Tweede leerjaar
2
www.lessenpakket.be
De 4 seizoenen Doelen
Werkwijze
• de uiterlijke kenmerken van de seizoenen kennen en verwoorden; • aangeven hoe de mens zich aanpast aan de weersomstandigheden; • zich bewust zijn van de veranderingen in de natuur.
• Organiseer een gesprek rond de vier seizoenen waarbij hun verschillende kenmerken naar voor komen. • Afbeeldingen van voorwerpen, feestdagen, groenten, fruit… (welke typisch zijn voor elk seizoen) bij het juiste jaargetijde leggen en het waarom toelichten. • Een werkblaadje invullen waarbij begrippen in de passende kolom (jaargetijde) horen.
Opdracht werkblaadje Wat hoort bij elk seizoen? Schrijf de woorden in de juiste kolom. aardbei, kale boom, witloof, krokus, gras sproeien, pompoen, Sinterklaas, Pasen, tulpen, ijsje, vallende blaadjes, kersen, noten, slaatjes, stoemp met worst. winter
lente
zomer
herfst
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
........................
Bomen zien er elk seizoen anders uit. Vervolledig de appelbomen zodat ze bij het juiste seizoen thuis horen. Houd ook rekening met de kleuren die je gebruikt. winter
www.lessenpakket.be
lente
zomer
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 45
herfst
2
Een gezond en lekker soepje voor elk seizoen!
Doelen
Werkwijze
• een eenvoudige soep bereiden met de voorziene ingrediënten en aan de hand van een stappenplan; • hygiënisch omgaan met voeding o.m. tijdens de bereiding; • rekening houden met de veiligheid voor zichzelf en voor anderen bij het koken van de soep.
De leerkracht geeft duidelijke instructie. Het stappenplan gebeurt klassikaal. Het kan eventueel in groep, bijvoorbeeld wanneer elke groep een andere bereiding uitvoert. Bij het koken van de soep, zorg je ervoor dat de ketel veilig op afstand van de kinderen staat.
Vooraf Met groenten en fruit van bij ons kunnen we lekkere gerechten maken. Elk seizoen heeft zijn eigen aanbod en mogelijkheden. Je kunt je fantasie de vrije loop laten o.m. door combinaties van soorten fruit en groenten. Probeer met de kinderen allerlei eenvoudige recepten uit.
www.lessenpakket.be
Tip Je kunt nog andere groenten toevoegen aan het recept.
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 46
2
Een gezond en lekker soepje voor elk seizoen! LENTE: Groentebouillon (niet gemixt) Ingrediënten: • 2,5 dl water (25 cl) per persoon • 1 bouillonblokje • een stuk prei, een wortel, een ui en enkele stukjes rode paprika • een halve lepel vermicelli • 20 gram gehakt • zout en peper
Tip Indien je een soep maakt in een ander seizoen, vind je hierbij enkele voorbeelden. Het stappenplan wordt dan aangepast aan de ingrediënten.
Materialen: • maatbeker • schilmes • snijplank • kookpan • 2 kommetjes • houten lepel • soepkom • opscheplepel • eetlepel Werkwijze: 1. Was je handen. 2. Maak de groenten schoon 3. Snijd ze in blokjes of reepjes. 4. Giet het water in de pan. 5. Doe het bouillonblokje erbij, samen met de groenten. 6. Breng alles aan de kook. Zet daarna het vuur zo laag dat het net blijft koken. 7. Doe wat zout en peper bij het gehakt en kneed er met natte handen kleine balletjes van. 8. Voeg na zes minuten koken de gehaktballetjes en de vermicelli toe aan de groenten. 9. Laat dit samen nog 2 minuten koken. 10. Schep de soep in de soepkom. EET SMAKELIJK! 11. Was de vaat. 12. Laat je werkplek schoon en opgeruimd achter.
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 47
2
Een gezond en lekker soepje voor elk seizoen!
