Trainingen AT Osborne
AT Osborne Academy Vijf principes De consultants en managers van AT Osborne delen hun kennis en ervaring in de AT Osborne Academy. Ze zijn naast hun inhoudelijke werkzaamheden ook tot professioneel trainer opgeleid.
De Academy stoelt op de volgende vijf principes: 1 Maatwerk
2 Kleine groepen
3 Ervarend leren
Trainingen sluiten aan op de leerdoelen van de deelnemers als een bijdrage aan de verdere professionalisering zoals de opdrachtgever deze graag wil zien. In een intake gesprek worden leerdoelen gecategoriseerd naar niveaus van kennis, inzicht of vaardigheden.
De optimale groep bestaat uit twaalf deelnemers met één of twee trainers. Deze samenstelling biedt mogelijkheden om in subgroepen te werken en elke deelnemer persoonlijke aan dacht te geven. Ook houden we op deze manier voldoende snelheid in de training.
De beleving van deelnemers vormt de basis voor het leer proces. De trainingen starten steeds met het inventariseren van praktijkervaringen. Vervolgens reflecteren de deelnemers hierop. De trainers koppelen de reflecties aan theoretische kaders en praktische handreikingen, om het leren een kapstok te geven. Door te experimenteren in praktijksituaties of rollenspellen ervaren de deelnemers hoe ze het geleerde kunnen toepassen. Vandaag leren, morgen doen!
4 Creatieve werkvormen
Deelnemers in de AT Osborne Academy tekenen kleurplaten, bouwen met Duplo, lossen puzzels op, spelen met de ballen bak en acteren in een rollenspel. Met andere woorden: leren krijgt vorm op een creatieve en ontspannen manier. De werk vormen laten deelnemers ontdekken en experimenteren. De vormen wisselen elkaar op een prettige manier af en volgen het energieniveau van de deelnemers gedurende de dag.
5 Gezag hebbende trainers
Omdat de trainers van AT Osborne ook allen werken als con sultant of manager, brengen ze relevante en actuele praktijk ervaring in. Ze kennen de worstelingen van deelnemers van binnenuit. Ze hebben hun kennis veelal ook gepubliceerd in artikelen en boeken.
In Company Training AT Osborne maakt elke training op maat zodat deze optimaal aansluit bij de ontwikkelingen die binnen uw sector en organisatie spelen. Op basis van een gesprek met de geïnteresseerde opdrachtgever, wordt een globaal programma met leerdoelen en hoofdcomponenten voorgesteld. De trainingen in deze catalogus noemen ideeën voor het programma als voorbeeld. Daarna volgen er intakegesprekken met enkele potentiële deelnemers, om een beeld te krijgen van hun werkveld, ervaring, casuïstiek, taal van de organisatie en kennisniveau. Dit resulteert in een trainingsprogramma waarin de hoofdcomponenten een concrete invulling krijgen met voorbeelden en werkvormen. Na het geven van de training, volgt naast een deelnemersevaluatie altijd een evaluatie met de opdrachtgever. Indien gewenst wordt ook nazorg en coaching verzorgd. Trainingen kunnen ook in de vorm van Masterclasses worden georganiseerd.
Contactpersoon
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
Ineke Meijer T 035 543 43 43 E
[email protected]
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
AT Osborne Academy Ervaringen
Ervaringen van opdrachtgevers en deelnemers: “Er is een goede balans tussen theorie en praktijk, heldere modellen en leuke praktijkvoorbeelden. Alle stof wordt aan de hand van werkelijke projecten duidelijk gemaakt, het leeft veel meer dan droge stof! Het toepassen maakt het levend en zorgt dat je niet alleen een beeld hebt van wat je moet doen, maar ook hoe je dat kan doen: Leren door doen!” “De open houding van de trainers was heel fijn (ze horen zichzelf niet te graag praten!)” “Direct toepasbaar in werk doordat het zo goed aansluit op waar ik in de praktijk mee te maken heb en goede diepgang (een van de meest leerzame trainingen voor mij!)”
“Mensen gaan niet doen wat je zegt, maar ze gaan doen wat jij doet! Dat is een belangrijke les.” “Wat ik op korte termijn anders ga doen dan voorheen? Ik ga meer nadenken over wat ik van anderen wil en hoe ik diegene in beweging kan brengen: meer aandacht voor proces, belang van anderen: wat heeft de ander nodig?” “De moeilijke gesprekken oefenen in simulatie met acteurs met feedback: heel nuttig!” “Beide trainers zijn to-the-point op inhoud, simpele voorbeelden zijn effectief.” “Case liep als rode draad mooi verweven in praktijk/theorie.”
AT Osborne heeft haar kennis en ervaring gedeeld met onder andere:
AT Osborne is partner voor veel opleidingsinstituten, waaronder:
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
AT Osborne Academy Trainingen
Trainingen Asbestsanering aansturen
KSG Incompany
Bouwkostenmanagement
AT Osborne werkt bij het geven van trainingen vaak samen met KSG Incompany. KSG Incompany is een trainings- en adviesbureau voor gedrags- en organisatieverandering. Bij KSG Incompany zijn uitsluitend professionele trainers werkzaam die excelleren in de methode van Ervarend Leren: deelnemers leren door de actieve oefening van hun eigen ervaringen. De ervaringsdeskundigen van AT Osborne en de toptrainers van KSG Incompany vormen een unieke combinatie: kennis van uw uitvoeringspraktijken ontwikkeling van gedragkomen hierbij samen.
