tragedy of a friendship jan fabre moritz eggert stefan hertmans
2
3
Info
CREDITS
data / dates za 15, zo 16* juni 2013 Sat 15, Sun 16* June 2013 aanvang / starting time 20.30 uur, *15.00 uur 8.30 pm, * 3 pm locatie / venue Stadsschouwburg Amsterdam, Grote Zaal duur / running time 3 uur, zonder pauze 3 hours, no interval taal / language Engels en Duits met Nederlandse boventiteling English and German with Dutch surtitles inleiding / introduction door by Bart Boone 19.45 uur, zo 16 juni 14.15 uur 7.45 pm, Sun 16 June 2.15 pm meet the artist Jan Fabre zo 16 juni, na afloop van de voorstelling Sun 16 June, after the performance moderator Bart Boone websites www.janfabre.be www.moritzeggert.de www.stefanhertmans.be www.vlaamseopera.be
concept, regie, scenografie / concept, direction, scenography Jan Fabre compositie / composition Moritz Eggert tekst / text Stefan Hertmans dramaturgie / dramaturgy Miet Martens zangers / singers Lies Vandewege, Hans Peter Janssens performers Nikolaus Barton, Annabelle Chambon, Cédric Charron, Ivana Jozic, Gustav Koenings, Silke Muys, Anne Pajunen, Kurt Vandendriessche, Solène Weinachter, Fabienne Vegt orkest / orchestra Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera muzikaal ensemble / musical ensemble Nico Declerck, Jadranka Gasparovic, Lydia Kavina kostuums / costumes Andrea Kränzlin assistent scenografie / assistant scenography Bert Heytens licht / lighting Jan Dekeyser video Pablo Casella geluid / sound design Tom Buys technische coördinatie / technical coordination Arne Lievens productieleiding / production management Ilka De Wilde 4
video effecten stolpen / visual effects glass bells Luca Brinchi, Roberta Zanardo, Santasangre harnassen / armour Maximillian Bertet zwaarden en speren / swords and spears Stan Van Dinter stolpen / glass bells Hein Fritz grime / make-up Dian Vandecamp taalcoach engels / language coach english Lynette Erving assistent kostuums, decor / assistant decor, costumes Kasia Mielczarek stage kostuum / costumes trainees Amber De Saeger, Despina Zacharopoulou stage dramaturgie / dramaturgy trainess Floria Lomme, Fabienne Joanne Vegt wereldpremière / world premiere Antwerpen, 15.5.2013
5
The tragedy of all art? Naar aanleiding van het Richard Wagnerjaar 2013 vroeg de Vlaamse Opera aan kunstenaar Jan Fabre, auteur Stefan Hertmans en de Duitse componist Moritz Eggert om een hommage te brengen aan Fabre’s geliefde kunstenaar Richard Wagner. In deze wereldcreatie roepen de makers niet alleen het oeuvre van de componist in herinnering, maar belichten ze ook zijn turbulente vriendschap met de filosoof Friedrich Nietzsche. Tragedy of a Friendship is geen opera maar een nieuwe avondvullende muziektheatervoorstelling waarop alle drie de makers hun eigen stempel drukken. De Duitse componist Moritz Eggert componeerde nieuwe muziekfragmenten die een gesprek aangaan met de muziek van Wagner en die op tape worden uitgevoerd door het Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera en een muzikaal ensemble. Twee Vlaamse solisten nemen de zangpartijen voor hun rekening: sopraan Lies Vandeweghe en tenor Hans Peter Janssens, die hiermee terugkeert naar zijn roots bij Jan Fabre en de Vlaamse Opera. Zij worden bijgestaan door dansers en performers. Een klassiek libretto is Tragedy of a Friendship niet geworden. De makers wilden geen pseudo-Wagneropera creëren, omdat de vriendschap tussen de componist en de filosoof een te complex gegeven is voor een klassieke vertelling. In plaats daarvan maakten deze drie veelzijdige kunstenaars hun eigen Gesamtkunstwerk door de krachten te bundelen. Alle dertien opera’s die Wagner componeerde zullen aan de orde komen in evenveel korte scènes waarin de iconografie van Wagner centraal zal staan. Typische Wagnerelementen, zoals de zwaan, het zwaard, het
schip en het zeil, zullen in de voorstelling worden verwerkt. Moritz Eggert componeerde geen operapartituur naar een libretto, zoals de normale gang van zaken zou zijn, maar ging bij het werken uit van zijn eigen gevoel over wat de performers nodig hadden. Hij componeerde niet slechts voor het Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera, maar ook voor een ensemble van harmonium, theremin en cello. Stefan Hertmans schreef een concepttekst over deze productie, waarvan hieronder een fragment volgt: ‘Wat begint als een idylle zal eindigen als een hel: het verhaal van de vriendschap tussen de filosoof met de hamer, Friedrich Nietzsche, en de componist van het totaalspektakel, Richard Wagner. Het is wellicht niet overdreven te stellen dat Nietzsche en Wagner voor elkaar een soort alter ego vormden, dat hen tegelijkertijd pijn deed omdat ze die andere kant van zichzelf niet konden accepteren. Het betekent dat Nietzsche ergens een Wagner in zich had of wilde hebben (hij componeerde zelf), en Wagner, die zelf tal van teksten met een cultuurkritische inslag schreef, zich ergens een Nietzsche waande. Het spreekt vanzelf dat dergelijke ik-projecties in haat moesten eindigen, voortgekomen uit een te sterke identificatiedwang. Bekijkt men de kwestie wat algemener, dan kan men zich twee dingen afvragen: ten eerste, is de verhouding tussen denkers en kunstenaars niet altijd zo gespannen, vruchtbaar en riskant? Ten tweede: is niet elk kunstenaar ergens jaloers op de ‘zuivere’ denker, en is niet elke denker jaloers op de intuïtie van de kunstenaar? Een bijkomende vraag zou kunnen luiden: is het niet juist de tragedie van dit soort vriendschap die aantoont dat denkers en 6
Stefan Hertmans: ‘Wagner en Nietzsche vertegenwoordigen elkaars ideaal.’ Interview met Stefan Hertmans dat eerder verscheen in Vlaamse Opera Nu 21.
