Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
De toekomst van de Nederlandse suikerbiet na 2017 Het EU-suikerquotum vervalt per 1 oktober 2017. Hoewel Nederlandse telers zullen moeten wennen aan fluctuerende prijzen die bij aanvang van het quotumloze tijdperk eerst op een lager niveau komen te liggen, blijft er in deze nieuwe realiteit zeker een plek beschikbaar voor de suikerbiet binnen het Nederlandse bouwplan. De Nederlandse bietenteler heeft een goede uitgangspositie, door het coöperatieve model in Nederland en het goede perspectief voor de West-Europese suikerindustrie. Deze thema-update beschrijft de marktont wikkelingen voor de Nederlandse suikerbietenteler op Nederlands, Europees en wereldniveau en laat zien hoe u zich kunt voorbereiden op de nieuwe marktomstandigheden.
2014/2015 was een goed jaar qua volume, maar de financiële opbrengst was minder Maar liefst dertien EU-landen lieten in het seizoen 2014/15 recordcijfers zien op het gebied van de suikerproductie. De totale suikerproductie bedroeg 19,4 miljoen ton, waarvan bijna 6 miljoen ton buitenquota. Buitenquota suiker mag binnen de EU louter verkocht worden voor non-food doeleinden, zoals ethanol en chemische toepassingen. Andere bestemmingen
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
voor buitenquota suiker zijn export naar de wereldmarkt tot een maximum van 1,4 miljoen ton witte suiker per jaar en het doorschuiven van de suiker naar volgend seizoen. Zeker in jaren dat veel suiker wordt doorgeschoven, heeft dit een effect op de productie van suikerbieten in het daaropvolgende seizoen. Suikerbietenverwerkers willen namelijk de totale hoeveelheid suiker (productie en overdracht van het vorige seizoen) in toom houden. Het komende seizoen leidt het doorschuiven van suiker dan ook tot een significante daling van het totale EU-suikerbietenareaal. Dalende suikerprijzen Hoewel de EU-suikermarkt gereguleerd is, liet de prijs in de afgelopen periode een behoorlijke daling zien. Tussen januari 2013 en januari 2015 daalde de prijs van zo’n 740 euro per ton naar 415 euro, een afname van ruim 40%. Deze daling van de suikerprijzen heeft twee oorzaken. Ten eerste was er sprake van een extra aanbod van suiker op de EU-markt door toegenomen importen tegen verlaagd tarief en conversie van buitenquota naar quota suiker. Daarnaast is er een groeiende concurrentie tussen EU-spelers, vooruitlopend op de markthervorming in 2017. Lagere suikerprijzen hebben ook effect op de bieten prijzen die aan telers worden uitbetaald. De minimumbietenprijs van 26,29 euro per ton quotumbieten is weliswaar een gedeeltelijke bodem, maar voor de buitenquotum bieten bestaat deze ondergrens niet. Desondanks is de suikerbieten prijs in Nederland al jaren hoger dan die in andere EU-landen. Belangrijke reden hiervoor is de koppeling van de ledentoeslag
juli 2015
1
aan de suikerbietenprijs, waarmee het resultaat van de Nederlandse suikerproducent Cosun geheel terugvloeit naar de telers. Kleiner suikerbietenareaal De verwachting voor het komend seizoen is dat akkerbouwers in de gehele EU hun opbrengst vanuit suikerbieten als deel van het inkomen significant zullen zien dalen. Dat is het gevolg van een kleiner suikerbietenareaal en lagere suikerbietenprijzen. Deze neergaande trend gold de afgelopen twee jaren al voor meerdere akkerbouwgewassen en zet daarmee het inkomen van de akkerbouwer verder onder druk. Net als in de meeste EU-landen deed ook in Nederland de suikerbietenverwerkende industrie een verzoek richting akkerbouwers om een kleiner suikerbietenareaal in te zaaien. Met een daling van het suikerbietenareaal van 75.000 hectare in 2014/15 naar 59.000 hectare in 2015/16 is een laagterecord qua ingezaaide suikerbietenareaal een feit. Grafiek 1 laat zien hoe het Europese en Nederlandse suikerbietenareaal zich sinds 2009 heeft ontwikkeld. Grafiek 1 Ontwikkeling Europees en Nederlands suikerbietenareaal (x 1000 hectare) EU
NL
1600
80
1550
75
1500 70 1450 65
1400
60
1350 1300
55 2009/10
Totaal EU bietenareaal
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
2015/16 (f )
Nederlands bietenareaal
Bron: Europese Commissie, Rabobank 2015
Suikerbietentelers in Nederland en de EU Door de grote verschillen tussen suikerbietentelers in Nederland en de rest van de EU kan niet simpelweg gesproken worden over dé EU-suikerbietentelers. Enige nuance is op zijn plek als het gaat om de effecten van de aankomende hervorming van de EU-suikermarkt. Daarom is het goed om de verschillen in soort bedrijf, areaal per teler en de relatie met de verwerker onder de loep te nemen, voor we de suikermarkthervorming in duiken. De suikerbiet is een rotatiegewas, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen Nederland telt ruim 8.000 suikerbietentelers. In 2000 waren dit er nog ruim 18.000. Volgens het onderzoeks- en kenniscentrum voor de Nederlandse suikerbietenteelt IRS wordt zo’n 70% van de Nederlandse suikerbieten geteeld door gespecialiseerde akker bouwbedrijven. De overige 30% wordt geteeld op andere landbouwbedrijven. Bovendien verschilt de omvang van het suikerbietenareaal per bedrijf. Regionaal is er ook een significant onderscheid in de hoeveelheid suikerbietenareaal, met Zeeland, Groningen en Drenthe als provincies met de grootste arealen. Behalve een verschil in grondsoort heeft de regio ook een behoorlijke impact op de grondprijzen. Dit alles
