Verslag reis Brazilië 2000 Enige dagen voor het vertrek wist ik nog niet wat voor kleren ik mee moest nemen. In de krant werd steeds vermeld, dat het in Rio de Janeiro circa 23 graden was en zo was ook de verwachting voor de komende dagen en dat de temperatuur in Buenos Aires slechts 14 – 15 graden was en zou blijven. Om toch op alles voorbereid te zijn heb ik ervoor gekozen een winterjas mee te nemen. Deze bleek slechts 2 dagen nodig en wel in Uruguay. Op donderdag 14 september werd ik al vroeg door Miranda, mijn vroegere buurmeisje, naar Schiphol gebracht. We waren nl bang in een file terecht te komen, want vrachtwagenchauffeurs en anderen wierpen de gehele week al blokkades op in verband met de hoge dieselprijzen. Gelukkig was er op de A4 geen blokkade waardoor ik al om twee uur op Schiphol stond. Bij het inchecken bleek dat aan de groep van Kras reeds stoelen waren toebedeeld. Het bleek dat mij een stoel aan het raam was gegund. Aangezien ik liever aan het gangpad zit heeft de employee mijn stoel gewijzigd, zowel op de vlucht naar Frankfurt als op de vlucht van Frankfurt naar Rio de Janeiro. In Frankfurt moesten we ongeveer 2 uur wachten en dan ontmoet je een paar reisgenoten (Olaf, Guy en Renske) Op de vlucht van Frankfurt naar Rio (op tijd vertrokken om 22.15 uur) heb ik gezellig zitten praten met een Braziliaan, die 6 maanden in Duitsland gewerkt had en nu weer terug ging naar zijn vaderland. In Rio aangekomen ( 15 september om 05.20 uur) bleek, dat er meerdere reizen van Kras in het vliegtuig zaten en werd de groep voor onze reis apart gezet. Het bleken geen 27 maar 43 personen te zijn. En dan op naar het hotel, prachtig gelegen aan Copacabana Beach, waar we een nacht zouden blijven. Hier was ook gelegenheid geld te wisselen (voor $ 200 kreeg ik 360 Real) , want op het vliegveld was elk wisselkantoor nog gesloten. Tevens konden we daar onze bijdrage kwijt voor de verplichte excursies, koffergeld enz. ( In totaal $ 135 ). In dit bedrag bleek later ook de luchthavenbelasting van Burenos Aires ad $ 30 te zitten. Nog te voldoen waren, als je dat wilde, de excursie naar de Corcovado, de Sambashow en het avondeten van de volgende dag. Door ook aan deze excursies mee te doen was ik de eerste dag al $ 215 lichter. ’s-Middags gingen we al direct naar het Christusbeeld (de Corcovado). Het trammetje, dat ons er naartoe bracht was een tandradbaan. Voordat we in konden stappen moesten we langs een aantal verkopers van diverse speeltjes en snoep. Nadat het trammetje ons boven gebracht had moesten nog heel wat treden (meer dan 200) beklommen worden om boven van het beeld en van het vergezicht te genieten. Jammer, dat we daar ’s-middags waren, want de zon stond erg ongunstig voor het nemen van foto’s. Hierna bezochten we het beroemde stadion in Rio (Maracanã ) Dit stadion is inmens groot. Je wordt met liften naar boven gebracht vanwaar je een goed uitzicht hebt op het stadion in zijn geheel. Opvallend is, dat op het grasveld, waar je als bezoeker niet kunt komen twee telefooncellen staan. Daarna bezochten we de cathedraal van Rio. Als je aan kwam rijden leek het van verre sprekend op de piramide El Castillo van Chichen Itza in Mexico. ’-Avonds bezochten we de Sambashow. Deze show was de moeite waard. Alleen moet gezegd worden, dat diverse kelners en ook de verkoopster van een video je verboden te filmen en wat moet je dan doen? De volgende dag bezochten we het Suikerbrood , de beroemde berg van Rio. De legende gaat, dat de naam ontstaan is door zeevaarders, die deze berg vanuit zee aanzagen voor een suikerbrood. Jammer genoeg was het die morgen in de hoogte erg mistig. Tot het tussenstation was het prachtig weer, maar daarboven