1
tot 2020.
twintig trends voor openbaar bestuur, onderwijs, zorg en sociale huisvesting.
door adjiedj bakas.
Colofon Copyright © 2015 Maandag bv en Bakas Books bv Dexter is an imprint of Bakas Books bv All rights reserved. No part of this book may be reproduced or transmitted in any form or by any other means, electronically or mechanically, including photocopying, recording or by any other information storage and retrieval system, without permission from the publishers. Auteur: Adjiedj Bakas Redactie: Linda van Tilburg Ontwerp: Dog and Pony, Amsterdam Druk: DZS Grafik, Ljubljana, Slovenië ISBN 978-94-91932-17-5 NUR 807
tot 2020.
twintig trends voor openbaar bestuur, zorg, onderwijs en sociale huisvesting.
door adjiedj bakas.
© 2015 Dexter
inhoud. Voorwoord. Inleiding.
6 9
Deel I trends voor de (lokale) overheid. Trend 1: Trend 2: Trend 3: Trend 4: Trend 5: Trend 6:
De heruitvinding van de ambtenaar: netwerkers, publieke professionals en een rondtrekkend elitekorps. Op naar verzwitsering van de democratie: swiss is sexy! De algoritmische e-overheid. Burger gaat domineren in Big Society. Alle hens aan dek voor de (groeiende) onderklasse. Naar hervorming van arbeidsmarkt en sociale zekerheid.
Deel II trends voor het voortgezet onderwijs. Trend 7: Allemaal een leven lang leren – en nu echt. Trend 8: Naar een toekomstbestendig curriculum: administratief eruit, ondernemerschap en ambachten erin. Trend 9: Gepersonaliseerd leren: naar meer maatwerk op scholen. Trend 10: Naar meer particuliere scholen en privaat initiatief als aanjager van innovatie.
16
19 28 35 41 45 51
56 58
63 68
74 4
Trend 11: Verdere digitalisering: meer online onderwijs en virtual reality in de klas.
79
Deel III trends voor de zorgsector.
83
Trend 12: Nieuwe spelers en radicaal andere financiële arrangementen op de zorgmarkt. Trend 13: Alle ballen op preventie: meer zelfmanagement en een prijskaartje aan ongezond gedrag. Trend 14: Nieuwe zegeningen van de technologie: naar zelf dokteren en (nog) meer extramuralisering. Trend 15: Naar innovatief leiderschap, nieuw HR-beleid en anders. werken voor zorgprofessionals Trend 16: De opmars van psychische gezondheidsklachten.
Deel IV trends voor de sociale woningbouw.
85
91
96
103 108
113
Trend 17: Sneller en goedkoper (ver)bouwen. Trend 18: Wonen bij en met elkaar. Trend 19: Verdichting van de stad. Trend 20: Anders wonen door demografische veranderingen.
116
Bronnen.
143
123 129 136
5
voorwoord.
We leven in tijden van grote verandering. Oude structuren verdwijnen, nieuwe ontstaan, en dat alles voortgestuwd door een wereldwijde economische crisis. Ook in de publieke sector en het openbaar bestuur verandert er de komende tijd veel, en trendwatcher Adjiedj Bakas laat in dit boek de belangrijkste ontwikkelingen in deze domeinen de revue passeren . Een vraag die daarbij opkomt is of we het enorme leger aan ambtenaren dat in Nederland werkzaam is, wel nodig hebben. Onderzoek van Benchmark wijst namelijk uit dat we in ons land relatief gezien de meeste beleidsambtenaren van Europa hebben. Kunnen er geen andere, 6
meer flexibele oplossingen worden gerealiseerd de komende jaren? Wat dit betreft kunnen we volgens Adjiedj Bakas een voorbeeld nemen aan de oude Romeinen. In dit boek beschrijft hij hoe in het Romeinse Rijk al werd gewerkt met een flexibele schil van ambtenaren, die van klus naar klus door het rijk trokken. De overheid zet sowieso stappen terug de komende tijd. Taken die burgers vroeger zelf realiseerden (zoals de zorg voor hun bejaarde ouders) trok de overheid de afgelopen eeuw naar zich toe, maar dat is nu voorbij. De welvaartsstaat is exit, en wordt vervangen door de participatiesamenleving. De overheid gaat de komende tijd nog veel meer taken afstoten en weer neerleggen bij de burgers. We gaan volgens Adjiedj Bakas van Big Government naar Big Society. Maandag® detacheert specialistische outsiders, die als vers bloed functioneren binnen de overheid, de zorg, het voortgezet onderwijs en de woningbouwcorporaties. Noem het ‘groen bloed’, deze mensen met ervaring, kennis, kunde én een frisse blik. Precies wat we volgens Adjiedj Bakas, ‘trendwatcher des vaderlands’ en auteur van dit boekje, nodig hebben in deze tijden van grote verandering. En verandering is de enige constante. Met jarenlange ervaring in de publieke sector heeft Maandag® een goed beeld van wat er speelt op dit terrein. We voegden onze kennis 7
bij de trendinzichten van Adjiedj Bakas, die dit vervolgens weer aanvulde met input van insiders uit de verschillende branches, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de VO Raad (vanuit het voortgezet onderwijs), stakeholders uit de zorg (ROS-en) en Aedes, de koepel van woningbouwcorporaties. Zo ontstond dit ‘groene boekje’ met een overzicht van de belangrijkste trends binnen het publieke domein. Het is het resultaat van co-creatie en co-makership, een bundeling van ‘the best of several worlds’. Een helder overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de lokale overheid, het voortgezet onderwijs, de zorg en de woningbouwcorporaties. Ik wens u veel inspiratie en leesplezier toe. Purmerend, september 2015, Rob Entjes, CEO van Maandag®
8
inleiding.
De jaren tien van deze eeuw zullen de geschiedenis in gaan als de periode van de Grote Stagnatie. Veel zaken die onomstreden leken (wereldvrede, globalisering, EU, euro) lijken op dood spoor te zitten, en veel premissen waarop beleid van de overheid, binnen de zorg, het voortgezet onderwijs en de sociale huisvesting werd gebaseerd, blijken onhoudbaar. We zien het failliet van de schuldendemocratie, globalisering die vertraagt tot slowbalisering, het groeikapitalisme dat is verworden tot graaikapitalisme (hoewel steeds meer mensen in elites daar afstand van nemen, goed willen doen en overstappen op karma kapitalisme), 9
vakbonden en werkgeversorganisaties die hun plek moeten hervinden op de steeds flexibeler wordende arbeidsmarkt. Maar ook een verzorgingsstaat die herijkt moet worden, het klimaat dat van de leg is en kerken die autoriteit hebben verloren, terwijl burgers meer dan ooit zoeken naar zingeving en ethiek. Gaat de versukkeling door of is dit de ideale tijd voor radicale vernieuwing van de publieke zaak? Past bij het nieuwe burgerschap eigenlijk wel een natiestaat? Er zijn heel oude natiestaten in de wereld. Maar de meeste natiestaten zijn relatief nieuw en gevormd rond de industriële revolutie. Italië werd in zijn huidige vorm pas gesticht in 1886 en de toenmalige Italiaanse premier verkondigde destijds: “Nu hebben we Italië gecreëerd, onze volgende taak is om Italianen te creëren.” Dat is gebeurd, dus misschien is de tijd nu rijp om Italië weer op te doeken? Natiestaten ontstonden uit een bundeling van regio’s en stadstaten. De grotere interne markt met minder administratieve beperkingen voor ondernemerschap die ontstond, bleek bijzonder voordelig. In verschillende ontwikkelingsfasen is de Europese Unie ontstaan met heel nadrukkelijk dit economisch voordeel in het achterhoofd. Het idee dat landen die wederzijds economisch afhankelijk van elkaar zijn geen oorlog met elkaar voeren, zorgde voor een extra 10
stimulans. Was de EU maar gebleven zoals die was in de jaren tachtig van de vorige eeuw: een niet al te hecht economisch samenwerkingsverband van onafhankelijke staten, met de ruimte voor alle Europese regio’s om hun eigen identiteit en cultuur te cultiveren in de vorm van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Helaas bedacht de politieke en economische top van Europa dat er meer macht naar Brussel moest, de Fransen bedachten de euro, naar nu blijkt de grootste splijtzwam ooit in naoorlogs Europa. Ook de Nederlanden zijn niet zo nieuw. Eeuwenlang was ook deze regio versnipperd en pas in 1814 werden de verschillende regio’s der Lage Landen verenigd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1830 scheidden de Zuidelijke Nederlanden zich af en vormden zij België. Walen en Vlamingen vechten elkaar sindsdien het kot uit. Maar het verenigde noordelijke Nederland, de opvolger van de Republiek van Zeven (niet helemaal) Verenigde Nederlanden, kon alleen functioneren door een zwak nationaal machtscentrum in Den Haag. De regio’s bleven de baas, ondanks alle pogingen tot centralisatie. De afgelopen tijd verzwakte Den Haag nog meer. Hoe nu verder? De drie politieke hoofdstromingen die Nederland en Vlaanderen in de negentiende en twintigste eeuw hebben gedomineerd, 11
de christendemocratie, de sociaaldemocratie en het liberalisme, hebben alle drie hun punten gescoord. Ze ontstonden alle drie tijdens de industriële revolutie. Nu is een tweede revolutie aan de gang, die van de exponentiele verandering en disrupties. Voor deze drie ideologieën betekent het dat zij zichzelf moeten opheffen en plaats moeten maken voor iets nieuws – wat dat ook moge zijn – of dat ze zichzelf moeten heruitvinden. Tegelijkertijd hebben schaduwmachten de democratie verder beïnvloed. Wereldwijd is de financiële sector een schaduwregering geworden. De Britse regering loopt aan de leiband van de City en de Amerikaanse regering loopt aan de leiband van Wall Street. En de belangen van de financiële industrie zijn niet noodzakelijkerwijs de belangen van de burgers. De opkomst van internet heeft geleid tot een parallelle samenleving waarop overheden geen greep meer hebben en waartegen wet- en regelgeving niet meer bestand zijn. In Duitsland mag euthanasie niet volgens de wet, maar Duitsers kunnen op internet euthanasiepillen bestellen en in Zwitserland kan iedereen, ongeacht zijn nationaliteit, terecht voor euthanasie. Dat de wereld steeds meer met elkaar is verbonden is mogelijk geworden door een superklasse van zo’n zevenhonderd invloedrijke 12
wereldburgers, zelden democratisch gekozen, die goed beschreven worden in het boek Superclass van David Rothkopf. Er doen veel conspiracy theories de ronde over de handelwijze van deze superklasse. Wat daarvan ook waar moge zijn: er is meer gaande in de catacomben van de (wereld)macht dan de krantenkoppen van vandaag prijsgeven. Ook vele belangenbehartigers hebben de overheid in een houdgreep. De deelbelangen die zij vertegenwoordigen, zijn niet per se in het belang van de gehele samenleving. De zorgsector heeft bijvoorbeeld een jaaromzet van meer dan 80 miljard euro en de branche geeft 1 miljard euro uit aan lobbywerk om alles te houden zoals het is. De zorg kan leuker en stukken goedkoper worden, maar veel vernieuwers in de branche worden tegengewerkt door foute belangenbehartigers die innovatie tegengaan en die helaas wel het oor van bange politici hebben. In andere branches zien we iets overeenkomstigs. De historicus Walter Russell Mead merkte op dat de Russen na de revolutie van de jaren negentig, waarbij de Sovjet-Unie viel, een gezegde hadden dat heel toepasselijk is voor vandaag de dag: ‘Het is makkelijker om een aquarium in vissoep te veranderen, dan om vissoep in een aquarium te veranderen.’ Inderdaad worden er momenteel heel wat aquaria in één keer in vissoep veranderd. We 13
zien dat van Zuid-Europa tot het Midden-Oosten. Deze weer terug te brengen naar de oorspronkelijke, stabiele samenlevingen, zal een van de grootste uitdagingen zijn van onze tijd. We zijn weer aangekomen bij een van die grote ontknopingsmomenten in onze wereldgeschiedenis, net als vlak na de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Maar deze keer ging er geen oorlog aan vooraf. Ook duidelijke signalen dat verandering op komst was, bleven uit. Waarom? De belangrijkste drijfkracht daarbij is de mix van globalisering en de informatietechnologie-revolutie. Beide ontwikkelingen veroorzaakten een kritische massa in het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw, wat resulteerde in een democratisering van heel veel dingen tegelijk. Zowel zwakke staten als zwakke bedrijven konden daar niet tegenop. We hebben een democratisering gezien van oorlogsvoering, waar individuen het opnamen tegen supermachten, zoals IS nu, de democratisering van innovatie, waarbij startende bedrijven door het gebruik van gratis open source software en de cloud kunnen wedijveren met grote multinationals. En ten slotte hebben we wat de gepensioneerde Amerikaanse marinekolonel Mark Mykleby de ‘democratisering van verwachtingen’ noemt, gezien. Waar die verwachting uit bestaat? Dat alle individuen hun eigen 14
carrière, burgerschap en toekomst kunnen vormgeven en daarbij niet worden beperkt. Overal ter wereld is de democratie in verval geraakt en hebben de burgers een steeds grotere afkeer ontwikkeld van cynische bestuurders. Burgers organiseren zichzelf in coöperaties en andere groepen en nemen in de participatiesamenleving steeds meer taken van overheden over. In de samenleving is steeds meer behoefte aan persoonlijk contact gekoppeld aan hi-tech. De ruil- en deeleconomie groeit, weliswaar financieel vaak vooral ten bate van enkele grote bedrijven. We leven in een tijd van doe-het-zelf-kapitalisme. En we gaan naar een bottom-up-democratie waarin de gemeente als eerste overheid een cruciale rol speelt. Maar ook zorg en onderwijs veranderen, de Millennial-generatie die in de post-materiële economie van nu in opkomst is, denkt over veel issues radicaal anders dan voorgaande generaties en het wonen van de toekomst is anders dan voorheen. Globalisering vertraagt tot slowbalisering en de toekomst is steeds meer technology driven, terwijl veel beslissers nog te weinig van technologie afweten. What’s next? Amsterdam, september 2015, Adjiedj Bakas
15
deel 01
trends voor de lokale overheid.
deel 01
trends voor de lokale overheid
17
deel 01
trends voor de lokale overheid
De ambtenaren van 2020 * Loodsambtenaar * E-ambtenaar * Hacker-privacybeschermer * Netwerkende werknomade * Uitzendambtenaar * Zelfstandige publieke professional (ZPP’er) * Rondreizende elite-flexer * Interne interimmer
18
trend 01
de heruitvinding van de ambtenaar: netwerkers, publieke professionals en een rondtrekkend elitekorps.
Wie in 2020 bij de overheid gaat werken, mag rekenen op een job die nauwelijks nog lijkt op die van de huidige ambtenaar. Zowel de arbeidsrelatie als de manier van werken gaan ingrijpend veranderen. De kleine en krachtige overheid, waar het beleid al jaren op is gericht, gaat er echt komen, met een flinke zet van de technologie. Met de vestiging van onze e-government begint de Grote Uittocht. De overbodig geworden ambtenaren vinden nieuw emplooi bij bijvoorbeeld de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s), die in aantal zullen groeien omdat de overheid ook uitvoerende taken 19
deel 01
trends voor de lokale overheid
op afstand blijft plaatsen en blijft privatiseren. Of bij bedrijven, want aangezien die steeds meer in publiek-private initiatieven met de overheid gaan samenwerken, kunnen ze wel liaison officers gebruiken die kennis uit de keuken meebrengen. Zij die bij de overheid blijven, moeten wennen aan een nieuwe stijl van werken: projectmatig, organisatieoverstijgend, en plaats- en tijdonafhankelijk. Hoe een ambtenaar een maatschappelijk probleem aanpakt, wordt in 2020 niet bepaald door de structuur van zijn afdeling of de gemeentelijke beleidsnota. De urgenties die het probleem stelt zijn leidend. Ambtenaren bepalen vervolgens zelf waar, wanneer, hoe en met wie ze daarvoor gaan samenwerken. Ze gaan opereren in netwerken, waar indien nodig of wenselijk ook burgers en andere partijen van buiten de overheid deel van uitmaken. En dat alles gebeurt open en transparant, zoals de samenleving eist. Met online informatieuitwisseling, online discussies, en via crowdsourcing: online platforms waar oplossingsideeën uit de samenleving worden verzameld. Waarvandaan ze dat werk doen, maakt niet meer uit. Evenmin als wanneer. Op alle niveaus zullen overheidsorganisaties een kleine, vaste kern van deze werknomaden in dienst hebben. Bye bye 9 tot 5 ambtenaar! 20
trend 01 de heruitvinding van de ambtenaar: netwerkers, publieke professionals en een rondtrekkend elitekorps.
Talent is het nieuwe vak De vakinhoudelijke functieomschrijving gaat verdwijnen. Veel belangrijker wordt het talent dat iemand meebrengt, waarbij netwerken en flexibiliteit voorname competenties zijn. Bij Maandag® merken ze dat nu al bij hun klanten uit de publieke sector. Commercieel directeur Noureddine Ouald el Hadj: “Onze opdrachtgevers zijn kritischer geworden. Ze zijn uitdrukkelijk op zoek naar toegevoegde waarde, toptalent dus. Lerend vermogen en flexibiliteit vinden ze heel belangrijk. Maar ook voor de soft skills groeit de aandacht: wat kan iemand als mens bijdragen aan de cultuur? Dat sluit aan bij onze professionals, want ook die zijn veeleisender geworden. Ze willen avontuur, werk waarin ze steeds nieuwe prikkels tegenkomen. Goed werkgeverschap ging vroeger de diepte in, nu gaat het over de breedte die een werkgever kan bieden.” Gemeenten hebben onlangs al de aanstelling in algemene dienst ingevoerd, die het mogelijk maakt dat ambtenaren niet op een vaste functie zitten, maar al naar gelang de behoefte binnen de organisatie wisselende rollen en taken vervullen. De rijksoverheid is op weg daarnaartoe, sinds het kabinet drie jaar geleden het besluit nam om van dertigduizend naar vijftig functieomschrijvingen te gaan binnen het rijk. In 2020 zijn we weer een stap verder – of in elk geval heel dicht daarbij – en werken 21
deel 01
trends voor de lokale overheid
ambtenaren niet meer voor één specifieke gemeente, maar krijgen ze een aanstelling in algemene gemeentelijke dienst. Voor rijks- en provincieambtenaren geldt hetzelfde. Zo kan de overheid haar personeel veel efficiënter inzetten dan nu. Koffieleuten en online spelletjes spelen is er straks niet meer bij als je het als ambtenaar een poosje rustig hebt. Je wordt dan voor enkele dagen, of langer natuurlijk, bij een andere afdeling of gemeente ingezet. Voor de aanstormende generatie is die flexibiliteit alleen maar leuk, want die zoekt afwisseling en geregeld nieuwe uitdagingen. Bedrijven doen het al op die manier. Philips bijvoorbeeld huurt topmensen voor wie binnenshuis even geen werk is via een soort detacheringsbureau uit aan andere bedrijven. Maar omdat ze zo goed zijn, wil Philips ze wel in dienst houden. Zo gaat de overheid ook talent binden en daar optimaal profijt van trekken. Bye bye raamambtenaar!