Contractering en aanbesteding Financiële grip op gebiedsontwikkeling Financiële projectanalyse Lobbyen in Den Haag Omgevingsmanagement Onderzoeksmethoden voor project- en lijnorganisaties Politiek Bestuurlijke Gevoeligheid Professioneel Opdrachtgeverschap Projectbeheersing Project- en procesmanagement Systeemgerichte Contractbeheersing Vastgoed rekenen voor het onderwijs Waterprojecten managen
Contactgegevens Secretariaat KSG Incompany T 030 604 01 00 E
[email protected] W www.ksgincompany.nl
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Asbestsanering aansturen
De opdrachtgever van een asbestvraagstuk draagt een
Mogelijkheden programma
grote verantwoordelijkheid voor het proces en het resul
Het programma bestaat uit maatwerk en is samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Nut en noodzaak van asbestverwijdering kennen. Wat is asbestprecies en waarin zit het verwerkt? Wat doet het met de gezondheid van mensen? Wat is de juridische verantwoor delijkheid van eigenaren en huurders van gebouwen? De ‘need to know’ feiten over asbest worden hier behandeld. ▪▪ De asbestketen begrijpen. Tussen een gebouw met asbest en een gebouw zonder asbest ligt de asbestketen. Deze omvat de inventarisatie, de verwijdering en de eindcontrole. De wet heeft de uitvoering van elke schakel van de keten bij een anderepartij belegd. ▪▪ Valkuilen in de praktijk. Praktijkcases en filmopnames laten zien wat er mis gaat in de praktijk. Bijvoorbeeld: de opdracht gever heeft een aannemer gecontracteerd op basis van een inventarisatierapport. Zodra de aannemer aan de slag gaat, constateert die echter dat het rapport incompleet is. ▪▪ Partijen selecteren. Waar moet een opdrachtgever op letten bij het selecteren van een onderzoeksbureau en een aannemer voor een specifiek vraagstuk? Deelnemers krijgen hiervoor criteria aangereikt. Ook wordt duidelijk wanneer een aan besteding nodig is. ▪▪ Aansturen van de inventarisatie. Deelnemers beoordelen de inhoud van enkele inventarisatierapporten. Welke zijn goed? Welke zijn incompleet? Ze passen deze inzichten toe op het formuleren van de vraag voor een inventarisatiebureau. ▪▪ Een contract met de aannemer opstellen. Deelnemers oefe nen met de inhoud van een contract voor de aannemer. Ze for muleren het beoogde eindresultaat. Is dit altijd gelijk aan de scope van het inventarisatierapport? Is het eenduidig? Hoe wordt het resultaatmeetbaar?
taat. Het inschakelen van een gecertificeerd onderzoeks bureau en een gecertificeerde aannemer is dan niet genoeg. Opdrachtgevers raken helaas vaak verzeild in juridisch getouwtrek over meerkosten, vertraging en gezondheidsrisico’s. Zij dienen zelf te sturen op de schakels van de keten. AT Osborne geeft deze training in samenwer king met TÜV Nederland.
Leerdoelen Na de training hebben deelnemers inzicht in de asbestketen. Ze kennen de valkuilen en weten wat ze kunnen doen om een asbestvraagstuk succesvol aan te sturen. Doelgroep De training is gericht op managers die verantwoordelijk zijn voor het asbestvraagstuk van hun organisatie bij onderhoud, renovatie of sloop van gebouwen. Dit zijn o.a. managers huisvesting, veiligheid of milieu, assetmanagers, facilitair managers, of bouwmanagers.
asbestinventarisatie
asbestketen praktijkcases
contracteren onderzoeksbureau valkuilen aannemer inventarisatierapporten J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Bouwkostenmanagement
Grip houden op een project en kostenoverschrijdingen
Mogelijkheden programma
voorkomen, daar is overzicht voor nodig. Maar wat zeggen
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Kernbegrippen herkennen. Door te delen welke beelden er bij de deelnemers leven over bouwkostenmanagement wordt geleerd kernbegrippen te herkennen. ▪▪ Werken met kostenopstellingen. Deelnemers leren het verschiltussen een raming, een begroting en een calculatie onderscheiden. Wat wordt voor welk doel en op welk moment gebruikt? Welke partij maakt wat? Welke eisen en randvoor waarden geeft een goede opdrachtgever mee om vergelijk bare en bruikbare kostenopstellingen te verkrijgen? Hoe krijgenkansen en risico’s een plek? ▪▪ Werken met financiële overzichten. Tijdens de looptijd van een project geeft het statusoverzicht een momentopname van de financiële situatie. Uit welke onderdelen bestaat dit over zicht? Hoe hangen raming, begroting en calculatie van het project hiermee samen? De deelnemers lossen deze puzzel op en leren rapporteren hoe financieel gezond het project is. In een simulatie vertalen ze gebeurtenissen zoals een scope wijziging of een aanbestedingsresultaat in het statusoverzicht. ▪▪ Sturen op projectresultaat. Deelnemers oefenen met het gereedschap van de kostenmanager per projectfase. Hoe blijft het project binnen budget? Wanneer geeft een opdrachtgever een taakstellend budget mee? Welke partij moet op welk momentverantwoording afleggen en in welke vorm? ▪▪ Projectadministratie opzetten. Voor het statusoverzicht zijn registraties nodig van budgetten, opdrachten, prognoses en betalingen. Deelnemers leren hoe ze hiervoor taken, verant woordelijkheden en bevoegdheden in de projectorganisatie beleggen, ingebed in het moederbedrijf. ▪▪ Context inschatten. Het belang van kostenmanagement wordt gerelateerd aan de doelen en de scope van projecten. Hoe verhoudt dit belang zich tot andere belangen zoals de planning?
al die cijfers nu precies? Wat zijn de juiste vragen om te stellen? Wat heeft een projectteam nodig om binnen de lijntjes te blijven kleuren?
Leerdoelen Na de training begrijpt de deelnemer wat er achter de cijfers zit en stelt hij hier in de juiste taal kritische vragen over. Hij stelt slimme eisen aan ramingen, begrotingen en calcula ties en begrijpt financiële statusoverzichten. Hij hanteert gereedschappen om het project binnen budget te houden. Doelgroep Deze training is niet bedoeld voor kostenmanagers en kostendeskundigen! De training is gericht op hun opdracht gevers en samenwerkingspartners die verantwoordelijkheid dragen voor een (deel)project en daarin te maken krijgen met budgetverantwoordelijkheid en financiële informatie. De doelgroep bestaat uit projectleiders, project- en programma managers, architecten en medewerkers van ingenieurs bureaus in de werkvelden infrastructuur, utiliteitsbouw en woningbouw.
calculatie
scope
projectadministratie kansen
context begroting
financieel overzicht
risico’s
raming
prognose
projectresultaat J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Contractering en aanbesteding
Bij de realisatie van ruimtelijke projecten legt de opdracht
Mogelijkheden programma
gever meestal een deel van het werk bij marktpartijen neer.