zag je nagenoeg niets meer. Wat zeer grappig was waren de aapjes, die zich bij het tussenstation tegoed deden aan de versnaperingen. Daarna vervolgden we onze reis naar Sao Paulo. Onderweg bezochten we nog een kerk in Aparecida. In deze kerk bevinden zich een zaal waarin de gelovigen een foto kunnen opplakken met de daarbijbehorende wens, een kaarsenruimte, waar vele kaarsen en waxinelichtjes branden en een grote gebedsruimte met 45.000 zitplaatsen. Omdat ook in Brazilië steeds minder mensen naar de kerk gaan heeft de pater van deze kerk goed in het gehoor liggende liederen gemaakt. Hij is daardoor zo populair geworden, dat de Top Tien werd behaald en hij nog steeds in diverse shows wordt uitgenodigd. De opgenomen CD verkocht zelfs beter dan die van Michael Jackson. De verwachting is, dat hierdoor de mensen weer meer naar de kerk zullen gaan. Tussen de middag hebben we gegeten in een restaurantje bij een benzinestation, waar het eten, dat je had opgeschept werd gewogen en je naar het opgeschepte gewicht betaalde. Tijdens de reis op deze dag bleek, dat we in de bus een paar goede poppenspelers hadden zitten. Vier personen speelden de gehele dag met beertjes. Alle medereisgenoten begrepen hier niets van.
Wel was duidelijk. dat deze personen zich afzonderden van de groep. Een "Goede Morgen" kwam in hun woordenlijst niet voor. Gelukkig heeft dat de stemming onder de overige passagiers niet beïnvloed. Deze dag en de volgende dagen maakten we nader kennis met onze reisleider (Frederico Crema Leis), een Braziliaanse jongen van Italiaanse komaf die vloeiend Engels sprak en natuurlijk zijn landstaal Portugees. Hij werd vergezeld door Nicolette (Nederlandse komaf), die alles in haar beste Nederlands vertaalde. Zij vertelde, dat ze deze reis voor de eerste keer maakte en leerde dus, evenals wij, veel van Fred over Brazilië, hoe het ontdekt was, de invloeden van de Spanjaarden en de Portugezen, de cultuur en de muziekstromen van het land. Iedere dag als we plaats van bestemming naderden waren er wel medereizigers ingedut en maakte Fred ze wakker met een liedje. Ons hotel in Sao Paulo (480 km van Rio de Janeiro) was in het centrum gelegen, vlakbij het operagebouw. Jammer, dat het die avond regende, want Sao is een gezellige stad. Trouwens het was, in tegenstelling tot Rio, niet mogelijk in de nabijheid van het hotel geld uit de muur te trekken. De volgende ochtend (4e dag) moesten we al om half zes opstaan omdat het vertrek om tien over zeven gepland was. De busreis begon deze dag met een rondreis door Sao Paulo, waar vele koffiehuizen zijn. Daarna gingen we naar de Nederlandse nederzetting Castrolanda, gesticht in 1951. Dus volgend jaar vieren ze hun 50 jarig bestaan. In het museumpje haalde ik vele herinneringen uit mijn kinderjaren op, zoals de ouderwetse wasteil met wringer, de inrichting van de keuken, de trapnaaimachine, het stilletje enz. Aan een van de bewoners vroeg ik of er nog mensen uit Twente kwamen. Het bleek, dat de inmidddels overleden bakker (Morsink volgens de bewoner geheten) daar vandaan kwam. Tijdens de rondwandeling door het dorp werd gewezen op het huis van de bakker, maar dat het nu geen bakkerij meer was. Op mijn opmerking, dat dat bakker Morsink was werd door de rondleidster gevraagd hoe ik dat wist. De hele groep moest lachen toen ik zei dat haar man dat zoëven aan mij verteld had. De overnachting was in Ponta Grossa (510 km van Sao Paulo) , een plaatsje onder de rook van Castro. In dit hotel bleek, dat de kamerdeur niet op slot kon. Ook de volgende ochtend was het weer vroeg opstaan. Half zeven en kwart voor acht vertrek. Deze dag werd een bezoek gebracht aan Villa Velha, waar, als je goed kijkt, de