Flex, flex, flex Naast deze kleine vaste kern, gaan overheidsorganisaties met een grote flexibele schil werken. De zelfstandig ondernemende ambtenaar gaat doorbreken. Voor alle ambtenaren die er nu en de komende jaren uit moeten wegens reorganisaties, is dit een uitgelezen manier om hun talent en ervaring te vermarkten. Veel van die ex-ambtenaren zullen door hun 22
trend 01 de heruitvinding van de ambtenaar: netwerkers, publieke professionals en een rondtrekkend elitekorps.
voormalig werkgevers worden ingehuurd als zelfstandige publieke professional (ZPP’er). De besten kunnen ook terecht bij andere publieke organisaties en zelfs bedrijven, omdat die allemaal meer dan nu met de overheid gaan samenwerken en kennis uit de keuken daarbij prima kunnen gebruiken. Waarom zou je je nog willen binden aan één overheidswerkgever als jouw talent als publieke financial of procesregisseur overal gewild is? Er zal een rondtrekkende elite van creatieve ambtenaren ontstaan die van klus naar klus trekt, net als in het Oude Rome.
Op z’n Romeins Wat we tegenwoordig bestuurlijke vernieuwing noemen, is eigenlijk zo oud als de weg naar Rome. Letterlijk. Die antieke Romeinse jongens hadden namelijk heel goed door hoe je de overheid efficiënt kunt laten werken. Het aantal vaste ambtenaren was klein in het Oude Rome en voor de bouw van al die aquaducten en colossea in de provinciale steden werden externe ambtenaren ingehuurd. Zij voerden de klus uit en trokken dan verder, in opdracht van magistraten, de vaste ambtenaren of de keizer zelf. Zo trok er een elite van zelfstandige interim-topambtenaren door het rijk van klus naar klus. De zogenoemde 23
deel 01
trends voor de lokale overheid
‘formele structuren roepen een grotere drempel op dan netwerkachtige bijeenkomsten waar snel kan worden gehandeld.’
Jan van Zanen, voorzitter van de VNG
trend 01 de heruitvinding van de ambtenaar: netwerkers, publieke professionals en een rondtrekkend elitekorps.
Romeinse ‘dictatoren’ waren bijvoorbeeld speciale ambtenaren met vergaande bevoegdheden, die in tijden van nood door de Senaat werden aangesteld om orde op zaken te stellen. Plinius, wiens brieven aan keizer Trajanus bewaard zijn gebleven, is waarschijnlijk de bekendste interim-manager uit het Oude Rome. Hij moest de economische problemen gaan oplossen in de provincie Bythinië. Zijn brieven bevatten een plan van aanpak, een voortgangsrapportage en een overdrachtsdocument. Te lezen is hoe hij de situatie analyseerde, maatregelen nam en uiteindelijk constateerde dat er een begrotingsoverschot was ontstaan. Kortom: een heuse interim-overheidsmanager avant la lettre.
Dat betekent dat de markt voor detacheringsbureaus met kennis van de overheid en oog voor de wensen van de moderne professional zal groeien. Veel gemeenten, en ook provincies en ministeries, zetten nu al eigen interimpools op. Dat zijn een soort interne detacheringsbureaus waar de zwaargewichten onder het personeel zitten, die op wisselende plekken binnen de organisatie worden ingezet. Daarmee hoeven geen dure externe adviseurs meer te worden ingehuurd. Maken bijvoorbeeld buurgemeenten gebruik 25
deel 01
trends voor de lokale overheid
van de diensten van de pool, dan verdient de detacherende gemeente er ook nog iets aan. De gemeente Arnhem bijvoorbeeld, boekte in het eerste bestaansjaar van haar pool € 175.000 winst met het uitzenden van twaalf interne interimmers – de besparing op externe inhuur nog niet meegerekend. Het zijn nu nog vooral generalisten, zoals verandermanagers en projectdirecteuren, uit de hogere schalen die de pools bevolken. Maar waarom zou het niet ook kunnen voor vakspecialisten, zoals beleidsmedewerkers? Het wordt rouleren en flexen in 2020, over de hele linie.
VNG: netwerken hebben de toekomst Jan van Zanen, voorzitter van de VNG, ziet netwerken niet alleen als dé werkvorm voor ambtenaren in 2020, maar ook die van lokale bestuurders en gemeenteraadsleden. “Ik ben niet zo van al die besturen en toestanden. Dat moet op een nieuwe manier kunnen in een lichte en flexibele variant, soms met tien dan weer met achttien en dan weer met vier gemeenten. Dat valt best te organiseren en bijkomend voordeel van zo’n netwerkachtige setting is, dat ook andere partijen zoals het onderwijs, de corporatie of het bedrijfsleven heel makkelijk aanhaken. Natuurlijk moet de gemeenteraad uiteindelijk beslissen, maar al die formele structuren roepen een grotere 26
trend 01 de heruitvinding van de ambtenaar: netwerkers, publieke professionals en een rondtrekkend elitekorps.
drempel op dan netwerkachtige bijeenkomsten waar snel kan worden gehandeld.”
27
trend 02
op naar verzwitsering van de democratie: swiss is sexy!
“Dichtbij en concreet en de gemeente als eerste overheid. Daar geloof ik heilig in”, zei Jan van Zanen, de kersverse voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onlangs in VNG Magazine. De samenleving verandert en gemeenten hebben heel goed door dat ze moeten meebewegen om de aansluiting met de burger niet te verliezen. Het vertrouwen in de overheid is al niet bijster groot en de binding met de politiek bevindt zich op een dieptepunt. Dat voorspelt niet veel goeds nu burgers steeds meer taken die voordien waren voorbehouden aan de overheid zelf gaan doen. Toch zal er 28
trend 02 op naar verzwitsering van de democratie: swiss is sexy!
altijd een overheid nodig zijn, al was het maar om die autonome burger te faciliteren en de rechtsorde te bewaken. Overheid en burger kunnen uiteindelijk niet zonder elkaar, dus de overheid kan er maar beter voor zorgen dat ze goed in elkaar zit. Vernieuwing van het lokaal bestuur staat dan ook hoog op de agenda van de belangenclub van onze gemeenten. Het is alleen nog niet duidelijk hoe. Dit jaar heeft de VNG onder het motto ‘Gemeente 2020’ een tournee door het land gemaakt om de ideeën van gemeenten daarover te peilen. Daar kwam een bonte verzameling uit; de gemeenschappelijke strategische agenda is voorlopig nog werk in uitvoering. Van Zanen liet er bij zijn aantreden echter geen misverstand over bestaan dat dit zijn eerste prioriteit is. “Versterking en vitalisering van de lokale democratie, het zijn van een krachtige lokale overheid.”
Gemeente wordt eerste overheid Eén ding heeft de VNG-voorzitter alvast goed gezien: de gemeente zal de komende tijd de eerste overheid worden. Dat is ze nu al in de zin dat het contact van burgers met de overheid door de decentralisaties steeds meer bij de gemeente plaatsvindt. Kun je een thuishulp krijgen, heb je recht op een gesubsidieerde baan, wat moet je met je onhandelbare 29
deel 01
trends voor de lokale overheid
kind? Het is de gemeente die het bepaalt tegenwoordig, en niet langer instanties als CIZ, zorgkantoor, bureau jeugdzorg of het GAK met hun landelijke regels. Maar het kan nog veel verder gaan. Nationale grenzen doen er weinig meer toe, de moderne geld- en goederenstromen trekken zich daar niets van aan. Stedelijke agglomeraties vormen meer een economische eenheid dan oude natiestaten en zij willen dat vertaald zien in een eigen bestuur. Bestuurders gaan daarin steeds meer autonomie zoeken, bijvoorbeeld op het gebied van fiscaliteit, arbeidsrecht of industriepolitiek. Denk aan Catalonië in Spanje of Hong Kong in China. Dat zijn de voorbeeldmodellen waar het ook in Nederland naartoe zal gaan. In het televisieprogramma Zomergasten (juli 2015) liet de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb zich al uit in die richting. Aboutaleb verwacht dat de huidige ‘overheidspiramide’, met het rijk bovenaan en de gemeenten onderaan, precies omgekeerd gaat worden. De VNG maakt zich ook hard voor autonomie van gemeenten. Voorzitter Jan van Zanen: “Gemeenten krijgen steeds meer dingen te doen en we regelen dat, noblesse oblige, lokaal of regionaal. We vonden terecht al dat we de eerste overheid zijn en inmiddels kan helemaal niemand het meer ontkennen. Ik vind dat een teken van kracht. Is het een chaos geworden met de decentralisaties? Nee, elke 30
trend 02 op naar verzwitsering van de democratie: swiss is sexy!
gemeente worstelt en vecht op haar eigen manier om in het sociaal domein te leveren wat we hebben afgesproken. Ik bewonder al die mannen en vrouwen die dat bestuurlijk en in de uitvoering moeten doen. We laten ze toch mooi een poepie ruiken. Ondertussen moeten ze van onze autonomie afblijven. Het was toch de bedoeling dat we het zelf zouden doen, beter, effectiever en dichter bij mensen?”
Zelfbestuur van dorpsbewoners Een model dat uitstekend zou passen bij onze nieuwe samenleving is dat van Zwitserland. In La Suisse is de gemeente met haar inwoners het belangrijkst, daarna het kanton – een regionaal ministaatje met eigen grondwet, rechtspraak, regering en parlement – en als laatste de centrale overheid. De democratie is er dus bottom-up ingericht, op een manier die uniek is in de wereld. Bij de Zwitsers is de gemeente in hoge mate zelfstandig. Ze is verantwoordelijk voor de wegen, de waterverzorging, de bescherming van de bevolking en ook het onderwijs binnen de gemeentelijke grenzen. Van de totale door de Zwitsers betaalde belasting gaat meer dan 40 procent direct naar de gemeente. De inwoners van de gemeente beslissen via burgerinitiatieven en referenda zelf over de besteding van 31
deel 01
trends voor de lokale overheid
‘aboutaleb verwacht dat de huidige ‘overheidspiramide’, met het rijk bovenaan en de gemeenten onderaan, precies omgekeerd gaat worden.’
trend 02 op naar verzwitsering van de democratie: swiss is sexy!
dit geld. En dat werkt als een tierelier. PWC onderzocht wereldwijd waar mensen het meest tevreden zijn over overheid, politiek en staat en Zwitserland kwam als de grote winnaar uit de bus. Je hebt in Zwitserland dorpjes van tweehonderd burgers die zichzelf besturen. Die kant zou Nederland ook op moeten, want dat past bij 2020, waarin technologie voornamelijk lokaal en bottom-up georganiseerd zal zijn. De technologie gaat bovendien nog meer mogelijkheden brengen voor een authentieke, bijdetijdse democratie. Denk bijvoorbeeld aan referenda per smartphone.
Tienduizend gemeenten Helaas gaat onze overheid precies de tegenovergestelde kant op. Schaalvergroting is troef. Al jaren zijn gemeenten aan het fuseren en die neiging hebben ze steeds meer nu ze het met alle decentralisaties niet in hun eentje denken af te kunnen. Net als het opzoeken van andere vormen van intergemeentelijke samenwerking die tot gevolg hebben dat allerlei zaken zich steeds verder boven de hoofden de burgers afspelen. Stop daarmee, beste overheid. Ga op de Zwitserse toer en creëer tienduizend zelfstandige gemeenten, ondersteund door detacheringsbureaus zoals Maandag®, die ambtenaren detacheren waar ze nodig zijn, en met de provincies in de rol van 33
deel 01
trends voor de lokale overheid
de kantons. De rijksoverheid kan dan een stuk kleiner worden. Referenda overal, en de wisdom of the crowds zorgt er dan voor dat politici niet hun eigen stokpaardjes berijden maar doen wat de burgers willen. De politiek zal er wel saaier door worden, leert het voorbeeld van Zwitserland. Nooit meer rollebollende politici op de buis. Geen raadsleden meer die de wethouder afmaken in de krant. Maar ja, wie zit daar uiteindelijk op te wachten?
34
trend 03
de algoritmische e-overheid.
De digitalisering dendert voort en computers kunnen steeds meer. Volgens IT-bedrijf Cisco is het aantal devices met mobiel internet drie jaar geleden al het totale aantal wereldburgers gepasseerd. Volgend jaar hebben we mondiaal tien miljard van die apparaatjes die met elkaar kunnen praten. Met Big Data kunnen exemplaren als supercomputer Watson van IBM al oneindig veel meer informatie opslaan, verwerken en analyseren dan onze hersenen ooit voor elkaar krijgen. En we zijn er nog lang niet. De digitale revolutie gaat in het komende decennium een kwantum35
deel 01
trends voor de lokale overheid
sprong maken die in omvang vergelijkbaar is met de optelsom van alle voorgaande stappen. Onze diensteneconomie transformeert naar een digitale kenniseconomie. Het spreekt voor zich dat dit grote gevolgen en opgaven met zich meebrengt voor de (lokale) overheid, die, laten we eerlijk zijn, op dat vlak ook nog het nodige achterstallige werk te doen heeft. Bestemmingsplannen bijvoorbeeld, zijn een fenomeen dat dateert uit de vorige industriële revolutie en moeten radicaal worden vernieuwd. In Abcoude moest vier jaar geleden al een webwinkel opdoeken omdat de oude boerderij van waaruit de eigenaar zijn online shop runde niet in overeenstemming was met de agrarische bestemming van het pand. Stel dat alle gemeenten gaan controleren of webwinkels wel binnen de bestemmingsplannen passen, dan kunnen internetondernemers het wel vergeten. En dat terwijl digitale technologie de welvaartsaanjager van de toekomst is. Dat kan dus echt niet meer.
Op naar de e-gemeente Het aantal Nederlanders dat op internet zit ligt nu al dik boven de 90 procent (CBS) en ouderen zijn bezig met een inhaalslag. In 2020 zal nog maar een fractie van de bevolking, bij gebrek aan capaciteiten of middelen, niet mee zijn in de digitale revolutie. Deze groep is door de Vereniging Directeuren Publieksdien36
trend 03 de algoritmische e-overheid.
sten (VDP) in haar toekomstbeeld in 100%, Toekomstverkenning Gemeentelijke Dienstverlening 2020 als de Burger 0.1 bestempeld. Voor deze groep zal altijd een stukje non-digitale dienstverlening moeten blijven bestaan. Maar het overgrote deel van de samenleving is klaar voor de e-overheid. Die gaat er komen, alle huidige ICT-debâcles ten spijt, want informatietechnologie voldoet aan alle voorwaarden voor dienstverlening optima forma: snel, goedkoop en op de persoon afgestemd. Rond 2020 zal al de informatie van uiteenlopende organisaties rond de belangrijkste levensgebeurtenissen aan elkaar zijn gekoppeld, voorspelt de VDP. Van geboorte en trouwen tot studeren. Je hebt als burger nog maar één portal of burgerdomein nodig waarop je met één keer inloggen al je gegevens bij elkaar kunt vinden en je persoonlijk kunt laten adviseren. Steeds opnieuw informatie doorgeven of formulieren invullen is passé. Via de persoonlijke internetpagina (PIP) gaan burgers hun eigen online burgerdossier beheren, zelfs binnen de beveiligde IT-omgeving van overheidsinstanties. Dat dossier bevat gegevens uit verschillende bestanden, van bijvoorbeeld UWV, gemeente, Belastingdienst en GGD. Een pasje met biomedische ID geeft toegang. Op basis van de aanwezige gegevens en zijn handelingsgeschiedenis in het dossier, krijgt de burger gevraagd en ongevraagd advies en tips. De 37
deel 01
trends voor de lokale overheid
gemeente blijft verantwoordelijkheid voor de juistheid en rechtsgeldigheid van de informatie. In 2020 is volgens de VPD veilige en gewaarmerkte online gegevensuitwisseling vanzelfsprekend. De gemeente controleert en verifieert, en faciliteert de burger in het beheer van zijn gegevens – van medische info en UWV-dossier tot de belastingen. Een nummertje trekken bij burgerzaken? Niet meer nodig. Wie het niet snapt of toch op persoonlijk contact staat, kan een beroep doen op een ‘loodsambtenaar’ die de weg wijst in het woud van regelgeving. Een luxe waar dan wel een prijskaartje aan hangt, want die beste man of vrouw moet je huren.
Algoritmen maken beleid Het nieuwste IT-wondermiddel heet algoritme. Algoritmen zijn slimme wiskundige formules die goed zijn in het herkennen van patronen in digitale data, ook wanneer het om heel veel data gaat, en zij kunnen op basis daarvan voorspellingen doen en besluiten nemen. Op allerlei plekken in de samenleving spelen algoritmen al een rol. Op Wall Street zijn het tegenwoordig algoritmen die het tegen elkaar opnemen, en niet meer de beurshandelaren, die als het ware uitvoerders van de algoritmen zijn geworden. De New Yorkse beurs heeft circa tweeduizend wis- en natuurkundigen op de loonlijst staan. Netflix weet dankzij het algoritme Pragmatic Chaos welke films mensen 38
trend 03 de slgoritmische e-overheid.
het bekijken waard vinden. Op dit soort sites wordt 60 procent van de gedownloade films bepaald door een simpel stukje computercode. Maar er zijn ook al algoritmen die scripts van tv-programma’s checken op aantrekkelijkheid voor kijkers, die de ideale verhoudingen van een nieuw gebouw finetunen, en algoritmen die Jan Smit vertellen hoeveel hitpotentie zijn nieuwste liedje heeft. Ook gemeenten gaan dit geschenk uit de hemel omarmen, want tijd is immers geld en computers maken geen fouten. Met behulp van algoritmen worden dossiers elektronisch gekoppeld voor een efficiëntere e-dienstverlening. Algoritmen gaan ook de organisatieprocessen bij gemeenten automatiseren en het gedrag van burgers voorspellen. Zoals bedrijven het gedrag van consumenten voorspellen en daar hun marketing en sales op afstemmen, gaan gemeenten de slimme formules inzetten om gedrag van burgers te voorspellen en daar met beleid op in te spelen. Correlaties vinden in grote hoeveelheden data – ook nieuwe waarvan ambtenaren het bestaan nog niet vermoeden – en groepen definiëren, daar zijn algoritmen goed in. Oftewel: (risico)profilering. Koppel dat aan kansberekeningen en elektronische jeugd-, leeren patiëntendossiers vertellen precies wie in de gaten moet worden gehouden en wanneer er moet worden ingegrepen. Massa’s beleids39
deel 01
trends voor de lokale overheid
ambtenaren kunnen dus op zoek naar een andere baan, de algoritmen nemen het over. Dat hier ook risico’s aan kleven, is evident. Profileren heeft beslist voorspellende waarde, maar die wordt onbetrouwbaar als de onderliggende persoonsgegevens niet juist, onvolledig of verkeerd gekoppeld zijn. Discriminatie ligt op de loer – ethisch handelen kunnen computers immers niet – en dat strookt niet met de waarden in onze maatschappij. Er zal dus altijd een mens de uitkomst van de rekenprogramma’s moeten beoordelen en de laatste beslissing nemen. En dan zijn er de gevaren van lekken en cybercrime. Als de IT-systemen niet waterdicht beveiligd zijn, liggen complete digitale doopcelen op straat waar verkeerde lieden lelijke dingen mee kunnen doen. Integriteit en cybersecurity worden voor elke overheidsorganisatie dan ook van het allerhoogste belang. Daar gaat de overheid hackers voor in dienst nemen. Er zijn nu al genoeg ethische nerds die systemen hacken enkel en alleen om de overheid wakker te schudden. Die jongens moeten gemeenten dringend binnenhalen en in 2020 hebben ze dat door.
