+
Trends & cijfers recreatie
Zicht op arbeidsmarkt en onderwijs 2014 - 2015
Colofon Uitgave Kenwerk Maria Montessorilaan 11-17 2719 DB Zoetermeer Telefoon: 079 360 14 00 Website: www.kenwerk.nl Auteurs Marije van de Grift Bernadette Dijkstra Annemarie de Mooij Eline van den Berg Met medewerking van Romy Chhik
© 2014 Kenwerk De digitale versie van Trends & cijfers recreatie is beschikbaar op de website van Kenwerk (www.kenwerk.nl/trendsencijfers). Overname voor eigen gebruik is toegestaan onder bronvermelding. Drukfouten en/of andere onvolkomenheden voorbehouden.
Voorwoord Voor u ligt Trends & cijfers recreatie 2014-2015. In deze rapportage gaan we in op het beroepsonderwijs, de arbeidsmarkt en de aansluiting tussen deze twee voor de sector. In 2014 hadden we nog altijd te maken met de effecten van de crisis van de afgelopen jaren. Het aantal faillissementen in 2014 is in vergelijking met 2013 gedaald, maar nog altijd veel hoger dan in 2008. Hoewel zich een kleine economische groei lijkt voor te doen, is deze niet krachtig genoeg om het aantal banen te laten toenemen. Met name voor de jeugd, startend op de arbeidsmarkt, is dit een probleem. In 2014 stond het bestrijden van de jeugdwerkloosheid dan ook volop in de belangstelling. Het UWV en CPB verwachten voor 2015 een kleine groei in het aantal banen. Dit betekent dat de arbeidsmarkt in 2015 nog steeds niet aan iedereen een passende baan kan bieden. In 2015 staan voor het mbo grote veranderingen op de agenda:
De opheffing van de 17 kenniscentra beroepsonderwijs en bedrijfsleven. De wettelijke taken worden vanaf 1 augustus belegd bij de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).
De invoering van de nieuwe Branche Kwalificatiestructuur (BKS). Belangrijk daarbinnen zijn de keuzedelen; hiermee kunnen onderwijsinstellingen snel inspelen op bijvoorbeeld veranderingen in het bedrijfsleven. Met de nieuwe structuur wordt het voor onderwijsinstellingen mogelijk om nauw aan te sluiten op arbeidsmarkt in hun regio.
Omdat tot een arbeidsmarktrelevant opleidingsaanbod te komen en om (toekomstige) leerlingen inzicht te geven in het arbeidsmarktperspectief van een opleiding is informatie over de onderwijsen arbeidsmarkt cruciaal. Kenwerk voorziet hierin door middel van de publicatie Trends & cijfers 2014-2105. Vanaf 2015 zal een deel van deze informatie door de SBB worden gepubliceerd.
Alien Cnossen Algemeen directeur Kenwerk
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................ 1 Leeswijzer ......................................................................................................... 3 Leren in de praktijk ........................................................................................... 7 Onderwijs .......................................................................................................... 7 Leerbedrijven ................................................................................................... 10 Kans op een stage ............................................................................................. 11 Werken ............................................................................................................ 17 Arbeidsmarkt recreatie ....................................................................................... 17 Vraag op de arbeidsmarkt .................................................................................. 19 Concurrentie op de arbeidsmarkt ......................................................................... 21 Kans op werk.................................................................................................... 23 Samenvatting en vooruitblik............................................................................ 29 Tabellenboek ................................................................................................... 33 Bronnenlijst ..................................................................................................... 42 Verantwoording ............................................................................................... 43 Afkortingen en begrippenlijst .......................................................................... 45
Inleiding Trends en cijfers Jaarlijks publiceert Kenwerk informatie over ontwikkelingen in het beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Trends & cijfers recreatie bevat kwantitatieve informatie over beroepsopleidingen, het leren in de praktijk en de aansluiting op de arbeidsmarkt voor de recreatie. De andere sectoren waar Kenwerk zich op richt, horeca, bakkerij, reizen en facilitaire dienstverlening, worden beschreven in aparte publicaties. Het doel van Trends & cijfers recreatie is bij te dragen aan de afstemming van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarktbehoefte, nationaal en regionaal. Vooral waar sprake is van overschotten of tekorten is beleidsmatige sturing van belang. Kenwerk vervult hierin een brugfunctie als kenniscentrum, met als uiteindelijke doel een goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven in de betreffende sectoren. Deze publicatie geeft inzicht in de onderwijs- en arbeidsmarkt van de recreatiebranche en de optelsom van deze twee: de kans op een stage en de kans op werk. De rapportage onderscheidt zich van andere arbeidsmarktrapportages in deze branche omdat gerapporteerd wordt over de verschillende kwalificaties waarop opleidingen worden aangeboden in de recreatiebranche. Dit vertaalt zich in een hoog niveau van detail en diepgang. Rapporteren op kwalificatieniveau is mogelijk omdat Kenwerk als kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven beschikt over unieke gegevensbronnen. Zo heeft Kenwerk inzicht in het aantal erkende leerbedrijven via het Register erkende leerbedrijven en zijn bij Kenwerk regionale adviseurs werkzaam die beschikken over jarenlange ervaring en uitgebreide kennis van de stage- en arbeidsmarkt in de sectoren horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De gegevens worden in een breder perspectief geplaatst door ze te vergelijken met gegevens die ter beschikking worden gesteld door onder andere DUO, het ministerie van OCW, de Vereniging Hogescholen, CBS, Jobfeed (via SBB), UWV en brancheorganisaties. Doel en doelgroepen Trends & cijfers recreatie worden door Kenwerk gemaakt in het kader van zijn wettelijke taak en is met name bedoeld voor onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en sociale partners. Zij kunnen informatie uit deze publicatie gebruiken voor de vormgeving en onderbouwing van hun beleid. De kans op een stage en de kans op werk zijn interessant voor iedereen die aan een (vervolg)opleiding wil beginnen of zich wil oriënteren op de arbeidsmarkt bij het zoeken naar een baan of het veranderen van werkomgeving. Vanzelfsprekend kan het rapport ook gebruikt worden door studiekeuze- en loopbaanadviseurs. In samenwerking met de andere kenniscentra verschijnt de prognose-informatie ook op www.kansopstage.nl en www.kansopwerk.nl.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
1
Leeswijzer Opbouw Er zijn vijf publicaties Trends & cijfers, één voor elke sector waarop Kenwerk zich richt: horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De publicaties zijn onafhankelijk van elkaar te lezen. Doordat de rapportages zo veel mogelijk parallel zijn opgebouwd, is het mogelijk een vergelijking te maken tussen de verschillende sectoren. Elke Trends & cijfers is opgebouwd uit twee delen: Leren in de praktijk en Werken. Leren in de praktijk beschrijft de ontwikkelingen in het onderwijs en de perspectieven op de stage- en leerbanenmarkt. Werken beschrijft de ontwikkelingen, de vraag en de concurrentie op de arbeidsmarkt gevolgd door de arbeidsmarktperspectieven per kwalificatie en regio. De publicatie eindigt met een samenvatting en vooruitblik en een tabellenboek. In het tabellenboek zijn alle in de tekst genoemde cijfers terug te vinden. Om de leesbaarheid van Trends & cijfers te vergroten, is de uitleg van begrippen en afkortingen, waar mogelijk, opgenomen in een begrippenlijst in plaats van in de tekst. De begrippenlijst vindt u achter in iedere Trends & cijfers. Daarnaast wordt er in Trends & cijfers gerapporteerd over schooljaren, bijvoorbeeld 2013-2014. Deze worden zo veel mogelijk afgekort naar het inschrijfjaar; in dit voorbeeld 2013. Kwalificaties In Trends & cijfers worden alleen kwalificaties beschreven waarop daadwerkelijk inschrijvingen zijn. Daarbij worden de kwalificaties steeds aangeduid met de meest recente termen. Een vergelijking met eerder gebruikte termen vindt u in het tabellenboek.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
3
Leren in de praktijk Dit eerste hoofdstuk gaat over het middelbaar beroepsonderwijs in de recreatiebranche. We kijken naar aantallen leerlingen, diploma’s en scholen. Vervolgens gaan we in op de doorstroom naar vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en ten slotte belichten we de leerbedrijven en de kans op een stage.