erosie diverse voor ons herkenbare afbeeldingen heeft achtergelaten. In datzelfde park bezochten we ook de Lagoa Dourade, waarin scholen vissen zwommen. We waren al vroeg in Curitiba (130 km van Ponta Grossa) , gelegen in de staat Parana waar je voornamelijk de Aracaria (ook wel parapluboom) vindt We bezochten de botanische tuin, waar ook een show was van orchideeën. De middag was vrij en we bezochten toen een winkelcentrum, waar je uit de muur geld kon trekken. Daar was tevens een internetcafe. ’sAvonds hebben we in een plaatselijk tentje heerlijk gegeten. Bij de vraag naar mayonaise werd aardappelsalade verstrekt. Hier heb ik voor het eerst caipirinha gedronken. Het is pinto (de plaatselijke jenever) met veel suiker en een in vieren gesneden limoentje. Het is heel erg lekker, maar ik geloof, dat je na drie drankjes niet veel meer kunt zeggen. Ook deze dag weer vroeg opstaan (half zeven). We maken een reis met de Serra Verde express van Curitiba naar Morrettes. Het was een zeer moderne touristische trein. Daar waar het uitzicht mooi was werd langzaam gereden of zelfs gestopt. Helaas voor ons was het die dag zo mistig, dat we alleen maar konden genieten van de naaste natuur (veel bromelia’s en mossen in bomen). Na de treinreis weer verder met de bus. Bij de eerste stop lag een replica van een Portugees schip (zoiets als de Batavia). Je kon daar heerlijk eten en drinken. Daar was ook een shop waar je voor weinig geld de pinja kon kopen. Door een wegopbreking kwamen we in een file terecht en dus laat in ons hotel (half negen) in Florianapolis (453 km van Curitiba) . Het hotel had ons niet verwacht, waardoor we doorgestuurd werden naar een nevenhotel gelegen vlakbij het strand. Omdat dit hotel nogal ver van het centrum lag werden we met de bus naar het centrum gereden zodat we toch iets warms konden nuttigen. Wij kwamen terecht in een pizzeria, waar men steeds langs kwam met warme punten van verschillende soorten pizza's. Ook deze nacht weer een korte nachtrust. Om tien over zes wekken en half acht vertrek. We maken eerst een tocht door Florianapolis. Bezoeken strand en gaan dan met een zeilbootje (Olaf, dit bootje is niet bij sail 2000 geweest !! ) een rondvaart maken in het binnenmeer. Na circa een uur leggen we aan
en maken een wandeling naar een waterval. Dit was een fiasco, omdat er haast geen water vloeide, maar de wandeling doordat je langs kleine huisjes liep ontdekte je hoe men daar woonde. Daarna in de hete zon genieten van het visbuffet en dan weer terug met de boot naar de bus. De volgende stopplaats was het beroemde strand, waar de Braziliaanse surfwedstrijden gehouden worden. Er is een klein marktje bij waar je kleding kunt kopen. Op het strand was een tentje waar je ananas kon kopen. Heerlijk. De ananas werd met een snijder van vacuvin leeggemaakt. De schijven ananas werden in een schaal aan stukjes gemaakt, overgoten met een beetje wodka en rozensiroop waarna alles weer teruggedaan werd in de ananasbast. Dit was een lekkere verfrissing. Daarna ging het verder naar Torres (377 km van Florianapolis) , waar we ’s-avonds om negen uur aankwamen. De achtste dag werden we wederom om half zes gewekt. Een plaatselijke bus haalde ons op om ons over slechte wegen de Itambezinho Canyon te laten bezichtigen. Deze canyon is slechts 6 km lang. Er zijn 2 grote watervallen te zien, die vanuit ieder zichtpunt anders zijn. Dus werd er veel gefilmd en gefotografeerd. Na een korte stop in een dorpje reden we naar de grote weg, waar we weer in onze eigen bus plaats konden nemen. We bezochten toen in Caxias do Sul het Italiaans museum (van de Italiaanse kolonie) welke gesticht is in 1975. Daarna bezochten we de enige kerk