Turkije 2011: verslag van een mooie reis Vorig jaar in 2010 zijn we met onze VW T5 California 4Motion naar Tunesië geweest – echt super en toen daar nooit in de gaten gehad wat er onder de mensen broeide wat later in dat jaar en begin 2011 zo heftig naar buiten kwam – voor dit jaar besloten om toch maar weer naar Turkije te gaan. Een mooi land, waar we al eerder op pad waren en met zo veel mogelijkheden dat we er zeker van zijn om weer een fijne reis te kunnen maken. Het eerste doel is om het Museum voor de Anatolische Beschavingen in Ankara te bezoeken en dan via Cappadokia naar de meest oostelijk gelegen camping aan de Middellandse Zee te gaan, dat is richting Syrië en dan langs de kust weer terug naar Griekenland. De heenreis We vertrekken ’s middags 4 mei en volgen de gebruikelijke route via Duitsland, over de Brenner en zo naar Italië en vinden een camping voorbij Ancona. We hebben “camping on board” geboekt bij SuperFast Ferry’s op 7 mei en komen te staan tussen een groepje Franse campers die deze overtocht voor het eerst doen. Later op de avond zal Carla de dames en heren nog even duidelijk maken dat zij niet de enigen aan boord zijn, daar na wordt het rustig. Griekenland De volgende morgen moeten we vroeg op, de boot is om 06:30 in Igoumenitsa en we zijn om 07:00 van boord. Jarenlang is er aan de snelweg dwars door Noord Griekenland gewerkt en YES nu is hij klaar. In één rechte “streep” loopt de A2 naar de Turkse grens. Wat Europees geld al niet vermag. Vergeet niet een volle tank mee te nemen want voor brandstof moet je eraf om een dorpje in te gaan, ook geen ramp maar het kost wel veel tijd. Eind van de middag zijn we in Alexandroupoli op de gemeente camping, om de volgende dag eerst in de plaatselijke supermarkt de bier- en wijnvoorraad aan te vullen, rijden we op ons gemak naar de grens bij Ipsala. Hier is het rustig en we zijn er met een half uurtje doorheen. Dan ligt Turkije aan je voeten en heb je het gevoel dat de reis nu pas echt begint. Turkije Omdat er in Istanbul geen camping (meer) is, gaan we naar Selimpasa. Aardig en gastvrij onthaal in een omgeving die nog het meest aan Zuid Limburg doet denken: groen glooiend landschap, gras en akkers met mooie bloemen. Van hier naar de stad is wel 35 km en met het OV neemt dat 1,5 uur horen we van een Nederlands stel: Jaap en Grietje. ’s Avonds rollen er busjes en auto’s de camping op en later blijkt dat er filmopnames worden gemaakt voor de Turkse variant van “GTST”, een goede reden voor Carla om dan ook maar met iedereen op de foto te gaan. In Turkije zijn tegenwoordig ook tolwegen, dat ontdekten we de volgende dag op weg naar Ankara. Wel poortjes maar er komt geen kaartje, er is ook niemand in de buurt om aan te vragen wat de bedoeling is; behalve een vriendelijke meneer in een kantoortje die in - wat hij meent zijn beste engels te zijn - mij heeft getracht uit te 1
leggen hoe het werkt. Ik snap er niks van. Gewoon maar doorrijden dus. Alleen vlakbij Istanbul wordt de zaak serieus, want hier staan wel slagbomen. Een knul met een stapel kaartjes verkoopt ons er een om in Ankara te komen, we betalen hem de helft van wat hij vraagt, hij is meteen accoord, we hebben dus toch teveel betaald! Het systeem is gebaseerd op contactloze RFID kaarten, vergelijkbaar met onze OV chipkaart. Ook hier nog steeds geen enkele uitleg op een bord of wat ook. Het blijft gissen. Op het kaartje staat wel eenlShell logo en later komen we op het idee bij een tankstation te vragen hoe het zit: eenvoudig opladen bij de kassa van het station: “dat weten we dan ook weer”. Later spreken we een Engels stel dat helemaal nooit iets betaalde, maar aan de grens aan de Douane wel wat had uit te leggen. Er staan namelijk camera’s bij de tolpoorten. Ankara In Ankara kan je bij het Esenboga Airport Hotel staan, op de