Onderwijs Voortgezet onderwijs In 2013 is het aantal leerlingen in het vmbo opnieuw gestegen. Sinds 2011 is het aantal leerlingen met 5% toegenomen. Het aantal leerlingen op het havo en vwo nam licht af ten opzichte van een jaar eerder, met ongeveer 4%. Op het vmbo volgen de meeste leerlingen, 40%, de theoretische leerweg. Dit percentage neemt de afgelopen jaren geleidelijk toe. Het totaal aantal vmbo- leerlingen is net als vorig jaar toegenomen met ongeveer drieduizend. Naast de theoretische leerweg hebben veel mbo-leerlingen recreatie een vooropleiding binnen de sectoren economie en zorg & welzijn. Binnen de sector economie is de afdeling handel & administratie het meest relevant. Binnen de sector zorg & welzijn geldt dit voor het intrasectorale programma (ISP) en voor verzorging. Het aantal leerlingen op deze afdelingen neemt de laatste jaren af. In 2013 zaten in totaal 39.821 leerlingen op de afdelingen handel & administratie, verzorging en zorg & welzijn-ISP. Dat is een daling van 4% ten opzichte van het jaar ervoor en een daling van 39% ten opzichte van 2006. In onderstaande figuur is de relatieve ontwikkeling per opleiding opgenomen vanaf 2007.
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
0% -10% -20%
-22%
-30% -40%
-39%
-50%
-48%
-60% Zorg & welzijn-ISP
Handel & administratie
Verzorging
Figuur 1: Relatieve afname ten opzichte van 2006 van vmbo-leerlingen zorg & welzijn-ISP, handel & administratie en verzorging, 2007-2013. Bron: DUO (2014)
Middelbaar beroepsonderwijs Vergeleken met vorig jaar zien we een daling in het aantal mbo-leerlingen. Het gaat om een daling van 1%. In 2013 was het totaal aantal leerlingen in het mbo 495.215. Het aantal leerlingen in de sector recreatie is na een aantal jaren van stijging het afgelopen jaar licht gedaald. In 2013 is het aantal leerlingen met 2,2% afgenomen naar 9.102 leerlingen. In onderstaande figuur zijn de mutaties van het aantal leerlingen van jaar op jaar weergegeven voor alle mbo-sectoren en de sector recreatie.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
7
2013
-1,0% -2,2%
2012
-2,0%
2011
2,1%
-0,9%
4,6% 1,1%
2010 -5%
0%
18,0% 5%
Mbo totaal
10%
15%
20%
Mbo recreatie
Figuur 2: Mutaties aantal leerlingen ten opzichte van het voorgaande jaar voor mbo totaal en mbo recreatie, 2010-2013 in percentages. Bron: DUO (2014)
Kwalificatie en leerweg De sector recreatie kent opleidingen op drie niveaus. Deze opleidingen zijn bovendien zowel in de bol-leerweg als in de bbl-leerweg te volgen. De bol-leerweg wordt door 99% van de leerlingen gevolgd, één procent volgt de bbl-leerweg. In onderstaande tabel is het aantal mbo-leerlingen recreatie weergegeven, naar niveau en leerweg. De kwalificaties Leisure & hospitality host op niveau 3 en Leisure & hospitality executive op niveau 4 zijn de populairste opleidingen onder mboleerlingen recreatie met respectievelijk 1.702 en 2.916 leerlingen. Bbl
Bol
24
1.129
<10
11
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Informatiemedewerker Receptionist
105 27
691
24
1.678
<10
35
<10
1.430
Frontofficemedewerker niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie
309
Niveau 4 Frontofficemanager Frontofficemedewerker niveau 4
612
Hoofd informatie Leisure & hospitality executive
80 15
2.901
109
8.993
1,20%
98,80%
Meewerkend voorman watersportindustrie Totaal Percentage totaal
12
Figuur 3: Aantal mbo-leerlingen recreatie naar kwalificatie, niveau en leerweg, 2013. Bron: DUO (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
8
Scholen en leerlingen Bij 38 mbo-onderwijsinstellingen worden één of meer mbo-opleidingen recreatie aangeboden. Gemiddeld zijn er 240 leerlingen recreatie per school. Twee derde van de mbo-leerlingen recreatie heeft een vooropleiding in het vmbo gevolgd. 12% heeft alleen de basisvorming afgerond, 3% heeft alleen de basisschool afgerond. 15% is ingestroomd vanuit een andere mbo-opleiding, waarvan 10% vanuit een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 en 5% vanuit een mbo 3- of 4-opleiding. 3%, ten slotte, heeft voorafgaand aan de opleiding het havo of vwo afgerond.
15%
3%3% 12%
66% Basisonderwijs
Basisvorming
Vmbo
Mbo
Havo/vwo
Figuur 4: Vooropleiding van mbo-leerlingen recreatie, 2013. Bron: DUO (2014)
Gediplomeerden: door- en uitstroom In schooljaar 2012-2013 hebben 2.924 leerlingen een mbo-diploma recreatie behaald. De meeste diploma’s (80%) waren voor bol-leerlingen. 17% van de diploma’s ging naar bbl-leerlingen. Daarnaast was 3% van de diploma’s voor zogenaamde extraneus- of examenleerlingen. Deze leerlingen zijn alleen ingeschreven voor de examens en niet voor onderwijs of begeleiding. Van de mbo-gediplomeerden recreatie in 2013 stroomt 54% direct de arbeidsmarkt op. 29% kiest voor een vervolgopleiding in het mbo en 17% voor een vervolgopleiding in het hbo. Deze percentages zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. In onderstaande figuur wordt de gediplomeerde doorstroom weergegeven voor mbo recreatie vanaf 2010.
Figuur 5: Doorstroom gediplomeerden naar jaar voor mbo recreatie. Bron: DUO (2011- 2014)
Wanneer we kijken naar de doorstroom per kwalificatie valt op dat leerlingen op alle niveaus vaak doorstromen naar de arbeidsmarkt. Niveau 3 leerlingen kiezen na hun opleiding grofweg in de helft van de gevallen voor een vervolgopleiding op het mbo en voor de andere helft voor de arbeidsmarkt. Uitzondering hierop is de Allround medewerker watersportindustrie, maar het gaat hier maar om 15 leerlingen. Van de niveau 4 leerlingen die hun diploma hebben gehaald gaat grofweg een derde de arbeidsmarkt op, het andere derde deel kiest voor een vervolgopleiding op het hbo.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
9
Mbo
Hbo
Arbeidsmarkt
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant
58%
42%
Medewerker watersportindustrie
44%
56%
Niveau 3 Receptionist
45%
Informatiemedewerker
40%
Leisure & hospitality host
49%
Allround medewerker watersportindustrie
80%
1%
54% 60%
1%
51% 20%
Niveau 4 Frontoffice manager
2%
31%
67%
Hoofd informatie
1%
36%
63%
Leisure & hospitality executive
2%
45%
53%
Meewerkend voorman watersportindustrie Totaal
29%
33%
67%
17%
54%
Figuur 6: Doorstroom gediplomeerden naar kwalificatie en niveau. Bron: DUO (2014)
Leerbedrijven Praktijkleren door middel van stages en leerbanen is een belangrijk element in het mbo. De stages en leerbanen van de leerlingen moeten plaatsvinden bij erkende leerbedrijven. Kenwerk beheert het Register erkende leerbedrijven voor de recreatiebranche. Medio 2014 zijn 1.948 mboleerbedrijven erkend voor de sector recreatie in Nederland en nog eens 720 in het buitenland. De meeste buitenlandse leerbedrijven zitten in Frankrijk gevolgd door Spanje en Italië. Het aantal leerbedrijven in het buitenland is ten opzichte van 2013 afgenomen met circa 200 leerbedrijven. Het aantal Nederlandse leerbedrijven is toegenomen met bijna 200 leerbedrijven. Leerbedrijven hebben vaak erkenningen voor meerdere kwalificaties. Bovendien kunnen leerbedrijven uit een bepaalde sector ook erkend zijn voor een kwalificatie die tot een andere sector behoort. Het aantal leerbedrijven per kwalificatie kan hierdoor hoger uitvallen dan het totaal absoluut aantal leerbedrijven in de sector. Bij deze laatste telling worden namelijk alleen de leerbedrijven meegenomen die op basis van hun hoofdactiviteit erkend zijn voor een bepaalde sector. In figuur 7 is per recreatiekwalificatie weergegeven hoeveel erkende leerbedrijven er zijn in Nederland. Erkende leerbedrijven Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie
1.170 159
Niveau 3 Informatiemedewerker
681
Receptionist
1.139
Leisure & hospitality host
1.418
Allround medewerker watersportindustrie
165
Niveau 4 Frontofficemanager Hoofd informatie Leisure & hospitality executive Meewerkend voorman watersportindustrie
974 500 1.363 37