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Het proces overzien. Contractering is onderdeel van een keten. Die start met een contracteringsplan en daarna kan een aanbesteding volgen. Na sluiten van het contract volgt contractbeheer. ▪▪ Opstellen van een contracteringsplan. Vorm en inhoud van een contracteringsplan worden toegelicht. Deelnemers stel- len hun eigen plan op. ▪▪ Contractmodel kiezen. Het palet van contractmodellen loopt van traditioneel, naar gedeeltelijk geïntegreerd (D&B, DMB, Bouwteam) tot volledig geïntegreerd (DBFMO). De relatiemet PPS en allianties wordt toegelicht. ▪▪ Een aanbestedingsprocedure vormgeven. Het palet van Europeseaanbestedingsprocedures wordt toegelicht, zowel de reguliere als de uitzonderingen (concurrentiegerichte dialoog, onderhandelingsprocedure). Wat bepaalt de keuze? Deelnemers oefenen o.a. met het bepalen van selectie- en gunningscriteria, de mogelijkheden van vervlechting en aan- besteden in relatie tot gebiedsontwikkeling. ▪▪ De andere kant van de tafel ervaren. Deelnemers verplaat- sen zich in de gegadigden voor een bepaald contract en doen in groepjes mee aan de aanbesteding. Ze ervaren voor welke vragen en afwegingen ze komen te staan en hoe lastig het is om het spel precies volgens de regels te spelen. ▪▪ Een contract sluiten. Enkele standaard contractmodellen en standaardvoorwaarden worden besproken. Welke dingen moetenaltijd geregeld zijn? Wat zijn de valkuilen? Deelne- mers beoordelen een contract van 200 pagina’s in een kwar- tier.
Daar komt altijd een contract en meestal een aanbesteding bij kijken. Een professionele opdrachtgever overziet het proces en maakt onderbouwde keuzes. Maar hoe zit het met al die regels en innovatieve contractvormenvan tegenwoordig?
Leerdoelen Deelnemers begrijpen na afloop hoe ze aanbesteding en contractering aanpakken in het totale proces van een pro ject. Ze kennen de keuzemogelijkheden en kunnen onder bouwde afwegingen maken. Doelgroep De training is gericht op projectleiders, projectmanagers, inkopers en juristen die aan de zijde van de opdrachtgever te maken hebben met aanbesteden en contracteren van ruimtelijke (deel)projecten.
kwaliteitsborging innovatieve contractvormen
ARW 2012
EMVI
Aanbestedingswet 2012
selectiecriteria duurzaamheid
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Financiële grip op gebieds ontwikkeling
Stilgevallen projecten door een afgenomen vraag. Terug
Mogelijkheden programma
houdende opstelling van financiers. Forse afboekingen
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ De basis van gebiedsontwikkeling begrijpen. Typische pro cessen, partijen en belangen in gebiedsontwikkeling worden besproken. Welke belangen hebben een gemeente, ontwikke laar, corporatie en belegger? En in welke constructies kunnen ze samenwerken? ▪▪ Financiële modellen opstellen. In de planvorming van een gebiedsontwikkeling stellen de betrokken partijen een grond exploitatie, vastgoedexploitatie en beheerexploitatie op. Deel nemers raken met diverse oefeningen vertrouwd met deze modellen en hun onderlinge samenhang. Het wordt duidelijk waar welk resultaat valt voor elke partij. ▪▪ Toepassen van de Wro. De Wet ruimtelijke ordening (Wro, 2008) geeft de juridische kaders voor kostenverdeling in gebiedsontwikkeling. Deze komen samen in een exploitatie plan. Deelnemers oefenen met het opstellen van een expoitatie plan, het waarderen van inbrengwaardes en het toerekenen van bovenwerkse voorzieningen, inclusief de doorwerking ervanop de betrokken partijen. ▪▪ Bijstellen gedurende de rit. Een grondexploitatie bestaat uit een inschatting van toekomstige kosten en opbrengsten. Op basis daarvan beslissen partijen over investeringen. Maar wat gebeurt er bij oplopende kosten, teruglopende afzet snelheid of tegenvallende waardestijging gedurende de rit? Deelnemers krijgen inzicht in de (optimalisatie)mogelijkheden met bijbehorende afwegingen. ▪▪ Verantwoorden van overheidsbijdragen. Een financieel tekortop een grondexploitatie kan worden afgedekt met over heidsbijdragen. Overheden stellen vaak ter verantwoording van bijdragen een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) op. Deelnemers raken bekend met de opzet, mogelijk heden en beperkingen van een MKBA in gebiedsontwikkeling.
voor grond- en vastgoedeigenaren na herwaardering en -prioritering van hun portefeuille. Het is een illustratie van de recente problematiek in gebiedsontwikkeling. Maar welke mechanismen zitten erachter? En belangrijker: wat valt hieruit te leren voor de toekomst?
Leerdoelen Deelnemers begrijpen na afloop van de interactieve traininghoe gebiedsontwikkeling financieel in elkaar steekt en kunnen er zelf aan rekenen. Ze krijgen zo meer grip op gebiedsontwikkeling. Doelgroep De training richt zich op young professionals (1-5 jaar werker varing) van gemeentelijke grondbedrijven en woning corporaties, met interesse in de financiële aspecten van gebiedsontwikkeling.
belegger optimalisatie
financieel model beheerexploitatie bijstellen kostenverdeling inbrengwaarde grondexploitatie vastgoedexploitatie maatschappelijke kostenbaten J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Financiële projectanalyse
De financiële aspecten van een project zijn belangrijke
Programma
beslisvariabelen. Ook als de primaire doelstelling niet het
Het programma wordt op maat samengesteld en kan bestaan uit de volgende onderdelen: ▪▪ Waarom en wanneer is een financiële analyse relevant. De deelnemers benoemen waarom er wordt gerekend aan projecten. Denk aan het bepalen van de haalbaarheid, het vergelijken van varianten, het nemen van een investerings beslissing, het verkennen van de financieringsmogelijkheden of het definiëren van een financiële prikkelstructuur. ▪▪ Rekenen met cashflows. Wat zijn kasstromen en wat is het verschil met kosten, opbrengsten en winst? Hoe houden we rekening met de ‘tijdswaarde van geld’? De deelnemers oefenenmet het disconteren van toekomstige kasstromen, het berekenen van de netto contante waarde en de interne rentevoet. Hoe gaan we om met inflatie, boekwaardes en sunk-costs? ▪▪ Rekenen aan gebiedsontwikkeling en vastgoed (verdieping). De deelnemers passen de techniek van kasstroom analyse toe op vastgoed- en gebiedsontwikkelingsprojecten. Wat is een grondexploitatie of grex? Daarnaast wordt geoefend met enkele vastgoedspecifieke ‘sigarenkistjes methoden’, zoalshet bruto aanvangsrendement of BAR.
maximaliseren van het financiële resultaat is. Vrijwel iedereen krijgt in zijn dagelijkse beroepspraktijk te maken met kleine en grote financiële vraagstukken. Volledig ten onrechte wordt daar vaak omheen gelopen of worden te dure adviseurs ingehuurd om ze te beantwoorden.