parking. WC en douche en als je wilt ook het zwembad en de hamam staan tot je beschikking. In het restaurant heerlijk gegeten en de volgende dag met de dolmus – stopt voor het hotel - naar het centrum. Van de hotelreceptie hebben we een briefje met de naam van het museum en de wijk waar we moeten zijn. Via dat briefje en met behulp van, wat later bleek de locale chef van de bussen te zijn, stappen we onverwachts van de dolmus over in een echte bus die ons naar onze bestemming brengt, de “bussenchef” en een Duitssprekende dame met vriendin helpen ons nog wat verder op weg en zo komen we bij het Museum van de Anatolische Beschavingen. Echt een aanrader, want alle mooie stukken die de Turkse bodem vrijgeeft, vindt je hier. Mag je niet missen. Met het OV in een onbekende stad is altijd een avontuur en dat blijkt ook hier weer. Centrum verkend, bazaar bezocht, donkere wolken boven de stad: het wordt tijd dat we teruggaan. Het juiste busnummer weten we al (bus 422) en we vertellen de chauffeur waar we eruit moeten. Geen probleem “tammam” = OK op z’n Turks. Maar een misverstand is gauw ontstaan, hij denkt dat we op het Esenboga vliegveld eruit moeten en dus rijden we langs het hotel nog een dik kwartier door naar het vliegveld. Intussen is het gaan regenen. Met de volgende bus terug en wordt regen hagel: iedereen stopt en zet de auto onder een viaduct of onder de luifel van een tankstation. We komen nat en koud in het hotel aan en het parkeerterrein waar ons campertje wacht, staat al aardig blank. Het blijft met onweer stevig doorregenen en het is koud! 8 graden. Het water stijgt en op enig moment loopt de kelder van het 5***** hotel onder. Men laat een tankwagen komen maar niks helpt. We zijn geïsoleerd en kunnen alleen via een stoeprandje naar een achterdeur het hotel binnen. Ja, ja 5 sterren!
2
Cappadokia- Göreme Niks houdt ons verder in Ankara en we gaan op pad naar Cappadokia, naar Göreme naar Camping Panorama van Achmed in de hoop op beter weer en dat komt uit. Niet veel warmer maar wel droger. Onderweg bij Kirsehir is alles wit van de hagel, wel een bizar gezicht hoor. Vlak bij Göreme zien we Jaap en Grietje rijden met hun Golf met vouwwagen; een leuk weerzien en ze kiezen ook voor Achmed. We bivakkeren twee nachten op Panorama op het boventerras en Achmed deelt behalve zijn gastvrijheid ook zijn geschiedenis met ons: hij is intussen getrouwd en heeft een zoontje, maar de relatie met z’n schoonfamilie is door een akkevietje over geld tijdens de bruiloft helemaal naar de haaien. Jammer. In het najaar moet hij ook nog zijn dienstplicht van 15 maanden vervullen en z’n pa neemt de camping dan waar. Iets waar Achmed zich nu al zorgen over maakt. Verder gaat alles goed. Göreme is echt een bezienswaardig dorp en je mag het Open Air museum niet missen net als de beide ondergrondse steden op de weg naar Nigde. We eten weer eens bij Kale Terasse in het dorp, lekker bij de open haard en heel gezellig. De volgende dag worden we vroeg gewekt: een grote groep hete luchtballonnen is opgestegen en drijft traag over ons heen, dat levert mooie plaatjes op. De dag begint nat en fris en we besluiten te vertrekken en nemen warm afscheid van Achmed en de gasten. Middellandse Zee - Kiskalesi Wij vervolgen onze tocht naar het zuiden naar de kust, naar Kiskalesi via de tolweg tot Mersin. Onderweg in bergachtig gebied met prachtige vergezichten, eenzaam land met hier en daar kleine plaatsjes. Ook hier nog hagelbuien gehad. Camping Kervan uit het boek is dicht, maar een stukje terug is Hotel camping Davut in Ayas, dat weten we van de pomphouder ter plekke. Advies: praat met de locale bevolking in zo’n geval, zij weten alles! Ontvangst met de gebruikelijke thee en we zetten de VW op het gras van de hoteltuin, met sleutel van een kamer voor toilet en douche, helemaal goed. Dochter Hati-jè spreekt al een paar woorden engels. Terras met lounge banken en een zwemtrapje, wat wil je nog meer? Oh ja, je kunt hier ook nog
