geen grip op heeft. Op dit moment staat landelijk bijvoorbeeld het btw-regime “gelegenheid geven tot sportbeoefening” onder druk. Verder zijn de consequenties van de onlangs geïntroduceerde Wet Markt en Overheid nog niet helemaal duidelijk. De sportbegroting zou een enorme deuk op kunnen lopen als hierover niet tevoren goed na wordt gedacht. Wij gaan – los van de introductie van de nieuwe algemene gebruikersvoorwaarden - graag een keer het gesprek aan met de VSU over dit onderwerp. Inhoudelijke aandachtspunten zijn dan het gegeven dat de gemeente jegens verenigingen gebruik maakt van het regime van gelegenheid geven tot sportbeoefening; dit vereist een rechtstreekse relatie tussen de gemeente en de eindgebruiker. Daarnaast is in de huidige opzet van de Algemene Gebruiksvoorwaarden een systeem van gebruiksrechten geïntroduceerd, dat uitgaat van sportactiviteiten van de gebruiker zelf en niet door/van onderhuurders. En voorts van bepaalde gebruiksmomenten. Buiten de gebruiksmomenten kan geen sprake zijn van onderverhuur; er is dan namelijk geen gebruiksrecht. Binnen de gebruiksmomenten is onderverhuur moeilijk voorstelbaar vanuit het perspectief van een “verdienmodel” voor verenigingen, omdat de vereniging zelf een gebruiksvergoeding aan de gemeente betaalt. Vraag Gelegenheid geven tot sportbeoefening. De gemeente maakt gebruik van dit regime wat op grond van de Wet op de Omzetbelasting een verlaagd btw-tarief (6%) voor de gemeente betekent. Wel zijn hier enkele voorwaarden aan verbonden. Deze voorwaarden zouden volgens de gemeente onderverhuur niet mogelijk maken, omdat de sportvereniging beperkt zou moeten worden tot het beoefenen van
sport. In hoeverre houdt de gemeente rekening met de andere voorwaarden die gelden op basis van de Wet op de Omzetbelasting zoals onderhoud, spelattributen, schoonmaak en beveiliging? Antwoord In dit kader is er een aanzienlijk verschil tussen de buitensport en de binnensport. De gemeente heeft op het moment toen ze zich conformeerde aan het regime de Utrechtse situatie getoetst bij de fiscus. Deze beschouwd de utrechtse situatie als acceptabel. Daarnaast zijn dit bij uitstek de onderwerpen waarbij een (buitensport)vereniging zelf aan kan bijdragen; financieel en in de vorm van zelfwerkzaamheid. Als de gemeente deze zaken naar zich toe trekt dan is dat een intensieve en kostbare belasting. Ook hier geldt dat de sportbegroting een forse scheur in haar kleren zal oplopen als we het eea breder aanbieden. Dat zal ten koste gaan van andere zaken. Vraag Samenwerking. Samenwerking is het centrale thema in het nieuwe coalitieakkoord 'Utrecht maken we samen' van de gemeente Utrecht. Wat betekent dit dan voor de samenwerking op het gebied van accommodaties? Nogmaals, graag zouden we dit in de algemene overwegingen terug willen zien. Dit doet ook meer recht aan de praktijk, maar ook belangrijk om de goede publiek-private samenwerking te stimuleren. Antwoord Samenwerking is natuurlijk iets waar we veel waarde aan hechten. Samenwerking tussen de gemeente en verenigingen en samenwerking tussen verenigingen onderling. De inspanning van de zaalverdelingscommissie bij de binnensport en de veldverdeling op sportparken waar meerdere gebruikers samen gebruik van maken zijn daar bij uitstek goede voorbeelden van. We worstelen met de vraag die betrekking heeft op de inleiding. Wij willen het beeld dat er eenzijdig regels worden opgelegd nuanceren maar vragen ons af of een goede inleiding zich daarvoor leent. De voorwaarden hebben immers betrekking op meerdere producten (Sport, Welzijn, MFA's). Dat maakt het ingewikkeld. We denken er over om een aanbiedingsbrief op te maken die we aan de voorwaarden kunnen koppelen en mee kunnen sturen naar verenigingen. Wat vinden jullie van dit idee?