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
2
heeft gevolgen voor de rol van suikerbieten binnen het bouwplan en het inkomen van de agrarisch ondernemer. Sommige ondernemers beleven de aanstaande suikermarkt hervorming daarom intensiever dan anderen. Naast de fysieke opbrengst per hectare en de eigen kostprijs, hangt het effect voor de Nederlandse suikerbietentelers in hoge mate af van de ontwikkelingen op Europese suikermarkt en de positionering van de Nederlandse suikerproducent Cosun binnen de Europese markt en wereldmarkt. Een visie op de Europese markt en de positionering ten opzichte van de wereldmarkt na 2017 is dan ook onmisbaar voor een analyse van de Nederlandse markt. Het Europese suikerlandschap kent diverse telers en verwerkers De Europese Unie telde tien jaar geleden meer dan 300.000 suikerbietentelers. Inmiddels is dit aantal gehalveerd tot zo’n 150.000 suikerbietentelers. Twee belangrijke redenen voor deze significante daling zijn: de suikermarkthervorming van 2006 en de algehele daling van akkerbouwers door consolidatie in de landbouw. De drie landen met de hoogste aantallen suikerbietentelers zijn Polen, Duitsland en Frankrijk met respectievelijk zo’n 35.000, 31.000 en 26.000 suikerbietentelers. Grafiek 2 geeft een beeld van de ontwikkeling van suikerbietentelers in de EU en Nederland. Hierin wordt duidelijk dat de Europese en Nederlandse trend gelijkenis vertonen. Grafiek 2 Aantallen telers in Nederland en EU EU
NL 20.000
350.000
18.000
300.000
16.000
250.000
14.000 12.000
200.000
10.000 150.000
8.000 6.000
100.000
4.000
50.000
2.000 0
0 2002
EU
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Nederland
Bron: CEFS, Rabobank 2014
Binnen de EU is er significant verschil in het suikerbietenareaal per teler. Dit varieert van gemiddeld 80 à 100 hectare suikerbieten in Slowakije en Hongarije tot zo’n 5 hectare in Polen. Nederland zit rond het EU-gemiddelde van 9 à 10 hectare suikerbieten per teler. Behalve verschil in suikerbietenareaal maakt ook de locatie van de teler per land en regio verschil als het gaat om de rentabiliteit van de suikerbietenteelt. Directe betalingen verschillen per land en zelfs per teler. Bovendien zijn er tien landen (Spanje, Italië, Polen, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Hongarije, Kroatië, Griekenland en Finland) waar sinds 2015 gekoppelde steun wordt toegekend aan de suikerbietenteelt. Het gaat om bedragen oplopend tot enkele honderden euro’s per hectare suikerbieten. Kortom, de situatie verschilt per lidstaat en daarom kan niet gesproken worden van dé Europese suiker bietenteler.
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
3
Groeiende suikeropbrengst per hectare Het EU-suikerbietenareaal nam in de afgelopen tien jaar significant af van 2,2 miljoen hectare in 2005 tot zo’n 1,4 miljoen hectare dit jaar. Dat komt door met name de suiker markthervorming van 2006. Tegelijkertijd groeiden de opbrengsten per hectare fors. Deze toename in opbrengst per hectare is toe te schrijven aan een combinatie van betere suikerbietenrassen, gewasbescherming en nutriënten. Een andere oorzaak is verbeterde teelttechnieken, waaronder zaaien en oogsten. De suikeropbrengsten per hectare in de EU groeiden van 7 ton suiker in 1995 naar 11,5 ton in 2014. Een dergelijke toename in hectareopbrengst is niet vanzelfsprekend; cijfers vanuit andere werelddelen laten bijvoor beeld vaker stagnatie en zelfs afname van de rietsuikeropbrengst per hectare zien. Figuur 1 Drie modellen in suikerindustrie • Telers inspraak • Stabiliteit
Aandeelhoudersconstructie
• Telers beperkte inspraak • Dividend
Leverancierafnemer
• Geen inspraak • Volatiliteit in prijs en volume
Wederzijdse afhankelijkheid
Coöperatie