3
heel goed eten. We besluiten hier een paar dagen rust te nemen, alsof vakantie vermoeiend is….. We spreken een Nederlands gezin dat normaal in Frankrijk woont en met een grand tour bezig zijn, ze kwamen zojuist uit Syrië, waar ze uitgeknikkerd werden, het is daar echt een puinhoop. Via Cyprus zijn ze hier aanbeland. Hun verhalen over de toestand van dat land geven helaas weinig hoop op een snelle oplossing voor de bevolking. Carla spot een zeeschildpad! De volgende dag lekker luieren, zwemmen en lezen. Heerlijk. Later naar de Griekse site Elaiussa-Sebaste gewandeld, waar in de verzandde haven een echte Turkse picknickplek is ontstaan. De rust bij Davut wordt later wat verstoord door een groep Duitsers met Audi’s, VW’s en Mecedessen, die ook uit Syrië waren gezet en 5 dagen onderweg waren geweest, zonder zich te kunnen wassen en behoorlijk te eten. Zij hadden een mooi plan om in de vorm van een rally de tocht te maken en als Goed Doel bij aankomst de auto’s bij een hulpverlenende organisatie achter te laten. Helaas allemaal niet gelukt, de frustratie en ontbering dropen ervan af. Alleen het locale Efes bier maakte wat goed. De Franse Nederlanders gaan op pad naar Achmed en wij gaan met de fiets naar Kiskalesi. Zo gaat ieder zijns weegs. Wij maken met meneer Davut de volgende dag een mooie tocht door het binnenland. Een Zeus tempel, een gave 8e eeuwse basiliek, de Hel en de Hemel, een 70 meter diepe kloof met daarin een kapel van de heilige Maagd uit de 5 e eeuw …. Onderweg een “dynamite stop” waar langs de weg wat rotsen worden opgeblazen. We worden staande gehouden en Davut hoort wat er aan de hand is, wij vragen ons af of wij het ook zouden hebben begrepen of dat we zouden zijn doorgereden…… Anamur Het is intussen 18 mei en we gaan op pad naar Anamur over de D400 over de bergen langs de kust. Aan grote stukken van de weg wordt gewerkt, wat hier betekent dat er geen asfalt maar los grind ligt. Langzaam rijden, zorgen dat je voorruit en je banden heel blijven en heel veel stof verzamelen. Prachtige vergezichten op een staal- blauwe zee en kleine boerendorpjes. Onze T5 met 4Motion heeft geen moeite met de losse ondergrond. We kiezen voor Dragon Mocamp de tweede camping naast het kasteel. Mooie plek onder eucalyptes bomen aan het strand. Idyllische plek! We gaan ’s middags naar het kasteel Mamure Castle met 39 torens is het best bewaarde kasteel aan deze kust en er staat een 13e eeuwse moskee op het binnenplein. We eten op de camping “menu” dat wil zeggen dat wat de pot schaft en dat was niet verkeerd voor Tl 10,00 (ca. € 4,50) p.p. De volgende dag gaan we met de fiets naar de andere kant van de stad naar het antieke Anamurium, gesticht door de Foeniciers en later uitgebreid door de Grieken en de Romeinen. Hoewel een aardbeving in
4
580 veel vernielde is er nog genoeg te zien. Omdat de ticketman niet voldoende kleingeld heeft, kopen we hier onze ansichtkaarten. Terug naar de camping rijden we langs de vele bananenplantages die hier zijn en kijken er ook even binnen: heet! Vanavond is er kampvuur op het strand, met gitaarmuziek van een Russische zangeres. Tja, hoe internationaal wil je het hebben? We maken kennis met Jaap en z’n vrouw, we zullen haar Corrie noemen. Die komen hier al 10 jaar en blijven dan 3 maanden, niets ontgaat hen. Corrie vertelde dat ze net als wij een grote hekel aan groepen heeft. Zo kwam er een ANWB groep met een mevrouw die nummerpaaltjes over de camping verdeelde en er ook eentje pal in Corries uitzicht zette. Dat was niet de bedoeling en Corrie sprak de mevrouw daarop aan. Die vond aanvankelijk dat ze in haar recht stond, ze moest toch die 15 campers kwijt!, “Maar