kunstenaars elkaars zielen in hun borst koesteren en bestrijden? De tragedie van de kunstenaar: dat hij strijdt met de denker in zichzelf? In die zin is Tragedy of a Friendship een voorstelling rond een probleem dat Plato al bezighield toen hij waarschuwde voor de verleiding van de kunstenaars: ook hij was ooit een dichter geweest, voordat hij zich als denker opwierp... Kunst tussen denken en dromen – Tragedy of a Friendship: The Tragedy of all Art?’ In een hedendaagse 21e-eeuwse taal hebben Fabre en zijn theaterensemble krachtige, soms zeer expliciete en gewelddadige beelden, klanken en woorden met elkaar verbonden tot een eigen wereld, die de toeschouwer op een indringende manier aanspreekt. Zij hebben iconen van en over Wagner samengebracht, die kunnen ontroeren door hun poëtisch gehalte, maar ook doen afschrikken door hun intensiteit, agressie en seksueel geweld. Ze tonen van Wagners wereld zowel de verheerlijkende schoonheid als de beangstigende onderkant. Dat een dergelijke voorstelling de gemoederen van het publiek kan bewegen, spreekt voor zich. Dat ze tot heftige reacties kan leiden, is evenmin bevreemdend. Maar deze voorstelling is in haar extreme vorm vooral een uitnodiging tot emotionele reflectie over het ons vertrouwde beeld van de kunstvorm opera, over de werken en de persoon van Wagner en, zoals alle kunst, ook over onszelf.
Naast romans en poëzie schreef auteur Stefan Hertmans ook heel wat essays over het werk van Jan Fabre. Dat beide heren ooit samen een project zouden maken, moest er dus van komen. Voor Hertmans, al van kinds af een operaliefhebber, is het zijn eerste tekst voor opera. ‘Maar we wilden geen pseudoWagner produceren.’ Je volgt het werk van Jan Fabre al zeer lang en hebt al regelmatig over zijn werk geschreven. Beïnvloedde die kennis je ook bij het schrijven van deze tekst? ‘In zekere zin wel. De beelden van het vroege werk, waarin al muziek uit Tristan und Isolde weerklonk, zaten op mijn netvlies gebrand. Ik zag Fabres Tannhäuser, ik zag hoe hij zelf vaak streeft naar een vorm van Gesamtkunstwerk, en ik was me bewust van zoiets als een ‘Wahlverwandschaft’ tussen hem en Wagner. Ik had gezien hoe hij de vertaalslag maakte van die symbolistische muziek naar hedendaags theater. Jan is geen ironicus, maar er traden niettemin boeiende verschuivingen op die ironisch werkten. Ik heb geprobeerd Jans grote respect voor het Wagneriaanse denken om te zetten in teksten die dynamisch en compact kunnen werken bij het opzetten van de choreografie.’ Tragedy of a Friendship heeft meer van een gedicht in dertien delen dan van een klassiek libretto met dialogen. Wat heeft die keuze bepaald? ‘In gesprekken stelden Jan en ik vast dat de veelzijdigheid van Wagners wereld onmoge-
7
lijk in een klassiek libretto kon worden gegoten. De spanningsboog van de eerste opera’s naar de laatste is enorm. Hoe moet je zoiets uitbeelden? We wilden ook geen pseudoWagner produceren, maar naar een heuse Fabre-voorstelling toewerken. Toen beslisten we dat elke opera – dertien in totaal – in een korte scène moest kunnen worden belicht. Scènes die geen verhaal navertellen, maar die iets iconisch of emblematisch laten zien.’ Wat betekende Wagner voor jou, voor je aan het project begon? En is die houding nu veranderd? ‘Ik ben eigenlijk vooral een fan van de Wagner net-voor-Mahler, ik bedoel: de geniale, haast doodsdriftige opiumschuiverij van de Parsifal en de Tristan. Vooral Parsifal vertegenwoordigt voor mij het hoogste wat de muziek me kan “aandoen”, die dwingende en onweerstaanbare macht van muziek die je totaal in de greep kan krijgen. Tegelijk besef ik dat juist Parsifal voor Nietzsche de grote steen des aanstoots was, precies om die mystieke kwaliteit. Dat werkt paradoxaal, maar daardoor juist nog fascinerender.’ Heb je een lievelingspassage ontdekt in Wagner? Of nieuwe liefdes? ‘Uit Parsifal: het begin van de derde acte, Gurnemanz’ haast priesterlijk-goeiige Erwache dem Lenz, het gevoelsmatige raffinement van die passage, waarin Kundry met een schreeuw ontwaakt uit haar mystieke slaap, dat vind ik huiveringwekkend en subliem. Mythische zuiverheid en perverse kracht zijn daar geniaal verstrengeld. Uiteraard Mild und leise uit de Tristan, maar ook passages uit Tannhäuser, uit Siegfried, grote delen uit de Meistersinger en zelfs Rienzi vind ik muzikaal inmiddels adembenemend. Vaak komt de verrassing ook door de grote dramatische kracht waarmee de recitatieven opgebouwd worden en die je als vanzelf tot
de emotionele opening van de grote aria’s en Leitmotive brengen. Maar ook in de orkestratie ontdek je steeds nieuwe subtiliteiten, soms een paar noten van de cello’s, de overgang van een klarinet naar strijkers, het is uiteraard een eindeloos universum dat je telkens onrecht aandoet als je er iets uitlicht. Verder is ook de vindingrijkheid in de herhaling-met-variatie bij Wagner onlosmakelijk verbonden met de intensiteit van onze luisterervaring. Afgaande op je werk stond Nietzsche je ongetwijfeld nader dan Wagner. Heb je partij moeten kiezen? En heeft het je beeld over Nietzsche veranderd? ‘Het vreemde is dat ik, die mijzelf uiteraard altijd al “aan de kant van Nietzsche” plaatste, bij het herlezen Nietzsches doortraptheid en zelfs oneerlijkheid ten opzichte van Wagner heb leren doorzien. Zijn eerste geschrift over Wagner in Bayreuth bulkt van de zogezegde loftuitingen die eigenlijk subtiele beledigingen zijn. Het is geniaal gedaan maar ergens ook verwerpelijk omdat hij niet oprecht durfde te zijn tegen de man die hij een beetje als vaderfiguur zag. En de vadermoord in Der Fall Wagner is eigenlijk hysterisch, onsamenhangend, een filosoof van zijn kaliber onwaardig. In zijn laatste jaren, waarin hij vaak versuft zat de dommelen, hief hij bij het horen van de naam Wagner het hoofd en mummelde: ‘Den habe ich sehr geliebt.’ Tragisch genoeg.’ Waarvoor staat Nietzsche? ‘Nietzsche is voor alles de geniaalste aforistische denker uit de hele geschiedenis – dat wordt nog het duidelijkst uit zijn nagelaten geschriften. Ik houd niet van de brallerigheid van Also sprach Zarathustra, maar des te meer van zijn ragfijne analyses van de filosofische versus de psychologische argumentaties, en 8