Drie modellen in de suikerindustrie In de EU zijn de telers en suikerproducenten op drie manieren georganiseerd. Ten eerste via de coöperatie, zoals Cosun. Vanuit deze suikerproducent krijgen de telers bijvoorbeeld telersadvies om gezamenlijk tot een betere opbrengst per hectare te komen. Een tweede model in de EU is de aandeelhoudersconstructie. Suikerbietentelers hebben hierbij (een deel van) de aandelen in het bedrijf in handen zonder coöperatiestructuur. Daarnaast zijn er de private ondernemingen, waar de relatie tussen teler en verwerker vooral is gebaseerd op leverancier-afnemer. Voor alle drie de modellen geldt dat er sprake is van een wederzijdse afhankelijkheid van telers en verwerkers. Zonder fabriek is de suikerbiet waardeloos en zonder biet kan de fabriek niet draaien. Telers en verwerkers moeten daarom gezamenlijk het quotumloze regime tegemoet treden om succesvol te zijn. Figuur 1 geeft een overzicht van de drie modellen die de EU-suikerindustrie kent. Suikerbiet blijkt rendabel gewas Wat grotendeels overeenkomt binnen het gediversifieerde suikerlandschap is de rentabiliteit van suikerbieten ten opzichte van andere akkerbouwgewassen. Hoewel de financiële saldo’s van akkerbouwers in ons omringende landen per hectare variëren, is de suikerbiet - na aardappelen, uien en peen - het meest rendabele gewas. Grafiek 3 toont de financiële opbrengst per hectare voor een aantal gewassen. Los van de financiële Grafiek 3 Vergelijking van saldo van de diverse gewassen in EUR per hectare (cijfers zijn gemiddelden van 2008/09, 2010/11, 2012/13) 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 Tarwe
Nederland
Duitsland
Gerst
Frankrijk
Mais
Aardappel
Suikerbiet
Belgie
Bron: Graham Brookes arable crop margins, Rabobank 2015
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
4
opbrengst, is het in het kader van gewasrotatie gewenst om een (wortel)gewas zoals suikerbieten eens in de 4 à 5 jaar op een perceel te telen. Daarom zal een gelijkschakeling van het saldo van suikerbieten met bijvoorbeeld maïs niet direct leiden tot een sterke afname van suikerbieten in het Nederlandse akkerbouwareaal. De suikerbietenteelt is namelijk onderdeel van een gezonde gewasrotatie voor een teler. Duurzame suikerbietenteelt Bij een duurzame teelt is de rentabiliteit het belangrijkst. Deze wordt grotendeels bepaald door de prijs. Met het afschaffen van de minimum-suikerbietenprijs en het quotum ligt een lagere suikerbietenprijs dan in de afgelopen jaren voor de hand. De realiteit na 2017 ligt daarentegen iets genuanceerder. Voor het berekenen van de suikerbietenprijs zijn het verschil in de relatie teler-verwerker en de constructie van belang. Met name als de suikerbietenprijs gekoppeld is aan het bedrijfsresultaat van de coöperatie, zal de druk op de suikerbietenprijs beperkter zijn dan bij de leverancier-afnemer relatie. Bovendien verschillen de modellen die verwerkers gebruiken om de suikerbietenprijs te berekenen. Andere thema’s die de duurzame teelt beïnvloeden, zijn de maximale suikeropbrengst per hectare met een gereduceerde inzet van meststoffen en gewasbescherming. Daarnaast stak Suiker Unie de afgelopen jaren veel energie in het productieproces, waaronder de verlaging van het transport van teeltaarde en het opwekken van groene energie. In Nederland doen Suiker Unie en het Onderzoeks- en kenniscentrum voor de Nederlandse suikerbietenteelt (IRS) veel aan teeltadvisering. Suiker Unie hanteert ook het teeltregistratieprogramma Unitip. Telers kunnen hieraan vrijwillig deelnemen om hun suikerbietenteelt verder te optimaliseren en te verduurzamen. Dat de Nederlandse suikerbietenteelt en -verwerking vooroploopt in duurzaamheid, is in het verleden bevestigd door externe partijen zoals het Sustainable Agricultural Initiative (SAI) Platform en EcoVadis. Dat voedingsmiddelenproducenten zich richten op duurzaam geproduceerde producten is niet alleen een eis in de westerse wereld, maar ook in toenemende mate in andere delen van de wereld. De Nederlandse telers en verwerkers staan vanuit duurzaam heidperspectief dan ook goed opgesteld voor de toekomst. De hervorming van de EU-suikermarkt vanaf 2017 Een overzicht van de wijzigingen in het EU-marktbeleid De huidige reguleringsinstrumenten behelzen het quotum voor de afzet van suiker en isoglucose. Het suikerquotum bedraagt 13,5 miljoen ton per jaar, verdeeld over 20 van de 28 EU-lidstaten. Isoglucose is een glucosefructosestroop uit maïs- of tarwezetmeel die in met name het frisdrankensegment als vervanger van suiker wordt gebruikt. Het glucose fructosegehalte en de calorieën per eenheid zijn bijna hetzelfde als bij sucrose. Met de quotering wordt deze markt beperkt tot 720.000 ton of 4% van de EU-calorische zoet stoffenmarkt. Bovendien geldt een minimumprijs van 26,29 euro voor suikerbieten die geleverd worden binnen het quotum. Vanaf 1 oktober 2017 zijn deze drie mechanismen niet meer van toepassing op de EU-markt. De huidige contractuele overeenkomsten tussen suikerbietentelers en suikerproducenten blijven bestaan, zodat er heldere afspraken over volumes en prijzen zijn. Grotere afzetmogelijkheden EU-suiker De handelsmechanismen zullen eenzijdig wijzigen. De export van suiker is in het huidige regime beperkt tot 1,4 miljoen ton per jaar. In het nieuwe regime komt de exportlimiet te vervallen, waarmee de afzetmogelijkheden voor EU-suiker behoorlijk worden uitgebreid.