Vraag Inhoud gebruiksrecht. Artikel 7. Zoals eerder aangegeven is artikel 7 volledig gericht op de verplichtingen van de gebruiker en geen een sub-artikel over de verplichtingen van de verhuurder. Echter, in boek 7 van het BW over huurovereenkomsten wordt de verplichting van de verhuurder genoemd als er 'gebreken' zijn aan de 'zaak'. Graag zouden we dit ook terug willen zien als eerste sub-artikel van artikel 7. Dit doet ook recht aan de feitelijke verantwoordelijkheid die de gemeente vaak neemt in de praktijk als het gaat om onderhoud van accommodaties. Antwoord Zoals uitgelegd, lukt het gewoonweg niet om met dit type gebruiksvoorwaarden een volledig evenwichtig beeld te schetsen van rechten en verplichtingen van gemeente vs die van gebruikers. Niet in de laatste plaats omdat de gemeente met de voorwaarden niet zozeer haar eigen belangen nastreeft, maar het algemeen belang cq het belang van alle gebruikers gezamenlijk. Door middel van een algemene inleiding op de voorwaarden hebben wij geprobeerd die balans er meer in te brengen. Heel specifiek ten aanzien van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor gebreken, zoals die vast is gelegd in het Burgerlijk Wetboek: De regels uit het Burgerlijk Wetboek zijn onverkort van toepassing. Herhaling in de algemene voorwaarden is niet opportuun.
Vraag Zoveel mogelijk streven naar eenduidigheid, maar wel maatwerk toepassen waar dit mogelijk is. Dit laatste geldt vooral voor buitensport. Antwoord
Eenduidigheid was, is en blijft een belangrijke peiler voor deze algemene voorwaarden. Maar ruimte voor maatwerk blijft er ook, vooral bij buitensport. De gemeente legt de gebruiksovereenkomst met seizoengebruikers voor buitensport vast in een contractvorm, waarop handtekeningen van zowel gemeente als gebruiker vereist zijn; in dit contract kan maatwerk per gebruiker/accommodatie worden opgenomen.
Vraag Transparantie en duidelijkheid over tarieven voor gebruiksrechten sport (met name buitensport). Antwoord De gemeente zal de tarieven op haar internetsite publiceren. Vraag De gebruiksvoorwaarden moeten ruimte bieden om – in het kader van het beleid rondom vitale verenigingen – ondergrenzen voor wedstrijdcapaciteit vast te stellen. Antwoord Het huidige art. 30 lid 3 geeft het College van B&W houvast om op dit punt beleid te maken Vraag In het licht van artikel 17 over huisregels graag een model vaststellen voor huisregels. Antwoord De gemeente neemt deze tip graag over en zal samen met de VSU modellen hiervoor maken. Vraag Aandacht voor artikel 2 lid 3. Kijken of er een verbinding te maken is met wijziging van beleid oid. Antwoord Artikel 2 lid 3 is aangepast. Vraag In verband met de termijnen in de processchema's: schema's en actuele termijnen publiceren op internet. Antwoord De gemeente neemt deze tip graag over. Vraag Opnemen meervoudig gebruik gaat voor enkelvoudig gebruik. Hoe om te gaan met botsende wensen? Antwoord Bij nader inzien lijkt artikel 3 lid 3 voldoende duidelijk. Vraag VSU wil graag input leveren ten aanzien van eventuele juridische modellen, met name bij contract voor gebruiksovereenkomst buitensport. Antwoord
Een gebruiksovereenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding; door boeking die volgt op een reservering. Met uitzondering van de buitensport wordt dit meestal geregeld op basis van het nieuwe reserveringssysteem. De gemeente zal concepten voor het contractmodel voor buitensport tzt ter beoordeling aan de VSU voorleggen, dan wel deze samen met haar maken. Vraag Artikel 4 lid 1 en lid 4 combineren, zodat duidelijk is welke bevoegdheden de gebruiker heeft. Antwoord De gebruiksovereenkomst eindigt doordat alle gebruiksmomenten zijn uitgenut, dan wel laatste boeking is geannuleerd. Gebruiker hoeft de gebruiksovereenkomst (muv buitensport) niet op te zeggen. Leden 1 en 4 (oud) bij elkaar gezet en iets aangepast. Vraag Artikel 7 lid 5: is er ruimte om hiervan bij buitensport of sleutelpanden af te wijken? Antwoord Het betreffende artikel geeft ruimte om af te wijken. De gemeente bespreekt nog hoe ze hier concreet mee om wil/kan gaan. En koppelt terug bij VSU. Vraag De voorwaarden laten niet zien hoe de gemeente omgaat met normen van sportbonden. Antwoord Dit is opgenomen in de algemene inleiding. Vraag De gemeente (UVO) hanteert als eigenaar bepaalde openings- en sluitingstijden. Maar de gemeente (VTH) hanteert ook openings- en sluitingstijden vanuit bestemmingsplannen/vergunningen e.d. De VSU heeft er behoefte aan dat deze aansluiten, dan wel dat er transparantie hierover komt. Antwoord De gemeente bekijkt in hoeverre zij aan deze wens kan voldoen. Aanpassingen van de voorwaarden hierop wordt niet noodzakelijk geacht.