niet in mijn uitzicht” riep Corrie. ”Zet je er toch een neer, dan heeft die morgen 4 lekke banden en weet jij wie het gedaan heeft”, zo’n type dus. Over de problemen in en met groepen doen veel verhalen de ronde, o.a. over die leider die vóór de Turkse grens alle documentatie aan de groep overhandigde met de mededeling: “ik heb genoeg van jullie gezeik, hier zit alles in, ik ga terug, zie maar hoe je verder gaat”. Zelf zullen we later in Griekenland nog een vette aanvaring met een groep Zwitsers hebben. De 20e mei doen we helemaal niets. Kizilot-Beldesi We vertrekken naar Kizilot-Beldesi om op camping Osay te gaan staan. Je komt op weg ernaar toe langs Alanya met alle voorsteden. Een hoop moderne hotels, echt niks voor ons, dus snel er doorheen. Op Osay mooie plek op gras aan het strand. Even later zien we Jaap en Grietje voor de derde keer, toch leuk op zo’n tour om mekaar steeds weer tegen te komen. Lekkere vis gegeten. De Dorade heeft onze voorkeur. Om niet via Marmaris en Bodrum te hoeven, kiezen we voor de route over Antalya het binnenland in, de 350 en later de 585 naar Denizli om dan in Pamukkale uit te komen. De rit is prachtig door bergachtig landschap, over een pas van 1550 meter en later veel papavervelden tussen allerlei andere gewassen. De landbouw is hier kleinschalig met veel afwisseling wat er qua kleuren heel mooi uitziet. Pamukkale We kiezen voor de tuin van Pamukkale Hotel, met uitzicht vanaf het terras op de beroemde spierwitte kalkrotsen. We maken een wandeling erom heen en in een van de vijvers zien we een raar klein eendje met 2 pulletjes. Het eendje hangt doorstil met zijn kopje in het water, dood? Nee op jacht naar kleine vissen die zij al duikend razend- snel vangt en aan het kroost te eten geeft. Bijzonder.
5
We krijgen gezelschap van een Duits echtpaar met een T4, die voor het eerst het Turkije-avontuur zijn aangegaan. Bij het eten praten we met een Duitser uit Hameln die met een motor in z’n uppie op pad is om via de Zijderoute over Samarkand naar de Chinese grens te rijden. Als de avond valt maken we een korte wandeling door het dorp en terug bij het hotel gaat het hek een beetje dicht en de eigenaar gaat er op een stoel voor zitten, we kijken dat een tijdje aan en omdat we eerder al wat “blonde dames en enkele heren” hebben zien langs schuiven begrijpen we van de eigenaar dat er aan de overkant een zogenaamd “beer house” gevestigd is. Een wat eufemistische aanduiding vinden we. Veel last hebben we er niet van gehad en 23 mei gaan we op pad terug naar de kust naar Selcuk omdat we toch zo heel graag weer naar Efeze willen. We volgen de 320 en omdat we nog steeds een stapeltje geschreven ansicht kaarten moeten posten, rijden we het dorp Isabeyli in. Het PTT kantoor is voor de gelegenheid open en de mevrouw aan het loket bekijkt de kaarten een voor een, we rekenen af en als we vertrekken komt iedereen naar buiten om ons hartelijk uit te zwaaien. Pamucak- Efese We zoeken camping Dereli in Pamucak op en vinden een mooie plek onder een hoge boom met uitzicht op zee, “jammer” dat er vier palmbomen voor staan. Prachtig strand en mooie zonsondergang. De Duitse T4 uit Pamukkale vindt ook de weg hier naar toe. De volgende dag een lekkere strandwandeling gemaakt en verderop geprobeerd bij een all-inclusive hotel het terrein op te komen, dat lukte eerst niet: de security zag dat we niet gepolstband waren, bij de buren konden we rustig rondkijken. Mooi hoor, maar niks voor ons. Te georganiseerd, te geregeld en te druk. Nee, dan met de fiets naar Efeze, de best bewaarde klassieke stad aan de Middellandse Zee zoniet van heel Europa. Ephesus was de hoofdstad van de Romeinse provincie Asia en had meer dan 250.000 inwoners. Vandaag de dag is 18 % van de stad uitgegraven. Het meest bekend is de bibliotheek gesticht in het jaar 114 