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
5
Omdat de Europese suikerexport louter witte suiker zal behelzen, kan de EU met een exportgroei van enkele miljoenen tonnen één van de voornaamste spelers in deze markt worden. Nu zijn Brazilië en Thailand de voornaamste spelers in de witte suikerexportmarkt, met respectievelijk zo’n 5 en 3 miljoen ton verhandeld volume in 2014. De wereldmarkt schommelt al jaren tussen de 26 en 28 miljoen ton verhandelde suiker per jaar. De grootste toename in vraag in de afgelopen jaren komt uit Afrika, waar zo’n 7 à 7,5 miljoen ton witte suiker wordt geïmporteerd. De naburigheid van het Afrikaanse continent biedt dan ook mogelijkheden wanneer de exportlimiet voor EU-suiker vervalt. Het EU-importregime voor suiker houdt in dat: • suiker uit MOL (Minst Ontwikkelde Landen) en ACS (een aantal landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan) tegen nultarief mag worden ingevoerd; • suiker uit landen waarmee de EU een handelsovereenkomst heeft (waaronder Brazilië, Cuba, Westelijke Balkan en Centraal Amerika) tegen nultarief of het CXL tarief à 98 euro mag worden ingevoerd; • alle overige (non-preferentiële) suiker tegen een tarief van 339 (ruwsuiker) of 419 (witsuiker) euro per ton mag worden ingevoerd. Het aantal landen waarmee de EU een handelsovereenkomst heeft inzake suiker neemt weliswaar toe, maar dusdanig gestaag dat de impact op de suikervolumes die ingevoerd worden nog beperkt zijn. Desalniettemin is het van belang om de ontwikkelingen in dit kader goed te blijven volgen, zeker als het gaat om landen met een omvangrijke en/of competitieve suikerindustrie, zoals Brazilië, Thailand en India .
Figuur 2 EU-suikermarktbeleid vanaf 1 oktober 2017 Interne markt • Afschaffen suikerquota • Afschaffen isoglucose quotas • Afschaffen minimum bietenprijzen • Contractuele afspraken telers-verwerkers Importen • Speciale voorwaarden voor ontwikkelingslanden • Bilaterale handelsakkoorden (nultarief en EUR 98 p/t) • Hoog tarief voor non-preferentiele importen (EUR 339-419 p/t) Exporten • Vervallen exportlimiet
Andere zaken die vanaf 2017 aangepast zullen worden zijn bijvoorbeeld de afschaffing van het zogenoemde importprivilege ten faveure van rietsuikerraffinaderijen, bepaalde marktinterventiemogelijkheden voor de Europese Commissie en de afschaffing van de productieheffing op bietsuiker. Figuur 2 geeft een overzicht van de voornaamste punten van het EU-suikerbeleid per oktober 2017. De EU-suikermarkt: verschillende zoetstoffen zijn beschikbaar De verwachting is dat de suikerconsumptie in de EU in de komende periode licht groeit, met een kleine 0,5% per jaar. In sommige EU landen wordt zelfs een kleine daling van de suikerconsumptie per hoofd van de bevolking voorzien, veroorzaakt door de trend naar minder calorieën in dranken en voedingsmiddelen. Desalniettemin is de verwachting dat de totale suikerconsumptie in de EU de komende jaren rond de 19 à 20 miljoen ton per jaar blijft. Ruwweg kan de zoetstoffenmarkt worden onderverdeeld in calorische en non-calorische zoetstoffen. De eerste categorie bestaat uit suiker en isoglucose, de tweede categorie behelst zoetstoffen als aspartaam, sacharine en stevia. De nieuwe EU-suikermarktordening per 1 oktober 2017 heeft met name directe gevolgen voor de eerste categorie. De directe en indirecte impact van isoglucose op de EU-markten Het quotum voor isoglucose vervalt per 1 oktober 2017. Op dit moment is het quotum voor isoglucose vastgesteld op 720.000 ton per jaar, oftewel een fractie van het suiker quotum van ruim 13 miljoen ton per jaar. In andere ontwikkelde landen maakt isoglucose (of High Fructose Corn Syrup zoals het buiten de EU genoemd wordt) een significant deel uit van de calorische zoetstoffenmarkt (totale volume van suiker en isoglucose).