ZOMER: Komkommersoep 20 minuten - 4 personen Ingrediënten: • twee komkommers • groentebouillon naar smaak • ¼ theelepel dragon • ½ theelepel vers of gedroogd dillegroen • een eetlepel gehakt bieslook • peper Werkwijze: 1. Snijd de gewassen komkommer in stukjes. (hou ¼ apart). 2. Kook de komkommer gedurende ongeveer vijf minuten en mix fijn. 3. Voeg heet water, bouillon, dragon, dille en peper toe. 4. Hak de overgebleven komkommer in kleine stukjes. 5. Voeg de koude komkommer bij de soep. 6. Bestrooi elk bord soep met bieslook. Variante: voor een meer feestelijke soep kun je een eidooier losroeren in 1 dl room en aan de soep toevoegen. HERFST: Romige pompoensoep 30 minuten - 4 personen Ingrediënten: • 500 gram pompoen • 2 uien • een teentje look • ½ l melk • groentebouillon naar smaak • 1 theelepel kerriepoeder • een snuifje paprikapoeder www.lessenpakket.be
Werkwijze: 1. Snijd de ui. 2. Ontpit de pompoen en snijd hem in stukken. (de schil mag eraan blijven) 3. Kook de pompoen en de ui gaar in weinig water. 4. Mix de soep. 5. Voeg geperste look, kerrie, groentebouillon, melk en water toe. 6. Laat de soep nog eens goed doorwarmen. 7. Voor de afwerking kun je elk bord soep met wat paprikapoeder bestrooien... het oog wil ook wat! Variante: snijd 1/4 rode, gele en groene paprika in blokjes, roerbak ze en voeg ze bij de soep. WINTER: Rodebietensoep 40 minuten – 4 personen Ingrediënten: • 200 gram biologische rode biet • 150 gram biologische wortel • 1 prei • 100 gram biologische knolselder • 1 tak bioselder • 1 ui • een snuifje tijm • 1 laurierblad • boter • groentebouillon naar smaak • 5 eetlepels zure room Werkwijze: 1. Maar de groenten schoon en snijd ze in zeer kleine stukjes. 2. Verwarm de olie en fruit de ui samen met de tijm. 3. Voeg de overige groenten en het laurierblad in een liter water en kook de soep gaar. 4. Voeg de bouillon (en meer heet water) bij de soep en laat ze opnieuw goed doorwarmen. 5. Verdeel de soep over de borden en voeg bij elk bord een flinke eetlepel zure room. Variante: Voor een pittig accent: schil een stuk mierikswortel en rasp fijn. Roer een opgehoopte eetlepel geraspte mierikswortel door de zure room.
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 48
2
Onze smaak: zout, zoet, zuur, bitter Doelen • via een informatieve tekst kennis maken met de vijf zintuigen, inzonderheid de smaakzin; • open en gesloten vragen i.v.m. de tekst kunnen beantwoorden. Informatieve tekst Proeven en smaken Mensen hebben vijf zintuigen: het gehoor, het gezicht, het gevoel, de reuk en... de smaak. Al deze zintuigen hebben we nodig om te weten wat zich in en rondom ons afspeelt. We hebben het over één van die vijf zintuigen: de smaak De tong is het smaakorgaan. Ze zit in de mondholte. De bovenkant van de mondholte heet het gehemelte of verhemelte. De tong is heel belangrijk. Je kunt er namelijk mee: • likken: bijvoorbeeld aan een ijsje; • slikken: want alles wat je slikt, brengt je tong naar je keel; • praten: sommige letters kun je alleen maar uitspreken als je je tong gebruikt. Bijvoorbeeld de letter l, t, d, k maar ook de c, g, j, n, r, s... • voelen: je voelt of de spijzen warm of koud zijn, en of iets hard of zacht is; • proeven: doe je natuurlijk ook met je tong. De vier belangrijke smaken zijn zoet, zout, zuur en bitter. De smaakcellen op je hele tong herkennen deze vier smaken. Eigenlijk proef je niet alleen met je tong, maar ook met... je neus! Voor mensen is de geur van het eten soms net zo belangrijk als de smaak zelf. Doordat het eten lekker ruikt, smaakt het nog lekkerder. Maar ook omgekeerd: een gerecht dat niet lekker ruikt, lust je meestal niet. Als je de spijzen niet kunt ruiken, proef je ook veel minder. Dat merk je als je verkouden bent, of als je, je neus dichtknijpt.