hoe die twee noodlottig in elkaar haken. Dat is zijn grote, niet te onderschatten verdienste. Zijn ontdekking dat objectiviteit het subjectieve maskeert en dat het doordenken van de eigen subjectiviteit een moderne objectiviteit impliceert is niet meer weg te denken uit onze cultuur. Zo ontdekt hij ook de fundamentele melancholie van het “grote denken”, dat wil zeggen dat elke grote constructie in principe haar eigen deconstructie veronderstelt. Dat alles heeft eeuwigheidswaarde voor onze westerse kritische traditie.’
hun eigen geheime verlangens heen omdat ze in het “andere” hun eigen diepste fantasiebeeld herkenden.’
Hoe zou je deze vriendschap beschrijven? ‘De vriendschap tussen die twee, die euforisch begon in Wagners idyllische huis Tribschen bij het meer in Luzern, kent de dynamiek van een ware tragedie: van bewondering en totale liefde via een intrinsieke krachtmeting naar afkeer, desillusie en wederzijdse haat, een soort klassieke boog met een inleiding, een climax en een fatale wending – alleen de catharsis ontbrak om er een aristoteliaanse tragedie van te maken. Misschien is het deze catharsis die wij aan het publiek moeten laten horen...’ Je schrijft over Wagners opera’s, maar ook over vriendschap. Is er iets wat deze verhouding tussen twee grote geesten ons vertelt over vriendschap? ‘Het boeiende is dat ze elkaars ideaal vertegenwoordigden: Wagner wilde graag een groot cultuurfilosoof zijn in zijn talloze geschriften, en Nietzsche heeft gecomponeerd zonder ooit de grote componist te worden die hij in zijn dromen was. Maar ze hadden daardoor ook radicale verwachtingspatronen van “die ander in henzelf”. Hun problematische vriendschap zat dus ingebakken in wat ze van zichzelf eigenlijk hadden verwacht, en wat ze in de ander projecteerden. Dat is de kern van de “tragedie van de vriendschap”: de denker en de kunstenaar walsten beiden om 9
english the tragedy of all art To celebrate Richard Wagner Year 2013, Flanders Opera asked the artist Jan Fabre, author Stefan Hertmans and German composer Moritz Eggert to pay homage to Fabre’s beloved Richard Wagner. In this world creation the creators will not only evoke this composer’s work, but will also focus attention on Wagner’s turbulent friendship with the philosopher Friedrich Nietzsche. Tragedy of a Friendship is not an opera, but a new full-length musical-theatre work on which all three creators put their stamp. This world creation is part of opera xx1, a festival for contemporary musical theatre. The German composer Moritz Eggert has composed musical moments that enter into dialogue with Wagner’s music and which are performed on tape by the Flanders Opera Symphony Orchestra and a musical ensemble. Two Flemish soloists interpret the vocal parts: soprano Lies Vandeweghe and tenor Hans Peter Janssens, who is on this occasion returning to his roots with Jan Fabre and Flanders Opera. They are accompanied by dancers and performers. Tragedy of a Friendship is not a classic libretto, because the creators did not want to create a pseudo-Wagner opera; the friendship between the composer and the philosopher is too complex for a traditional interpretation. Instead, these three versatile artists have joined forces to make their own Gesamtkunstwerk. All thirteen operas that Wagner composed will be evoked in short scenes in which the iconography of Wagner will play a central role. Typical Wagner elements such as the swan, the sword, the ship and the sail, etc. will be worked into the performance. Moritz
Eggert did not compose an opera score to fit a libretto as would normally be the case, but worked from a feeling of what the performers needed. He composed not only for the Flanders Opera Symphony Opera but also for an ensemble of harmonium, theremin and cello. Below is an extract from the concept that Stefan Hertmans wrote for this production: ‘What begins as an idyll, will end as a hell: the story of the friendship between the philosopher with the hammer, Friedrich Nietzsche, and the composer of the total spectacle, Richard Wagner. It is probably no exaggeration to say that Nietzsche and Wagner formed a sort of alter ego for each other, which at the same time hurt them because they could not accept that other side. Thus, Nietzsche (who also composed) had or wanted something of Wagner in him, and Wagner – who produced numerous cultural-critical writings – imagined he was something like Nietzsche. Obviously such ego-projections are bound to end in hate, emerging as they do from an intense pressure to identify. Taking a more general look at the issue, there are two questions that come to mind: firstly, isn’t the relationship between thinkers and artists always tense, fruitful and risky? Secondly: isn’t every artist at some point envious of the ‘pure’ thinker, and is not every thinker envious of an artist’s intuition? An additional question might also be: is it not precisely the tragedy of this kind of friendship that demonstrates that thinkers and artists both cherish and battle with each other’s souls? Is the tragedy of the artist that he struggles with the thinker in himself? In this sense, Tragedy of a Friendship is a performance about a problem that was already on Plato’s mind when he warned about the 10
Stefan Hertmans: ‘Wagner and Nietzsche represent each other’s ideal.’ Interview with Stefan Hertmans, Vlaamse Opera Nu 21.
seductiveness of artists: he too was once a poet, before he developed as a thinker... Art between thinking and dreaming – Tragedy of a Friendship: The Tragedy of all Art?’