Leerdoelen Deelnemers kunnen na afloop zelfstandig en op hoofdlijnen rekenen aan projecten ten behoeve van investeringsbeslis singen, scenario-analyses en business cases. Daarnaast wordt inzicht gegeven in gangbare financiële methoden, technieken en begrippen zodat voor de meer complexe vraagstukken effectief en efficiënt advies kan worden uit gevraagd en dit advies inhoudelijk kan worden beoordeeld. Doelgroep Deze training is gericht op projectmanagers, -leiders en medewerkers voor wie de financiële kant van projecten wel relevant is om te begrijpen, maar niet tot de primaire taak of expertise behoort.
BAR sunk costs grex business case boekwaarde inflatie
scenario-analyse
kasstroomanalyse financiele analyse
investeringsbeslissing J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Lobbyen in Den Haag
Als decentrale overheden een project willen starten, krijgen
Mogelijkheden programma
ze vaak te maken met politiek en beleidsdepartementen in
Het programma wordt maatwerk samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ De basics van de Haagse ambtelijke arena kennen. Hoe werkt het bij een beleidsdepartement en in de Tweede Kamer? Overeenkomsten en verschillen met de decentrale overheden komen aan bod. ▪▪ De beleidscyclus kennen. De beleidscyclus wordt toegelicht. Beleid wordt ontwikkeld, geïmplementeerd, uitgevoerd en geëvalueerd. Ruimtelijke investeringsprojecten in ‘uitvoe ring’ doorlopen daarbinnen de zogenaamde MIRT cyclus. Deelnemers leren o.a. wat er procedureel en bestuurlijk moet gebeuren voordat de minister een tracébesluit tekent. ▪▪ Weten waar het geld zit. Financiële bijdragen van het Rijk aan ruimtelijke projecten kunnen uit verschillende ‘potjes’ komen. Deelnemers krijgen inzicht in de belangrijkste middelen, zoals het MIRT, programma’s en fondsen. Ook het speelveld van voorwaarden komt aan bod. ▪▪ Begrijpen hoe de hazen lopen. Een casus laat zien welke afdelingen van één departement met een bepaald project te maken krijgen. Welk spel spelen zij onderling? Welke lijntjes naar externepartijen hebben ze? Deelnemers leren wat de juiste contacten op het juiste niveau zijn. ▪▪ De Haagse taal spreken. Wie mee wil praten op een beleids departement, moet de taal spreken. De deelnemers worden getraind met de afkortingenquiz en andere, serieuzere, oefeningen. ▪▪ Getting things done. Hoe krijgen decentrale overheden het Rijk zover om een overeenkomst te tekenen, financieel bij te dragen, of snel te beslissen? Werk aan de juiste houding en partners, biedt iets interessants aan, vertel het verhaal goed, lobby slim, en onderhandel. En let op de ‘timing’! ▪▪ Omgaan met media en politiek. De routines van de Tweede Kamer met AO’s, VAO’s, kamervragen, moties en Q&A’s wordenbehandeld. Ook wordt duidelijk hoe tegenstanders pers en politiek kunnen bespelen. Hoe kunnen projectorga nisaties en betrokkenen daar constructief mee omgaan?
Den Haag. Wie iets voor elkaar wil krijgen, moet weten hoe het spel daar wordt gespeeld.
Leerdoelen Deelnemers begrijpen na afloop hoe ze succesvol kunnen lobbyen bij rijksambtenaren, bestuurders, parlement en media, op het gebied van verkeer, vervoer, infrastructuur en water. Doelgroep De training richt zich op ambtenaren van decentrale over heden die rondom verkeer, vervoer, infrastructuur en water te maken krijgen met beleidsdepartementen van het Rijk. Denk aan projectleiders en programmamanagers van pro jecten in de fase van initiatief of verkenning, of aan beleids adviseurs die als stakeholder te maken krijgen met een OV-, infrastructuur of waterproject van een andere initiatief nemer.
Haagse arena tweede kamer
beleidsdepartement beleidscyclus media en politiek ruimtelijke investeringsprojecten
speelveld
fondsen
timing Haagse taal
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Omgevings management
Een project met veel stakeholders vraagt om het betrekken
Mogelijkheden programma
van de omgeving. Het is immers zonde als het bezwaar
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Ken je omgeving. Deelnemers leren diverse methodes om naar de (project)omgeving te kijken en een goed beeld neer te zetten van de omgeving en alle betrokkenen. Ze leren om risi- co’s in te schatten op basis van deze inventarisatie. ▪▪ Pro-actief handelen naar je omgeving. Deelnemers leren om via inventarisatie een strategie te bepalen richting sta keholders. Kijken door de bril van omgevingspartijen en diens belangen, zonder het eigen belang uit het oog te ver liezen. Deelnemers krijgen een kapstok om een strategisch omgevingsplan (of EMVI-plan) aan op te hangen. ▪▪ Veranderende omgeving. Projecten spelen zich af in een dy namische omgeving. Dat levert vaak een spanningsveld op tus sen de kaders waarbinnen een project moet worden uitgevoerd en de dynamische omgeving. Deelnemers leren interventies in te zetten om met deze situatie om te gaan. ▪▪ In gesprek met je omgeving. Omgevingsmanagement wordt grotendeels bepaald door interactie met de omgeving. Deelne mers leren omgaan met tegengestelde belangen en weerstand. Ze voeren gesprekken zoals die in de praktijk gevoerd worden. ▪▪ Een betrouwbare partner. Voor een goede samenwerking met omgevingspartijen is relaties opbouwen essentieel. Deelne mers krijgen inzicht in aspecten die invloed hebben op het op bouwen van relaties. Ze leren het belang van duurzame relaties en goed imago inzien voor een effectief project. ▪▪ Omgevingsmanagement organiseren. Omgevingsmanage menttaken kunnen verdeeld zijn over de projectmanager, deelprojectleiders, een omgevingsmanager, communicatie adviseur en projectjuristen. Deelnemers beoordelen verschil lende organisatiemodellen uit de praktijk. ▪▪ Juridische procedures vlot doorlopen. Ken de weg in het omgevingsrecht! Het hoeft niet te belemmeren, het kan onder steunen. Het biedt kansen om de omgeving te betrekken. Hoe werkt de omgevingsvergunning? Hoe kan een (bestuurs)over eenkomst helpen?
schriften regent, of als het resultaat de gebruikers teleur blijkt te stellen. De omgeving is niet 100% maakbaar, maar wel beïnvloedbaar!