en omvatte 12.000 boeken, toen de derde bibliotheek ter wereld, na Alexandria en Pergamum. Nieuw voor ons was de openstelling van de “terras huizen”, een prachtige overdekte opgraving van woonhuizen met daarin mozaïeken en muurschilderingen; werkelijk fantastisch. Er moet een apart kaartje voor worden gekocht, maar zeker dubbel en dwars waard. De toeristen die in grote groepen Efeze bezoeken, kiezen hier meestal niet voor, kost te veel tijd en ze moeten toch om half een weer in de bus zitten! Mooie foto’s gemaakt. Geluncht in Selcuk, souvenirs gekocht. Selcuk heeft een Artemis tempel met oorspronkelijk 127 zuilen waar er nog eentje van overeind staat en de basiliek van Johannes, waarvan gezegd wordt dat hij hier in 37 en 48 is geweest, in dat laatste jaar toen samen met de Maagd Maria,
6
hij stierf hier in 95. Een meer dan historische plek dus. Ayvalik Volgens het plan moeten we weer richting Yunanistan (Griekenland) en rijden via Izmir via de 550 naar Ayvalik, hier naar het dorpje Alibey over een bergweggetje tot aan de kust. Overnachten op camping Ada Camp. Enig overleg met de beheerder was nodig voordat we een plek hadden die we mooi vonden. Er is een groep Servische scholieren, verder zijn we de enige gasten en eten in het restaurantje met de familie mee. We zien hoe moeder haar twee jongste kinderen voert: maakt in haar hand een balletje van vis, wat rijst en een beetje groente en stopt dat geroutineerd in hun monden, de oudste van 12 mag al zelf eten. ’s Avonds onweer en regen. Carla klaagt over pijn aan haar voet, het blijkt dat er een grasspriet recht tussen twee tenen in haar vel steekt. Probleem snel opgelost. In het dorp halen we in alle vroegte bij de bakker een verse ekmek en rijden naar Canakkele om de veerpont naar Eceabat te nemen, gaat vlotjes en voor we het weten staan we weer aan de grens met Griekenland. Griekenland In de taxfree shop wat te veel aan lires opgemaakt en het rest bij de AK Bank gewisseld: pas op want de bediende zag in zijn voordeel eerst een briefje van 50 over het hoofd, gelukkig zijn we na zo’n vakantie behoorlijk uitgeslapen, dus excuses van zijn kant. Eigenlijk een van de weinige negatieve momenten op onze reis door dit prachtige gastvrije land. Men zal je niet altijd de laagste prijs vragen maar men is er ook niet op uit om je een poot uit te draaien, uiteraard ben je er zelf bij. Overal waar je komt, vooral in de kleine plaatsen op het platte land in het oostelijke deel van het land, vindt men het reuze interessant te horen waar je vandaan komt. We reizen ook bescheiden met onze VW T5 die heel wat minder imposant overkomt dan de grote witte campers waar de meesten mee reizen. De kosten voor overnachten en eten zijn matig tot goedkoop, de brandstofprijzen liggen hoger dan bij ons. Lang niet alle campings uit het ACSI boek zijn open, maar je vindt altijd wel een plek bij een hotel. Dat maakt het wel spannend. Reizen in dit land doet je nog reiziger voelen. Een goede kaart is onontbeerlijk en als je op pad bent met een beperkte termijn, is het maken van een route plan heel handig gebleken. Met Engels en Duits kom je hier een heel eind, sommige Turken die als ze in het buitenland hebben gewerkt, willen heel graag hun taalvaardigheid op je oefenen en zeker als er familie bij is, kunnen ze er heerlijk mee pronken. Nea Irakleitsa Het is niet heel ver om via Kavala naar Nea Irakleitsa te rijden, de eerste camping (Batis) is absoluut geen aanrader: heggen, geen uitzicht, disco, slagboom en overal zeer brandbaar pluis van bomen. Stukje verder naar het westen is Camping Paradise, ook geen ster plek, maar aanzienlijk beter. Langs de boulevard kom je bij de eethuisjes in het dorp. Vanaf hier gaan we via Larissa en Trikala naar Kastraki (Meteora), het dorp beroemd vanwege de kloosters hoog op de rotsen gebouwd.