40
trend 04
burger gaat domineren in Big Society.
De burger trekt in 2020 aan de touwtjes in de samenleving. Niet alleen uit nood, omdat de overheid zich terugtrekt en problemen op zijn bordje schuift, maar uit kracht. Op allerlei terreinen tekent deze trend zich al af. In de economie geven burgers al met succes grootbedrijven het nakijken, via peer-to-peer initiatieven als AirBnB en Uber. De deel- en ruileconomie die opgekomen is tijdens de crisis, is niet meer te stuiten. Facebook staat vol met groepen van lokale bewoners die allerhande spullen ‘te geef’ aanbieden. Burgers worden ook in toenemende mate zelfvoorzienend. Met zonnecellen op het dak van hun woning 41
deel 01
trends voor de lokale overheid
wekken ze bijvoorbeeld eigen energie op. Dat doen ze ook in energiecoöperaties. Er zijn inmiddels meer dan 300 collectieve burgerinitiatieven om zonne- en windenergie op te wekken in Nederland. Volgens het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) investeren burgers tot 2020 naar verwachting een miljard euro in het lokaal opwekken van duurzame energie. En de innovaties op het vlak van zelfvoorziening denderen voort. We kunnen in 2020 woningen verwachten met bijvoorbeeld een GridHeater, een computerserver waar mensen gratis de warmte voor hun huis van afnemen. Een stel slimme jongens heeft dit bedacht en onder de naam Nerdalize leasen en installeren ze de server. Food for thought voor woningcorporaties. Met nieuwe technologie als 3D-printen, dat heel groot gaat worden, gaan burgers zelf thuis hun eigen producten maken. Wat de overheid betreft gaat de burger, zoals we hebben gezien, digitaal zijn eigen zaken beheren. Maar ook voor een andere klassieke overheidstaak, het oplossen van maatschappelijke problemen, hebben burgers de overheid in 2020 in veel gevallen niet meer nodig. Dat gaan ze namelijk ook zelf doen, al dan niet in collectieven. Coöperaties als de ‘villages’ in de verenigde Staten regelen kortingen op schilderwerk en computerondersteuning en bemiddelen bij het krijgen van hulp in de huishouding. In Amsterdam loopt al een proefproject. 42
trend 04 burger gaat domineren in Big Society.
De lokale economie op zijn kop De autonome burger maakt het er voor de overheid niet makkelijker op. Met name gemeenten krijgen er misschien zelf minder werk door, maar de overheid zal toch de randvoorwaarden voor de Big Society moeten creëren, de eigengereide burger moeten faciliteren en ervoor zorgen dat die zich niet van haar afkeert – dat laatste met behulp van het Zwitserse model, zoals we zagen. Bovendien dienen zich als gevolg van al die burgeractiviteit nieuwe vraagstukken aan. Om het schoolvoorbeeld van Airbnb nog maar eens aan te halen: door het snelle succes van de peer-to-peer-verhuur loopt het aantal hotelgasten terug en dalen de inkomsten uit toeristenbelasting voor gemeenten. Voor een toeristenstad als Amsterdam heeft dat een grote impact. Het is in de hoofdstad inmiddels opgelost: Airbnb gaat daar toeristenbelasting aan de gemeente afdragen. Maar soortgelijke problemen gaan we nog veel meer krijgen. Wanneer burgers massaal met de 3D-printer thuis allerlei producten gaan maken, ondervindt het midden- en kleinbedrijf daar de nadelen van. Dat gaat de lokale economie op zijn kop zetten, zeker omdat in 2020 het spook van de technologische werkloosheid nog volop rondwaart (zie trend 5) en het nog wel even zal duren voor de arbeidsmarkt weer aantrekt door de nieuwe banen 43
deel 01
trends voor de lokale overheid
die de digitale kenniseconomie genereert. Het behoud van lokale en regionale bedrijvigheid, en daarmee werkgelegenheid, komt hoog op de agenda van gemeenten en provincies. Door de zelf producerende burger en de groeiende deel- en ruileconomie worden ook bestaande bestuurlijke plannen overhoop gehaald. Voorbeeld uit het ruimtelijk beleid: door massaal autodelen zullen minder parkeerplaatsen en parkeergarages nodig zijn. Allemaal zaken waar de overheid mee moet dealen. In Spanje wordt al belasting geheven op zonnecellen waarmee burgers zelf energie produceren.
44
trend 05
alle hens aan dek voor de (groeiende) onderklasse.
Hervorming van de arbeidsmarkt is een van de grootste uitdagingen voor de overheid de komende jaren, want die gaat ingrijpend veranderen. Er zal in 2020 niet genoeg betaald werk meer zijn om de hele beroepsbevolking een volle werkweek aan de slag te houden. Dat heeft te maken met twee ontwikkelingen. Allereerst is daar de flexibilisering en de ‘ZP’er-isering’ van de arbeidsmarkt, waar we nu al middenin zitten en die verder door zal zetten. De vaste baan is hard op zijn retour, en een baan voor het leven is verbleekt tot een nostalgisch beeld uit de vorige eeuw. Bedrijven krijgen een steeds kleinere kern 45
deel 01
trends voor de lokale overheid
van vaste medewerkers en een steeds grotere flexibele schil. Steeds meer Nederlanders kiezen, uit nood dan wel kracht, voor een bestaan als zelfstandig professional (ZP’er). Grote vaktalenten met lef en ondernemersvaardigheden kunnen in die hoedanigheid tot grote hoogte stijgen – in het internettijdperk hoef je immers geen grootbedrijf meer achter je te hebben voor (internationaal) zakelijk succes. Maar er zijn ook massa’s worstelende eenpitters die hobbelend van klusje naar klusje een schamel inkomen bij elkaar sprokkelen. Die zullen in aantal toenemen, omdat bestaande beroepen steeds sneller zullen verdwijnen om plaats te maken voor nieuwe, en niet iedereen het vermogen heeft zijn talent flexibel en dus duurzaam in te zetten. Hoe dan ook leidt de flexibilisering en ZP’er-isering ertoe dat mensen periodiek zonder werk komen te zitten.
Technologische werkloosheid Dat bestaande beroepen verdwijnen, heeft te maken met de tweede ontwikkeling die de arbeidsmarkt op zijn kop zet: een nieuwe automatiseringsgolf die voor de deur staat. De Britse econoom John Maynard Keynes waarschuwde al in 1930 voor wat hij ‘technologische werkloosheid’ noemde: een verschijnsel dat ontstaat als het tempo waarin nieuwe mogelijkheden worden ontdekt om menselijke arbeid te vervangen door machines, 46
trend 05 alle hens aan dek voor de (groeiende) onderklasse.
veel hoger ligt dan het tempo waarin nieuwe toepassingen voor arbeid worden gevonden. Indertijd was dat nauwelijks voorstelbaar, want technologische vooruitgang was van oudsher de motor van economische groei en welvaart. Nu krijgt Keynes echter gelijk, want IT brengt ons precies in de situatie die hij voorspelde. En de klappen gaan, anders dan vroeger, vallen onder de hersenwerkers. Computers zijn namelijk vooral goed in routinehandelingen. Ze kunnen uitstekend informatie opslaan en terugvinden, gegevens verwerken of precisiehandelingen verrichten. Dat soort werkzaamheden vinden we tegenwoordig vooral in de diensteneconomie, waarin driekwart van de bevolking werkzaam is. Daarmee dreigt werkloosheid voor een hele massa mensen met administratieve banen. Deels zullen zij succesvol als zelfstandige verdergaan, deels zullen ze omscholen naar werk dat computers niet kunnen overnemen, bijvoorbeeld voor de klas en aan het bed. Deels ook zullen ze lager opgeleiden verdringen in niet te automatiseren, locatiegebonden beroepen, zoals kapper en vuilnisman. Maar er zal een substantiële groep overblijven die een armoedeval maakt.
Het slagveld in de middenklasse Enkele cijfers die de ravage op de arbeidsmarkt illustreren. Sinds 2009 zijn al zo’n 47
deel 01
trends voor de lokale overheid
200.000 banen geschrapt in de zakelijke dienstverlening. In de financiële sector verdwijnen volgens een prognose van vakbond De Unie de komende drie jaar zo’n 50.000 banen. Dat zijn niet alleen baliemedewerkers, maar ook boekhouders, managers, belastingcontroleurs, beurshandelaren en financieel analisten. Ook bij de overheid gaan veel van de huidige functies sneuvelen, met name bij gemeenten, waar de e-dienstverlening als gevolg van de algoritmisering (zie trend 3) in een stroomversnelling terecht gaat komen. Het slagveld gaat zich van de administratieve beroepen verder uitbreiden naar beroepsgroepen waarvan we ons dat nu nog nauwelijks kunnen voorstellen. Dankzij de enorme gedigitaliseerde gegevensbestanden (Big Data) hebben computers toegang tot eindig veel meer informatie dan wij in onze hoofden kunnen stoppen. Ze gaan mensen verslaan op het gebied van fraudeopsporing, bloed- en weefselanalyse, het herkennen van ziektebeelden en het bespeuren van afwijkingen op bewakingscamera’s. Carl Benedikt Frey en Michael Osborne, twee economen van de University of Oxford, denken dat door supercomputers in de komende twintig jaar in 47 procent van de huidige beroepsgroepen banen zullen verdwijnen. Bovenaan hun slachtofferlijst staan telemarketeers, op de voet gevolgd door accountants en financieel controleurs. 48
trend 05 alle hens aan dek voor de (groeiende) onderklasse.
Machinisten en piloten zijn evenmin veilig. Wat opvalt aan al deze voorbeelden, is dat het niet gaat om banen voor laaggeschoolden of hoog gekwalificeerde specialisten. De groep die het hardst getroffen gaat worden door de technologische werkloosheid is de middenklasse. Dat is tevens de grootste groep belastingbetalers en de kurk waarop de (lokale) samenleving drijft. Een groot deel van deze mensen zal uit de middenklasse vallen en sociale daling moeten accepteren. Samen met kwijnende ZP’ers en middenstanders die in het online tijdperk het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, belanden zij in een almaar uitdijende kansarme onderklasse. Met grote gevolgen voor de samenleving. Meer druk op de sociale zekerheid en op de markt voor sociale huurwoningen bijvoorbeeld. En ernstiger: sociale onrust. Want dat is waar de hoge werkloosheid en de groter wordende ongelijkheid tussen have’s en have not’s toe zal leiden, voorzien vooraanstaande economen. De Tilburgse hoogleraar Sylvester Eiffinger waarschuwde in Het Financieele Dagblad voor ‘een verpauperde middenklasse die aan het muiten slaat’. Zijn Rotterdamse collega Jack Burgers voorziet in dezelfde krant een ‘dienstenproletariaat’, dat weleens zou kunnen verzuimen zijn maatschappelijke en electorale verplichtingen na te komen. De nieuwe kansarme onderklasse concentreert zich in gemeenten in nieuwe 49
deel 01
trends voor de lokale overheid
achterstandswijken, die het risico lopen te ontaarden in no go area’s. Dit probleem zal hoog op de agenda van de lokale overheid komen.
50
trend 06
naar hervorming van arbeidsmarkt en sociale zekerheid.
De technologische werkloosheid is de grootste toekomstige verstoorder van de arbeidsmarkt, maar er speelt nog meer. Om te beginnen wordt de slag om de schaarse banen nog verhevigd door de verhoging van de pensioenleeftijd. En dan is er nog de open Europese arbeidsmarkt. Onze hogere salarissen en beloningen zullen Oost-Europeanen blijven trekken. Tegelijkertijd komt nieuwe concurrentie in de vorm van hoogopgeleide arbeidsmigranten uit met name Zuid-Europa. Er zijn al gespecialiseerde bemiddelingsbureaus die specialisten waar bij ons gebrek aan is, zoals tandartsen 51
deel 01
trends voor de lokale overheid
en ingenieurs, lokken met voordeeltjes zoals een versnelde inburgeringscursus. Het is kortom klip en klaar dat er in 2020 niet meer voor iedereen betaald werk zal zijn. Reinier Castelein, voorzitter van vakbond De Unie, voorspelt dat er rond die tijd voor het gros van de Nederlanders nog maar ongeveer 24 uur betaald werk per week beschikbaar is. Daarmee gaan we toe naar een totaal andere work-life balance. Dat komt niet helemaal slecht uit, want naast die driedaagse werkweek hebben we dan tijd voor mantelzorg en andere vrijwillige taken die de overheid op het bordje van de burger legt. Maar voor al dat nuttige werk krijgen mensen geen geld, en van een parttime inkomen zullen de meesten niet kunnen rondkomen. Een radicale herziening van de arbeidsmarkt en sociale zekerheid, daar zullen we niet onderuit kunnen. De overheid moet daarmee niet wachten tot 2020, maar direct beginnen.
Terug van weggeweest: experimenteren met het basisinkomen De oplossing ligt voor de hand: de invoering van een basisinkomen. Ondanks succesvolle experimenten in Canada in de jaren zeventig, is dit altijd zeer omstreden geweest. Het zou mensen ‘lui’ maken en de herverdeeleffecten zouden te groot zijn, zoals ook premier Rutte vindt. Toch krijgt het idee momenteel weer voet aan de grond. 52
trend 06 naar hervorming van arbeidsmarkt en sociale zekerheid.
Finland heeft onlangs als eerste land in Europa besloten het basisinkomen te gaan testen. Finland hoopt dat het zal leiden tot een betere organisatie van de verzorgingsstaat door alle huidige geldtransacties die nu bestaan voor zaken als kinderbijslag, pensioen, huursubsidie en sociale dienstverlening te vervangen door één enkel, vast bedrag per maand. Dat bedrag – de hoogte is nog niet bekend – is onafhankelijk van leeftijd of inkomen. Het basisinkomen is tevens een hulpmiddel tegen armoedebestrijding. Ook in Zwitserland ligt momenteel het plan voor een basisinkomen van € 2.080, waar in 2016 een referendum over zal komen. In ons land start de gemeente Utrecht na de zomervakantie van 2015 met een experiment. Een groep mensen met een bijstandsuitkering krijgt daar een onvoorwaardelijk basisinkomen en hun reilen en zeilen wordt vergeleken met een controlegroep waarvoor de huidige regels gelden. Wethouder Victor Everhardt van Werk en inkomen wil kijken of mensen inderdaad lui worden, of juist een zinvolle bijdrage aan de samenleving gaan leveren: ‘Mensen met een uitkering hebben vaak met meerdere regelingen te maken: de bijstand, de bijzondere bijstand, de huurtoeslag, de kinderbijslag, enzovoorts. En al die regelingen hebben weer hun eigen controlemechanismen, een woud van regels en handhaving. Het is makkelijk om hierin 53
deel 01
trends voor de lokale overheid
vast te lopen. Het kan eenvoudiger als we het systeem weer gaan baseren op vertrouwen.’ Dit soort geluiden gaan we meer horen.
54
trend 06 naar hervorming van arbeidsmarkt en sociale zekerheid.
IN Ambtenaar als werknomade Talent Netwerken Flexibiliteit en lerend vermogen Van klus naar klus hoppen langs gemeenten Altijd en overal online werken Lokaal Algoritmen Dienstenproletariaat van technologisch werklozen Big Society Basisinkomen Gemeente als eerste overheid
UIT Beleidsambtenaar Functieomschrijving Verdiepen in vakkennis Parafencultuur en hiërarchie 9-tot-5-mentaliteit Big Government Rondpompen van belastingen en toeslagen De allesbepalende rijksoverheid
55
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs.
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
57
trend 07
allemaal een leven lang leren – en nu echt.
De Amerikaanse professor John Seely Brown, verbonden aan Deloitte’s Center for the Edge, stelt dat de vervaltijd van een vaardigheid vroeger, voor de digitale revolutie, zo rond de dertig jaar lag. Studeerde je toen af, dan gingen de vaardigheden en kennis die je tijdens je studie opdeed bijna je hele carrière mee. Tegenwoordig ligt die vervaltijd door de snel veranderende digitale infrastructuur rond de vijf jaar. Dat betekent dat mensen de rest bij zullen moeten leren tijdens hun werkzame leven. Ze zullen in deze tijden van big shift beter en sneller moeten inspringen op veranderingen, en dat betere aanpassings58
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
vermogen noemt Brown ‘schaalbaar leren’. Dat wordt de norm in 2020. Continu bijscholen, om sterker te staan tegenover machines, flexibeler te worden en je zekerder te voelen als je eenmaal wordt geconfronteerd met ontslagdreiging. We praten in Nederland al 20 jaar over een leven lang leren, maar nu gaat het er eindelijk echt komen.
Kennis uit netwerken Het onderwijs, dat jongeren klaar moet stomen voor een functie in de maatschappij, zal leerlingen moeten gaan bekwamen in proactief, wendbaar leren. Dat geldt voor alle niveaus, want het draait niet meer primair om het opdoen van kennis, maar om het ontwikkelen van vaardigheden. Vaardigheden die de jeugd in staat stellen om later soepel te kunnen meebewegen met de voortdurend veranderende eisen in de digitale kenniseconomie. Daar valt wat Brown betreft op de eerste plaats onder: het vermogen om ‘goede vragen te stellen’. In navolging van David Weinberger, auteur van Too Big To Know (2012), wijst Brown op het netwerkkarakter van veel hedendaagse kennis. Vroeger haalde je feiten en antwoorden uit de juiste specialistische literatuur, maar tegenwoordig bevindt die kennis zich in netwerken, waardoor ze min of meer oneindig is geworden en er op vragen geen eenduidig antwoord meer te krijgen is. Wat we in 2020 bovenal moeten 59
trend 07 allemaal een leven lang leren – en nu echt.
doen is anderen betrekken bij onze vragen. Als voorbeeld citeert Brown een studie waarmee Harvard University erachter probeerde te komen welke studiefactoren het succes van de studenten na hun studie konden voorspellen. Het bleken niet de gemiddelde scores van de studenten te zijn, noch hun sociaaleconomische achtergrond, maar hun bereidheid om tijdens de studie deel te nemen aan studiegroepen en andere groepsactiviteiten. Brown zegt in dit verband dat we ons ontwikkelen van individuele leertrajecten naar sociale participatie als leerweg. Voor 2020 en verder geldt het adagium ‘twee (drie, vier…) weten meer dan één.’
