Tristan Versteven Stefaan Degand Brechtje Louwaard
Beste%leerkracht In% deze% lesmap% bij% ‘Het% land% is% stil’% vindt% u% een% aantal% inleidende%opdrachtjes%om%de%nieuwsgierigheid%van%uw% leerlingen% te% prikkelen.% Uit% ervaring% weten% wij% dat% the? aterbezoek% van% groepen% leerlingen% veel% plezieriger% en% zinvoller%is%als%er%in%de%klas%iets%mee%gedaan%wordt%op% voorhand%en/of%erna.%Dat%hoeft%helemaal%niet%lang%te%zijn.% Er% zijn% zowel% hele% korte% als% meer% uitgebreide% werkvor? men,% zowel% creatieve% als% theoretische.% Zo% is% er% een% opdracht% rond% elektriciteit% (theorie% en% proefjes),% zijn% er% spelopdrachten% (drama),% klasgesprekken,% schrijf?% en% tekenopdrachten.%Met%deze%map%kunt%u%makkelijk%kiezen% tussen% korte% en% lange% activiteiten.% De% opdrachten% zijn% uitgewerkt% en% kunnen% zonder% extra% voorbereiding% wor? den%uitgevoerd. Wij%zijn%benieuwd%naar%uw%reacties%en%zijn%blij%u%te%be? groeten%op%een%voorstelling%van%‘Het%land%is%stil’. Hartelijke%groet Tristan%en%Brechtje
[email protected]
Hetf i l mpj ei st ev i ndenopdewebs i t ev anHetBank et . ( www. het bank et . be)Ganaarl es mat er i aal Hetl andi ss t i l . Hetwac ht woor di s“ i gor ” .
De#volgende#vragen#zijn#een#leidraad#om#met#uw#leer3 lingen#van#gedachten#te#wisselen#over#thema’s#uit# de#voorstelling.#U#kan#natuurlijk#dieper#ingaan#op#het# waarom#van#keuzes#en#antwoorden#van#uw#leerlingen. 1.%Welke%plaats%is%voor%jou%het%drukst:%bus,%speelplaats,% klas,%voetbalstadion,%verjaardagsfeest,%thuis? Rangschik%van%‘het%drukst’%(1)%naar%‘het%minst%druk’%(6). (1)%……. (2)%……. (3)%……. (4)%……. (5)%……. (6)%……. Wat%is%de%top%6%van%jullie%klas? 2.%Welk%soort%van%drukte%is%voor%jou%‘onverdraaglijk’? Wanneer%zou%je%er%wel%tegen%kunnen? 3.%Wanneer%ben%jij%graag%alleen? 4.%Hoe%ziet%jouw%ideale%‘alleenplek’%eruit? 5.%Hoe%zou%een%‘alleenplek’%eruit%kunnen%zien%op%een% theaterscène? Breng%een%collage%aan%in%onderstaande%tekening.% (Maak#van#de#theaterscène#in#bijlage#een#afdruk#voor# elke#leerling.#Deze#opdracht#kan#ook#op#een#wit#blad# worden#uitgevoerd#of#bijvoorbeeld#in#een#schoenen3 doos.)
6.%Hoe%zou%jij%proberen%te%overleven%op%een%onbewoond% eiland? Op%deze%vraag%zoek%je,%zonder%met%andere%leerlingen%te% praten,%een%antwoord.%Als%je%het%weet,%kom%je%naar%voor% en%schrijf%je%je%antwoord%op%het%bord.%Wil%je%reageren%op% een%antwoord%van%iemand%anders%dan%schrijf%je%dat%ook% op% het% bord.% Er% mag% absoluut% niet% gesproken% worden.% En%er%mag%ook%niets%van%het%bord%weggeveegd%worden. 7.%Wat%zou%er%gebeuren%als%er%op%het%onbewoonde%eiland% een%tweede%persoon%zou%arriveren?%En%een%derde? 8.%Hieronder%zie%je%een%afbeelding%van%een%‘survival%kit’.% Welke%voorwerpen%herken%je?%Waarvoor%dienen%ze?