In addition to novels and poetry, author Stefan Hertmans has written a great many essays on the work of Jan Fabre. So it was inevitable that the two men should eventually join forces on a project. For Hertmans, who has loved opera since he was a child, this is his first ever attempt at an opera script. ‘But we didn’t want to produce a pseudo-Wagner piece.’ You have followed the work of Jan Fabre for a long time and have regularly written about his work. Did this knowledge influence you when writing this text? To a certain extent, yes. The images of the early work, in which the music of Tristan und Isolde was already resounding, were impossible to erase. I saw Fabre’s Tannhäuser, I noted that he was also striving for a kind of Gesamtkunstwerk, and I was aware of something like a ‘Wahlverwandschaft’ between him and Wagner. I observed how he won the ‘translation struggle’ from that symbolic music to contemporary theatre. Jan is not an ironist, but nevertheless there were exciting shifts that had an ironic effect. I tried to turn Jan’s enormous respect for Wagnerian thinking into texts that would work for him on a dynamic and compact level when designing the choreography. Tragedy of a Friendship is more like a poem in thirteen parts than a classic libretto with dialogues. What influenced your decision? In our conversations Jan and I came to the conclusion that the many sides of Wagner’s 11
english world could not possibly be forced into a classic libretto. The tension built between the first operas and the last is enormous. How can you portray a thing like that? We did not want to create a pseudo-Wagner production, but rather work towards a real Fabre performance. Then we decided that each opera – thirteen in total – should be evoked in a short scene. Scenes that don’t retell a tale, but show something iconic or emblematic. What did Wagner mean to you before you began on this project? And has that relationship changed now? I’m actually more of a fan of the Wagner just before the advent of Mahler. By that I mean: the great, almost death-wish-like opiumpushing of Parsifal and Tristan. Parsifal in particular represents the apex of what music can do to me, with its forceful and irresistible power that can totally take hold of you. I do however realise that Parsifal was the massive stone that Nietzsche was bashing his head against, precisely because of this mystical quality. That is paradoxical, but all the more fascinating as a result. Have you discovered a favourite passage in Wagner? Or something new to admire? From Parsifal: I find the beginning of the third act, Gurnemanz’s almost priestly-meek ‘Erwache dem Lenz’, the intuitive refinements of this passage, in which Kundry awakens from her mystical sleep with a scream, terrible and sublime. Mythical purity and perverse power are ingeniously entwined. Obviously ‘Mild und leise’ from Tristan, but also passages from Tannhäuser, from Siegfried, large parts of the Meistersinger and even Rienzi are also musically breathtaking. Often too, the surprise comes from the great dramatic force with which the
recitatives are built up, leading you to the emotional opening of the great arias and Leitmotif. But there are also new subtleties in the orchestration, sometimes a few notes from the cellos, the transition from clarinet to strings; it’s an endless universe that you can’t do justice to in words. Furthermore, the ingenuity in the repetition-with-variation in Wagner is inextricably linked to the intensity of our listening experience. Your work suggests that Nietzsche meant more to you than Wagner. Did you have to take sides? And has it changed your view of Nietzsche? The strange thing is that from a re-reading of Nietzsche, having always positioned myself ‘on the side of Nietzsche’, I have learned to see Nietzsche’s cunning and even dishonesty towards Wagner. His first text about Wagner in Bayreuth is full of so-called compliments that are actually subtle insults; it is brilliantly done, but on a certain level also despicable because he didn’t dare say it out loud to the man whom he regarded as a kind of father figure. And the patricide in Der Fall Wagner is actually hysterical, incoherent, unworthy of a philosopher of his calibre. In his final years, when he often sat dozing, he would raise his head at the name of Wagner and mumble: ‘Den habe ich sehr geliebt’. Such a tragedy. What does Nietzsche stand for? First and foremost, Nietzsche is the most brilliant aphoristic thinker in history – that is most obvious from the writings he left behind. I don’t like the bragging of Also sprach Zarathustra, but I do admire his exact analyses of the philosophical versus the psychological argumentations, and how the two are disastrously intertwined. That is his greatest legacy and should not be underestimated. His discovery that objectivity masks 12
the subjective and that thinking about one’s own subjectivity implies a modern objectivity, is now deeply entrenched in our culture. He also discovered the fundamental melancholy of ‘great thoughts’, i.e. that in theory every major construction presumes its own deconstruction. All of that is of lasting value for our Western critical tradition. How would you describe this friendship? The friendship between these two, which began euphorically in Wagner’s idyllic house, Tribschen, by Lake Lucerne, has the dynamics of a genuine tragedy: from admiration and total love through an intrinsic trial of strength to rejection, disillusion and mutual hatred, a sort of classic trajectory with an introduction, a climax and a fatal twist – all it needs is the catharsis to make it an Aristotelian tragedy. Maybe it is this catharsis that we need to let the audience hear... You write about Wagner’s operas, but also about friendship. Does this relationship between two great minds tell us anything about friendship? What is exciting is that they represented each other’s ideal: Wagner really wanted to be a major cultural philosopher in his numerous writings and Nietzsche composed without ever becoming the great composer he dreamed of being. But because of this they also had radical patterns of expectation of ‘the other in themselves’. Their problematic friendship was thus embedded in what they actually expected of themselves and projected in the other. That is the core of the ‘tragedy of the friendship’: the thinker and the artist both skirted around their own secret desires because they recognised in the ‘other’ their own deepest phantasm.