in de wereld waar volgens zeggen de duivel in de kerk is geschilderd. Volgens de reisleider waren er in dit plaatsje veel eettentjes. Overal zoeken en uiteindelijk terechtgekomen in een restaurant waar al 7 personen van de groep zaten. Toen bleek nl, dat tussen de middag alle eetgelegenheden gesloten waren. De eigenaar had uit medelijden en waarschijnlijk vanwege zijn zakelijk instinct de zaak geopend. De maaltijd bestond uit rijst, patat, zwarte bonen, salade, entrecote met gebakken ei en dat voor 4 real (ofwel ƒ 6,-). We kwamen op tijd aan in Canella ( 458 km van Torres) waar we twee nachten zullen verblijven. Gelukkig konden we de negende dag iets uitslapen (half acht wekken) Het eerste doel was een chocoladefabriek. Hier werd geen chocolade gemaakt, maar werden chocoladefiguren gemaakt (paaseieren, mobiele telefoontjes, autootjes enz). Daarna op weg naar de Caracol waterval. De bus stopte bij het tussenstation van het kabelbaantje, dat je eerst naar boven brengt, daarna naar beneden en dan weer naar het tussenstation. Bij iedere stop zie je de waterval anders en dus wordt er ook weer veel gefotografeerd en gefilmd. Dan brengt de bus ons naar een parkeerplaats waar we dmv een bustreintje naar het park Loboguara gebracht worden. Hier kan je duizend treden naar beneden om bij de Caracol waterval te komen. Naar beneden lijkt me niet moeilijk, maar naar boven een hele klim, vandaar mijn besluit niet te gaan. Rondlopen in het park is geweldig. Je ziet, dat ze ook in Brazilië alles doen om de natuur te bewaren. Er zijn diverse opvangcentra voor met uitsterven bedreigde diersoorten. Hierna een bezoek aan Gramado. Een eettentje werd gezocht en we kwamen ergens terecht waar het eten geserveerd werd door een jochie van circa 10 jaar met een helwit overhemd aan en een vlinderdasje voor. Daarna was het tijd voor geinteresseerden om het stoommuseum te bezoeken en een ritje te maken in een stoomtrein voor kinderen. ’s-Avonds hebben we een Chimarrao diner bezocht met veel vlees, salades enz. Tevens was er na het eten een show. Als afwisseling worden we weer om zes uur gewekt en gaan om half acht weg. Eerst even langs een ander hotel om van het uitzicht te genieten. Dan op weg naar Porto Alegre, waar we een boottocht maken langs mooie huizen van het kan niet anders rijke mensen en een fototentoonstelling bezoeken. De tentoonstelling is heel indrukwekkend. Je ziet veel oorlogstaferelen, armoede, verdriet, haat en macht. Dit laatste aspect is duidelijk zichtbaar bij een bewaakster van een Braziliaanse gevangenis. Tijdens de boottocht en het bezoek aan de tentoonstelling hebben de chauffeurs (Oscar en Leonardo) de bus gewisseld met eenzelfde confortabele bus die in Uruquay mag rijden. Dan is het tijd om te lunchen en hiervoor werd uitgezocht een groot winkelcentrum. De gehele tweede etage bestond uit eettentjes. Keus genoeg. Dan komt het moment om afscheid van onze reisleider Fred te nemen. Hij krijgt een nieuwe groep in Sao Paulo van 48 personen. We moeten dus verder met Nicolette. Zoals in het begin al is aangegeven is dit haar eerste reis in dit deel van Brazilië. Maar ze verdient een pluim. Eerst maar weer eens twee uur rijden en dan een bezoek aan het huis van Anita Garibaldi, een vrijheidsstijdster van Rio Grande del Sul en Uruquay. Je ziet hier kleding uit die tijd en veel slecht opgezette dieren. Vanavond gaan we gezamenlijk eten in onze verblijfplaats Rio Grande ( 590 km van Canelle) en de prijs hiervan was tot ieders verbazing al inbegrepen bij de betaling voor de excursies. Om half acht gewekt deze 11e dag. We rijden eerst door een natuurgebied waar veel capibaras (waterzwijntjes) zijn. Je ziet ook veel aalscholvers en af en toe een ooievaar. Dan volgt de uitreis uit Brazilië en daarna een verblijf in niemandsland. Iedereen en dus ook Nicolette had gedacht hier geld te wisselen, maar dat bleek niet mogelijk, want het was Zondag en dus waren alle wisselkantoren gesloten. Door toeval is het een paar mensen gelukt het Braziliaans geld in een supermakt te wisselen