9.%Maak%een%‘overlevingskistje’%ter%grootte%van%een%siga?% rendoosje% voor% een% andere% leerling% van% de% klas.% Wat% stop%jij%er%voor%je%klasgenootje%allemaal%in?%(De#opdracht# kan# ook# uitgevoerd# worden# door# een# lijstje# samen# te# stellen#op#onderstaand#briefje#of#de#voorwerpen#te#laten# tekenen#in#onderstaand#doosje.)
wetenschap
De# voorstelling# kan# een# goede# aanleiding# zijn# om# de# werking#van#elektriciteit#uit#te#leggen. 1.% Wist% je% dat% de% grootste% stroomuitval% uit% de% geschie? denis%plaatsvond%in%het%noordoosten%van%de%Verenigde% Staten%en%een%deel%van%Canada%in%augustus%2003?%Maar% liefst%vijftig%miljoen%mensen%zaten%toen%plotseling%in%het% donker.%De%op%een%na%grootste%storing%was%in%1965,%in% hetzelfde%gebied%nog%wel.%Dertig%miljoen%mensen%moes? ten%het%een%tijdje%zonder%stroom%doen. Weet%jij%hoe%elektriciteit%eigenlijk%werkt? 2.% Statische% elektriciteit% is% een% natuurverschijnsel% dat% ontstaat%door%wrijving%met%bijvoorbeeld%kleding.%Het%vol? gende%experimentje%is%ideaal%voor%slimme%blonde%meis? jes:%trek%je% (synthetische)%truitje% over% je% hoofd% uit% en% je% haren%zullen%waarschijnlijk%recht%overeind%staan.
Jongens% kunnen% een% ballon% tegen% hun% trui% opwrijven.% Hou%de%ballon%tegen%het%plafond%en%je%zal%zien%dat%hij%er% heel%lang%tegen%zal%‘plakken’. 3.% Als% je% een% elektrische% draad% doorknipt,% ontstaat% er% kortsluiting% en% komen% er% vaak% kleine% vonkjes% vrij% zo? als%bij%een%bliksemschicht.%Je%kan%zelf%een%minibliksem% maken%door%met%een%wollen%doek%over%twee%ballonnen% te%wrijven%en%vervolgens%de%ballonnen%dicht%bij%elkaar%te% brengen.%Je%ziet%dan%een%heel%klein%vonkje%(bliksem)%en% als%je%goed%luistert%hoor%je%ook%geknetter%(donder).%Maak% je%klaslokaal%wel%goed%donker.
theater
Deze#opdracht#is#het#best#uit#te#voeren#nadat#de#leerlin3 gen#de#voorstelling#hebben#gezien.
1.%Hieronder%volgen%twee%fragmenten%uit%‘Het%land%is%stil’.% Kies%één%dialoogje%en%lees%het%in%duo%luidop%voor%van%op% je%stoel%in%de%klas.%Vervolgens%ga%je%in%duo%vooraan%in% de%klas%staan%en%lees%of%speel%je%het%dialoogje%nog%eens.% Hoe%verschillend%voelt%dit%aan?