13
BIOGRAFIEËN Jan Fabre wordt beschouwd als een van de meest vernieuwende en veelzijdige kunstenaars van zijn tijd. De afgelopen dertig jaar werkte hij als theatermaker, auteur en beeldend kunstenaar. Aan het einde van de jaren zeventig zorgde hij voor sensatie als performancekunstenaar. In 1982 bracht hij Theater zoals te verwachten en te voorzien was en twee jaar later De Macht der theaterlijke dwaasheden, die het Europese theaterestablishment op zijn grondvesten deden schudden. Chaos en discipline, herhaling en waanzin, metamorfose en het anonieme zijn terugkerende ingrediënten in het theater van Jan Fabre. Producties als Je suis sang, Tannhäuser, Angel of Death, Quando l’uomo principale è une donna, Orgy of Tolerance, Preparatio Martis en Prometheus Landscape 11 bezorgden hem internationale faam. In 2005 werd Jan Fabre artiste associé van het Festival d’Avignon. Daar creëerde hij Histoire des Larmes voor de Cour d’Honneur, waar hij eerder al Je suis sang had uitgevoerd in 2001, met een heropvoering in 2005. Hij is de enige kunstenaar ter wereld die drie producties toonde op de Cour d’Honneur in Avignon. In 2007 creeërde hij Requiem für eine Metamorphose voor de Felsenreitschule in Salzburg. Door de jaren heen heeft Fabre ook een uitzonderlijk oeuvre opgebouwd als beeldend kunstenaar. Recente en veelbesproken tentoonstellingen zijn L’ange de la métamorphose (Louve, Parijs 2008), From the Cellar to the Attic – From the Feet to the Brain (Kunsthaus Bregenz, 2008; Biënnale Venetie, 2009), Het uur blauw (Kunsthistorische Museum in Wenen, 2011), Hortus/Corpus (Kröller-Müller Mu-
seum Otterlo, 2011), Pietas (Biënnale Venetie, 2001; Antwerpen, 2012) en Chapters 1-xv111. Waxes | Bronzes (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel, 20122013). Op stapel staan verschillende groepstentoonstellingen, zoals Les formes de la pensée – Peinture et philosophie bij Fondation Maeght (Saint-Paul-de-Vence) en Wunderkammer – Cabinet de curiosite contemporain in het Palazzo Widman tijdens de Biënnale van Venetie. Voor de herfstperiode bereidt Fabre een solotentoonstelling voor in het maxx1 in Rome en het Palais des Beaux Arts de Lille. Ook werkt hij aan een 24 uur durend theaterproject met als titel Mount Olympus, dat gepland staat voor 2015. De Duitse componist Moritz Eggert studeerde piano en compositie in Frankfurt, München en Londen. Zijn oeuvre telt op dit moment elf opera’s, verschillende balletten, dans- en muziektheater. In de jaren negentig presenteerde hij de complete pianosolo’s van Hans Werner Henz voor het eerst in één concert. Hij is regelmatig te gast op festivals en zijn cyclus voor pianosolisten Haemmerklavier wordt geregeld uitgevoerd over de hele wereld. Het werk van Eggert is ook mediageniek. Hij componeerde een ‘Voetbal Oratorium’ voor de opening van de Wereldbeker Voetbal 2006. Zijn opera’s The Snail en Freax werden schandaalsuccessen. Hij schreef ook muziek voor het popduo 2raumwohnung. Momenteel werkt Eggert aan een openluchtproductie met La Fura dels Baus en een ballet rond het werk van Edgar Allen Poe. Naast zijn werk als componist is Moritz Eggert professor compositie aan de Universiteit voor Muziek en Theater in München.
14
Stefan Hertmans is auteur van een omvangrijk literair en essayistisch oeuvre, waarvoor hij zowel in binnen- als buitenland werd onderscheiden. Hij publiceerde poëzie, romans, essays, theaterteksten en korte verhalen en doceerde aan de masteropleiding van de Koninklijke Academie voor Schone kunsten (KASK, Hogeschool Gent). Hij doceerde of gaf lezingen aan de Sorbonne, de universiteiten van Wenen, Berlijn en Mexico City, de Library of Congress (Washington) en University College London. In het studiejaar 2012-2013 was hij visiting professor aan de faculteit kunstwetenschappen van de Universiteit Gent. Hertmans’ essaybundel Sneeuwdoosjes bevat essays over onder meer Walter Benjamin, Jorge Luis Borges, Marguerite Duras, Ernst Jünger, W.H. Auden en Igor Stravinsky. Ander werk omvat onder meer de theatertekst Kopnaad, waarvan in het najaar van 1993 een radiobewerking werd uitgezonden door het Nederlandse Radio 3 en waarvan de Amsterdamse regisseur Jan Ritsema voor het Brusselse Kaaitheater een veelgeprezen opvoering maakte die genomineerd werd voor het Vlaams Theaterfestival 1995. Hertmans’ roman Naar Merelbeke (1994) werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs, de dichtbundel Muziek voor de overtocht kreeg een nominatie voor de VSB-poëzieprijs. Naar aanleiding van deze bundel won Hertmans in 1995 de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie en de Paul Snoek-prijs 1996. Met de essays in Fuga’s en pimpelmezen (1996) mengde Hertmans zich in het toenmalige debat over kwesties als fundamentalisme, de oorlog in Bosnië, de aanmaak van ideologie en actualiteit. Het boek
bevat verder essays over onder anderen Jan Fabre, Leos Janacek, Elvis Costello en George Steiner. Zijn bundel Goya als hond (1999) werd ook genomineerd voor de VSB- poëzieprijs. In opdracht van het Kaaitheater Brussel en Brussel 2000 schreef hij een tweede theatertekst, Mind the Gap, waarin hij een eigentijdse en radicale draai gaf aan het motief van de Griekse vrouwen in antieke tragedies. Dit stuk werd in het najaar van 2001 opgevoerd door Toneelgroep Amsterdam in een regie van Gerardjan Rijnders. Het in 2001 verschenen Als op de eerste dag werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en kreeg de Bordewijk-prijs 2002. In het najaar van 2002 verscheen Engel van de metamorfose, een bundel essays over het werk van Jan Fabre. Het behandelt zowel diens theaterwerk, zijn beeldende oeuvre en zijn films als de teksten die Fabre voor zijn eigen voorstellingen schreef. In 2007 bracht Hertmans in de bundel Het zwijgen van de tragedie essays samen die hij schreef rond zijn theatertrilogie (Kopnaad, Mind the Gap, De dood van Empedokles). Hiervoor ontving hij de Vijfjaarlijkse Prijs voor het essay van de Koninklijke Academie voor Taal en Letterkunde 2008. Najaar 2008 verscheen de roman Het verborgen weefsel, waarin Hertmans de innerlijke strijd van een hedendaagse schrijfster in detail oproept. In 2010 verscheen de dichtbundel De val van vrije dagen en een jaar later de essaybundel De mobilisatie van Arcadia.