Naar aanleiding van inspraakavond verenigingen:
Algemeen Vraag Zorg bij verhuur van een complex voor overleg tussen gemeente en vereniging als de kantine en/of de kleedkamers geprivatiseerd zijn, om ongewenste situaties te voorkomen! Antwoord Dit is van toepassing op buitensport. De gemeente zal in dit geval maatwerk leveren. De bestaande contracten (mbt de privatisering) zullen leidraad zijn voor het gesprek tussen de gemeente en de vereniging. Vraag Wij betalen voor de accommodaties, maar wat staat er tegenover? Antwoord U betaalt voor het gebruik(srecht) een vergoeding. Deze vergoeding is een fractie van de werkelijke kosten. De gemeente zorgt ervoor dat u – conform de in de boeking gemaakte afspraken – recht heeft op gebruik van een sportaccommodatie, gedurende de overeengekomen gebruikstijd, voor de door u opgegeven activiteiten. Uitgangspunt is dat het gebruiksrecht wordt uitgeoefend op de accommodatie die in de boeking is vastgelegd; de gemeente is bij wege van uitzondering wel bevoegd om een alternatief aan te bieden. De gemeente zorgt overigens voor kwalitatief goede sportaccommodaties. Vraag Art 7. suggereert dat verenigingen diploma's en certificaten (EHBO, toezicht, etc.) nodig hebben om een sportruimte te huren. Daarmee zouden kleine verenigingen met hoge kosten en inspanningen belast worden om daar aan te voldoen. Is dat inderdaad de strekking van artikel 7? Wat is de achtergrond van dit beleid? Antwoord De gemeente vereist geen diploma’s en certificaten, als die niet wettelijk voorgeschreven zijn of anderszins vereist zijn. De gemeente heeft er wel belang bij dat sporters na ongevallen netjes eerste hulp krijgen. Voor de vereniging ligt er dus een zorg om voor EHBO en toezicht te zorgen. Het gaat hier niet om een verplichting. In zijn algemeenheid wordt bedoeld dat EHBO en toezicht niet van de gemeente verwacht kunnen worden, maar een aangelegenheid zijn voor de gebruiker. U huurt overigens geen sportruimte, maar u huurt het recht op gebruik van een sportaccommodatie. Zie hierna. Vraag Welke rechten heeft de huurder nog? Antwoord De gemeente zorgt ervoor dat u – conform de in de boeking gemaakte afspraken – recht heeft op gebruik van een sportaccommodatie, gedurende de overeengekomen gebruikstijd, voor de door u opgegeven activiteiten. Uitgangspunt is dat het gebruiksrecht wordt uitgeoefend op de accommodatie die in de boeking is vastgelegd; de gemeente is bij wege van uitzondering wel bevoegd om een alternatief aan te bieden. Zie specifiek voor buitensport hierna. Vraag Het gezamenlijk belang spreekt niet uit dit stuk. Antwoord
Het gezamenlijk belang wordt verwoord in de inleiding. Het gaat de gemeente erom dat accommodaties maximaal beschikbaar zijn, zodat alle inwoners van Utrecht een vrije sportkeuze kunnen maken zonder dat ze daarbij bijvoorbeeld geconfronteerd worden met wachtlijsten voor de sport van hun voorkeur. De voorwaarden zijn een instrument om optimaal gebruik mogelijk te maken. Daarnaast vormen de voorwaarden een goede juridische basis zodat misbruik van accommodaties voorkomen kan worden.