in Uruquaans geld. Dan komt bij het plaatsje Chuy (220 km van Rio Grande) de grens met Uruquay in zicht. De chauffeurs zullen met onze paspoorten proberen zo snel mogelijk het land binnen te komen. Al met al kost dit toch anderhalf uur en 60 dollar, 15 real en een paar flessen Coca cola en Whiskey smeergeld. Je kan Uruquay niet zien zonder een bezoek te brengen aan Punta del Este. Een strandplaats a la Scheveningen en Noordwijk. Veel dure winkels, dure huizen en een mooi strand. Toen wij er waren was het erg koud en ik was vergeten mijn winterjas uit de koffer te halen. We kwamen weer laat in het hotel in Montevideo ( 380 km van Chuy) aan ( tien over acht) en het was toen acht graden. Zeven uur was de wektijd om te vertrekken om half negen te vertrekken. Eerst een citytour door Montevideo. De lokale gidse vertelt oa, dat Uruquay wol, vlees, schoenen en kleding uitvoert, dat de verdienste zeer wisselvallig zijn. Een onderwijzer zou $ 280 verdienen, een medewerker van een manager van een bank $ 1.050 een verpleegster $ 350 . De huren liggen om en nabij de $ 350. Om dit op te kunnen brengen moet de gehele familie wel werken. Verder werd gezegd, dat je in Uruquay e e pas op je 18 jaar mag gaan werken. Op je 65 ontvang je 75% van je laatstgenoten salaris en bij ontslag krijg je nog 6 maanden een uitkering, die nogmaals met 6 maanden verlengd kan worden. Daarna krijg je niets meer met uitzondering van invaliden. Eens in de 5 jaar zijn er verkiezingen. De president en de vice-president mogen niet worden herkozen. De burgemeester mag slechts 1x herkozen worden. Verder bezoeken we diverse standbeelden, die allen de verdrijving van de indianen uitbeelden. Ook bezoeken we een hooggelegen fort, van waaruit we een goed uitzicht hebben op de Rio de la Plata, de breedste rivier van de wereld (230 km breed bij de monding). ‘s-Middags brengen we een bezoek aan een oude markthal (Mercado del puerto) gelegen tegenover het marine hoofdkwartier aan de haven , waar vroeger groente en fruit verhandeld werd. Thans is de gehele hal vol met eettentjes. Wij hebben gegeten in Parilla Rio Alegre waar we een entrecote kregen van circa 4-5 cm dik. Heerlijk en dat voor een Hollandse prijs van ca. ƒ 19,--. Na terugkomst in het hotel gaan we nog even de stad in en genieten op een terrasje van de zon. 's-Avonds hebben we een afscheidsdiner van de chauffeurs, want die gaan ons morgen bij de veerboot in Colonia del Sacremento ( 180 km van Montevideo) verlaten. Deze dag is het ergste. Om kwart over vijf moesten we opstaan om om tien over half zeven te vertrekken. Dit omdat we om half negen op de boot moeten zijn. Om negen uur vertrekt de boot, die de 50 km brede en 450 km lange rivier over moet steken. De draagvleugelboot maakt een snelheid van 70 km/u. Toch duurt de overtocht iets langer dan een uur vanwege het omvaren ivm ondiepten. In Argentinië aangekomen maken we een stadstour door Buenos Aires. De stad heeft 11 miljoen inwoners en Argentinië in totaal 37 miljoen. Het openbaar vervoer is niet duur. $ 0,7 voor de bus, $ 0,6 voor de metro, $ 1 voor de trein en de taxi $ 3 voor 12 blokken. Gewezen werd op de hondenuitlaters, die tot wel 15 honden tegelijkertijd de straat en het park ingaan. Ze verdienen daarvoor $ 80 per maand. Ook bezochten we het graf van Evita Perron geboren Duarte. Na aankomst bij het hotel