15
english BIOGRaphies Jan Fabre (Antwerp, 1958) is considered one of the most innovative and versatile artists of his days. Over the past 30 years, he has produced works as a visual artist, theatre maker and author. In the late 1970s, the young Jan Fabre caused a sensation as a performance artist. In 1982, the work This is theatre like it was to be expected and foreseen and two years later The power of theatrical madness challenged the foundations of the European theatre establishment. Chaos and discipline, repetition and madness, metamorphosis and the anonymous are indispensable ingredients in Fabre’s theatre. Productions such as Je suis sang, Tannhäuser, Angel of Death, Quando l’uomo principale è una donna, Orgy of Tolerance, Preparatio Mortis and Prometheus-Landscape 11 have earned Fabre international acclaim. In 2005, Jan Fabre was artiste associé of the Festival d’Avignon, he then created Histoire des Larmes for the cour d’honneur, where he had already performed Je suis sang in 2001 and a retake of Je suis sang in 2005. Therefore, he is the only artist in the world, who had three performances on the cour d’honneur in Avignon. In 2007, Jan Fabre created Requiem für eine Metamorphose for the Felsenreitschule of Salzburg. Over the years, Jan Fabre has also built up an exceptional oeuvre as a visual artist. Among recent much-discussed exhibitions we can mention: L’ange de la métamorphose (Louvre, Paris 2008), From the Cellar to
the Attic – From the Feet to the Brain (Kunsthaus Bregenz, 2008; Venice Biennale, 2009), The Hour Blue (Kunsthistorische Museum Vienna, 2011), Hortus/ Corpus (Kröller-Müller Museum Otterlo, 2011) , Pietas (Venice Biennale, 2011) and Chapters 1-xv111. Waxes & Bronzes (Royal Museum of Fine Arts of Belgium, Brussels 2012-2013). Upcoming, there will be diverse group exhibitions such as Les formes de la pensée – Peinture et philosophie at Fondation Maeght (Saint-Paul-de-Vence) and Wunderkammer – Cabinet de curiosité contemporain at Palazzo Widman (Venice Biennale). For the fall the artist prepares a solo exhibition at the maxxi in Rome and at the Palais des Beaux Arts de Lille. In the future, he will be working on a 24-hour theatreproject, called Mount Olympus, which will be out in 2015. German composer Moritz Eggert studied piano and composition in Frankfurt, Munich and London. His work includes eleven operas, various ballets, dance and musical theatre. In the 1990s he presented the complete piano solos of Hans Werner Henze for the first time in one concert. He is a regular guest at festivals and his Haemmerklavier cycle for piano soloists is performed regularly around the world. Eggert’s music is also mediagenic. He composed a ‘Football Oratorium’ for the opening of the 2006 Football World Cup. His operas The Snail and Freax were runaway hits. He has also written music for the pop duet 2raumwohnung. Eggert is currently working on an open-air production with La Fura dels
16
Baus and a ballet about the work of Edgar Allen Poe. Moritz Eggert is also a professor of composition at the University for Music and Theatre in Munich. Stefan Hertmans is the author of numerous literary works and essays, for which he has received praise here and abroad. He has published poetry, novels, essays, plays, short stories and a guide to art education. He lectured on a Master’s course at the Royal Academy of Fine Arts (KASK, Hogeschool Gent) and led the Studium Generale there until October 2010. He has lectured at the Sorbonne, the universities of Vienna, Berlin and Mexico City, Library of Congress (Washington), and University College London. He is a visiting professor at the University of Ghent Art Studies department in the 2012-2013 academic year. Hertmans has published novels, short stories, essay books, plays and a dozen collections of poetry. His first publication in book form was the novel Ruimte (1981). Hertmans’ essay collection Sneeuwdoosjes includes essays on Walter Benjamin, Jorge Luis Borges, Marguerite Duras, Ernst Jünger, W.H. Auden and Igor Stravinsky. Other work includes the play Kopnaad, which was broadcast on radio by Radio 3 (the Netherlands) in the autumn of 1993, a muchpraised version of which was staged by the Amsterdam director Jan Ritsema for the Brussels Kaaitheater, and was nominated for the 1995 Theatre Festival. The novel Naar Merelbeke (1994) was nominated for the Libris Prize. The poetry collection Muziek voor de overtocht was nominated for the VSB poetry prize. For this collection
Hertmans was awarded the Flemish Community Prize for Poetry (former National Prize) in 1995, as well as the 1996 Paul Snoek Prize. With the essays in Fuga’s en pimpelmezen (1996) Hertmans entered the debate at that time about issues such as fundamentalism, the war in Bosnia, the making of ideology and current affairs. The book also contains essays about Slavoj Žižek, Jan Fabre, Paul Hindemith, Leos Janacek and Elvis Costello, Bernard-Henri Lévy, George Steiner and others. His collection Goya als hond (1999) was again nominated for the VSB poetry prize. The Kaaitheater and Brussels 2000 commissioned Hertmans to write a second play, this time on the theme of Greek women in the old tragedies. The theme was radicalised and given a modern twist (Mind the Gap, Meulenhoff 2000). This play was performed by Toneelgroep Amsterdam, directed by Gerardjan Rijnders, in the autumn of 2001. In spring 2001 a new book of prose was published, Als op de eerste dag (Meulenhoff ). This was nominated for the AKO Literature Prize and received the 2002 Bordewijk Prize. Autumn 2002 saw the publication of Engel van de metamorfose, a collection of essays about the work of Jan Fabre. It looks at this artist’s theatre work, visual art and films, as well as the scripts that Fabre wrote for his own performances. In 2005 the poetry collection Kaneelvingers was published. In 2007 the essay collection Het zwijgen van de tragedie appeared, in which Hertmans brings together essays that resulted from his theatre trilogy (Kopnaad, Mind the Gap, De dood van Empedokles). For this book he was awarded the Five-Yearly
Essay Prize by the Belgian Royal Academy of Language and Literature in 2008. In autumn 2008 the novel Het verborgen weefsel was published, in which Hertmans describes in detail the inner struggle of a modern-day writer. In 2010 the poetry collection De val van vrije dagen was published, followed a year later by the collection of essays De mobilisatie van Arcadia.