Vragen 1. Welke twee zintuigen zijn voor de mens volgens jou het belangrijkst? ............................................... ............................................... 2. Voor welke twee zaken gebruik je, je tong het meest? ............................................... ............................................... 3 Noteer drie letters waarbij je je tong nodig hebt om ze uit te spreken. ............................................... ............................................... 4. Schrijf bij elke smaak één voorbeeld van een groente, fruit of drank. - zoet:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - zuur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - bitter: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - zout: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5. Je proeft niet alleen met je tong. Waarmee proef je eigenlijk nog? Verklaar even. ............................................... ...............................................
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 49
2
Smaken verschillen Doelen
Werkwijze
• verschillen in smaak proeven en benoemen: zoet, zout, zuur, bitter; • herkennen van verschillende producten en deze relateren aan de passende smaak.
De kinderen worden verdeeld in vier (...) groepen. Op elke tafel staan 5 kommen met verschillende producten. Ze hebben, op één na, dezelfde smaak: één kom hoort dus niet thuis in de rij. De kinderen gaan samen op zoek naar dat product. Er wordt gewerkt met een doorschuifsysteem zodat elke groep in contact komt met elk product. Zout: zout, zoute chips, salami, droge worstjes, stukje ham, chocolade Zuur: citroen, azijn, zilveruitje, mosterd, koekje Bitter: witloof, koffie, andijvie, pure chocola, spruitjes, citroen Zoet: gesuikerde yoghurt, peperkoek, confituur, nootjes
Welke eetwaar hoort niet thuis in het rijtje. Plaats een kruisje in het passende hok hieronder.. Als je weet wat je proeft, mag je de naam van de eetwaar ook invullen.
Zout
Zoet
Zuur
Bitter
Bakje 1
Bakje 2
Bakje 3
Bakje 4
Bakje 5
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 50
2
Rekenproblemen over de inhoudsmaten en de euro. Doelen
2.
• als de eenheidsprijs gegeven is, de totale prijs kunnen berekenen; • verschillende gegevens in gewicht en prijs met elkaar combineren; • de oplossingswijze verwoorden en vergelijken, op de juistheid en efficiëntie. Motivering We gaan gezonde voeding aankopen: groenten en fruit van de fruitboer! Maar dat kost geld... reken maar... je kunt het beslist! Daarna mag je aan elkaar vertellen hoe je te werk ging. Opdrachten 1. Er wordt op de school een fruitdag georganiseerd. Puk en Tup krijgen de opdracht om fruit te bestellen bij de boer. Ze kopen 25 kilogram appels en 7 kilogram kersen. Vraag: Hoeveel kilogram fruit hebben ze in totaal gekocht?
De jeugdbeweging gaat fruitsla maken om te verkopen en Puk en Tup hebben weer de opdracht gekregen om het fruit te halen bij de groenteboer. Ze kopen 15 kilogram peren, 12 kilogram appels, 2 kilogram pruimen en 4 kilogram kersen. Vraag: Hoeveel kilo fruit hebben ze in totaal gekocht. Oplossing: ................................................... Antwoordzin: ................................................... ...................................................
Oplossing: ................................................... Antwoordzin: ................................................... ...................................................
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 51
2
Rekenproblemen over de inhoudsmaten en de euro. 3.
4.
Het is herfst. Er is een straatfeest bij Puk in de straat. Mama gaat lekkere fruitsla maken van herfstfruit. Puk gaat het fruit kopen bij de fruitboer. Hij koopt 3 kilogram appelen, 4 kilogram peren, 2 kg druiven,.