Astronautenvaardigheden Minister Bussemaker van Onderwijs vindt dat het onderwijs zich moet richten op vaardigheden waar computers vooralsnog moeite mee hebben, maar die in het werkproces noodzakelijk zijn. Het gaat dan om dingen als complexe communicatie, interactie met fysieke personen, ideeëngeneratie, creatieve probleemoplossing; zeg maar alles wat niet in een patroon of routine valt te passen. De minister noemt dat ‘astronautenvaardigheden’. Ze verwijst met dat begrip naar de bemanning van Apollo 13, de Amerikaanse ruimtemissie die in 1970 in de problemen kwam. De zeer ervaren 60
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
en zeer goed opgeleide astronauten wisten veilig op aarde terug te keren. Niet alleen dankzij hun kennis en ervaring, maar vooral ook dankzij hun creativiteit: met karton en plakband brachten ze wijzigingen aan aan hun ruimtevaartuig, iets wat een moderne supercomputer waarschijnlijk nooit zou bedenken en zeker niet zou kunnen uitvoeren. Astronautenvaardigheden garanderen de scholier van 2020 echter niet tot zijn pensioen een baan. Computers leren voortdurend en in hoog tempo nieuwe kunstjes. Wie weet hoe vindingrijk ze nog worden, met algoritmen die misschien wel ooit met beslisbomen een out-of-the-box-oplossing kunnen leveren. Misschien maken we de sociaal intelligente robot nog mee, die niet alleen kan opereren of stofzuigen, maar ook via een evidence based script een empathisch gesprek kan voeren met een eenzame oudere. Zelfs wie als volbloed astronaut de arbeidsmarkt betreedt kan dus niet achterover gaan leunen. Blijven leren is het adagium voor iedereen.
Scenario’s voor levenslange financiering Hoe kan de overheid levenslang leren stimuleren en faciliteren? Bijvoorbeeld door iedereen om de tien jaar een opleidingsjaar te garanderen. Voor een derde betaald door de werkgever, voor een derde door de overheid 61
trend 07 allemaal een leven lang leren – en nu echt.
en voor een derde door als burger zelf je spaarcentjes aan te spreken. Een andere optie, geopperd door de commissie die het deeltijdonderwijs in ons land onderzocht, is het ‘rugzakje’ voor werkende mensen. Daar kunnen ze dan zelf een opleiding naar keuze uit financieren. Het geld voor dat rugzakje wordt vrijgemaakt door de subsidies voor deeltijdonderwijs af te schaffen. De gesubsidieerde opleidingen moeten het kwalitatief toch al afleggen tegen de commerciële.
62
trend 08
naar een toekomstbestendig curriculum: administratief eruit, ondernemerschap en ambachten erin.
Je hoeft niet heel veel te weten van de huidige economische transitie om vast te kunnen stellen dat het opleidingsaanbod in Nederland niet bepaald aansluit op de arbeidsmarkt van de toekomst. In het hoger onderwijs wemelt het nog altijd van de pretstudies, een eersterangs entreeticket voor UWV en sociale dienst. Academische Bildung is mooi, daar moet ruimte voor blijven, maar Communicatiewetenschappen valt daar toch echt niet onder. Het vmbo kent tal van problemen, maar het grootste is dat het voornamelijk opleidt voor lagere administratieve beroepen die straks niet meer bestaan. 63
trend 08 naar een toekomstbestendig curriculum: administratief eruit, ondernemerschap en ambachten erin.
Leerlingen worden gepusht in de richting van de theoretische leerweg, de oude mavo, omdat daar om volstrekt achterhaalde redenen nog steeds de hoogste status aan kleeft. Voor veel van de zittende scholieren is vmbo-t te hoog gegrepen. Komen ze er toch met hangen en wurgen doorheen, en lukt het daarna ook nog om op het mbo eindelijk de startkwalificatie te behalen, dan blijkt pas dat ze al die moeite hebben gedaan voor een opleiding die hen regelrecht de werkloosheid in bonjourt. Het is onbegrijpelijk dat we daar nog niet mee gestopt zijn, zeker nu de jeugdwerkloosheid almaar oploopt en kranten al geruime tijd berichten over massaontslagen in de administratieve en zakelijke dienstverlening op middenniveau. Staatssecretaris Dekker kwam onlangs met een vernieuwingsplan voor het vmbo, dat behelst dat de huidige 35 studierichtingen op de twee laagste niveaus worden teruggebracht tot tien beroepsgerichte profielen. Een van die tien is ‘economie en ondernemen’, waar leerlingen van de richtingen ‘administratie, handel & verkoop’ en ‘handel & administratie’ terechtkomen. Het woord ‘ondernemen’ klinkt toekomstproof, maar we moeten nog maar afwachten of het geen schaamlap is voor meer van hetzelfde.
Terug naar de ambachtsschool Wat jongeren op vmbo-niveau echt vooruit zou helpen, is het terugbrengen van de oude 64
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
ambachtsschool. Er wordt in de politiek al over gesproken: we hebben behoefte aan mensen die iets kunnen met hun handen. Restauratiemetselaars, rietdekkers, meubelmakers, orgelbouwers – ze zijn nauwelijks meer te vinden. Evenals kleermakers, horlogemakers, goudsmeden, textielwevers en nog veel meer ambachtslieden. Volgens het Hoofdbedrijfschap Ambachten komen er tot 2021 in de ambachtssector, waarin 12 procent van de beroepsbevolking werkt, 229.000 vervangingsvacatures. Allemaal door een decennialange mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In de digitale kenniseconomie van 2020 kunnen dit soort mensen nog steeds goed verdienen, mits ze moderniseren met behulp van 3D-printing, lasertechnieken, prefab en nog meer moois. We krijgen dan bijvoorbeeld een goudsmid die in e-commerce gaat, want juwelierszaken worden toch maar beroofd. Klanten kunnen via zijn website een armband of ketting customizen – een soort instagram voor juwelen – en deze bestellen, betalen en laten bezorgen. De e –goudsmid, die een beperkte voorraad goud en andere edelstenen in een kluis bij de bank bewaart, maakt de personalized jewelry vervolgens met behulp van de 3D-printer in zijn (kleine) atelier. Een beetje juwelenontwerper kan zo zijn klantenkring ook nog over de grens uitbreiden. Wereldwijd wordt er jaarlijks 65
trend 08 naar een toekomstbestendig curriculum: administratief eruit, ondernemerschap en ambachten erin.
130 miljard aan sieraden uitgegeven, een leuke boterham dus. Wat voor de goudsmid geldt, geldt voor meer ambachtslieden. Op kek vormgegeven websites als www.etsy.com bieden vele al hun unieke vakwerk aan. Met de combinatie van nieuwe, spannende technieken en e-handel worden ambachten weer helemaal hip. Dat zal jongeren aanspreken. Afschaffen dus al die administratieve leerrichtingen en ruim baan voor de ambachtsschool. En nu we het er toch over hebben: gemeenten en woningcorporaties kunnen hier ook de vruchten van plukken. Wat te denken van het inrichten van een Ambachtshuis waar het oude gilde door ondernemende ambachtslieden nieuw leven wordt ingeblazen? Mooie oplossing voor al die leegstaande kantoren en zorgcomplexen.
Ondernemerschap als vast schoolvak Er waren al nationale programma’s en subsidieregelingen, zoals het programma Partnership Leren Ondernemen (2005), het Actieprogramma Onderwijs en Ondernemen (2007) en het Onderwijs Netwerk Ondernemen (2009), maar het schoot daarmee nog niet op met het ondernemerschapsonderwijs in Nederland. Nu de economie echter schreeuwt om innovatieve, goed opgeleide en ondernemende burgers, breekt het vormen van ondernemerschapszin en –vaardigheden echt door in het 66
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
onderwijs. We gaan beseffen dat dit nodig is voor het ontwikkelen van de broodnodige ondernemerschapscultuur in ons land. In 2020 volgen alle jongeren op school het vak ‘ondernemerschap’. Het krijgt een vaste plaats in het curriculum van algemene opleidingen, zowel op lager, middelbaar als hoger niveau. De ‘technasia’ (zie trend 9) geven al een goed voorbeeld in die richting. Bijgevolg gaan we ook meer coalities zien tussen bedrijfsleven en onderwijs.
67
trend 09
gepersonaliseerd leren: naar meer maatwerk op scholen.
Het huidige funderende onderwijs is ingericht op uniformiteit. We hebben een circus aan toetsen opgetuigd waar kinderen vanaf de kleutertijd doorheen moeten om te laten zien dat ze zich leeftijdsconform ontwikkelen, of dat ze in een hokje van een bepaald niveau passen. Eenmaal in zo’n hokje, een middelbare schoolopleiding, is er in de bovenbouw enige keuzevrijheid. Maar door de bank genomen bepaalt toch de overheid via kerndoelen, profielen, verplichte vakken en standaard examens wat alle leerlingen moeten kennen en kunnen. Het onderwijssysteem kneedt onze kinderen tot eenheidsworsten. Dat 68
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
is niet meer van deze tijd – laat staan van 2020 – en staat bovendien haaks op de eisen van de arbeidsmarkt, waarin mensen vooral ondernemer van hun eigen talent moeten zijn. Middenmoters hebben we niet nodig in de veeleisende nieuwe economie. En niemand hoeft een middenmoter te zijn als hij zich focust op uitblinken in waar hij aanleg voor heeft – meestal ook datgene waar hij het meeste plezier aan beleeft. Kinderen kunnen zich dus maar beter richten op maximale ontplooiing van hun talent, in plaats van energie te steken in het ophalen van onvoldoendes. Dat kan alleen met onderwijs op maat, dat aansluit bij het niveau, de interesse en de kwaliteiten van individuele leerlingen. En daar hebben we een overheid voor nodig die scholen de ruimte geeft om die flexibiliteit te bieden.
Het Finse model Het Finse onderwijs geldt al zo’n vijftien jaar als schoolvoorbeeld op dit gebied. En niet zonder reden: het behoort tot de beste onderwijssystemen ter wereld, terwijl de Finse scholen tot in de jaren zestig van de vorige eeuw nog van bedroevende kwaliteit waren. In de jaren zeventig zette de Finse overheid een radicale streep door het toenmalige systeem en ontwierp van scratch af een nieuw model. In de jaren negentig werd het onderwijs, op een centrale onderwijswet 69
trend 09 gepersonaliseerd leren: naar meer maatwerk op scholen.
na, gedecentraliseerd naar gemeenten. De scholen – gratis voor iedereen - hebben nu verregaande autonomie. Ze bepalen voor het grootste deel zelf welke vakken ze geven, hoe ze die inrichten, en hoe ze die toetsen. Dat kan de overheid ook met een gerust hart aan ze overlaten, want je kunt er alleen docent worden met een universitair diploma, na een vijfjarige opleiding waarin theorie wordt gecombineerd met praktijk en onderzoek. Er is een strenge selectie aan de poort, want het leraarschap heeft een hoog maatschappelijk aanzien en heel veel Finse jongeren willen een baan voor de klas. Ongeveer een op de drie eindexamenklanten stelt zich jaarlijks kandidaat voor een academische opleiding tot docent. Leerlingen hebben veel keuzevrijheid. Ze kunnen kiezen uit een ruim aanbod van keuzevakken (zoals logica en oosterse filosofie) naast het verplichte programma, en bij de verplichte vakken hebben ze weer de keuze uit verschillende cursussen. Vakoverstijgende cursussen zijn er ook, zoals wis- en natuurkunde van klassiek ballet, waarbij naast de esthetische aspecten de wiskundige hoeken van de dans en de natuurkundige krachten die op de danser inwerken worden bestudeerd. Docenten van de kunstvakken, wis- en natuurkunde werken hiervoor samen. PISA (Programme for International Student Assessment) test sinds 2000 70
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
elke drie jaar de kennis en vaardigheden van 15-jarigen in verschillende landen. Doel is te kijken welk onderwijssysteem jongeren het best opleidt tot zelfstandige burgers. Finland heeft een vaste plaats in de top vijf veroverd.
Naar meer ‘picassoscholen’ In Nederland komt gepersonaliseerd leren ook in zicht. Met de nieuwe wet Onderwijstijd (per 1 augustus 2015) krijgen scholen meer ruimte om op andere manieren te gaan werken. Leerlingen hoeven niet per se meer 1040 uur per jaar in de schoolbankjes te zitten. En scholen mogen voortaan zelf bepalen hoe scholieren aan hun uren komen. Volgens voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-raad, die het thema hoog op de agenda heeft, gaan we snel meer maatwerk zien op middelbare scholen. “Op heel veel scholen wordt hier nu ofwel over gesproken, of worden al concrete stappen op dit vlak gezet. Ik verwacht heel veel van deze beweging. Dit leidt tot boeiend onderwijs voor leerlingen, dat hen uitdaagt extra prestaties te leveren en hun talenten volop te ontwikkelen.” Het Picasso Lyceum in Zoetermeer doet dat al. Op deze school volgen zo’n tweehonderd van de in totaal duizend leerlingen een persoonlijk leertraject. Dat zijn leerlingen die naast school op topniveau sporten en een aangepast rooster hebben, maar ook 71
trend 09 gepersonaliseerd leren: naar meer maatwerk op scholen.
om kinderen die extra zorg nodig hebben omdat ze bijvoorbeeld dyslectisch zijn. Andere Picassoscholieren versnellen sommige vakken of doen die op een hoger schoolniveau. Alles om de leerlingen zoveel mogelijk uit te dagen. Zelfs het gebouw is erop ingericht. Er zijn vleugels voor alle vakgebieden, die domeinen worden genoemd. In het taaldomein kunnen leerlingen bijvoorbeeld zelfstandig werken, aan tafels of achter computers. Er omheen zijn de lokalen waar de klassikale lessen zijn. Het Zoetermeerse lyceum is hiermee een voorloper in onderwijsland, maar in 2020 kunnen we overal in Nederland dergelijke ‘picassoscholen’ verwachten.
12 jaar, 4-gymnasium Cayley Wedemeijer is een superslimme leerling van het Picasso Lyceum in Zoetermeer. Al op haar derde mocht ze naar de basisschool en groep 5 sloeg ze over. Nu is ze 12 en vliegt ze nog steeds door de lesstof heen. Ze heeft alle vakken van 3-gymnasium al afgerond en is net begonnen met de eerste lessen van de vierde klas. Het merendeel van de tijd zit Cayley alleen in een lokaal. Als ze iets niet begrijpt, zoekt ze de leraar op om vragen te stellen. En als ze klaar is voor een toets, krijgt ze die van haar docent aangeboden. “In de klas zou ik me heel erg vervelen,’’ 72
deel 02
trends voor het voortgezet onderwijs
vertelt Cayley in het AD. Volgend jaar maakt ze 4-gymnasium af en begint ze vast aan de vijfde klas. “Ik vind het fijn om mijn eigen tempo te kunnen bepalen,’’ zegt ze. “Nu kan ik twee vakken per dag doen. Dan hoef ik niet elke drie kwartier van vak te wisselen.’’
Weg met de zesjesmentaliteit Voluit focussen op talent. Bij Maandag® zien we dat dit loont. “Wij maken van een 7 een 9, dat is ons motto bij het opleiden van onze professionals”, zegt Madelon Eltink, chief operational officer. “Van een 4 een 6 maken, daar houden we ons niet mee bezig. Waarom zouden we? Onze opdrachtgevers zoeken topmensen met toegevoegde waarde. De professionals zelf willen een interessante klus. Werk dus dat een beroep doet op hun kracht. In de coaching zeggen we altijd: word excellent in je talent. En ook: blijf weg van waar je minder goed in bent. We doen dat niet alleen vanuit commercieel oogpunt, binnen onze eigen organisatie werken we ook zo. Ik vorm als COO een tandem met onze commercieel directeur Noureddine Ouald el Hadj. Bij Maandag geloven we niet in vaste taakomschrijvingen, maar in mensen laten doen waar ze goed in zijn. We practice what we preach.”
73
trend 10
naar meer particuliere scholen en privaat initiatief als aanjager van innovatie.
Onderwijshervorming gaat bijna altijd in slakkentempo. Dat is zeker in deze snelle tijd van disruptieve veranderingen onwenselijk. Omdat het reguliere onderwijs zich traag aanpast aan de nieuwe wereld, krijgen we een toename van particuliere scholen en andere private initiatieven die niet worden gehinderd door bureaucratische stroperigheid, politieke bemoeizucht en behoudzuchtige lobby’s. Het duidelijkste voorbeeld van deze trend zien we nu al in het deeltijdonderwijs voor volwassenen. In 2014 constateerde de adviescommissie Flexibel Hoger Onderwijs voor Werkenden dat het aantal deeltijdstudenten aan door 74
deel 02
trends voor het Voortgezet Onderwijs
de staat bekostigde opleidingen in tien jaar gehalveerd is, tot minder dan 10.000 in 2012. Vreemd natuurlijk, want dat is geheel tegen de tijdgeest in. Wat bleek er aan de hand? Commerciële aanbieders van deeltijdopleidingen zagen in dezelfde periode juist een toeloop van studenten. Net als het deeltijdonderwijs voor werkenden in onze buurlanden. Onze bewindslieden hadden het afgelopen decennium de mond vol van levenslang leren, maar ondertussen beperkten ze de mogelijkheden daartoe. Studieverlof, de fiscale aftrek van studiekosten, het aantal deeltijdopleidingen; behalve het collegegeld werd alles minder. De vernietigende conclusie van de commissie kwam dan ook neer op: het collegegeld voor de gesubsidieerde deeltijdopleidingen is veel te hoog in relatie tot de magere kwaliteit. Wil je waar voor je geld, kies een commerciële opleiding.
Het technasium: vernieuwen binnen het bestaande curriculum Het voortgezet onderwijs kent in tegenstelling tot het hoger onderwijs een te verwaarlozen aantal ongesubsidieerde privéscholen en leerinstituten. Particuliere scholen bieden vaak nog geen volledige opleidingen, maar eindfase-programma’s die hardnekkige zittenblijvers en zakkers met veel extra investering toch door het examen heen helpen. 75
trend 10 naar meer particuliere scholen en privaat initiatief als aanjager van innovatie.