Leerdoelen Deelnemers hebben na afloop inzicht in de diversiteit van stakeholders. Ze kunnen een procesaanpak opstellen voor de interactie met stakeholders en het doorlopen van juridische procedures. Doelgroep De training is gericht op projectmanagers, projectleiders en omgevingsmanagers in ruimtelijke projecten met veel stake holders. Het gaat zowel om de planfase als de uitvoering.
samenwerking strategie
stakeholders
krachtenveldanalyse
interactie
efficiënte processen duurzame relatie bouwen
verschillende belangen
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Onderzoeksmethoden voor project- en lijnorganisaties
Vaak wordt het heden of verleden van projecten of
Mogelijkheden programma
organisaties onderzocht, om een specifieke vraag te
Het programma is maatwerk en wordt samengesteld uit bijvoorbeeldde volgende onderdelen: ▪▪ De vraag inventariseren. In een rollenspel voeren deelnemers een gesprek met een opdrachtgever over zijn vraag. Vragen kunnen verschillend van aard zijn. Hoe richt ik mijn organisatie goed in? Welke verbeteringen zijn er nodig? Verloopt mijn pro ject beheerst? Waarom loopt dit project (onderdeel) niet goed? Welke lessen heb ik geleerd of wat kan ik leren van anderen? Deelnemers leren dat het belangrijk is om de vraag en context van het project of de organisatie te begrijpen. ▪▪ Methode kiezen. Bij elke vraag passen verschillende me thoden. Ook het te hanteren referentiekader is belangrijk. We behandelen de belangrijkste onderzoeksmethoden. Deelnemers leren op basis van welke criteria ze kunnen be slissen welke methode wanneer de beste aanpak is. ▪▪ Aanpak opstellen. De deelnemers stellen middels de vraag en de beschikbare onderzoeksmethode een aanpak op. Een onderzoek bestaat vaak uit (tenminste) drie stappen: infor matie verzamelen, interpreteren en rapporteren. De trai ning gaat in op mogelijke vormen, hulpmiddelen en aan dachtspunten. We hanteren daarbij voorbeelden gebaseerd op jarenlange ervaring in zowel project- als lijnorganisaties. ▪▪ Verwachtingen en draagvlak managen. Vaak vinden dit soort onderzoeken plaats in een politiek gevoelige omge ving. Daarom is aandacht voor draagvlak en communicatie onontbeerlijk. Verwachtingen van opdrachtgever(s) en di rect betrokkenen moeten gedurende het onderzoek wor den gemanaged. Hoe doe je dat? Met tips & tricks leren deelnemers om draagvlak te creëren in de organisatie en om deze te vergroten. ▪▪ Omgaan met onzekerheden en dynamiek. Soms verandert de vraag na de evaluatie. Of is het onmogelijk om een planning te halen. Het lukt niet om interviews en sessies in te passen in allerlei volle agenda’s. Soms kom je weerstand tegen uit onver wachte hoek. Wat dan te doen? Deelnemers en trainers wisse len hun ervaringen en best practices uit.
beantwoorden of om richting te geven aan de toekomst. Denk aan audits en evaluaties. Voor een gedragen resultaat van zo’n onderzoek, is de juiste aanpak essentieel.
Leerdoelen Deelnemers leren een onderzoeksvraag te formuleren, de beste evaluatie-aanpak te bepalen en uit te voeren. Ze kun nen de resultaten van het onderzoek op een zorgvuldige en transparante manier duiden en hierover rapporteren, zoda nig dat er draagvlak ontstaat voor de conclusies en aanbeve lingen. Doelgroep De training is gericht op hoofden en medewerkers van bedrijfsbureaus en afdelingen projectbeheersing, control en kwaliteitsmanagement en organisatie.
draagvlak
oordeelvorming
kwaliteitsverbetering evaluatie aanpak vraaginventarisatie audit onderzoeksmethoden
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Politiek Bestuurlijke Gevoeligheid
Burgers worden mondiger. Belangengroeperingen weten
Mogelijkheden programma
zich goed te organiseren en uitvoeringsorganisaties worden
Het programma is maatwerk en wordt samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Opfrissen van de kennis over politiek en bestuur. Aan de hand van een korte quiz krijgen de deelnemers inzicht in de basis van staatsrecht, politiek en ambtenarij. Hiermee wordt de kennis ten aanzien van politiek en bestuur opgefrist. ▪▪ Uitvoeren van een krachtenveldanalyse. Met dossiers uit de praktijk leren deelnemers een krachtenveldanalyse uit te voe- ren. Dit krachtenveld wordt verder bepaald voor de oefenin- gen in de rest van de training. ▪▪ Geven van inzicht in de arena’s van het politiek-bestuurlijke spel. Het speelveld om u heen wordt aan de hand van vijf are- na’s inzichtelijker gemaakt. Daarbij zullen per arena de drijf- veren in die arena centraal staan. ▪▪ Oefenen met politiek-bestuurlijke risico’s. In dit onderdeel gaan we in op hoe ogenschijnlijk ‘kleine’ risico’s in de werk- praktijk kunnen uitlopen op grote risico’s op politiek-bestuur- lijk niveau. Daarbij wordt ook kort stilgestaan bij de metho- diek van risicomanagement. ▪▪ Omgaan met belangentegenstellingen. Belangentegenstell ingen komen in ieders praktijk veelvuldig voor. Hoe kun je daar nu het meest effectief mee omgaan? Wat is eigenlijk uw voorkeursstijl als het gaat om het omgaan met belangente- genstellingen. Tijdens dit onderdeel bespreken we de diverse stijlen aan de hand van een theoretisch model, die u handvat- ten biedt voor uw praktijk.
meer op afstand geplaatst. De impact van (sociale) media wordt steeds groter. Het maken van een juiste inschatting en het geven van een advies wordt daardoor steeds lastiger, terwijl de bestuurder steeds meer van u vraagt. De dynamiek en complexiteit van het maatschappelijke, politieke en bestuurlijke veld nemen toe en vragen steeds meer van u als ambtenaar.