17
HOLLAND FESTIVAL 2013 directie Pierre Audi, artistiek directeur Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur bestuur Martijn Sanders, voorzitter Renze Hasper, penningmeester Marjet van Zuijlen, secretaris Mavis Carrilho Joachim Fleury Ben Noteboom Het programma van het Holland Festival kan alleen tot stand komen door subsidies, bijdragen van sponsors en fondsen en door de gewaardeerde steun van u, ons publiek. subsidiënten Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Gemeente Amsterdam Europese Commissie Programma Cultuur (2007-2013) Het Holland Festival is lid van Réseau Varèse, Europees netwerk voor de creatie en promotie van nieuwe muziek, gesubsidieerd door het Culturele Programma van de Europese Commissie. hoofdbegunstiger SNS REAAL Fonds sponsors en fondsen Rabobank Amsterdam, Stichting Ammodo, Clifford Chance LLP, DoubleTree by Hilton, Westergasfabriek/ MeyerBergman, Automobielbedrijf Van Vloten, Turing Foundation, Stichting Dioraphte, VSBfonds, Stichting Herdenking
Slavernijverleden 2013, The Brook Foundation, Fonds Podiumkunsten, Prins Claus Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Pro Helvetia, Goethe Institut, Institut Français France, Institut Français des Pays-Bas, Réseau Varèse hf business Beam Systems, De Nederlandsche Bank N.V., G&S Vastgoed, ING Groep, Schut van de Ven Notariskantoor, Ten Have Change Management, WPG Uitgevers B.V. mediapartners NTR, VPRO donaties De genereuze, meerjarige verbintenis van de Governors is van groot belang voor de internatio nale programmering van het Holland Festival, met name de internationale coproducties. Ook de belangrijke bijdrage van de Vrienden van het Holland Festival en HF Business komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering. governors G.J. van den Bergh en C. van den Bergh-Raat, R.F. van den Bergh, W.L.J. Bröcker, J. van den Broek, Jeroen Fleming, J. Fleury, V. Halberstadt, H.J. ten Have en G.C. de Rooij, J. Kat en B. Johnson, Irina en Marcel van Poecke, Ton en Maya MeijerBergmans, Sijbolt Noorda en Mieke van der Weij, Robert Jan en Mélanie van OgtropQuintus, Françoise van Rappard-Wanninkhof, A. Ruys en M. Ruys-van Haaften, M. Sanders, A.N. Stoop en S. Hazelhoff, Tom de Swaan, S. Tóth, Elise Wessels-van
18
Houdt, H. Wolfert en M. Brinkman hartsvrienden S. van Delft-Vroom, H. Doek, W.M.M. van Ierschot, K. Kohlstrand, J. en M. KuiperGerlach, M. Plotnitsky, P. Voorsmit, P. van Welzen en C. Lafeber beschermers Lodewijk Baljon en Ineke Hellingman, A. van de Beek en S. van Basten Batenburg, S. Brada, Frans en Dorry Cladder-van Haersolte, Kommer en Josien Damen, J. Docter en E. van Luijk, H. Doek, L. Dommering-van Rongen, E. Flores d’Arcais, E. Granpré Moliere, E.H. Horlings, J. Houwert, Luuk H. Karsten, R. Katwijk, R. Kupers en H. van Eeghen, J. Lauret, A. van der Linden-Taverne, H. en I. Lindenbergh-Sluis, F. Mulder, G. van Oenen, H. Pinkster, H. Sauerwein, R. van Schaik en W. Rutten, K. Tschenett, P. Wakkie, R.R. Walstra, A. van Wassenaer, T. Winkelman, O.L.O. en Tineke de Witt Wijnen-Jansen Schoonhoven begunstigers M. Beekman, I. van den Bercken, E. Blankenburg, Co Bleeker, A. Boelee, K. de Bok, Jan Bouws, E. Bracht, G. Bromberger, D. de Bruijn, M. Daamen, J. Dekker, J. Drupsteen, Chr. van Eeghen, J. van der Ende, Ch. Engeler, E. Eshuis, E. Goossens-Post, E. de GraaffVan Meeteren, D. Grobbe, J. Haalebos, J. Hennephof, M. Henriques de Castro, G. van Heteren, L.D.M.E. van Heteren, B. van Heugten, S. Hodes, Herma Hofmeijer,
R. Hoogendijk, J. Hopman, A. Huijser, E. Hummelen, G. van der Hulst, P. Jochems, Jan de Kater, J. Keukens, A. Ladan, M. Le Poole, M. Leenaers, K. Leering, T. Liefaard, A. Ligeon, T. Lodder, D. van der Meer, E. van der Meer-Blok, A. MeesLubberman, A. de Meijere, J. Melkert, E. Merkx, A. Nieuwenhuizen, R. Nieuwpoort, La Nube, Kay Bing Oen, B. Oremus, E. Overkamp en A. Verhoog, C. van de Poppe, P. Price, E. van de Putte, F. Racké, S. van de Ree, Wessel Reinink, Thecla Renders, L.M. Remarque-Van Toorn, M. Robben, B. Robbers, A. Schneider, H. Schnitzler, G. Scholten, C. Schoorl, E. Schreve-Brinkman, C.W.M. Schunck, P. Smit, G. Smits, I. Snelleman, A. Sonnen, C. Teulings, H. Tjeenk Willink, I. Tjoa, H.B. van der Veen, R. Verhoeff, C. van der Vlies, F. VoorsluisSpanhoff, A. Vreugdenhil, W. Vroom, A. Wertheim, M. Willekens, M. van Wulfften Palthe, M. Yazdanbakhsh, P. van der Zant, P. van Zwieten en N. Aarnink jonge begunstigers Kai Ament, J.A. de Groot, G. Schunselaar, David van Traa, H. Verhagen, Vivian van der Weide, M. van Zijll Langhout anonieme schenkers Ook dankt het Holland Festival anonieme schenkers. liefhebbers Het Holland Festival dankt 646 Liefhebbers voor hun steun en bijdrage.