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
6
Bekendste voorbeeld is de VS, waar HFCS zo’n 40% marktaandeel heeft. Andere voorbeelden zijn te vinden in Mexico (27%) en China (8%) (zie grafiek 4). Grafiek 4 Aandeel van isoglucose in calorische zoetstoffenmarkt 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% VS
1984
1994
Mexico
2004
China
EU
2014
Bron: Europese Commissie, F.O. Licht, USDA, Rabobank 2014
In de EU lijkt ruimte te zijn voor groei van isoglucose. De twee voornaamste factoren die deze groei beïnvloeden, zijn de rentabiliteit van isoglucose voor zetmeelverwerkers en de vraag vanuit de voedingsmiddelenindustrie. De rentabiliteit van isoglucose als product van zetmeelverwerkers wordt bepaald door drie factoren: de prijs van tarwe en/of maïs, de prijs van bijproducten zoals tarwegluten die de netproductiekosten beïnvloeden en de EU-suikerprijs die als maatgever geldt in de prijs voor isoglucose. Het is daarom niet mogelijk om te zeggen dat louter de fluctuatie van graanprijzen bepaalt of isoglucose een concurrent voor suiker zal zijn. De invloed van de suikerprijs hangt samen met het feit dat isoglucose doorgaans goedkoper wordt geprijsd dan suiker. De EU-suikerprijs functio neert als een benchmark en plafond. Aan de vraagzijde maken spelers in de voedings middelenindustrie, met name frisdranken, een afweging tussen een goedkopere zoetstof en mogelijke impact van deze wijziging op de verkoopvolumes. Hier kan een onderscheid worden gemaakt tussen A-merken, huismerken en regionale merken, waarbij de laatste twee meer door prijsdruk gedreven zouden kunnen worden dan de A-merken. Op basis van de suikerbalans, beschikbaarheid van grondstoffen en capaciteit van zetmeel verwerking kan worden verwacht dat landen als Hongarije, Roemenië en Bulgarije de meest voordelige uitgangssituatie voor groei van isoglucose bieden. Groei van isoglucose productie en -consumptie is echter ook mogelijk in andere EU-landen. Hierbij moeten landen in West-Europa ook zeker in het achterhoofd worden gehouden, gelet op de beschikbaarheid van grondstoffen en de aanwezigheid van een groot deel van de Europese voedingsmiddelenindustrie. Bovendien is de penetratie van huismerken in onder meer het Verenigd Koninkrijk en Duitsland significant. De Rabobank acht een groei van de huidige 0,7 miljoen naar 2 à 2,5 miljoen ton isoglucose in 2020 daarom voorstelbaar. Toename volumes suikerhandel Op dit moment wordt zo’n 75-80% van de Europese suiker in de ‘beet belt’ geproduceerd. Dat is de groep landen waar suikerbietenteelt doorgaans het meest optimaal is qua hectare opbrengst: het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, België, Nederland en
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
7
Polen. Gelet op de verwachte groei van de suikerproductie in met name Frankrijk, Nederland, Duitsland en België, zal het totale EU-volume met 15% toenemen tot ongeveer 20 miljoen ton per jaar. De Rabobank voorziet dat na 2017 de beet belt verantwoordelijk wordt voor 80 à 85% van de EU-productie. Dit hogere percentage is tevens de reden voor de toename van suikerhandel binnen de EU; de overschotlanden krijgen nog grotere overschotten, terwijl de landen met een suikertekort nog grotere importbehoeftes zullen hebben. Dit vooruitzicht is ook de reden dat diverse suiker producenten en -handelaren zich voorbereiden op deze nieuwe marktsituatie, onder andere door belangen te nemen in suikerhandelaren of -distributeurs. Met het vervallen van de marktregulering komt de exportlimiet in principe te vervallen. Op het moment dat de wereldmarktprijs voor witte suiker relatief hoog is ten opzichte van de gemiddelde EU-suikerprijs, kunnen EU-suikerproducenten suiker exporteren naar de wereldmarkt. De huidige combinatie van regulering van de interne EU-markt via quota en de limiet op exporten naar de wereldmarkt, zorgt voor enige stabiliteit in beschikbare volumes. Na 2017 worden deze stabilisatoren losgelaten, wat kan zorgen voor een toename van volatiliteit. De volumes die de EU jaarlijks zal exporteren, hangen af van de productie omvang en het verschil in suikerprijs in de EU en op de wereldmarkt. Met name die laatste bepaalt de attractiviteit van export versus interne EU-handel. Het is lastig om een exacte voorspelling te doen over exportvolumes, maar volumes tussen de 2 en 4 miljoen ton suiker per jaar zijn voorstelbaar. Verwachting voor non-foodtoepassingen van suikerbieten en suiker na 2017 In de EU als geheel wordt meer dan 10% van het totale suikerbietenvolume aangewend voor de productie van ethanol. Grootste spelers in dit kader zijn Frankrijk en Duitsland, waar respectievelijk 60% en 20% van de ethanol wordt geproduceerd van suikerbieten. Ook Nederland produceert ethanol, maar in plaats van suikerbieten worden hier met name granen gebruikt. Nieuwe wetgeving rondom het EU-biobrandstoffenbeleid is recentelijk goedgekeurd door het Europees Parlement en bepaalt dat 7% van transport brandstoffen afkomstig mag zijn van eerste generatie biobrandstoffen (uit landbouw gewassen zoals maïs, raapzaad, tarwe en suiker). Dit beperkt de vooruitzichten voor deze sector. De daling van de olieprijs sinds juni 2014 heeft echter een grotere impact op de markt, aangezien dit een direct effect heeft op de rentabiliteit van ethanolproducenten. Ethanol zal een voorname markt blijven voor suiker en suikerbieten, maar het groeiperspectief is minder positief dan een aantal jaren geleden. Behalve ethanol zijn er ook andere non-food toepassingen voor suiker en suikerbieten. Denk aan de fermentatie-industrie waar ingrediënten voor de voedings- en farmaceutische industrie worden geproduceerd, maar ook biochemicaliën en bioplastics. De bioplastics markt wordt, net als de ethanolmarkt, in grote mate beïnvloed door de olieprijs. Omdat deze plastics concurreren met plastics uit fossiele bronnen is het vooruitzicht met de huidige lage olieprijs op zijn zachtst gezegd uitdagend. Er zijn echter ook bioplastics die verbeterde materiaaleigenschappen hebben en daardoor niet met fossiele plastics concurreren. Op langere termijn zijn er zeker groeimogelijkheden voor de bioplastics markt, gelet op de ontwikkelingen en de vraag vanuit consumenten. Het is dan ook op termijn een interessante markt voor West-Europese spelers.