Leerdoelen De training Politiek-Bestuurlijke Gevoeligheid is bedoeld om u handvatten aan te reiken, zodat u binnen de politiekbestuurlijke context waarin u werkzaam bent, effectiever kunt opereren en ambities kunt realiseren. Doelgroep Deze training is bedoeld voor overheidsprofessionals die werken in een beleids– of uitvoeringsorganisatie van een gemeente, een provincie of het Rijk.
politiek
beleid media maatschappij krachtenveld invloed risico’s
uitvoering
bestuurders
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Professioneel Opdrachtgeverschap
Opdrachtgeven is spannend. Rollen, taken en verantwoor-
Mogelijkheden programma
delijkheden van opdrachtgevers en opdrachtnemers
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Opdracht geven met resultaat en effect. Deelnemers leren in een gesprek met de opdrachtnemer vanuit hun rol de juiste vragen te stellen. Ze leren te sturen op het wat (resultaat) en het ‘hoe’ aan de opdrachtnemer over te laten. Ze leren een duidelijke opdracht met kaders te geven, elkaar aan te spre- ken op gedrag en een opdrachtgeversrelatie aan te gaan. ▪▪ Good Governance. Bij een opdracht zijn steeds vaker en meer interne én externe partijen betrokken in diverse rol- len (stuur- of klankbordgroep, adviescommissie) en met verschillende belangen. Deelnemers verbeteren op basis van een aantal governance principes de organisatie (en constellatie) van hun opdracht. ▪▪ Omgaan met conflicterende belangen. Deelnemers leren in een vergadersetting om te gaan met conflicterende belangen. Ze leren welke interventies ze kunnen inzetten om te sturen op het maken van goede afspraken. ▪▪ Managen van dilemma’s. Deelnemers kunnen een dilemma analyseren door gebruik te maken van een dilemmabox en le- ren welke ‘coping strategies’ ze in kunnen zetten om een di- lemma te managen. ▪▪ Waardevol kiezen. Deelnemers (her)kennen hun eigen drijf- veren en waarden en die van de ander. Ze kunnen de keuzes die ze (moeten) maken als opdrachtgever op basis van deze waarden kracht bijzetten. ▪▪ Relatie met de opdrachtnemer. Met van een (vecht)work shop doorvoelen deelnemers wat het betekent om een goede relatie te onderhouden en in contact te blijven met de ander. Vervolgens vindt de vertaling naar de eigen praktijksituatie plaats en formuleren deelnemers verbeterpunten in hun ge- drag richting de opdrachtnemer. ▪▪ Overtuigingskracht en expertise. Deelnemers leren dat op drachtgevers hun opdrachtnemers kunnen en mogen helpen. Aansluiten, aanspreken en inspireren zijn belangrijke vaardigheden die deelnemers onder de knie moeten krijgen.
veranderen. Meerdere uitdagingen en dilemma’s over het optimaal invullen van uw opdrachtgeversrol komen op u af. U moet met steeds meer doelen en belangen rekening houden. Zowel in uw eigen organisatie als daarbuiten. Hierdoor ontstaan spanningen tussen lijn- en projectorganisatie, bestuur en organisatie of beleid en uitvoering. Leerdoelen Het ontwikkelen van houding, gedrag en vaardigheden staan centraal. Deelnemers zijn na afloop beter in staat om de vele dilemma’s en vaak conflicterende belangen waarmee zij als opdrachtgever geconfronteerd worden te managen. Doelgroep Deze training richt zich op lijn-, programma- en projectmanagers van inhoudelijk en bestuurlijk complexe opdrachten werkzaam bij o.a. Rijk, provincies, gemeenten, RWS, ProRail, waterschappen en private organisaties. Er wordt gefocust op uw rol als opdrachtgever.
samenwerken
dilemma’s opdrachtnemer
opdrachtgeven
spanning
drijfveren
belangen
governance
resultaat J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Project beheersing
Wat is een project en hoe maak je het tot een succes?
Mogelijkheden programma
De vraag is simpel, maar het antwoord niet vanzelf-
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Projectmatig werken onderscheiden. De deelnemers benoemenkenmerken van projectmatig werken. Wat maakt het anders dan activiteiten in een lijnorganisatie? Ze benoemen typen projecten. ▪▪ Geen beheersing zonder plan. Waaruit bestaat een goed projectplan. Hoe borg je en stuur je op de beheersaspecten. Aan bod komen zaken als doel en resultaat, scope, kosten, planning, risico’s, sturing en verantwoording, communicatie, contractmanagement, kwaliteit en organisatie, oplevering en overdracht. De uitdaging is om slim onderscheid te maken tussen wat je vastlegt en wat je openhoudt. ▪▪ Succes definiëren. Wanneer is een project geslaagd? Wanneer is een project goed beheerst? Dit heeft onder andere te maken met het type project en het onderscheid tussen ‘wat’ en ‘hoe’. ▪▪ Rollen onderscheiden. Soms is er een manager projectbeheersing, maar soms ook niet. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor de projectbeheersing? Er komen verschillende modellen aan bod. Ook wordt het onderscheid tussen projectbeheersing en projectondersteuning verkend. En hoe zit dit in de organisatie waar u in werkt, en welke rolopvatting hoort daarbij? ▪▪ Wanneer verloopt mijn project beheerst. De lijn- en projectorganisatie kunnen hier verschillend tegenaan kijken en dit kan tot spanning leiden. Wanneer ben je echt in control? Welke interventies liggen voor de hand als je project dreigt te ontsporen, en zijn dit ook de juiste? ▪▪ Omgaan met praktijkdilemma’s. Wie verantwoordelijkheid draagt, komt voor praktijkdilemma’s te staan. De rapportage aan de opdrachtgever geeft een veel te rooskleurig beeld van de kosten. Er is nog geen goede planning, maar de opdrachtge ver wil wel uitspraken doen over de oplevering. Belangrijke in formatie is niet meer terug te vinden. Wat te doen?
sprekend. Want hoe vaak komt u een echt goed beheerst project tegen? Beseft elke projectleider wel dat de opgave groter is dan de formele opdracht? Wie blijft er in control, ook als het lastig wordt?