Gewenste flexibiliteit Vraag Hoeveel mensen extra verwacht de gemeente aan het sporten te krijgen met flexibelere inzet van accommodaties? Antwoord Op basis van demografische berekeningen zal de sportdeelname in de Stad Utrecht in de periode van nu tot 2030 blijven groeien. Wij denken bijvoorbeeld voor de veldsport de groeiende vraag en de huidige wachtlijsten te kunnen oplossen door accommodaties efficiënter in te zetten. Wij trekken deze conclusies op basis van demografische berekeningen die de onderligger zijn voor het meerjarenhuisvestingsplan dat is vastgesteld door de gemeenteraad. Door de vraag naar met name wedstrijdcapaciteit te spreiden over de zaterdag en de zondag kunnen er naar verwachting bijvoorbeeld al z'n 10 tot 20 velden worden vrijgespeeld op de zaterdag. Vraag Verenigingen hebben juist behoefte aan continuïteit! Niet de vrees om het ene jaar op woensdag en het andere jaar op donderdag te worden ingedeeld (binnensport). Antwoord De beschikbare uren in sporthallen worden jaarlijks verdeeld door de zaalverdelingscommissie. Hier zal naar verwachting geen verandering in komen. De zaalverdelingscriteria en de wijze waarop sporthallen worden aangeboden zijn onderwerpen die aan de orde zullen komen in het meerjarenhuisvestingsplan voor de binnensport. Dit wordt in het komende halve jaar opgesteld. De achterban zal bij de realisatie van dit plan intensief betrokken worden zodat dit soort opmerkingen mee genomen kunnen worden. Vraag Art. 2 lid 3: waarom de mogelijkheid tot eenzijdig veranderen? Verenigingen zijn met een maatschappelijke functie bezig! Antwoord De redenen zijn vastgelegd in het zelfde artikellid. De gemeente moet de voorwaarden kunnen aanpassen aan veranderende beleidslijnen of praktijksituaties. Bij de introductie van de voorwaarden zal worden voorzien in een evaluatiemoment na 1 jaar. Ook die evaluatie kan tot gewenste wijzigingen leiden; de gemeente heeft dan het recht nodig die door te kunnen voeren.
Huur vs. gebruik Vraag Wat is het verschil tussen huur en gebruik? Is gebruik van een accommodatie tegen een vergoeding niet gewoon huur? Laat de begrippen huurder en gebruiker duiden door de juridische afdeling van de gemeente. Antwoord De algemene gebruiksvoorwaarden zijn uniform en dekken vele situaties af. Bij welzijn kan sprake zijn van gebruik tegen een 0%-tarief. In juridische zin is dan sprake van een overeenkomst van bruikleen. De term “algemene huurvoorwaarden” zou daarmee niet altijd de lading dekken. Daarom heeft de gemeente gekozen voor de term “algemene gebruiksvoorwaarden.”
In die gevallen waarbij een gebruiksvergoeding betaald wordt is sprake van: verhuur (door de gemeente) en huur (door de vereniging) van een gebruiksrecht. De gemeente geeft er bewust voor gekozen om afstand te nemen van de verhuur en huur van een onroerende zaak. Uit een gerechtelijke procedure volgt dat op grond van de oude huurvoorwaarden die uitgingen van verhuur en huur van een onroerende zaak, de door de gemeente gewenste flexibiliteit enerzijds en de voor de gemeente ongewenste exclusiviteit bij verenigingen niet optimaal zijn geborgd. De algemene gebruiksvoorwaarden zijn opgemaakt door juristen van de gemeente Utrecht, in samenspraak met een advocatenkantoor.