zijn we de stad gaan verkennen. Eerst de wijk San Telmo. Daar hebben aan de straat Humberto 1 een pleintje gevonden waar het heerlijk toeven was. De zon scheen en er werd mooie gitaarmuziek gespeeld. Rondom dit pleintje lagen antiek winkeltjes. Aan te bevelen is het winkeltje "Almacen de Tangos" te bezoeken, waar veel CD’s en muziekbandjes zijn van de grote Tangosterren. Hiervandaan zijn we via de Avenue Juan de Garay teruggelopen naar ons hotel. ’s-Avonds heerlijk gegeten vlak om de hoek bij een Chinees Restaurant waar je een lopend buffet had voor weinig geld. De een na laatste dag hebben we om 10 uur afgesproken. We gaan eerst naar de Russisch Orthodoxse Kerk, waar een doopdienst werd gehouden. Daarna via het park naar de wijk La Boca, waar veel gekleurde huisjes zijn. Dit moet je gezien hebben mede vanwege de sfeer die daar hangt. Van La Boca zijn we richting het hotel gelopen en hebben toen de metro genomen naar Avenue de Mayo, Daarna zouden we lopen naar de Obelisk en verder naar de Avenue Cordoba, want in deze straat kon je het overgebleven Uruquaanse geld wisselen. Bekend was, dat de wisselkantoren om drie uur dicht zouden gaan dus uitrusten op een terrasje was niet haalbaar maar wel welkom. Besloten werd, dat Hendrik Jan en ik door zouden gaan om geld te wisselen en dat de rest heerlijk zou gaan genieten van een drankje. Wij vragen waar je geld kon wisselen (de banken vertikten het) en we werden verwezen naar de Paraguay straat, waar het ons lukte ons overtollige Uruquaanse geld om te zetten in Argentijnse Pesos. Na ook enige tijd onze vermoeide voeten rust te hebben gegeven gaan we door de Floridastraat op weg naar het Plaza de Mayo, waar de dwaze moeders zich iedere donderdagmiddag tegen drie uur verzamelen. We hebben dat niet mee mogen maken vanwege het feit, dat wij daar woensdag waren. Een bezoek aan het oudste cafe van Zuid Amerika ( Cafe Tortoni aan de Avenue de Mayo) was ons volgende doel. Wat een schitterend en sfeervol etablissement is
dat. Het cafe is van 1851 en voorheen was het een kapperszaak. Binnen hangen foto’s van alle beroemdheden die er geweest zijn. We waren bij terugkomst moe maar voldaan. ’s-Avonds bezochten we de facultatieve tangoshow. Je zag hier hoe de Argentijnse tango gedanst moest worden en verder werden door een zanger en zangeres tangoliederen ten gehore gebracht. Wat een stem hadden beide personen. We waren om circa 12 uur terug in het hotel. De laatste dag We vertrekken om elf uur uit het hotel en kunnen dan nog rustig op het vliegveld van Buenos Aires onder het genot van een kopje koffie afscheid nemen van Nicolette, die terugvliegt naar Sao Paulo. Ons vliegtuig vertrekt precies op tijd en we zijn op tijd in Frankfurt waar het lang wachten is op de vlucht naar Amsterdam. Opgemerkt moet worden, dat de versnaperingen op Frankfurt aan de prijzige kant zijn en dat aanbevolen wordt niet met Nederlands geld te betalen, aangezien men daar een zeer onvoordelige wisselkoers hanteert.
Algemene conclusie: Een reis om niet te vergeten; Het bezoek aan Buenos Aires had langer gemogen. Wat een stad; Veel kilometers ( in totaal 3.778 )
Aanbevelingen: Bezoek de Corcovado 's-morgens; Ga voor zonsondergang naar het Suikerbrood, waarna je na zonsondergang weer naar beneden gaat, Je kan dan zowel gedurende daglicht als bij avond genieten van het uitzicht op Rio de Janeiro en de Corcovado. Zorg, dat je snel postzegels koopt, want bij aankomst in de hotels zijn alle postkantoren al gesloten. Misschien verdient het aanbeveling, dat de reisleiding bij voorbaat postzegels inkoopt. Neem geen dollarcheques mee, maar contanten. (de meest gangbare creditcard is Visa, maar wordt niet overal geaccepteerd.)