Figuur 7: Erkende leerbedrijven naar kwalificatie. Peildatum 16 juni 2014. Bron: Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
10
Kans op een stage Deze paragraaf geeft een indicatie van de kans op een stage voor de kwalificaties in de recreatiebranche. De perspectieven zijn samengesteld op basis van leerlingaantallen per kwalificatie en het aantal leerbedrijven. In het algemeen hebben bedrijven een voorkeur voor stagiaires op niveau 3 of 4. Voor leerlingen die een plek op niveau 1 of 2 zoeken is het lastiger. Zij moeten dan bijvoorbeeld verder reizen voor hun stage. De ruimte die bedrijven voor stagiaires hebben is seizoensgebonden. Voor een specifieke stage reizen leerlingen soms ver. De kans op een stage voor leisure & hospitality is over het algemeen voldoende. De kans op stage is voor niveau 3 veelal ruim voldoende. Op niveau 4 is het minder makkelijk een stageplaats te vinden. De kans op een stage voor de frontoffice-opleidingen wisselt per regio maar is overwegend goed te noemen. In een aantal regio’s is het aantal bedrijven in de toeristische informatie (zoals VVV’s, ANWB) gedaald. In de watersportindustrie blijven de stageperspectieven goed. Dit is wel sterk regionaal gebonden. Slechts één school in Noord-Nederland biedt watersportopleidingen aan. In de tabellen op de volgende pagina is per regio en kwalificatie de kans op een stage weergegeven. De kleuren geven een indicatie van de perspectieven. De categorieën zijn als volgt ingedeeld: Goed
Ruim voldoende
Voldoende
Matig
Gering
100%/26%
25%/11%
10%/-10%
-11%/-25%
-26%/-100%
Niet beschikbaar
De percentages verwijzen naar de relatieve kans op een stage: welk percentage van de leerlingen kan geplaatst worden op basis van het beschikbaar aantal leerbedrijven in de regio.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
11
Noord
Oost IJssel-
Drenthe
Friesland
Groningen
Achterhoek
Food Valley Vechtstreek
MiddenGelderland Rivierenland
Stedendriehoek
ZuidTwente
Gelderland
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontofficemanager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Bronnen: DUO (2014) en Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
12
Middenwest Flevoland
Noordwest
Gooi- en
Haag-
Holland-
Midden-
Midden-
Oost-
ZH-
Groot-
NH-
Zaanstreek-
Zuid-
Vechtstreek
landen
Rijnland
Holland
Utrecht
Utrecht
Centraal
Amsterdam
Noord
Waterland
Kennemerland
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontofficemanager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Bronnen: DUO (2014) en Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
13
Zuidwest Drechtsteden
Gorinchem
Zuidoost
Rijn-
West-
mond
Brabant
Zeeland
Helmond-
Midden-
Midden-
Noord-
Noordoost-
Zuid-
Zuidoost-
De Peel
Brabant
Limburg
Limburg
Brabant
Limburg
Brabant
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontofficemanager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Bronnen: DUO (2014) en Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
14
Werken Dit deel beschrijft de arbeidsmarkt in de recreatiebranche. Het gaat in op het aantal bedrijven, het aantal werknemers en geeft een beeld van de arbeidsmarkt. De laatste paragrafen belichten de kans op werk vanuit verschillende invalshoeken: de vraag op de arbeidsmarkt, de concurrentie op de arbeidsmarkt en tot slot, de kans op werk per regio en per mbo-kwalificatie.
Arbeidsmarkt recreatie Verblijfsrecreatie en sport- en dagrecreatie Bedrijven Het CBS rapporteert 5.145 bedrijven in de categorie verblijfsrecreatie. Dit aantal is opnieuw hoger dan het vorige jaar. Deze stijging is het gevolg van de groei in de verhuur van vakantiehuisjes. Het aantal kampeerterreinen en jeugdherbergen en vakantiekampen blijft nagenoeg gelijk. De kleinere categorie sport- en dagrecreatie telt 310 zwembaden, 795 sportaccommodaties, 320 buitensportbedrijven en 305 pret- en themaparken. Het totaal aantal bedrijven in deze categorie is licht gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging is het gevolg van de groei van het aantal buitensportbedrijven (van 285 in 2013 naar 320 in 2014). De overige bedrijven in de categorie zijn (nagenoeg) gelijk gebleven. Het toegenomen aanbod van vrijetijdsbesteding afgelopen jaren gaat gepaard met een stabiele vraag van de consument. Een consument die als gevolg van de crisis minder te besteden heeft en actief (online) op zoek is naar kortingen. De BrancheBarometer Dagrecreatie (Rabobank, 2014) schrijft dan ook over een vechtersmarkt. 3.500 Verhuur van vakantiehuisjes 3.000
2965
Kampeerterreinen
2.500 2090
2.000
Sportaccommodaties Zwembaden
1.500 Pret- en themaparken 1.000 795 500
320 305 90
0 2009
2010
2011
2012
2013
Buitensport Jeugdherbergen en vakantiekampen
2014
Figuur 8: Aantal bedrijven in de verblijfsrecreatie en sport- en dagrecreatie per deelsector en per jaar. Bron: CBS (2014) SBI 2008: 55201, 55202, 5530, 93111, 93119, 93129 en 93211
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
17
Werknemers1 Uit de arbeidsmarktmonitor van het Sociaal Fonds Recreatie (SFRecreatie) blijkt dat de meeste werknemers werkzaam zijn bij vakantiehuisjes of bungalowparken. De arbeidsmarktmonitor richt zich echter alleen op de verblijfsrecreatie en zwembaden en kijkt naar het gemiddeld aantal werknemers in loondienst. Dit aantal is met 46 het hoogst bij bungalowparken. Daarna volgen gemengde bedrijven met zestien en zwembaden met vijftien werknemers. Bij campings zijn gemiddeld het laagst aantal werknemers in loondienst: zeven. In 2011 zijn er gemiddeld zeven vaste medewerkers in dienst getreden bij recreatiebedrijven. Daarnaast zijn er gemiddeld dertien uitzendkrachten en payrollers aangenomen. De gemiddelde uitstroom betreft vier vaste medewerkers en drie uitzendkrachten en payrollers. Ruim de helft van de werknemers in de verblijfsrecreatie- en zwembadbranche is laag opgeleid. Een aantal jaren geleden was het merendeel van hen nog middelbaar opgeleid. Een mogelijke oorzaak is de toegenomen instroom van het aantal scholieren en studenten dat nog een opleiding volgt.
Watersportindustrie Bedrijven en werknemers De watersportindustrie omvat drie groepen van activiteiten2: productieactiviteiten via de jachtbouw, handelsactiviteiten (zowel groot- als kleinhandel) en dienstverlenende activiteiten (scheeps-, jachthaven- of pleziervaartgerelateerde activiteiten). De watersportindustrie is één van de elf sectoren die deel uitmaken van de Nederlandse Maritieme Cluster. Andere sectoren zijn bijvoorbeeld de zeevaart, binnenvaart en de scheepsbouw. Het CBS toont aan dat het aantal bedrijven in de watersportindustrie is afgenomen van 1.500 in 2009 tot 1.375 in 2014. Met name de daling van het aantal bedrijven in de bouw van recreatieschepen heeft hieraan bijgedragen (965 in 2009 tot 825 in 2014). Het aantal bedrijven in de roei-, kano-, zeil- en surfsport is de afgelopen jaren juist licht gestegen (140 in 2009 tot 180 in 2014). De brancheorganisatie van de watersportindustrie HISWA herkent zich niet in de indeling van het CBS en publiceert eigen cijfers over de aard, omvang en ontwikkelingen in de watersportindustrie. Zij baseren zich hierbij op eigen (leden)onderzoek, CBS, NBTC, ICOMIA en de inzet van externe onderzoeksbureaus. Volgens HISWA (2014) telde Nederland in 2013 ongeveer 4.000 watersportbedrijven (jachtwerven, jachthavens, verhuurbedrijven, zeil- en vaarscholen, architecten, importeurs motoren, importeurs jachten, experts, makelaars, reparatie- en onderhoudsbedrijven). Dit is een afname van 200 bedrijven ten opzichte van 2010. In 2012 waren 11.656 personen werkzaam in de watersportindustrie (Ecorys, 2014). Dit is een lichte daling ten opzichte van het voorgaande jaar (11.880 werkzame personen). Tot 2008 toonde de werkgelegenheid in de watersportindustrie nog een licht stijgende lijn. Daarna heeft de economische crisis geleid tot een daling in de werkgelegenheid.