Duur van de overeenkomst en beëindiging Vraag Hoe wordt omgegaan met bestaande contracten en rechten (zoals met contracten voor onbepaalde tijd)? Hierover staat niets vermeld in de inleidende overwegingen. Antwoord Als u bedoelt: bestaande contracten en rechten die enkel voortvloeien uit de verhouding met de gemeente op basis van de oude huurvoorwaarden. Dan wordt die verhouding – als dit niet kan plaatsvinden op basis van wederzijds goedvinden - uiteindelijk formeel opgezegd. Niet met als doel uw gebruik te beëindigen, maar enkel met als doel de nieuwe algemene gebruiksvoorwaarden te kunnen introduceren. Hierover zal de gemeente verenigingen netjes informeren. Als er sprake is van privatisering van sportvelden en/of kleedkamers zal maatwerk worden geleverd. Vraag Waarom wil de gemeente zo’n jaarlijkse opzegmogelijkheid? In de huidige voorwaarden, ook door de gemeente opgesteld, is er sprake van een ‘vaste huurder’, juist om niet seizoensgebonden te zijn. De praktijk is dat verenigingen jaarlijks hetzelfde complex verwachten Antwoord U doelt op seizoensgebruik bij buitensport. Ook in de huidige voorwaarden uit 2001 is sprake van een jaarlijkse opzeggingsmogelijkheid. Er verandert in die zin niets. De gebruiksovereenkomst met seizoensgebruikers bij buitensport is een overeenkomst voor onbepaalde tijd. De onderliggende boekingen voor wedstrijdcapaciteit en trainingscapaciteit kunnen jaarlijks worden gewijzigd. Beide partijen kunnen de overeenkomst met inachtneming van een termijn van 1 jaar opzeggen. Op die manier ontstaat voor beide partijen de ruimte om te anticiperen op de gevolgen van de opzegging. Het is niet wenselijk om bij een overeenkomst voor onbepaalde tijd geen opzeggingsmogelijkheid te hebben. De gemeente heeft specifieke opzeggingsmogelijkheden opgenomen om in te kunnen grijpen als de gevraagde capaciteit voor wedstrijden niet meer overeenstemt met de potentiële capaciteit van de beoogde velden op het sportpark. Dit hangt samen met het gemeentelijk beleid om het maatschappelijk rendement en gebruik van sportaccommodaties te vergroten. Vraag Ik wil de mogelijkheid om langere contracten af te sluiten, om te voorkomen dat de gemeente het in z’n dolle kop haalt om op te zeggen! Antwoord De gemeente zal een overeenkomst niet zomaar opzeggen. De gemeente is gehouden aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Daarnaast heeft de gemeente er – bij normale verhoudingen – geen enkel belang bij om op te zeggen. Integendeel. Een belang tot opzeggen kan zich voordoen als de vereniging zich (structureel) niet aan de afspraken houdt, haar rekeningen niet betaalt, of uit het oogpunt van capaciteitsproblemen. Vraag
Als de gemeente de huur jaarlijks kan opzeggen. Dan kan er geen hypotheek meer aangevraagd worden. Antwoord Er is geen relatie tot het gebruiksrecht voor de sportaccommodatie en een hypothecaire lening voor de realisatie of verbouwing van een sportkantine. De bank zal in ruil voor de lening enkel voldoende zekerheid verlangen. Normaliter bestaat die zekerheid uit een hypotheekrecht op de kantine en voorts garanties van de gemeente en de Stichting Waarborgfonds Sport.
Openingstijden Vraag Grasvelden mogen enkel in het weekend gebruikt worden, niet doordeweeks. Wat doen we dan met beker-/inhaalwedstrijden, etc.? Antwoord Voor inhaalwedstrijden en beker wedstrijden kunnen de natuurgras wedstrijdvelden ook worden ingezet. Er kan hiervoor een aanvraag worden ingediend bij het vastgoedloket. Die zullen de aanvraag verwerken zoals dat ook in de oude situatie gebeurde. Vraag Er zijn beperkingen op de tijden waarop velden gebruikt mogen worden, terwijl deze in de praktijk langer gebruik worden. Hier moet naar gekeken worden! Antwoord Dit