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
8
Groei suikerconsumptie biedt kansen voor EU- en Nederlandse suikerindustrie en -bietentelers De EU-suikerprijs zal na 2017 voor een groot deel bepaald worden door de vraag-aanbod dynamiek op de interne markt en de hiermee verbonden handelsbalans. Het aanbod op de EU-markt wordt in eerste instantie bepaald door de jaarlijkse bietsuikerproductie, wat een combinatie is van ingezaaid suikerbietenareaal en het groeiseizoen. Vervolgens is het van belang hoe de handelsbalans zich dat jaar ontwikkelt. Importen worden bepaald door vraag naar ruwe suiker door EU-rietsuikerraffinaderijen en door de indirecte vraag naar geïmporteerde witte suiker door voedsel- en frisdrankproducenten. De export van EU-witte suiker wordt op haar beurt bepaald door de vraag vanuit met name het MiddenOosten, Azië en Afrika en de strategie van EU-suikerproducenten om suiker af te zetten op de wereldmarkt. Invloed wereldmarkt op EU-suikerprijs De Rabobank verwacht dat de EU-suikerhandelsbalans zich ontwikkelt van een tekort naar een overschot door een afname van importen en toename van exporten. De rentabiliteit van suikerexport vanuit de EU naar de wereldmarkt ten opzichte van afzet op de interne markt zal een belangrijk criterium zijn voor EU-suikerspelers. Derhalve zal de wereldmarktprijs een grotere invloed krijgen op de EU-prijs. Vanaf 1 oktober 2017 zullen spelers op de wereldsuikermarkt op hun beurt preciezer gaan volgen wat de ontwikkelingen zijn in de EU-suikermarkt, gelet op de invloed van EU-witte suiker op de wereldhandel. Aan de andere kant zullen alle stakeholders in de EU-suikermarkt meer zicht moeten houden op de ontwikkelingen in de wereldsuiker markt, gelet op de invloed op vraag, aanbod en prijsontwikkelingen. Een belangrijke factor in de wereldsuikermarkt is de wisselkoersontwikkeling van met name de Amerikaanse Dollar, Braziliaans Real, Indiase Rupi, Thaise Baht en Australische Dollar. In het nieuwe suikerregime kan de Euro aan dat rijtje worden toegevoegd, aangezien de handelsstromen van witte suiker vanuit de EU naar derde landen een stevige impact op de markt kan hebben. Kan de EU concurreren op de wereldsuikermarkt? Of de EU-suiker kan concurreren op de wereldmarkt hangt in eerste instantie af van productiekosten en logistieke kosten. Een derde factor is de vraag naar hoogwaardige geraffineerde suiker, die steeds meer gekoppeld wordt aan duurzaamheid en traceerbaarheid. Factor een: de productiekosten De productiekosten hangen voor het grootste deel af van de kosten voor de suikerbieten of het suikerriet, de grootte van de fabriek en het verwaarden van bijproducten als pulp en melasse. Suikerbietenprijzen en prijzen voor bijproducten fluctueren. Doordat de Nederlandse bietsuikerfabrieken de grootste ter wereld zijn, creëert dat via schaalvoor delen een goede uitgangspositie ten opzichte van andere spelers. De opbrengst van suikerbiet en suikerriet per hectare is een goede graadmeter voor de ontwikkeling van de sector. Grafiek 5 geeft de ontwikkeling weer van opbrengsten van suikerriet en -biet per hectare voor de drie grootste suikerexporteurs (Brazilië, Thailand en Australië) en het gemiddelde van West-Europa en Nederland. Het verschil in ontwikkeling in hectareopbrengsten kan worden verklaard door met name ontwikkelingen in zaad,
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
9
gewasbescherming en verbeterde teelt- en oogsttechnieken. De opbrengst van suikerriet en -biet per hectare kan niet één-op-één worden doorgetrokken naar de suikeropbrengst per hectare, maar de trend is soortgelijk. De cijfers laten zien dat Nederland een nog betere prestatie laat zien dan het gemiddelde van de vijf suikerbietproducerende landen in West-Europa. Grafiek 5 Vergelijking opbrengsten suikerriet en suikerbiet per hectare (2000=100) 140 130 120 110 100 90 80 2000
2001
2002
2003
Brazilie, Thailand, Australië
2004
2005
Nederland
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
West-Europa (Frankrijk, Benelux, Duitsland, VK)
Bron: FAOStat, Rabobank 2015
Factor twee: de logistieke kosten Logistieke kosten kunnen een concurrentievoordeel zijn en vormen na de productie kosten de tweede factor. Het is dus van belang om te zien waar de vraag naar geraffineerde suiker toeneemt in de komende periode. De wereldsuikermarkt groeit met zo’n twee procent per jaar, maar de verschillen tussen de regio’s zijn essentieel in percentage en absoluut volume. Belangrijkste factoren zijn bevolkingsgroei, urbanisatie en verwestering van het dieet. In diverse markten in de nabijheid van Europa wordt een significante bevolkingsgroei verwacht. Denk aan Oost-Afrika en het Midden-Oosten (grafiek 6a), terwijl de groei qua volume in absolute termen in (delen van) Azië verwacht wordt (grafiek 6b). Dit laatste heeft sowieso impact op de algehele vraag naar suiker en derhalve een positieve impact op de prijs. Grafiek 6a Bevolkingsgroei in Afrika en het Midden-Oosten tot 2050 (x1000 en groeipercentage) 1600000
2,5% 2,0%
1200000
1,5%
800000
1,0% 400000
0,5% 0,0%
0 Oost Afrika
2015
2050
Zuidelijk Afrika
Midden Afrika
West Azie (Midden Oosten en Kaukasus)
Jaarlijks groeipercentage
Bron: FAO, Rabobank 2015
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
10
Grafiek 6b Consumptiegroei van suiker in specifieke regio's (x 1000 ton en groeipercentage) 35000
5,0%
30000
4,0%
25000 20000
3,0%
15000
2,0%
10000 1,0%
5000
0,0%
0 Afrika totaal
Sub-Saharisch
Gemiddelde 2011-2013
2023
China
Indonesie