1 Deze paragraaf maakt gebruik van eerder gepubliceerde informatie uit Trends & cijfers recreatie 2013-2014. Op het moment van publiceren van de huidige rapportage is er geen recentere informatie op het gewenste detailniveau beschikbaar. 2 De genoemde activiteiten hebben betrekking op een ruimer geheel dan alleen het domein van de recreatiegerelateerde dienstverlening waar de kwalificaties Medewerker watersportindustrie, Allround medewerker watersportindustrie en Meewerkend voorman watersportindustrie onder vallen.
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
18
13000 12800 12600 12400 12200
werkzame personen
12000 11800
11656
11600 11400 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Figuur 9: Aantal werkzame personen in de watersportindustrie. Bron: Ecorys (2014)
ANWB en VVV Bedrijven en werknemers Binnen de indeling van het CBS vallen ANWB en VVV onder de categorie reisinformatie- en reserveerbureaus. Deze categorie telt 1.090 vestigingen. Dit is een lichte daling ten opzichte van het voorgaande jaar (1.105 vestigingen). Zowel de VVV als de ANWB presenteren zelf ook gegevens over het aantal vestigingen. Het aantal ANWB-winkels is in de periode 2011 – 2014 gedaald van 112 naar 76 winkels (ANWB, 2014). Het aantal medewerkers bij de ANWB is in deze periode redelijk stabiel gebleven. In 2013 (peildatum 31 december) werkten 4.832 medewerkers bij de ANWB. De VVV telde in 2013 (peildatum 31 december) 43 werknemers (VVV, 2014). Het aantal vestigingen is de afgelopen jaren flink afgenomen. In de periode 2009 – 2013 is het aantal vestigingen met bijna 30% gedaald (van 238 naar 167 locaties). Voor veel vestigingen is een shopin-shop formule in de plaats gekomen. De VVV zet daarnaast in op digitalisering. Er is een groeiend aantal digitale informatiezuilen beschikbaar in openbare ruimtes door het hele land. In 2014 telt Nederland 198 VVV-informatiebalies en 106 digitale informatiezuilen.
Vraag op de arbeidsmarkt Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de Jobfeed-vacaturebank. Jobfeed heeft toegang tot alle vacatures op internet. Kenwerk heeft vanuit zijn expertise beroepen uit de vacaturetitels gekoppeld aan mbo-kwalificaties en mbo-niveaus. Een deel van het totaal aantal vacatures, zeker in de recreatiebranche, wordt echter niet op internet geplaatst. Daarom zijn de vacatures door middel van ophoogfactoren opgehoogd om de realiteit zo goed mogelijk te benaderen. De cijfers vormen een indicatie van de ontwikkeling en spreiding van het aantal vacatures.
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
19
Aantal vacatures per richting In de periode van december 2013 tot en met juli 2014 zijn er ongeveer 1.400 vacatures voor functies in de recreatiebranche ontstaan. Dit is een toename van 9% ten opzichte van dezelfde periode in 2013. Vooral bij de beroepsgroep leisure & hospitality is een sterke stijging van het aantal vacatures zichtbaar. Dit heeft te maken met het seizoensgebonden karakter van deze beroepsgroep. 900 800
787
700
647
600 500
Frontoffice
400
Leisure & hospitality
300
Watersportindustrie
200 100 0 2011
2012
2013
7 2014*
Figuur 10: Aantal vacatures recreatiebranche, januari t/m juli 2011-2014*. Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014) *2014 is afwijkende periode: december 2013 t/m juli 2014.
Aantal vacatures per regio Bij een groot deel van de vacatures is de standplaats van de functie onbekend. Dit geldt zeker voor de beroepsgroep leisure & hospitality waarbij in 31% van de ontstane vacatures geen locatie is opgegeven. Het is mogelijk dat het hierbij gaat om recreatieteams die worden ingehuurd door grote recreatieorganisaties voor seizoenswerk in binnen- en buitenland. Bij de overige vacatures blijkt de regio Midden-Utrecht koploper is met 50 vacatures. Voor frontoffice is de vraag naar nieuw personeel veruit het grootst in Groot-Amsterdam, gevolgd door Haaglanden en ZuidLimburg. Er zijn elf regio’s waar minder dan 10 vacatures voor de recreatiebranche zijn ontstaan, met name in het oosten van het land (Achterhoek, IJssel-Vechtstreek, Rivierenland, ZuidGelderland). 30
Groot-Amsterdam
33
Zuid-Limburg
27
Haaglanden Midden-Utrecht Rijnmond Groningen Zeeland
7
Zuid-Kennemerland
14
Zuidoost-Brabant
10 0
56 59 50
24 26 30 39 16 47 17
West-Brabant
201
35 29 31
50 100 Leisure & hospitality
150 Frontoffice
200
250
Figuur 11: Tien arbeidsmarktregio’s met de meeste ontstane vacatures recreatiebranche, december 2013 t/m juli 2014. Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
20
Concurrentie op de arbeidsmarkt Schoolverlaters van de mbo-opleidingen in de recreatiebranche ondervinden op de arbeidsmarkt concurrentie van andere schoolverlaters en andere niet-werkende werkzoekenden in diezelfde richting. Het aantal niet-werkende werkzoekenden kan niet volledig in kaart gebracht worden. Enerzijds heeft dit te maken met het feit dat niet alle werkzoekenden zich inschrijven bij het UWV. Dit geldt met name voor jongeren omdat zij vaak niet in aanmerking komen voor een uitkering. Anderzijds kan het voorkomen dat iemand die staat ingeschreven als werkzoekende niet direct inzetbaar is op de arbeidsmarkt. Figuur 12 toont de ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden dat ingeschreven staat bij het UWV voor functies in het verlengde van de opleidingsrichtingen leisure & hospitality3 en frontoffice4. Het gaat alleen om niet-werkende werkzoekenden die korter dan een halfjaar zijn ingeschreven en mbo-gediplomeerd zijn. Deze groep kan als een directe concurrent van de schoolverlaters gezien worden omdat zij een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben. 4000 3500 3000
3361 2891
2500
FO - 2013
2000
FO -2014
1500 1000
L&H - 2013 795
891
L&H - 2014
500 0
Figuur 12: Aantal niet-werkende werkzoekenden per maand 2013-2014. Bron: UWV (2014)
Zowel voor frontoffice als leisure & hospitality is het beeld uit 2013 grofweg gelijk aan de maanden van 2014. Voor frontoffice is het aantal niet-werkenden werkzoekenden licht gedaald en voor leisure & hospitality is dat aantal en daarmee dus de concurrentie voor schoolverlaters, iets gestegen.
3 Het gaat om de functies recreatie- en activiteitenbegeleider, campingbeheerder en bedrijfsleiders van attractieparken, jeugdherbergen, vakantiecentra, waterrecreatiebedrijven en zwembaden. 4 Het gaat om de functies receptionist, frontofficemanager en toeristisch informant.
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
21
Noord
550 570 537
Overijssel en Gelderland Noord
681
452 475 462 443 422 413 453 394 422 351 300 299 379 299 338 297
Rijnmond Midden- en Oost Brabant Utrecht en Flevoland Gelderland Midden en Zuid Den Haag en Leiden West Brabant en Zeeland Noord Holland Noord Limburg
2014 2013
228 226
Groot Amsterdam 0
200
400
600
800
Figuur 13: Aantal niet-werkende werkzoekenden per regio, januari 2013-2014. Bron: UWV (2014)
Om een onderlinge vergelijking te maken per regio5, is gekeken naar het aantal niet-werkende werkzoekenden in de maand januari. Dit aantal is in 2014, net als een jaar eerder, het hoogst in de regio’s Noord en Overijssel en Gelderland-Noord. In deze regio’s ervaren schoolverlaters naar verwachting dan ook veel concurrentie op de arbeidsmarkt. In de meeste regio’s is het aantal niet-werkende werkzoekenden toegenomen ten opzichte van een jaar eerder. In de regio Groot-Amsterdam is het aantal niet-werkende werkzoekenden dat een baan zoekt in de recreatiebranche het laagst. In deze regio is de concurrentie op de arbeidsmarkt in verhouding dan ook lager. Omdat de recreatiebranche een zeer seizoengevoelige branche is, is ook gekeken naar het aantal niet-werkende werkzoekenden in de maand juli; zie figuur 14. Hierbij zien we dat in alle regio’s het aantal werkzoekenden is afgenomen ten opzichte van januari.