is overwegend een discussie over het gebruik van kunstgras. De beperkingen in tijd zijn in het leven geroepen om het belang van doelgroepen te borgen. Velden worden overdag in gebruik gegeven voor bewegingsonderwijs. Ook is er ruimte nodig om onderhoudswerkzaamheden in te plannen. In overleg met de gemeente kan van de vastgestelde tijden worden afgezien. De gemeente zal hier op in spelen als ze de mogelijkheid heeft. De gemeente wil de accommodaties immers optimaal benutten. Dat was in de oude situatie ook het geval. Dat zal in de toekomst ook zo zijn. Vraag Art. 7 lid 5: is deze waslijst nog wel van deze tijd? Kunnen we dit niet opschonen? Gebruik op feestdagen. Antwoord In de voorwaarden is opgenomen dat hier in overleg met de gemeente van kan worden afgeweken. In de praktijk gebeurt dat ook. De buitensportverenigingen hebben de laatste jaren op dit gebied dan ook geen beperkingen gekend. Wij hebben de voorwaarden hierop aangepast. Zie artikel 27 lid 5. Bij binnensportaccommodaties en welzijnspanden wordt hier iets anders mee omgegaan. De gemeente stelt in de praktijk op deze dagen een beperkt aantal accommodaties beschikbaar. Vanwege de beperkte vraag werkt de gemeente op dit soort dagen dus meer vraaggericht ipv aanbodgericht. Activiteiten zoals het paasworsteltoernooi, kerstbijeenkomsten in welzijnspanden en nieuwjaarsbijeenkomsten in MFA's konden dus gewoon doorgang vinden in de afgelopen jaren. Op deze manier worden er geen kosten verspilt aan de inzet van onnodig personeel, schoonmaak etc. Vraag Reactie zwemvereniging: wat voor andere verenigingen een beperking is (feestdagen gesloten) zou voor ons een enorme verruiming zijn, aangezien het zwembad hele vakanties gesloten is. Hoe gaat de gemeente om met deze verschillen? Antwoord Het besluit om baden te sluiten in de zomer komt overeen met de sluiting van accommodaties op feestdagen. Vanwege de beperkte vraag aanbod stelt de gemeente minder accommodaties beschikbaar en doet ze aan toeleiding naar andere baden om aan te sturen op een goede bezetting en lage kosten.
De sluiting van de zwembaden in de zomer levert een besparing op. De vraag in de zomer is zeer gering. Veel verenigingsactiviteiten liggen stil. Dit is ook het geval voor wat betreft het instructiezwemmen en de aquasport activiteiten. Daarnaast neemt het aantal deelnemers aan banenzwemmen ook flink af. In de zomer worden er twee zwembaden gesloten. Het betreft de Kwakel en Fletiomare. Den Hommel blijft open en de Krommerijn wordt in de zomer aan het aanbod toegevoegd. Hier is voor gekozen omdat de gemeente met deze beide baden het beste in kan spelen op de wensen van de voornaamste doelgroep in die tijd van het jaar (recreatief zwemmen). Vraag Ik ben vaak vroeger aanwezig dan de tijd die vermeld staat in de gebruikersovereenkomst. Ik zit dan vaak al in de accommodatie. Bij de sancties staat dat ik dan meteen €500 boete krijg of extra huur moet gaan betalen. Of zien jullie dit wel door de vingers? Er is niemand aanwezig in de zaal, dus ik verstoor niks. Antwoord De gemeente kan op basis van de algemene gebruiksvoorwaarden een boete opleggen. De gemeente kan voorts de hoogte van de boete aanpassen op de ernst van de overtreding en hoe vaak deze eerder heeft plaatsgevonden. De boete waaraan u refereert is gekoppeld aan gebruik van het gebruiksrecht buiten de in de boeking vastgelegde gebruikstijd. Als het gaat om gebruik van kleedkamers: dit is toegestaan plusminus 15 minuten voor aanvang van het gebruiksmoment en tot 30 minuten erna (art. 18 lid 3). De gemeente gaat hier soepel mee om. De gemeente zal het middel van sancties normaliter alleen inzetten bij evident (opzettelijk) misbruik. Er zal ook niet actief worden gehandhaafd.