Het Holland Festival heeft ook uw steun nodig: word Vriend
van het festival verwelkomen we u graag op speciale gelegenheden en geven we u een blik achter de schermen.
Help mee de bijzondere programmering mogelijk te maken. Dan maakt ook u het Holland Festival!
geefwet Sinds 1 januari 2012 is het nog aantrekkelijker om het Holland Festival te steunen vanwege de Geefwet die tot 1 januari 2018 van kracht is. De Geefwet houdt in dat giften aan culturele ANBI’s met 25% verhoogd mogen worden tot een maximum aan schenkingen van € 5.000 per jaar. Schenkt u meer dan € 5.000, dan kunt u het resterende bedrag voor het reguliere percentage (100%) aftrekken van de inkomstenbelasting. De voordelen van de Geefwet gelden voor alle belastingplichtigen (particulieren en bedrijven) en zijn van toepassing op zowel eenmalige als periodieke schenkingen.
liefhebber (vanaf € 45 per jaar) U ontvangt dit programmaboek gratis, u krijgt voorrang bij de kaartverkoop en korting op tickets. begunstiger (vanaf € 250 per jaar of € 21 per maand) Uw bijdrage komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering van het Holland Festival. Als Begunstiger heeft u recht op vrijkaarten en andere aantrekkelijke privileges. jonge begunstiger (vanaf € 250 per jaar of € 21 per maand) Voor Jonge Begunstigers selecteren we drie voorstellingen die je niet mag missen. We organiseren ontvangsten waar je andere Jonge Begunstigers, maar ook kunstenaars en Governors van het Holland Festival ontmoet. beschermer (vanaf € 1.500 per jaar of € 125 per maand) Als dank voor uw aanzienlijke bijdrage aan de internationale programmering van het Holland Festival ontvangt u een uitnodiging voor de openingsvoorstelling en voor exclusieve bijeenkomsten, naast vrijkaarten en andere privileges. hartsvriend (vanaf € 5.000 per jaar) Als Hartsvriend van het Holland Festival nodigen we u uit om dichter bij de makers te komen. Met gelijkgestemden en gasten
19
voordeel van een periodieke schenking Een eenmalige gift is beperkt aftrekbaar voor de belasting. Het totaal van de giften op jaarbasis dient hoger te zijn dan 1% (drempel) en kan tot maximaal 10% (plafond) van het inkomen worden afgetrokken. Een periodieke gift is een gift waarbij voor een periode van ten minste vijf opeenvolgende jaren een gelijke uitkering wordt gedaan, vastgelegd in een periodieke akte. De gift is volledig aftrekbaar zonder aftrekdrempel of aftrekplafond. Wilt u ook Vriend van het Holland Festival worden? Ga voor meer informatie en een aanmeldformulier naar www.hollandfestival.nl/ steun HF / hfvrienden of neem vrijblijvend contact op Leonie Kruizenga, hoofd development op 020 – 788 21 18.
colofon / colophon
meer / more
Holland Festival Piet Heinkade 5 1019 BR Amsterdam tel. +31 (0)20 – 7882100 fax +31 (0)20 – 7882102
[email protected] www.hollandfestival.nl
Troparion & Suster Bertken Rob Zuidam di 18, wo 19 juni Tue 18, Wed 19 June Muziekgebouw aan ’t IJ
tekst / text © Troubleyn/Jan Fabre, 2013 fotografie / photography © Wonge Bergmann for Troubleyn/Jan Fabre opmaak / lay-out Holland Festival ontwerp omslag / design cover Maureen Mooren druk / printing Tuijtel, HardinxveldGiessendam
Opera in het park: Die Meistersinger von Nürnberg De Nederlandse Opera do 20 juni Thu 20 June Oosterpark The Gloaming do 20 juni Thu 20 June Bimhuis Licht op de langste dag Régis Campo, Pascal Dusapin, Misato Mochizuki, Matijs de Roo, Radio Kamer Filharmonie vr 21 juni Fri 21 June Muziekgebouw aan ’t IJ Mahlerlieder Gustav Mahler, Franui za 22 juni Sat 22 June Muziekgebouw aan 't IJ When the mountain changed its clothing Heiner Goebbels, Vocal Theatre Carmina Slovenica di 25, wo 26 juni Tue 25, Wed 26 June Westergasfabriek Zuiveringshal West
20
© Holland Festival, 2013 Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Holland Festival. No part of this publication may be reproduced and/or published by any means whatsoever without the prior written permission of the Holland Festival.