Leerdoelen Na afloop van de training kennen deelnemers de aanpak om een project goed te beheersen. Ze weten wanneer ze een project succesvol kunnennoemen en zijn in staat om actief op dit succes te sturen, ook als het project dreigt te ontsporen. Doelgroep De training is gericht op adviseurs, beleidsmedewerkers en managers die starten met het werken in projecten en zich afvragen hoe ze ‘in control’ kunnen blijven en hun project tot een succes maken.
beheersaspecten
scope
sturen vs verantwoorden
interventie opgave definitie
praktijkdilemma’s controle projectplan omgeving J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Project- en procesmanagement
Een project is gericht op iets maken dat voldoet aan vooraf
Mogelijkheden programma
bepaalde eisen aan tijd, geld en kwaliteit. Maar hoe doe je
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ De brillen van project- en procesmanagement. Met een ca- sus wordt geoefend om te kijken met de brillen van project- en processturing. ▪▪ Stakeholders classificeren. Deelnemers krijgen een methode aangereikt om stakeholders te identificeren en te classificeren op belangen, gedrag, verhoudingen en invloed. Wie zijn de ‘mopperaars’ en wie de ‘supporters’. ▪▪ Gedrag beïnvloeden. We laten zien welke beïnvloedings strategieën er zijn en hoe de ander kan reageren. Vechten of vluchten? Leiden of volgen? ▪▪ Dilemma’s identificeren. De opdracht en de omgeving van een project leveren dilemma’s op. Wat als het vertrouwen van een belangrijke stakeholder verdwijnt? De deelnemers oefe nen om interventies te formuleren en deze te verantwoorden. ▪▪ Het projectteam ‘managen’. Een rollenspel maakt helder hoe processturing spanningen kan geven in het project team. De omgevingsmanager wil bepaalde wensen van om wonenden verwerken in het ontwerp. De projectmanager ziet dat dit het draagvlak voor het te nemen besluit ver groot. Maar hoe gaat hij om met de bezwaren van de tech nisch manager en de contractmanager? ▪▪ De opdrachtgever ‘managen’. Soms maken de omstandig heden het bijna onmogelijk om het project binnen de ge stelde randvoorwaarden te realiseren. Deelnemers leren die situaties te herkennen en afspraken te maken met de op drachtgever. ▪▪ Competenties herkennen. In een oefening worden de compe tenties van een goede projectmanager benoemd. Projecten managen is een vak! ▪▪ Eigen voorkeursaanpak herkennen. Ieder heeft zijn eigen achtergrond en voelt zich het meest prettig bij een bepaalde aanpak. Waar zit je in het spectrum van project- naar proces- management, hoe herken je dit bij jezelf en hoe vergroot je je mogelijkheden aan de andere kant van het spectrum?
dat nou en hoe zorg je dat je omgeving het ook ziet zitten?
Leerdoelen Een deelnemer weet na de training welke competenties een goede projectmanager bezit en dat hij door verschil lende brillen naar de werkelijkheid van een project kan kijken. Ook kent de deelnemer verschillende actuele stu ringsmodellen. Doelgroep De training is bedoeld voor projectleiders en projectmana gers uit publieke of private organisaties met twee tot vijf jaar ervaring in de planfase of uitvoering van bouw- of infrastruc turele projecten.
dilemma’s
projectmanagement interventies competenties
procesmanagement draagvlak creëren sturingsmodellen
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Systeemgerichte Contractbeheersing
Voor het voorbereiden, ontwerpen en realiseren van
Mogelijkheden programma
bouwprojecten schakelen opdrachtgevers externe partijen
Het programma wordt maatwerk samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Consequenties verschillende contracten. Naast het opdoen van basiskennis van contracten en de rol van opdrachtgever en opdrachtnemer, ervaren deelnemers wat de consequenties zijn van verschillende contracten voor hun rol als opdrachtgever of opdrachtnemer. Welke contractkeuzes maken ze? ▪▪ Projectorganisatie inrichten. Verschillende contractvormen leiden tot verschillende projectorganisaties bij opdrachtgever en opdrachtnemer. Met een casus gaan deelnemers een projectorganisatie inrichten. ▪▪ Product- en proceseisen formuleren. Nadat de begrippen product en proces als basis voor de vraagspecificatie zijn gedefinieerd, formuleren deelnemers zelf product- en proceseisen. ▪▪ Borgen van kwaliteit. Onderdeel van contractbeheersing is kwaliteitsborging vanaf de vraagspecificatie. Tijdens het ontwerp en de uitvoering en tot en met de oplevering. Hoe organiseren opdrachtgever en opdrachtnemer deze borging van kwaliteit? Deelnemers werken met een project kwaliteitsplan en ervaren de verschillen tussen contracten en verantwoordelijkheden, zowel voor opdrachtgever als opdrachtnemer. ▪▪ Bewustwording verantwoordelijkheden. Systeemgerichte Contractbeheersing door de opdrachtgever kan worden toegepast op contracten met externe kwaliteitsborging door de opdrachtnemer. De opdrachtgever beperkt zich tot het toetsen en accepteren van risicovolle producten en processen of het voorstellen van wijzigingen. Deelnemers worden zich bewust van de verantwoordelijkheden van de opdrachtgever en opdrachtnemer bij het toetsen, accepteren en het voorstellen van wijzigingen. Daarnaast leren deelnemers als opdrachtgever en opdrachtnemer enkele belangrijke risico’s te identificeren. ▪▪ Eigen casussen. Eigen casuïstiek vormt de basis voor de trai- ning.
in. Bij de contractering ontstaat de vraag, hoe het gehele project kan worden beheerst in tijd, kwaliteit en geld en de gecontracteerde partijen aan hun verplichtingen kunnen worden gehouden. Welke mogelijkheden biedt Systeemgerichte Contractbeheersing (SCB) u als opdrachtgever?
