TWEEDE LEERJAAR
2
www.lessenpakket.be
De pluimveehouderij Doelen •
•
via een informatieve tekst vaststellen dat kippen worden onderverdeeld in legkippen en vleeskippen; zich inleven in een rol en de tekst passend kunnen lezen
Puk en Tup stappen naar de winkel. Ze gaan eieren kopen voor mama. ‘Kijk Tup, een boerderij met kippen. Je ziet dat aan het bord.’ ‘Het is een pluim-veel-hou-erbij,’ zegt Tup. ‘Nee Tup, een pluimveehouderij! Maar ik weet ook niet wat het betekent!’ ‘In ieder geval zijn er kippen, dus ook eieren!‘ ‘Misschien wil de boer wel eieren verkopen, dan moeten we niet naar de winkel!’ ‘Daar komt de boer, we vragen het meteen!’ ‘Dag meneer, verkoop jij eieren?’ ‘Ha, jongens! Nee, eieren verkoop ik niet! Ik kweek vleeskippen, die zijn er om op te eten. Willen jullie ze eens zien?’ Puk en Tup stappen mee naar de stal. ‘Oh, zoveel kippen heb ik nog nooit bij elkaar gezien!’ roept Tup. ‘Wel honderd!’ roept Tup. ‘Wel duizend!’ roept Puk. ‘Nog veel meer!’ zegt de boer. ‘Wie eet al die kippen op?’ vraagt Puk. ‘Als ze groot genoeg zijn komt de vrachtwagen en dan worden ze naar de slachterij gebracht. Van daar gaan ze netjes verpakt naar alle winkels die kippenvlees verkopen. www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 1
De pluimveehouderij Iedereen kan ze daar gaan kopen,’ legt de boer uit. ‘Ik lust wel een kippenbilletje,’ zegt Tup. ‘Geef mij maar een mooi wit stukje kippenvlees, gebakken in de pan!’ zegt Puk. ‘Maar de eieren moeten jullie in de winkel gaan kopen,’ legt de kippenboer uit. ‘Eieren komen van de legkippen en die heb ik niet!’ Tip voor de leerkracht: • de kinderen lezen de tekst individueel en stil; • leergesprek, inzonderheid in verband met doel 1; • laat de tekst lezen door 3 kinderen waarbij elk een rol vertolkt. De rol van pluimveehouder moet merkbaar zijn aan bijvoorbeeld het stem timbre en de gesticulatie. De eerste regel van de tekst is niet van toepassing of leest de leerkracht.
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 2
Legkip of braadkip? Doelen •
Net zoals er melkkoeien en vleeskoeien bestaan, zijn er legkippen en vleeskippen.
•
het onderscheid kennen tussen soorten kippen volgens hun bestemming; de ontwikkeling van een kip afleiden uit de informatie.
De legkippen worden ook leg-hennen genoemd en de vleeskippen worden ook braadkippen genoemd. Elk kuiken begint zijn leven als een bevrucht ei. Het heeft dus een papa (een haan) en een mama (een hen). Wat zijn dan de verschillen en de overeenkomsten tussen de twee soorten? LEGKIPPEN / LEGHENNEN
VLEESKIPPEN/BRAADKIPPEN
zijn meestal bruin
zijn meestal wit steviger gebouwd, vooral borst en billen
haan met veel kleuren
witte haan
De haan bevrucht de kippen.
De haan bevrucht de kippen.
De eieren gaan 21 dagen in een broedkast. De legkuikens zijn enkel vrouwelijke dieren omdat hanen geen eieren leggen! Na 18 weken legt het kuiken een ei per dag.
De eieren gaan 21 dagen in een broedkast. De vleeskuikens zijn mannelijke of vrouwelijke dieren.
Het kuiken is een leghen geworden.
Het kuiken wordt een vleeskip of braadkip.
De mama van de bruine legkip is wit en de papa is donkerbruin. De mama van de witte legkip is bruin en de papa is wit.
De mama’s en papa’s van de braadkip zijn wit van kleur.
De haan bevrucht de hennen.
De haan bevrucht de hennen.
De eieren gaan 21 dagen in een broedkast.
De eieren gaan 21 dagen in een broedkast.