415 434
Overijssel en Gelderland Noord
378
Rijnmond
428
413 415
Noord
384 382
Utrecht en Flevoland Midden- en Oost Brabant
355
415
Den Haag en Leiden
300 338
2014
Gelderland Midden en Zuid
333 320
2013
Noord Holland Noord
255 265
Limburg
260 256 222 208
West Brabant en Zeeland
175 200
Groot Amsterdam 0
200
400
600
Figuur 14: Aantal niet-werkende werkzoekenden per regio, juli 2013-2014. Bron: UWV 5 Voor de overzichtelijkheid en vanwege lage aantallen heeft het UWV de 35 arbeidsmarktregio’s geclusterd onder 11 hoofdregio’s. De arbeidsmarktregio’s per hoofdregio staan weergegeven in het tabellenboek.
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
22
Kans op werk ‘Kans op werk’ is een indicator voor het arbeidsmarktperspectief van een gediplomeerde schoolverlater (beginnend beroepsbeoefenaar) in het verlengde en op het niveau van de gevolgde opleiding. De indicator is gebaseerd op de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden van de recreatieopleidingen wisselen sterk per regio en kwalificatie. Het grootste gedeelte van de vacatures in de recreatiebranche is seizoensgebonden. Daarnaast is de concurrentie op de arbeidsmarkt in de meeste regio’s toegenomen. Voor leisure & hospitality zijn de kansen vooral gering tot voldoende. Hoewel de vraag wat is toegenomen is door ook een toename van het aantal gediplomeerden de kans op werk niet gunstiger geworden. Voor frontoffice zijn de perspectieven matig tot voldoende. In een aantal stedelijke gebieden is de kans op werk voor een receptionist goed. Opleidingen in de watersportindustrie worden op dit moment slechts op één school aangeboden. Gediplomeerden hebben dus weinig last van concurrentie op de arbeidsmarkt. Bovendien is er vraag naar medewerkers met branchespecifieke kennis en ervaring. De arbeidsmarktperspectieven voor schoolverlaters van deze richtingen zijn dan ook voldoende. In de tabellen op de volgende pagina’s is per regio en kwalificatie de kans op werk weergegeven. De kleuren geven een indicatie van de arbeidsmarktperspectieven. De categorieën zijn als volgt ingedeeld: Goed
Ruim voldoende
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
Voldoende
Matig
Gering
Niet beschikbaar
23
Noord
Oost IJssel-
Drenthe
Friesland
Groningen
Achterhoek
Food Valley Vechtstreek
MiddenGelderland Rivierenland
Stedendriehoek
ZuidTwente
Gelderland
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontofficemanager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Bronnen: DUO (2014) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie
24
Middenwest Flevoland
Noordwest
Gooi- en
Haag-
Holland-
Midden-
Midden-
Oost-
ZH-
Groot-
NH-
Zaanstreek-
Zuid-
Vechtstreek
landen
Rijnland
Holland
Utrecht
Utrecht
Centraal
Amsterdam
Noord
Waterland
Kennemerland
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontofficemanager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Bronnen: DUO (2014) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie
25
Zuidwest Drechtsteden
Gorinchem
Zuidoost
Rijn-
West-
mond
Brabant
Zeeland
Helmond-
Midden-
Midden-
Noord-
Noordoost-
Zuid-
Zuidoost-
De Peel
Brabant
Limburg
Limburg
Brabant
Limburg
Brabant
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontofficemanager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Bronnen: DUO (2014) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Trends & cijfers recreatie 2014-2015
26
Samenvatting en vooruitblik Aantal leerlingen mbo recreatie daalt Voor het eerst is na een paar jaar het aantal leerlingen dat staat ingeschreven voor een mbokwalificatie recreatie gedaald. In 2013-2014 zijn er in totaal 9.102 leerlingen ingeschreven. Bij meer dan de helft gaat het om een opleiding op niveau 4 en bijna alle leerlingen volgen hun opleiding in de beroepsopleidende leerweg (bol). Vanuit het bedrijfsleven is er met name vraag naar zelfstandig werkende medewerkers in de recreatie. Dit zorgt ervoor dat in veel gevallen bedrijven de voorkeur geven aan een niveau 3boven een niveau 2-leerling bij een stage of het werven van nieuw personeel. Er zijn in 2014 in Nederland een kleine 2.000 leerbedrijven erkend voor stages/leerbanen recreatie. Daarnaast zijn er nog 720 bedrijven in het buitenland erkend. Doorstroom gediplomeerden naar mbo daalt licht Uit de cijfers over de doorstroom van gediplomeerden recreatie blijkt dat 54% kiest voor het betreden van de arbeidsmarkt. 17% gaat doorleren in het hbo en 29% in het mbo. Ten opzichte van vorig jaar is het aandeel leerlingen dat doorleert in het mbo gedaald en het aandeel dat gaat werken, gestegen. Matige arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden leisure & hospitality In de recreatiebranche is het grootste aanbod van vacatures seizoensgebonden. Daarnaast is de concurrentie op de arbeidsmarkt groter geworden voor de schoolverlater omdat het aantal nietwerkende werkzoekenden in veel regio’s is toegenomen ten opzichte van een jaar eerder. De arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden van de leisure & hospitality-opleidingen zijn over het algemeen dan ook matig te noemen. Vergroten kansen niveau 2 leisure & hospitality De recreatiebranche heeft samen met de sectoren zorg & welzijn, sport & bewegen en facilitaire dienstverlening de wens om hun niveau 2 kwalificatie te verbreden om de arbeidsmarktrelevantie te vergroten. Er is één breed kwalificatiedossier voor niveau 2 voor deze sectoren ontwikkeld. Dit dossier leidt op tot verschillende beroepen in de verschillende contexten. Grote steden bieden beste perspectieven voor frontofficemedewerkers Voor frontoffice is de vraag naar nieuw personeel het grootst in en rond grote steden, zoals Amsterdam, Den Haag en Utrecht. In deze regio’s is het aantal vacatures relatief hoog en het aantal niet-werkende werkzoekenden laag. Nieuw kwalificatiedossier Travel, leisure & hospitality biedt brede mogelijkheden Om de mogelijkheden voor leerlingen in de toeristisch-recreatieve sector op de arbeidsmarkt te verbreden, is een breed kwalificatiedossier voor niveau 3 en 4 ontwikkeld. Dit is een samenvoeging van de oude kwalificatiedossiers Frontoffice, Leisure & hospitality en Reizen. De kern van het profiel travel & hospitality is klant-/gastgerichtheid en commerciële dienstverlening. Hiermee kan de leerling gaan werken in de volgende contexten: hotellerie, VVV, ANWB en de reisbranche. De kern van het profiel leisure & hospitality is het uitvoeren van frontofficewerkzaamheden en het organiseren van activiteiten in de vrijetijdscontext.
Tabellenboek Overzicht regio’s District6
Hoofdregio UWV
Arbeidsmarktregio
Noord
Noord
Drenthe Friesland Groningen
Oost
Overijssel en Gelderland-Noord
IJssel-Vechtstreek Stedendriehoek Twente
Gelderland-Midden en -Zuid
Achterhoek Food Valley Midden-Gelderland Rivierenland Zuid-Gelderland
Middenwest
Utrecht en Flevoland
Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Oost-Utrecht
Den Haag en Leiden
Haaglanden Holland-Rijnland Midden-Holland Zuid-Holland-Centraal
Noordwest
Groot-Amsterdam
Groot-Amsterdam
Noord-Holland-Noord
Noord-Holland-Noord Zaanstreek-Waterland Zuid-Kennemerland
Zuidwest
Rijnmond
Drechtsteden Gorinchem Rijnmond
Zuidoost
West-Brabant en
West-Brabant
Zeeland
Zeeland
Midden- en Oost-
Helmond-De Peel
Brabant
Midden-Brabant Noordoost-Brabant Zuidoost-Brabant
Limburg
Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg
6
De zes districten die in de rapportage gebruikt worden, zijn gebaseerd op de vroegere CWI-districten.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
33
Kwalificaties Kenwerk Recreatie Naam kwalificatie
Crebo-nummers
Oude benamingen
Niveau 2 Aqua & leisure assistant Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie
94080 94110 10396
Medewerker recreatie
94960
Niveau 3 Aqua & leisure host Allround medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Frontofficemedewerker niveau 3
93240 90630 93370 94970 10887
Medewerker watersportindustrie Zelfstandig werkend medewerker 94120 90670 10391 recreatie 90620
Receptionist
90622 10398
Informatiemedewerker
90621 10392
Zelfstandig werkend medewerker toeristische informatie
Niveau 4 Aqua & leisure executive Leisure & hospitality executive
93330 90681 94130 90688 10382
Frontofficemedewerker niveau 4
94070
Frontofficemanager
94072
Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie
94071 90684 10383
Middenkaderfunctionaris recreatie
Middenkaderfunctionaris toeristische informatie
94980
N.b. Om de leesbaarheid te vergroten, zijn kwalificaties die betrekking hebben op eindtermenonderwijs en kwalificaties vanuit het beroepsgerichte onderwijs samengenomen waar deze enigszins met elkaar te vergelijken zijn.