Maar dat is aan het veranderen. We gaan steeds meer complete onderwijsconcepten zien afkomstig van private initiatieven, zoals ouders die uit onvrede over het reguliere onderwijssysteem zelf nieuwe scholen oprichten, of onderwijsprofessionals die concepten met leergang en al ontwikkelen en die aan de man brengen in het reguliere onderwijs. Niet toevallig sluiten die alternatieve onderwijsconcepten, anders dan reguliere instellingen, wél naadloos aan op de veranderende wereld en de nieuwe economie. Een mooi voorbeeld is het ‘technasium’, dat al in 2003 werd bedacht door de Groningse Stichting Technasium, opgericht door ouders en onderwijsprofessionals die snapten dat Nederland in 2020 ondernemende, creatieve techneuten nodig heeft. Het traditionele gymnasium bèta levert vooral studiebollen af met academisch talent, geen vernieuwers en entrepreneurs. Technasiasten volgen daarom al vanaf het eerste schooljaar zes uur per week het vak ‘Onderzoek & Ontwerpen’. Dat vak koppelt exacte vakken als natuurkunde, scheikunde, wiskunde, biologie en techniek aan praktijkopdrachten, waarbij leerlingen in groepen werken. De opdrachtgevers zijn vaak echte bedrijven, maar ook bijvoorbeeld gemeenten of ziekenhuizen, die de oplossingen van de leerlingen soms direct implementeren. De website www.technasium.nl staat vol aansprekende voorbeelden. Drie vrouwelijke 76
deel 02
trends voor het Voortgezet Onderwijs
leerlingen van technasium ‘t Hooghe Landt in Amersfoort deden hun eindexamenopdracht voor Wetsus zelfs zo goed, dat het technologische instituut voor wateronderzoek in Leeuwarden patent op hun duurzame oplossing aanvroeg. Bravo, innoveren op een vakgebied waar internationaal toekomst in zit. Zulke meiden – en jongens – heeft Nederland nodig in 2020.
Maximaal digitaal: de ‘Steve Jobs-school’ Het technasium is een opleidingsvariant binnen het reguliere onderwijssysteem, die scholen kunnen invoeren als ze aan de voorwaarden voldoen van de Stichting Technasium, die het concept bewaakt. Leerlingen volgen op de praktijkcomponent na het gewone vwo-curriculum, samen met de andere leerlingen. Een geheel zelfstandige school is de ‘Steve Jobs-school’ waarmee Maurice de Hond in 2013 startte. De opiniepeiler deed dit in de hoedanigheid van vader van een vijfjarige dochter, die hij niet naar onderwijs wilde sturen ‘dat nog geënt is op de Industriële Revolutie en sinds de jaren tachtig niet is veranderd’. De Steve Jobs-scholen – inmiddels heten ze officieel ‘O4NT-scholen’ (Onderwijs Voor de Nieuwe Tijd) – zijn basisscholen met een state of the art digitale leeromgeving. Ze bieden bovendien maatwerkonderwijs. Kinderen zitten er net als in Finland in stamgroepen van maximaal 77
trend 10 naar meer particuliere scholen en privaat initiatief als aanjager van innovatie.
vier jaar leeftijdsverschil. Elke dag werken ze in hun eigen tempo en op hun eigen niveau aan individuele opdrachten (op de iPad), waarvoor ze instructie krijgen van vakspecialisten in bijvoorbeeld het Reken- of Taalatelier. Een deel van de dag mogen leerlingen vrij besteden aan allerlei activiteiten of workshops, of bijvoorbeeld aan zelfstudie of samen aan opdrachten werken. Vaste meesters of juffen zijn er niet. Kinderen hebben wel een coach die de voortgang van hun individuele ontwikkelingsplan in de gaten houdt. De Universiteit van Amsterdam onderzocht de schoolbeleving van kinderen op O4NT-school De Ontplooiing in Amsterdam-West. De mogelijkheid tot zelfregulatie (je dagindeling plannen via een applicatie) bleek een van de meest positieve aspecten: goed voor de intrinsieke motivatie en dus bevorderend voor het leren. “Doordat de kinderen zelf hun dag moeten plannen, worden zij voortdurend gestimuleerd om na te denken over hun interesses en capaciteiten”, aldus de onderzoekers. Het schooltype is ook bij ouders en onderwijsprofessionals in trek. Twee jaar na de oprichting telt ons land ongeveer twintig O4NT-scholen, daarnaast zit nog een aantal scholen in de transitiefase. Dat heeft onze opiniepeiler des vaderlands niet slecht gedaan. Een mooie inspiratiebron voor het reguliere onderwijs, niet in de laatste plaats het voortgezet onderwijs. 78
trend 11
verdere digitalisering: meer online onderwijs en virtual reality in de klas.
Hoewel de ene school digitaler is dan de andere, is er anno 2015 in ons land geen enkele compleet analoge onderwijsinstelling meer te vinden. Er is overal wifi, laptop- en tabletonderwijs zijn aardig ingeburgerd, de meeste scholen hebben wel een meer of minder uitgebreide elektronische leeromgeving, en er zijn ook schoolklassen die roosterwijzigingen doorgeven via Twitter. De volgende stap is die van technologie in faciliterende zin naar daadwerkelijk online onderwijs. Die ontwikkeling is al aan de gang. Het onderwijs is de afgelopen jaren in toenemende mate gebruik gaan maken van 79
trend 11 verdere digitalisering: meer online onderwijs en virtual reality in de klas.
online technologie voor lessen. De sector is booming. Het Nederlandse online onderwijsplatform StudyTube, dat internationaal opereert, krijgt bijvoorbeeld een miljoen euro om zijn e-learning-platform verder uit te bouwen. De in de Verenigde Staten geïnitieerde Massive Open Online Courses, oftewel MOOC’s, vervullen op dat vlak een voortrekkersrol. Amerikaanse docenten die hun (universitaire en hbo-)cursussen online gingen aanbieden voor een breed publiek bleken massa’s getalenteerde studenten van over de hele wereld te trekken. Niet zo vreemd, want waarom zou je door de regen naar de uni fietsen voor een hoorcollege van een matige docent, als je thuis bij de verwarming dezelfde stof uitgelegd kunt krijgen door een internationale topprofessor? Het voortgezet onderwijs kan nuttige lessen leren van MOOC’s. Bijvoorbeeld over het inrichten van de begeleidende forums, die cruciaal zijn voor het welslagen van online cursussen. Uit een onderzoek door Princeton University bleek dat de deelname van studenten aan het forum gedurende een cursus voortdurend daalde. De helft postte slechts een of twee berichten. Het gevolg was, zo leerde onderzoek van de University of Pennsylvania, dat slechts 4 procent van de ingeschrevenen de cursus daadwerkelijk afrondde. Het euvel bleek te zitten in de vele kletspraatjes en logistieke mededelingen die er op de forums werden 80
deel 02
trends voor het Voortgezet Onderwijs
uitgewisseld. Terwijl ze uiteraard bedoeld zijn voor inhoudelijke vragen en discussies. In de nieuwere versies van MOOC’s zijn daarom maatregelen getroffen om onzinberichten uit de forums te filteren. Doe er uw voordeel mee.
Nieuw in de klas: de VR-bril Een nieuw verschijnsel dat we in 2020 in de klaslokalen kunnen verwachten is virtual reality (VR). Er komen nu namelijk betaalbare versies van deze technologie op de markt, zoals de via crowdfunding ontwikkelde Oculus Rift, een VR-bril waar je niet meer draaierig en misselijk van wordt. Het aantal toepassingen van deze technologie is enorm. Onderwijs kan aanschouwend worden gemaakt, bijvoorbeeld door via de VR-bril een uitstapje te maken naar een museum. Zo kunnen leerlingen het skelet van een dino onderzoeken zonder van hun stoel te komen. En in principe zou ook de wereld waarin de dino’s leefden kunnen worden herschapen in VR. Iemand uit Engeland heeft via Kickstarter al investeerders gevonden om een prehistorisch landschap uit het bronzen tijdperk accuraat tot leven te brengen. Met behulp van de Oculus Rift kunnen leerlingen straks deze plek bezoeken en ontdekken.
81
trend 11 verdere digitalisering: meer online onderwijs en virtual reality in de klas.
IN Leven lang leren Ondernemerschap Maatwerkonderwijs Ambachten-nieuwe-stijl Online cursussen Astronautenvaardigheden VR-bril Kennis halen uit netwerken Innovatieve onderwijsconcepten van kritische ouders
UIT Administratieve opleidingen Diploma als hét entreeticket tot de arbeidsmarkt Pretstudies De traditionele school Kuddedieren en eenheidsworsten Betutteling door de overheid
82
deel 03
trends voor de zorgsector.
deel 03
trends voor de zorgsector
84
trend 12
nieuwe spelers en radicaal andere financiële arrangementen op de zorgmarkt.
De zorg is een van de grootste en snelst groeiende collectieve uitgavenposten in ons land en daarmee hét hoofdpijndossier voor de politiek. De langdurige zorg wordt almaar duurder vanwege het groeiend aantal ouderen, en dus chronisch zieken. In de curatieve zorg drijven technologische ontwikkelingen (bijvoorbeeld in medische behandeltechnieken) de kosten op. Stelselherzieningen hebben het tot nu toe alleen maar moeilijker gemaakt, omdat we tussen twee modellen in zijn gaan hangen. Er is marktwerking, maar niet helemaal. Zorgverzekeraars kunnen maar over een beperkt deel van de 85
deel 03
trends voor de zorgsector
zorg afspraken maken, de rest is nog gebudgetteerd zoals vroeger. Er moet, kortom, iets stevigs gebeuren – en snel –, anders komt het niet goed met het Nederlandse huishoudboekje. De overheid is al langs drie lijnen aan het bezuinigen: meer doelmatigheid, een uitgeklede basisverzekering en hogere eigen bijdragen. Op die weg gaan we nog even verder, maar het zal snel blijken dat we het daarmee niet redden. De overheid zit voorlopig nog krap bij kas en kan zich niet veroorloven de staatsschuld te laten oplopen. Zorgverzekeraars zien hun inkomen dalen door onstabiliteit op de beurs. Daarom gaan er de komende jaren compleet nieuwe financiële zorgarrangementen ten tonele verschijnen, waar we in 2020 in enigerlei vorm mee te maken zullen krijgen.
Zorgsparen à la Singapore Omdat hogere eigen bijdragen onvoldoende zoden aan de dijk zetten, ontkomen we niet aan verdergaande vormen van zelf betalen voor zorg. We gaan toe naar zorgsparen: zelf een zorgbudget bij elkaar sparen en beheren, waarbij je alle medische kosten eerst zelf moet betalen voor je ze eventueel kan terugvorderen van de verzekeraar. Een beetje à la het persoonsgebonden budget (pgb). Als ze het direct in hun portemonnee voelen, lopen mensen vanzelf niet meer voor elk 86
trend 12 nieuwe spelers en radicaal andere financiële arrangementen op de zorgmarkt.
wissewasje naar de huisarts of bij het minste pijntje in de knie naar de fysio. Ze zullen zich beperken tot wat ze echt nodig hebben en daar kostenbewuste keuzes in maken. In Singapore doen ze het al op die manier. Je hebt daar drie soorten spaarsystemen. Medifund, een vangnet voor armen en werklozen, wordt bekostigd door de overheid. Medisafe is een verplicht spaarprogramma waar elke werknemer circa 7 procent van zijn loon in stort, onder andere om een buffer voor de oude dag op te bouwen. Via het eveneens privaat gefinancierde Medishield, kunnen Singaporezen die dat willen zich bijverzekeren, om zo de kosten die niet via Medisafe worden gedekt te kunnen betalen. Onze Raad voor Volksgezondheid en Zorg ziet zulke saving accounts wel zitten, vooral vanwege de torenhoge kosten van de vergrijzing. Het Singaporese systeem biedt “mogelijkheden om de structurele financieringsproblematiek voor de ouderenzorg te verzachten”, aldus de Raad. En zo is het. De gezondheidszorg in Singapore is van uitstekende kwaliteit en de overheid is er grofweg drie keer goedkoper uit dan in Nederland.
Fusies voor kwantumkorting op de grijze markt Mensen kosten in de laatste fase van hun leven evenveel aan zorg als in de 70 à 80 jaar daarvoor. Dat is ook de periode waarin 87
deel 03
trends voor de zorgsector
ze pensioen genieten en waarin hun woonbehoefte vaak verandert. Zorgverzekeraars, pensioenfondsen en woningcorporaties zijn op de grijze markt dus eigenlijk logische partners. Econoom Lans Bovenberg pleitte daarom al aan het begin van deze eeuw voor een krachtenbundeling tussen deze drie partijen. Dat gaat er eindelijk van komen. In 2020 gaan we fusies zien van zorgverzekeraars, pensioenfondsen en woningcorporaties. Als groot inkoopconglomeraat gaan die pensioen- woon- en zorgverzekeringen in cash en in natura uitkeren. Het spreekt voor zich dat de zorginkoop, alleen al door de toegenomen schaalgrootte, een stuk voordeliger zal worden: koopt zo’n conglomeraat 100.000 heupoperaties in, dan kosten die per operatie minder dan € 10.000. Kwantumkorting dus, in de zorg van morgen. Pensioenfondsen als PGGM en Mn Services denken al na over deze oplossingsrichting.
Onvermoede spelers, onwaarschijnlijke coalities De problemen met de publieke zorgfinanciering maken de weg vrij voor commerciële partijen op de markt. Zij hebben in 2020 naar verwachting de helft van de ziekenhuismarkt in handen. Er komen meer privéklinieken en gespecialiseerde zelfstandige behandelcentra. Een hoop nieuwe werkgevers dus voor managers in de zorg. Zorg is big business in het vergrijzende Nederland, 88
trend 12 nieuwe spelers en radicaal andere financiële arrangementen op de zorgmarkt.
dus particuliere zorgondernemers wacht een gouden toekomst. We krijgen meer zorghotels, zorgboulevards, en servicebemiddelingsbureaus. Ook onvermoede partijen pikken een graantje mee: Toyota maakt al rolstoelen, Honda fabriceerde een zorgrobot. Dankzij de almaar toenemende extramuralisering groeit de markt voor diensten op het snijvlak van wonen, zorg en welzijn. Daar gaan ook partijen meedoen die je niet direct zou verwachten, zoals elektriciteitsbedrijven en telecombedrijven, naast de meer voor de hand liggende projectontwikkelaars en woningcorporaties. De zorgconsument zelf wordt ook een financiële speler. De huidige solidariteit waarop de ziektekostenpremies gebaseerd zijn brokkelt af. Daar komen nieuwe vormen voor in de plaats. Niet zoals nu zonder onderscheid des persoons, maar op basis van (medische) verwantschap. Met het genpaspoort dat eraan komt weten mensen precies wanneer ze welke aandoening krijgen. In patiëntenorganisaties-nieuwe-stijl gaan ze gezamenlijk zorg inkopen, collectief een verzekering afsluiten, en bijvoorbeeld ook medicijnen testen. Ook komen er meer ouderinitiatieven, waarbij ouders gezamenlijk huisvesting en zorg regelen voor hun gehandicapte kinderen. Professionele zorg en mantelzorg gaan dan hand in hand. Ook gemeenten en woningcorporaties kunnen daarin een rol spelen. 89
deel 03
trends voor de zorgsector
Slimme douchestoel Een watervaste zetel, verrijdbaar, kantelbaar en in hoogte verstelbaar. Dat is de ‘slimme douchestoel’, ontwikkeld met behulp van nieuwe technologie in de zorgindustrie. Dankzij zijn technische kwaliteiten is hij ook nog eens multifunctioneel: je kunt ‘m bijvoorbeeld ook gebruiken om ouderen aan te kleden als ze onder de sproeier vandaan zijn. Deze zorg-gadget voorkomt sjorren en sleuren met patiënten en scheelt verpleegkundigen een hoop til- en bukwerk. En, last but not least, de stoel is kostenbesparend. Uit onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid blijkt dat een gemiddeld verpleeghuis met 150 bedden jaarlijks 337 arbeidsuren kan besparen als het zijn bewoners op zo’n slimme stoel zet. Bijna een kwart van de werktijd van verplegend personeel gaat op aan het wassen en verschonen van bewoners. Tel uit je winst.
90
trend 13
alle ballen op preventie: meer zelfmanagement en een prijskaartje aan ongezond gedrag.
Ooit was preventie een ondergeschoven kindje in de gezondheidszorg. Er waren wat landelijke campagnes die waarschuwden tegen roken en alcoholgebruik, en de gemeentelijke GGD gaf voorlichting over soa, maar dat was het wel zo ongeveer. Inmiddels weten we allemaal dat gezonde voeding en een gezonde leefstijl – met voldoende beweging en voldoende (nacht) rust – veel aandoeningen kunnen voorkomen. We sporten, letten op wat we eten, en het bewaken van onze work-life balance behoort tot de dagelijkse routine. Gezond leven is in en die trend strekt zich over de volle breedte van de 91
deel 03
trends voor de zorgsector
samenleving uit. Albert Heijn vertelt ons welke producten een ‘verstandige keuze’ zijn en de schappen bij de goedkope concurrent komen ook steeds voller te staan met low fat producten. Op school krijgen onze kinderen de gevaren van roken en overgewicht ingepeperd. In de horeca zitten de steeds talrijkere tentjes die bio, natuurlijk of anderszins ‘puur’ serveren steevast stampvol. Sportscholen bloeien, net als yoga en mindfulness-achtige cursussen. Werkgevers geven hun personeel fitnessabonnementen. De kantine op het werk doet het broodje kroket in de ban en stapt over op een van de gezonde productlijnen die iedere zichzelf respecterende bedrijfscateraar tegenwoordig in het assortiment heeft. Niet toevallig is Life Sciences volgens het CBS de sterkst opkomende richting in hoger onderwijs en onderzoek.
Ongezond krijgt prijskaartje In de gezondheidszorg zelf komt ook een steeds zwaarder accent te liggen op preventie van ziekten en kwalen. De krappe zorgbudgetten zijn daarvan een belangrijke oorzaak. Hoe eerder een ziekte wordt geconstateerd, hoe beter de zorg en kosten gespreid worden. Genezing van een ernstige hartaandoening is stukken duurder dan meerdere weinig ingrijpende behandelingen om deze, in combinatie met aanpassing van de leefstijl, te voorkomen. De leefstijl van burgers in westerse 92
trend 13 alle ballen op preventie: meer zelfmanagement en een prijskaartje aan ongezond gedrag.
landen – en dus ook in Nederland – is eveneens een reden om in te zetten op preventie. Volgens de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) zijn gedragsgerelateerde aandoeningen in de westerse wereld doodsoorzaak nummer één. Daarom moet de overheid in haar beleid de omslag maken van ‘zz naar gg’, zoals de Raad dat noemt in haar gelijknamige rapport: van zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid. Dat gaat gebeuren, en het zal niet bij voorlichting en stimuleringsprogramma’s blijven. De zorgconsument gaat ook worden afgerekend op een ongezonde leefstijl. Vinden we het nu ethisch nog een brug te ver gaan om patiënten die altijd gezond hebben geleefd voorrang te geven op verstokte rokers, of om die laatste bijvoorbeeld bepaalde aanspraken te ontzeggen, in 2020 is onderscheid maken uit de taboesfeer. Dat is niet alleen een kwestie van kritischer omgaan met beperkte middelen. Gezonde voeding is duur, en toenemend geldgebrek zorgt ervoor dat velen dat niet meer kunnen betalen. Zij blijven kiezen voor goedkoop eten dat gegarandeerd verzadigt, en dat is meestal vet en ongezond. Wat dat betreft zal de tweedeling die nu al bestaat tussen gezonde rijken en ongezonde armen groter worden. De overheid komt daarom met maatregelen die mensen in de portemonnee voelen. Denk aan een vet- of suikertaks, of een ban 93
deel 03
trends voor de zorgsector
op kingsize. Zorgverzekeraars, die nu in de preventieve sfeer bijvoorbeeld behandelingen vergoeden om van het roken af te komen, gaan ook een volgende stap zetten. Zij gaan gezond gedrag belonen en ongezond gedrag bestraffen. Bijvoorbeeld door het aanbieden van gedifferentieerde premies: een hoge voor wie er op los wil leven en een lage voor gezond gedrag, waarbij de cliënt thuis met behulp van biosensoren gemonitord wordt om te controleren of hij zich aan de afspraken houdt.