De papa van Puk gaat lekkere groentesoep maken voor de kinderen van de klas. Daarvoor heeft hij heel wat lekkere groenten nodig. Hij koopt die op de markt: 2 kilo prei, 2 kilo prei, 2 kilo selder, 2 kilo ajuinen, 1 kilo aardappelen, 2 kilo paprika’s, 1 kilo wortelen.
Vraag: Hoeveel moet hij betalen?
Vraag: Hoeveel moet vader betalen?
Oplossing:
Oplossing:
...................................................
...................................................
Antwoordzin:
Antwoordzin:
...................................................
...................................................
...................................................
...................................................
Vraag: Puk betaalt met een briefje van 50 euro. Hoeveel euro krijgt hij terug?
Vraag: Papa betaalt met 50 euro? Hoeveel krijgt hij terug?
Oplossing:
Oplossing:
...................................................
...................................................
Antwoordzin:
Antwoordzin:
...................................................
...................................................
...................................................
...................................................
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 52
2
Dierlijke en plantaardige producten Wij zoeken de juiste koppels.
Doelen • onderscheid beheersen tussen plantaardige en dierlijke producten; • afbeeldingen van producten bij de juiste categorie brengen. Opgave Een appel of een ei? Ze komen ergens vandaan! Maar waar komen ze vandaan? Voorbeeld: het ei komt van de kip (= dierlijk product). Frietjes maken we van aardappelen (= plantaardig product).
Knip de kaartjes uit en leg ze bij de passende kolom ‘plantaardige producten’ of ‘dierlijke producten’ plantaardige producten’
www.lessenpakket.be
dierlijke producten
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 53
2
Kruiswoordraadsel Doelen
Opdracht
• visuele discriminatie: in een lettertabel gevraagde woorden vinden; • woorden catalogeren bij dierlijke of bij plantaardige producten.
In dit rooster zitten woorden verstop. Het zijn steeds dierlijke of plantaardige producten:
Zoek de woorden en schrijf ze in de juiste kolom.
DIERLIJKE PRODUCTEN
A
M
O
S
S
E
L
G
I
...............................................
E
K
T
O
Y
S
D
S
S
..............................................
V
A
P
P
E
L
F
Z
E
..............................................
S
A
E
J
I
A
H
Y
T
..............................................
T
S
E
G
D
G
E
O
W
..............................................
V
D
R
V
S
U
Z
H
I
..............................................
E
G
H
F
F
R
L
E
T
..............................................
W
O
R
S
T
M
S
S
L
..............................................
F
G
E
P
Z
B
X
P
O
D
Y
T
E
E
Z
C
V
O
I
J
O
K
K
Q
O
N
F
U
B
B
R
O
O
D
J
P
P
O
P
C
O
R
N
Z
K
I
B
K
E
T
C
H
U
P
PLANTAARDIGE PRODUCTEN .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. .............................................. ..............................................
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 54
2
Op stap met het boodschappenlijstje!
Doelen
Winter: Cake met appel
• een boodschappenlijstje aanmaken om een gegeven recept klaar te maken; • kennismaken met enkele buurtwinkels en de juiste keuze maken om alle producten aan te schaffen. In het warenhuis de juiste afdeling bepalen. • De bereiding van de gerechten in groep uitvoeren, al dan niet met begeleiding.