Leren in de praktijk 1. VM2 Vmbo Havo Vwo
Aantal leerlingen bovenbouw vmbo, havo en vwo 2009-2013 2009 2010 2011 2.600 3.900 3.700 205.100 200.300 201.100 108.800 110.300 110.600 120.900 121.900 120.800
2012
2013
208.101 113.700 120.800
211.564 111.202 117.168
2012 24.765 15.551 25.740 29.750 30.675 81.620
2013 24.215 15.636 26.341 29.583 31.581 84.208
208.101
211.564
Aantal vmbo-leerlingen Z&W-ISP, H&A en verzorging 3e en 4e leerjaar 2009-2013 2009 2010 2011 2012
2013
Bron: Ministerie van OCW (2014) Aantal vmbo-leerlingen 3e en 4e leerjaar per sector 2009-2013 2009 2010 2011 Economie 30.762 28.600 26.357 Landbouw 16.921 15.602 15.772 Techniek 31.697 28.743 27.134 Zorg & welzijn 33.539 31.119 30.338 Intersectorale programma's 14.934 18.756 25.752 Theoretische leerweg 77.065 77.064 78.583 Totaal 204.918 199.884 203.936 2.
Bron: DUO (2010-2014) 3.
Zorg & welzijn-ISP
18.229
16.838
16.588
16.719
16.298
Handel & administratie
17.289
15.386
14.184
13.617
12.594
Verzorging
12.581
11.711
11.488
10.997
10.929
48.099
43.935
42.260
41.333
39.821
Aantal mbo-leerlingen recreatie 2009-2013 2009 5.575 443 6.018
2010 5.705 261 5.966
2011 5.736 181 5.917
2012 8.368 936 9.304
2013 8.993 109 9.102
Totaal Bron: DUO (2010-2014) 4. Bol Bbl Totaal
Bron: DUO (2010-2014) 5.
Aantal mbo-leerlingen recreatie per kwalificatie en per leerweg 2013 Bbl
Bol
Totaal
24
1.129
1.153
<10
11
19
105
105
691
718
309
309
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Informatiemedewerker Receptionist
27
Frontofficemedewerker niveau 3 Leisure & hospitality host Allround medewerker watersportindustrie
24
1.678
1.702
<10
35
43
<10
1.430
1.433
612
612
Niveau 4 Frontofficemanager Frontofficemedewerker niveau 4 Hoofd informatie Leisure & hospitality executive
15
Meewerkend voorman watersportindustrie Totaal Percentage totaal Bron: DUO (2014)
80
80
2.901
2.916
12
12
109
8.993
9.102
1,2%
98,8%
100%
6.
Mutaties aantal mbo-leerlingen recreatie per kwalificatie en per leerweg 2013 t.o.v. 2012, absolute aantallen Bbl Bol Totaal
Niveau 2 -52
60
<10
Allround medewerker watersportindustrie Frontoffice medewerker niveau 3 Informatiemedewerker Leisure & hospitality host Receptionist Niveau 4
-17 -526
-47 178 144 -21 <-10
-64 -348 144 -32 <10
Frontoffice manager Frontoffice medewerker niveau 4 Hoofd Informatie Leisure & hospitality executive Meewerkend voorman watersportindustrie Totaal
-203
430 -229 -73 182 <10 625
227 -229 -73 156 <10 -202
Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3
-11 <10
-26 -827
Bron: DUO (2013, 2014) 7.
Aantal mbo-leerlingen recreatie per regio en per school 2013 Regio School Noord Alfa-college Noorderpoort Drenthe College ROC Friese Poort Friesland College ROC Aventus Deltion College Landstede Rijn IJssel Oost ROC A12 Graafschap College ROC Nijmegen ROC Rivor ROC van Twente MBO Amersfoort MBO Utrecht Middenwest ROC van Flevoland ROC Leiden ROC Midden Nederland ROC Mondriaan Regio College Noordwest ROC Nova College ROC van Amsterdam ROC TOP Albeda College Da Vinci College Zuidwest ROC West-Brabant Scalda Zadkine De Rooi Pannen Koning Willem I College Arcus College ROC de Leijgraaf Zuidoost Gilde Opleidingen ROC Leeuwenborgh ROC Ter AA ROC Tilburg Summa College Totaal Bron: DUO (2014)
Aantal leerlingen 114 214 90 74 329 198 66 270 266 104 98 214 42 331 132 76 113 189 354 282 232 207 935 113 674 64 368 183 57 1.530 281 203 107 252 203 <10 <10 129 9.102
8.
2009 2010 2011 2012 2013
Vooropleiding mbo-leerlingen recreatie 2009-2013 (afgerond op hele procenten) Basis Basis onderwijs vorming Vmbo Vmbo tl Mbo 1-2 Mbo 3-4 Havo/ vwo 5% 18% 36% 26% 9% 5% 2% 4% 16% 37% 26% 8% 7% 2% 5% 18% 36% 26% 8% 5% 2% 11% 11% 33% 27% 9% 6% 3% 3% 12% 36% 30% 10% 5% 3%
Bron: DUO (2010-2014) 9. 2009 2010 2011 2012
Aantal mbo-diploma’s recreatie 2009-2012 Bbl 201 80 129 506
Bol 1307 1904 2418 2344
Extraneus 186 239 112 74
Totaal 1694 2223 2659 2924
Bron: DUO (2010-2013) 10.
Aantal mbo-diploma’s recreatie per kwalificatie en per leerweg 2012 Bbl Bol Extraneus
Totaal
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie
73
501
<10
<10
18
401
188 17 24 181
<10
581 <10
Niveau 3 Allround medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Receptionist Informatiemedewerker
15
15 24
443
347
13
548
85
<10
105
531
19
574
355
<10
542
99
<10
Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontoffice manager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Totaal
<10 506
2344
101 <10
74
2.924
Bron: DUO (2014) 11.
Mutaties aantal mbo-diploma’s recreatie per kwalificatie en per leerweg 2012 t.o.v. 2011 Bbl Bol Extraneus Totaal Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker watersportindustrie Niveau 3 Allround medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Frontoffice medewerker niveau 3 Receptionist Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Frontoffice medewerker niveau 4 Frontoffice manager Hoofd informatie Meewerkend voorman watersportindustrie Totaal Bron: DUO (2013, 2014)
69
-14 178 -8 -2 154
377
30 -1
-15 -1
84 -2
7 -98 30 59 -32
-2 -13 -1 1 -12
5 -125 29 238 -52
-100 -29 89 33 -2 -14
3 -1 1
-99 -30 244 33 -3 322
-1 -41
12.
Door- en uitstroom van gediplomeerden recreatie 2010-2013 (afgerond op hele procenten) 2010 2011 2012 2013
Arbeidsmarkt
49%
49%
47%
54%
Hoger onderwijs
16%
15%
17%
17%
Middelbaar beroepsonderwijs
35%
35%
36%
29%
Bron: DUO (2011-2014) 13.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven recreatie binnenland 2010-2014 2010 2011 2012
Recreatie
1.329
1.525
1.635
2013
2014
1.752
1.948
Bron: Kenwerk (2010-2014) 14.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven recreatie binnenland per kwalificatie 2014 Erkende leerbedrijven
Niveau 2 Leisure & hospitality assistant
1.170
Medewerker watersportindustrie
159
Niveau 3 Allround medewerker watersportindustrie
165
Leisure & hospitality host
1.418
Receptionist
1.139
Informatiemedewerker
681
Niveau 4 Leisure & hospitality executive
1.363
Frontofficemanager
974
Hoofd informatie
500
Meewerkend voorman watersportindustrie 37 Bron: Kenwerk (2014) N.b. Leerbedrijven zijn vaak erkend voor meer kwalificaties. Daarom kan geen verticale optelling plaatsvinden. 15.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven recreatie buitenland 2010-2014 2010 2011 2012
België
2014
62
43
53 40
40
42
37
Frankrijk
303
343
364
319
237
Italië
109
157
174
146
104
25
28
30
30
17
144
170
181
110
98
Duitsland
Oostenrijk Spanje
59
2013
37
Verenigd Koninkrijk
39
29
Overige landen
104
192
212
190
155
Totaal
722
983
1.060
938
720
Bron: Kenwerk (2010-2014)
Werken Verblijfsrecreatie en sport- en dagrecreatie 16.