Medegebruik Vraag Hoe zit het met de schoonmaak wanneer er meerdere gebruikers (bijv. beachvolleybal) van het complex zijn? Antwoord Elke gebruiker dient na afloop van het gebruik de kleedkamer weer netjes achter te laten. Zie art. 18. Vraag Wat is de rol van het onderwijs? De aanvang van onze sportactiviteiten is al twee maal uitgesteld vanwege uitbreiding van de activiteiten van onderwijs. Antwoord De gemeente heeft de wettelijke taak om het bewegingsonderwijs te faciliteren. De combinatie met onderwijs levert de sport veel op. De breedtesport lift vaak mee op mogelijkheden die voor het onderwijs zijn gecreëerd. Binnenaccommodaties en buitenaccommodaties kennen twee belangrijke doelgroepen. Dit betreft het bewegingsonderwijs en het gebruik van accommodaties door sportverenigingen. Doordeweeks overdag wordt het bewegingsonderwijs als de voornaamste doelgroep beschouwd. Na schooltijd en in het weekend zijn de sportverenigingen de hoofdgebruikers van sportaccommodaties. Veel binnensportaccommodaties zijn gerealiseerd met geld dat is bestemd voor onderwijshuisvesting. Door te kiezen voor meervoudig gebruik worden de algemene middelen (investeringen in spotaccommodaties) optimaal aangewend. In veel gevallen profiteren verenigingen dus van deze situatie en kunnen ze medegebruik maken van een sporthal of gymzaal die gefinancierd is vanuit het onderwijs. Vraag Wie is er aansprakelijk voor schade door derden wanneer het complex altijd open is? Is de gebruiker ook verantwoordelijk voor schade door buurtbewoners? Bv op velden waar recreatief medegebruik is.
Antwoord Deze vraag heeft betrekking op buitensportaccommodaties. En in het bijzonder op de uren buiten de gebruikstijden van de vereniging. Voor schade aan de gemeentelijke opstallen is de gemeente verantwoordelijk. Voor schade aan verenigingseigendommen zijn verenigingen zelf verantwoordelijk. Wij hebben de schaderegeling van artikel 14 aangescherpt. En in artikel 28 lid 6 een afwijking voor buitensport opgenomen. Vraag Gebruik door onderwijs (kleedkamers en toiletten) kost geld. Antwoord Scholen hebben net als andere gebruikers de verplichting om faciliteiten netjes achter te laten. Scholen zullen op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken als de situatie daar om vraagt. Dit is niet anders dan in de oude voorwaarden. Over het algemeen stellen de nieuwe voorwaarden de gemeente beter in staat om dit soort situaties te handhaven. Vraag Onderwijsinstellingen zijn in de voorwaarden niet als een gebruiker genoemd, terwijl deze wel gebruik maken. Antwoord De gemeente heeft geen allesomvattende definitie gegeven van “gebruiker”. De gemeente heeft in relatie tot onderwijsinstellingen te maken met de zorgplicht voor onderwijs (zie ook eerder). Ten aanzien van primair onderwijs bestaat er een recht op klokuren “gymnastiek” (binnensport). De gemeente zal nog bezien in hoeverre in deze verhouding de algemene gebruiksvoorwaarden in meer of mindere mate worden toegepast. Waar onderwijsinstellingen een gebruiksrecht huren, buiten de gemeentelijke zorgplicht om, zal de gemeente gewoon net als bij andere gebruikers de algemene gebruiksvoorwaarden van toepassing verklaren.
Opleveren Vraag Art. 18 lid 5C: wat is bezem en nat? Bovendien lastig als volgende gebruiker er al in zit. Antwoord De omschrijving is iets aangepast. Het principe is duidelijk: de vorige gebruiker laat de kleedkamer weer netjes achter voor de volgende gebruiker. Dit betekent dat vuil dat door sporters is veroorzaakt, moet worden schoongemaakt. Vraag Reactie zwemvereniging: wij hebben elke week te maken met ander personeel en dus met andere normen voor ‘bezemschoon’. Bovendien verandert jaarlijks de norm m.b.t. wat er van de vereniging wordt verwacht! Antwoord Zie vorige antwoord. Vraag Art. 18 lid 6: wat is gebruiksgereed? Normen van bonden hierbij vermelden? Opmerking: elders staat dat de gemeente geen rekening hoeft te houden met veranderende eisen van de bonden. Antwoord Gebruiksgereed betekent geschikt voor de uitoefening van de beoogde sportactiviteiten, met inachtneming van wat daarover verder in de voorwaarden is bepaald. De gemeente zal de
accommodaties naar alle redelijkheid zoveel mogelijk in overeenstemming met normen van sportbonden proberen te houden.
Binnensport Vraag Kan er bij zaalsporten een recht op uren worden opgebouwd? Antwoord Neen. Dit sluit niet aan bij een belangrijk uitgangspunt van de voorwaarden: flexibiliteit i.p.v. exclusiviteit. Er kunnen geen rechten worden opgebouwd.
