Rabobank Cijfers & Trends Branche-informatie
Fysiotherapeuten Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met het bewegingsapparaat van de mens. De fysiotherapeut doet een lichamelijk onderzoek, stelt een behandelplan op en bespreekt dat met de patiënt met het uiteindelijke doel de klacht succesvol te behandelen. De opleiding fysiotherapie is een hbo-opleiding. Ook kan een masteropleiding gericht op specialismen worden gevolgd. Er zijn dertien specialismen, waarvan de manuele therapie, de kinderfysiotherapie en fysiotherapie binnen de lymfologie de grootste zijn. Fysiotherapeuten zijn werkzaam in zowel de extramurale (eerstelijns) als de intramurale gezondheidszorg. In de extramurale zorg werken fysiotherapeuten als solist, in een maatschap of in loondienst.
Trends Fysiotherapeuten werken in een multidisciplinair netwerk; Therapie is meer gericht op preventie; Samenwerking in de eerste lijn vanuit één locatie; Concurrentie tussen fysiotherapeuten op het gebied van innovatieve behandelingen, nieuwe producten en ruimere openingstijden.
Kansen en bedreigingen De zorgverzekeraars stellen meer kwaliteitseisen aan fysiotherapeuten. Deze kwaliteitseisen leiden tot hogere administratieve lasten en verschillen in onderhandelingspositie en contracten met zorgverzekeraars; Fysiotherapeuten werken voor diverse marktsegmenten, zoals kinder- of oedeemfysiotherapie; De patiënt heeft directe toegang tot de fysiotherapeut. Toch blijft het belangrijk dat de fysiotherapeut goede contacten heeft met doorverwijzers zoals huisartsen en specialisten; Schaalvergroting, bijvoorbeeld door ketenvorming, neemt toe; De focus ligt steeds minder op de behandeling en steeds meer op het resultaat van de behandeling (evidence-based).
Rabobank Cijfers & Trends, 30 april 2014
pagina 1 van 5
Rabobank Cijfers & Trends Branche-informatie Perspectief Vraag en prijs onder druk In 2014 blijft de vraag net zoals in 2013 onder druk staan omdat mensen steeds meer bewust gebruik maken van fysiotherapie. Het volume zal zich naar verwachting ontwikkelen tussen -1 en 1%. Ook de tarieven zullen nauwelijks stijgen omdat de zorgverzekeraars scherp blijven inkopen. De verwachte omzetontwikkeling voor 2014 zal tussen -3% en 0% liggen, waarbij met name de kleine praktijken moeite hebben de omzet op peil te houden. Dit bevestigt de grote diversiteit tussen de bedrijven De druk op de vraag en de tarieven leiden tot een negatief sentiment voor 2014. Het aanbod is met 4.700 fysiotherapiepraktijken in Nederland te ruim voor de huidige vraag. Hoewel vanuit de vraagzijde steeds meer behoefte bestaat aan dienstverlening voor ouderen, chronisch zieken en doelgroepen die meer willen of moeten bewegen, zorgen wijzigingen in regelgeving (bezuinigingen) en aanvullende verzekeringen echter voor een daling in de vraag. Langere termijnverwachting gematigd positief Prognose voor de komende jaren is gematigd positief. De Rabobank verwacht dat het volume de komende jaren zal toenemen door de vergrijzing en toenemende behoefte aan nazorg na operaties. Ook zal er de komende jaren veel aandacht zijn voor preventie, waarbij fysiotherapeuten de samenwerking met sportscholen opzoeken. Ondernemerschap wordt steeds belangrijker Ondernemerschap wordt steeds belangrijker. De mate van ondernemerschap blijkt uit: Contracten met zorgverzekeraars op basis van kwaliteitsindicatoren; Strategie, hetgeen zichtbaar wordt in een goede locatie, doelgroep, communicatie en personeelsbeleid; Bedrijfsvoering, die zichtbaar wordt in marktconforme tarieven en het ontbreken van wachtlijsten; Netwerk met overige eerstelijnsactoren, specialisten en zorgverzekeraars; Innovatie in diensten en processen; Differentiatie zowel in aanbod als in rol (instelling, franchiseketen en/of ondernemer); Informatie en communicatietechnologie.