Aantal recreatiebedrijven naar bedrijfstype 2010-2014 2010 2011
2012
2013
2014 2.965
Verblijfsrecreatie Verhuur van vakantiehuisjes
2.435
2.555
2.745
2.845
85
90
95
90
90
Kampeerterreinen
1.990
2.045
2.080
2.085
2.090
Totaal
4.510
4.690
4.920
5.020
5.145
Zwembaden
310
305
305
310
310
Overige sportaccommodaties
765
765
780
795
795
Overige buitensport
205
225
255
285
320
Jeugdherbergen en vakantiekampen
Sport- en dagrecreatie
Pret- en themaparken Totaal
300
310
300
300
305
1.580
1.605
1.640
1.690
1.730
Bron: CBS (2014) SBI 2008: 55201, 55202, 5530, 93111, 93119, 93129 en 93211 17.
Gemiddelde in- en uitstroom van personeel per bedrijf in de recreatiebranche 2007 en 2011 2007 2011
Instroom
4
7
Uitstroom
2
4
Bron: Veldkamp (2012)
Watersportindustrie 18.
Aantal bedrijven per deelsector 2010-2014 2010
2011
2012
2013
2014
Scheepsbouw (recreatieschepen)
955
935
920
860
825
Roei-, kano-, zeil- en surfsport
140
150
155
165
180
Jachthavens
365
360
360
380
370
Bron: CBS (2014) SBI 2008: 3012, 93152 en 93291 19.
Werkgelegenheidsontwikkeling watersportindustrie 2008-2012 Werkzame personen
2008
12.860
2009
12.670
2010
12.370
2011
11.880
2012
11.656
Bron: Ecorys Maritieme monitor (2013)
Reisinformatie- en reserveerbureaus 20.
Aantal vestigingen reisinformatie- en reserveerbureaus 2010-2014 2010 2011 2012
Aantal vestigingen
705
1125
1150
2013
2014
1105
1090
Bron: CBS (2014), SBI 2008: 7990 21.
Aantal ANWB-vestigingen in Nederland 2011-2014 2011
ANWB-winkels Steunpunten ANWB Alarmcentrale Totaal Bron: ANWB (2011-2014)
112
2012
2013
2014
110
97
76
4
4
5
3
116
114
102
79
22.
Aantal medewerkers ANWB 2011-2013 (peildatum 31 december) 2011 2012
Aantal medewerkers
4.761
2013
4.911
4.832
Bron: ANWB (2012-2014) 23.
Aantal VVV-locaties 2009
2010
2011
2012
2013
Vestigingen
238
237
228
190
167
VVV-informatiebalies & I-punten
192
231
251
286
327
Bron: VVV Nederland (2014) en NRCq (01-08-2014) 24.
Aantal ontstane vacatures recreatiebranche per richting januari t/m juli 2011-2014* 2011 2012 2013
2014
Frontoffice
674
604
693
647
Leisure & hospitality
393
274
596
787
Watersportindustrie
6
29
30
7
1.073
907
1.319
Totaal
Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014) *2014 is afwijkende periode: december 2013 t/m juli 2014 25.
Aantal ontstane vacatures frontoffice en leisure & hospitality per arbeidsmarktregio december 2013 t/m juli 2014 Leisure & Frontoffice hospitality
Achterhoek Drechtsteden Drenthe Flevoland Food Valley Friesland Gooi- en Vechtstreek Groningen Gorinchem Groot-Amsterdam Haaglanden Helmond-De Peel Holland-Rijnland IJssel-Vechtstreek Midden-Brabant Midden-Gelderland Midden-Holland Midden-Limburg Midden-Utrecht Noord-Holland-Noord Noord-Limburg Noordoost-Brabant Onbekend Oost-Utrecht Rijnmond Rivierenland Stedendriehoek Twente West-Brabant Zaanstreek-Waterland Zeeland Zuid-Gelderland Zuid-Holland-Centraal Zuid-Kennemerland Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
2 2 2 0 5 16 17 16 0 201 59 0 21 3 11 0 11 3 24 12 5 0 58 3 30 0 9 23 14 4 7 4 3 17 56 10
0 7 8 13 3 9 9 39 4 30 27 5 6 0 19 15 7 6 50 13 17 7 244 8 26 0 26 6 29 0 47 3 5 35 33 31
Totaal 2 9 10 13 8 25 26 55 4 231 86 5 27 3 30 15 18 10 74 25 22 7 302 11 56 0 35 29 43 4 54 7 8 52 89 41
26.
Aantal niet-werkende werkzoekenden per maand frontoffice en leisure & hospitality 20132014 Frontoffice 2013
Frontoffice 2014
Leisure & Hospitality 2013
Leisure & Hospitality 2014
Januari
3541
3775
812
1020
Februari
3563
3718
845
1047
Maart
3587
3549
824
1028
April
3435
3362
762
968
Mei
3313
3238
724
891
Juni
3177
3094
671
811
Juli
3013
2817
641
Augustus
3061
2839
674
766
September
3149
2891
749
795
Oktober
3059
761
November
3330
886
December
3361
891
772
Bron: UWV (2014) 27.
Aantal niet-werkende werkzoekenden in de recreatiebranche (frontoffice + leisure &
hospitality) per regio januari 2013-2014 2013
2014
Groot-Amsterdam
226
228
Noord-Holland-Noord
299
379
West-Brabant en Zeeland
299
300
Limburg
297
338
Den Haag en Leiden
351
422
Gelderland-Midden en -Zuid
394
453
Utrecht en Flevoland
413
422
Midden- en Oost-Brabant
443
462
Rijnmond
475
452
Overijssel en Gelderland-Noord
537
570
Noord
550
681
Bron: UWV (2014) 28.
Aantal niet-werkende werkzoekenden in de recreatiebranche (frontoffice + leisure &
hospitality) per regio juli 2013-2014 2013
2014
West-Brabant en Zeeland
208
222
Groot-Amsterdam
200
175
Limburg
256
260
Noord-Holland-Noord
265
255
Gelderland-Midden en -Zuid
320
333
Den Haag en Leiden
338
300
Midden- en Oost-Brabant
355
415
Utrecht en Flevoland
382
384
Noord
415
413
Overijssel en Gelderland-Noord
434
415
Rijnmond
428
378
Bron: UWV (2014)
Bronnenlijst ANWB (2013). Feiten en cijfers. Geraadpleegd in juli 2013. www.anwb.nl/over-anwb/anwbactueel/feiten-en-cijfers. Den Haag CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek (2008-2014). Statline databank. Den Haag Geraadpleegd in augustus en september 2014. DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs (2007-2014). Aantal deelnemers vmbo en mbo. Zoetermeer DUO – Dienst Uitvoering Onderwijs (2009-2014). Aantal gediplomeerden. Zoetermeer DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs (2014). Doorstroombestand gediplomeerden. Zoetermeer Ecorys (2014) in opdracht van Nederland Maritiem Land. De Nederlandse Maritieme Cluster, Monitor 2013. Rotterdam HISWA (2014). Factsheet Watersportindustrie. Versie 1 juli 2014. Jobfeed (2014). Telling online vacatures recreatie 2010-2014. Via SBB, Zoetermeer Kenwerk (2010-2014). Register erkende leerbedrijven. Telling juni 2014. Zoetermeer NRCq (2014). De VVV wordt WWW. Geraadpleegd in september 2014 via http://www.nrcq.nl/2014/08/01/de-vvv-wordt-www Rabobank (2014). BrancheBarometer Dagrecreatie. Sociaal Fonds Recreatie (2011). Arbeidsmarktmonitor. Gorinchem UWV (2013). Kerncijfers Niet-Werkende Werkzoekenden 2011-2013. Geraadpleegd in november 2014. www.arbeidsmarktcijfers.nl Veldkamp in opdracht van Georganiseerd Overleg Recreatie en het Sociaal Fonds Recreatie (2012). Arbeidsmarkt recreatie 2011. Amsterdam VVV Nederland (2014). VVV Nederland Jaarverslag 2013. Leersum
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
42
Verantwoording Onderwijs De gegevens over onderwijs zijn afkomstig uit tellingen van de Dienst Uitvoering Onderwijs, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van OCW. Als uitgangspunt voor het aantal leerlingen is telkens het schooljaar 2013-2014 genomen, wat wordt aangeduid als 2013. Voor informatie over gediplomeerden heeft de meest recente informatie betrekking op schooljaar 2012-2013. De gegevens met betrekking tot aantal leerlingen en aantal diploma’s zijn steeds gebaseerd op tellingen per 1 oktober van het betreffende jaar. Het aantal leerlingen wordt dus aan het begin van het schooljaar geteld, waarbij geen rekening wordt gehouden met uitval. Het aantal diploma’s wordt aan het eind van het afgelopen schooljaar geteld. In dit rapport wordt alleen het aantal mbo-leerlingen in kaart gebracht dat een opleiding volgt op een roc. Daarnaast wordt alleen gerapporteerd over kwalificaties waarop leerlingen zijn ingeschreven. Daarbij kunnen scholen leerlingen inschrijven op een algemeen nummer binnen één van de vier niveaus, maar ook op een specifieke uitstroom van het betreffende niveau. Bij de inschrijving op een algemeen nummer (een ‘nul-nummer’) is nog niet bekend welke uitstroom de leerling kiest. Hierdoor kan een enigszins vertekend beeld ontstaan. Bij het berekenen van het aantal leerlingen, scholen