Zelfmanagement met quantified self Gezonde mensen nemen tegenwoordig graag de verantwoordelijkheid op zich om dat zo te houden. Ze ervaren dat niet zozeer als aan preventie doen, maar als een lifestyle; ze zijn bijvoorbeeld ook nieuwsgierig naar allerhande weetjes over de werking van voedingstoffen en het functioneren van het lichaam. Nieuwe IT-toepassingen faciliteren hen daarbij. Quantified self, het meten van je sportprestaties, eetpatroon, slaapritme enzovoort, is tegen 2020 helemaal ingeburgerd. Je smartphone houdt het allemaal voor je bij. Bij de gezondheidsapps die er nu al zijn komt een hele hausse nieuwe slimme applicaties die niet alleen meten, maar ook adviseren hoe we ingesleten patronen kunnen verbeteren. Ook het genpaspoort waarover iedereen in 2020 94
trend 13 alle ballen op preventie: meer zelfmanagement en een prijskaartje aan ongezond gedrag.
beschikt gaat daarbij helpen. Een health risk counselor vertelt op grond van je DNA-profiel voor welke kwalen je aanleg hebt en geeft vervolgens gepersonaliseerd leefstijladvies. Dus geen algemene waarschuwingen meer in de trant van ‘te veel zon kan huidkanker veroorzaken’ (tenzij je daar blijkens je paspoort vatbaar voor bent), maar tips en hulp op maat. Bijvoorbeeld begeleiding bij het volgen van een cholesterolarm dieet voor iemand met aanleg voor hart- en vaatziekten. In dit plaatje past de preventieve check, bijvoorbeeld via een complete bodyscan of via een methode als i-health, die via meridiaanonderzoek een beeld geeft van onze algehele staat van gezondheid. Je bent nu nog een uitzondering als je het doet, maar de komende jaren wordt het normaal om je geregeld te laten checken. Dat gebeurt voorlopig nog op eigen kosten in de commerciële sfeer. Te verwachten valt echter dat de overheid en de reguliere zorg de steeds grotere vraag naar preventieve checks ook zullen oppakken. Zo’n regelmatige onderhoudsbeurt bij huisarts of wijkgezondheidscentrum past immers prima in het beleid. Enkele jaren geleden werden al eens ideeën in die richting geopperd, onder andere door de RVZ en het Nederlands Huisartsengenootschap. In 2020 zal de gezondheids-apk in een of andere vorm een feit zijn. 95
trend 14
nieuwe zegeningen van de technologie: naar zelf dokteren en (nog) meer extramuralisering.
Technologische ontwikkelingen in de zorgen farmaceutische industrie brengen in 2020 fantastische innovaties die het leven van patiënten en personeel een stuk aangenamer maken. Eerder in dit boekje kwamen er al een paar langs, zoals de slimme douchestoel en het genpaspoort. Maar is veel meer. Op het vlak van domotica kunnen we ons bijvoorbeeld verheugen op het magische tapijt, ontwikkeld door chipmaker Intel. In deze vloerbedekking zit elektronica verwerkt die registreert wanneer iemand vreemde bewegingen maakt die duiden op een val, 96
trend 14 nieuwe zegeningen van de technologie: naar zelf dokteren en (nog) meer extramuralisering.
zodat meteen hulp kan worden ingeschakeld. Of neem een geneesmiddel als de magneetpil voor in de darmen, ontwikkeld door Amerikaanse farmacologen. Dit slimme pilletje bevat naast andere stoffen een klein magneetje, zodat het eenmaal ingebracht in het maag-darmkanaal op zijn plek blijft zitten. Door een grotere magneet aan de buitenkant over het lichaam te bewegen, kan de darmpil eventueel worden verplaatst. Via deze pil zijn allerlei ziekten en kwalen gerichter aan te pakken. Bepaalde voedingstoffen en medicijnen worden maar in een specifiek deel van de darmen opgenomen – vitamine B12 bijvoorbeeld in de laatste 10 à 20 centimeter van de dunne darm. Door de afgifte van die stoffen op een bepaalde plek te concentreren, kan medicijngebruik worden geoptimaliseerd. We krijgen nog veel meer intelligente en gepersonaliseerde medicijnen. Het genpaspoort zorgt er natuurlijk voor dat artsen exact weten welke stoffen er in jouw pilletje moeten zitten.
E-zorg in huis voor ouderen en zieken Dankzij steeds geavanceerdere medische domotica kunnen ouderen en chronisch zieken langer thuis blijven wonen en zelfredzaam blijven. Iemands bloeddruk, bloedsuikergehalte of hartritme kan via een draadloos netwerk permanent worden gemonitord, zodat een artsenpost kan ingrijpen wanneer er iets 97
deel 03
trends voor de zorgsector
fout gaat. Bloeddruk meten of ‘bloed prikken’ voor het vaststellen van het suikergehalte zijn betrekkelijk eenvoudige handelingen. Die doen mensen in 2020 zelf thuis, met nieuwe handige apparaatjes die draadloos communiceren met de computer van de dokter of de wijkverpleegkundige. Het hartritme wordt op dezelfde wijze doorgezonden door een wearable ECG-metertje om de pols van de cliënt. Dankzij internet gaat het contact met zorgverleners daarbij niet verloren. Een minderheid van de huisartsen biedt nu al de mogelijkheid van een internetconsult aan. Dit zal alleen maar toenemen. Ook andere zorgverleners, zoals de thuiszorg, gaan volop gebruik maken van internet en bijvoorbeeld via webcams naar hun klantjes koekeloeren. Via de videotelefoon kunnen ze contact opnemen om te horen of alles goed gaat en assisteren bij medicijninname. De wijkverpleegkundige kan toezien op het zelf dokteren en zo nodig instructies geven. Even een boodschappenlijstje doorgeven aan de thuishulp? De oudere hoeft het straks alleen maar online in te vullen. E-zorg (ook wel telezorg of telemedicine), zoals dit soort (para)medische praktijken worden genoemd, bespaart de nu vaak overbelaste zorgprofessional straks een hoop tijd en geld. Het spreekt voor zich dat dit de extramuralisering een flinke nieuwe boost geeft. En dat komt goed uit, want die 98
trend 14 nieuwe zegeningen van de technologie: naar zelf dokteren en (nog) meer extramuralisering.
ontwikkeling is niet meer te stoppen. Wonen met zorg buiten de muren van instellingen is nu eenmaal prettiger voor cliënten, efficiënter voor zorgverleners en goedkoper voor de overheid. Win-win-win heet dat. De toenemende extramuralisering stelt gemeenten en woningcorporaties wel weer voor opgaven in het ruimtelijk beleid, want er moeten woningen worden aangepast en er moet ook iets gebeuren met (half) leegstaande verzorgingshuizen.
E-zorg in Friesland: beetje onwennig maar dik oké ROS Friesland inventariseerde de opvattingen over en het gebruik van e-health onder zorgverleners in de regio (praktijkondersteuners ggz in de huisartsenzorg, vrijgevestigde psychologen/orthopedagogen en vrijgevestigde psychotherapeuten). Daaruit blijkt dat er nog behoorlijk wat drempelvrees is jegens de moderne technologie. Dat heeft vooral te maken met de onbekendheid en het grote aanbod, waardoor zorgverleners ‘door de bomen het bos niet kunnen zien’. Wel staan zorgverleners die de instrumenten daadwerkelijk gebruiken er veelal positief tegenover. Dat geldt ook voor de cliënten. Slechts sporadisch wordt de inzet als negatief ervaren. “Ga aan de slag en ervaar het zelf, samen met de cliënten”, is dan ook de boodschap 99
deel 03
trends voor de zorgsector
‘drempelvrees jegens de moderne technologie heeft vooral te maken met de onbekendheid en het grote aanbod.’
trend 14 nieuwe zegeningen van de technologie: naar zelf dokteren en (nog) meer extramuralisering.
van ROS-adviseur ggz Jenneke Netjes. De top-5 van meeste gebruikte instrumenten is: 1. e-mailconsulten, 2. screenings- en/of diagnostische instrumenten, 3. psycho-educatiesites, 4. zelfhulpprogramma’s waaraan geen kosten verbonden zijn, 5. Apps.
Empowerment van de zorgconsument Die handige tools en gadgets voor ouderen en zieken, zijn natuurlijk net zo goed geschikt voor ‘gewone’ burgers en patiënten. E-zorg komt de komende jaren op in de care, bij mensen die onder de Wmo vallen bijvoorbeeld, en zal van daaruit overslaan naar de hele gezondheidszorg. Zelfdiagnostiek wordt voor iedereen de gangbare praktijk in 2020. Zeker omdat de technologische ontwikkeling in de zorgindustrie nog lang niet aan het plafond zit. Kruisbestuivingen tussen biowetenschap, nanotechnologie, ICT en neurowetenschap gaan ons verrassen met nu nog amper voorstelbare innovaties. Biosensoren, bijvoorbeeld in horloges en kleding, maken straks permanente zelfdiagnostiek thuis mogelijk. Het is nog slechts een kwestie van tijd voor dat wordt overgenomen door onderhuidse chips. Net als de oudjes, kan iedereen straks een consult met de huisarts via internet doen. Het is echter de vraag of burgers in de toekomst 101
deel 03
trends voor de zorgsector
überhaupt nog naar de dokter hoeven voor een diagnose. Naast zelfdiagnostische tools, een genpaspoort en een online dossier met zijn complete medische doopceel, komt er voor de burger ook een hoop informatie beschikbaar die nu nog voorbehouden is aan zorgprofessionals. Medische kennis wordt gedemocratiseerd. De burger beschikt straks over een medisch expertsysteem, gevuld door topspecialisten, dat hij kan raadplegen met behulp van een superintelligente lerende zoekmachine – uiteraard gestuurd door algoritmen. De rest van zijn informatie haalt de burger uit medische reality tv als live registraties van operaties, waarvan we er meer gaan krijgen. Dat geldt ook voor degelijke kwaliteitsvergelijkingssites voor de zorg. Patiënten en familieleden worden ook kwaliteitsbewakers van de zorg. Met de iPad in het ziekenhuis checken of het juiste protocol wordt gevolgd, het consult en de specialist ranken; dat is in 2020 heel gewoon. Het draagt allemaal bij tot serieuze empowerment van de zorgconsument en daadwerkelijke vraagsturing. Er vallen daarmee wel meer juridische procedures te verwachten. Ziekenhuizen en andere zorginstituten doen er verstandig aan zich hier op in te stellen.
102
trend 15
naar innovatief leiderschap, nieuw HR-beleid en anders werken voor zorgprofessionals.
Door de vergrijzing neem het aantal zorg- en hulpbehoevenden de komende decennia fors toe. Tot 2025 groeit het aantal 65-plussers van 2,5 naar 3,7 miljoen en het aantal 80-plussers van 640.000 naar 910.000. Dit betekent natuurlijk ook dat het aantal mensen met ziekten die bij de oude dag horen enorm zal toenemen. Zo zal het aantal dementerenden in 2050 naar verwachting verdubbeld zijn tot 400.000. Naast de toenemende vraag naar zorg, krijgen we ook te maken met een gelijkblijvend of zelfs dalend aantal mensen dat in de zorg gaat werken, want de potentiële beroepsbevolking daalt als gevolg van de 103
deel 03
trends voor de zorgsector
vergrijzing. Het personeelstekort in de zorg zal volgens de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) structureel zijn tot ver na de piek van de vergrijzing, in 2035. De komende decennia zijn er 700.000 extra werknemers nodig, bovenop de miljoen personeelsleden die nu al in de zorg werken. Dat wordt dus een behoorlijk probleem, waar de sector op moet gaan inspelen. Technologie zal een deel van dit tekort kunnen oplossen (zie trend 14). Medische innovaties gaan arbeidsbesparend werken en de arbeidsproductiviteit verhogen: met tien innovatieve geneesmiddelen kun je 7.200 personeelsleden besparen – het is al in onderzoek aangetoond. Maar technologische innovaties zorgen er evengoed voor dat er meer behandelingen mogelijk worden, waardoor de zorgvraag weer stijgt. Met technologie alleen zal het probleem dus niet opgelost worden. Er zal dus ingezet moeten worden op het aantrekken van extra personeel de komende jaren. Werk aan de winkel voor HR-managers.
Naar arbeidsomstandigheden à la 2020 HR-beleid in de zorg zal de komende jaren sterk moderniseren. Strategische personeelsplanning, nu nog een ondergeschoven kindje, wordt vanwege de structurele krapte een must. Net als loopbaan- en carrièrebeleid. Instellingen zullen, om een aantrekkelijke werkgever te zijn, 104
trend 15 naar innovatief leiderschap, nieuw HR-beleid en anders werken voor zorgprofessionals.
ook rekening moeten houden met de wensen en waardeoriëntaties van de beroepsbevolking. Kiwa Prismant onderzocht wat voor beeld mensen qua arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden hebben van de zorg en daar kwam geen rooskleurig beeld uit naar voren. Zo meende een meerderheid dat de werktijden in de zorg niet of slecht aansluiten bij de persoonlijke agenda, dat je weinig initiatief kunt ontplooien en dat je zelf nauwelijks kunt uitmaken hoe je je werk inricht. Allemaal dingen die de werknemer van vandaag, en die van 2020 zeker, heel belangrijk vindt. Dat onderzoek dateert uit 2009, en je hoeft gezien de mediaberichten over misstanden en hoge werkdruk geen onderzoeker te zijn om vast te stellen dat het imago van de zorg er sindsdien niet op vooruit is gegaan. Image wise valt er dus nog een hoop te verbeteren, maar ook beleidsmatig. Meer zelfstandigheid en controle over het eigen rooster bijvoorbeeld, is op veel plekken heel wel mogelijk. In de thuiszorg zijn al fraaie voorbeelden van zelfroosterende teams en zelfsturende groepjes wijkverpleegkundigen.
Nieuw personeel, nieuwe kansen Er komt een forse markt voor omscholing van nieuw personeel in de zorg. Denk aan de massa’s technologisch werklozen uit trend 5. Dat zijn vele honderdduizenden mensen die 105
deel 03
trends voor de zorgsector
naar nieuw werk begeleid moeten worden, bijvoorbeeld naar werk in de zorgsector. De branche zal zich moeten oriënteren op de instroom van personeel uit totaal andere branches, op het omscholen van al die mensen voor functies aan het bed en in de zorg, en op hun integratie in de bedrijfscultuur. Dat is ook het moment om vanzelfsprekendheden anders te gaan organiseren. Ook voor leiders is dat de opgave. Zij moeten om hun organisatie 2020-proof te maken vooral openstaan voor doorbraakinnovaties en risico durven nemen. Wat extramuraal kan in de care (zie trend 14), kan vaak ook binnen de muren van zorginstellingen. In ziekenhuizen bijvoorbeeld, is er wel aandacht voor productinnovatie, maar wordt nog maar beperkt gebruik gemaakt van nieuwe technologie om de werkprocessen te verbeteren. Instant videoconferencing bijvoorbeeld, kan het werk van artsen en verpleegkundigen efficiënter en aangenamer maken. Dan hoeven ze niet meer voor kort overleg of het uitwisselen van patiëntinformatie twintig minuten door het ziekenhuis te lopen. Een medisch specialist kan net als een huisarts een digitaal spreekuur houden. Vernieuwen in de curatieve zorg is wat dit soort ontwikkelingen betreft vooral achterstand inlopen. In 2020 mogen we verwachten dat ze daarmee een stuk zijn opgeschoten.
106
trend 15 naar innovatief leiderschap, nieuw HR-beleid en anders werken voor zorgprofessionals.
Anders werken in de care De care mag dan vooroplopen met het gebruik van nieuwe technologie, het personeel daar heeft nog uitdaging genoeg aan de andere manier van werken die nodig is als gevolg van de decentralisatie naar gemeenten. Net als overheidsambtenaren, zullen care-medewerkers moeten gaan opereren in netwerken, waaronder partijen van buiten het eigen werkveld, zoals artsen en andere eerstelijns hulpverleners, gemeenteambtenaren, woningcorporaties, maar ook burgers en mantelzorgers. De ROS’en (Regionale Ondersteuningsstructuren) begeleiden hen daarbij. Debby de Jongste, directeur van de ROS Lijn 1 Haaglanden: “Een bestaand netwerk uitbreiden, rond ouderenzorg bijvoorbeeld, kost tijd. Een smoelenboek of adressenkaart maken is onvoldoende. Als je iemand niet kent, ga je niet verwijzen. Werken aan een relatie, elkaar kennen, is van groot belang, zodat je weet wat je aan elkaar hebt en vanuit vertrouwen kunt samenwerken. We willen dat mensen hun eigen kracht meer gebruiken en zelf de regie nemen. Voor de professional betekent dat: niet langer zorgen voor, maar zorgen dát. Werken aan zelfredzaamheid van burgers vereist een transitie van de professional.”
107
trend 16
de opmars van psychische gezondheidsklachten.
We zitten in de naweeën van een crisis die harde klappen heeft uitgedeeld, waar veel mensen nog dagelijks de gevolgen van ondervinden. Tegelijkertijd voltrekt zich de grootste economische transitie sinds de Industriële Revolutie. De digitale kenniseconomie die ontstaat brengt een versnelling van het leven: banen, zelfs hele branches verdwijnen, bestaand werk verandert, we moeten ons aanpassen aan het nieuwe leefritme in de digitale wereld, onszelf constant verbeteren en vernieuwen. Door het razende tempo van de grote aanjager, de technologie, is de toekomst onvoorspelbaarder dan ooit. Geen wonder dus dat veel 108
trend 16 de opmars van psychische gezondheidsklachten.
mensen onzeker worden en constant het gevoel hebben dat ze onder druk staan. Dan hoeft er maar dít te gebeuren of ze vallen om, ondanks alle aandacht voor gezond leven en een goede work-life balance. Het ziekteverzuim als gevolg van stress en burn-out neemt toe met zo’n 6 procent per jaar, constateert ArboNed. Dat terwijl het totale ziekteverzuim juist daalt. In het onderwijs en de zorg vallen de meeste mensen uit met psychische klachten. Ook het aantal depressieve mensen groeit. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zal depressie in 2020 volksziekte nummer één zijn.