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 4
Legkip of braadkip? Het kuikentje groeit op als een legpoelje. Dit zijn enkel vrouwelijke dieren omdat hanen geen eieren leggen. Een stal met kuikentjes bestaat zowel uit Men spreekt pas over ‘legkip’ nadat de mannelijke als vrouwelijke dieren. hen volop eieren legt, dus na ongeveer 18 weken (of ongeveer vier maanden). Na 18 weken legt het kuiken een ei per dag.
Na 6 weken is het kuikentje tot een stevige braadkip uitgegroeid om daarna geslacht te worden.
De meeste legkippen in ons land zijn bruin Ze zijn meestal wit. van kleur. Braadkippen zijn steviger gebouwd, Het zijn slanke dieren op hoge poten. vooral borst en billen. Kleur de kippenfamilies zodat je het verschil ziet tussen legkippen en braadkippen!
familie legkip
familie braadkip
Bijkomende opdracht: Schrijf de levensfasen van de kip in de juiste volgorde poelje - ei - kuiken - legkip
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 5
Kip en ei op reis. Doelen • •
Verbind de tekst met de juiste tekening: 1. Het leven van de leghen begint in het kweekbedrijf met de bevruchting, dat wil zeggen dat de haan de eitjes van de hen bevrucht. (Let op: eieren die je koopt om op te eten, zijn niet bevrucht, daar kunnen geen kuikentjes uit groeien!
2. De bevruchte eieren die de hen heeft gelegd, verhuizen naar de broeierij. Daar worden de eieren in broedkasten uitgebroed. Dat duurt 21 dagen.
3. Als de kuikens één dag oud zijn, verhuizen ze naar een opfokbedrijf. Daar krijgen de kuikens speciaal voer. De opfokker zorgt ervoor dat de kippetjes of poeljes niets tekort komen. Altijd is er volop eten en drinken. Als ze 18 weken oud zijn, noemen we ze geen kuikens meer maar leghennen.
4. Nu verhuizen ze naar een legpluimveehouder. Daar leven de kippen in kooien of in scharrelstallen. Deze stallen zijn als flatgebouwen: een aantal kippen wonen samen in een ruimte waar ze een legnest, een scharrelruimte en een zitstok hebben.
www.lessenpakket.be
de levensfasen van de legkip van de bevruchting tot leghen vernemen; tekstfragmenten verbinden met de corresponderende tekeningen.
5. De eieren die in de legnesten worden gelegd, worden vanzelf verzameld. Ze moeten niet met de hand geraapt worden. Met een transportband worden ze naar een pakstation gebracht. Daar worden de eieren doorgelicht om te zien of ze een mooie hele schaal hebben. De machine pikt de gebroken of bevuilde eieren eruit
6. Op elk ei wordt een stempel gedrukt waarop je kunt aflezen uit welke stal het ei komt en in welk land die stal ligt. Er staat ook op wanneer het ei gelegd is. Dan worden de eieren verpakt. Een groothandelaar haalt de eieren op en vervoert ze naar de buurtwinkel of het warenhuis.
7. Als je eieren koopt, bewaar je die best op een donkere en koele plaats zoals in de koele berging of in de koelkast.
Tip voor de leerkracht • Bewaar eieren met de punt naar beneden. De dooier zal op deze manier beter in het midden blijven. • Bewaar eieren op een koele en donkere plaats. Ook al kunnen eieren prima in het eierrekje van de koelkast, toch is de eigen verpakking nog steeds de beste. Je hebt dan niet alleen de versheidsdatum steeds voorhanden, maar ook zijn de eieren dan beter beschermd tegen alle andere geurtjes in je koelkast. De eierschaal is heel poreus en zal dus makkelijk geurtjes van andere sterk ruikende producten opnemen.
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 6
Kip en ei op reis.
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 7
Taal-eitjes Noteer enkele woorden die je vindt in het woord PLUIMVEEHOUDERIJ.
Doelen
Bijvoorbeeld: veel, hoed, rij...
•
Nu aan jou:
• • •
nieuwe woorden vormen met letters uit één lang woord; een rebus oplossen in verband met kippen; begrippen in verband met ‘Kip en ei’ correct invullen in gegeven zinnen; een passende zin schrijven bij elke tekstballon.