7
Kastraki - Meteora Camping Vrachos biedt ons een schaduwrijk plekje, mooi uitzicht en niet te ver van het zwembad. Heerlijk. Een dag weer eens helmaal niks gedaan, alleen een beetje lezen ( een fantastisch boek over het leven van paus Johanna rond de jaren 850) en naar de andere kampeerders kijken. De 30 e mei trekken we onze wandelschoenen aan en lopen naar het klooster Agios Nikolaos Anapafsas, waar we in het kapelletje pater Polycarpos treffen die al zingend de lampjes en de kaarsjes aansteekt en ondertussen van ons wil weten welk
geloof we hebben; we antwoorden hem dat we van alle geloven zijn en dat breekt het ijs. Hij nodigt ons uit al zijn rituele handelingen te volgen, wil van een aantal woorden de Engelse, Duitse, Franse en Italiaanse vertalingen horen en omdat hij ook ijdel blijkt te zijn, graag overal een mooie foto van maken. Doen we natuurlijk. Later bij het afscheid schrijft hij zijn naam en adres op een briefje. Op de camping laten we zijn Griekse hanenpoten vertalen in voor ons leesbaar schrift en we zullen hem de foto’s toesturen. Dan gelift met een Zwitserse camper naar klooster Roussanou, vandaar langs de weg weer naar beneden naar het pad rechtsaf naar de kloosters Valaam en Groot Meteoron op 613 meter hoogte via een steil pad door het bos omhoog, best wel een klim van bijna een uur, maar wel heel erg de moeite waard. Je weet dat je ook weer naar beneden moet. Op de camping krijgen we als buren een familie uit Canada die in Amsterdam een camper kochten om door Europa te trekken, ze waren echt al overal geweest. Plataria Omdat we de boot van 1 juni hebben geboekt, vertrekken we richting Igoumenitsa en gaan in Plataria naar camping Elena’s Beach, vriendelijke meneer bij de receptie en beneden aan zee zetten we de VW onder de bomen tegenover een Nederlandse caravan. We zitten net aan een biertje als een nogal opgewonden Zwitserduits sprekende man ons komt vertellen dat we daar weg moeten, is allemaal gereserveerd voor een groep Zwitserse campers. Onze allergie voor groepen slaat meteen in alle hevigheid toe en we vertellen hem dat we niet van plan zijn te verkassen, dat we hier mooi staan, dat de man van de camping ons hierover niet had geïnformeerd en meer van dat soort teksten. Hij kwaad weg. Komt er een jonge knul van de camping vragen of we al bedacht hebben wanneer we gaan verkassen,
8
hij krijgt hetzelfde verhaal. Maar dan wordt de sfeer grimmiger, de druk van Zwitserland en Griekenland op Nederland wordt aanzienlijk opgevoerd, zodanig dat we om de lieve vrede te bewaren toch besluiten om een andere plek te vinden. Dat lukt en we verzetten de boel. De meeste Zwitsers zijn nu toch wel binnen en de leider beent als een sergeant majoor er tussen door, intussen glurend naar onze nieuwe opstelling. Carla krijgt het vermoeden dat hij pal voor onze neus er nog eentje gaat neerzetten en omdat te voorkomen verplaatsen wij onze stoelen. Om een lang verhaal kort te maken, er komt er inderdaad eentje te staan; de Griek van de camping begint aan onze stoelen te trekken, beveelt mij om met mijn camping ID kaart langs te komen en zo meer. Hij gaat helemaal voor de Zwitsers en ik probeer hem nog te overtuigen dat er ook nog andere gasten zijn. Als Carla zich in dit gesprek ook mengt, haakt de Griek af en beent boos weg, intussen over zijn schouder achter Carla’s rug om mij een knipoog gevend. Dan is voor ons de maat vol, dit pik ik niet en we zijn binnen 10 minuten ingepakt en rijden we de camping af. Nagestaard door diverse medekampeerders die ooggetuige van dit slecht gespeelde “Grieks drama” waren. Wat verder terug is camping Kalami Beach, een oase van rust en vriendelijkheid, het verschil kon niet groter zijn. De terugreis De overtocht terug naar Ancona gaat van een leien dakje en via dezelfde route als de heenweg rijden we op ons gemak naar huis. Thuis op 5 juni. We hebben 7821 km gereden, zijn 33 dagen onderweg geweest, hebben op 20 verschillende plekken gestaan, 600 cc olie bijgevuld en een 800 liter diesel verstookt, heel veel mooie dingen gezien, veel aardige en interessante mensen gesproken, mooie verhalen gehoord en samen een heel ontspannen vakantie gevierd. De T5 heeft het voorbeeldig gedaan, op de heenreis ging de motor per dag “lekkerder” lopen of is dat verbeelding? Ons routeplan hebben we geheel uitgevoerd. Op een ding na, de berg Nemrut sloegen we wegens het slechte weer over. Voor die berg moeten we dan maar weer eens terug. Dat lijkt ons geen straf.
Huub en Carla
[email protected]
9