Nieuwe zorgmarkt voor de gestreste en gekwelde mens Dat gaat vanzelfsprekend een grote druk leggen op de geestelijke gezondheidszorg. Maandag® merkt dat nu al. “Er gaat steeds minder geld naar de GGZ, terwijl de groep cliënten groeit”, zegt Chief Operational Officer Madelon Eltink. “We krijgen heel veel aanvragen vanuit de GGZ. Ook vanuit justitiële instellingen. Een psychiater die zich vandaag bij ons aanmeldt, kan direct op 30 plekken aan de slag.” Massa’s ongelukkige burgers, daar wordt de samenleving niet beter van. In trend 5 zagen we al tot welke problemen dat kan leiden. De BV Nederland was alleen al in de eerste helft van 2014 bijna 800 miljoen euro kwijt aan ziekte109
deel 03
trends voor de zorgsector
verzuim door stress, de kosten van behandeling niet meegerekend. Hier ligt een taak voor de rijksoverheid. En ook voor gemeenten. Die zijn na de recente decentralisatie verantwoordelijk geworden voor een groot deel van de GGZ-cliënten. Ook de zorg voor nagenoeg alle andere kwetsbare groepen (zieken, eenzame ouderen, probleemjongeren) – en dus risicogroepen voor psychische klachten – ligt bij gemeenten. Een tip: kijk bij het inkopen van welzijnsvoorzieningen eens buiten de geijkte kaders. Want – en dat is dan weer een lichtpuntje – tegelijk met de opkomst van psychische klachten groeit ook het aantal alternatieve therapieën en holistische behandelingen die het geestelijk welzijn bevorderen. Een nieuwe zorgmarkt dus voor de gestreste en gekwelde mens. Neem bijvoorbeeld Emotional Freedom Techniques, kortweg EFT genoemd. Deze methode gaat uit van de energiemeridianen bij de mens, en de daaraan gekoppelde acupunctuurpunten. Die punten kun je niet alleen activeren door er een naald in te steken, maar ook door erop te drukken of te kloppen. De grondlegger van EFT, Gary Craig, stelt dat negatieve emoties gepaard gaan met een verstoring van het energiesysteem in ons lichaam. Bij EFT richt je je aandacht op een klacht of op een specifieke situatie die spanning oproept. Door dan tegelijkertijd te kloppen op bepaalde acupunctuurpunten, volgens 110
trend 16 de opmars van psychische gezondheidsklachten.
een vast protocol, verdwijnen de negatieve emoties die bij de klacht of situatie horen. Hoe het precies werkt is niet duidelijk, maar dat het werkt is aangetoond. Bovendien kunnen mensen al na een beperkt aantal sessies met de behandelaar, die hen leert waar ze moeten kloppen, de technieken zelf thuis uitvoeren. Door regelmatig bij stress zichzelf onder handen te nemen, kunnen ergere klachten als overspannenheid en burn-out voorkomen worden. Dat is goed nieuws voor gemeenten, want het is dus preventief én goedkoop. Helemaal 2020.
111
deel 03
trends voor de zorgsector
IN Kritische patiënten Zelfdiagnostiek Thuis bloed prikken Met de thuishulp babbelen via de webcam Alternatieve technieken voor stressreductie Extramuralisering Magisch tapijt Slimme douchestoel Commerciële zorgondernemers Gezond eten en bewegen als way of life
UIT De Almachtige Arts Volle wachtkamers bij de dokter Heen en weer sjezen naar cliënten Heen en weer sjezen door het ziekenhuis Formulieren invullen Grote algemene ziekenhuizen Zietekostenpremies gebaseerd op solidariteit
112
deel 04
trends voor de sociale woningbouw.
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
114
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
Facts woningcorporaties * 1 op de 3 Nederlandse huishoudens woont in een corporatiewoning * Corporaties bouwen 67 procent van alle nieuwbouwwoningen in Nederland * Aantal sociale woningen: 2,4 miljoen * Aantal corporaties: 381 * Uitgaven aan onderhoud: 2.191 euro per woning per jaar * Investeringen in nieuwbouw: 5,6 miljard euro per jaar * In 2015 al is 1 op de 3 huurders ouder dan 65 jaar (bron: Aedes)
115
trend 17
sneller en goedkoper (ver)bouwen.
Volgens Aedes, de koepelvereniging van woningcorporaties, geven de Nederlandse corporaties jaarlijks 5,6 miljard euro uit aan nieuwbouw. Daar komt nog eens 2.191 euro per woning aan onderhoud bij. Bovendien ligt er vanwege de toenemende vergrijzing en de sluiting van verzorgingshuizen een levensgrote opgave die corporaties nu al hoofdbrekens bezorgt. De helft van de corporaties verwacht in 2020 een tekort aan seniorenwoningen, tenzij er, bijvoorbeeld door gemeenten, wordt geïnvesteerd. “Ook corporaties hebben steeds minder geld voor aangepaste huizen”, zei Aedes-voorzitter Marc Calon in 2014 tegen 116
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
‘de helft van de corporaties verwacht in 2020 een tekort aan seniorenwoningen, tenzij er, bijvoorbeeld door gemeenten, wordt geïnvesteerd..’
trend 17 sneller en goedkoper (ver)bouwen.
de NOS. “Door de sluiting van tehuizen en de vergrijzing komt er wel een grote grijze golf op ze af. We kunnen simpelweg niet al die huizen gaan aanpassen. En dan heb je ook nog voldoende geschikte woningen nodig voor andere huurders, zoals gezinnen. Dat is al met al een moeilijke opgave.”
Gelukkig voor de corporaties zijn er bouwinnovaties op komst die het hen een stuk makkelijker én goedkoper gaan maken. Bouwen én verbouwen wordt gemakkelijker, sneller, goedkoper en milieuvriendelijker. Bijvoorbeeld met prefab-bouwen, in de bouwwereld inmiddels een gevestigd begrip. Hele huizen worden in brokken aangeleverd en op locatie in elkaar gezet. Prefab neemt de komende jaren een verdere vlucht. Voor een bouwpakkethuis kunnen zelfs complete panelen met metselwerk worden gebruikt. De voordelen zijn legio. Zo betekent prefab een enorme kostenbesparing – soms tot en met de helft – en kan er sneller en met minder overlast gebouwd worden. Ook wordt er minder materiaal verkwist. De metselrobot die de stenen op een prefabbouwelement aanbrengt, gebruikt bijvoorbeeld aanmerkelijk minder mortel en cement dan een metselaar op de bouwplaats. Ook voor renovatie van woningen biedt prefab moge118
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
lijkheden, waarbij de nieuwe elementen soms gewoon over de bestaande worden geplakt. Dergelijke renovaties zijn binnen enkele dagen voltooid en de bewoners kunnen meestal in hun huizen blijven zitten. Voor woningcorporaties betekent dit een enorme kostenbesparing. Vervangende woonruimte aanbieden aan huurders hoeft immers niet meer.
3D-printen Het is ongetwijfeld een van de meest tot de verbeelding sprekende technieken van deze tijd: 3D-printen. In de bouwwereld wordt er volop mee geëxperimenteerd en de verwachtingen zijn hooggespannen. 3D-printen verruimt de mogelijkheden van Computer-Aided Design (CAD) en Computer-Aided Manufacturing (CAM). Aan een kanaal in Amsterdam-Noord print architectenbureau DUS de komende drie jaar een grachtenpand met dertien kamers. De bouwplaats, die toegankelijk is voor publiek, dient tegelijkertijd als laboratorium. Het is de bedoeling dat de printtechniek tijdens de bouw voortdurend wordt gemoderniseerd. De in een oude zeecontainer gebouwde printer – de KamerMaker – print kamer voor kamer. De prints zijn een soort legostenen van een biologisch plastic dat voor 75 procent bestaat uit plantaardige olie en is versterkt met microvezels. De University of Southern California heeft een andere techniek ontwikkeld: een robotarm 119
trend 17 sneller en goedkoper (ver)bouwen.
met een tuit die als een kraan op rails langs en over de bouwput beweegt. En dan laag voor laag holle muren stort van sneldrogend beton en die vervolgens ook opvult. De robotarm volgt een door de computer vastgesteld patroon en laat ruimtes open voor ramen en deuren die bouwvakkers er later met de hand inzetten. Contour crafting heet het procedé. In China heeft Yingchuang New Materials een soortgelijke techniek ontwikkeld. Het bedrijf zegt tien huizen per dag te kunnen printen, voor € 3.500 per stuk. Tel uit je winst! Naast het feit dat printen de bouwtijd aanzienlijk verkort, maakt het bouwen goedkoper doordat er minder vervoer nodig zal zijn. Bovendien behoren faalkosten tot het verleden. Computers maken in principe geen fouten, in tegenstelling tot bouwvakkers. Naar schatting bestaat liefst veertig procent van de totale bouwkosten uit kosten die gemaakt worden om te herstellen wat verkeerd is gegaan. Mooi meegenomen is dat 3D-printen ook nog duurzaam is: er wordt minder afval geproduceerd en veel hergebruikt. Maar naast de lage kosten zou het grootste goed voor woningcorporaties wel eens kunnen schuilen in de flexibele en dus creatieve mogelijkheden die 3D-printen biedt. Een verdieping op een bestaande woonlaag plaatsen wordt een fluitje van een cent. Dat gaat goed van pas komen bij de verstedelijkingstrend die we hierna zullen 120
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
bespreken, die meer bouwen in de hoogte noodzakelijk maakt. Ook het toevoegen van extra kamers kan met de 3D-printer in een handomdraai en dat zet de deur wagenwijd open voor het creëren van woonvormen waarin meerdere huishoudens onder één dak kunnen leven. Daarover vertellen we meer in de trends ‘Wonen bij en met elkaar’ en ‘Anders wonen door demografische veranderingen’.
Biobased Door biobased bouwen wordt onderhoud van onroerend goed een stuk goedkoper. En uiteraard helpt het woningen te verduurzamen, iets wat hoog op de agenda van de woningcorporaties staat. “Het grensnut van een euro is het hoogste als je de bestaande woningvoorraad verduurzaamt”, zegt Aedes-voorzitter Marc Calon. “Dus zet in op isolatie, warmtekoudeopslag, zonnepanelen, et cetera. Woningen waarvan het niet meer rendabel is om nog te verduurzamen, haal je neer en vervang je door nieuwbouw.”
Met biobased materialen – materialen die hun oorsprong vinden in de levende natuur in plaats van in de fossiele – kan dat prima, en op meer manieren dan we nu voor mogelijk 121
trend 17 sneller en goedkoper (ver)bouwen.
houden. De bouw gebruikt natuurlijk van oudsher al dat soort materialen, zoals hout, dat hartstikke biobased is zolang jonge aanplant de plek inneemt van gekapte bomen. Bovendien is hout(afval) recyclebaar. Maar er worden ook nieuwe toepassingen op basis van hout ontwikkeld, zoals onlangs aan het Fraunhofer Institut für Holzforschung in het Duitse Braunschweig. Wetenschappers van dit instituut hebben een isolatieschuim van houtpoeder gemaakt dat exact dezelfde eigenschappen zou hebben als de gangbare petrochemische schuimen. Anders dan bij de al bestaande, op hout gebaseerde isolatiematerialen zouden de isolatie- en mechanische eigenschappen van het houtschuim niet achteruitgaan in de loop van de tijd. De TU Delft werkt aan beton op basis van bacteriën, dat zijn eigen scheuren kan herstellen. Of neem de groene isolatievondst van het Deense architectenbureau Vandkunsten: zeewier. Op het eiland Laeso heeft het bureau een houten vakantiehuisje gebouwd dat van binnen en van buiten bekleed is met zeewier. Volgens de Denen gaat zeewier maar liefst 150 jaar mee en werd het ook in het verleden als bouwmateriaal gebruikt. Dit soort oplossingen zijn duurzaam en daarom natuurlijk ook voordeliger.
122
trend 18 wonen bij en met elkaar.
Ooit telde Nederland meer verzorgingshuizen dan welk ander land ook, maar die tijd is voorbij. Verzorgingshuizen worden nu alom gesloten en de overheid schuift ouderenzorg terug naar de samenleving. Maar al die opa’s en oma’s – een groeiend aantal in onze vergrijzende samenleving waar mensen steeds langer blijven leven – moeten wel ergens wonen. Ouderenhuisvesting wordt daarom een van de grootste woonopgaven in 2020. Corporaties bieden al seniorenwoningen aan, die op zich prima geschikt zijn voor de oudere die moeite heeft met trappen lopen maar verder zelfredzaam is. Maar er is meer 123
trend 18 wonen bij en met elkaar.
aan de hand: senioren willen zo lang mogelijk zelfstandig zijn, maar niet in hun eentje. Je ziet dat ze elkaar opzoeken, om elkaar te helpen en samen dingen te ondernemen. En ook om samen te wonen.
Revival van de woongroep De woongroep is weer helemaal hip. Volgens de Federatie Gemeenschappelijk Wonen telt ons land er zo’n 10.000, die onderdak bieden aan ongeveer één procent van de bevolking. Vooral onder ouderen wint het idee om met elkaar een huis te delen terrein. Logisch, vindt de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk wonen van Ouderen, waarbij zo’n tweehonderd Nederlandse seniorenwoongroepen zijn aangesloten: ouderen die in groepen wonen, worden gemiddeld ouder dan zelfstandig wonende ouderen of ouderen in een verzorgingshuis. Ze kunnen een oogje op elkaar houden. Maar mantelzorgen is niet de enige reden voor senioren om elkaar op te zoeken, want veel van de huidige en zeker van de toekomstige ouderen zijn allesbehalve hulpbehoevend. Integendeel: ze zijn nog razend kwiek en actief. Dat zij voor woongroepen kiezen, is omdat ze het prettig vinden om leeftijdgenoten in de buurt te hebben, zeker als die hetzelfde opleidingsniveau hebben of interesses delen. Of dezelfde etnische achtergrond, want er zijn ook 124
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
al ouderenwoongroepen voor Hindoestaanse en Creoolse Surinamers, Chinezen, Marokkanen, Indonesiërs, Molukkers, Turken en Antillianen. Het samenleven met gelijkgestemden wint ook onder jongere generaties aan populariteit. Alleenstaande ouders bijvoorbeeld, en stelletjes met jonge kinderen, want in de woongroep is altijd wel iemand te vinden die op de kleintjes kan passen. Ook voor starters en singles is de woongroep een aantrekkelijke optie. In grote steden zie je ze elkaar steeds meer opzoeken als ‘room mates’ in gedeelde appartementen. Dat is niet alleen uit financiële overwegingen, maar ook om de praktische lasten van het huishouden te delen en vooral voor de gezelligheid. Alleen is maar alleen. Mensen hebben het gehad met de individuele leefstijl, collectivisme is de nieuwe trend. (Ver) bouwen voor groepen is dus het devies. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de moderne woongroepbewoners veel meer zelfstandigheid wensen dan hun voorgangers uit de jaren zeventig. Ze willen zich ook aan het gemeenschappelijke leven kunnen onttrekken. Er bestaan al groepen waar iedere bewoner een volledig uitgerust en zelfstandig appartement heeft – soms niet eens naast elkaar, maar verspreid over een groter complex, of, zoals in het Engelse co-housing, over een wijk – en er een aparte ruimte is voor gemeenschappelijke activiteiten. 125
trend 18 wonen bij en met elkaar.
Wijken van gelijkgestemden We zeiden het al: collectivisme is de nieuwe trend. Wij is het nieuwe ik. Overal ter wereld zie je dat verwante zielen elkaar opzoeken, netwerken en gemeenschappen vormen. Online en in het echte leven, waar zich dat vertaalt in wonen in elkaars nabijheid. Zo ontstaan buurten en wijken die het karakter overnemen van de dominante groep en daarmee weer nieuwe gelijkgestemde bewoners aantrekken. Tribalisering heet dat, en het is zo oud als de weg naar Rome. Letterlijk zelfs, want net als veel andere steden in de oudheid had Rome aparte wijken voor bijvoorbeeld kooplieden, pottenbakkers, leerlooiers, Grieken en Joden. De opkomst van ‘stammen’ drukt de komende jaren opnieuw een sterk stempel op onze samenleving. In 2020 hebben we minder gemengde buurten en meer wijken met jonge gezinnen, wijken met hogere inkomens of met creatievelingen. En met migranten natuurlijk, iets wat menig politicus en beleidsmaker slapeloze nachten bezorgt. Dat is niet helemaal terecht, want migrantenwijken kunnen economisch zeer succesvol zijn. Met hun typische winkels en restaurants trekken ze vaak mensen van elders uit de stad aan en vormen ze toeristische trekpleisters. Neem de alom bekende Amerikaanse Chinatowns. In Toronto wilde geen blanke Canadees meer wonen in een buurt rond een 126
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
moskee. Totdat moslims uit de middenklasse er neerstreken en de boel opknapten. Nu is het een heel gezellige buurt, vol exotische restaurants en winkeltjes. Het is een beeld dat we ook kennen van de zogeheten gayborhoods: achterstandswijken vol kluspanden die in het verleden vaak een rol speelden in het homo-uitgaansleven. Ondernemende homo’s knappen de wijk op en beginnen er trendy boetieks en bistro’s die ook aantrekkingskracht uitoefenen op hetero’s. Veel oude stadswijken zullen zo’n ontwikkeling naar een bruisende succeswijk doormaken.
Grijze wijken In 2020 zullen we in Nederland tal van ‘grijze’ wijken hebben, waar ouderen bij elkaar wonen en een keur aan zorgvoorzieningen neerstrijkt. Deze wijken zouden zomaar eens een grote aantrekkingskracht op andere typen bewoners kunnen hebben. Gezinnen met jonge kinderen bijvoorbeeld hebben vaak dezelfde woonbehoeften als ouderen. De seniorenwijken zullen rustiger zijn wat betreft verkeer, er zijn volop medische voorzieningen en, niet onbelangrijk, een oppasoma of –opa is zo gevonden. In Duitsland anticipeert de Libenau Stiftung, die verzorgingshuizen exploiteert, al op deze trend met zogeheten Lebensraume für Jung und Alt. Dit zijn aantrekkelijk 127
trend 18 wonen bij en met elkaar.
gelegen, meergeneratie-appartementencomplexen, waar de professionele ouderenzorg grotendeels is overgenomen door de jongere bewoners. De stichting ontleent haar naam aan het dorpje Liebenau in Zuid-Duitsland, waar de bevolking voor tweederde uit zestigplussers bestaat. De ouderen wonen bij elkaar in het centrum en iedereen heeft er een taak. Zo is er een mevrouw die elke ochtend een ronde langs de huizen maakt om te controleren of iedereen nog in orde is. Daarnaast organiseren de ouderen onder meer kinderopvang voor de jonge gezinnen die aan de rand van het dorp wonen. Ook elders in Duitsland bestaan soortgelijke initiatieven, inclusief het verhuren van kamers in bejaardenhuizen aan studenten. Die helpen met koken, schoonmaken en boodschappen doen of houden de ouderen gezelschap, in ruil voor een vriendelijke huurprijs.