India
Egypte
groeipercentage
Bron: OECD/FAO, Rabobank 2014
Factor drie: de vraag naar hoogwaardige geraffineerde suiker De derde factor die bepaalt of de EU-suiker kan concurreren op de wereldmarkt hangt in grote mate samen met de toenemende vraag naar voedingsmiddelenproducten in Afrika, het Midden-Oosten en Azië. De trend is dat de voedingsmiddelen- en frisdrank industrie steeds hogere eisen stelt aan ingrediënten die zij in hun producten verwerken, zoals suiker. In dit opzicht staat de EU-suikerindustrie er goed voor, aangezien de kwaliteitseisen (polarisatie, vochtgehalte, kleur en additieven) voor witte suiker in de EU tot de hoogste ter wereld gerekend kunnen worden. Wat betreft de productie- en logistieke kosten, alsmede een extra afzetgebied waarvoor het nu al conform de hoogste standaarden suiker produceert, lijkt het erop dat de Nederlandse suikerindustrie vanaf oktober 2017 goed gepositioneerd de markt in kan. Aantal factoren dat invloed heeft op prijs van suiker en suikerbieten neemt toe na 2017 De EU-suikerprijs ontwikkelde zich vanaf 2009 op een manier die velen niet hadden voorzien (grafiek 7). Tussen maart 2010 en januari 2013 steeg de prijs van 470 euro tot 740 euro per ton. In de periode daarna daalde de prijs met ruim 40% tot zo’n 415 euro per ton in februari 2015. Hoewel zowel de wereldmarktprijs als de EU-prijs vanaf juli 2012 daalden, is de relatie tussen de prijzen op dit moment beperkt. Bovendien betekent dit niet dat lage wereldmarktprijzen direct leiden tot meer aanbod op de EU-markt en andersom. Dit kan worden verklaard door de combinatie van een gereguleerde interne EU-markt, importbarrières en de exportlimiet. Bovendien waren de achtergronden voor de daling verschillend. De daling van de wereldmarktprijs kan worden verklaard door enerzijds vijf opeenvolgende jaren van overschotproductie met grote voorraden als gevolg en anderzijds de ontwikkelingen in de valutamarkt. Daarentegen kan de val van de EU-suikerprijs worden verklaard door de extra toevoer van suiker via importen en omzetting van buitenquota naar quota suiker, die het gevolg waren van marktmaatregelen van de Europese Commissie. Daarnaast is er sprake van toegenomen concurrentie tussen suikerproducenten in de EU, vooruitlopend op de markthervorming. Gelet op de aanstaande veranderingen per 2017, waardoor de invloed van markten over en weer zal toenemen, verwacht de Rabobank dat de samenhang tussen EU- en wereldmarktprijs belangrijk zal worden.
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
11
Suikerprijs waarschijnlijk volatieler na 2017 Er lijken in ieder geval mogelijkheden om vanaf oktober 2017 de afzet te vergroten. Cruciaal is de attractiviteit van productieverhoging die vooral samenhangt met de suikerprijs. Basis voor de EU-suikerprijs is vraag en aanbod in de interne markt. Gelet op de relatief stabiele consumptie van suiker in de EU zal met name het aanbod van suiker van belang zijn. Die hangt in grote mate af van de jaarlijkse suikerbietenoogst. Verder zal het aanbod in grote mate bepaald worden door de EU-suikerhandelsbalans. Omdat het afzetgebied voor EU-suiker groeit door de toename van exportmogelijkheden en de handel binnen de EU toeneemt, verwacht de Rabobank dat de suikerprijs volatieler zal worden na 2017. De vraag kan de prijs volgen, wat op haar beurt weer effect zal hebben op de prijs. Het is van belang om hier als marktspeler op het juiste moment te kiezen voor een juiste balans tussen afzet op de interne markt en export buiten de EU. Grafiek 7 Prijsontwikkeling EU- en wereldmarkt (€ per ton) 800 700 600 500 400 300 200 100 0 april 2009
EU-suikerprijs
april 2010
april 2011
Wereldsuikerprijs (London nr 5)
april 2012
april 2013
april 2014
april 2015
EU referentieprijs
Bron: Bloomberg; Europese Commissie 2015
De genoemde prijsvolatiliteit in combinatie met het vervallen van de minimumsuikerbietenprijs zal impact hebben op zowel de hoogte als de stabiliteit van de suiker bietenprijs in de EU. Telers zullen de suikerbietenprijs relateren aan de prijs van andere gewassen bij de invulling van hun bouwplan. Aangezien er al significante verschillen zijn tussen de suikerbietenprijs in de EU-landen, wordt er niet gesproken over een EU-suikerbietenprijs. Verschillen tussen suikerbieten prijzen in diverse landen hebben in principe geen direct effect op de attractiviteit van de suikerbietenteelt. De telers concurreren niet met elkaar, maar de suikerbiet concurreert als gewas met andere gewassen als maïs, tarwe, zonnebloem en koolzaad. Een factor die verstorend kan werken is de mogelijkheid voor lidstaten om gekoppelde betalingen voor suikerbieten toe te kennen. Dit kan invloed hebben op de prijs die verwerkers betalen aan de telers. Hiermee wordt de positie van deze verwerkers bevoordeeld ten opzichte van concurrenten in landen zonder deze gekoppelde steun, zoals in West-Europa. Aantal factoren van invloed op de bietenprijs groeit De verschillen tussen telers en verwerkers in de verschillende landen worden mogelijk groter door een verwachtte verschuiving van de suikerbietenteelt en suikerproductie
Rabobank Cijfers & Trends Thema-update: Suiker
juli 2015
12
Rabo Kennis App Speciaal voor ondernemers is de Rabo Kennis App o ntwikkeld. Daarmee vergaart u snel en gemakkelijk kennis op macroeconomisch en sectorniveau. Hierdoor blijft u op de hoogte van wat er speelt, zodat u beter kunt anticiperen op economische ontwikkelingen in uw branche. De app is gratis beschikbaar voor iPad, Android en overige iOS.