Buitensport Vraag Art. 25: gelden de eisen m.b.t. de eigen verenigingsruimte met terugwerkende kracht? Antwoord Art. 25 gaat over kleedruimten e.d. Dit zijn geen “eigen verenigingsruimten”. Tenzij er sprake is van een privatisering zijn en blijven kleedruimten e.d. eigendom van de gemeente. De genoemde eisen gelden niet met terugwerkende kracht. Vraag Welke eisen worden er gesteld aan verenigingsruimten? Bv installatie moet worden aangelegd door erkende installateur. Antwoord Zie vorige antwoord. Vraag Wij willen trainingen en wedstrijden tegelijk doorgeven. Antwoord Wij zullen kijken of dat mogelijk is. Vooralsnog zien wij geen bezwaren. Vraag Art. 28 lid 2: wat is het idee hierbij? Denk aan een recreantenvereniging die enkel traint of een vereniging die op verschillende locaties traint en wedstrijden speelt. Antwoord Seizoensgebruik, als hier bedoeld, is voorbehouden aan buitensportverenigingen. Doorgaans gaat het hier om gebruik voor zowel wedstrijd als trainingscapaciteit en op één locatie. Maatwerk is in dit geval mogelijk. Vraag Kan de gemeente een veld afpakken van een vereniging? Antwoord Een vereniging heeft geen exclusief recht op een bepaald veld. De regels omtrent de inroostering van velden zijn vastgelegd in artikel 31. Bij sportparken met één seizoensgebruiker zal de praktijk zijn dat de gemeente de beoogde sportvelden ter beschikking stelt op de overeengekomen tijden. Enkel op de tijdslots dat het veld niet gebruik wordt, is gebruik door een ander mogelijk. Bij sportparken met meer dan één seizoensgebruiker wordt de inroostering van velden jaarlijks voorafgaand aan het seizoen door verenigingen zelf overeengekomen en vastgelegd. De gemeente laat dit idealiter aan verenigingen. Slechts als deze er – ook na tussenkomst van de VSU – er niet uitkomen kan de
gemeente een dwingende beslissing nemen over toewijzing van velden. Het is de gemeente er overigens geenszins om te doen “een veld van de vereniging af te pakken”. -
Zwemmen Vraag Zwemverenigingen zijn (nog) niet allemaal in staat om te voldoen aan de eisen m.b.t. veiligheid zoals vermeld in de nieuwe gebruiksvoorwaarden. Daarnaast vrezen zij een online reserveringssysteem Antwoord De hier verwoorde eisen gelden sinds jaar en dag en liggen ook vast in protocollen die met de verenigingen zijn overeengekomen. Vrees voor het online reserveringssysteem is niet nodig. Vraag In de gebruikersvoorwaarden staan dingen die we voortaan expliciet met de verhuurder (in ons geval het zwembad) moeten gaan afspreken, maar er staan ook dingen in die een zeer grote of onhandigheden gevende impact hebben. Ik wilde die vanavond als daar gelegenheid voor was toelichten en met andere verenigingen zonder eigen gebouw de gevolgen (nog meer vrijwilligerstijd moeten investeren, nog meer vermijdbare kosten moeten maken) onder ogen zien en vooral om (soms een heel simpele) oplossing voor te stellen. Antwoord Wij gaan hierover graag het gesprek aan met de zwemverenigingen. Op locatie zullen wij periodiek gebruikersoverleggen organiseren.
Clubgebouwen Vraag Ik heb nergens iets gelezen over een eigen kantine op grond van de gemeente, hoe zit dit? Antwoord De eigendom en zakelijke rechten over opstallen als kantine, dugouts, lichtmasten e.d. zijn nadrukkelijk buiten het bestek van de voorwaarden gehouden. De gemeente gaat hiervoor separaat beleid maken. Wel zal op korte termijn eigendom/beheer van dugouts, lichtmasten e.d. worden bezien ingeval van sportparken met meerdere seizoensgebruikers. Vraag Wat gebeurt er met de eigen kantine bij een te lage bezetting van het sportpark? Antwoord Deze discussie staat los van deze voorwaarden. Een te lage bezetting kan voor de gemeente aanleiding zijn om met verenigingen en de VSU te onderzoeken wat anders en beter kan.