en diploma’s naar regio is steeds de hoofdvestiging van de roc’s als uitgangspunt genomen. Aangezien roc’s meerdere vestigingen kunnen hebben, in verschillende regio’s, kunnen kleine afwijkingen bestaan. Leerbedrijven De gegevens over leerbedrijven zijn afkomstig uit het Register erkende leerbedrijven van Kenwerk. Als uitgangspunt is een telling genomen van peildatum 16 juni 2014, wat wordt aangeduid als 2014. Leerbedrijven uit een bepaalde sector kunnen ook erkend zijn voor een kwalificatie die tot een andere sector behoort. Het aantal leerbedrijven per kwalificatie kan hierdoor hoger uitvallen dan het totaal absoluut aantal leerbedrijven in de sector. Bij deze laatste telling worden namelijk alleen de leerbedrijven meegenomen die op basis van hun hoofdactiviteit erkend zijn voor een bepaalde sector. Kans op een stage De prognoses voor leerplaatsen zijn per kwalificatie berekend op basis van het aantal erkende leerbedrijven en het aantal ingeschreven leerlingen per kwalificatie. De gebruikte bronnen zijn het Register erkende leerbedrijven en de DUO-tellingen van het ministerie van OCW. Bol-leerlingen lopen vaak gedurende een bepaalde periode stage. Tijdens een schooljaar gaan we ervan uit dat gemiddeld twee bol-leerlingen in dezelfde periode als één bbl-leerling stagelopen. Bol-leerlingen worden dan ook als 0,5 en bbl-leerlingen als 1 gerekend. De formule voor de berekening van de kans op een stage is als volgt: het aantal leerlingen gedeeld door het aantal leerbedrijven per kwalificatie. Om de relatieve prognoses te berekenen, wordt het totaal na deze formule vermenigvuldigd met -100. Tot slot zijn de berekende prognoses aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie. Wanneer de prognoses niet volledig stroken met hun ervaringen in de betreffende regio, zijn kleine wijzigingen aangebracht.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
43
Werken Voor dit deel is gebruikgemaakt van verschillende bronnen. Standaard worden de meest recente tellingen van het CBS gebruikt voor gegevens over aantallen bedrijven en werknemers. Waar beschikbaar worden deze aangevuld met gegevens vanuit brancheorganisaties en relevante onderzoeksrapporten. De informatie over vacatures wordt verkregen via Jobfeed. Jobfeed is een vacaturebank met toegang tot alle vacatures op internet. Niet alle vacatures worden echter uitgezet via internet. Om het totaal aantal vacatures zo goed mogelijk te benaderen, is gebruikgemaakt van ophoogfactoren die beleidsonderzoeksbureau Panteia heeft ontwikkeld voor Jobfeed. Deze ophoogfactoren zijn vastgesteld op basis van het type bedrijfssector en het beroep. Kenwerk heeft vanuit zijn expertise beroepen uit de vacaturetitels gekoppeld aan mbo-kwalificaties en -niveaus om inzicht te geven in de spreiding en ontwikkeling van het aantal vacatures. Voor het in beeld brengen van de concurrentie van niet-werkende werkzoekenden op de arbeidsmarkt is gebruikgemaakt van de online beschikbare arbeidsmarktinformatie van het UWV. Hierbij zijn relevante beroepen uit de databank gekoppeld aan de mbo-kwalificaties en -niveaus. Kans op werk Om de arbeidsmarktperspectieven op het niveau van kwalificaties inzichtelijk te maken, is het aantal gediplomeerden dat de arbeidsmarkt opstroomt per kwalificatie en per regio afgezet tegen het aantal vacatures uit Jobfeed per kwalificatie en per regio. Tot slot zijn de arbeidsmarktperspectieven aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie. Wanneer de perspectieven niet volledig stroken met hun ervaringen in de betreffende regio, zijn kleine wijzigingen aangebracht.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
44
Afkortingen en begrippenlijst Afkortingen bbl
beroepsbegeleidende leerweg
bol
beroepsopleidende leerweg
bpv
beroepspraktijkvorming
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CT
consumptieve technieken
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
hbo
hoger beroepsonderwijs
mbo
middelbaar beroepsonderwijs
ministerie van OCW
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
roc
regionaal opleidingen centrum
VM2
vmbo/mbo - niveau 2
vmbo
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
vmbo tl
vmbo theoretische leerweg
vo
voortgezet onderwijs
wo
wetenschappelijk onderwijs
zorg & welzijn-ISP
zorg & welzijn breed-intrasectoraal programma
Begrippen bbl
Een bbl-opleiding bestaat voor minimaal 60% uit praktijk. Mensen die een bblopleiding volgen, werken met een arbeidsovereenkomst in een leerbedrijf en gaan meestal één dag in de week naar school voor de theoretische onderbouwing.
bpv
De beroepspraktijkvorming is een belangrijk en verplicht onderdeel van iedere mboopleiding. Bpv is de algemene term voor de stage (bij bol-opleiding) of de leerbaan (bij bbl-opleiding) die de leerling in de praktijk bij een erkend leerbedrijf uitvoert.
bol
Deelnemers van een bol-opleiding hebben tijdens hun opleiding één of meer stageperioden. De bol-opleiding bestaat voor minimaal 20% en maximaal 60% uit beroepspraktijkvorming.
erkend leerbedrijf
Bedrijven die op basis van vaste criteria zijn geaccrediteerd als leerbedrijf. Erkende leerbedrijven zijn opgenomen in een landelijk register. Een leerbedrijf kan op verschillende kwalificaties en niveaus erkend zijn: voor vmbo, mbo of beide.
Jobfeed
Jobfeed is een vacaturespider die alle online vacatures opspeurt en registreert.
kwalificatie
Een kwalificatie is de inhoud van het diploma, vastgelegd in een kwalificatiedossier.
mbo
Het mbo kent twee leerwegen, bbl en bol, en vier opleidingsniveaus:
niveau 1: assistent (assisterend, ondersteunend beroepsbeoefenaar);
niveau 2: vakman (uitvoerend, ondersteunend beroepsbeoefenaar);
niveau 3: vakman of voorman (uitvoerend, vaktechnisch corrigerend,
niveau 4: vakman of middenkaderfunctionaris (uitvoerend tot leidinggevend,
begeleidend, instruerend, aansturend en adviserend beroepsbeoefenaar); coördinerend tot beleidsbepalend, begeleidend tot innoverend beroepsbeoefenaar). mbo-
Hieronder vallen regionale opleidingen centra (roc’s), agrarische opleidingscentra
onderwijsinstellingen
(aoc’s), vakinstellingen en overige mbo-instellingen (een hbo-school met een mboafdeling en een instelling voor auditief gehandicapten).
VM2
VM2 is een experiment waarbij vmbo-leerlingen die naar het mbo willen, niet over
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
45
hoeven te stappen naar een andere school. Zij kunnen verder leren in hun vertrouwde omgeving. Dat gebeurt door het integreren van de bovenbouw in de vmbobasisberoepsgerichte leerweg in het mbo-niveau 2. vmbo
Aan het einde van de tweede klas kiezen vmbo-leerlingen een leerweg en een sector. Er zijn vier leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg. Elke leerweg biedt andere doorstroommogelijkheden naar het mbo. De basisberoepsgerichte leerweg leidt op naar mbo-opleidingen op niveau 2. De kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerwegen bereiden leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. In elke leerweg kan gekozen worden voor één van de vier sectoren; economie, zorg & welzijn, techniek en landbouw. De theoretische leerweg valt niet onder een sector, maar is te vergelijken met de vroegere mavo.
vo
Alle soorten voortgezet onderwijs beginnen met de onderbouw. Deze duurt voor vmbo twee en voor havo/vwo drie jaar. In de onderbouw volgen leerlingen een breed vakkenpakket dat in principe voor iedereen hetzelfde is.
Trends & cijfers recreatie 2014-20155
46