door concentratie in de beet belt. Als de telers in de beet belt meer produceren, zal een groter deel van het landbouwareaal bieten hebben, terwijl voor de telers buiten de beet belt de suikerbiet een steeds minder belangrijk gewas zal worden. Ook hoe de suiker bietenprijs is opgebouwd varieert binnen de EU. In Nederland kennen we het systeem van de basisprijs gecombineerd met de ledentoeslag waarin het resultaat van het concern Cosun als geheel terugkomt. Na 2017 zal een soortgelijke constructie blijven voor de quota suikerbieten. Het onderscheid met buitenquota suikerbieten, waarvoor een lagere prijs geldt dan voor de eerste categorie, zal ook blijven bestaan. Dit mechanisme dient om de volumes suikerbieten te reguleren. Een dergelijk onderscheid kan ook verwacht worden in andere EU-landen, waar men op dit moment de modellen herziet met het oog op de aanstaande hervorming. Als prijsmechanisme voor de suikerbieten wordt naast de suiker prijs en het bedrijfsresultaat ook bij een aantal suikerfabrieken rekening gehouden met concurrerende gewassen als tarwe. Daarmee wordt het financiële risico voor de teler deels ondervangen. Voorgaande betekent dat naast de volatiliteit ook het aantal factoren dat impact heeft op de bietenprijs toe zal nemen. Conclusie De Nederlandse suikerbietenteler krijgt na een lange periode van strikte marktreguleringen te maken met nieuwe marktomstandigheden. De overgang naar een liberale(re) markt gaat niet gepaard met een zachte landing, maar van het ene op het andere seizoen. De impact van het nieuwe systeem kan een acuut effect hebben op telers en verwerkers. Bovendien zal de invloed van de wereldmarkt groeien. Met name in de prijsvorming zal dit een belangrijke rol gaan spelen, wat kan leiden tot meer volatiliteit in de suikerprijs. Tegelijkertijd zullen de exportrestricties voor EU-suiker vervallen, waardoor meer afzetmogelijkheden ontstaan voor suiker buiten de EU. Naar verwachting zal binnen de EU een verdere concentratie plaatsvinden, waarbij uiteindelijk 80-85% van de EU-suikerbieten geproduceerd worden in de beet belt. Bovendien zal de prijsvorming van olie en granen gaan nog meer invloed uitoefenen, omdat de productie van ethanol en isoglucose hierdoor worden beïnvloed. Op hun beurt zullen deze zowel direct als indirect impact hebben op de suikermarkt. Spelers die het beste gepositioneerd staan, kunnen diversifiëren in hun afzetgebied - zowel binnen als buiten de EU op het gebied van food en non-food. De Rabobank verwacht in de beet belt een toename van de suikerproductie waardoor het totale EU- volume met zo’n 15% zal toenemen tot ongeveer 20 miljoen ton per jaar.
Contactgegevens Ruud Schers Food & Agribusiness Research and Advisory (FAR)
[email protected]
Al met al heeft de Nederlandse keten een sterke uitgangspositie, waarbij de coöperatieve structuur, de efficiency van de akkerbouwers en de strategische ligging van Nederland een cruciale rol zullen spelen. Verwerkers maken straks het verschil met hun commitment richting telers en de efficiency en kostprijs van hun verwerking. Ondanks dat Nederlandse telers zullen moeten wennen aan volatielere prijzen die bij aanvang van het quotumloze tijdperk eerst op een lager niveau komen te liggen, blijft er in deze nieuwe realiteit zeker een plek beschikbaar voor de suikerbiet binnen het Nederlandse bouwplan.
Arjan Ausma Sectormanagement F&A Nederland
[email protected] www.rabobank.nl/akkerbouw
Disclaimer: deze publicatie is met zorg samengesteld, maar beoogt niet volledig te zijn. Deze informatie is gebaseerd op de situatie van juli 2015. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
juli 2015
13