Vraag Jaarlijks bezoekt ca. 22% van de Nederlanders de fysiotherapeut. Het aantal contacten met de fysiotherapeut is 5,3 per persoon (bron: CBS 2012). Het aantal zittingen per kalenderjaar bedraagt 7 en is al jaren redelijk stabiel (bron: Nivel, 2012). Uit onderzoek van KNGF blijkt dat het aantal behandelingen in 2013 met gemiddeld 2% afnam . De therapeuten behandelen meer vrouwen dan mannen. De vraag is de afgelopen jaren toegenomen vanwege een verschuiving in het beleid van intramurale naar extramurale fysiotherapie, het toegenomen belang van fysiotherapie ten aanzien van preventie en de toename van het aantal chronische klachten. De gemiddelde leeftijd van cliënten is nu 51 jaar (48 jaar in 2007). Het aandeel cliënten boven de 65 jaar is gegroeid naar ruim 26%. De helft van de cliënten was tussen de 35 en 65 jaar. Ruim 17% van de cliënten kwam voor een aandoening die voorkomt op de lijst van chronische ziekten. Ongeveer 32% komt voor ‘top 3 klachten’, te weten lage rugpijn, nekklachten en rugklachten. De cliëntenpopulatie laat de laatste jaren weinig veranderingen zien, wel is er een stijging van de “lijstbehandelingen” waar te nemen. Dit Rabobank Cijfers & Trends, 30 april 2014
pagina 2 van 5
Rabobank Cijfers & Trends Branche-informatie cliëntenpopulatie laat de laatste jaren weinig veranderingen zien, wel is er een stijging van de “lijstbehandelingen” waar te nemen. Dit is veelal het gevolg van betere registratie door fysiotherapeuten in verband met de wijzigingen in het verzekeringsstelsel (Bron: NZa Marktscan Eerstelijns bewegingszorg, juli 2013). Cliënten kunnen sinds 2006 zonder doorverwijzing van de huisarts naar de fysiotherapeut. Ca. 41% komt inmiddels uit eigen initiatief, maar nog steeds wordt het merendeel door de huisarts of specialist doorverwezen. Om voor vergoeding in aanmerking te komen moet een cliënt een aanvullende verzekering afgesloten hebben, m.u.v. kinderen onder 18 jaar en cliënten met aandoeningen die op de lijst chronische aandoeningen staan, die vallen onder de basisverzekering. In 2012 is bij driekwart van de aanvullende verzekeringen het aantal behandelingen beperkt. In 2013 bezuinigt daarnaast 20% van de consumenten op de zorgverzekering door een goedkopere aanvullende of basisverzekering te nemen, de aanvullende verzekering op te zeggen of te kiezen voor een hoger vrijwillig eigen risico (bron: Nivel).
Aanbod Er zijn ruim 17.800 extramuraal werkende fysiotherapeuten (buiten het ziekenhuis). Het aantal therapeuten is de afgelopen jaren toegenomen (13.800 in 2005). Van de extramuraal werkende therapeuten is ruim 46% ondernemer voor eigen rekening en risico. Dit aandeel neemt af doordat het aandeel vrouwen toeneemt en zij vaker voor een loondienstverband kiezen. De meerderheid (ca. 56%) van de fysiotherapeuten is vrouw. Van alle fysiotherapeuten is ongeveer 6,8% ouder dan 60 jaar. Nederland telt ruim 4.700 praktijken voor fysiotherapie. De afgelopen jaren heeft er een concentratieslag plaatsgevonden. Het percentage praktijken met één eerstelijnsfysiotherapeut is tussen 2005 en 2012 afgenomen van 34% tot 31%; Het aandeel praktijken met vijf of meer fysiotherapeuten is tussen 2005 en 2012 toegenomen van 21% naar 32%; Het gemiddeld aantal fysiotherapeuten per praktijk is gestegen van 3,1 in 2005 tot 3,9 in 2012; Circa 60% van de fysiotherapeuten werkt minder dan 40 uur per week en gemiddeld werkt een fysiotherapeut 36,5 uur per week; Het gemiddelde aantal inwoners per FTE fysiotherapeut bedraagt 1.029; De hoogste dichtheden komen voor in de provincies Limburg (899) en Utrecht (891). De laagste dichtheden in Zuid-Holland (1.160) en Flevoland (1.397) (Bron: Nivel) Binnen de fysiotherapie is een aantal specifieke beroepsterreinen te onderscheiden ( bijvoorbeeld manuele therapie en sportfysiotherapie). Deze beroepsterreinen zijn een mix van vakinhoudelijke expertise (waarvoor extra opleiding vereist is die gericht is op extra kennis en vaardigheden ten aanzien van cliënten met complexe problemen) en de deelsector waarin de fysiotherapeuten werkzaam zijn. Beroepsorganisatie KNGF houdt deelregisters bij waar fysiotherapeuten die aan de door de beroepsvereniging gestelde vereisten voldaan hebben worden ingeschreven. De oefentherapie kent een onderscheid naar twee benaderingswijzen (Cesar en Mensendieck), en kent daarbinnen enkele officiële specialisaties (kinderoefentherapie en psychosomatische oefentherapie) en daarnaast diverse aandachtsgebieden/deelspecialismen (bijvoorbeeld bedrijfsoefentherapie, dans en musici, sport oefentherapie). De KNGF constateert dat startende fysiotherapeuten moeilijk aan het werk kunnen komen. Door dalende omzetten aarzelen Rabobank Cijfers & Trends, 30 april 2014
pagina 3 van 5
Rabobank Cijfers & Trends Branche-informatie ondernemers om mensen in dienst te nemen. De jaarlijkse uitstroom van de opleiding is circa 1.250 fysiotherapeuten. De vraag naar gespecialiseerde therapeuten is groter dan het aanbod. Specialismen zijn in volgorde van aantal: manueel, kinderfysiotherapie, oedeem, sport, bekken, psychosomatisch, geriatrie en arbeid. Zorgverzekeraars hebben moeite deze zorg te contracteren.