128
trend 19 verlichting van de stad.
Steeds meer mensen wonen in steden. Volgens de Verenigde Naties komen er dagelijks 180.000 nieuwe stadsbewoners bij. Woonden in 1950 nog zo’n 730 miljoen mensen in steden, in 2030 zijn dat er naar verwachting al vijf miljard, ofwel zestig procent van de wereldbevolking. Ook in Nederland zet de verstedelijking door. Amsterdam heeft becijferd dat er tot 2040 in de hoofdstedelijke regio 300.000 woningen bij moeten komen: 150.000 voor natuurlijke aanwas en de stijgende levensverwachting van de huidige bevolking, 100.000 om de toestroom van kennismigranten op te vangen en nog eens 50.000 omdat de gemiddelde huishoudengrootte 129
trend 19 verlichting van de stad.
afneemt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwacht dat in 2060 de Nederlandse bevolking gegroeid zal zijn van 16,8 miljoen naar 17,9 miljoen. Al die mensen willen straks ergens wonen, en als het even kan in de stad. Tussen 2009 en 2014 groeide de bevolking met 344.000 mensen. Driekwart van de groei kwam voor rekening van de steden. De grote vier – Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag – tekenden zelfs voor bijna de helft. Stadsuitbreiding is daarmee het devies de komende jaren.
De hoogte in De uitbreiding zal wel op een andere manier plaatsvinden dan tot nu toe gebeurde. Want naarmate hun leefomgeving steeds drukker en voller wordt, hechten mensen meer belang aan dat kleine beetje lege ruimte dat er nog is. Ze willen weilanden, water, heide, duinen en bossen om zich heen. Een plek in de buurt om weg te zijn van alle stedelijke hectiek en de continue nabijheid van hun soortgenoten. Bouwen in het groengebied aan de rand van de stad kan daarom niet meer in 2020. Opgespoten eilanden à la IJburg en Vinexwijken in voormalige weilanden, zoals Leidsche Rijn en Ypenburg, behoren tot het verleden. Om de stad toch uit te kunnen uitbreiden, gaan we in 2020 heel veel de hoogte in en een klein beetje naar beneden. Dankzij de innovaties in bouwtechnieken is dat een fluitje van een cent. Met prefab en 130
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
houtskeletbouw is in een mum van tijd en voor een relatief klein bedrag een extra etage (of zelfs meerdere etages) op een bestaand gebouw te zetten, zo licht dat de constructie haar kan dragen. Dit levert betaalbare appartementen op, want voor bouwen in de lucht hoeven geen grondkosten te worden betaald. Ook kunnen kelders worden uitgegraven.
Kleine wooneenheden Creatief huisvesten binnen bestaande ruimte kan op meer manieren. We zullen meer in maatwerk moeten denken. In slimme oplossingen die aansluiten bij de demografische ontwikkelingen. Ongeveer zeventig procent van de Nederlandse woningvoorraad bestaat uit eengezinswoningen van vier of meer kamers, terwijl huishoudens met kinderen nog maar zo’n dertig procent van de totale bevolking uitmaken. Grote huizen met leegstaande kamers kunnen we beter splitsen in kleinere wooneenheden. Een ruwe inventarisatie begin deze eeuw in Nijmegen liet zien dat er op deze manier gemakkelijk 5.000 extra woningen konden worden gecreëerd. We hebben het dan uiteraard niet meer over woningen van honderden vierkante meters. Maar dat is nauwelijks een probleem. Ten eerste is de trend naar kleiner wonen en ten tweede kunnen dergelijke ruimtes 131
trend 19 verlichting van de stad.
heel efficiënt worden ingericht. Neem Ikea, dat buiten Nederland al veel verder is met woonoplossingen voor kleinbehuisden. In Zweden ontwikkelde Ikea samen met bouwer Skanska de BoKlok, een complete productlijn met prefabwoningen, waaronder appartementen en meergezinswoningen. Het Amerikaanse ontwerpbureau Ideabox biedt de Aktiv aan, een prefabwoning die ontworpen is rondom Ikea-meubilair. Voor een kleine € 67.000 zet het bureau een kant-enklaar, volledig uitgerust tweekamerhuisje in elkaar. Tiny living is in en klein en kwaliteit gaan tegenwoordig hand in hand. In Tokyo en New York wordt voor super-de-luxe, pietepeuterige studio’s graag de portemonnee getrokken.
Wonen in kantoren De vraag naar kantoorruimte loopt al zeven jaar terug in Nederland en onderzoeken wijzen erop dat de kantoorbehoefte de komende dertig jaar verder zal dalen. Gemiddeld staat 47 procent van de totale voorraad langer dan drie jaar leeg. Makelaarsvereniging NVM becijferde dat de actuele leegstand een oppervlakte ter grootte van 1.200 voetbalvelden bedraagt. Op Athene na is Nederland daarmee Europees recordhouder. Vooral in de grote steden is veel van dergelijke structurele leegstand. In combinatie met de enorme behoefte aan woningen, ligt de oplossing dus voor de hand: 132
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
transformatie van kantoren naar woonruimte, zoals het officieel in beleidstermen heet. Een mooi voorbeeld is het 42.000 vierkante meter tellende, voormalige GAK-gebouw in Amsterdam. Na jarenlange leegstand herbergt het tegenwoordig 320 studenten- en starterswoningen, horeca en kleine kantoorruimtes voor beginnende ondernemers. In Eindhoven verbouwde Camelot Student Housing een kantoorpand tot 107 studentenwoningen die in een mum van tijd verhuurd waren. Momenteel krijgt ongeveer een kwart van de kantoorruimte die van de markt wordt gehaald een nieuwe bestemming als woonruimte. Dat is niet zo vreemd, want voor een eigenaar vertegenwoordigt een kantoorpand een veel hogere waarde op de balans dan een appartementengebouw of studentenflat. Leegstand geldt bovendien als bedrijfsverlies en is daarmee aftrekbaar van de belasting. Toch zullen in 2020 kantoorkolossen op grote schaal worden ‘omgekat’ tot woningen. Gemeenten die met leegstand kampen hebben daar zelfs al een speciale bemiddelaar voor in dienst: de kantorenloods. Dat omkatten tot woningen kan trouwens ook tijdelijk. In Duitsland worden bijvoorbeeld al kant-en-klare prefabstudio’s in kantoren geschoven. Dient zich alsnog een koper aan dan worden die er net zo gemakkelijk weer uitgehaald en in een ander gebouw gezet. 133
trend 19 verlichting van de stad.
Vergroening van de stad Zoals we hiervoor bespraken, wakkert de verdichting van de stad bij bewoners de behoefte aan natuur aan om even aan de hectiek te kunnen ontsnappen. Dat geldt voor de ring rond de stad, maar ook in de compacte, drukbevolkte stad zelf. Omwille van de leefbaarheid en sociale harmonie wordt het dan ook steeds belangrijker te zorgen voor een aangenaam woonklimaat: een groene omgeving. Onderzoeken tonen aan dat mensen daarin over het algemeen gelukkiger zijn. Parken en perken helpen, maar we gaan ook steeds meer (openbare) tuinen zien verrijzen op daken van overheidsgebouwen en kantoren. Daarnaast zijn er allerlei nieuwe mogelijkheden om dichtbebouwde gebieden te vergroenen, zoals systemen om planten langs muren te laten groeien. Daar kunnen hele gevels mee worden bedekt. Een mooi voorbeeld is het Bosco Verticale – het verticale bos – in Milaan. Elk appartement in deze twee woontorens (van 110 en 76 meter hoog) heeft bomen en struiken op het balkon die leven van het afvalwater van het gebouw. In totaal gaat het om 900 bomen en 19.000 bloemen en struiken. De torens van architect Stefano Boeri zien er vanaf de grond uit als bossen die de hemel in groeien. Verticale tuinen zijn niet alleen mooi en rustgevend, maar ook nuttig. Uit onderzoek in Utrecht blijkt bijvoorbeeld dat op hete zomerdagen de 134
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
stralingstemperatuur in straten met bomen gemiddeld twee tot vier graden lager ligt dan in kale straten. Planten filteren bovendien fijnstof uit de lucht – één van de belangrijkste doelstellingen van Boeri’s ontwerp in het sterk vervuilde Milaan – en ze isoleren tegen warmte, kou en geluid. Als dat geen rust en geluk brengt in de verdichte stad van 2020…
135
trend 20
anders wonen door demografische veranderingen.
De Nederlandse bevolking krimpt. In combinatie met de verstedelijkingstrend, leidt dat buiten de Randstad, en vooral aan de randen van het land, tot ontvolking in gemeenten. Stenen stapelen is uit, en langzaam verdwijnt het taboe op slopen. Het aantal eenpersoonshuishoudens zal blijven groeien, onder andere door de vergrijzing en door een toenemend aantal scheidingen. Daardoor stijgt de vraag naar studio’s en kleine appartementen. De grootste uitdaging op het gebied van huisvesting komt van de ouderen. Volgens Aedes is nu al één op de drie huurders ouder dan 65 jaar. Dat aantal zal in 2020 en 136
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
verder alleen maar toenemen, want in 2040 is volgens de bevolkingsprognose van het CBS een kwart van de Nederlandse bevolking 65-plusser. Dat zijn 4,5 miljoen mensen. Van alle ouderen die huren, woont bovendien ruim driekwart in een corporatiewoning. Daarmee vormen ouderen een van de belangrijkste doelgroepen (zo niet dé belangrijkste) voor woningcorporaties in 2020. Nu nog is de zogeheten ‘nultredenwoning’ in het woonaanbod het meest voorkomende woningtype voor ouderen. Ruim 30 procent van de corporatiewoningen is zo’n nultredenwoning waar bewoners zonder trapjes in het huis en de belangrijkste kamers kunnen komen. Bijna de helft daarvan (48 procent) is bovendien extra aangepast voor minder validen.
Maar de ouderen van morgen hebben hele uiteenlopende woonbehoeften. Samenwonen met andere ouderen in een woongroep bijvoorbeeld (zie trend 17), of in een flexibel aan te passen levensloopbestendige woning, in een grijze wijk of buurt waar zorgvoorzieningen om de hoek zitten, of juist dichtbij jongere generaties die kunnen bijspringen in het huishouden of mantelzorg kunnen verlenen.
137
trend 20 anders wonen door demografische veranderingen.
Wonen met meerdere generaties De vraag naar meergeneratiewoningen en boven of naast elkaar liggende woningen die met elkaar verbonden zijn neemt toe. Duitsland kent het fenomeen Mehrgenerationenhaus, een wijkvoorziening die zorg voor ouderen en kinderopvang combineert. Jong en oud kan er terecht voor activiteiten en ondersteuning. Generaties helpen elkaar, er is samenhorigheid en minder eenzaamheid. Onze Oosterburen hebben inmiddels 450 van deze meergeneratiehuizen door het hele land. In ons land zijn vorig jaar in Deurne drie eengezinswoningen getransformeerd naar zes meergeneratiewoningen. Senioren wonen op de begane grond, starters en kleine huishoudens op de verdieping. Beiden hebben hun eigen entree en behouden daarmee hun privacy. Woningbouwvereniging Bergopwaarts vult hiermee een tekort in aan kleine, betaalbare wooneenheden, aansluitend op de demografische ontwikkelingen. Dit woonmodel gaan we veel vaker zien in 2020, zeker als het prefab-bouwen dat we hiervoor bespraken gemeengoed wordt. Prefab is ook uitermate geschikt om een mantelzorgwoning te plaatsen in de tuin, waarin bejaarde ouders bij hun kinderen kunnen wonen, of omgekeerd. Tot 2014 was het bijna onmogelijk om zoiets voor elkaar te krijgen, maar vorig jaar is de wet aangepast. Volgens het nieuwe Besluit Omgevingsrecht maakt het niet uit 138
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
‘naar mijn mening zou je de domeinen wonen, zorg en welzijn op lokaal niveau nog veel meer moeten verbinden.’
Marc Calon, voorzitter Aedes
trend 20 anders wonen door demografische veranderingen.
of het bestaande woonhuis wordt voorzien van een aanbouw of dat er in de tuin een vrijstaande mantelzorgwoning wordt geplaatst. Het verbouwen van een bestaande vrijstaande schuur behoort ook tot de mogelijkheden. Alles is vergunningvrij en de nieuwe regels staan boven de bestemmingsplannen van gemeenten.
Marc Calon: ‘Woningcorporatie als maatschappelijke verbindingsmachine’ De Engelsen kennen sinds vijftien jaar het fenomeen van de ‘trusts’: wijkgerelateerde, economisch rendabele en risicodragende ondernemingen, die bestuurd worden door bewoners. Ze zijn betrokken bij een breed spectrum aan activiteiten, diensten en faciliteiten, zoals levering van zorg, theater, gemeenschapswinkels, betaalbare huisvesting, parken en tuinen, opleiding en onderwijs, restaurants, duurzame energie, et cetera. Poplar HARCA, een woningcorporatie in Oost-Londen met zo’n 8.500 woningen, is zo’n trust. En wat Aedes-voorzitter Marc Calon betreft een voorbeeld voor de Nederlandse woningcorporatie anno 2020. “Vanuit de Londense corporatie Poplar HARCA is meebetaald aan een metrostation en aan tandartsstoelen in een gezondheidscentrum. In Poplar redeneren ze vanuit de tienduizenden bewoners in die wijk. Verbeter de mobiliteit en de gezondheid, zodat die mensen meer kans hebben op werk. Dat gebeurt vanuit 140
deel 04
trends voor de sociale woningbouw
keiharde commerciële business, want ze werken op basis van tienjarige contracten, compleet met targets waar ze op worden afgerekend. De directeuren van die corporatie lopen rond in de buurt, ze kennen iedereen. Nederland zou een voorbeeld moeten nemen aan de benadering vanuit de doelgroep, de mensen in de wijk.” De decentralisaties naar gemeenten gaan Calon dan ook eigenlijk nog niet ver genoeg. “Naar mijn mening zou je de domeinen wonen, zorg en welzijn op lokaal niveau nog veel meer moeten verbinden. Daar kunnen wij een toegevoegde waarde hebben. Op korte termijn zullen corporaties weinig mogelijkheden krijgen door de beperkingen die de politiek ons zal opleggen. Maar ik zou graag zien, dat wij op termijn de kans krijgen om ons in de komende vijftig jaar tot die maatschappelijke verbindingsmachine te ontwikkelen.”
141
trend 20 anders wonen door demografische veranderingen.
IN Prefab bouwen Kamers maken met de 3D-printer Biobased bouwen Tiny living Wonen in kantoren Woongroepen Slopen Meer generaties onder één dak Soort zoekt soort Dak- en geveltuinen
UIT Vinex Stadsuitbreiding in het groene gebied Eengezinswoning Bejaardenflat Nultredenwoning als hét woningtype voor 65-plussers Gemengde wijken Stenen stapelen Leegstand Kaal beton
142
bronnen. Boeken en rapporten Adjiedj Bakas: De Staat van Morgen (2012), De Toekomst van Gezondheid (2011), Megatrends Werk (2014), Trends 2014 (2014), Trends 2015 (2015). Paul Bänziger & Adjiedj Bakas, De toekomst van uw woongenot. Woonfonds & Dexter, 2015. Mirjam Sijmons en Adjiedj Bakas, Megatrends stress. ArboNed & Dexter, 2014. Wonen 6.0. Over de toekomst van de sociale huisvesting in Nederland. TU Delft Sociaal wonen 2030. Aedes, 2013. ICT, kennis en economie 2015. CBS, 2015.
Artikelen ‘Corporaties voorzien tekort seniorenwoningen’, in: NRC, 19-4-2014. ‘Oude huurder eerder verhuizen’, op: NOS.nl, 19-4-2014. Aedes-voorzitter Calon over woonakkoord Wonen 4.0, in: Management Scope, 29-10-2012.
143
‘Marc Calon: “Corporaties kunnen als social entrepreneur lokale samenwerking stimuleren”’, op: Bouwstenen.nl, oktober 2014. ‘E-health in de Friese praktijk’, op: www.ros-netwerk.nl, 9 juni 2015. ‘Dure krotten, is dat de toekomst van de sociale huur?’, op: NRCQ, 2-10-2014. ‘Utrecht start experiment met basisinkomen’, op: destadutrecht.nl, 16-6-2015. ‘Finland is begonnen met Europa’s eerste experiment met een basisinkomen’, op: motherboard.vice.com, 22/6/2015 ‘De opmars van de interne externen’, in: Binnenlands Bestuur, 31 augustus 2012. ‘Jan van Zanen is de nieuwe voorzitter: “De kracht zit in het collectief”’, in: VNG Magazine, 5-6-2015. ‘VNG-voorzitter Van Zanen zet in op lokale democratie’, op: gemeente.nu, 3-6-2015. ‘Examen doen in je derde jaar, dat kan!’, in: AD, 6-7-2015. 144
‘Maurice de Hond: “Het businessmodel van de Steve Jobs-scholen? De software!”’, op: fastmovingtargets.nl, 4-4-2014. ‘Airbnb heeft buiten Amsterdam nog vrij spel’, in: Binnenlands Bestuur, 23-5-2015. ‘Scholen: te weinig lesmateriaal voor tablets’, in: Eindhovens Dagblad, 27/11/2014. ‘Dekker zet vmbo-scholen op nieuwe koers’, in: Trouw, 15-12-2014.
Televisie en radio VPRO Tegenlicht: Het Finse onderwijs, 13-11-2012. VPRO Zomergasten: Ahmed Aboutaleb, 26-7-2015.
Algemene (online) bronnen Maandag CITO VNG VO-Raad ROS-netwerk Actiz, kenniscentrum Wonen en Zorg Aedes Woningbouwvereniging Bergopwaarts Deurne http://o4nt.nl/ https://www.technasium.nl/
145
Adjiedj Bakas, trendwatcher en auteur van onder meer ‘De Staat van Morgen’, ‘De Toekomst van Gezondheid’ en ‘Megatrends Werk’, zet scherp en overzichtelijk de belangrijkste trends uiteen die we de komende jaren kunnen verwachten in het publieke domein. De door Bakas gesignaleerde trends zijn in samenwerking met Maandag® aangevuld met input van insiders uit de verschillende branches, zoals de VNG (Nederlandse gemeenten), de VO Raad (voortgezet onderwijs), ROS-en (stakeholders in de zorg) en Aedes (woningbouwcorporaties). Zo ontstond dit ‘groene boekje’, het resultaat van co-creatie en co-makership. Het geeft een helder overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen bij de lokale overheid, het voortgezet onderwijs, de zorg en de woningbouwcorporaties. Niet te misssen informatie voor iedere professional in de publieke sector.
146 isbn nur
978 94 91932 17 5 807