Rebus:
We zoeken samen de betekenis van de rebus.
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 8
Taal-eitjes Vervolledig de zinnen. De in te vullen woorden zijn: een broedkast, graantjes, eieren, de eitand, lopen, broeierij, tegen de eierschaal, even warm Moeder kip moet de
niet zelf uitbroeden.
Alle bevruchte eieren worden naar de
gevoerd.
Daar gaan ze 21 dagen lang in In de broedkast is het net
als in het kippennest.
Als het kuiken uit het ei wil, drukt het met de bek Op dat bekje zit
, dat is een klein tandje, waarmee het kuiken de schaal
stukmaakt. Kuikentjes kunnen meteen
Ze pikken ook snel
op.
Vul de tekstballonnen in: oef, dat was hard werken • het is hier lekker warm • en nu maar groeien • echt lekker, die graantjes •
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 9
.
.
Eitjes in alle maten Doelen • •
vernemen dat eieren worden gesorteerd en verkocht volgens gewicht; het gewicht van eieren relateren aan de juiste code.
Niet alle eieren zijn even groot. Ze wegen dus niet allemaal even veel. Daarom worden ze door een machine gewogen en gesorteerd naar gewicht. Net zoals je kledij krijgen ze een Engelse code: S (small): minder dan 53 gram M (medium): van 53 tot 63 gram L (large): van 63 tot 73 gram XL (extra large): meer dan 73 gram
Schrijf in de volgende eieren de juiste code S, M, L of XL
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 10
Wie is de keukenpiet? Een eitje is niet enkel lekker, maar ook héél erg gezond. Om gezond te leven, moet je regelmatig een eitje eten, maar hoe? Hieronder vind je een aantal receptjes om een lekker eitje klaar te maken!
Doelen •
• •
aan de hand van tekeningen enkele bereidingswijzen van eieren aflezen en deze uitvoeren; een voorkeur ervaren en verwoorden voor een bepaald recept; veilig omgaan met kookmateriaal.
Wie wil een eitje? Je kunt kiezen tussen een hardgekookt ei, een zachtgekookt ei, een omelet of een roerei! 1. Eitje - zacht gekookt. Nodig: ei, lepel, kookpot, water, kookvuur, eierdopje
3 en 1/2 min
2. Eitje - hard gekookt Nodig: ei, lepel, kookpot, water, kookvuur en eierdopje.
5 min
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 11
Wie is de keukenpiet? 3. Omelet Nodig: kom, vork, bakpan, 4 eitjes, 4 eetlepels melk, peper en zout, hoeveboter, houten spatel, eventueel ham, groenten en kaas, kruiden.
4. Roerei Nodig: 4 eieren, 4 eetlepels melk of bouillon, peper en zout, 1 eetlepel hoeveboter, verse tuinkruiden zoals bieslook, koriander of paprika, kom, spatel, bakpan.
En nu lekker smullen! Welke bereiding geniet jouw voorkeur?
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 12
Wie is de keukenpiet? Raadsel
Evenlang, ook 5 minuten!
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 13
Eierpoëzie Doelen • • •
genieten van eenvoudige poëzie; het gedicht expressief verwerken en naar voor brengen; creatief zelf tekstdichten.
ei, ei, wat ee n ei, wat e n ka njer va n ee n ei. W at be n ik blij, wa nt ’t is vo o r mij . Ik zet het vlug o p zijn ko p in ee n do p e n eet... het op
De kinderen lezen eerst de tekst stil. Laat verwoorden wat ze er van vonden. Laat enkele kinderen de tekst voorlezen op een andere wijze: snel, gelukkig, verbaasd, ... Ga zo met de kinderen op zoek naar een gepast metrum. De tekst leent zich uitstekend om te scanderen en om te experimenteren met spreekkoren. Werk met wisselbeurten: verdeel de tekst over 5 kinderen Als het gedicht goed gekend is, kun je de kinderen in dezelfde sfeer op weg zetten om (gezamenlijk) een vers te schrijven over een omelet, een kippenbil, een kippenborst, vol-au-vent, ...
www.lessenpakket.be
kip en ei – tweede leerjaar – pagina 14