Omzet Het aantal zittingen fysiotherapie is volgens KNGF sinds 2011 afgenomen. De afname was in 2012 ten opzichte van 2011 fors (-7%). In de eerste drie kwartalen van 2013 is de afname ten opzichte van dezelfde periode in 2012 nog wel aanwezig maar aanzienlijk kleiner (-2%). Er is dus sprake van een afvlakking van de mate van terugloop van patiënten. De verwachte omzetontwikkeling voor 2014 zal tussen -3% en 0% liggen, waarbij met name de kleine praktijken moeite hebben de omzet op peil te houden. Dit bevestigt de grote diversiteit tussen de bedrijven. In 2012 declareerden fysiotherapeuten (incl. therapeuten in ziekenhuizen) ca. 1,4 miljard euro, waarvan 33% op de basisverzekering en 67% op de aanvullende verzekeringen (bron: NZa) De prijs van een behandeling komt tot stand na onderhandeling met de verzekeraar. In de praktijk wordt er weinig onderhandeld doordat er slechts één of twee zorgverzekeraars per provincie zijn en heel veel (kleine) fysiotherapie praktijken. Het onderhandelen met de zorgverzekeraars is een complex politiek thema. Uit de NZa-marktscan 2013 blijkt dat bij de 5 grootste verzekeraars tussen de 88 en 97% van de aangeboden contracten getekend retour worden ontvangen. Per saldo zijn in 2013 minder fysiotherapeuten gecontracteerd dan in 2011, toen de contracteergraad tussen 93 en 99% lag. Gemiddeld tekent een praktijkeigenaar 8 contracten. Voor niet-gecontracteerde zorg hanteren vrijwel alle verzekeraars een vergoedingspercentage tussen de 50 en 80%. Voor innovatieve producten of behandelingen waarvoor een therapeut aantoonbaar een meerwaarde heeft is er onderhandelingsruimte. Het initiatief hiervoor ligt bij de therapeut. In regio’s waar weinig praktijken gevestigd zijn blijken zorgverzekeraars met hun standaard contracten niet altijd voldoende zorg te kunnen contracteren. Naar verwachting zullen zorgverzekeraars meer onderscheid gaan maken tussen basispraktijken en speciale praktijken waarmee aanvullende afspraken gemaakt gaan worden. Een fysiotherapeut heeft gemiddeld 16 zittingen per dag. Uitgaande van 220 werkdagen en een gemiddeld tarief tussen de 26 en 30 euro is een maximale omzet van 90.000-105.000 euro mogelijk.
Rabobank Cijfers & Trends, 30 april 2014
pagina 4 van 5
Rabobank Cijfers & Trends Branche-informatie
Achtergrondinformatie Vakbladen Zorgvisie ZorgScoop (uitgave Rabobank) Organisaties Naam Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
URL www.kngf.nl www.nza.nl
Rabobank Cijfers & Trends Al meer dan vijfendertig jaar biedt de Rabobank met Cijfers & Trends betrouwbare branche-informatie. Via www.rabobank.nl/cijfersentrends is deze informatie gratis te raadplegen. U vindt er onze thema-updates, branche-informatie en sectorprognoses. Ook kunt u de prestaties van uw bedrijf vergelijken met die van andere bedrijven in uw branche.
Rabobank Cijfers & Trends, 30 april 2014
pagina 5 van 5