Leerdoelen Na deze training kennen deelnemers de hoofdkenmerken van contracten bij bouwprojecten, het verschil tussen interne en externe kwaliteitsborging, de begrippen toetsen, accepteren en wijzigen en de mogelijkheid die SCB biedt om contracten met beperkte inspanning te beheersen door de focus op risicovolle processen en producten. Doelgroep Deze training is bedoeld voor contractmanagers, projectmanagers en initiatiefnemers van bouwprojecten.
projectorgansatie
opdrachtgever
vraagspecificatie
risico’s
toetsen-accepteren product proces opdrachtnemer
rollen
contractering
kwaliteitsborging
J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Vastgoed rekenen voor het onderwijs
De enige zekerheid die het onderwijs over de toekomst
Mogelijkheden programma
heeft is onzekerheud! Verandering is de enige constante en
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Scenarioplanning. Met behulp van scenarioplanning gaan deelnemers interactief de toekomstbeelden vertalen in een vastgoedstrategie. Daarnaast onderzoeken deelnemers mogelijkheden om te kunnen optimaliseren. Aan welke ‘knoppen’ kunnen ze draaien? ▪▪ Financiële haalbaarheid/financiële scenario’s. De vastgoedstrategie wordt omgezet in een financieel scenario. Met de investeringsscenario’s gaan we in op de langetermijneffecten van het resultaat en vermogen. Dit wordt onderbouwd aan de hand van netto kasstroomberekeningen en de invloed op de solvabiliteit, weerstandvermogen, kapitalisatiefactor. Deelnemers staan stil bij begrippen als waarde, actuele waarde herwaardering en bedrijfswaarde (inclusief impairment). ▪▪ Vastgoed rekenen. We focussen ons op het vastgoed rekenen. Met praktijkvoorbeelden weten deelnemers hoe ze beleggingswaarde berekeningen (DCF), restwaarde methodieken zoals exit yield (BAR/NAR) en residuele grondwaarden moeten berekenen. Ze leren wat de verschillende huur-verhuurmodellen zijn en hoe de kostprijsdekkende huur wordt berekend.
heeft (in)direct impact op huisvesting en vastgoed. (Nieuwe) huisvesting ontwikkelen en aanpassen kost al snel 4 - 5 jaar. Inspelen op de actualiteit is moeizaam of lijkt zelfs onmogelijk. Met scenarioplanning kijken we verder vooruit en brengen we de belangrijkste ontwikkelingen in beeld. Deze ontwikkelingen vertalen we in een robuuste vastgoedstrategie en een financieel scenario. Leerdoelen Deelnemers krijgen inzicht in scenarioplanning en hoe dit te vertalen in scenario’s. Ze kunnen scenario’s omzetten naar een vastgoedstrategie en financiële consequenties doorrekenen. En weten na afloop wat de vastgoedbegrippen BAR/ NAR, IIR, NCW, KPD huur, BTW compensatie betekenen. Doelgroep De training is bestemd voor leden College van Bestuur, financieel- en vastgoedmanagers, beleidsmedewerkers van onderwijs instellingen.
scenarioplanning balansratio solvabiliteit
investeringen
financiële haalbaarheid
vastgoed rekenen vastgoedstrategie onderwijs J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl
Waterprojecten managen
Nederland heeft een groot belang bij waterveiligheid en
Mogelijkheden programma
voldoende water. Veel verschillende partijen dragen daarin
Het programma wordt op maat samengesteld uit bijvoorbeeld de volgende onderdelen: ▪▪ Het ‘beleids8’-model verkennen. Het centrale model uit de training wordt geïntroduceerd. Deelnemers benoemen welke plek zij innemen in de cyclus rondom beleid, programma’s en projecten. ▪▪ Typische missers herkennen. In de praktijk slaan interventies vaak stappen in de cyclus over. Een voorbeeld is nieuw beleid dat rechtstreeks in een project wordt geïmplementeerd. De belangrijkste leerpunten worden belicht en gekoppeldaan eigen ervaringen. ▪▪ Spelregels hanteren. Resultaten boeken via beleid, program ma’s en projecten lukt alleen als alle betrokkenen zich aan de spelregels houden. Deelnemers leren welke producten en afsprakennodig zijn op elke plek in de cyclus. Een voorbeeld is scopemanagement op drie niveaus. ▪▪ De werking van netwerken begrijpen. De watersector is typischeen netwerk: iedereen is afhankelijk van anderen om zijn doel te realiseren. Deelnemers leren om afhankelijkheden te analyseren. Het ‘beleids8’-model geeft vervolgens opties om op strategisch, tactisch en operationeel niveau invloed uit te oefenen. En welke optie is dan het beste? ▪▪ Strategisch positioneren. Bij elk beleidsinitiatief, programma of project moet een organisatie zich afvragen: hoe positio neren wij ons? Bijvoorbeeld, wachten we op een besluit ‘van boven’ of nemen we initiatief om mee te praten? Praktijkcases bieden handvaten om keuzes onderbouwd te maken. ▪▪ Effectief interveniëren. Deelnemers lossen in een simulatie ‘hands on’ problemen op, steeds vanuit een andere partij en rol. Bijvoorbeeld, als de oplossing voor het probleem in jouw project niet op programmaniveau ligt, maar bij het beleid, hoe pak je dat dan aan? De simulatie geeft inzicht in de interventies die wel en niet werken bij anderen.
een verantwoordelijkheid. Beleid, programma’s en projecten lopen door elkaar heen en volgen elkaar op. Dit leidt nog wel eens tot frictie of ongewenste uitkomsten: projecten en programma’s die langer duren of duurder worden.
Leerdoelen Deelnemers begrijpen na de training hoe de bestuurlijke cyclusvan beleid, programma’s en projecten in de water sector werkt. Hierdoor kunnen ze effectiever interveniëren als hun eigen doelstellingen niet gehaald dreigen te worden. Doelgroep De training is gericht op medewerkers van provincies, gemeenten, waterschappen en het Rijk (DG Water en RWS), die resultaatverantwoordelijkheid dragen voor beleid,programma’sof projecten in de watersector.
interventiestappen netwerken spelregels strategisch positioneren
watersector
interventie beleidscyclus
praktijkcase
scopemanagement J.F. Kennedylaan 100
3741 EH Baarn
T 035 543 43 43
E
[email protected]
W www.atosborne.nl