40 minuten - 45 minuten baktijd - 4 personen Ingrediënten: • 200 g tarwebloem • 80 g rietsuiker • 150 g boter • 2 theelepels bakpoeder • 4 eieren • 2 appels • 1 citroen (+ schil) • ½ theelepel vanillepoeder
Werkwijze De kinderen krijgen per groep een recept. Ze maken aan de hand van dit recept een boodschappenlijstje. Dan gaan ze op stap om de recepten te kopen. De recepten kunnen dan in de klas klaargemaakt worden. Tip: presenteer één recept per seizoen. Enkele mogelijkheden die je kunt gebruiken als recept. Zomer: Limonade 5 minuten Ingrediënten: • spuitwater • appelsap of sinaasappelsap • appeldiksap, vlierbessensiroop of vlierbloesemlimonadesiroop Werkwijze: • Meng 1 deel spuitwater met 2 delen vruchtensap. • Of: voeg bij 1 deel water naar smaak diksap of siroop toe. www.lessenpakket.be
Werkwijze: • Laat de boter zacht worden op kamertemperatuur. • Roer de suiker, de boter en de eierdooiers heel goed door elkaar. • Meng meel, vanille en bakpoeder in een aparte kom en voeg het geleidelijk bij de rest van het beslag. • Roer tot je een glad beslag krijgt. • Schil de appels en snijd ze in kleine blokjes. • Roer de appelblokjes, het citroensap en de geraspte schil bij het beslag. • Klop het eiwit schuimig en spatel het voorzichtig door het deeg. • De cakevorm nu inoliën en strooi er vervolgens een heel dun laagje meel in. • Schep het deeg in de vorm. • Verwarm de oven voor op 180°C en laat de cake ongeveer 45 minuten bakken. • Om na te gaan of de cake klaar is, kun je er met een breinaald in prikken. Als deze er schoon uitkomt, is de cake voldoende gebakken. • Haal de cake uit de oven en laat hem 10 minuten afkoelen. • Haal hem uit de vorm en laat hem verder afkoelen op een taartrooster.
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 55
2
Op stap met het boodschappenlijstje! .................. .................. .................. .................. .................. .................. .................. .................. ..................
Boodschappenlijstje ..................
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
..................
............ .
.................. ..................
.................. ..................
.................. ..................
.................. ..................
LENTE: Fruitspiesjes
HERFST: Groen soepje met broccoli
20 minuten - 8 spiesjes Ingrediënten: • vers fruit van het seizoen • satéstokjes
20 minuten - 4 personen Ingrediënten: • 450 g broccolistelen • preigroen van 3 preien • 300 g courgette • 1 kleine ui • een snuifje tijm • 1 dl melk • groentebouillon naar smaak
Werkwijze: • Snijd het fruit in hapklare stukjes en rijg het aan de houten stokjes. • Maak de fruitspiesjes net voor het serveren of leg ze in een lage schaal met vruchtensap zodat ze hun kleur behouden.
www.lessenpakket.be
Werkwijze: • Maak de groenten schoon. • Verwijder de schil van de courgette en schil ook de broccolistelen als ze hard zijn. • Snijd alle groenten in grove stukken en kook ze gaar samen met de tijm. • Pureer de soep, voeg bouillon, water en melk toe en laat ze nog even goed doorwarmen. • Breng verder op smaak.
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 56
2
We maken reclame voor een hoeveproduct! Doelen
Opdracht
• aan de hand van illustratiemateriaal zelf een reclamefolder creëren; • deze in groep op een gevarieerde, creatieve, ludieke... manier weergeven; • eventueel: in groep een reclametekst aanmaken en deze voor de klasgroep brengen.
Kies een product uit de folders en ontwerp een reclame opdat het product zou gekocht worden. Denk eraan: aantrekkelijk weergeven (bv. via een collage), prijs erbij (misschien met korting), enkele kernwoorden, waar verkrijgbaar...
Organisatie Verdeel de kinderen in enkele groepen. Stel ze per groep diverse reclamefolders ter beschikking. Voorzie centraal het nodige knutselmateriaal: papier, schrijf- en tekenmateriaal, schaar en lijm, verfsoorten...
Tip Je kunt ook reclame laten maken op de televisie (= een poppenkast, een ontmantelde televisie...). In groep wordt de tekst opgesteld en via een solo- of rollenspel gebracht. www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - tweede leerjaar - pagina 57
2