(1)%HELENA:%Igor.%Hij%is%vriendelijk.%Hij%is%grappig. FRANS?JOZEF:%Ik%zeg%je%:%geloof%geen%woord%van%wat% hij%zegt.%Oppassen%met%die%kerel.%Hij%wil%je%alleen%maar% voor%zich%winnen. HELENA:%En%jij?%Wat%wil%jij? FRANS?JOZEF:% Dat% is% iets% anders.% Ik% moest% je% eerst% niet.%Hij%vindt%je%geweldig%vanaf%het%eerste%moment. HELENA:%Igor? FRANS?JOZEF:%Nee,%niet%geweldig.%Ik%bedoel…%Vanaf% het%eerste%moment%dat%hij%je%zag,%wil%hij%je%voor%zich%al? leen.%Hij%denkt:%‘Ha,%een%vrouw.%Die%moet%ik%hebben.’%Ik% niet.%Ik%dacht:%‘Ha%nee,%een%vrouw.%Die%moet%hier%zo%snel% mogelijk%weg.’%Dat%dacht%ik. HELENA:%Oh. FRANS?JOZEF:%Nu%denk%ik%anders.%Ik%heb%je%leren%ken? nen%en%ik%vind%je%sympathiek. HELENA:%Sympathiek? FRANS?JOZEF:%Eerder%leuk. HELENA:%Leuk?%Oh. FRANS?JOZEF:% Hoe% meer% ik% naar% je% kijk,% hoe% meer% ik% naar%je%luister,%hoe%meer%ik%met%je%praat,%hoe%meer%ik%met% je%eet,%hoe%meer%wij%samen%drinken,%hoe%meer%wij%samen% samen%samen…%als%er%bijvoorbeeld%iets%niet%is,%dat%wij% dan…%samen%samen%ja…dat%oplossen%en%zo,%hoe%meer% ik%jou%verdraag%in%mijn%buurt. HELENA:%Verdraag?%Oh.%Leuk. FRANS?JOZEF:%Fijn. FRANS?JOZEF:%Fijn%ook. Voor%mij. HELENA:%Normaal%ben%je%geen%prater. FRANS?JOZEF:%Nee.%Klopt.
theater
(2)#Helena#valt#in#slaap.#Frans3Jozef#kijkt#onder#het#rokje# van#Helena,#op#dezelfde#manier#als#voorheen.#Igor#op. IGOR:%Grappig. FRANS?JOZEF:%Mhmhm. IGOR:%Dit. FRANS?JOZEF:%Mhmhm. IGOR:%De%situatie.%Het%ene%moment%denk%je%dat%je%nooit% meer%iemand%zal%tegenkomen.%Het%volgend%moment,%ja,% dit.%Hier%zitten%we%met%zijn%drieën.%Grappig. FRANS?JOZEF:%(kort)%Ja.%Grappig.%Zeker. IGOR:% Twee% mannen% en% één% vrouw.% Twee% mannen…% Eén%vrouw… FRANS?JOZEF:%Twee%mannen%één%vrouw. IGOR:%Twee%en%één. FRANS?JOZEF:%Is%drie. IGOR:%Drie%is%geen%paar. FRANS?JOZEF:%Twee%en%vier%wel. IGOR:%Drie%is%dus%één%te%weinig%of%één%te%veel. FRANS?JOZEF:%Klopt. IGOR:%En%wij%zijn%met%drie.%Dus… FRANS?JOZEF:%Wat?%Waar%wil%je%naar%toe?%Zeg%wat%je% te%zeggen%hebt,%man.%Weinig%woorden,%daar%hou%ik%van.% Kort,%beknopt,%bondig. IGOR:%Wij%met%ons%drie,%dat%gaat%niet%blijven%duren. FRANS?JOZEF:%Oh.%Ga%je%weg? IGOR:%Nee. FRANS?JOZEF:%Wat%wil%je%dan%zeggen? IGOR:%Dit%is%niet%duidelijk.%Dit%kan%niet%blijven%duren.%Wat% zijn%wij%van%elkaar?%Volgens%mij%moeten%we%dat%vastleg? gen.%Wat%ben%jij%van%mij?%Wat%is%zij%van%jou? FRANS?JOZEF:%Laat%mij%gerust,%man.%Ga%weg.%Los%het% op.
2.%‘Twee%mannen%één%vrouw,’%zegt%Frans?Jozef.%En%dat% kan% tot% spanning% leiden.% Frans?Jozef% is% een% man% van% weinig%woorden.%Igor%doet%het%met%een%ietsje%meer. Schrijf% een% briefje% naar% Helena% waarin% je% schrijft% dat% je% haar%graag%hebt%(én%wil).%Je%mag%in%de%huid%kruipen%van% Frans?Jozef%of%van%Igor.%Met%veel%woorden%of%met%weinig% dus.